Studiegids master. Kunstbeleid en -management. 1 Over de masteropleiding Kunstbeleid en -management. 2 Cursusaanbod en inschrijfprocedure

Transcriptie

1 Kunstbeleid en -management 1 Over de masteropleiding Kunstbeleid en -management 2 Cursusaanbod en inschrijfprocedure 3 Waar kunt u terecht voor meer informatie? 4 Medewerkers Studiegids master

2 Jaarrooster september oktober november ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo december januari februari ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo maart april mei ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo juni juli augustus ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Introductieweek Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4 Kerst-/zomerreces Feestdagen Onderwijsvrije dagen Toelichting 1. Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2006/2007 zijn dat de volgende dagen: - Kerstmis: 25 en 26 december 06* - Koninginnedag: 30 april 07 - Nieuwjaar: 1 januari 07 - Bevrijdingsdag: 5 mei 07 - Goede vrijdag: 6 april 07 - Hemelvaart: 17 mei 07 - Pasen: 8 en 9 april 07 - Pinksteren: 27 en 28 mei 07 * Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 25 december 06 tot en met vrijdag 5 januari 07. Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 25 december tot en met dinsdag 2 januari 07 en op vrijdag 18 mei Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - Onderwijsperiode 1: 4 september 06 t/m 3 november 06 Onderwijsperiode 2: 13 november 06 t/m 26 januari 07 Semester II - Onderwijsperiode 3: 5 februari 07 t/m 13 april 07 Onderwijsperiode 4: 23 april 07 t/m 29 juni Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren 2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2006/2007 is dat van 4 t/m 8 september 06. In collegejaar 2007/2008 is dat van 3 t/m 7 september 07.

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 1 Over de masteropleiding Kunstbeleid en management De masteropleiding in het kort (algemene beschrijving opleiding): doelstelling en eindtermen Programmaopbouw Eindwerkstuk Vrijstellingen Stage Studeren in het buitenland Toekomstperspectieven Studiebegeleiding Examen (eisen, aanvraagprocedure, judicia etc.) 8 2 Cursusaanbod en inschrijfprocedure Inschrijfprocedure Shortlist cursussen Cursusbeschrijvingen 14 3 Waar kunt u terecht voor meer informatie? Webadressen Secretariaat StudiePunt Letteren Letterenbibliotheek Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM) Wetenschapswinkel Letteren De Boekmanstichting Ministerie van OC en W 29 4 Medewerkers 29

4 Inleiding Deze studiegids bevat informatie over het masterprogramma Kunstbeleid en management. U vindt hierin informatie over de opbouw van de opleiding Kunstbeleid en management en over de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids vindt u tevens de beschrijvingen van de cursussen die door de opleiding worden aangeboden. Opleidingsstatuut Het Opleidingsstatuut van de Faculteit Geesteswetenschappen/ Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via de website van het StudiePunt Letteren: Onderwijs-en examenregeling (OER) Iedere opleiding van Letteren kent een eigen onderwijs-en examenregeling (OER). Daarin worden de doelen en eindtermen per opleiding beschreven en worden de programma s vastgesteld. Tevens worden in de OER de regels ten aanzien van het volgen van cursussen, toetsing en examinering per cursus of opleiding vastgesteld. Op www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/ kunt u de OER raadplegen voor het cursusjaar Natuurlijk kunt u voor nadere informatie altijd terecht bij het StudiePunt Letteren, 5

5 1. Over de masteropleiding Kunstbeleid en management (KBM) 1.1 Algemene beschrijving, inclusief doelstelling en eindtermen De masteropleiding KBM richt zich op de bestudering van de bestuurlijke, beleidsmatige en zakelijke aspecten van kunst en cultuur. Zij doet dit in het bijzonder voor de beeldende kunst, muziek, theater, film, televisie en literatuur. De master leidt studenten op tot (toegepast) onderzoeker op het gebied van kunstbeleid en management. Tevens worden studenten voorbereid voor onder andere beroepen als programmeur, beleidsmedewerker bij culturele instellingen of overheidsinstellingen. De doelstelling van de opleiding is om de student op meerdere deelgebieden van kunstbeleid en management op de hoogte te brengen en vertrouwd te laten raken met de stand van zaken met betrekking tot de (inter-)nationale historische en theoretische discussies. Daarnaast wil de opleiding de student in staat stellen daarop kritisch te reflecteren en de verworven kennis en vaardigheden te relateren aan een breed scala aan (praktijk) problemen op de terreinen van kunst en cultuur. Een sterke nadruk ligt op het vertalen van academische kennis en vaardigheden naar vraagstukken uit het veld van kunst en cultuur. De kennis en vaardigheden die de student zich eigen moet maken tijdens deze masteropleiding laten zich samenvatten in de volgende eindtermen. Een afgestudeerde heeft: kennis van de belangrijkste historische ontwikkelingen van het kunst en cultuurbeleid gedurende de laatste decennia en kennis van de wijze waarop men deze kan onderzoeken; kennis van theoretische inzichten die aan de totstandkoming van cultuurbeleid ten grondslag liggen op een verdiepend en gevorderd niveau; kennis van de wijze waarop dit beleid tot stand komt en wordt uitgevoerd op gevorderd niveau; kennis en inzicht in de wijze waarop een kunstbedrijf of een culturele instelling werkt, waarop ze bestuurd en geleid wordt, de gestelde taken uitvoert en positie kiest in het krachtenveld van kunstenaars, publiek, overheden en andere instellingen; realistisch inzicht in en ervaring met de omstandigheden waaronder in zulke organisaties gewerkt wordt; kennis van de belangrijkste beginselen van de bedrijfskunde, zodanig dat de belangrijkste overzichtsliteratuur gevolgd en op zijn toepassingmogelijkheden in de kunstsector kan worden beoordeeld; kennis van de financiële huishouding van de kunstinstelling respectievelijk de overheidshuishouding met betrekking tot de kunstbeoefening, gebaseerd op algemene kennis van de algemene economie en van de bedrijfseconomie. Een afgestudeerde is in staat om: te werken met verschillende methoden en benaderingen die binnen Kunstbeleid en management worden gehanteerd op een verdiepend en gevorderd niveau; wetenschappelijke discussies met betrekking tot het terrein van Kunstbeleid en management te volgen en te beoordelen; een breed scala van relevante vraagstukken snel en adequaat te analyseren en een passende methodische aanpak te formuleren; zelfstandig (toegepast) onderzoek op een deelgebied van Kunstbeleid en management op te zetten en uit te voeren. 6

