Onderwijs- en examenregeling Master Kunsteducatie Master of Education in Arts

Transcriptie

1 Master Kunsteducatie Hanzehogeschool Groningen & NHL Hogeschool OER Onderwijs- en examenregeling Master Kunsteducatie Master of Education in Arts Deeltijdopleiding van 2 jaar met in totaal 60 EC Joint degree, uitgevoerd door Hanzehogeschool Groningen en NHL Hogeschool Croho: Vastgesteld door de directie d.d.., na advisering Opleidingscommissie en instemming SMR Conceptversie 19 mei 2016

2 Inhoudsopgave Pagina 1 Opleiding Typering en karakterisering van de opleiding: het Noordelijk Profiel Onderwijsvisie Commissies Examen- en toetscommissie Toelatingscommissie Schoolmedezeggenschapsraad Opleidingscommissie 2 Beroepscompetenties / opleidingskwalificaties Opleidingsprofiel HBO-Master Kunsteducatie Dublin Descriptoren en HBO-master kwalificaties Beroepsperspectief 9 3 Opbouw van de studie Karakterisering van de opbouw Omvang van de opleiding Opbouw studieprogramma 3.2 Afstudeerrichtingen Studieroutes Het curriculum in Competentiematrix 15 4 Studieprogramma Onderwijseenheden , 1 e studiejaar, cohort Onderwijseenheden , 2 e studiejaar, cohort Afstudeerprogramma (het huidige afstudeerprogramma voor cohort 2015) 29 5 Toelatingseisen Vooropleidingseisen Aantal ten hoogste voor de opleiding in te schrijven personen Taaleisen voor buitenlandse studenten bij toelating tot een Nederlandstalig progr Rechtmatig verblijf voor buitenlandse studenten 30 6 Tentamens Volgtijdelijkheid tentamens Aantal herkansingen Plagiaat Vrijstellingen 32 7 Stages en excursies 33 8 Aanwezigheidsplicht 33 9 Studiebegeleiding en leerbiografie 33 Bijlagen: 1. Examenregeling Masteropleidingen Hanzehogeschool Groningen 2. Studentenstatuut HG juli 2016 Volgens Artikel 2 uit de Gemeenschappelijke Regeling moet de onderwijs- en examenregeling van de Masteropleiding Kunsteducatie in overeenstemming zijn met de daarvoor geldende regels van de HG. In de Onderwijsregeling is neergelegd welke regels gelden in de joint degree Master Kunsteducatie. Samen met het Studentenstatuut Hanzehogeschool Groningen juli 2016 vormt dit document de Onderwijs- en Examenregeling. Waar de regels uit het Studentenstatuut een opleidingsspecifieke invulling hebben, wordt deze in de onderhavige Onderwijsregeling beschreven. Deze regeling treedt in werking op 1 september

3 Onderwijs- en examenregeling Opleiding Master Kunsteducatie 1 Opleiding De masteropleiding Kunsteducatie is een tweejarige deeltijdstudie voor professionals in de kunsteducatie en leidt op tot de internationaal erkende mastergraad Master of Education. De masterstudie wordt als joint degree aangeboden door de Hanzehogeschool Groningen en de NHL Hogeschool. De masteropleiding is gepositioneerd in Groningen bij de Academie Minerva. De interdisciplinaire masteropleiding Kunsteducatie biedt verbreding en verdieping op reeds bestaande bachelor-competenties en beroepskwalificaties. Hierbij ligt de nadruk op innovatie en kwalitatieve professionalisering door actuele kennis, experiment, dialoog en onderzoek. Missie De masteropleiding Kunsteducatie leidt masterstudenten op tot zelfbewuste, cultuurgevoelige en onderzoekende professionals. Zij geven kunsteducatie vorm in creatieve, (re)producerende en reflectieve leeractiviteiten. Zij zijn inspirerend, innovatief en ondernemend door nieuwe (onverwachte) verbindingen te leggen tussen kunst, onderwijs en samenleving (zie ook Missie Academie Minerva ). Zij leveren een bijdrage aan kunsteducatief beleid en aan de kunsteducatieve infrastructuur in (Noord-) Nederland. Visie De masteropleiding Kunsteducatie Noord is een interdisciplinaire professionele masteropleiding. Het centrale thema is de verbinding van kunst en educatie, ofwel het leren en ontwikkelen in, door en met de kunsten. In de masteropleiding Kunsteducatie worden de verschillende kunstdisciplines minder vanuit hun discipline-eigen dan vanuit de disciplineoverstijgende artistieke kwaliteiten beschouwd en ingezet. Het gaat hierbij minder om het kunstwerk dan om hoe kunst werkt bij het construeren van individuele en collectieve betekenis. Dit gebeurt in een dialoog tussen jezelf, de ander/het andere en de wereld. De masteropleiding Kunsteducatie gaat ervan uit dat de waarde van kunst in specifieke eigenschappen en activiteiten zit zoals lijfelijkheid, materialiteit en lokaliteit; verder zintuiglijkheid, ambiguïteit en multiperspectiviteit. Deze eigenschappen zorgen voor rijke en concrete ervaringen die bildungsprocessen uitlokken en verdiepen. De masteropleiding onderschrijft in haar visie de notie van bildung als een streven om op een bepaalde manier in de wereld te zijn. Volgends Bieri (2008) gaat het hierbij om alles: om oriëntatie, verlichting en zelfkennis, om verbeelding, zelfbeschikking en morele sensibiliteit, om kunst en geluk. 1.1 Typering en karakterisering van de opleiding De masteropleiding Kunsteducatie is een interdisciplinaire opleiding. Dit komt tot uitdrukking in een multidisciplinair samengestelde studentengroep (vanuit de verschillende kunstdisciplines) en een curriculum dat interdisciplinaire theorieën en werkwijzen in kunst & educatie aan de orde stelt. Aanleiding voor de aandacht voor interdisciplinariteit zijn de volgende ontwikkelingen: - de ontwikkelingen in de artistieke praktijk (o.a. het vervagen van grenzen tussen de verschillende kunstdisciplines); - de ontwikkelingen in het onderwijs naar een meer integratieve aanpak van de kunstvakken (onderwijskundig en leertheoretisch); - maatschappelijke problemen/ontwikkelingen die om een interdisciplinaire aanpak vragen voor complexe probleemstellingen. (KVDO, Preambule competentieprofiel, 2013) De masteropleiding Kunsteducatie is gepositioneerd in het noorden. Het noordelijke profiel van de opleiding wordt zichtbaar in: werken vanuit de rollen van kunstenaar, educator en onderzoeker; accent op bildung; inhoudelijke binnen de opleiding en als een vorm van professionele vorming; ruimte voor persoonlijke profilering, o.a. door een verscheidenheid aan onderzoeksmethoden; samenwerking met diverse lectoraten uit verschillende domeinen van de Hanzehogeschool en de NHL Hogeschool; 3

