Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de omvang van en de reactie op slachtofferschap van Securail

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de omvang van en de reactie op slachtofferschap van Securail"

Transcriptie

1 Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de omvang van en de reactie op slachtofferschap van Securail Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Criminologische Wetenschappen door ( ) Dumeez Nele Academiejaar Promotor : Commissarissen : Dhr. Cools Mevr. Van der Burght Mevr. De Wree

2

3 TREFWOORDENLIJST NMBS Securail Slachtofferhulp Slachtofferschap Veiligheidsagenten i

4 WOORD VOORAF Naar aanleiding van het behalen van de graad Master in de Criminologische Wetenschappen, schreef ik een masterproef rond het onderwerp Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de omvang en de reactie op slachtofferschap van Securail. Hierbij wil ik kort mijn dank betuigen aan alle mensen die me bij het schrijven van de masterproef hebben bijgestaan. Vooreerst wil ik alle veiligheidsagenten bedanken die enquêtes hebben ingevuld en/of me te woord stonden bij de interviews. Daarnaast wil ik alle District Security Managers bedanken voor hun medewerking tijdens het afnemen van de enquêtes, alsook Mevr. Geyssens die mijn vaste contactpersoon was bij de dienst Corporate Security Service. Tot slot zou ik graag mijn promotor en begeleidende assistente willen bedanken voor de goede ondersteuning gedurende dit hele proces. ii

5 INHOUDSOPGAVE Trefwoordenlijst...i Woord vooraf..ii Inhoudsopgave...iii Lijst van gebruikte afkortingen. vii Lijst van figuren en tabellen..ix Hoofdstuk 1: Inleiding en probleemstelling Inleiding Probleemstelling Structuur... 7 Hoofdstuk 2: Oprichting van Securail binnen NMBS-Groep Inleiding Structuur NMBS-Groep Europa Organigram Corporate Security Service Ontstaan Organigram B-Security Securail Securail Besluit Hoofdstuk 3: Securail Inleiding Veiligheidsdienst Ontstaan van Securail Toestand voor het ontstaan Securail Toestand na het ontstaan Securail Taken en bevoegdheden Taken Preventief Proactief Repressief Curatief Bevoegdheden Hoofdstuk III bis van de wet van 10 april a. Identificatie b. Vatting c. Veiligheidscontrole d. Gebruik van handboeien e. Gebruik van spuitbus iii

6 Wet van 25 juli 1891 op de politie der spoorwegen a. Opstellen van proces-verbaal Enkele kritische bemerkingen bij de bevoegdheden Het gebruik van de handboeien Gebruik van de spray Roep tot meer bevoegdheden De werking van Securail Stationsploegen Treinbrigades Mobiele brigades Security Operations Center Vergelijking met andere Openbare vervoersmaatschappijen Inleiding De veiligheidsdiensten uitgeklaard De Lijn TEC MIVB NMBS-Groep Besluit Hoofdstuk 4: Actoren die instaan voor veiligheid in en rond het spoor Inleiding Maatschappelijke context en algemeen kader Veiligheidsproblematiek wordt steeds belangrijker Geïntegreerd veiligheidsbeleid Werkgebied van de NMBS-Groep Ontwikkelen van partnership Federale Politie: SPC Lokale autoriteiten en politiediensten Procureurs des Konings Federale overheden Intra-Groep partners Besluit Hoofdstuk 5: Agressie Inleiding Begripsomschrijving Agressie in het openbaar vervoer Inleiding Definitie pbouw van geweldsdelicten Ontstaan Escalatie Afloop Besluit iv

7 Hoofdstuk 6: Slachtofferschap bij Securail Inleiding Methodologische keuzes Doelstelling van het onderzoek Ontwerp van het onderzoek De steekproef Definities en operationalisering Onderzoeksmethode: survey Onderzoeksinstrument: de vragenlijst Data-analyse Slachtofferschap: omvang en de verschijningsvormen Algemene kenmerken van de steekproef Geslacht van de respondenten Leeftijd van de respondenten Taal van de respondenten Indeling respondenten naar de verschillende districten Nationaliteit van de respondenten Dienstjaren van de respondenten Jobtevredenheid Specifieke kenmerken van de steekproef Onveiligheidsgevoelens Slagen en verwondingen Lichte geweldpleging Bedreigingen Belediging Discriminatie Seksuele intimidatie Slachtofferschap collega s Officiële gegevens van CSS Gevolgen van slachtofferschap Impact van het slachtofferschap Verschillende diensten slachtofferzorg Besluit...71 Hoofdstuk 7: Behoeften veiligheidsagenten achterhaald Inleiding Methodologische keuzes Doelstelling van het onderzoek Ontwerp van het onderzoek Onderzoeksmethode: kwalitatief onderzoek Fenomenologisch onderzoek Dataverzamelingstechniek: het interview Data-analyse Analyse van de interviews: de gevolgen en de behoeften van de slachtoffers Inleiding Gevolgen van het slachtofferschap...76 Lichamelijke gevolgen Psychologische gevolgen Behoeften van slachtofferschap De fysiologische behoeften.87 De veiligheidsbehoeften..88 v

8 Behoefte aan liefde, affectie, erbij horen, Besluit Hoofdstuk 8: Conclusies en aanbevelingen Inleiding Prevalentie slachtofferschap bij de veiligheidsagenten Gevolgen en behoeften voortvloeiend uit het slachtofferschap Besluit Bibliografie. 105 Bijlagen. i Bijlage 1: Evolutie personeelskader en cameragebruik.....ii Bijlage 2: Organigram NMBS-Groep..iii Bijlage 3: Organigram CSS op directieniveau.....iv Bijlage 4: Organigram CSS op regionaal niveau.. v Bijlage 5: Werkfiche van de veiligheidsagent....vi Bijlage 6: Risicolijnen..vii Bijlage 7: Gebruik openbaar vervoer....viii Bijlage 8: Tewerkstelling veiligheidsagenten.. ix Bijlage 9: Procedure enquêteverzameling....x Bijlage 10: Nederlandstalige vragenlijst...xii Bijlage 11: Franstalige vragenlijst.. xviii Bijlage 12: Cijfergegevens bij hoofdstuk 7...xxiv Bijlage 13: Vragenlijst interviews.. xlv Bijlage 14: Agressieformulier.xlvii Bijlage 15: Behoeftepiramide Maslow xlviii vi

9 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN API CI CMK CPS CSD CSS District CE District NO District NW District ZO District ZW DIV DSM EU FOD KB MB MIVB MOF NCR NMBS NVP PdK RW Assistant Post Incident Critical Incident Centrale Meldkamer Corporate Prevention Services Corporate Security District Corporate Security Service District Centrum District Noordoost District Noordwest District Zuidoost District Zuidwest Databank voor identificatie van voertuigen District Security Manager Europese Unie Federale overheidsdienst Koninklijk Besluit Ministerieel Besluit Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel Als misdaad omschreven feit National Control Room Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Nationaal Veiligheidsplan Procureur des Konings Rijkswacht vii

10 SOC SPC SPSS SRWT TBT TEC WGP WODC ZVP Security Operations Center Spoorwegpolitie Statistical Package for the Social Sciences Société Régionale Wallone du Transport Treinbrigade/ Brigade de Train Transport en Commun Wet op de Geïntegreerde Politie Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Zonaal Veiligheidsplan viii

11 LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN Figuur 1 Slachtofferschap 2009 Figuren Figuur 2 Agressietypes Figuur 3 Slachtofferschap eerste drie maanden van 2010 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Toestand voor Securail Toestand met Securail Agressie Figuur 7 Effectieven bij CSS: Man/vrouw verhouding op februari 2010 Figuur 8 Figuur 9 Figuur 10 Figuur 11 Figuur 12 Figuur 13 Figuur 14 Figuur 15 Figuur 16 Figuur 17 Figuur 18 Figuur 19 Figuur 20 Figuur 21 Figuur 22 Slachtofferschap van slagen en verwondingen Spreiding naargelang de districten Spreiding naargelang de leeftijd Gebruik wapen bij slagen en verwondingen Slachtofferschap van lichte geweldpleging Gebruik wapen bij lichte geweldpleging Slachtofferschap bedreigingen Gebruik wapens bij bedreigingen Slachtofferschap beledigingen Slachtofferschap discriminatie Slachtofferschap seksuele intimidatie Slachtofferschap collega veiligheidsagent Vormen slachtofferschap collega Officiële cijfergegevens CSS: agressie tegen veiligheidsagenten ( ) Cijfergegevens CSS versus cijfergegevens survey ix

12 Tabellen Tabel 1 Geslacht van de respondenten Tabel 2 # Operationeel personeel bij CSS: situatie op februari 2010 Tabel 3 % Operationeel personeel bij CSS: situatie op februari 2010 Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7 Tabel 8 Tabel 9 Tabel 10 Tabel 11 Tabel 12 Tabel 13 Tabel 14 Tabel 15 Tabel 16 Tabel 17 Tabel 18 Tabel 19 Tabel 20 Tabel 21 Tabel 22 Tabel 23 Leeftijd van de respondenten Taal van de respondenten Indeling van de respondenten naargelang de districten Dienstjaren van de respondenten Jobtevredenheid Onveiligheidsgevoelens Verklaringen onveiligheidsgevoelens Vergelijking onveiligheidsgevoelens met een jaar geleden Verklaringen voor eventuele veranderingen in de onveiligheidsgevoelens Slachtoffer slagen en verwondingen Slagen en verwondingen laatste 12 maanden Gebruik wapen bij slagen en verwondingen Gebruik wapen + soort wapen bij slagen en verwondingen Slachtoffer lichte geweldpleging Slachtoffer lichte geweldpleging laatste 12 maanden Gebruik wapen bij lichte geweldpleging Gebruik wapen + soort wapen bij lichte geweldpleging Slachtoffer bedreiging Slachtoffer bedreiging laatste 12 maanden Gebruik wapen bij bedreiging x

13 Tabel 24 Tabel 25 Tabel 26 Tabel 27 Tabel 28 Tabel 29 Tabel 30 Tabel 31 Tabel 32 Tabel 33 Gebruik wapen + soort wapen bij bedreigingen Slachtoffer beledigingen Slachtoffer beledigingen laatste 12 maanden Slachtoffer discriminatie Slachtoffer discriminatie laatste 12 maanden Slachtoffer seksuele intimidatie Slachtoffer seksuele intimidatie laatste 12 maanden Slachtofferschap collega veiligheidsagent Vormen slachtofferschap collega veiligheidsagent Officiële cijfergegevens CSS slachtofferschap Tabel 34 Vergelijking CSS met survey (2009) Tabel 35 Tabel 36 Tabel 37 Tabel 38 Tabel 39 Gevolg slachtofferschap Soorten gevolgen slachtofferschap Melding slachtofferschap Soorten voorzieningen voor slachtofferschap Waarom wel of niet beroep doen op de voorzieningen? xi

14 Hoofdstuk 1: Inleiding en probleemstelling 1.1 Inleiding Vanuit de criminologie heeft de wetenschappelijke belangstelling voor het slachtoffer de afgelopen decennia een felle opmars gekend. De victimologie heeft een stevige en gevestigde positie verworven in het criminologisch landschap en richt zich onder meer op het in kaart brengen van het slachtofferschap en de financiële, sociale en -psychologische impact van victimisering, de band tussen victimisering en onveiligheidsgevoelens, 1 De belangstelling voor het slachtoffer kwam echter voor een groot deel voort uit de criminologische vraagstelling waarbij de vroegste victimologen de verklaring van de criminaliteit wensten te verbreden. Aan de bestaande theorieën over oorzaken van criminaliteit werd een extra element toegevoegd, met name de rol van het slachtoffer. 2 Hierbij vond een dynamisch interactieproces plaats tussen de dader en het slachtoffer waar bij het merendeel van de inbreuken de betrokken personen geen onbekenden waren voor elkaar. 3 De Amerikaanse criminoloog Wolfgang introduceerde hierbij de term victim precipitation waarbij niet enkel dader en slachtoffer als bekenden werden aanzien maar waarbij het slachtoffer in vele gevallen, al dan niet bewust, aanleiding gaf tot het delict. 4 Van een slachtoffervriendelijke benadering was bij de eerste victimologen nauwelijks sprake. Ook andere auteurs zoals Mendelsohn en Von Hentig zetten deze trend gestaag verder. 5 Bezien vanuit hedendaagse victimologisch perspectief zet de trend van victim blaming zich verder. Na de eerste slachtofferonderzoeken die de dader-slachtoffer relatie exploreerden, stelde men in de loop van de jaren slachtofferonderzoeken op die bedoeld waren om tegemoet te komen aan de tekortkomingen van de officiële criminaliteitsstatistieken. De slachtofferenquête en de self-report-enquête zijn gebaseerd op rapportage van individuen 1 DAEMS, T., Een sociologische verkenning van victimisering, Panopticon. 2007, 28 (1), BOUTELLIER, H., Solidariteit en slachtofferschap: de morele betekenis van criminaliteit in een postmoderne cultuur, Nijmegen, SUN, 1993, BOGAERTS, S. (2009/01/23), Spiegelingen tussen daders en slachtoffers [WWW]. Tilburg University: [20/04/2010]. 4 WITTEBROOD, K., Slachtoffers van criminaliteit: feiten en achtergronden, Den Haag, SCP, 2006, BOUTELLIER, H., O.c.,

15 over eigen ervaringen met slachtofferschap en eigen ervaringen met daderschap. 6 Deze enquêtes maakten een vollediger en waarheidsgetrouwer beeld van de criminaliteit mogelijk. 7 Een derde belangrijke ontwikkeling die het victimologische onderzoek kenmerkt, werd bewerkstelligd door de feministische beweging. Zij dwong tegen het einde van de jaren 60 maatschappelijke erkenning af voor het slachtofferschap. Deze beweging zorgde ervoor dat de victimologie zich ging toespitsen op acties, interventies en opvanginitiatieven ten behoeve van vrouwelijke slachtoffers van seksueel en intrafamiliaal geweld. 8 In het verlengde van deze acties binnen de victimologie kwamen steeds meer goede bedoelingen met betrekking tot de slachtofferbejegening naar voor. De bekommernis van psychologen en psychiaters voor slachtoffers heeft de laatste 30 jaar geleid tot een netwerk van voorzieningen voor slachtoffers. 9 Bijkomend kwamen ook de noden en de behoeften van het slachtoffer steeds meer aan bod. Het is vanuit deze interesse voor de noden en behoeften van het slachtoffer dat deze masterproef is gegroeid. 1.2 Probleemstelling Het openbaar vervoer maakt moeilijke tijden door als we de media mogen geloven. Steeds vaker treffen we in de media berichten aan over personeel van de openbare vervoersmaatschappijen dat het slachtoffer werd van geweld tijdens de uitoefening van hun job. Uit recent cijfermateriaal van NMBS-Groep blijkt dat het aantal gevallen van verbale en fysieke agressie tegen treinpersoneel in de eerste elf maanden van vorig jaar met 27 % is gestegen ten opzichte van Het treinpersoneel van NMBS-Groep werd maar liefst keer het mikpunt van agressie of bedreiging gedurende de eerste elf maanden van 2009 terwijl dit er in heel 2008 slechts 936 waren. 10 Bij de opvraging van de cijfergegevens bij CSS bleek dat het eindtotaal van 2009 maar liefst agressiegevallen waren. Van dit totaal merken we dat 11 % ingevuld wordt door Securail (zie Figuur 1). 6 MULLER,E.R., Veiligheid: studies over inhoud, organisatie en maatregelen, Antwerpen, Kluwer, 2004, AERTSEN,I., Slachtoffer-daderbemiddeling: een onderzoek naar de ontwikkeling van een herstelgerichte strafrechtsbedeling, Leuven, Universitaire pers, 2004, FISHER, B.S.& LAB,S.P., Encyclopedia of Victimology and Crime Prevention, California, SAGE Publications, 2010, VAN DIJK,J.J.M., Slachtoffers als zondebokken, Antwerpen, Malku, 2008, YSEBEART, T. (2010/02/12), Agressie op treinpersoneel met kwart toegenomen [WWW]. Corelio: [14/02/2010]. 2

16 Figuur 1 Slachtofferschap Van deze 110 agressiegevallen, zijn er 46 veiligheidsagenten slachtoffer van slagen en verwondingen, 39 veiligheidsagenten slachtoffer van lichte geweldpleging, 51 veiligheidsagenten slachtoffer van bedreigingen en 19 slachtoffer van beledigingen (zie Figuur 2). Figuur 2 Agressietypes bedreigingen 33% slagen en verwondingen 30% beledigingen 12% lichte geweldpleging 25% In de eerste maanden van 2010 is het geweld tegenover treinpersoneel opnieuw toegenomen. In januari en februari kwamen er 91 meldingen van fysieke agressie binnen tegenover 71 in januari Vakbonden vrezen dat de situatie in maart en april van dit jaar alleen maar gaat verslechten. 11 Bij het updaten van deze cijfergegevens merken we voor de eerste drie 11 X (2010/04/21), Geweld in treinen stijgt fors [WWW]. Corelio: [21/04/2010]. 3

17 maanden al 74 agressiegevallen tegen veiligheidsagenten van NMBS-Groep gewaar (zie Figuur 3). Figuur 3 Slachtofferschap eerste drie maanden van Van deze 74 agressiegevallen, zijn er 19 veiligheidsagenten slachtoffer van slagen en verwondingen, 20 veiligheidsagenten slachtoffer van lichte geweldpleging, 27 veiligheidsagenten slachtoffer van bedreigingen en 8 slachtoffer van beledigingen. Als de eerste drie maanden van 2010 worden vergeleken met de eerste drie maanden van 2009 merken we een stijging met 44 agressiegevallen. Alarmerend hierbij is dat Securail de hoogste stijging waarneemt t.o.v. de andere personeelsleden van NMBS-Groep. Voor treinbegeleiders is dit slechts een stijging van 21 agressiegevallen en bij het treinpersoneel een toename van 14 agressiegevallen. Bij het verkooppersoneel en de andere merken we een kleine afname, van respectievelijk 6 en 1 agressiegevallen. Bij MIVB merken we een lichte stijgende trend. 12 Bij De Lijn blijkt dat de eerste zes maanden van 2009 alleen reeds voldoende waren voor bijna evenveel agressie-incidenten als in heel Nog opmerkelijk was dat uit het onderzoek bleek dat de aard van het probleem ongewijzigd bleef. Verbale agressie tegen 12 De Brusselse maatschappij voor openbaar vervoer noteerde in gevallen van fysiek geweld tussen reizigers en 127 gevallen tegen personeel op bussen, trams en metro. In 2008 waren dit er respectievelijk 539 en 150. De verbale agressie is echter toegenomen van 503 naar 549 geregistreerde gevallen; X (2010/02/12), Agressie stijgt op spoor, daalt op Brussels net [WWW]. Corelio: [28/03/2010]. 13 Zo werden er in het eerste semester van vorig jaar incidenten gemeld, terwijl dat dit er in heel waren. 4

