Theaterwetenschap. 1. Over het masterprogramma 2. Cursusaanbod en inschrijfprocedure 3. Waar kunt u terecht voor meer informatie?

Transcriptie

1 Theaterwetenschap 1. Over het masterprogramma 2. Cursusaanbod en inschrijfprocedure 3. Waar kunt u terecht voor meer informatie? Studiegids Master

2 Jaarrooster september oktober november ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo december januari februari ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo maart april mei ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo juni juli augustus ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Introductieweek Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4 Kerst-/zomerreces Feestdagen Onderwijsvrije dagen z.o.z. voor toelichting en opmerkingen Toelichting 1 Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2007/2008 zijn dat de volgende dagen: - Kerstmis: 25 en 26 december 07* - Koninginnedag: 30 april 08 - Nieuwjaar: 1 januari 08 - Bevrijdingsdag: 5 mei 08 - Goede vrijdag: 21 maart 08 - Hemelvaart: 1 mei 08 - Pasen: 23 en 24 maart 08 - Pinksteren: 11 en 12 mei 08 * Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 24 december 2007 tot en met vrijdag 4 januari Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 24 december 2007 tot woensdag 2 januari 2008 en op vrijdag 2 mei Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - Onderwijsperiode 1: 3 september 07 t/m 2 november 07 Onderwijsperiode 2: 12 november 07 t/m 25 januari 08 Semester II - Onderwijsperiode 3: 4 februari 08 t/m 11 april 08 Onderwijsperiode 4: 21 april 08 t/m 27 juni Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren 2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2007/2008 is dat van 3 t/m 7 september 2007.

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 1. Over de masteropleiding Theaterwetenschap Algemene beschrijving, inclusief doelstelling en eindtermen Programma-opbouw: schematische opbouw van het masterprogramma MA Scriptie Vrijstellingen Stage Studeren in het buitenland Toekomstperspectieven Studiebegeleiding Examen Exameneisen Examencommissie Fraude Aanvraagprocedure Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking Inschrijfprocedure en cursusaanbod Inschrijfprocedure Shortlist cursussen Cursusbeschrijvingen Waar kunt u terecht voor meer informatie? Facultaire webadressen Secretariaat StudiePunt Theater Instituut Nederland (TIN) De Boekmanstichting Theaterdramaturgie.Bank en Theaterdramaturgie-Podium Medewerkers 36

4 Inleiding Deze studiegids bevat informatie over het masterprogramma Theaterwetenschap U vindt hierin informatie over de opbouw van de opleiding Theaterwetenschap en over de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids vindt u tevens de beschrijvingen van de cursussen die door de opleiding worden aangeboden. Opleidingsstatuut Het Opleidingsstatuut van de Faculteit Geesteswetenschappen/Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via de website van het StudiePunt Letteren: Onderwijs-en examenregeling (OER) Iedere opleiding van Letteren kent een eigen onderwijs-en examenregeling (OER). Daarin worden de doelen en eindtermen per opleiding beschreven en worden de programma s vastgesteld. Tevens worden in de OER de regels ten aanzien van het volgen van cursussen, toetsing en examinering per cursus of opleiding vastgesteld. Op www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/ kunt u de OER raadplegen voor het cursusjaar Natuurlijk kunt u voor nadere informatie altijd terecht bij het StudiePunt Letteren, 5

5 1. Over de masteropleiding Theaterwetenschap 1.1. Algemene beschrijving, inclusief doelstelling en eindtermen Het Masterprogramma Theaterwetenschap richt zich op de studie van hedendaagse ontwikkelingen in theater & dans vanuit een intermediaal en internationaal perspectief. De hedendaagse theater- & danspraktijk kenmerkt zich door grote diversiteit, toenemende internationalisering en een hoge mate van (zelf)reflexiviteit. Het is een praktijk die voortdurend in ontwikkeling is in reactie op wat zich voordoet in de maatschappij, op wat er gaande is in de eigen en in andere kunstdisciplines en in reactie op historische en actuele vraagstukken. Deze dynamiek is het onderwerp van het masterprogramma. Het programma omvat 60 ECTS (de omvang van één volledig studiejaar). Het eerste semester bestaat uit cursorische onderdelen (totaal 30 ECTS) waarin studenten hun kennis verdiepen met betrekking tot ontwikkelingen in de theater- & danspraktijk, theorievorming en dramaturgie. Na het eerste semester kiezen studenten om zich verder te specialiseren in ofwel Productiedramaturgie Theater of Dans ofwel Dramaturgische Reflectie (met ook hier de mogelijkheid om te kiezen tussen theater of dans). Dramaturgische Reflectie is gericht op het verder ontwikkelen van je vermogen om te reflecteren op wat zich in de theater- & danspraktijk voordoet. Bij Productiedramaturgie gaat het om de vertaling van kritische en theoretische reflectie naar een productieve bijdrage aan de artistieke praktijk. Dit tweede semester is een individueel traject. Afhankelijk van het gekozen afstudeertracé doen studenten ofwel (in het geval van Productiedramaturge) een lange stage in de dramaturgische beroepspraktijk, een seminar theater- of dansdramaturgie en schrijven ze een eindwerkstuk, ofwel (in het geval van Dramaturgische Reflectie) doen ze een korte stage, een tutorial over een zelfgekozen aspect van de theater- of danswetenschap en schrijven ze een scriptie. In tegenstelling tot veel andere opleidingen binnen de Faculteit Geesteswetenschappen kent de masteropleiding Theaterwetenschap één instroommoment per jaar en wel in september. Theater is van oudsher een interdisciplinaire kunstpraktijk. Dit is des te meer zo in het hedendaagse theater waarin hybride projecten op en over de grenzen tussen theater, dans, beeldende kunst, literatuur, muziek, media en het dagelijks leven niet langer als experimenten in de marge plaatsvinden maar tot de kernactiviteiten van grote en kleine gezelschappen behoren. Dit vraagt om een benadering waarin theater bestudeerd wordt als intermediaal object en vanuit de relaties tussen dit object, de toeschouwer en de cultureel maatschappelijke context. In de cursussen komen concepten, thema s, methoden, technieken en tendensen aan de orde die van belang zijn om deze ontwikkelingen te kunnen beschrijven, te analyseren en te begrijpen. Je wordt bekend gemaakt met actuele ontwikkelingen in de theorievorming en leert hoe je daar aan bij zou kunnen dragen. Ook wordt aandacht besteed aan hoe deze inzichten productief gemaakt kunnen worden voor diverse aspecten van de theater & danspraktijk. Binnen dit programma zijn op een aantal momenten keuzes ingebouwd waardoor studenten zich naar gelang hun eigen interesses verder kunnen ontwikkelen. In het eerste semester zijn de vakken Making Sense. New Theory for New Theatre & Dance en Who s Afraid of Representation? verplicht voor iedereen. Daarnaast kiezen studenten tussen ofwel Actuele Theater- & Danspraktijk in combinatie met Theorie van de Praktijk ofwel Theatre Research in Practice. Dit betekent de keuze tussen een oriëntatie op de actuele theater- & danspraktijk in Nederland of in Europa, de keuze tussen een Engelstalig of een Nederlandstalig vak en ook de keuze tussen de mogelijkheid om een individueel onderzoek over een zelfgekozen aspect van de maakpraktijk uit te voeren of mee te doen aan een gemeenschappelijk onderzoek naar het werk van een groep of maker uit de Europese context (zie voor meer details de cursusbeschrijvingen). Ook binnen deze vakken is op een aantal momenten een keuze ingebouwd, zoals de keuze tussen een theater & danswetenschappelijk perspectief of een dramaturgisch perspectief. Een heel belangrijke keuze is die tussen de verschillende afstudeertracés die elk op zich weer verdere keuzemogelijkheden inhouden (theater of dans, soort stage, richting van het eigen onderzoek etc.). Doel van de opleiding is om studenten op te leiden tot zelfstandige denkers die in staat zijn kritisch te reflecteren op de hedendaagse theater- & danspraktijk en die deze reflectie productief kunnen maken voor onder andere theorievorming, dramaturgie, kritiek, beleid, educatie. Studenten die de Master Theaterwetenschap succesvol hebben afgerond: * zijn vertrouwd met recente ontwikkelingen in de hedendaagse praktijk van theater en dans. 6

