AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Transcriptie

1 Raad vanstate /1/V3. Datum utspraak: 3 aprl 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de utspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzttngsplaats Zwolle, van 4 maart 2011 n zaak nr. 10/34558 n het gedng tussen: de vreemdelng en de mnster voor Immgrate en Asel.

2 /1/V3 2 3 aprl Procesverloop Bj beslut van 19 november 2009 heeft de staatssecretars van Justte de aan de vreemdelng verleende verbljfsvergunnng reguler voor bepaalde tjd ngetrokken. Bj beslut van 15 december 2010 heeft de mnster het daartegen door de vreemdelng gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dt beslut s aangehecht. Bj utspraak van 4 maart 2011, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelng ngestelde beroep ongegrond verklaard. Deze utspraak s aangehecht. Tegen deze utspraak heeft de vreemdelng bj bref, bj de Raad van State bnnengekomen op 24 maart 2011, hoger beroep ngesteld. Deze bref s aangehecht. De mnster, thans de mnster Immgrate, Integrate en Asel, heeft een verweerschrft ngedend. Vervolgens s het onderzoek gesloten. 2. Overwegngen 2.1. Hetgeen n het hogerberoepschrft s aangevoerd en aan artkel 85, eerste en tweede ld, van de Vreemdelngenwet 2000 voldoet, kan net tot vernetgng van de aangevallen utspraak leden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt de n het belang van de rechtseenhed, de rechtsontwkkelng of de rechtsbeschermng n algemene zn beantwoordng behoeven, wordt, gelet op artkel 91, tweede ld, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep s kenneljk ongegrond. De aangevallen utspraak dent te worden bevestgd Voor een proceskostenveroordelng bestaat geen aanledng.

3 /1/V3 3 3 aprl Beslssng De Afdelng bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende n naam der Konngn: bevestgt de aangevallen utspraak. Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, ld van de enkelvoudge kamer, n tegenwoordghed van mr. H. Vonk, ambtenaar van staat. w.g. Borman ld van de enkelvoudge kamer w.g. Vonk ambtenaar van staat Utgesproken n het openbaar op 3 aprl Verzonden: 3 aprl 2012 Voor eensludend afschrft, de secretars van de Raad van State, mr. H.H.C. Vsser

4 24/ DO» 12,42 FAX Schoolplen Advocaten 0OO4/OO ytspraak AFSCHRIFT HTBANK 's-gravenhage enzttngsplaats Zwolle Sector Bestuursrecht, Enkelvoudge Kamer voor Vreemdelngenzaken Regstratenummer: Awb 10/34558 Utspraak n het gedng tussen: geboren op van Ngeraanse natonaltet, IND dossernummer , eser» gemachtgde mr. W. Boelens, advocaat te Utrecht; en de mnster voor Immgrate en Asel, (Immgrate- en Naturalsatedenst), te 's-gravenhage, vertegenwoordgd door mr. F.W.A. Croonen, ambtenaar ten departemente, verweerder. 1. Procesverloop Bj beslut van 28 september 2009 s aan eser een verbljfsvergunnng reguler onder de beperkng'stude aan verleend, met ngang van 28 september 2009, en met een geldghedsduur tot l september 2010 Bj beslut van 19 november 2009 heeft verweerder de aan eser verleende verbljfsvergunnng met terugwerkende kracht tot 28 september 2009 ngetrokken. Het daartegen door eser bj bref van 7 december 2009 ngestelde bezwaar s bj beslut van 14 september 2010 ongegrond verklaard. Bj bref van 5 oktober 2010 s daartegen beroep ngesteld. Het beroep s voorzen van gronden bj bref van 15 oktober Op 26 november 2010 zjn nadere stukken ngedend. Bj bref van 29 november 2010 heeft verweerder verzocht om toepassng van het bepaalde n artkel 8:51, onder a, van de Algemene wetbestuursrecht (herna: Awb). Bj bref van 7 december 2010 heeft deze rechtbank er nevenzttngsplaats besloten de zaak aan te houden m afwachtnff van het rlnnr vpru/pprh^r neuw to tmmon k -..:*. D:: I..:* -.-- s J heeft verweerder het bezwaarschrft opneuw ongegrond verklaard. Bj bref van 5 januar 2011 heeft eser een reacte op dt neuwe beslut ngedend. Op 12 januar 2011 zjn nadere stukken ngedend. Verweerder heeft een verweerschrft ngedend.

