AANVULLENDE NOTA Sanering Winkelaar, Kesterbeekbos en Krabos. Halle. Oktober 2012

Transcriptie

1 Sanering Winkelaar, Kesterbeekbos en Krabos Halle AANVULLENDE NOTA Oktober 2012 Aquafin NV Dijkstraat Aartselaar Tel: 03/ Fax: 03/

2 1. INLEIDING Naar aanleiding van de aanvraag tot ontheffing van de MER-plicht voor het project Sanering Winkelaar, Kesterbeekbos en Krabos te Halle die op 14/05/2012 bij dienst Mer ingediend werd (OHPR0502), maakte de gemeente Beersel en het agentschap Onroerend Erfgoed een voorwaardelijk ongunstig advies over aan dienst Mer. Volgende aspecten dienen verduidelijkt te worden om een uitspraak over de project-mer-plicht van dit dossier te kunnen vormen: Impact t.a.v. de voorlopig aangeduide ankerplaats; Betere duiding van het huidig debiet van de Kapittelbeek en de impact van de buffergracht; Betere duiding waarom voor de RWA-buffering, naast de drie mogelijke inplantingsplaatsen voor de buffergracht zoals vermeld in de MER-ontheffingsnota, geen andere locaties bekeken zijn buiten de beschermde gebieden. Deze aanvullende nota heeft tot doel een duidelijk antwoord op deze vragen te formuleren en de aanvraag tot MER-ontheffing met deze informatie verder aan te vullen. 2. BIJKOMENDE INFORMATIE 2.1 Impact project op de ankerplaats Hallerbos, Lembeekbos en Maasdalbos De ankerplaats APV.005 Hallerbos, Lembeekbos en Maasdalbos is bij ministerieel besluit van 4 januari 2012 voorlopig aangeduid en ligt ter advies voor aan de betrokken gemeenten, het provinciebestuur en aan de belanghebbende Departementen en Agentschappen van de Vlaamse administratie. De meest afwaartse gedeelten van de leiding en de buffergracht bevinden zich binnen de voorlopige afbakening van de ankerplaats APV.005 én de afbakening van de ankerplaats A20032 Hallerbos volgens de landschapsatlas (Bijlage 1). De overige projectdelen bevinden zich buiten de afbakening van de voorlopig aangeduide ankerplaats APV.005 of de ankerplaats A20032 (Bijlage 1). De beschrijving van en de impact op de ankerplaats A20032 Hallerbos zijn opgenomen onder hoofdstuk 4.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Het ontwerp van de buffergracht voor het hemelwater, werd in nauw overleg met het Agentschap Natuur en Bos opgemaakt, net ter bescherming van de hoge ecologische waarde van de Kapittelbeek. De aanwezige populaties rivierdonderpad, beekforel en beekprik zijn van belangrijke waarde op Vlaams niveau. Ook de grote diversiteit aan macro-invertebraten in deze beken duidt op een hoge ecologische waarde. Door de keuze van een buffergracht, die conform NTMB zal aangelegd worden, wordt de landschappelijke en de ecologisch integratie van het opgelegde buffervolume maximaal gerealiseerd en wordt net een integraal ecologisch beheer (kwalitatief, kwantitatief en ecologische inpasbaarheid) nagestreefd. Omwille van de hoge ecologische belangen van de Steenputbeek en de Kapittelbeek, wenst Aquafin de lozing van het huishoudelijke afvalwater binnen het plangebied op te vangen en door te voeren naar de RWZI Beersel zodat deze vuilvracht niet meer (on)rechtstreeks in deze beken terecht komt. Hierdoor wordt een verbetering van de landschapskenmerken, waarvoor het deelgebied 5 binnen de voorlopige aangeduide ankerplaats opgenomen is, nagestreefd (Bijlage 2). Bovendien werd reeds op 13 februari 2012 advies aan het Agentschap Onroerend Erfgoed gevraagd betreffende de mogelijke effecten op het onroerende erfgoed i.k.v. de opmaak van de MER-ontheffingsnota waarbij het Agentschap geen bezwaren overmaakte betreffende het uitvoeren

