Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening. Implementatie van de Wet ruimtelijke ordening in het beleid van de Gemeente Stein

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening. Implementatie van de Wet ruimtelijke ordening in het beleid van de Gemeente Stein"

Transcriptie

1 Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening Implementatie van de Wet ruimtelijke ordening in het beleid van de Gemeente Stein

2 April 2008 M. Jansen Schoonhoven - Afdeling Maatschappelijk en Ruimtelijk Beleid M. Loo - Afdeling Maatschappelijk en Ruimtelijk Beleid N. Daniëls - Afdeling Vergunningen Handhaving en Heffingen

3 Inhoudsopgave Lijst met afkortingen Samenvatting 4 1. Inhoud Implementatieplan 4 2. Wijzigingen en gevolgen Structuurvisie Bestemmingsplan Projectbesluit Ontheffingen Grondexploitatiewet Overige wetgeving 10 Gevolgen Gevolgen voor de gemeente Stein Vervolg 12 Hoofdstuk 1. Inleiding 14 Hoofdstuk 2. Structuurvisie 2.1 Inleiding Procedure / inhoud Procedure onder de WRO Procedure onder de Wro Overgangsrecht Conclusie Gevolgen voor de gemeente Stein 19 Hoofdstuk 3. Bestemmingsplan Inleiding Procedure / inhoud soorten Procedure onder de WRO Procedure onder de Wro Soorten bestemmingsplannen Beheersverordening Inhoud / juridische aspecten Geen ruimtelijke ontwikkeling Procedure Overgangsrecht Conclusie Gevolgen voor de gemeente Stein 31 Hoofdstuk 4. Projectbesluit en ontheffingen Inleiding Mogelijkheden onder de WRO Mogelijkheden onder de Wro 32

4 Binnenplanse vrijstelling Tijdelijke ontheffing Planologische kruimelgevallen Projectbesluit Keuze projectbesluit of bestemmingsplan Procedure Artikel 3.6 lid 1 onder c Wro (binnenplanse vrijstelling) Artikel 3.22 Wro (tijdelijke vrijstelling) én artikel 3.23 Wro (vrijstelling o.g.v. AMvB) Artikel 3.10 Wro (projectbesluit) Coördinatieregeling Overgangsrecht Conclusie Gevolgen voor de gemeente Stein 37 Hoofdstuk 5. Grondexploitatiewet Inleiding Privaatrechtelijk publiekrechtelijk Wat is het verschil tussen privaatrechtelijk en publiekrechtelijk kostenverhaal? Overeenkomsten onder de Grondexploitatiewet Anterieure overeenkomsten Posterieure overeenkomsten Procedure aspecten Exploitatieplan Inleiding Inhoud en vereisten Procedure / rechtsbescherming Overgangsrecht Conclusie Gevolgen voor de gemeente Stein 45 Hoofdstuk 6. Overige Wetgeving Inleiding Woningwet Wet voorkeursrechten gemeenten Inleiding Vestigingsgrondslagen Vereenvoudiging Overgangsrecht Planschade Conclusie Gevolgen voor de gemeente Stein 50 Bijlage 51

5 Lijst met afkortingen Afd. Afdeling Art. Artikel Artt. Artikelen Awb Algemene wet bestuursrecht Bro (oud) Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 Bro Besluit ruimtelijke ordening (nieuw) B&W College van Burgemeester en Wethouders IWro Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening PCGP Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen Raad Gemeenteraad WRO Wet op de Ruimtelijke ordening Wro Wet ruimtelijke ordening (nieuw) Wvg Wet voorkeursrecht gemeenten Ww Woningwet

6 Samenvatting 1. Inhoud Implementatieplan Het Implementatieplan gaat in op de gevolgen van de Wro voor het opstellen van structuurplannen en bestemmingsplannen, alsmede het verlenen van vrijstellingen, zoals een en ander geschiedde onder de WRO. Daarnaast worden de gevolgen van de invoering van de (in de Wro geïntegreerde) Grondexploitatiewet behandeld. Ter afronding wordt ook ingegaan op de wijziging van andere wetten zoals opgenomen in de IWro. Deze bijdrage blijft echter beperkt tot de wetten welke momenteel van belang zijn voor de gemeente Stein. Hierbij kan gedacht worden aan de Wet voorkeursrecht gemeenten (Bramert- Noord). Voor deze opzet is gekozen gezien het feit dat de omvangrijke (voornamelijk tekstuele) wijzigingen welke zijn opgenomen in de IWro niet van toegevoegde waarde zijn voor het Implementatieplan. Vanzelfsprekend kan de Wro ook op andere beleidsgebieden invloed hebben. In dit kader kan gedacht worden aan het te voeren gemeentelijk grondbeleid. Gezien de strekking van het Implementatieplan zijn deze gevolgen niet behandeld. Vanzelfsprekend zal een en ander wel nader worden bekeken. 2. Wijzigingen en gevolgen Ruimtelijke plannen Als gevolg van de invoering van de Wro dient de gemeente haar planonlogische beleid voor haar gehele grondgebied te verwoorden in of meer structuurvisie(s) en bestemmingsplan(nen). 2.1 Structuurvisie De gemeenteraad heeft geen keuze meer, maar moet een structuurvisie (voorheen: Structuurplan) vaststellen ten behoeve van de goede ruimtelijke ordening. De gemeente Stein zal de herziening van de bestaande Structuurschets Stein op weg naar 2015, gebruiken om de structuurvisie op te stellen. Hiertoe zal de nieuwe structuurschets worden gegoten in de vorm welke voldoet aan de eisen voor een structuurvisie. De structuurvisie wordt opgesteld ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het grondgebied van de gemeente of een gedeelte hiervan. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. Daarnaast bevat de structuurvisie de wijze waarop de gemeenteraad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken. Indien, ondanks de wettelijke verplichting, geen structuurvisie wordt vastgesteld kan geen beroep worden gedaan op bepaalde bevoegdheden opgenomen in Hoofdstuk 6 (Grondexploitatie) van de Wro. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld geen bovenplanse kosten worden opgenomen in een exploitatieopzet, omdat de structuurvisie deze kosten namelijk moet aanwijzen. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 4

7 Een tweede wijziging betreft de procedure tot het vaststellen van een structuurplan. De vaststelling van een structuurplan is in de Wro niet meer gekoppeld aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Voor het vaststellen van een gemeentelijke structuurvisie wordt teruggegrepen naar art. 150 lid 1 Gemeentewet. Deze bepaling houdt in dat de gemeenteraad een verordening dient vast te stellen, waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke - en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. Lid 2 van dit artikel bepaalt dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) van toepassing is indien de verordening daaromtrent geen bepalingen bevat. Binnen de gemeente Stein geldt in dit kader de Inspraakverordening gemeente Stein 2004 (hierna: inspraakverordening). Aangezien er geen wettelijk procedure-eisen gelden, maar wordt teruggegrepen op de inspraakverordening, kan de vaststellingsprocedure kort verlopen. Dit strookt ook met het doel van de Wro om de structuurvisie zoveel mogelijk vorm- en procedurevrij te houden. De structuurvisie dient een flexibel document te zijn, wat gemakkelijk kan worden geactualiseerd. Een langdurige procedure staat aan dit doel in de weg. Om de procedure zo kort mogelijk te houden, wordt er voor gekozen het voorontwerp van de structuurvisie niet ter inzage te leggen. Daarbij geldt dat de structuurvisie een (planologisch) beleidsstuk is zonder normatief karakter. Als gevolg hiervan kan worden volstaan met enkel het ter inzage leggen van het ontwerp. Zoals gemeld is de inspraakverordening hiervoor de grondslag. Omdat de structuurvisie nieuw planologisch beleid kan bevatten en slechts één maal ter inzage wordt gelegd, wordt de terinzagelegging koppelt aan afdeling 3.4 Awb. De termijn van terinzagelegging wordt hiermee gesteld op 6 weken, gedurende welke termijn door ingezetenen en belanghebbenden zienswijzen kunnen worden ingediend op het (nieuwe) beleid. Overigens kan tegen het vaststellen van een structuurvisie geen bezwaar en/of beroep worden ingediend. 2.2 Bestemmingsplan De Wro schrijft voor dat de gemeente voor haar gehele grondgebied één of meer bestemmingsplannen moet vaststellen. Hiermee komt de keuzebevoegdheid voor de gebieden binnen de bebouwde kom, zoals deze gold onder de WRO, te vervallen. Voor de gemeente Stein heeft dit geen grote gevolgen, aangezien zij reeds bestemmingsplannen heeft vastgesteld voor de gebieden binnen de bebouwde kom. Daarnaast wijzigt de bestemmingsplanprocedure. De grootste wijziging betreft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten (hierna: GS), dit is onder de Wro niet meer nodig. Onder meer hierdoor zal de wettelijke proceduretermijn veel korter zijn dan voorheen (ongeveer 26 weken in plaats van ruim 50 weken). Omtrent de vaststellingsprocedure wordt bepaald dat de inspraaktermijn aangaande het voorontwerp van het bestemmingsplan wordt teruggebracht tot 3 weken in plaats van 6 weken. Hiertoe kan worden besloten op grond van art. 4 lid 2 van de inspraakverordening. De reden voor het terugbrengen van deze termijn is onder meer gelegen in het feit dat een periode van 6 weken inspraak met betrekking tot de inspraak als lang wordt ervaren. Daarbij komt dat het slechts een voorontwerp betreft, alsook het feit dat de wet de mogelijkheid biedt om gedurende 6 weken tegen het ontwerp zienswijzen in te dienen. Alleen op grond van het tegen het ontwerp ingediende bezwaar kan in een latere fase beroep worden ingesteld. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 5

