BEPROEVING VAN ONTSTEKINGSINSTALLATIES EP GERNAAT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEPROEVING VAN ONTSTEKINGSINSTALLATIES EP GERNAAT"

Transcriptie

1 BEPROEVING VAN ONTSTEKINGSINSTALLATIES EP GERNAAT

2 2 Ten geleide Dit deel is tot stand gekomen door gebruik te maken van vrije software. Voor het tekenen is gebruik gemaakt van het Xfig tekenprogramma. De opmaak heeft plaatsgevonden met LaTeX. Eventuele educatieve programma zijn onder Python geprogrammeerd. Als besturingsprogramma werd Linux (Ubuntu) gebruikt. Voor de fotobewerking werd GIMP gebruikt. Op dit werk is de Creative Commons Licentie van toepassing. De gebruiker mag het werk kopiëren onder de volgende voorwaarden: de gebruiker dient de naam of andere aanduiding van de maker te vermelden; de gebruiker mag het werk of delen hiervan niet voor verdere commerciële doeleinden gebruiken; de gebruiker mag het werk niet bewerken. E.Gernaat Vianen, oorspronkelijke versie april 2006, herzien 2016 Steele Consulting B.V

3 Inhoudsopgave 1 De bobine-ontsteking De noodzakelijke theoretische achtergronden Schakelverschijnselen in de primaire bobinespoel De eigenschappen van de bobine De conventionele ontstekingsinstallatie Computergestuurde ontstekingssystemen Optimalisering van de computer-ontstekingimpuls Vragen en opgaven Prakticumopdrachten Het meten van de ohmse weerstand van de primaire bobinespoel Uitgevoerde (voorbeeld)metingen Prakticumopdracht Het maken van de meetschakeling voor de conventionele bobine Het maken van een meetschakeling voor de transistorbobine Het bepalen van de zelfinductiecoëfficienten van bobines Primaire ontstekingsbeelden

4 4 INHOUDSOPGAVE

5 Hoofdstuk 1 De bobine-ontsteking 1.1 De noodzakelijke theoretische achtergronden Verreweg de meeste ontstekingssystemen maken gebruik van een bobine. Zo n bobine bestaat uit een kern met twee spoelen, een primaire en een secundaire spoel en heeft als doel om elektrische vonken te produceren (fig. 1.1). De warmteinhoud van de vonken moet voldoende zijn om het brandstofluchtmengsel te ontsteken. De vonk springt over tussen de elektroden van de bougie waartussen zich een benzine-luchtmengsel bevindt. De spanning die voor de vonkvorming nodig is (de ionisatiespanning) is vrij hoog en bedraagt 8 tot 10 kv. Dit betekent dat de bobine de 12 Volt installatiespanning op moet transformeren. Dit gebeurt door het opwekken van een sterk magnetische veld. Door de primaire spoel wordt stroom gestuurd van 3-6 A. Bij het wegvallen van dit magnetische veld wordt in de primaire spoel een spanning opgewekt van Volt die in de secundaire spoel ten gevolge van de wikkelverhouding oploopt tot enige tientallen kv. Wanneer er een stroom door een spoel vloeit dan zal rondom deze spoel een magnetisch veld ontstaan. Dit magnetisme is een vorm van energie. Bij het inschakelen van de stroom wordt dit magnetische veld opgebouwd, blijft op sterkte tijdens het vloeien en verdwijnt weer wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Voor het verkrijgen van de vereiste inductiespanning maken we gebruik van het (snel) wegvallen van het magnetische bobineveld Schakelverschijnselen in de primaire bobinespoel Zoals opgemerkt moet bij het inschakelen van de primaire stroom een magnetisch veld worden opgebouwd. Dit kost tijd en energie waardoor de stroomsterkte niet meteen zijn maximale waarde (volgens de wet van Ohm) kan aannemen. Er is sprake van een extra weerstand die de stroomopbouw tegengaat. Deze extra weerstand wordt verkregen vanuit een, door de spoel opgewekte, tegenwerkende inductiespanning. Men maakt onderscheid tussen ohmse en inductieve weerstanden. Fig. 1.2 laat de opbouw van de primaire stroom als functie van de tijd zien. Bij bestudering moeten we ons realiseren dat: 5

6 6 HOOFDSTUK 1. DE BOBINE-ONTSTEKING Figuur 1.1: Een schematische weergave van de bobinespoelen met kern. De secundaire spoel is vaak met één uiteinde verbonden met de primaire spoel. Hierdoor ondersteunen beide spoelen elkaar. Bij tweevonken bobines kan deze methode echter niet worden toegepast.tek. Bosch het enige tijd (hier 12 ms) duurt voordat de stroom zijn maximale waarde bereikt; een door de spoel opgewekte inductiespanning de oorzaak is van een vertraging in de stroomopbouw; de inductiespanning verkregen wordt vanuit het opbouwende veld waarin de spoel zich bevindt; het gearceerde gedeelte een maat is voor de hoeveelheid in de bobine opgeslagen magnetische energie. Wanneer de stroom wordt onderbroken dan zal het magnetische veld verdwijnen en zal de spoel in een veranderend (afnemend) veld komen te liggen. De inductiespanning die dan wordt opgewekt zal trachten de afbouw van het veld tegen te gaan en zal derhalve tegengesteld gericht zijn aan die van de inschakelinductie. De opgeslagen magnetische energie komt zo weer vrij. Fig. 1.2 geeft deze verschijnselen grafisch weer. Let erop dat zowel de opbouw van de stroom als de afname van de stroom hier even lang duurt en dat alleen de inductiespanning wordt weergeven en niet de spanning die de oorzaak is van de stroom (de batterijspanning.) Nogmaals: Verwar de opgewekte inductiespanning niet met de spanning die verantwoordelijk is voor het vloeien van de primaire stroom. De spanningsbron van de primaire stroom is namelijk de batterij of de dynamo. De spanningsbron van de inductiespanning zijn de spoelwindingen. In de praktijk zal de tijd van het uitschakelen aanmerkelijk korter zijn dan in fig.1.2 wordt aangegeven. Wanneer de primaire stroom wordt onderbroken

7 1.1. DE NOODZAKELIJKE THEORETISCHE ACHTERGRONDEN 7 Figuur 1.2: a) De opbouw en afname van de primaire stroom en het magnetische veld in de bobine. b) De optredende inductiespanningen (E) die hiervoor verantwoordelijk zijn. door een (mechanische of elektronische) schakelaar dan zal dit vrij plotseling gebeuren. Zuiver theoretisch in een tijd nul. Hoe sneller het veld wegvalt des te heviger is de spanningsreactie omdat de magnetische energie in minder tijd vrij moet komen (fig.1.3). Dit betekent dat de inductiespanning ongekend hoge waarden kan gaan aannemen. Zou het magnetische veld in een tijd nul wegvallen dan zou de inductiespanning ook oneindig hoog oplopen. Bij het mechanisch schakelen krijgen we dan een sterke vonkvorming waardoor de primaire stroom nog even door vloeit waardoor de grootte van de inductiespanning beperkt blijft. Bij elektronisch schakelen hebben we (wanneer we geen maatregelen nemen) te maken met de schakeltijd van de transistor die zo kort is (enige tientallen nanoseconden) dat de bijbehorende hoge inductiespanning de elektronica beschadigt. De conclusie ligt voor de hand: Wanneer we een primaire inductiespanning nastreven die tussen de 250 V en 400 V moet liggen, dan zullen we de uitschakelinductie moeten gaan benutten. De grootte van de uitschakelinductiespanning moet echter worden geregeld door de snelheid van stroomvermindering (= wegvallen van het magnetische veld) onder controle te houden. We kunnen hiervoor gebruik maken van een condensator of een zenerdiode. Aangezien we ons willen beperken tot moderne ontstekingssystemen waarbij een transistor het in- en uitschakelen regelt, bekijken we de schema s van fig De schakelschema s zullen we in de prakticum-opdrachten gaan beproeven. In fig. 1.4 wordt de condensator geladen op het moment dat de

8 8 HOOFDSTUK 1. DE BOBINE-ONTSTEKING Figuur 1.3: Wanneer de stroom minder tijd krijgt om weg te vallen zal de inductiespanning hoger worden. primaire stroom door de transistor wordt onderbroken. De laadtijd van de condensator bepaalt dan de tijd waarin de primaire stroom wegvalt en zodoende de grootte van de primaire inductiespanning. In fig. 1.4 loopt de inductiespanning na het sperren van de transistor op tot de zenerspanning wordt bereikt waarna de stroom door de zenerdiode de inductiespanning beperkt De eigenschappen van de bobine De primaire bobinespoel, waartoe we ons beperken, heeft elektrisch gezien een ohmse weerstand en een inductieve weerstand. De eerst genoemde weerstandswaarde is het bekendste en kan met een ohmmeter worden gemeten of worden berekend uit de gegevens die we verkrijgen met een ampèremeter en voltmeter. De inductieve weerstand heeft betrekking op het magnetische veld dat in een stroomvoerende spoel wordt ontwikkeld en is moeilijker te bepalen. De inductieve weerstand hangt af van twee factoren nl: de snelheid waarmee de stroomsterkte verandert; de magnetische eigenschappen van de spoel. De magnetische eigenschappen van een spoel worden uitgedrukt in een zelfinductiecoëfficiënt (L-waarde). Elke bobine heeft een vaste L-waarde zodat de (voornaamste) bobine-eigenschappen kunnen worden uitgedrukt in een R en een L-waarde. De zelfinductiecoëfficiënt L van een bobine hangt af van: Het aantal windingen van de spoel; de afmetingen de spoel;

9 1.1. DE NOODZAKELIJKE THEORETISCHE ACHTERGRONDEN 9 Figuur 1.4: Boven: schakeling waarbij de oplaadtijd van de condensator de grootte van de primaire inductiespanning bepaalt. Onder: schakeling waarbij de zenerdiode de grootte van de inductiespanning bepaalt. de eigenschappen en de afmetingen van de kern. In sterke mate wordt de L-waarde beinvloed door het aantal windingen van de spoel en de materiaaleigenschappen van de kern. In een ideale bobine wordt in een uiterst korte tijd (nodig i.v.m een hoog motortoerental) een zeer sterk magnetisch veld opgebouwd. Nu hangt de hoeveelheid magnetische energie af van de stroomsterkte en de L-waarde. De stroomsterkte is hierin de voornaamste factor. Een grote L-waarde vertraagt echter de opbouw zodat we moeten kiezen voor een grote stroomsterkte en een kleine L-waarde. Zie fig.1.5. Let erop dat de maximale magnetische energie voor beide bobines ongeveer gelijk is maar dat deze toestand voor de bobine met de kleine L- waarde veel eerder wordt bereikt. Uiteraard kan de stroomsterkte niet onbeperkt hoog worden opgevoerd. Bij een systeem met contactpunten mag deze niet groter worden dan ongeveer 4 A. Transistoren kunnen grotere stromen schakelen zodat we daar de primaire stroom op kunnen laten lopen tot zo n 6 A. De lage L-waarde van de bobine kan worden verkregen door het aantal windingen van de spoel te beperken waarbij we dan rekening moeten houden met de verminderde ohmse weerstand. Een klassieke voorschakelweerstand of een stroomsterkte-regeling maakt dat we de L-waarde los kunnen koppelen van de ohmse weerstand. Er is echter nog een factor waarmee we rekening kunnen houden wanneer we een sterk veld in korte tijd willen opbouwen. In fig. 1.5 valt op dat de primaire stroomsterkte eerst snel toeneemt en vervolgens langzaam. Het laatste gedeelte kost dus relatief veel tijd terwijl het veld maar weinig toeneemt. Een stroomsterkte-

10 10 HOOFDSTUK 1. DE BOBINE-ONTSTEKING Figuur 1.5: Links: stroomopbouw bij een bobine met grote L-waarde en grote weerstand. Het gearceerde gebied is een maat voor de hoeveelheid opgeslagen magnetische energie. Rechts: stroomopbouw bij een bobine met kleine L-waarde en kleine weerstand. De magnetische energie blijft gelijk maar wordt eerder bereikt. regeling biedt uitkomst door de stroom af te regelen op het moment dat de stroom en dus het veld maar weinig meer sterker wordt. Zie fig Om door middel van metingen de belangrijkste eigenschappen van een bobine (de L en de R waarde) te achterhalen zijn een aantal mogelijkheden. We geven de twee meest bruikbare. 1e mogelijkheid: We meten met behulp van een ampèremeter en een voltmeter de stroomsterkte door en de spanning over de spoel en berekenen vervolgens de weerstand. We gebruiken hiervoor een gelijkspanningspanningsbron. Vervolgens doen we dezelfde meting met een wisselspanningsbron waarvan de frequentie bekend is. (Meter op AC!) Het verschil in de berekende weerstandswaarden wordt veroorzaakt door de magnetische eigenschappen van de spoel. De bepaling van de L- waarde geschiedt verder door berekening. 2e mogelijkheid: D.m.v. het registreren van de stroomopbouw. De opbouwtijd zegt iets over de bobine-eigenschappen. Vanuit de elektrotechniek is bekend dat 63,2% van de maximale bobinestroom in een tijd wordt bereikt die gelijk is aan L gedeeld door R. (L/R tijd) Wanneer de weerstand R van een bobine wordt gemeten met een ohmmeter en de tijd waarin 0,632 I max wordt bepaald dan is de L-waarde van de bobine te berekenen. Zie fig. 1.7 Mocht het begrip zelfinductiecoëfficient nieuw zijn dan volgt hier de definitie: De L-waarde of zelfinductiecoëfficient van een spoel wordt uitgedrukt in Henry s en bedraagt 1 H wanneer er 1 Volt spanning wordt opgewekt wan-

11 1.1. DE NOODZAKELIJKE THEORETISCHE ACHTERGRONDEN 11 Figuur 1.6: Door de stroomsterkte te regelen kan een sterk veld in korte tijd worden opgebouwd. Figuur 1.7: 63,2% van de maximale stroomsterkte wordt bereikt in 3,5 ms. Deze tijd is gelijk aan L/R

12 12 HOOFDSTUK 1. DE BOBINE-ONTSTEKING neer de stroomsterkte verandert met 1 A/s. In prakticumopdrachten kunnen de eigenschappen van een bobine op de laatst beschreven wijze worden bepaald De conventionele ontstekingsinstallatie Hieronder beschouwen we het ontstekingssysteem met contactpunten en condensator uitgevoerd met mechanische ontstekingstijdstip-vervroeging. Het systeem bestaat uit een enkelvoudige bobine, bougiekabels en een bobinekabel. De mechanische verdeler bestaande uit een rotor en verdeelkap zorgt ervoor dat de hoogspanning in de ontstekingsvolgorde over de diverse bougies wordt verdeeld. Fig Dit systeem wordt niet meer op nieuwe voertuigen toegepast. Wel dienen we ons te realiseren dat de computer gestuurde ontstekingssystemen in natuurkundig opzicht niet wezenlijk anders functioneren. Figuur 1.8: Opbouw van een conventioneel ontstekingssysteem. Tek. Bosch Computergestuurde ontstekingssystemen Moderne ontstekingssystemen betreffen in hoofdzaak computergestuurde ontstekingssytemen waarbij we dan maar voorbij gaan aan het feit dat de bedoelde computer meer regelt dan alleen de ontsteking. Een impulsgever geeft een referentiepuls (Een referentiepuls is een elektrisch signaal dat synchroon loopt met de krukas- of nokkenas) af aan een besturingscomputer. De referentiepuls wordt door de computer aangepast en wordt vervolgens als een aanstuurpuls gebruikt voor het in- en uitschakelen van de primaire stroom. In het verschil tussen de referentiepuls en de bobine-aanstuurimpuls zijn de variabelen als

13 1.1. DE NOODZAKELIJKE THEORETISCHE ACHTERGRONDEN 13 ontstekingstijdstip en contact hoek opgesloten. Eén en ander afhankelijk van de systeemuitvoering. Zie fig De laatste ontwikkelingen betreffen com- Figuur 1.9: De computer ontvangt een referentiepuls welke met behulp van een aantal motorgegevens omgezet wordt in een bobine-aanstuurimpuls waarin de variabelen als contacthoek en ontstekingsvervroeging zijn verwerkt. (Let op de tijdbasis is voor fig. a,b niet gelijk aan fig. c en d) putergestuurde systemen zonder hoogspanningsverdeler en kabels. Toepassing van meerdere bobines wordt dan noodzakelijk. Bij een zgn. tweevonken-bobine ontbreekt de verdeler maar zijn de hoogspanningskabels nog aanwezig. Een tweetal tweevonken-bobines zijn nodig voor een 4 cilinder motor. Per omwenteling van de motor worden twee vonken tegelijkertijd opgewekt. Een actieve en een loze vonk. Bij de moderne ontstekingen wordt per cilinder één bobine gemonteerd. Deze bobine wordt rechtstreeks op de bougie geplaatst zodat ook de hoogspanningskabels vervallen. Fig geeft een voorbeeld van een verdelerloze ontsteking met twee tweevonken-bobines en een penbobine- ontsteking waarbij de computer een viertal bobines individueel aanstuurt. Een nevenvoordeel van deze constructie is dat de contacttijd tot op zeer hoge toerentallen constant kan blijven Optimalisering van de computer-ontstekingimpuls (Voorbeeld: Hall-impulsgever in verdeler) De pulstrein die uit de computer komt en op de eindtransistor wordt gezet om de primaire stroom te schakelen, wordt niet alleen voor de ontstekingsvervroeging ten opzichte van het krukas-referentiesignaal verschoven, maar zal tevens een veranderlijke puls-periode verhouding moeten bezitten. De reden hiervoor ligt in het feit dat de tijd dat de primaire stroom moet vloeien (de zgn. contacttijd) bepaald wordt door de eigenschappen van de bobine. De beschikbare tijd hangt echter af van het motortoerental. Op hogere toerentallen zal de beschikbare tijd afnemen waardoor de primaire stroom zijn maximale waarde niet zal bereiken. Een verminderde vonkenergie zal het resultaat zijn. Aan dit probleem wordt tegemoet gekomen door de openingstijd te verkorten waardoor de contacttijd gelijk kan blijven. Immers: de contacttijd + openingstijd = beschik-

14 14 HOOFDSTUK 1. DE BOBINE-ONTSTEKING Figuur 1.10: Schematische voorstelling van een computergestuurde verdelerloze ontsteking met twee tweevonken-bobines (a) alsmede een een ontsteking met pen-bobines(b). Men spreekt ook wel van een coil on plug systeem. bare tijd. Wordt de beschikbare tijd kleiner omdat het toerental hoger wordt terwijl men de contacttijd gelijk wil houden dan rest niets anders om de openingstijd te verkleinen. Zie Fig Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke duty-cycle regeling wel zijn beperkingen heeft. In de openingstijd zal de vonk plaatsvinden en ook deze heeft tijd nodig. De openingstijd zal dus nooit onder de minimale vonktijd mogen komen te liggen. Opgemerkt moet worden dat de contacttijd refereert aan de tijd dat de transistor in geleiding is en dat met de openingstijd de transistorspertijd wordt bedoeld. De ingeburgerde benamingen als contacthoek en openingshoek stammen uit de tijd van de conventionele ontstekings-systemen. De ontstekingsvervroeging zoals de autotechnicus deze kent is een vervroeging van het ontstekingstijdstip ten opzichte van de B.D.P stand van de zuiger. Hoe groter de vervroeginghoek des te eerder komt de ontstekingsvonk t.o.v. dit Bovenste Dode Punt. Elektrotechnisch gezien is er echter sprake van verlating. De referentiepuls komt bijv. 90 graden voor het B.D.P. de computer binnen waarna de signaalaanpassing plaatsvindt in relatie tot het motortoerental, de motorbelasting en temperatuur. Aangezien we niet terug in de tijd kunnen zal debobine-aanstuurpuls later moeten komen. Later t.o.v. de referentiepuls betekent echter vroeger t.o.v. het B.D.P. (Zie nogmaals fig. 1.9 en 1.11). Bij computergestuurde ontstekingsvervroeging bevinden zich de gecodeerde vervroegings-hoeken in het geheugen van de computer. Men spreekt van opzoektabellen, referentie- of kenvelden. Ruststroom uitschakeling Wanneer de contactsleutel wordt omgedraaid zal er een primaire stroom gaan vloeien. Wanneer er niet direct gestart wordt zal de stroom de eindtransistor doen oververhitten. Om dit te voorkomen controleert de computer het toeren-

