kwalitatieve monitorrapportage over voortgang, versnelling en opschaling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "kwalitatieve monitorrapportage over voortgang, versnelling en opschaling"

Transcriptie

1 Project invoering videonetwerken voor zorg-thuis kwalitatieve monitorrapportage over voortgang, versnelling en opschaling November 2006 Drs Peter Stevens Projectcoördinator ActiZ 1

2 Samenvatting Door een aantal instellingen, werkzaam in de zorg voor mensen-thuis, zijn de afgelopen jaren initiatieven genomen om videocommunicatie in die zorg in te zetten. Die instellingen verwachten dat zij daarmee aan mensen-thuis zorgarrangementen kunnen bieden: waardoor bij mensen-thuis hun gevoel van veiligheid, zelfstandigheid en zelfredzaamheid toeneemt en tevens hun vraag naar professionele zorg verandert; waardoor vervolgens met eenzelfde aantal professionele zorgverleners meer mensen kunnen worden geholpen. Gelet op het belang van deze initiatieven voor de zorg van de toekomst heeft ActiZ een project opgestart om instellingen bij deze initiatieven te helpen en te ondersteunen. Onderdeel van dit project vormt een monitor. Uit de tot nu toe uitgebrachte monitorrapportages blijkt dat de invoering van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis moeizaam verloopt, in het bijzonder waar het gaat om te komen tot opschaling van initiatieven. Reden waarom in de thans uitgebrachte kwalitatieve rapportage speciaal aan dat punt aandacht wordt geschonken en de mogelijkheden worden nagegaan om te komen tot versnelling en opschaling. Bij de opstelling van deze kwalitatieve rapportage is in ruime mate gebruik gemaakt van de kennis en ervaringen die bij de instellingen tot nu toe zijn opgedaan. Daaruit blijkt dat het, om de hierboven genoemde effecten vergroting zelfredzaamheid en arbeidsproductiviteit- te bereiken, nodig is een breed en geïntegreerd aanbod van care, cure en preventie (telezorg en telemedicine) te kunnen doen. Per categorie van patiënten kan dan uit dat brede aanbod een op de behoeften van de betrokken groep patiënten toegesneden zorgarrangement met videocommunicatie worden samengesteld. Gezien eveneens de behoeften van mensen-thuis zullen in dat arrangement ook veiligheids-, alarmerings-, contact- en informatiefuncties moeten worden opgenomen. Pas in een dergelijke opzet kunnen, volgens de ondervraagde projectmanagers, de te verwachten effecten volledig worden binnengehaald. Wil een dergelijk breed aanbod aan geïntegreerde zorgarrangementen met videocommunicatie kunnen worden gedaan, zal op meerdere terreinen nog het nodig moet gebeuren: er moet meer inzicht komen in de gewenste inhoud van die zorgarrangementen, uitgaande van de behoeften van mensen; zorgprocessen en organisatie moeten worden aangepast; zorgverleners en mensenthuis moeten worden geïnformeerd, gemotiveerd en bij de ontwikkeling betrokken; zij zorgverleners en mensen-thuis- zullen hun werkwijze en zorggedrag moeten aanpassen; voor een aantal zorgarrangementen is samenwerking tussen instellingen en zorgverleners nodig (ketenvorming); de hiervoor benodigde middelen en techniek moeten voorhanden en ontwikkeld zijn en, tegen een acceptabele prijs, door bedrijven kunnen worden geleverd; het stelsel van zorg en bekostiging moet het aanbieden van zorgarrangementen met videocommunicatie mogelijk maken en bevorderen. Op elk van deze terreinen doen zich daarenboven nog de nodige knelpunten en obstakels voor, die zullen moeten worden overwonnen, vooraleer sprake kan zijn van de beoogde brede en geïntegreerde aanpak. Die knelpunten en obstakels afzonderlijk vormen echter niet de hoofdoorzaak voor het moeizame verloop van de invoering van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis. De hoofdoorzaak is gelegen in het feit dat het om een complex geheel van vele factoren gaat, die invloed uitoefenen en dus ook beïnvloed en aangestuurd zouden moeten worden. 2

3 De omstandigheid dat instellingen zelf slechts een deel van deze factoren kunnen aansturen, vormt daarbij een extra belemmering voor een voorspoedig en snel verloop. Bij belangrijke factoren zijn instellingen afhankelijk zijn van anderen: bijvoorbeeld voor wat betreft de techniek van bedrijven en voor wat betreft het stelsel en de bekostiging van de overheid. Desalniettemin is het, aldus de rapportage, nodig nu op te schalen. Een relatief groot aantal aansluitingen is immers nodig om gegevens te verzamelen en inzicht te krijgen in mogelijke effecten. En alleen zo kan ervaring worden opgedaan met de veranderingen die moeten worden aangebracht in de zorgprocessen, in de organisatie en bij de zorgverleners en de mensen-thuis. Om uit dit dilemma te geraken worden in de rapportage verschillende strategieën onderzocht om tot opschaling te geraken. En wordt nagegaan welke van deze strategieën, gezien de stand van de ontwikkeling en het aantal knelpunten dat zich voordoet, het snelst tot resultaten leidt. Uiteindelijk wordt gekozen voor een mix van strategieën. Deze mix houdt in dat: de instellingen, die onder het screen-to-screen -experiment vallen, AWBZ-telezorg regulier en uiteindelijk instellingsbreed- gaan aanbieden aan alle daarvoor in aanmerking komende cliënten; in deze AWBZ-arrangementen meteen of later- ook veiligheids-; alarmeringscontact- en informatiefuncties worden opgenomen; deze instellingen tegelijkertijd voor specifieke groepen van patiënten zorgbrede arrangementen met videocommunicatie ontwikkelen en deze zodra ze succesvol zijn uitgeprobeerd- op in hun reguliere aanbod opnemen. Op die manier ontstaat een geleidelijk steeds breder wordende opschaling van zorg met videocommunicatie aan mensen-thuis. Tegelijkertijd tijd ook zullen de effecten van inzet van videocommunicatie steeds meer zichtbaar worden en zich in steeds grotere omvang voordoen. Aan het begin van de opschaling zullen die nog beperkt zijn; aan het einde veel omvangrijker. Om deze strategie van opschaling te doen slagen, dienen de experimenterende instellingen, goed te worden ondersteund en begeleid. Daartoe worden in de monitorrapportage voorstellen gedaan, die de komende tijd samen met de instellingen en andere betrokken instanties zullen worden uitgewerkt (zie hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen). 3

