Functies watersystemen Usselmeergebied, Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal, huidige situatie en situatie 2010 (realisatie huidig beleid)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Functies watersystemen Usselmeergebied, Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal, huidige situatie en situatie 2010 (realisatie huidig beleid)"

Transcriptie

1 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat tn Verkeer MI wateiii M Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA Functies watersystemen Usselmeergebied, Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal, huidige situatie en situatie 2010 (realisatie huidig beleid) DEFINITIESTUDIE MENTARIUM WATERHUISHOUDING IN HET NATTE HART

2 Aan:" Bibliotheek S.v.p. w. keer kopieeren ENKELZIJDIG./~DfcrBBEEZTJDrG Voorkant/achterkant op DIK, WIT / papier daarna NtETuHN / INBINDEN ka Bij voorbaat dank

3 \iv> Yv.'i7i Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandelmg/RIZA Aan geadresseerde Contactpersoon Doorkiesnummer M. van Oirschot Datum Bijlage(n) augustus Ons kenmerk RIZA werkdocument X Uw kenmerk Onderwerp toezending werkdocument X "Functies watersystemen IJsselmeergebied, Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal, huidige situatie en situatie 2010 ". Geachte mevrouw/heer, In het kader van de definitiestudie voor het instrumentarium van het project "Waterhuishouding in het Natte Hart (WIN)"zijn verschillende werkdocumenten gemaakt ten bate van de onderbouwing van verschillende rapporten. De belangrijkste uitkomsten uit deze werkdocumenten zijn opgenomen in het rapport Systeemanalyse, het programma van eisen WINBOS en in het samenvattend hoofdrapport van de Definitiestudie Instrumentarium Waterhuishouding in het Natte Hart. In enkele werkdocumenten worden de functionele relaties tussen waterhuishoudkundige veranderingen, systeemeigenschappen en gebruiksfuncties uitgewerkt, in andere zijn bouwstenen verzameld voor het programma van eisen voor het kennisinstrumentarium. Deze definitiestudie is uitgevoerd door het RIZA in opdracht van de RWS directies IJsselmeergebied, Noord-Holland en Utrecht. Hierbij ontvangt u het werkdocument over de functies watersystemen Usselmeergebied. Dit werkdocument beschrijft de functies in het gebied en geeft een beschrijving van de parameters die gevoelig zijn voor veranderingen in de waterhuishouding, waarbij deze veranderingen bestaan uit wijzigingen van de water aan - en afvoer, het streefpeil en het waterbergend oppervlak. Met vriendelijke groet, M. van Oirschot Postbus AA Lelystad Maerlant AC Lelystad Telefoon (0320) Telefax (0320) Rijkswaterstaat IzorTj jaar 8ereikbMr mei bulli n It] en 154 vanif nation NS

4 Functies watersystemen Usselmeergebied, Noordzeekanaal & Amsterdam- Rijnkanaal, huidige situatie en situatie 2010 (realisatie huidig beleid) Defnitiefase instrumentarium Waterhuishouding In het Natte hart RIZA-werkdocument X Miel van Oirschot (RIZA) Peter Beuse (RDNH) Dirk van Hoorn (RDIJ) Suzan Vos (RDU) Hans van Vugt (RDIJ)

5 INHOUD 0. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 1. Inleiding 2. Wateraanvoer en -afvoer 2.1 Peilbesluit ARk/Nzk 2.2 Waterakkoord Nzk/ARk 2.3 Peilbesluit Rijkswateren IJsselmeergebied 2.4 Waterakkoord NH en RDIJ 2.5 Waterakkoord Oostelijk en Zuidelijk Flevoland 2.6 Waterakkoord "noord" 3. Waterkeren 3.1 ARk en Nzk 3.2 Watersystemen IJsselmeer 4. Natuur 4.1 ARk en Nzk 4.2 Watersystemen IJsselmeer. 5. Beroepsscheepvaart 5.1 ARk en Nzk 5.2 Watersystemen IJsselmeer 6. Drinkwater 6.1 ARk en Nzk 6.2 Watersystemen IJsselmeer 7. Beroepsvisserij 7.1 Nzk en ARk 7.2 Watersystemen IJsselmeer 8. Koelwater 8.1 ARk en Nzk 8.2 Watersystemen IJsselmeer 9. Recreatie 9.1 ARk en Nzk 9.2 Watersystemen IJsselmeer 10. Delfstofwinning 10.1 ARk en Nzk 10.2 Watersystemen IJsselmeer 11. Buitendijkse grondgebruik 11.1 Markermeer/Gooi- en Eemmeer 11.2 Kampereiland en overige buitenpolders aan Zwartemeer 11.3 buitendijkse gebieden IJsselmeer 12. Landbouw

6 0. Samenvatting, Conclusies en Aanbevelingen RIZA heeft van RDIJ opdracht gekregen voor het verrichten van een definitiestudie naar de mogelijkheden van het ontwikkelen van een Beslis Ondersteunend Systeem (BOS) ten behoeve van het project WIN. In dit werkdocument wordt voor de verschillende functies de huidige situatie en de situatie na realisatie van het huidig beleid beschreven in het plangebied. Het plangebied omvat de rijkswateren in het IJsselmeergebied en het Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal. Het studiegebied omvat het afwateringsen watervoorzieningsgebied. De beschrijving vindt plaats aan de hand van parameters, die relevant kunnen zijn in verband met het mogelijk wijzigen van de waterstand in deze watersystemen. Daarnaast zijn per gebruiksfunctie de belangrijkste beleidsuitgangspunten beschreven. De informatie, die in dit werkdocument is weergegeven, is toeleverend voor een aantal eindproducten van de definitiestudie van INWIN. Het document is het resultaat van een gezamenlijk inventarisatie door medewerkers van RIZA, RDIJ, RDNH en RDU. Lopende het project zal de informatie over de huidige situatie, waar nodig, geactualiseerd en zonodig aangepast worden. In die zin zal het een bijdrage zijn met een status van 'voorlopig'. De conclusies en aanbevelingen van deze inventarisatie kunnen als volgt worden samengevat. A. Wateraan- en afvoer A.a Conclusies/leemten in kennis Het huidig beleid met betrekking tot wateraanen afvoer is vast gelegd in de 3e nota Waterhuishouding en in de beheersplannen Nat. Uitvoering aan dit beleid wordt gegeven via peilbesluiten en via waterakkoorden tussen regionale directies van RWS enerzijds en tussen regionale waterbeheerders anderzijds. de in de peilbesluiten en in waterakkoorden weergegeven waarden voor resp. zomer- en winterpeil en de vastgelegde afspraken inzake waterkwantiteit (watervoorziening en afwatering) en waterkwaliteit (bijv. Chloride) vormen de basis voor de keuze van de parameters die nodig zijn voor het BOS. De set aan gegevens, die in de loop der jaren is verzameld over aan- en afvoer, is voldoende om een evaluatie van het huidig beleid te kunnen uitvoeren. Een globale evaluatie van de vigerende peilbesluiten en de overeengekomen waterakkoorden laat zien, dat * over de periode '76 - '92 de meerpeilen van de watersystemen van het IJsselmeer tijdens de zomer beter de streefpeilen benaderen dan tijdens de winter. * voor de watersystemen van het IJsselmeer in de regel voldaan kan worden aan de gemaak-

7 te afspraken met betrekking tot aan- en afvoer naar en van de regionale systemen in het studiegebied. Ook met betrekking tot bv het Chloride gehalte kan men voldoen aan de gemaakte afspraken. * het gemiddeld peil in het Nzk over de periode '83 - '95 goed in overeenstemming was met de in het peilbesluit genoemde waarden. * voor het Nzk en het ARk in de regel voldaan kan worden aan de gemaakte afspraken met betrekking tot aan- en afvoer naar en van de regionale systemen in het studiegebied. Ook met betrekking tot bv het Chloride gehalte kan men voldoen aan de gemaakte afspraken. A.b Aanbevelingen Dit rapport omvat slechts een zeer globale evaluatie van het peilbeheer en van het aan- en afvoerbeheer naar de gebieden buiten het plangebied (de regionale wateren). Voor zover dit nog niet in andere kaders van deze studie is gebeurd, dient dit in een latere fase alsnog te geschieden. B. Waterkeren B.a Conclusies/leemten in kennis De bestuurlijke organisatie inzake de bescherming tegen hoogwater is geregeld in de grondwet, de waterstaatswet en de wet op de waterkeringen. In deze laatste wet zijn de veiligheidsnormen vastgelegd. Deze normen worden uitgedrukt in overschrijdingsfreqentie van een waterstand. De wet heeft alleen betrekking op buitenwater. De zee, de grote rivieren en het IJsselmeer en de hiermee in open verbinding staande wateren worden als buitenwater beschouwd. Het Noordzeekanaal, het Amsterdam-Rijnkanaal, het Markermeer en de oostelijke en zuidelijke randmeren zijn dit niet. Voor de keringen die geen buitenwater keren, geldt de status quo van het moment dat de wet op de waterkering in werking trad. Dit laatste uitgangspunt zou niet meer aan de orde kunnen zijn bij peilverandering. Naar aanleiding van de studie Ramspol heeft de provincie Overijssel zich uitgesproken voor een veiligheid van de aan het Zwartemeer liggende buitenpolders die overeenkomt met de situatie na realisatie van Ramspol. peilverandering kan/zal van invloed zijn op het beheer van de keersluis bij Ramspol. Er is een ontwerp voor een keersluis met een sluitfrequentie van 11* per 10 jaar. Het streven is erop gericht om in het jaar 2000 de waterkeringen aan de normen te laten voldoen. Het Markermeer en de randmeren worden nog niet

8 beschouwd als buitenwater. Door de Tweede Kamer is wel aan de orde gesteld of het Markermeer niet aan de lijst moet worden toegevoegd van wateren die als zodanig worden beschouwd. Een studie hiernaar is thans gaande. Voor de dijkvakken langs het Markermeer zijn er op grond van de Wet op de Waterkering geen veiligheidsnormen. Voorlopig is dit aspect als leemte in kennis te beschouwen. Voor het jaar 2000 zullen alle waterkeringen die het achterliggende land beschermen tegen buitenwater aan de veiligheidsnormen voldoen B,b Aanbevelingen Aanbevolen wordt de in de wet op de waterkering genoemde normen als toetsingsparameter voor de veiligheid te gebruiken. Er moet echter wel worden nagegaan of de status quo situatie voor de waterkeringen, die niet direct buitenwater keren, kan blijven bestaan. Voor de buitenpolders aan het Zwartemeer wordt aanbevolen bij de provincie Overijssel te toetsen of de hierboven genoemde veiligheidsniveaus nog steeds acceptabel worden geacht. Als dat het geval is, dan kunnen ze ook als toetsingsparameter worden overgenomen. Tevens moet nagegaan worden of de ontwerpgrondslagen van de keersluis Ramspol nog in overeenstemming zijn met de grondslagen zoals verwoord in de eerder genoemde studie Ramspol. C. Natuur C.a Conclusies/leemten in kennis Een van de hoofddoelstellingen van het waterhuishoudkundig beleid is het ontwikkelen en in stand houden van gezonde waterhuishoudkundige systemen, die een duurzaam gebruik garanderen. Deze doelstelling sluit aan bij die van het Natuurbeleidsplan. Voor de watersystemen van het IJsselmeer betekent dit onder andere een natuurlijker peil en meer aandacht voor inrichting. Uitwerking van de doelstelling geschiedt middels het waarderen van een aantal doelsoorten in de zogenaamde AMOEBEN. In het kader van dit project wordt gewerkt aan een uitbreiding van dit systeem, waarbij nauw wordt aangesloten bij de methodiek conform het natuurbeleidsplan. Toetsing van de huidige situatie aan het natuurstreefbeeld laat zien dat de huidige situatie bij lange na nog niet voldoet aan het natuurstreefbeeld. Maatregelen op het gebied van peilbeheer en inrichtingsmaatregelen, zoals aanleg van vooroevers, moerassen e.d. kunnen leiden tot cq bijdragen leveren aan een situatie in de richting van dit streefbeeld. Natuur in het binnendijksgebied en in het buitendijksgebied aan het Zwartemeer is in deze werk-

9 groep buiten beschouwing gebleven. Werkgroep Grondwater zal hieraan aandacht besteden. C.b Aanbevelingen Aanbevolen wordt de Amoebe systematiek en de uitbreiding ervan, zoals deze thans in ontwikkeling is binnen INWIN, te gebruiken als toetsingsmethodiek bij dit project. D. Beroepsscheepvaart D.a Conclusies/leemten in kennis Het huidig beleid beroepsscheepvaart staat beschreven in het tweede structuurschema Verkeer en Vervoer (SWII) en het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT). De watersystemen in het plangebied omvatten hoofd- en nevenvaarwegen. Voor Nzk en ARk is scheepvaart een hoofdfunctie. Voor een aantal vaarwegen in het IJsselmeer zijn uitbreidingen dan wel opwaardering tot hoofdvaarweg aangekondigd. Door peilverandering zullen diepte vaarweg en doorvaarthoogte en wellicht schutduur beinvloed worden. Voor de vaarwegen in het IJsselmeer moet wellicht nog nagegaan worden of nog andere parameters gevoelig liggen. D.b Aanbevelingen het is zinvol de voor het IJsselmeergebied geselecteerde criteria te laten toetsen. E. Watervoorzieninq t.b.v. drinkwaterbereidinq E.a Conclusies/leemten in kennis ARk en het IJsselmeer hebben thans de functie onttrekking voor de bereiding van drinkwater. Deze functie-toewijzing is terug te vinden in de 3e nota Waterhuishouding en in de Beheersplannen Nat van de rijkswateren. Ook nog andere systemen in het IJsselmeergebied komen daarvoor in aanmerking. Voor oppervlaktewater, waaruit drinkwater wordt bereid, zijn waterkwaliteitsdoelstellingen vastgesteld. Binnen de scoop van INWIN zal met name het Chloride gehalte van belang zijn. Als gevolg van de internationale afspraken en de nationaal getroffen maatregelen zal Chloride gehalte verder dalen. Het is niet aannemelijk dat naast Chloride nog andere waterkwaliteitsparameters van belang zijn. Binnen INWIN zal een andere werkgroep zich hierover uitspreken. Het is nog niet bekend in hoeverre peilverandering van invloed is op de aanwezige (bouwkundige) voorzieningen bij de bedrijven voor drinkwaterbereiding. E.b Aanbevelingen Nagaan of peilverandering effect heeft op de bouwkundige voorzieningen en zo ja wat de gevoeligheid ervan is.

10 Chloride opnemen als parameter. Nagegaan moet nog worden of andere waterkwaliteitsparameters buiten beschouwing gelaten kunnen worden. F. Beroepsvisserij F. a Conclusies/leemten in kennis Voor de beroepsvisserij is met name de Visserijwet van belang. In deze kaderwet wordt met name het visserijbeheer nader uitgewerkt. Andere factoren die van belang zijn en die door peilverandering beinvloed kunnen worden zijn: waterkwaliteit, barrieres, en inrichting cq zonering. Te verwachten is dat de beroepsvisserij flexibel kan omspringen met peilwijzigingen en dat daardoor het visserijbelang niet of nauwelijks zal worden beinvloed. F.b Aanbevelingen Beroepsvisserij is een belangrijke functie voor het IJsselmeergebied. Ook al zal de visserij niet of nauwelijks worden beinvloed als gevolg van peilverandering, is het van belang (i.v.m. open plan proces) dat het te ontwikkelen instrumentarium mogelijkheden biedt om de factoren die de visserij beinvloeden (barrieres, visgronden, inrichting/zonering etc.) zichtbaar maakt. G. Koelwater G.a Conclusies/leemten in kennis Een vijftal centrales lozen hun koelwater op watersystemen in het plangebied. Aan koelwaterlozingen worden eisen gesteld ten aanzien van de maximaal toelaatbare watertemperatuur. Bovendien is in een aantal gevallen een mengzone gedefinieerd, waarbinnen de opwarming maximaal 3 C mag zijn. Opwarming van het oppervlaktewater als gevolg van klimaatwijziging kan derhalve effect hebben op deze functie. Door peilverandering kan het innamepunt van koelwater t.o.v. waterspiegel veranderen. Nagegaan moet worden of hierdoor de onttrekking beinvloed wordt. G.b Aanbevelingen Nagaan of peilverandering effect heeft op de bouwkundige voorzieningen en zo ja wat de gevoeligheid ervan is. De mogelijke effecten van klimaatverandering op de thans toegelaten koelwaterlozingen dient aandacht te krijgen in INWIN. H. Recreatie H.a Conclusies/leemten in kennis Oeverrecreatie en watersportactiviteiten zijn belangrijke functies in het plangebied en met name in het IJsselmeergebied. Het toeristisch beleid ressorteert onder het Ministerie van EZ, terwijl waterrecreatie

11 een beleidsterrein is van het Ministerie van LNV. Uitgangspunten van het beleid zijn:. ruimte voor duurzaam en gedifferentieerd gebruik door de recreatie;. beheer van de oppervlaktewateren in overeenstemming met toegekende functies.. een waterkwaliteit die voldoet aan de grenswaarden.. ruimte voor zelfregulerend vermogen van de burger. Verandering van het meerpeil kan effecten hebben op een aantal aspecten van de recreatie; bv oeverrecreatie. In het kader van WSV is door het SC-DLO een waterrecreatiegeschiktheidsmodel ontwikkeld. Ten behoeve daarvan is voor een aantal gevoelige parameters de huidige situatie beschreven van het Markermeer, het IJmeer en de randmeren. Het IJsselmeer en de kanalen zijn in dat verband niet meegenomen. H.b Aanbevelingen Aanbevolen wordt de bruikbare elementen van het door het DLO-SC ontwikkelde model over te nemen. De hiervoor benodigde gegevens voor het IJsselmeer en de kanalen moeten nog geinventariseerd worden. I. Pelfstofwinning I.a Conclusies/leemten in kennis Het rijksbeleid voor de delfstofwinning is omschreven in de nota 'Gegrond ontgronden'. Voor het plangebied wordt daarin gesteld dat de voorkeur wordt gegeven aan een lange-termijn beleid, wat, globaal gesteld, inhoudt het overschakelen van winning in diepe punten naar winningen in de vaargeulen. Het is niet te verwachten dat peilveranderingen de delfstofwinning zal beinvloeden. I.b Aanbevelingen Delfstofwinning beinvloedt de morfologie van het gebied. Ook al zijn er geen effecten te verwachten van peilveranderingen op de delfstofwinning, toch is het vereist, vanwege de effecten van de winning op de morfologie, de huidige en toekomstige wingebieden in het BOS in kaart te brengen. K. Buitendiiks grondgebruik K.a Conclusies/leemten in kennis In het IJsselmeergebied zijn verschillende vormen van " buitendijks " grondgebruik te onderscheiden. Genoemd kunnen worden: wonen, industrie, landbouw en recreatie. Het beleid met betrekking tot buitendijks wonen is in de regel regionaal cq, lokaal toegekend. Afstemming heeft in de regel plaatsgevonden in overlegkaders, waarvan ook de rijksoverheid deel uitmaakt. Veel van deze gebruiksfuncties zijn ook historisch zo gegroeid. De belangrijkste gebieden waar het hier om gaat zijn gelegen In het Zwartemeer/Ketelmeer

12 (Kampereiland met buitenpolders, Ketelpolder), IJsselmeer ( in de buurt van stedelijke gebieden ) en Markermeer (IJburg). Peilverandering kan effect hebben op de grondwaterstand en op de inundatiefrequentie van deze gebieden en derhalve op de intensiteit van overlast. Het is niet mogelijk gebleken binnen de toegemeten tijd een volledig overzicht te krijgen van het huidig "buitendijks grondgebruik" en van de ontwikkelingen hierin. Het Markermeer en de randmeren worden nog niet beschouwd als buitenwater, zoals bedoeld in de wet op de waterkering. Of het Markermeer een zodanige gevarenbron is dat het als "buitenwater" moet worden beschouwd, daarnaar is thans een studie gaande. K.b Aanbevelingen de buitendijkse gebieden van IJsselmeer, Markermeer en overige randmeren dienen geinventariseerd te worden. (oppervlakten buitendijksgebied, aantal woningen en bebouwing, hoogteligging van het gebied) Ook de bestemmingsplannen dienen in kaart te worden gebracht. L. Landbouw L.a Conclusies/leemten in kennis De functie landbouw, zowel binnendijks als buitendijks, is in deze werkgroep buiten beschouwing gebleven. Deze functie zal worden meegenomen door de Werkgroep Grondwater

13 1. Inleiding RWS directie IJsselmeergebied heeft RIZA de opdracht gegeven om ten behoeve van het project WIN (Waterhuishouding in het Natte Hart) een definitiestudie uit te voeren voor de opzet van een kennisinstrumentarium waarmee inzicht kan worden verschaft in de consequenties van verschillende waterhuishoudkundige inrichtings- en beheersalternatieven (INWIN). Als doelstelling voor de definitiefase is geformuleerd: 'het aangeven van de mogelijkheden tot het ontwikkelen van een beslissingsondersteunend systeem (BOS), waarmee het toekomstig peilbeheer en, - in relatie hiermee -, de integrale waterhuishoudkundige inrichting van het gebied verkend kan worden in relatie tot de diverse functies van het studiegebied'. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van deze functies. Watersyateem K' IJs Mark. Rm- Rm- ARk Nzk Functie meer selmeer meer Ooat Zuid - afvoer water, ijs, sediment waterberging n n 1 - watervoorziening /+ - energievoorziening n n 0 - drinkwater n n - oeverrecreatie * zwemmen & zonnen n n * sportvisserij recreatievaart beroepsvisserij natuur, landschap en 0 cultuurhistorie beroepsscheepvaart delfstoffenwinning n - landbouw (buitendijks) n n n n n n n - wonen (buitendijks) n n n n n n n legenda: 0 - functie blijft gelijk 1 - mogelijke toekomstige functie + - functie neemt toe 2 lcwaliteitsdoelst. volgende planperiode - - functie neemt af 3 afh. waterbodemkwaliteit n functie met toegekend. tabel 1: functietabel ( bron RDIJ ) Voor de definitiestudie worden 4 eindprodukten geformuleerd: - probleemverkenning - systeembeschrijving - programma van eisen BOS - plan van aanpak ontwerpfase. Naast deze hoofdprodukten is nog reeks onderliggende meer sectorale rapporten opgesteld. Dit werkdocument levert toe aan de probleemverkenning, de systeembeschrijving en het programma van eisen BOS. Het geeft tevens een eerste aanzet voor de informatiebehoefte van de 10

14 verschillende functies. (zie plan van aanpak definitiestudie INWIN). Deze informatiebehoefte zal uitgedrukt moeten worden in parameters, die met het BOS bepaald moeten worden. Met behulp van deze parameters zal getracht worden een beschrijving te geven van de huidige situatie en van de situatie na realisatie van het huidig beleid. In verband hiermee worden voor de verschillende functies ook de belangrijkste beleidsuitgangspunten aangegeven. Uit deze inventarisatie zal een aantal knelpunten en/of onduidelijkheden aan het licht komen. Hiermee wordt min of meer geanticipeerd op het proces van het IPP. Een dergelijke stap is echter noodzakelijk omdat anders niet mogelijk is de onduidelijkheden en/of knelpunten in het IPP zichtbaar te maken dan wel te bediscussieren. De rijkswateren in het projectgebied zijn onderdeel van het waterhuishoudkundig hoofdsysteem. Dit hoofdsysteem heeft een landelijke functie voor onder andere waterhuishouding, vaarwegen en natuur. In de Derde Nota Waterhuishouding wordt het IJsselmeergebied gekenschetst als een belangrijk natuurgebied, dat mogelijkheden biedt voor natuurontwikkeling. In de meren bevindt zich de grootste buffervoorraad zoet oppervlaktewater in Nederland voor landbouw- en drinkwatervoorziening. Met behoud van rust zijn hier veel mogelijkheden voor recreatie. Het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal zijn assen voor de scheepvaart en voor doorvoer van water. In het beheersplan voor de Rijkswateren en in de onderliggende regionota's voor het IJsselmeergebied en voor het Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal worden de doelstellingen verder uitgewerkt en vertaald in concrete beleidsplannen. In deze definitiestudie wordt een onderscheid gemaakt tussen het plangebied en het studiegebied. Het plangebied omvat het IJsselmeer, het Markermeer, de randmeren, het Amsterdam- Rijnkanaal (ARk) en het Noordzeekanaal (Nzk), met als begrenzing de hoogwaterkering (primaire waterkeringen). Onder het studiegebied wordt verstaan het binnendijkse gebied (binnen de primaire waterkering), waarmee een duidelijk aantoonbare relatie is met het waterpeil van de watersystemen in het plangebied. Verandering van de waterhuishouding in het studiegebied kan met name effect hebben op natuur en landbouw. In dit document zal slechts zijdelings aandacht worden besteed aan natuur en landbouw in het studiegebied. Deze onderwerpen komen aan de orde bij de Werkgroep Grondwater. Dit werkdocument is op verzoek van de projectgroep INWIN opgesteld door vertegenwoordigers van het RIZA en vertegenwoordigers van de regionale directies IJsselmeergebied, Noord Holland en Utrecht. Gebruik is gemaakt van beleidsnota's en van de diverse beheersplannen. De inhoud is getoetst bij diverse deskundigen bij de regionale directies en bij specialisten van het RIZA. 11

15 Plangebied WIN Usselmeer, Ketelmeer. Zwarte Meer, Kadoelermeer en Vossemeer Markermeer, Gooimeer, Eemmeer en Nijkerkernauw Veluwemeer en Drontermeer Wolderwijd en Nuldernauw Noordzeekanaal Amsterdam-Rijnkanaal Grens plangebied INstrumentarium Waterhuishouding In het Natte hart INWIN RWS-RCA, 8km afd.lhog

16 2. Wateraanvoer en -afvoer. In Nederland, en met name in het lage deel, is het efficient afvoeren van overtollig water en het handhaven van de waterpeilen van levensbelang. Daarnaast is de aanwezigheid, van nature of door aanvoer, van voldoende water van de juiste kwaliteit een belangrijke voorwaarde voor de duurzame ontwikkeling van bij het water betrokken belangen. In de Derde Nota Waterhuishouding is onder het scherm ' geleiding gebruik ' het huidig beleid met betrekking tot wateraanvoer en -afvoer omschreven. Een van de uitgangspunten hierbij was dat het menselijk handelen ecologisch inpasbaar diende te zijn. Enerzijds worden hierdoor de gebruiksmogelijkheden van het water beperkt, anderzijds dient het menselijk handelen erop gericht te zijn, om het water zijn vitale functies blijvend te laten vervullen. Het beleid met betrekking tot wateraanvoer wordt in de Derde Nota Waterhuishouding in een aantal punten omschreven. Onder andere is aangegeven dat:. ten behoeve van de aan- en afvoer van water, - onder normale en onder afwijkende omstandigheden -, worden in daartoe aan te wijzen gevallen tussen de betrokken waterbeheerders waterakkoorden gesloten. Met betrekking tot waterafvoer wordt genoemd:. de waterkwantiteitsbeheerder stelt in daartoe aan te wijzen gevallen, een of meer peilbesluiten vast voor de oppervlaktewateren onder zijn beheer. De waterkwantiteitsbeheerder draagt er zorg voor dat de in het peilbesluit aangegeven waterstanden gedurende de daarbij aangegeven perioden zoveel mogelijk worden gehandhaafd. en ook nog, specifiek voor het IJsselmeer:. afhankelijk van de uitkomsten van de internationale afspraken in het kader van het Rijn-zout-overleg, zal het zoute uitslagwater van de Wieringermeer worden afgeleid naar de Waddenzee. Dit hoofdstuk gaat in op de uitvoering van het huidig beleid op het gebied van 'wateraan- en waterafvoer' in met name het plangebied. De uitvoering van het beleid is geregeld in de peilbesluiten voor resp. Nzk en ARk en voor de watersystemen van het IJsselmeer en in de waterakkoorden tussen de beheerders van deze wateren en de beheerders die water hieruit onttrekken dan wel hierop afvoeren. Daarnaast zijn er de diverse beheersplannen. Voor een aantal relevante parameters zal de huidige situatie en de situatie na realisatie van het beleid (het jaar 2010) beschreven worden. Tot slot zal een evaluatie van het huidig beleid worden gegeven. De relevante parameters zijn weergegeven in tabel 2. De keuze van de parameters is gebaseerd op. besluiten/afspraken in resp. peilbesluiten en/of waterakkoorden. de factoren, waardoor deze besluiten/afspraken gestuurd kunnen worden (veranderingen in spuiduur en bemalingscapaciteit als gevolg van de in het kader van dit project te onderzoeken scenario's). 12

17 WATERSYSTEEM P PARAMETER i - Nzk en Ark - aantal dagen per jaar dat peil van NAP -0,30m wordt overschreden. - - aantal dagen per jaar" 1 dat peil van NAP -0,55m wordt onderschreden. - - spuiduur sluizen IJmuiden - - bemalingscapaciteit/bemalingsduur gemaal IJmuiden - aantal keren per jaar' 1 dat het - ARk (km 3.5) C Chloride gehalte > 150 mg/l. - aantal dagen per jaar", dat resp het zomer- en - watersystemen IJs winterstreefpeil, met 0,10 m, 0,20 m of met meer dan selmeergebied 0,30 m wordt onderschreden dan wel overschreden. - - spuiduur sluizen afsluitdijk; ( uren per zomer- en winterhalfjaar) - bemalingsduur/-capaciteit gemalen watersys- temen IJsselmeer "' voor resp. een hydrologisch nat, droog en gemiddeld jaar. tabel 2: hydrologische parameters 2.1 peilbesluit Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal besluitnr. ANW 92/5850, dd. 8 juli Wensen t.a.v. waterstand. gemiddeld peil: NAP -0,40 m Een waterstand, die niet veel lager is dan deze stand, is gewenst in verband met wateraanen afvoer, en in verband met vaardiepte in havens en aanliggende wateren (sluisdrempel Amstelsluis in Amsterdam). Daarnaast kan het kanaal een rol spelen bij risico's van verdroging van het Kromme Rijngebied Het peilbesluit. in het besluit is het gemiddelde Noordzeekanaalpeil vastgelegd: NAP -0,40 m met een variatie tussen NAP -0,55 m en NAP - 0,30 m. Onder gemiddeld peil wordt verstaan: het rekenkundig gemiddelde over het etmaal van de waterstanden, die op de meetpunten Buitenhuizen en Schellingwoude worden gemeten Huidige situatie. In tabel is aan gegeven het aantal dagen dat het peil van NAP -0,3 0m wordt overschreden, terwijl in de figuren la en lb de gemiddelde cumulatieve verdelingen van de waterstanden zijn weergegeven voor de periode voor resp. het zomerhalfjaar en winterhalfjaar. Onderschrijdingen van het peil van NAP -0,55m hebben in de periode niet plaats gevonden. Het gemiddelde zomerpeil van het Nzk over de periode bedroeg NAP -0,40m en het gemiddelde winterpeil over deze periode NAP -0,41m. Voor het ARk bedroegen deze waarden voor het jaar 1990 resp. NAP -0,37m en NAP - 0,38m. 13

18 j jaar WINTER ZOMER aantal over- gem. duur aantal over- gem. duur schrijdingen overschr. echrijdingen overschr. Van -0,3 m van -0,3 m (n) (dagen) (n) (dagen) 3 1,66 2 2,5 :. - : ,00 3 1, ,66 1 2, ,00 2 1, , ,43 1 1, ,00 1 2, , , , , ,66 2 2, ,00 " H H tabel aantal dagen dat peil van NAP - 0,3 0 m wordt overschreden 2.2. waterakkoord Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal;d.d (RWS directies Noord Holland en Utrecht en provincies Noord Holland en Utrecht, inliggende waterschappen en een aantal betrokken gemeenten) wensen Rijkswaterstaat - handhaven minimum debiet van 10 m3/sec in de mond van ARK, met een gemiddeld van m3/sec. - handhaven van een minimum debiet IJmuiden van 3 0 m3/sec naar zee; - in geval van droogte levering van zo nodig 7 m3/sec uit ARK t.b.v. "kleinschalige wateraanvoervoorzieningen Midden Holland" (KWA) regionale beheerders - stroming van 4m3/sec noordwaarts in het Utrechtse deel van de Vecht - handhaven open verbinding ARK - Vecht - handhaving huidige aan- en afvoersituaties - Chloride gehalte water ARK < 150 mg/l waterakkoord - inname van voldoende water t.b.v. watervoorziening omliggende beheersgebieden - afvoeren van overtollig water uit omliggende beheersgebieden - melding van voorgenomen wijzigingen - situaties van watertekort en wateroverlast worden vastgesteld door rijk in overleg met betrokken waterbeheerders huidige situatie 14

19 In de figuur is voor de periode 1983 t/m 1995 het histogram voor het debiet bij de monding van het ARk weergegeven. Het betreft de daggemiddelde debieten. In deze periode is ongeveer 200 dagen het daggemiddelde debiet lager dan 10 m3/sec geweest; dit is gemiddeld 16 dagen per jaar. Het gemiddelde over deze periode is ca 30 m3/sec. 2.3 peilbesluit rijkswateren IJsselmeergebied; nr HID 15377; dd. 15 juni Het peilbesluit - het begrip streefpeil: de onder normale omstandigheden, gelet op de daarmee gemoeide Watersysteem meetlocaties, met daarbij aangegeven het procentuele aandeel van de locaties bij de berekening van de gemiddelde waterstand (gemiddelde van de stand van en hr.) - IJsselmeer - Markermeer - Veluwemeer - Wolderwijd - Den Oever (22%); Houtrib Noord (35%); Lemmer (13%) en Kornwerderzand (30%). - Edam (30%) ; Krabbersgat Zuid (30%) ; Houtrib Zuid (20%); Hollandse brug (20%) - Roggebot Zuid (10%); Elburg (4 0%); Harderwijk Noord (50%). - Harderwijk Zuid (75%); Nijkerk (25%). tabel 2.3.1a aandeel van verschillende locaties bij berekening van gemiddelde waterstand. belangen meest wenselijke gemiddelde boezemwaterstand voor resp. winter en zomer, afgerond op een veelvoud van 5 cm, met een marge voor het operationeel beheer van ca. 2,5 cm. In tabellen 2.3.1a en 2.3.lb zijn resp. de wijze van berekening en de duur van perioden nader gedefinieerd. - IJsselmeer - Markermeer - Veluwerandmeren - IJsselmeer - Markermeer - Veluwerandmeren tabel 2.3.1b overgang van winter- naar zomerpeil - tussen en tussen en tussen en overgang van zomer- naar winterpeil - tussen en tussen en tussen en definiering van zomer- en winterperiode - de streefbeelden In tabel 2.3.1c zijn de streefbeelden voor de verschillende watersystemen in het IJsselmeergebied weergegeven. - bijzondere omstandigheden: bepaalde omstandigheden van voorbiigaande aard kunnen voor de beheerder aanleiding zijn om ten behoeve van de reguliere 15