15 1.1. DE NOODZAKELIJKE THEORETISCHE ACHTERGRONDEN 15 Figuur 1.11: De tijd A (= tijd B) wordt de contacttijd genoemd. De tijden C en D worden de openingstijden genoemd.(let op: tijdbasis van fig. a en b niet gelijk.) Omdat we over transistorschakelingen spreken kan men ook over geleidings- en spertijd te spreken. talsignaal en schakelt de primaire stroom uit wanneer het signaal niet (na enige tijd) aanwezig is. Fig Er zijn een aantal mogelijkheden waarop de ontstekingsvervroeging, contacttijdregeling, ruststroomuitschakeling en de eerder besproken primaire stroomregeling door een computer kunnen worden geregeld. Een aantal functies kunnen door de fabrikant, naar keuze softwarematig of hardwarematig worden uitgevoerd. Speciaal ontwikkelde interface IC s kunnen de programmatuur ontlasten. Resumerend: Bij moderne ontstekingssystemen is sprake van: faseverschuiving t.o.v. een referentiepuls voor de ontstekingsvervroeging; het opzoeken van de vervroegingshoek in het computergeheugen in relatie tot het toerental, de belasting en de temperatuur van de motor; contacttijdregeling of contacthoekbesturing om de contacttijd over een groot toerengebied constant te houden; ruststroomuitschakeling; primaire stroom begrenzing; In het volgende hoofdstuk zullen de meeste aangehaalde begrippen in prakticumvorm aan de orde komen.

16 16 HOOFDSTUK 1. DE BOBINE-ONTSTEKING Figuur 1.12: Oscilloscoopbeeld van de ruststroomuitschakeling Vragen en opgaven 1. Wat is de reden dat de primaire stroom na het inschakelen niet meteen op zijn maximum sterkte is? 2. Waarom is een korte uitschakeltijd van de primaire stroom belangrijk? 3. Op welke twee (genoemde) manieren kan men een korte uitschakeltijd verkrijgen? 4. Wat verstaat men onder de L-waarde van een bobine? 5. Geef een manier waarop de L-waarde van een bobine kan worden bepaald. 6. Wat verstaat men onder een computergestuurd ontstekingssysteem? 7. Een computer kan eigenlijk alleen maar het ontstekingstijdstip verlaten. Verklaar dit. 8. Hoeveel bobines zal men minimaal moeten toepassen voor een verdelerloze ontsteking op een 4 cilinder motor. 9. Welke functies kent een computergestuurde ontsteking nog meer dan behalve het regelen van het ontstekingsstijdstip? 10. Verklaar dat door een duty-cycle regeling de contacttijd gelijk kan worden gehouden. 11. Na hoeveel seconden wordt de primaire stroom uitgeschakeld? Fig.1.12

17 Hoofdstuk 2 Prakticumopdrachten Waarschuwing: Werken met bobines betekent ook dat we te maken krijgen met relatief hoge inductiespanningen. We dienen dus veilig te werken. Beperk het bobinevermogen daar de stroom door de bobine te beperken en zorg dat de bougie een goede massaverbinding heeft. De prakticumopdrachten worden op eigen risico uitgevoerd. 2.1 Het meten van de ohmse weerstand van de primaire bobinespoel Benodigd materiaal: 1. een conventionele (contactpunten) bobine (Bijv. de Bosch bobine met voorschakelweerstand); 2. een transistor-bobine (Bijv. de Bosch bobine ); 3. één of twee (geschikte) multimeters; 4. een regelbare voeding (10 A); Tussen de aansluiting 15 (+) en 1 (-) kan de weerstand van de primaire spoel worden gemeten. Hoewel dit met een ohmmeter kan geschieden verdient het de voorkeur om de meting te verrichten onder wat meer praktische omstandigheden en wel met behulp van een ampèremeter en een voltmeter. Door de stroom met behulp van een regelbare voeding in te stellen tussen de 4 en 7 A zal de bobine warm worden waardoor de invloed van de temperatuur in de meting wordt meegenomen Uitgevoerde (voorbeeld)metingen De conventionele bobine geschikt voor contactpunten De conventionele bobine (die we in de testsituatie zonder de voorschakelweerstand van 1,8 Ω gebruiken) sluiten we aan overeenkomstig fig We stellen 17

18 18 HOOFDSTUK 2. PRAKTICUMOPDRACHTEN de stroomsterkte in op ongeveer 4 A. We meten dan na een paar minuten: Ampèremeter: 4,06 A Voltmeter: 6,78 V De berekende ohmse weerstand waarde wordt dan 6,78 V / 4,06 A = 1,67 Ω. De stroomsterkte zal dan 14 V /1,67 Ω = 8,38 A bedragen. Met de door de fabrikant voorgeschreven voorschakelweerstand komen we aan een totale weerstand van 1,67 Ω + 1,8 Ω = 3,47 Ω zodat de stroomsterkte tijdens bedrijfsomstandigheden beperkt blijft tot maximaal 14 V /3,47 Ω = 4 A. De transistorbobine Met de instelbare voeding wordt de stroom ingeregeld op ongeveer 7 A. Na vijf minuten (bobine lauw of handwarm) gaven volt- en ampèremeter de volgende waarden aan: Ampèremeter 6.73 A Voltmeter 5.29 V De berekende ohmse weerstand wordt dan 5,29 V /6,73 A = 0,79 Ω. De meting met de ohmmeter gaf vervolgens 0,76 Ω. Wanneer we nu afgerond een weerstand van 0,8 Ω aanhouden dan zou de nominale stroomsterkte van deze bobine 14 V / 0,8 V = 17,5 A bedragen. Het zal duidelijk zijn dat bij deze bobine de stroomsterkte zal moeten worden beperkt Prakticumopdracht Voer de beschreven meting uit op de bobines die voor het prakticum ter beschikking staan. Noteer de bobine-gegevens: Merk: Nr: Conv./trans.: Overigen: Maak de testopstelling volgens fig Noteer de gevonden meetwaarden bij een van te voren vast gestelde maximum stroomsterkte (I max). Bobine nr.: I max.: U: Weerstand berekend: I bij 14 V Berekend: Neem de berekende weerstand over in de nu volgende tabel en controleer de weerstandswaarde met behulp van de ohmmeter. Maak de tabel af. Bobine nr.: Berekende weerstand: Gemeten weerstand: Verschil (en verklaring):

19 2.1. HET METEN VAN DE OHMSE WEERSTAND VAN DE PRIMAIRE BOBINESPOEL19 Figuur 2.1: De testopstelling voor de bobines Het maken van de meetschakeling voor de conventionele bobine Fig. 2.2 toont ons het schema van de meetschakeling. Om de opbouw van de primaire stroom alsmede de inductiespanning te kunnen bestuderen hebben we een (meet)schakeling nodig die de bobinestroom in- en uitschakelt. Voor de conventionele bobine bouwen we een schakeling rondom een darlingtontransistor die aangestuurd wordt door de (TTL) pulsuitgang van een functiegenerator. De condensator wordt opgeladen op het moment dat de primaire stroom wordt uitgeschakeld en bepaalt zodoende de tijd waarin de primaire stroom wegvalt. De grootte van de primaire inductiespanning is zodoende vastgelegd. Om negatieve spanningspulsen op de transistor te voorkomen wordt de diode D1 toegepast. R2 is een stroommeetweerstand van 0,1 Ω die in serie met de primaire spoel is geschakeld. Verder dient de transistor gekoeld te worden door een plaatje aluminium. Opdracht Bouw de schakeling na en monteer de bobine, de bougie en bougiekabel op een plankje. Eventueel kan ook nog een variabele weerstand in serie gezet worden met de bobine en kan de massa-elektrode van de bougie worden afgezaagd en worden vervangen door een boutje waardoor de elektrode afstand in zekere mate instelbaar wordt. Vergeet vooral niet de bougie met de massa te verbinden. We beschikken nu over een complete testschakeling voor de komende metingen (fig. 2.3). Probeer de schakeling uit door een functiegenerator op de basis van de transistor aan te sluiten. Gebruik hiervoor de TTL (5 V) impulsuitgang en stel de frequentie in op 100 Hz. We gebruiken verder een instelbare (10 A)voeding. Stel na het aansluiten de voedingsspanning in op 12 Volt (of ongeveer 6 Volt wanneer geen voorschakelweerstand is aangebracht). De bougie zal nu gaan vonken.