4 podium voor samenwerking, inspiratie en debat voor het noordelijke kunsteducatieve werkveld. De studenten van de masteropleiding Kunsteducatie wonen en werken voornamelijk in het noorden. Werken vanuit de rollen van kunstenaar, educator en onderzoeker Belangrijke competenties binnen de masteropleiding zijn het artistieke, kunstpedagogische en onderzoekende vermogen. De opleiding verbindt hieraan de rollen van kunstenaar, educator en onderzoeker en nodigt de studenten uit om met hun eigen rolneming en het switchen tussen de rollen te experimenteren. Op deze manier beïnvloeden en versterken de rollen het handelingsrepertoire van de toekomstige master. Binnen de genoemde rollen onderscheidt de opleiding verder: - de ontwikkelaar; hij speelt een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van (interdisciplinair) kunstonderwijs en kunsteducatief beleid met gebruikmaking van innovatieve pedagogisch-didactische inzichten; - de initiator; hij zet zijn creatieve en initiërende kwaliteiten in om in verschillende maatschappelijke contexten met en voor diverse doelgroepen kunsteducatieve projecten tot stand te brengen. - de intermediair; door zijn kennis van verschillende artistieke en educatieve processen weet hij onderwijs, kunstenaar en instellingen zinvol met elkaar te verbinden. Accent op bildung in dialoog, in de community of learners Om een professional te worden kun je niet volstaan met dingen te weten. Actieve betrokkenheid en nieuwsgierigheid ontwikkelen naar het zijn van een bepaalde professional is een belangrijk doel van de professionele vorming, ofwel bildung. Daarnaast gaat het erom te demonstreren dat dit zijn sturing geeft aan het professionele handelen, aan het op een specifieke manier van benaderen van vraagstukken in de praktijk. Op basis van deze twee elementen van engagement, nieuwsgierigheid en betrokkenheid, ontwikkelde Shulman zijn Table of Learning. Naast nieuwsgierigheid en betrokkenheid zijn de andere sets van elementen (vertaling van Manon Ruijters): nieuwsgierigheid en betrokkenheid betekenis en begrip: het betekenis geven aan en (zelf) begrijpen van kennis toepassen en actie: op basis van inzicht óf om inzicht te verwerven afstand en reflectie: o.a. de (mate van) afstand tot de actie kleurt de reflectie beoordeling en (her)ontwerp: theory in practice, het proces van oordeelsvorming in de complexiteit van de dagelijkse praktijk identiteit en commitment: het leggen van verbindingen zowel binnen de eigen beroepsgroep als daarbuiten op basis van de professionele identiteit en commitment. Met behulp van deze zes elementen wordt het onderwijs in de masteropleiding vorm gegeven. De dialoog tussen collegae met verschillende praktijken in de community of learners stimuleert het professionele vormingsproces. Ruimte voor persoonlijke profilering Naast de Profileringsruimte van 5 EC biedt het masterprogramma veel mogelijkheden om de eigen profilering vorm te geven. Alle beroepsproducten kunnen voor de eigen beroepspraktijk worden toegepast; de student bepaalt zelf de balans tussen de rollen van kunstenaar, docent en onderzoeker en voor de uitvoering van het masteronderzoek kunnen verschillende onderzoeksmethoden van sociaal-wetenschappelijk tot arts based worden benut. Samenwerking met diverse lectoraten Binnen het Kenniscentrum Kunst en Samenleving is per 1 september 2016 de Onderzoeksgroep Kunsteducatie actief onder leiding van lector Evert Bisschop Boele, en in samenwerking met het lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Dit is een ontmoetingsplaats voor onderzoekers van Academie Minerva, Prins Claus Conservatorium, de PABO en de Master Kunsteducatie waar onderzoek wordt uitgewisseld. De uitgangspunten zijn onderzoeken met een empirische component, verbonden aan geïnstitutionaliseerde praktijk van kunsteducatie met als focuspunt P.O. en V.O. Aanpalende gebieden van Kunsteducatie zijn mogelijk. De onderzoeksdocent van Master Kunsteducatie is als één van de onderzoekers betrokken; deelname van studenten wordt aangemoedigd. Daarnaast is er aansluiting met verschillende lectoraten van de NHL en de HG, zoals het lectoraat Duurzame Schoolontwikkeling/Hennie Brandsma van de NHL, waarin studenten actief kunnen deelnemen in de kenniskring. Ook binnen het lectoraat Image in Context/Anke Coumans van de Academie Minerva wordt onderzoek en onderwijs met de masteropleiding verbonden, o.a. door deelname aan de leeskring 4

