Rapportage. Schoolondersteuningsprofiel. CNS d Uylenborch. Almkerk

Transcriptie

1 Rapportage Almkerk

2 Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt het tweede schoolondersteuningsprofiel van basisschool d Uylenborch uit Almkerk. De school maakt momenteel deel uit van het SWV Driegang. Aanleiding: In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het SWV Driegang in de regio. Binnen deze regio dient elke school een schoolondersteuningsprofiel op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en welke de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften. Samengevat geeft het schoolondersteuningsprofiel een antwoord op de volgende vragen: Wat kunnen we realiseren met ons huidige team? Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van externen? Wat willen we op termijn kunnen bieden, waarop gaan we ons ontwikkelen? Voor welke onderwijsbehoeften verwijzen we naar een andere instantie? Waarmee kunnen we andere scholen binnen het SWV helpen? Waarom een schoolondersteuningsprofiel (SOP)? De doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel is het vinden van antwoorden op twee kernvragen: 1. In welke mate is de school in staat Passend Onderwijs te verzorgen. a. Voor welke kinderen is er al een passend aanbod? b. Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van externe partners? c. Voor welke kinderen kunnen of willen we geen passend aanbod realiseren? 2. In welke richting wil de school zich ontwikkelen? a. Welke expertise hebben we nu al in huis? b. Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is? De antwoorden op vraag 1 en 2 kunnen de school helpen om richting te geven aan het onderwijs- en zorgbeleid in de planperiode Immers in het profiel is beschreven hoe het onderwijs en de zorg nu vorm hebben gekregen en waar ontwikkelambities liggen om deze verder te verbreden en te verdiepen. De voorgenomen ontwikkelingen van de school zijn verwoord in paragraaf ambities. Onderscheiden niveaus van zorg binnen Passend Onderwijs in het schoolondersteuningsprofiel: In het kader van Passend onderwijs wordt binnen Nederland een onderscheid gemaakt tussen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg: Basiszorg betreft de reguliere onderwijszorg die de school zelf kan bieden. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijs aanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan verschillen in onderwijsbehoeften van kinderen op hun school. Breedtezorg betreft de onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van externe partners die samenwerken met en in de school. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren om zodoende de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken. Dieptezorg betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV. Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs. Netwerk, smalle of brede zorgschool, inclusieve school. De mate waarin en de wijze waarop een school in staat is om basiszorg en/of breedtezorg te kunnen realiseren verschilt uiteraard per school. Tal van factoren spelen hierbij een rol. Te denken valt aan verschillen in deskundigheden tussen schoolteams, de mate waarin er sprake is van kinderen die speciale onderwijsbehoeften hebben, de mogelijkheden van het schoolgebouw etc. Wij maken onderscheid tussen een netwerkschool, een smalle zorgschool, een brede zorgschool en een inclusieve school.

3 Afspraken over basisondersteuning Scholen geven in het schoolondersteuningsprofiel zelf aan wat zij verstaan onder basiszorg, breedtezorg en dieptezorg en op welke wijze ze dit in praktijk brengen. Ons SWV gebruikt de naam basisondersteuning. Hierbij wordt gedoeld op datgene dat van iedere school binnen het SWV verwacht kan worden op het gebied van (passend) onderwijs en ondersteuning. Onder basisondersteuning vallen niet alleen specifieke ondersteuningsmogelijkheden, maar ook maatregelen die bedoeld en/of beschikbaar zijn voor alle leerlingen. Daarbij kan gedacht worden aan interne begeleiding, remedial teaching, de inzetbaarheid van de onderwijsassistent en andere deskundigen in de school. Gekozen is om de basisondersteuning aan te bieden op het niveau van de PO-kwaliteit. Deze is gelijk aan de 13 ijkpunten voor onderwijs en ondersteuning die zijn vastgelegd in het referentiekader van de PO-raad. Deze afspraken worden weergegeven in het ondersteuningsplan van het SWV. Basiszorg Bij het vaststellen van de basiszorg op schoolniveau kan als ondergrens gekozen worden voor de criteria welke de inspectie stelt waar het gaat om de kwaliteit van primaire proces. De criteria worden aangevuld met de zorgplicht standaarden die zijn opgesteld door de PO-raad. Breedtezorg Scholen zullen ook verschillen in de mate waarin zij in staat zijn een passend onderwijsaanbod te organiseren met behulp van externe deskundigen. Scholen verschillen in hun mogelijkheden om kinderen op te vangen ondersteund door externen. Dieptezorg Hier betreft het leerlingen die niet binnen de (speciale) basisschool opgevangen kunnen worden. Er is (ook niet met behulp van externen) geen mogelijkheid om af te stemmen op de speciale onderwijsbehoeften van deze groep leerlingen.