18 chauffeurs en passagiers is en blijft dus het grootste probleem, gevolgd door fysieke agressie. 14 Bij de relevantie van deze cijfergegevens zijn enkele kritische bedenkingen op hun plaats. De steeds toenemende stijging van agressie in het openbaar vervoer wordt in de media als een feit naar voor geschoven zonder enige vraagstelling. Kan men wel van een spectaculaire stijging spreken? Is het niet eerder de toenemende aandacht die weerspiegeld wordt in dit cijfermateriaal? Veiligheid blijft een fundamenteel recht van elke klant en personeelslid in de treinen en de stations. Daarom investeert NMBS-Holding jaarlijks in drie pijlers: meer veiligheidsmensen op het terrein, hechtere samenwerking met politiediensten en gebruik van technische hulpmiddelen. 15 We merken hierbij een stijging van veiligheidsagenten enerzijds en toenemend cameragebruik anderzijds. 16 Ook de vele veiligheidscampagnes zullen ongetwijfeld de opmerkzaamheid van de reizigers hebben doen toenemen. Vanaf 29 januari 2008 begon NMBS-Groep uit te pakken met opvallende affichecampagnes rond veiligheid in en rond de stations met name, David ziet je wel zitten, Mourad heeft een oogje op jou en Heb je Sofie haar nummer al?. 17 De boodschap hierbij is dat het veiligheidspersoneel steeds ten dienste van de reizigers staat. De beelden tonen tevens de nieuwe, opvallende rode uniforms waardoor de herkenbaarheid van deze dienst bij het publiek wordt bevorderd. 18 In 2009 merkten we de opkomst van een hoffelijkheidcampagne die de reizigers oproept om hoffelijk te zijn, ten opzichte van elkaar maar ook ten opzichte van het trein- en stationspersoneel. 19 Dit zal ongetwijfeld allemaal een rol spelen bij de totstandkoming van deze cijfers. Geïnspireerd door deze zeer actuele problematiek besloot ik in overleg met de Corporate Security Service van NMBS-Groep om mijn masterproef te wijden aan het slachtofferschap van de veiligheidsagenten van NMBS-Groep. Deze recente opgerichte veiligheidsdienst komt 14 HERMANS, D. (2010/02/07), Agressie op de bus blijft zorgwekkend[www]. Corelio: [09/02/2010]. 15 X (z.d.), Veiligheid [WWW]. NMBS-Holding: [15/04/2010]. 16 Zie Bijlage X (2008/01/29), Communicatiecampagne moet veiligheidsgevoel verhogen [WWW]. NMBS-Holding: [14/04/2010]. 18 X, Veiligheidspersoneel NMBS in nieuw opvallend uniform, Private Veiligheid. 2008, 36, X (z.d.), Hoffelijkheidcampagne 2009 [WWW]. NMBS-Holding: [14/04/2010]. 5

19 tijdens de uitoefening van de job vaak in aanraking met problematische situaties waarbij de kans op slachtofferschap sterk aanwezig is. Bij het proberen ontrafelen van wat er al gekend was over het slachtofferschap bij Securail werd al snel duidelijk dat onderzoek miniem tot onbestaand was. Met deze masterproef wil ik dan ook een eerste aanzet geven en het verder onderzoek naar dit onderbelicht maar toch brandend actueel thema inzake agressie stimuleren. Om dit te kunnen verwezenlijken, kwam ik tot de volgende vraagstelling: 1. Hoe vaak komt slachtofferschap voor bij veiligheidsagenten? 2. Sluiten de opvangmogelijkheden georganiseerd door NMBS-Groep aan bij de noden en de behoeften van veiligheidsagenten? De eerste onderzoeksvraag heeft hoofdzakelijk tot doel inzicht te krijgen in de aard en de omvang van het slachtofferschap bij de veiligheidsagenten. Aangezien slachtofferenquêtes de ruggengraat vormen van de empirische victiminologie is het ook evident dat het onderzoek naar de omvang, de verdeling over de verschillende districten en de aard van het slachtofferschap gebeurt aan de hand van deze methode. 20 Tevens wordt deze methode gebruikt om te polsen naar welke opvangmogelijkheden er binnen NMBS-Groep gekend zijn bij de veiligheidsagenten. Dit zal de aanzet geven tot het beantwoorden van de tweede onderzoeksvraag. De tweede onderzoeksvraag heeft tot doel om de werking van de verschillende slachtoffervoorzieningen en de ervaringen en noden van de slachtoffers te schetsen. Aan de hand van diepte-interviews met veiligheidsagenten zal worden nagegaan in hoeverre de hulpverlening binnen NMBS-Groep is ontwikkeld en hoe deze bejegening wordt ervaren. Naast het algemeen wetenschappelijk belang van de analyse van het standpunt van het slachtoffer is dit ook van belang op het beleidsvlak. Deze benadering promoot een meer democratische vorm van beleid die daadwerkelijk rekening houdt met de uiteenlopende hoop en verwachtingen die de slachtoffers koesteren. Met deze masterproef hoop ik een bijdrage te leveren aan het vertalen van deze noden en behoeften en enkele aanbevelingen te doen naar de toekomst toe. 20 VAN DIJK, J.J.J., Het victiminologisch perspectief in het verleden, heden en toekomst, Tijdschrift voor criminologie. 1997, 39 (4),

20 1.3 Structuur In het eerste hoofdstuk wordt geformuleerd wat wordt onderzocht, waarom en hoe. In onze huidige samenleving kan men zich moeilijk van de indruk ontdoen dat in de media geweld tegen functionarissen in het openbaar vervoer telkens weer benadrukt wordt. Deze vaststelling staat centraal in de masterproef. Het is dan ook de eerste betrachting om na te gaan in hoeverre deze uitspraken over het vermeende stijgende geweld nu veralgemeenbaar zijn naar de veiligheidsagenten van NMBS-Groep. Hoe vaak komt het slachtofferschap voor bij de veiligheidsagenten van NMBS-Groep? Hierop voortbouwend wordt nagegaan of de opvangmogelijkheden van NMBS-Groep aansluiten op de noden en behoeften van deze slachtoffers. Deze onderzoeksvragen fungeren als kapstok waarrond de hele masterproef is opgebouwd. Vooraleer dieper wordt ingegaan op het gevoerde empirisch onderzoek, kan de masterproef niet voorbijgaan aan een overzicht van de structuur, de organisatie en de opdrachten van de NMBS-Groep waarbinnen de dienst Securail gekaderd dient te worden. Dit wordt grondig bekeken in hoofdstuk 2. In het derde hoofdstuk volgt een korte uiteenzetting van de relevante wetgeving die van toepassing is op de veiligheidsagenten van NMBS-Groep. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid alsook de verschillende KB s en MB s die van toepassing zijn op de veiligheidsagenten. Daarnaast wordt een vergelijking gemaakt met twee andere openbare vervoersmaatschappijen, zijnde De Lijn en MIVB. In het vierde hoofdstuk zal een beeld worden geschetst van de relevante partners die werkzaam zijn inzake veiligheid op het spoor. Daarbij zal achtereenvolgens worden ingegaan op de politie, de lokale en de federale overheden en het parket en de interventiediensten. In het vijfde hoofdstuk wordt kort stilgestaan bij wat agressie nu juist inhoudt. Veel definities worden in de literatuur aangetroffen maar vanuit deze masterproef wordt een eigen invalshoek geopteerd. Deze invalshoek is van belang bij het operationaliseren van het slachtofferschap. 7

21 Na de algemene inleidende beschouwingen wordt duidelijk dat Securail, als relatief nieuwe veiligheidspartner van NMBS-Groep, waakt over de veiligheid van reizigers en personeel in en rond het station. Een aantal personen maken de dreiging van slachtofferschap bijna dagelijks mee zoals politiemensen, cipiers, bewakingsagenten, Maar minder bekend is dat ook veiligheidsagenten door geweld kunnen geteisterd worden. In hoofdstuk 6 wordt, aan de hand van een enquêteonderzoek met 173 veiligheidsagenten, getracht het slachtofferschap van de veiligheidsagenten in kaart te brengen. Vooreerst wordt stilgestaan bij de prevalentie en de verschillende vormen van slachtofferschap. Daarnaast werpt het enquêteonderzoek een blik op de impact van de victimisering en de band tussen victimisering en onveiligheidsgevoelens. Verder wordt reeds gepolst naar de opvangmogelijkheden die ter beschikking staan van de veiligheidsagenten. Uit het enquêteonderzoek blijkt dat op de voorzieningen ter begeleiding van slachtoffers nauwelijks een beroep wordt gedaan. Zou het kunnen dat deze voorzieningen, ontwikkeld ten behoeve van de slachtoffers, niet genoeg zijn afgestemd op de noden en behoeften van deze slachtoffers? Om hierop een zicht te krijgen, werd een aansluitend kwalitatief onderzoek gevoerd. Dit kwalitatief onderzoek, bestaande uit 15 interviews met de veiligheidsagenten en 1 interview met een preventieadviseur, wordt in hoofdstuk 7 uit de doeken gedaan. Voor dieper op de behoeften wordt ingegaan, wordt aandacht besteed aan de gevolgen van het slachtofferschap en meer bepaald op de onderliggende noden die daaruit kunnen worden afgeleid. Vervolgens worden de geëxpliciteerde behoeften van de respondenten naar voor gebracht. In de mate van het mogelijke worden deze behoeften gekoppeld aan diverse menselijke behoeftetheorieën. In hoofdstuk 8 volgen enkele conclusies en aanbevelingen naar de toekomst toe. Hierbij staat het belang van de analyse op beleidsvlak centraal. Aangezien veiligheidsagent een beroepscategorie is die een hoog risico op slachtofferschap loopt, dient vanuit NMBS-Groep een degelijk slachtofferbeleid te worden opgezet. Deze masterproef promoot dan ook een meer democratische vorm van beleid die daadwerkelijk rekening houdt met de uiteenlopende hoop en verwachtingen die slachtoffers koesteren. Het opzet is hier beperkt tot het vertalen van deze noden en behoeften in de hoop toekomstig onderzoek vanuit NMBS-Groep verder te stimuleren. 8

22 Hoofdstuk 2: Oprichting van Securail binnen NMBS-Groep 2.1 Inleiding In hoofdstuk 2 wordt aan de hand van een organigram de structuur van NMBS-Groep uit de doeken gedaan. Hierbij wordt men gewaar dat NMBS deel uitmaakt van een groter geheel, met name NMBS-Groep. Naast NMBS maakt ook Infrabel en NMBS-Holding deel van NMBS-Groep uit.vanuit NMBS-Holding werd Corporate Security Service (CSS) opgericht met als doel de opdrachten van openbare dienstverlening van NMBS-Groep op het vlak van veiligheid te vervullen. 21 Binnen NMBS-Groep staan twee diensten in voor deze veiligheid: enerzijds B-Security, de interne bewakingsdienst, die sinds 1999 door de hervorming van de politiediensten tot stand is gekomen en anderzijds Securail (2004), de spoorwegveiligheidsdienst. Daarnaast zijn er ook nog andere externe relevante partners die instaan voor de veiligheid in en rond het spoor waarvoor doorverwezen wordt naar hoofdstuk Structuur NMBS-Groep Europa Sinds 1 januari 2005 heeft NMBS-Groep een nieuwe structuur. Die structuur ligt in de lijn van de Europese wetgeving 22, waarmee de EU wilde inspelen op de behoeften van een ongedeelde markt en de efficiëntie bij de communautaire spoorwegen wilde vergroten. In de praktijk wilde de EU de openstelling van de markt voor internationale passagiersvervoersdiensten per spoor binnen de Gemeenschap op uiterlijk 1 januari Om dit te kunnen realiseren, was het van cruciaal belang om enerzijds bestuurlijke onafhankelijkheid te creëren en anderzijds het beheer van de spoorwegeninfrastructuur en de exploitatie gescheiden te houden VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 21 (Beheerscontract ). 22 Richtlijn 91/440 van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, Pb. L. 24 augustus 1991, afl. 237, Richtlijn 2007/58/EG van de Europees Parlement en Raad van 23 oktober 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, PB.L. 3 december 2007, afl. 315, Art. 1, Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, Pb. L. 24 augustus 1991, afl. 237,

23 Waar NMBS-Groep voorheen louter een overheidsbedrijf was waar een volledig machtsmonopolie heerste, werden naast NMBS-Holding nog twee dochterbedrijven opgericht: NMBS (= exploitant) en Infrabel (= beheerder infrastructuur). 25 NMBS-Holding blijft wel voor bijna 100 % van de Belgische Staat afhankelijk Organigram Zoals het organigram 27 doet vermoeden, zijn er 3 belangrijke naamloze vennootschappen die samen NMBS-Groep vormen en een essentieel onderdeel vormen van het Belgisch spoorvervoersysteem. 28 De visie, de opdrachten en doelstellingen van NMBS-Groep zijn bij voorrang gericht op de dagelijkse kwaliteit. Deze kwaliteit gaat hand in hand met een informatieverbintenis tussen de vennootschappen onderling. Men moet onderling uitdagingen, moeilijkheden, voordelen en projecten bespreken in de geest van transparantie en een vlotte samenwerking beogen. 29 NMBS-Holding staat garant voor de coördinatie van de twee dochterbedrijven 30 : - Dochterbedrijf 1: Infrabel, de infrastructuurbeheerder die onafhankelijk is en alles beheert wat met spoorweginfrastructuur te maken heeft. Zij is eveneens bevoegd voor de onthaalinfrastructuur in de stations zoals liften, roltrappen, perrons, trappen, spooronderdoorgangen, Dochterbedrijf 2: NMBS, die verantwoordelijk is voor alles wat met reizigers en goederendiensten te maken heeft. NMBS garandeert opdrachten van openbare 25 KB van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, BS 24 juni ASSELBERHS, L. & YSEBAERT, C., Politiek zakboekje Instellingen 2010, Diegem, Kluwer, 2010, Zie Bijlage VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 68 (Beheerscontract ). 29 VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 3(Beheerscontract ). 30 X (z.d.), De structuur van de NMBS-Groep [WWW]. NMBS: [28/03/2010]. 31 VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 12 (Beheerscontract ). 10

24 dienstverlening: ze staan garant voor zowel het binnenlands als het buitenlands vervoer van de reizigers Corporate Security Service Ontstaan De NMBS-Holding heeft CSS opgericht op 1 januari 2005 met als doel de opdrachten van openbare dienstverlening van NMBS-Groep op het vlak van veiligheid te vervullen. 33 In overleg en in samenwerking met NMBS en Infrabel staat CSS in voor het verhogen van de veiligheid en het veiligheidsgevoel zowel bij reizigers als personeel, alsook voor een snellere interventie in geval van problemen op het spoorwegdomein in het algemeen en meer in het bijzonder in de stations en treinen. 34 Om deze opdrachten zo goed mogelijk te kunnen vervullen, dient het CSS volgende instrumenten voor handen te hebben 35 : - Toegang tot de databank DIV 36 voor de identificatie van wegvoertuigen die een hinder betekenen voor het spoorwegdomein; - Geactualiseerde wetgeving met betrekking tot de spoorwegpolitie (SPC), met aanduiding van minimum één ambtenaar met gerechtelijke bevoegdheid binnen CSS voor o.a. het inzetten van de beëdigde ambtenaren; - Specifieke wetgeving met betrekking tot administratieve sancties. 32 VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 6(Beheerscontract ). 33 VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 21 (Beheerscontract ). 34 SPC& CSS, Operationeel Protocol CSS-SPC. Brussel, z.d.,2 (Operationeel Protocol). 35 CSS, Toekomstvisie voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen de NMBS-Groep. Brussel, 15 september 2008, (Strategisch beleidsplan ). 36 Databank voor identificatie van voertuigen. 11

25 2.3.2 Organigram Het CSS bestaat uit 3 afdelingen: de afdeling Beheer en Ondersteunende diensten, de afdeling Security Management en de afdeling Operaties. 37 Daarnaast staat CSS ook in voor de cel Preventie en Sociale Veiligheid alsook voor het opstellen van een Securitybeleid. NMBS-Groep, en in het bijzonder CSS, dient zich vooral te focussen op het preventieve luik en de sociale veiligheid van de reizigers, klanten en personeel. Hiervoor staat de cel Preventie en Sociale Veiligheid in. Om dit te verwezenlijken, stelt de cel een Beleidsplan Preventie en Sociale Veiligheid op dat een verhoogde samenwerking alsook een vlotte communicatie met de lokale overheden op vlak van preventie beoogt. 38 Naast dit beleidsplan staat CSS ook in voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen NMBS-Groep. Hier zal uitvoerig worden op ingegaan in hoofdstuk 4 waar alle relevante partners voor dit integraal en geïntegreerd Securitybeleid aan bod komen. De afdeling Beheer en Ondersteunende diensten 39 staat in voor personeelsaangelegenheden alsook voor het financieel beheer van CSS. Enkele van hun opdrachten zijn budgetbeheer, personeelsbeheer, logistieke ondersteuning, leerplannen opmaken, 40 De afdeling Security Management binnen CSS ontwikkelt het concept en de implementatie van de "total-solutions" met betrekking tot beveiliging. De cel Risk Management maakt deel uit van het Security Management en staat in voor de opmaak van de beveiligingsplannen van de sites van NMBS-Groep. Zij definieert op basis van het beveiligingsplan een integrale en totale "security solution" aan de klant met als doel een optimaal en wenselijk beveiligingsniveau van het station te waarborgen. Project Management staat in het kader van de geïntegreerde en integrale veiligheidsaanpak in voor de "overall planning" van een security project. In 2009 werd ook CSS ingeschakeld voor de betere beveiliging en het beheer van de autoparkings en fietsenstallingen. Een rechtstreekse verbinding met SOC werd gerealiseerd voor het beheer van op afstand. CSS staat ook garant voor het centraal badgebeheer voor alle personen werkzaam binnen NMBS-Groep. 37 Zie Bijlage NMBS-Holding, Jaarverslag Brussel, 2009, 20 (Jaarverslag 2008). 39 Toenmalige dienst Beheer en Ontwikkeling. 40 CSS, Toekomstvisie voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen de NMBS-Groep. Brussel, 15 september 2008, 24 (Strategisch beleidsplan ). 12

26 Naast deze afdeling functioneert de afdeling Operaties, die instaat voor de operationele taken op het terrein, zowel bewakingsactiviteiten alsook de activiteiten van de veiligheidsdienst Securail. 41 Hierbij onderscheiden we 2 belangrijke diensten: B-Security Ook wel de interne bewakingsdienst van NMBS-Groep genoemd, werd opgericht in 1999 ten gevolge van de hervorming van de politiediensten. Voor de politiehervorming beschikte NMBS-Groep over een eigen politiedienst doch tijdens de hervorming werd deze geschrapt. Een deel van die politiedienst werd opgenomen in de Federale Politie en bestaat verder onder de noemer SPC 42. Het andere deel van deze vroegere politiedienst bleef bij NMBS-Groep. Deze helft werd B-Security. De bedienden van B-Security zijn bewakingsagenten in de zin van de wet betreffende de regeling van private en bijzondere veiligheid 43. Deze agenten houden toezicht op en beschermen het materiaal en de installaties van NMBS-Groep. Ze hebben bijzondere aandacht voor de plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek en voor de treinstellen die een bijzonder toezicht vergen. 44 Securail Ook wel de spoorwegveiligheidsdienst genoemd, werd opgericht door het KB van 13 september en MB van 14 september Alvorens op het terrein actief te worden, moesten de medewerkers een specifieke opleiding krijgen die verband hield met hun specifieke bevoegdheden. Vervolgens werd Securail operationeel op 1 december De algemene werking van Securail, het wettelijk kader en de bevoegdheden zijn opgenomen in hoofdstuk CSS, Toekomstvisie voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen de NMBS-Groep. Brussel, 15 september 2008,25 (Strategisch beleidsplan ). 42 JACOBS, P., In de schijnwerpers: de Spoorwegpolitie, Politiejournaal- Politieofficier. 2003, 8, Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei NMBS, Vervolmakingsschool H-HR 51/28. Brussel, uitgave 2008, 78 (cursus). 45 KB 13 september 2004 betreffende de veiligheid bij de spoorwegen, BS 16 september MB 14 september 2004 betreffende de veiligheidsdienst van de spoorwegen, BS 11 oktober

27 2.3.3 Securail NMBS-Groep neemt op 3 vlakken maatregelen die in de afdeling Operaties uitvoering vinden: meer veiligheidspersoneel, een betere samenwerking met gerecht en politie en het ter beschikking stellen van meer technische middelen. 47 Dit wordt verder uiteengezet in hoofdstuk 4. Al deze maatregelen worden toegewezen aan de 5 organisatorische districten waarin België is onderverdeeld. Ieder district is onderverdeeld in zones waar Securailploegen gevestigd zijn. 48 Elk district en de daarin liggende stations hebben nood aan een gepersonaliseerde aanpak bij het oplossen van onveiligheidsproblemen. Brussel-Centraal heeft bijvoorbeeld te kampen met loslopende honden en daklozen, terwijl in Mechelen de problemen zich eerder toespitsen op allochtonen. 49 In elk district is een District Security Manager (DSM) aangesteld die, samen met zijn/haar staf, instaat voor: - Het operationeel beheer: Beheer van het personeel in alle zones binnen het district waarbij het er voornamelijk om gaat de ploegen van Securail in zijn/haar district te sturen 50 ; - Het administratief beheer van de teams 51 ; - De contacten met alle interne en externe partners, federale en lokale politie en alle andere instanties die betrokken zijn bij de veiligheid binnen zijn/haar district NMBS-Holding, Jaarverslag Brussel, 2009, 22 (Jaarverslag 2008). 48 Zie Bijlage Anoniem gesprek veiligheidsagent te werkgesteld in Brussel-Centraal en anoniem gesprek met veiligheidsagent te werkgesteld in Mechelen. 50 Gesprek met Mevr. Goossens, District Security Manager, Gent, 26 februari Gesprek met Meneer Panesi, District Security Manager, Brussel-Zuid, 25 februari Gesprek met Meneer Baeles, District Security Manager, Charleroi, 22 februari