4 Ten geleide Door een aantal instellingen, werkzaam in de zorg voor mensen-thuis, zijn de afgelopen jaren initiatieven genomen om videocommunicatie in die zorg in te zetten. Eind 2004 heeft ActiZ toen nog LVT- een project opgestart om instellingen bij deze initiatieven te helpen en te ondersteunen. Mede door toedoen van ActiZ/het project is een experimentele bekostigingsregeling tot stand gekomen voor zorg via videocommunicatie (screen-to-screenexperiment). Onderdeel van het ActiZ-project vormt een monitor, via welke de ontwikkelingen bij de instellingen, die gebruik maken van die regeling, worden gevolgd. Uit de tot nu toe uitgebrachte monitorrapportages blijkt dat de invoering van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis moeizaam verloopt, althans moeizamer dan door velen van tevoren gedacht. Ook is door ActiZ/het project initiatief genomen tot een overleg van opdrachtgevers en financiers van onderzoeksprojecten m.b.t. videocommunicatie in de zorg. Dit overleg is door opdrachtgevers en financiers aangegrepen om hun visie op invoering van videocommunicatie in de zorg weer te geven. Ook hierin wordt geconstateerd dat de invoering tot nu toe moeizaam verloopt. Dit visiedocument is bijgevoegd. Tenslotte is door het NZa voorheen CTG- onlangs een evaluatie uitgevoerd van het screento-screen-experiment. Deze is half november besproken in het bestuur van de NZa en heeft geleid tot bijstelling van de regeling. In deze rapportage zal, waar relevant, van deze evaluatie en bijstellingen melding worden gemaakt. In deze monitorrapportage wordt getracht inzicht te krijgen in het karakter van dat moeizame verloop en de factoren, die daaraan mogelijk debet zijn. Maar vooral ook zal worden nagegaan, wat kan worden gedaan om te komen tot opschaling en versnelling in het proces van invoering. Daarbij zal nadrukkelijk worden aangesloten bij de plannen en de voornemens van de instellingen. In hoofdstuk 1 komt het belang en de verwachte effecten van inzet van videocommunicatie in de zorg bezien vanuit de instellingen aan bod. Hoofdstuk 2 gaat nader in op het project invoering videonetwerken voor zorg-thuis en hetgeen tot nu toe in dat verband is gedaan. In hoofdstuk 3 worden de voortgang van de invoering, de plannen en voornemens van de instellingen alsmede de problemen en knelpunten, die zich voordoen, weergegeven. In hoofdstuk 4 worden, op basis van de plannen en voornemens van instellingen, lijnen getrokken voor een verdere ontwikkeling met voldoende mogelijkheden tot opschaling en versnelling En deze rapportage wordt afgesloten met een hoofdstuk, waarin conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan hoe vanuit de project aan realisering van de geschetste ontwikkeling kan worden bijgedragen. Bij het schrijven van deze rapportage is gebruik gemaakt de hierboven genoemde documenten, van informatie verkregen uit gesprekken met de projectmanagers, uit gesprekken met andere betrokkenen en uit participatie in het project. 4

5 Hoofdstuk 1 Belang en mogelijkheden van videocommunicatie voor en in de zorg-thuis 1.1. Veranderingen en uitdagingen Van vele zijden wordt er op gewezen, dat de Nederlandse gezondheidszorg in de toekomst te maken zal krijgen met een fors aantal uitdagingen: De vraag naar zorg neemt, onder meer door de vergrijzing, toe. Ook verandert die vraag van karakter: meer chronisch zieken. Het aantal professionele zorgverleners zal, evenals het aantal werkenden, geleidelijk afnemen. Er zal minder mantelzorg binnen familie-netwerken plaats vinden en meer binnen lotgenoten-netwerken. Het aantal beschikbare vrijwilligers neemt in toenemende mate af. Mensen hebben behoefte aan grotere zelfstandigheid. En willen meer invloed op keuze en verloop van zorg en zorgprocessen. Willen mede om die reden zoveel mogelijk in een eigen omgeving verblijven. Ook zorgverleners willen meer zelfstandigheid en minder toezicht en bureaucratie. Tegelijkertijd neemt door de specialisatie en de technische ontwikkelingen de noodzaak tot samenwerking toe. De in solidariteit voor de zorg opgebrachte middelen blijven beperkt. Toch zal de neiging groot blijven zoveel mogelijk zorg vanuit solidariteitsmiddelen te betalen. Ook in het visiedocument van opdrachtgevers en financiers (zie ten geleide) wordt gewezen op veranderingen, die zich rondom en in de gezondheidszorg gaan voordoen en op de uitdagingen die op de gezondheidszorg afkomen. In het visiedocument wordt aangegeven, dat videocommunicatie behulpzaam kan zijn bij het formuleren van antwoorden op die uitdagingen. Er zal een andere gezondheidszorg ontstaan en van die andere gezondheidszorg zal, zo verwacht het visiedocument, videocommunicatie integraal onderdeel vormen Verwachte effecten videocommunicatie Die verwachting wordt door de instellingen gedeeld. Voor de projectmanagers is daarbij vooral van belang dat zorgarrangementen met videocommunicatie bij mensen-thuis cliënten en mantelzorgers- het gevoel van veiligheid en zelfredzaamheid alsmede behoud van regie over eigen leven vergroot. Zij zien dit als een eerste effect van introductie van videocommunicatie. Een tweede effect zal, volgens de projectmanagers zijn, dat, omdat de vraag van deze klanten verandert, ook de zorg en het zorgaanbod zal moeten worden aangepast. De professionele zorg krijgt in dat gewijzigde zorgaanbod een meer ondersteunende en begeleidende taak. Ondersteuning en begeleiding, die overigens niet alleen gericht is op de klant zelf, maar ook op diens mantelzorgers. Tegelijk zullen mensen-thuis meer behoefte krijgen invloed uit te oefenen op de zorg en de zorgverlening. En ook dat heeft weer gevolgen voor het zorgaanbod. Nog meer luisteren naar de klant, nog meer zorg-op-maat en nog grotere flexibiliteit zullen nodig zijn. 5