20 20 HOOFDSTUK 2. PRAKTICUMOPDRACHTEN Figuur 2.2: Het schema van de meetschakeling alsmede de belangrijkste eigenschappen van de darlington transistor. TIP 162, R1 220 Ω, D1 1N4004, R2 0,1 Ω 5 Watt, D2 1N4004, C 0,22 µf 400V, T TIP 162. Figuur 2.3: De proefopstelling met bobine, bougie met instelbare elektrode-afstand en stuur- en meetprint

21 2.1. HET METEN VAN DE OHMSE WEERSTAND VAN DE PRIMAIRE BOBINESPOEL Het maken van een meetschakeling voor de transistor-bobine Hoewel de eerder gemaakte schakeling uiteraard ook op een transistorbobine werkt maken we nu een schakeling waarbij een zenerdiode verantwoordelijk is voor de grootte van de maximale inductiespanning. Het principe van deze schakeling wordt algemeen bij transistorgestuurde ontstekingen toegepast. Aangezien we geen stroomregeling toepassen mag de aangelegde spanning niet te hoog worden ingesteld. Fig. 2.4 toont ons de schakeling. De zenerdiode Z van 24 V staat aangesloten over de spanningsdeler R1, R3 waardoor de zener in geleiding komt bij een inductiespanning boven de 200 Volt. Wanneer de zenerdiode geleidt kan de primaire stroom kortstondig blijven vloeien omdat de basis van de transistor gestuurd blijft. Met behulp van de meetweerstand R4 kan de primaire stroom worden gemeten terwijl de diode er voor zorgt dat de transistor geen negatieve spanningspieken te verwerken krijgt. Figuur 2.4: Componenten-opstelling van de transistor-schakelmodule met zenerdiode. D1 1N4004, D2 1N4004, Z 24V 400mW, R Ω, R2 100 Ω, R3 100 Ω, R4 0,1 Ω 5 Watt, T TIP 162. Opdracht Bouw de schakeling na op een europrint of testboard en zorg ervoor dat de transistor voldoende gekoeld wordt. Monteer de transistorbobine, de bougie en de bougiekabel. Vergeet niet de bougie met de massa te verbinden. Probeer na montage het geheel uit door een functiegenerator op de basis van de transistor

22 22 HOOFDSTUK 2. PRAKTICUMOPDRACHTEN aan te sluiten. Gebruik hiervoor de TTL- pulsuitgang met een frequentie van minder dan 100 Hz. Zorg ervoor dat de stroomsterkte niet te hoog op kan lopen door de spanning van de voeding op ongeveer 6 V in te stellen (De schakeling kent geen stroomsterkte regeling!) Het bepalen van de zelfinductiecoëfficienten van bobines Voor een vergelijking van de zelfinductiecoëfficient (L-waarde) tussen twee bobines hebben we nodig: twee verschillende bobines (bijv. de reeds genoemde typen); een regelbare voeding van 10 A; een functiegenerator of impulsschakeling; een twee-kanaals oscilloscoop; de twee eerder beschreven en gemaakte meetschakelingen. Stel de schakelingen op en sluit de oscilloscoop aan over de meetweerstand van 0,1 Ω. Fig Denk om de volgende instelwaarden: Figuur 2.5: Boven: testopstelling met de conventiele-bobine (..030) en de gebouwde de meetschakeling 1. Onder: testopstelling met de transistor-bobine (..349) en de gebouwde meetschakeling 2. aanstuurpuls op TTL-niveau dus tussen 0 en 5 Volt, frequentie tussen de 50 en 100 Hz; puls-periode verhouding (duty-cycle) van het signaal ongeveer 50 %;

23 2.1. HET METEN VAN DE OHMSE WEERSTAND VAN DE PRIMAIRE BOBINESPOEL23 regelbare voeding op ongeveer 6 Volt instellen omdat geen stroomregeling wordt toegepast; richtwaarden oscilloscoopinstelling: 0,1 V Volt/Div en ongeveer 5 ms Time/Div; De oscilloscoop laat voor elke bobine een beeld zien dat overeen moet komen met het signaalvoorbeeld van fig Met behulp van het oscilloscoopbeeld kan Figuur 2.6: Boven: de primaire stroomopbouw van de transistorbobine Bosch XXX349A. Onder: de L-waarde van de Bosch 349A bedraagt 7 x 0,79 = 5,6 mh nu de zelfinductiecoëfficient van de bobine worden bepaald. Immers vanuit het oscilloscoopbeeld van fig.2.6 kan worden afgeleid dat 0,632 Imax geschiedt in ongeveer 7 ms. Dit kan op eenvoudige wijze met een lineaal worden bepaald en uitgerekend (grafische methode). De L/R-tijd is dan gelijk aan 7 ms. De ohmse weerstand bedroeg bedroeg 0,79 Ω zodat de zelfinductiecoëfficient van deze bobine 7 x 0,79 = 5,6 mh bedraagt. Opdracht: Bereken op genoemde wijze de L-waarden van de bij de prakticumopdracht behorende bobines

24 24 HOOFDSTUK 2. PRAKTICUMOPDRACHTEN Primaire ontstekingsbeelden De gemaakte opstellingen lenen zich ook voor het bestuderen van het primaire ontstekingsbeeld. We sluiten hiervoor de oscilloscoop aan op de 1 (-) aansluiting van de bobine. De te meten spanning zal een paar honderd volt bedragen zodat bij voorkeur een 10:1 probe moet worden gebruikt. Fig. 2.7 geeft het primaire ontstekingsbeeld weer zoals aan de Bosch conventionele bobine (030) met de bijbehorende meetschakeling is gemeten. We onderscheiden hierin: A = ionisatiespanning (maximaal 400 V) B = vonkduur C = uitslingering restenergie D = geleidingstijd eindtransistor (contacthoek) Figuur 2.7: Het primaire ontstekingscircuit In fig. 2.8 wordt het geheel vergroot weergegeven zodat het uitslingergedeelte vergroot wordt weergegeven. De vorm en grootte van deze uitslingering wordt bepaald door de LCR-waarde van het circuit dat wil zeggen dat de frequentie afhangt van de L-waarde van het bobine en de capaciteit (de condensatorwaarde) van de schakeling. De demping, hier weergegeven door een holle lijn, wordt veroorzaakt door de R-waarde.