28 2.4 Besluit Zoals in dit hoofdstuk aangehaald, stellen we vast dat de Belgische Spoorwegen ten gevolge van Europese richtlijnen vanaf 2005 uiteengevallen zijn in 3 grote bedrijven, met name NMBS, Infrabel en NMBS-Holding. In NMBS-Holding situeert zich de dienst CSS die ernaar streeft om zowel het personeel als de spoorweggebruikers een optimaal veiligheidsniveau te garanderen. Om dit te bereiken, verzekert CSS de coördinatie van alle bewakings-en beveiligingsopdrachten van NMBS- Groep. Hierbij zijn vooral de diensten B-Security en Securail van cruciaal belang. 15

29 Hoofdstuk 3: Securail 3.1 Inleiding In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het begrip veiligheidsdienst en de noodzaak van het oprichten van een veiligheidsdienst bij de Spoorwegen. Daarbij wordt kort stilgestaan bij de implicaties die de oprichting van Securail had in de praktijk. Vervolgens wordt ingegaan op de verschillende taken waarmee deze veiligheidsagenten zijn belast. Om deze taken tot een goed eind te brengen, hebben de veiligheidsagenten ook bepaalde bevoegdheden toegekend gekregen. Tot slot is het noodzakelijk om hierbij enkele kritische kanttekeningen te maken. 3.2 Veiligheidsdienst In de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid 53 wordt duidelijk bepaald wat een veiligheidsdienst alsook een veiligheidsagent is. In de zin van de wet van 10 april 1990 wordt elke dienst die in de schoot van een openbare vervoersmaatschappij is georganiseerd met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet publiek toegankelijke plaatsten, die door de openbare vervoersmaatschappij wordt uitgebaat, als een veiligheidsdienst beschouwd. Bijgevolg wordt als veiligheidsagent beschouwd elk personeelslid van een openbare vervoersmaatschappij werkzaam in het kader van de veiligheidsdienst. 54 Deze veiligheidsagenten bij NMBS-Groep zijn beëdigde ambtenaren 55 zoals voorzien in art. 104 van de wet van 3 mei Met de Programmawet van 27 december werd een hoofdstuk III bis toegevoegd aan de Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid 58. Dit hoofdstuk regelde de uitbreiding van de bevoegdheden van de agenten van de veiligheidsdiensten van de openbare vervoersmaatschappijen. De bevoegdheden worden verder toegelicht in Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art. 1 11, Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art. 1, KB van 13 september 2004 betreffende de veiligheid op de spoorwegen, BS 16 september Art. 104, Wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie, BS 29 mei Art. 487, Programmawet van 27 december 2004, BS 31 december Hoofdstuk III bis, Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei

30 3.3 Ontstaan van Securail Toestand voor het ontstaan Securail Toen in 1998 werd besloten om de politiediensten te hervormen, bevond NMBS-Groep zich in een wat vreemde situatie. NMBS-Groep beschikte toen over een eigen politiedienst, waarvan de leden net zoals de leden van politiediensten, bekleed waren met een mandaat van gerechtelijke en bestuurlijke politie. Door de hervorming werden de kaarten dooreen geschud. De politiemensen van NMBS-Groep hadden de keuze om over te stappen naar de Rijkswacht 59 (RW is in 2001 opgegaan in de Federale Politie) of naar een bijzondere afdeling belast met politionele opdrachten op het spoorwegdomein: SPC 60. De andere personeelsleden die niet wensten over te stappen naar RW beschikten over de mogelijkheid om zich toe te voegen aan de pas opgerichte interne bewakingsdienst B- Security. Deze interne bewakingsdienst heeft bepaalde taken van SPC overgenomen, maar heeft geen politionele bevoegdheden gekregen. Kortom, de interne bewakingsdienst moet steeds een beroep doen op de arm der wet bij moeilijkheden. Tussen de interne bewakingsdienst en SPC bestaat er nog een grijze, straffeloze zone. Als Federale Politie neemt SPC op haar gespecialiseerd terrein deel aan de bestrijding van prioritaire federale fenomenen. Hierbij denken we aan diefstallen, agressies en illegale immigratie. 61 SPC is vooral belast met fenomen die een gespecialiseerde aanpak verwachten omwille van hun karakter, omvang, territoriale verspreiding, Door het vooropstellen van prioritaire fenomenen, kwamen bepaalde inbreuken op het spoorwegdomein meer en meer op de achtergrond terecht. 59 Art. 1, Wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de Rijkswacht, BS 11 december De SPC is vanaf 1999 een gespecialiseerde dienst van de Federale Politie die belast is met de veiligheid, de kwaliteit van het leven en de politionele steun in het kader van het vervoer van personen en goederen per spoor, met de ambitie om een betrouwbare en deskundige partner te zijn voor de gebruikers, de vervoersmaatschappijen en de andere veiligheids- of politiediensten. 61 JACOBS, P., L.c., Wet 22 december 2004 tot wijziging wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie, BS 01 februari

31 3.3.2 Toestand na het ontstaan Securail Dit werd vanaf 2004 opgevangen door de komst van Securail die zich bezig houdt met de inbreuken op het reglement van de politie der spoorwegen. 63 Waar SPC vooral aandacht heeft voor de georganiseerde criminaliteit en gemeenrechtelijke inbreuken, spitst de dienst Securail zich toe op minder zware maar toch niet onbelangrijke fenomenen, zoals het rondrijden met fiets of rolschaatsen in het station 64, hinderen van reizigers door dronkenschap 65, Figuur 4 Toestand voor Securail Figuur 5 Toestand met Securail 63 KB van 20 december 2007 houdende het reglement van de politie der spoorwegen, BS 15 juli Art. 7,6, KB van 20 december 2007 houdende het reglement van de politie der spoorwegen, BS 15 juli Art. 6, 2, KB van 20 decmber2007 houdende het reglement van de politie der spoorwegen, BS 15 juli

32 3.4 Taken en bevoegdheden Taken De belangrijkste taken van Securail kunnen onderverdeeld worden in 4 grote groepen: Preventief De voornaamste taak van Securail is nog steeds preventief toezicht houden in en rond de stations door ontradende patrouilles te verrichten. Door het rood uniform springen de personeelsleden van Securail in het oog en vormen ze een barrière om over te gaan tot het plegen van allerhande misdrijven, gaande van incidenten zoals graffiti spuiten tot zwaardere incidenten, zoals slagen en verwondingen. Proactief Naast preventief toezicht gaat Securail ook proactief op bepaalde situaties inspelen. Wanneer een veiligheidsagent tijdens het preventief toezicht een handtas ziet openstaan, zal hij de persoon in kwestie hierop attent maken. Zodoende verhindert men eventuele diefstallen. Repressief Indien er zich bepaalde incidenten voordoen, wordt het Security Operations Center (SOC) gealarmeerd om veiligheidsagenten of andere hulpdiensten ter plaatste te sturen die de situatie in goede banen kunnen leiden voor het verder escaleert. Deze tussenkomsten worden ook wel interventies genoemd. Curatief Ook slachtofferhulp wordt als een taak van Securail beschouwd, bijvoorbeeld wanneer men bijstand moet verlenen bij ongevallen en bommeldingen. Denk maar aan het treinongeval te Buizingen waar de veiligheidsagenten geholpen hebben met het evacueren van alle slachtoffers. 19

33 3.4.2 Bevoegdheden Om het slachtofferschap beter te kunnen begrijpen worden de bevoegdheden hieronder kort besproken. Hoofdstuk III bis van de wet van 10 april 1990 a. Identificatie Hoewel de veiligheidsagenten geen politionele bevoegdheden hebben, kunnen ze toch de identiteit controleren. De betrokkene, die vrijwillig moet instemmen met de identiteitscontrole, dient door de veiligheidsagent op de hoogte te worden gesteld van zijn recht om zich tegen deze controle te verzetten. Deze identificatiecontrole is een afwijking op art. 8, dat bewakingsagenten verbiedt de identiteit te controleren. Een veiligheidsagent mag de identiteit controleren: - Nadat de betrokkene een gemeenrechtelijk wanbedrijf of misdaad heeft gepleegd; - Nadat de betrokkene inbreuken op de reglementering van het openbaar vervoer heeft gepleegd. Indien de betrokkene weigert om zich te identificeren, kan hij alsnog gevat worden indien hij voldoet aan de voorwaarden voor de vatting vastgelegd in art (zie ook Infra). 67 b. Vatting De leden van Securail mogen overgaan tot het vatten wanneer aan deze cumulatieve voorwaarden is voldaan 68 : - De betrokkene heeft een gemeenrechtelijk wanbedrijf, een misdaad of een als misdaad omschreven feit gepleegd (MOF) 69 ; - De veiligheidsagent of een ander personeelslid heeft het feit in kwestie visueel vastgesteld (bv. treinbegeleider); 66 Art. 8 11, Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art , Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art , Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei CLAEYS, M.& VANDERKIMPEN, H., Handboek Securail: Veiligheidsdienst/ Service de Sécurité. Brussel, z.d., 29 (cursus). 20

34 - Nadat de betrokkene gevraagd werd zich te identificeren, weigerde deze zich bekend te maken. Deze voorwaarde van identificatie vervalt bij de vaststelling van enig lichamelijk letsel 70 ; - De vattende veiligheidsagent heeft, voorafgaand aan de vatting, de betrokkene gewaarschuwd dat hij zal gevat worden indien de identificatie uitblijft; - De vatting doet zich onmiddellijk voor na het plegen van het misdrijf; - Onmiddellijk na de vatting dient de politie op de hoogte te worden gebracht; - De betrokkene dient zo vlug mogelijk aan het zicht van het publiek te worden onttrokken. De betrokkene kan tot de aankomst van de politie en niet langer dan 30 minuten onder toezicht van de veiligheidsagenten blijven, waarbij de betrokkene niet wordt vastgemaakt of opgesloten maar gewoon staande wordt gehouden. Bij de aankomst van de politie wordt de betrokkene overgedragen aan de politieambtenaren, die zelf beslissen welke verdere maatregelen dienen te worden genomen. 71 De vatting wordt beëindigd indien: - De verwittigde politiedienst laat weten dat ze niet binnen de 30 minuten ter plaatse kan komen; - Indien de betrokkene zich identificeert. c. Veiligheidscontrole In bepaalde gevallen kan de veiligheidsagent bij een vatting overgaan tot het uitvoeren van een veiligheidscontrole, indien de volgende cumulatieve voorwaarden worden nageleefd 72 : - De controle is uitsluitend bedoeld voor het opsporen van wapens of gevaarlijke voorwerpen die de veiligheid van personen in het gedrang kunnen brengen alsook schade aan het materiaal van de vervoersmaatschappij kunnen toebrengen; - De controle mag uitsluitend gebeuren door een veiligheidsagent van hetzelfde geslacht; - De controle bestaat uit een oppervlakkige betasting van kledij en controle van handbagage. 70 Art ,3, Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei CLAEYS, M.& VANDERKIMPEN, H., Handboek Securail: Veiligheidsdienst/ Service de Sécurité. Brussel, z.d., 27 (cursus). 72 Art , Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei

35 d. Gebruik van handboeien Het gebruik van handboeien is slechts toegelaten bij de vatting bedoeld in art indien volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn 73 : - De betrokkene werd gevat in de omstandigheden opgesomd in art ; - De betrokkene is meerderjarig; - De betrokkene gebruikte fysiek geweld voor of tijdens de vatting; - De betrokkene werd voorafgaand gewaarschuwd dat hij geboeid zou worden indien hij zijn fysiek geweld/weerspannigheid verder doordreef; - De betrokkene kan slechts in bedwang worden gehouden door het gebruik van handboeien. De handboeien mogen in principe slechts worden losgemaakt door politieambtenaren die ter plaatse komen. In afwijking hiervan moeten de veiligheidsagenten wel de handboeien losmaken indien: - De omstandigheden opgesomd in art zich voordoen: de politiedienst kan binnen de 30 min niet ter plaatse komen of de betrokkene identificeert zichzelf; - De gezondheidstoestand van de betrokkene dit vereist. e. Gebruik van spuitbus De wet op de private en bijzondere veiligheid van 10 april 1990 biedt de mogelijkheid om in bepaalde gevallen gebruik te maken van een spuitbus met een neutraliserende stof. 75 In afwijking van artikel 3, 9 van de wapenwet 76 kunnen veiligheidsagenten uitsluitend worden uitgerust met een spuitbus van klein vermogen met een niet-gasvormig neutraliserend product dat geen blijvende lichamelijke of materiële schade veroorzaakt voor de houder. Het gebruik van de spuitbus dient echter beperkt te worden tot gevallen van wettige zelfverdediging 77. Het gebruik kan immers nieuwe gevaarsituaties opleveren, zoals het treffen 73 Art 13.14, Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art , Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art. 13, 5, Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Art 3, 9,Wet 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, BS 09 juni Art. 416 & 417 van het Strafwetboek. 22

36 van andere reizigers dan de dader, het ontstaan van paniek en de kans dat burgers op de sporen of onder voertuigen terechtkomen. Daarom dient het gebruik van de spuitbus steeds vooraf te worden gegaan door een mondelinge waarschuwing van de veiligheidsagent. Daarnaast kan deze onder geen geval in de zitafdeling van de treinen gebruikt worden noch tegen groepen van personen. 78 De spuitbus kan om medische redenen niet gebruikt worden ten aanzien van risicogroepen. 79 Indien de veiligheidsagent de spuitbus gebruikt, dient deze na het spuiten onmiddellijk met de decontaminatie 80 te starten en de 100 alsook de politie op te roepen. Wet van 25 juli 1891 op de politie der spoorwegen a. Opstellen van proces-verbaal Art. 10 van de wet van 25 juli op de politie der spoorwegen verleent aan de beëdigde ambtenaren van NMBS-Holding, Infrabel en NMBS de bevoegdheid om een proces-verbaal op te stellen voor de spoorwegmisdrijven. De beëdigde ambtenaren van NMBS Holding, NMBS en Infrabel stellen bij proces-verbaal de inbreuken vast. 82 Het opgemaakte proces-verbaal wordt nadien naar de bevoegde Procureur des Konings (PdK) opgestuurd. 78 Art. 2, 4, 5& 6, MB van 14 september 2004 betreffende de veiligheidsdienst van de spoorwegen, BS 11 oktober plussers, zwangere vrouwen, personen met gezondheidsstoornissen en personen die verwondingen vertonen aan het gezicht. 80 Bieden van eerste hulp. 81 CLAEYS, M.& VANDERKIMPEN, H., Handboek Securail: Veiligheidsdienst/ Service de Sécurité. Brussel, z.d., 46 (cursus). 82 Op Wet van 25 juli 1891 houdende herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen, BS 03 augustus 1891; KB van 13 juni 2008 houdende opheffing van het KB van 4 april 1895 houdende voorschriften betreffende de maatregelen, na te komen voor het reizigersvervoer over Staatsspoorwegen en vergunde spoorwegen, BS 15 juli 2008; KB van 20 december 2007 houdende het reglement van de politie der spoorwegen, BS 15 juli 2008; KB van 02 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen en betreffende het verkeer op spoorwegen en aanhorigheden, BS 31 augustus

37 3.4.3 Enkele kritische bemerkingen bij de bevoegdheden Tijdens de interviews afgenomen voor het kwalitatieve luik van de masterproef werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om kort bij de veiligheidsagenten te polsen hoe de bevoegdheden in de praktijk worden ervaren. Hierbij werden een aantal vaststellingen gedaan die in volgende thema s werden ondergebracht, met name het gebruik van de handboeien, het gebruik van de spray en de roep naar meer bevoegdheden. Het gebruik van de handboeien De handboeien worden over het algemeen als een dankbare tool beschouwd aangezien iemand vatten zonder boeien door de veiligheidsagent als fysiek zeer arbeidsintensief wordt bevonden ( men moet deze persoon klem zetten). Er dient echter een kritische kanttekening te worden gemaakt bij de duurbepaling van 30 minuten. Bepaalde veiligheidsagenten legden hier de vinger op de wonde. In stations waar SPC niet gevestigd is, dient bij het gebruik van de handboeien vaak een beroep te worden gedaan op de lokale politie. 83 Het valt voor dat ook de lokale politie niet op tijd in het station aanwezig kan zijn. De wetgeving is in dat geval onverbiddelijk, aangezien de persoon na 30 minuten moet worden vrijgelaten door de veiligheidsagent in kwestie. Daardoor wordt over het algemeen gepleit voor een verlenging van de termijn: Als men iemand in de boeien slaat, dan is deze persoon in kwestie zeer agressief en zal die na een half uur u niet vriendelijk gaan bedanken bij de loslating (Persoon x, 6 jaar dienst). Het is immers vaak zo dat de persoon weer agressief uithaalt en opnieuw geboeid dient te worden om veiligheidsmaatregelen. Maar in die tijd lopen de veiligheidsagenten kans op nieuwe kwetsuren. Alleen in gevallen waar er gekwetsten zijn, mag de termijn van 30 minuten overbrugd worden. Gebruik van de spray Bij het gebruik van de spray zijn de veiligheidsagenten het er unaniem over eens dat de strikte beperkingen die erop van toepassing zijn het onmogelijk maken de spray in de praktijk te gebruiken: Denk maar bijvoorbeeld aan het feit dat iemand die zwanger is perfect met twee 83 Aangezien in Mechelen geen SPC aanwezig is moet men een beroep doen op de SPC van Brussel oftewel Antwerpen. Bij fysieke agressie kan men vaak niet permitteren van te wachten op de SPC waardoor men een beroep dient te doen op de lokale politie. 24

38 slagersmessen op je kan afkomen, kinderen van 14 jaar worden moeilijker te herkennen, (Persoon x, minder dan één jaar dienst). Daarnaast wordt er een zekere ironie ervaren, aangezien de veiligheidsagent in kwestie direct na het spuiten de eerste hulp moet toepassen. Roep tot meer bevoegdheden Hierover zijn de meningen verdeeld. Bij een groep veiligheidsagenten heerst de gedachte dat hoe meer wapens je om de gordel draagt, hoe meer agressie dit uitlokt. Hierbij leeft vooral de overtuiging dat communicatie het beste wapen van de veiligheidsagent is. Pas indien via communicatie geen oplossing wordt bereikt en de situatie escaleert, moet worden overgegaan tot fysieke maatregelen met de middelen die ter beschikking zijn. Men zou deze gedachte ook meer in de opleiding vertaald willen zien, waardoor de veiligheidsagenten nog meer attent worden gemaakt op het belang van communicatie en attitude. Anderzijds zijn bepaalde veiligheidsagenten voorstander om hun bevoegdheid uit te breiden door een wapenstok tot hun beschikking te hebben. Bij de discussie rond de wapenstok moeten twee bedenkingen worden gemaakt. Ten eerste is er de angst dat de veiligheidsagenten hierop meer een beroep zullen doen dan strikt noodzakelijk is. Ten tweede kan men zich de vraag stellen of men dan niet terug evolueert naar de situatie zoals die voor 1999 was waarbij NMBS-Groep een eigen politiedienst ter beschikking had. Wordt dit het lot van Securail of zal het een dienst worden die mettertijd zal verdwijnen? 3.5 De werking van Securail Binnen Securail kunnen we een onderscheid maken tussen de veiligheidsagenten die deel uitmaken van de stationsploegen, de Treinbrigade/ Brigade de Train (TBT), de mobiele brigades en veiligheidsagenten tewerkgesteld in SOC Stationsploegen Deze veiligheidsagenten zijn werkzaam in het station zelf. Hierbij is het vooral de bedoeling dat de veiligheidsagenten per twee preventief in het station aanwezig zijn. Op de werkfiche 84 van deze veiligheidsagenten staat in welk station ze moeten patrouilleren. Het af te leggen 84 Zie Bijlage 5. 25