6 Algemeen verwachten de projectmanagers dat in dat gewijzigde zorgaanbod minder fysieke professionele zorg nodig zal zijn. Beter gezegd, dat met eenzelfde aantal professionals meer zorg zal kunnen worden geleverd. Maar dat effect zal zich niet meteen of niet meteen in zijn volle omvang voordoen. Eerst is immers nodig dat het gevoel van zelfstandigheid en het vermogen tot zelfredzaamheid bij mensen-thuis wordt vergroot. En wil het effect volledig zichtbaar worden, zal ook het aanbod van zorg en de organisatie van de zorg- daaraan moeten worden aangepast. Het gaat dus om een proces. Dat bovendien cyclisch van aard is. Dat proces kan men schematisch als volgt weergeven: zorgarrangement met videocommunicatie toename zelfstandigheid en zelfredzaamheid mensenthuis gewijzigde vraag naar professionele zorg gewijzigd aanbod professionele zorg vanuit een aangepaste organisatie 2.3. Andere zorg Inzet van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis past dus vooral in een visie op zorg, waarbij en waarin niet alleen wordt uitgegaan van problemen en behoeften van mensen, maar ook van hun mogelijkheden; getracht wordt de mogelijkheden tot zelfstandigheid, zelfredzaamheid en klantsturing te vergroten; de professionele zorgverlening meer dan thans een ondersteunende en begeleidende taak heeft; waarbij die ondersteuning en begeleiding mede gericht zijn op vergroting van zelfstandigheid, zelfredzaamheid en behoud van regie over eigen leven bij mensenthuis. Die visie leidt tot een ander zorgaanbod binnen een andere organisatie van zorg. Dat in dat andere zorgaanbod met hetzelfde aantal professionals meer zorg kan worden geleverd beter gezegd meer mensen op eenzelfde kwalitatieve niveau kunnen worden bediend- vormt mede gezien de uitdagingen, waarvoor de gezondheidszorg wordt gesteld, een belangrijk extra argument voor gebruik van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis. 6

7 Hoofdstuk 2 Het project invoering videonetwerken voor zorg-thuis 2.1. Algemeen Zoals eerder opgemerkt heeft ActiZ het project gestart om instellingen bij deze initiatieven te helpen en te ondersteunen. Dat gebeurt vooral door het uitwisselen en verwerven van kennis over alsmede het scheppen van gunstige voorwaarden voor het gebruik van videocommunicatie in de zorg. En uiteindelijk zal het project antwoord moeten geven op de vraag of, op welke wijze, voor welke doelgroepen, onder welke voorwaarden en met welke gevolgen videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis kan worden ingezet. Het verwerven van kennis en het scheppen van gunstige voorwaarden hebben natuurlijk alles met elkaar te maken. Wil men immers gunstige voorwaarden scheppen, dan dient men te beschikken over kennis over de gang van zaken in de locale initiatieven, over de problemen, die zich daarbij voordoen, en over de mate, waarin deze door wijziging in voorwaarden kunnen worden verholpen. Leiding en aansturing van het project invoering videonetwerken berust bij ActiZ. Binnen het kader van het project functioneert een overleg van instellingen. Alle instellingen met een videonetwerk voor zorg-thuis nemen daaraan deel. Daarnaast is er een nationaal overleg van beleidsvormende instanties. Aan dit laatste overleg wordt op dit moment deelgenomen door VWS, NZa, CvZ, ZN, NPCF/LOC, Mezzo en, uiteraard, ActiZ. Voorts is binnen het project een monitor ingericht, welke gegevens verzameld zowel ten behoeve van de instellingen als ten behoeve van de nationale beleidsinstanties. Het geheel wordt gecoördineerd door een, door ActiZ benoemde projectcoördinator. In het overleg van instellingen worden kennis en ervaringen uitgewisseld. De gegevens, verzameld door de monitor, kunnen daarbij worden gebruikt. Ook problemen en knelpunten, die zich in de praktijk voordoen, worden in het overleg besproken. Nagegaan wordt, hoe deze kunnen worden opgelost, en wie daarvoor welke acties moet ondernemen. Het nationale overleg volgt de ontwikkelingen in de locale initiatieven. Het treedt tevens op als begeleidingscommissie voor de monitor. Daarnaast speelt het nationale overleg een belangrijke rol bij het scheppen van gunstige voorwoorden voor de inzet van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis Monitoren; kennis verzamelen en verspreiden Algemeen Langs verschillende wegen wordt in het project kennis verzameld en verspreid. We gaven al aan dat in het overleg van instellingen projectmanagers kennis en ervaringen uitwisselen en bespreken. Maar niet alle kennis, waarover instellingen beschikkingen is voor anderen dan de eigen mensen beschikbaar. Onderscheid kan worden gemaakt in kennis en ervaringen van instellingen, die de instellingen (voorlopig) bij zich willen houden; van instellingen, die de instellingen onderling willen delen; van instellingen, die algemeen kunnen/mogen worden verspreid; uit andere bronnen of van andere instanties, die instellingen weer kunnen gebruiken. 7

