STUDIE IN WELKE CIJFERS?
|
|
- Sandra Bauwens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport STUDIE IN WELKE CIJFERS? Analyses 1cijferHO voor de evaluatie van SIC 2016 Augustus
2 COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade GM Amsterdam Rapportnummer 2016/DSICEVA16 Datum Augustus 2016 Opdrachtgever Studiekeuze123 Auteur(s) Jurriaan Berger Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Studie in welke cijfers? Colofon
3 INHOUDSOPGAVE Managementsamenvatting Inleiding Aanleiding voor het onderzoek Doelen van het onderzoek Aantal eerstejaars Huidige definitie Kenmerken eerstejaarsgroep Onechte eerstejaars: premasters en KOM-studenten Moment van instroom: wanneer ben je eerstejaars? Joint degrees en gezamenlijke propedeuses/brede bachelors Vooruitblik: het aantal eerstejaars als noemer Adviezen op een rij Doorstroom naar het tweede jaar Huidige definitie Wo: waarom een andere groep eerstejaars? Hbo en wo: waarom alleen hoofdinschrijvingen ho? Gevolgen van deze adviezen Nogmaals gemeenschappelijke propedeuse/brede bachelors Nogmaals joint degrees Adviezen op een rij Behaalde diploma s Huidige definitie Parallel-eerstejaars Drie sets alternatieven Welke diploma s? Schommelingen en samenvoegen Adviezen op een rij Doorstuderen na de bacheloropleiding Huidige definitie Doorstudeercijfers hbo en wo Hbo: definitie aanpassen? Wo: doorstudeercijfer tonen? Adviezen op een rij Studie in welke cijfers? Inhoudsopgave
4 HOOFDSTUK Managementsamenvatting Studie in welke cijfers? Managementsamenvatting 4
5 Managementsamenvatting In opdracht van Studiekeuze123 heeft I&O Research analyses uitgevoerd op het 1cijferHO-bestand. Dit bestand, afkomstig van DUO, bevat alle inschrijfgegevens in het (bekostigd) hoger onderwijs, en wordt als basis gebruikt voor vier gegevens die in Studie in Cijfers (en dus op alle studiebijsluiters in het hoger onderwijs) te vinden zijn: aantal eerstejaars percentage doorstroom van eerste naar tweedejaars percentage dat diploma behaalt (in het hbo) percentage dat doorstudeert na de opleiding Achter deze gepubliceerde cijfers zitten verschillende definitiekeuzes, en Studiekeuze123 vroeg I&O in het kader van de lopende (zelf)evaluatie van Studie in Cijfers te analyseren wat de gevolgen van andere keuzes zouden zijn op de cijfers, en te adviseren over eventuele betere keuzes die hierin gemaakt kunnen worden. In dit rapport zijn voor ieder van deze punten analyses en alternatieven doorgerekend. Op basis hiervan zijn adviezen opgesteld. Het belangrijkste uitgangspunt is steeds geweest: zo dicht mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van de studiekiezer. Dat kan als volgt vertaald worden in de vragen die deze gegevens moeten beantwoorden: Hoe groot is de groep met wie ik straks als eerstejaars in de collegebanken zit? Welk deel van die groep eerstejaars zie ik na de zomer als tweedejaars terug? Welk deel van die groep eerstejaars is het gelukt om nominaal of met een beetje vertraging een diploma te behalen? Welk deel van degenen met een diploma studeert verder? De belangrijkste adviezen om hier beter bij aan te sluiten zijn als volgt. Aantal eerstejaars Maak in principe geen onderscheid in de eerstejaarsgroep naar vooropleiding of directe/indirecte instroom, hou dus de huidige definitie aan, op een paar kleine correcties (februari-instroom, andere manier van berekenen van eerstejaars in joint degrees). Een belangrijke uitzondering: premasters. Om het aantal eerstejaars die een studiekiezer straks in de collegezaal ziet beter te benaderen, is het raadzaam de premasters buiten beschouwing te laten. Premasterstudenten (die een hbo-bachelordiploma hebben) volgen een programma van een half tot een jaar dat voorbereidt op een wo-master, en zullen niet of nauwelijks bij de echte eerstejaars in de collegezaal aansluiten. Het advies is daarom: verminder voor alle bacheloropleidingen in het wo het aantal eerstejaars met het aantal dat hbo-bachelor als hoogste vooropleiding heeft, als benadering voor het aantal premasterstudenten die onechte eerstejaars zijn. Een verfijning van het aantal échte eerstejaars kan plaatsvinden als instellingen een dekkend register bijhouden van naadloze doorstroomopties : overstappen van (meestal) een breed eerste jaar van opleiding x naar een smaller tweede jaar van opleiding y, waarbij alle studiepunten van x meegenomen worden. (In tegenstelling tot switches, waarbij iemand opnieuw begint in een eerste jaar en dus wél terecht opnieuw als eerstejaars geteld wordt.) De groep die overstapt en in het 2 e jaar in y terecht komt zal niet bij de eerstejaars van y in de collegebanken zitten, en moeten dus als onechte eerstejaars buiten beschouwing gelaten worden. Studie in welke cijfers? Managementsamenvatting 5
6 Doorstroom naar tweede jaar Om goed aan te sluiten bij de manier waarop een studiekiezer de informatie over doorstroom en diploma s zal lezen, is het advies om de groep eerstejaars zoals hierboven beschreven als basis (noemer) te gebruiken voor de percentages doorstroom naar het tweede jaar. Dit sluit het beste aan bij het doel van Studie in Cijfers: inzicht geven aan studiekiezers. In het geval van gemeenschappelijke propedeuses, als het genoemde overzicht beschikbaar is, is het advies om de eerste- én tweedejaars van alle betrokken opleidingen mee te tellen in één doorstroompercentage. Percentage gediplomeerden Op precies dezelfde manier als de doorstroom naar het tweede jaar is het advies om als noemer een groep eerstejaars te gebruiken zoals gedefinieerd. Dit sluit aan bij de beleving van de studiekiezer: welk deel van degenen met wie ik in het eerste jaar in de collegebanken zit heeft na x jaar een diploma behaald? Delen door tweedejaarscohorten (met een beperkte selectie uit vooropleidingen) kan vanuit verantwoordings-/rendements-oogpunt verdedigbaar zijn, maar is in deze context verwarrend. Om de diploma s van (verwante en minder verwante) switches ook mee te tellen is het advies voor de teller: laat alle behaalde diploma s (in hbo: hbo-bachelor en hoger, in het wo: wo-bachelor en hoger) meetellen. Dit kan dus het diploma van de gestarte opleiding zijn, maar ook een diploma dat behaald is na een switch. Handhaaf daarbij de huidige periode van nominaal + 1 jaar, zodat als de switcher nominaal loopt na de switch deze meegeteld wordt. Rapporteer niet (evenals bij aantallen eerstejaars en doorstroom naar tweede jaars) over de allerkleinste groep opleidingen, d.w.z. 10 eerstejaars of minder. In de rapportage over de iets grotere groep (11-30 studenten) is het advies om twee cohorten bij elkaar te nemen en het gemiddelde diplomapercentage te rapporteren. Zo kunnen de hevigste schommelingen in percentages worden gedempt. Doorstuderen na de opleiding In aansluiting bij de studiebijsluiters in het hbo adviseren we dat ook over het wo doorstudeercijfers worden gepresenteerd, op een zelfde manier. Voor een aanzienlijk deel in het wo is de doorstroom van bachelor naar master zeer hoog (>95%). Maar voor een kwart van de opleidingen is dit minder dan 81%. Dit getal kan dus wel degelijk informatief zijn in het wo. Studie in welke cijfers? Managementsamenvatting 6
7 1 HOOFDSTUK Inleiding Studie in welke cijfers? Inleiding 7
8 1. Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek Onder de naam Studie in Cijfers (SIC) publiceert Studiekeuze123 jaarlijks een groot aantal studiebijsluiters. Deze bijsluiters zijn bedoeld voor studiekiezers die zich afvragen welke opleiding en welke locatie het beste bij hen past. Door gestandaardiseerde informatie aan te bieden zijn opleidingen goed met elkaar te vergelijken. Het gebruik van deze cijfers is de afgelopen jaren sterk toegenomen, wat de behoefte aan goed gekozen vergelijkingsinformatie onderstreept. Bij Studie in Cijfers kan uiteraard de vraag bovenkomen: welke cijfers? Welke gegevens worden gepresenteerd, en hoe worden die gegevens precies gedefinieerd? Deze vragen spelen op de achtergrond bij de lopende (zelf)evaluatie van Studie in Cijfers. Studiekeuze123 houdt de huidige gegevensset kritisch tegen het licht in het kader van de doelstelling: zo bruikbaar mogelijk zijn voor de studiekiezer. Ondersteunend aan die evaluatie is I&O Research gevraagd om analyses uit te voeren op het 1cijferHObestand. Dit bestand wordt namelijk gebruikt voor vier van de zeven gegevens die op de studiebijsluiter worden getoond: aantal eerstejaars doorstroompercentage naar het tweede jaar percentage gediplomeerden na (nominaal+1) jaar doorstuderen na de opleiding (alleen in het hbo) De analyses moeten leiden tot adviezen over de te volgen koers: welke definitie kan het beste worden gebruikt, gegeven het doel om maximaal bruikbaar te zijn voor de studiekiezer? Dit onderzoek is gebaseerd op een offerte die is geaccepteerd door Studiekeuze123 en een conceptanalyseplan dat is beoordeeld en geannoteerd door Studiekeuze Doelen van het onderzoek Het doel van de analyses is: adviseren over de definities op de vier genoemde punten (aantal eerstejaars, doorstroom 2 e jaar, gediplomeerden, doorstuderen), en wel zo dat de besluitvorming van Studiekeuze123 over SIC er het meeste bij geholpen is. Dat leidt per thema tot de volgende subdoelen, zoals geformuleerd in de offerte die ten grondslag ligt aan dit onderzoek. 1 Verschillende varianten van de definitie voor aantal eerstejaars naast elkaar zetten (aantallen per combinatie van opleiding en locatie). Adviseren over de mate waarin deze cijfers de ervaring in de collegezaal benaderen, en in hoeverre deze definitie te gebruiken is als basis voor de percentages doorstroom en diploma s. De verschillende varianten omvatten tenminste de punten waarop de hbo- en wo-definitie verschillen, namelijk welke vooropleidingen wel/niet meenemen (en met hoeveel tussenjaar ), en verder: hoe om te gaan met pseudo-eerstejaars (premasters/hbo-schakelprogramma s, KOM-studenten) hoe om te gaan met joint degrees en brede bachelors 2 Adviseren over een optimale definitie voor doorstroom naar het tweede jaar. Welke studenten tellen mee als doorstromers, zoals ervaren door studenten zelf: wie van de mede-eerstejaars zie je een jaar later terug bij de tweedejaarsvakken? Daarbij is in ieder geval aandacht voor: studenten die bij meerdere opleidingen ingeschreven stonden en voor één daarvan kiezen tussenjaren tússen eerste en tweede jaar verwante opleidingen Studie in welke cijfers? Inleiding 8
9 3 Adviseren over de definitie van diplomarendement voor bachelors in het hoger onderwijs: na hoeveel jaar meten we? Binnen welk domein moet het diploma behaald zijn: geheel ho, alleen hbo of wo, eigen opleiding? Wat gebruiken we als noemer voor het percentage: eerstejaars, tweedejaarsdoorstroom of iets anders? Welke soort rendement is het meest inzichtelijk voor de studiekiezer: inclusief of exclusief kronkelpaadjes (switches) in het hoger onderwijs? Daarbij nemen we in ieder geval mee: de invloed van verschillende noemers (welke eerste- of tweedejaars) rendement na nominaal, nominaal+1 jaar, +2, +3 onder welke ondergrens (aantal gediplomeerden? aantal studenten in noemer?) kunnen verschillende opleidingen of jaren het beste worden samengevoegd? kunnen we tot één definitie voor het hele hoger onderwijs komen? 4 Adviseren over de wenselijkheid om ook voor het wo doorstudeercijfers te presenteren, analoog aan de definitie in het hbo. We bezien daartoe in ieder geval: de doorstroom vanuit hbo-b en wo-b naar andere soorten opleidingen in het ho (niet alleen de route omhoog naar masteropleidingen) het verschil tussen directe doorstroom en doorstroom met een gat Het vervolg van dit rapport behandelt per hoofdstuk steeds één van deze vier punten, in de hier gepresenteerde volgorde: aantal eerstejaars, doorstroom naar tweede jaar, diplomarendement en doorstuderen. In de hoofdstukken worden samenvattende tabellen gegeven. Alle analyses die zijn uitgevoerd gaan (tenzij anders vermeld) over bacheloropleidingen, en over voltijds studenten (geen extranei, geen deeltijds of duale studenten). Studie in welke cijfers? Inleiding 9
10 2 HOOFDSTUK Aantal eerstejaars Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 10
11 2. Aantal eerstejaars 2.1 Huidige definitie Het getal dat SIC nu als aantal eerstejaars presenteert is het aantal studenten dat voor de eerste keer is ingeschreven in die combinatie van opleiding en instelling op de peildatum (1 oktober). Technischer, in termen van het 1cijferHO-bestand: het gaat om alle voltijds studenten die eerstejaars zijn én een hoofdinschrijving hebben (dus exclusief uitwisselingsstudenten en dubbel ingeschrevenen) in het domein opleiding x instelling, weergegeven naar locaties (vestigingscodes). Daarnaast geeft SIC de landelijke gemiddeldes per opleiding (dus los van instelling) voor alle combinaties van locatie en opleiding die bij Studiekeuze123 bekend zijn. NB Dit is een andere definitie dan die op dit moment gebruikt wordt als noemer bij doorstroom naar het tweede jaar en diploma binnen x jaar ; daarover meer in de volgende twee hoofdstukken. 2.2 Kenmerken eerstejaarsgroep 2015 Om een indruk te krijgen van de achtergrond van de huidige groep eerstejaars (2015) 1 zoals gedefinieerd, geven de volgende tabellen voor de groep eerstejaars de hoogst behaalde diploma s vóór de huidige opleiding, apart voor hbo en wo. Naast de aantallen en aandelen is vermeld hoeveel per groep indirect instromen, d.w.z. bij welk deel een of meer jaar zijn verstreken tussen het behalen van het diploma van de vooropleiding en het instromen in de huidige opleiding. Tabel 2.1 Eerstejaars hbo 2015 naar hoogst behaalde diploma HOOGST BEHAALDE VOOROPLEIDING AANTAL % INSTROOM INDIRECT % DEZE INSTROOMGROEP vmbo 29 0,0% 27 93,1% havo ,4% ,5% vwo ,6% ,6% mbo ,5% ,3% hbo-p (switcher) ,8% ,2% wo-p (switcher/afstromer) 229 0,2% ,0% hbo-ad (hogerejaars instroom) 128 0,1% 14 10,9% buitenlands/colloq.doct./etc ,4% ,6% hbo-ba of hoger (2e studie) ,1% ,4% onbekend ,8% nvt totaal ,0% 1 Daarbij is het complete bestand eerstejaars geanalyseerd, dus ook voor bacheloropleidingen die niet gekoppeld zijn aan een Studiekeuze123-opleidingsID. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 11
12 Tabel 2.2 Eerstejaars wo 2015 naar hoogst behaalde diploma HOOGST BEHAALDE VOOROPLEIDING AANTAL % INSTROOM INDIRECT % DEZE INSTROOMGROEP vmbo-havo-mbo 240 0,4% ,4% vwo ,8% ,0% hbo-p of -Ad ,9% ,3% hbo-ba (deels ónecht': premaster) ,9% ,0% wo-p (switcher) ,5% ,5% buitenlands/colloq.doct./etc ,9% ,1% wo-ba of hoger (2e studie) ,2% ,8% onbekend ,5% nvt totaal ,0% We zien dat de instroom verre van homogeen is: naast de traditionele routes havo-hbo en vwo-wo komt een derde (wo) tot de helft (hbo) langs andere wegen binnen. Een deel van die routes speelt zich af binnen het hoger onderwijs: de switchers en doorstromers. Als switchers een propedeuse hebben is dat zichtbaar in de tabel hierboven. Maar als zij geen propedeuse hebben behaald zijn de switchers in dit overzicht niet te onderscheiden van degenen die na het voortgezet onderwijs een tussenjaar hebben gedaan. Ook in de collegebanken zullen switchers opnieuw moeten beginnen in jaar 1 van hun tweede opleiding. Het advies over de factor vooropleiding is dan ook: sluit geen vooropleiding bij voorbaat uit. Er is één uitzondering (premasters) die we in paragraaf 2.3 behandelen. Als we de echte tussenjaren tussen vo en ho willen isoleren, beschouwen we daarom de eerstejaars die geen ho-geschiedenis hebben. Daar zien we de volgende aantallen naar diplomajaar voor de meest gangbare routes havo-hbo en vwo-wo. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 12
13 Tabel 2.3 Tussenjaren voor routes havo-hbo en vwo-wo, eerstejaars in domein ho 2015 AANTAL % hbo vanuit havo (excl. switchers) diplomajaar: 2014 (directe doorstroom) ,2% 2013 (1 tussenjaar) ,1% (2-3 tussenjaren) 621 1,5% t/m 2010 (>3 tussenjaren) 489 1,2% wo vanuit vwo (excl. switchers) diplomajaar: 2014 (directe doorstroom) ,7% 2013 (1 tussenjaar) ,4% (2-3 tussenjaren) 146 0,5% t/m 2010 (>3 tussenjaren) 132 0,4% Het aantal eerstejaars dat een tussenjaar genomen heeft is dus 5% in het wo en 7% in het hbo. Daarbij zou de hbo-groep overigens ook een of meer studiejaren in het mbo gevolgd kunnen hebben (wat niet te zien is in het 1cijferHObestand als er geen diploma behaald is). Ook over directe versus indirecte instroom is het advies: neem beide groepen mee in de telling van het aantal eerstejaars. Immers, welke route de eerstejaars ook genomen heeft, hij/zij zal in principe gewoon met andere eerstejaars in de collegezaal belanden. Twee opleidingen tegelijk Tot slot analyseren we de eerstejaars die aan meerdere opleidings-instellingscombinaties tegelijk eerstejaars zijn. Als we de joint degrees (zie paragraaf 2.5) buiten beschouwing laten, is in het hbo 0,7% (835 studenten) en in het wo 1,5% (887) dubbel ingeschreven. Dit is een kleine groep, en hoewel een student slechts in één collegezaal tegelijk kan zitten, is het niet te bepalen in wélke van de 2 opleidingen dat zal zijn. Bovendien kunnen opleidingen met beperkte aantallen contacturen wel degelijk gecombineerd worden. Het advies over de dubbele gevallen op het niveau opleiding x instelling is dan ook: tel deze gewoon mee als eerstejaars in beide opleidings-instellings-combinaties. Uitzonderingen zijn joint degrees, zie paragraaf Onechte eerstejaars: premasters en KOM-studenten Premasters Het eerste punt dat opvalt bij de huidige definitie: er wordt geen onderscheid gemaakt naar voorgeschiedenis. Iedereen die instroomt wordt als eerstejaars gezien. Gegeven het doel aansluiten bij de ervaring in de collegezaal kan dat in het wo tot een behoorlijke vertekening leiden, als gevolg van de premasters. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 13
14 Premasters zijn schakeltrajecten, die universiteiten verplicht stellen voor hbo-bachelor-afgestudeerden die een wo-masteropleiding willen gaan doen. Deze groep studenten zal zich niet (of nauwelijks, wellicht voor een enkel vak) mengen met de reguliere eerstejaars: zij volgen een beperkt programma (30-60ECTS, 0,5-1 studiejaar), en sluiten dit traject niet af met een bachelordiploma. Als we bedenken dat het hoofddoel is: aansluiten bij de ervaring in de collegezaal, dan lijkt het wenselijk om deze groep premasters eruit te halen. Dit is echter niet eenvoudig, om twee redenen: 1 niet alle premasters worden als reguliere bachelorstudent ingeschreven: sommige universiteiten doen dit wel, andere niet 2 er is geen apart vlaggetje in het 1cijferHO-bestand dat aangeeft wie wel en niet een premaster doet. Áls een premaster in het bestand zit, is deze niet a priori van een gewone eerstejaars te onderscheiden. Ad 1 Uit correspondentie met Studielink (dat centrale inschrijvingen in het hoger onderwijs verzorgt) en DUO (beheerder van 1cijferHO) komt het volgende beeld naar voren. Opleidingen en instellingen hebben de vrijheid om al of niet voor een centrale inschrijving voor premasters (en daarmee in 1cijferHO) te kiezen. De VSNU adviseert de universiteiten dit eenduidig vorm te geven, maar dat is nog niet de praktijk. Dit is duidelijk te illustreren met de volgende tabel. Die geeft aan welk deel van de masterstudenten 2015 met een hbo-bachelor-diploma in de jaren ervoor een wo-bachelorinschrijving heeft gehad. Voor die groep (met wo-b-inschrijving) geldt dat het waarschijnlijk premasters geweest zijn. En dit aandeel verschilt sterk per universiteit: Tabel 2.4 Wo-masterstudenten 2015 met hbo-b-diploma: percentage dat ook wo-b-inschrijving heeft gehad in periode AANTAL WO-MASTERS MET HBO-B-DIPLOMA % MET ÓÓK WO-B- INSCHRIJVING(EN) Erasmus Universiteit Rotterdam % Maastricht University 632 2% Radboud Universiteit Nijmegen % Rijksuniversiteit Groningen % Technische Universiteit Delft % Technische Universiteit Eindhoven % Tilburg University % Universiteit Leiden % Universiteit Twente % Universiteit Utrecht % Universiteit van Amsterdam % Vrije Universiteit Amsterdam % Wageningen University % Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 14
15 Er zijn universiteiten waar voor het overgrote deel van deze groep geldt dat zij een wo-bachelorinschrijving hebben gehad (Nijmegen, Delft, Eindhoven, Tilburg, Groningen), en universiteiten waar dit vrijwel niet is gebeurd (Maastricht, Wageningen). Daarnaast is er een middenmoot (bijv. UU, Leiden, UvA, VU). Voor die laatste groep geldt vermoedelijk (getuige hun websites) dat verschillende faculteiten verschillende manieren van omgaan met premasters kennen. Als voor een reguliere inschrijving gekozen wordt, is al in Studielink geen onderscheid te zien tussen bachelor en premaster (dat is in Studielink één categorie: Bachelor- of andere niet master opleiding ). Kortom: in de huidige definitie van eerstejaars zitten, afhankelijk van universitair (of zelfs facultair) beleid, premasterstudenten die als groep niet of nauwelijks zichtbaar zijn voor de reguliere eerstejaars. Ad 2 Dit volgt uit het bovenstaande: zelfs bij inschrijving is al geen onderscheid te maken, en in 1cijferHO al helemaal niet meer. Althans, niet met een uniek kenmerk waarmee de premasters eruit zijn te filteren. Er is wel een kenmerk studiefase waarin te zien is of iemand in de propedeuse- of post-propedeusebachelor zit, maar dit wordt helaas niet door alle universiteiten gebruikt. TUe, Radboud, Leiden en Groningen gebruiken het kenmerk voor al hun studenten, TUDelft en UvA deels en de overige universiteiten niet. Het bovenstaande geldt overigens alleen voor het wo. Het hbo kent een meer éénduidige instroom: iedereen begint in principe, ongeacht vooropleiding, in jaar 1. Op basis van een analyse van cijfers die Tilburg University heeft aangeleverd (waarin zij zelf aantallen bachelors hebben onderscheiden in echte bachelors en premasters) kan worden geconcludeerd dat het aantal wo-bachelor eerstejaars met een hbo-bachelordiploma een goede benadering is van het werkelijke aantal premasters. Het advies is daarom: corrigeer de eerstejaars instroom in het wo voor premasters, door degenen met als hoogst behaalde vooropleidingsdiploma hbo-bachelor niet mee te tellen. Consequenties hiervan: Het gaat hier om 8% van het totaal aantal wo-bachelor-eerstejaars. Gemiddeld gesproken is er dus geen enorme verschuiving, maar dat komt deels omdat van sommige universiteiten en faculteiten überhaupt geen premasterstudenten als bachelors staan ingeschreven, zoals boven is geconstateerd. Daardoor heeft deze correctie logischerwijs grote gevolgen voor sommige opleidingen/instellingen, maar niet voor andere. Op ongeveer een kwart van de wo-opleidingen zal het verschil meer dan 10% bedragen. De volgende tabel laat de top-10 van opleidingen in het wo zien waarvoor die correctie de grootste gevolgen zal hebben. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 15
16 Tabel 2.5 Top-10 wo-opleidingen x instellingen met grootste aandelen hbo-bachelor-alumni onder de eerstejaars 2015 OPLEIDING- ID INSTELLING NAAM BACHELOROPLEIDING TOTAAL EERSTEJAARS WAARVAN HBO- BA-DIPLOMA % HBO-B 1471 VU Biologie % 1074 Tilburg univ. bedrijfseconomie % 604 VU communicatiewetenschap % 7031 NHTV vrijetijdswetenschappen % 356 UvA pedagogische wetensch % 5185 VU archeologie % 987 VU bestuurs/organisatiewetensch % 1311 Maastricht Univ. Europese studies % 602 Univ.Tente communicatiewetenschap % 1763 TUEindhoven bouwkunde % De opvallendste wijziging zal dus bij Biologie aan de VU zijn, waar het aantal echte eerstejaars van 114 tot 24 slinkt na correctie. KOM-studenten KOM staat voor Kies op Maat. Dit zijn studenten die voor een korte periode aan een andere instelling een (klein) deel van het onderwijsprogramma volgen. We zouden ze uitwisselingsstudenten kunnen noemen, van een specifiek type. Vooralsnog komt dit alleen in het hbo voor. Hoewel ze dus ingeschreven kunnen zijn als bachelor en nieuw zijn aan een specifieke combinatie van opleiding en instelling, zijn het zeker geen echte eerstejaars. Kan deze groep buiten beschouwing gelaten worden in de berekening van het aantal eerstejaars? Uit de informatie op de site kiesopmaat.nl wordt niet duidelijk of de gaststudent ook daadwerkelijk wordt ingeschreven in de gast-instelling en of het een hoofdinschrijving betreft. Als dat niet het geval is (geen inschrijving óf bijvoorbeeld een inschrijving als uitwisselingsstudent wat ook mogelijk is), is er geen probleem. Dan duikt zo n student niet op als nep-eerstejaars. Als dat wél het geval is, zien we dus in een bepaald jaar een student die hogerejaars is aan een bepaalde instelling, en eerstejaars wordt van wellicht dezelfde (maar wellicht ook een verwante) opleiding aan een andere instelling. Een manier om hiervoor te corrigeren zou zijn een hoger niveau te hanteren: bijvoorbeeld te kijken of iemand eerstejaars binnen het soort ho (hbo of wo) is. Als iemand immers al inschrijvingsjaren in bijvoorbeeld het wo heeft, zal diegene buiten beschouwing gelaten worden als KOM-student. Dit is echter niet aan te raden, want daarmee worden ook ten onrechte alle switchers buiten beschouwing gelaten. Want deze hebben immers bij hun 2 e keuze óók al inschrijvingsjaren in het hoger onderwijs. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 16
17 Andere manieren om hiervoor te corrigeren zijn er niet, binnen het 1cijferHO-bestand zoals het er nu ligt. Er zijn andere vlaggetjes denkbaar, bijvoorbeeld: heeft iemand een propedeuse behaald? Maar ook die kennen grote nadelen: je telt de KOM-studenten zonder propedeuse ten onrechte mee als eerstejaars én je negeert de switchers die na hun propedeuse toch switchen. Het gaat er hier om de KOM-studenten buiten beschouwing te laten, en dat kan het beste als ze ófwel helemaal niet voorkomen in het bestand, ófwel niet als hoofdinschrijving (maar als uitwisselingsstudent) aangemerkt zullen worden. Uitwisselingsstudent past ook het beste bij de werkelijke status: iemand die voor een vooraf bepaalde korte tijd een klein deel van het onderwijsprogramma aan de ontvangende instelling volgt. Daarom is het advies in deze paragraaf niet gericht aan Studiekeuze123 maar aan de organisatie van Kies Op Maat. Advies aan Kies Op Maat: Kies voor de registratie van KOM-studenten bij de ontvangende instelling voor één van deze twee opties: 1. Geen registratie via Studielink/DUO (en dus geen sporen in 1cijferHO) of 2. Registratie als uitwisselingsstudent 2.4 Moment van instroom: wanneer ben je eerstejaars? Een complicerende factor die in het hbo meer speelt dan in het wo (waar februari-instroom in de bachelor vooral premasters betreft) is februari-instroom. Het 1cijferHO-bestand gaat namelijk uit van 1 oktober als peilmoment. Als iemand bijvoorbeeld in februari 2015 is ingestroomd, telt diegene als eerstejaars mee op 1 oktober 2015, terwijl zo iemand dan waarschijnlijk niet in de collegebanken zit met de (grotere) groep die in september 2015 is begonnen. Analyse leert dat voor het bestand met voltijds studenten van 2014 de februari-instroom in het hbo (dus februari 2015) 1% van het totaal aantal eerstejaars bedroeg. Dat aandeel is echter niet gelijk verdeeld over opleidingen en hogescholen. Met name Inholland, Fontys, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Saxion hebben relatief grote groepen februari-instroom aan voltijds studenten. Grote hogescholen als Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Rotterdam doen dit niet voor de voltijdsopleidingen. Dus de verdeling naar opleiding en instelling is niet gelijk. Daarom is het te overwegen om februari-instroom te isoleren: als iemand het vorige jaar instroomde in februari en dit jaar per 1 oktober als eerstejaars wordt aangemerkt, wordt deze persoon toch niet meegeteld. Een nadeel daarvan is dat de februari-instroom volledig wordt genegeerd. Daarvoor is natuurlijk een alternatief te bedenken, namelijk extra informatie aanbieden in SIC: aantal eerstejaars verdelen in aantal september en aantal februari. Het is echter de vraag of het huidige bescheiden aantal februari-instromers zo n extra kolom rechtvaardigt. Het advies is daarom vooralsnog: Breng de februari-instroom in mindering op het aantal eerstejaars. Het aantal gepresenteerde eerstejaars is daarmee eerstejaars, startend in september. Consequenties: Zoals gezegd werkt slechts een beperkt aantal instellingen en opleidingen met februari-instroom voor de voltijds opleidingen. Als indruk daarvan geeft de volgende tabel de top-5 van opleidingen met de grootste groepen februari-instroom die (ten onrechte) in oktober 2015 als eerstejaars zijn aangemerkt. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 17
18 Tabel 2.6 Vijf opleidingen met grootste februari-instroom (februari 2015) OPLEIDING- ID INSTELLING OPLEIDING TOTAAL EERSTEJAARS LOCATIE 2015 AANTAL FEBRUARI INSTROOM 2014 % FEBRUARI- INSTROOM 1222 Zuyd HS Hoger hotelonderwijs % 1221 Stenden Hoger hotelonderwijs % 7288 Fontys HBO ICT % 714 Inholland Maatschappelijk Werk en dienstverlening % 376 Inholland Pedagogiek % Het percentage schommelt, zoals dit beperkte overzicht al laat zien. Voor sommige opleidingen geldt in ieder geval dat ongeveer de helft van de eerstejaars niet in september, maar in februari start. Voor die opleidingen zal het uitsluitend laten zien van de september-instroom ingrijpend zijn. Het moet dan op de studiebijsluiter natuurlijk duidelijk gemaakt worden dat het alleen om het aantal eerstejaars, startend in september gaat. 2.5 Joint degrees en gezamenlijke propedeuses/brede bachelors Joint degrees (instellingen die gezamenlijk één opleiding aanbieden) kunnen op verschillende manieren de telling van het aantal eerstejaars verstoren. Als bijvoorbeeld de eerstejaars aan meerdere instellingen tegelijk vakken volgen kan het zijn dat zij tegelijk als eerstejaars zich aanmelden voor meerdere instellingen. Bij ieder van die instellingen tellen zij vervolgens als eerstejaars. Aan welke instelling zijn ze nu echte eerstejaars? Dit is vooral een theoretische kwestie. Immers, als een opleiding als joint degree wordt aangeboden, en bijvoorbeeld 100 studenten zijn eerstejaars, die bij 3 instellingen tegelijk als eerstejaars tellen, dan is de groep die het eerstejaars programma volgt 100 studenten groot, ervan uitgaand dat zij hetzelfde programma op dezelfde locatie volgen. Een probleem ontstaat pas als het programma zo is ingericht dat studenten zich pas ná het eerste jaar over instellingen verdelen. Een concreet voorbeeld van de Joint Degree International Business and Management Studies van drie hogescholen (Stenden, NHL, Van Hall Larenstein) maakt dit duidelijk. De tabel verdeelt het aantal eerstejaars (204) naar instelling en de vraag of ze eerstejaars ook voor de opleiding zijn (dus onafhankelijk van instelling). Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 18
19 Tabel 2.7 eerstejaars joint degree IBMS 2015, naar instelling en eerstejaars-status binnen domein opleiding INSTELLING EERSTEJAARS ALLEEN OPLEIDING? AANTAL EERSTEJAARS HOOFDINSCHRIJVINGEN DOMEIN OPLEIDING X INSTELLING 21WN eerstejaars voor deze hoofdinschrijving 1 hogerejaars voor deze hoofdinschrijving 0 hogerejaars voor deze neveninschrijving 24 22EX eerstejaars voor deze hoofdinschrijving 162 hogerejaars voor deze hoofdinschrijving 7 onecht neven of niet actief of telt niet mee 0 30HD hogerejaars voor deze hoofdinschrijving 0 hogerejaars voor deze neveninschrijving 10 totaal 204 Er blijkt dus een groep (de twee vetgedrukte rijen) die eerstejaars lijken maar hogerejaars in de opleiding zijn, en wel in een neveninschrijving (dus meerdere inschrijvingen voor dezelfde opleiding aan verschillende instellingen). Dit volgt hoe de website van de opleiding het programma uitlegt: het eerste jaar wordt aan Stenden gevolgd (22EX), en daarna verspreiden de studenten zich over de drie deelnemende instellingen. Een betere proxy van het echte aantal eerstejaars in dit geval (en soortgelijke gevallen) is te bereiken door voor joint degrees te kijken naar het aantal eerstejaars die eerstejaars in de opleiding zijn, onafhankelijk van instelling. Een mogelijk nadeel: studenten die van instelling switchen, maar wel dezelfde opleiding blijven doen, worden dan ten onrechte niet meegeteld als eerstejaars. In het onderzochte voorbeeld komt dit echter niet voor. De huidige correctie op joint degrees is: alle unieke BSN s tellen die eerstejaars zijn in de groep opleiding x instelling. Daarmee los je het bovenstaande niet op, want het kan zo zijn dat de studenten zich na jaar 1 bijvoorbeeld vanaf jaar 2 deels bij andere instellingen inschrijven, zonder de oorspronkelijke (waardoor ze dus wel degelijk uniek zijn, maar ten onrechte als eerstejaars bestempeld). Het advies is daarom: geef bij alle joint degrees het aantal eerstejaars weer binnen het domein opleiding (in plaats van het domein opleiding x instelling). Leggen we ter illustratie de twee manieren naast elkaar voor een grote joint degree: liberal arts & science van UvA en VU. Met de huidige rekenmethode komen we op 352 eerstejaars. Met de voorgestelde methode is dat beduidend lager: 289. Als check op het realiteitsgehalte van dit voorstel is het zeer aan te bevelen dit specifieke geval aan VU en UvA voor te leggen, met de vraag: welk getal benadert het werkelijk aantal eerstejaars van afgelopen studiejaar (zoals ervaren door die eerstejaars) het beste? Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 19
20 Een noodzakelijke voorwaarde bij de voorgestelde (en ook de huidige) correctie bij joint degrees en dergelijke samenwerkingsverbanden is een actueel en correct overzicht van deze verbanden: welke opleidingen aan welke instellingen werken samen? Het feit dat bij het huidige definities- en bronnendocument van SIC een bijlage is toegevoegd met deze samenwerkingen doet vermoeden dat dit overzicht bestaat en wordt bijgehouden. De correctheid ervan is uiteraard essentieel. Gezamenlijke propedeuses/brede bachelors Een brede bachelor c.q. gezamenlijke propedeuse kan worden gedefinieerd als een opleiding waar na het eerste jaar een relatief groot deel (t.o.v. normale switchersaantallen) doorstroomt naar andere bachelors, en daar terecht komt in het tweedejaarsprogramma. Er zijn twee verwante problemen op dit punt: De aantallen eerstejaars Als er echt één gezamenlijk programma is, is er in de beleving van de studiekiezer ook één (grote) eerstejaarsgroep, los van de vraag welk deel van die groep feitelijk in welke verwante opleiding is ingeschreven. Waar eerstejaars met elkaar alle vakken volgen, is het aan te bevelen om de aantallen van de betrokken opleidingen bij elkaar te tellen. De doorstroom Een reëel probleem ontstaat een jaar later, als een deel van degenen die in jaar 2 in een verwant programma hoger instroomt ten onrechte als switcher en daarmee eerstejaars wordt geteld. Een concreet voorbeeld: Rechten in Leiden. De opleiding geeft zelf in de huidige studiebijsluiters aan dat er een gemeenschappelijk programma is van Fiscaal Recht, Notarieel Recht en Rechtsgeleerdheid in het eerste jaar. Dus in de beleving van de eerstejaars is de groep een stuk groter dan de huidige opgegeven aantallen (zeker bij de relatief kleinere opleidingen Fiscaal en Notarieel Recht), namelijk: alle drie bij elkaar geteld. En stel dat een student zich dan voor jaar 1 voor Rechtsgeleerdheid inschrijft, en vanaf jaar 2 voor Notarieel Recht. Dan wordt deze student de tweede keer dus ten onrechte als eerstejaars bestempeld, terwijl hij/zij naadloos in jaar 2 instroomt bij notarieel recht. Zijn deze problemen op te lossen? Hier geldt immers hetzelfde als voor joint degrees: er moet een dekkend en actueel overzicht zijn van al deze vormen van mogelijke in- en doorstroom. Kortom: van welke eerstejaars bachelorinschrijvingen kun je naar welke bachelors doorstromen waarbij je eerstejaarsvakken meetellen? Want als je in een nieuwe opleiding gewoon aan het begin meedoet, ben je een switcher en tel je terecht de tweede keer weer mee als eerstejaars aan die nieuwe opleiding (x instelling). Vooralsnog bestaat zo n overzicht (nog) niet op landelijk niveau. En daarom kunnen we op dit moment niet sluitend corrigeren voor opleidingen waarvan de eerstejaars feitelijk bij elkaar geteld moeten worden, en voor de hogerejaars instroom als gevolg van het kiezen ná het eerste jaar. Wel is het aan te bevelen dit goed in kaart te brengen en zo een beter aantal echte eerstejaars te presenteren. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 20
21 Advies: onderzoek de mogelijkheid van een overzicht dat instellingen bijhouden van naadloze doorstroomopties, d.w.z. doorstroomopties waarbij alle behaalde vakken uit het eerste jaar/ de eerste periode meetellen voor hun bacheloropleidingen. Als zo n betrouwbaar overzicht bijgehouden kan worden, kan het aantal doorstromers worden afgetrokken van het huidige (te groot geschatte) aantal eerstejaars en kunnen eerstejaars van verwante opleidingen die een volledig programma gezamenlijk volgen, bij elkaar geteld worden als waren ze één opleiding. 2.6 Vooruitblik: het aantal eerstejaars als noemer Eén van de issues rondom de definitie voor het aantal eerstejaars is dat het aantal eerstejaars ook de noemer is van twee andere gegevens: doorstroom naar het tweede jaar en diplomarendement. De details hierover volgen in de hoofdstukken hierna. Vanuit het oogpunt van helderheid en aansluiten bij de belevingswereld van de studiekiezer zijn in dit stadium al de volgende observaties te maken: Als je als studiekiezer het aantal eerstejaars ziet met daarnaast het doorstroompercentage naar het tweede jaar, is het redelijk te veronderstellen dat dit percentage gebaseerd is op eerstejaars zoals ernaast gedefinieerd. Dat pleit voor één definitie die in alle drie de getallen gebruikt wordt. Op dezelfde manier: als je een percentage ziet van het aantal studenten dat binnen x jaar een diploma haalt, zul je er vanuit gaan dat dat aandeel gebaseerd is op een groep eerstejaars zoals eerder gepresenteerd. Het advies op basis van deze twee punten is daarom: gebruik één definitie als basis voor eerstejaarsberekeningen én doorstroom naar het tweede jaar én behaalde diploma s. 2.7 Adviezen op een rij Alle adviezen die in dit hoofdstuk zijn gegeven, zijn hieronder op een rij gezet. Onderscheid naar vooropleiding, directe/indirecte instroom: maak in principe geen onderscheid, hou dus de huidige definitie aan. Uitzondering: premasters, zie hierna. Premasters: verminder voor alle bacheloropleidingen in het wo het aantal eerstejaars met het aantal dat hbo-bachelor als hoogste vooropleiding heeft. KOM-studenten: de aanbeveling voor de organisatie van KOM is om de KOM-studenten bij de ontvangende instelling ofwel niet via Studielink/DUO te registeren, ofwel als uitwisselingsstudent.. Onderscheid naar dubbel voorkomen: maak in principe geen uitzondering voor studenten die aan meer dan één opleiding x instelling tegelijk eerstejaars zijn (hou de huidige definitie aan), m.u.v. joint degrees. Joint degrees: vervang de huidige manier van corrigeren (unieke BSN s binnen de groep instellingen/opleidingen) door het aantal eerstejaars binnen het domein opleiding (in plaats van het domein opleiding x instelling). Controleer dit correctievoorstel bij Liberal Arts & Science van UvA/VU. Februari-instroom: breng het aantal februari-instromers van het studiejaar ervóór in mindering op het gepresenteerde aantal eerstejaars. Gezamenlijke propedeuses/brede bachelors: onderzoek de mogelijkheid voor een actueel en correct register van bestaande naadloze doorstroomopties (bijgehouden door instellingen zelf). Als zo n overzicht er is: verminder het aantal eerstejaars in de doorstroomopleiding met het aantal dat het jaar ervoor in een bijbehorende gezamenlijke propedeuse was ingeschreven, en tel de eerstejaars voor de opleidingen die een gezamenlijke propedeusefase aanbieden bij elkaar op tot één aantal eerstejaars voor de gemeenschappelijke fase. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 21
22 Basis voor doorstroom- en diplomagegevens: gebruik het aantal eerstejaars zoals gedefinieerd ook voor het berekenen van tweedejaars- en diplomagegevens. NB het gevolg van deze adviezen is dat er tussen hbo en wo verschillen worden geïntroduceerd, met name vanwege de correctie op premasters. Dit is vanuit het oogpunt van nauwkeurigheid te verdedigen: het wo kent nu eenmaal een premaster-route, die de cijfers over echte eerstejaars vertroebelt, in tegenstelling tot het hbo. Studie in welke cijfers? Aantal eerstejaars 22
23 3 HOOFDSTUK Doorstroom naar het tweede jaar Studie in welke cijfers? Doorstroom naar het tweede jaar 23
24 3. Doorstroom naar het tweede jaar 3.1 Huidige definitie Het doorstroomcijfer naar het tweede jaar wordt gebruikt om studiekiezers een indruk te geven van het percentage van de eerstejaars met wie ze na de zomer weer in de collegebanken zitten. Het cijfer wordt per combinatie van opleiding en instelling en voor de opleiding landelijk weergegeven. NB het gaat hier om gegevens op het niveau van instelling in tegenstelling tot locatie. De vraag die dit gegeven beantwoordt: welke eerstejaars zijn een jaar later bij dezelfde opleiding x instelling wederom ingeschreven? Er zijn in de huidige definitie echter wat andere selecties t.o.v. de eerstejaarsdefinities die in het vorige hoofdstuk zijn behandeld: wo: alleen instroom uit vwo, en alleen direct of met 1 tussenjaar In het wo wordt gerekend met een eerstejaarsgroep die alléén uit vooropleiding vwo bestaat, en alléén met de groep die direct of met 1 tussenjaar doorstroom naar het wo. hbo en wo: alleen hoofdinschrijving domein hoger onderwijs Voor de doorstroom worden studenten die meerdere opleidingen tegelijk volgen niet meegenomen. Bij deze beide punten staan we hieronder stil. 3.2 Wo: waarom een andere groep eerstejaars? Wat zouden achterliggende redenen kunnen zijn om het doorstroompercentage alleen te berekenen over de eerstejaars met een vwo-diploma? Een belangrijke is ongetwijfeld het buitensluiten van de premasters. Immers, die kennen geen tweede bachelorjaar en stromen als het goed is na maximaal één jaar door naar de masteropleiding. Om deze groep buiten beschouwing te laten, kan echter ook preciezer worden gewerkt, conform het advies uit het vorige hoofdstuk: laat de groep eerstejaars met een hbo-bachelordiploma buiten beschouwing. Dan blijven nog enkele groepen over, die in de huidige definitie buiten beschouwing blijven: vwo-vooropleiding, meer dan één tussenjaar switchers die binnenkomen met wo-propedeusediploma hbo-propedeuse als vooropleiding studenten met een buitenlands diploma of colloquium doctum als vooropleiding Voor geen van deze groepen is een geldige reden te vinden om deze eerstejaars buiten beschouwing te laten bij het berekenen van de tweedejaars doorstroompercentages. Sterker nog, het is eigenlijk niet uit te leggen voor bijvoorbeeld sterk internationaal georiënteerde bacheloropleidingen waarom zij hun studenten met buitenlandse diploma s niet mee zouden tellen bij het berekenen van de doorstroom naar het tweede jaar. Wel zou het kunnen zijn dat het doorstroompercentage onder een of meer van deze groepen wat lager is. Het doel van SIC ligt echter niet bij verantwoording maar bij helderheid in de presentatie: het gaat erom doorstroomcijfers te presenteren als antwoord op de vraag van de studiekiezer: hoeveel van de groep eerstejaars zie ik het volgende jaar weer in de collegezaal?. Daarom luidt het advies hierover, conform het vorige hoofdstuk: gebruik voor het wo de eerstejaarsgroep zoals in het vorige hoofdstuk gedefinieerd (dus o.a. exclusief hbo-bachelor-vooropleiding, maar inclusief alle andere vooropleidingen). Studie in welke cijfers? Doorstroom naar het tweede jaar 24
25 3.3 Hbo en wo: waarom alleen hoofdinschrijvingen ho? We zagen in het vorige hoofdstuk al dat de groep die tegelijk eerstejaars aan twee opleidingen is, beperkt is. Het kan echter ook voorkomen dat iemand halverwege bacheloropleiding 1 aan bacheloropleiding 2 begint. In beide gevallen zal in de huidige definitie slechts één van deze opleidingen meegenomen worden. Als er opleidingen zijn die vaker in combinatie voorkomen, kan dat een vertekening geven van de werkelijke doorstroom bij de opleiding die als neveninschrijving wordt aangemerkt. En de keuze voor wat een neveninschrijving is, wordt door een algoritme bij DUO bepaald, er zit geen inhoudelijke reden achter. Er is geen logische reden om zo n tweede opleiding buiten beschouwing te laten, al zal het effect op het totale bestand zeer bescheiden zijn. Het advies is daarom: gebruik conform de definities voor eerstejaars alle hoofdinschrijvingen op het domein opleiding x instelling, in zowel teller als noemer. 3.4 Gevolgen van deze adviezen Voor het complete bestand met uitkomsten van Studiekeuze123 zijn de gevolgen van de bovenstaande adviezen doorgerekend. Hbo Als we alle opleidingen middelen, komt de doorstroom in het hbo gemiddeld 0,7 procent lager uit op het niveau opleiding x instelling en ook 0,7% lager voor de landelijke opleidingscijfers. Kortom: gemiddeld gesproken verandert er vrijwel niets voor het hbo. Wel zijn er natuurlijk opleidingen waar de cijfers sterk wijzigen t.o.v. de huidige definitie, maar dit is een zeer kleine groep. De onderstaande tabel geeft de vijf sterkste afwijkingen naar boven en naar beneden voor het hbo. Tabel 3.1 Huidige en alternatieve definitie doorstroom tweede jaar, niveau opleiding x instelling, vijf sterkste afwijkingen positief en negatief, hbo (2014-)2015 NEGATIEF Hogeschool Utrecht Leraar Nederlandse Gebarentaal (NGT) / Bacheloropleiding tot Tolk NGT HUIDIG (SK123) NW DEFINITIE VERSCHIL 57% 23% -34% Christelijke Hogeschool Ede Godsdienst-pastoraal Werk 50% 26% -24% Avans Hogeschool Opleiding tot Fysiotherapeut 71% 48% -23% Stenden Hogeschool Small Business en Retail Management 65% 48% -17% Hogeschool Utrecht Medische Hulpverlening 75% 60% -15% Studie in welke cijfers? Doorstroom naar het tweede jaar 25
26 POSITIEF Stenden Hogeschool International Business and Management Studies 48% 57% 9% NHL Hogeschool Lerarenopleiding 2 e graad Scheikunde 50% 60% 10% Hogeschool van Amsterdam Lerarenopleiding 2 e graad Bedrijfseconomie 37% 51% 14% HAN Lerarenopleiding 2 e graad Scheikunde 14% 29% 15% NHL Hogeschool International Business and Management Studies 48% 72% 24% Bij deze extreme gevallen zit in ieder geval één joint degree (Intern.Business and Management Studies bij Stenden en NHL) waarvoor in de nieuwe definitie nog niet is gecorrigeerd. Wo In het wo is de definitie ingrijpender gewijzigd dan in het hbo, wat ook te zien is in de uitkomsten als we de doorstroompercentages volgens de voorgestelde definitie vergelijken met wat SK123 publiceert. Gemiddeld daalt het doorstroompercentage als gevolg van de definitiewijziging met 5,6 procentpunt op het niveau opleiding x instelling, en met 3,3 procentpunt voor de landelijke cijfers op opleidingsniveau. Ook hier is uiteraard een spreiding rond deze gemiddeldes. De vijf grootste negatieve en vijf grootste positieve verschillen staan in onderstaande tabel. Tabel 3.2 Huidige en alternatieve definitie doorstroom tweede jaar, niveau opleiding x instelling, vijf sterkste afwijkingen positief en negatief, wo (2014-)2015 HUIDIGE METHODE NIEUWE METHODE VERSCHIL Universiteit Twente Communicatiewetenschap 79% 37% -42% Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap 81% 47% -34% Vrije Universiteit Amsterdam Communicatie- en Informatiewetenschappen 83% 55% -28% Maastricht University Fiscale Economie 74% 48% -26% Radboud Universiteit Nijmegen Taalwetenschap 67% 41% -26% Universiteit Utrecht Kunstgeschiedenis 70% 79% 9% Maastricht University European Law School 54% 65% 11% Universiteit Leiden Film- en Literatuurwetenschap 65% 76% 11% Maastricht University Cultuurwetenschappen 50% 65% 15% Universiteit Utrecht Liberal Arts and Sciences 64% 84% 20% Het grootste verschil in positieve zin heeft te maken met het middelen van drie opleidingen, wat in de SK123-cijfers is gedaan maar (nog) niet in de nieuwe methode. Voor de overige opleidingen geldt dat zij veelal kleinschalig zijn waardoor verschillen van enkele studenten in teller of noemer relatief grote gevolgen kunnen hebben. Studie in welke cijfers? Doorstroom naar het tweede jaar 26
27 3.5 Nogmaals gemeenschappelijke propedeuse/brede bachelors Als we uitgaan van wie zie ik in jaar twee weer in de collegebanken, dan is de gemeenschappelijke propedeuse een apart geval. Immers, de eerstejaars groep is groot en gedifferentieerd, en die splitst zich op in de verschillende verwante opleidingen vanaf het tweede jaar (naast échte switchers). Aansluitend bij het advies uit hoofdstuk 2 adviseren we hier dus voorwaardelijk: áls er een goed dekkend overzicht is, dán moet de gemeenschappelijke propedeuse als een optelsom gezien worden. Alle doorstroom naar een van de naadloos aansluitende opleidingen moeten dan als doorstroom gezien worden. Advies [alleen als het overzicht van het advies uit paragraaf 2.5 kan worden bijgehouden]: tel alle doorstroom naar de naadloze doorstroomopties vanuit de gemeenschappelijke propedeuse als doorstroom naar het tweede jaar. Helaas is daarmee niet nauwkeurig te presenteren welk deel naar welke doorstroomopleiding gaat in jaar 2. Dus deze methode is wel consistent in de presentatie van het aantal opgetelde eerstejaars in de gemeenschappelijke propedeuse, en de mate waarin de studenten bij hun keuze blijven in jaar 2. Maar hij biedt geen houvast op de vraag hoeveel van deze grote groep vind ik terug in jaar 2 bij verwante opleiding x of y? 3.6 Nogmaals joint degrees De cijfers in tabellen 3.1 en 3.2 lieten al zien dat joint degrees sterk kunnen afwijken als hiervoor niet wordt gecorrigeerd. Daarom luidt het advies om de methodiek bij het bepalen van aantallen eerstejaars hier te continueren. Advies: neem voor de joint degrees het eerstejaars cohort zoals in hoofdstuk 2 gedefinieerd, en controleer de aanwezigheid in het 2 e jaar bij één of meer van de deelnemende instellingen van die opleiding. Neem het totale aantal eerstejaars en het totaal aantal tweedejaars in de deelnemende instellingen: dat is het doorstroompercentage voor de joint degree. 3.7 Adviezen op een rij Op grond van de analyses is in dit hoofdstuk het volgende geadviseerd. Wo: gebruik de eerstejaarsdefinitie zoals in hoofdstuk 2 voorgesteld, dus tel alle vooropleidingen mee met uitzondering van hbo-bachelor-gediplomeerden. Hbo en wo: tel conform eerstejaarsdefinities ook hier alle hoofdinschrijvingen opleiding x instelling in zowel teller als noemer mee. (Hierdoor komen studenten met twee studies bij beide studies voor.) Hbo en wo: corrigeer, áls er een correct en actueel doorstroomoverzicht bestaat (par. 2.5.), in de doorstroomcijfers voor brede bachelors/gemeenschappelijke propedeuses door alle doorstroom naar de verwante opleiding in de teller mee te nemen als doorstroom naar het tweede jaar. Hbo en wo: neem voor joint degrees als noemer het aantal eerstejaars zoals hiervoor geadviseerd en voor het aantal tweedejaars op dezelfde manier het totaal van alle studenten uit die eerstejaarsgroep die een jaar later in een van de deelnemende instellingen aan die opleiding zijn ingeschreven. Studie in welke cijfers? Doorstroom naar het tweede jaar 27
EVALUATIE STUDIE IN CIJFERS. Studiekeuze123
EVALUATIE STUDIE IN CIJFERS Studiekeuze123 27-10-2016 AGENDA o Welkom en introductie o Evaluatie Studie in Cijfers (aanleiding, algemene uitgangspunten, opzet, proces) o Stand van zaken herziening (per
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent
Nadere informatie1,4% ten opzichte van studiejaar
1 februari 2018 Feiten & Cijfers Stijgende lijn in instroom, inschrijvingen en aantal gediplomeerden hbo houdt stand. Grote toename instroom associate degrees. De instroom in het hbo in studiejaar 2017-2018
Nadere informatieVooraanmeldingen: vergelijkbare bacheloropleidingen (bron Telbestanden Studielink) Peildatum (week 2016/38)
Peildatum 24-09- (week /38) TiSEM Opleiding Instelling / / B Bedrijfseconomie Tilburg University 401 430 373 100,0% 100,0% 100,0% B Bedrijfseconomie Totaal universiteiten 401 430 373 B Econometrie en Operationele
Nadere informatieTUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN
TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN December 2016 In de wet Kwaliteit in Verscheidenheid is met ingang van het studiejaar 2014/2015
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het
Nadere informatieVooraanmeldingen: vergelijkbare bacheloropleidingen (bron Telbestanden Studielink) Peildatum 22-06-2013 (week 2013/25)
Peildatum 22-06- (week /25) FEB Opleiding Instelling / / / B Bedrijfseconomie Universiteit van Tilburg 382 374 411 100,0% 100,0% 72,2% Rijksuniversiteit Groningen 0 0 158 27,8% B Bedrijfseconomie Totaal
Nadere informatie1. Studenttevredenheid TOELICHTING
1. Studenttevredenheid TOELICHTING Dit criteria geeft een beeld van het oordeel dat studenten over hun studie geven. Het is een eenvoudige maar robuuste indicatie van hoe de studenten de kwaliteit van
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017
TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met
Nadere informatieFactsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.
30 januari 2017 Feiten & Cijfers Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe. Het aantal beginnende studenten in het hbo is in 2016-17 gegroeid
Nadere informatieFactsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s
Instroom, inschrijvingen en diploma s 2018/19 De instroom in het hbo is dit studiejaar toegenomen met 3,4% tot 110.307 eerstejaars aan een associate degree, bachelor of masteropleiding. Dit is de hoogste
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017
TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een hogeschool het doet in vergelijking met dezelfde
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2009 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het
Nadere informatieAantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar
Aantal per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar 2015-2016 Bron: VSNU 1. Per instelling bachelor, studiejaar 2015-2016 +ENG Erasmus Universiteit Rotterdam 27,27% 3658 54,55% 7184 18,18% 3184 14026
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs mei 2010 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2011 2 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Meer dan zeven op de tien studenten
Nadere informatiePrestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).
pagina: 1 (V10) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO
Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies
Nadere informatieBeslisregels Studiekeuzedatabase
Beslisregels Studiekeuzedatabase INLEIDING In de Studiekeuzedatabase worden privacy-, betrouwbaarheid- en weergaveregels gehanteerd op sommige indicatoren. In dit document wordt per de bron beschreven
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017
TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017 Achtergrond Eind september heeft Studiekeuze123 de opleidingspagina s op haar website vernieuwd. Naast
Nadere informatieBron Definities Onderwerpen
Bron De kengetallen van de HBO-raad over studenten zijn gebaseerd op een extract uit het Centraal Register Inschrijvingen Hoger Onderwijs (CRIHO) dat de IB-groep in de eerste week van december 2010 heeft
Nadere informatieAfgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs
Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl
Nadere informatiePrestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).
pagina: 1 (v6) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2008 Meer gedetailleerde informatie kunt u vinden op de website www.hbo-raad.nl, via Feiten en Cijfers. Deze webpagina
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2008 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie
Nadere informatieDit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.
Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en
Nadere informatieAnalyse instroom
Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%
Nadere informatie3.1.1 Bezoekersaantallen Open Dag
3 Onze studenten 3.1 Oriëntatie op vervolgonderwijs 3.1.1 Bezoekersaantallen Open Dag Bezoekersaantallen per vestiging nov 06 2007 2008 2009 2010 De Haagse Hogeschool 2832 14926 15575 19529 17405 De Haagse
Nadere informatieUitgebreide technische verantwoording SIC 2018
Uitgebreide technische verantwoording SIC 2018 Eindredactie: Studiekeuze123, 2018 V4 2018 07 04 Inhoud STUDIE IN CIJFERS DEFINITIES, BEWERKINGEN EN BEREKENINGEN... 1 Aggregatieniveaus... 2 NSE: STUDENTTEVREDENHEID
Nadere informatieTweede studies Doorrekening maximering instellingscollegegelden
Tweede studies Doorrekening maximering instellingscollegegelden Onderzoek in opdracht van het Ministerie van OCW Bas Kurver Danny Brukx Anja van den Broek ResearchNed maart 2017 2017 ResearchNed Nijmegen
Nadere informatieInstroom en inschrijvingen
Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...
Nadere informatieFactsheet. Samenvatting
Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst
Nadere informatieVeranderen van opleiding
Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer
Nadere informatieNOTITIE. De onderstaande figuren geven informatie weer over: Uitval in jaar 1; Het behalen van de propedeuse, in jaar 1 en 2; Het bachelorrendement.
Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE datum 7 maart 2017 onderwerp Verwante en niet verwante Mbo-instroom van Etienne van Nuland contactpersoon Etienne van Nuland telefoon
Nadere informatieUitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,
Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse
Nadere informatieDit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.
Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement
Nadere informatieRapportage Enquête StudieKeuze 2015
Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 www.qompas.nl Februari 2016 Surrounded by Talent Inleiding In deze rapportage laten we de resultaten zien van een enquête onder eerstejaars studenten welke met de Qompas
Nadere informatieEnquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid
Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot
Nadere informatieBron en definities studentenaantallen Vereniging Hogescholen
klik hier voor de nieuwste versie van dit bestand Versie 11-2-2019 Pagina 1 van 9 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Disclaimer... 2 Nieuw deze versie... 3 Bron: 1cijferHO... 4 Studentenaantallen... 4 Inschrijvingen...
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieSubsector overig. Subsector overig
Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na
Nadere informatieBron en definities studentenaantallen Vereniging Hogescholen
Bron en definities studentenaantallen Versie 0.1 (voorlopig) Laatst gewijzigd: 8-2-2018 Pagina 1 van 10 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Wijzigingen deze versie... 3 Met ingang van 1cijferHO2017... 3 1cijferHO...
Nadere informatieTECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HO. Onderwijsverslag 2013/2014
TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HO Onderwijsverslag 2013/2014 April 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Databronnen en definities... 4 3. Aantal bekostigde en niet bekostigde opleidingen per 1 oktober 2013...
Nadere informatieBenchmark Axisopleidingen
Benchmark Axisopleidingen In opdracht van: Platform Bèta Techniek In samenwerking met Ministerie van OCW HBO-raad Project: 2008.104 Datum: Utrecht, 22 december 2008 Auteurs: Guido Ongena, MSc. drs. Rob
Nadere informatieHet hbo ontcijferd 2006
Het hbo ontcijferd 2006 HET HBO ONTCIJFERD 2006 maart 2006 Colofon Titel: Het hbo ontcijferd 2006 Het hbo ontcijferd is een terugkerende publicatie van de HBO-raad en is gericht op de ontwikkelingen van
Nadere informatieInstroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden
Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten
Nadere informatieNieuws uit t decanaat 18 september 2018
Nieuws uit t decanaat 18 september 2018 havo/vwo bestemd voor havo/vwo bovenbouw Nieuws uit t decanaat is het mededelingenblad vanuit het decanaat havo/vwo van het Vechtdal College in Hardenberg. Het verschijnt
Nadere informatieOverzicht fixusopleidingen met selectie
Overzicht fixusopleidingen met selectie 34951 2017 HKU B Kunst en Economie voltijd 275 1 34585 2017 Windesheim B Psychomotor Therapie & Bewegingsagogie voltijd 105 3 34686 2017 Windesheim B Journalistiek
Nadere informatieOverzicht fixusopleidingen met selectie. Hogescholen. d.d. 3 oktober 2016
Overzicht fixusopleidingen met selectie Hogescholen 34951 2017 HKU B Kunst en Economie voltijd 275 1 34585 2017 Windesheim B Psychomotor Therapie & Bewegingsagogie voltijd 105 3 34686 2017 Windesheim B
Nadere informatieOverzicht fixusopleidingen met selectie. Hogescholen. d.d. 17 november Opleidingscode Studiejaar Opleidingsomschrijving Instelling
Overzicht fixusopleidingen met selectie Hogescholen Studiejaar Opleidingsomschrijving Instelling Opleidingsvorm Capaciteit 30016 2017 B Advanced Business Creation Avans Hogeschool voltijd 160 3 34397 2017
Nadere informatieFactsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden
HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 18-7-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 670 528
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 6-6-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 762 573 898
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 11-7-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 679 534
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 4-4-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 779 608 940
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 22-08-16 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 449 361 523
Nadere informatieTECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HOGER ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2014/2015. April 2016
TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HOGER ONDERWIJS De Staat van het Onderwijs 2014/2015 April 2016 INHOUD Inleiding 3 Belangrijkste bevindingen en aandachtspunten 4 1 Databronnen en definities 5 1.1 Databronnen
Nadere informatieBasisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015
Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities 19 februari 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Basisgegevens hbo-bacheloropleidingen 4 2.1 Voltijd hbo-ba 4 2.2 Deeltijd en duaal hbo-ba 5 3 Basisgegevens
Nadere informatieArbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant
Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs
Nadere informatieSubsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,
Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig
Nadere informatieDe arbeidsmarkt voor Ad gediplomeerden: Naar prognoses voor Ad opleidingen?
De arbeidsmarkt voor Ad gediplomeerden: Naar prognoses voor Ad opleidingen? Prof. dr. Didier Fouarge ROA, Maastricht University (www.roa.nl) d.fouarge@maastrichtuniversity.nl Dag van de Ad, Amersfoort,
Nadere informatieInstroom en Inschrijvingen
Instroom en Inschrijvingen Meer instroom van studenten in de sector Techniek... 2 Veel instroom in ontwerp-opleidingen... 3 Meer havisten en minder mbo ers in hbo-bacheloropleidingen... 5 Groeiende instroom
Nadere informatieFactsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden
HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,
Nadere informatieHET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030
Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model
Nadere informatieHET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030
Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model
Nadere informatieOverzicht fixusopleidingen met selectie studiejaar Hogescholen. d.d. 1 december 2017
Overzicht fixusopleidingen met selectie studiejaar 2018-2019 Hogescholen 34397 2018 B Biologie en Medisch Laboratoriumonderz Avans Hogeschool voltijd 210 3 34397 2018 B Biologie en Medisch Laboratoriumonderz
Nadere informatieFeiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015
Feiten en cijfers HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo April 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden
Nadere informatieFactsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden
HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,
Nadere informatieAfgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs
Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR06062016 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 06-06-2016 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen
Nadere informatieBeschrijving MISUT rapporten en definities Onderwijs
Beschrijving MISUT rapporten en definities Onderwijs versie 1.0 31-10-2013 Inhoudsopgave Rapport 1: Omvang en samenstelling van de instroom in een bacheloropleiding (aantallen)... 4 Rapport 2: Omvang en
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2009
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs mei 2009 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie
Nadere informatieVooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling
Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling Aantal week 12 Verschil 213 tov. 212 21 3 211 aantal % Radboud Universiteit Nijmegen 225 221
Nadere informatieTechnisch rapport Kwalitatieve eisen en Mobiliteit
Technisch rapport Kwalitatieve eisen en Mobiliteit De conclusies hebben uitsluitend betrekking op de masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs. De conclusies over selectie van de masters zijn
Nadere informatieArbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant
Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs
Nadere informatieArbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant
Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs
Nadere informatieOverzicht fixusopleidingen met selectie
Overzicht fixusopleidingen met selectie Kunst en Economie HKU voltijd 275 1 Psychomotor Therapie & Bewegingsagogie Windesheim voltijd 105 3 Journalistiek Windesheim voltijd 225 3 Advanced Business Creation
Nadere informatieArbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant
Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs
Nadere informatieUitleg van de figuren VO 1
Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder
Nadere informatieRegeling collegegeld
Regeling collegegeld 2012-2013 Status: Vastgesteld door CvB met positief advies CMR d.d. 23 september 2011 over beleid ten aanzien van instellingscollegegeld. Wijzigingen als gevolg van wettelijke besluitvorming
Nadere informatieInstroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden
Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten
Nadere informatieVooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling
Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling Aantal week 19 Verschil 214 tov. 213 7-5-212 6-5-213 5-5-214 aantal % Radboud Universiteit Nijmegen
Nadere informatieCode opleiding 56829 Internationaal en Europees Recht
OPLEIDINGEN MET DECENTRALE SELECTIE 2013-2014 WO Naam instelling: Universiteit Leiden Code instelling: 21PB Percentage 16% www.aanstaande-studenten.leidenuniv.nl Naam instelling: Universiteit Leiden Code
Nadere informatieVooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling
Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling Aantal week 16 Verschil 214 tov. 213 16-4-212 aantal % Radboud Universiteit Nijmegen 283 3319
Nadere informatieFeiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014
Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden
Nadere informatieDe studieloopbaan van mbo-deelnemers
Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 De studieloopbaan van mbo-deelnemers De verblijfsduur in relatie met het behaalde op het mbo. DUO/INP 1 juni 2012 Jaap-Jan
Nadere informatieDiploma behaald. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,
Mbo ers doen het beter dan havisten... 2 55 procent behaald -diploma na vijf jaar... 2 62 procent behaald -diploma na vier jaar... 3 Wo psychologie heeft bovengemiddeld rendement... 4 Rendement van master
Nadere informatieTechnisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen
Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit
Nadere informatieKerncijfers. Onderwijs. Onderzoek [ 6 ]
[ 6 ] Kerncijfers Onderwijs Studenten 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 Instroom propedeuse bachelor 3.857 4.153 4.541 5.222 4.937 Deelnemers excellentie 7,2% 6,3% 6,0% 7,9% 10,4% Contacturen
Nadere informatieVeranderen van opleiding
Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen
Nadere informatieSubsector sociale wetenschappen
Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met
Nadere informatieVooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling
Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling Aantal week 24 Verschil 213 tov. 212 13 6 211 aantal % Radboud Universiteit Nijmegen 479 417
Nadere informatiecéáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013
céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden
Nadere informatieHet hbo ontcijferd 2005
Het hbo ontcijferd 2005 HET HBO ONTCIJFERD 2005 april 2005 Colofon Titel: Het hbo ontcijferd 2005 Het hbo ontcijferd is een terugkerende publicatie van de HBO-raad en is gericht op de ontwikkelingen van
Nadere informatieBiologie, scheikunde en medische opleidingen
Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde
Nadere informatieOpleidingen in het HBO met (mogelijk) een tweede loting, studiejaar 2015 2016
Centrale Aanmelding en Plaatsing Opleidingen in het HBO met (mogelijk) een tweede loting, studiejaar 2015 2016 Bij een aantal opleidingen/instellingen zijn na de uitvoering van de loting nog plaatsen over.
Nadere informatieAANTAL AANMELDINGEN BACHELOR STUDIEJAAR: 2014 VOLGNUMMER: 22 WEEK: 10
AANTAL AANMELDINGEN BACHELOR Sector (gewogen) Opleiding Opl.vorm ECONOMIE 50645 - B Bedrijfskunde Voltijd 163-109 - - - - 81 85 - - - 50950 - B Economie en Bedrijfseconomie Voltijd 428-153 341-351 - 41
Nadere informatieAANTAL AANMELDINGEN BACHELOR STUDIEJAAR: 2014 VOLGNUMMER: 23 WEEK: 11
AANTAL AANMELDINGEN BACHELOR Sector (gewogen) Opleiding Opl.vorm ECONOMIE 50645 - B Bedrijfskunde Voltijd 182-121 - - - - 91 93 - - - 50950 - B Economie en Bedrijfseconomie Voltijd 459-170 357-384 - 47
Nadere informatieBenchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen
Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen Auteur: ir.ing. R.M.F. Brennenraedts Datum: mei 2007 Projectnummer: 2007.039 Achtergrond
Nadere informatieAanvullende analyses lerarenbeurs
Aanvullende analyses lerarenbeurs Joost Schaacke en Mark Dekkers 15 mei 2017 Managementsamenvatting De Lerarenbeurs stelt leraren in po, vo, mbo en hbo in staat om met een subsidie een opleiding te volgen
Nadere informatieOverzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15
Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15 Bedrijfskunde Radboud Universiteit Nijmegen Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam Biomedische wetenschappen
Nadere informatie