3 van voorliggend project (Bijlage 3). Conform Art. 25 van het Landschapsdecreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, kunnen ankerplaatsen die niet opgenomen zijn in ruimtelijke uitvoeringsplannen of plannen van aanleg, geen beoordelingsgrond vormen voor de stedenbouwkundige vergunning voor niet-administratieve overheden. Voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie binnen de milieueffectrapportage vormen voorlopig aangeduide ankerplaatsen echter een interessante informatiebron voor de impactbespreking. 2.2 Invloed op ontvangstcapaciteit van de Kapittelbeek Na terugkoppeling met de provincie Vlaams-Brabant, Afdeling Operationeel Waterbeheer, heeft de Kapittelbeek een debiet van 0,81m³/s voor een bui met retourperiode om de 2 jaar, respectievelijk 1,85m³/s voor een bui met retourperiode om de 100 jaar. In het huidige ontwerp van het afkoppelingsproject wordt gerekend met een lozingsvoorwaarde van 20 l/s/ha voor 2,16ha verharde oppervlakte. Dit betekent dat er theoretisch 43 l/s (=0,043m³/s) mag geloosd worden. In het huidige ontwerp wordt een knijpleiding van 9m met een diameter 250mm voorzien. Deze laat theoretisch een debiet van 40 l/s door. Deze debieten zijn beduidend kleiner dan het debiet van de Kapittelbeek. Naar aanleiding van de overgemaakte opmerkingen van Natuurpunt, wordt voorgesteld om de uitlaatconstructie aan te passen naar een systeem met beweegbare schuiven, waardoor een kleinere opening kan gecreëerd worden. Hierdoor kan in de praktijk het doorvoerdebiet van de buffergracht nog verkleind worden. Op de RWA die aangelegd wordt binnen dit project, is enkel de straatoppervlakte van Kesterbeekbos, Krabos en opwaarts aangesloten. De RWA, afkomstig van de woningen langsheen het tracé, worden zoveel mogelijk behouden zoals in de huidige situatie, zodat deze diffuus afstroomt en een gecentraliseerde puntlozing van hemelwater tijdens regenweer maximaal wordt vermeden. Er wordt tevens gevreesd voor erosie van de oevers van de zijloop van de Kapittelbeek en de Kapittelbeek zelf t.g.v. de RWA-lozing. Door het voorzien van oeverversteviging (type zal tijdens het verdere detailontwerp bepaald worden) zal dit risico significant verminderd worden. 2.3 Inplantingslocatie RWA-buffering Zoals in hoofdstuk 2.8 Beschrijving van de alternatieven opgenomen, is buffering langsheen het tracé in grachten langsheen de smalle wegenis door plaatsgebrek niet mogelijk zonder grootschalige innemingen. Het alternatief om buffering onder de rijweg te voorzien is zowel hydraulisch als technisch zeer moeilijk te realiseren. Een locatie voor de aanleg van buffercapaciteit opwaarts in de Kroondaallaan is weinig zinvol: het hemelwater afkomstig van de Kapittel en afwaarts in de Kroondaallaan kan in dergelijk geval niet mee gebufferd worden. Daarom werden er 3 zoeklocaties weerhouden aan het meest afwaartse gedeelte van het project. Gezien de ligging binnen VEN-gebied werden, na overleg met ANB, deze locaties t.o.v. elkaar afgetoetst tijdens een plaatsbezoek dd. 13/12/2010 (Bijlage 4). Om de gravitaire aansluiting van de collector in de Kroondaallaan met de bestaande collector te maken, moet de wegenis verlaten worden en wordt de

4 leiding noordwaarts doorheen perceelnummer 162 aangelegd. Aangezien het terrein aan deze collector reeds tijdelijk ingenomen dient te worden voor de aanleg van de collector, werd geopteerd om binnen deze zone de buffergracht conform NTMB aan te leggen. Op deze wijze wordt een grotere inname in het VEN-gebied vermeden en wordt de buffergracht maximaal gebundeld met de ondergrondse leidingen.

5 3. BIJLAGEN 3.1 Situering project t.o.v. de landschapsatlas

6 3.2 Kenmerken De westelijke valleihelling van de Steenputbeek

7

8

9

10 3.3 Pré-adviesvraag Onroerend Erfgoed ikv MER-O (dd. 21/02/2012)

11 Van: Inge Fastenaekels Verzonden: maandag 13 februari :59 To: Onderwerp: Aquafin project te Halle / Dworp Geachte Heer, In bijlage vindt u topografische kaart en stratenplan van Aquafin project Sanering Winkelaar, Kesterbeekbos en Krabos. Dit project situeert zich in de gemeente Halle, nabij de grens met Beersel. Graag hadden wij voor dit project een advies verkregen in het kader van de MER-ontheffing die in opmaak is. Indien u nog vragen hebt, aarzel niet mij te contacteren. Met vriendelijke groeten, Inge Fastenaekels Milieuadviseur Aquafin NV Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar T: T: F:

12 Vlaamse overheid AQUAFiN nv ?öt2 AQUAFIN NV t.a.v. Mevr. Inge FASTENAEKELS IVlIlieuadviseur Dijkstraat AARTSELAAR DsMT'vAriGEN uw bericht van 13 februari 2012 uw kenmerk Betreft: contactgegevens Jo Wijnant jozef.wijnant@rwo.vlaanderen.be ons kenmerk 4.002/23027/99.49 datum bijlagen 2 1 FEB, 2012 HALLE (Halle, Lembeek) en BEERSEL (Dworp): 'Hallerbos-Maasdalbos- Lembeekbos' voorlopig aangeduid als ankerplaats bij ministerieel besluit dd. 4 januari ligging: Krabos en Kesterbeekbos ondeiwerp: Aquafin project 'Sanering Winkelaar, Kesterbeekbos en Krabos* aanvrager(s): AQUAFiN nv Geachte mevrouw, Naar aanleiding van de adviesaanvraag dd. 13 febmari 2012, aangaande de in hoofding vermelde aangelegenheid, kan ik u hierbij mededelen dat Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant geen bezwaren heeft tegen het uitvoeren van het Aquafin project , m.n. de sanering van de Winelaar Kesterbeekbos en Krabos. Hoogachtend, Coördinator Erfgoedbeheer Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant - Dirk Boutsgebouw - Diestsepoort 6 bus Leuven Tel Fax viaams-brabant@onroerenderfgoed.be-

13 3.4 Besprekingsverslag plaatsbezoek 14/12/2010

14 Besprekingsverslag Plaats Referentienummer Kenmerk Groot-Bijgaarden, 14 december 2010 V1 154/133-NWA/bva Plaats bespreking Halle Aanwezig Provincie Vlaams- Brabant ANB Aquafin Grontmij Grontmij Dhr. Jos Dammans Dhr. Sandro Van Openbosch Mevr. Marleen Verdoodt Mevr. Natalie Waterplas Dhr. Peter Lenaerts T: 02/ F: 02/ T: 016/ G: 0478/ T: 03/ T: 02/ F: 02/ T: 02/ F: 02/ Verontschuldigd / Betreft 154/133: Halle - sanering Winkeleer - Kesterbeekbos - Krabos Verslag plaatsbezoek dd. 13/12/ Besproken punten Volgende twee mogelijkheden betreffende de buffering werden ter plaatse bekeken: Mogelijkheid 1: aanleg van een buffergracht langs de collector van Aquafin. De Aquafin-collector waarop moet worden aangesloten is reeds gelegen in VEN-gebied. Aangezien voor de aansluiting van de DWA al in dit VEN-gebied gewerkt moet worden, kan er geopteerd worden om de buffergracht ook in dit gebied te voorzien. Het zou een gracht worden met natuurlijke beplanting. De natuurlijke beplanting zou tevens een reinigende en slibbezinkende functie bezitten. Een andere mogelijkheid is de aanleg van de buffergracht in de zone naast dit VENgebied. Dit is een weide waar momenteel schapen op staan en is gelegen in natuurgebied, net zoals het andere gebied (zie onderstaande printscreen van het gewestplan).

15 Referentienummer Pagina 154/133-NWA/bva 2 van 2 Er wordt geopteerd voor de aanleg van een buffergracht langs de Aquafin collector. Deze gracht wordt aangesloten op de beek. Mogelijkheid 2: Aanleg van een open bufferbekken aan Kroondallaan De aanleg van het open bufferbekken ter hoogte van de Kroondallaan is niet aan te raden omdat door deze mogelijkheid de natuur in een extra zone verstoord zal worden. Voor het afvalwater wordt er geopteerd om ter hoogte van de voetweg de doorsteek te maken naar de collector en niet verder de rijweg te volgen via Winkelaar. De rijweg is hier immers erg smal en bovendien zou er hier gewerkt moeten worden tussen de beek aan de ene zijde en de talud aan de andere zijde. 2 Acties Grontmij vraagt bij de gemeente Beersel en de stad Halle extra informatie op betreffende de regenwaterlozingen van de woningen. Op basis hiervan kan de hoeveelheid te voorziene buffering nauwkeuriger bepaald worden. Opgemaakt te Groot-Bijgaarden, op 14 december ir. N. Waterplas projectleider