8 Binnen dit geheel van kennis verzamelen en verspreiden neemt de monitor een belangrijke plaats in. De monitor, zoals die binnen het project is ingericht en waaraan alle instellingen met een videonetwerk deelnemen, bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel Monitorpeilingen Het kwantitatief deel wordt uitgevoerd door het NIVEL. Via enquêtes worden gegevens verzameld over onder meer gebruik, zorg en diensten, organisatie, kosten alsmede tevredenheid van en met de videonetwerken. Het NIVEL rapporteert over deze peilingen zowel aan de instellingen individueel als in geaggregeerde vorm aan het nationaal overleg. Onderscheid kan worden gemaakt in uitgebreide en beperkte peilingen. Bij beperkte peilingen worden alleen de projectmanagers bevraagd; bij uitgebreide peilingen ook de betrokken zorgverleners en de gebruikers-thuis. In het voorjaar van 2005 heeft het NIVEL een eerste peiling gehouden. Deze had een uitgebreid karakter. De verslaglegging van deze peiling is verschenen in oktober In november 2005 is een beperkte peiling gehouden. In februari 2006 heeft het NIVEL daarover gerapporteerd. In november 2006 zal een tweede beperkte peiling worden gehouden. In februari 2007 zal het NIVEL daarvan verslag doen. De bedoeling is vanaf nu elk jaar in november een peiling te houden; beperkt of uitgebreid, dat zal afhangen van de veranderingen, die zich in het betreffende jaar in de locale initiatieven hebben voorgedaan Kwalitatieve rapportages Het kwalitatieve deel van de monitor wordt uitgevoerd door de projectcoördinator. Daarin wordt ingegaan op beleid, proces, problemen, knelpunten en kansen. De eerste kwalitatieve monitorrapportage is uitgebracht in november 2005 en handelde over beweegredenen, proces en ervaringen. En voor U ligt de tweede kwalitatieve rapportage Bijzondere monitors Naast deze algemene monitor, waaraan alle instellingen deelnemen, hebben sommige instellingen een afzonderlijke monitor ingericht. Op initiatief van ActiZ is overleg op gang gekomen tussen opdrachtgevers en financiers van onderzoeksprojecten m.b.t. videocommunicatie in de zorg. In dit overleg is afgesproken te streven naar afstemming tussen de verschillende monitors, zodat een samenhangend geheel van monitors (onderzoeken) ontstaat. Op dit moment wordt in overleg met de betrokken instellingen en onderzoekers aan dat samenhangend geheel gewerkt. De bedoeling is dit samenhangend geheel te laten ontstaan: o door onderzoeksvragen en onderwerpen op elkaar af te stemmen; o door bij de bijzondere onderzoeken zoveel mogelijk gebruik te maken van de vragen uit de algemene monitor; o door openbaarheid van onderzoeksgegevens en resultaten; o door onderzoeksgegevens en resultaten in één overzicht samen te brengen. Voorts is de bedoeling het nationaal overleg kennis te laten nemen van de uitkomsten van al die monitors (onderzoeken) Trekken van conclusies uit verzamelde kennis Het is aan het nationaal overleg uit alle op deze wijze verzamelde kennis conclusies te trekken en aan die conclusies eventueel beleidsaanbevelingen te verbinden. Voor de eerste keer is dat gebeurt in het najaar van Het nationaal overleg heeft toen het verslag van de eerste uitgebreide monitorpeiling alsmede de eerste kwalitatieve rapportage 8

9 besproken. Dat heeft geleid tot een aantal conclusies en aanbevelingen, die het nationaal overleg in december 2005 heeft vastgesteld Gunstige voorwaarden scheppen Stelsel en bekostiging Of en hoe videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis kan worden ingezet, wordt mede bepaald door ons stelsel van zorg en bekostiging. In het algemeen kan worden geconstateerd dat ons stelsel van zorg en bekostiging niet is ingericht op inzet van videocommunicatie. In de eerste kwalitatieve rapportage werd dit reeds geconstateerd; in deze tweede kwalitatieve rapportage zal deze constatering verder worden onderbouwd en uitgewerkt. Bij aanpassing van stelsel en bekostiging kunnen het nationaal overleg en de deelnemers aan dat nationale overleg een belangrijke rol vervullen. Omdat in de zorgverlening aan mensen-thuis de AWBZ een belangrijke plaats inneemt is in eerste instantie vooral gekeken naar mogelijkheden de AWBZ meer geschikte te maken voor videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis. Mede op initiatief en toedoen van het project heeft het NZa inmiddels een drietal bekostigingsregelingen voor zorg via videocommunicatie (screen-to-screen) vastgesteld. de eerste regeling is in werking getreden op 1 januari 2005 en voorziet in bekostiging van zorg verleend via het videonetwerk aan mensen met een AWBZ-indicatie voor verpleging; de tweede regeling kent een experimenteel karakter en is op 1 juli 2005 in werking getreden; tot het experiment toegelaten instellingen mogen voor aan het videonetwerk aangesloten mensen met een bepaalde AWBZ-zorgindicatie vier uren verpleging declareren; sinds 1 januari 2006 is de beleidsregel Zorginfrastructuur van kracht, krachtens welke instellingen bepaalde onderdelen van de technische infrastructuur nodig voor videonetwerken vergoed krijgen uit de AWBZ, voor zover deze netwerken bestemd voor mensen met een AWBZ-zorgindicatie. De hierboven genoemde experimentele bekostigingsregeling -welke bekend staat onder de naam screen-to-screen-experiment - wordt door het NZa op gezette tijden geëvalueerd. Daarbij maakt het NZa gebruik van de resultaten van de monitor. Een eerste evaluatie heeft plaats gevonden begin 2006 en een tweede evaluatie is onlangs afgerond. Ten behoeve van deze tweede evaluatie heeft het NZa in juni 2006 bij de instellingen een aantal gegevens opgevraagd Techniek en mogelijkheden techniek De opvatting, dat de ontwikkeling van de techniek nodig voor videocommunicatie in de zorg, primair een zaak is van daarin gespecialiseerde bedrijven, is inmiddels gemeen goed geworden. Mochten instellingen enige tijd geleden nog vrezen dat onvoldoende bedrijven geïnteresseerd zouden zijn in ontwikkeling van deze techniek een van de redenen waarom instellingen zelf op dat punt activiteiten zijn gaan ontwikkelen- die tijd is voorbij. Er dienen zich steeds meer nieuwe leveranciers aan voor ontwikkeling en levering van de benodigde techniek. Er is sprake van een levendige markt. 9