6 * zijn vertrouwd met theoretische en analytische benaderingen die ingezet kunnen worden voor de bestudering van deze praktijk, beschikken over het vermogen daar kritisch op te reflecteren en (in het geval van Productiedramaturgie) om deze reflectie productief te maken voor die praktijk. * kunnen zelfstandig een (deel) onderzoek opzetten, uitvoeren en hierover op heldere wijze mondeling communiceren en rapporteren. * beschikken over vaardigheid in het schrijven van verslagen waarin resultaten van eigen onderzoek op systematische en controleerbare wijze worden gepresenteerd, evenals vaardigheid in het opzetten en uitwerken van argumentatie. In de uitvoering van dit programma wordt samengewerkt met de Faculteit Theater van de Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht (HKU). Bovendien bestaat er een uitgebreid netwerk van contacten met de theater- & danspraktijk. De cursussen worden deels in het Nederlands en deels in het Engels gegeven (Nederlandstalige studenten kunnen examens in het Nederlands afleggen). Het is mogelijk om een volledig Engelstalig programma te volgen. 7

7 1.2 Programma-opbouw: schematische opbouw van het masterprogramma Schematische opbouw van het masterprogramma Theaterwetenschap 2007/2008. Semester 1: Blok 1 Verplicht Keuze Of Making Sense. New Actuele Theater- en Theatre Research in Practice Theory for New Theatre Danspraktijk (7.5 ECTS) (15 ECTS, lintmodule) & Dance (7.5 ECTS) Code: Code: HKU Blok 2 Who s Afraid of Representation? (7.5 ECTS) Code: Theorie van de Praktijk: Maakprocessen (7.5 ECTS) Code: Vervolg Theatre Research in Practice Semester 2: Afstudeertracé Productiedramaturgie Theater of Dans Blok 3 Stage Productiedramaturgie (15 ECTS) Code: Seminar Dramaturgie Theater of Dans (7.5 ECTS, lintmodule) Code: Blok 4 Eindwerkstuk Productiedramaturgie (7.5 ECTS) Code: Vervolg seminar Dramaturgie Theater of Dans Afstudeertracé Dramaturgische Reflectie Blok 3 Blok 4 Stage Theater of Dans (7.5 ECTS) Code: Scriptie (15 ECTS) Code: Tutorial Theater of Dans (7.5 ECTS) Code:

8 1.3 MA Scriptie Afhankelijk van het gekozen afstudeertracé schrijft de student een eindwerkstuk of een scriptie. In het geval van het tracé Productiedramaturgie schrijft de student een eindwerkstuk (7.5 ECTS). De inhoud van dit eindwerkstuk is een verwerking van de in de opleiding opgedane inzichten en vaardigheden, inclusief de ervaringen opgedaan in de stage. Uitgangspunt voor het eindwerkstuk is een dramaturgische vraagstelling die relevant is voor de beoogde beroepspraktijk. Onderdeel van het eindwerkstuk is een plaatsbepaling in die beoogde beroepspraktijk. In het geval van het tracé Dramaturgische Reflectie schrijft de student een scriptie (15 ECTS) waarin verslag wordt gedaan van een onderzoek op het gebied van de theater- of danswetenschap. De student zet dit onderzoek in overleg met een docent op en voert het onder begeleiding van een docent zelfstandig uit. 1.4 Vrijstellingen Voor de masterprogramma's binnen het Departement Media- en Cultuurwetenschappen zullen slechts bij hoge uitzondering, in zeer bijzondere gevallen, vrijstellingen verleend worden. Verzoeken tot vrijstelling dienen met redenen omkleed ingediend te worden bij de examencommissie, waarbij aanvullende informatie moet worden meegezonden over inhoud, omvang, niveau, toetsingswijze en behaald cijfer van de cursus(sen) op grond waarvan een vrijstelling wordt gevraagd. 1.5 Stage De stage biedt studenten de mogelijkheid zich verder te oriënteren op de beroepspraktijk en ervaring op te doen in die praktijk. De stage is onderdeel van het programma in het tweede semester. Omvang en inhoud zijn afhankelijk van het gekozen afstudeertracé. In het geval van het tracé Productiedramaturgie is de omvang van de stage 15 ECTS en gaat het specifiek om een stage waarin ervaring wordt opgedaan in de praktijk van de theater-, of dansdramaturgie. In het geval van het tracé Dramaturgische Reflectie is de omvang van de stage 7.5 ECTS en doet de student ervaring op met een of meerdere aspecten van de beroepspraktijk waarop het MA programma Theaterwetenschap voorbereidt. Stageplaats en taken dienen op voldoende niveau te zijn, d.w.z. de mogelijkheid bieden om met een hoge mate aan zelfstandigheid werkervaring op te doen en om de concrete stageactiviteit in een breder kader te plaatsen door middel van reflectie op de beroepspraktijk dan wel een onderzoek. Afspraken over de stage worden gemaakt in overleg met de stagebegeleider. Voorafgaand aan de stage worden in overleg de leerdoelen en de concrete activiteiten van de stagiair(e) vastgelegd. Gedetailleerde informatie over de stage is te vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat samen met het aanbod van stageplaatsen ook op internet: Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren en in het U-blad. Buiten dit aanbod kunnen studenten ook zelf een stageplaats aandragen. 1.6 Studeren in het buitenland Studenten kunnen, afhankelijk van het programma, studeren in het buitenland of in het buitenland stage lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Kijk op de website van het International Office: Zie voor uitwisselingsprogramma s op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen de brochure Studeren in het Buitenland (verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office). Studenten die serieus overwegen om een stage of andere studieonderdelen in het buitenland te volgen dienen ruim van te voren contact op te nemen met hun tutor of de mastercoördinator om te bespreken of het mogelijk is om de beoogde cursussen of stage mee te laten tellen voor de MA 9

9 Theaterwetenschap. Als dat inhoudelijk mogelijk is, zal bovendien een speciaal verzoek moeten worden ingediend bij de examencommissie waarbij aanvullende informatie verstrekt zal moeten worden wat betreft inhoud, omvang, niveau en toetsingswijze. 1.7 Toekomstperspectieven De masteropleiding Theaterwetenschap bereidt je voor op functies in de theater- en danspraktijk, de theater- en danseducatie, het beleidsveld van kunst en cultuur en in het algemeen op academische beroepen op het terrein van kunst en cultuur. Voorbeelden hiervan zijn theater- of dansdramaturg, theater- of danscriticus, docent dramaturgie, medewerker voor onderzoek, publiciteit of educatie bij theater- of dansgezelschappen, redacteur bij culturele radio- of televisieprogramma's, organisator of programmeur van theater- of dansfestivals, ambtenaar culturele zaken en medewerker bij centra voor kunstzinnige vorming. 1.8 Studiebegeleiding Elke student krijgt aan het begin van de studie een tutor toegewezen met wie regelmatig wordt overlegd over de studievoortgang en de verschillende keuzes die binnen de studie gemaakt moeten worden. Deze tutor is ook de begeleider van de stage en de scriptie of het eindwerkstuk. 1.9 Examen Exameneisen De exameneisen van de masteropleiding Theaterwetenschap staan geformuleerd in de Onderwijsen Examenregeling. Deze regeling is te vinden via www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/. Let op: De tekst in dit hoofdstuk is richtinggevend en gezaghebbend voor de procedures en deadlines rond het aanvragen en afleggen van examens. Ga niet zonder meer af op mondelinge toezeggingen van individuele personen. Daaraan kun je geen rechten ontlenen. Van de procedures en deadlines voor examenaanvragen wordt niet afgeweken. Evenmin wordt erover onderhandeld. Het heeft dus geen zin om via docenten, studie-adviseur of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten Examencommissie Correspondentie betreffende (onderdelen van) het masterexamen dient te worden gericht aan de secretaris van de examencommissie: dr. F. de Glas Kromme Nieuwegracht 29, 3512 HD Utrecht Kamer 1.43 (postvak in kamer 1.22) Telefoon: Op iedere brief dienen altijd de navolgende gegevens te worden vermeld. Voorletters, familienaam en studentnummer Adres & postcode Telefoonnummer vaste telefoon (kengetal en abonneenummer) -adres Telefoonnummer mobiele telefoon Datum Voorts dienen de volledige, officiële namen en codes van de betrokken onderdelen te worden opgegeven. De examencommissie komt in beginsel iedere laatste woensdag van de maand bijeen (met uitzondering van de maand juli). Indien op deze laatste woensdag de universiteitsgebouwen gesloten zijn (bijvoorbeeld in geval van feestdagen of collectieve ADV), vindt de vergadering een week eerder plaats. Er zijn dus 11 zittingen per jaar. 10