8 De herzieningsperiode van 10 jaar blijft gehandhaafd, maar de wetgever heeft wel gemeend strenger te moeten optreden tegen overschrijding van deze termijn. De bevoegdheid voor de gemeente tot invorderen van rechten terzake van na deze 10 jaar door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan, komt namelijk te vervallen, indien niet binnen 10 jaar het bestemmingsplan is herzien. Dit leidt er toe dat de gemeente bijvoorbeeld geen leges meer kan heffen bij het verlenen van een bouwvergunning. Indien de gemeenteraad van mening is dat de in het bestemmingsplan aangewezen gronden en de met het oog daarop gegeven regels in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening, kan zij besluiten het bestemmingsplan met 10 jaar te verlengen. Een herziening van het bestemmingsplan is dan niet nodig. Ten aanzien van thans geldende bestemmingsplannen, die meer dan 5 jaar voor de inwerkingtreding van de Wro zijn vastgesteld (en waarvoor door GS geen vrijstelling is verleend om het plan binnen 10 jaar te herzien), geldt dat deze binnen 5 jaar na inwerkingtreding moeten worden herzien. Plannen die binnen 5 jaar voor de inwerkingtreding van de Wro zijn vastgesteld blijven gelden gedurende de resterende planperiode. Voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, kan de gemeente een beheersverordening opstellen. Een dergelijke verordening is niet aan wettelijke voorbereidingsregels gebonden. De wetgever beoogt de gemeente met de beheersverordening namelijk een eenvoudig instrument te bieden dat kan worden toegepast in laagdynamische gebieden. Evenals het bestemmingsplan dient de beheersverordening binnen 10 jaar te worden herzien. Wordt hieraan niet voldaan dan gelden dezelfde sancties als hiervoor omschreven met betrekking tot een bestemmingsplan. Ten aanzien van de voorbereidingsprocedure kent de Wro met betrekking tot de beheersverordening geen (wettelijke) voorschriften. Daarom wordt teruggegrepen op de inspraakverordening zoals bedoeld in art. 150 Gemeentewet. Onder de werking van de WRO kon de beheersverordening niet worden opgesteld. Het betreft hier derhalve een nieuwe planologische figuur. Gezien de (wettelijke) strekking van de beheersverordening, alsook het feit dat de bestaande situatie wordt vastgelegd, is het wenselijk slechts het ontwerp van de beheersverordening ter inzage te leggen. Op de terinzagelegging worden op grond van de inspraakverordening de wettelijke bepalingen van afdeling 3.4 Awb van toepassing worden verklaard. Dit houdt onder meer in dat het ontwerp 6 weken ter inzage ligt. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden derhalve hun zienswijzen indienen. Evenals bij de structuurvisie is het niet mogelijk tegen het vaststellen van de beheersverordening bezwaar en/of beroep in te dienen. Dit is anders indien een burger verzoekt om een wijziging van een bestemmingsplan. In dat laatste geval is een weigering wel vatbaar voor bezwaar en beroep. Na inwerkingtreding van een beheersverordening vervalt het voor dat (gedeelte van het) gebied geldende bestemmingsplan en andersom. Gezien het beheersmatige karakter van vele vigerende bestemmingsplannen in de gemeente Stein zal, daar waar mogelijk, in de toekomst voor de betreffende gebieden een beheersverordening worden opgesteld. Uit het implementatieplan blijkt echter dat het opstellen van een beheersverordening naar alle waarschijnlijkheid maar op heel kleine schaal zal kunnen Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 6

9 geschieden. Dit volgt onder meer uit het feit dat functie- en volumeveranderingen al leiden tot het niet kunnen toepassen van de beheersverordening. Projectbesluit en ontheffingen Met de herpositionering van het bestemmingsplan als het centrale instrument binnen de ruimtelijke ordening voor de gemeente, is zoals reeds vermeld de planprocedure verkort. Toch kan het voorkomen dat de gemeente bepaalde ontwikkelingen of een bepaald project wil toestaan, dat ingevolge het bestemmingplan niet is toegestaan en hiertoe niet meteen het hele bestemmingsplan wil aanpassen. Dit is mogelijk middels het projectbesluit Projectbesluit Het projectbesluit biedt de mogelijkheid om de bestemmingsplanprocedure gefaseerd te doorlopen. De gemeente kan het projectbesluit gebruiken als het bestemmingsplan een bepaalde ontwikkeling of een bepaald project niet toestaat en men een dergelijke activiteit toch mogelijk wil maken, zonder meteen het hele bestemmingsplan te hoeven aanpassen. In een projectbesluit moeten de belangrijkste elementen van het project worden beschreven. Realisatie van een project kan dan voortvarend ter hand worden genomen. Regeling van bijvoorbeeld de beheersaspecten van het betreffende project volgt later bij de aanpassing van het bestemmingsplan. Omdat de actualiteit van bestemmingsplannen van groot belang is, moet het projectbesluit altijd gevolgd worden door een aanpassing van het bestemmingsplan. Deze aanpassing van het bestemmingsplan moet gebeuren binnen één jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden. Deze termijn kan voor bepaalde gevallen worden verlengd tot vijf jaar. Zolang het bestemmingsplan niet is aangepast, kan de gemeente geen leges heffen voor door de gemeente verleende diensten die betrekking hebben op het projectbesluit. Ook in gebieden waar een beheersverordering geldt kan de gemeente een projectbesluit gebruiken. Het projectbesluit kan hier worden gevolgd door een gewijzigde verordening, of door een bestemmingsplan. Omdat een projectbesluit de eerste fase is van een bestemmingsplanprocedure kan de neiging bestaan om direct voor een bestemmingsplanherziening te kiezen. Immers, het is toch verplicht het project in te passen in een bestemmingsplan en zodoende wordt niet het risico gelopen dat legesheffing binnen het gebied wordt opgeschort. Deze werkwijze (postzegelplanologie) kan ertoe leiden dat er versnippering optreedt. Aan de andere kant kan niet worden ontkent dat het digitale tijdperk het mogelijk maakt om deze bestemmingsplanmutatie snel te verwerken. Bij de keuze tussen een projectbesluit of bestemmingsplan is het zaak hiermee vooral praktisch om te gaan. Zo ligt het voor de hand om bij een gefaseerde ontwikkeling of bij deelprojecten te kiezen voor een projectbesluitprocedure. Maar dat is geen must. Afhankelijk van onder meer de aard en omvang van een project, kan worden gekozen voor een projectbestemmingsplan of een alomvattend bestemmingsplan. Binnen onze gemeente kiezen we ervoor (net als bijna alle andere gemeenten in Nederland) het projectbesluit in principe niet te gebruiken, maar gelijk de procedure van een bestemmingsplanwijziging op te starten Ontheffingen Naast het projectbesluit kent de Wro ook een aantal ontheffingsmogelijkheden, welke het mogelijk maken in afwijking van het bestemmingsplan plannen mogelijk te maken. Zo blijft het mogelijk met inachtneming van de bij het bestemmingsplan te geven regels, van bij het plan aan te geven regels ontheffing te verlenen (binnenplanse vrijstelling). Ook een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan (voorheen de zogenaamde vrijstelling ex art. 17 WRO) blijf bestaan. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 7