5 Interculturele Dialoog. Lectoren treden verder op als gastdocent en begeleider en examinator van masteronderzoek. Podium voor samenwerking, inspiratie en debat voor het noordelijke kunsteducatieve werkveld Alle masterstudenten zijn uit het noorden afkomstig en vertegenwoordigen met elkaar een groot deel van het diverse kunsteducatief veld, zowel binnen- als buitenschools. Vragen vanuit het veld belanden zo direct bij de opleiding en producten die in de opleiding worden ontworpen vinden hun weg naar de noordelijke praktijk. De opleiding stelt ook diverse lezingen en workshops open voor collegae en andere geïnteresseerden. Alumni van de opleiding organiseren de Noordelijke Stamtafel, een plek voor uitwisseling en intervisie voor kunsteducatie in het po, vo en mbo. 1.2 Onderwijsvisie Zowel de Hanzehogeschool Groningen als de NHL Hogeschool onderschrijven een competentiegericht onderwijsconcept. Dit impliceert dat een theorie pas betekenis krijgt, doorleefde kennis wordt, als de discussie over en het toepassen van die theorie plaatsvindt. Expliciteren van theorieën en het voeren van debatten over de toepasbaarheid van deze in verschillende beroepscontexten vindt plaats in de studiejaargroep, meestal met docenten of uitgenodigde experts. Het verantwoord toepassen van theorieën en daaruit voortvloeiende werkmodellen in (interdisciplinaire) beroepsopdrachten vragen een verdere fundering van de kennis. Daarbij zijn reflectie op het professioneel handelen en de keuzes die daaraan ten grondslag liggen van wezenlijk belang. Naast de meer kwalificerende, beroepsgerichte kant van het onderwijs geeft de masteropleiding veel aandacht aan bildung en het proces van immanente vorming door dialoog (zie Karakterisering van de opleiding ). Vormgeving van het onderwijs Het onderwijs van de masteropleiding is vormgegeven in vier masterwerkplaatsen waarin integraal aan de vijf landelijk vastgestelde competenties wordt gewerkt: artistiek, kunstpedagogisch, onderzoekend, cultureel ondernemend en kritisch reflecterend vermogen. In elke werkplaats worden theorie, praktijk en onderzoek met elkaar verbonden om voor het professionele denken en handelen relevante producten te ontwerpen. Tijdens de laatste masterwerkplaats studeert de student af door de verworven kennis en producten zichtbaar in het werkveld te positioneren. De masterwerkplaatsen kenmerken zich door: Integrale professionaliseringstaken sturen het onderwijs. Individueel en in subgroepen wordt met behulp van verschillende onderzoeksmethoden aan de eindopdracht gewerkt. Docenten en studenten opereren in dialoog in de werkplaatsen en zorgen als community of learners voor een continue transfer van theorie en praktijk. Dit gebeurt o.a. tijdens lab-dagen door experiment, interventies en excursies. Via hoorcolleges en de studie van kernteksten en -concepten wordt relevante kennis uit de domeinen van kunst, pedagogiek en onderzoek gedeeld. Praktische trainingen zorgen voor het verkrijgen van de noodzakelijke vaardigheden voor onderzoek en ondernemerschap. Inspirerende (gast)colleges en presentaties zorgen voor momenten van zaaien en oogsten binnen een masterwerkplaats. Persoonlijke profilering en flexibilisering In de vrije profileringsruimte kunnen masterstudenten hun discipline- of werkvelddeskundigheid verdiepen door onderdelen van andere masters te volgen (Master of Music, FMI-Master, Master Pedagogiek) of aan landelijke masterdagen rond een specifieke discipline- of werkveldthematiek deel te nemen (bijv. Kunst Algemeen voor vo bovenbouw). Persoonlijke professionele ontwikkeling binnen een community of learners De studenten van de masteropleiding zijn professionals uit verschillende disciplines en werkvelden. In de community of learners wordt deze diverse kennis collegiaal bevraagd. Kennis en inzicht opgedaan in de colleges wordt in de community of learners in relatie gebracht met ieders beroepspraktijk. Door de interdisciplinair samengestelde studentengroep worden studenten uitgenodigd om kennis te nemen van andere disciplines en werkvelden. De studiecoach begeleidt de community of learners zodanig dat kennis 5

6 circuleert en studenten de collegiale feedback voor hun eigen leerontwikkeling gebruiken. De studiecoach confronteert de community of learners met actuele maatschappelijke, artistieke en ethische vraagstukken. 1.3 Commissies (zodra bekend worden namen aangepast) De leden van onderstaande commissies (met uitzondering van de Schoolmedezeggenschapsraad) zijn namens de instellingsbesturen van HG en NHL benoemd door de dean van Academie Minerva, op voordracht van de directie van het samenwerkingsinstituut waar de Joint Degree Master Kunsteducatie onder valt Examencommissie en toetscommissie De examencommissie bewaakt het niveau van de opleiding door intern toezicht te houden op de tentaminering en examinering qua inhoud, werkwijze en niveau. De examencommissie heeft de taak om vast te stellen of de afgestudeerde de in de onderwijs- en examenregeling beschreven eindkwalificaties gerealiseerd heeft. Het dagelijks bestuur van de examencommissie bestaat uit: Lia Steenmeijer (voorzitter) en Sannah den Engelsen (secretaris). De overige leden zijn: Anne Karen de Boer, Bert Kramp, Saskia Mars en Daan Tweehuysen. Zaken voor de Examencommissie kunnen aangeleverd worden bij de ambtelijk secretaris, Magda Vooijs. Dit kan via de volgende kanalen: - postvak Magda Vooijs op de eerste verdieping van Academie Minerva, locatie Gedempte Zuiderdiep - per m.g.vooijs@pl.hanze.nl - per post: Postbus 1329, 9701 BH Groningen Meer informatie over de examencommissie is te vinden op De toetscommissie heeft als taak om onder verantwoordelijkheid van de examencommissie onderzoek te doen naar de kwaliteit van tentamens en examens. De toetscommissie van de masteropleiding Kunsteducatie bestaat uit: Martijn Boven (voorzitter), Hillary Vos en Corinne van Beilen Toelatingscommissie De toelatingscommissie adviseert de dean over de toelating van studenten. De vaste leden van de toelatingscommissie zijn het hoofd van de opleiding en de studiecoach van het 1 e studiejaar. Zo nodig wordt de toelatings-commissie aangevuld door de bachelorhoofden van de opleidingen docent muziek en docent BKV. De toelatingscommissie neemt de intake af. De toelatingseisen staan beschreven in Hoofdstuk Schoolmedezeggenschapsraad De Schoolmedezeggenschapsraad is het democratisch gekozen orgaan van de Academie voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA. De raad bestaat uit 3 personeelsleden en 3 studentleden. Meer informatie over de Schoolmedezeggenschapsraad is te vinden op Voor vragen, meer informatie of het bijwonen van een vergadering kan contact opgenomen worden met ambtelijk secretaris Hans Wouters (h.j.e.m.wouters@pl.hanze.nl) Opleidingscommissie De opleidingscommissie is het orgaan dat advies uitbrengt over zaken die het onderwijs in de opleiding betreffen. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en personeelsleden (zie verder Artikel 5.2 Bestuursregelement Hanzehogeschool). De samenstelling en een verslag van de vergaderingen is terug te vinden op 6

7 2 Beroepscompetenties / opleidingskwalificaties In 2016 heeft het LKCA de laatste hand gelegd aan de nieuwe beroepsprofielen voor de kunstvakdocent. Deze zijn tot stand gekomen in 17 gesprekken met vertegenwoordigers van de verschillende werkvelden waarbinnen kunstdocenten actief zijn. In het beroepsprofiel wordt geen verschil tussen bachelor- en mastercompetenties gemaakt, maar er wordt voor alle werkvelden aangegeven dat er professionals nodig zijn die naast de vakinhoudelijke kennis ook beschikken over bredere (academische) vaardigheden m.b.t. innovatie, onderzoek en het schakelen tussen verschillende rollen. Het KVDO (Landelijke Kunstvakdocentenoverleg) en het Landelijke Netwerk Master Kunsteducatie zullen op basis van het beroepsprofiel de opleidingsprofielen bijwerken. 2.1 Opleidingsprofiel HBO-Master Kunsteducatie De masteropleiding Kunsteducatie baseert haar eindkwalificaties op het in 2013 gevalideerde landelijke competentieprofiel Master Kunsteducatie. Dit profiel onderscheidt vijf competenties. Drie van deze competenties heeft de masteropleiding verbonden aan de rollen van: kunstenaar, educator en onderzoeker. In de masterwerkplaatsen wordt wisselend de nadruk op één van deze rollen gelegd, waarbij de rollen steeds met elkaar verbonden blijven. In de rolneming wordt een ondernemende en kritisch-reflectieve attitude verwacht. Landelijk zijn voor alle vijf de competentiedomeinen gedragsindicatoren beschreven. De opleiding heeft op basis van deze gedragsindicatoren learning outcomes geformuleerd. Deze zijn bij de beschrijving van de onderwijseenheden vanaf bladzijde 18 te vinden. 7