10 Voor de masteropleidingen binnen het Departement Media- en Cultuurwetenschappen zullen slechts bij hoge uitzondering, in zeer bijzondere gevallen, vrijstellingen verleend worden of toestemming om buitenlandse cursusonderdelen in het masterdossier op te nemen. Verzoeken tot vrijstelling of tot inpassing van buitenlandse onderdelen dienen met redenen omkleed ingediend te worden bij de examencommissie, waarbij aanvullende informatie moet worden meegezonden over inhoud, omvang, niveau, toetsingswijze en (in geval van verzoek tot vrijstelling) behaald cijfer van de cursus(sen) Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. In het bijzonder worden de volgende gedragingen als fraude beschouwd: in een schriftelijk werkstuk of elektronisch document gegevens of tekstgedeelten van anderen over te nemen zonder bronvermelding, hetzij uit boeken, tijdschriften of andere schriftelijke bronnen, hetzij van Internet; een schriftelijk werkstuk of onderdelen daarvan in te leveren dat reeds eerder is overgelegd voor het behalen van studiepunten voor een andere cursus. tijdens het tentamen boeken, syllabi, aantekeningen of andere geschriften waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan, bij zich te hebben; tijdens het tentamen bij mede-examinandi af te kijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen; zich tijdens het tentamen uit te geven voor iemand anders; zich op tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; de hem uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; tijdens het tentamen in het bezit te zijn van een voorgeprogrammeerde rekenmachine, een buzzer, een mobiele telefoon of enig ander apparaat met een vergelijkbare functie; Wanneer bij of ten aanzien van een tentamen dan wel na inlevering van een schriftelijk werkstuk fraude wordt geconstateerd of ernstig vermoed, deelt de examinator of de surveillant dit terstond mee aan de examinandus en maakt daarvan een aantekening op het door de examinandus in te leveren of ingeleverde werk. Tevens neemt de examinator of de surveillant eventuele bewijsstukken in. Zo spoedig mogelijk na afloop van het tentamen respectievelijk na de correctie van het voornoemde schriftelijke werkstuk, brengt de examinator een schriftelijk verslag uit aan de examencommissie en de student over de geconstateerde dan wel vermoede fraude. De voorzitter van de examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te reageren op het verslag van de examinator. De reactie kan, naar keuze van de examinandus, schriftelijk dan wel mondeling worden gegeven. De examencommissie kan, afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, één of meer van de volgende maatregelen opleggen: ongeldig verklaring van het afgelegde tentamen; uitsluiting van het tentamen voor het betreffende onderdeel voor ten hoogste een jaar; uitsluiting van andere tentamens voor ten hoogste een jaar; uitsluiting van de opleiding. De examencommissie kan bij de vaststelling van één van deze maatregelen eventuele eerdere fraude door de examinandus mede in aanmerking nemen. De examencommissie stelt de examinandus terstond schriftelijk in kennis van haar besluit, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 11

11 1.9.4 Aanvraagprocedure Data examencommissie-zittingen In het studiejaar dienen examenaanvragen te worden ingediend één week voor de Examencommissiebijeenkomst die (vier weken) voorafgaat aan de beoogde Examendatum. LET OP: in juli is het secretariaat gesloten. Wie eind augustus 2008 het examen vastgesteld wil zien, dient uiterlijk 18 juni 2008 het dossier in te leveren. Dit alles conform het volgende schema: Evt. vooradvies over aanvraag Juni 2007 Begin sept. Begin oktober Begin nov Eind november Begin jan. 08 Begin februari Begin maart Begin april Begin mei Begin juni Deadline inlevering Examendossier 22 augustus september 24 oktober 21 november 12 december 23 januari februari 19 maart 16 april 21 mei 18 juni Voorlopige controle op compleetheid 29 augustus september 31 oktober 28 november 19 december 30 januari februari 26 maart 23 april 28 mei 25 juni Vaststelling Examen: Examendatum 26 september 31 oktober 28 november 19 december 30 januari februari 26 maart 23 april 28 mei 25 juni 27 augustus Diplomauitreiking Begin blok 2 Begin blok 2 Begin blok 3 Begin blok 3 Begin blok 3 Begin blok 4 Begin blok 4 Begin blok 1 Begin blok 1 Begin blok 1 Begin blok 1 Data diploma-uitreikingen worden via bekend gemaakt. Let op: Van de procedures en deadlines die gelden voor examenaanvragen wordt niet afgeweken en er wordt evenmin over onderhandeld (het heeft dus geen zin om via docenten of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten). Het masterexamen wordt niet automatisch toegekend na het behalen van 60 ECTS aan studiepunten: het moet aangevraagd worden. Wie op een van de hierboven genoemde data zijn masterexamen wil behalen, moet conform het hierbij afgedrukte tijdschema tijdig een complete examenaanvraag indienen bij het TFTV-secretariaat (KNG 29, kamer 1.22). Let op: er zijn per masteropleiding uiteenlopende aanmeldingsformulieren beschikbaar. Bij de aanvraag moet u de volgende stukken overleggen: het geheel ingevulde en ondertekende aanmeldingsformulier; een recente OSIRIS-print met eindresultaten (geen deelresultaten) van de gevolgde cursussen en de behaalde studiepunten (let wel: het dossieroverzicht moet als datum hebben de maand waarin het examen wordt aangevraagd!); een kopie van je bewijs tot toelating tot de masteropleiding; laatst behaalde diploma (VWO dan wel een vervolgopleiding) of kopie van uw paspoort (dit wordt gevraagd ter controle van de juiste notering van naam en voornamen, geboortedatum en geboorteplaats); een bewijs van inschrijving aan de Universiteit Utrecht als voltijdstudent met het examendoel Master (examens kunnen alleen worden afgelegd indien men op de datum van de examenvaststelling correct staat ingeschreven); een afschrift van het bericht waarin bevestigd wordt dat de digitale tekst van de MAscriptie Theaterwetenschap is geupload naar de digitale database van het Departement Media- en Cultuurwetenschappen (webadres zie Examen-aanvraagformulier). De verantwoordelijkheid voor het completeren van het in te leveren dossier, ligt uitsluitend bij de betreffende student. Dus niet bij het secretariaat van het betreffende onderwijsinstituut; niet bij de docent van onderdelen die nog moeten worden afgesloten; niet bij het Studiepunt Letteren; niet bij de (secretaris van) de examencommissie. De student dient vooraf zelf te inspecteren of het aan te leveren recente OSIRIS-overzicht compleet en correct is, en bij omissies navraag te doen bij de Studie-administratie Letteren (SAL). Indien cijfers ontbreken, dan dient de student zelf er zorg voor te dragen dat aanvullende bewijsstukken, zoals toetsverklaringen, worden verkregen (hiervoor kan men niet doorverwijzen 12