10 Zo levendig dat aangenomen mag worden, dat niet alle bedrijven de concurrentieslag, die thans gaande is om de gunst van de instellingen, zullen overleven. Algemeen wordt echter verwacht, dat na enige tijd een beperkt aantal kwalitatief goede spelers zullen overblijven. Inmiddels heeft zich ook het eerste faillissement voorgedaan. In december 2005 kon ThuiszorgOnline BV niet langer aan zijn financiële verplichtingen voldoen en moest faillissement aanvragen. Als opvolgers van Thuiszorg Online traden twee nieuwe aanbieders tot de markt toe: Isolectra, die de inboedel van ThuiszorgOnline BV had opgekocht en TripleCare, dat was opgezet door een aantal voormalige medewerkers van ThuiszorgOnline BV. Deze ontwikkeling bevestigt het beeld dat hiervoor is geschetst. Instellingen kunnen dus kiezen uit meerdere bedrijven. Elk van deze bedrijven heeft en werkt met eigen technieken en apparatuur. Het is zaak dat deze van goede kwaliteit zijn en geschikt voor gebruik in de zorg. Daarnaast dienen de technische mogelijkheden aan te sluiten bij de behoeften van de mensen-thuis en de wensen van zorgverleners en instellingen. Zoals in de vorige kwalitatieve rapportage aangegeven, vormt de mogelijkheid van onbelemmerd verkeer tussen de verschillende videonetwerken een punt van aandacht, zeker in het kader van de gewenste opschaling. Het is primair een zaak van de betreffende bedrijven zorg te dragen voor deze comptabiliteit of interoperationaliteit. Instellingen moeten ervan op aan kunnen, dat de bedrijven waarmee zij werken, daaraan daadwerkelijk aandacht geven en, indien nodig, dienen zij dit als een harde eis bij hun bedrijven neer te leggen. Binnen het kader van het project invoering videonetwerken heeft het bureau Acquest eerder een studie verricht naar de technische mogelijkheden om te komen tot onbelemmerd verkeer. De uitkomsten van deze studie zijn op 30 maart 2005 besproken tijdens een door ActiZ georganiseerde ronde-tafel-conferentie van instellingen, bedrijven en nationale instanties. Tijdens deze conferentie is de wenselijkheid van onbelemmerd verkeer door een ieder onderschreven. En is afgesproken stapsgewijs daaraan te werken, op geleide van de ontwikkelingen, die zich in de praktijk voordoen. Thans lijkt de tijd rijp voor een eerste stap. Reeds eerder was er vanuit het project daarover contact met Nederland Breedbandland (NBL). NBL is een onafhankelijk platform, waarin overheid en bedrijfsleven samenwerken, om in maatschappelijk en economisch relevante sectoren innovatie te versnellen door gebruik te maken van de mogelijkheden die breedband biedt. NBL ontvangt daarvoor onder meer subsidie van EZ. In het kader van het project Teletoco (teleconsultatie, toepassingen en connectiviteit) werkt NBL aan het creëren van een experimenteerfaciliteit, waarin bedrijven die werken aan videocommunicatie in de zorg-thuis hun technische faciliteiten aan elkaar kunnen linken en zo al doende en in stappen kunnen werken aan onbelemmerd verkeer. In december 2006 wordt een eerste verkenning uitgevoerd en verschijnt een korte rapportage. De planning is verder om in het eerste kartaal van 2007 met een beperkt aantal bedrijven een eerste proef te doen. Dat kan er toe leiden dat te zijner tijd alle bedrijven, die videocommunicatie in de zorg leveren, uitgenodigd worden mee te doen. De experimenteerfaciliteit zal worden ingericht bij een onafhankelijke, deskundige organisatie (TNO). En over dit project is geregeld contact tussen ActiZ/invoeringsproject en NBL Uitslagen monitorpeilingen De uitkomsten van de tot nu toe gehouden peilingen lijken de hiervoor geformuleerde veronderstellingen te bevestigen. 10

11 Zo bleek uit de monitorpeiling van het NIVEL van februari 2005 dat bij ruim de helft van de aan het onderzoek deelnemende mensen door aansluiting aan het videonetwerk het gevoel van veiligheid was toegenomen. Een deel van de cliënten rapporteert ook een toegenomen gevoel van zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Cliënten en zorgcentralisten zijn van mening dat door een aansluiting aan het videonetwerk cliënten langer en zelfstandiger thuis kunnen blijven wonen. De door het NZa in juni 2006 verzamelde gegevens lijken de aanname van een personele besparing te bevestigen maar zonder controlegroep is dat niet met zekerheid vast te stellen. Voorzichtigheid met de uitslagen van deze peilingen is evenwel geboden. Het zijn nog niet meer dan indicaties. En de groep van mensen die zijn aangesloten, is nog beperkt. Daarenboven ontbrak, zoals gezegd, een controlegroep. Bij de volgende monitorpeiling in november 2007 zullen daarom de gevonden gegevens worden vergeleken met gegevens van een controlegroep. 11