20 gebruiksfuncties gedurende maximaal 3 weken maximaal 0,15 m af te wijken van het streefpeil, terwijl in zeer bijzondere gevallen, voor korte duur, kan worden afgeweken voor zover reguliere belangen niet worden geschaad. boezem watersysteem streefpeil zomer streefpeil winter IJsselmeer IJsselmeer,Ketelmeer,Vossemeer, Zwartemeer NAP-0,2 0 m NAP-0,40 m Markermeer Markermeer, Gouwzee, IJmeer, Gooi- en Eemmeer, Nijkerkernauw NAP-0,20 m NAP-0,40 m Wolderwijd/ Nuldernauw Wolderwijd, Nuldernauw NAP-0,10 m NAP-0,30 m Veluwemeer/ Drontermeer Veluwemeer, Drontermeer NAP-0,05 m NAP-0,3 0 m tabel 2.3.1c De streefbeelden van de watersystemen in het IJsselmeergebied Huidige situatie In de figuren la en lb zijn de gemiddelde cumulatieve verdelingen van de waterstanden weergegeven voor de periode voor resp. het zomerhalfjaar en winterhalfjaar. Deze figuren laten zien dat de peilen van de watersystemen van het IJsselmeergebied in de zomer beter de streefbeelden benaderen dan in de winter. 2.4 Waterakkoord tussen waterbeheerders in Noord-Holland en de beheerder van het IJsselmeer en het Markermeer; Enkhuizen, 26 november De afspraken - RWS verplicht zich gemiddeld over etmaal 43 m3/sec beschikbaar te stellen uit IJsselmeer en Markermeer samen, conform overeengekomen verdeling (zie ook tabel 2.4.1). - RWS verplicht zich 30.5 m3/sec water uit IJsselmeer en Markermeer tezamen beschikbaar te stellen voor doorspoeling, conform overeengekomen verdeling. - in bijzondere omstandigheden kan daarvan afgeweken worden (droogte). - RWS draagt zorg voor een zodanig peilbeheer, uitgaande van de geldende peilen, opdat de afwateringsmogelijkheid zo veel mogelijk gehandhaafd blijft. - de Waterlanden verplicht zich het wateroverschot zo veel mogelijk af te voeren naar Nzk. Uitwaterende Sluizen verplicht zich huidige waterafvoerverdeling te continueren dan wel het aandeel naar Marker- en IJsselmeer te laten afnemen. - afwatering van Amstel, Vecht en Amsterdam in principe via ARK, Nzk en IJmuiden. Indien peil ARK/Nzk NAP of hoger is, dan afwatering naar Markermeer. 16

21 - RWS verplicht zich water van Utrechtse Vecht en Amstelmeer Watertoedeling vanuit IJsselmeer en Markermeer t.b.v. landbouw en peilbeheer - gebied ten Noorden van Nzk - gebied ten Zuiden van Nzk watertoedeling vanuit IJsselmeer en Markermeer t.b.v. doorspoeling - gebied ten Noorden van Nzk - gebied ten Zuiden van Nzk Hoeveelheid 41, 9 1, 1 13,0 17,5 (m3/sec) Totaal uit IJsselmeer en Markermeer 73,5 tabel De watervoorziening naar de provincie Noord Holland conform waterakkoord. af te voeren naar resp. ARK en Den Helder, en slechts in noodzaak naar Markermeer en IJsselmeer..4.2 Huidige situatie Gedurende de zomer wordt het Markermeer doorgespoeld met IJsselmeerwater. Via de sluizen in de Houtribdijk wordt IJsselmeerwater ingelaten en weer geloosd via de Oranjesluizen op het Noordzeekanaal. Sinds het van kracht worden van het akkoord zijn de bepalingen van het akkoord nageleefd. RDIJ heeft in de periode , in verband met te verwachten langdurige droogte, aan het begin van het groeiseizoen, het peil gedurende enige weken aan de hoge kant gehouden. Directie Noord Holland is toen verzocht de inname te Schellingwoude te beperken. In die periode was het peil circa NAP-0,15 m. In het begin van de periode is op het Markermeer ongeveer 3* een tijdelijk afwijkend peil ingesteld in verband met een groot transport te water, dan wel een extreem aanbod van de scheepvaart. In onderstaand overzicht is de watertoedeling naar Noord Holland en Utrecht voor een drietal jaren gedurende het zomerhalfjaar weergegeven. Het betreft jaren, die als respectievelijk droog (1976), nat (1993) en normaal (1986) kunnen worden aangemerkt. 17

22 Watertoedeling vanuit IJsselmeer en Markermeer innamedebiet ( m'/sec ) - gemiddelde zomerhalfjaar - maximum maandgemiddelde in zomerhalfjaar - maximum daggemiddelde in zomerhalfjaar - 33, 6-42,1-61, 0-27,8-38, 5-57, 7-20,3-28, 1-45,6 overeengekomen debieten waterakkoord - peilbeheer - doorspoeling - 43,0-30,5-43,0-30, 5-43,0-30, 5 tabel watertoedeling uit IJssel- en Markermeer naar N. Holland en Utrecht in 1976, 1986 en Waterakkoord Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland; Lelystad 13 maart 1996; ISBN De Afspraken A) afwatering oostelijk en zuidelijk Flevoland en de doorspoeling van de Veluwerandmeren onder normale omstandigheden. - Rijk ontvangt wateroverschot van oostelijk en zuidelijk Flevoland, waarbij de lage afdeling zoveel mogelijk met gemaal Colijn uitslaat en 13*10 6 m3 per maand met gemaal Lovink. - doorspoelen van Veluwemeer wordt gestaakt als 2-jarig voortschrijdend gemiddelde Cl-gehalte bij Bremerberg boven 200 mg/l komt of langer dan 1 maand > 250 mg/l. - indien de waterkwaliteit in de afdelingen van Flevoland daarom vraagt stelt RWS 10 m3/sec beschikbaar. - waterkwaliteit kan reden zijn voor aanpassing van bovengenoemde afspraken. B) waterhuishouding oostelijk en zuidelijk Flevoland en van de Veluwerandmeren onder niet normale omstandigheden. - indien onder natte omstandigheden het streefpeil van de vaarten met meer dan 0,10 m wordt overschreden, kunnen alle gemalen worden ingezet tot streefpeil is bereikt. - bij etmaalwaterstand van Veluwemeer van NAP+0,05 m of hoger en bij een overschrijding van het streefpeil van de vaarten van minder 0,10 m, wordt aanvoer via Lovink gestaakt. - In geval van droogte wordt 10 m3/sec beschikbaar gesteld aan Flevoland. - bij droogte op randmeren suppleert Fleverwaard op verzoek, terwijl Fleverwaard op zijn beurt eenzelfde hoeveelheid uit Markermeer ontvangt. - indien op verzoek extra water wordt geleverd, kunnen in principe kosten worden verrekend Huidige situatie Sinds het van kracht worden van het akkoord zijn de bepalingen van het akkoord nageleefd. Meldingen van het tegenoverge- 18

23 stelde zijn niet doorgegeven. In de periode is het maandelijks gemiddeld Clgehalte circa 2 maanden per jaar (21 maanden per 10 jaar; in enkele jaren 5 resp 7 maanden boven de 200 mg/l gekomen. Het is echter niet voorgekomen dat het maandelijks gemiddelde Chloride gehalte boven de 250 mg/l kwam. Uit onderzoek is bekend dat ten gevolge van ontzilting van de Flevolandse bodem na het jaar 2000 geen overschrijdingen van deze waarden zijn te verwachten In de periode zijn diverse speciale voorzieningen getroffen ter verbetering van de waterkwaliteit van de verschillende meren. - doorspoeling van Wolderwijd en Veluwemeer door extra uitslag van gemaal Lovink. - het stichten van een gemaal bij de Knardijk voor doorspoeling van het Wolderwijd met water van het Veluwemeer. - aanleggen van spuimogelijkheden naast de Roggebotsluis. (via een extra spuisluis kan water geloosd worden van Drontermeer naar Vossemeer.) - aanbrengen in de zomermaanden van een viskerend scherm in de Hardersluis te voorkoming van intrek van brasem van het Veluwemeer naar het Wolderwijd. - instellen van een speciale visintrekstand van een spuiopening in de spuisluis bij Nijkerk - het wegvangen van brasem uit het Wolderwijd. In onderstaand overzicht is de watertoedeling naar Oostelijk en Zuidelijk Flevoland weergegeven voor een drietal jaren gedurende het zomerhalfjaar weergegeven. Het betreft jaren, die als respectievelijk droog (1976), nat (1993) en normaal (1986) kunnen worden aangemerkt. Watertoedeling vanuit en Markermeer IJsselmeer innamedebiet ( m'/sec ) - gemiddelde zomerhalfjaar - maximum maandgemiddelde in zomerhalf jaar - 0,7-0,9-0, 8-0,9-0,9-0,9 tabel watertoedeling uit IJsselmeer en Markermeer naar Zuidelijk en Oostelijk Flevoland in 1976, 1986 en Waterakkoord "Noord" ; concept 14 november (wateraan- en afvoer naar en van de provincies Friesland, Groningen en delen van Flevoland (NOP) en Overijssel (Wold en Wieden)) 19

24 2.6.1 De afspraken watertoedeling vanuit IJsselmeer t.b.v. landbouw en peilbeheer Friesland Groningen Overijssel NOP subtotaal watertoedeling vanuit het IJsselmeer t.b.v. doorspoeling aan: Friesland Groningen Wold en Wieden NOP 52,5 m3/sec 16,3 m3/sec 5,8 m3/sec 2,0 m3/sec 76,6 m3/sec 10,9 7,7 0, 0 0, 0 Totaal uit IJsselmeer subtotaal 18,6 m3/sec 95,2 m3/sec tabel De Watervoorziening A) watervoorziening (tabel 2.6.1) - RWS streeft naar het beschikbaar stellen van 95,2 m3/sec, waarvan max. 24 m3/sec doorgevoerd kan worden naar Groningen. (inlaatsluis Teroelsterkolk). - in geval van droogte : overleg B) Afwatering - Friesland zal zo veel als mogelijk is afvoeren naar Waddenzee. - het doorspoelwater zal alleen na overleg teruggevoerd worden naar IJsselmeer - in geval van vergroting uitslaggemalen zal overleg plaats vinden met RWS Huidige situatie Tabel laat voor een drietal jaren de watertoedeling vanuit het IJsselmeer zien naar Noord Nederland gedurende het zomerhalfjaar. Het betreft jaren, die als respectievelijk droog (1976), nat (1993) en normaal (1986) kunnen worden aangemerkt. voor een drietal jaren: Watertoedeling vanuit IJsselmeer innamedebiet ( m'/sec ) 1993 Friesland - gemiddelde zomerhalfjaar - maximum maandgemiddelde in zomerhalf jaar - maximum daggemiddelde in zomerhalf jaar - 38,3-57, 8-80,8-12,2-21,4-55, 0-7,8-18,6-61,8 Noord Oost Polder 20

25 - - gemiddelde 2omerhalfjaar 4,b - 1, J - 2,7 g - maximum maandgemiddelde in zo - 5, 9-1, 5-4,4 merhalf jaar - maximum daggemiddelde in zomer - 5,0 half jaar overeengekomen debieten waterakkoord - peilbeheer - 76,6-76,6-76, 6 - doorspoeling - 18,6-18,6-18,6 tabel watertoedeling uit IJsselmeer naar Noord Nederland in 1976, 1986 en 1993 In de periode zijn de volgende maatregelen getroffen: - het aanbrengen van luchtbellenschermen in de sluizen van den Oever ter vermindering van zoutindringing van de Waddenzee naar het IJsselmeer. - afleiding van het zoute uitslagwater van gemaal Leemans naar de Waddenzee. In de bestaande situatie 1996 slaat het gemaal uit op het IJsselmeer. - sinds 1991 wordt bij de afsluitdijk ten behoeve van de vistrek een aangepast spuiregime uitgevoerd, -'vistrekspui' -. Hiertoe worden de buitenste kokers ingezet van de groepen sluizen, die niet voor spuien nodig zijn. (lit. 1) 2) 3) 4) BPN-IJsselmeergebied 1995; RDIJ-rapport nr.95-4 regionota Nzk ARk ; november 1995;DNH ANW95.07 DU ANA diverse besluiten en akkoorden van resp RDIJ, dir NH en dir Utr, zoals vernoemd in de aanhef van de verschillende subparagrafen. Derde Nota Waterhuishouding; water voor nu en later. Min van V en W; 1989, ISBN

26 G=^ ^ Watervoorziening IJsselmeergebied Usselmeer (incl. Zwarte meer) Markermeer (incl. IJmeer. Eemmeer en Gooimeer) Randmeren (Veluwemeer/Drontermeer/Wolderwijd) INstrumentanum Waterhuishouding In het Natte hart INWIN RWS RIZA 0 X) 20,10 km»m IHOG

27 c=^ «5> Afwatering Plangebied WIN Usselmeergebied j Usselmeergebied bijzondere omstandigheden ARk en/bf Nzk Gedeelteliik naar ARk/Nzk Gedeelteli k naar ARk/Nzk en IJsselmeergebied bijzondere omstandigheden INstrumentanum Waterhuishouding In het Natte hart INWIN I) m RWS RIZA afd IHOG

28 »' Kornwerderzand Den Oever V.» Krabbersgatsluis» Houtribsluizen >? oggebotsluis IJmuiden 1 * 4 * J ^ Oranjesluizen Gemaal Zeeburg» Nijkerkersluis j. Hardersluis inses Beatrixsluis pr» Prinsse Irenesluizen» Belangrijkste Kunstwerken * Gemaal yy Spuisluis of Schutsluis INstrumentarium Waterhuishouding In het Natte hart INWIN Inlaat (naar studiegebied) : _ ; - 1 RWS-RIZA o 8 l? 18 km am.ihog

29 Groningen 127.2) Friesland (95.2) ^a Wold & Wieden (5.8) NOP 12) Drentho (13.4) *» \^5 (totaal Andijk) ^ Schermerboezem (34.6) ^ ~ Overig NH (20.3) ^% rs Amsterdam (9 + 10) < ' V" ARk naar Nzk (10) \ \ J \- Amitel en Vecht (4.2) «< '. ^GWA (6). Nfccht + ovorig Nrd-Holland ( ) Utrecht (6) NU Doorslag (6) leidtche Rijn (2.15) -^ ' "^WRK (7) ^ Kromme Rijn (5). r,, _ i i i INstrumentarium Waterhuishoudinq Afspraken waterakkoorden in plangebied In het Natte hart waterinname in m3/sec INWIN ^ waterinname t Orinkwaterontrekkingspunt volgens waterakkoord RWS-RBA 0 8 IJ 18 km aw. IHOG

30 Water Keren In perioden van grote rivierafvoeren en stormvloeden staat het belang veiligheid bij het beheer voorop. Een samenhangend beeld van veiligheid, bestuur en beheer van de primaire waterkeringen wordt gegeven in de Wet op de Waterkering uit De bestuurlijke organisatie van de bescherming tegen hoogwater is geregeld in de Grondwet, de Waterstaatswet, de Provinciewet en de Wet op de waterkering. De waterschappen hebben de dagelijkse verantwoordelijkheid voor aanleg en onderhoud van waterkeringen. Het Rijk beheert de waterkeringen die geen achterland hebben, zoals bv de Afsluitdijk. De provincies hebben toezicht op alle primaire waterkeringen. Het Rijk zet de beleidskaders uit en heeft het oppertoezicht. In de wet op de waterkering zijn de veiligheidsnormen voor dijkringgebieden vastgelegd. De veiligheidsnorm wordt uitgedrukt als een kans van overschrijding. De wet heeft alleen betrekking op de beveiliging tegen buitenwater: de zee, de grote rivieren en het IJsselmeer. Primaire waterkeringen zijn keringen die behoren tot het stelsel van keringen, die een dijkringgebied omsluiten en keringen die voor een dijkringgebied liggen. Men onderscheidt 2 typen van primaire waterkeringen:. de directe primaire waterkeringen, die direct het buitenwater keren, en. de indirecte primaire waterkeringen, die deel uitmaken van een dijkring, maar geen buitenwater keren. Elke directe primaire waterkering moet voldoen aan de veiligheidsnorm die hoort bij het dijkringgebied, die de kering beschermen moet. De norm wordt uitgedrukt in een overschrijdingsfrequentie van een hoogwaterstand. Met overschrijdingsfrequentie wordt bedoeld de gemiddelde kans per jaar op het optreden van hoogwaterstand hoger of gelijk aan een bepaalde waarde. De normen varieren van 1/10000 tot 1/1250 per jaar, afhankelijk van de economische activiteiten en bevolkingsaantallen in het beschermde gebied en van de aard van de bedreiging. De waterstanden die bij de overschrijdingsfrequenties horen worden ontwerp-waterstanden genoemd. Per dijkvak is de bij de norm behorende hydraulische belasting (waterstanden en golven) berekend. Deze belastingen zijn vermeld in het Hydraulisch randvoorwaardenboek, dat in is verschenen en dat elke 5 jaar zal worden geactualiseerd. De beheerders dienen elke 5 jaar hun primaire waterkeringen te toetsen op veiligheid. Voor de gebieden achter de nog aan te leggen keersluis Ramspol zal de gewenste veiligheid worden gerealiseerd door de keersluis Ramspol in combinatie met dijkversterking. De sluitfrequentie van de keersluis is afhankelijk van het meerpeil en heeft effect op de inundatiefrequentie van de uiterwaarden langs het Zwarte Water en Vecht. Voor de indirecte primaire waterkeringen van een dijkring, geldt de status quo van het moment dat de wet in werking trad. In de volgende paragrafen zal aan de hand van de in tabel 3 genoemde parameters de huidige situatie voor ' water keren worden weergegeven. De veiligheidsniveaus zijn in de volgende 22