8 Hieronder het landelijke competentieprofiel met indicatoren: 1. ARTISTIEK VERMOGEN De HBO-master kunsteducatie geeft vanuit een eigen en eigenzinnige visie vorm aan artistieke processen. De HBO-master kunsteducatie: a. toont een eigen signatuur in zijn kunsteducatieve professie, producerend en reflectief. b. toont expertise in het creatieve, interdisciplinaire proces in een brede educatieve, sociale en artistieke context. c. geeft sturing aan artistieke en kunsteducatieve processen, waarbij hij inventief kan schakelen tussen verschillende rollen. d. volgt actief het actuele artistiek-educatieve discours en ontleent daarbij inzichten uit verschillende disciplines. 2. KUNSTPEDAGOGISCH EN DIDACTISCH VERMOGEN De HBO-master kunsteducatie initieert, ontwerpt, stuurt en evalueert kunsteducatieve processen en producten vanuit een visie op kunst én educatie en realiseert deze in een actuele context. De HBO-master kunsteducatie: a. signaleert en bestudeert nieuwe inzichten in het pedagogische domein, experimenteert met toepassingen hiervan en levert bijdragen aan de innovatie van de eigen beroepscontext. b. vertaalt zijn kennis en inzichten uit verschillende theorieën en kennisgebieden naar passende, actuele didactieken voor diverse doelgroepen. c. positioneert zijn kennis over disciplineoverstijgende of interdisciplinaire processen in actuele beroepscontexten. d. relateert zijn kunstpedagogisch handelen aan theorie, eigen visie en beroepsethiek. 3. ONDERZOEKEND VERMOGEN De HBO-master kunsteducatie ontwerpt en verricht op een methodologisch verantwoorde wijze praktijkgericht onderzoek en kan de resultaten ervan rapporteren, kritisch evalueren en communiceren. De HBO-master kunsteducatie: a. formuleert en operationaliseert voor de kunsteducatieve praktijk relevante onderzoeksvragen. b. maakt kritisch gebruik van geëigende nationale en internationale bronnen op het terrein van kunst en educatie en relateert deze aan eigen onderzoek. c. verzamelt, analyseert en interpreteert data op een systematische manier en trekt op grond hiervan conclusies. d. communiceert helder zijn onderzoeksresultaten met relevante publieksgroepen en levert hiermee een bijdrage aan het vakgebied. 4. CULTUREEL ONDERNEMEND VERMOGEN De HBO-master kunsteducatie geeft op een ondernemende wijze richting aan zijn professioneel handelen en geeft blijk van leiderschap onderbouwd door een sociaal-maatschappelijk engagement. De HBO-master kunsteducatie: a. anticipeert op nieuwe ontwikkelingen en vragen in het kunsteducatieve veld en vertaalt deze in nieuwe producten en markten. b. beschikt over een eigen professioneel netwerk om zijn kunsteducatieve praktijk te positioneren bij personen en instellingen uit kunst, onderwijs en maatschappelijke stakeholders. c. communiceert, overlegt en onderhandelt over organisatorische, financieel-economische en inhoudelijk aspecten van de beroepspraktijk en kan daarbij een vakgroep, school, organisatie of instelling representeren. d. toont leiderschapkwaliteiten in zijn eigen handelen en in het aansturen van derden. e. plaatst zijn professioneel denken en handelen in een bredere context van duurzame economische ontwikkelingen in de kunsten, onderwijs en maatschappij. Hij levert hiermee een bijdrage aan de maatschappelijke waarde van kunsteducatie en aan de positie van kunst en kunsteducatie in de samenleving. 5. VERMOGEN TOT KRITISCHE REFLECTIE De HBO-master kunsteducatie toont een zelfstandig lerende en kritisch reflecterende houding, waarbij hij zich bewust verhoudt tot artistieke en (kunst)pedagogische visies enerzijds en complexe maatschappelijke en ethische vraagstukken anderzijds. De HBO-master kunsteducatie: a. geeft zelf gericht sturing aan zijn leerproces. b. analyseert en evalueert kritisch zijn professioneel handelen in verschillende rollen en contexten. 8

9 c. onderbouwt zijn visie op kunsteducatie en scherpt deze aan in een voortdurend proces van nieuwe kennisverwerving, nationaal en internationaal. d. beoordeelt kritisch zijn discipline-overstijgende kennis van theorieën, kernconcepten en werkwijzen op mogelijke originele toepassingen in de beroepspraktijk. 2.2 Dublin Descriptoren en HBO-master kwalificaties Binnen Europa zijn afspraken gemaakt over het algemene niveau van de Master. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde Dublin descriptoren. In het landelijk profiel van de masteropleiding Kunsteducatie wordt de relatie gelegd met de Dublin descriptoren. In totaal zijn er vijf descriptoren benoemd: Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Hieronder worden de Dublin descriptoren voor de Master toegelicht. Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/ of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/ of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Toepassen kennis en inzicht Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Oordeelsvorming Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Communicatie Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. 2.3 Beroepsperspectief Het beroepsperspectief van een Master Kunsteducatie is een onderwijsontwikkelende en -uitvoerende, innoverende, aansturende en/ of onderzoekende functie in de binnen- en/of buitenschoolse kunsteducatie. Uit de gesprekken met het werkveld (LKCA, 2016) en het onderzoek naar de aansluiting van vraag en aanbod van masteropleidingen (Ecorys, 2016) blijkt dat het werkveld behoefte heeft aan professionele masters in de kunsteducatie. De Master Kunsteducatie fungeert als aanjager van innovatie in het kunsteducatieve veld. Enerzijds bedient zij een praktijk, anderzijds creëert zij die. (KVDO, Preambule competentieprofiel, 2013) 9