12 Hoofdstuk 3 Voortgang, plannen en knelpunten bij en van de instellingen 3.1. Voortgang algemeen Op dit moment nemen de volgende instellingen deel aan het proect invoering videonetwerken: Sensire, ZuidZorg, Thuiszorg Het Friese Land, Zorggroep Aveant, MTZ-groep, Thuiszorg Groot Rijnland, Thuiszorg Westelijke Mijnstreek (onderdeel Orbis-concern), Thuiszorg Noord-Limburg en Thuiszorg STAT-Limburg. De beide laatste werken terzake van videocommunicatie samen. Al deze instellingen zijn ook toegelaten tot de experimentele bekostigingsregeling In het project participeert voorts ook nog Vierstroom/de Zorgring. Deze instelling is nog niet toegelaten tot de experimentele bekostigingsregeling, maar heeft wel een aanvrage in voorbereiding. De meeste van deze instellingen hebben de pilotfase inmiddels afgesloten en zijn bezig met de opschalingsfase danwel bereiden die voor. Sommige verkeren nog in de pilotfase maar hebben wel de intentie daarna te gaan opschalen. Opschalingsfase Voorbereiden opschalingsfase Pilotfase met perspectief van opschaling Sensire Zuidzorg Thuiszorg het Friese Land Thuiszorg Groot-Rijnland MTZ-groep Thuiszorg Westelijke Mijnstreek Zorgroep Aveant Thuiszorg Noord-Limburg/STAT-Limburg Vierstroom/de Zorgring Ten tijde van de eerste monitorpeiling van het NIVEL februari beschikten vijf instellingen over een functionerend videonetwerk. In totaal waren op dat moment 206 mensen-thuis aangesloten. Daarvan beschikten er 186 over een indicatie voor AWBZ-zorg.. In november 2005 bij de tweede monitorpeiling van het NIVEL was het aantal instellingen met een netwerk gestegen tot zes. Bij deze netwerken waren in totaal 290 mensen-thuis aangesloten. Aan de peiling van het NZa in juni 2006 hebben vier instellingen deelgenomen. Het totaal aantal aangeslotenen-thuis bedroeg 378 waarvan 220 met een indicatie voor AWBZ-zorg. Het overgrote deel van de aansluitingen wordt gerealiseerd bij Sensire en Zuidzorg. En niet toevallig zijn dat de twee instellingen, die in de opschalingsfase verkeren. Tijdens de pilotfase gaat het immers om een nog gering aantal aansluitingen: van 5 tot hooguit 40. En tijdens de overgang van pilot- naar opschalingsfase daalt dat aantal weer, omdat instellingen in die periode geen nieuwe mensen aansluiten. Deze plus het faillissement van ThuiszorgOnline BV verklaart ook waarom in de periode van november 2005 tot juni 12

13 2006 het aantal aan de peiling deelnemende instellingen daalde. Een aantal van de in de pilotfase verkerende instellingen werkte met ThuiszorgOnline. Deze hebben die fase vervroegd moeten afsluiten en alle aansluitingen bij mensen-thuis moeten beeindigen. Inmiddels kondigen zich ook weer nieuwe initiatieven aan: Thuiszorg Stad Groningen, Mea Vita in Den Haag, Amant in Amersfoort. Zodra deze initiatieven daadwerkelijk zijn begonnen, zullen ze worden uitgenodigd deel te nemen aan het project Zorgarrangementen; behoeften mensen Onder een zorgarrangement verstaan we het geheel van zorgactiviteiten, dat aan een bepaalde persoon wordt aangeboden en/of geleverd. Deze activiteiten kunnen bestaan uit meerdere functies en bij de levering kunnen professionals met uiteenlopende disciplines zijn betrokken. Het arrangement kan worden aangeboden door één zorgaanbieder of door meerdere zorgaanbieders tezamen. Een zorgaanbieder kan een instelling zijn maar ook een zelfstandig werkzame beroepsbeoefenaar. Ook mensen, die zijn aangesloten aan een videonetwerk en zorg nodig hebben, zullen een zorgarrangement aangeboden krijgen. Dit arrangement bestaat evenwel niet alleen uit fysiek geleverde of te leveren zorg, maar ook uit via het videonetwerk geleverde of te leveren zorg. Beschikt de persoon in kwestie over een indicatie voor AWBZ-zorg, zal een deel van de geïndiceerde zorg worden geleverd via video-(screen-to-screen)-zorg. Daarnaast maakt van een dergelijk arrangement altijd ook de mogelijkheid deel uit van 7 x 24 uur videocontact met de zorgcentrale (met de garantie van zorgopvolging). Hierdoor wordt het gevoel van veiligheid en zekerheid van de mensen-thuis vergroot. Om dit gevoel verder te versterken gaan instellingen er steeds meer toe over in zorgarrangementen met videocommunicatie ook alarmerings- en beveiligingfuncties op te nemen. In de vorige monitorrapportage werd al gewezen op het streven van instellingen meerdere producten en diensten aan te bieden en werden producten en diensten genoemd, waarmee instellingen op dat moment bezig waren. Inmiddels zijn instellingen op deze weg verder gegaan. Er heeft onderzoek plaats gevonden naar de wensen van de gebruikers-thuis; er zijn klantenpanels gehouden; er is geëvalueerd. Hieronder volgt een voorbeeld van een dergelijk, wat men zou kunnen noemen, zorgplusarrangement met videocommunicatie; Voorbeeld van een zorgplus-arrangement met videocommunicatie * Dag- en nacht verbinding met zorgcentrale met garantie van zorgopvolging * Fysiek geleverde zorg * Zorg via het videonetwerk * Goede morgen/goede avond service * Brand- en inbraakalarmering * Personenalarmering * Mantelzorgondersteuning * Lotgenotencontact * Instructieprogramma s 13