31 paragrafen per dijkvak opgegeven. Op welk detailniveau (per dijkvak of per serie 'representatieve' dijkvakken) de veiligheidsniveaus in deze studie moeten worden uitgewerkt moet nog nader worden vastgesteld. Watersysteem - Watersystemen IJsselmeergebied - sluitfrequentie keersluis Ramspol parameter - waterstanden en windgolven, die behoren bij een overschrijdingsfrequentie van 1*/...jaar. - aantal sluitingen per jaar tabel 3 parameters 'water keren. 1 ARk en Nzk Het Nzk wordt aan de noordzijde begrensd door dijkringgebied 13 en aan de zuidzijde door dijkringgebied 14(zie kaart). De sluizen van IJmuiden verbinden en beschermen de dijkringgebieden 13 en 14. De overschrijdingsfrequentie van de sluizen van IJmuiden en van de dijkringgebieden 13 en 14 zijn 1/ Het Nzk wordt (nog) niet als buitenwater beschouwd. Voor de waterkeringen langs het kanaal geldt de status quo. Het sluizencomplex in IJmuiden wordt momenteel gerenoveerd en zal in 1999 voldoen aan de overschrijdingsfrequentie van 1/ De westelijke kanaaldijk van het ARk is onderdeel van dijkringgebieden 14, 15 en 44. De overschrijdingsfrequentie van deze dijkringen zijn resp. 1/10000, 1/2000 en 1/1250. Ook het ARk wordt niet als buitenwater beschouwd. Voor de dijkvakken langs het ARk geldt dus de status quo..2 IJsselmeergebied In tabel 3.2a is een samenvatting gegeven van de vastgestelde veiligheidsnormen binnen het IJsselmeergebied. Opgemerkt dient te worden dat het Markermeer en de randmeren nog niet beschouwd worden als buitenwater, zoals bedoeld in de wet op de waterkering. Een studie hiernaar voor het Markermeer is wel in voorbereiding. (bijlage) Uitgaande van het huidig beleid zullen de dijken in het IJsselmeergebied in 2000 aan de gestelde normen voldoen. Dan zal de keersluis Ramspol zijn voltooid en zullen de dijken rondom IJsselmeer en Ketelmeer de gewenste veiligheid hebben. Voor de dijken rond het IJsselmeer zijn de thans beschikbare hydraulische randvoorwaarden onvoldoende gedragen. Verbeterde inzichten zullen waarschijnlijk, eind 1997, leiden tot aangepaste getallen. De studie naar de hydraulische randvoorwaarden voor de dijken in het IJsselmeer bevindt zich thans in een eindfase. Als de studie is afgerond, dan zal pas blijken welke aanvullende maatregelen voor de dijken getroffen moeten worden om aan de gewenste veiligheid te voldoen. De aan het Zwartemeer gelegen buitenpolders zijn volgens de wet op de Waterkeringen te beschouwen als buitendijksgebied. Door realisatie van de keersluis Ramspol en de aansluitende dijk IJsselmuiden Ramspol zal de veiligheid van deze polders sterk toenemen. De sluitfrequentie van de keersluis is nog 23

32 niet bekend. Gezien de in deze polder aanwezige bewoning en gezien de economische belangen van deze polders, lijkt de provincie Overijssel de inundatiefrequenties die zullen ontstaan na realisatie van Ramspol, aanvaardbaar te achten voor deze polders. Deze inschatting heeft met name betrekking op de eerste 4 polders, die in onderstaand overzicht zijn genoemd (zie tabel 3.2b). dijkring naam gevarenbron dijkvak (locatie) in projactgabiad ovarachrijdings(requentie karing projactgabiad Friesland, Groningen - IJsselmeer - 1 t/m 40-1/ Noordoostpolder - IJsselmeer, Ke - 11,12,ISA, - 1/ Flevoland telmeer/ Zwartemeer 17,18,19.20B - a - IJsselmeer. Ketelmeer - 1,2,12.13, - 1/ Vollenhove Zwartemeer. Zwarte - 9 en 10-1/ Mastenbroek Water/Vecht Zwartemeer, Zwarte - 17 t/m /2000 Water/Vecht, IJssel - IJsseldelta - IJsselmeer/Ketel - 3,4-1/ meer, IJssel - Hienngen - IJsselmeer, Wad - 1,2A,2B,3A. - 1/ denzee - Noord-Holland - IJsselmeer,Noord- - 3B,4A,4B,5A, - 1/ zee/waddenzee 5B, 6A.6C6B.7 1 verbindende - afsluitdijk - Waddenzee - km /1430 (frequenwaterkeringen tie in onderzoek) - Kadoelersluis - Ketelmeer/Zwartemeer dijkringen - 1/ Roggebotsluis - Ketelmeer - dijkringen - 1/4000 B Houtribdijk - IJsselmeer - dijkringen - 1/10000 e & 13 - Nijkerkersluis - dijkringen Keersluis Ramspol - IJsselmeer/Ketelmeer - Zwarte dijkringen - 1/2000 meer/zwarte Water Kromme Rijn - Nederrijn, Lek Eempolder Gelderse Vallei - Nederrijn tabel 3.2a vastgestelde veiligheidsnormen IJsselmeergebied Buitendij ksgebied huidige inundatie- inundatiefrequentie freguentie met keersluis Ramspol - Kampereiland 1/40 ca 1/500 - Mandjeswaard 1/6 ca 1/500 - Pieper 1/130 < 1/ Zuiderzeepolders 1/45 < 1/ Willem Meyerpolder 1/5 (1/400)) - Zwarte Meerpolder 1/10 (1/3500) - De Cock's polder 1/4 (1/100) tabel 3.2b aanvaardbare inundatiefrequenties van de aan het Zwartemeer gelegen buitenpolders. flit.: 1) RWS; Beschermen tegen Hoogwater; ( ) achtergrond-document NW4. 2) Min V & W; RWS (September 1996) Hydraulische randvoor- 24

33 waarden voor primaire waterkeringen.) 3) derde nota Waterhuishouding; Water voor nu en later. Min. van V en W (1989) ISBN ) Projectnota/mer keersluis Ramspol, maart 1995; Bouwdienst RWS in opdracht van de Stuurgroep Ramspol. 25

34 Natuur Een van de hoofddoelstelling van het waterhuishoudkundig beleid, zoals verwoord in de 3e nota Waterhuishouding, is het ontwikkelen en in stand houden van gezonde waterhuishoudkundige systemen, die een duurzaam gebruik garanderen. Duurzaam gebruik en duurzame ontwikkeling zijn alleen mogelijk indien de aanslag op natuur en milieu niet te groot is of als er sprake is van ecosystemen met duurzame productie, diversiteit en zelfregulering. De doelstelling sluit aan bij de hoofddoelstelling uit het Natuurbeleidsplan: duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden. Het Ministerie van LNV is verantwoordelijk voor het natuurbeleid in Nederland. Uitwerking van de hoofddoelstelling geschiedt middels natuurdoeltypen met bijbehorende doelsoorten. Voor de rijkswateren zal hierbij zoveel mogelijk worden aangesloten. In het kader van het project Watersysteemverkenningen zijn voor de watersystemen in het IJsselmeergebied en voor Nzk en ARk AMOEBES opgesteld. Als basis voor de kwantificering van de stuurvariabelen is uitgegaan van de veranderingen in oppervlakken vegetatie- en biotooptypen ("ecotopen"). Het ecotopensysteem voor de rijkswateren zal de komende tijd verder worden uitgewerkt. In tabel 4 is een overzicht gegeven van de buitendijks gelegen ecotopen voor de watersystemen van het IJsselmeer en van het ARk en Nzk. Watersystemen IJsselmeergebied passeerbaarheid van barrieres - vispassages (ja/neen) - peilverschil binnen- en buitenwater bij start spui. waterkwaliteit (zomerhalfiaar qemiddelden) - totaal P (mg/1) - doorzicht (m) - chlorofyl (mg/m 1 ) ecotooen [areaal (ha)1 - Waterplantenareaal - Biezen - Riet - Rietruigte - Grasland - Bos & opslag - Slikken & platen - Natuurlijke oever - Onbegroeid water Nzk en Ark passeerbaarheid van barrieres - vispassages (ja/neen) - ligging van zoutgradient in Nzk (km...) - (eventueel waterkwaliteitsparameters: tot P; doorzicht en chlorofyl) ecotopen foeverlenqte (km) of areaal (ha)l - open water - stalen damwand - stortsteen oever - ondiepe zachte waterbodem (< 1 m) - diepe zachte waterbodem (> 1 m) - natuurvriendelijke oever tabel 4 : parameters natuur Behalve deze zogenaamde ecotopen zijn in tabel 4 ook een aantal waterkwaliteitsparameters opgenomen waarvan niet uitgesloten is dat deze als gevolg van de peilveranderingen beinvloed worden. Of dit het geval is zal worden aangegeven door de werkgroep waterkwaliteit. Factoren die het peil sturen zijn de spui- en bemalingscapaciteit. Er zou een relatie kunnen zijn tussen vistrek en spuiduur. Om die reden 26

35 zijn parameters opgenomen, die betrekking hebben op het spuien. Een hoger peil van het IJsselmeer heeft een toename van de kweldruk tot gevolg op de buitendijkse gebied en het binnendijks gebied in de directe omgeving van de hoogwater kering. Als peilveranderingen leiden tot een ander bemalingsen spuiregime, dan aangegeven in par 1, dan strekt het beinvloedingsgebied zich uit over praktisch geheel Noord Nederland. In het kader van deze definitiestudie is een deelproject gestart waarin de relatie wordt beschreven tussen de waterhuishouding van het gebied en de grondwaterhuishouding van de buitendijkse gronden en die van de binnendijkse natuur- en landbouwgebieden voor situaties, waarin het bemalings- en spuiregime wel en niet wijzigt. Daarbij zal gebruik gemaakt worden van het landelijk grondwatermodel NAGROM en van het Distributie Model DM. Effecten op natuur zullen worden berekend met DEMNAT 2.1 Voor verdere informatie zij verwezen naar referenties 5 en ARk en Nzk De aanwezigheid van een zoutgradient op het Nzk is van belang voor de natuurwaarden in dit kanaal. Naar de meest ideale ligging ervan wordt onderzoek gedaan. De ligging wordt beinvloed door de mate van doorspoeling van het kanaal, onder andere via de inlaten bij Schellingwoude. Voor natuur richt zich het beleid voornamelijk op de aanleg van natuurvriendelijke oevers en op verbetering van de mogelijkheden voor vispassage. Voor het ARk ligt de nadruk op het opheffen van de barrierewerking van de stalen damwandoever voor diersoorten uit de Venen en de Vechtplassen, binnen de ecologische hoofdstructuur. Het watersysteem ARk/Nzk wordt via de sluizen bij IJmuiden toegankelijk gemaakt voor trekvis als zeeforel bot, prik, driedoornige stekelbaars en aal. Bij de Oranjesluizen te Schellingwoude is in 1996 een vispassage in werking getreden. Het huidig beleid voorziet in de aanleg van 21 ha natuurvriendelijke oevers voor beide kanalen (tabel 4.1). De natuurvriendelijke oevers voor het Nzk zijn te vinden ter hoogte van Buitenhuizen in de groene bufferzone tussen Amsterdam en Haarlem en in aanleg bij Zeeburg. Voor het ARk zijn deze gepland ten Noorden van Maarssen (Venen en Vechtplassen). Het natuurstreefbeeld voor beide kanalen is omschreven in tabel 4.2. Realisatie van dit streefbeeld zal vooral plaats moeten vinden door inrichtingsmaatregelen en niet door peilveranderingen. Voor het natuurstreefbeeld is ook handhaving van een zoutgradient op het Nzk een belangrijke voorwaarde. 27

36 ecotoop/(oevertypen) passeerbaarheid van barrieres - vispassages (ja/neen) - peilverschil binnenen buitenwater bij start spui ecotoop/(oevertypen) Huidige situatie (1996) Ark Nzk neen niet relevant Situatie realisatie huidig beleid (2015) Ark Nzk ja niet relevant - oppervlak open water (ha) stalen damwand Lengte (km) stortsteen oever Lengte (km) Areaal (ha) 23 28,5 21,5/24, ,6/29,5 - ondiepe zachte waterbodem (Areaal,-ha) diepe zachte waterbodem (Areaal;ha) natuurvriendelijke oever Lengte Areaal , tabel 4.1: aanwezige ecotopen in het ARk en Nzk ecotoop/(oevertypen) Natuurstr eefbeeld Ark Nzk - oppervlak open water stalen damwand Lengte (km) - stortsteen oever Lengte (km) Areaal (ha) ondiepe zachte waterbodem (Areaal,-ha) diepe zachte waterbodem (Areaal,-ha) ~ - natuurvriendelijke oever Lengte (km) Areaal (ha) tabel 4.2: natuurstreefbeeld ARk en Nzk 28

37 4.2 Watersystemen IJsselmeer In de VINEX wordt voor het IJsselmeer, Markermeer, IJmeer en Ketelmeer een blauwe koers aangegeven. In deze gebieden dienen grootschalige en vanuit milieu-oogpunt bezien riskante activiteiten en ingrepen in de ruimtelijke structuur vermeden te worden. Een nadere concretisering van het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voor onder meer het IJsselmeergebied als belangrijkste onderdeel van de "natte as" van Nederland wordt in het vooruitzicht gesteld. Dit behelst een verbetering van de integratie van functies van wateren en van de samenhang tussen wateren en het vergroten van de aandacht voor natuurontwikkeling naast natuurbehoud. Het huidig beleid met betrekking tot natuur en het functioneren van het ecosysteem richt zich met name op een verdere terugdringing van de belasting met eutrofierende stoffen en op de aanleg en inrichting van moerassen en vooroevers. Natuurontwikkeling dient zoveel mogelijk ingepast te worden in bestaande en toekomstige waterstaatkundige werken. Afstemming is noodzakelijk tussen inrichtingsdoelen op het gebied van natuurontwikkeling en werkzaamheden, zoals verdieping, vaargeulonderhoud, baggerstort, dijkverhoging, bescherming buitendijkse landen en wensen vanuit de recreatie. In tabellen 4.2a t/m 4.2d zijn de huidige situatie en de situatie na realisatie van het huidig beleid weergegeven aan de hand van de 'WSV-ecotopen 1 en een aantal waterkwaliteitsparameters. (voor de waterkwaliteitsgegevens zijn de waarden ontleend aan ref. 4 (pag 209 t/m 211); voor specifieke aanduiding van locaties: zie tabel 3.10 van RIZA nota (2) en tabel 9-1 uit nota vermeld onder (1)). Bijlage 2 geeft een overzicht van de ligging. De in tabellen 4.2a t/m 4.2d beschreven situaties wijken sterk af van het natuurstreefbeeld, zoals aangegeven in WSV. Deze streefbeelden zijn weergegeven in tabel 4.3. Een meer natuurlijk peil gecombineerd met inrichtingsmaatregelen, o.a. oevers en inrichtingsmaatregelen, landinwaarts gericht, zouden een stap kunnen zijn in de richting van het streefbeeld. 29

38 Huidige situatie Situatie na realisatie huidig beleid parameter/ecotoop IJssel Marker IJssel- Markermeer meer meer meer Dasseerbaarheid van barrieres - vispassages (ja/neen) - peilverschil binnenen buitenwater bij start spui kwaliteitsdarameters " fosfor (mg P/l) 0, 1 0,11 0,08 0,10 doorzicht z (m) o, 4 0,3 0,5 0,4 chlorofyl (mg/m 5 ) ecotooen (ha's) waterplantenareaal biezen riet rietruigte grasland bos & opslag slikken & platen natuurlijke oever onbegroeid water tabel 4.2a: overzicht van aanwezige ecotopen in IJsselmeer en Markermeer Huidige situatie Situati e na real isatie huidig beleid parameter/ecotoop Ket. Zw. Vos Ket. Zw. Vos. m. m. m. m. m. m. kwaliteitsdarameters 11 fosfor (mg P/l) 0,2 0,2 doorzicht z (m) 0,5 0, 5 chlorofyl (mg/m 1 ) ecotopen (ha's) waterplantenareaal biezen riet rietruigte grasland bos & opslag slikken U platen natuurlijke oever onbegroeid water tabel 4.2b: overzicht ecotopen Ketelmeer, Zwarte Meer en Vossemeer. 30

39 Huidige situatie Situatie na realisatie huidig beleid parameter/ecotoop Veluwe Wolder Veluwe Woldermeer wijd meer wijd kwaliteitsparameters" fosfor (mg P/l) 0,12 0, 11 0,05 0,05 doorzicht z (m) 0,5 0,4 0,7 0,6 chlorofyl (mg/m 3 ) ecotopen (ha's) waterplantenareaal biezen riet rietruigte grasland bos & opslag slikken & platen natuurlijke oever onbegroeid water tabel 4.2c: overzicht ecotopen oostelijke randmeren. Huidige situatie Situatie na realisatie huidig bel eid parameter/ecotoop Eem Gooi - Eem Gooimeer meer meer meer kwaliteitsparameters 11 fosfor (mg P/l) 0,32 0,2 0,4 0,15 doorzicht z (m) 0,3 0, 5 0,3 0,45 chlorofyl (mg/m 1 ) ecotopen (ha's) waterplantenareaal biezen riet rietruigte grasland bos & opslag slikken & platen natuurlijke oever onbegroeid water tabel 4.2d: overzicht ecotopen Zuidelijke randmeren. het betreft zomerhalfjaar gemiddelden. fosfor staat voor t-p 31

40 : ;. NATUURSTREEFBEELD parameter/ecotoop IJssel Mark- Ketelm. Oost. Zuid. meer meer ZwM.Vsm. Rmr rmr passeerbaarheid van barrieres - vispassages (ja- /neen) - peilverschil binnenen buitenwater bij start spui kwaliteitsparameters " fosfor (mg P/l) 0,07 0, 05 0,1/0,05 0,05 0,10 doorzicht z (m) 0, 8 0,6 0,7/0,8 0,75 0,55 chlorofyl (mg/m 1 ) / ecotopen (ha's) waterplantenareaal biezen riet rietruigte grasland bos & opslag slikken & platen natuurlijke oever onbegroeid water tabel 4.3: overzicht van de ecotopen in IJsselmeergebied bij realisatie van het natuurstreefbeeld (ref J.A.M. Amoebes Vanhemelrijk, W.E.M. Laane IJsselmeergebied. (concept (juli WSV 1996) nota) Aanpassing J.A.M. Vanhemelrijk (1993) Amoebes IJsselmeergebied, hoofd- en basisrapport. RIZA nota's en J.E.W. de Hoog, P.C. Pieters (oktober 1996) Amoebe Noordzeekanaal /Amsterdam-Rijnkanaal. (concept WSV nota) DG RWS (1996) Toekomst voor Water; nota watersysteemverkenningen en achtergrondnota. RIZA nota ) G Arnold (januari 1997); Plan van Aanpak Werkgroep Grondwater. Grond- en oppervlaktewater binnendijks gelegen natuur- en landbouwgebieden en buitendijks grondwater. G Arnold (9 juli 1996); memo concept bijdrage voorstudie (terrestrische systeem) DG RWS, directie Flevoland. Natuurontwikkeling in het IJsselmeergebied; - uitbreiding van de oeverzones -. december Ref. Marco van Wieringen, dir NH. 32