6 1.2 Programma-opbouw; Schematische opbouw van het masterprogramma Colloquium KBM Cursuscode: Europees Cultuurbeleid Cursuscode: Outlook op de Praktijk Cursuscode: MA-eindwerkstuk KBM Kunstbeleid op Maat Cursuscode: Financieel Management Cursuscode: Beleid en management: theorie en onderzoek Cursuscode: Oriëntatie eigen MAonderzoek (stage) Cultuureducatie en participatie (extra curriculair) Cursuscode: Cursuscode: Cursuscode: Eindwerkstuk Het eindwerkstuk, ook thesis genoemd, is het eindproduct van de masteropleiding. Dit onderzoek is gekoppeld aan de onderzoeksstage: in de stage verzamelde data worden verwerkt in de thesis. 1.4 Vrijstellingen Over mogelijke vrijstellingen moet tijdig worden overlegd met de toelatingscommissie. 1.5 Stage Gedetailleerde informatie over stage kunt u vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat samen met het aanbod van stageplaatsen ook op internet.: De stage is gekoppeld aan het master eindwerkstuk en moet dan ook een onderzoeksstage zijn. Bij aanvang van het collegejaar wordt in een plenaire bijeenkomst nadere toelichting op (het vinden van) de stage gegeven. 1.6 Studeren in het buitenland U kunt, afhankelijk van het programma, studeren in het buitenland, maar ook onderzoek doen of stage lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Kijk op de website van het International Office: Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunt u het best de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office. Als u interesse heeft in het (deels) volgen van het programma in het buitenland, geef dit dan tijdig aan bij de coördinator van de opleiding, zodat de mogelijkheid en consequenties hiervan bekeken kunnen worden. 1.7 Toekomstperspectieven De voorloper van deze Masteropleiding Kunstbeleid en -management was de specialisatie Kunstbeleid en -management. Afgestudeerden die deze specialisatie hebben gevolgd zijn op zeer onderscheiden plekken in de kunst- en cultuurwereld terechtgekomen. D.w.z. op het terrein van het kunst-, cultuur- en mediabeleid, zowel lokaal, provinciaal als landelijk. Maar ook hebben velen een baan gevonden als manager in de verschillende kunst- en cultuurbedrijven. Daarbij kan men denken aan musea, theater, televisiemaatschappijen, uitgeverijen et cetera. Afgestudeerden aan deze opleiding hebben altijd bovengemiddeld gescoord waar het ging om het vinden van werk. Voor het bereiken van deze doelstellingen dient echter wel aan enkele voorwaarden voldaan te worden. Wie zich met vrucht aan deze masteropleiding wil zetten, dient over het volgende te beschikken: a) een grote affiniteit met cultuur en met de actuele ontwikkelingen in het eigen kunstvak 7

7 b) een méér dan gemiddelde aandacht voor zaken die met cultuurbeleid te maken hebben c) de bereidheid om zich in te stellen op een toekomstige werkkring die een hoge inzet vraagt d) onberispelijke schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. 1.8 Studiebegeleiding Bij aanvang van de masteropleiding wordt een tutor toegewezen uit de kernstaf van kunstbeleid en -management; deze docent treedt op als coach gedurende het masterprogramma. Studenten leggen de tutor een studieplanning voor, waarin onder andere de ideeën omtrent stage en afstudeeronderzoek zijn opgenomen. 1.9 Examen De exameneisen van het programma staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. Deze regeling is te vinden op > Onderwijs- en examenregelingen (OER) <opleidingsspecifieke informatie> Exameneisen De exameneisen van de master staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. Deze regeling is te vinden via www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/. Let op: De tekst in dit hoofdstuk is richtinggevend en gezaghebbend voor de procedures en deadlines rond het aanvragen en afleggen van examens. Ga niet zonder meer af op mondelinge toezeggingen van individuele personen. Daaraan kun je geen rechten ontlenen. Van de procedures en deadlines voor examenaanvragen wordt niet afgeweken. Evenmin wordt erover onderhandeld. Het heeft dus geen zin om via docenten, studie-adviseur of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten Examencommissie Correspondentie betreffende (onderdelen van) het masterexamen dient te worden gericht aan de secretaris van de examencommissie (dr. F. de Glas), Kromme Nieuwegracht 29 (3512 HD Utrecht); postvak examencommissie TFT in kamer Op iedere brief dienen altijd de navolgende gegevens te worden vermeld. Voorletters, familienaam en studentnummer Adres & postcode Telefoonnummer vaste telefoon (kengetal en abonneenummer) -adres Telefoonnummer mobiele telefoon Datum Voorts dienen de volledige, officiële namen en codes van de betrokken onderdelen te worden opgegeven. De examencommissie komt in beginsel iedere laatste woensdag van de maand bijeen (met uitzondering van de maand juli). Indien op deze laatste woensdag de universiteitsgebouwen gesloten zijn (bijvoorbeeld in geval van feestdagen of collectieve ADV), vindt de vergadering een week eerder plaats. Er zijn dus 11 zittingen per jaar. Voor de masteropleidingen binnen het Instituut Media en Re/presentatie zullen slechts bij hoge uitzondering, in zeer bijzondere gevallen, vrijstellingen verleend worden of toestemming om buitenlandse cursusonderdelen in het masterdossier op te nemen. Verzoeken tot vrijstelling of tot inpassing van buitenlandse onderdelen dienen met redenen omkleed ingediend te worden bij de examencommissie, waarbij aanvullende informatie moet worden meegezonden over inhoud, omvang, niveau, toetsingswijze en (in geval van verzoek tot vrijstelling) behaald cijfer van de cursus(sen). 8