5 24/ DON 12:43 FAX Schoolplen Advocaten 0005/006 AWB 10/34558 Het beroep s ter zttng van 22 februar 2011 behandeld. Eser s verschenen, bjgestaan door de gemachtgde. Tevens zjn verschenen de heer en mevrouw referenten. Verweerder heeft zch doen vertegenwoordgen. 2. Overwegngen! I 2.1 Ter zttng s gebleken dat verweerder heeft beoogd de beschkkng op bezwaar van j 14 september 2010 n te trekken, en de beschkkng op bezwaar van 15 december 2010 daarvoor n de plaats te stellen. Het beslut van 15 december 2010 wordt daarom door de rechtbank aangemerkt als het bestreden beslut. 2.2 Bljkens de gronden van beroepen het verhandelde ter zttng s utslutend n geschl de j vraag of het bestreden beslut n strjd s met het n artkel 8 van het (Europees) Verdrag tot! beschermng van de rechten van de mens en de fundamentele vrjheden (herna: EVRM) \ neergelegde recht op famle- of geznsleven.! Net n geschl s dat tussen eser en referenten sprake s van famle- of geznsleven ; n de zn van artkel 8 van het EVRM, en dat sprake s van nmengng n dt recht. In geschl. Î s de vraag of deze nmengng plaatsvndt n het belang van één of meer van de n artkel 8,! tweede ld, van het EVRM lmtatef opgesomde gronden, en of de nmengng noodzakeljk s n een democratsche samenlevng. j 2.4 Bj de beoordelng van de vraag of ut artkel 8 van het EVRM de verplchtng voortvloet een vreemdelng n staat te stellen tot het utoefenen van zjn famle- en geznsleven n Nederland, dent bj een op de concrete zaak toegesptste afwegng een 'far balance' te worden gevonden tussen de ndvduele belangen van de vreemdelng en de algemene belangen van de samenlevng. Bj de afwegng komt verweerder een zekere I beoorde üngsrumte toe. 2.5 Verweerder heeft ter zttng desgevraagd medegedeeld dat de nmengng plaatsvndt n het belang van het economsch welzjn van Nederland. Hoewel dt n het bestreden beslut net explcet s genoemd en gemotveerd, s eser n de beroepsgronden utgegaan van deze n artkel 8 > tweede ld, van het EVRM genoemde grond. De rechtbank s dan ook van oordeel dat eser j net n zjn belangen s geschaad. De rechtbank overweegt verder dat verweerder de nmengng j n redeljkhed gerechtvaardgd heeft kunnen achten n verband met het economsch welzjn van! Nederland, omdat het economsch welzjn zch ook utstrekt tot onder andere de ut de algemene! mddelen gefnancerde faclteten zoals onderwjs, gezondhedszorg en nfrastructuur.'de j stellng van eser dat hj net ten laste komt van de Nederlandse publeke mddelen, omdat hj volledg door referenten wordt onderhouden, wordt daarom net gevolgd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de nmengng voorts n redeljkhed noodzakeljk kunnen achten. Verweerder heeft bj de belangenafwegng terecht betrokken dat sprake s van een objecteve belemmerng om het famle- of geznsleven n Ngera ut te oefenen, maar heraan n redeljkhed geen doorslaggevende betekens hoeven toekennen. -. ^aar w ;j heeft verweefuef me name kunnen berekken dat eser meerderjarg s, en dat net s gebleken dat tussen eser en referenten sprake s van 'more than normal emotonal tes'. j I

6 24/ DON 12:44 FAX Schoolplen Ad' EIO06/006 AWB 10/34558 blad 3/3 De rechtbank verwjst n dt verband naar de onherroepeljk geworden utspraak van deze rechtbank en nevenzttngsplaats van 5 aprl 2007, Awb.06/52670, waarn s geoordeeld dat geen sprake s van een meer dan gebrukeljke afhankeljkhed en emotonele bndng tussen eser en referenten, m de onderhavge procedure zjn naar het oordeel van de rechtbank geen feten of omstandgheden aangevoerd op grond waarvan tot een andersludend oordeel gekomen zou moeten worden. Verweerder heeft bj zjn standpunt tevens kunnen betrekken dat sprake s van famle- of geznsleven n de zn van artkel 8 van het EVRM tussen eser en zjn bologsche ouders, broers en zussen n Ngera. Gelet op het vorenstaande s de rechtbank van oordeel dat verweerder zch terecht op het standpunt heeft gesteld dat net s gebleken dat eser verbljf n Nederland moet worden toegestaan op grond van artkel 8 van het EVRM. 2.6 Het beroep s ongegrond. 2.7 Er bestaat geen aanledng voor veroordelng van een partj n de kosten de de andere partj n verband met de behandelng van het beroep redeljkerwjs heeft moéten maken. 3. Beslssng De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Deze utspraak s gedaan door mr. W.J.B. Cornelssen, als rechter, en door hem en F. Geerlng als grffer ondertekend. Utgesproken n het openbaar op unm o HUH zot? Afschrft verzonden op: 0 4 HMB Z011 Rechtsmddel Tegen deze utspraak kunnen partjen bnnen ver weken na de datum van verzendng van deze utspraak hoger beroep nstellen bj de Afdelng bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder vermeldng van "Hoger beroep vreemdelngenzaken",postbus J61I BC 's-gravenhage. Artkel 85 Vw 2000 bepaalt n dat verband dat het beroepschrft een ofmeer greven tegen de utspraak bevat. Artkel 6:6 Awb (herstel verzum) s net van toepassng.