41 biilaae: natuur. ontwikkelingen in IJsselmeergebied voor huidig beleid" (conform lit. 4) situatie realisatie te realiseren ontwikke- lengte breedte oppervlak meegenomen in lingen (gebied/project) (m) (m) (ha) "realisatie huidig beleid" 1. Andijk/Onderdijk Enkhuizerzand: a) b) Wieringermeer N.O.polderdijk Veluwemeer/Pols Veluwemeer/Elb Drontermeer/Abbert Drontermeer/Eekt Eemmeer/St i.brug Eemmeer/P.maten Zi 11. Wolderwijd Zwarte Meer Nuldernauw (Schu.b.) Ketelmeer (50%) 15. Afsluitdijk Holle Poarte Workumerbuitenwaard Molkwerum Mokkebank Mirnserklif Huitebuurster IJdoorn Zeevang Oostvaardersdij k B.B.Uiterdijke Oosterleek Wijdenes Buiten IJ MM Zeedijk MM Gouwzee "IJburg"

42 5. Beroepsscheepvaart. Het huidig beleid voor de beroepsscheepvaart staat beschreven in het tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (SWII) en het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT.). Het hoofdvaarwegennet is qua afmetingen geschikt voor tenminste klasse IV scheepvaart (1350 ton). De hoofdtransportassen, - in het studiegebied het Nzk en ARK -, zijn geschikt voor 4-baksduwvaart. Voor het hoofdvaarwegennet geldt dat de capaciteit geschikt moet zijn voor 50 procent meer vervoer dan nu. CEMT type schip lengte breedte diepgang T (m) strijkklasse L (m) B (m) ge- leeg hoogte laden H (m) - Zeiljacht 12 4,0 1,9 12,0 - Motorjacht 15 4,3 1, 5 3,4 I Spits 39 5,1 2,2 1,2 5, 0 II Kempenaar 55 6,6 2,5 1,4 6,0 (HA) Hagenaar 56/67 7,2 2,5 1,4 6,3 III Dordmund- Eemsk.-schip 67/80 8,2 2,5 1,5 6,3 IV Rijn-Hernek.schip 85 9,5 2,8 1,6 6,7 Va Rijnschip ,5 1,8 6,7/ Vb 8, 8 2baksduwstel 186, 5 11,4 4,0 1,8 8, 8 4baksduwstel 22, 0 tabel 5: overzicht klassenindeling scheepvaart. In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van het huidig beleid in het projectgebied met betrekking tot de functie 'beroepsscheepvaart'. Voor een aantal relevante parameters zal de huidige situatie en de situatie na realisatie van het beleid beschreven worden. Scheepvaartwegen en de daarin opgenomen objecten (sluizen, bruggen) zijn ingedeeld Watersysteem - ARK en Nzk - hoofdvaarwegen in IJsselmeergebied - nevenvaarwegen in IJsselmeergebied parameter - diepte vaarweg en diepte sluizen - doorvaarthoogte - schutduur - diepte vaarweg en diepte sluizen - doorvaarthoogte - breedte vaarweg en breedte sluizen - schutduur - diepte vaarweg en diepte sluizen - doorvaarthoogte - breedte vaarweg en breedte sluizen - schutduur tabel 5a: relevante parameters beroepsscheepvaart in klassen. De eisen, die aan een vaarweg worden gesteld, worden bepaald door de maatgevende afmetingen van het type schip, waarvoor de vaarweg nog toegankelijk moet zijn. Deze 34

43 indeling is in tabel 5 weergegeven. De relevante parameters, met name voor het IJsselmeergebied zijn in deze fase moeilijk te formuleren. Het ligt voor de hand dat doorvaarthoogte en diepte van de vaarweg en van de objecten, die daarvan deel uit maken, stuurparameters. Wellicht dat ook de schutduur voor schepen wordt beinvloed. Op grond van deze overwegingen is de keuze van de parameters van tabel 5a tot stand gekomen. 5.1 ARk en Nzk. Het Nzk en ARk hebben beide de functie hoofdtransportas. Het Lekkanaal is hoofdvaarweg. Langs de kanalen liggen de havengebieden van Utrecht, Amsterdam en Velsen/IJmuiden. Zowel binnenschepen als zeeschepen bevaren beide kanalen. Enkele belangrijke karakteristieken van de kanalen zijn in onderstaande tabellen weergegeven. Het aantal schuttingen in 1995 is in onderstaande tabel 5.1b weergegeven. Kanaal Afmeting ARk Ark Lekkanaal Nzk Nzk-oost Nzk-west Breedte (m) > Diepte (m) Doorvaarthoogte (m) 9,10 9, 10 n.v.t. n.v.t. tabel 5.1a karakteristieken van het ARk en Nzk Sluis aantal schutt mgen in 1995 Binnen- Zeescheepvaart scheepvaart Pr. Irenesluizen (ARk) Pr. Beatrixsluizen (Lek) Oranjesluizen (Nzk) Noordzeesluizen tabel 5.1b aantal schuttingen in ARk en NZk. 5.2 IJsselmeergebied In het IJsselmeergebied zijn de volgende vaarwegen onderscheiden: - de hoofdvaarweg (klasse Vb schepen) Amsterdam - Lelystad - Lemmer en de aftakking hiervan via het Ketelmeer naar de IJssel. - de nevenvaarwegen:. Den Oever-Urk-Ketelmeer-Zwartemeer (klasse Va). Harlingen-Enkhuizen-Markermeer (klasse Va), met aansluiting op de hoofdvaarweg Amsterdam-Lemmer.. Lemmer - Enkhuizen (klasse Va). Lemmer - Stavoren (klasse Va) randmerenroute (klasse IV) i [Ketelmeer - oostelij- 35

44 ke en zuidelijke randmeren - IJmeer met aansluiting op de Hoofdvaarweg Amsterdam - Lemmer). -. De Hardersluis is geschikt voor klasse II In het SW-II zijn voor de vaarweg Amsterdam-Lelystad-Lemmer studies aangekondigd naar vergroting van de capaciteit in het IJmeer en verhoging van de bedrijfszekerheid in overige delen. De vaarweg door het Ketelmeer en Zwartemeer is in SW- II als reservering voor hoofdvaarweg aangegeven. De procedure hiertoe is in gang gebracht. Ook de route Amsterdam - Harlingen staat op de nominatie om als hoofdvaarweg te worden aangewezen te worden. In tabel 5.2a is een aantal karakteristieken van de verschillende vaarroutes in het IJsselmeergebied gegeven. kenmerk vaardiepte doorvaarthoogte vaarroute huidig na realisatie na realisatie beleid huidig beleid - Amsterdam-Lemmer 4,7 onbeperkt onbeperkt /IJssel - Den Oever-Ketelm Zwartemeer 4,2 - Harlingen-,, (?) Amsterdam 4,2 I I ll - Lemmer-Enkhuizen... 4,2 I i II - Lemmer-Stavoren 4,2 - randmerenroute 3,5 NAP +12,70m (Hanzelijn) tabel 5.2a: Kenmerken vaarroutes IJsselmeergebied. Het aantal schuttingen in 1995 is in tabel 5.2b weergegeven. Er zal een beperkte toename plaatsvinden van de scheepvaart. De schutcapaciteit van de Krabbersgatsluizen zal omstreeks 2000 worden verbeterd door de bouw van een naviduct. Dit komt de beroepsvaart ten goede maar met name vooral ook de recreatievaart. De Hardersluis zal worden verwijderd. Bij een aan te leggen brug aldaar zal een doorvaarthoogte van ca 7 m worden gerealiseerd. Door aanpassing van bedieningstijden bij de Krabbersgatsluizen en aanleg van automatische bediening bij bruggen en sluizen in de randmeren wordt containervaart bevorderd. 36

45 Sluis/object aantallen (1995) beroepsvaart totaal geladen recreatievaart - Stevinsluis Lorentzsluis Houtribsluizen Krabbersgatsluizen IJssel-/Markermeer Nijkerkersluis Hardersluis Roggebotsluis Ramspolbrug Randmeren tabel 5.2b: Aantal passages bij verschillende objecten in het IJsselmeergebied. (lit. : 1) BPN-IJsselmeergebied 1995; RDIJ-rapport nr ) regionota Nzk ARk ; november 1995;DNH ANW95.07 DU ANA ) Scheepvaarttellingen 1995 (RDIJ) 4) richtlijnen vaarwegen; juni

46 Doorgaande vaarrroutes Plangebied WIN A/ hoofdtransportas A/ hoofdvaarweg INstrumentarium Waterhuishouding In het Natte hart INWIN A/ neve n vaarweg g RWS-RIZA,H u,, afd. IHOG

47 6. Drinkwater Waterleidingbedrijven dragen zorg voor de openbare watervoorziening. Voor de produktie van leidingwater wordt gebruik gemaakt van zoet grond- en oppervlaktewater. In Nederland is het aandeel van grondwater ca. 65% en dat van geinfiltreerd oppervlaktewater en oppervlaktewater uit spaarbekkens ca. 35%. Het rijksbeleid geeft een aantal beleidslijnen, die direct of indirect betrekking hebben op de drink- en industriewatervoorziening. Voor het oppervlaktewater bestaan die onder andere uit de uitvoering van maatregelen gericht op vermindering van verontreiniging in combinatie met intensieve monitoring. Voor oppervlaktewater, waaruit drinkwater wordt gewonnen zijn waterkwaliteitsdoelstellingen vastgesteld. Verontreiniging van het oppervlaktewater vormt een bedreiging voor de drinkwatervoorziening. Het oppervlaktewater in het studiegebied wordt voor een belangrijk deel beinvloed door de Rijn. Daarnaast wordt het oppervlaktewater ook nog lokaal beinvloed. Het niveau van de verontreiniging in de Rijn is de laatste jaren sterk gedaald. Er van uitgaande dat het in IRC verband overeengekomen beleid zal worden gecontinueerd, zal deze trend zich voortzetten. Waterkwaliteitsparameters, die gevoelig zijn voor eventuele peilveranderingen, zijn Chloride en wellicht ook eutrofieringsparameters. De norm voor Chloride voor oppervlaktewater, waaruit drinkwater wordt bereid, is 200 mg/l, terwijl de wens van de drinkwaterbedrijven 100 mg/l is. Het S04-gehalte in het Markermeer is hoger dan dat van het IJsselmeer en wordt veroorzaakt door het uitslagwater uit de Flevopolders. Volgens WRK is het S04-gehalte van belang. De chemicaliendosering bij de drinkwaterbereiding is afhankelijk van het S04-gehalte. Een toename leidt tot verhoging van chemicaliendosering; de norm voor S04 voor oppervlaktewater is 100 mg/l. Het gemiddelde S04 gehalte van het Markermeerwater is in de periode gedaald van gemiddeld 166 mg/l in 1988 tot gemiddeld 120 mg/l in In 1996 bedroeg het gehalte 105 mg/l. De verwachting is dat de daling zich zal voortzetten en dat rond 2010 er nauwelijks nog een verschil zal zijn met het IJsselmeer. In het IJsselmeer ligt het gemiddelde S04 gehalte in dezelfde periode in de range van 60 tot 90 mg/l. Verandering in peil zal gepaard gaan met verandering in uitwisseling tussen IJsselmeer en Markermeer. Het S04 gehalte wordt hierdoor beinvloed. Gezien echter de te verwachten ontwikkelingen kan het Sulfaat buiten beschouwing worden gelaten. Hoewel niet direct in de normen cq. wensen opgenomen zou ook de mate van eutrofiering van belang kunnen zijn. Bij natuur wordt hier aandacht aan besteed. Op de totale hoeveel water, welke in de verschillende systemen aanwezig is, is de onttrekking ten behoeve van drinkwater marginaal. Volgens WRK kan een peilverandering gevolgen hebben voor de opstelling van de trommelzeven en bijbehorende gebouwen en zou kunnen leiden tot aanpassing van dat deel van het be- 38

48 drijf. Wat betreft drinkwater zijn de volgende parameters van belang (tabel 6). Watersysteem - ARk, IJsselmeer en (Gooimeer,-Markermeer/IJmeer) - ARk, IJsselmeer parameter tabel 6 Parameters drinkwater. - Chloride gehalte (ter plekke van het onttrekkingspunt). jaargemiddelde (mg/l):. 90-percentiel waarde (mg/l): - laagste cq. hoogste waterstand, welke nog toelaatbaar is, rekening houdend met de huidige inlaatvoorzieningen;. 6.1 ARk en Nzk Drinkwater wordt onttrokken aan het Lekkanaal en het ARk door resp. Watertransportmaatschappij Rijn Kennemerland (WRK) en door de Gemeentewaterleidingen Amsterdam (GWA). Gegevens over deze onttrekking staan weergegeven in tabel 6.1. Bedrijf Karakteristiek WRK locatie Lekkanaal; km. 4 4 ARk; km. 21 debiet (m3/sec) huidig 0,252 2,34 maximaal(conform 7, 0 5, 00 vergunning) GWA Chloride (peiljaar 1995) jaargemiddelde (mg/l) frequentieverd.(mg/l) 10% % % tabel 6.1: Huidige situatie drinkwatervoorziening vanuit ARk 6.2 IJsselmeergebied Drinkwater wordt onttrokken in het IJsselmeer bij Andijk. Daarnaast wordt de drinkwaterwinning uit grondwater (Bremerberg) beinvloed door wegzijging vanuit de randmeren; het water uit het Veluwemeer is dan ook te beschouwen als grondstof voor grondwater, waaruit drinkwater wordt bereid. Dit punt is bij 2.5 aan de orde geweest. Verder zal in een volgende plan periode de zuidelijke randmeren en wellicht ook het Markermeer/IJmeer de functie drinkwater krijgen. Tabel 6.2 heeft alleen betrekking op het onttrekkingspunt bij Andijk. 39

49 karakteristiek Bedrijf WRKPWN locatie IJsselmeer IJsselmeer (bij Andijk) (bij Andijk) debiet huidig 50*10' m 1 24*10' m 1 maximaal 110*10 6 m Chloride (peiljaar 1995) jaargemiddelde (mg/l) " frequentieverdeling (mg/l) 10% % % Sulfaat, jaargemiddelde (mg/l) tabel 6.2 (lit. : Huidige situatie drinkwatervoorziening vanuit IJsselmeer. De gemiddelde Chloride-gehalces in de 5 jaren, die aan 1995 zijn voorafgegaan, zijn als volgt mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l 1. DG RWS (1996) Toekomst voor Water; nota watersysteemverkenningen en achtergrondnota. RIZA nota ) 2. IAWR Rheinbericht '91- '93 (1993); ISBN RIWA (1996) Rijn 1995; deel A; ISBN RWS (1992) Beheersplan voor de Rijkswateren ) 5. RIVM; Milieubalans'96; het Nederlandse milieu ver klaard. ISBN pers. mededelingen PWN, hr Visser (of hr Nijman ) 7. pers. mededeling WRK, hr Lucier pers. mededeling IH (RIZA); J Vink, memo d.d

50 Et PWN (UsMlmaer) TWRK (UsJOlmwsr) Revooontrale (IJsselmeer) :; i. UNA IMMI (Nzk) UNA Hemweg (Nzk) fi in ontwikkeling (Veluwemeerl 4i".«UNA Diemon (Markermeer) UNA Diemen (ARk) ^WA (ARkl i UNA Utrecht (ARk) ^WRK (bskkanaall Koelwater- en drinkwaterontrekkingspunten Drinkwaterontrekkingspunt Koelwateronttrekkingspunt Energiecentrale INstrumentarium Waterhuishouding In het Natte hart INWIN 18km RWS RIZA «. IHOG

51 Beroepsvisserij Er is een Visserijwet, die als kaderwet, algemene regelgeving geeft ter bescherming van de visstanden en vissoorten in Nederland en algemene regels ter bevordering van een doelmatige bevissing van de binnenwateren. De wetgeving omvat maatregelen om overexploitatie te voorkomen en om bevissing van bepaalde soorten en lengteklassen te regelen. Het visrecht van een binnenwater ligt bij de eigenaar van dat water. De eigenaar is gerechtigd tot het beheren van de visstand (vangen en uitzetten van vis). Een eigenaar kan, indien hij dat wenst, visrechten verhuren dan wel vergunningen voor de visserij uitgeven. Verhuren van visrecht betekent dat de huurder visrechthebbende wordt en gerechtigd is tot het beheren van de visstand. In geval van vergunningafgifte blijft de eigenaar visrechthebbende en dus ook visstandbeheerder. Visrechten kunnen gesplitst verhuurd worden. Zo kan visrecht voor schubvis verhuurd worden aan een sportvisserijorganisatie en dat voor aal aan een beroepsvisser. De rijkswateren in het plangebied zijn rijkseigendom. Visrechthebbenden kunnen het vissrijkundig beheer binnen de wettelijke kaders aanscherpen. Er is een Kamer van de Binnenvisserij, die goedkeuring verleent voor verhuur van visrechten en voor vergunningen. Uitgiften van visserijrechten voor het IJsselmeer zijn niet onderworpen aan deze toetsing.. Het Reglement voor de Binnenvisserij 1985 en het Reglement 'minimummaten' geeft nadere voorschriften over de uitvoering, zoals tijd en tijdsduur, een opsomming van de toegestane vistuigen, de maaswijdten van de netten en beperkingen van tuig en aas. De sector beroepsvisserij streeft naar een economisch gezonde en florerende bedrijfstak. Dit houdt onder andere in het behoud van bestaande visrechten, het behalen van een bepaald produktievolume per hectare en een duurzaam gebruik van de vispopulatie. Wanneer van uit oogpunt van het waterbeheer ingegrepen dient te worden in de visstand, dan dient dit afgestemd te zijn met de visrechthebbenden. Behalve het visserijbeheer zelf zijn nog de volgende factoren van invloed op de beroepsvisserij:. de waterkwaliteit;. het al of niet aanwezig zijn van barrieres;. omvang van de vogelpopulaties;. effectieve beschikbaarheid viswater in conflicterende situaties met resp. recreatie en beroepsscheepvaart. In dit hoofdstuk wordt voor de functie 'beroepsvisserij' aan de hand van een aantal relevante parameters een beschrijving gegeven van het huidig beleid in het plangebied. Voor een aantal relevante parameters zal de huidige situatie en de situatie na realisatie van het beleid beschreven worden. In het algemeen mag men stellen dat verwacht mag worden dat de beroepsvisserij zeer flexibel kan omspringen met peilwijzigingen en dat als gevolg daarvan het visserijbelang nauwelijks wordt beinvloed. Men gaat als het ware mee met het peil! De waterkwaliteit zal naar verwachting niet zodanig beinvloed worden, dat hierdoor de beroepsvisserij wordt benadeeld. 41