8 1.9.3 Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. In het bijzonder worden de volgende gedragingen als fraude beschouwd: tijdens het tentamen boeken, syllabi, aantekeningen of andere geschriften waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan, bij zich te hebben; tijdens het tentamen bij mede-examinandi af te kijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen; zich tijdens het tentamen uit te geven voor iemand anders; zich op tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; de hem uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; tijdens het tentamen in het bezit te zijn van een voorgeprogrammeerde rekenmachine, een buzzer, een mobiele telefoon of enig ander apparaat met een vergelijkbare functie; in een schriftelijk werkstuk of elektronisch document gegevens of tekstgedeelten van anderen over te nemen zonder bronvermelding, hetzij uit boeken, tijdschriften of andere schriftelijke bronnen, hetzij van Internet; een schriftelijk werkstuk of onderdelen daarvan in te leveren dat reeds eerder is overgelegd voor het behalen van studiepunten voor een andere cursus. Wanneer bij of ten aanzien van een tentamen dan wel na inlevering van een schriftelijk werkstuk fraude wordt geconstateerd of ernstig vermoed, deelt de examinator of de surveillant dit terstond mee aan de examinandus en maakt daarvan een aantekening op het door de examinandus in te leveren of ingeleverde werk. Tevens neemt de examinator of de surveillant eventuele bewijsstukken in. Zo spoedig mogelijk na afloop van het tentamen respectievelijk na de correctie van het voornoemde schriftelijke werkstuk, brengt de examinator een schriftelijk verslag uit aan de examencommissie en de student over de geconstateerde dan wel vermoede fraude. De voorzitter van de examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te reageren op het verslag van de examinator. De reactie kan, naar keuze van de examinandus, schriftelijk dan wel mondeling worden gegeven. De examencommissie kan, afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, één of meer van de volgende maatregelen opleggen: ongeldig verklaring van het afgelegde tentamen; uitsluiting van het tentamen voor het betreffende onderdeel voor ten hoogste een jaar; uitsluiting van andere tentamens voor ten hoogste een jaar. De examencommissie kan bij de vaststelling van één van deze maatregelen eventuele eerdere fraude door de examinandus mede in aanmerking nemen. De examencommissie stelt de examinandus terstond schriftelijk in kennis van haar besluit, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 9

9 1.9.4 Aanvraagprocedure Data examencommissie-zittingen In het studiejaar dienen examenaanvragen te worden ingediend één week voor de Examencommissiebijeenkomst die voorafgaat aan de beoogde Examendatum. LET OP: in juli is het secretariaat gesloten. Wie eind augustus 2007 het examen vastgesteld wil zien, dient uiterlijk 20 juni 2007 het dossier in te leveren. Dit alles conform het volgende schema: Evt. vooradvies over aanvraag Juni 2006 Begin sept. Begin oktober Begin novemb. Eind november Begin jan. 07 Begin februari Begin maart Begin april Begin mei Begin juni Deadline inlevering Examendossier 23 augustus september 18 oktober 22 november 13 december 24 januari februari 21 maart 18 april 23 mei 20 juni Toetsing dossier door Examencommissie 30 augustus september 25 oktober 29 november 20 december 31 januari februari 28 maart 25 april 30 mei 27 juni Vaststelling Examen: Examendatum 27 september 25 oktober 29 november 20 december 31 januari februari 28 maart 25 april 30 mei 27 juni 29 augustus Diplomauitreiking 4 oktober 1 november 6 december 10 januari 07 7 februari 7 maart 4 april 2 mei 6 juni 4 juli datum volgt Let op: Van de procedures en deadlines die gelden voor examenaanvragen wordt niet afgeweken en er wordt evenmin over onderhandeld (het heeft dus geen zin om via docenten of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten). Het masterexamen wordt niet automatisch toegekend na het behalen van 60 ECTS aan studiepunten: het moet aangevraagd worden. Wie op een van de hierboven genoemde data zijn masterexamen wil behalen, moet conform het hierbij afgedrukte tijdschema tijdig een complete examenaanvraag indienen bij het TFTV-secretariaat (KNG 29, kamer 1.22). Let op: er zijn per masteropleiding uiteenlopende aanmeldingsformulieren beschikbaar. Bij de aanvraag moet u de volgende stukken overleggen: het geheel ingevulde en ondertekende aanmeldingsformulier; een recente OSIRIS-print met eindresultaten (geen deelresultaten) van de gevolgde cursussen en de behaalde studiepunten (let wel: het dossieroverzicht moet als datum hebben de maand waarin het examen wordt aangevraagd!); een kopie van je bewijs tot toelating tot de masteropleiding; laatst behaalde diploma (VWO dan wel een vervolgopleiding) of kopie van uw paspoort (dit wordt gevraagd ter controle van de juiste notering van naam en voornamen, geboortedatum en geboorteplaats); een bewijs van inschrijving aan de Universiteit Utrecht als voltijdstudent met het examendoel master (examens kunnen alleen worden afgelegd indien men op de datum van de examenvaststelling correct staat ingeschreven); een afschrift van het bericht waarin bevestigd wordt dat de digitale tekst van het finale werkstuk van de MA KB&M is geupload naar de digitale database van het Instituut IMR (webadres zie Examen-aanvraagformulier). Let erop dat op dit werkstuk duidelijk staan aangegeven: auteur, studentnummer, titel, opleiding, faculteit en universiteit, begeleider, maand van voltooiing. De verantwoordelijkheid voor het completeren van het in te leveren dossier, ligt uitsluitend bij de betreffende student. Dus niet bij het secretariaat van het betreffende onderwijsinstituut; niet bij de docent van onderdelen die nog moeten worden afgesloten; niet bij het Studiepunt Letteren; niet bij de (secretaris van) de examencommissie. De student dient vooraf zelf te inspecteren of het 10

10 aan te leveren recente OSIRIS-overzicht compleet en correct is, en bij omissies navraag te doen bij de Studie-administratie Letteren (SAL). Indien cijfers ontbreken, dan dient de student zelf er zorg voor te dragen dat aanvullende bewijsstukken, zoals toetsverklaringen, worden verkregen (hiervoor kan men niet doorverwijzen naar de betreffende docenten). De student dient eveneens vooraf zelf te controleren of het dossier voldoet aan alle eisen van het masterexamen. De examencommissie stelt een week na indiening van het dossier vast of het geaccepteerd kan worden, dat wil zeggen of het volledig is en in principe rijp voor beoordeling. Dossiers die niet compleet zijn worden geretourneerd aan de afzender. Het risico dat hierdoor nog één of meer maanden extra collegegeld voldaan moet worden, ligt volledig bij de student. Wie er zeker van wil zijn dat een dossier op tijd aan alle eisen voldoet, wordt dringend uitgenodigd om dit voorafgaand aan de indiening, tijdig ter inspectie voor te leggen aan de secretaris KNG 29, 1.43, tel ). In de bijeenkomst van de examencommissie volgend op de zitting waarin het dossier geaccepteerd wordt, stelt de examencommissie het examen officieel vast indien aan alle eisen is voldaan. Men is geslaagd indien voor alle cursussen een voldoende is behaald. De datum van de examenvaststelling geldt als officiële afstudeerdatum en wordt als zodanig ook op het masterdiploma vermeld (dus de afstudeerdatum is niet de datum van de buluitreiking!). Studenten die officieel voor een bepaalde datum willen afstuderen, dienen hiermee rekening te houden. Daags na de examenvaststelling kunnen studenten informeren naar de uitslag van het examen bij het secretariaat van het onderwijsinstituut Dit secretariaat stuurt aan betreffende docenten/begeleiders en studenten een uitnodiging voor de buluitreiking. De student heeft net als bij alle studieresultaten het recht om in beroep te gaan in geval het examen geweigerd is. Intern: Hij moet zich wenden tot de secretaris van de examencommissie. Vervolgens beziet de secretaris in overleg met de voorzitter of het protest aanleiding is het besluit te herzien, al dan niet buiten de reguliere vergadering van de examencommissie. Extern: Wanneer de student bij zijn protest blijft, ook na een afwijzing door de examencommissie, wordt hij/zij door de secretaris doorverwezen naar de Commissie van Beroep voor de Examens Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking De Masterbul en bulbijlage De student die voor het masterexamen is geslaagd, ontvangt als bewijs daarvan de navolgende twee officiële stukken. Masterbul: dit is het officiële diploma waarop is vermeld dat betrokkene het masterexamen in de betreffende masteropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Het diploma is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie en is gedateerd op de dag waarop de examencommissie de uitslag van het examen heeft vastgesteld. De bulbijlage: dit is een officiële bijlage bij het diploma, waarin een overzicht wordt gegeven van alle onderdelen die de student voor het masterexamen met voldoende resultaat heeft afgerond, onder vermelding van de daarbij behaalde studiepunten/ects. Voor de bepaling van het judicium wordt gekeken naar het gemiddelde van alle onderdelen. Ook de bulbijlage is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Door het Masterexamen wordt de graad Master of Arts verkregen (M.A.). Het judicium met lof kan door de examencommissie worden toegekend indien alle onderdelen van het programma met het cijfer 8 of hoger zijn afgerond. Daarbij moet het cijfer voor de scriptie of thesis een 8,5 of hoger zijn. Het staat de examencommissie te allen tijde vrij hiervan in bijzondere gevallen af te wijken. Afstudeerverklaringen worden niet meer verstrekt. Wanneer een student ervoor kiest de masterbul met bijlage af te halen na de betreffende vergadering van de examencommissie, dan vervalt het recht op uitreiking van die bul met bijlage in de speciaal daartoe geplande bijeenkomsten. 11

11 Data uitreikingen diploma's Voor het studiejaar zijn elke maand (behalve in juli) diploma-uitreikingen gepland. Deze uitreikingen zijn op woensdagmiddag, in principe een week na de examendatum (zie het hierboven afgedrukte schema). Eventuele wijzigingen worden bekendgemaakt op de Internetpagina s van de masteropleiding. De student dient op het aanmeldingsformulier voor het masterexamen aan te geven voor welke buluitreiking hij/zij in aanmerking wil komen. De uitreikingen vinden doorgaans plaats in het U-theater, Studio T op KNG 20; gewoonlijk in de namiddag. De precieze plaats en tijd wordt in een officiële uitnodiging bekend gemaakt en naar de huisadressen gestuurd van de studenten die afstuderen. Indien een student zich wel heeft aangemeld voor de buluitreiking maar uiteindelijk daarbij toch niet aanwezig kan zijn, dan dient hij/zij de secretaris van de examencommissie zo spoedig mogelijk - maar uiterlijk twee weken voor de uitreiking - hierover in te lichten. 12

12 2. Cursusaanbod en inschrijfprocedure 2.1 Inschrijfprocedure Cursusinschrijving vindt plaats via OSIRIS online. Op de website van het studiepunt is informatie te vinden over inschrijfprocedure en wordt bekend gemaakt wanneer de wijzigingsdagen zijn. Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens deze inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kan de student zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Het is van belang dat de student een goede planning maakt en die bespreekt met zijn of haar tutor of studieadviseur. 2.2 Shortlist cursussen CURSORISCH Code Cursusnaam ECTS Periode COLLOQUIUM KUNSTBELEID & -MANAGEMENT 7, EUROPEES CULTUURBELEID 7, FINANCIEEL MANAGEMENT IN DE CULTURELE SECTOR 7, KUNSTBELEID OP MAAT: SECTORSPECIFIEK BELEID 7, OUTLOOK OP DE PRAKTIJK IN HET CULTURELE VELD 7,5 3 AFSTUDEERPROJECT Code Cursusnaam ECTS Periode KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MA EINDWERKSTUK 7, KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MASTERSTAGE (M) 7,5 4 EXTRA CURRICULAIR Code Cursusnaam ECTS Periode CULTUUREDUCATE EN PARTICIPATIE 7,5 3 13

13 2.3 CURSUSBESCHRIJVINGEN COLLOQUIUM KUNSTBELEID & -MANAGEMENT Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM Inhoud: In deze cursus verricht de student in een kleine themagroep onderzoek op basis van een tevoren aangedragen opdracht. De thema s worden aangedragen door opdrachtgevers van de diverse relevante opleidingen en kunnen zowel disciplinespecifiek als disciplineoverstijgend zijn. De thema's hebben gemeen dat ze allen gerelateerd zijn aan het onderzoeksdomein van de Masteropleiding Kunstbeleid en -management. In de hoorcolleges wordt met name ingegaan op meer methodische vraagstukken, die in de themagroepen vertaald worden naar de specifieke onderzoeksvraag. Aan de hand van een aantal startteksten discussiëren de studenten in de eerste week in de werkgroep over het onderwerp. In de daarop volgende weken dragen de studenten zelf teksten aan, schrijven een onderzoeksopzet en verrichten een beknopt onderzoek dat uitmondt in een onderzoeksverslag. In dat verslag reflecteert de student tevens op het eigen onderzoeksproces. De cursus wordt afgesloten met een studiedag, waarin de diverse themagroepen de uitkomsten van de deelonderzoeken presenteren. Cursusdoelen: - Verdiepte kennis en onderzoeksvaardigheden verwerven op het domein van kunstbeleid en kunstmanagement- verwerven van de vaardigheid om een studiedag te organiseren Contactpersoon: Docenten: drs. A.J.C. Minnaert Docent nog onbekend Feedback: Tussentijdse mondelinge en/of schriftelijke feedback op de opdrachten Bereikbaarheid: 14

14 Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Toetsen: Nota (40 pt.) Opdracht(en) (40 pt.) Toets (20 pt.) Toelichting: Hoorcollege De vijf werkgroepen behandelen ieder een specifiek onderzoeksthema Voorbereiding bijeenkomsten: Hoorcollege Van de studenten wordt verwacht dat ze voor aanvang van de bijeenkomsten de voorgeschreven literatuur hebben gelezen en de bij de bijeenkomst horende opdracht hebben ingeleverd. Bijdrage aan groepswerk: Hoorcollege De cursus wordt afgesloten met een studiedag / symposium; iedere student dient hieraan een bijdrage te leveren. Deadlines: Toets De opdrachten worden tijdens het blok ingeleverd; de nota aan het einde van het blok. De studiedag / het symposium (toets- 3) wordt gehouden in de laatste onderwijsweek van het blok. Wat wordt er beoordeeld: Toets In de beoordeling wordt met name gekeken naar de capaciteiten van de student om op voor het vakgebied relevante thema's onderzoek te verrichten. Ook wordt beoordeeld in welke mate de student in staat is om het verrichte onderzoek te presenteren op een studiedag Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 15

15 EUROPEES CULTUURBELEID Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM Inhoud: Cultuurbeleid is al lang niet meer een louter nationale aangelegenheid, en de mogelijkheden voor het voeren van een nationaal cultuurbeleid worden mogelijk steeds beperkter door instituten als de World Trade Organisation (WTO), United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation (UNESCO) en de Europese Commissie. Het cultuurveld zelf heeft van oudsher een internationale component, die door het overheidsbeleid sinds de jaren negentig verder aangewakkerd is. In deze cursus wordt ten eerste stilgestaan bij het Europese Cultuurbeleid. Onder andere aan de hand van de verdragsteksten en een analyse van het cultuurprogramma en het mediaprogramma wordt bezien op welke wijze het beleid aanvullend danwel vervangend is voor het nationale cultuurbeleid. Ook is er aandacht voor het internationaal cultuurbeleid van de nationale overheid, en de verhouding van dat ICB tot het Europese beleid. In de cursus wordt daarnaast vanuit diverse netwerktheorieën dieper ingegaan op die internationale component in het kunstenveld en de rol die overheidsbeleid speelt in die ontwikkelingen, alsmede de toekomst van het Europese cultuurbeleid. Cursusdoelen: Verdiepte kennis van en inzicht in het Europese cultuurbeleidverdiepte kennis van en inzicht in het internationaal cultuurbeleid van de Nederlandse overheid Contactpersoon: Docenten: drs. A.J.C. Minnaert drs. A.J.C. Minnaert Feedback: Mondelinge feedback tijdens de colleges. Bereikbaarheid: Per (Toine.Minnaert@let.uu.nl) Werkvormen: Individueel 1 x per week 5 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Van de studenten wordt verwacht dat zij de voor het college voorgeschreven literatuur bestuderen en indien aangegeven de voor het college voorgeschreven opdrachten tevoren inleveren. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Van de student wordt een actieve participatie verwacht in de groepsdiscussies en de opdrachten tijdens de colleges 16

16 Toetsen: Paper (60 pt.) Tentamen (40 pt.) Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Paper De mate waarin de student inzicht heeft verworven in het Europese cultuurbeleid en het internationaal cultuurbeleid van de nationale overheid. Verplicht studiemateriaal: Boek - - Barendrecht, W. e.a. (2005) All that Dutch: over internationaal cultuurbeleid. Amsterdam, Nai uitgevers- Rifkin, Jeremy. "The European Dream: How Europe's Vision of the Future Is Quietly Eclipsing the American Dream". Blackwell Publishers, 2004(v Aanbevolen studiemateriaal: Boek - - Gielen, P. (2003). Kunst in Netwerken: artistieke selecties in de hedendaagse dans en de beeldende kunst. Tielt, Lanooy- Beugels, P. En J. De Groot (red) (2003). Het cultureel tekort van de Europese Unie: opstellen over cultuurpolitiek en culturel Kosten: EUR 35,00 17

17 FINANCIEEL MANAGEMENT IN DE CULTURELE SECTOR Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM Inhoud: In de cursus wordt ingegaan op enkele basisbegrippen uit de financiële bedrijfsvoering en het financieel management, zoals vermogensstructuur, kostenstructuur en break even analyse. Deze algemene termen zullen nader worden uitgewerkt aan de hand van voorbeelden. Daarnaast is er ook aandacht voor begrippen die een belangrijke rol spelen binnen de culturele sector: subsidiëring, fondsenwerving en sponsoring. Tevens wordt aandacht besteed aan verschillende gedragshypothesen zoals rational choice theory, behavioral theory etc. De cursus kent twee colleges per week waarin de stof wordt behandeld en wordt uitgelegd. Daarbij ligt de nadruk op rekenvoorbeelden en de toepassing van de theorie in praktijksituaties. Cursusdoelen: Kennis van en inzicht in de basis van het financieel management, met name gerelateerd aan de culturele sector. Contactpersoon: Docenten: Docent nog onbekend gastdocent Feedback: Mondeling commentaar op de opdrachten tijdens de colleges Bereikbaarheid: Per Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 2 uur Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Schriftelijk tentamen (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (40 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Van de student wordt verwacht dat deze voor aanvang van het hoor- of werkcollege de voorgeschreven literatuur bestudeert en indien aangegeven voor aanvang het werkcollege schriftelijk de voorgeschreven opdracht indient. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Van de student wordt een actieve participatie verwacht in de groepsdiscussies en de opdrachten tijdens de colleges. Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Actieve deelname Kennis van en inzicht in de basisaspecten van het financieel management in het algemeen; kennis van en inzicht in de specifieke kenmerken van het financieel management in de culturele sector 18

18 Verplicht studiemateriaal: Boek - In de cursus wordt ingegaan op enkele basisbegrippen uit de financiële bedrijfsvoering en het financieel management, zoals vermogensstructuur, kostenstructuur en break even analyse. Deze algemene termen zullen nader worden uitgewerkt aan de hand van Aanbevolen studiemateriaal: Boek - De Boer, P., Brouwers, M.P., Koetzier, W., Basisboek bedrijfseconomie, Wolters Noordhoff, 2001, 6e druk, hfst. 3, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16.De Boer, P., Brouwers, M.P., Koetzier, W., Basisboek bedrijfseconomie Opgaven, Wolters Noordhoff, Kosten: Nog onbekend 19

19 KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MA EINDWERKSTUK Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 4 Cursustype: Thesis Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM, ingangseis: 30 ECTS behaald op niveau M Inhoud: Studenten werken aan een eigen onderzoek op het gebied van het kunstbeleid en/of kunstmanagement, bespreken methodologische kwesties, zetten een onderzoeksplan op en formuleren een vraagstelling. Vervolgens verzamelene zij relevante literatuur, voeren het onderzoek uit en rapporteren de resultaten in de vorm van een scriptie, waarbij ook het plaatsen van het onderzoek in een breder context een belangrijke rol speelt. Cursusdoelen: Student kan zelfstandig een beperkt onderzoek op het gebied van het kunstbeleid en/of kunstmanagement opzetten en uitvoeren. Contactpersoon: Docenten: prof.dr.mr. P.J. van den Hoven dr. H. Bavelaar Feedback: tijdens seminar bijeenkomsten en volgens individuele afspraken dr. F.D.G. de Glas Feedback: tijdens seminar bijeenkomsten en volgens individuele afspraken dr. P. Lelieveldt Feedback: tijdens seminar bijeenkomsten en volgens individuele afspraken Werkvormen: Individueel 1 x per week Toetsen: Schriftelijke rapportage (30 pt.) Scriptie (70 pt.) Toelichting: Individueel Naar behoefte van student. Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk: Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Scriptie Vermogen om zelfstandig een beperkt onderzoek op te zetten en uit te voeren Verplicht studiemateriaal: Boek - afhankelijk van thema Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 20

20 KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MASTERSTAGE (M) Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 4 Cursustype: Stage Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschiking MA KBM, ingangseis: 30 ECTS behaald op niveau M Inhoud: Studenten oriënteren op de beroepspraktijk op het terrein van kunstbeleid en/of kunstmanagement door middel van een stage of een andere activiteit en rapporteren over deze activiteit, waarbij de theoretische reflectie van de praktijkervaring een belangrijk onderdeel vormt. Cursusdoelen: Student maakt kennis met (een aspect van) de beroepspraktijk op het terrein van kunstbeleid en/of kunstmanagement en is in staat om op deze ervaring op een theoretisch verantwoorde manier te reflecteren. Contactpersoon: Docenten: Docent nog onbekend dr. H. Bavelaar dr. F.D.G. de Glas drs. P. Dr. P. Lelieveldt drs. A.J.C. Minnaert Werkvormen: Individueel 1 x per week Toetsen: Schriftelijke rapportage Toelichting: Individueel Naar behoefte van student. Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk: Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Schriftelijke rapportage Verslag en verantwoording Verplicht studiemateriaal: Diverse - Afhankelijk van thema Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 21

21 KUNSTBELEID OP MAAT: SECTORSPECIFIEK BELEID Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM Inhoud: In deze cursus wordt specifiek ingegaan op het overheidsbeleid in de sectoren Toneel, Dans, Muziek, Beeldende Kunst, Literatuur, Film, Televisie. Aan de hand van meer algemene thema's wordt in de colleges aandacht besteed aan de diverse instrumenten die de overheid hanteert bij het uitvoeren van haar cultuurbeleid. Cursusdoelen: Een gespecialiseerde kennis opdoen van het cultuurbeleid zoals dat door de Nederlandse overheid wordt gevoerd. Contactpersoon: Docenten: dr. P. Lelieveldt dr. H. Bavelaar dr. F.D.G. de Glas dr. P. Lelieveldt drs. A.J.C. Minnaert Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Opdracht(en) (40 pt.) Schriftelijk werkstuk (40 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Van de studenten wordt verwacht dat zij de voor het college voorgeschreven literatuur bestuderen en indien aangegeven de voor het collge voorgeschreven opdrachten tevoren inleveren. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Van de student wordt een actieve participatie verwacht in de groepsdiscussies en de opdrachten tijdens de colleges Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Actieve deelname Kennis en inzicht in de specificiteit van het cultuurbeleid en het sectorspecifieke beleid van de eigen kunstdiscipline. Verplicht studiemateriaal: Boek - Nader bekend te maken naast de genoemde literatuur zal er een leesplank komen. Reader Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 65,00 EUR 15,00 22

22 OUTLOOK OP DE PRAKTIJK IN HET CULTURELE VELD Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM Inhoud: Hoe wordt een kunstbedrijf gemanaged? Over welke kernvaardigheden beschikt een effectieve manager? Hoe ontwikkel jij je eigen managementkwaliteiten? In deze cursus staan de managementaspecten van KBM centraal. Niet op een theoretische manier, maar direct verbonden met de praktijk. De praktijk van je stageinstelling en die van je eigen functioneren. Cursusdoelen: Met verplichte literatuur - Managementvaardigheden van Quinn- als leidraad werk je aan:- kennis van en inzicht in de rollen van de manager- inzicht in je eigen managementkwaliteiten en ontwikkeling van een managementattitude- confrontatie van theorie, stagepraktijk en persoonlijke standpunten- partijkgereedschap voor managers: communicatie, motiveren, hanteren van weerstand, organiseren, controleren. Contactpersoon: Docenten: Docent nog onbekend Docent nog onbekend Feedback: Mondeling commentaar op de opdrachten; bespreking van het verslag Bereikbaarheid: Per Werkvormen: Individueel 1 x per week 1 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur Toetsen: Actieve deelname (20 pt.) Opdracht(en) (30 pt.) Verslag (50 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Van de studenten wordt verwacht dat zij voor de college voorgeschreven literatuur bestuderen en indien aangegeven de voor het college voorgeschreven opdrachten tevoren inleveren Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Van de student wordt een actieve participatie verwacht in de groepsdiscussies en de opdrachten tijdens de colleges. Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Actieve deelname De mate waarin de student een analyse kan maken van het potentiële werkterrein waarop hij/zij zich wil gaan bewegen. Verplicht studiemateriaal: Boek - Quinn Robert E. en Sue R. Ferman, Michael R. McGrath "Handboek Managementvaardigheden", Academic Service, ISBN: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 50,00 23

23 BELEID EN MANAGEMENT: THEORIE EN ONDERZOEK Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Nederlands Opmerking: Inhoud: In blok 3 beginnen de studenten Kunstbeleid en Management aan een stage en/of werken zij aan de voorbereiding van de thesis. Deze cursus biedt een supportstructuur voor het schrijven van de thesis. In de hoor- en werkcolleges kan de student met de collega-studenten en docent reflecteren op methodische keuzes en het proces van het eigen onderzoek en dat van de andere deelnemers. Allereerst zullen in twee hoorcolleges enkele actuele methoden en technieken van beleids- en organisatieonderzoek worden aangereikt. Vervolgens zullen studenten tijdens tweewekelijkse werkgroepbijeenkomsten met de collega-deelnemers en de docent in gesprek gaan over enkele cruciale stappen in het eigen onderzoeksproces. Cursusdoelen: 1) het vergroten van kennis en inzicht in het doen van toepassingsgericht onderzoek op het gebied van overheidsbeleid, instellingsbeleid en kunstmanagement.2) het reflecteren op de valkuilen en de uitdagingen van het individuele beleids- en organisatieonderzoek.3) het relateren van ervaringen en uitkomsten van het eigen onderzoek aan dat van vergelijkbaar onderzoek.4) het leren beoordelen van wetenschappelijke - en andere onderzoeksproducten op wetenschappelijkheid en bruikbaarheid. Contactpersoon: Docenten: dr. C.H.A. Geuijen dr. C.H.A. Geuijen Bereikbaarheid: karin.geuijen@usg.nl Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Toetsen: Actieve deelname Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk: Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Actieve deelname Tijdens de werkcolleges zal de docent aangeven welke voorbereidende werkzaamheden door de studenten moeten worden gedaan. Aan de studenten zal in ieder geval gevraagd worden ervaringen te delen en actief feedback te geven op werk en presentaties van collega-studenten. Er vindt geen toetsing plaats van aparte onderdelen. Verplicht studiemateriaal: Literatuur - nbtm Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 24

24 CULTUUREDUCATIE EN -PARTICIPATIE Instituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Toelatingsbeschikking MA KBM Inhoud: Begonnen wordt met omschrijvingen en afbakeningenvan de kernbegrippen kunst en cultuur, cultuurdeelname, cultuurspreiding, cultuurbeleid, etc. Dan volgt een historische en een analytische kennismaking met het thema en wordt inzicht gegeven in de data die zijn en worden verzameld op het gebied van cultuurdeelname. Er wordt aandacht besteed aan theoretische verklaringen voor verschillen in cultuurdeelname, vanuit zowel sociologische als psychologische invalshoeken, We behandelen de doelen en effecten van de cultuurdeelname van jongeren en allochtonen. Het deel over cultuureducatie bevat een overzicht van de buitenschoolse en binnensschoolse cultuureducatie. De historie van de cultuureducatie wordt belicht waarbij de wisselende doelen en legitimeringen van de cultuureducatie aandacht krijgen. Er wordt aandacht geschonken aan de vernieuwingen van de kunstvakken in het onderwijs, tot en met de huidige problematiek rond om de vakken Culturele en Kunstzinnige Vorming en het fenomeen van de cultuurprofielscholen. We behandelen ook toepassingen evan theoretische veronderstellingen ten aanzien van participatie en educatie in empirisch-theoretisch onderzoek. Cursusdoelen: Inzicht verwerven in de wetenschappelijke theorievorming en onderzoeksresiltaten m.b.t. tot cultuurparticipatie en cultuureducatie. Studenten kunnen een antwoord vinden op de volgende hoofdvragen:- Welke bevolkingsgroepen nemen deel aan welke kunst (hoog/laag etc.) en op welke manieren (actief, receptief, media etc)?- Hoe zijn de verschillen in cultuurdeelname te verklaren?- Waarom probeert de overheid de cultuurdeelname te beïnvloeden, met welke middelen en met welke resultaten? Contactpersoon: Docenten: prof.dr.mr. P.J. van den Hoven Docent nog onbekend Opmerking: Mondeling Feedback: Schriftelijk Bereikbaarheid: docent van buiten de faculteit : f.haanstra@ahk.nl 25

25 Werkvormen: Hoor/werkcollege 1 x per week 3 uur Toetsen: Essay tentamen (50 pt.) Nota (25 pt.) Opdracht(en) (25 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Hoor/werkcollege Studenten bestuderen opgegeven teksten. Voor de bijeenkomsten moet een korte schriftelijke opdracht worden gemaakt. Bijdrage aan groepswerk: Hoor/werkcollege Actieve bijdrage aan discussie; presentatie resultaten werkstuk. Deadlines: Essay tentamen In overleg met de docent Wat wordt er beoordeeld: Essay tentamen 1. Korte schriftelijke opdrachten en actieve deelname aan de behandeling ervan; 2. Schriftelijk werkstuk en presentatie ervan; 2. Schriftelijke tentamen Verplicht studiemateriaal: Boek - - Van den Broek, A, Huysmans, F en de Haan J. (2005) Cultuurminnaars en cultuurmijders: Trends in de belangstelling voor kunsten en cultureel erfgoed. Den Haag: SCP. - Hoofdstukken uit: Haan, J. de & Knulst W (2000) Het bereik van de kunsten. Het culturele draagvlak 4. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. (Downloaden via Artikelen (Digitaal beschikbaar bij Course Documents) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 25,00 EUR 25,00 26

26 3. Waar kunt u terecht voor meer informatie? 3.1 Facultaire webadressen Homepage: Homepage opleiding: Homepage Onderwijs- en studentzaken: Facultaire informatie over stage: Cursusaanbod: Webpagina van International Office Letteren: Fraude- en plagiaatregeling: Scripties on line: Informatie over masteropleidingen: Informatie over minoren: Secretariaat Voor administratieve zaken en praktische informatie op het gebied van onderwijs kan de student terecht bij het secretariaat van het Instituut Media en Re/presentatie: Secretariaat Media en Re-/presentatie Kromme Nieuwegracht 29, kamer HD Utrecht IMR@let.uu.nl Internet: Spreekuur voor studenten: van en uur. Problemen bij aanmelding; inschrijfprocedures; toelatingsbeschikking Administratief mastercoördinator Jeroen de Wilde Masters.IMR@let.uu.nl 3.3 StudiePunt Letteren Het StudiePunt Letteren is het facultaire informatiecentrum voor onderwijszaken. Studenten en mensen die in de toekomst aan de faculteit willen studeren kunnen hier terecht voor allerlei informatie. Zij kunnen er terecht met bijvoorbeeld vragen over inschrijvingen, dossieroverzichten of het volgen van vakken aan een andere faculteit. Maar het is ook mogelijk om een afspraak te laten maken met bijvoorbeeld de stagecoördinator of een studieadviseur. Aan de balie van het StudiePunt worden bovendien ook alle readers en werkboeken voor cursussen verkocht. Het StudiePunt verstuurt vier keer per jaar een digitale nieuwsbrief naar alle letterenstudenten. Het van het grootste belang dat studenten kennis nemen van de inhoud van dit bulletin. Ook op internet is het StudiePunt een centrum van relevante informatie met betrekking tot onderwijs. Praktisch alle relevante informatie voor Utrechtse Letterenstudenten is via deze website te vinden. Ook vindt u hier de nieuwsbrief en belangrijke mededelingen (denk aan aankondiging voorlichtingsbijeenkomsten). Kijk op Adresgegevens Drift BS Utrecht tel.: (030) studiepunt@let.uu.nl Openingstijden Dagelijks geopend van uur Extra avondopenstelling: elke dinsdag en donderdag in de eerste week van de onderwijsperiode van uur. 27