39 traject bestaat meestal uit plaatsen waar herhaaldelijk problemen met reizigers ontstaan of waar het wenselijk is om een stationsploeg te hebben Treinbrigades De TBT zijn, in tegenstelling tot de stationsploegen, niet specifiek gebonden aan een bepaald station. Welke de treinen zijn die dienen begeleid te worden, wordt bepaald aan de hand van een risk rating waarbij risicolijnen worden geselecteerd over gans België. 85 Deze TBT bestaat uit 2 veiligheidsagenten waarbij één veiligheidsagent voor de treinbegeleiders loopt en één er achter. Op de werkfiche wordt dan aangeduid welke treinen de veiligheidsagenten dienen te nemen. Het kan echter gebeuren dat aan een TBT door SOC wordt gevraagd om af te stappen in een bepaald station waar bijstand nodig wordt geacht. Voor meer uitleg over SOC en hoe dit allemaal in zijn werk gaat, wordt doorverwezen naar Mobiele brigades De mobiele brigades beschikken over een voertuig en zijn belast met het rondrijden langs de sporen. Hierbij gaat vooral aandacht naar de overwegen waar sprake is van een gevaar voor het verkeer, met name mensen die oversteken waar dit niet toegelaten is. Daarnaast kan deze ploeg ook opgeroepen worden door SOC voor interventies Security Operations Center SOC is het paradepaardje van de veiligheid bij NMBS-Groep. SOC opende zijn deuren op 1 maart 2008 en is een fusie van de vroegere National Control Room (NCR) en de Centrale Meldkamer (CMK). 86 Een eerste taak is het fungeren als een meldpunt waarop 24u/24u beroep kan worden gedaan wanneer een personeelslid een probleem heeft. Dit kan gaan van iemand die geen geldig ticket heeft en zich weigert te identificeren tot het begeleiden van een slachtoffer van diefstal naar 85 Zie Bijlage X, Veiligheid een topprioriteit: Spoorwegmaatschappijen uit de hele wereld zakken af naar Brussel om het SOC van Securail te bezoeken, Het Spoor.2009, 11,

40 de politie tot een agressieaanval. Deze problemen worden gemeld op het nr. 02/ (voor het personeel) of het gratis noodnummer nr (voor de reizigers). Na de oproep worden de werkfiches van de veiligheidsagenten in een bepaald district geraadpleegd. Deze werkfiche is een gedetailleerde beschrijving van het werk die een brigade dient te verrichten op een werkdag. Aan de hand van deze werkfiche kan SOC een brigade oproepen die zich in de buurt van het probleem bevindt. Dit kan gaan van een TBT die men vraagt af te stappen aan een bepaald station, de stationsploeg lokaliseren tot, indien nodig, de lokale politie vragen om bijstand wanneer geen veiligheidsdienst noch SPC ter beschikking zijn. Deze oproep wordt dan ook genoteerd in de werkfiche van de desbetreffende dag. SOC heeft als tweede taak het instaan voor het beheer van de camerabewaking en alarmafhandeling. Zij volgen de incidenten op spoorwegdomein in real time op, meestal na een oproep. Zij voeren virtuele patrouilles uit op basis van vooraf opgestelde werkfiches. Deze werkfiches worden in functie van terugkerende feiten, belangrijke feiten, opgesteld. Op vraag van de politie of de operator doen de operator ook opzoekingen naar beelden van bepaalde incidenten. 3.6 Vergelijking met andere Openbare vervoersmaatschappijen Inleiding Het veiligheids-en politielandschap is de laatste jaren grondig geëvolueerd. De grote verandering situeert zich vooral in het feit dat de overheid samen met private/commerciële actoren instaat voor de veiligheid. Desondanks dient benadrukt te worden dat het gebruik van geweld en dwangmiddelen een monopolie blijft van de overheid en dus ook van de politie. 87 Voor de burger is deze nieuwe samenwerking verwarrend, aangezien deze geconfronteerd wordt met bijzondere inspectiediensten, politie- en veiligheidsdiensten en hun verschillende bevoegdheden. De burger vraagt zich dus af wie deze verschillende ambtenaren zijn en wat ze mogen en wat niet. Het gaat hier dan vooral over het optreden van de veiligheidsdiensten en 87 Comité P. (2005), Jaarverslag 2005: enkele recente evoluties in het veiligheidslandschap: nieuwe partnerships [WWW]. Molos: [11/03/2010]. 27

41 controleurs op het openbaar vervoer. 88 In dit onderdeel worden de verschillende veiligheidsdiensten van De Lijn, Transport en Commun (TEC) en Maatschappij voor Intercommununaal Vervoer te Brussel vergeleken met NMBS-Groep De veiligheidsdiensten uitgeklaard De Lijn De visie van De Lijn sluit het best aan bij de stelling van het Vast Comité P waarbij de nadruk ligt op het feit dat het geweldsmonopolie tot de overheidstaken behoort. De directie van De Lijn wenste de functie veiligheidsagent te integreren in het takenpakket van de controleurs en creëerde daarom geen afzonderlijke dienst. 89 De Lijncontrole is de veiligheidsdienst van De Lijn. In tegenstelling tot NMBS-Groep en MIVB investeert De Lijn in de communicatievaardigheden van haar Lijncontroleurs en neemt ze bewust afstand van de handboeien en spuitbussen. De Lijncontroleur staat in voor meer sociale veiligheid en waakt over een goede kwaliteit van de dienstverlening in het algemeen. 90 Om dit te garanderen, hebben de controleurs ook een aantal bevoegdheden 91, met name het opleggen van een administratieve boete 92, het uitschrijven van een proces-verbaal bij de vaststelling van inbreuken op de wegcode 93, het controleren van de identiteit, het vatten van een persoon bij het plegen van een wanbedrijf of misdaad en het uitvoeren van een veiligheidscontrole. TEC TEC omvat de vijf openbare vervoersmaatschappijen die actief zijn op het grondgebied van het Waals Gewest: TEC Brabant Wallon, TEC Charleroi, TEC Hainaut, TEC Liège-Verviers en TEC Namur-Luxembourg. Deze vijf entiteiten worden overkoepeld door de moedermaatschappij Société Régionale Wallone du Transport (SRTW). 94 Bij TEC heeft men 88 Comité P. ( ), Jaarverslag : Bijzondere inspectiediensten [WWW]. Molos: [11/03/2010]. 89 Comité P. (2009), Jaarverslag 2009: inplaatsstelling van de veiligheidsdiensten in het openbaar vervoer [WWW]. Molos: [28/03/2010]. 90 De Lijn ( versie februari 2009). Lijncontrole: de controleploeg van De Lijn in een nieuw kleedje. [brochure]. Mechelen: Saskia Schatterman. 91 Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei Ministerieel Besluit van 14 februari 2008 tot goedkeuring van de Algemene Reisvoorwaarden en de tarieven van de Vlaamse Vervoersmaatschappij, BS 26 februari Besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 tot wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM, BS 01 maart X (x), Structuur van de Groep [WWW]. SRWT: [24/03/2010]. 28

42 bewust gekozen om geen eigen veiligheidsdienst op te richten. Men vertrekt vanuit een realistische houding dat het onmogelijk is dat een veiligheidsagent altijd op tijd de plaats van het incident kan bereiken. Men wou hierbij dan ook geen vals gevoel van veiligheid creëren. 95 MIVB MIVB heeft sinds 31 juli 2008 een veiligheidsdienst die erkend is door Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken. Door deze erkenning krijgt de veiligheidsdienst van MIVB meer bevoegdheden toegekend 96, met name het identiteitsbewijs vragen, iemand staande houden gedurende 30 minuten tot de komst van de ordehandhavers, fouilleren, oppervlakkige controle van de bagage en het gebruik van de handboeien. Zoals hierboven vermeld, beschikken de veiligheidsagenten van MIVB over handboeien, die evenwel niet zichtbaar mogen worden gedragen. In tegenstelling tot Securail werd afgezien van het gebruik van de spray omdat deze in het grootste deel van de infrastructuur niet kan en mag worden gebruikt en omdat de nodige middelen tot verzorging bij gebruik niet voorhanden zijn. Ironisch genoeg merken we dat deze bezwaren voor het doorvoeren van de spray identiek dezelfde kritieken zijn als deze die door de veiligheidsagenten van NMBS- Groep werden aangehaald. 97 NMBS-Groep Zoals in hoofdstuk aangehaald, merken we dat Securail over een volledig instrumentarium aan middelen beschikt. Zoals Comité P aanhaalt, blijft het toepassen van wettelijke dwang nog steeds een bevoegdheid van de politie. 98 Uit de praktijk merken we dat De Lijn deze visie perfect heeft waargemaakt terwijl MIVB zich beperkt tot het gebruik van de handboeien. Bij de veiligheidsagenten van NMBS-Groep heerst echter de drang naar steeds meer bevoegdheden. Naast het gebruik van de handboeien en de spray gaat ook de voorkeur van de veiligheidsagenten er naar uit om de wapenstok in de nabije toekomst in te voeren. Hierbij zijn enkele kritische bedenkingen op zijn plaats. 95 DEPRINS, F.& PLEYSIER, S., Integrale veiligheid in stations: een samenwerkingsmodel. Kortrijk, 2009, 98 (Onderzoeksrapport in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken). 96 ALVIN, J.P. ( 2008/10). De veiligheidsdienst is er voor u [brochure]. MIVB: Author. 97 Comité P. (2009), Jaarverslag 2009: inplaatsstelling van de veiligheidsdiensten in het openbaar vervoer [WWW]. Molos: [28/03/2010]. 98 Ibid. 29

43 Ten eerste zou men zich kunnen afvragen op basis waarvan de veiligheidsagenten bij NMBS- Groep deze toenemende bevoegdheden zouden kunnen rechtvaardigen? Net zoals De Lijn heeft NMBS-Groep te kampen met toenemende agressie als we de cijfergegevens mogen geloven. Zoals reeds aangetoond dienen ook deze cijfers vanuit een genuanceerd perspectief belicht te worden (zie 1.2 Probleemstelling). Ook het percentage reizigers wordt jaar na jaar steeds groter. 99 Maar was dit een noodzakelijke richting die de veiligheidsdienst moest inslaan? Waren er geen andere mogelijkheden dan direct naar extra bevoegdheden te grijpen? Zoals De Lijn aantoont kan het ook perfect zonder. Vanuit communicatieve vaardigheden kunnen reeds een groot aantal incidenten van verbale en fysieke agressie worden omgebogen of zelfs voorkomen worden. 100 Ten tweede kan men de vraag stellen of de veiligheidsagenten niet stilaan de grens met de politie willen overschrijden. Steeds meer wordt de roep naar politionele bevoegdheden vanuit de veiligheidsagenten waargenomen. Groeit hierbij niet het risico dat dit enkel zal leiden tot meer agressie? Of dat we een stap terugzetten naar 1999? Als laatste dient men zich er ook bewust van te zijn dat al deze bevoegdheden een hoop verantwoordelijkheden met zich meebrengen. Zijn de veiligheidsagenten hier wel voldoende voor opgeleid, zoals beweerd wordt? 3.7 Besluit In dit hoofdstuk hebben we geleerd wat de taken en de bevoegdheden van Securail zijn. We merken dat, in tegenstelling tot De Lijn en MIVB, de veiligheidsagenten van NMBS-Groep over een volledig arsenaal aan middelen beschikken, wat de nodige verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Men kan zich de vraag stellen in hoeverre deze roep tot steeds meer bevoegdheden zich verder door zal zetten in de toekomst. Zal er binnen dit en tien jaar nog sprake zijn van Securail of evolueren we terug naar een politiedienst binnen de spoorwegen? 99 Zie Bijlage VAN LIMBERGEN, K., Hoe kan men zich wapenen tegen agressie op het werk? Het nut van agressiebeheersing, Private Veiligheid. 2003, 17, 9. 30

44 Hoofdstuk 4: Actoren die instaan voor veiligheid in en rond het spoor 4.1 Inleiding Het is de ambitie van de regering om ons land verder te ontwikkelen tot een open en veilige samenleving waarin alle mensen zich ten volle kunnen ontplooien, in wederzijds respect voor elkaars rechten en plichten. Hierbij heeft het Nationaal Veiligheidsplan (NVP) de ambitie om uit te groeien tot een belangrijk stuurinstrument voor dit veiligheidsbeleid. 101 Uit dit NVP vloeien enkele belangrijke principes voort: Onveiligheid is een probleem van ons allen: zowel voor de federale, regionale en lokale overheden en diensten maar ook voor de burger en voor diverse actoren uit de privésector. Zorgen voor een veilige samenleving is een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid, die slechts behoorlijk kan gerealiseerd worden door de participatie van iedereen; - Onveiligheid vereist een geïntegreerde aanpak: de behandeling van veiligheidsproblemen kan slechts adequaat gebeuren, wanneer alle betrokken overheden en diensten op een geïntegreerde wijze vorm geven aan het veiligheidsbeleid. Dit wil zeggen dat een veiligheidsproblematiek een coherente en efficiënte aanpak vereist van alle betrokken overheden en diensten; - Aandacht voor preventie, reactie en nazorgmaatregelen: men dient niet enkel oog te hebben voor repressie. Ook de pijlers preventie, reactie en nazorg dienen belicht te worden; - Een transparant en meetbaar veiligheidsbeleid: dit maakt sturing mogelijk indien nodig. Omdat de beschikbare middelen ontoereikend zijn om alle veiligheidsproblemen met dezelfde inzet aan te pakken, dienen maatschappelijke keuzes te worden gemaakt. Deze keuzes worden geëxpliciteerd in NVP en vertaald naar prioriteiten. Ook voor NMBS-Groep heeft dit NVP gevolgen gehad, aangezien de Regering voor de periode van beslist heeft om de 101 CSS, Toekomstvisie voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen de NMBS-Groep. Brussel, 15 september 2008, 4 (Strategisch beleidsplan ). 102 X, Nationaal Veiligheidsplan Z.pl., 2009, 5-7 (NVP). 31

45 aanpak van overlast ten aanzien van kwetsbare doelwitten aan te pakken, zoals uitgangsbuurten, stadscentra (winkelstraten, winkels en horecazaken), woonwijken, bedrijven, het openbaar vervoer (met inbegrip van de trein- en metrostations en tram- en bushaltes) en de private vervoerssector. 103 Het is dan ook niet meer dan logisch dat NVP een centrale rol heeft in dit hoofdstuk, waarin het veiligheidsbeleid van NMBS-Groep uit de doeken wordt gedaan. 4.2 Maatschappelijke context en algemeen kader Veiligheidsproblematiek wordt steeds belangrijker De problematiek inzake agressie en geweld op en rond het openbaar vervoer dient gekaderd te worden in een evoluerende maatschappij waarin veiligheid een prominente rol speelt. De radicale breuklijn situeerde zich begin de jaren 90, toen zich een herwaardering van de controle manifesteerde. Men besefte steeds meer dat de samenleving teveel verwachtte van de formele sociale controle. De veiligheidszorg maakte dan ook een verschuiving mee van een absolute en exclusieve taak van de politie naar een gedeelde verantwoordelijkheid van een groot aantal actoren. 104 Deze evolutie heeft ertoe geleid dat in België op relatief korte termijn een wildgroei aan nieuwe veiligheidsfuncties is ontstaan. Uit een onderzoek van 2005 blijkt dat naast de politie 211 verschillende functies bestaan op het vlak van de maatschappelijke veiligheid. 105 Naast Securail zijn nog andere externe partners actief om op een globale en geïntegreerde wijze een halt toe te roepen aan de stijging van het aantal diefstallen, vandalisme en agressiegevallen. 106 Voor een bespreking van de relevante partners zie 4.3 Ontwikkelen van partnerschap. 103 X, Nationaal Veiligheidsplan Z.pl., 2009, 7 (NVP). 104 PLEYSIER, S., DUPONT, V. en DE PAUW, E., Veiligheid als beroep: Reflecties over de noodzakelijkheid en wenselijkheid van een professionele bachelor in de maatschappelijke veiligheid, Geleerde Veiligheid 2009, 46, ENHUS, E., Politie en nieuwe functies in Veiligheid: communicerende vaten?, Orde van de dag. 2006, 33, Ombudsman bij de NMBS-Groep, Jaarverslag Brussel, 2008, 189 (jaarverslag). 32

46 4.2.2 Geïntegreerd veiligheidsbeleid Om veiligheidsproblemen aan te pakken is het noodzakelijk om veiligheid in de meest brede betekenis van het woord te benaderen, rekening houdende met de complexiteit van de verschillende fenomenen. 107 Hierbij dient de Kadernota Integrale Veiligheid 108, die goedgekeurd is op de Bijzondere Ministerraad van 30 en 31 maart 2004 en uitgewerkt werd door de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, ter hand genomen te worden. Dit beleidsplan werkt de concepten integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid verder uit en tracht bijsturing mogelijk te maken waar nodig. 109 In dit beleidsplan heerst de overtuiging dat een efficiënte en effectieve bestrijding van onveiligheid vraagt om een allesomvattende, integrale aanpak die rekening houdt met alle factoren die de veiligheid kunnen bevorderen of bedreigen. 110 Volgens de Kadernota dient integrale veiligheid vertaald te worden in een concept dat criminaliteit, overlast en verkeersveiligheid in al hun aspecten in een zo breed mogelijke context tracht te benaderen. NMBS-Groep heeft bij het bepalen van het strategisch beleidsplan met betrekking tot de sociale veiligheid in het openbaar vervoer hiermee dan ook rekening gehouden. Elk veiligheidsprobleem wordt benaderd vanuit een veiligheidsketen. In deze veiligheidsketen wordt stelselmatig aandacht besteed aan proactieve, preventieve, repressieve en curatieve maatregelen. Deze integrale aanpak is slechts mogelijk als deze een vertaling ziet naar een geïntegreerde aanpak. Hierbij wordt de noodzaak tot samenwerking tussen alle betrokken actoren benadrukt. Alle initiatieven, projecten en instrumenten dienen zoveel mogelijk op elkaar te worden afgestemd en gecoördineerd te verlopen, deel uitmakend van één groot project. Hierbij is het van cruciaal belang dat CSS met de verschillende belanghebbenden een partnerschap ontwikkelt om tot een geïntegreerd en integraal veiligheidsbeleid te komen. Er dienen echter enkele kanttekeningen gemaakt te worden bij dit partnerschap. Een eerste bedenking concentreert zich op wie de regierol op zich neemt. Waar traditioneel de leiding van het veiligheidsdiscour bij de politie lag, is dit binnen de veranderende maatschappelijke 107 PLEYSIER, S., DUPONT, V. en DE PAUW, E., L.c., X, Kadernota Integrale Veiligheid. Z.pl., maart 2004, 122p. (Kadernota) 109 DE RUYVER,B., Strafrechtelijk Beleid. Gent, , 4, 2 (cursus). 110 PLEYIERS, S., Integrale veiligheid als dogma? Grenzen aan het heersende veiligheidsdiscours, Tijdschrift voor Veiligheid. 2008, 7,

47 structuren en het integraal veiligheidsdenken niet langer aangewezen. 111 Bovendien dient rekening te worden gehouden met het feit dat de diverse partners andere en soms tegengestelde doelstellingen hebben. 112 Waar bijvoorbeeld bij de politie overlast in het openbaar vervoer minder prioritair ligt dan georganiseerde criminaliteit, zal toch gestreefd dienen te worden naar een optimale samenwerking. Het is een continue evenwichtsoefening naar voorwaarden voor een context waarin de verschillende belangen op een aanvaardbare manier kunnen samengaan en waarbij de algemene leefbaarheid van de samenleving voorop staat Werkgebied van de NMBS-Groep Het werkgebied van NMBS-Groep is uitgebreid en speelt zich af op veel domeinen: de spoorwegen, de treinen, de stations, de stopplaatsen en de auto- en fietsparkings. 113 Ten eerste zijn er de spoorlijnen waarvan de exploitatieveiligheid toebehoort aan Infrabel. Desondanks is er een belangrijke taak weggelegd voor CSS. Op veel plaatsen is de spoorwegbedding toegankelijk via de openbare weg. Deze mogelijkheid wordt gereduceerd door het preventief toezicht van Securail langs de spoorwegen. Ten tweede zijn er de treinen zelf die een belangrijke factor zijn bij het bepalen van een veiligheidsstrategie. De trein als transportmiddel is niet meer weg te denken uit het hedendaags openbaar vervoer en dit merkt men ook aan het toenemend aantal reizigers. 114 Voor een verdere bespreking hiervan dient doorverwezen te worden naar het volgende punt, met name de trein als transportmiddel. Ten derde zijn er de stations en de stopplaatsen. Ook op deze plaatsen kunnen zich vormen van overlast voordoen, waarmee rekening dient te moeten worden gehouden en waarop adequaat dient geanticipeerd te worden. 111 PLEYSIER, S., L.c., PLEYSIER, S., L.c., CSS, Toekomstvisie voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen de NMBS-Groep. Brussel, 15 september 2008, 6-8 (Strategisch beleidsplan ). 114 Zie Bijlage 7. 34