52 Van de hierboven genoemde factoren zullen met name de aanwezigheid van barrieres en de beschikbaarheid viswater (zonering) van belang zijn. Wat betreft de passeerbaarheid van barrieres kan nog opgemerkt worden, dat gestreefd dient te worden naar een spuiperiode, die zo lang mogelijk duurt; m.a.w. starten bij een zo klein mogelijk verval, opdat lage stroomsnelheden ontstaan. Dit is gunstig voor specifieke vis, zoals bot. Te hoge snelheden zijn bezwaarlijk in verband met risico's voor uitspoelen van vis. Een aspect, wat verder van belang kan zijn en dat tevens een relatie heeft met het peil is de beschikbaarheid van paaigebied. Er is geen informatie beschikbaar of er een verband is tussen de omvang van geschikt paaigebied en de visstand. In onderstaand overzicht is de parameter toch opgenomen. I = = ^ parameter Watersysteem - watersystemen IJs - passeerbaarheid barrieres Nzk en ARk selmeergebied - passeerbaarheid barrieres Usselmeergebied/ duur spuiperiode: sluizen afsluitdijk. sluizen Houtribdijk. sluizen randmeren - bereikbaarheid visgronden tabel 7: parameters beroepsvisserij.1 Nzk en ARk Op genoemde kanalen zijn enkele beroepsvissers actief. Deze hebben het recht om op aal te vissen. In de Buitenhaven van IJmuiden mag op meer vissoorten worden gevist. De gevangen aal kan een matige consumptiekwaliteit hebben. Ten aanzien van deze functie zijn geen ontwikkelingen te verwachten. In overleg met het Ministerie van LNV wordt, mede in verband met de matige consumptiekwaliteit een terughoudend beleid gevoerd. De passeerbaarheid van barrieres: Nzk: Op dit moment is er een vispassage bij Schellingwoude tussen Nzk en Markermeer. In 2001 zal er ook een vispassage zijn IJmuiden en na 2001 visintrekvoorzieningen naar de regio. ARk: Landelijk vindt er onderzoek plaats naar de trekroutes van zeeforel. De aanleg van vispassages in ARk hangt af van de resultaten van dit onderzoek 7.2 IJsselmeergebied Onder het produktschap Vis bestaat een beheersadviescommissie IJsselmeer, die het Ministerie van LNV adviseert inzake verbetering van de visstand en visserij op het IJsselmeer. Daarbij wordt uitgegaan van handhaving van het huidig aantal bedrijven. Een nevendoelstelling is het creeren van een draagvlak onder de vissers. De ongelijkheid van de bedrijven is een groot knelpunt om tot verbetering van de visserij te komen. Er is ongelijkheid in vergunningen wat betreft type vistuigen en de toegestane aantallen per vistuig. Gestreefd 42

53 wordt naar een dynamisch beheer van de visserij met als belangrijk uitgangspunt dat het aantal vergunninghouders niet verder terugloopt. In 1989 en 1990 is een pakket maatregelen ingevoerd, gericht op een reductie van 50% van de visserijdruk. De maatregelen bestonden uit beperken van het aantal fuiken en netten en bepaalde gebieden verklaren tot 'gesloten' gebied. Evaluatie heeft laten zien dat de effecten ervan nihil of zelfs tegengesteld zijn geweest. Inmiddels is opnieuw een visplan opgesteld, waarin is aangegeven een reductie van de visserij inspanning met 50% t.o.v De sector moet zelf invullen hoe de visserij plaats vindt binnen de door de overheid gestelde randvoorwaarden. De uitvoering ervan geschiedt door: - opzetten van een visplan door de sector; - oprichting van cq. aansluiting bij producentenorganisaties (PO's). In tabel 7.1 is het streefbeeld geschetst, dat vanuit de sector beroepsvisserij als wenselijk wordt beschouwd. Soort aal snoekbaars baars spiering tabel 7.1 streefbeeld (kg/ha) het streefbeeld van de visserij voor het IJsselmeer De huidige visserij in het IJsselmeergebied bestaat uit visserij met vaste staande fuiken langs de gehele oever. Op open water en in stroomgeulen is een zeer intensieve visserij met schietfuiken en met staande nettenvisserij; de aalvisserij wordt voor 1/3 deel ook door middel van hoekwant en kistenvistuig bedreven. Deze laatste 2 vormen geven geen noemenswaardige bijvangst. Fuikenvisserij gaat gepaard met grote bijvangsten van pos, baars, snoekbaars en blankvoorn (zie tabel 7.2). In het voorjaar is er een intensieve fuikenvisserij op spiering. Hoofdvangat aal, spiering Bijvangst fuiken kisten hoekwant staande netten pos,baars, bot,snoekbaars, spiering, blankvoorn aal aal baars, snoekbaars baars brasem, blankvoorn zegen brasem, blankvoorn baars, snoekbaars tabel 7.2 overzicht van hoofd- en bijvangsten in IJsselmeer Aal, baars en snoekbaars worden overbevist. De overbevissing heeft gevolgen voor het ecosysteem. Sinds de jaren tachtig is er een afname in de intrek van glasaal. De oorzaak hiervan is 43

54 onbekend. Overal in Europa treedt deze afname op. Als gevolg van bijvangsten in de fuikenvisserij en door aalscholvers is de baarsvangst niet optimaal. De randzone van IJsselmeer en randmeren worden zowel door visserij als door recreatie benut. Dit kan het gebruik van of de een of de ander beperken. De beroepsvisserij in zijn huidige vorm staat sterk onder druk. Om tot een gezonde situatie te komen is een reductie van de visserij-intensiteit noodzakelijk. Een dergelijke regulatie kan geschieden door: een inname van de capaciteit dan wel parkeren van niet gebruikte visrechten; voorschrijven van technische maatregelen, zoals: voorschriften over maaswijdten, het aangeven van verboden gebieden voor schietfuiken en staande netten, vistijden. Soort oogat per aoort in kg/ha gemiddelde verwachte oogst streefbeeld '86 - '95 huidig beleid aal snoekbaars baars spiering tabel 7.3: 2,6 2,6 10 0,5 2,0 5 2,5 3,0 3 10,4 10,0 10 visaanvoer (hoofd- en bijvangst) van het IJsselmeergebied over periode '86 - '95 en na realisatie huidig beleid. ait: 1. Watersysteemverkenningen, (juni 1996); ' vastgestelde maatregelen huidig beleid in perspectief; werkdocument RIZA X. 2. Watersysteemverkenningen, (1996); Achtergrondnota Toekomst voor Water. RIZA nota BPN-IJsselmeergebied 1995; beheersplan nat, tevens regionota beheer rijkswateren IJsselmeergebied ; RDIJ-rapport nr regionota Noordzeekanaal Amsterdam-Rijnkanaal directie Noord-Holland ANW 95.07; directie Utrecht ANA Rapport van de Stuurgroep IJsselmeer; uitgave van het Visserij centrum Rijswijk; September A Buijse e.a. Watersysteemverkenningen; gebruik beroepsbinnenvisserij; concept februari

55 8. Koelwater. De openbare nutsbedrijven dragen zorg voor de produktie van elektriciteit. De relatie met oppervlaktewater ligt in de behoefte voor koelwater voor afvoer van grote hoeveelheden warmte. Lozingen van afvalwater mogen alleen plaats vinden met een WVO-vergunning. Daarbij wordt uitgegaan van een aantal richtlijnen, die in de jaren '70 door de Commissie Koelwater Normen zijn opgesteld. In de derde nota waterhuishouding is vermeld dat de normstelling voor warmtelozing van kracht blijft. De richtlijnen hebben tot doel overmatige opwarming van het oppervlaktewater te voorkomen. In situaties met risico voor overschrijding van de normen, richt het beleid zich op verplaatsen van produktie naar locaties met voldoende koelcapaciteit. Daarnaast zijn er mogelijkheden van het inschakelen van koeltorens en het benutten van het koppelnet. Relevante parameters zijn: watersystemen - IJsselmeer en Markermeer - ARk en Nzk parameter. de omvang van de mengzone, waarbinnen de opwarming maximaal 3 C mag zijn.. de toelaatbare maximale watertemperatuur: 3 0 C.. benodigde ligging onttrekkingspunt onder waterspiegel tabel 8: parameters koelwater 8.1 ARk en Nzk. Uit het ARk en Nzk vindt op 4 plaatsen onttrekking van koelwater plaats, zoals aangegeven in onderstaand tabel Centrale locatie onttrekki ngspunt (m - ws) Inzet (m3/sec) normaalpiek - UNA ARk (Utrecht) km m - ws - UNA " ARk (Diemen) km m - ws - UNA Nzk (Hemweg) km m - ws - UNA Nzk (Velsen km2 0-2m - ws mengzone (ha) De centrale van Diemen onttrekt/looat onder normale omstandigheden water aan het IJmeer; in noodgevallen, bij ijsvorming of aflandige wind, kan deze centrale onttrekken aan ARK. tabel IJsselmeergebied Koelwateronttrekkingen ARk en Nzk. In tabel 8.2 is een overzicht gegeven van de Koelwateronttrekkingen/-lozingen in IJsselmeer en Markermeer Het Ketelmeer en de randmeren hebben niet de functie koelwa- 45

56 ter. Een verandering hierin is ook niet te verwachten. Centrale locatie onttrekki ngspunt (m - ws) - UNA " (Diemen) Markermeer? - ws Inzet (m3/sec) normaalpiek -24,7 mengzone (ha) Flevocentrale IJsselmeer? - ws -28,6?. De centrale van Diemen onttrekt/loost onder normale omstandigheden water aan het IJmeer; in noodgevallen, bij ijsvorming of aflandige wind, kan deze centrale onttrekken aan ARK. tabel 8.2 Koelwateronttrekkingen IJsselmeer en Markermeer. ( lit: 1) Kruik, H.J. de, Commissie Koelwaternormen (CKN). Overzicht van een aantal vergunningseisen ingevolge de WVO te stellen aan koelwaterlozingen van electriciteitscentrales. 2) Breukers, C en Westphal, R, april Maximum Koelcapaciteit IJmeer. notanr ) RWS Directie Noord Holland en Directie Utrecht, november Regionota Noordzeekanaal Amsterdam-Rijnkanaal ) RWS RDIJ. WVO vergunningen Flevocentrale en Centrale UNA.) 46

57 9. Recreatie Het Toeristisch beleid ligt op het terrein van het ministerie van EZ. Ontwikkelingen op het gebied van toerisme bepalen in belangrijke mate de omvang van de waterrecreatie. Waterrecreatie ligt primair op het beleidsterrein van het ministerie van LNV. De uitvoering wordt gekarakteriseerd door het gebiedsgericht en gedifferentieerd stimuleren van het benutten van potenties en het wegnemen van knelpunten. Het waterbeleid is mede voorwaardenscheppend voor de waterrecreatie. Knelpunten, die bij voorbeeld gelieerd zijn aan peilbeheer, zijn: - onvoldoende ruimtelijke kwaliteit (oppervlakte, peil/ diepte, toegankelijkheid als gevolg van zonering.); - onvoldoende waterkwaliteit (gezondheid, belevingswaarde,sportviswater); - duur waterrecreatieseizoen als gevolg van (peil)beheer; - dichtslibben jachthavens en watergangen. Het waterrecreatiebeleid van LNV heeft een sterk decentralistisch karakter. Ruimtelijke planning en inrichting zijn de belangrijkste instrumenten. Het huidige beleid is onder woorden gebracht in " Kiezen voor Recreatie". Hierin zijn doelen vooral kwalitatief geformuleerd. Het beleidsterrein kent institutionele vormen van overleg, gericht op samenwerking en communicatie tussen beleidsmakers en belangenorganisaties op het gebied van waterrecreatie en natuurbescherming. Het IJsselmeer, het Markermeer en de randmeren behoren tot waterrecreatiegebieden van (inter)- nationale betekenis. In het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) is een aantal nota's geintegreerd, waaronder:. het Natuurbeleidsplan;. Kiezen voor Recreatie;. Vissen naar evenwicht;. Ondernemen in toerisme. Op grond hiervan zijn een aantal streefbeelden genoemd:. ook voor watersport is er in Nederland ruimte voor duurzaam en gedifferentieerd gebruik;. wateren worden beheerd in overeenstemming met de functie. De overheid draagt zorg voor voldoende basisvoorzieningen. Waterbeheerders hebben oog voor het belang. De toegankelijkheid is optimaal geregeld;. recreatie en natuur hebben elkaar gevonden; geen verbod maar welkom;. de waterkwaliteit voldoet aan de geldende grenswaarden; de waterbodem is schoon en er is geen achterstand m.b.t. nautisch baggeren. waar mogelijk is er ruimte voor het zelfregulerendvermogen van burgers en maatschappelijke organisaties. De overheid is regisseur van een volkomen doorzichtig proces. De volgende 'recreatieactiviteiten' kunnen worden onderschei- 47

58 den: - oeverrecreatie, bestaande uit:. zonnen,-. zwemmen;. sportvissen. - watersport, bestaande uit:. recreatievaart: grote watersport (motor- en zeilmotor- en zeilbo- boten >3,5m) en kleine watersport ten <3,5m). zeilplanken, kanoen/roeien), waterskien,-. onderwatersport. Op basis van deze indeling worden de volgende parameters voorgesteld (tabel 9). Oeverrecreatie - zwemmen/zonnen - sportvisserij Watersport - recreatievaart - kanoen/surfen/ waterskien - onderwatersport parameter recreatie- activiteit -(waterkwaliteit (zwemwaternorm/blauwe vlag waarden)} - ha's waterplant in zwemzone; - ha's grasoever in zwem-/ strandzone; - ha's zandoever in zwem-/ strandzone. -(waterkwaliteit,-norm karperachtigen} - aanwezigheid barrieres vis. - vaargeuldiepte en mate van onderhoud - kwaliteit bediening sluizen en bruggen (afstemming op recreatievaart) - toegankelijkheid havens en aanlegplaatsen; - bereikbaarheid oevers; (ha's oevergebied met een waterplantenbedekking van <... %,- > (waterkwaliteit, zwemwaternorm) - waterkwaliteit relevantie parameter voor: IJsm Nzk ARk t I I + + i I I + + i tabel 9: parameters recreatie 9.1 Nzk en ARk sportvisserij (en oeverrecreatie) vindt plaats langs het gehele traject van het Nzk en ARk, en met name op plekken die goed ontsloten zijn (zijkanalen Nzk en bij sluiscomplexen). Op Nzk wordt ook vanaf de boot gevist. Met toenemende vrije tijd wordt een lichte stijging van deze vorm van recreatie verwacht. recreatievaart vindt op beide kanalen plaats. Het Nzk 48

59 wordt beschouwd als verbinding tussen grootvaarwatergebieden en het buitenland. Uit het aantal brug- en sluispassages blijkt dat er een toename van de recreatievaart is. Het is beleid om zo min mogelijk recreatievaart op in ieder geval het ARk te hebben (parallelroute Vecht). zwemmen/(surfen/kanoen) Deze functie is slechts toegekend aan Zijkanaal B-noord en de Buitenhaven van IJmuiden. Uitbreiding van deze functie voor beide kanalen is niet gewenst. Relevante informatie recreatievaart tabel (9.1a): Kanaal ARk/ Nzk Afmeting ARk Lekkanaal Nzk-oost Nzk-west Breedte (m) > Diepte (m) Doorvaarthoogte 9, 10 9,10 n.v.t. n.v.t. (ml tabel 9.1a karakteristieken Nzk en ARk t.b.v. recreatievaart. Het aantal scheepspassages in 1995 is in tabel 9.1b weergegeven. 1 Sluis aantal vaartuigen in 1995 recreatievaart Pr. Irenesluizen Pr. Beatrixsluizen Oranjesluizen Noordzeesluis tabel 9.1b aantal schuttingen recreatievaart ARk en Nzk relevante informatie sportvisserij De passeerbaarheid van barrieres voor vis: zie beroepsvisse rij- Uitbreiding van de functie zwemmen wordt niet gewenst geacht. Het is dan ook niet aannemelijk dat de waterkwaliteit in het kader van dit project voor de functie recreatie een gevoelige factor zal zijn.,2 IJsselmeergebied Een karakteristiek om het belang van recreatie voor een bepaald gebied aan te duiden is het begrip "recreatiedagen". In WSV is hiervan gebruik gemaakt voor de verschillende vormen van recreatie. De gegevens zijn gepresenteerd in blokdiagrammen; grofweg vertaald in cijfers levert dit het volgende overzicht op (tabel 9.2a): 49