10 3 Opbouw van de studie 3.1 Karakterisering van de opbouw Omvang van de opleiding Het onderwijs wordt gegeven in deeltijd. De studie omvat 60 EC, verdeeld over twee studiejaren van ieder 42 weken. Een credit staat voor 28 uur studiebelasting. Van studenten wordt verwacht dat zij, inclusief onderwijs, groepsopdrachten en zelfstudie, ongeveer 20 uur per week voor studieactiviteiten beschikbaar zijn. Elk jaar worden 30 EC aangeboden. De masteropleiding Kunsteducatie start jaarlijks op 1 september. Het eerste semester loopt van 1 september tot 1 februari; het tweede semester van 1 februari tot 1 juli. Het onderwijs vindt plaats op maandag en voor de 1 e jaars in het 1 e semester ook op dinsdagochtend. Daarnaast vinden er twee onderwijsactiviteiten (excursie, masterdagen) op twee zaterdagen per semester plaats. Het onderwijs wordt klassikaal, als individuele en collectieve werkplaats en blended aangeboden Opbouw studieprogramma Het curriculum van de masteropleiding Kunsteducatie is in vier masterwerkplaatsen vormgegeven. De eerste drie masterwerkplaatsen zijn vormgegeven vanuit de kennisdomeinen van de kunsten, de (kunst)pedagogiek en het (praktijk)onderzoek. Op elkaar volgend staan hierbij de rollen van kunstenaar, educator en onderzoeker centraal. In de laatste masterwerkplaats gaat het om de valorisatie van de nieuwe kennis en het positioneren van de masterrol. Hiervoor wordt het ondernemende vermogen van de studenten aangesproken en worden managementvaardigheden getraind. Elke masterwerkplaats biedt een aantal geselecteerde filosofische en kunstpedagogische kernteksten aan die door alle studenten zorgvuldig worden bestudeerd. Hierdoor ontstaat een gezamenlijk kader dat door zelf gekozen bronnen, waartoe ook films e.a. kunstwerken behoren, wordt aangevuld en vanuit ieders praktijk bevraagd. De dialoog tussen praktijk en theorie leidt tot verschillende beroepsproducten die bij de afronding van de masterwerkplaats in de werkschouw aan elkaar en het werkveld worden getoond. Bij de totstandkoming van de beroepsproducten worden verschillende onderzoeksmethoden exemplarisch uitgeprobeerd. Hieronder volgt een korte beschrijving van elke masterwerkplaats: Masterwerkplaats: Kunsttheorie en artistieke processen 15 EC Betekenis en werking van kunst en cultuur staan bij deze masterwerkplaats centraal. In samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen worden hoorcolleges aangeboden over de Geschiedenis en theorie van kunsten, cultuur en media. De kernteksten die in de werkcolleges worden besproken zijn het vertrekpunt voor verder literatuuronderzoek en het schrijven van essays. In de community of learners krijgen de teksten betekenis binnen ieders artistiek-educatieve praktijk. In presentaties en experimenten verkent de masterstudent zijn eigen artistieke signatuur en de specifieke taal van de verschillende kunstdisciplines. Masterwerkplaats: Cultuurpedagogiek en kunsteducatieve praktijken - 15 EC In deze masterwerkplaats ontwikkelt de masterstudent op basis van actuele pedagogische kernteksten zijn eigen visie op het leren in en door de kunst. In interactie met medestudenten wordt innovatief en interdisciplinair onderwijs ontworpen en uitgeprobeerd. Hierbij zijn kennis van ontwerponderzoek en ondernemende vaardigheden behulpzaam. De masterwerkplaats wordt afgerond met de presentatie van de Nieuwe oogst aan het werkveld. Masterwerkplaats : Onderzoek en innovatie in en door kunst & educatie 15 EC Tijdens de derde masterwerkplaats onderzoekt de student een vraag uit de beroepspraktijk met het doel deze praktijk kwalitatief te verbeteren. Hiervoor kan de student gebruik maken van verschillende onderzoeksmethoden, zoals participatorisch, narratief, ontwerpend of arts-based onderzoek. De community of learners en een individuele begeleider geven feedback op de opzet, uitvoering en verslaglegging van het onderzoek. Masterwerkplaats: Afstuderen en positioneren 15 EC, waarvan 5 EC Profileringsruimte In deze masterwerkplaats wordt de verworven kennis actief in het werkveld gepositioneerd. Onderzoeksresultaten worden gepubliceerd of in werkveldconferenties op de vloer met collega s gedeeld. Reflectie en evaluatie staan in dienst van het verduurzamen van veranderingsprocessen, zoals ook het eigen leerproces. Na een succesvolle masterperformance ontvangt de student de mastergraad. 10

11 Profileringsruimte In de vrije profileringsruimte verdiept de masterstudent zijn discipline- en werkvelddeskundigheid. Hiervoor kan de student kiezen uit landelijk aangeboden masterdagen, modules uit andere masteropleidingen of een invulling in eigen regie. 3.2 Afstudeerrichtingen De masteropleiding Kunsteducatie kent geen afstudeerrichtingen. Er is wel sprake van een persoonlijk profiel op basis van de profileringsruimte (5EC). In deze profileringsruimte kan de student zich ook monodisciplinair (in zijn eigen kunstdiscipline) verdiepen. Hiervoor kan de student aangewezen modules uit de kunstmasters (Master of Music, FMI Master) volgen. 3.3 Studieroutes De nominale duur van de studie is twee jaar. Als een student kan bewijzen dat hij voor de opleiding relevante leerresultaten elders heeft, kan de ingeschreven student bij de examencommissie een vrijstelling aanvragen of in geval van een afstudeeronderdeel validering van de verworven competenties op eindniveau aanvragen. Het aanvraagformulier met procedure is te vinden op Het onderwijs kan flexibel worden aangeboden, d.w.z. dat de student voor een deel zijn studietempo zelf kan bepalen door de aangebonden masterwerkplaatsen in 1, 2 of 3 jaar te volgen. Studieroutes die van de tweejarige studieduur afwijken worden individueel besproken en vastgelegd. 3.4 Het curriculum in Wijziging Ten opzichte van het curriculumoverzicht is het curriculum ingrijpend gewijzigd. De inhoud van het curriculum is in grotere onderwijseenheden, zogenaamde masterwerkplaatsen van 15 EC geïntegreerd. Binnen elke werkplaats worden verschillende opdrachten tussentijds getoetst. In een afrondende werkschouw toont de student op masterniveau over de gevraagde competenties te beschikken (summatieve integrale toetsing). In is er sprake van een oud en een vernieuwd curriculum. Cohort 2015 volgt in het 2 e jaar binnen het curriculum oude stijl. Cohort 2016 start in in het 1 e jaar van het vernieuwde curriculum. De wijziging van het curriculum wordt in de onderstaande vergelijking van de studiepuntentabellen duidelijk. Curriculum oude stijl Programma cohort 2015 Vernieuwd curriculum Programma cohort 2016 Onderwijseenheid Toets EC Onderwijseenheid Toets EC GTKM Essay 7 Masterwerkplaats Essay (7 EC) 15 Artistieke signatuur Learning report 2 Kunsttheorie en Case-study/artistic inquiry Cultuurped. Visiestuk 3 artistieke (2 EC) grondslagen PSP Pers. studieplan 2 processen Werkschouw met arts based presentatie leerbiografie (6 EC) Kunstpedagogiek en - Projectopdracht 7 Masterwerkplaats Visiestuk (4 EC) 15 didactiek Interdisc. Learning report 2 cultuurpedagogiek en kunsteducatieve Narratief interview (2 EC) Werkschouw met maakprocessen Onderzoeksmethodiek Onderzoeksvoorstel 5 praktijken presentatie kunsteducatief ontwerp en leerbiografie (9 PSP Pers. studieplan 2 EC) 11

12 Internationale excursie Learning report 2 Masterwerkplaats Cultureel ondernemen Projectopdracht 5 Onderzoek en innovatie Masterthesis Onderzoeksrapport 12 Masterwerkplaats Eindreflectie Eindreflectie 4 Afstuderen en Eindassessment Assessment 1 positioneren Profileringsruimte Learning report 6 Onderzoeksvoorstel(3EC) Conceptueel kader (4 EC) Werkschouw met onderzoeksrapportage en leerbiografie (8 EC) Profileringsruimte (5 EC) Portfolio met masterbiografie (4 EC) Ontwerp Valorisatie (3 EC) Masterperformance (3 EC) Conversie Studenten van het cohort 2015 en ouder hebben aansluitend op de herkansing van een onderwijseenheid uit het oude curriculum nog 2 jaar de mogelijkheid om gemiste toetsen op de oude manier te herkansen. Ze kunnen als, zo zij willen, wel onderwijs volgen in de nieuwe werkplaatsen. Op verzoek kan een student geconverteerd worden naar het nieuwe curriculum. 12

13 De onderstaande curriculumoverzichten zijn van de masteropleiding Kunsteducatie (joint degree). Deze wordt als 2-jarige deeltijdstudie aangeboden met een studielast van 30 EC per jaar. Vernieuwd curriculum studiejaar en Studieprogramma Master Kunsteducatie met toetsplan, cohort 2016 Competentie Artistiek vermogen deels kunstpedagogisch en onderzoekend vermogen Onderwijseenheid Masterwerkplaats (1) Kunsttheorie en artistieke processen Ingangseisen Studie last Opdrachten en toetsvorm Resultaat Docent/examinator 2 Toets moment 3 geen 15 EC Essay [7 EC] 4p M.Boven Week Case-study/artistic inquiry [2 EC] o/v C.v.Beilen 4/5 Werkschouw met arts based [6 EC] presentatie en leerbiografie 10p M.Boven/N.Beekman C.v.Beilen 1 e herkansing Week 14 2 e herkansing Week Kunstpedagogisch vermogen deels onderzoekend en ondernemend vermogen Onderzoekend vermogen, artistiek en kunstpedagogisch vermogen 2.2 Ondernemend vermogen en alle andere competenties Totaal Masterwerkplaats (2) Cultuurpedagogiek en kunsteducatieve praktijken Totaal 1 e jaar Masterwerkplaats Onderzoek en innovatie Masterwerkplaats Afstuderen en positioneren Totaal 2 e jaar geen 15 EC Visiestuk [4 EC] Narratief interview [2 EC] o/v o/v G.Beckmann/M.Boven C.v.Beilen Week 24/25 Werkschouw met kunsteducatief 10p G.Beckmann, H.Vos, ontwerp en leerbiografie [9 EC] M.Boven, N. Beekman 30 EC Masterwerk plaats 1 en 2 afgerond Masterwerk plaats 1 en 2 afgerond 15 EC Onderzoeksvoorstel [3 EC] Conceptueel kader [4 EC] o/v 4p C.v.Beilen en begeider C.v.Beilen en begeleider Week 4/5 Werkschouw met 10p Begeleider en externe onderzoeksrapportage en beoordelaar leerbiografie [8 EC] 15 EC Profileringsruimte [5 EC] o/v H.Vos, N.Beekman Week Ontwerp valorisatie [3 EC] o/v Diverse begeleiders 27/28 Masterbiografie [4 EC] 4p N.Beekman, H.Vos e.a. Masterperformance [3 EC] 10p 2 examinatoren 30 EC 60 EC Week 34 Week 14 Week 34 Week 45, nieuw studiejaar Week 26 Week 45 nieuw studiejaar 1 De competentie Vermogen tot kritische reflectie is in elke onderwijseenheid aan de orde. 2 De masterwerkplaatsen worden door diverse docenten gegeven die ook de deelopdrachten beoordelen. De werkschouw wordt door minimaal twee docenten gezamenlijk beoordeeld. De masterwerkplaatsen 3 en 4 worden in de werkschouw naast een interne examinator door een externe examinator beoordeeld. Extern betekent dat de examinator geen docent van de masteropleiding is. Hij kan wel afkomstig zijn uit het lectoraat van de hogescholen. 3 Het hier vermeldde toetsmoment betreft de werkschouw die summatief de gehele masterwerkplaats toets. De deelopdrachten moeten uiterlijk op het moment van de werkschouw zijn goedgekeurd.

14 Oude curriculum studiejaar en Studieprogramma Master Kunsteducatie, cohort 2015 Competentie Onderwijseenheid Ingangseisen Studie Toetsvorm Resul Docent/examinator last -taat 1.1 artistiek vermogen Artistieke signatuur geen 2 EC learning report o/v N.Beekman/T.Caris artistiek vermogen/kunsttheorie GTKM geen 7 EC essay 10p R.Hünneman/C.v.Beilen kunstpedagogisch vermogen (Cultuur)Pedagogische grondslagen geen 3 EC essay 10p P.Jeunhomme/G.Beckmann vermogen tot kritische reflectie/ profilering& professionalisering Persoonlijk studieplan 1 (PSP) en community of learners (COL) geen 2 EC persoonlijk studieplan o/v N.Beekman/G.Beckmann 1.2 artistiek vermogen Interdisciplinair maakproces geen 2 EC learning report o/v R.v.Maanen/N.Vermeulen kunstpedagogisch vermogen Kunstpedagogie&-didactiek geen 7 EC projectopdracht 10p G.Beckmann/H.Vos onderzoekend vermogen Onderzoeksmethodiek geen 5 EC onderzoeksplan go/no C.v.Beilen/begeleider vermogen tot kritische reflectie/ Persoonlijk studieplan 2(PSP) en geen 2 EC persoonlijk o/v N.Beekman/G.Beckmann profilering & professionalisering community of learners (COL) studieplan totaal 1 e jaar 30 EC onderzoekend vermogen Internationale oriëntatie geen 2 EC learning report o/v G.Beckmann/H.Vos cultureel ondernemend vermogen Cultureel ondernemerschap geen 5 EC projectopdracht 10p JP. Brands./G.Beckmann vermogen tot kritische reflectie/ Profileringsruimte geen 6 EC learning report o/v H.Vos/divers profilering & professionalisering 2.2 onderzoekend vermogen Thesis GTKM, onderzoeksmethodiek afgerond 12 EC onderzoeksrapportage 10p C.v.Beilen + begeleider 2 examinatoren vermogen tot kritische reflectie Eindassessment alles afgerond 1 EC assessment 10p H.Vos en 2 examinatoren vermogen tot kritische reflectie/ Eindreflectie op thesis en 4 EC eindreflectie 10p H.Vos/G.Beckmann profilering & professionalisering en community of learners (COL) eindassess. na alles afgerond totaal 2 e jaar 30 EC totaal 60 EC 14