7 24/ DON 12:39 FAX Schoolplen Advocaten 0001/006 secretaraat Els Oostrum Leny Peetere RAAD VAN STATE INGEKOMEN ZAAKMR. 2 4 MRT 2011 O^^/Cy AAN: BEHANDELD: DD: PAR: Correspondente utslutend: Postbus LH Utrecht Bezoekadres: Schoolplen 5A 3581 PX Utrecht tel (030) fax (030) e-mal: nfo@schoolplenadvocaten.nl mr. R. Vleugel mr. S. Spans mr. D. Gürses mr. W. Boelens mr. J.E. Jalandon mw. mr. M.H.R. de Boer mw. mr. J.G.M. ter Avest mr. J.M. Langenberg advocaten Afdelng bestuursrechtspraak Raad van State Postbus Den Haag 2500 BC Tevens per fax ons kenmerk /IND uw kenmerk Utrecht 24 maart 2011 APPELSCHRIFT regulere vreemdelngenzaak Hertoe bepaaldeljk gevolmachtgd door appellant, van Ngeraanse natonaltet, wonend te kantooradres, en woonplaats kezend aan het n het brefhoofd vermelde den k hoger beroep n tegen de utspraak dd. 4 maart 2011 (*) van de Rechtbank Zwolle met kenmerk 10 / waarbj het beroep tegen de beschkkng dd. 14 september 2011 van verweerder de Mnster voor Immgrate en Asel ongegrond Is verklaard. Gref Appellant rcht zch tegen het n ro. 2.5 van de bestreden utspraak overwogene, dat verweerder n redeljkhed de nmengng n het geznsleven ex art. 8 EVP.M tussen appellant en zjn ouders gerechtvaardgd en noodzakeljk heeft kunnen achten, en zch daarom terecht op het standpunt heeft gesteld dat net gebleken s dat appellant ex art. 8 EVRM verbljf n Nederland moet worden toegestaan.

8 24/ DON 12:40 FAX Schoolplen Advocaten 0002/006 Schoolplen 5A 3581 PX Utrecht Toelchtng Net n geschl s dat er tussen appellant en zjn ouders sprake s van geznsleven n de zn van art. 8 EVRM s, en dat de ntrekkng van de aan appellant verleende regulere verbljfsvergunnng voorstude een nmengng n dt geznsleven betekent. Voorts Is net (langer) In geschl dat er een objecteve belemmerng s om het geznsleven n Ngera ut te oefenen. Eveneens s door verweerder net, althans net gemotveerd betwst dat appellant door zjn Nederlandse ouders wordt onderhouden, en s ook overgens net gebleken dat appellant ter voorzenng n de kosten van zjn levensonderhoud een beroep doet op de Nederlandse openbare kas. In beroep heeft appellant zch onder verwjzng naar de bref dd. 15 oktober 2007 van de ambtsvoorganger van verweerder aan de Tweede Kamer, en de bjlage bj deze bref (TK , en ) aangevoerd dat een nmengng n het geznsleven op grond van het economsch welzjn vrjwel net te rechtvaardgen s nden het gezn geen beroep doet op de openbare kas, en dat het standpunt van verweerder dat Inmengng n het geznsleven tussen appellant en zjn ouders en gelet op het economsch welzjn gerechtvaardgd en noodzakeljk s hermee bezwaarljk s te verengen. Appellant s van oordeel dat de Rechtbank deze beroepsgrond ten onrechte buten besprekng heeft gelaten, althans net kenbaar bj de beoordelng van het beroep heeft betrokken. Dat appellant, aldus de Rechtbank, nmddels meerderjarg Is en er -gelet op de onherroepeljk geworden utspraak van de Rechtbank Zwolle dd. 5 aprl van een meer dan gebrukeljke afhankeljkhed en emotonele bndng tussen appellant en zjn ouders net gebleken s kan net denen ter weerleggng van deze beroepsgrond, nu mmers als zodang net n gedng sçîa de ntrekkng van het verbljfsrecht van appellant een nmengng n het geznsleven betekent. Evenmn kan In de constaterng van de Rechtbank dat er (tevens) sprake s van geznsleven tussen appellant en zjn bologsche ouders, broers en zussen In Ngera redengevend zjn om deze beroepsgrond te passeren, althans net gemotveerd te weerleggen, nu deze omstandghed mmers nets zegt over de (rechtvaardgng en noodzaak) van de nmengng n het geznsleven tussen appellant en zjn Nederlandse ouders. Nu er sprake s van een objecteve belemmerng om dt geznsleven In Ngera ut te oefenen, betekent de wegerng om aan appellant voortgezet verbljf ex art. 8 EVRM te verlenen dat het geznsleven (ook) noot meer In Nederland zal kunnen worden utgeoefend en wellcht zelfs dat appellant en zjn Nederlandse ouders elkaar noot meer zullen kunnen ontmoeten, hetgeen een omstandghed s de dusdang zwaar weegt dat de nmengng des te mnder gerechtvaardgd s.

9 24/03 20L1 DON 12:42 PAX Schoolplen Advocaten 1003/006 Schoolplen 5A 3581 PX Utrecht Pettum Appellant v.e'rzoekt de Afdelng daarom -het hoger beroep gegrond te verklaren; -de bestreden utspraak te vernetgen; -verweerder te veroordelen n de kosten van het beroep en hoger beroep.