14 Dit is een voorbeeld. Elke instelling zal haar eigen arrangement samenstellen. En is daarbij bovendien afhankelijk van de technische mogelijkheden van de leveranciers, waarmee hij werkt. Instellingen letten bij de samenstelling van deze zorgplus-arrangementen niet alleen op de behoeften van mensen-thuis aan zorg, maar ook op de behoeften van mensen-thuis aan veiligheid, sociaal contact en welzijn. Instellingen kunnen daarbij meer of minder verder gaan. Ze kunnen naast producten en diensten op het stuk van zorg, veiligheid, sociaal contact en welzijn ook via het videonetwerk producten en diensten aanbieden op het stuk van comfort, gemak, ontspanning en informatie. En sommige instellingen doen dat ook of zijn van plan dat te gaan doen. Instellingen hebben hun redenen voor een dergelijke brede benadering. Naar de mening van de projectmanagers moet men, wil men het gevoel van zelfstandigheid en zelfredzaamheid bij mensen-thuis daadwerkelijk vergroten niet alleen letten op hun behoeften aan zorg, maar ook op hun behoeften aan veiligheid, sociaal-contact en welzijn. Door in te spelen op die behoeften wordt de zelfredzaamheid van mensen vergroot en vermindert de vraag naar professionele zorg. In schema dienst aanbieder van zorg dienst behoeften aan zorg aanbieder dienst dienst dienst zorgplusarrangement zorgvraag behoeften veiligheid dienst aanbieder dienst behoeften aan contact dienst Anders gezegd, achter een zorgvraag gaan dikwijls ook behoeften aan veiligheid en sociaal contact schuil. Een verschijnsel dat overigens uit literatuur en praktijk bekend is. In een zorgplusarrangement wordt op die behoeften niet alleen ingespeeld met een aanbod aan professionele zorg maar ook met een aanbod op het stuk van veiligheid of contact. En dat plus de omstandigheid dat mensen-thuis zelf dat aanbod kunnen oproepen, versterkt weer het gevoel van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. 14

15 3.3. Oorzaken moeizaam verloop; perspectieven voor opschaling Wil een dergelijk breed aanbod aan geïntegreerde zorgarrangementen met videocommunicatie kunnen worden gedaan, zal op meerdere terreinen nog het nodig moet gebeuren: er moet meer inzicht komen in de gewenste inhoud van die zorgarrangementen, uitgaande van de behoeften van mensen; zorgprocessen en organisatie moeten worden aangepast; zorgverleners en mensenthuis moeten worden geïnformeerd, gemotiveerd en bij de ontwikkeling betrokken; zij zorgverleners en mensen-thuis- zullen hun werkwijze en zorggedrag moeten aanpassen; voor een aantal zorgarrangementen is samenwerking tussen instellingen en zorgverleners nodig (ketenvorming); de hiervoor benodigde middelen en techniek moeten voorhanden en ontwikkeld zijn en, tegen een acceptabele prijs, door bedrijven kunnen worden geleverd; het stelsel van zorg en bekostiging moet het aanbieden van zorgarrangementen met videocommunicatie mogelijk maken en bevorderen. Op elk van deze terreinen doen zich daarenboven nog de nodige knelpunten en obstakels voor, die zullen moeten worden overwonnen, vooraleer sprake kan zijn van de beoogde brede en geïntegreerde aanpak. Die knelpunten en obstakels afzonderlijk vormen echter niet de hoofdoorzaak voor het moeizame verloop van de invoering van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis. De hoofdoorzaak is gelegen in het feit dat het om een complex geheel van vele factoren gaat, die invloed uitoefenen en dus ook beïnvloed en aangestuurd zouden moeten worden. De omstandigheid dat instellingen zelf slechts een deel van deze factoren kunnen aansturen, vormt daarbij een extra belemmering voor een voorspoedig en snel verloop. Bij belangrijke factoren zijn instellingen afhankelijk zijn van anderen: bijvoorbeeld voor wat betreft de techniek van bedrijven en voor wat betreft het stelsel en de bekostiging van de overheid. Desalniettemin is het nodig nu op te schalen. Een relatief groot aantal aansluitingen is immers nodig om gegevens te verzamelen en inzicht te krijgen in mogelijke effecten. En alleen zo kan ervaring worden opgedaan met de veranderingen die moeten worden aangebracht in de zorgprocessen, in de organisatie en bij de zorgverleners en de mensen-thuis. Instellingen werken op dit moment langs verschillende lijnen aan de ontwikkeling en de introductie van videocommunicatie in de zorg. Ieder instelling hanteert daarbij zijn eigen concepten en strategieën. Ze volgens dus ook niet alle dezelfde ontwikkelingslijnen. Maar grofweg kan men drie soorten van ontwikkelingslijnen onderkennen, die bij de meeste instellingen een of andere vorm wel terugkomen. In de eerste plaats zijn instellingen bezig videocommunicatie in de AWBZ-zorg te introducren door ontwikkeling van AWBZ-zorgarrangementen ten behoeve van mensen-thuis met een indicatie voor AWBZ-zorg. Via dit arrangement worden verpleging, persoonlijke verzorging, huishoudelijke verzorging, ondersteunende begeleiding of activerende begeleiding gegeven, fysiek en via videocontact. In de regel komen daar ook plusdiensten zoals hiervoor bedoeld, bij. Mensen die AWBZ-zorg nodig hebben, hebben geregeld ook andere zorg nodig op het stuk van cure en preventie. Dit geldt ook of zeker ook voor de groep mensen, die op dit moment voornamelijk is aangesloten: de chronisch zieken. Maar niet alleen bij care, ook bij cure en preventie kan videocommunicatie zinvol worden ingezet. Door het AWBZ-zorgarrangement te verbreden met deze vormen van video- of telezorg kunnen bepaalde patiëntengroepen nog 15