48 Tot slot zijn er de auto- en fietsparkings. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een gemengd beheer tussen de interne diensten van NMBS-Groep. De camerabewaking dient aangevuld te worden met de interne bewakingsdienst, B-Security. 4.3 Ontwikkelen van partnership Federale Politie: SPC Aangezien Securail slechts over uiterst beperkte politionele bevoegdheden beschikt, is bijstand van SPC noodzakelijk. Om de samenwerking tussen Securail en SPC te optimaliseren, werden duidelijke afspraken gemaakt die vastgelegd werden in het operationeel samenwerkingsprotocol. Het protocol heeft als doel 115 : - De operationele samenwerking op het terrein regelen; - Stimuleren van een gemeenschappelijke aanpak van veiligheidsproblemen (bijvoorbeeld terrorisme); - Een kader creëren dat het mogelijk maakt om alle relevante informatie uit te wisselen Lokale autoriteiten en politiediensten Naast het belangrijk samenwerkingsprotocol tussen SPC en Securail is ook de omzendbrief van 15 april 2002 betreffende de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke overheid en de taakverdeling tussen de politiediensten inzake veiligheid bij de spoorwegen een belangrijk instrument bij het opstellen van een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid. 116 In deze omzendbrief wordt de taakverdeling tussen SPC en de lokale politie in de stations uit de doeken gedaan 117. De lokale politie verzekert de basispolitiezorg op het lokale niveau. Men zal optreden voor fenomen die een lokaal karakter vertonen in de stationsbuurt, de commerciële ruimtes, de wachtzalen alsook perrons. SPC zal voornamelijk optreden op de treinen, stations en de perrons voor zover het gaat om fenomen met een supralokale weerslag. 115 SPC& CSS, Operationeel Protocol CSS-SPC. Brussel, z.d., 1 (Operationeel Protocol). 116 DEPRINS, F.& PLEYSIER, S., Integrale veiligheid in stations: een samenwerkingsmodel. Kortrijk, 2009, 37 (Onderzoeksrapport in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken). 117 DEPRINS, F.& PLEYSIER, S., Integrale veiligheid in stations: een samenwerkingsmodel. Kortrijk, 2009, 63 (Onderzoeksrapport in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken). 35

49 Daarnaast is ook het Zonaal Veiligheidsplan (ZVP), als onderdeel van een geïntegreerd veiligheidsbeleid, een belangrijk niet uit het oog te verliezen instrument. Hierin worden immers de lange termijndoelstellingen uitgewerkt die een bepaald politiekorps gedurende een bestuursperiode wil bereiken. ZVP dient hierbij wel rekening te houden met de krachtlijnen van NVP, dat een globale en geïntegreerde aanpak van de veiligheid en de samenhang van het optreden van de politiediensten wil verzekeren. Volgens art. 36 van de Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP) 118 houdt ZVP het volgende in: - De prioritaire opdrachten en doelstellingen vastgelegd door de Burgemeester en de PdK; - De capaciteit van de lokale politie die bestemd is voor de uitvoering van opdrachten van de bestuurlijke en gerechtelijke politie; - De bijdrage van de lokale politie in de uitvoering van federale aard; - De opdrachten en doelstellingen die eigen zijn aan de gemeente van de zone. In bepaalde steden en gemeenten zullen bepaalde samenwerkingsakkoorden worden afgesloten voor een intensievere samenwerking op het spoorwegdomein en meer bepaald op het vlak van ontradende aanwezigheid in de stations Procureurs des Konings NMBS-Groep overlegt met de PdK met het oog op sensibilisatie voor de problematiek van agressie in het openbaar vervoer. CSS zal parketten verder sensibiliseren met betrekking tot het belang van deze specifieke veiligheidsproblematiek binnen het openbaar vervoer en de mogelijke implicaties ten aanzien van de ganse maatschappij. De samenwerkingsakkoorden en de medewerking van de parketten verschillen naargelang de gerechtelijke arrondissementen Art. 36, Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, BS 05 januari Illustratief kan men verwijzen naar de stad Gent die in het ZVP heeft opgenomen dat de Politiezone Gent in het kader van strategische doeleinden in het domein veiligheid en leefbaarheid wil bijdragen tot het verhogen van de veiligheid van de reizigers en het personeel op het openbaar vervoer; Politiezone Gent, Zonaal veiligheidsplan Gent, 2009, ( ZVP). 120 De parketten van Antwerpen, Mechelen en Turnhout gaan bijvoorbeeld in op de vraag van Infrabel om koperdieven strenger te bestraffen; VANDERBERGH, J. (2008/08/30), Koperdieven riskeren tien jaar [WWW]. Corelio: [28/03/2010]. 36

50 4.3.4 Federale overheden Voor de veiligheid in en rond het station zijn vier FOD s verantwoordelijk 121 : - FOD Binnenlandse Zaken: verantwoordelijk voor de werking van de politiediensten en het uitreiken van vergunningen aan private bewakingsondernemingen; - FOD Mobiliteit en Vervoer: politieke verantwoordelijkheid voor het openbaar vervoer; - FOD Overheidsbedrijven: verantwoordelijk voor het toezicht op de NMBS- Holding; - FOD Justitie: speelt een rol in het integraal veiligheidsbeleid aangezien deze primair verantwoordelijk is voor de vervolging van criminele gedragingen Intra-Groep partners NMBS-Holding is het overkoepelend orgaan van NMBS-Groep zoals reeds in 2.2 aangehaald. Vanuit het Beheerscontract wordt de verantwoordelijkheid voor het bepalen van een strategisch beleidsplan toevertrouwd aan NMBS-Holding. In dit strategisch beleidsplan worden de strategische doelstellingen uitgestippeld voor de aanpak van de globale veiligheidsproblematiek op het spoorwegdomein. 122 De uitvoering van deze strategische doelstellingen berust bij CSS. De strategische doelstellingen voor de periode zijn 123 : - Waarborgen van de veiligheid van personeel, reizigers en klanten en het verhogen van het veiligheidsgevoel in de treinen, stations, stopplaatsen en het spoorwegdomein; 121 DEPRINS, F.& PLEYSIER, S., Integrale veiligheid in stations: een samenwerkingsmodel. Kortrijk, 2009, 36 (Onderzoeksrapport in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken). 122 VERVOTTE, I., SCHOUPPE, E., DESCHEEMAECKER, M., Beheerscontract tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS. Brussel, januari 2008, 21 (Beheerscontract ). 123 CSS, Toekomstvisie voor een integraal en geïntegreerd Securitybeleid binnen de NMBS-Groep. Brussel, 15 september 2008, 9-10 (Strategisch beleidsplan ). 37

51 - Waarborgen van het productieproces, het verhogen van de inkomsten, het verminderen van de schadekosten van NMBS-Groep en het beschermen en beveiligen van de installaties van NMBS-Groep; - Uitwerken van een strategie met betrekking tot de aanpak van terroristische dreigingen. Om deze strategische doelstellingen te bereiken, gaat het veiligheidsbeleid uit van drie pijlers 124, met name meer veiligheidsagenten op het terrein, een intensievere samenwerking met alle politiediensten en een geavanceerde technische uitrusting. 4.4 Besluit De maatschappelijke veiligheidsproblematiek is doorheen de jaren steeds prominenter aanwezig. Hierbij merken we dat veiligheid in het station niet langer een uitsluitende aangelegenheid is van NMBS-Groep. Een station heeft grotendeels de kenmerken van een openbare ruimte, wat de openbare orde in het station strikt genomen een overheidsaangelegenheid maakt. Niet enkel is het station mobiliteit, maar ook economische bedrijvigheid : naast de loketten- en wachtzalen, de perrons zijn er ook cafetaria s, de krantenkiosk, broodjeszaken, winkels, Een veilige stationsomgeving dient ook rekening te houden met de aanpalende gebieden, zoals het stationsplein, de bushaltes, tramhaltes, De integrale veiligheidsgedachte impliceert dat de politie, Securail, treinreizigers, vakbonden en alle mogelijke partners vanuit hun verantwoordelijk hiertoe bijdragen. 125 Binnen deze integrale veiligheidsgedachte zijn toch enkele spanningen waar te nemen. Wie is kapitein van dit team? Waar vroeger de zorg voor veiligheid een exclusieve taak van de politie was, merken we een groot aantal private partners optreden. Deze samenwerking kan bemoeilijkt worden door de uiteenlopende doelen en visies die de diverse partijen erop na houden. Het vereist het constructief omgaan met de aanwezige diversiteit, maar een efficiënte bestrijding van onveiligheid vraagt om zo n alomvattende aanpak NMBS-Groep, Het duurzaamheidverslag Brussel, juli 2009, 31 (Duurzaamheidverslag). 125 DEPRINS, F.& PLEYSIER, S., Integrale veiligheid in stations: een samenwerkingsmodel. Kortrijk, 2009, (Onderzoeksrapport in opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken). 126 PLEYSIER, S., L.c.,

52 Hoofdstuk 5: Agressie 5.1 Inleiding In deze korte theoretische uiteenzetting wordt getracht een antwoord te formuleren op de vraag Wat is agressie? en proberen we hiervoor een definitie te formuleren. Het woord agressie maakt deel uit van het dagelijks taalgebruik en is door iedereen wel bekend. De inhoud is moeilijker vast te leggen. 127 Agressie is een begrip dat immers altijd gepaard gaat met een zekere mate van subjectiviteit. Wat door de ene bestempeld wordt als een agressief incident en een bedreiging voor de fysieke integriteit is, kan voor iemand anders misschien door de beugel. Waarschijnlijk is dit de reden waarom er zowel in de onderzoeksliteratuur als in het dagelijks taalgebruik een mengelmoes bestaat van verschillende termen. 128 Wanneer men in een simpele zoekmachine zoals Google het woord agressie intypt, krijgt men honderden sites met definities. 129 In 1983 stelde men maar liefst 250 verschillende definities van het begrip agressie vast. 130 Hieronder wordt even ingegaan op de meest courante definities van agressie, om vanuit de verschillende kenmerken een bevredigende globale definitie te destilleren. Deze definitie is van belang voor het operationaliseren van het slachtofferschap. 5.2 Begripsomschrijving Agressie kan zowel op een positieve als op een negatieve manier gedefinieerd worden. Het woord agressie komt van het Latijnse werkwoord aggredi, dat is samengesteld uit twee delen: ad of naar en gradus of stap. Aggredi betekent vooruit gaan, regredi (waar het woord regressie vandaan komt) betekent achteruit gaan. Aggredi kreeg echter al vroeg de betekenis van aanvallen. Agressief zijn, in de oorspronkelijke betekenis van het woord, betekent zoveel als op een doel afgaan zonder misplaatste aarzeling, twijfel of angst BREHM, S.S., KASSIN, S.M., FEINS, S., MERVIELDE, I., Sociale Psychologie, Gent, Academia Press, 2000, JANSEN, G.J., DASSEN, TH. W. N., MOORER, P., The perception of Aggression, Scandinavian Journal of Caring Sciences. 1997, 11, TAGHON, G., Loop naar de maan!: praktijkgids omgaan met verbale agressie in onderwijs en opvoeding, Antwerpen, Garant, 2008, BREHM, S.S., KASSIN, S.M., FEINS, S., MERVIELDE, I., O.c., TAGHON, G., O.c.,

53 Bij het raadplegen van verklarende woordenboeken komt men al snel tot de constantie dat het negatieve domineert. In Van Dale wordt agressie omschreven als: een aantasting met geweld, vijandelijke aanval; (in t bijzonder) aanval van een staat op een andere staat, anders dan tot zelfverdediging. 132 In Le Petit Robert wordt agressie gedefinieerd als attaque voilente contre une personne of attaque de l intégrité des fonctions physiques ou metales de l individu, par un agent externe. 133 Uit deze verschillende definities kunnen reeds enkele kenmerken van agressie gedistilleerd worden. Agressie kan worden gedefineerd als gedrag dat bedoeld is om een persoon te kwetsten die niet gekwetst wenst te worden. Extreme vormen van agressie worden geweld genoemd om ze van minder kwetsende gedragingen te onderscheiden. 134 In veel gevallen vloeien agressie en geweld in elkaar over. Als de definities van beide begrippen worden vergeleken, kunnen toch enkele opvallende verschillen worden opgemerkt. Agressie is een emotionele uitingsvorm waardoor anderen zich bedreigd kunnen voelen. Deze uiting hoeft niet per se strafbare feiten op te leveren. Geweld wordt eerder getypeerd als het gebruik van macht of een (fysieke) kracht waardoor (psychische) schade, letsel of dood ontstaat. Deze typering laat in het midden tegen wie het gericht is, hier toestemming voor is of met welk doel het geweld is gebruikt. 135 Vanuit het perspectief van het slachtoffer kan men agressie omschrijven als gedrag waarbij iemand schade toebrengt aan materiaal en/of psychische of fysieke grenzen overschrijdt van zichzelf of een andere persoon. Het gedrag is hier het uitgangspunt. Het slachtoffer voelt zich gekwetst, los van het feit of dit de bedoeling was van de agressor. Hierbij is persoonlijke interpretatie belangrijk: iedere persoon heeft zijn eigen grenzen. Agressie kan men ook definiëren vanuit de dader, vanuit de oorzaken VAN DALE, Groot woordenboek der Nederlandse taal, s Gravenhage, Martinus Nijhoff, tiende herziene druk, REY-DEBOVE, J. en REY, A., Le petit Robert, Parijs, Dictionnaires Le Robert, édition entièrement reveu et amplifiée du Petit Robert, BREHM, S.S., KASSIN, S.M., FEINS, S., MERVIELDE, I., O.c., X (z.d.), Infosheet het verschil tussen agressie en geweld [WWW]. X: [10/07/2010]. 136 RODE KRUIS VLAANDEREN, Workshop: hoe reageren als cliënten agressief worden?. Z.pl., november 2007, 3p. (Studiedag begeleiding op vreemde maat). 40

54 In de praktijk merken we een mengelmoes van drie vormen van agressie op: - Een eerste vorm is de instrumentele agressie waarbij schade wordt berokkend om een bepaald doel te bereiken. Voorbeelden van instrumentele agressie zijn: iemand schade berokkenen wegens persoonlijke voordelen, om aandacht te krijgen of zelfs uit zelfverdediging. 137 De agressie of het geweld is daarbij een hulpmiddel en geen doel op zich. De dader heeft vaak in eerdere situaties geleerd dat agressief gedrag kan lonen. Wanneer niet op dit agressief gedrag wordt gereageerd, blijft instrumentele agressie voortbestaan 138 ; - Een tweede vorm is de frustratieagressie waarbij sprake van is van een externe, uitlokkende gebeurtenis. Hierbij wordt de druk te groot en escaleert deze tot woede-uitbarstingen, dreigementen en scheldpartijen. Typische gebeurtenissen die frustratieagressie kunnen uitlokken zijn: lange wachttijden, desinteresse van het personeel, gebrek aan service, 139 ; - Een derde vorm is een beperkte impulscontrole waarbij een verstoring van de impulscontrole plaatsvindt, waardoor mensen zeer ongepast gaan reageren. Mogelijke oorzaken zijn het gebruik van drugs en alcohol, persoonlijkheidsstoornissen, 140 Wanneer we agressie bekijken, nemen we verschillende verschijningsvormen waar: - Vormen van verbale agressie: het gaat hierbij om agressie die op verbale manier (via taal) wordt geuit. 141 Denk maar aan beledigen, brullen of schreeuwen; - Vormen van psychische agressie: psychologische spelletjes, discriminatie omwille van huidskleur, sekse of ethische afkomst 142 ; 137 BREHM, S.S., KASSIN, S.M., FEINS, S., MERVIELDE, I., O.c., X (z.d.), Vormen van agressie en geweld [WWW]. Arbo-VO: [11/05/2010]. 139 VAN DER KAAP, L.M., NIJSSEN, L.T.J., BOGAERTS, S., Geweld verslagen? Een studie naar de preventie van geweld in het publieke en semi-publieke domein, Meppel, Boom, 2006, (z.d.), Vormen van agressie en geweld [WWW]. Arbo-VO: [11/05/2010]. 141 TAGHON, G., O.c., TAGHON, G., O.c.,

55 - Vormen van fysieke agressie: het gaat hierbij om agressie waarbij de fysieke integriteit in gedrang komt. Denk maar aan gooien met voorwerpen, gebruik maken van wapens of schoppen Agressie in het openbaar vervoer Inleiding Ook binnen het wetenschappelijke onderzoek is heel wat neergepend omtrent agressie. Denk maar aan het recent gevoerd onderzoek van De Wree, Vermeulen en Christiaens waarbij getracht werd een accurate beeldvorming inzake de omvang en de aard van overlast in het kader van het openbaar vervoer te krijgen. In dit onderzoek zijn incidenten waargenomen van fysieke agressie tegen het personeel, bedreigingen ten aanzien van het personeel en verbale agressie tegen het personeel. De aanleidingen hiervoor hebben niet enkel te maken met het gedrag gesteld in het kader van het openbaar vervoer, maar zijn inherent verbonden aan situaties die zich voordoen in het kader van het openbaar vervoer. Deze geven meestal aanleiding tot geweldincidenten met personeel. De meest courante zijn het niet beschikken over een geldig vervoersbewijs, de weigering af te wijken van de normale procedures, een terechtwijzing (bijvoorbeeld plaats maken voor andere reizigers) en een overtreding van het rookverbod Definitie In functie van deze masterproef wordt voornamelijk getracht een antwoord te zoeken op de vraag naar de prevalentie van de verschillende vormen van agressie tegen de veiligheidsagenten bij NMBS-Groep. Onder deze agressie wordt verstaan dat er een bepaalde norm wordt overschreden: door het gedrag wordt letsel (fysiek) of leed (psychisch) berokkend. 145 In deze definities merken we direct twee gevolgen van slachtofferschap op. In dit onderzoek wordt er vanuit gegaan dat dit lichamelijk letstel in twee gradaties naar voor kan komen. Er zijn de lichte geweldplegingen enerzijds en anderzijds slagen en verwondingen. Binnen het slachtofferschap waar geen uiterlijke letsels aanwezig zijn, merken 143 TAGHON, G., O.c., DE WREE, E., VERMEULEN, G., CHRISTIAENS, J., (Strafbare) overlast door jongerengroepen in het kader van openbaar vervoer, Antwerpen, Malku, 2006, GOOVAERTS, H., Agressie binnen de hulpverlening. Hasselt, , 9 (onderzoeksrapport). 42

56 we drie verschillende verschijningsvormen op. Ten eerste is er de categorie verbale agressie waarbij de veiligheidsagent vaak te maken krijgt met allerhande beledigingen. Ten tweede is er discriminatie en seksuele intimidatie. Deze wordt bewust uit de categorie verbale agressie gehaald aangezien deze inbreuken naar mijns inziens een enorme psychische impact kunnen hebben in vergelijking met beledigingen. De verbale agressie dient hierbij ook niet te worden onderschat. Figuur 6 Agressie Bedreigingen Psychische agressie Seksuele intimdatie Discriminatie Agressie V Verbale agressie Fyieke agressie Lichte geweldpleging slagen en verwondingen Opbouw van geweldsdelicten Binnen deze geweldsdelicten is het vaak mogelijk om verschillende momentopnames van het incident te identificeren: ontstaan, escalatie en afloop. Ontstaan Het ontstaan van een conflict met een fysiek karakter vindt zijn grondslag meestal in het feit dat de veiligheidsagent zijn taak vervult: hij past de regels toe of tracht de situatie te herstellen. De veiligheidsagent zorgt voor preventieve aanwezigheid, komt tussen indien er zich problemen voortdoen, etc. Soms zijn er in het vervullen van de functie elementen aanwezig die niet helemaal zijn zoals hoort: veiligheidsagenten die zich schijnbaar neerbuigend opstellen, Wanneer een dergelijke afwijking van de norm zich voortdoet, dient deze voldoende uitgelegd te worden. Wanneer de reizigers in kwestie hier geen reden ziet, is het goed mogelijk dat dit agressie zal uitlokken. 43

57 Het ontstaan van een conflict met een verbaal karakter bestaat, net zoals bij conflicten met een fysiek karakter, in het feit dat de veiligheidsagent zijn taak vervulde: de veiligheidsagent die wijst op storend gedrag in het station, een reiziger vraagt om het station te verlaten, zich te identificeren, etc. Dergelijke zaken leiden vaak onmiddellijk tot verbaal geweld. 146 Escalatie Bij fysiek geweld gaat het vaak om incidenten zoals het niet beschikken over een geldig vervoersbewijs. Wanneer de treinbegeleider dit nodig acht, kan deze via SOC een veiligheidsagent oproepen. De fase van escalatie hangt sterk af van de initiële reactie van de veiligheidsagent. 147 Wanneer jongeren het op een lopen zetten, kan men niet anders dan geweld gebruiken wanneer deze worden ingehaald, al was het maar louter om hen te doen stoppen. Een veiligheidsagent kan deze jongere staande houden met het gebruik van de handboeien. Bij fysiek geweld betreft het soms incidenten die dreigen te ontsporen. De neerbuigende houding van de veiligheidsagent kan een reactie uitlokken waarbij de reiziger zich fysiek agressief gaat op stellen om zijn woorden kracht bij te zetten. Bijvoorbeeld het zeggen dat men de veiligheidsagent gaat slaan als hij zo blijft praten. Om deze woorden kracht bij te zetten, slaat de reiziger tegen de muur. Het is van cruciaal belang rekening te houden met het feit dat een terechtwijzing noodzakelijk is. 148 Bij deze terechtwijzing dient men rekening te houden met de klantvriendelijkheid waarvoor NMBS-Groep garant staat. In het achterhoofd van de veiligheidsagent dient steeds rekening te worden gehouden met het feit dat een fysieke actie gemakkelijk een fysieke actie uitlokt. De escalatie van verbaal geweld bestaat vaak in de verbale agressie (uitschelden) en de bedreiging zelf (een mes bovenhalen, een bedreigend gebaar maken, weten u wel te vinden, ) waarna het incident meestal weer ophoudt. Deze kan toch verder escaleren door de reacties op de verbale agressie. 149 De veiligheidsagent kan de persoon wijzen op zijn bevoegdheden en mogelijkheden om de persoon uit het station te zetten. 146 DE WREE, E., VERMEULEN, G., CHRISTIAENS, J., O.c., DE WREE, E., VERMEULEN, G., CHRISTIAENS, J., O.c., Ibid. 149 De WREE, E., VERMEULEN, G., CHRISTIAENS, J., O.c.,

58 Afloop De afloop van deze incidenten bestaat meestal in de tussenkomst van SPC of de lokale politie. 150 Wanneer de veiligheidsagent genoodzaakt was om de reiziger te boeien om de veiligheid te garanderen, dient de politie binnen de 30 minuten ter plaatste te zijn. Men kan niet in de veronderstelling zijn dat de tussenkomst van de politie de situatie steeds kalmeert: de reizigers kunnen zich agressief blijven gedragen tegen de politie. Uit de interviews met de veiligheidsagenten van NMBS-Groep bleek dat de meeste reizigers over het algemeen respect tonen t.a.v. de politie. De vaak gefrustreerde reiziger ziet zijn kans om zo de veiligheidsagent in kwestie in een slecht daglicht te plaatsen. Soms zijn tussenkomsten van de lokale politie of SPC niet nodig en kan de veiligheidsagent zelf de situatie onder controle krijgen. 5.4 Besluit De vele definities van agressie tonen aan dat dit wereldwijd een veelbesproken onderwerp is. Het is niet verwonderlijk dat veel gespeculeerd wordt over vragen als wat is agressie? of welke vormen van agressie zijn er mogelijk?. Ook in deze masterproef wordt stilgestaan bij welke vormen van agressie er tegen veiligheidsdiensten bij NMBS-Groep waar te nemen zijn. Hierbij werden voor volgende categorieën weerhouden: slagen en verwondingen, lichte geweldpleging, beledigingen, seksuele intimidatie, discriminatie en bedreigingen. Wat de prevalentie van deze verschijningsvormen betreft, wordt doorverwezen naar hoofdstuk Ibid. 45

59 Hoofdstuk 6: Slachtofferschap bij Securail 6.1 Inleiding Het gebruik van het openbaar vervoer neemt jaar na jaar toe. 151 Vanuit de overheden wordt dit gebruik sterk gestimuleerd, wat gepaard gaat met toenemende en uiteenlopende concentraties van mensengroepen. Dit blijft niet zonder gevolgen als we de actualiteit moeten geloven. Steeds vaker treffen we in de actualiteit berichtgevingen aan waarbij controlefunctionarissen in het openbaar vervoer tijdens de uitoefening van hun functie slachtoffer worden. 152 In dit hoofdstuk wordt nagegaan in hoeverre slachtofferschap bij Securail voorkomt en welke vormen van slachtofferschap de bovenhand halen. Als het namelijk zo zou zijn dat slachtofferschap maar sporadisch voorkomt, dan hoeven we ons over de slachtofferbejegening ook minder vragen te stellen. Vooraleer de resultaten van het onderzoek worden besproken, volgt eerst een bespreking van de methodologische keuzes die aan dit onderzoek zijn voorafgegaan. De bespreking bestaat enerzijds uit de doelstelling van het onderzoek en anderzijds uit het ontwerp van het onderzoek. 6.2 Methodologische keuzes Doelstelling van het onderzoek Lange tijd bleef het thema slachtofferschap een blinde vlek op de criminologische kaart. Indien er dan toch onderzoek werd gevoerd naar slachtofferschap, betrof het vaak burgers, terwijl een aantal personen deze dreiging tot slachtofferschap beroepsmatig bijna dagelijks meemaken. Denk maar aan psychiatrische verpleegkundigen, cipiers, bewakingsagenten, 153 Ook veiligheidsagenten passen in dit plaatje. Aan de hand van dit kwantitatief onderzoek wordt getracht een antwoord te formuleren op de eerste onderzoeksvraag, met name hoe vaak slachtofferschap voorkomt bij de veiligheidagenten? Is dit eerder opgeblazen door de media 151 Zie Bijlage X(2008/10/02), Medewerker Securail gewond bij incident met zwartrijder [WWW]. Corelio: [28/03/2010]; X (2010/02/12), Agressie op treinpersoneel met kwart toegenomen [WWW]. Corelio: [28/03/2010]; ROMBOUTS, W. ( 2010/03/19), Premetrostation Diamant vuil en onveilig [WWW]. Corelio: [28/03/2010]; X (2010/02/12), Agressie stijgt op spoor, daalt op Brussels net [WWW]. Corelio: [28/03/2010]. 153 VAN LIMBERGEN, K., L.c., 8. 46

60 of komen veiligheidsagenten tijdens de uitoefening van hun functie steeds frequenter in aanraking met verschillende vormen van agressie? Ontwerp van het onderzoek De steekproef Het is in sociaalwetenschappelijk onderzoek vaak niet mogelijk om alle leden van een bepaalde populatie waarover we uitspraken willen doen, te onderzoeken. 154 Bij deze masterproef bestaat de totale populatie uit alle veiligheidsagenten die tewerkgesteld zijn bij NMBS-Groep. Gelet op de beperkte tijd die aan het tot stand komen van deze masterproef moest voorafgaan, moeten we ons beperken tot een deel van de populatie, de onderzoeksgroep of de steekproef. Om statistische redenen wordt in empirisch onderzoek liefst niet met te kleine steekproeven gewerkt. De vuistregel die dan ook in acht genomen wordt voor veel wetenschappelijk onderzoek is het behalen van een steekproef van 100 of meer onderzoekseenheden. 155 Ook in deze masterproef werd geopteerd voor een zo groot mogelijke populatie verdeeld over de 5 districten. Het streefdoel hierbij was 40 enquêtes bij de districten NO, NW, ZO en ZW af te nemen en 60 enquêtes bij het district CE, aangezien daar de meeste veiligheidsagenten tewerk gesteld zijn. 156 Ook werd er rekening gehouden met de taalbarrière, zodat zowel Franstalige als Nederlandstalige veiligheidsagenten aan de enquêtes konden deelnemen. Er is echter een zware methodologische beperking aangezien we hier te maken hebben met een convenience sampling 157 waardoor er geen garantie van representativiteit mogelijk is. 158 De procedure was dat iedere DSM op zijn district x aantal enquêtes moest verzamelen, waarna de ingevulde enquêtes terug werden bezorgd voor verdere verwerking BIJLEVELD, C.C.J.H., Methoden en Technieken van onderzoek in de criminologie, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2007, BIJLEVELD, C.C.J.H., O.c., Zie Bijlage De gemakkelijkheidsteekproef (convenience sample) wordt getrokken op basis van gemakkelijkheidoverwegingen, namelijk: de analyse-eenheden die voor het grijpen liggen en dus direct beschikbaar zijn worden in de steekproef opgenomen. In deze masterproef waren dit de eerste veiligheidsagenten die bereid waren de vragenlijsten over slachtofferschap in te vullen (misschien verschilt de antwoorden wel significant van de non-respondenten). 158 BIJLEVELD, C.C.J.H., O.c., Zie Bijlage 9. 47

61 Definities en operationalisering Omwille van de complexiteit en de heterogeniteit van het begrip slachtofferschap is er nood aan afbakening van het onderzoeksveld. Men kan slachtoffer zijn van verschillende vormen van agressie. Voor de theoretische uiteenzetting van dit begrip, wordt verwezen naar hoofdstuk 5. Het uitgangspunt van deze masterproef is dat agressie zowel op de geest als op het lichaam kan worden uitgeoefend. 160 Op de impact van agressie op de mentale en fysieke gezondheid van de veiligheidsagenten zal in hoofdstuk 7 dieper worden ingegaan. Binnen de categorie van fysieke agressie worden twee verschijningsvormen waargenomen, namelijk: a. Slagen en verwondingen: zie art. 398 SW; b. Lichte geweldpleging: zijn eerdere lichte vergrijpen, zoals duw- en trekwerk. Binnen de categorie van psychische agressie worden vier verschijningsvormen waargenomen, namelijk: a. Bedreigingen: fysieke integriteit wordt bedreigd, bijvoorbeeld ik weet je wel nog te vinden ; b. Beledigingen: genaamd de verbale agressie, inclusief spuwen; c. Discriminatie: andere of minderwaardige behandeling wegens huidkleur, geslacht, geloof, ; d. Seksuele intimidatie: ongewenste gedragingen, opmerkingen op vlak van geslacht waardoor u als minderwaardig wordt bestempeld. Onderzoeksmethode: survey De meest bepalende beslissing die een onderzoeker moet nemen, is de keuze van de onderzoeksstrategie. Hieronder wordt verstaan een geheel van met elkaar samenhangende beslissingen over de wijze waarop een onderzoek wordt gevoerd. 161 In het kader van deze masterproef werd geopteerd voor een slachtoffersurvey, aangezien het de bedoeling was op relatief korte tijd kwantitatieve gegevens over de prevalentie van slachtofferschap te 160 VAN DER KAAP, L.M., NIJSSEN, L.T.J., BOGAERTS, S., 0.c, DECORTE, T., Methoden van Criminologisch onderzoek: ontwerp en dataverzameling. Gent, , (cursus). 48

62 verzamelen. 162 Daarnaast komen ook de onveiligheidsgevoelens als gevolg van slachtofferschap aan bod. Methodologisch gaat men uit van een realistisch-positivistisch standpunt ten aanzien van officiële en zelfgerapporteerde gegevens. 163 Net zoals criminaliteit is ook slachtofferschap een objectief meetbaar fenomeen, maar dienen er technische problemen erkend te worden die het niet toelaten om een volledig beeld van het slachtofferschap te verkrijgen. Voor een meer realistisch beeld van de omvang en de aard van het slachtofferschap zijn slachtoffersurveys een handig instrument. Voor de tweede onderzoeksvraag wordt geopteerd voor een kwalitatief luik aangezien deze voornamelijk polst naar de ervaringscontexten van de respondenten. 164 In de tweede onderzoeksvraag staan de noden en behoeften van de slachtoffers centraal: hoe men het slachtofferschap heeft ervaren, wat de gevolgen zijn en de daaruit voortvloeiende behoeften. Dit bevragen via een categoriserende survey zou voorbijgaan aan de onnoembare complexiteit van deze behoeften en noden. 165 De survey zal echter wel een aanzet vormen naar de tweede onderzoekvraag (zie infra). Onderzoeksinstrument: de vragenlijst De vragenlijst werd in een Nederlandstalige 166 en een Franstalige 167 versie opgesteld. In deze vragenlijst werd ervoor geopteerd om naast gesloten vragen ook enkele open vragen te stellen. Gesloten vragen dwingen mensen vaak om in een bepaalde antwoordcategorie te blijven, terwijl dit in bepaalde gevallen niet opportuun blijkt te zijn. Daarom werd ervoor gekozen om bepaalde vragen open te laten. 168 Het onderzoeksinstrument, de vragenlijst, omvat 17 vragen en is opgedeeld in 4 grote onderdelen. Het eerste onderdeel peilde naar de algemene gegevens van de respondenten. Het omvat: - Het geslacht van de respondent; - De leeftijd van de respondent; 162 LIPPENS, R., Moderne methode(n)-weerbarstige wereld(en). Enige theoretische beschouwingen over (victim) surveys, Panopticon. 1998, 19, HEBBRECHT, P., De International Crime and Victims Survey in een theoretische, methodologische en breed maatschappelijke context, Tijdschrift voor Criminologie. 2001,43 (2), LIPPENS, R., L.c., LIPPENS, R., L.c., Zie Bijlage Zie Bijlage CONVERSE, J.M.& PRESSER, S., The experimental evidence, in Survey questions: Handcrafting the standardized questionnaire, LEWIS-BECK, M. S. (ed.), CA, Sage Publications,

63 - De nationaliteit van de respondent alsook van de grootouders/ouders; - De dienstjaren van de respondent; - De jobtevredenheid. Het tweede onderdeel polst naar de onveiligheidsgevoelens van de veiligheidsagenten bij NMBS-Groep in het algemeen waarbij een vergelijking wordt gemaakt met het jaar 2009 en het jaar Het derde onderdeel vraagt naar de prevalentie van het slachtofferschap van: - Slagen en verwondingen; - Lichte geweldpleging; - Bedreigingen; - Beledigingen; - Discriminatie; - Seksuele intimidatie. Het laatste onderdeel dat, tevens gezien dient te worden als een aanzet naar het kwalitatieve luik, polst naar de voorzieningen die er aanwezig zijn bij NMBS-Groep zoals die gekend zijn door de respondent. Data-analyse De gegevens worden aan de hand van het Statistical package for the social sciences (SPSS) verwerkt. Dit is een bewuste keuze aangezien dit programma zeer gebruiksvriendelijk is om ruwe datagegevens zoals ingevulde vragenlijsten te verwerken tot variabelen die bruikbaar zijn voor concrete analyse PAUWELS, L.& VAN DE VELDE, M., Toegepaste kwantitatieve data-analyse voor criminologen: een inleiding tot de statistische analyse en verwerking van gegevens aan de hand van SPSS. Gent, , 1-7 (cursus). 50

64 6.3 Slachtofferschap: omvang en de verschijningsvormen Algemene kenmerken van de steekproef 170 Geslacht van de respondenten Van de 173 ondervraagde respondenten (zie Tabel 1), zijn er 161 respondenten van het mannelijke geslacht. Slechts 12 respondenten zijn van het vrouwelijke geslacht; goed voor 6,9 % van de totale steekproef. Deze uitkomst is niet verwonderlijk, aangezien de functie veiligheidsagent bij NMBS-Groep gedomineerd wordt door het mannelijke geslacht en de toetreding van vrouwen gering is. Deze vaststelling volgt uit recente cijfergegevens verkregen bij CSS (zie Tabel 2 + Tabel 3). Als we het totaalplaatje bekijken, merken we dat het totaal percentage vrouwen zelfs nog lager ligt, met name 5 % in plaats van 6,9 % (zie Figuur 7). Figuur 7 Effectieven bij CSS: Man/vrouw verhouding op februari % 95% vrouw man Indien naar de structuur van de totale bevolking wordt gekeken, valt op dat er in de Belgische populatie doorgaans iets meer vrouwen dan mannen aanwezig zijn. Op 1 januari 2008 telde België inwoners waarvan vrouwen (= 51 %) en mannen (= 49 %). 171 Hoewel er iets meer jongens dan meisjes worden geboren, telt de populatie toch meer vrouwen. Dit is te wijten aan de hogere sterfte bij mannen op alle leeftijden. 172 De veiligheidsdienst vormt hiermee geen afspiegeling van de realiteit, aangezien vrouwelijke veiligheidsagenten eerder uitzondering dan de regel zijn. Het verschil in vrouwelijke aanwezigheid, naar analogie met de politie, zou voor een groot stuk te maken kunnen hebben 170 Alle cijfergegevens bij de algemene kenmerken van de steekproef zijn terug te vinden in Bijlage X(2008/01/01), Structuur van de bevolking volgens leeftijd en geslacht: leeftijdspyramide [WWW]. Belgian Federal Government: [02/05/2010]. 172 X(2008/08/28), België op weg naar elf miljoen inwoners [WWW]. Corelio: [02/05/2010]. 51

65 met de beeldvorming. 173 Een veiligheidsdienst wordt te vaak gezien als een macho-organisatie waar voor vrouwen weinig plaats is. Dit patroon tracht NMBS-Groep te doorbreken door de beeldvorming bij te sturen, zoals in de veiligheidscamapgnes waar ook vrouwelijke veiligheidsagenten wordt afgebeeld. Leeftijd van de respondenten De leeftijd van de respondenten heb ik om praktische redenen in vier clusters ingedeeld (zie Tabel 4). De eerste cluster behandelt alle veiligheidsagenten die jonger zijn/of gelijk zijn aan 25 jaar. Deze leeftijdsgroep vertegenwoordigt slechts 21 respondenten van de totale steekproef. De andere clusters hebben telkens een leeftijdsinterval van 10 jaar. De tweede cluster van 25 tot 35 jaar vertegenwoordigt 53 respondenten van de totale steekproef. In de leeftijdsgroep 35 tot 45 jaar zitten 21 respondenten. De grootste groep veiligheidsagenten heeft reeds een leeftijd bereikt van 45 jaar of meer. Het betreft 77 respondenten. Dit is niet zo merkwaardig aangezien veel interne bewakingsagenten werkzaam bij B-Security de overstap naar Securail hebben gemaakt in Uit Tabel 4 is ook af te leiden dat we 1 missing value hebben, ook wel de non-respons genoemd. Dit betekent concreet dat één respondent de vraag niet heeft beantwoord. Aangezien dit slechts 0,6 % van de volledige steekproef is, is dit te verwaarlozen. Taal van de respondenten Zoals reeds aangehaald, hebben we er in deze masterproef voor geopteerd om zowel Franstalige als Nederlandstalige vragenlijsten te laten circuleren. Van de ondervraagde respondenten, 173 respondenten in totaal, zijn 78 respondenten Franstalig en 95 respondenten Nederlandstalig (zie Tabel 5). Indeling respondenten naar de verschillende districten Als we alle 173 respondenten indelen naargelang de districten, merken we uit Tabel 6 dat: - 30 respondenten tewerkgesteld zijn in het district NW; - 33 respondenten tewerkgesteld is zijn het district NO; - 53 respondenten tewerkgesteld is zijn het district CE; - 33 respondenten tewerkgesteld zijn in het district ZO; - 24 respondenten tewerkgesteld zijn in het district ZW. 173 VANTHIENEN, A., Vrouwen bij de politie, Rol en Samenleving vzw. 2005, 38(1), 4. 52

66 Nationaliteit van de respondenten Een van de voorwaarden om als veiligheidsagent te worden aangenomen, is dat men over de Belgische nationaliteit beschikt. Dit is een noodzakelijke voorwaarde, aangezien de veiligheidsagent anders geen PV zou mogen opstellen. Aangezien alle respondenten over de Belgische nationaliteit beschikken, leek het weinig relevant om hieraan verdere aandacht te besteden. Dienstjaren van de respondenten De dienstjaren van de respondenten zijn ingedeeld in vier clusters, zoals in Tabel 7 te zien is. De eerste groep vertegenwoordigt de respondenten die vanaf de oprichting van Securail tewerk zijn gesteld. Aangezien Securail is opgericht in 2004, kan men dit interval vertalen als respondenten die tussen de 4 en 6 jaar werkzaam zijn bij Securail. Dit is voor 103 respondenten het geval. 23 respondenten hebben 3-4 jaar ervaring op het terrein en 18 respondenten beschikken over 1 à 2 jaar ervaring. We merken dat 28 respondenten de toestroom van respondenten met minder dan 1 jaar ervaring vertegenwoordigen. Ook hier merken we 1 missing value, die weer te verwaarlozen is. Jobtevredenheid Als we kijken naar de tevredenheid van de respondenten, merken we dat er over het algemeen wel een positieve werksituatie is. De categorieën niet tevreden en het kan beter vertegenwoordigen slechts 13 respondenten. De andere 159 respondenten variëren van een gemiddeld tevreden tot heel tevreden. Ook hier merken we 1 missing value, die weer te verwaarlozen is (zie Tabel 8) Specifieke kenmerken van de steekproef 174 Onveiligheidsgevoelens Aangezien de cijfergegevens van CSS enkel het effectief slachtofferschap meten, is dit onderdeel bedoeld om te polsen naar (subjectieve) onveiligheidsgevoelens. Hierbij kan men er op wijzen dat onveiligheidsgevoelens niet ingegeven hoeven te zijn door effectief slachtofferschap. Uit onderzoek blijkt dat direct slachtofferschap en veiligheidsgevoelens niet 174 Alle cijfergegevens bij de algemene kenmerken van de steekproef zijn terug te vinden in Bijlage

67 noodzakelijk hoeven samen te gaan. 175 De volgende gegevens dienen dan ook niet beschouwd te worden als een indicator voor effectieve onveiligheid in en rond de trein. 176 Zij dienen met een genuanceerde blik geïnterpreteerd worden. Op de vraag of de respondenten zich wel eens onveilig voelen, verklaarden 45 respondenten dit nooit en 45 respondenten dit zelden te voelen. Een meerderheid van de respondenten verklaart soms wel eens last te hebben van onveiligheidsgevoelens, terwijl een zeer kleine minderheid van de respondenten dit gemiddeld tot altijd ervaart. Ook hier merken we 1 missing value, die weer te verwaarlozen is (zie Tabel 9). Als we proberen te achterhalen waaraan deze onveiligheidsgevoelens te wijten zijn, komen we tot de volgende vaststellingen (zie Tabel 10). Een eerste groep respondenten verklaart dat de politieke onwil om de zaken kordaat aan te pakken, aan de basis ligt. Hierbij wordt cynisch verwezen naar het gedoogbeleid van de overheid, waarbij de misdaad te weinig bestraft wordt, wat gepaard gaat met een gevoel van onrechtvaardigheid. Ook de wetgeving wordt door de respondenten vermeld. Het uitgangspunt hierbij is dat men denkt dat de amokmakers vaak meer rechten hebben dan de veiligheidsagenten zelf. Andere voorkomende uitspraken zijn dan weer dat de daders beter zouden beschermd worden dan de slachtoffers zelf. Een tweede groep respondenten stelt dan weer de veranderende maatschappij, waarin een verlies van waarden en normen heerst, verantwoordelijk. Dit sluit aan bij de visie van andere respondenten die duidelijk het verlies van respect vernoemen. Andere respondenten vermelden dan weer het fenomeen van bendevorming dat verantwoordelijk zou zijn voor de onveiligheidsgevoelens. Door bepaalde respondenten wordt specifiek verwezen naar de bendevorming door (hang)jongeren. Hierbij wordt nogmaals benadrukt dat jongeren zich, door de communicatiemiddelen, zeer snel kunnen hergroeperen. Naast jongeren worden ook vreemdelingen als mogelijke probleemgroepen aangehaald. Hier werd door sommige respondenten expliciet verwezen naar het openstellen van de grenzen met alle gevolgen van dien. Nog een problematische groep die naar voor komt, zijn de verslaafden. 175 STEENHOUT, I.& LIPPENS, V. ( 2009/04), NMBS: agressiebeleid op het goede spoor? [WWW]. Prevent Focus: [28/11/2009]. 176 Ibid. 54

68 Dit is ook een zeer gevaarlijke groep, aangezien deze onder invloed zijn en soms niet weten wat ze doen. Bijgevolg zijn ze vaak radeloos en hebben ze niks meer te verliezen, waardoor alle vrees naar gezaghebbenden toe verdwenen is. Andere respondenten haalden de beperktheden van de bevoegdheden aan. Deze groep, die overduidelijk voorstander is van meer middelen voor de veiligheidsagenten werd reeds aangehaald in Ook de onvoorspelbaarheid van de situatie wordt door de respondenten vermeld als een mogelijke verklaringsfactor. Als er een oproep binnenkomt, weet men nooit wat er zich te wachten staat. Ter plaatse weet men nooit direct wat de betrokkene bij zich heeft, hoe de persoon gaat reageren, Dit zijn allemaal onzekerheidsfactoren die tot het onveiligheidsgevoel kunnen bijdragen. Volgens sommige respondenten zijn dit echter de inherente risico s van het beroep. Aangezien door de respondenten ook de onderbemanning wordt vernoemd, neemt dit risico nog toe. Een laatste, misschien merkwaardige vaststelling, is dat inadequate collega s ook aan het onveiligheidsgevoel kunnen bijdragen. Aangezien de collega s vaak met twee zijn en dus op elkaar zijn aangewezen, is een goede verstandhouding een must. Door de vele shiften wisselt men geregeld van collega, waardoor het niet altijd mogelijk is om de collega goed te kennen en te weten hoe deze persoon zal reageren tijdens een interventie. Bij de respondenten kwam vooral een communicatief gebrek naar voor, waarbij sommige collega s te vlug hun zelfbeheersing zouden verliezen, waardoor de situatie escaleert. Uit onderzoek is gebleken dat communicatieve trainingen in agressie van cruciaal belang zijn bij het omgaan met agressie. Door goede communicatie kunnen al een reeks incidenten van verbale agressie worden omgebogen tot zelfs voorkomen worden. 177 Als we de onveiligheidsgevoelens van 2009 vergelijken met het vorige jaar merken we bij 83 van de respondenten dat het onveiligheidsgevoel gelijk is gebleven (zie Tabel 11). Let wel, slechts 123 van de 173 respondenten hebben deze vraag beantwoord. 177 VAN LIMBERGEN, K., L.c., 8. 55

69 Het gelijk blijven van de situatie is volgens sommige respondenten te wijten aan de nog steeds afwezige reactie van justitie. Ook dichten de respondenten de overheid en de leidinggevenden een zekere laksheid toe. Hierdoor blijft de straffeloosheid verder bestaan en zal deze problematiek een eeuwigdurend probleem blijven. Andere respondenten halen dan weer het argument aan dat de middelen die ter beschikking worden gesteld niet met dezelfde snelheid evolueren als het geweld. Als laatste merken een aantal respondenten op dat er geen verandering mogelijk is zolang het personeel onderbemand blijft (zie Tabel 12). Door 20 van de respondenten werd een stijging van de onveiligheidsgevoelens waargenomen (zie Tabel 11). Dit is volgens sommige respondenten te wijten aan onze maatschappij waarin er een constante toename is van agressie alsook criminaliteit in het algemeen. De agressie gaat hierbij veel verder dan vroeger het geval was: men kan minder een gesprek aangaan met sommige reizigers. Er dient ook opgemerkt te worden dat men geen schrik meer heeft van diensten die de openbare orde/veiligheid proberen te handhaven. Men heeft hierbij geen angst meer voor uniformen. Anderzijds merken de respondenten op dat de algemene probleemcategorieën zoals jongeren, druggebruikers en vreemdelingen steeds toenemen (zie Tabel 12). Door 20 van de respondenten werd een daling van de onveiligheidsgevoelens waargenomen (zie Tabel 11). Bepaalde respondenten haalden hier de toename van ervaring aan, waardoor men steviger in zijn schoenen staat. Andere respondenten haalden het argument van een toename van veiligheidsagenten op het terrein aan. Dit werd echter door sommige respondenten ontkend en als een reden van de stijging aangehaald. Een laatste reden voor een daling in de onveiligheidsgevoelens voor sommige respondenten is simpelweg de overplaatsing naar een ander, rustiger station of van het terrein naar een plaats achter de schermen: SOC (zie Tabel 12). Slagen en verwondingen Als eerste zal gekeken worden naar het slachtofferschap van slagen en verwondingen (zie Figuur 8 + Tabel 13). Van de 173 respondenten bleken er 79 al eens slachtoffer te zijn geweest van slagen en verwondingen. Dat is goed voor 45,7 % van de totale steekproef. 56

70 Figuur 8 Slachtofferschap van slagen en verwondingen slachtoffer; 79 geen slachtoffer; 94 Volgens een ruime meerderheid van de respondenten is dit zelden tot nooit voorgekomen in de laatste twaalf maanden. Slechts 1 respondent verklaarde maandelijks in contact te komen met fysiek geweld (zie Tabel 14). De slachtoffers van slagen en verwondingen zitten over de vijf districten verspreid (zie Figuur 9). Figuur 9 Spreiding naargelang de districten NW NO CE ZO ZW We merken op dat in NW iets minder gevallen voorgekomen zijn dan in de andere districten. Het district CE is verrassend aan de lage kant, aangezien het station Brussel-Zuid, één van de drukste stations, bekend staat als knooppunt van de nationale en internationale treinen. Deze cijfergegevens zijn evenwel relatief, aangezien het slechts 173 respondenten vertegenwoordigen. Indien we deze slachtoffers opdelen naar de leeftijd, kunnen volgende vaststellingen worden gedaan (zie Figuur 10). 57

71 Figuur 10 Spreiding naargelang de leeftijd jonger dan 25 tussen de tussen de ouder dan 45 Jonge veiligheidsagenten die over het algemeen minder ervaring hebben, blijken niet meer risico te lopen op geweldsdelicten. Bij de oudste leeftijdscategorie merken we een verhoogd risico (of meer meldingen?) op slachtofferschap. Is dit te verklaren omdat reizigers in hun een zwakkere figuur zien? Nochtans, men zou denken dat deze veiligheidsagenten meer ervaring hebben waardoor ze beter op situaties kunnen inspelen. Deze cijfergegevens zijn allemaal relatief, aangezien slechts een beperkt deel van de populatie ondervraagd is. Om eventuele patronen te achterhalen, is verdere analyse op zijn plaats. In de vragenlijst werd ook gevraagd of er bij de slagen en verwondingen de laatste twaalf maanden mogelijke wapens werden gebruikt. Deze vraag is zeker niet ongegrond, aangezien in de media steeds vaker berichtgevingen verschijnen over toenemend (vuur)wapenbezit en het steeds groter wordende aantal conflicten dat met wapens beslecht wordt. 178 Uit zelfreportage-onderzoeken van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) 179 blijkt dat in 1992 ongeveer 13 % van de jongeren een wapen bij zich droeg. In 1994 was dat toegenomen tot 20,5% en in 1996 bleek dit zelfs rond 21,5 % te draaien. 180 In België waren er in 2006 tot 2 miljoen geregistreerde vuurwapens in omloop, exclusief de nog eens niet-geregistreerde jacht- en sportwapens (schatting). 181 We merken dat het gebruik van een wapen een zeer uitzonderlijk fenomeen is (zie Tabel 16). Als we bij de respondenten gaan kijken, merken we dat 18 van de 79 slachtoffers van slagen en verwondingen in contact zijn gekomen met een wapen (zie Tabel 15). Als we specifiëren naar het soort wapen, merken we al snel dat de respondenten een zeer risicovol beroep hebben, 178 BEKE, B.M.W.A., DE HAAN, W.J.M., TERLOUW, G.J., Geweld verteld: daders, slachtoffers en getuigen over geweld op straat, Den Haag, WODC, 2001, VAN DER LAAN, P.H., ESSERS, A. A. M., HUIJBREGTS, G. L. A. M., Ontwikkelingen van de jeugdcriminaliteit: periode , Den Haag, WODC, 1998, 50. (onderzoeksrapport) 180 WITTEBOORD, K., Trends in jeugdgeweld, Justitiële Verkenningen. 2000, 26, X, Wapeninzamelactie Ongewenst Gewapend inzamelweekend op 22 en 23 april Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, maart 2006, 2pp. (persbericht). 58

72 waarbij steeds vaker een beroep op scherpe voorwerpen (messen, scharen, sleutels en glas) wordt gedaan. Om op deze schrikwekkende trend in te spelen, beschikken de veiligheidsagenten, op aanvraag van henzelf, over meswerende vesten. 182 Naast scherpe voorwerpen kwamen ook spray, boksbeugel, fietsen, voetsteun van een rolstoel als mogelijk wapen naar voor (zie Figuur 11 en Tabel 16). Ondanks het feit dat menselijke tanden niet onder de wapenwet vallen, werden deze ook als mogelijk wapen naar voor geschoven. Dit toont nogmaals aan hoe inventief agressieve personen kunnen zijn en hoe onvoorspelbaar situaties zijn en kunnen escaleren. Figuur 11 Gebruik wapen bij slagen en verwondingen X (2010/03/10), Steekwerende vesten voor veiligheidspersoneel NMBS [WWW]. De Persgroep Publishing: [28/03/2010]. 59

73 Lichte geweldpleging Al 133 van de 173 respondenten zijn het slachtoffer geworden van lichte geweldpleging. Dit is goed voor 77 % van de totale steekproef (zie Figuur 12 + Tabel 17). Figuur 12 Slachtofferschap van lichte geweldpleging geen slachtoffer; 40 wel slachtoffer; respondenten verklaarden gedurende de laatste twaalf maand zelden in aanraking te zijn gekomen met lichte geweldpleging, 4 respondenten nooit. Volgens respectievelijk 40 en 10 respondenten kwam lichte geweldpleging respectievelijk maandelijks tot wekelijks voor gedurende de laatste twaalf maanden. Slechts 1 respondent verklaarde dagelijks met lichte geweldpleging in contact te komen (zie Tabel 18). Omdat dit toch om feiten gaat die kwetsuren met werkonbekwaamheid tot gevolg kunnen hebben, is het een verontrustende vaststelling dat de frequentiegraad zo hoog ligt. Ook bij de lichte geweldpleging wordt soms een beroep gedaan op een wapen. Aangezien lichte geweldpleging voornamelijk over duw- en trekwerk gaat, merken we dat het gebruik van wapens slechts uitzonderlijk is. Slechts in 15 van de 133 gevallen van lichte geweldpleging werd een wapen gehanteerd (zie Tabel 19). Het gaat hier vooral om messen, flessen en blikjes, paraplu, een hond, (zie Figuur 13 en Tabel 20) We kunnen hieruit afleiden dat als er al hulpmiddelen aan te pas komen, dit vaak gelegenheidswapens 183 zijn, zoals bijvoorbeeld een paraplu die de agressor bij zich draagt. 183 VAN DER BURGHT, S., Geweld tegen bewakingsagenten: een exploratief onderzoek, Private Veiligheid.2009, 43,

74 Figuur 13 Gebruik wapen bij lichte geweldpleging Bedreigingen Het merendeel van de respondenten werd al het slachtoffer van bedreigingen. Dit is goed voor maar liefst 80,9 % van de totale steekproef (zie Figuur 14 + Tabel 21). Figuur 14 Slachtofferschap bedreigingen geen slachtoffer; 33 slachtoffer; 140 Het overgrote deel van de respondenten ondergaat dit zelden. 37 respondenten worden wekelijks geconfronteerd met standaardzinnen zoals ik weet je nog wel te vinden. 35 respondenten stellen dan weer dat dit een fenomeen is dat slechts maandelijks voorkomt. Een kleine minderheid daarentegen wordt dagelijks met bedreigingen geconfronteerd. Slechts 5 respondenten zijn dit jaar geen slachtoffer geweest van bedreigingen (zie Tabel 22). Het gebruik van wapens is hierbij zeer uitzonderlijk. Slechts 3 van de 140 respondenten die het slachtoffer waren van bedreigingen werden met een wapen geconfronteerd (zie Tabel 23). 61

75 Als er dan al eens een hulpmiddel aan te pas kwam, dan zijn het voornamelijk messen (zie Figuur 15 + Tabel 24). Figuur 15 Gebruik wapens bij bedreigingen 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Mes Boksbeugel Belediging Een ruime meerderheid van de respondenten is al slachtoffer geweest van beledigingen. Deze ruime meerderheid is goed voor 88,4 % van de totale steekproef (zie Figuur 16 + Tabel 25). Figuur 16 Slachtofferschap beledigingen geen slachtoffer ; 20 slachtoffer ; 153 Op de vraag of en in welke mate men al beledigd werd, verklaarden 4 respondenten nooit beledigd te worden en 47 dat dit eerder zelden voorkwam gedurende de laatste twaalf maanden. Volgens 41 respondenten kwamen deze beledigingen wekelijks en voor 38 respondenten maandelijks voor. Voor 23 respondenten kwamen deze belediging dagelijks voor (zie Tabel 26). 62

76 Discriminatie Slechts 65 van de 173 respondenten werden al het slachtoffer van discriminatie (zie Figuur 17 + Tabel 27). Figuur 17 Slachtofferschap discriminatie slachtoffer; 65 geen slachtoffer; 108 Slechts 6 respondenten werden dagelijks met discriminatie geconfronteerd, terwijl 17 respondenten wekelijks en 16 maandelijks met discriminatie te maken kregen gedurende de laatste twaalf maanden. De grote meerderheid verklaarde zelden het slachtoffer te zijn geweest van discriminatie (zie Tabel 28). Seksuele intimidatie 9 van de 173 respondenten, waarvan 8 mannen en 1 vrouw, gaf aan al slachtoffer te zijn geweest van seksuele intimidatie (zie Figuur 18+ Tabel 29). Figuur 18 Slachtofferschap seksuele intimidatie slachtoffer; 9 geen slachtoffer; 164 Van de 9 respondenten gaven 5 respondenten aan dat dit eerder zelden voor is gekomen gedurende de laatste twaalf maanden. Volgens 1 respondent is dit de laatste twaalf maanden zelfs niet voorgevallen, terwijl een andere respondent stelde dat dit een dagelijks voorkomend 63

77 fenomeen is. Daartussen zijn er 2 respondenten die verklaarden dat dit eerder maandelijks voorkwam (zie Tabel 30). Slachtofferschap collega s Van de 169 respondenten die de vraag beantwoord hebben, stelden 125 respondenten al eens gezien of meegemaakt te hebben dat een collega veiligheidsagent slachtoffer werd tijdens de uitoefening van zijn/haar functie. Dit is goed voor 72,3 % van de hele steekproef (zie Figuur 19 + Tabel 31). Figuur 19 Slachtofferschap collega veiligheidsagent geen slachtoffer; 44 slachtoffer; 125 Hierbij hadden de respondenten de mogelijkheid om meerdere vormen van slachtofferschap aan te vinken. Het merendeel van de respondenten heeft beledigingen als frequentste vorm van slachtofferschap aangegeven. Net zoals bewakingsagenten komen ook veiligheidsagenten wekelijks tot zelfs dagelijks in aanraking met verbale agressie. Dit zou een mogelijks gevolg kunnen zijn van het mondiger worden van de jeugd of de bevolking in het algemeen. 184 Naast beledigingen worden ook bedreigingen zeer frequent waargenomen bij collega s. Dit werd door maar liefst 95 van de 173 respondenten opgegeven. Ook zijn redelijk wat respondenten getuige geweest van slagen en verwondingen alsook lichte geweldpleging. We merken dat discriminatie en seksuele intimidatie door een kleine minderheid werd waargenomen. Ook bij de zelfrapportage van slachtofferschap merken we dat deze twee vormen van slachtofferschap minder frequent voorkomen dan de overige vormen (zie Figuur 20 + Tabel 32). Een vergelijking tussen beide cijfers is niet mogelijk, aangezien de steekproef niet overeenkomt met het totaal aantal gevallen waarvan men getuige zou kunnen zijn geweest. 184 VANDERBURGHT, S., L.c.,

Publiek cameratoezicht Spoorwegdomein

Publiek cameratoezicht Spoorwegdomein Studiedag publiek cameratoezicht 6 oktober 2011 - Leuven Publiek cameratoezicht Spoorwegdomein Melissa Geyssens Gunther Symons Adviseurs NMBS-Holding - Corporate Security Service De NMBS - Groep Structuur

Nadere informatie

De stationsomgeving: Van transitzone naar ontmoetingsplaats: De impact op veiligheid

De stationsomgeving: Van transitzone naar ontmoetingsplaats: De impact op veiligheid De stationsomgeving: Van transitzone naar ontmoetingsplaats: De impact op veiligheid Hendrik Vanderkimpen 19 november 2008 CORPORATE SECURITY SERVICE Frankrijkstraat 52-54 - 1060 Brussel Rue de France

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 53/2015 van 16 december 2015 Betreft: Adviesaanvraag m.b.t. het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en nadere regels van de toegang in real time van de spoorwegpolitie

Nadere informatie

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE. - Securail

TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE. - Securail TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE Specialiteiten : - B-Security - Securail A. WERKZAAMHEDEN I. Specialiteit: B-Security Bewaking en beveiliging

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE DISPATCHING VAN

Nadere informatie

Overeenkomst en Provinciaal Veiligheidsoverleg in het openbaar vervoer

Overeenkomst en Provinciaal Veiligheidsoverleg in het openbaar vervoer Overeenkomst en Provinciaal Veiligheidsoverleg in het openbaar vervoer In 2003, werd er door alle veiligheidsactoren van het openbaar vervoer tot een eerste vaststelling overgegaan. Deze actoren zijn hier

Nadere informatie

5 maart 2009. Criminaliteit in ziekenhuizen

5 maart 2009. Criminaliteit in ziekenhuizen 5 maart 2009 Criminaliteit in ziekenhuizen Inhoud Voorstelling van de studie 1. Context en doelstellingen 2. Methodologie 2.1. bevragingstechniek 2.2. beschrijving van de doelgroep 2.3. steekproef 2.4.

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

De politionele aanpak van minderjarigen in Vlaanderen. Annelies De Schrijver K.U.Leuven. Overzicht

De politionele aanpak van minderjarigen in Vlaanderen. Annelies De Schrijver K.U.Leuven. Overzicht De politionele aanpak van minderjarigen in Vlaanderen Annelies De Schrijver K.U.Leuven Studiedag Politiezorg voor jongeren: een vak apart 23 februari 2010 Overzicht Een moeilijke relatie Onderzoeksvragen

Nadere informatie

I n h o u d s o p g a v e 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader 2. Methodologie

I n h o u d s o p g a v e 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader 2. Methodologie 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader...................................... 1 1.1. Inleiding.............................................. 1 1.2. Mala in se versus

Nadere informatie

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privédetectives

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privédetectives Inhoud Deel I: private en bijzondere veiligheid en privédetectives Wetten Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid Wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep

Nadere informatie

STIB Afdeling Security. Stations en burgers: tussen normen en gebruiksvriendelijkheid. Afspraak van de Vooruitgang 2012

STIB Afdeling Security. Stations en burgers: tussen normen en gebruiksvriendelijkheid. Afspraak van de Vooruitgang 2012 STIB Afdeling Security Stations en burgers: tussen normen en gebruiksvriendelijkheid. Afspraak van de Vooruitgang 2012 Inleiding Doelstellingen van de presentatie: De "partnerschapsaspecten" met de omgeving

Nadere informatie

Tanguy Veys Volksvertegenwoordiger

Tanguy Veys Volksvertegenwoordiger Artikel 2 In artikel 2 worden volgende wijzigingen aangebracht: het derde lid wordt vervangen door volgende bepaling: 2. Spooronderneming: het autonome overheidsbedrijf zoals bedoeld in artikel 3, 1; ;

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, ontvangen op 11 juli 2016;

Gelet op de aanvraag van Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, ontvangen op 11 juli 2016; 1/10 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 31/2016 van 29 september 2016 Betreft: Machtigingsaanvraag van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen om toegang te krijgen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/085 BERAADSLAGING NR. 18/048 VAN 8 MEI 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE FEDERALE

Nadere informatie

DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN

DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN INLEIDING 1. Aanleiding en doelstelling van het onderzoek 1.1. De aanleiding 1.2. De doelstelling 1.3. De uitwerking 1.4. De rapportage 2. De problematiek ingeleid 2.1. Enkele cijfers 2.2. Het ontstaan

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/7 Advies nr 12/2014 van 26 februari 2014 Betreft: Adviesaanvraag aangaande het ontwerp van koninklijk besluit en het ontwerp van ministerieel besluit betreffende de identificatie en registratie van honden

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD EN DE STRUCTUUR VAN HET MEERJARENBELEIDSPLAN VAN DE HULPVERLENINGSZONES. (B.S. 12.09.2014) Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

«Multiple communities en hun politiële aanpak»

«Multiple communities en hun politiële aanpak» CPS STUDIEDAG Beveren, woensdag 26 mei 2010 «Multiple communities en hun politiële aanpak» Korte reflectie vanuit de politiepraktijk Jan BUYS, FGP - DJF 1. Community policing Externe oriëntering (politie

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg 2011 40 Gemeenschapswachten 2001 4 Stewards 2 Beste Koekelbergenaren, Veiligheid is een essentieel recht

Nadere informatie

Aanvraag toestemming voor het inzetten van vrijwilligers voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten 1

Aanvraag toestemming voor het inzetten van vrijwilligers voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten 1 1/6 Bijlage 1: Aanvraag toestemming voor het inzetten van vrijwilligers voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten 1 1. Datum aanvraag: ------------------------------------------ Gegevens over het evenement

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives Inhoud Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives Wetten Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid...ia - 1 Wet van 19 juli 1991 tot regeling van het

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 11 april 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00330 Onderwerp: Politiezone Gent - Personeelsformatie van de Politiezone Gent - Wijziging.- Nieuw organogram

Nadere informatie

0 SAMENVATTING. Ape 1

0 SAMENVATTING. Ape 1 0 SAMENVATTING Aanleiding Vraagbaak voor preventie van fraude en doorverwijzen van slachtoffers Op 26 februari 2011 is de Fraudehelpdesk (FHD) opengegaan voor (aanvankelijk) een proefperiode van één jaar.

Nadere informatie

Procedure voor het melden van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheid door haar personeelsleden

Procedure voor het melden van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheid door haar personeelsleden Procedure voor het melden van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheid door haar personeelsleden Wie kan melden? - Elk statutair personeelslid, elke stagiair of

Nadere informatie

Mevrouw, Mijnheer, Ik dank u voor de medewerking. Hoogachtend, Lynn Van Houcke

Mevrouw, Mijnheer, Ik dank u voor de medewerking. Hoogachtend, Lynn Van Houcke Mevrouw, Mijnheer, Mijn naam is Lynn Van Houcke en ik ben momenteel bezig met mijn masterjaar Criminologische Wetenschappen aan de Universiteit Gent. In het masterjaar dienen we een thesis te schrijven

Nadere informatie

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd. Eisenbundel 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1. Onderhandelingskader... 3 1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden... 3 2. De herziening van de baremische schalen.... 3 2.1.

Nadere informatie

DE GEÏNTEGREERDE POLITIE

DE GEÏNTEGREERDE POLITIE Problemen van de politie bij de aanpak van potentiele agressie op het terrein Studiedag 18/11/2016 1 DE GEÏNTEGREERDE POLITIE 1 Gemeentepolitie Rijkswacht Gerechtelijke politie Geïntegreerde politie op

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21 INHOUDSTAFEL INLEIDING........................................................ 11 HOOFDSTUK 1 WERKWIJZEN EN OPTREDEN VAN DE POLITIEDIENSTEN IN HET RAAM VAN DE BEHEERSING VAN DE PROSTITUTIE EN DE STRIJD

Nadere informatie

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen Een selectie naar ondernemingen uit het Midden- en Kleinbedrijf V. Sabee R.F.A. van den Bedem J.J.A. Essers

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Oudenburg Ettelgemsestraat 18 8460 Oudenburg Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW/RMID- SCP /2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

16/10/2013. Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie. Inhoud. 1. Context van het onderzoek

16/10/2013. Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie. Inhoud. 1. Context van het onderzoek Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie Jean-Marie Van Branteghem Directeur-generaal DGS 23 oktober 2013 Inhoud 1. Context & opzet onderzoek 2. Beschrijvende analyse

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen?

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof. dr. Lieven Pauwels Inhoud 1. Is het gezag van politie tanende? 2. Het belang van het vertrouwen 3. Waaruit vloeit het vertrouwen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Een versterkte veiligheid in het openbaar vervoer in Brussel

Een versterkte veiligheid in het openbaar vervoer in Brussel Een versterkte veiligheid in het openbaar vervoer in Brussel I. Inleiding Het federaal regeerakkoord, de algemene beleidsnota van de Minister van Binnenlandse Zaken en het nationaal veiligheidsplan van

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives Inhoud Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives Wetten Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid...ia - 1 Wet van 19 juli 1991 tot regeling van het

Nadere informatie

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Persbericht 21 april

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD tot wijziging en verlenging

Nadere informatie

2017 SV vragen naar. fax

2017 SV vragen naar. fax KB Anke Van dermeersch Grote Markt 1 2000 Antwerpen Alle briefwisseling te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt I, 2000 Antwerpen I. L _j uw bericht van 9 februari 2017 uw

Nadere informatie

Wetboek Media en Journalistiek 2011

Wetboek Media en Journalistiek 2011 Wetboek Media en Journalistiek 2011 Dit wetboek is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2011. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk # 2011 Wolters Kluwer Belgium NV Ragheno

Nadere informatie

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF OPDRACHTBRIEF 2016-2021 Johan Geeraert Hoofdcommissaris van politie Korpschef 30 november 2016 1 Inhoud De opdrachtbrief... 3 Het ruime referentiekader... 3 Het zonaal veiligheidsplan van PZ Polder...

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/048 BERAADSLAGING NR. 08/017 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Vacature NMBS Ben jij de nieuwe Eerste Veiligheidsbediende

Vacature NMBS Ben jij de nieuwe Eerste Veiligheidsbediende Vacature NMBS Ben jij de nieuwe Eerste Veiligheidsbediende 1. Functieomschrijving Je werkt bij de Corporate Security Service, een dienst binnen de NMBS, die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de

Nadere informatie

De slachtoffers"-richtlijn

De slachtoffers-richtlijn CENTRE FOR EUROPEAN CONSTITUTIONAL LAW THEMISTOKLES AND DIMITRIS TSATSOS FOUNDATION De slachtoffers"-richtlijn De bescherming van slachtoffers voorafgaand, tijdens en na strafproces staat bovenaan de agenda

Nadere informatie

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives

Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives Inhoud Deel I: private en bijzondere veiligheid en privé-detectives Wetten Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid...ia - 1 Wet van 19 juli 1991 tot regeling van het

Nadere informatie

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

VICTIMS IN MODERN SOCIETY VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag VERSIE WIJZIGING GOEDGEKEURD RMW GEPUBLICEERD 0-23-06-2015 1. Doel OCMW Maldegem respecteert de integriteit van de gebruiker en neemt maatregelen om deze te waarborgen. OCMW Maldegem neemt in het bijzonder

Nadere informatie

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring De gemeenteraad, gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, 2; gelet op de wet van 24 juni

Nadere informatie

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. Doel Toelichting Het jaarverslag heeft enerzijds tot doel een samenvatting

Nadere informatie

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken Methodologie verdachten Politiële criminaliteitsstatistieken INHOUDSTAFEL VERDACHTEN: METHODOLOGISCHE HANDLEIDING... 3 Waarom?... 3 Wat verstaat men onder verdachten?... 3 Twee kenmerken: geslacht en leeftijd...

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid SCSZ/09/082 BERAADSLAGING NR 09/047 VAN 28 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE VERWERKING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

ABOUT STATISTICS, ROBBERIES AND FREE LUNCH

ABOUT STATISTICS, ROBBERIES AND FREE LUNCH VAKGROEP CRIMINOLOGIE, STRAFRECHT & SOCIAAL RECHT ABOUT STATISTICS, ROBBERIES AND FREE LUNCH Vincent Vanderkelen Eddy De Raedt TOPICS 1. Situering 2. Belang van Q statistieken 3. De bronnen van Q statistieken

Nadere informatie

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: mei 2017

Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: mei 2017 Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: mei 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website plaatsen.

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

VeiligheidsMonitor. Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016

VeiligheidsMonitor. Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016 VeiligheidsMonitor Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016 Opzet presentatie Ontwikkeling 2005-heden Huidige onderzoeksinstrument Enkele landelijke trends (Laag)regionale mogelijkheden Politie-indeling

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be.

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be. Aan de Voorzitter van het OCMW van Knokke-Heist Kraaiennestplein 1 bus 2 8300 Knokke-Heist Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW / RMIB-SFGE / 2015 Betreft: Geïntegreerd

Nadere informatie

Statische bewaking van roerende of onroerende goederen

Statische bewaking van roerende of onroerende goederen Statische bewaking van roerende of onroerende goederen IBZ 09/01/2019 Uitgeoefende activiteit artikel 3, 1 1. Bevoegdheden van de bewakingsagent voor deze activiteit De statische bewaking van roerende

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 199.609 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 26 MEI 2003 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

Geneviève Franchet Dominique Van Dam

Geneviève Franchet Dominique Van Dam Geneviève Franchet Dominique Van Dam FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid Koningsstraat 56 te 1000 Brussel Organigram Dienst Private Veiligheid Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Bijdrage van de private veiligheidssector tot een efficiënt lokaal integraal veiligheidsbeleid

Bijdrage van de private veiligheidssector tot een efficiënt lokaal integraal veiligheidsbeleid 1 Bijdrage van de private veiligheidssector tot een efficiënt lokaal integraal Overzicht De sector vandaag Visie van de sector inzake integrale veiligheid Bijdrage van de sector tot een efficiënt lokaal

Nadere informatie

GOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen

GOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen Voorwoord In februari 2007 ontwikkelden de Europese mobiele providers en content providers een gezamenlijke structuur voor

Nadere informatie

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL Klachtenregeling Berg en Boschschool - april 2015 1 1 Inleiding In artikel 3 van de Arbowet is opgenomen dat het bevoegd gezag beleid betreffende preventie en bestrijding

Nadere informatie

Lokale Politie Brussel-Hoofdstad-Elsene Sylvia Mattens Adviseur/Psycholoog POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING

Lokale Politie Brussel-Hoofdstad-Elsene Sylvia Mattens Adviseur/Psycholoog POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING Lokale Politie Brussel-Hoofdstad-Elsene Sylvia Mattens Adviseur/Psycholoog POLITIONELE WIE WORDT AANZIEN ALS SLACHTOFFER? geen eenduidige definitie ieder vanuit eigen invalshoek voor iedereen verschillend

Nadere informatie

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE Inzake de toegang tot www.poldoc.be kan worden verwezen naar het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen toegankelijk op internet!

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/158 BERAADSLAGING NR. 13/074 VAN 2 JULI 2013 MET BETREKKING TOT DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 april 2004 (OR. en) 2002/0025 (COD) C5-0156/04 PE-CONS 3641/04 TRANS 134 CODEC 408 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Cameratoezicht Leuven Case Study. HCP Jean-Paul Mouchaers Korpschef PZ Leuven. Leuven 20 maart

Cameratoezicht Leuven Case Study. HCP Jean-Paul Mouchaers Korpschef PZ Leuven. Leuven 20 maart Case Study HCP Jean-Paul Mouchaers Korpschef PZ Leuven Leuven 20 maart 2008 5388-2008 o Leidraad toelichting o Context o Doelstelling o Technische ontwikkeling o Implementatie o Evaluatie o De nieuwe camerawet

Nadere informatie

AANGIFTE ONDER NUMMER

AANGIFTE ONDER NUMMER AANGIFTE ONDER NUMMER Implementatie, toepassing en eerste resultaten van de nieuwe regeling Aangifte onder nummer Samenvatting Monique Bruinsma Tom van Ham Manon Hardeman Henk Ferwerda Samenvatting Wanneer

Nadere informatie

1. Voor de onderneming:

1. Voor de onderneming: Aanvraag tot vergunning onderneming voor camerasystemen versie december 2017 Toepassing van de Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid - Koninklijk besluit van 12 november

Nadere informatie

Studiedag ACV Openbare Diensten Greet Aelter. Coördinator Sociale Veiligheid. Veilig op Weg

Studiedag ACV Openbare Diensten Greet Aelter. Coördinator Sociale Veiligheid. Veilig op Weg Studiedag ACV Openbare Diensten 17-05-13 Greet Aelter Coördinator Sociale Veiligheid Inleiding Opstellen beleid Subcomité sociale veiligheid Stuurgroep Vragen 05/06/2013 Sociale Veiligheid De Lijn 2 Inleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemene bepaling(art. 1) Hoofdstuk 2: Definities en toepassingsgebied (art. 2 tot 15-2 afdelingen)

Hoofdstuk 1: Algemene bepaling(art. 1) Hoofdstuk 2: Definities en toepassingsgebied (art. 2 tot 15-2 afdelingen) 2. VIGILEGIS - Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemene bepaling(art. 1) De oprichting (wetgevende macht of wetgever) van deze wet staat op het actief van de Koning en de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/199 BERAADSLAGING NR 08/076 VAN 2 DECEMBER 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; GR20120621 punt 1: politiezone Ninove - Openverklaring van een vacante betrekking in het operationeel kader - Hoofdinspecteur van politie - politieassistent DE RAAD, Gelet op de wet van 7 december 1998

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20170908-248) betreffende de erkenningsaanvraag van de beheerder van het tractienet spoor ingediend door Infrabel

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

M (2015) 7. Overwegende dat deze samenwerking dus internationaal, interinstitutioneel en multidisciplinair moet zijn,

M (2015) 7. Overwegende dat deze samenwerking dus internationaal, interinstitutioneel en multidisciplinair moet zijn, AANBEVELING van het Benelux Comité van Ministers betreffende de ontwikkeling van een multilaterale samenwerking in de strijd tegen grensoverschrijdende sociale fraude op Benelux- en Europees niveau M (2015)

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/320 BERAADSLAGING NR 12/097 VAN 6 NOVEMBER 2012 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR HET RIJKSINSTITUUT

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 1 van 18 november 1996 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Overzicht inschrijvingsvereisten Criminologie 2015-2016 voor studenten die voor 15-16 in BA1 zijn gestart.

Overzicht inschrijvingsvereisten Criminologie 2015-2016 voor studenten die voor 15-16 in BA1 zijn gestart. Overzicht inschrijvingsvereisten Criminologie 2015-2016 voor studenten die voor 15-16 in BA1 zijn gestart. Bachelor of Science in de Criminologische Wetenschappen (180 studiepunten) 1ste bachelorjaar -

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. (farde 1) Handboek manifestaties en evenementen Integrale veiligheid. Voorwoord Algemene inleiding I. INHOUDSTAFEL COMMENTAAR

INHOUDSTAFEL. (farde 1) Handboek manifestaties en evenementen Integrale veiligheid. Voorwoord Algemene inleiding I. INHOUDSTAFEL COMMENTAAR INHOUDSTAFEL (farde 1) Handboek manifestaties en evenementen Voorwoord Algemene inleiding I. INHOUDSTAFEL II. COMMENTAAR Inleiding integrale veiligheid Hoofdstuk 1: De rol van de gemeentelijke overheid,

Nadere informatie

HANDVEST VAN DE VOEDSELHULP

HANDVEST VAN DE VOEDSELHULP OVERLEG VOEDSELHULP HANDVEST VAN DE VOEDSELHULP 1. Inleiding 1. Beschikken over toereikende, adequate en duurzame voeding is een fundamenteel recht dat werd bekrachtigd door de Verenigde Naties. Hun wettelijke

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/7 Advies nr 44/2017 van 30 augustus 2017 Betreft: advies over een Koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 25 december 2016 betreffende de verwerking van passagiersgegevens, houdende diverse

Nadere informatie