12 naar de betreffende docenten). De student dient eveneens vooraf zelf te controleren of het dossier voldoet aan alle eisen van het masterexamen. De examencommissie stelt een week na indiening van het dossier vast of het geaccepteerd kan worden, dat wil zeggen of het volledig is en in principe rijp voor beoordeling. Dossiers die niet compleet zijn worden geretourneerd aan de afzender. Het risico dat hierdoor nog één of meer maanden extra collegegeld voldaan moet worden, ligt volledig bij de student. Wie er zeker van wil zijn dat een dossier op tijd aan alle eisen voldoet, wordt dringend uitgenodigd om dit voorafgaand aan de indiening, tijdig ter inspectie voor te leggen aan de secretaris KNG 29, 1.43, tel ). In de bijeenkomst van de examencommissie volgend op de zitting waarin het dossier geaccepteerd wordt, stelt de examencommissie het examen officieel vast indien aan alle eisen is voldaan. Het cijfer van de scriptie wordt door de examencommissie vastgesteld op basis van twee schriftelijke beoordelingen door resp. de begeleider en de tweede lezer, beide voorzien van een cijfervoorstel. De datum van de examenvaststelling geldt als officiële afstudeerdatum en wordt als zodanig ook op het master-diploma vermeld (dus de afstudeerdatum is niet de datum van de buluitreiking!). Studenten die officieel voor een bepaalde datum willen afstuderen, dienen hiermee rekening te houden. Daags na de examenvaststelling kunnen studenten informeren naar de uitslag van het examen bij het secretariaat van het onderwijsinstituut. Dit secretariaat stuurt aan betreffende docenten/begeleiders en studenten een uitnodiging voor de buluitreiking. De student heeft net als bij alle studieresultaten het recht om in beroep te gaan in geval het examen geweigerd is. Intern: Hij moet zich wenden tot de secretaris van de examencommissie. Vervolgens beziet de secretaris in overleg met de voorzitter of het protest aanleiding is het besluit te herzien, al dan niet buiten de reguliere vergadering van de examencommissie; Extern: Wanneer de student bij zijn protest blijft, ook na een afwijzing door de examencommissie, wordt hij/zij door de secretaris doorverwezen naar de Commissie van Beroep voor de Examens Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking De Masterbul en bulbijlage De student die voor het masterexamen is geslaagd, ontvangt als bewijs daarvan de navolgende twee officiële stukken. Masterbul: dit is het officiële diploma waarop is vermeld dat betrokkene het masterexamen in de betreffende masteropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Het diploma is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie en is gedateerd op de dag waarop de examencommissie de uitslag van het examen heeft vastgesteld. De bulbijlage: dit is een officiële bijlage bij het diploma, waarin een overzicht wordt gegeven van alle onderdelen die de student voor het masterexamen met voldoende resultaat heeft afgerond, onder vermelding van de daarbij behaalde studiepunten/ects. Voor de bepaling van het judicium wordt gekeken naar het gemiddelde van alle onderdelen. Ook de bulbijlage is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Wanneer een student ervoor kiest de masterbul met bijlage af te halen na de betreffende vergadering van de examencommissie, dan vervalt het recht op uitreiking van die bul met bijlage in de speciaal daartoe geplande bijeenkomsten. Data uitreikingen diploma's Voor het studiejaar zijn bij vier gelegenheden (steeds aan het begin van een blok) diploma-uitreikingen gepland. De locaties worden tevoren bekendgemaakt op De student dient op het aanmeldingsformulier voor het masterexamen aan te geven voor welke buluitreiking hij/zij in aanmerking wil komen. De precieze plaats en tijd wordt in een officiële uitnodiging bekendgemaakt en naar de huisadressen gestuurd van de studenten die afstuderen. Indien een student zich wel heeft aangemeld voor de buluitreiking maar uiteindelijk daarbij toch niet aanwezig kan zijn, dan dient hij/zij de secretaris van de examencommissie zo spoedig mogelijk - maar uiterlijk twee weken voor de uitreiking - hierover in te lichten. 13

13 2. Inschrijfprocedure en cursusaanbod 2.1 Inschrijfprocedure Cursusinschrijving vindt plaats via OSIRIS online. Op de website van het studiepunt is informatie te vinden over inschrijfprocedure en wordt bekend gemaakt wanneer de wijzigingsdagen zijn. Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens deze inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kan de student zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Het is van belang dat de student een goede planning maakt en die bespreekt met zijn of haar tutor of studieadviseur. 2.2 Shortlist cursussen AFSTUDEERPROJECT A (verplicht 30 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina MASTER SCRIPTIE THEATERWETENSCHAP STAGE MA THEATER- EN/OF DANSDRAMATURGISCHE 7, REFLECTIE TUTORIAL THEATER OF DANS 7, OF AFSTUDEERPROJECT B (verplicht 30 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina EINDWERKSTUK PRODUCTIEDRAMATURGIE 7, SEMINAR THEATER- OF DANSDRAMATURGIE 7, STAGE MA PRODUCTIEDRAMATURGIE THEATER/DANS CURSORISCH VERPLICHT (30 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina ACTUELE THEATER- EN DANSPRAKTIJK IN NEDERLAND 7, MAKING SENSE: NEW THEORY FOR NEW THEATRE & 7, DANCE THEORIE VAN DE PRAKTIJK: THEATRALE 7, MAAKPROCESSEN WHO'S AFRAID OF REPRESENTATION? POLITICAL BODIES, THEATRICAL PERFORMANCES 7,