15 3.5 Competentiematrix vernieuwd curriculum, geldend voor cohort 2016 Masterwerkplaats ARTISTIEK VERMOGEN De HBO master kunsteducatie geeft vanuit een eigen en eigenzinnige visie vorm aan interdisciplinaire artistieke processen en plaatst deze in actuele kunsteducatieve contexten. De HBO master kunsteducatie: a. - toont een eigen signatuur in zijn kunsteducatieve professie, producerend, beschouwend en reflectief. X X E b. - toont expertise in het creatieve, interdisciplinaire proces in een brede educatieve, sociale en artistieke context. X E c. - geeft sturing aan artistieke en kunsteducatieve processen, waarbij hij inventief kan schakelen tussen verschillende rollen. X E d. - neemt actief deel aan het actuele artistiek-educatieve discours, levert originele bijdragen aan dat discours en ontleent daarbij inzichten uit andere disciplines. X X X E KUNSTPEDAGOGISCH EN DIDACTISCH VERMOGEN De HBO master kunsteducatie initieert, ontwerpt, stuurt en evalueert kunsteducatieve processen en producten vanuit een eigen visie op kunst én educatie en realiseert deze in een actuele context. De HBO master kunsteducatie: a. - signaleert en bestudeert nieuwe inzichten in het pedagogische domein, experimenteert met X E toepassingen hiervan en levert bijdragen aan de innovatie van de eigen beroepscontext. b. - vertaalt zijn kennis en inzichten uit diverse theorieën en kennisgebieden naar passende, actuele didactieken voor vertrouwde en nieuwe doelgroepen. E c. - positioneert zijn kennis over disciplineoverstijgende of interdisciplinaire processen in actuele beroepscontexten X X X E d. - laat de eigen visie, theoretische inzichten en beroepsethiek leidend zijn in zijn beleid. X E ONDERZOEKEND VERMOGEN De HBO-master Kunsteducatie ontwerpt en verricht op een methodologisch verantwoorde wijze praktijkgericht onderzoek en kan de resultaten ervan rapporteren, kritisch evalueren en communiceren. De HBO master kunsteducatie: a. - operationaliseert voor de kunsteducatieve praktijk relevante onderzoeksvragen. X X E b. - beoordeelt en analyseert kritisch (inter)nationale bronnen en onderzoeksresultaten op het X E terrein van kunst en educatie en relateert deze aan eigen onderzoek. c. - verzamelt, analyseert en interpreteert data op een systematische manier en trekt op grond X X E hiervan conclusies. d. - communiceert helder zijn onderzoeksresultaten aan relevante publieksgroepen en levert hiermee een bijdrage aan het vakgebied. X X E CULTUREEL ONDERNEMEND VERMOGEN De HBO master kunsteducatie geeft op een ondernemende wijze richting aan zijn professioneel handelen en geeft blijk van leiderschap onderbouwd door een sociaalmaatschappelijk en ethisch engagement. De HBO master kunsteducatie: a. - anticipeert op nieuwe ontwikkelingen en vragen in het kunsteducatieve veld en vertaalt deze X X E in nieuwe producten en markten. b. - onderhoudt actief zijn professioneel netwerk en treedt op als intermediair tussen personen X X E en instellingen uit kunst, onderwijs en maatschappelijke stakeholders. c. - communiceert, overlegt en onderhandelt over organisatorische, financieel-economische en X E inhoudelijk aspecten van de beroepspraktijk en kan daarbij een vakgroep, school, organisatie of instelling representeren. d. - toont leiderschapskwaliteiten binnen zijn eigen organisatie en in het aansturen van derden. E e. - draagt bij aan het debat met betrekking tot de economische meerwaarde en waardeketen van het kunsteducatieve werkveld. E VERMOGEN TOT KRITISCHE REFLECTIE De HBO-Master Kunsteducatie toont een zelfstandig lerende en kritisch reflecterende houding, waarbij hij zich bewust verhoudt tot artistieke en (kunst)pedagogische visies enerzijds en complexe maatschappelijke en ethische vraagstukken anderzijds. De HBO master kunsteducatie: a. - geeft zelf gericht sturing aan zijn( life-long) leerproces X X X E b. - analyseert en evalueert kritisch zijn prof. handelen in verschillende rollen en contexten. X X X E c. - onderbouwt zijn visie op kunsteducatie en scherpt deze aan in een voortdurend proces van X X E nieuwe kennisverwerving, nationaal en internationaal. d. - beoordeelt kritisch zijn brede discipline-overstijgende kennis van theorieën, kernconcepten en werkwijzen op mogelijke originele toepassingen in de beroepspraktijk. X X E

16 Competentiematrix oud curriculum, geldig voor cohort 2015 Jaar 1, 1e en 2 e sem. Jaar 2, 1 e en 2 sem. Onderwijseenheid Artistieke signatuur Interdisciplinair maakproces Geschiedenis en theorie van kunst, cultuur en media. (Cultuur)pedagogische grondslagen Kunstpedagogiek en didactiek Onderzoeksmethodiek Persoonlijk Studieplan en COL * 1. Artistiek vermogen 2. Kunstpedagogisch en didactisch vermogen 3. Onderzoekend vermogen 4. Cultureel ondernemend vermogen 5. Vermogen tot kritische reflectie X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Internationale oriëntatie X X X X X Cultureel Ondernemerschap X X X Thesis * E E E E E Eindassessment E E E E E Eindreflectie* E E E E E Opmerkingen Bij de modulebeschrijvingen staan de indicatoren per competentie vermeld. In de studiegids is een competentiematrix op indicatorniveau opgenomen X = deze module levert een bijdrage aan het verwerven van de competentie (Een kleine x betekent dat het afhankelijk van de professionele vraag van de masterstudent is.) De docent geeft in zijn beoordeling feedback op de mate waarin deze competentie is bereikt. E = Toetsing van de competentie op eindniveau. De examinator beoordeelt de competentie op mastereindniveau * Alle onderwijseenheden kennen ruimte voor persoonlijke profilering. In de inhoudelijke keuze voor de invulling van de professionaliseringstaak bepaalt de student voor een groot deel zelf aan welke competenties hij/zij gaat werken. Dat geldt met name voor de invulling van de onderwijseenheden die nu met een sterretje zijn gekenmerkt. 16

