Ons kenmerk AI/CK/Amav-H/ 01/7811/8481. Datum 19 maart 2001

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De Voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief SOZA Onderwerp Arbeidstijdenregistratie in het onderwijs Ons kenmerk AI/CK/Amav-H/ 01/7811/8481 Datum 19 maart 2001./. Hierbij treft u - naar aanleiding van uw verzoeken d.d. 30 januari respectievelijk 1 februari 2001 daarom - een afschrift aan van mijn reacties op de brieven van de Federatie van Onderwijskoepelorganisaties en Openbaar Onderwijs te Rotterdam (FOKOR) en de Christelijke Basisschool De Hoeksteen te Giessenburg. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend)

2 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid FOKOR t.a.v. de heren J. Eikelboom en Th. Nelen p/a Elzendaal LS Rotterdam Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief 4 januari 2001 Onderwerp Arbeidstijdenregistratie Ons kenmerk AI/CK/Amav-H/01/776 Datum 19 maart 2001 Doorkiesnummer Contactpersoon J. Corbey

3 Geachte heren Eikelboom en Nelen, Naar aanleiding van uw brief van 4 januari 2001, waarin u verzoekt de Arbeidstijdenwet zodanig te wijzigen, dat uw personeel niet meer onder de verplichte registratie in het kader van deze wet valt en aangeeft dat u in afwachting van de wetswijziging van uw personeel geen arbeidstijdenregistratie zal vragen, bericht ik u het volgende. De verplichting voor de werkgever om een deugdelijke registratie te voeren van de arbeids- en rusttijden is in de ATW opgenomen om toezicht op de naleving van de ATW en de daarop berustende bepalingen mogelijk te maken. Het uitzonderen van uw personeel of van de sector onderwijs van deze verplichting zou het toezicht op de naleving van de betreffende regelgeving in het (Rotterdamse) onderwijs onmogelijk maken. In verband met het bovenstaande kan ik niet aan uw verzoek voldoen. Ik wijs u er voorts op dat u ingevolge artikel 4:3 van de ATW verplicht bent een deugdelijke registratie van de arbeids- en rusttijden te voeren. Overigens maak ik u erop attent dat de wijze, waarop de arbeidstijdenregistratie moet geschieden vormvrij is. Dat betekent dat u een eigen systematiek voor de registratie kunt kiezen, zolang per werknemer de begin- en eindtijden en de daartussen gelegen pauzes inzichtelijk zijn. Wellicht ligt het in uw geval in de rede om te volstaan met een weergave van het lesrooster en de daarop gerealiseerde mutaties. Voor de buiten de instelling gewerkte uren volstaat een registratie van het aantal gewerkte uren. Een codering die verwijst naar de inhoud van de werkzaamheden is ingevolge de arbeidstijdenregelgeving niet voorgeschreven.

4 4./. Tenslotte voeg ik hierbij ter informatie een kopie van de vragen die onlangs door de Tweede Kamer over tijdregistratie in het onderwijs zijn gesteld en de antwoorden die ik op deze vragen heb gegeven. Hoogachtend, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend)

5 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Christelijke basisschool De Hoeksteen t.a.v. de heer C.J. Treffers Johan de Kreystraat DG Giessenburg Uw brief 8 december 2000 Onderwerp Arbeidstijdenregistratie Ons kenmerk AI/CK/Amav-H/00/84025 Datum 19 maart 2001 Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Doorkiesnummer Contactpersoon J. Corbey

6 Geachte heer Treffers, Naar aanleiding van uw brief van 8 december 2000, waarin u protest aantekent tegen de verplichting een deugdelijke registratie te voeren ter zake van de arbeids- en rusttijden en vraagt om stappen die ertoe leiden dat het onderwijs niet met deze verplichting zal worden belast, bericht ik u het volgende. De verplichting voor de werkgever om een deugdelijke registratie te voeren van de arbeids- en rusttijden is in de Arbeidstijdenwet (ATW) opgenomen om toezicht op de naleving van de ATW en de daarop berustende bepalingen mogelijk te maken. Stappen die ertoe leiden dat het onderwijs niet met deze verplichting zal worden belast, zouden het toezicht op de naleving van de betreffende regelgeving in het onderwijs onmogelijk maken. In verband met het bovenstaande kan ik niet aan uw verzoek voldoen. Ik maak van de gelegenheid gebruik u erop te wijzen dat het u als werkgever vrij staat te kiezen op welke wijze u de arbeidstijds- en rusttijden registreert, zo lang per werknemer de begin- en eindtijden en de daartussen gelegen pauzes inzichtelijk zijn. Wellicht ligt het in uw geval in de rede om te volstaan met een weergave van het lesrooster en de daarop gerealiseerde mutaties. Voor de buiten de instelling gewerkte uren volstaat een registratie van het aantal gewerkte uren. Het taakbelastingbeleid kan op zichzelf niet worden gezien als een alternatief voor de registratie van arbeids-en rusttijden binnen het onderwijs. Via het taakbelastingbeleid worden weliswaar uren toebedeeld aan personen, maar dit zegt niets over de feitelijke dagelijkse arbeidstijden en rusttijden van de werknemers.

7 7./. Tenslotte voeg ik hierbij ter informatie een kopie van de vragen die onlangs door de Tweede Kamer over tijdregistratie in het onderwijs zijn gesteld en de antwoorden die ik op deze vragen heb gegeven. Hoogachtend, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend)