HORTICOOP KENNIS EVENT SNIJBLOEMEN. 23 September 2015 André van der Wurff en Jantineke Hofland-Zijlstra

Transcriptie

1 HORTICOOP KENNIS EVENT SNIJBLOEMEN 23 September 2015 André van der Wurff en Jantineke Hofland-Zijlstra

2 Visie Telen = Sturen 2

3 Sturen op generatief 3

4 Sturen op vegetatief 4

5 En... sturen op ziekte wering 5

6 Sturen door te luisteren naar plant HELP 6

7 Raamwerk Plantversterkers: Verhoogde vatbaarheid PR priming

8 gr gr gr gr gr gr Biostimulanten b ab a a c t z z+t Kommeet a a a a c t z z+t Sassari ab a b a a a a a 0 c t z z+t Maxifort 25 c t z z+t Angelle bc c ab a c t z z+t Brioso a a a a c t z z+t Caprese Genes Treatment Angelle Brioso Carezza Kommeet Maxifort Sassari PR1 (SA) Bacillus Drought B+D PRP2 (SA) Bacillus Drought ,77868 * B+D ,00033 * POD (JA) Bacillus Drought B+D PiII (JA) Bacillus Drought B+D

9 Sturen op Chrysant tegen Pythium

10 J2 / gram roots % Pythium Bodemweerbaarheid 100% 80% 60% 40% Zand (referentie) *14 (bio) Topsoil 4% 13 (chrys) Topsoil 0.7% 12 (chrys) 11 (chrys) *10 (chrys) 9 (bio) Topsoil 1.4% soils 8 (bio) 7 (bio) 6 (bio) 5 (bio) 4 (chrys) 3 (chrys) 2 ( chrys) 1 (bio) 14 (chrys) top (chrys) 16 (chrys) zand 20% 0% top (chrys) 15 (chrys) top4 11 (chrys) soils 4 (bio) 5 (bio) 7 (bio) 6 (bio) 4 (chrys) 3 (bio) 2 (bio) 8 (bio)

11 Indicatoren voor weerbaarheid Figuur 1. Overzicht van de percentage besmette planten van chrysant cv. Grand Pink met Pythium ultimum in potproeven.

12 Snellere, goedkopere toets Pythium Figuur 2. Relatie tussen resultaat kiemtoets en ontwikkeling van symptomen van Pythium besmetting in chrysant in de standaard bio-assay met 800 ml potten over 6 weken.

13 Snelle toets en indicatoren Figuur 3. De relatie tussen het beschikbaar koolstof en de korte Pythium kiemtoets over 2 weken.

14 Factoren voor weerbaarheid Tabel 1. Overzicht van bodemeigenschappen en significante relatie met hoog- versus laag weerbare grond. De laag weerbare gronden zijn gedefinieerd als 1, 4, en 5 en de hoog weerbare gronden zijn 2, 3 en 6 Weerbaarheid Cluster Laag Hoog F* P EC (ms/cm) Na Lutum CEC Na-bezetting Ca-voorraad Silt Zand C-beschikbaar

15 Beschikbaar calcium Figuur 5a, b. De relatie tussen het beschikbaar calcium en de uitval dat veroorzaakt wordt door Pythium (R) en Pythium en Meloidogyne (L)

16 Natrium en Chloride Elementen Bij voorbeeld P. aphanidermatum en P. ultimum zijn minder tolerant voor chloride in de grond. Met grotere chloride concentraties zijn zout tolerante soorten van Pythium zoals P. oligandrum dominant (Martin en Hancock, 1986).

17 Zand Porie volume: drainage, verdeling van vocht, zuurstof doorlaatbaarheid en micro-organismen en daardoor op decompositie van OS Verspreiding van soorten (voor air-filled pores) Dominantie van schimmels bij hoge bulk dichtheid

18 Sturen met licht 18

19 IDC LED Proefkas - Ministerie EZ project: Geïnduceerde weerstand tegen Botrytis en meeldauw (Wageningen UR Glastuinbouw, 2014)

20 LED kleuren en intensiteit zijn per tafel in te stellen

21 Doel Sturen op R:FR verhouding door bij te belichten met verrood om dezelfde shade-avoidance (hyponastie) reactie te verkrijgen ten opzichte van de proef waarbij de planten in een hoge plantdichtheid werden geplaatst. RL 50 umol ( u) RL 5 umol ( u) Controle ( u) FR 50 umol ( u)

22 Invloed van led (R:FR) op weerbaarheid Verrood > 50 umol Rood > 5 umol Met verhouding rood en verrood is weerbaarheid te sturen. Versterkende werking door chemische elicitor (INA).

23 Wat is invloed op meeldauw en Botrytis? in kasproef met pottomaat in zandraket Verrood > 50 umol Rood > 5 umol Met R:FR ratios is ziektegevoeligheid te sturen. Meeldauw lijkt positief gecorreleerd met bladgroen.

24 Wat is relatie met productie? Sturen op rood licht kan lagere opbrengst geven. Sturen op verrood neigt naar verhoogde vers productie.

25 Sturen met groene producten 25

26 Combinaties zoeken met groene producten

27 Groene perspectieven in potplanten Bij extreem gevoelige waardplanten: vermindering ziektegevoeligheid tot 50%. 27

28 Groene perspectieven in potplanten Bij minder gevoelige waardplanten: vermindering ziektegevoeligheid tot %. 28

29 Groene perspectieven in snijbloemen Nieuwe groene producten met vergelijkbare werking als huidige chemische referentie. 29

30 Ontwikkeling vroegtijdige indicatoren samen met telers 30

31 Positieve relatie tussen bladgroen en meeldauw (mits RV gelijk) Sterke correlatie in een proef met producten die vitaliteit verhogen. Betrouwbare relatie tussen bladgroen en meeldauw in proef met phytochroommutanten (2013).

32 Meting bladgroen vóór infectie = indicator meeldauw? Positieve relatie tussen SPAD gemeten vóór het moment van infectie en de witte vlekken die 10 tot 18 dagen na infectie zijn te zien (aangeduid met *). SPAD -6 dpi* SPAD 8 dpi Start proef 3 wkn inwerktijd Meeldauw infectie 0 dpi Eerste witte vlekken 10 dpi** Veel witte vlekken 18 dpi* 32

33 Conclusie Curatief ingrijpen blijft altijd nodig. Preventief sturen op weerbaar substraat een weerbare plant. Afhankelijk van timing ziekte of plaag Met behulp van merkers. Sturen met micro-organismen, extracten, stoffen zonder milieubelasting, meststoffen, klimaat. Robuust uitgangsmateriaal: gevoelige soorten verdwijnen uit het sortiment.

34 Met dank aan: Productschap Tuinbouw / LTO Glaskracht Nederland, Ministerie van Economische Zaken, Topsector T&U, LC Chrysant, Horticoop, Syngenta, Biogro, Synvital, Houweling Horticulture, Bayer, Koppert, PHC, Collega PRI (Luc Stevens), Universiteit Leiden (Natural Products Laboratory, Young Hae Choi), Wageningen UR collega s (Suzanne Breeuwsma, Marianne Noordam, Rob van den Broek, Rob Pret, Fred van Leeuwen, Kees Scheffers, Gerard van den Broek, Yaite Cuesta Arenas, Marta Streminska, Marc van Slooten, Chris Blok, Jan-Willem de Vries).

35 Bedankt voor uw aandacht! Zijn er vragen? Contact: