DEEL DRIE : KWALITATIEF ONDERZOEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL DRIE : KWALITATIEF ONDERZOEK"

Transcriptie

1 155 DEEL DRIE : KWALITATIEF ONDERZOEK I. KWALITATIEF ONDERZOEK IN VLAANDEREN INLEIDING Het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid heeft met de steun van het Europees Sociaal Fonds een preventieprogramma over pesten op het werk opgezet. Dit programma bestaat uit enerzijds een sensibiliseringscampagne, gericht op de bevolking en op de potentiële betrokkenen in het werkveld, en anderzijds een kwantitatief onderzoek bij de werkende bevolking gevolgd door een kwalitatief onderzoek bij de slachtoffers. Het onderzoek werd uitgevoerd door de U.C.L. (CeFeSoc-GSW), voor het kwantitatieve deel en het kwalitatieve deel in Wallonië, en de K.U. Leuven (LUCAS), voor het kwalitatieve deel in Vlaanderen. De problematiek van pesten op het werk krijgt meer en meer aandacht. Dit valt te situeren in de stijgende aandacht voor de geweldproblematiek. De laatste decennia kwamen steeds nieuwe vormen van geweld op de voorgrond: geweld op ouderen, ongewenste intimiteiten op het werk, geweld van kinderen op hun ouders, en pesterijen op het werk. Ongewenst seksueel gedrag op het werk kwam reeds een tiental jaar geleden onder de aandacht. Het was toen de kapstok waaraan de problematiek van geweld op het werk werd opgehangen. Nu spreekt men minder over ongewenst seksueel gedrag op het werk, maar staat het pesten op het werk centraal. Vanuit de overtuiging en de ervaring uit onderzoek (Bruynooghe, e.a., 1995) 1 dat ongewenst seksueel gedrag, pesterijen en fysiek geweld op het werk parallelle problemen zijn, worden ze in deze studie samen onderzocht. Zij worden gevat onder de noemer geweld op het werk. Onder geweld verstaan we, in navolging van eerder onderzoek (Bruynooghe, e.a., 1995), elk gedrag met de (door het slachtoffer gepercipieerde) intentie om het slachtoffer te kwetsen of iets aan te doen. Er wordt in dit onderzoek uitgegaan van een subjectieve definitie van geweld, waarbij de ondergrens van wat geweld wordt genoemd, wordt bepaald door de respondenten zelf. Gedrag, waarvan de respondent meent dat het de grenzen van het slachtoffer overschrijdt en zo zorgt dat het slachtoffer zich in zijn of haar integriteit bedreigd voelt, wordt in dit onderzoek onder de noemer geweld opgenomen. Wat volgt is de rapportage van het kwalitatieve onderzoek in Vlaanderen. Na een schets van de methode en de samenstelling van de onderzoeksgroep, volgt een beschrijving van de geweldfeiten, de achtergrondkenmerken, het copingproces van het slachtoffer, de gevolgen, en het hele geweldproces. 1 Bruynooghe, R., Opdebeeck, S., Monten, C., & Verhaegen, L. (1995). Geweld, ongewenste intimiteiten en pesterijen op het werk: een beschrijving van klachten en van strategieën om er mee om te gaan. Diepenbeek : L.U.C. Departement Mens, Maatschappij en Communicatie. Onderzoeksgroep : Medische Sociologie.

2 156 HOOFDSTUK 1 : METHODE In dit hoofdstuk wordt de methodiek toegelicht bij de voorbereiding van het onderzoek, bij de dataverzameling en bij de dataverwerking Voorbereiding onderzoek Om het kwalitatief onderzoek in Vlaanderen en Wallonië zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen, vonden er ter voorbereiding van het onderzoek en in de loop van het onderzoek een aantal vergaderingen plaats tussen beide onderzoeksequipes. In de eerste vergaderingen werd besloten vanuit welke onderzoeksvragen het kwalitatieve onderzoek zou vertrekken en dat de dataverzameling zou gebeuren via face-to-face interviews. Vervolgens werd overeengekomen dat de interviews zouden gestructureerd worden aan de hand van een vragenlijst. Er werd gekozen voor een gesloten bevraging van de arbeidssituatie en de socio-demografische kenmerken van de respondenten, en een open bevraging met betrekking tot de onderzoeksvragen. Op basis van de onderlinge afspraken tussen de onderzoeksequipes werd een Nederlandstalige en een Franstalige versie van de vragenlijst opgesteld. De vragenlijsten werden getest bij een aantal slachtoffers en op basis van de bevindingen uit deze testfase aangepast. Vervolgens werd de vraagstelling aangepast aan het mogelijke type van respondent, wat resulteerde in drie versies: een versie voor getuigen, voor slachtoffers, en voor betichten. De vragenlijst bestond uit drie delen. In het eerste deel werden gesloten vragen gesteld over het statuut van de respondent (getuige, slachtoffer, betichte, of andere), over het beroep van het slachtoffer (of in de versie voor de betichten: de betichte) en de werksituatie waarin het geweld zich voordeed. In het tweede deel werden de open vragen van het interview geformuleerd. Er waren zeven hoofdvragen (nog gespecificeerd in subvragen) die peilden naar een omschrijving van het geweld, van de belangrijkste dader(s) (of in de versie voor betichten: degene die hem of haar beticht en/of het slachtoffer), van de relevante kenmerken van de betrokkenen en de arbeidssituatie, van de emotionele en probleemgerichte reactie van het slachtoffer (of in de versie voor de betichten: de betichte), van de reactie van de professionele en de persoonlijke omgeving, van de gevolgen voor het professionele en persoonlijke leven, en van de essentie van de problematiek volgens de respondent. Voor het gemak van de interviewer werden de open vragen van deel 2 samengevat in een overzicht op één pagina, zodat de interviewer in één oogopslag kon nagaan welke (sub-) vragen nog onvoldoende beantwoord werden. In het derde deel werd door middel van gesloten vragen informatie verzameld over de sekse, de leeftijd, de nationaliteit, de scholingsgraad en de leefsituatie van het slachtoffer (of in de versie voor de betichten: de betichte).

3 Dataverzameling Om respondenten te recruteren werd er een oproep opgesteld, gericht naar slachtoffers, getuigen en betichten. Die oproep werd via verschillende kanalen verspreid. Er staken strooibriefjes bij de uitnodigingen voor de sensibiliseringsessies over pesten op het werk, die kaderden in het preventieprogramma van het Ministerie voor Tewerkstelling en Arbeid met de steun van het Europees Sociaal Fonds. De oproep werd tevens gepubliceerd in tijdschriften, ledenbladen (van mutualiteiten en vakbonden), werd op een website (ACV) geplaatst, en werd door de slachtoffer-organisatie SASAM onder haar leden verspreid. Bovendien waren er al enkele respondenten uit het kwantitatieve onderzoek, die hadden verklaard bereid te zijn aan een interview deel te nemen. Deze personen werden opnieuw gecontacteerd. Als reactie op de oproep voor getuigenissen, meldden er zich bij LUCAS dagelijks mensen aan die een getuigenis wensten af te leggen. Deze aanmelding kon schriftelijk, maar vaak gebeurde dit via de telefoon. LUCAS werd ook regelmatig gecontacteerd door mensen die, ongeacht of ze aan het onderzoek wensten deel te nemen, nood hadden aan een luisterend oor en advies vroegen over de aanpak van hun concrete situatie. Via oproepen in de faculteiten sociale wetenschappen en psychologie aan de K.U.Leuven (tweede licentie-studenten), in de sociale hogeschool van Leuven (derde-jaarsstudenten) en in de opleiding relatie- en communicatiewetenschappen aan het L.U.C. (tweede licentiestudenten) werden interviewers gezocht. De geselecteerde interviewers volgden een training om met de vragenlijst vertrouwd te geraken en om technieken voor het afnemen van een diepte-interview in te oefenen. Ten behoeve van deze training werden twee documenten opgesteld: een handleiding bij de vragenlijst en een leidraad over de voorbereiding, de afname en de rapportage van het diepte-interview. Vervolgens werden de respondenten verdeeld over de getrainde interviewers zodat elke interviewer respondenten uit zijn eigen regio kreeg toegewezen. Tijdens het veldwerk werden de interviewers vanuit LUCAS ondersteund. Interviewers contacteerden de medewerkers van LUCAS voor praktische zaken, zoals problemen om een respondent te bereiken, voor bijkomende vragen rond de aanpak van moeilijke interviewsituaties, en voor de toewijzing van nieuwe respondenten ter vervanging van afgehaakte respondenten. Ook voor de emotionele verwerking van interviews die een diepe indruk nalieten, konden de interviewers bij medewerkers van LUCAS terecht. De interviewers contacteerden de respondenten zelf om een afspraak te maken. Na een korte introductie van zichzelf, LUCAS en het onderzoeksproject en na bijkomende uitleg over de anonimiteit en de garantie van een vertrouwelijke behandeling van het verzamelde materiaal, kon het interview aanvatten. De gesloten vragen van deel 1 en deel 3 werden door de interviewer op de vragenlijst ingevuld. De antwoorden op de open vragen werden op band opgenomen en na het interview door de interviewer samengevat per vraag. Deze samenvatting werd aan de vragenlijst toegevoegd. In principe was het de bedoeling om een afspraak te maken met de respondent binnen de twee maanden nadat men had toegezegd om aan het onderzoek deel te nemen. In 69 procent van de interviews vond het interview inderdaad plaats binnen de twee maanden na de toezegging. Bij de overige 31 procent werd de grens van twee maanden, omwille van praktische of organisatorische redenen, overschreden.

4 158 Op bovenstaande wijze werden er 150 interviews gerealiseerd. Door een tekort aan interviewers en een blijvend aanbod van getuigenissen, werd in overleg met de opdrachtgever en de U.C.L. besloten om de overblijvende respondenten een vragenlijst op te sturen, die door de respondent zelf kan ingevuld worden. Hiertoe werden de instructies in de vragenlijst en de formulering van de vragen aangepast voor schriftelijke invulling door de respondent zelf. Op deze manier werden 47 bijkomende getuigenissen verzameld, zodat in totaal 197 cases werden opgetekend Dataverwerking De antwoorden op de gesloten vragen werden via een kwantitatief programma (SPSS) door de collega s aan de U.C.L. verwerkt voor de beschrijving van de onderzoeksgroep. Voor de kwalitatieve analyse werd gebruik gemaakt van het programma Nvivo totdat saturatie werd bereikt voor alle vragen. Dit was het geval na analyse van 66 cases. Omwille van enkele bijkomende analyses met betrekking tot geweld in de onderwijscontext, werden aan dit databestand 31 cases toegevoegd. Zo werden er in totaal 97 cases gecodeerd in Nvivo. Op basis van de analyse van deze 97 cases, werd een eerste en voorlopig antwoord op de onderzoeksvragen geproduceerd. Om de correctheid en de volledigheid van de eerste analysefase na te gaan, werden de overige 100 cases bestudeerd. Waar nodig werden correcties en aanvullingen aangebracht in de beantwoording van de onderzoeksvragen. HOOFDSTUK 2 : BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSGROEP In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksgroep beschreven aan de hand van de antwoorden op de gesloten vragen. Het gaat om gegevens over de beroepssituatie en om sociodemografische gegevens van de respondenten. Hoewel er in dit hoofdstuk wordt gewerkt met gekwantificeerde gegevens, is het geenszins de bedoeling om hieruit conclusies te trekken over het voorkomen van geweld op het werk in de Vlaamse populatie. De onderzoeksgroep is immers niet samengesteld volgens de regels, die vereist zijn voor het trekken van een representatieve steekproef. De getallen die hier worden weergegeven, geven een beeld van de mensen die werden bereikt met de oproep en die de basis vormden voor de resultaten van het onderzoek. Het overzicht geeft tevens een beeld van de beroepscategorieën en de sectoren die wel en niet bereikt werden. Het merendeel van de 197 respondenten zijn slachtoffers (185). Er zijn ook tien getuigen en twee betichten. Beide betichten vinden de klacht die tegen hen geformuleerd was onterecht en bekijken zichzelf dan ook eerder als slachtoffer. Vandaar dat alle cases eigenlijk kunnen bekeken worden als verhalen van of over slachtoffers van geweld op het werk. Negenenzeventig procent van de respondenten is beroepsactief op het moment van het interview. Zestig procent van de respondenten is dan nog steeds werkzaam binnen de organisatie waarin het geweld zich voordeed of had voorgedaan, en 19 procent van de respondenten is elders werkzaam. Eenentwintig procent van de respondenten heeft (nog) geen nieuw werk gevonden.

5 159 Vijfenzestig procent van de respondenten is werkzaam in de openbare sector op het moment van de geweldfeiten, 35 procent in de privé-sector. De meest vertegenwoordigde sector in de onderzoeksgroep is de administratieve en overheidssector (36 %), vervolgens de gezondheidszorg en welzijnszorg (23 %) en het onderwijs (18 %). De verdeling over de andere sectoren is industrie en mijnbouw (7 %), bank en verzekeringen (5 %), de commerciële sector (4 %), diensten aan bedrijven (4 %), de transportsector (1 %), wetenschappelijke activiteit (1 %), en de bouwsector en de vastgoedsector (samen 1 %). Zoals hierboven reeds werd opgemerkt, is de onderzoeksgroep niet representatief voor alle slachtoffers van geweld op het werk. De vertegenwoordiging van de verschillende sectoren in deze onderzoeksgroep is dus beïnvloed door allerhande oncontroleerbare factoren, zoals bijvoorbeeld de ongelijke verspreiding van de oproep onder de verschillende sectoren. Het is dus niet mogelijk om uit bovenstaande verdeling conclusies te trekken over de mate van voorkomen van geweld in deze sectoren. De overgrote meerderheid van de respondenten (89 %) heeft een bediendenstatuut, slechts negen procent is arbeider en twee procent heeft een vrij beroep of is zelfstandige. Negenenzeventig procent werkt voltijds en 21 procent deeltijds. Van de respondenten heeft 90 procent een contract van onbepaalde duur en negen procent één van bepaalde duur. Verder heeft één procent van de respondenten een gesubsidieerde arbeidsovereenkomst. Het lijkt dus dat vooral voltijds werkende bedienden met een contract van onbepaalde duur werden bereikt met - of reageerden op - de oproep. Wat de grootte van het bedrijf betreft, werkt 36 procent van de respondenten in een bedrijf met minder dan 50 werknemers, 41 procent in een bedrijf met 50 tot 500 werknemers, 14 procent in een bedrijf met 500 tot 5000 werknemers, en negen procent in een bedrijf met meer dan 5000 werknemers. Bij de meeste respondenten werkt men met minder dan tien op de dienst (43 %), bij 24 procent van de respondenten werken tussen 11 en 20 mensen op de dienst, bij 23 procent tussen 21 en 50 mensen, en bij 10 procent werkt men met meer dan 50 mensen op de dienst. Twintig procent van de respondenten werkt op de moment van het interview minder dan één jaar in het bedrijf waar het geweld zich heeft voorgedaan. Negenentwintig procent werkt er tussen 1 en 5 jaar, 13 procent tussen 6 en 10 jaar, 24 procent tussen 11 en 20 jaar, en tenslotte 14 procent meer dan 21 jaar. Wat het geslacht betreft, is 65 procent van de onderzoeksgroep vrouwelijk. Vrouwen zijn dus oververtegenwoordigd in de onderzoeksgroep, waaruit niet mag worden afgeleid dat vrouwen meer te maken krijgen met geweld op het werk. Iedereen heeft de Belgische nationaliteit. Met betrekking tot de leeftijd is vijf procent van de respondenten tussen 20 en 30 jaar oud, 24 procent is 31 tot 40 jaar oud, de grootste groep (40 %) is 41 tot 50 jaar oud, en 31 procent is 51 tot 65 jaar oud. Een heel groot deel van de respondenten bestaat dus uit 40-plussers. Qua opleidingsniveau is het hoogst behaalde diploma voor de meesten hoger nietuniversitair onderwijs (44%), vervolgens hoger secundair onderwijs (25%), universitair onderwijs (15%), en lager secundair onderwijs (12%). Vier procent heeft enkel lager onderwijs gevolgd of behaalde geen enkel diploma. Het is duidelijk dat de meerderheid van de respondenten hoger geschoold zijn. Zeventig procent woont op de moment van het interview samen met een partner en 72 procent van de respondenten heeft kinderen.

6 160 In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van de respondenten voor dit onderzoek. Er wordt herhaaldelijk opgemerkt dat conclusies met betrekking tot het voorkomen van geweld niet mogelijk zijn op basis van deze onderzoeksgroep. Kwalitatief onderzoek schetst immers een breed beeld van wat er zich allemaal voordoet, niet van de mate waarin iets zich voordoet. HOOFDSTUK 3 : GEWELD OP HET WERK : DE FEITEN In dit hoofdstuk worden de geweldfeiten besproken. Naargelang het de fysieke, seksuele of psychische integriteit van het slachtoffer 2 is die door het feit wordt bedreigd of geschonden, wordt gesproken van respectievelijke fysiek geweld, seksueel geweld of psychisch geweld. Het gaat hier om een analytische beschrijving van mogelijke geweldfeiten. In concrete gevallen komen meestal combinaties van feiten voor, zodat combinaties van fysiek, seksueel en psychisch geweld mogelijk zijn Fysiek geweld De vormen van fysiek geweld die in deze studie werden opgetekend gaan van vandalisme en fysieke intimidatie tot fysieke aanslagen. Ook het werken in fysiek ongezonde omstandigheden beschouwen we als een vorm van fysiek geweld. We noemen het geweld omdat het slachtoffer dit zo aanvoelt en zich bedreigd voelt in zijn of haar (fysieke) integriteit Vandalisme en fysieke intimidatie Bij vandalisme wordt er schade toegebracht aan materiaal dat toebehoort aan het slachtoffer. Voorbeelden hiervan zijn het bekrassen van de wagen, en het platsteken van de banden van de wagen of de fiets. Soms gaat men hierin zo ver dat het echt gevaarlijk kan worden: de wagen van een slachtoffer wordt zodanig gesaboteerd dat er onderdelen afvallen en dat de wagen in panne valt. In zo n geval kan het slachtoffer zich ook bedreigd voelen in zijn fysieke integriteit. We kunnen dan spreken van fysieke intimidatie. Dergelijke intimidatie kan vrij direct gebeuren, zoals wanneer een collega zich dreigend opstelt voor het slachtoffer met een stoel boven zijn hoofd, maar kan ook op een subtielere manier op het slachtoffer gericht zijn, zoals bij de collega die het meubilair door het kantoor van het slachtoffer smijt of bij het slachtoffer dat in de ondergrondse garage steeds opgeschrikt wordt door een opduikende collega. 2 In dit onderzoek volgen we de definitie van de situatie volgens de respondent. Aangezien de respondenten de situatie bekijken vanuit dader-slachtoffer-perspectief, nemen we dat in wat volgt over. Doorgaans wordt de respondent omschreven als slachtoffer en de andere partij als dader.

7 Fysieke aanslag Onder de noemer fysieke aanslag vallen de feiten die tot gevolg hebben dat de fysieke integriteit van het slachtoffer geschonden wordt. Voorbeelden hiervan zijn het toebrengen van slagen in het aangezicht, het vastnemen en tegen de muur drukken, het in een toilet binnenduwen en opsluiten van een slachtoffer en het overgieten van een slachtoffer met water of een ander product zoals parfum. Fysieke aanslagen worden meestal door het slachtoffer gezien als een moment van controleverlies bij de dader, maar sommige slachtoffers menen dat het fysiek geweld instrumenteel is. Zo kan een brandweerman, die net voor hij de brandweerwagen wil instappen een vuistslag krijgt, hierdoor niet mee uitrukken, waardoor de dader eerste in rang wordt in plaats van het slachtoffer. Bij de slachtoffers in dit onderzoek kwamen fysieke aanslagen meestal voor zonder dat er getuigen waren Ongezonde werkomstandigheden Bij deze vorm van fysiek geweld wordt het slachtoffer verplicht om te werken in een ongezonde omgeving of om werk uit te voeren dat ongezond is. Het kan hierbij gaan om werk dat in principe afwisselend door alle collega s zou moeten worden gedaan, maar deze beurtrol wordt door de dader(s) niet gerespecteerd. Op die manier wordt het slachtoffer meer dan nodig aan de schadelijke omgeving (bijvoorbeeld gevaarlijke chemische producten) blootgesteld. Het is echter ook mogelijk dat alleen het slachtoffer (herhaaldelijk) wordt gedwongen om een ongezonde activiteit uit te voeren (bijvoorbeeld een koerier dagelijks een veel te zware tas laten dragen). Dergelijke feiten zijn een aanslag op de fysieke integriteit van het slachtoffer en worden ook alsdusdanig door het slachtoffer gepercipieerd, daarom vallen ze onder fysiek geweld Seksueel geweld Bij seksueel geweld ervaart het slachtoffer de feiten als een aanslag op diens seksuele integriteit. Dit kan zonder direct lichamelijk contact tussen dader en slachtoffer, of met lichamelijk contact tussen dader en slachtoffer Non-contactvormen van seksueel geweld Een eerste vorm van seksueel geweld zonder lichamelijk contact is het maken van avances ten opzichte van het slachtoffer. De slachtoffers in de studie beschouwen de verbale avances meestal niet als geweld, maar eerder als een aanleiding of een voorbode voor het geweld dat erop volgt. Het gaat immers om een persoon die tracht zijn amoureuze gevoelens jegens het slachtoffer te uiten. De avances worden in het begin vaak charmerend gevonden, maar wanneer de dader blijft aanhouden, begint het slachtoffer er zich ongemakkelijk bij te voelen. Zoals later zal besproken worden, komt het regelmatig voor dat de aanbidder na de afwijzing verandert in een haatdragende pestkop. Soms verdraait de dader de feiten, zodat het voor de buitenwereld lijkt alsof het slachtoffer avances maakte naar de dader en zich nu afgewezen voelt. Zo gaat een dader, na afgewezen te zijn door het slachtoffer, aan de collega s vertellen hoe genant hij het vindt dat het slachtoffer verliefd op hem is.

8 162 Een tweede non-contactvorm van seksueel geweld is het maken van grove seksuele toespelingen aan het adres van het slachtoffer. Het kan dan gaan om algemene seksueel getinte beledigingen, zoals teef of hoerenloper, of om opmerkingen over het lichaam of het seksuele leven van het slachtoffer. Zo wordt een slachtoffer er regelmatig op gewezen dat de collega s het jammer vinden dat ze zo n kleine borsten heeft. Aan een ander slachtoffer vraagt men af en toe wanneer ze voor het laatst met iemand naar bed is geweest. Sommige slachtoffers stellen dat er hen meermaals oneerbare voorstellen worden gedaan. In een derde non-contactvorm van seksueel geweld wordt het slachtoffer geconfronteerd met seksueel getinte verhalen of afbeeldingen. Een slachtoffer vertelt dat haar collega s voortdurend opscheppen over hun uitstapjes naar prostituées. In een bepaalde werkomgeving staan op alle computerschermen pin-ups. Een dader liet naaktfoto s van zichzelf rondslingeren op plaatsen waar het slachtoffer ze wel moest vinden. Het met de ogen uitkleden van het slachtoffer is een vierde vorm van seksueel geweld zonder lichamelijk contact. Soms doet men dit zelfs heel expliciet en bespreekt men dit in groep, terwijl het slachtoffer het kan horen Contactvormen van seksueel geweld Sommige collega s maken ook op fysieke wijze avances naar het slachtoffer. Het gaat dan om lichte aanrakingen, die door de slachtoffers gepercipieerd worden als niet-agressief getint. Een vrouw getuigt bijvoorbeeld dat de dader regelmatig achter haar komt staan en haar schouders masseert. Een ander slachtoffer vertelt dat zijn bazin, wanneer ze naast hem zit, zorgt dat hun armen elkaar raken, waarop ze dan verliefd naar hem kijkt. De meeste slachtoffers zijn aanvankelijk geflatteerd door de speciale aandacht, maar stellen dat het op een bepaald moment genant wordt. Vooral wanneer er een tijdje een onduidelijke situatie blijft bestaan, dreigt de situatie te escaleren, hetzij omdat de dader bij gebrek aan afwijzing meent verder te mogen gaan, hetzij doordat de dader de uiteindelijke afwijzing door het slachtoffer niet kan verkroppen. Een tweede contactvorm van seksueel geweld is de ongewenste aanraking. Voorbeelden hiervan zijn: een klap op het achterwerk, het terloops aanraken van borsten en billen, en het in de billen knijpen. In een derde contactvorm gaat het meer expliciet om seksueel getint gedrag, we spreken dan van het betasten van het slachtoffer. Dikwijls wordt het slachtoffer hierbij klem gezet, zodat het seksuele geweld gepaard gaat met fysiek geweld. Zo vertelt een slachtoffer dat de dader haar in het begin op haar stoel drukt en over haar borsten en billen wrijft, nadien gaat hij ook onder haar kleren voelen. Later drukt hij haar tegen de muur en begint haar borsten en schaamstreek te kussen. Nog een tijd later gaat hij met zijn hand in haar broek en masseert haar daar. Het slachtoffer dwingen tot seksuele handelingen en andere seksuele misdrijven, komt ook voor op de werkvloer. Een slachtoffer vernoemt penetratie met de vingers door de dader en het gedwongen masturberen van de dader. Deze vrouw laat zich aanvankelijk doen, omdat het om haar overste gaat. Nadien verweert ze zich verbaal en fysiek met gillen, slaan en een kopstoot. Nadien gaat het ongewenst seksueel gedrag op het werk over in pesterijen. Verkrachtingen komen zowel voor bij uit de hand gelopen relaties tussen collega s, als in de machtsrelatie tussen werknemer en overste.

9 Psychisch geweld Bij psychisch geweld voelt het slachtoffer zich aangevallen in zijn psychische integriteit. Op het werk, zou men kunnen verwachten dat vooral de integriteit op arbeidsgerelateerde terreinen kan bedreigd worden, maar het blijkt dat ook de meer persoonlijke terreinen het doelwit zijn van psychisch geweld op het werk. Eerst wordt het arbeidsgerelateerd psychisch geweld besproken, daarna volgt een bespreking van het persoonsgericht psychisch geweld Arbeidsgerelateerd psychisch geweld Op arbeidsvlak kan het psychische geweld de vorm aannemen van het bemoeilijken van het werk, van misbruik van officiële kanalen, van machtsmisbruik, en van de aantasting van de professionaliteit. a) Bemoeilijken van het werk Een eerste domein van psychisch geweld op arbeidsvlak is het bemoeilijken van het werk van het slachtoffer. Dit kan gebeuren door de manipulatie van werkmiddelen, door de sabotage van het werk, of door het negeren van orders en het leveren van slecht werk door de dader. Manipulatie van werkmiddelen Een manier om iemand te pesten op arbeidsvlak is het bemoeilijken van diens werk door manipulatie van diens werkmiddelen. Vaak is het zo dat het slachtoffer noodzakelijke middelen voor zijn taakuitvoering worden geweigerd of afgenomen. Voorbeelden hiervan zijn het invoeren van nieuwe systemen zonder het slachtoffer toelating te geven om de noodzakelijke scholing te volgen, collega s verbieden om het slachtoffer op te leiden in zijn nieuwe taak, het wegnemen van bureaumateriaal (PC, printer, en zelfs het bureau), het slachtoffer verantwoordelijk maken voor het vervoer van materiaal zonder die persoon te laten beschikken over een transportmiddel, het verhuizen van iemands bureau naar het lokaal met de verwarmingsketels, een vertrouwenspersoon geen mogelijkheid bieden om vertrouwelijke dossiers veilig op te bergen, of de extra-hulp voor het slachtoffer officieus zelf opeisen, zodat het officieel lijkt alsof het slachtoffer zelfs met extra mankracht het werk nog niet de baas kan. Het komt ook voor dat men door de schikking van de kantoormeubelen het slachtoffer het gevoel kan geven dat hij of zij continu bekeken wordt, waardoor de concentratie voor de taakuitvoering aanzienlijk vermindert. In tegenstelling tot wanneer dergelijke pesterijen uitgaan van een overste, beperken daders van een gelijk of ondergeschikt niveau zich meestal tot het verstoppen van materiaal.

10 164 Sabotage van het werk Een andere manier waarop het werk van het slachtoffer bemoeilijkt kan worden, is door dit werk te saboteren. Dit kan men doen door noodzakelijke informatie achter te houden of door dossiers of computerbestanden te ontvreemden. Slachtoffers maken melding van het achterhouden van noodzakelijke informatie, zoals het verzwijgen van de agendapunten voor een vergadering waardoor het slachtoffer steeds onvoorbereid toekomt, de weigering om toelichting te geven bij de taakomschrijving van het slachtoffer, het achterhouden van belangrijke correspondentie, het weren van het slachtoffer uit vergaderingen en het niet mededelen van voor het slachtoffer relevante beslissingen. Daarnaast wordt er ook melding gemaakt van het opzettelijk geven van verkeerde informatie of foutief materiaal aan het slachtoffer, waardoor het slachtoffer fouten maakt en zijn werk een grote achterstand oploopt. Soms wordt het slachtoffer systematisch gestoord bij de uitvoering van zijn werk Zo worden telefoongesprekken met klanten verstoord, of moeten mensen steeds van team wisselen, zodat hun projecten nooit kunnen beëindigd worden. In een aantal gevallen is er sprake van sabotage van reeds uitgevoerd werk. Zo worden bijvoorbeeld de beste klanten uit het klantenbestand weggeselecteerd, men laat de computer moedwillig crashen zodat er werk verloren gaat, patiënten worden weggehouden uit de therapieën van het slachtoffer, het briefgeheim van een vertrouwenspersoon wordt geschonden, en er worden bestanden op de computer gewist om het slachtoffer van sabotage te kunnen beschuldigen. Geleverd werk wordt niet erkend door het aantal uren dat het slachtoffer gepresteerd heeft, te vervalsen. Het resultaat van deze sabotagetechnieken is dat het slachtoffer in een slecht daglicht komt te staan tegenover oversten, collega s en klanten. Het wordt door de slachtoffers bijna onmogelijk geacht om dergelijke sabotage aan te tonen. Door gebrek aan bewijzen is het immers vaak een zaak van woord tegen woord. Orders negeren of slecht werk leveren Soms negeren mensen orders, of leveren ze slecht werk om hun overste of collega te pesten. Oversten of collega s kunnen immers in moeilijkheden komen wanneer hun dienst ondermaats presteert. Daders lijken deze techniek enkel te gebruiken wanneer het nagenoeg niet te bewijzen is aan wie de mindere prestaties van de dienst te wijten zijn. Een voorbeeld hiervan is de groep van daders die, volgens de slachtoffers in de onderzoeksgroep, de opdrachten van oversten steeds nét iets anders uitvoert of zelfs weigert uit te voeren. De slachtoffers zijn dan vaak oversten die zelf laag staan in de hiërarchie en weinig sanctionerende macht hebben. Wanneer deze oversten de problemen met de dader voorleggen aan hun hiërarchie wordt hen een gebrek aan autoriteit verweten. b) Misbruik van officiële kanalen Een tweede type van arbeidsgerelateerd psychisch geweld gaat via het misbruiken van officiële kanalen. Het slachtoffer kan geraakt worden via financiële middelen, via de vakantieregeling, via bureaucratisering, via de mogelijkheden tot sanctioneren en via klachtenprocedures. Kenmerkend bij deze vormen van psychisch geweld is dat de gebruikte middelen op zich niet verkeerd zijn, ze worden wel oneigenlijk gebruikt door de dader. Dit oneigenlijk gebruik aantonen wordt door de slachtoffers niet evident gevonden.

11 165 Voorbeelden van pesterijen via officiële kanalen met impact op financiëel vlak zijn het niet doorgeven van een verkoop zodat geen commissieloon wordt uitbetaald, en het verkeerd of niet uitbetalen van opslag, onkosten of bonussen. Het slachtoffer wordt dan gedwongen om te vragen dit recht te zetten. Men kan werknemers ook pesten via de vakantieregeling. Zo gebeurt het dat toestemmingen voor verlofdagen voor begrafenissen of rechtzaken worden geweigerd of erg laat worden gegeven. Een andere manier van misbruik van de vakantieregeling wordt geïllustreerd in het voorbeeld waarin de geplande vakantiedagen van het slachtoffer niet goedgekeurd worden omwille van een dringende vergadering waarop de aanwezigheid van het slachtoffer ten stelligste vereist zou zijn. Wanneer het slachtoffer op de dag in kwestie aanwezig is op die vergadering wordt botweg gezegd dat de aanwezigheid van het slachtoffer niet echt noodzakelijk is. Het stiekem nemen van vakantie door collega s op de dagen waarvan het slachtoffer had aangekondigd ze te willen nemen, is een ander voorbeeld van misbruik van de vakantieregeling. Het overstelpen van het slachtoffer met administratieve zaken, zoals schriftelijke opmerkingen, vragen ter verantwoording en terechtwijzingen (nota s), onterechte klachtenbrieven en aangetekende brieven, zijn voorbeelden van manieren waarop men iemand kan raken door misbruik te maken van de bureaucratie. Proberen om een slachtoffer iets te laten tekenen dat hem schade kan berokkenen (bijvoorbeeld verlies van anciëniteit wegens administratieve fouten ) is hier een andere uiting van. Ook het foutief invullen en te laat indienen van formulieren die belangrijk zijn voor het slachtoffer (loonstaten, ziektepapieren, ) komt voor. Soms wordt misbruik gemaakt van de mogelijkheden die er zijn tot sanctioneren: zo wordt een slachtoffer ontslagen omwille van een uitgevonden reden, en mag een ander slachtoffer zijn werkplaats niet meer in en moet thuisblijven (met behoud van loon) omwille van een niet onderzochte klacht van een patiënt. Een groot aantal slachtoffers signaleert dat er onterecht klachten worden geuit tegen hen. Sommige daders pesten een slachtoffer of dekken zichzelf in door het slachtoffer te beschuldigen van pesterijen (cf. reactief machtsmisbruik in Bruynooghe, e.a., 1995). In dit onderzoek voelde elke respondent die beschuldigd werd van pesterijen, zich ten onrechte beschuldigd. Men zag dit als een strategie van de andere partij om hem / haar te pesten. Het spreekt vanzelf dat het in dergelijke situaties erg moeilijk wordt om uit te maken wie slachtoffer is, en wie dader. Een andere, soortgelijke tactiek is het overdreven vaak sturen van de controle-arts wanneer het slachtoffer ziek is. Zo insinueert de dader dat het slachtoffer zijn ziekte veinst. Een tegenovergestelde beschuldiging, waarin men een gezond persoon ziek wil laten verklaren komt ook voor: iemand getuigt dat men zelfs een geneeskundig onderzoek heeft gevorderd, met de bedoeling om het slachtoffer ontoerekeningsvatbaar te doen verklaren. Dit is niet gelukt. Andere beschuldigingen die worden geuit tegen slachtoffers zijn meer direct werkgerelateerd: het slachtoffer wordt van incompetentie, onwil of zelfs sabotage beschuldigd. Soms wordt het indienen van een klacht voorafgegaan door sabotageactiviteiten, die dan op de rug van het slachtoffer worden geschoven, zoals reeds werd beschreven in paragraaf Het slachtoffer krijgt alles wat misgaat in de schoenen geschoven of wordt er van beschuldigd niet goed met de collega s om te gaan. Soms schakelt de dader klanten of patiënten in om klacht in te dienen, waarbij het gebeurt dat de werkgever de formulering van de klager overneemt zonder eerst de versie van het slachtoffer te horen.

12 166 Dit gebrek aan luisterbereidheid bij de oversten komt ook voor bij andere klachten. Het slachtoffer wordt beschuldigd maar krijgt geen faire kans om zich te verdedigen, waardoor er een vorm van secundaire victimisering ontstaat (Bruynooghe, e.a., 1995). Een persoon wordt slachtoffer van een geweldfeit, zoals hier via misbruik van een officieel kanaal, en wordt daarna nogmaals slachtoffer doordat zijn overste hem direct veroordeelt en hem geen kans geeft tot het weerleggen van de aantijgingen. Bij secundaire victimisatie wordt het slachtoffer dus opnieuw slachtoffer van een persoon van wie hij steun verwacht. Hieruit volgt vaak dat het slachtoffer slechte evaluaties krijgt, met de daarbij horende implicaties voor diens financiële toestand en loopbaan. Het is duidelijk dat één geweldfeit, via een sneeuwbaleffect, kan leiden tot een hele lawine van bijkomende stressoren. De opeenstapeling van (niet onderzochte, maar als waarheid aanvaarde) beschuldigingen brengt met zich mee dat sommige slachtoffers gaan vermoeden dat ook hun werkgever in het pest-complot zit. c) Machtsmisbruik Onder machtsmisbruik, een derde domein van arbeidsgerelateerd psychisch geweld, vallen die vormen van pesterijen die enkel door hogergeplaatsten kunnen gehanteerd worden via misbruik van hun positionele macht. De verschillende vormen die onder dit domein vallen zijn: psychische intimidatie, privileges ontnemen, met de eer gaan lopen, overtredingen opleggen (en bestraffen), evaluatie en loopbaanbeïnvloeding, anderen voortrekken ten nadele van het slachtoffer en manipulatie van het takenpakket. Psychische intimidatie Een eerste vorm van machtsmisbruik is de psychische intimidatie. Meestal gaat het hierbij om de overste die het slachtoffer bedreigt met ontslag. Zo haalt een slachtoffer een overste aan die zei: Ik heb net een personeelslid ontslagen en heb daar veel moeite voor moeten doen. Jij bent de volgende. Bovendien, kreupele paarden vallen ze het eerst aan. Intimidatie kan ook door de machteloosheid van de ondergeschikte in de verf te zetten, zoals de bazin die het doktersbriefje van een slachtoffer verscheurt met de boodschap Ik ben hier de baas!. Een ander slachtoffer wordt bedreigd omdat hij klacht heeft ingediend tegen het bedrijf. In een ander voorbeeld leidt de psychische intimidatie tot een echte vernederingssessie: Het slachtoffer krijgt te horen dat hij de rotte appel is en dat hij uit het kantoor moet verdwijnen. Zijn overste doet hem kruipen. Het is niet voldoende dat het slachtoffer zich drie keer excuseert. Hij moet schriftelijk verklaren dat hij ongewild fout deed, maar dat hij voortaan achter het (corrupte) beleid van de overste zou staan. Privileges ontnemen Een andere vorm van machtsmisbruik is het ontnemen van bepaalde voordelen die het slachtoffer heeft verworven. Het slachtoffer mag bijvoorbeeld niet meer op zakenreis, er wordt niet meer flexibel omgesprongen met de werktijden, bepaalde onkosten worden niet meer vergoed, thuiswerk wordt niet meer toegestaan, de dienstwagen wordt afgenomen of vervangen door een minder model, of aan aanvragen voor tussenkomst in medische kosten wordt geen gevolg meer gegeven.

13 167 Met de eer gaan lopen Sommige oversten strijken de eer op voor de prestaties van het slachtoffer. Ze vervangen de naam van het slachtoffer door die van henzelf of wekken de schijn bij de hogere hiërarchie dat bepaalde verwezenlijkingen van het slachtoffer hun persoonlijke verdienste zijn. Overtredingen opleggen (en bestraffen) Sommige daders maken misbruik van hun hogergeschikte positie om het slachtoffer te dwingen iets te doen wat niet mag. Vaak zijn het dan nog de daders zelf die het slachtoffer voor de door hen uitgelokte overtreding bestraffen. Zo verbiedt de overste op een nacht om een bepaald werk uit te voeren dat wel gepland is, omdat het volgens hem te gevaarlijk is om s nachts te doen. Direct daarna gaat hij naar zijn bureau en belt de dienstoverste om te melden dat het slachtoffer weigert het geplande werk uit te voeren. Sommige daders beschuldigen het slachtoffer van het niet uitvoeren van opdrachten, die ze niet gegeven hebben of stellen dat het slachtoffer fouten heeft gemaakt in een werk dat door hen beiden werd gedaan. Bij het uitlokken van overtredingen valt de dader soms door de mand, wanneer het slachtoffer onverwachts weigert om de regels te overtreden. Een verpleger, bijvoorbeeld, krijgt het bevel om op een andere dienst te gaan bijspringen. Dit is echter tegen de regels, omdat er dan geen permanentie op zijn eigen dienst zou zijn. Het slachtoffer blijft dan ook op post. De volgende dag ligt er echter een aangetekende brief met de aanklacht dat hij onwettelijk zijn dienst verlaten heeft. De daders zijn er dus onterecht van uit gegaan dat hij zijn dienst zeker zou verlaten hebben. Evaluatie en loopbaanbeïnvloeding Een andere vorm van machtsmisbruik betreft de controle op en evaluatie van het slachtoffer. Sommige oversten weigeren het slachtoffer een evaluatie te geven of verhinderen dat er een evaluatie komt (door bijvoorbeeld de aanvraagformulieren niet door te sturen), zelfs als het slachtoffer er om vraagt. De reden hiervoor is dat evaluaties een positief effect kunnen hebben op de loopbaan van het slachtoffer. Als de overste zelf de macht heeft om het slachtoffer te evalueren, lijkt het niet moeilijk om een reden te vinden voor negatieve kritiek. Wanneer een slachtoffer uit de onderzoeksgroep tegen zo n negatieve evaluatie in beroep gaat, wordt de negatieve beoordeling door de hogere instanties echter vaak onterecht genoemd. Wanneer de overste de evaluatie niet zelf maakt, wenden sommige oversten hun invloed aan om de uitslag van een evaluatie te veranderen: een slachtoffer vertelt bijvoorbeeld dat de inspecteur haar na zijn bezoek vertelt dat hij erg positief over haar is, maar nadien volgt er een schriftelijk negatief rapport. Men maakt zelfs melding van vervalsing van de examenuitslag voor promotie of van de evaluatiefiches in het nadeel van het slachtoffer. Afgezien van de hierboven beschreven vormen, zijn er nog pesttactieken die er expliciet op gericht lijken te zijn om schade te berokkenen aan de loopbaan van het slachtoffer. Sommige slachtoffers melden dat zij systematisch worden voorbijgestoken bij de benoemingen of aanstellingen, dat zij nooit worden uitgekozen voor bijkomende vorming, dat ze gedwongen worden om (deeltijdse) loopbaanonderbreking te nemen, of dat hun bediendencontract ongevraagd werd vervangen door een arbeiderscontract.

14 168 Anderen bevoordelen ten nadele van het slachtoffer Machtsmisbruik kan ook worden uitgeoefend door het selectief bevoor- en benadelen van werknemers, als een variatie op het verdeel-en-heersprincipe. Er wordt het slachtoffer minder toegestaan, diens taakinhoud is nadelig, of het slachtoffer wordt meer gecontroleerd of strenger beoordeeld dan zijn collega s. In sommige gevallen komt de ongelijke behandeling, waarbij anderen worden voorgetrokken ten nadele van het slachtoffer, heel frappant naar voren: een dame getuigt dat haar overste een andere vrouw, waarop hij verliefd was geworden, officieus aanstelt als nieuwe directiesecretaresse. Het slachtoffer moet haar vervangster opleiden, omdat die het werk niet kan. Uiteindelijk wordt het slachtoffer gedegradeerd. Liefdesrelaties op het werk kunnen dus een mogelijke aanleiding zijn voor de ongelijke behandeling. Een ander voorbeeld hiervan is de werksituatie waarin de dader een relatie heeft met de overste. De relatie van de dader met de directeur maakt dat ze zeer veel macht heeft. Hoewel ze ondergeschikt is aan het slachtoffer, beslist de dader bijvoorbeeld of de respondent al dan niet verlof mag nemen. Als ze er niet mee akkoord gaat, geeft ze het door aan de directeur, die het dan aan het slachtoffer verbiedt. Soms worden er op de werkvloer twee groepen, de bevoor- en de benadeelden, tegen elkaar uitgespeeld. Zo zijn er in een bedrijf bijvoorbeeld twee groepen werknemers. Eén groep staat goed bij de bazen en een andere groep wordt lastiggevallen door de bazen. De eerste groep, verkrijgt deze positie door bij de bazen te gaan roddelen over de collega s. De gepriviligeerde status die ze zo bekomen, maakt dat ze zich veel meer kunnen permitteren. De bazen stellen zich ten opzichte van deze groep in alle opzichten flexibeler op: ze krijgen gemakkelijker vrijaf, afwezigheden worden niet gecontroleerd, ze krijgen minder werk of mogen soms een hele middag zitten praten. Tegenover deze groep staat, volgens het slachtoffer, een groep van hardwerkende mensen, die de contacten met de bazen zakelijk houden. Deze groep krijgt de voordelen van de eerste groep niet, wordt overladen met werk en wordt extra gecontroleerd en geïntimideerd. Manipulatie van het takenpakket Sommige slachtoffers voelen zich gepest doordat de dader veranderingen aanbrengt in hun takenpakket. Het kan gaan om veranderingen op inhoudelijk vlak of om veranderingen in de hoeveelheid werk. Vaak wordt de nieuwe taakinhoud door het slachtoffer ervaren als minderwaardig ten opzichte van de oude taken of ten opzichte van de capaciteiten van het slachtoffer. Voorbeelden hiervan zijn de bejaardenhelpster die niet meer naar haar vaste klanten mag gaan, maar die poetsdiensten krijgt toebedeeld, de bediende die enkel nog kopieer- en klasseerwerk krijgt dat nergens toe dient, de arbeider die zijn competenties moet aanleren aan jongere krachten waarna hem al zijn verantwoordelijkheden worden afgenomen en hij aan de band moet gaan staan, het kaderlid dat na 21 jaar dienst vaststelt dat er in het nieuwe organigram geen plaats meer voor haar is en waarvan de taken één voor één worden afgenomen tot ze uitgerangeerd is en secretariaatswerk doet, en de verkoper die enkel nog telefonisch contact mag hebben met de klanten.

15 169 Een andere manipulatie van de taakinhoud betreft het opdragen van werk dat te zwaar is in verhouding met de fysieke of medische toestand van het slachtoffer. Het kan ook gaan om het moeilijkste werk, zoals bij het slachtoffer dat steeds de werkjes krijgt die de anderen niet willen doen of bij de overste die de makkelijke werkjes voor zich houdt en de moeilijkste stukken aan de slachtoffers geeft. Een soortgelijke pesttactiek is het toebedelen van de minst aangename patiënten, klanten of in het onderwijs klassen aan het slachtoffer. Sommige oversten geven onmogelijke taken aan het slachtoffer, zoals opdrachten waarbij het slachtoffer op hetzelfde moment op twee verschillende plaatsen zou moeten zijn. Soms gaat de verandering van taakinhoud gepaard met een overplaatsing naar een andere dienst of vestiging van het bedrijf. Slachtoffers krijgen ook soms minder goede uurregelingen of shiften toebedeeld. Dergelijke ingrepen kunnen het leven van het slachtoffer soms erg overhoop gooien, zoals bij de man die ziek wordt doordat hij na tien jaar nachtdienst van de ene dag op de andere gedwongen wordt om voltijds in dagdienst te komen werken. Wat betreft de manipulatie van de hoeveelheid werk, signaleren slachtoffers situaties waarin er te veel werk wordt gegeven. Zoals bij het slachtoffer dat om het werk de baas te kunnen veel overuren moet kloppen en ook in de weekends moet werken. Een ander voorbeeld geeft het slachtoffer dat werkt aan 80%, maar meer werk krijgt dan degenen die voltijds werken. De baas dringt bovendien ook bij de collega s aan om haar nog meer werk te geven. Zo hoopt hij, volgens het slachtoffer, haar te kraken en op fouten te kunnen betrappen. Naast te veel werk zijn er ook situaties waarin men nagenoeg geen werk krijgt toebedeeld, zoals bij het slachtoffer dat in afzondering wordt geplaatst en gedurende 2 jaar quasi geen werk krijgt. Door afwisselend de hoeveelheid werk en de inhoud te manipuleren kan de stress bij het slachtoffer nog worden opgedreven. Zo getuigt een slachtoffer dat hij gedurende bepaalde periodes bijna geen werk krijgt, waarop hij gedurende lange tijd om werk gaat vragen. Opeens geeft men hem werk, maar dat werk is veel te moeilijk voor iemand van zijn niveau. Hij ziet zich gedwongen om veel overuren te maken om de taak af te krijgen. Dit lukt niet elke keer, bij elke moeilijke taak die men hem voorschuift. Dan krijgt hij het verwijt dat hij steeds om werk vraagt, maar dat hij het niet kan als men hem dan iets geeft. d) Aantasting van de professionaliteit Een vierde domein van arbeidsgerelateerd psychisch geweld zijn de handelingen waarbij de professionaliteit van het slachtoffer aangetast of op de helling gezet wordt. Zo gebeurt het dat het werk van het slachtoffer in een negatief daglicht gezet wordt, dat aangeboden hulp systematisch wordt afgewezen, terwijl men op het niet aanbieden van hulp bekritiseerd wordt, of dat men opmerkingen maakt bij elke gestelde handeling. Zo vertelt een verpleegster over een arts dat hij haar de hele tijd dingen toeroept als Hoe komt het dat het infuus nog niet is geprikt? en Kan je niet wat sneller werken? Op een bepaald moment is het zo erg en wordt hij zo woest dat hij naar buiten loopt en om een andere verpleegster vraagt om het slachtoffer te vervangen. Het (onterecht) beschuldigen van fouten, en het negatief beoordelen van (het werk van) het slachtoffer zonder constructieve feedback, zijn andere voorbeelden van een aantasting van de professionaliteit. Sommige slachtoffers geven aan dat ze door deze benadering het gevoel krijgen dat ze zelf geen controle hebben over een goede taakuitvoering. Het is alsof hen geleerd wordt om hulpeloos te zijn.

16 170 Het aantasten van de professionaliteit van de werknemer, wordt vaak gekoppeld aan een overdreven controle en een zoeken naar fouten, zoals bij een slachtoffer dat wordt gevolgd en van wie elke actie wordt genoteerd. Het komt voor dat de dader zelf fouten bij het slachtoffer probeert uit te lokken, bijvoorbeeld door naast de spuiten die een verpleegster heeft klaargelegd ampullen met een verkeerde inhoud te leggen om te zien of zij dat opmerkt. Dit zoeken naar fouten kan soms enorm extreme vormen aannemen, zoals de collega van een slachtoffer die geklasseerde documenten terug uit de kast haalt en ze doorzoekt om minuscule foutjes te kunnen vinden en die nadien te melden. Een slachtoffer getuigt dat de overste de rest van het personeel inschakelt in het zoeken naar fouten bij het slachtoffer: de overste heeft aan iedereen van de collega s een bepaald aandachtspunt gegeven omtrent het functioneren van het slachtoffer. Wanneer er op dat punt een opmerking kan gegeven worden, wordt dit overgedragen aan de dader Persoonsgericht psychisch geweld In het voorgaande werd duidelijk dat psychisch geweld op het werk zich inderdaad toont in een aantal vormen die ervoor zorgen dat het slachtoffer zich aangetast voelt in zijn identiteit van werkend persoon. Psychisch geweld op het werk blijft echter niet binnen de grenzen van de persoon als werkende mens, maar richt zich ook op de andere aspecten van een individu. We spreken dan van persoonsgericht psychisch geweld. Hierbij kan er al dan niet sprake zijn van een rechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer. a) Rechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer Het komt in de onderzoeksgroep erg vaak voor dat slachtoffers in de directe omgang met de dader(s) psychisch geweld ondervinden. Dit gebeurt in de vorm van vernedering, ruzie zoeken, isolatie en schending van de privésfeer. Vernedering Persoonsgericht psychisch geweld neemt vaak de vorm aan van vernederingen, die verbaal of non-verbaal kunnen zijn. Enkele vormen van non-verbaal vernederen zijn gedragingen die symbool staan voor de afwijzing van het slachtoffer als volwaardige collega, zoals het ostentatief weggooien van het reiskaartje van het slachtoffer, het ridiculiseren van het slachtoffer, bijvoorbeeld via cartoons, het maken van beledigende gebaren, en het nonverbaal uiten van minachting, bijvoorbeeld door dossiers vanop afstand naar het bureau van het slachtoffer te gooien, of door fruitresten op het bureau van het slachtoffer te werpen. Het uiten van minachting gebeurt ook door het bijna letterlijk neerkijken op die persoon. Herhaaldelijk maakten de slachtoffers in de studie gewag van ijskoude of hatelijke, denigrerende blikken van collega s. Bij de verbale vernedering, kan de dader kan erg subtiel of heel openlijk te werk gaan. Sommige slachtoffers worden enkel gekleineerd en uitgescholden wanneer ze alleen zijn met de dader. Van zodra er derden bijkomen, is de dader dan poeslief. Andere slachtoffers worden gekleineerd in het bijzijn van derden (collega s, klanten, ), wat als extra vernederend wordt ervaren. Vaak kleedt de dader het dan in alsof hij een rechtvaardige reprimande geeft aan een moedwillige, slecht presterende werknemer, maar er zijn ook slachtoffers die melding maken van een vrij platvloerse manier om iemand openlijk te vernederen, zoals het steeds herhalen van wat het slachtoffer zegt.

17 171 Het vernederende karakter van een verbale vernedering kan liggen in de inhoud van wat de dader zegt of in de manier waarop de dader met het slachtoffer communiceert. Sommige slachtoffers voelen zich vernederd door de stiefmoederlijke, neerbuigende toon waarop dingen worden gevraagd of door het feit dat ze dag in dag uit worden toegesnauwd. Ook het feit dat iemand het steeds oneens is met wat het slachtoffer zegt of dat iemand het slachtoffer steeds onderbreekt, wordt door de slachtoffers beschouwd als een strategie om hen belachelijk te maken. Om de inhoud van een boodschap vernederend of beledigend te maken, kan men in principe elk aspect van een persoon gebruiken. Soms richt men zich op persoonskenmerken, zoals leeftijd, uiterlijk, opleidingsniveau, competenties, en afkomst. Ook in de privésituatie van het slachtoffer vindt men inspiratie voor vernederende opmerkingen, zoals opmerken dat een persoon zonder partner, niet met gehuwde collega s kan meepraten, of beledigende opmerkingen maken over familieleden: bijvoorbeeld over een partner van allochtone origine of over een gehandicapt dochtertje. Soms maakt men allusies op zaken uit iemands verleden, zoals in een discussie iemand de mond snoeren door te vragen of hij toch niet weer overspannen dreigt te worden. Men kan zich richten op reële kenmerken van het slachtoffer, of men kan zaken insinueren die niet aan de realiteit beantwoorden. Voorbeelden hiervan zijn de insinuaties dat het slachtoffer psychisch niet in orde is, dat het slachtoffer onterecht van het werk wegblijft wegens ziekte of dat het slachtoffer een alcoholprobleem heeft omdat diens ogen rood zijn (van het vermoeiende werk). Soms voelt een slachtoffer zich gekleineerd door de pogingen van de dader om jaloezie op te wekken bij het slachtoffer. Dit wordt gedaan om de uitzonderingspositie van het slachtoffer te beklemtonen. Zo was er bijvoorbeeld een collega die bij het slachtoffer kwam opscheppen over de mate waarin zij door hun beider overste wordt voorgetrokken. Vaak wordt humor gebruikt als schaamlapje om discriminerende opmerkingen te maken. Zo was er een vrouw die telkens wanneer zij een goede verkoop had gedaan, de opmerking Je had zeker weer een minirok aan? te horen kreeg. Een ander voorbeeld is dat van een Vlaming die door zijn franstalige collega s steevast wordt aangesproken met le petit con flamand. De schijn van humor tussen vrienden wordt dan gewekt door een knipoogje of een schouderklopje. Dat de slachtoffers hier niet (meer) mee lachen wordt door de daders niet opgemerkt of genegeerd. Ruzie zoeken Naast de vernederingen kan ook het zoeken van ruzie een persoonsgerichte vorm van psychisch geweld worden. Volgens de slachtoffers worden ruzies soms gebruikt als een strategie om het slachtoffer dingen te laten zeggen of doen waarmee hij of zij in de problemen zou kunnen geraken. Ruzie wordt soms ook gezien als een manier om het slachtoffer zich zo veel mogelijk te laten opwinden. In het eerste geval tracht de dader het slachtoffer dusdanig te provoceren, dat hij of zij overgaat tot observeerbaar normoverschrijdend gedrag, zoals roepen, of fysiek geweld. Op die manier krijgt het slachtoffer een slechte reputatie en eventueel zelfs sancties. Zo krijgt een slachtoffer een reprimande nadat hij even de controle verliest en de dader tegen de muur drukt. In het tweede geval is het volgens de slachtoffers de strategie van de dader om het slachtoffer zo veel mogelijk van streek te maken. Dergelijke ruzies hebben vaak een dermate grote emotionele impact op de slachtoffers dat ze de werkomgeving voor een bepaalde periode verlaten, bijvoorbeeld door ziekteverlof te nemen. Sommige slachtoffers vermoeden dat dit verdwijnen van het slachtoffer uit de werkomgeving net het doel is van de daders. Zo stelt een slachtoffer dat zij het werk tijdelijk heeft verlaten omwille van een ondergeschikte die steeds ruzie zoekt. Volgens dit slachtoffer is de dader nu tevreden, omdat ze van de controle van het slachtoffer af is. Bovendien kan de dader ook nog gaan rondbazuinen dat het slachtoffer de werkdruk als toezichter niet aankan.

18 172 Isolatie Isolatie is een derde vorm van persoonsgericht psychisch geweld in rechtstreeks contact met het slachtoffer. Bij deze pestvorm wordt het slachtoffer genegeerd, bijvoorbeeld door niet te antwoorden wanneer men de collega s begroet, of ruimtelijk apart geplaatst, bijvoorbeeld om haar te verplaatsen naar een bureau in de vergaderzaal. Op die manier maken de daders duidelijk dat het slachtoffer niet tot de groep behoort. Andere voorbeelden van deze strategie zijn het niet uitnodigen van het slachtoffer op personeelsfeestjes of zelfs het niet inlichten over het overlijden van een oud collega. Vaak oefenen de daders druk uit op meer neutrale collega s om het slachtoffer ook te mijden. In een enkel geval kreeg het slachtoffer zelf de instructie om met niemand nog contact te hebben omdat ze iedereen tegen elkaar probeerde op te zetten. Soms gaat deze isolatiestrategie gepaard met arbeidsgerelateerd psychisch geweld. Wanneer er geen informatie, feedback of hulp meer gegeven wordt, zelfs niet als het slachtoffer er expliciet om vraagt, is er immers niet alleen sprake van negeren, maar ook van sabotage van de werkuitvoering (cf ). Schending privésfeer Sommige slachtoffers worden geconfronteerd met pestgedrag dat zich ook doorzet tot in hun privésfeer. Zij kunnen ook thuis niet meer schuilen, doordat de dader hen bestookt met telefoontjes, aangetekende brieven, bodes, enzovoort. In enkele gevallen wordt dit gedrag ook voortgezet nadat het slachtoffer de arbeidssituatie verlaten heeft. Een enkel slachtoffer maakt melding van stalking door een pestende collega, waarbij ze tot thuis gevolgd werd. Het gebeurt ook dat gezins- of familieleden worden lastig gevallen door de dader. Er is dan sprake van een verruiming van het slachtofferschap tot het sociaal netwerk van het initiële slachtoffer (cf. Bruynooghe, e.a., 1995). Zij ondergaan dan dezelfde pesterijen als het slachtoffer, zij moeten aanhoren hoe het slachtoffer wordt beschimpt door de dader, of zij worden uitgehoord over het privé-leven van het slachtoffer. b) Niet rechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer Soms wordt de persoon van het slachtoffer afgekraakt zonder rechtstreeks contact met het slachtoffer. Er worden dan roddels en valse beschuldigingen verspreid, intriges gesmeed, of anonieme pesterijen gepleegd, achter de rug van het slachtoffer. Het slachtoffer ziet tekens van wat er gaande is aan het fluisteren, grijnzen, gniffelen en knipogen onder de collega s. Roddels en laster Net als de rechtstreekse vernederingen (cf ), kunnen ook de roddels gaan over elk aspect van het leven van het slachtoffer, zowel binnen als buiten de werkcontext. De persoon van het slachtoffer wordt zwartgemaakt bij de collega s, de oversten, en / of de klanten. Soms legt de dader ook de link tussen het privéleven van het slachtoffer en diens functioneren op arbeidsvlak. Zo vertelt een slachtoffer dat de dader aan haar collega s gaat vertellen dat zij niet goed presteert, omdat zij een alleenstaande moeder is. Hierdoor krijgt ze het gevoel dat ze zich tegenover elke collega moet bewijzen. In dergelijke gevallen krijgt een slachtoffer niet alleen te maken met geroddel over zijn privéleven, maar moet hij ook opboksen tegen het beeld van slechte werkkracht dat wordt gecreëerd. Er zijn ook daders die de schuld van fouten steeds in de schoenen van het slachtoffer schuiven. Deze vormen van laster kunnen dan ook aanleiding zijn voor een aantasting van het gevoel van professionaliteit bij het slachtoffer (zie hoger). Zoals reeds werd aangehaald in paragraaf worden ook soms ten onrechte klachten ingediend tegen het slachtoffer. Er zou dan sprake zijn van valse beschuldigingen van pesten of van ongewenste intimiteiten.

19 173 In de onderzoeksgroep zien de slachtoffers het verspreiden van roddels en laster vaak als een strategie van de dader om het slachtoffer te isoleren binnen de groep van collega s (cf ). Alhoewel de roddels doorgaans als zeer pijnlijk worden ervaren, leiden ze niet altijd tot isolatie. In sommige gevallen wordt er geroddeld achter de rug van het slachtoffer, maar wordt het slachtoffer niet overal buitengesloten. Deze slachtoffers lijken zich minder afgewezen te voelen dan de slachtoffers die in het verlengde van de roddels ook geïsoleerd worden. Intriges Soms wordt een slachtoffer uitgedaagd doordat de dader een bepaalde collega in een slecht daglicht plaatst tegenover het slachtoffer. Net zoals bij het ruzie zoeken (cf ), hebben slachtoffers het gevoel dat de dader een negatieve reactie tracht los te weken bij hen, maar dan tegenover een derde. Als het slachtoffer de versie van de dader blindelings zou aannemen, dan zou het slachtoffer overhaast kunnen reageren met normoverschrijdend gedrag (bijvoorbeeld met roepen) tegenover die (onschuldige) derde, en dan zou diens reputatie bij die derde (en mogelijk ook bij andere collega's) een flinke deuk kunnen krijgen. Een voorbeeld van dergelijke intriges is het slachtoffer dat te horen krijgt dat een collega het totaal niet eens is met haar manier van werken met een bepaalde patiënt en dat die collega dan ook niet van plan is om het behandelingsplan te respecteren. Het slachtoffer heeft in deze situatie echter twijfels bij het waarheidsgehalte van deze informatie. Ze blijft kalm en vraagt de desbetreffende collega of zij zoiets gezegd heeft. De collega stelt dat dit niet het geval is en dat zij achter het slachtoffer staat. De dader ontkent achteraf ook maar iets over de hele situatie te hebben gezegd. In een ander voorbeeld wordt het slachtoffer wijsgemaakt dat een bepaalde collega niet meer met hem wil samenwerken en daarom naar een andere dienst is gegaan. Wanneer het slachtoffer uiteindelijk de moed heeft om de betrokken collega hierover aan te spreken, is zijn verontwaardiging zo groot, dat hij dit vrij grof doet. Er ontstaat een bitse woordenwisseling, maar uiteindelijk wordt duidelijk dat de collega om organisatorische redenen is overgeplaatst. Anoniem opbellen of opbiepen Een andere vorm van pesterijen waarbij geen rechtstreeks contact is tussen dader en slachtoffer, is het nodeloos en anoniem opbellen of biepen. Vaak kiest men de momenten voor dergelijke grapjes nauwkeurig uit. Een slachtoffer krijgt bijvoorbeeld regelmatig stipt bij het begin van zijn middagpauze een oproep op zijn personenzoeker. Dan moet hij een telefoon zoeken en een nummer bellen om verbonden te worden met wie hem nodig heeft. Op dit tijdstip is er telkens niemand aan de andere kant van de lijn. Hetzelfde gebeurt nog eens een kwartier voor het einde van de middagpauze. Op die manier verliest het slachtoffer ongeveer een kwartier pauze.

20 Besluit aangaande de geweldfeiten Tabel 1 : Samenvatting : Vormen van geweld op het werk Fysiek geweld Vandalisme en fysieke intimidatie Fysieke aanslag Ongezonde werkomstandigheden Seksueel geweld Non-contactvormen van seksueel geweld Contactvormen van seksueel geweld Psychisch geweld Arbeidsgerelateerd psychisch geweld Bemoeilijken van het werk - Manipulatie van werkmiddelen - Sabotage van het werk - Orders negeren of slecht werk leveren Misbruik van officiële kanalen Machtsmisbruik - Psychische intimidatie - Privileges ontnemen - Met de eer gaan lopen - Overtredingen opleggen (en bestraffen) - Evaluatie en loopbaanbeïnvloeding - Anderen bevoordelen ten nadele van het slachtoffer - Manipulatie van het takenpakket Aantasting van de professionaliteit Persoonsgericht psychisch geweld Rechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer - Vernedering - Ruzie zoeken - Isolatie - Schending privésfeer Niet rechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer - Roddels en laster - Intriges - Anoniem opbellen of opbiepen Tabel 1. geeft een overzicht van de vormen van geweld die gevonden worden in dit onderzoek. In feite komt alles wat geweld is, ook op het werk voor. Op het werk gaat het uiteindelijk ook om duurzame relaties met vaak een zekere intimiteit, waardoor er escalatie mogelijk is. Hierdoor ontstaan vaak schrijnende toestanden.

Protocol ongewenste omgangsvormen

Protocol ongewenste omgangsvormen Protocol ongewenste omgangsvormen Versiebeheer: revisienummer datum omschrijving verandering 4-03-2013 Vaststelling in bestuursvergadering 4 maart 2013, met ingang van 1 maart 2013 Protocol ongewenste

Nadere informatie

TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE)

TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE) TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE) Inhoud Algemeen 2 Seksuele intimidatie 4 Agressie en

Nadere informatie

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever Een benchmarkstudie naar de relatie met jobtevredenheid, verzuim en verloopintenties Een jaar geleden, op 1 juli 2002, is de Wet op Welzijn op het Werk

Nadere informatie

Contactgroep Onterechte Beschuldigingen COB. Onterecht Beschuldigd! Harry van den Berg

Contactgroep Onterechte Beschuldigingen COB. Onterecht Beschuldigd! Harry van den Berg Contactgroep Onterechte Beschuldigingen COB Onterecht Beschuldigd! Harry van den Berg Kernpunten van de presentatie voor de PPSI-workshop Barrières voor rehabilitatie van onterecht beschuldigden en andere

Nadere informatie

KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG GERRIT RIETVELD ACADEMIE

KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG GERRIT RIETVELD ACADEMIE KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG GERRIT RIETVELD ACADEMIE Seksuele intimidatie, verbale intimidatie en discriminatie, agressie en geweld, pesten, e.d.) Klachtenregeling ongewenst gedrag Gerrit Rietveld

Nadere informatie

25 Wat wordt onder pesten op de werkplek verstaan?

25 Wat wordt onder pesten op de werkplek verstaan? Pesten Vraag en antwoord Met pesten hebben wij in ons leven allemaal wel eens te maken gehad, en waarschijnlijk zowel in de rol van dader als in die van slachtoffer. Maar wat is pesten op het werk? Pesten

Nadere informatie

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011 5.10.1 Gedragscode FloreoKids Versie 1 26-7-2011 5.10.1. Gedragscode FloreoKids Om elkaar te beschermen heeft FloreoKids in een gedragscode beschreven op welke wijze we met elkaar en met onze klanten omgaan.

Nadere informatie

ROC LEEUWENBORGH MAASTRICHT/SITTARD REGLEMENT ONGEWENST GEDRAG

ROC LEEUWENBORGH MAASTRICHT/SITTARD REGLEMENT ONGEWENST GEDRAG ROC LEEUWENBORGH MAASTRICHT/SITTARD REGLEMENT ONGEWENST GEDRAG Inhoudsopgave Voorwoord 1 Reglement inzake ongewenst gedrag 2 Klachtenregeling ongewenst gedrag 4 VOORWOORD In deze nota Preventie en bestrijding

Nadere informatie

Kenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk:

Kenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk: De bedrijfsmaatschappelijk werker helpt bij het tot stand laten komen van gezondere arbeidsverhoudingen en meer welzijn binnen het bedrijf of de instelling. Op die manier ontstaat bij werknemers een grotere

Nadere informatie

(Aanpak) Pesten. SBI formaat. Prof. Dr. Willem van Rhenen. 26 november Leadership Entrepreneurship Stewardship

(Aanpak) Pesten. SBI formaat. Prof. Dr. Willem van Rhenen. 26 november Leadership Entrepreneurship Stewardship (Aanpak) Pesten SBI formaat Prof. Dr. Willem van Rhenen 26 november 2017 Leadership Entrepreneurship Stewardship info@nyenrode.nl +31 (0)346-291 291 www.nyenrode.nl 2 En ik ben blue-zoner.. Work Family

Nadere informatie

Pestprotocol Aloysiusschool

Pestprotocol Aloysiusschool Pestprotocol Aloysiusschool Inleiding Op onze school proberen we voor de kinderen een veilig klimaat te scheppen De kinderen moeten zich geborgen weten op onze school Toch komt pesten regelmatig voor,

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties Wat is een interne gedragscode? Een gedragscode beschrijft expliciet de gedragsnormen en regels voor medewerkers (inclusief vrijwilligers

Nadere informatie

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie.

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie. Pagina 1 van 7 2.2.10. PROTOCOL PREVENTIE MACHTSMISBRUIK Bron:: JGZ protocol PMM - concept 4 GGD Hart voor Brabant Moet iedereen het weten? Draaiboek bij crisissituaties seksuele intimidatie in het primair

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V.

6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V. 6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V. Inleiding Wij willen graag dat de cliënten van THUIS met zorg Zaanstreek thuiszorg tevreden zijn over de zorg die aan hen wordt geboden. Ook vinden we het

Nadere informatie

Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017

Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017 Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017 Beste vrijwilliger van Netwerk Gewoon Samen, Netwerk Gewoon Samen heeft

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

Protocol. (On)Gewenst Gedrag MCO

Protocol. (On)Gewenst Gedrag MCO Protocol (On)Gewenst Gedrag MCO INHOUD 1. Uitgangspunten MCO 3 1.1. Intentieverklaring 3 1.2. Begripsbepalingen 3 1.3. Werkklimaat 3 1.4. MCO beleid 4 2. Wettelijk kader 4 2.1. Algemeen 4 2.2. Toetsingscriteria

Nadere informatie

Protocol Ongewenste Omgangsvormen

Protocol Ongewenste Omgangsvormen Protocol Ongewenste Omgangsvormen 1. Uitgangspunten Om een veilig sociaal sportklimaat te waarborgen wordt van ieder lid, trainer, vrijwilliger, ouder of gast bij de vereniging (nader samenvattend genoemd:

Nadere informatie

Agressie, geweld en ongewenst gedrag

Agressie, geweld en ongewenst gedrag Agressie, geweld en ongewenst gedrag Inleiding Iedereen heeft belang bij een goede behandel- en leefsfeer. Voorwaarde voor een goede behandelsfeer is de bejegening. Revant heeft daarom een beleidsnotitie

Nadere informatie

Protocol Vertrouwenscommissie RC Zwolle 2016

Protocol Vertrouwenscommissie RC Zwolle 2016 1 Inhoud 1. Vertrouwenscommissie RC Zwolle... 3 2. Geheimhouding... 3 3. Wanneer inschakelen vertrouwenscommissie?... 4 4. Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)... 5 5. Bijlagen... 6 Bijlage 1. Gedragsregels

Nadere informatie

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? 1. Inleiding In de media was de afgelopen weken uitgebreid aandacht voor de casus van de studente verpleegkunde die geacht werd

Nadere informatie

Klachten als gevolg van ongewenst gedrag

Klachten als gevolg van ongewenst gedrag Klachten als gevolg van ongewenst gedrag 1. Inleiding In deze nota zal ongewenst gedrag op het gebied van seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie aangeduid worden als ongewenst

Nadere informatie

d. Noteer de 7 W s voor eventuele aangifte bij de politie. Zie bijlage 2.

d. Noteer de 7 W s voor eventuele aangifte bij de politie. Zie bijlage 2. Doel: Het creëren van een veilige werkomgeving. Onder agressie verstaan wij elke vorm van ongewenst gedrag zowel verbaal als ook fysiek. Zie bijlage 1. Handelwijze bij telefonisch ongewenst gedrag: 1.

Nadere informatie

(Aanpak) Pesten. SBI formaat. Prof. Dr. Willem van Rhenen. 27 maart Leadership Entrepreneurship Stewardship

(Aanpak) Pesten. SBI formaat. Prof. Dr. Willem van Rhenen. 27 maart Leadership Entrepreneurship Stewardship (Aanpak) Pesten SBI formaat Prof. Dr. Willem van Rhenen 27 maart 2017 Leadership Entrepreneurship Stewardship info@nyenrode.nl +31 (0)346-291 291 www.nyenrode.nl 2 En ik ben blue-zoner.. Work Family PRIVATE

Nadere informatie

30 december Onderzoek: #MeToo

30 december Onderzoek: #MeToo 30 december 2017 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de

Nadere informatie

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Kinderdagverblijf Eigenwijs, handelend onder Vertah BV, verder te noemen organisatie: hanteert deze Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag voor

Nadere informatie

Alle kinderen mogen zich in onze vereniging veilig voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen mogen zich in onze vereniging veilig voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pestprotocol. Dit pestprotocol heeft als doel: Alle kinderen mogen zich in onze vereniging veilig voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen

Nadere informatie

Wanneer plagen pijn gaat doen

Wanneer plagen pijn gaat doen Wanneer plagen pijn gaat doen Preventie en bestrijden van pesten op de werkvloer Mieke Mievis Inhoud Deel 1 Algemeen kader rond pesten Deel 2 Hoe pesten curatief aanpakken? Vanuit wettelijk standpunt Vanuit

Nadere informatie

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK - 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK Artikel 281 - Principe Daden die psychosociale risico s

Nadere informatie

Vertrouwenspersoon op Koninklijke UD

Vertrouwenspersoon op Koninklijke UD Vertrouwenspersoon op Koninklijke UD Op aanraden van NOC*NSF gaan veel sportverenigingen over op het aanstellen van een vertrouwenspersoon. Voor Koninklijke UD is dit Lars Stempher. Wat houdt deze vertrouwenspersoon

Nadere informatie

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN WAAROM DIT BOEKJE? Dit boekje gaat over seksuele intimidatie op het werk. Je hebt te maken met seksuele intimidatie als een collega je steeds aanraakt. Of steeds grapjes maakt over seks. Terwijl je dat

Nadere informatie

Protocol Ongewenste omgangsvormen

Protocol Ongewenste omgangsvormen Protocol Ongewenste omgangsvormen Thús Wonen, september 2016 20160915_RvC Pagina 1 van 8 Opgesteld door Irma van Beek, vertrouwenspersoon Inleiding Thús Wonen wil ongewenste omgangsvormen* zoals seksuele

Nadere informatie

INHOUDSTABEL INLEIDING DEEL EEN: OVERZICHT VAN DE LITERATUUR INLEIDING HOOFDSTUK 1: DEFINITIES EN BESCHRIJVING VAN DE PROBLEMATIEK

INHOUDSTABEL INLEIDING DEEL EEN: OVERZICHT VAN DE LITERATUUR INLEIDING HOOFDSTUK 1: DEFINITIES EN BESCHRIJVING VAN DE PROBLEMATIEK INHOUDSTABEL INLEIDING DEEL EEN: OVERZICHT VAN DE LITERATUUR INLEIDING HOOFDSTUK 1: DEFINITIES EN BESCHRIJVING VAN DE PROBLEMATIEK 1.1. Het begrip belaging 1.2. Ongewenst seksueel gedrag a) Definities

Nadere informatie

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas Vastgesteld door het College van Bestuur Inwerking getreden op 7 oktober 2013 Artikel 1: Begripsbepalingen 1. Agressie en geweld: voorvallen waarbij

Nadere informatie

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen Beleid ongewenste omgangsvormen en de vertrouwenspersoon 1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen Helaas vinden er soms ongewenste situaties op of rondom het voetbalveld plaats die betiteld kunnen

Nadere informatie

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geweld en kindermishandeling Doelgroep: Directies, leerkrachten en interne contactpersonen in primair onderwijs In deze protocollen beperken we ons tot een korte beschrijving van de taken die de interne

Nadere informatie

1. Stappenplan bij vermoeden kindermishandeling door een beroepskracht

1. Stappenplan bij vermoeden kindermishandeling door een beroepskracht 1. Stappenplan bij vermoeden kindermishandeling door een beroepskracht [bron: Handleiding Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de branche kinderopvang]. Een beroepskracht moet in staat

Nadere informatie

Reglement Ongewenst Gedrag

Reglement Ongewenst Gedrag Reglement Ongewenst Gedrag Artikel 1 Begripsbepalingen. 1.1 Onder bestuur wordt verstaan: het bestuur van de Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging (hierna te noemen de NABV). 1.2 Onder ongewenst gedrag

Nadere informatie

Gedragscode. Toepassing door:

Gedragscode. Toepassing door: Parochiebureau: Dorpsstraat 26 2712 AL Zoetermeer Telefoon: 079 316 30 Gedragscode Toepassing door: alle beroepskrachten, vrijwilligers en stagiaires die werkzaamheden en activiteiten verrichten binnen

Nadere informatie

Ontslag wegens dringende reden

Ontslag wegens dringende reden Ontslag wegens dringende reden C. ENGELS -Kluwer a Wolters Kluwer business Inhoud V 1- Begrip I 1.1. Wettelijke definitie 1 1.2. Ontleding van de definitie I 1.2.1. Vereisten 1 1.2.2. Eerste vereiste:

Nadere informatie

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL Klachtenregeling Berg en Boschschool - april 2015 1 1 Inleiding In artikel 3 van de Arbowet is opgenomen dat het bevoegd gezag beleid betreffende preventie en bestrijding

Nadere informatie

Werken aan Morgen Veilig en Gezond Samenwerken Een aanpak voor het herkennen van en stoppen met pesten

Werken aan Morgen Veilig en Gezond Samenwerken Een aanpak voor het herkennen van en stoppen met pesten project: Deelproject: Werken aan Morgen Veilig en Gezond Samenwerken Een aanpak voor het herkennen van en stoppen met pesten De overheid is onlangs een landelijke campagne tegen pesten op het werk gestart.

Nadere informatie

4. Wat verstaan we onder ongewenste omgangsvormen?

4. Wat verstaan we onder ongewenste omgangsvormen? 1. Inleiding Binnen Sterker willen we toezien op arbeidsomstandigheden die zorgen voor een veilig, gezond en prettig werkklimaat voor medewerkers. Dat is niet alleen goed voor medewerkers, maar dat is

Nadere informatie

Protocol beleidsplan seksuele intimidatie, agressie en geweld

Protocol beleidsplan seksuele intimidatie, agressie en geweld Protocol beleidsplan seksuele intimidatie, agressie en geweld INLEIDING In dit beleidsplan wordt binnen de kaders van het Arbo-beleid de aanpak van seksuele intimidatie, agressie en geweld nader uitgewerkt.

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR WERKDRUK EN STRESS IN VLAAMSE HOGESCHOLEN VRAGENLIJST ATP, OHP EN CONTRACTUELE BEDIENDEN

ONDERZOEK NAAR WERKDRUK EN STRESS IN VLAAMSE HOGESCHOLEN VRAGENLIJST ATP, OHP EN CONTRACTUELE BEDIENDEN ONDERZOEK NAAR WERKDRUK EN STRESS IN VLAAMSE HOGESCHOLEN VRAGENLIJST ATP, OHP EN CONTRACTUELE BEDIENDEN A.Vragen over uw loopbaan en werk 1. Werkt u? o voltijds o deeltijds % 2. Hoeveel jaar werkt u al

Nadere informatie

Seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen. VSK Seminar NBB, 7 september 2013

Seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen. VSK Seminar NBB, 7 september 2013 Seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen VSK Seminar NBB, 7 september 2013 ? Petra Vervoort Vertrouwenscontactpersoon NBB Eigenaar van De Vertrouwenspersoon, gespecialiseerd in advies, begeleiding,

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het

Nadere informatie

Protocol Grensoverschrijdend Gedrag

Protocol Grensoverschrijdend Gedrag Protocol Grensoverschrijdend Gedrag Intentie ATTC EVO-Repro is tijdens verenigingsactiviteiten verantwoordelijk voor het welzijn van haar leden, kaderleden en vrijwilligers. Zij dient in dit kader haar

Nadere informatie

Protocol omgaan met ongewenste omgangsvormen binnen COC Midden-Nederland

Protocol omgaan met ongewenste omgangsvormen binnen COC Midden-Nederland Protocol omgaan met ongewenste omgangsvormen binnen COC Midden-Nederland Versie 15 augustus 2010 Waar is dit protocol voor? In dit protocol wordt gedefinieerd wat ongewenst gedrag is, hoe een klager daar

Nadere informatie

Stappenplan voor werknemers die op het werk gepest worden

Stappenplan voor werknemers die op het werk gepest worden Stappenplan voor werknemers die op het werk gepest worden Inleiding Pesten op het werk is een ernstige kwestie en heeft vaak een grote impact op de gepeste werknemer. Het vraagt echter wel om een standvastige

Nadere informatie

uw bedrijf een plek waar zij lekker kunnen ontspannen de recreatiebranche omdat zij willen werken in een

uw bedrijf een plek waar zij lekker kunnen ontspannen de recreatiebranche omdat zij willen werken in een De branche verblijfsrecreatie en zwembaden is erop gericht mensen een plezierige tijd te bezorgen. Voor recreanten is uw bedrijf een plek waar zij lekker kunnen ontspannen en genieten van hun vrije tijd.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5

INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5 Agressieprotocol Omnia Wonen INHOUDSOPGAVE: Hfd.stuk Paginanr. 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5 2 1. VOORWOORD Van tijd tot tijd is

Nadere informatie

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek Het functioneringsgesprek Wat Een functioneringsgesprek is een periodiek gesprek tussen de medewerker en de direct leidinggevende over het werk (inhoud en uitvoering van het werk, werksfeer en werkomstandigheden)

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 11 van 2001 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Gedeputeerde staten van Zeeland maken bij deze bekend dat zij in hun vergadering van 6 februari 2001 onder nummer 45 hebben vastgesteld: Regeling voorkomen

Nadere informatie

Artikel 1 - Begripsbepalingen 1. Onder bestuur wordt verstaan het bestuur van de H.E.M.A.-bond Nederland. 2. Onder ongewenst gedrag binnen de bond

Artikel 1 - Begripsbepalingen 1. Onder bestuur wordt verstaan het bestuur van de H.E.M.A.-bond Nederland. 2. Onder ongewenst gedrag binnen de bond REGLEMENT ONGEWENST GEDRAG H.E.M.A.-bond Nederland Artikel 1 - Begripsbepalingen 1. Onder bestuur wordt verstaan het bestuur van de H.E.M.A.-bond Nederland. 2. Onder ongewenst gedrag binnen de bond wordt

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 4.6. Procedures 4.6.16. Het detecteren en gepast reageren op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers

Kwaliteitshandboek 4.6. Procedures 4.6.16. Het detecteren en gepast reageren op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers khb 4.6.16 - versie 2 1/5 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/05/2008 DOEL - De voorziening respecteert steeds de eigenheid van de gebruiker en aanvaardt

Nadere informatie

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen Protocol Ongewenste Omgangsvormen Van De Banketgroep en haar dochtervennootschappen van toepassing vanaf 1 december 2013 Inleiding De Banketgroep wil ongewenste omgangsvormen zoals seksuele intimidatie,

Nadere informatie

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag , verder te noemen organisatie, hanteert deze voor zowel kinderopvang als peuterspeelzalen. Inleiding De organisatie wil met deze gedragscode waarborgen scheppen voor een goed en stimulerend werkklimaat

Nadere informatie

KLACHTENREGELING (SEKSUELE) INTIMIDATIE, AGRESSIE, GEWELD EN DISCRIMINATIE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

KLACHTENREGELING (SEKSUELE) INTIMIDATIE, AGRESSIE, GEWELD EN DISCRIMINATIE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN KLACHTENREGELING (SEKSUELE) INTIMIDATIE, AGRESSIE, GEWELD EN DISCRIMINATIE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN INHOUDSOPGAVE Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel

Nadere informatie

Protocol Ongewenst Gedrag. Richtlijnen bij ongewenst gedrag binnen Badmintonvereniging Conquesto

Protocol Ongewenst Gedrag. Richtlijnen bij ongewenst gedrag binnen Badmintonvereniging Conquesto Protocol Ongewenst Gedrag Richtlijnen bij ongewenst gedrag binnen Badmintonvereniging Conquesto 0 Inhoud Inhoud... 1 Intro... 2 Ongewenst gedrag... 2 Ongewenste intimiteiten... 2 Uitgangspunten / Gedragscode...

Nadere informatie

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Kan het anders? (Uit: Kompas) Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Behandelende onderwerpen het recht veilig in vrijheid te leven het recht op respect

Nadere informatie

REGELING INZAKE SEKSUELE INTIMIDATIE, DISCRIMINATIE, AGRESSIE, GEWELD EN ONGEWENST GEDRAG

REGELING INZAKE SEKSUELE INTIMIDATIE, DISCRIMINATIE, AGRESSIE, GEWELD EN ONGEWENST GEDRAG REGELING INZAKE SEKSUELE INTIMIDATIE, DISCRIMINATIE, AGRESSIE, GEWELD EN ONGEWENST GEDRAG Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit Onderwijs en de CAO voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS TUSSENBESLISSING II. GO / 2011 / 13 / / 24 november 2011

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS TUSSENBESLISSING II. GO / 2011 / 13 / / 24 november 2011 1 KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS TUSSENBESLISSING II GO / 2011 / 13 / / 24 november 2011 Inzake :, wonende te, bijgestaan door, loco, advocaat te, Verzoekende partij Tegen :, te, die deel uitmaakt

Nadere informatie

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling Stichting Definitie ouderenmishandeling Al het handelen of nalaten van handelen jegens (geheel of gedeeltelijk) afhankelijke ouderen, door diegene(n)

Nadere informatie

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het Verlof en vakantie De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen dat je het vorige jaar hebt gewerkt. Concreet betekent dit dat werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben

Nadere informatie

Melding ongewenst gedrag

Melding ongewenst gedrag Melding ongewenst gedrag Wat zijn agressie en geweld? De definitie van agressie en geweld, zoals die door Veilige Publieke Taak gehanteerd wordt, luidt: Het welbewust verbaal uiten, gebruiken van fysieke

Nadere informatie

Voorbeeld meldprotocol. Preventie Seksueel Misbruik Vrijwillig Jeugdwerk

Voorbeeld meldprotocol. Preventie Seksueel Misbruik Vrijwillig Jeugdwerk Voorbeeld meldprotocol Preventie Seksueel Misbruik Vrijwillig Jeugdwerk Voorbeeld Meldprotocol Dit protocol beschrijft hoe je moet handelen bij situaties waarin sprake is van (vermoedens van) seksueel

Nadere informatie

MODEL KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG

MODEL KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG MODEL KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG INLEIDING Als werkgever zijn we krachtens de Arbowet (artikel 3 lid 2) verplicht beleid te voeren gericht op voorkoming en/of beperking van psychosociale arbeidsbelasting.

Nadere informatie

Gedragscode Stichting Kids op Vakantie Ter voorkoming van ongewenst gedrag

Gedragscode Stichting Kids op Vakantie Ter voorkoming van ongewenst gedrag Gedragscode Stichting Kids op Vakantie Ter voorkoming van ongewenst gedrag Stichting Kids op Vakantie verder te noemen als organisatie: hanteert deze Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag. De

Nadere informatie

Regeling Vertrouwenspersonen

Regeling Vertrouwenspersonen Regeling Vertrouwenspersonen 1 Regeling Vertrouwenspersonen Inhoudsopgave 1 Preambule... 1 Artikel 1 Ongewenst gedrag... 1 Artikel 2 Behandeling ongewenst gedrag... 1 2 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden...

Nadere informatie

de Regeling gezamenlijke klachtencommissie ongewenst gedrag van

de Regeling gezamenlijke klachtencommissie ongewenst gedrag van Regeling Gezamenlijke klachtencommissie ongewenst gedrag Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a Regeling: de Regeling gezamenlijke klachtencommissie ongewenst

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

Brederode Wonen KLOKKENLUIDERSREGELING

Brederode Wonen KLOKKENLUIDERSREGELING Brederode Wonen KLOKKENLUIDERSREGELING Bloemendaal, 3 maart 2017 Pagina 1 van 5 Inleiding Brederode Wonen acht het van belang dat alle werknemers* op adequate en veilige wijze melding kunnen doen van eventuele

Nadere informatie

Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG)

Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Regeling Vertrouwenspersoon aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: ongewenst gedrag: seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie;

Nadere informatie

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement

Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer. Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement Preventie van Psychosociale Risico s op de Werkvloer Wet, Wat en Hoe? Bart Vriesacker Psychosociaal departement Inhoudsopgave Psychosociale risico s? De nieuwe wetgeving De psychosociale risicoanalyse

Nadere informatie

Beleid ongewenste omgangsvormen VMCA (versie 16 december 2011 Sociaal Beleidsplan, hoofdstuk 14.14 t/m 14.17)

Beleid ongewenste omgangsvormen VMCA (versie 16 december 2011 Sociaal Beleidsplan, hoofdstuk 14.14 t/m 14.17) Beleid ongewenste omgangsvormen VMCA (versie 16 december 2011 Sociaal Beleidsplan, hoofdstuk 14.14 t/m 14.17) Bij de VMCA moet elke medewerker in een gezonde en veilige omgeving kunnen werken. De VMCA

Nadere informatie

HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG

HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG INHOUD 0. ALGEMEEN 3 Wat is de bedoeling van het beleid voor ongewenst gedrag? 3 Voor wie? 3 Hoe pak je het aan? 3 1. MAATREGELEN

Nadere informatie

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving.

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving. Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving. Het is van belang dat iedereen die op enigerlei manier betrokken is bij ZV De Vennen zich veilig en vertrouwd voelt. Dit betekent niet alleen

Nadere informatie

Gedragscode Bureau Financieel Toezicht

Gedragscode Bureau Financieel Toezicht Gedragscode Bureau Financieel Toezicht Welke uitgangspunten geven richting aan ons gedrag? INLEIDING Deze gedragscode beschrijft de waarden die richting geven aan het werken bij het Bureau Financieel Toezicht

Nadere informatie

Pesten op de werkvloer

Pesten op de werkvloer Pesten op de werkvloer Pesten op de werkvloer Enige tijd geleden verscheen in de media berichten over een filmpje waarop te zien is hoe een medewerker van een Belgisch productiebedrijf door zijn collega

Nadere informatie

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen 1 Voorwoord Beste ouders Beste leerlingen Dit is het antipestplan van WICO campus Sint-Jozef. Het draaiboek pesten is geschreven voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Het geeft het beleid

Nadere informatie

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling Versie februari 2012 Je huilde Logisch, je was nog zo klein En wat kon je anders Wanneer er niemand voor je kon zijn? Ik heb het geprobeerd Maar ik was

Nadere informatie

Ministerie van Defensie

Ministerie van Defensie Ministerie van Defensie Rapportage tweede meting omgangsvormen binnen Defensie KPMG Integrity 10 juni 2004 MK/HAR/wv Samenvatting Deze rapportage beschrijft de bevindingen van de tweede meting naar de

Nadere informatie

Pesten op de werkvloer Hoe ontstaat het en wat zijn de gevolgen?

Pesten op de werkvloer Hoe ontstaat het en wat zijn de gevolgen? Pesten op de werkvloer Hoe ontstaat het en wat zijn de gevolgen? Pesten op het werk is een groot probleem. Volgens het Ministerie van SZW wordt één op de tien werknemers gepest. En volgens het FNV gaat

Nadere informatie

Klachtenregeling Christelijke Gymnastiek- en Sportvereniging Kracht en Vlugheid

Klachtenregeling Christelijke Gymnastiek- en Sportvereniging Kracht en Vlugheid Klachtenregeling Christelijke Gymnastiek- en Sportvereniging Kracht en Vlugheid Klachtenregeling K&V 1.1 Voorwoord NOC*NSF / KNGU heeft ter preventie van seksuele intimidatie in de sport een aantal gedragsregels

Nadere informatie

bescherming tegen psychosociale risico s op het werk, met inbegrip van stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk

bescherming tegen psychosociale risico s op het werk, met inbegrip van stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Gegevens verwijderen WERKGEVER: (HOOFDZETEL): (Naam en adres): Telefoon: E-mail:... AFDELINGS- OF EXPLOITATIEZETEL(S) :. AARD VAN DE BEDRIJVIGHEID: - Hoofdactiviteit: - Bijkomende activiteit: PARITAIR

Nadere informatie

Klachtenregeling ongewenst gedrag TiU

Klachtenregeling ongewenst gedrag TiU Klachtenregeling ongewenst gedrag TiU Met deze Klachtenregeling Ongewenst Gedrag TiU wordt uitvoering gegeven aan de Gedragscode Ongewenst Gedrag TiU en aan artikel 1.12 van de CAO. De regeling is in werking

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag Grensoverschrijdend gedrag Inleiding De maatschappij krijgt steeds meer te maken met vormen van grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen de kinderopvang wordt grensoverschrijdend gedrag door kinderen, ouders

Nadere informatie

Het Wie, Wat en Hoe vanwelzorg in 2012

Het Wie, Wat en Hoe vanwelzorg in 2012 Het Wie, Wat en Hoe vanwelzorg in 2012 En hoe de puzzelstukjes Of hoe de puzzelstukjes precies in elkaar precies passen in elkaar passen Onze Visie Wie we willen zijn in 2012 1 1 Als marktleider in het

Nadere informatie

Regeling (voorkomen) seksuele intimidatie, agressie en geweld

Regeling (voorkomen) seksuele intimidatie, agressie en geweld Regeling (voorkomen) seksuele intimidatie, agressie en geweld Vastgesteld in MR d.d. juni 1997 Aangepast en vastgesteld door College van bestuur 1-1-2006 Aangevuld en vastgesteld door MT januari 2009 Vastgesteld

Nadere informatie

Jaarverslag Vertrouwenswerk Naam Onderneming jaartal

Jaarverslag Vertrouwenswerk Naam Onderneming jaartal Jaarverslag Vertrouwenswerk Naam Onderneming jaartal 3a. Standaard jaarverslag 1 Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de vertrouwenspersoon van over het jaar . In dit jaarverslag

Nadere informatie

Beleidsnotitie intimiteit en seksualiteit. - Gedragscode medewerkers. - Richtlijn Omgangsvormen SGL. - Huisregels WBC en AC. - Agressiebeleidsplan

Beleidsnotitie intimiteit en seksualiteit. - Gedragscode medewerkers. - Richtlijn Omgangsvormen SGL. - Huisregels WBC en AC. - Agressiebeleidsplan Titel Beleidsnotitie intimiteit en seksualiteit Samenhang met andere documenten - Gedragscode medewerkers - Richtlijn Omgangsvormen SGL - Huisregels WBC en AC - Agressiebeleidsplan - Beleidsnotitie Privacy

Nadere informatie

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Regeling interne vertrouwensperoon Bijlage bij klachtenreglement

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Regeling interne vertrouwensperoon Bijlage bij klachtenreglement Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs Regeling interne vertrouwensperoon Bijlage bij klachtenreglement Datum instemming Directie 27 juni 2016 Datum instemming MR 18 juli 2016 Communicatie

Nadere informatie

GEDRAGSCODE AGRESSIE EN ONVEILIGHEID

GEDRAGSCODE AGRESSIE EN ONVEILIGHEID GEDRAGSCODE AGRESSIE EN ONVEILIGHEID In deze gedragscode is vastgelegd wat de uitgangspunten zijn van Cavent op het gebied van bejegening en het omgaan met elkaar. Datum vaststelling : 1 juni 2005 Vastgesteld

Nadere informatie

Vertrouwenspersoon INFORMATIEFOLDER

Vertrouwenspersoon INFORMATIEFOLDER Vertrouwenspersoon INFORMATIEFOLDER VERTROUWENSPERSOON EXTERNE PREVENTIEADVISEUR Je kan bij beide terecht als je ongewenst gedrag ervaart of te maken krijgt met pesterijen. Maar ook als je stress hebt

Nadere informatie

COMPENSATIECOMMISSIE

COMPENSATIECOMMISSIE COMPENSATIECOMMISSIE Zaaknummer Compensatiecommissie 2012CC001 Zaaknummer Klachtencommissie 2011T307 datum uitspraak 01/03/2013 De Compensatiecommissie voor seksueel misbruik in de R.-K. Kerk van de Stichting

Nadere informatie

PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG

PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG Vastgesteld door het bestuur d.d. 01 augustus 2018 Preventief beleid grensoverschrijdend gedrag ZV de Gelenberg d.d. 01-08-2018 Definitief Pagina

Nadere informatie