4 Hoofdstuk 2 Contactgegevens School BRIN Directeur Adres 07JC Dhr. P.J Quartel Telefoon Bestuur Samenwerkingsverband Algemene gegevens De Borchgravestraat BN /Postbus ZG Almkerk cns@uylenborch.nl Ver. Christelijk Nationaal Schoolonderwijs Almkerk SWV Driegang Onderwijsvisie / schoolconcept (metafoor van het uilennest: van nestblijver tot nestvlieder) Veel aandacht voor leerlingenzorg Er is RT; een hulpklas en een plusklas Onderwijsleermethodes en materialen zijn up-to-date Het realiseren van doorlopende leerlijnen Uit een kind halen wat er in zit (niet overschatten en niet onderschatten) Opbrengstgericht werken Kengetallen leerling-populatie van dit schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren Leerlingaantallen (1 oktobertelling) Aantal leerlingen per 1 oktober 2011 : 286 Aantal leerlingen per 1 oktober 2012 : 286 Aantal leerlingen per 1 oktober 2013 : 284 Aantal leerlingen per 1 oktober 2014 : 267 Prognose Aantal leerlingen per 1 oktober 2015 : 261 Aantal leerlingen per 1 oktober 2016 : 253 Aantal leerlingen per 1 oktober 2017 : 240 Zie grafische weergave:

5 In 2014 hadden we 19 leerlingen die een leerlingengewicht hadden van 0,3. De leerlingen die voor 0,3 tellen zijn nu nog gelijk verdeeld over de onder- en bovenbouw. Bij de nieuwe instroom van leerlingen zijn er steeds minder kinderen die een leerlingengewicht hebben van 0,3. Kenmerkend of opvallend voor onze leerling-populatie is: - We signaleren dat de groep leerlingen met zorgen op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling groter wordt. - Het aantal leerlingen met gedragsproblematieken neemt toe. - De individuele verschillen op cognitief gebied zijn groot ,3 1, Het aantal leerlingen met gewicht 1,2 was in 2011: : : : 1