25 2.1. HET METEN VAN DE OHMSE WEERSTAND VAN DE PRIMAIRE BOBINESPOEL25 Figuur 2.8: De uitslingering vergroot weergegeven Opdracht: Voer de meting op de bobines uit en vul de nu volgende tabel in: Bobine 1/2/3 type nummer: Gebruikte schakeling: Maximale ionisatie spanning: V vonkduur ms contacttijd ms signaalfrequentie Hz motortoerental (4 cil.) t/min frequentie uitslingering khz contacthoek (duty-cycle) % voedingsspanning V

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning

Nadere informatie

Historische autotechniek (3)

Historische autotechniek (3) Historische autotechniek (3) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Bobine-ontsteking 1.1 Het opwekken van bougievonken 1.1.1 Opbouw van een bobine Het werkingsprincipe van de ontstekingsinstallatie is in de

Nadere informatie

Hybride voertuigen (2)

Hybride voertuigen (2) Hybride voertuigen (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-xxxxxxxx) 1 Inverters en converters Inverters en converters zijn elektronische modulen om de batterij-spanning om te zetten. Over het algemeen wordt een inverter

Nadere informatie

Elementaire meettechniek (6)

Elementaire meettechniek (6) Elementaire meettechniek (6) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Autotechnische signalen In dit hoofdstuk laten we een aantal met de oscilloscoop opgenomen autotechnische signalen zien 1. Bij elk signaal

Nadere informatie

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Inhoud De schakeling Een blokspanning van 15 V opwekken De wisselspanning omhoog transformeren Analyse van de maximale stroom door de primaire

Nadere informatie

Dis ontsteking niveau 3

Dis ontsteking niveau 3 Dis ontsteking niveau 3 Motor ECU IGT 3 Van contactslot Stekker Krukas sensor 2 4 Cilinder Nokkenas sensor IGT2 Bobine nr 2 met ontstekingsmodule Cilinder 2 Afbeelding IGT3 Bobine nr3 met ontstekingsmodule

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω

Nadere informatie

Magnetische toepassingen. Thema: Prakticum TEN GELEIDE

Magnetische toepassingen. Thema: Prakticum TEN GELEIDE Magnetische toepassingen Thema: Prakticum TEN GELEIDE De beschreven prakticumopdrachten bevatten een grote verscheidenheid aan magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek. De meeste opdrachten

Nadere informatie

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring 1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan

Nadere informatie

Historische autotechniek (4)

Historische autotechniek (4) Historische autotechniek (4) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Dynamo en regelaar 1.1 Gelijkstroomdynamo De klassieke, historische dynamo (generator) staat bekent onder gelijkstroomdynamo. Moderne dynamo

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Leereenheid 3 Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met:

Nadere informatie

Onderzoek werking T-verter.

Onderzoek werking T-verter. Onderzoek werking T-verter. De Beer Gino Page 1 02/10/2007 Inhoudstabel: 1. Doelstellingen. 2. Benodigd materiaal. 3. Bespreking van de frequentieregelaar. 4. Instellingen en gebruik van de frequentieregelaar.

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. 2 Twee apparaten, weerstand R1 =

Nadere informatie

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden Naam: Nr.: Groep: Klas: Datum: DEEL 6 In de vorige oefeningen heb je reeds een A-meter, die een kleine inwendige weerstand bezit, in serie leren schakelen met een gebruiker. Door de schakelstand te veranderen

Nadere informatie

Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen

Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen Simpele ionisatiekamer Een ionisatiekamer is een detector voor ioniserende straling, zoals alfa-, bèta- en gammastraling. Ten gevolge van ionisaties wordt de lucht

Nadere informatie

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20 Labo Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator Datum van opgave:.../ / Datum van afgifte:.../ / Verslag nr. : 01 Leerling: Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Attitude & evaluatie:.../10 Theorie:.../10

Nadere informatie

Practicum complexe stromen

Practicum complexe stromen Practicum complexe stromen Experiment 1a: Een blokspanning over een condensator en een spoel De opstelling is al voor je klaargezet. Controleer of de frequentie ongeveer op 500 Hz staat. De vorm van het

Nadere informatie

Impedantie V I V R R Z R

Impedantie V I V R R Z R Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator Alternator In dit hoofdstuk zal ik het vooral hebben over de functie is van de alternator in de wagen. En hoe het basisprincipe is van deze generator. 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator

Nadere informatie

AT-242 Benzinemotormanagement. Ontsteking. Zelfstudie en huiswerk 10-08

AT-242 Benzinemotormanagement. Ontsteking. Zelfstudie en huiswerk 10-08 AT-242 Benzinemotormanagement 1 Ontsteking Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INTRODUCTIE 3 DOELSTELLINGEN 4 CONVENTIONELE ONTSTEKING 5 ELEKTRONISCHE ONTSTEKING 6 HALL-SENSOR 7 INDUCTIEVE SENSOR 7 OPTISCHE

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

Elementare elektronica schakelingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Elementare elektronica schakelingen in de motorvoertuigentechniek (3) Elementare elektronica schakelingen in de motorvoertuigentechniek (3) Timloto o.s. / E. Gernaat / ISBN 978-90-808907-4-9 Op dit werk is de Creative Commens Licentie van toepassing. Uitgave: september 2012

Nadere informatie

Bij een inductieve ontsteking, zoals toegepast op MG, wordt de energie die nodig is voor een vonk opgebouwd in de bobine.

Bij een inductieve ontsteking, zoals toegepast op MG, wordt de energie die nodig is voor een vonk opgebouwd in de bobine. Meten is weten Bij een inductieve ontsteking, zoals toegepast op MG, wordt de energie die nodig is voor een vonk opgebouwd in de bobine. De bobine bestaat uit een weekijzer kern met twee wikkelingen, een

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Elementaire meettechniek (3)

Elementaire meettechniek (3) Elementaire meettechniek (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Multimeters 1.1 Analoge en digitale uitvoeringen Multimeters kent men in vele uitvoeringen 1. Met multimeters kunnen we -zoals het woord

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.

Nadere informatie

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren Beschrijving 0. Sensor. Tandkrans. Signaalaansluiting. Signaalaansluiting 3. Afschermmantelaansluiting Principeschema. Tandkrans (recht weergegeven) Afgegeven

Nadere informatie

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4 1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 A. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 A R = 50V 2A R = 25Ω 2 Een

Nadere informatie

Een 13,8 volt - 30 ampere voeding

Een 13,8 volt - 30 ampere voeding Een 13,8 volt - 30 ampere voeding We gaan de opbouw van dit schema van links naar rechts beschrijven zodat een ieder het kan volgen. Als eerste de transformator, neem hiervoor een type dat secundair minstens

Nadere informatie

DC-motoren. Mechatronica/Robotica Mechanical Systems ELA motoren, actuatoren, besturen. Introductie Relaistechniek Halfgeleider techniek

DC-motoren. Mechatronica/Robotica Mechanical Systems ELA motoren, actuatoren, besturen. Introductie Relaistechniek Halfgeleider techniek Mechatronica/Robotica Mechanical ystems L motoren, actuatoren, besturen DC-motoren Introductie Relaistechniek Halfgeleider techniek essie 2: Halfgeleider techniek; de Darlington uteurs: M.J. ermaning R.D.R

Nadere informatie

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring 1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS Opmerkingen 1. Schrijf bovenaan elk papier je naam. 2. Nummer elke bladzijde. 3. Schrijf op de eerste pagina het totale aantal bladen dat je inlevert.