17 4. Studieprogramma Algemene toelichting De voertaal van alle colleges is Nederlands. Doelgroep is steeds de groep masterstudenten die voor de masteropleiding Kunsteducatie staan ingeschreven bij de NHL Hogeschool en de Hanzehogeschool Groningen. In overleg kunnen studenten van andere masteropleidingen en kunsteducatieve professionals uit het werkveld bij het onderwijs aanschuiven. De onderwijseenheden van het studieprogramma zijn beschreven in het onderwijsplanningsysteem (Osiris) en maken onderdeel uit van deze regeling Onderwijseenheden e studiejaar, cohort 2016 Titel Code Cursusjaar Studielast Competentie Masterwerkplaats Kunsttheorie en artistieke processen , 1 e semester 15 EC 1. ARTISTIEK VERMOGEN De HBO master kunsteducatie geeft vanuit een eigen en eigenzinnige visie vorm aan artistieke processen. De HBO master kunsteducatie: a. toont een eigen signatuur in zijn kunsteducatieve professie, producerend en reflectief. b. toont expertise in het creatieve, interdisciplinaire proces in een brede educatieve, sociale en artistieke context. c. geeft sturing aan artistieke en kunsteducatieve processen, waarbij hij inventief kan schakelen tussen verschillende rollen. d. volgt actief het actuele artistiek-educatieve discours en ontleent daarbij inzichten uit verschillende disciplines. 2. KUNSTPEDAGOGISCH VERMOGEN c. positioneert zijn kennis over disciplineoverstijgende of interdisciplinaire processen in actuele beroepscontexten. 3. ONDERZOEKEND VERMOGEN b. maakt kritisch gebruik van geëigende nationale en internationale bronnen op het terrein van kunst en educatie en relateert deze aan eigen onderzoek. c. verzamelt, analyseert en interpreteert data op een systematische manier en trekt op grond hiervan conclusies. Learning outcomes 5. KRITISCHE REFLECTIE a. geeft zelf gericht sturing aan zijn leerproces. b. analyseert en evalueert kritisch zijn professioneel handelen in verschillende rollen en contexten. De masterstudent: 1. - onderzoekt en verwerkt complexe kunsttheoretische teksten in een schriftelijk betoog en weet deze kennis te integreren in een interdisciplinair en artistiek werk (1a, 1 d, 3b,3c) 2. - onderzoekt en bevraagt elkaars expertise in individuele case studies en zet resultaten in ten behoeve van artistieke intercollegiale dialoog (1b, 1d, 2c, 4b, 5a) 3. - verkent eigen artistieke - educatieve signatuur door middel van een arts-based/ artistic inquiry en weet deze in een kunsttheoretisch kader te plaatsen en in samenhang te presenteren (1a, 3b, 5a) 17

18 Ingangseisen Inhoud 4. - reflecteert kritisch op de presentaties van de artistieke-educatieve signatuur van zichzelf en medestudenten, analyseert onderliggende patronen en weet deze te benoemen (1a, 2c, 5a) 5. - ontwikkelt een visie op de geschiedenis en theorie van de kunsten in relatie tot de eigen beroepspraktijk (1d, 3c, 5a) 6. - reflecteert kritisch op het leerproces en visievorming en geeft hiervan blijk in leerbiografie en werkschouw (5a, 5b). Geen Deze masterwerkplaats kenmerkt zich door een intensieve studie van enkele theoretische kernteksten waarin verschillende opvattingen over kunst worden belicht. Bij de selectie van deze teksten zullen verschillende historische periodes belicht worden (oudheid, middeleeuwen, renaissance, moderne tijd), waarbij verschillende kunstdisciplines in ogenschouw worden genomen (literatuur, beeldende kunst, theater, muziek en mediakunst). Daarbij worden er bovendien verschillende interpretatiemethodes belicht (kritische theorie, fenomenologie, hermeneutiek, mediatheorie). Het doel van de masterwerkplaats is om de masterstudent een beter inzicht te bieden in de verschillende benadering van kunst, zowel in historische, disciplinaire en methodische zin. In een serie hoorcolleges aan de RUG wordt de geschiedenis van het denken over kunst, cultuur en media uiteengezet. Dit wordt verder uitgediept in werkcolleges waarin een van de kernteksten besproken wordt. Voorafgaand aan de werkcolleges dient de masterstudent een essay over de tekst van die week in te leveren. Dit heeft een tweeledig doel: het ontwikkelen van een eigen interpretatie van de tekst en het verbeteren van de schrijfvaardigheid. Dit proces wordt ondersteund met enkele verdiepende workshops over het schrijven van academische teksten en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. De bestudeerde kernteksten worden in dialoog gebracht met de eigen artistieke educatieve signatuur waardoor de theorie van betekenis wordt binnen het proces van persoonlijke en professionele vorming. Binnen deze dialoog ontstaan verschillende perspectieven omdat de eigen kennis, ervaring en media worden ingezet vanuit diverse kunstdisciplines en kunsteducatieve werkvelden, in een proces van wederzijdse verdieping en verbreding. Hierbij is ruimte voor verschillende manieren van communiceren in zowel verbale, beeldende en muzikale vorm. Door de verschillende beroepsprakijken van de studenten ontstaat er een rijke leergemeenschap waarin elkaars expertise bevraagd kan worden in een intercollegiale dialoog. Hiervoor worden verschillende onderzoekmethodieken zoals de case-study en cooperative inquiry ingezet. De masterwerkplaats wordt afgerond met het schrijven van een eigen artikel en het uitvoeren van een collectieve casestudy. In de werkschouw toont de student zijn resultaten en zijn leerproces in een leerbiografie. Werkvorm Toetsing Startdagen, workshops (case-study), LAB-dagen, hoorcolleges bij de RUG; werkcolleges binnen de eigen mastergroep; tafelsessies rond de transfer van theorie naar praktijk; experimenten rond ieders artistiek-educatieve signatuur. De leerbiografie omvat een (kritische) reflectie op de eigen visieontwikkeling, competentieontwikkeling en de transfer naar de beroepspraktijk. Hierbij neemt de masterstudent de ontvangen feedback van docenten en medestudenten mee. De masterstudent selecteert relevante producten die deze reflectie onderbouwen en illustreren. Dit betreft in ieder geval - het essay literatuuronderzoek dat als kernproduct beoordeeld wordt. - een schriftelijk en beeldend verslag van de explicitering en ontwikkeling van de eigen artistieke-educatieve signatuur. De masterstudent beschrijft hierbij de rol die artistic inquiry en case study hebben gespeeld in dit proces. In het verslag moet een relatie worden gelegd naar de kunsttheorie, de eigen beroepspraktijk en actuele maatschappelijke ontwikkelingen. De genoemde producten in het portfolio (essay en arts based verslag) zijn formatief beoordeeld. 18