6 Leerlingen met een verwijzing of terugplaatsing SBO en beschikking LWOO/PRO heeft sinds leerling teruggeplaatst gekregen uit het SBO en is er geen leerling verwezen. Twee leerlingen kregen een beschikking voor LWOO/PRO. Het SBO kan voldoen aan de volgende essentiële onderwijsbehoeften van deze leerlingen, die voor d Uylenborch niet haalbaar zijn: kleine groep, veiligheid en welbevinden van het kind leerkrachtondersteuning in de buurt is als het kind dit nodig heeft. Leerlingen met een verwijzing naar SO of een rugzakje d Uylenborch heeft sinds geen leerlingen verwezen naar het SO, cluster 4. Sinds zijn er 2 leerlingen met een rugzak voor cluster 2. Daarnaast is er voor 1 leerling een leerarrangement aangevraagd bij het SWV. Er zijn 8 leerlingen met een dyslexieverklaring en 1 leerling met dyscalculie.. Er zijn 7 leerlingen met een diagnose voor hoogbegaafdheid. Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Wij proberen onze leerlingenzorg in een continue ontwikkelingsperspectief te plaatsen. Dat betekent o.a. voorzien in onderwijsbehoeften naar boven en naar beneden. De begeleiding van zorgleerlingen, eventueel met een zorgarrangement, goed en zorgvuldig te blijven realiseren/ organiseren. Nadruk leggen op vroegtijdig/ zorgvuldig signaleren van problemen bij leerlingen en het met toestemming van ouders gebruiken van onderzoeksgegevens vanuit de voorschoolse educatie. Verdere professionalisering van leerkrachten. We zijn in staat om lichte leerlingen uit cluster 1, d.m.v. visuele hulpmiddelen, passend onderwijs te bieden binnen de grenzen van onze school/ ons onderwijs. We hebben 4 ochtenden per week een hulpklas waar kinderen (vanaf groep 4) op eigen niveau en tempo onderwijs krijgen voor rekenen, spelling, taal en lezen. Kinderen die voor deze hulpklas in aanmerking komen zijn instructie afhankelijk, hebben een didactische achterstand, hebben met name een cognitief probleem, hebben een minder gevoel van welbevinden, zijn soms faalangstig en hebben soms problematieken in het autistisch spectrum. Het besluit om kinderen in de hulpklas te plaatsen wordt altijd genomen in het ondersteuningsteam. De kinderen in de hulpklas ervaren deze kans als prettig: hierdoor houden ze het vol. Een hulpklas voor de kinderen in de onderbouw zou wenselijk zijn maar is financieel niet haalbaar. Voor leerlingen met een zorgarrangement bieden we individuele begeleiding die nodig is en die van ons verwacht wordt. Voor dyslectische kinderen en kinderen met kenmerken van dyslexie werken we met het dyslexieprotocol. Er worden veel mogelijkheden gecreëerd en we leren de kinderen gebruik te maken van pre-teaching en hulpmiddelen. Voor hoogbegaafde leerlingen werken we met een hoogbegaafdheidprotocol (digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid). Na screening worden deze leerlingen besproken in het OST (ondersteuningsteam) en komen dan in aanmerking voor òf de plusklas òf lijn van verrijking in de klas. De plusklas komt 1 ochtend per week bij elkaar. Kinderen werken in de plusklas thematisch / in projectvorm en doen in de eigen groep ook mee met de lijn van verrijking. Deze lijn bestaat uit compacten en verrijkingsweektaken. Ook voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong in groep 1/2 wordt gewerkt vanuit het protocol. Deze kinderen krijgen verrijking in de groep aangeboden. Kinderen in groep 1/2 die kunnen lezen, lezen samen met kinderen uit groep 8. Het doel van dit maatjeslezen richt zich vooral op de leesbeleving en het ervaren dat er meer kleuters zijn die kunnen lezen. Vanaf februari is er voor de leerlingen van groep 3 vriendjeslezen; zij lezen dan met leerlingen van groep 8. Voor- of vroegschool Er wordt niet gewerkt met een specifiek stimuleringsprogramma OST Sinds het schooljaar heeft de school leerlingen aangemeld bij het ZAT. Vanaf het schooljaar is deze naam gewijzigd in OST (ondersteuningsteam). Het OST wordt als laagdrempelig ervaren, ouders noemen het ZAT zelf ook als optie en schuiven vanaf het schooljaar ook aan. Er is duidelijk spraken van een gemeenschappelijk belang. Indicaties en verwijzingen:

7 Aanmeldingen bij PCL Verwijzingen SBO Terugplaatsingen vanuit SBO Aantal LWOO/Pro beschikkingen Verwijzingen naar SO cluster 1 en 2 Verwijzingen naar SO cluster 3 Verwijzingen naar SO cluster 4 Rugzakjes cluster 1 en Rugzakjes cluster Rugzakjes cluster Dyslexieverklaringen Gediagnosticeerde hoogbegaafden Inzet formatie d Uylenborch heeft zo n 270 leerlingen. De gemiddelde groepsgrootte is momenteel ca. 28 leerlingen Ambulante begeleiding komt indien nodig van de REC 1 school De formatie is 15,3 FTE en daalt de komende jaren De school beschikt over een RT-er, een IB-er onderbouw (groep 1 t/m 4), een IB-er bovenbouw (groep 5 t/m 8), een managementteam (inclusief de directeur), groepsleerkrachten. Daarnaast een onderwijsassistent voor ondersteuning motoriek en individuele begeleiding, een coördinator hoogbegaafdheid en een leescoördinator in het taakbeleid Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Door de krimp van het aantal leerlingen en de groter wordende groepen komt de zorg onder druk te staan. Dit betekent dat er in de komende periode strategische keuzes gemaakt moeten worden m.b.t. de leerlingzorg. Er moet gezocht worden naar creatieve oplossingen om leerlingen kwalitatief goed passend onderwijs te blijven bieden. Deskundigheid binnen de school Aantal personen Beschikbare Gediplomeerd formatie Remedial Teacher 2 0,3 ja Motorische Remedial Teaching 1 0,1 ja Intern Begeleider 2 0,5 ja Gedragsspecialist 1 ja Sociale vaardigheden specialist (Rots & Water) 1 ja Hoogbegaafdheid specialist 1 0,1 ja

8 Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? We beschikken over ruime deskundigheid. Er zal op een creatieve manier gezocht moeten worden hoe wij deze deskundigheid, vooral budgettair neutraal, kunnen inzetten. Een deel ervan zal onder het taakbeleid geplaatst worden. Kenmerken van het schoolgebouw Er is ruimte in een groep voor 1-op-1 begeleiding Er is ruimte op de gang voor 1-op-1 begeleiding Er is een prikkelarme werkplek Er is ruimte voor een time out - De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften - Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings en leerbehoeften (fysio,, etc) ja ja ja ja Werkruimte waarover leerlingen beschikken Inrichting van de lokalen Voldoende Voldoende Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De mogelijkheden van ons schoolgebouw zijn beperkt en niet optimaal te noemen.

9 Hoofdstuk 3 Basiszorg Standaarden kwaliteit van de schoolorganisatie Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf beoordeelt op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs. Deze indicatoren dienen onderdeel te zijn van basiszorg. zwak voldoende goed excellent 1.1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. (onderzoek voorjaar 2014) 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.5/ De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en 4.6 afhandelen van incidenten in en om de school. 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert 2x per jaar de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.

10 Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? We zijn in staat om goede resultaten te bereiken met onze leerlingen. Met inbegrip van het toenemende aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (bijv. onze hulpklasleerlingen) Standaarden handelingsgericht werken Onderstaand schema geeft weer in hoeverre de school op dit moment handelingsgericht werken heeft ingevoerd. zwak voldoende goed excellent Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen, o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen. Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen. Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders en collega s. Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen. Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. Leerkrachten benoemen hoge, reële SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega s. Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven. Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. Alle teamleden zijn open naar collega s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt. Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De mogelijkheden van HGW m.b.t. passend onderwijs zijn op dit moment voldoende. Verdere ontwikkeling op dit gebied is nog noodzakelijk. Opbrengstgericht werken gaat onze school steeds beter af. Om tot nog meer samenwerken met kinderen te komen willen we met de leerkrachten vaardigheden ontwikkelen in gesprekken voeren met kinderen.