Nadere informatie

Elektrische techniek

Elektrische techniek AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 . Zowel in huis als bij voertuigen heb je met elektriciteit te maken. Hoe zit een meterkast in elkaar? Hoe werkt een elektrisch ontstekingssysteem van een motor?

Nadere informatie

5 Weerstand. 5.1 Introductie

5 Weerstand. 5.1 Introductie 5 Weerstand 5.1 Introductie I n l e i d i n g In deze paragraaf ga je verschillende soorten weerstanden bestuderen waarvan je de weerstandswaarde kunt variëren. De weerstand van een metaaldraad blijkt

Nadere informatie

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Opbouw van een frequentieregelaar Alle typen frequentieregelaars werken volgens hetzelfde hoofdprincipe, zie fig. 1. Hierbij wordt de driefasenspanning van

Nadere informatie

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen. Weerstand stroombeperking voor LED s Om de stroom door een LED te beperken wordt een weerstand toegepast. Maar hoe hoog moet de waarde van zo n weerstand eigenlijk zijn? In de dagelijkse praktijk wordt

Nadere informatie

Het element is een spoel die op de trafo gewikkeld is. De trafo heeft een secundaire wikkeling waarop het relais aangesloten is.

Het element is een spoel die op de trafo gewikkeld is. De trafo heeft een secundaire wikkeling waarop het relais aangesloten is. Metingen aan aardlekschakelaars. Als experiment is gemeten aan twee typen aardlekschakelaars: 1. Het oude type de AC aardlekschakelaar die ongeveer tot tot 1997 is toegepast. 2. Het nieuwe type de A aardlekschakelaar

Nadere informatie

Ontstekingssignaalgevers

Ontstekingssignaalgevers Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Will Verkuijl 19 june 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/30798 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 6

Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 6 Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 6 ISBN 978-90-79302-12-3 Steele B.V Ep Gernaat 1 Ontsteking 1.1 Basis-instellingen van de ontsteking Voor een 4-cilinder motor kunnen we gebruik maken van

Nadere informatie

Repetitie Elektronica (versie A)

Repetitie Elektronica (versie A) Naam: Klas: Repetitie Elektronica (versie A) Opgave 1 In de schakeling hiernaast stelt de stippellijn een spanningsbron voor. De spanningsbron wordt belast met weerstand R L. In het diagram naast de schakeling

Nadere informatie

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5.

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5. Beschrijving 3 4 5 Plaatsing componenten. ansluitingen. Huis 3. Permanente magneet 4. nker 5. Klep = Luchtstroom -polige stelmotor Universele informatie Sensoren en stelelementen 6 V 8 4 8 6 4 = Uit; =

Nadere informatie

natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei totale examentijd 3,5 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

Vari-Met CDI module Handleiding V1.0

Vari-Met CDI module Handleiding V1.0 Gefeliciteerd met de aankoop van uw Vari-Met CDI module! Wij hopen dat u vele veilige en comfortabele kilometers zal maken met deze CDI module. De Vari-Met CDI is een digitale CDI in tegenstelling tot

Nadere informatie

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3). jaar: 1989 nummer: 09 Men heeft een elektrisch schakelelement waarvan we het symbool weergeven in figuur 1. De (I,U) karakteristiek van dit element is weergegeven in de nevenstaande grafiek van figuur

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 9.00-11.00 uur ELEKTROTECHNIEK CSE KB Gebruik waar nodig de bijlage formulelijst. Dit examen bestaat uit 50 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60

Nadere informatie

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie 4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen,

Nadere informatie

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed). Uitwerkingen 1 Opgave 1 Twee Opgave 2 30 x 3 = 90 Opgave 3 Volt (afgekort V) Opgave 4 Voltmeter (ook wel spanningsmeter genoemd) Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet

Nadere informatie

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter Naam: Klas: Practicum: Kantelfrequentie en resonantiefrequentie Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter Eventueel

Nadere informatie

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Oefeningen Elektriciteit II Deel II Oefeningen Elektriciteit II Deel II Dit document bevat opgaven die aansluiten bij de cursustekst Elektriciteit II deel II uit het jaarprogramma van het e bachelorjaar industriële wetenschappen KaHo Sint-ieven.

Nadere informatie

E. Gernaat (ISBN ), uitgave Overzicht meest toegepaste CR-hogedrukpompen

E. Gernaat (ISBN ), uitgave Overzicht meest toegepaste CR-hogedrukpompen Dieselmanagement (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1), uitgave 2012 1 Overzicht meest toegepaste CR-hogedrukpompen 1.1 De Denso HP2-hogedrukpomp In het jaar 2000 komt de hogedrukpomp HP2 van Denso op

Nadere informatie

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4 1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 µa. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 µa R = 50V 2µA R = 2,5 10

Nadere informatie

Meetverslag. Opdracht meetpracticum verbreding Elektrotechniek WINDESHEIM

Meetverslag. Opdracht meetpracticum verbreding Elektrotechniek WINDESHEIM Meetverslag Opdracht meetpracticum verbreding Elektrotechniek 2012-2013 WINDESHEIM Auteur: Martin van der Kevie & Marten Jongsma s1030766 & s1029432 PTH Werktuigbouwkunde/Mechanische techniek Martin van

Nadere informatie

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen NATUURKUNDE Havo. Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen Schoolexamen Havo-5: SE4: Na code:h5na4 datum : 11 maart 2009 tijdsduur: 120 minuten. weging: 30%. Onderwerpen: Systematische

Nadere informatie

Onderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken.

Onderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken. Experiment 5 5 Onderdelen van een autonome PV-installatie Onderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken. grondplaat 1 zonnemodule 1 halogeenlamp 1 motor

Nadere informatie

Ontstekingstijdstip controleren

Ontstekingstijdstip controleren Ontstekingstijdstip controleren Interval: in principe een eenmalige klus. Hoe werkt het? De V50 Nato is een viertakt motor. Dat betekent dat in vier slagen (inlaatslag, compressieslag, arbeidslag en uitlaatslag)

Nadere informatie

Uitwerking LES 22 N CURSSUS

Uitwerking LES 22 N CURSSUS 1) C In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten worden. Wat is de juiste schakeling? A) schakeling 3 ( dit is de

Nadere informatie

Uitwerking examen e tijdvak

Uitwerking examen e tijdvak Uitwerking examen 2016 1 e tijdvak Let op: het is noodzakelijk om de formule op te schrijven en duidelijk aan te geven welke grootheid er wordt uitgerekend!! Vraag 1. (vanaf een frequentie van) 20000 Hz

Nadere informatie

Back to basics: V4-meting bij dutycycle

Back to basics: V4-meting bij dutycycle pagina 1 van 10 Nieuws Back to basics: V4-meting bij dutycycle sturing 141 17 label: werkplaats & onderhoud 3 jan In de serie Back to basics behandelden we eerder al de V4-meting. Als je de spanning over

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06.