10 De kruimelgevallen zoals bedoeld in art. 19 lid 3 WRO, komen in de nieuwe Wro terug. De nieuwe lijst van gevallen (AMvB) is echter beperkter van aard dan de huidige lijst in art. 20 Besluit ruimtelijke ordening 1985 (hierna: Bro1985), waarmee onze gemeente al jaren ervaring heeft opgedaan. Aangezien bovenstaande nieuwe mogelijkheden m.b.t. het afwijken van een bestemmingsplan niet geheel overeenkomen met de mogelijkheden onder de huidige WRO, kan het voorkomen dat onze gemeente vaker dan nu het geval is, geen medewerking kan verlenen aan relatief kleine bouwplannen. Zo verdwijnt bijvoorbeeld de mogelijkheid om het gebruik van opstallen te wijzigen. De initiatiefnemer kan ons natuurlijk ten alle tijden verzoeken het bestemmingsplan te wijzigen, maar daaraan zit dan een hoger bedrag aan leges verbonden. Daarnaast zal de doorlooptijd van de te volgen procedure wellicht langer zijn - ondanks de nieuwe versnelde bestemmingsplanprocedure - aangezien t.b.v. een bestemmingsplanprocedure (evenals een projectbesluit) een raadsbesluit noodzakelijk is Grondexploitatiewet Met de invoering van de Grondexploitatiewet worden de rollen van de gemeente en eigenaren bij particuliere grondexploitatie verduidelijkt. In het proces van locatieontwikkeling spelen grondbezit en grondexploitatie een cruciale rol. Een grondeigenaar mag in beginsel zijn eigen perceel ontwikkelen. De gemeente wil daarentegen de ruimtelijke ontwikkeling sturen en streeft naar een goede ruimtelijke kwaliteit en een eerlijke verdeling van de kosten en baten van grondexploitatie. Stelsel Op dit moment geldt er in Nederland een gemengd stelsel voor grondexploitatie. Daarin staan vrijwillige overeenkomsten tussen gemeenten en projectontwikkelaars en andere particuliere eigenaren voorop. De basis daarvoor is te vinden in art. 42 WRO. Als publiekrechtelijke stok achter de deur kan de gemeente kosten van openbare voorzieningen verhalen via de baatbelasting (art. 222 Gemeentewet). Al geruime tijd is echter duidelijk dat deze wettelijke instrumenten voor kostenverhaal op een aantal punten tekort schieten. Een aanpassing van het wettelijk instrumentarium is dus hard nodig, zeker nu steeds meer locaties particulier ontwikkeld worden. Privaatrechtelijk kostenverhaal De wet legt allereerst een nieuwe basis voor privaatrechtelijke overeenkomsten over grondexploitatie tussen gemeenten en projectontwikkelaars en andere particuliere eigenaren. De wet kent twee typen overeenkomsten over grondexploitatie: anterieure en posterieure. Een anterieure overeenkomst wordt gesloten in de beginfase van een project, voordat een exploitatieplan is vastgesteld (zie verderop). Dit type zal verreweg het meeste voorkomen. Bij een anterieure overeenkomst hebben partijen veel onderhandelingsruimte en zijn ze niet gebonden aan het publiekrechtelijke kader in de Grondexploitatiewet. In een anterieure overeenkomst over grondexploitatie mogen ook afspraken worden gemaakt over financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen buiten de locatie, dus in een groter gebied. Posterieure overeenkomsten zijn overeenkomsten, gesloten nadat het exploitatieplan is vastgesteld. Bij deze overeenkomsten is de bewegingsruimte kleiner. Ze mogen niet afwijken van het exploitatieplan. Wanneer gecontracteerd is over kostenverhaal, dan is daarmee voor de contracterende eigenaar de kostenverhaalkous af. De gemeente kan geen kosten meer verhalen in het kader van een eventueel publiekrechtelijk kostenverhaal (tenzij dat in het contract mogelijk is gemaakt). Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 8

11 Het keurslijf van de huidige exploitatieverordening vervalt. De gemeenteraad mag in het nieuwe stelsel wel een grondexploitatieverordening opstellen, maar is daar niet toe verplicht. Publiekrechtelijk kostenverhaal Een van de belangrijkste vernieuwingen die de wet brengt is het verplichtende karakter van kostenverhaal. Een gemeente moet de kosten verhalen en mag er niet meer zoals in het huidige stelsel van afzien. Toch leidt het verplichtende karakter niet automatisch naar een eenzijdig publiekrechtelijk optreden van de gemeente. Privaatrechtelijke afspraken hebben de voorkeur. Bij welke activiteiten is de gemeente verplicht tot een publiekrechtelijke regeling? Dat is gekoppeld aan twee voorwaarden: - In de eerste plaats is een ruimtelijk besluit op grond van de Wro nodig. Het publiekrechtelijk instrumentarium is alleen van toepassing bij de vaststelling van een bestemmingsplan, wijziging van een bestemmingsplan, een projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit (besluit tot afwijking van de beheersverordening). - De tweede voorwaarde is dat het ruimtelijk besluit voorziet in nieuwbouw of in belangrijke en omvangrijke verbouwplannen met functiewijzigingen, zoals de verandering van een fabrieksgebouw in appartementen. De bouwplannen waar het om gaat zijn in het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) aangewezen. Als aan beide voorwaarden is voldaan, moet de gemeente het publiekrechtelijke instrumentarium toepassen. Exploitatieplan Als eerste stap in het publiekrechtelijk spoor moet de gemeente een exploitatieplan opstellen. Het exploitatieplan is een nieuwe planfiguur. Het biedt de grondslag voor publiekrechtelijk kostenverhaal en bevat de noodzakelijke locatie-eisen. Een exploitatieplan bevat in ieder geval een exploitatieopzet. Voor de grondexploitatie maakt het niet uit wie de kosten maakt, of dat de gemeente is of een particuliere eigenaar of een andere overheid. Alle verhaalbare kosten worden meegeteld. Ook moeten in het exploitatieplan regels staan voor het omslaan van de kosten over de verschillende uitgiftecategorieën van de uit te geven gronden. De toedeling van de kosten vindt plaats aan de hand van de verhouding tussen de gehanteerde uitgifteprijzen. Daarnaast kan het exploitatieplan locatie-eisen bevatten met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte, de nutsvoorzieningen en het bouwrijp maken. Verder kunnen in het exploitatieplan bepalingen worden opgenomen over de fasering van de uitvoering en de koppeling van bepaalde onderdelen. Een exploitatieplan mag ook regels bevatten over drie woningbouwcategorieën, die in het Bro zijn aangewezen: sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en particulier opdrachtgeverschap (vrije kavels). Het eerste exploitatieplan voor een locatie moet worden vastgesteld samen met het bestemmingsplan, wijziging van een bestemmingsplan of project(afwijkings)besluit voor de locatie. Jaarlijks moet het exploitatieplan worden herzien of geactualiseerd. Een exploitatieplan heeft een aantal rechtsgevolgen. Het belangrijkste is dat aan de bouwvergunning een voorschrift kan worden verbonden tot betaling van een exploitatie-bijdrage. In de Woningwet wordt voorts geregeld dat een bouwvergunning geweigerd zal worden bij strijd met Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 9

12 een exploitatieplan. In de praktijk zullen vooral bepalingen over fasering en koppeling aanleiding kunnen geven tot een weigering van de bouwvergunning. Rol en positie van de gemeente De wet heeft een aantal interessante gevolgen voor de gemeente. Gemeenten zullen naar verwachting in eerste instantie blijven kiezen voorsamenwerking met particuliere eigenaren, omdat dat voordelen heeft qua zekerheid, maatwerk en mogelijk een hogere opbrengst. De opbrengst van het kostenverhaal voor de gemeente zal, als het wetsvoorstel goed werkt, duidelijk toenemen, zowel via de anterieure overeenkomst als via het publiekrechtelijke instrumentarium. Voorts krijgt de gemeente meer mogelijkheden voor een goede regie, dankzij de locatie-eisen en de eisen ten aanzien van de woningbouwcategorieën Overige wetgeving Ten aanzien van de wijzigingen van andere wetten zoals geregeld in de IWro, wordt in het implementatieplan ingegaan op de Woningwet en de Wet voorkeursrecht gemeenten. Daarnaast wordt kort ingegaan op planschade. Woningwet De wijzigingen in de Woningwet hebben onder meer betrekking op het toetsingskader, de weigeringsgronden en de aanhoudingsgronden. Enkele wijzigingen zijn: - de reikwijdte van bestemmingsplannen als toetsingskader is verruimd; - een verzoek om een bouwvergunning wordt geweigerd indien het bouwplan in strijd is met het exploitatieplan; - een verzoek om een bouwvergunning wordt aangehouden indien voor het bouwplan een exploitatieplan moet worden vastgesteld en dit plan nog niet onherroepelijk is geworden wegen een lopen beroepsprocedure. Wet voorkeursrecht gemeenten De vestiging van een voorkeursrecht als bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten wordt door inwerkingtreding van de IWro in grote mate vereenvoudigd. Na de eenmalige vestiging van het voorkeursrecht door de gemeenteraad zorgt de vaststelling van de opvolgende plannen van rechtswege voor verlenging van het voorkeursrecht. Na vaststelling van het bestemmingsplan blijft het voorkeursrecht vervolgens 10 jaar gelden. De periode waarbinnen na een vastgesteld structuurplan een opvolgend plan (bestemmingsplan) moet zijn vastgesteld bedraagt 3 jaar. Op grond van het overgangsrecht bedraagt deze periode voor bestemmingsplannen welke moeten worden vastgesteld op grond van voor de inwerkingtreding van de Wro vastgestelde structuurplannen slechts 2 jaar. Deze termijn kan worden verlengd met een jaar indien de gemeenteraad daartoe besluit. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 10

13 Gevolgen 1. Gevolgen voor de gemeente Stein Structuurvisie: - Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening stelt de gemeente Stein een structuurvisie vast (verplichting), hiertoe zal de Structuurschets Stein op weg naar 2015 worden herzien en worden gegoten in de vorm van een structuurvisie; - Op grond van art. 150 Gemeentewet verloopt de voorbereidingsprocedure voor de structuurvisie conform de inspraakverordening; - Slechts het ontwerp van de structuurvisie wordt ter inzage gelegd, conform het bepaalde in afdeling 3.4 Awb; - Ondanks dat hiervoor geen wettelijke verplichting geldt, toch de art. 10 Bro 1985 partijen vroegtijdig betrekken in de totstandkoming van een structuurvisie. Bestemmingsplan: - Voor het gehele grondgebied van de gemeente Stein moeten bestemmingsplannen worden vastgesteld; - Voor gebieden van geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien stelt de gemeente Stein een beheersverordening op; - De gemeente Stein herziet één maal in de 10 jaar haar bestemmingsplannen, dan wel zij neemt een verlengingsbesluit indien de aangewezen bestemmingen en de met het oog daarop gegeven regels in overeenstemming zijn met de ruimtelijke ordening; - binnen 5 jaar na inwerkingtreding van de Wro worden alle bestemmingsplannen ouder dan 5 jaar herzien; - plannen welke jonger zijn dan 5 jaar op het moment van inwerkingtreding van de Wro worden herzien binnen de resterende looptijd; - Op grond van de inspraakverordening geschiedt het volgende: - het voorontwerp van het bestemmingsplan ligt gedurende 3 weken ter inzage en voor het overige blijven de regels van afdeling 3.4 Awb van toepassing; - het ontwerp van de structuurvisie wordt ter inzage gelegd op basis van afdeling 3.4 Awb; - het ontwerp van de beheersverordening wordt ter inzage gelegd conform de regels van afdeling 3.4. Awb; - Ondanks dat GS geen goedkeuring meer behoeven te geven, maar wel zienswijzen en/of aanwijzingen kunnen geven zal de gemeente Stein het vooroverleg met betreffende organisaties en belanghebbenden blijven hanteren om zodoende de procedure soepel te kunnen doorlopen. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 11

14 Projectbesluit en ontheffingen: - De ontheffingsmogelijkheden binnen het bestemmingsplan blijven bestaan, alsmede de tijdelijke ontheffing en de ontheffingen op grond van de AmvB (planologische kruimelgevallen). Doch gelet op wijzigingen hierin, en het vervallen van de artikel 19, eerste en tweede lid WRO, kan het voorkomen dat onze gemeente eerder dan nu het geval is, geen medewerking kan verlenen aan een bouwplan. Het staan een initiatiefnemer dan vrij hiertoe een bestemmingsplanwijziging aan te vragen; - Aangezien de gevallen waarvoor de ontheffingsmogelijkheid kan worden benut in het nieuwe Bro nagenoeg gelijk zijn gebleven, doch inmiddels veel bestemmingsplannen zijn geactualiseerd, dient te worden bezien of het opnieuw vaststellen van de beleidsregels (zoals de beleidsregels toepassing vrijstelling ex art. 19, W.R.O., derde lid ) wenselijk is; - Per ontwikkeling zal worden nagegaan of de gemeente Stein op grond van het vigerende gemeentelijke beleid haar planologische medewerking wil verlenen en in welke vorm zij dit zal doen. Doch is er in principe voor gekozen het projectbesluit niet te gebruiken, maar gelijk de procedure van een bestemmingsplanwijziging opstarten. Grondexploitatiewet: - Er moet een structuurvisie worden vastgesteld (strategisch beleidsdocument) ; - De huidige exploitatieverordening uit 1998 (op basis van art.42 WRO) vervallen verklaren; - Er moet worden gezorgd voor een actueel beleidskader voor het grondprijsbeleid, volkshuisvestingsbeleid, nota bovenwijkse/bovenplanse kosten en kwaliteitshandboek openbare ruimte i.v.m. de mogelijkheid tot kostenverhaal en het stellen van locatie-eisen bij een exploitatieplan; - De Nota Grondbeleid gaat uit van een actief grondbeleid van de gemeente Stein; met de invoering van de Grondexploitatiewet kan herijking het grondbeleid noodzakelijk zijn. Vooruitlopend hierop wordt per individuele ontwikkeling bekeken of wordt meegewerkt aan de ontwikkeling via een contract (anterieur) of via het exploitatieplan. Overige wetgeving: - het bestemmingsplan Bramert-Noord moet binnen 2 jaar na vaststelling van het Structuurplan door de gemeenteraad zijn vastgesteld, mits op grond van het overgangsrecht een verlengingsbesluit wordt genomen. 2. Vervolg Omdat de invoering van de Wro ook leidt tot procedure wijzigingen welke in de organisatie dienen te worden ingebed, zullen op basis van dit plan de volgende vervolgstappen worden genomen: Tot 1 juli 2008: - bezien in hoeverre de legesverordening kan worden aangepast aan de nieuwe Wro, in verband met het vervallen van de art. 19-vrijstellingen en de komst van de projectbesluiten, alsook de komst van de grondexploitatiewet; - procedure- c.q. werkbeschrijvingen opstellen gebaseerd op de (nieuwe) termijnen; - informeren van de afdeling Publiekszaken. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 12

15 Na 1 juli 2008: - verdere inbedding / verdieping in de organisatie als gevolg van opgedane praktijkervaring; - de Wro betrekken bij de herziening / herijking van bestaande beleidsnota s. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 13

16 Hoofdstuk 1. Inleiding Na een lange voorbereidingsperiode met verschillende malen uitstel, zal op 1 juli 2008 de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) in werking treden. Deze wet vervangt de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) van De Wro brengt op planologisch gebied wijzigingen met zich mee, welke er toe leiden het vigerende gemeentelijke beleid op dat gebied onder de loep te nemen en daar waar nodig te wijzigen. Grofweg kunnen de wijzigingen welke de Wro met zich meebrengt als volgt worden opgesomd: - verplicht vaststellen van één of meer structuurvisie(s) voor het gehele grondgebied van de gemeente; - verplicht vaststellen van één of meer bestemmingsplan(nen) voor het gehele grondgebied van de gemeente; - invoering van het projectbesluit en ontheffingen ter vervanging van de vrijstellingen conform de artt. 15, 17 en 19 WRO; - invoering van de Grondexploitatiewet. Naast vorengemelde wijzigingen worden ook wijzigingen doorgevoerd in andere wetten. Deze wijzigingen zijn opgenomen in de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (IWro). Het betreft hier voornamelijk tekstuele wijzigingen. Echter, voor enkele wetten heeft de IWro omvangrijkere gevolgen. De afdelingen VH&H (N. Daniëls) en MRB (M. Loo en M. Jansen Schoonhoven) hebben het onderhavige Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening (hierna: Implementatieplan) opgesteld, waarin de wijzigingen door invoering van de Wro en de gevolgen daarvan voor het gemeentelijk beleid worden beschreven. Het Implementatieplan zal achtereenvolgens ingaan op: - Hoofdstuk 2: Structuurvisie; - Hoofdstuk 3: Bestemmingsplan; - Hoofdstuk 4: Projectbesluit en ontheffingen; - Hoofdstuk 5: Grondexploitatiewet; - Hoofdstuk 6: Overige Wetgeving. Elk hoofdstuk wordt beëindigd met de gevolgen voor de gemeente Stein. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 14

17 Hoofdstuk 2. Structuurvisie 2.1 Inleiding Het ruimtelijk beleid binnen een gemeente kan worden vervat in een gelaagde structuur van globaal naar detaillistisch. Deze zogenaamde geleden normstelling begint met een structuurplan en eindigt met een (gedetailleerd) bestemmingsplan. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het structuurplan en de gevolgen van de Wro op het structuurplan (onder de Wro genaamd: structuurvisie ). Allereerst heeft de gemeenteraad geen keuze meer, maar moet het een structuurplan vaststellen (art. 2.1 Wro). Voor de gemeente Stein kan een en ander geschieden in combinatie met de herziening van de Structuurschets Stein op weg naar 2015 (zie 2.5. Conclusie ). Deze verplichting geldt alleen voor een structuurvisie ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het grondgebied van de gemeente of een gedeelte hiervan. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. Daarnaast bevat de structuurvisie de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken. Met betrekking tot de aspecten van gemeentelijk ruimtelijk beleid geldt een uitzondering. Hiervoor kan de gemeenteraad namelijk een structuurvisie vaststellen. Hierbij kan gedacht worden aan een structuurvisie ten aanzien van het aspect wonen. Hetzelfde geldt voor het vaststellen van een structuurvisie in samenwerking met de raden van aangrenzende gemeenten voor een gebied behorende tot het grondgebied van de betrokken gemeenten. Met betrekking tot deze twee structuurvisies bestaat dus een keuzemogelijkheid. Indien, ondanks de wettelijke verplichting, geen structuurvisie wordt vastgesteld kan geen beroep worden gedaan op bepaalde bevoegdheden opgenomen in Hoofdstuk 6 (Grondexploitatie) van de Wro, zoals het opnemen van bovenplanse kosten in een exploitatieopzet. Hiertoe dient de structuurvisie namelijk bovenplanse kosten aan te wijzen die ten laste van een fonds kunnen worden gebracht (art lid 7 Wro). Een tweede wijziging betreft de procedure tot het vaststellen van een structuurplan. De vaststelling van een structuurplan is in de Wro niet meer gekoppeld aan afdeling 3.4 Awb. 2.2 Procedure / inhoud Procedure onder de WRO Onder de WRO was de procedure tot het vaststellen van een structuurplan gekoppeld aan afdeling 3.4 van de Awb. Met andere woorden voor het vaststellen van een structuurplan diende de regels van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure te worden gevolgd. Een structuurplanprocedure zag er als volgt uit: Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 15

18 a. Voorbereidingsfase Alvorens te starten met dan wel tijdens het opstellen van een structuurplan werd nagegaan of het plan past binnen de kaders van de vigerende regelgeving omtrent bodemaspecten, natuur, archeologie, externe veiligheid etc.. Als handleiding hiervoor konden de door de Provincie Limburg opgestelde quick-scans (opgenomen in de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling deel II) worden gehanteerd. b. Ontwerpfase De voorbereidingsfase werd gevolgd door de ontwerpfase. Allereerst werd een voorontwerp van het structuurplan opgesteld. Omtrent dit voorontwerp werd vervolgens overleg gevoerd worden met de waterschappen, Rijk, provincies en eventueel besturen van overige gemeenten in verband met de uitvoerbaarheid van het structuurplan (art. 10 Bro). Deze organen hadden in de Provincie Limburg zitting in de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (hierna: PCGP), derhalve vond dit overleg plaats via deze commissie. Tevens werd overleg gevoerd met de degenen wiens belangen rechtstreeks in het geding waren. Onder de Wro zal de rol van de PCGP anders van inhoud worden (zie ). In haar Inspraakverordening gemeente Stein 2004 heeft de gemeente Stein bepaald (art. 2) dat het betreffende bestuursorgaan kan besluiten inspraak te verlenen op de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Op het verlenen van inspraak is afdeling 3.4 Awb van toepassing verklaard. Ter uitvoering van voormelde inspraakverordening werd het voorontwerp van het structuurplan ter inzage gelegd voor de ingezetenen en de belanghebbenden. Van de terinzagelegging werd derhalve mededeling gedaan in huis-aan-huisbladen. Tevens werd een informatiebijeenkomst georganiseerd en kon worden besloten een inloopdag te organiseren om zodoende de ingezetenen en andere belanghebbenden de kans te geven rechtstreeks vragen te stellen. Daar waar mogelijk liepen voorgaande fasen zoveel mogelijk parallel aan elkaar. Op grond van afdeling 3.4 Awb werd het voorontwerp van het structuurplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd en moest het desgevraagd ten minste drie aaneengesloten uren per week buiten de werkuren kunnen worden ingezien. De gemaakte opmerkingen van zowel de instanties welke zitting hadden in de PCGP als de ingezetenen en andere belanghebbenden, werden (indien mogelijk) verwerkt in het ontwerp van het structuurplan. Het ontwerp-structuurplan werd vervolgens 6 weken ter inzage gelegd en moest desgevraagd ten minste drie aaneengesloten uren per week buiten de werkuren kunnen worden ingezien. Hieromtrent vond een kennisgeving plaats via de huis-aan-huisbladen en de Staatscourant. Gedurende de periode van 6 weken kon eenieder zijn zienswijze naar voren brengen (art. 8 WRO juncto art. 3:16 lid 1 Awb). Zowel het voorontwerp als het ontwerp-structuurplan bestond uit de plankaart, de voorschriften en een toelichting. Voor het ontwerp-structuurplan was deze verplichting opgenomen in art. 11 Bro. c. Vaststellingsfase Aan de vaststelling door de gemeenteraad was geen termijn verbonden. De gemeenteraad kon derhalve beslissen op de eventueel ingediende zienswijzen en daarna het structuurplan vaststellen (art. 9 WRO). Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 16

19 De vaststelling van het structuurplan door de gemeenteraad werd bekend gemaakt door het besluit tot vaststelling samen met het structuurplan ter inzage te leggen. Hiervan werd kennis gegeven via de huis-aan-huisbladen en de Staatscourant. Als gevolg van het feit dat op de vaststelling van een structuurplan afdeling 3.4 Awb van toepassing was, was het niet mogelijk tegen een besluit van de gemeenteraad tot het vaststellen van het structuurplan bezwaar in te dienen. Tevens was het vaststellen van een structuurplan niet vatbaar voor beroep aangezien een structuurplan geen concrete beleidsbeslissing bevat Procedure onder de Wro Onder de Wro zijn geen procedurele eisen gesteld aan de totstandkoming van een structuurvisie. Dit houdt vanzelfsprekend niet in dat er geen procedure-eisen gelden. Voor het vaststellen van een gemeentelijke structuurvisie wordt teruggegrepen naar art. 150 lid 1 Gemeentewet. Deze bepaling houdt in dat de gemeenteraad een verordening dient vast te stellen, waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke - en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. Lid 2 van dit artikel bepaalt dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) van toepassing is indien de verordening daaromtrent geen bepalingen bevat. Aangezien er geen wettelijk procedure-eisen gelden, maar wordt teruggegrepen op de inspraakverordening, kan de vaststellingsprocedure kort verlopen. Dit strookt ook met doel van de Wro om de structuurvisie zoveel mogelijk vorm- en procedurevrij te houden. Hieronder wordt op een en ander nader ingegaan. a. Voorbereidingsfase Alvorens te starten met dan wel tijdens het opstellen van een structuurvisie wordt nagegaan of het plan past binnen de kaders van de vigerende regelgeving omtrent bodemaspecten, natuur, archeologie, externe veiligheid etc.. Als handleiding hiervoor konden de door de Provincie Limburg opgestelde quick-scans (opgenomen in de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling deel II) worden gehanteerd. b. Ontwerpfase De voorbereidingsfase wordt gevolgd door de ontwerpfase. Allereerst wordt een voorontwerp van de structuurvisie opgesteld. In het Bro is niet meer opgenomen dat omtrent het voorontwerp (de voorbereiding) van een structuurvisie overleg plaatsvindt met de waterschappen, het Rijk, de provincies, eventueel besturen van overige gemeenten in verband met de uitvoerbaarheid van het structuurplan en anderen wiens belangen rechtstreeks in het geding zijn. De Code Interbestuurlijke Verhoudingen bevat echter wel omgangsregels welke bepalen dat overheden elkaar betrekken bij nieuw beleid dat hen aangaat. Daarnaast moet in de structuurvisie worden aangegeven op welke wijze maatschappelijke organisaties bij de totstandkoming zijn betrokken (art Bro). Voorheen vond overleg plaats via de PCGP. Uit de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling Limburg blijkt dat het adviesorgaan naar verwachting gehandhaafd zal blijven maar wel op provinciaal strategisch niveau. Hoofddoelstelling is om de PCGP van een meer beoordelende commissie achteraf om te vormen tot een commissie die op passende momenten in het planproces een actieve en een ontwikkelingsgerichte/meesturende functie vervult. Door de commissie in het voortraject van het planproces te laten participeren in die gevallen waar zich in de Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 17

20 planvorming problemen dan wel fundamentele discussiepunten manifesteren, is deze commissie bij uitstek geschikt om tot een integraal en op draagvlak gericht advies te komen. De gemeente kan in die gevallen de problematiek ten overstaan van de commissie in beeld brengen en onderbouwd aangeven welke oplossingsrichtingen, al dan niet met een bepaalde voorkeur, worden voorgestaan. In de discussie tussen de gemeente, de commissieleden en de provinciale vertegenwoordiging kunnen de mogelijkheden van maatwerkoplossingen de revue passeren. Slechts in uitzonderingsgevallen kan in een eindadvies door de PCGP op zaken uit het voorproces worden teruggekomen, indien beleidskaders zijn gewijzigd dan wel er nieuwe feiten boven tafel komen waardoor een andere afweging ontstaat. Voormelde instanties waarmee op grond van art. 10 Bro (oud) overleg werd gevoerd zijn nog steeds belangrijke gesprekspartners. Ondanks dat er geen wettelijke verplichting meer geldt, is voor een goede structuurvisie en een snelle totstandkoming en uitvoering het creëren van draagvlak essentieel. Derhalve dienen onder andere maatschappelijke organisaties in een vroeg stadium bij de ontwikkeling van een structuurvisie te worden betrokken. Evenals maatschappelijke organisaties dienen ook burgers bij de totstandkoming van de structuurvisie te worden betrokken en dient de wijze waarop dit is gebeurd te worden vermeld in de structuurvisie (art. 2.1 Bro). Zoals reeds vermeld gelden voor het totstandkomen van een structuurvisie geen wettelijke procedure-eisen. Reden hiervoor is onder meer gelegen in het feit dat een structuurvisie een flexibel document dient te zijn, wat gemakkelijk kan worden geactualiseerd. Een langdurige procedure staat dit doel in de weg. Om de procedure zo kort mogelijk te houden, wordt er voor gekozen het voorontwerp van de structuurvisie niet meer ter inzage te leggen. Daarbij geldt dat de structuurvisie een (planologisch) beleidsstuk is zonder normatief karakter. Als gevolg hiervan kan worden volstaat met enkel het ter inzage leggen van het ontwerp. Zoals gemeld is de inspraakverordening hiervoor de grondslag. Omdat de structuurvisie nieuw planologisch beleid kan bevatten en slechts één maal ter inzage wordt gelegd, wordt in de inspraakverordening de terinzagelegging gekoppeld aan afdeling 3.4 Awb. De termijn van terinzagelegging wordt hiermee gesteld op 6 weken, gedurende welke termijn door ingezetenen en belanghebbenden zienswijzen kunnen worden ingediend op het (nieuwe) beleid. Op grond van art. 2.2 Bro kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld omtrent onder meer de beschikbaarstelling van de structuurvisie langs elektronische weg. c. Vaststelling Rondom de vaststelling is (in overeenstemming met de WRO) niets bepaald in de Wro. Nadat de voorbereidingsprocedure conform de inspraakverordening is doorlopen kan de gemeenteraad derhalve overgaan tot vaststelling van het structuurplan. Ook omtrent de bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de structuurvisie wordt in de Wro niets bepaald. Er wordt voor gekozen op dit punt aan te sluiten bij de voorheen geldende regelgeving in de WRO. Derhalve wordt van de vaststelling kennis gegeven door een bekendmaking in een huis-aan-huisblad, de Staatscourant en langs elektronische weg. Aangezien de structuurvisie een beleidsstuk is zonder normatief karakter staat tegen het vaststellen van de structuurvisie geen bezwaar of beroep open. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 18

21 2.3 Overgangsrecht De gemeente Stein beschikt momenteel niet over een ander structuurplan, dan het structuurplan Bramert-Noord. Weliswaar heeft de gemeente Stein de structuurschets Stein op weg naar 2015 opgesteld, echter dit is naar de maatstaven van de WRO geen structuurplan. Op grond van het overgangsrecht wordt daarom alleen het structuurplan Bramert-Noord, na inwerkingtreding van de Wro, gelijkgesteld met een structuurvisie. Mocht er ten tijde van de inwerkingtreding van de Wro een procedure tot vaststelling van een structuurplan lopen, dan geldt de Wro indien het ontwerp ter inzage is gelegd na inwerkingtreding van de Wro. Mocht het ontwerp van het structuurplan derhalve voor inwerkingtreding van de Wro ter inzage zijn gelegd, dan blijft de WRO op de procedure van toepassing. Na vaststelling zal ook in dit geval het structuurplan gelijkgesteld worden met de structuurvisie. 2.4 Conclusie De inwerkingtreding van de Wro heeft voor het structuurvisie (voorheen genaamd: structuurplan) tot gevolg dat het een verplicht op te stellen ruimtelijk plan wordt voor het gehele grondgebied. Indien de gemeente Stein niet over een structuurvisie beschikt kan geen beroep worden gedaan op bepaalde bevoegdheden opgenomen in Hoofdstuk 6 (Grondexploitatie) van de Wro. Dit leidt er toe dat bijvoorbeeld geen bovenplanse kosten kunnen worden opgenomen in een exploitatieopzet. Zoals hiervoor vermeld heeft de gemeente Stein in het verleden de Structuurschets Stein op weg naar 2015 opgesteld. Deze structuurschets zal binnen afzienbare tijd (moeten) worden herzien. Gezien het feit dat de gemeenten na invoering van de Wro moeten beschikken over een structuurvisie ligt het voor de hand de herziening van de structuurschets zodanig vorm te geven dat voldaan wordt aan de vereiste voor een structuurvisie. De procedure tot het opstellen van de structuurvisie is in de Wro en het Bro niet aan nadere regels onderworpen. Echter, via art. 150 lid 1 Gemeentewet dient een gemeente een verordening vast te stellen, waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke - en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. Ondanks dat er geen wettelijke verplichting meer geldt, blijft het overleg met andere overheids-en maatschappelijke organisaties van groot belang. Deze partijen dienen dus in een vroegtijdig stadium bij het proces te worden betrokken. Bestaande structuurplannen worden door de inwerkingtreding van de Wro gelijkgesteld met de structuurvisie. Hetzelfde geldt voor structuurplannen welke nog onder het oude recht ter inzage zijn gelegd. Deze worden ook procedureel volgens WRO behandeld. Structuurplannen(visies) welke na de inwerkingtreding van de Wro ter inzage worden gelegd, worden procedureel behandeld volgens de Wro en ook gelijk als structuurvisie aangemerkt. 2.5 Gevolgen voor de gemeente Stein - Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening stelt de gemeente Stein een structuurvisie vast (verplichting), hiertoe zal de Structuurschets Stein op weg naar 2015 worden herzien en worden gegoten in de vorm van een structuurvisie; Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 19

22 - Op grond van art. 150 Gemeentewet verloopt de voorbereidingsprocedure voor de structuurvisie conform de inspraakverordening; - Slechts het ontwerp van de structuurvisie wordt ter inzage gelegd, conform het bepaalde in afdeling 3.4 Awb; - Ondanks dat hiervoor geen wettelijke verplichting geldt, toch de art. 10 Bro (oud) partijen vroegtijdig betrekken in de totstandkoming van een structuurvisie. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 20

23 Hoofdstuk 3. Bestemmingsplan 3.1 Inleiding Ter uitvoering van de in het vorige hoofdstuk beschreven (globale) structuurvisie, worden gedetailleerde bestemmingsplannen opgesteld. In het bestemmingsplan wordt onder meer een nadere invulling gegeven aan de verschillende bestemmingen en de bouw- en gebruiksvoorschriften van deze bestemmingen. Tevens worden verbods- en vrijstellingsbepalingen opgenomen. Onder de Wro zal het bestemmingsplan inhoudelijk niet wijzigen. De bestemmingsplanprocedure is wel aan wijzigingen onderhevig. De grootste wijziging betreft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten (hierna: GS), dit is onder de Wro niet meer nodig. In de volgende paragraaf zal de bestemmingsplanprocedure worden beschreven zoals deze gold onder de WRO en zoals deze geldt onder de Wro. Daarnaast moeten onder de Wro voor het gehele grondgebied een of meerdere bestemmingsplannen worden opgesteld. De WRO bood de gemeente voor wat betreft het gebied binnen de bebouwde kom nog een keuzemogelijkheid, deze mogelijkheid komt onder de Wro echter te vervallen. Ook met betrekking tot de herzieningsperiode van 10 jaar (art. 33 WRO) heeft de wetgever gemeend strenger te moeten optreden. Evenals onder de WRO zal een bestemmingsplan na verloop van deze periode nog steeds geldig zijn, echter de bevoegdheid voor de gemeente tot invorderen van rechten terzake van na deze 10 jaar door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan, komt te vervallen. De gemeente kan bijvoorbeeld geen leges meer heffen bij het verlenen van een bouwvergunning. Indien de gemeenteraad van mening is dat de in het bestemmingsplan aangewezen gronden en de met het oog daarop gegeven regels in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijk ordening, kan zij besluiten het bestemmingsplan met 10 jaar te verlengen. Een herziening van het bestemmingsplan is dan niet nodig. Voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, kan de gemeente een beheersverordening opstellen. Een dergelijke verordening is niet aan wettelijke voorbereidingsregels gebonden. Evenals het bestemmingsplan dient de beheersverordening binnen 10 jaar te worden herzien. Wordt hieraan niet voldaan dan gelden dezelfde sancties als hiervoor omschreven met betrekking tot een bestemmingsplan. 3.2 Procedure / inhoud - soorten Procedure onder de WRO Onder de WRO nam een bestemmingsplanprocedure ruim een jaar in beslag. Zoals reeds vermeld was dit onder andere het gevolg van de benodigde goedkeuring van GS. Onderstaand zal de bestemmingsplanprocedure onder de WRO (globaal) worden beschreven, waarbij de aandacht wordt gevestigd op de termijnen. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening 21

BIJLAGE: WIJZIGINGEN WET RUIMTELIJKE ORDENING

BIJLAGE: WIJZIGINGEN WET RUIMTELIJKE ORDENING BIJLAGE: WIJZIGINGEN WET RUIMTELIJKE ORDENING Noodzaak van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening De huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) dateert uit 1965. Gedurende de afgelopen veertig jaar is de

Nadere informatie

Wet ruimtelijke ordening

Wet ruimtelijke ordening Gemeenten Wormerland, Oostzaan en Landsmeer Erwin de Bos 5 juni 2008 Inhoud Stand van zaken Kernpunten Wro Structuurvisie Bestemmingsplan Projectbesluit Beheersverordening Grondexploitatie Planschade Overgangsrecht

Nadere informatie

INSTRUMENTARIUM NIEUWE WET RUIMTELUKE ORDENING

INSTRUMENTARIUM NIEUWE WET RUIMTELUKE ORDENING ^h J ^ INSTRUMENTARIUM NIEUWE WET RUIMTELUKE ORDENING l^rka Inleiding Per 1 juli 2008 zal de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking treden. De Wro brengt een wijziging in het instrumentarium

Nadere informatie

Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening

Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening Betreft Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening Vergaderdatum 4 februari 2010 Gemeenteblad 2010 / 7 Agendapunt 10 Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld:

Nadere informatie

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening De nieuwe Wro Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening Inhoud van deze presentatie WRO Wro: de uitgangspunten De grootste veranderingen eruit gelicht WRO vs. Wro: een overzicht Wat betekent

Nadere informatie

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan Gemeente Wijk bij Duurstede Status: Ontwerp Afdeling: SBP Opgesteld door: Jacco de Feijter Datum: 20 februari 2009 Inleiding Op 1 juli 2008

Nadere informatie

Bijlage bij uitnodiging regiogesprekken nwro

Bijlage bij uitnodiging regiogesprekken nwro Bijlage bij uitnodiging regiogesprekken nwro Statengriffie Provinciehuis Zuid-Hollandplein 1 Postbus 90602 2509 LP Den Haag Telefoon 070-441 82 38 Website www.pzh.nl Zoals ook voor andere spelers binnen

Nadere informatie

Van WRO naar Wro (de gemeenteraad)

Van WRO naar Wro (de gemeenteraad) Van WRO naar Wro (de gemeenteraad) Op 1 juli 2008 zal de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking treden. Deze wet vervangt de huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De Wro kent een vernieuwd stelsel

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Zaaknummer: OLOGMM11-01 Collegevoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden

Nadere informatie

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden.

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Samenvatting Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. In de bijgevoegde startnotitie met bijbehorende

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

H. van Heugten raad juli 2010

H. van Heugten raad juli 2010 H. van Heugten 599 hhe@valkenswaard.nl Delegatiebesluit 10raad00495 29 juli 2010 - De (raads-)bevoegdheid tot het nemen/weigeren van een projectbesluit ex. artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning Nr. 60207/PUV Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning Zwolle, Op 9 maart 2009 hebben burgemeester en wethouders van Zwolle een aanvraag om bouwvergunning ontvangen en in behandeling genomen

Nadere informatie

WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING

WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING LEESWIJZER Voor u ligt de notitie van de provincie Fryslân. In deze notitie wordt beschreven hoe de provinciale Wro-taak eruit komt te zien onder de Wabo. Ook

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Raadsvoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden anders vormgegeven. Veel procedures

Nadere informatie

Alsmede de belangrijkste wijzigingen in met name de Woningwet en de WVG;

Alsmede de belangrijkste wijzigingen in met name de Woningwet en de WVG; De (nieuwe)wro; de belangrijkste wijzigingen. Alsmede de belangrijkste wijzigingen in met name de Woningwet en de WVG; Van WRO naar Wro per 1 juli 2008. Nieuw voor oud: Wro voor WRO; nieuwe planfiguren

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist

Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist Presentatie Marleen Sanders 2009 Adviesgroep Planeconomie & Grondstrategie inhoud presentatie Doelen van de veranderingen Wat is er veranderd?

Nadere informatie

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad Betreft: Het delegeren van bevoegdheden zoals bedoeld in de Wabo en het Bor (door aanwijzing van categorieën van gevallen waarvoor in het kader van de Wabo geen verklaring van geen bedenkingen is vereist)

Nadere informatie

Gemeente Breda 39249] Registratienr: [ Raadsvoorstel

Gemeente Breda 39249] Registratienr: [ Raadsvoorstel Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ Aantal bijlagen: -- 39249] Onderwerp Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor de functiewijziging en kleinschalige verbouwing van de gebouwen aan de

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486 o~~çëîççêëíéä= låçéêïéêéw= beleidsnotitie: mogelijkheden Grondexploitatiewet Portefeuillehouder: G. Evenhuis Dienst Beleid Sociaal Economische Ontwikkeling Margreet Harmsma, telefoon ((0591)68 54 57) =

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Groot Sypel - Maltezerlaan 1. Vastgesteld bestemmingsplan

Groot Sypel - Maltezerlaan 1. Vastgesteld bestemmingsplan Groot Sypel - Maltezerlaan 1 Vastgesteld bestemmingsplan Groot Sypel - Maltezerlaan 1 Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 3 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Plangebied 4 1.4 De bij het plan

Nadere informatie

Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening

Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening Aanleiding Inleiding Het bestemmingsplan Trade Port Noord (hierna: bestemmingsplan) en exploitatieplan

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht. CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.

Nadere informatie

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018 O19.000244 O19.000244* Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018 Vastgesteld door college op 26 februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Samenvatting, resultaten... 4 3. Bestemmingsplannen en beheersverordeningen...

Nadere informatie

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk, Collegebesluit Registratienummer Afdeling Onderwerp 2010/65824 Stadszaken Projectbesluit en reguliere bouwvergunning *2010/65824* 2010/65824 Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk, gezien

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Drechterland Zuid RTG: 12-10-2015 Raadsvoorstel: 22-9-2015, nr. 2015-53 Portefeuillehouder: Programma:

Nadere informatie

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie. Raadsvoorstel Zaaknummer: 2017-008843 gemeente Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen 20-06-2017 30-01-2018 Ter inzage 1.

Nadere informatie

Voorsorteren op de omgevingsvergunning De mogelijkheden tot de gecoördineerde voorbereiding van besluiten in de Wro en de Awb per 1 juli 2008

Voorsorteren op de omgevingsvergunning De mogelijkheden tot de gecoördineerde voorbereiding van besluiten in de Wro en de Awb per 1 juli 2008 Voorsorteren op de omgevingsvergunning De mogelijkheden tot de gecoördineerde voorbereiding van besluiten in de Wro en de per 1 juli 2008 Inleiding Veel wordt in Nederland geklaagd over het aantal vergunningen

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan

Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan maart 2011 Deel B Uitvoeringsprogramma Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan deel B 1 2 deel B Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan Inleiding 1. Ambitie

Nadere informatie

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad RAADSBERICHT Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad Nummer : 2012-29 Datum : 10 oktober 2012 Onderwerp : Informatie actualisatie bestemmingsplannen/toepassen beheersverordeningen

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening in Leiden

Ruimtelijke ordening in Leiden Ruimtelijke ordening in Leiden Presentatie 25 mei 2009 KvK Leiden 2 Programma 1. Wet Ruimtelijke Ordening 2. Structuurvisie Leiden 3. Actualiteit bestemmingsplannen in Leiden 4. Hoe komt een bestemmingsplan

Nadere informatie

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Kostenverhaal Windpark De Groene Delta. Josan Meijers

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Kostenverhaal Windpark De Groene Delta. Josan Meijers Statenbrief Datum Onderwerp Kostenverhaal Windpark De Groene Delta Inlichtingen Patricia van Eijndthoven 026 359 88 00 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Josan Meijers Kerntaak en plandoel -

Nadere informatie

Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie

Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie Actualiteiten Grondexploitatiewet 2011 VNG Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie mr. Jan Frans de Groot & mr. Arjen de Snoo 1 Indeling Aanleiding Verordening m.b.t. de grondexploitatie

Nadere informatie

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49)

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) Door C.M.P. Julicher Zegers en B. Weekers is een artikel geschreven voor het tijdschrift Bouwrecht. Gemeenten krijgen te maken met een nieuwe actualisatieronde

Nadere informatie

Inhoud voorstel aan Raad

Inhoud voorstel aan Raad 2016/112134 Onderwerp Vaststelling Beheersverordening Inverdan Inhoud voorstel aan Raad Gevraagd besluit De beheersverordening Inverdan, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in

Nadere informatie

Toelichting op de Coördinatieverordening

Toelichting op de Coördinatieverordening Toelichting op de Coördinatieverordening Hoofdstuk 1: Algemene toelichting 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en

Nadere informatie

In reactie op uw verzoek van 10 november 2011 namens uw cliënt de heer De Beer, waarin u

In reactie op uw verzoek van 10 november 2011 namens uw cliënt de heer De Beer, waarin u BIJLAGE 2 ABAB Vastgoedadvies B.V. Onze referentie: AZ09/000481-UA12/09987 T.a.v, De lieer 3. Lauwerijssen Postbus 10085 uw referentie: 5000 JB TILBURG Behandelaar: S.W. Vergeer-de Smit Telefoonnummer:

Nadere informatie

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1 Raadsvoorstel Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage XX-XX-XXXX XX-XX-XXXX 1. Vast te stellen bestemmingsplan

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: De heer E.F. Schneider

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0020449/geldigheidsdatum_/afdrukken pagina 1 van 28 Wet ruimtelijke ordening (Tekst geldend op: ) Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

't, RAADsvooRSTEL EN ontwerpbeslutr

't, RAADsvooRSTEL EN ontwerpbeslutr 't, RAADsvooRSTEL EN ontwerpbeslutr Registratienummer raad: 1 41 4033 Behorend bij het B&W-advies met registratienummer 1413609 Datum: 23 )anuari 2018 Behandeld door: S. Koot Domein/team: Ruimtelijke/Ontwi

Nadere informatie

: Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten. Beslispunt(en): 1. De coördinatieverordening Wro gemeente Woensdrecht vaststellen

: Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten. Beslispunt(en): 1. De coördinatieverordening Wro gemeente Woensdrecht vaststellen Voorstel aan de Raad Onderwerp : Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten Raadsvergadering : 26 juni 2013 Agendapunt : Portefeuillehouder : A.Th.S. van der Wijst Datum : 14 mei 2013 Bestuurlijk kader

Nadere informatie

Gewijzigd voorstel aan Door tussenkomst van Nummer Onderwerp Bijlage(n) Samenvatting

Gewijzigd voorstel aan Door tussenkomst van Nummer Onderwerp Bijlage(n) Samenvatting Gewijzigd voorstel aan : Gemeenteraad van 26 september 2011 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 13 september Nummer : 32 Onderwerp : Algemene verklaring van geen bedenkingen (Wabo) Bijlage(n) : 1.

Nadere informatie

3.4.3. Bestemmingsplanwijziging op eigen initiatief

3.4.3. Bestemmingsplanwijziging op eigen initiatief 3.4.3. Bestemmingsplanwijziging op eigen initiatief Vanaf 1 juli 2008 kan iedereen, een burger, een bedrijf, maar ook een bestuursorgaan, zoals bijvoorbeeld een waterschap, op eigen initiatief vragen om

Nadere informatie

Gemeente Breda ~Q~ ~A~ Raadsvoorstel. Registratienr: [ 39892]

Gemeente Breda ~Q~ ~A~ Raadsvoorstel. Registratienr: [ 39892] ~Q~ ~A~ Gemeente Breda Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 39892] Aantal bijlagen: - 5 - Onderwerp Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor het verbouwen van de begane grond tot twee winkelunits

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Coördinatieverordening Citeertitel Coördinatieverordening gemeente Heerhugowaard Besloten

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad: 1109689 Datum: Behandeld door: 26 februari 2014 M.C. Deinum Afdeling / Team: RO / ROB Onderwerp: Gecoördineerde vaststelling

Nadere informatie

Cursus nieuwe Wro Bna

Cursus nieuwe Wro Bna Cursus nieuwe Wro Bna Programma Structuurvisies Effectuering beleid rijk en provincies Grondexploitatie Bestemmingsplan/inpassingsplan Projectbesluit Beheersverordening Actualiteit bestemmingsplannen en

Nadere informatie

Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan. Voor particuliere grondeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties

Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan. Voor particuliere grondeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan Voor particuliere grondeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk

Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk ONTWERPBESLUIT Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk Burgemeester en wethouders hebben op 17

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening;

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening; De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016; gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van

Nadere informatie

Bijlage ALGEMENE TOELICHTING

Bijlage ALGEMENE TOELICHTING Bijlage ALGEMENE TOELICHTING 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en gemeente. In de coördinatieregeling voor de gemeente

Nadere informatie

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde). Gemeente Heerde Raadsvergadering 3 1 JAN 2011 Conform voorstel Raadsvoorstel Raadsvergadering 31 januari 2011 Commissie Ruimte 10 januari 2011 Agendapunt 7 Afdeling en opsteller Ruimte/Lisette Sipman (0578

Nadere informatie

onderwerp: Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Parkstede 1. Het ontwerpbestemmingsplan "Wonen Rijssen, Parkstede" gewijzigd vast te stellen;

onderwerp: Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Parkstede 1. Het ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Parkstede gewijzigd vast te stellen; g e m e e n t e Rijssen-Holter\v Rijssen, 21 maart 2017 Voorstel van het college aan de raad raadsvergadering: 20 april 2017 agendanummer: 13 opgemaakt door: Ruimtelijk Domein Strategie en Consulenten

Nadere informatie

nieuwe regels voor de ontwikkeling van bouwlocaties

nieuwe regels voor de ontwikkeling van bouwlocaties De Grondexploitatiewet: nieuwe regels voor de ontwikkeling van bouwlocaties April 2007 VROM geeft overheden en private partijen de ruimte om hun eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Decentraal wat

Nadere informatie

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten) Agendapunt: 8 No. 94/'10 Dokkum, 8 november 2010 ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan Ee-Skieppereed 26 SAMENVATTING: Zoals u weet zijn de twee vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied sterk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Coördinatieverordening gemeente Midden-Drenthe 2011. Verordening vastgesteld: 17 februari 2011 In werking getreden: 18 februari 2011 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen De

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-001138 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) Datum voorstel 12 maart 2019 Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Maximaal 5

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018; Coördinatieverordening gemeente Delft 2018 De raad van de gemeente Delft; Overwegende dat het mogelijk is besluiten die samenhangen met de realisatie van ruimtelijke ontwikkelingen te coördineren en zodoende

Nadere informatie

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.

Nadere informatie

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) (Tekst geldend op: 03-11-2008) Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel)

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpstraat 59(Riel) Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel) Agendapunt: Zaaknummer: 2018-008690 Onderwerp Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de

Nadere informatie

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2 vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 Hoofdstuk 2 Beleidskader 9 Hoofdstuk 3 Juridische toelichting 11 Hoofdstuk 4 Procedure en overleg 15

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING OV

OMGEVINGSVERGUNNING OV Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 31 januari 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het gebruiken van een parkeerterrein van Maxima Medisch Centrum door personeel van

Nadere informatie

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 1.3 BESTEMMINGSPLAN. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen:

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 1.3 BESTEMMINGSPLAN. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen: Infoblad 1.3 BESTEMMINGSPLAN Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen: - Bestemmingsplannen - Onderdelen van een bestemmingsplan - Bestemmingsplannen en kamperen - Welke bestemming

Nadere informatie

ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100

ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening elektronische kennisgeving uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 bijlage(n)

Nadere informatie

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Titel: Derde

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

Grondexploitatiewet & Externe Veiligheid

Grondexploitatiewet & Externe Veiligheid Grondexploitatiewet & Externe Veiligheid nwro/grex - jaarcongres Relevant 1 Waarom de nwro/grex? verouderde WRO (1965) gelegenheidsplanologie ontwikkelingsplanologie regie bij de gemeente visie en transparantie

Nadere informatie

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/ datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/ 010 284 8651 onderwerp x X behandeld door/e-mail x bouwvergunning (nummer 20090157) vergroten woning aan de voorzijde, Eilandenweg 3 H. Frijmann

Nadere informatie

Dit boek wordt in beginsel jaarlijks geactualiseerd, zodat u kunt beschikken over de meest actuele informatie aangaande de Wet ruimtelijke ordening.

Dit boek wordt in beginsel jaarlijks geactualiseerd, zodat u kunt beschikken over de meest actuele informatie aangaande de Wet ruimtelijke ordening. Voorwoord Dit is de vierde druk van de Praktijkpocket ruimtelijke ordening van De Langhenkel Groep. Naast de wetteksten zijn tevens een toelichting en de onder- en achterliggende regelgeving opgenomen.

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 De gemeenteraad van Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011 Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15 Aan: De Gemeenteraad Vries, 21 juni 2011 Onderwerp: Verplaatsing agrarisch bedrijf familie Siegers en toepassing ruimte voor ruimte regeling Portefeuillehouder:

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz RAADSVOORSTEL ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz Portefeuillehouder Dhr. S. Jansen Ronde Tafel 24 januari 2017 Opsteller Mevrouw Y.W.E.P Kerkhof Debat 07 februari 2017 Zaak/stuknummer

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Agendapunt: Zaaknummer: 2017-013931 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Eén woning mogelijk

Nadere informatie

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg'

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg' Voorbereidende raadsvergadering: 16 oktober 2007 Besluitvormende raadsvergadering: 13 november 2007 Portefeuillehouder: J.H. Herselman AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 Onderwerp

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan Partiële herziening regeling parkeren in bestemmingsplannen Dordrecht

Toelichting bestemmingsplan Partiële herziening regeling parkeren in bestemmingsplannen Dordrecht Toelichting bestemmingsplan Partiële herziening regeling parkeren in bestemmingsplannen Dordrecht Gemeente Dordrecht fase: ontwerpbestemmingsplan datum: oktober 2017 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot het vaststellen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening: gevolgen voor delegatiebesluiten en verordeningen

Raadsvoorstel tot het vaststellen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening: gevolgen voor delegatiebesluiten en verordeningen gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontmikkeling en Beheer Raadsnummer O8. RZ 6 Z g. OOZ Inboeknummer o8bstorror Beslisdatum B&W ro juni 2008 Dossiernummer 8a4.8SB Raadsvoorstel tot het vaststellen van

Nadere informatie

Beleidsnota implementatie nieuwe Wet ruimtelijke ordening

Beleidsnota implementatie nieuwe Wet ruimtelijke ordening Beleidsnota implementatie nieuwe Wet ruimtelijke ordening Gemeente Sluis Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. De griffier, De voorzitter, mr. P.T.G. Claeijs J.F. Sala 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 2.

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Beheersverordening Bedrijventerrein Molletjesveer Gevraagd besluit De beheersverordening Bedrijventerrein Molletjesveer, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten

Nadere informatie

bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting

bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting september 2018 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van het plan Op grond van de op 29 november 2014 in werking getreden 'Reparatiewet BZK 2014' (hierna:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Ten behoeve van het besluit tot afwijken van het bestemmingsplan krachtens artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3, van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht. Het plaatsen van

Nadere informatie

Bijlage 1 bij raadsbesluit Ag. nr : 12

Bijlage 1 bij raadsbesluit Ag. nr : 12 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15-11-11; gelet op artikel 3.30, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel Onderwerp : Wijziging legesverordening m.b.t. legesheffing planologische procedures Nr.: 04/3A Commissie (naam en datum) : Omgeving, 19 januari 2004 Datum raadsvergadering : 29 januari 2004 Samenvatting

Nadere informatie

8 november Te besluiten om:

8 november Te besluiten om: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 8 november 2012 Onderwerp: Algemene verklaring van geen bedenkingen omgevingsrecht Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1.Op grond

Nadere informatie

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen Rivieroevers Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 3 1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving 4 1.3 Geldende bestemmingsplannen 4 Hoofdstuk 2 Motivering voor toepassing

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting GEMEENTE OLDEBROEK Voorstel van het college aan de raad Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Agendapunt 07-03 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A. Portefeuillehouder:

Nadere informatie