11 Voorzieningen waarvan de school gebruikmaakt Zorg in de school zelf Time out Hoogbegaafdengroep plusklas Preventieve ambulante begeleiding Voorschool (VVE) Regionaal interventie team Hulpklas alle ochtenden in de week en RT Wat betekenen bovenstaande voorzieningen voor het realiseren van passend onderwijs op de school en wat is (aanvullend) nodig om de ondersteuning van de onderwijszorg goed op orde te krijgen op deze school? De hulpklas/ plusklas en de RT staan onder formatieve druk, maar zijn moeilijk weg te denken in ons schoolconcept. Het zou voor onze school fijn zijn als wij een teamlid zouden hebben, die op een professionele manier Sociale Vaardigheidstrainingen zou kunnen/ mogen geven. Samenwerking met andere instanties Zorg om de school heen van onderwijs- en ketenpartners Samenwerkingsverband Driegang (ib netwerken) SBO (V)SO Rec 1,2 SWV VO Lokale overheid Bureau jeugdzorg Centrum Jeugd en Gezin Maatschappelijk werk GGZ Leerplicht Buurtregisseur, politie Brede school, srs Logopedie/ fysiotherapie Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De ontwikkelingen binnen de participatie wet en de financiële situatie van ons samenwerkingsverband zullen leidinggevend zijn om in de nabije toekomst met goede externe hulp of voldoende zorgarrangementen goede invulling te geven aan Passend Onderwijs.

12 Hoofdstuk 4 Onderwijs(zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Wat leveren deze gegevens op? Onze school geeft aan dat zij mogelijkheden ziet om tegemoet te komen aan kinderen met extra onderwijsbehoeften. Uitgesplitst naar de verschillende dimensies kan hierbij het volgende worden opgemerkt: Voor de categorie leren en ontwikkeling hebben wij voldoende deskundigheid in huis om passend onderwijs te realiseren. Voor de categorie fysiek en medisch zien wij minder mogelijkheden gezien de beperkingen van ons gebouw Het bieden van passend onderwijs aan kinderen met extra onderwijsbehoeften binnen deze categorie moet niet ten koste gaan van de andere kinderen en/of de leerkracht in de groep. Voor de categorie sociaal-emotioneel/gedrag geldt dat wij vaak professionele hulp nodig hebben om hiervoor een passend aanbod te kunnen ontwikkelen. Het zou voor onze school fijn zijn als we iemand in ons team zouden hebben die Sociale Vaardigheidstrainingen zou kunnen/ mogen geven. Voor de categorie werkhouding hebben wij deskundigheid in huis om in de meeste gevallen passend onderwijs te kunnen realiseren. Met betrekking tot de thuissituatie kunnen wij kinderen en ouders met extra onderwijsbehoeften op dit terrein, binnen duidelijk aangegeven grenzen, opvangen. Het is in deze situatie belangrijk dat het team de eigen deskundigheid op peil houdt; zeker als het er om gaat om kinderen zelfvertrouwen mee te geven. De mate waarin de school ruimte heeft om leerlingen op te nemen in haar groepen of waarin zij handelingsverlegen dreigt te worden voor leerlingen die al op school zijn, wordt voor een belangrijk deel bepaald door de balans in de groep van dat moment. Onder balans in de groep wordt vooral verstaan de ruimte die er voor de leerkracht en de leerlingen is om voor alle leerlingen in de groep een pedagogisch klimaat en een leeromgeving te bieden waarin de leerlingen zich kunnen ontwikkelen. Het gaat bij balans in de groep dus om een combinatie van leerlingkenmerken, groepssamenstelling en de leerkracht van die groep. Indien (weer) perspectief kan ontstaan door ondersteuning in de groep (wellicht niet eens voor de betreffende leerling zelf), kan de school mogelijk meer passend onderwijs organiseren, omdat de balans weer ontstaat. Competenties op : Onze school beschikt over voldoende competenties om aan passend onderwijs invulling te geven. Door de krimp in het aantal leerlingen staat onze zorg onder druk. Binnen lumpsum zal er gezocht moeten worden om onze zorgstructuur overeind te houden.