60 recreatievorm aantal recreatie- aantal recreatiedagen IJsseldagen Randmeren meer en Markermeer - zonnen en zwemmen - zeilen en surfen - toervaart toervaart (uitvarend) - roeien en kanoen vissen tabel 9.2a recreatie-intensiteit IJsselmeergebied In het kader van WSV is een waterrecreatiegeschiktheidsmodel ontwikkeld, waarbij een Waterrecreatie-Geschiktheids Index (WGI) de mate van geschiktheid van gebieden voor recreatie aangeeft. Het is een soort beleidsanalytisch model voor de recreatie. In de inleiding is hierover al wat verteld. Het model is niet toegepast in WSV vanwege het feit dat het te regionaal van aard was. Het model is getoetst voor het IJmeer, Markermeer en de Randmeren. Nagegaan zou moeten worden of dit model ook voor PWNN toegepast zou kunnen worden. Zo ja, dan moeten de in de inleiding genoemde parameters geselecteerd worden. Vervolgens zal voor deze geselecteerde parameters de huidige situatie beschreven moeten worden en die bij realisatie beleid. In tabel 9.2b is voor een aantal meren de WGI in de huidige situatie weergegeven. De WGI is tot stand gekomen door voor diverse activiteiten (subfuncties) criteria te benoemen, deze vervolgens te meten aan de hand van een maatlat, vervolgens per activiteit te aggregeren en dan met toepassing van weegfactoren voor de afzonderlijke activiteiten (subfuncties) vervolgens nog eens te aggregeren. 50

61 gebied Markermeer Zuidelijke Oostelijke Ketelmeer activiteit Randmeren Randmeren. zeilen ,73 0,67 0,82. motorboot 0,82 0,83 0,77 0,78. zwemmen 0,65 0,57 0,59 0,46. surfen. kanoen 0,76 0,78 0,73 0,77 0,73 0,73 0, 64 0,66. vissen (oever) 0,55 0,54 0,51 0,49.vissen (boot) 0,72 0,65 0,57 0, 58 WGI 5,74 5,43 5,19 4,94 tabel 9.2b relatief belang watersystemen IJsselmeergebied voor recreatie. - n De in de tabel gepresenteerde index heeft betrekking op zowel de relevante als de niet relevante parameters. In geval de methode ook toegepast in PWNN dan zal voor de huidige situatie de WGI anders zijn. Naast het WGI is er ook nog een SEO-econometrisch model (SEO: Stichting Economisch Onderzoek van de universiteit van Amsterdam) dat wordt gebruikt voor bepaalde berekeningen. Het WGI model en dat van SEO moeten worden gekoppeld. (lit: 1. Watersysteemverkenningen, (juni 1996); ' vastgestelde maatregelen huidig beleid in perspectief'; werkdocument RIZA X. 2. Watersysteemverkenningen, (1996); Achtergrondnota Toekomst voor Water. RIZA nota BPN-IJsselmeergebied 1995; beheersplan nat, tevens regionota beheer rijkswateren IJsselmeergebied ; RDIJ-rapport nr regionota Noordzeekanaal Amsterdam-Rijnkanaal directie Noord-Holland ANW 95.07; directie Utrecht ANA CM. Goossen, (1994); een geschiktheidsmodel van gebieden voor recreatie; resultaten vaan een haalbaarheidsonderzoek. Wageningen, DLO-Staring Centrum, rapport CM. Goossen, e.a. (1996); Het waterrecreatiegeschiktheidsmodel getoetst voor het IJmeer, Markermeer, de Randmeren en Oosterschelde. Wageningen, DLO-Staring Centrum. rapport H v d Mark, ; commentaar functies watersystemen IJsselmeergebied, Nzk en ARk. 51

62 10. Delfstofwinning Om te voldoen aan de vraag naar zand vinden winningen hiervan plaats in de rijkswateren in het projectgebied. Wat betreft zand kan een onderscheid gemaakt worden in: ophoogzand, industriezand, beton- en metselzand en suppletiezand. Het rijksbeleid met betrekking tot zand is vastgelegd in de nota 'Gegrond Ontgronden'. Behalve taakstellingen voor de winning bevat deze nota ook een verkenning van de behoeften en van de wijze waarop aan de behoeften voldaan kan worden. Voor het IJsselmeergebied wordt in de nota o.a. het volgende gesteld: ' De voorkeur, - zonder dat dit overigens beperkingen oplegt aan de concessies -, wordt gegeven aan een lange-termijn beleid, waarmee, globaal gesteld, het overschakelen van winning in diepe putten naar winning in de vaargeulen (verbreden, verdiepen) of in 'troggen' ter plaatse van vaarroutes wordt nagestreefd 1. In 1994 is de ontwerp-planologische Kernbeslissing Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen gepubliceerd. Hierin wordt ingegaan op de behoefte aan oppervlaktedelfstoffen tot aan voor met name de bouw. In deze nota staat vermeld dat de mogelijkheden voor winning in de wateren van het IJsselmeergebied ongeveer gelijk zullen blijven. De winning van zand is gebonden aan de aanvoer en verplaatsing van sediment. Het is niet aannemelijk dat peilverandering de delfstofwinning zal beinvloeden. Hoogstens zou er een lichte verschuiving in winlocaties kunnen plaatsvinden; b.v. meer winnen in vaargeul om gewenste vaardiepte te garanderen. Het is niet duidelijk of zo'n effect onderscheidend zal zijn. watersysteem watersystemen IJsselmeergebied parameter - verandering winbare hoeveelheid delfstof in vaargeulen Nzk en ARk In het ARk is een mogelijkheid aanwezig om zand te winnen voor de wegenbouw. In 1988 is vergunning tot ontgronding verleend om tot circa m 3 zand te winnen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Verder kan uit het ARk zand vrij komen bij eventuele verdere verdieping en verbreding IJsselmeergebied In 1994 is de beleidsnota Oppervlaktedelfstofwinning wateren IJsselmeergebied vast gesteld. Deze nota, welke "Zand boven Water" wordt genoemd, is de uitwerking voor het IJsselmeergebied van de landelijke nota "Gegrond Ontgronden" en bestrijkt de periode tot 2000 met een doorkijk naar Gekozen is voor de volgende beleidslijnen. - Ophoogzand: winnen met optimale mogelijkheden voor een goede nabestemming, inhoudende vaargeulverbetering,vergroting van de mogelijkheden voor de recreatievaart (Wolderwijd en Gooimeer) en de verbetering van de retourstroomgeul (Zwarte- 52

63 Delfstofwinning IJsselmeergebied vaargeul of keileem- of zandwinpunt Project Waterhuishouding Noord-Nederland PWNN 0 «.S S RWS-RIZA 13.S km afd. IHOG

64 meer). Over de periode gaat het om een hoeveelheid van ca m 3. Hiervan wordt het merendeel onttrokken aan de vaargeulen Amsterdam-Lemmer en Urk-Kornwerderzand. - Beton- en metselzand: zoveel mogelijk winnen in de vaargeul in het Markermeer en/of IJsselmeer met een opleveringsdiepte van NAP -8m. Geconcentreerd diep winnen met een maximale oppervlakte van 40 ha tot 2000 wordt toegestaan, indien niet voldaan kan worden aan de toegezegde hoeveelheid middels vaargeulverbetering. Een hoeveelheid van ca m 3 zand, dat geschikt is als beton- en metselzand, wordt in de periode ' 92 - ' 96 uit het IJsselmeergebied onttrokken. - kalkzandsteenzand: zoveel mogelijk ondiep winnen in de vaargeulen in het Gooi- en Veluwemeer. Winning in het bestaande concessiegebied in het Veluwemeer blijft voorshands mogelijk. Zo veel mogelijk wordt het principe gehanteerd van 'werk met werk maken'. Een voorbeeld hiervan is gebruik van vrijkomende bodemmaterialen in natuurontwikkelingsprojecten. flit. : 1. Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat (1992); Beheersplan voor de Rijkswateren BPN-IJsselmeergebied 1995; beheersplan nat, tevens regionota beheer rijkswateren IJsselmeergebied ; RDIJ-rapport nr regionota Noordzeekanaal Amsterdam-Rijnkanaal directie Noord-Holland ANW 95.07; directie Utrecht ANA ) 53

65 11 Buitendijks grondgebruik De dijken/waterkeringen langs de wateren van het IJsselmeergebied maken deel uit van verschillende dijkringen. Grondgebruik aan de waterzijde van de dijken, wordt buitendijks grondgebruik genoemd. Onderscheid kan daarbij nog gemaakt worden tussen "direct" primaire waterkeringen (keringen die direct het buitenwater keren) en "indirect" primaire waterkeringen (keringen die niet grenzen aan buitenwater). Veranderingen in het peil zijn voor deze zogenaamde 'buitendijks' gronden van belang. Het gaat om de volgende gebieden:. Markermeer en het hiermee in open verbinding staande Gooi- en Eemmeer (buitendijks: een "indirect" primaire waterkering). Het Kampereiland en overige buitenpolders bij het Zwarte Meer (buitendijks: een "direct" primaire waterkering).. Het buitendijksgebied in het IJsselmeer (buitendijks: een "direct" primaire waterkering),. verspreid liggende buitendijkse gebieden noot: voor wat betreft begrippen "direct" en "indirect" primaire waterkering, zie ook hfst 3. De activiteiten die buitendijks plaats vinden zijn:. wonen. landbouw (zie hoofdstuk 12). recreatie. industrie/opslagterreinen Een aantal gebieden zal vervolgens onder de loep worden genomen Markermeer/Gooi- en Eemmeer Het Markermeer wordt thans niet beschouwd als zijnde een gevarenbron conform de Wet op de Waterkeringen. Voor de dijken die deel uit maken van de dijkringen langs het Markermeer en de hiermee in open verbinding staande wateren en die gelegen zijn aan genoemde wateren, geldt dus de status quo. Gebieden die buiten deze dijken liggen zijn als buitendijks te beschouwen. Thans is een studie in voorbereiding met als doel na te gaan of het Markermeer als gevarenbron beschouwd moet worden, zoals bedoeld in de wet op de Waterkeringen. In het interprovinciaal Beleidsplan Markermeer is aangegeven dat de hoofddoelstelling van het beleid van het Markermeer het duurzaam ontwikkelen van het meer is met een multifunctioneel karakter. Van belang is handhaving van het grootschalige, open karakter, ervan uitgaande dat een inpoldering in de toekomst niet onmogelijk wordt gemaakt. De volgende buitendijkse gebieden in het Markermeer en Gooien Eemmeer zijn van belang (tabel 11.1) 54

66 buitendijks ge Huidige situatie m.b.t. situatie 2010 bied oppervlak buitendijks gebied met grondgebruik: oppervlak buitendijks gebied met grondgebruik Totaal (ha's) (ha's) - traject Enkhui- 454 zen-durgerdam (zie bijlage) woningbouw. 10% industrie. 11%. recreatie. 37% landbouw. 30%. natuur. 18% - traject A'dam Muiden? woningbouw. Muiderberg, Lelystadhaven. Block v Kuffeler. industrie. IJ eiland, Bl.v Kuffeler.. recreatie. Muiderzand, -berg.. natuur. PEN eiland - Gooi- en Eem?? meer. woningbouw. Almere, Zeewolde (park Eemhof). industrie. Huizen (rwzi). recreatie Huizen, Spakenburg, Nijkerk. natuur tabel 11.1 stedelijk grondgebruik Markermeer Kampereiland en overige buitenpolders aan Zwartemeer. De aan het Zwartemeer gelegen buitenpolders zijn volgens de wet op de Waterkeringen te beschouwen als buitendijksgebied. Gezien de in deze polder aanwezige bewoning en gezien de economische belangen van deze polders, leeft bij de provincie Overijssel de mening dat de inundatiefrequenties die zullen ontstaan na realisatie van Ramspol voor deze polders aanvaardbaar zijn. Deze inschatting heeft met name betrekking op de volgende polders: Kampereiland, Mandjeswaard, Pieper en Zuiderzeepolders. De overige 3 polders zijn te beschouwen als een soort "buitendijkse gebieden" van deze 4 polders. De in onderstaande tabel (tabel 11.2) genoemde polders hebben een landbouwkundige bestemming. Als gevolg van een verandering van het peil zal de inundatiefrequentie wellicht veranderen. Buitendijksgebied - Willem Meyerpolder - Zwarte Meerpolder - De Cock's polder huidige inundatiefrequentie 1/5 1/10 1/4 inundatiefrequentie na Ramspol 1/400 1/3500 1/100 tabel 11.2 inundatiefrequentie van een aantal buitenpolders aan het Zwarte Meer 55

67 11.3 Buitendijkse gebieden IJsselmeer In een aantal stedelijke gebieden langs het IJsselmeer is buitendijkse bebouwing gesitueerd. Ook is er landbouw, recreatie, industrie etc. In tabel 11.3 is een overzicht gegeven van de buitendijkse stedelijke bebouwing. buitendijks gebied - Friesland woningbouw. industrie. recreatie??. Makkum,. Makkum, Lemmer. Workum, Makkum, Hindelo- pen. Makkum, Lemmer landbouw natuur - Flevoland. woningbouw. industrie. recreatie natuur - Noord Holland. woningbouw. industrie. recreatie r. 1t'_. i r Huidige situatie m.b.t. oppervlak buitendijks gebied met grondgebruik: Totaal (ha's). Schokkerhaven, Lelystad. Urk,. Ketelhaven, Lelystad, Trintelhaven??? Enkhuizen situatie 2010 oppervlak buitendijks gebied met grondgebruik (ha's) tabel 11.3 stedelijk buitendijks grondgebruik IJsselmeer (lit; 1 Berichtencentrum RIZA; basisinformatie WDIJ (waarschuwingsdienst dijken IJsselmeer) 56

68 12. Landbouw Eisen vanuit de landbouw aan de waterhuishouding betreffen lage waterstanden in het voorjaar, die leiden tot een goede bewerkbaarheid en draagkracht van de grond en in de zomer voldoende hoge grondwaterstanden voor de watervoorziening van de gewassen. Aan de wensen vanuit de landbouw wordt via de vigerende peilbesluiten voor de Rijkswateren en via de overeengekomen waterakkoorden nagenoeg optimaal voldaan. In hoofdstuk 1 is hieraan aandacht besteed. De structuur van de landbouw heeft zich in de afgelopen decennia sterk gewijzigd. Dit geldt met name voor de landbouw buiten Flevoland. Dit heeft geleid tot een daling van het aantal bedrijven en een daling van het areaal aan cultuurgrond. Aangezien echter het productievolume per arbeidsjaar en per hectare sterk toenam, is er niettemin sprake van een produktiegroei. Naar de toekomst toe zal het areaal aan cultuurgrond en het aantal bedrijven blijven dalen. Dat geldt met name weer voor de gebieden buiten Flevoland. De produktiegroei in zijn totaliteit zal stagneren. De watervoorziening naar het omringende gebied is in hoofdstuk 1 aan de orde geweest. De wensen die daar zijn genoemd, sluiten aan bij die van landbouw. Voor de watervoorziening van de gewassen is in de zomer een voldoende hoge grondwaterstand nodig. Een dergelijke grondwaterstand wordt grotendeels bereikt door de watervoorziening naar het omringende land. Een hoger peil van het IJsselmeer heeft een toename van de kweldruk tot gevolg op de buitendijkse gebied en het binnendijks gebied in de directe omgeving van de hoogwater kering. Indien peilveranderingen leiden tot een ander bemalings- en spuiregime, dan aangegeven in par.1, dan strekt het beinvloedingsgebied zich uit praktisch geheel Noord Nederland. In het kader van deze is een deelproject gestart waarin de relatie wordt beschreven tussen de waterhuishouding van het gebied en de grondwaterhuishouding van de buitendijkse gronden en die van de binnendijkse natuur- en landbouwgebieden voor situaties, waarin het bemalings- en spuiregime wel en niet wijzigt. Daarbij zal gebruik gemaakt worden van het landelijk grondwatermodel NAGROM en van het Distributie Model DM. Effecten op landbouw zullen worden berekend met AGRICOM. Voor verdere informatie zij verwezen naar referenties 1 en 2 (ref. : 1. G Arnold (januari 1997); Plan van Aanpak Werkgroep Grondwater. Grond- en oppervlaktewater binnendijks gelegen natuur- en landbouwgebieden en buitendijks grondwater. 2. G Arnold (9 juli 1996); memo concept bijdrage voorstudie (terrestrische systeem) 57

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden 28 Watersysteem en ondergrond Het IJsselmeergebied is het grootste zoetwaterbekken van Nederland en zal in de toekomst steeds belangrijker worden voor de strategische zoetwatervoorziening. Daarnaast vormt

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Nieuw peilbesluit IJsselmeergebied

Nieuw peilbesluit IJsselmeergebied Nieuw peilbesluit IJsselmeergebied Nieuw peilbesluit IJsselmeergebied Rijkswaterstaat maakt in het kader van het Deltaprogramma voor het IJsselmeergebied een nieuw peilbesluit. Dit nieuwe peilbesluit vervangt

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Auteur: Nadine Slootjes PR1322 november 2008 november

Nadere informatie

Samenvatting van de toelichting op de. Peilbesluiten Boezemstelsel Oude Rijn 2015 en. Boezemstelsel Leidsche Rijn 2015

Samenvatting van de toelichting op de. Peilbesluiten Boezemstelsel Oude Rijn 2015 en. Boezemstelsel Leidsche Rijn 2015 Samenvatting van de toelichting op de peilbesluiten Boezemstelsel Oude Rijn 2015 en Boezemstelsel Leidsche Rijn 2015 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 18 februari 2015 Leidsche Rijn Oude Rijn Verantwoording

Nadere informatie

Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland. Syntheserapport. Harold van Waveren Rijkswaterstaat

Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland. Syntheserapport. Harold van Waveren Rijkswaterstaat Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland Syntheserapport Harold van Waveren Rijkswaterstaat Inhoud (conform Syntheserapport) 1. Inleiding 2. Watersysteem Markermeer 3. Hydraulische belasting 4. Analyse

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Hollandsche IJssel (dijkring 14 en 15) Auteurs: Bastiaan Kuijper Nadine Slootjes

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Maandoverzichten debieten in grafieken

Maandoverzichten debieten in grafieken Z5229 BIBUPTHEEK Bouwdienst Rijkswaterstaa v Postbus 20.000 \ 3502 LA Utrecht Maandoverzichten debieten in grafieken 1993-1994 Waterakkoord Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal Nota ANW 96.010 " BIBLIOTHEEK

Nadere informatie

Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni Waterakkoord Hollandsche IJssel en Lek. Agendapuntnr: 13

Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni Waterakkoord Hollandsche IJssel en Lek. Agendapuntnr: 13 Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005 Onderwerp: Waterakkoord Hollandsche IJssel en Lek Agendapuntnr: 13 Inleiding Het Waterakkoord voor de Hollandsche IJssel en Lek is opgesteld op grond van artikel

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2007/125

Statenvoorstel nr. PS/2007/125 Statenvoorstel nr. PS/2007/125 Vaststelling onderdeel primaire waterkeringen Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland Jaargang Datum Ons kenmerk Inlichtingen bij 2007-14 13 februari 2007 2007/0053858

Nadere informatie

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water Samen werken aan waterkwaliteit Voor schoon, voldoende en veilig water D D Maatregelenkaart KRW E E N Z D E Leeuwarden Groningen E E W A IJSSELMEER Z Alkmaar KETELMEER ZWARTE WATER MARKER MEER NOORDZEEKANAAL

Nadere informatie

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon memo Witteveen+Bos Postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon datum

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

Stormflits IJsselmeergebied. Noordwesterstorm 10 Bft

Stormflits IJsselmeergebied. Noordwesterstorm 10 Bft Donderdag 18 januari 2018 Stormflits IJsselmeergebied Noordwesterstorm 10 Bft Watermanagementcentrum Nederland 1 2 Stormflits IJsselmeergebied Noordwesterstorm, 10 Bft, met sluiting van de Ramspolkering

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Distributiemodel, deel F

Distributiemodel, deel F Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, RIZA, deel F Brielse Dijkring Auteur: Rudolf Versteeg Elmi van den Braak PR1640.10 april 2009 Inhoud 40 Brielse Dijkring... 40-1 40.1 Inleiding... 40-1 40.2 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR273160_2. Peilbesluit Alm en Biesbosch

CVDR. Nr. CVDR273160_2. Peilbesluit Alm en Biesbosch CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR273160_2 9 februari 2016 Peilbesluit Alm en Biesbosch De vergadering van hoofdingelanden van het waterschap Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch;

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010 Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond 1 januari 2010 Welkom Inleiding doel van de avond Terugkoppelen resultaten Voorstel maatregelen Bespreken resultaten en maatregelen Sluiting (rond 22.00 uur)

Nadere informatie

Inleiding. Deze keringen liggen in de gemeenten Dronten, Lelystad Almere en Zeewolde.