14 2.3 Cursusbeschrijvingen ACTUELE THEATER- EN DANSPRAKTIJK IN NEDERLAND Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Inhoud: Deze cursus vervangt Actuele ontwikkelingen in de theater- en danspraktijk ( ). De cursus biedt een globaal overzicht over actuele thema's, ontwikkelingen en trends in de theater- en danspraktijk van Nederland. Daartoe worden twee zogenaamde trendwatchers uitgenodigd, een voor theater en een voor dans, die in gastcolleges hun mening geven over die ontwikkelingen. Daarnaast wordt literatuurstudie verricht naar een drietal jaarlijks wisselende specifieke onderwerpen. Voor dit jaar gaat het om de aard van de behoefte aan engagement in het theater, om de manier waarop het publiek kan worden benaderd en hoe begrippen als traditie en vernieuwing worden gebruikt in het discours over de theater- en danspraktijk. In het seminar wordt een door de studenten zelf gekozen thema publiekelijk uitgediept. Ook komen in de cursus dramaturgische vaardigheden aan de orde, zoals het kritisch oordelen over een toneel- of dansvoorstelling, het leggen van verbanden tussen algemene maatschappelijke discoursen en ontwikkelingen in de theater- en danspraktijk, het communiceren met mensen uit de praktijk, het organiseren van publieke activiteiten ten behoeve van voorlichting en meningsvorming, het verzorgen van publiciteit, et cetera. Cursusdoelen: Het verwerven van grondige kennis van de actuele voorstellingspraktijk van theater en dans in Nederland en de daarmee samenhangende discoursen. Het ontwikkelen van een eigen mening over die praktijk en deze in het openbaar kunnen formuleren. Het aanleren van enkele dramaturgische vaardigheden. Contactpersoon: Docenten: dr. W.J. Hildebrand dr. W.J. Hildebrand Opmerking: HKU docent H. Dörr zal bij een aantal colleges betrokken zijn Feedback: Mondeling na referaten en seminar en schriftelijk bij nota Bereikbaarheid: Op afspraak dr. E.M.M. Wildschut Bereikbaarheid: Op afspraak 15

15 Werkvormen: Seminar Werkcollege 1 x per week 3 uur Toetsen: Nota (50 pt.) Opdracht(en) (20 pt.) Referaat (30 pt.) Toelichting: Seminar 1 x 3 uur in week 7 Werkcollege In de werkcolleges worden deskundigen uit de praktijk uitgenodigd hun visie te geven op recente ontwikkelingen in de theater & danspraktijk, wordt literatuur besproken en wordt ingegaan op theater- en dansvoorstellingen. Studenten houden referaten, vervullen kleine opdrachten en er wordt gediscussieerd. Het seminar betreft een openbare confrontatie met deskundigen uit de theater- en/of danspraktijk voor een geïnteresseerd publiek, inhoudelijk en organisatorisch voorbereid door de studenten. Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Werkcolleges: voorstellingen bezoeken, literatuur bestuderen en referaten voorbereiden. Seminar: gezamenlijk vaststellen thema en vorm van de praktijkconfrontatie, kiezen van praktijkdeskundigen, overleg met deskundigen over inhoud en vorm, aantrekken geïnteresseerd publiek, productionele activiteiten zoals planning, begroting, etc. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Vaststellen thema van seminar en soort praktijkconfrontatie. Inhoudelijke, organisatorische en productionele taken ter voorbereiding van seminar op basis van zelf gemaakte taakverdeling. In samenwerking met een docent van de HKU wordt de dramaturgie van dit openbare moment ontwikkeld. Deadlines: Nota Referaten in week 4-6. Opdrachten: organisatie seminar in week 7. Nota inleveren aan eind van week 8. Wat wordt er beoordeeld: Nota De vorming van een eigen mening aan de hand van verdiepte kennis van en inzicht in de actuele theater- en danspraktijk in Nederland. Beheersing van dramaturgische vaardigheden, zoals relevante thema's kiezen en bijbehorend materiaal verzamelen, praktijkdeskundigen uitnodigen en samen met hen een seminar opzetten, publiek werven, schriftelijk of mondeling presenteren in het openbaar. Beheersing van academische vaardigheden als literatuurreferaat houden, discussiëren en rapporteren. Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Kosten: EUR 100,00 16

16 EINDWERKSTUK PRODUCTIEDRAMATURGIE Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 3, 4 Cursustype: Master thesis Voertaal: Opmerking: Nederlands Uitsluitend toegankelijk voor studenten MA Theaterwetenschap tracé Productiedramaturgie. Inhoud: De inhoud van het eindwerkstuk is een verwerking van de in de opleiding tot dan toe opgedane inzichten en vaardigheden, inclusief de inzichten en ervaringen opgedaan in de stage. De opdracht eindwerkstuk stelt de student in staat de eigen dramaturgische opvattingen en signatuur in functie van de beroepspraktijk te formuleren. De student krijgt daartoe de gelegenheid zelfstandig een complexe dramaturgische vraagstelling te formuleren, te onderzoeken en te presenteren. Deze dramaturgische vraagstelling dient relevant te zijn voor zijn/haar beroepstoekomst als aankomend productiedramaturg. De student geeft middels zijn/haar Eindwerkstuk antwoord op de ten behoeve van het tracé Productiedramaturgie geformuleerde individuele onderwijsvraag. Cursusdoelen: De student leert zijn eigen dramaturgische opvattingen en signatuur met het oog op zijn/haar toekomstige beroepspraktijk te verwoorden en schriftelijk en mondeling te presenteren. De student leert een eigen onderzoek - gericht op een complexe relevante dramaturgische vraagstelling - te ontwerpen, uit te voeren en daarover te communiceren. De student verwerft relevante dramaturgische kennis en inzicht en leert die toegankelijk te communiceren met collega's. medestudenten en docenten. Contactpersoon: Docenten: drs. E.F. Dieho Docent(en) van de vakgroep Opmerking: in samenwerking met docenten HKU Feedback: Mondeling en schriftelijke beoordeling drs. E.F. Dieho Feedback: Mondeling en schriftelijke beoordeling Bereikbaarheid: via de 17

17 Werkvormen: Individueel Toetsen: Opdracht(en) (20 pt.) Referaat (30 pt.) Verslag (50 pt.) Toelichting: Individueel Als afstudeeronderdeel van het tracé Productiedramaturgie binnen de Master Theaterwetenschap doet het Eindwerkstuk een groot beroep op het kunnen toepassen van dramaturgische kennis en inzichten, met betrekking tot de vorm van theater- of dansdramaturgie in het interessegebied, en tevens op het vermogen om zelfstandig, flexibel en zelfreflexief het gevraagde onderzoek te kunnen ontwerpen, uitvoeren en middels het eindwerkstuk en presentatie daarover te rapporteren. Voorbereiding bijeenkomsten: Individueel Het combineren van diverse onderzoeksmethoden: onder meer literatuur- en bronnenstudie, veldonderzoek (observatie, interview e.d.). Het vertalen van de onderzoeksresultaten in een dramaturgisch essay. Het vertalen van de onderzoeksresultaten in een vorm, passend bij het onderzoek en de individuele signatuur van de student als aankomend productiedramaturg. Bijdrage aan groepswerk: Individueel N.v.t. Deadlines: Opdracht(en) Opdracht 1: 1.a Onderzoeksontwerp week 2 1.b Tussenrapportage week 4 Opdracht 2: Eindwerkstuk 2 weken voor einde cursus Opdracht 3: Presentatie in laatste 2 weken van de cursus Wat wordt er beoordeeld: Opdracht(en) De student leert zijn eigen dramaturgische opvattingen en signatuur met het oog op zijn/haar toekomstige beroepspraktijk te verwoorden en schriftelijk en mondeling te presenteren. De student leert een eigen onderzoek - gericht op een complexe relevante dramaturgische vraagstelling - te ontwerpen, uit te voeren en daarover te communiceren. De student verwerft relevante dramaturgische kennis en inzichten en leert die te communiceren met theatermakers, medestudenten en docenten. Verplicht studiemateriaal: Diverse - Nader bekend te maken Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 100,00 (Nader bekend te maken) 18

18 MAKING SENSE: NEW THEORY FOR NEW THEATRE & DANCE Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: English Inhoud: In 'Post Dramatic Theatre,' Lehmann observes during recent decades Western European theatre has been characterized by a general development away from drama as a means to structure theatrical performance. This development manifests itself through: the profound changes in the various ways that theatrical means are deployed to construct performances, in increased interdisciplinarity, in new hybrid forms, and in radical changes in the address presented by performances to their audiences. These changes, Lehmann argues, have to be understood in the context of larger cultural historical developments that have changed the ways we experience, think and make meaning. In this course, we will discuss a series of theoretical approaches and discuss their potential for the new theatre. What kind of answers do these approaches offer for the questions posed by new developments onstage? How do these theoretical approaches relate to the perspective presented by Lehmann? How might they be used to put Lehmann in perspective? Cursusdoelen: The aim of this course is to present an introduction to theoretical approaches useful for the analysis, interpretation and critical evaluation of contemporary theatre & dance. Contactpersoon: Docenten: dr. M.J. Kattenbelt prof. dr. M.A. Bleeker Feedback: During teaching hours. By appointment. Bereikbaarheid: By . dr. M.J. Kattenbelt Feedback: During teaching hours. By appointment. Bereikbaarheid: By . 19

19 Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 4 uur Toetsen: Essay (Essay tentamen; 20 pt.) Essay tentamen (20 pt.) Paper (60 pt.) Toelichting: Werkcollege This course presents an introduction to recent theoretical developments that may be useful in the analysis and interpretation of contemporary theatre & dance. Our starting point will be Hans-Thies Lehmann's Post Dramatic Theatre (first two meetings). Each following session will center around one particular theoretical concept or set of concepts (visuality, corporeality, performativity, intermediality, interculturality, deconstruction) which are useful for the analysis of new theatre & dance. Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Students will study a selection of theoretical texts before each meeting. During the session, we will discuss the implications, possibilities and complications of the concept under review. Two short essays and a paper will be required from each student, demonstrating understanding of the texts and the ability to relate the arguments made in these texts to examples from recent theatre or dance practice. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Active participation in discussion. Deadlines: Essay tentamen Het gaat hier om een essay-tentamen. Essay tentamen The assignment for Essay Tentamen 1 will be handed out at the end of the second session. Essay 1 is due one week later, and must be handed in prior to session 3. Essay Tentamen 2 will be handed out at the end of session 4. Essay 2 is due one week later, and must be handed in prior to session 5. The final paper is due the last day of the block. Wat wordt er beoordeeld: Essay tentamen Essay Tentamen 1 will consist of one or more questions regarding Lehmann's "Post Dramatic Theatre."Essay Tentamen 2 will be cover a recent theatre or dance performance which will be discussed within the context of Lehmann s argument. In the final paper, students will select one or more of the theoretical perspectives discussed during the course as the basis from which analyze and/or interpret a recent theatre or dance performance. Verplicht studiemateriaal: Boek - Hans-Thies Lehmann. Postdramatic Theatre. London and New York: Routledge, 2006.Freda Chapple and Chiel Kattenbelt. Intermediality in Theatre and Performance. Amsterdam: Rodopi, Maaike Bleeker, Lucia van Heteren, Chiel Kattenbelt en Kees Vuyk. Theater Topics 1: Multicultureel Drama? Amsterdam: Amsterdam University Press Reader - Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 100,00 20

20 MASTER SCRIPTIE THEATERWETENSCHAP Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 15 Code: Niveau: M Periode: blok 3-4 Cursustype: Master thesis Voertaal: Opmerking: Nederlands Alleen voor studenten MA THE. Ingangseisen: THE-RECENTE ONTW. (M) en THE-ONTW. THEATERPRAKTIJK Inhoud: Dit onderdeel vervangt twee oude onderdelen, te weten Oriëntatie op de beroepspraktijk ( ) en Reflectie op de beroepspraktijk ( ). De MA-scriptie maakt samen met de MA-stage deel uit van het afstudeerproject van de MA Theaterwetenschap. Studenten werken aan een eigen onderzoek op het gebied van de Theaterwetenschap, bespreken methodologische kwesties met de begeleider, zetten een onderzoeksplan op en formuleren een vraagstelling. Vervolgens verzamelen zij relevante literatuur, voeren het onderzoek uit en rapporteren de resultaten in de vorm van een scriptie, waarbij ook het plaatsen van het onderzoek in een bredere context een belangrijke rol speelt. Cursusdoelen: Student kan zelfstandig een beperkt onderzoek op het gebied van de Theaterwetenschap opzetten en uitvoeren en hierover op een adequate manier en volgens academische normen rapporteren. Contactpersoon: Docenten: dr. M.J. Kattenbelt dr. M.J. Kattenbelt Feedback: Individuele mondelinge feeback tijdens afspraken met de begeleidende docent Bereikbaarheid: via en telefoon Werkvormen: Individueel (+0, +1) Toetsen: Scriptie Toelichting: Individueel Contacturen op afspraak. Voorbereiding bijeenkomsten: Individueel Studenten werken aan eigen onderzoek. Zij maken een opzet, verzamelen literatuur, voeren het onderzoek uit en rapporteren daarover. Bijdrage aan groepswerk: Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Scriptie Vermogen om zelfstandig een beperkt onderzoek op te zetten en uit te voeren. Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 21

21 SEMINAR THEATER- OF DANSDRAMATURGIE Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 3-4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Inhoud: De cursus beoogt een verbreding en verdieping te geven van kennis en inzicht in de actuele theater- of dansdramaturgische praktijk. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar de actuele ontwikkeling van het beroep van de theater- of dansdramaturg, ook beschouwd vanuit historische context. De student oriënteert zich middels literatuur- en bronnenstudie, aangevuld met onderlinge uitwisseling van dramaturgische vraagstukken naar aanleiding van de stages. De student is verantwoordelijk voor de invulling en organisatie van één van de seminars. Deze seminars sluiten aan bij de individuele onderwijsvragen, de stagepraktijk en de fascinaties van de studenten. In kleine teams samenwerkend nodigen studenten een gast uit die werkzaam is in de dramaturgische praktijk in het veld naar voorkeur. Dat is een dramaturg, of een regisseur of choreograaf, die voor de dramaturgie van zijn maakproces zeer nauw samenwerkt met een dramaturg. Voor deze seminars formuleren de studenten een heldere vraagstelling en kiezen daarbij een op de inhoud toegesneden vorm (interview, masterclass enz.). Van het seminar wordt schriftelijk verslag gedaan, geschikt voor opname in de database Theaterdramaturgie.Bank. Alle studenten leveren een actieve bijdrage aan alle seminars. Cursusdoelen: De student verwerft kennis en inzicht in de actuele dramaturgische praktijk. De student leert zijn eigen dramaturgische fascinatie in context van de opleiding en de toekomstige beroepspraktijk te verwoorden. De student kan een seminar inhoudelijk en organisatorisch voorbereiden, daaraan bijdragen en documenteren. De student verwerft nieuwe relevante dramaturgische inzichten en leert die toegankelijk te communiceren met collega's, medestudenten en docenten. Contactpersoon: Docenten: dr. E.M.M. Wildschut drs. L.W. Groot Nibbelink Feedback: Mondelinge en schriftelijke beoordeling Bereikbaarheid: Per dr. E.M.M. Wildschut Feedback: Mondelinge en schriftelijke beoordeling Bereikbaarheid: Per 22

22 Werkvormen: Seminar (+0, +1) 1 x per week 3 uur Toetsen: Opdracht(en) 1 (30 pt.) Opdracht(en) 2 (30 pt.) Verslag (40 pt.) Toelichting: Seminar De cursus bestaat uit een serie seminars, waarbij telkens een dramaturg, regisseur of choreograaf centraal staat. De student maakt een keuze voor theater of dans en bereidt één van de seminars inhoudelijk en organisatorisch voor. Voorbereiding bijeenkomsten: Seminar Literatuur- en bronnenstudie m.b.t. de dramaturgische praktijk, tevens bezoek van repetities en/of voorstellingen. Bijdrage aan groepswerk: Seminar Seminarvoorstel, uitvoering en documentatie, reflectie, actieve werkhouding. Deadlines: Opdracht(en) 1 1. Voorstel seminar: week 3, blok 32. Documentatie en uitvoering seminar: blok 43. Reflectieverslag: week 6, blok 4 Wat wordt er beoordeeld: Opdracht(en) 1 Verdiepte kennis en inzicht in de actuele dramaturgische praktijk. Het verwoorden van de eigen dramaturgische fascinatie in context van opleiding en beroepspraktijk. Het inhoudelijk en organisatorisch voorbereiden en documenteren van een seminar, het participeren in seminars. Het verwerven van relevante dramaturgische inzichten en het adequaat communiceren daarvan met betrokkenen. Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 100,00 23

23 STAGE MA PRODUCTIEDRAMATURGIE THEATER/DANS Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 15 Code: Niveau: M Periode: blok 3, 4 Cursustype: Stage Voertaal: Opmerking: Nederlands Uitsluitend toegankelijk voor studenten MA Theaterwetenschap tracé Productiedramaturgie (MCW). Inhoud: Deze cursus vervangt de cursus Extern Theatraal Praktijkproject ( ). De stage productiedramaturgie ligt binnen het interessegebied van de student (theatervorm, type dramaturgie, profiel dramaturg). In een professioneel maakproces extern de Opleiding vervult de student de functie van (assistent-)dramaturg of regie-assistent met dramaturgische taken. De stage productiedramaturgie richt zich op (1) het kritisch en creatief onderzoeken van het maakproces (2) het leveren van dramaturgische bijdragen aan het maakproces (3) het presenteren van dramaturgische bevindingen en het communiceren daarover met de betrokkenen waaronder de stagebegeleider en met de stagedocent. Cursusdoelen: Vanuit zijn interesse, kennis en vaardigheden leert de student dramaturgisch te handelen ten dienste van een maakproces. De student verwerft inzicht in de gevoerde productiedramaturgie en in het handelen van de dramaturg ervan (indien aanwezig). De student doet ervaring op met het functioneren als productiedramaturg. De student leert contacten toe te voegen aan zijn/haar netwerk in de theaterpraktijk met het oog op een toekomstige beroeps-uitoefening als productiedramaturg. Contactpersoon: Docenten: drs. E.F. Dieho drs. E.F. Dieho Feedback: Mondelinge en schriftelijke beoordeling Bereikbaarheid: Per mail 24