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06. LABO Elektriciteit OPGAVE: Datum van opgave:.../ /... Datum van afgifte:.../ /... Verslag nr. : 06 Leerling: Karakteristieken van synchrone generatoren Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Totaal :.../100

Nadere informatie

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 6 Het gedrag van een condensator in een schakeling... 7 Opgaven... 8 Opgave: Alarminstallatie... 8 Opgave:

Nadere informatie

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat. Uitwerkingen 1 A Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat. Een ideale spanningsbron levert bij elke stroomsterkte dezelfde spanning.

Nadere informatie

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN 9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN Een parallelschakeling komt in de praktijk vaker voor dan een serieschakeling van verbruikers. Denken we maar aan alle elektrische apparaten die aangesloten zijn op

Nadere informatie

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1 Nota s: Energie voor de lamp 1. Probleemstelling 50 2. Transport van elektriciteit in een kring 50 2.1. Wat is een elektrische stroomkring? 50 2.2. Stromen van water - stromen van elektriciteit 51 2.3.

Nadere informatie

MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN

MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN Elektrische functie printen MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN 147 MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Beschrijving Een elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties

Nadere informatie

Bobineverhaaltje door Eelke van Teijens paginanummer 1

Bobineverhaaltje door Eelke van Teijens paginanummer 1 Bobineverhaaltje door Eelke van Teijens paginanummer 1 Bobines. Inhoudsopgave: *Inleiding **Beschrijving van de werking van het ontstekingssysteem met één bobine ***Het laagspanningscircuit (met conclusies)

Nadere informatie

Transmissietechniek in motorvoertuigen (4)

Transmissietechniek in motorvoertuigen (4) Transmissietechniek in motorvoertuigen (4) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-02-4) 1 Transmissie met Continu Variabele Transmissie (CVT) Fig. 4.1 geeft een opgewerkte opstelling van een CVT-versnellingsbak

Nadere informatie

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma. Elektrische Netwerken 21 Opgaven bij hoofdstuk 9 9.1 Geef de complexe weergave van deze tijdsfuncties: u 1 =!3.sin(Tt+0,524) V; u 2 =!3.sin(Tt+B/6) V; u 3 =!3.sin(Tt+30 ) V. (Klopt deze uitdrukking?) 9.2

Nadere informatie

Inleiding elektronica Presentatie 1

Inleiding elektronica Presentatie 1 Inleiding elektronica Presentatie 1 2 Versie: 18 augustus 2014 Inleiding Elektronica Presentatie 1 16-9-2013 Praktische Elektronica, talk of the day! 2 1 Doel van deze module Herkennen van de algemene

Nadere informatie

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting Praktische-opdracht door een scholier 1084 woorden 30 augustus 2011 7,3 5 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Enkelzijdige en Stein Hendriks (TNP3.2) 1. Doel

Nadere informatie

De condensator en energie

De condensator en energie De condensator en energie Belangrijkste onderdelen in de proeven De LEGO-condensator De condensator heeft een capaciteit van 1 Farad en is beschermd tegen een overbelasting tot 18 Volt. Wanneer de condensator

Nadere informatie

Elementaire meettechniek (1)

Elementaire meettechniek (1) Elementaire meettechniek (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Inleiding tot het autotechnisch meten 1.1 Apparatuur voor het stellen van diagnoses De tijd dat diagnoses werden gesteld door alleen naar

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten) Q2-1 Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten) Neem voor het begin van deze opgave de algemene instructies uit de aparte enveloppe door! Inleiding Bistabiele niet-lineaire halfgeleider

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie . Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen

Nadere informatie

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken. Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20 Labo Elektriciteit OPGAVE: Datum van opgave: / /... Datum van afgifte: Metingen op driefasige gelijkrichters / /... Verslag nr. : 03 Leerling: Assistenten: Evaluatie:.../10 Theorie :.../... Benodigdheden:.../9.../10

Nadere informatie

Magneetschakelaars: technische eigenschappen

Magneetschakelaars: technische eigenschappen Magneetschakelaars: technische eigenschappen Elektrische eigenschappen omschrijving modulaire magneetschakelaars voor DIN-rail montage hulpcontact norm IEC 61095 type Magn.schak Magneetschakelaar handbediening

Nadere informatie

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.

Nadere informatie

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF NETWERKEN EN DE WETTEN VN KIRCHHOFF 1. Doelstelling van de proef Het doel van deze proef is het bepalen van de klemspanning van een spanningsbron, de waarden van de beveiligingsweerstanden en de inwendige

Nadere informatie

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 5 Opgaven... 6 Opgave: Alarminstallatie... 6 Opgave: Gelijkrichtschakeling... 6 Opgave: Boormachine... 7 1/7

Nadere informatie

De wet van Ohm anders

De wet van Ohm anders De wet van Ohm anders Elektrische stroom gaat niet altijd even gemakkelijk door een stroomdraad. Soms gaat het zelfs erg moeilijk of bijna niet. We zeggen dan: de draad heeft een weerstand. Er moet moeite

Nadere informatie

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 8

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 8 elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.

Nadere informatie

Rijdynamica van motorvoertuigen (3)

Rijdynamica van motorvoertuigen (3) Rijdynamica van motorvoertuigen (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-8-7) 1 Schokdemping 1.1 Dempingsfactor De beweging van de afgeveerde massa zou in de praktijk zonder schokdemping slechts in geringe mate

Nadere informatie

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde 2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 Woensdag 28 augustus, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS 12 juli 2000 72 --- 13 de internationale olympiade De magnetische schijf 2,5 uur Geef in dit experiment een schatting

Nadere informatie

Digitale Ontstekingssystemen. BSA Technische Dag A.J. Galama

Digitale Ontstekingssystemen. BSA Technische Dag A.J. Galama Digitale Ontstekingssystemen BSA Technische Dag 2016 02 20 A.J. Galama Digitale ontstekingen Wat zijn het?, Electronische apparaten waarbij vervroegingscurves (ontstekingstijdstip vs krukaspositie) en

Nadere informatie

HELP, DE ACCU LOOPT LEEG. Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE

HELP, DE ACCU LOOPT LEEG. Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE HELP, DE ACCU LOOPT LEEG Technische Avond van Old-Timers Oirschot, Oirschot, 17 juni 2005 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Werking van het laadcircuit 3. Controle van het laadcircuit 4. Reparaties en afregeling

Nadere informatie

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen 6. Afronding hoofdstuk 2 6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen Inleiding Bij de introductie van dit hoofdstuk heb je je georiënteerd op het onderwerp van dit hoofdstuk

Nadere informatie