13 Hoofdstuk 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs verzorgt onderwijs aan leerlingen met uiteenlopende onderwijs- en zorgbehoeften. Intensieve zorg is niet alleen de verantwoordelijkheid van de leerkracht, maar is een gezamenlijke verantwoording van het hele team. Bij de hieronder genoemde onderdelen wordt aangegeven dat grenzen in zicht komen, wanneer de groepen groter worden en het aantal leerlingen met ernstige zorgproblemen in een groep groeit. Het welbevinden van de leerkracht en van de groep wordt hierdoor negatief beïnvloed. Dit geldt ook voor de effectiviteit van de lessen en de organisatorische mogelijkheden. Bij leren en ontwikkeling wordt het moeilijk wanneer een leerling echt stagneert in zijn/ haar ontwikkeling en zijn/ haar welbevinden structureel achteruit gaat. Ook wanneer de leerling niet alleen specifieke onderwijsbehoeften heeft op het gebied van leren en ontwikkeling, maar deze in combinatie met andere problematieken vallen. Als er geen compenserende factoren meer zijn zoals bijvoorbeeld werkhouding wordt het moeilijk. Voor specifieke onderwijsbehoeften, die vooral draaien om werkhouding kan de school geen passend onderwijs bieden als er al te veel kinderen met extra onderwijsbehoeften in de groep zitten en de prestaties en onderwijsbehoeften van de leerling zelf of van zijn/ haar klasgenoten in het gedrang komt. In het fysiek - medisch domein kan de school geen passend onderwijs realiseren wanneer kinderen doof of blind zijn en dus gebarentaal of braille nodig hebben. Ook bij meervoudige problematieken en ernstige beperkingen geeft de school haar grenzen aan, het gebouw is niet geschikt voor intensieve verzorging. Ten aanzien van de sociaal - emotionele ontwikkeling kan de school geen onderwijs organiseren voor leerlingen die voor zichzelf, medeleerlingen of leerkracht structureel een bedreiging vormen, wanneer de veiligheid en het welbevinden in gedrang komt. Wat betreft het domein thuissituatie is de grens bereikt wanneer van leerkrachten verwacht wordt, dat zij de rol van maatschappelijk werker in de thuissituatie moeten gaan vervullen. Wel kan ouders de weg gewezen worden naar instanties waar zij evt. terecht kunnen. In het algemeen kan men dus stellen dat de grens bereikt is wanneer de leerling zelf zich niet meer welbevind, wanneer de veiligheid in het gedrang is of wanneer de hele klassenplanning niet meer uitgevoerd kan worden. Kortom: wanneer op één of andere manier de balans in de groep verstoord wordt, met alle bovenstaande punten daarbij in acht genomen.

14 Hoofdstuk 6 Ambities is een school waar betrokken leerkrachten aandacht en zorg hebben voor het welbevinden van het kind en we binnen het leerstofjaarklassensysteem opbrengstgericht werken door HGW. Om in het kader van passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen de juiste school te kunnen zijn, heeft het team de volgende ambities voor de komende periode: Meer inzicht in de leerlijnen rekenen en spelling en lezen Verder professionalisering van de leerkrachten Doorontwikkeling HGW Deskundigheidsbevordering op het gebied van SEO Gespecificeerd naar de domeinen kan nog het volgende aangevuld worden: Leren en ontwikkeling Materialen inzetten. Samen onderzoeken wat de aard van het probleem is indien deze ongrijpbaar is. Externe deskundigheid inzetten bij ontwikkelingsvoorsprong / achterstand. Fysiek-medisch Naar aanleiding van de gegevens vanuit de warme overdracht van de peuterspeezaal en de door ouders verstrekte gegevens bij de intake van nieuwe leerlingen, hebben wij de mogelijkheden om leerlingen met onderstaande problematieken, onder genoemde voorwaarden, op onze school toe te laten: Met hulp: slechtziende- of slechthorende kinderen ambulante hulp rec 1 motorische problemen, lichte problematieken zorgarrangement spraakproblemen ambulante hulp rec 1 spinabifida, lichte epilepsiegevallen, diabetici zorgarrangement Uitbreiding informatie vanuit voorschoolse educatie i.v.m. een helder aannamebeleid. Goede samenwerking met externen, ook voorschools. Respect voor de persoonlijke mening van de leerkracht Sociaal emotioneel/ gedrag Meer kennis van diverse gedragsproblematieken ontwikkelen, gedragsspecialismen stimuleren. Als team samenwerken en bij leerlingen met gedragsproblematieken. Diagnose stellen m.b.v. het zorgteam of externe deskundigen op het gebied van faalangst/onzekerheid. Handvatten in het omgaan met ouders op basis van evenwaardigheid, ze zien als partners. Werkhouding Met hulp: diagnose stellen externe hulp inschakelen (evt. via het zorgteam) ouders consulteren als ervaringsdeskundigen Deskundigheidsbevordering d.m.v. inschakelen van eigen (gespecialiseerde) collega s. Leerlingen bespreken. Constructieve luisterhouding ontwikkelen. Thuissituatie Ouders de weg wijzen waar ze evt. naar toe kunnen voor hulp (Centrum J&G, wijkteam). Deskundigheid bevorderen op het gebied van zelfvertrouwen en weerbaarheid (bijv. Rots & Water).