Inleiding. Deze keringen liggen in de gemeenten Dronten, Lelystad Almere en Zeewolde. IJsselmeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport keringen langs de Veluwe Randmeren (dijkring 8, 11 en 45) Auteurs: Nelle Jan

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk Westermeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

2.2.1 Noordelijke kust

2.2.1 Noordelijke kust In opdracht van Rijkswaterstaat RIZA is onderzoek gedaan naar de ergst denkbare overstroming voor verschillende regio s. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau HKV in juli en augustus 2007. Hierbij

Nadere informatie

Het commentaar van "Uitwaterende Sluizen" op nota a. 286 van ZZW, RIZA en RIJP (Waterstaatkundige werken. het Westelijk Randmeer

Het commentaar van Uitwaterende Sluizen op nota a. 286 van ZZW, RIZA en RIJP (Waterstaatkundige werken. het Westelijk Randmeer p x RIJKSWATERSTAAT DIRECPIE ZUIDERZEEWERKEN Afd. AN-Planstudie. Memorandum ZZAP-M-77.00.03 \\\ Het commentaar van "Uitwaterende Sluizen" op nota a (,1589 286 van ZZW, RIZA en RIJP (Waterstaatkundige werken

Nadere informatie

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden IJmeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

Advies interim boezempeil

Advies interim boezempeil Advies interim boezempeil Aanleiding, waarom interim boezempeil Sinds 1998 geldt in de boezem een zomerpeil van NAP-0,42 m. en een winterpeil van NAP-0,47m. Het lagere winterpeil is ingesteld om de kans

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 9 mei 2011 Nummer 2011-05 Waterbeheerders spelen in op actuele situatie Ook in de afgelopen week is

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 23 september 2013 Nummer 2013-10 Laatste Droogtebericht 2013. De neerslag in de afgelopen periode heeft

Nadere informatie

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Nadere informatie

Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren Publiekssamenvatting. Werken aan een robuust watersysteem

Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren Publiekssamenvatting. Werken aan een robuust watersysteem Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren 2010-2015 Publiekssamenvatting Werken aan een robuust watersysteem Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren Ontwerp Waarom een beheerplan? Nederland is

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

ZZWB-M-760017- PROBLEMEN WATERKWALITEITS- ONDERZOEK. \ J

ZZWB-M-760017- PROBLEMEN WATERKWALITEITS- ONDERZOEK. \ J > ZZWB-M-760017- PROBLEMEN WATERKWALITEITS- ONDERZOEK. \ J DIRECTIE ZUIDERZEEWERKEN. directie IJsselmeergebied bibliotheek postbus 600 Problemen waterkwaliteitsonderzoek. Binnen afzienbare tijd zal het

Nadere informatie

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten 14/15 april 2005 BOWL Waarom een watervisie? Toekomstig waterbeheer Lauwersmeer.

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west Nota van Wijzigingen Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west September 2011 Nota van Wijzigingen Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Dynamisch waterbeheer

Dynamisch waterbeheer Dynamisch waterbeheer Flexibele kranen in een dynamisch systeem WINN WaterInnovatieprogramma Rijkswaterstaat i.s.m. Deltares Ronald.Roosjen@Deltares.nl Henk.Looijen@RWS.nl WINN Innovatieprogramma Wateruitdagingen

Nadere informatie

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W De heer D. Verweij Datum 2 juni 2015 Casecode W-14.03094 Kenmerk 14.116186 Ambtshalve intrekkingsbesluit Onderbemalingsvergunning met kenmerk 26.04.88.20 Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A; CRU05.005 Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/04.031361/A; Gelet op artikel 14 van de Wet op de waterkering en op de Provinciewet;

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Monitoringsrapportage HHNK Ben Eenkhoorn IB, Cluster Onderzoek

Monitoringsrapportage HHNK Ben Eenkhoorn IB, Cluster Onderzoek Monitoringsrapportage HHNK 2018 Ben Eenkhoorn IB, Cluster Onderzoek Aanleiding rapportage Beleidsrapportage: alleen realisatie maatregelen Geen doel op zichzelf Thermometerfunctie Indicatoren voor alle

Nadere informatie

Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied

Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied Van: NieuwPeilbesluit (MN) [mailto:nieuwpeilbesluit@rws.nl] Verzonden: dinsdag 5 juli 2016 15:53 Aan: NieuwPeilbesluit (MN) Onderwerp: Nieuwsbrief Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied

Nadere informatie

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier; Besluit CHI Peilbesluit Kooyhaven, definitieve partiële herziening Registratienummer 15.28759 Onderwerp Peilbesluit Kooyhaven, definitieve partiële herziening Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap

Nadere informatie

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01 XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14 XIV.1 Systeembeschrijving De werking van het watersysteem van Lingepand 14 is beschreven in het hoofdrapport. Onderstaande afbeelding toont het gehele

Nadere informatie

Kennisdag Zoetwater Dinsdag 27 november, 2018

Kennisdag Zoetwater Dinsdag 27 november, 2018 Kennisdag Zoetwater Dinsdag 27 november, 2018 Doel van vandaag Kennis delen en kennislacunes identificeren: Wat is de impact van de langdurige periode van droogte dit jaar? Hoe gingen we hiermee om en

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied Deltaprogramma I IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied I Colofon Samengesteld door: MWH B.V. www.mwhglobal.nl Fotografie: Foto kaft: Foto s Flora en Fauna: Oplage:

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein. Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022 Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein

Nadere informatie

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Dinsdag 20 september 2011 Het Kompas te Smilde Programma van vanavond Tijd activiteit 19:30 start bijeenkomst 19:40 plenaire presentatie - voortraject

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage H. Vervangingsopgave Nate Kunstwerken

Deltaprogramma Bijlage H. Vervangingsopgave Nate Kunstwerken Deltaprogramma 2013 Bijlage H Vervangingsopgave Nate Kunstwerken 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage H Bijlage H Vervangingsopgave Nate Kunstwerken Achtergrond Er is in het verleden veel geïnvesteerd in de aanleg

Nadere informatie

Peilbesluit Houten. op voorstel van de dijkgraaf en hoogheemraden van d.d. 11 december 2007, nr. 07 SPR/182;

Peilbesluit Houten. op voorstel van de dijkgraaf en hoogheemraden van d.d. 11 december 2007, nr. 07 SPR/182; Peilbesluit Houten Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; op voorstel van de dijkgraaf en hoogheemraden van d.d. 11 december 2007, nr. 07 SPR/182; Overwegende dat met betrekking

Nadere informatie

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Haarlem, 26 maart 2013 2013 18 Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bijlagen: Ontwerpbesluit 1 Inleiding Op grond van artikel 2.4 van de Waterwet moeten bij

Nadere informatie

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017 Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk 26 april 2017 Inhoudsopgave I. Onderwerp... 3 II. Toelichting... 3 III. Zienswijze en beantwoording... 4 IV. Ambtshalve wijzigingen... 8 IV. Bijlage...

Nadere informatie

SAMENVATTING. Witteveen+Bos/Grontmij LEU36-1 MER Veiligheid Zuidelijke Randmeren definitief 2 d.d. 31 januari 2007

SAMENVATTING. Witteveen+Bos/Grontmij LEU36-1 MER Veiligheid Zuidelijke Randmeren definitief 2 d.d. 31 januari 2007 SAMENVATTING inleiding Waterschap Vallei & Eem, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en Rijkswaterstaat IJsselmeergebied onderzoeken de mogelijkheden om de veiligheid van de binnendijkse gebieden rond

Nadere informatie

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Karen Meijer Joachim Hunink 1205221-002 Deltares,

Nadere informatie

Distributiemodel, deel C

Distributiemodel, deel C Opdrachtgever: Deltares, deel C (Noord) Oost en Zuid Nederland Auteurs: Susanne Groot Rudolf Versteeg Durk Klopstra Elmi van den Braak Koen Wouters PR1640.10 april 2009 Inhoud 17 Vallei en Eem... 17-1

Nadere informatie

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal. MEMO Aan: Van: Kwaliteitsborging: Onderwerp: Koos van der Zanden (PMB) Jeroen Leyzer (WH) Anne Joepen Datum: 27-11-2014 Status: Adviesnummer WH: Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied Diverse belangenorganisaties waaronder HISWA Vereniging en een aantal watersportondernemers waren op 18

Nadere informatie

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Peilbesluit Campen. 12 december 2016 Peilbesluit Campen 12 december 2016 Luc Mangnus (Dagelijks bestuurslid - waterschap Scheldestromen) WELKOM Doel Informeren over voorontwerp peilbesluit; Met belanghebbenden in gesprek gaan, mogelijkheid

Nadere informatie

Opdracht Nijkerkerbrug

Opdracht Nijkerkerbrug Opdracht Nijkerkerbrug RIJKSWATERSTAAT ZOEKT: Een (constructief) veilige brugverbinding; Voor een levensduur van 25-30 jaar; Zonder beperkingen voor al het passerende verkeer welke voldoet aan de geldende

Nadere informatie

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Bijlage 1: Digitale Watertoets Waterschap Hollandse Delta, d.d. 3 november 2010 Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Deze uitgangspuntennotitie bevat de waterhuishoudkundige streefbeelden, strategieen

Nadere informatie

Robuustheidsanalyse MER. Versterking Markermeerdijken. Documentnummer AMMD / Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen

Robuustheidsanalyse MER. Versterking Markermeerdijken. Documentnummer AMMD / Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen Bijlagenboek 1.9 Versterking Markermeerdijken: Robuustheidsanalyse MER Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen Werkpakket m.e.r. Object [Object]

Nadere informatie

2 Werkorijze project verbetering vaarweg Amsterdam-Lemmer

2 Werkorijze project verbetering vaarweg Amsterdam-Lemmer 1 Inleiding Voor de beroepsvaart vormt de verbinding tussen Amsterdam en Lemmer een belangrijke vaarroute. De route ligt in de rijkswateren IJmeer, Markermeer en IJsselmeer. Deze meren zelf worden gekenmerkt

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

Droogtemonitor. Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 6 juni 2017 / nummer

Droogtemonitor. Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 6 juni 2017 / nummer Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtemonitor 6 juni 2017 / nummer 2017-4 Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar In Nederland is het momenteel droog. De verwachte neerslag deze

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa s

Waterschap Hunze en Aa s Beekaanpassing Loonerdiep-Taarlooschediep Willem Kastelein 11 juni 2018 Waterschap Hunze en Aa s Democratische overheid Verantwoordelijk voor waterbeheer Veiligheid Voldoende water Waterkwaliteit 1 Drie

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op de artikelen 2.8, 4.7, 5.1 en 5.2 van de Waterwet en artikel 145 van de Provinciewet;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op de artikelen 2.8, 4.7, 5.1 en 5.2 van de Waterwet en artikel 145 van de Provinciewet; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Utrecht Nr. 2020 16 maart 2018 Besluit van provinciale staten van Utrecht van 12-12-2016, nummer 819EE962, tot vaststelling van Besluit van Provinciale

Nadere informatie

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd; Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006 Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring van de gemeenten Noordoostpolder en Urk en Markermeer, IJmeer en IJsselmeer. De paragrafen 5.7.1 en 7.3.4

Nadere informatie

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding 17 Peilafwijking 17.1 Inleiding Rijnland is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het beheer van het waterpeil. In peilbesluiten legt Rijnland vast welk peil in het betreffende gebied door Rijnland

Nadere informatie

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen agendapunt 6 ENW-T-11-13 Aan: ENW-Techniek Van: H. van Hemert - STOWA Betreft: Waarnemingen Hoogwater2011 Datum: 11 maart 2011 Projectnummer: 474.020 Kenmerk: 20110xxx Situatie Naar aanleiding van enkele

Nadere informatie

Notitie. Waterparagraaf IJsseldelta-Zuid Gemeente Dronten. 1 Algemeen

Notitie. Waterparagraaf IJsseldelta-Zuid Gemeente Dronten. 1 Algemeen Notitie Concept Contactpersoon Johan de Putter Datum 15 maart 2013 Waterparagraaf IJsseldelta-Zuid Gemeente Dronten 1 Algemeen Bij een bestemmingsplan hoort een watertoets. Het doorlopen van de watertoetsprocedure

Nadere informatie

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid Presentatie waterschap Brabantse Delta Conferentie Water en Veiligheid 19 november 2009 Frank van Beek Calamiteitencoördinator Beheersgebied. Oppervlakte 171.000 ha 21 gemeenten 751.000 inwoners Veiligheidsregio

Nadere informatie

Onderwerp: wijziging waterverordening hoogheemraadschap Rijnland

Onderwerp: wijziging waterverordening hoogheemraadschap Rijnland Haarlem, 4 december 2012 2013 4 Onderwerp: wijziging waterverordening hoogheemraadschap Rijnland Bijlagen: ontwerpbesluit + bijlagen 1 Inleiding Op grond van artikel 2.4 van de Waterwet moeten bij provinciale

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Deltaprogramma IJsselmeergebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse IJsselmeergebied

Deltaprogramma IJsselmeergebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse IJsselmeergebied Deltaprogramma IJsselmeergebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse IJsselmeergebied Colofon Deltaprogramma IJsselmeergebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag Deltaprogramma IJsselmeergebied Probleemanalyse fase

Nadere informatie

Waterbeschikbaarheid verder afgenomen; nog geen knelpunten in de watervoorziening

Waterbeschikbaarheid verder afgenomen; nog geen knelpunten in de watervoorziening Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 22 april 2014 Nummer 2014-4 Waterbeschikbaarheid verder afgenomen; nog geen knelpunten in de watervoorziening

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLIJN MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 1 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum RWS-2016/4724 Onderwerp

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Toelichting GGOR polder Berkel

Toelichting GGOR polder Berkel Toelichting GGOR polder Berkel Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum Van Joost den Bieman Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8292 Aantal pagina's 10 E-mail joost.denbieman@deltares.nl Onderwerp OI2014

Nadere informatie

Concept. Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Concept. Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument Concept Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Roderik Bijlard De uitvoerende taak van het Hoogheemraadschap Amstel,

Nadere informatie

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik Voornemen Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel

Nadere informatie

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen De Veiligheid van Nederland in Kaart Absolute veiligheid tegen overstromingen bestaat niet In de afgelopen

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT (AB 08/xxx-II)

HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT (AB 08/xxx-II) PEILBESLUIT POLDER TUINDORP OOSTZAAN HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT (AB 08/xxx-II) Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 12 augustus 2008, gelet op het

Nadere informatie

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 799 Wijziging van de Wet op de waterkering tot aanwijzing van het Markermeer als buitenwater Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen

Nadere informatie

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor

Nadere informatie

De Ouderenpartij NH maakt zich ernstig zorgen over de hoogwaterveiligheid Den Oever/Afsluitdijk/Kornwerderzand

De Ouderenpartij NH maakt zich ernstig zorgen over de hoogwaterveiligheid Den Oever/Afsluitdijk/Kornwerderzand Vragen nr. 25 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 26 juni 2012 Onderwerp: vragen van de heer J.H. Leever (ONH). De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u

Nadere informatie

Waterbeheer stabiel, grondwatersituatie grotendeels hersteld.

Waterbeheer stabiel, grondwatersituatie grotendeels hersteld. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 1 augustus 2011 Nummer 2011-16 Waterbeheer stabiel, grondwatersituatie grotendeels hersteld. Door de

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Informatiebijeenkomst gemeenteraad Marum 20 mei 2015 Gebiedscommissie Zuidelijk Westerkwartier Agenda 1. Opening 2. Voorstellen gasten

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

Convenant De Blauwe As. Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren

Convenant De Blauwe As. Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren Convenant De Blauwe As Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren Huizen, 16 februari 2010 De ondergetekenden: 1. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, namens deze, Hoofdingenieur-Directeur

Nadere informatie