15 Hoofdstuk 7 Samenvattende conclusies situeert zichzelf als school die tussen smalle en brede zorgschool zit, met meer elementen van de brede zorgschool dan de smalle zorgschool. De school heeft betrokken leerkrachten in dienst die aandacht en zorg hebben voor het welbevinden van het kind. Er wordt binnen het leerstofjaarklassensysteem opbrengstgericht gewerkt met HGW als basis. Zo gebruiken we groepsplannen. De leerkrachten hebben met name inzicht in de leerlijn rekenen en in de groep is er ruimte voor meerdere niveaus. Vanaf 2015 worden de leerlijnen uitgebreid met spelling en technisch lezen. Er is een duidelijke zorgstructuur aanwezig in de school met daarin afgesproken aanpak voor de meerbegaafde kinderen volgens het protocol Hoogbegaafdheid en voor de dyslectische kinderen volgens het Dyslexieprotocol. Er is RT voor de V en IV leerlingen en de school werkt met een hulpklas en een plusklas. In school is een ruime deskundigheid aanwezig en de (bijzondere) leerlingenzorg is de verantwoording van het hele team. d Uylenborch voldoet in ruime mate aan de basisondersteuning zoals aangegeven op het niveau van de POkwaliteit van SWV Driegang. d Uylenborch heeft naast de IB-ers ook een RT-er, een motorische RT-er, een gedragsspecialist, een specialist Rots & Water en een hoogbegaafdheid specialist op school. Op het gebied van breedtezorg worden er een aantal zaken benoemd voor de domeinen fysiek-medisch en sociaal-emotioneel. Wat betreft de overige domeinen gaan de uitkomsten van smalle naar een brede zorgschool. Het daadwerkelijk handelingsgericht werken en afstemmen van je handelen als leerkracht op onderwijsbehoeften van leerlingen blijft in de praktijk veel inzicht en kansen op te leveren. De school beoordeelt zichzelf in principe met een ruime voldoende (de inspectie beoordeelt de planmatige uitvoering van de zorg in 2014 als goed), maar wil meer samenwerken met hun leerlingen en hen betrekken bij de analyse en het formuleren van doelen. De school is handelingsgericht opbrengstgericht aan het werk. Grenzen aan de mogelijkheden in het kader van passend onderwijs ervaart d Uylenborch op een aantal omschreven punten in hoofdstuk 5, waarbij zij vooral grenzen benoemt als de relatie met de leerling niet (meer) ontstaat, de leerling zich structureel niet welbevind, andere kinderen of de leerkracht zich niet meer welbevinden, de veiligheid in het geding is of de groepsgrootte toeneemt. Ook worden er grenzen aangegeven als de hele klassenplanning niet meer uitgevoerd kan worden. heeft voor de komende jaren de ambitie om zich verder te bekwamen in de realisering van haar visie. Balans vinden tussen de kennisoverdracht en de sociaal emotionele ontwikkeling.