16 beter worden bediend. En om die reden zijn instellingen begonnen voor specifieke groepen van patiënten zorgbrede arrangementen met videocommunicatie te ontwikkelen. Dit is de tweede ontwikkelingslijn die kan worden waargenomen; welke ontwikkelingslijn overigens in het verlengde ligt van de eerste ontwikkelingslijn. Men zou het ook kunnen zien als een vervolg op de eerste lijn. De derde lijn bestaat uit de ontwikkeling van arrangementen met videocommunicatie ten behoeve van mensen-thuis in de prezorgfase. In deze arrangementen gaat het uitsluitend om plusdiensten. Deze mensen hebben in strikte zin nog geen zorg nodig, maar zitten er wel tegen aan. Zij hebben vooral behoefte aan veiligheid, aan sociaal contact en aan de wetenschap, dat als ze zorg nodig hebben, ze die snel via het videonetwerk kunnen oproepen. Hieronder zal nader worden ingegaan op de ontwikkeling van elk van deze arrangementen met als doel na te gaan wat de mogelijkheden zijn via die ontwikkelingslijn tot de gewenste opschaling te komen. Elk van deze ontwikkelingslijnen wordt, als het ware, beschouwd als een strategie om tot opschaling te komen AWBZ-arrangementen Voortgang en plannen De gebruikers van de AWBZ-arrangementen De AWBZ-zorgarrangementen met videocommunicatie zijn bestemd voor mensen met een indicatie voor ABWZ-zorg. Zoals hiervoor aangegeven waren bij de peiling van februari 2005 bij alle videonetwerken tezamen 186 mensen aangesloten met een indicatie voor AWBZ-zorg; bij de peiling van juni 2006 waren dat er 220. Bij de monitorpeiling van februari 2005 hadden er van 186 aangesloten mensen-thuis met een indicatie voor AWBZ-zorg 125 de indicatie verpleging-basis plus andere indicaties 6 de indicatie verpleging-extra plus andere indicaties 38 de indicatie persoonlijke verzorging plus andere indicaties 15 alleen de indicatie huishoudelijke zorg 2 overige AWBZ indicaties. De beleidsregel experiment screen-to-screen-zorg heeft als doelgroep ernstig chronisch zieken met als indicatie verpleging. Dit betreft dus slechts een deel van de mensen-thuis met een indicatie voor AWBZ-zorg: de ernstig chronisch zieken met een indicatie verpleging. Daarnaast mogen ze ook nog voor andere AWBZ-zorg zijn geïndiceerd en die andere zorg mag ook via het videonetwerk worden geleverd; maar mensen moeten tenminste ook voor verpleging zijn geïndiceerd, willen ze onder de werking van de experimentele bekostigingsregeling vallen. Blijkens de peiling van november 2005 vielen van het totaal aan aangesloten mensen-thuis 147 onder deze doelgroep. In juni 2006 waren dat er 160. In november 2005 vielen er 20 mensen met een indicatie voor AWBZ-zorg buiten de experimentele bekostigingsregeling; in juni 2006 waren dat er 60. Inhoud AWBZ-arrangementen 16

17 Instellingen hebben meer of minder uitgebreid- nagegaan welke AWBZ-zorgfuncties (en activiteiten) in beginsel in aanmerking komen voor levering via videonetwerken. Projectmanagers hebben daarover ook contact gehad met medewerkers van de instelling. Daarbij scoren ondersteunende begeleiding en verpleging hoog en iets minder hoog persoonlijke verzorging en activerende begeleiding. In de monitorpeiling van februari 2005 wordt al gewezen op het feit, dat instellingen ook andere zorgproducten en diensten via het videonetwerk aanbieden. Op dat moment waren dat verpleging-basis verpleging-extra psychosociale begeleiding goede morgen-goedeavond-service contact met mantelzorgers contact met lot- en buurtgenoten personenalarmering brandalarmering inbraakalarmering. 1 In de tussentijd is het aantal instellingen dat hiertoe overgaat alleen maar gestegen. En zijn ook de technische mogelijkheden om verschillende soorten zorgproducten en diensten via het videonetwerk aan te bieden, toegenomen. Zoals hiervoor aangegeven streven instellingen bewust naar dat soort brede arrangementen met zorgplus, omdat daardoor het gevoel van veiligheid en zelfstandigheid bij mensen wordt vergroot en het hen bovendien gemakkelijker wordt gemaakt videocommunicatie te integreren in hun zorg(consumtie)gedrag. Experimenteel bekostigingsregiem Instellingen kunnen voor mensen-thuis, die zijn aangesloten aan het videonetwerk en onder de experimentele bekostigingsregeling per cliënt per maand vier uren extra verpleging declareren. Daarbij wordt ervan uitgegaan, dat bij mensen-thuis die gebruik maken van videocommunicatie, de vraag naar professionele zorg daalt. Door die vergoeding wordt de instelling gecompenseerd voor omzetderving vanwege de inzet van videocommunicatie in de zorg. Uitgegaan wordt dus van de veronderstelling, dat inzet van videocommunicatie in de zorg tot minder vraag naar professionele zorg leidt. Uit de daardoor vrijkomende middelen kunnen de kosten van gebruik van videocommunicatie in de zorg worden betaald, zodat inzet van videocommunicatie in de zorg tenminste budgetair neutraal kan plaats vinden. Daarvoor is echter weer nodig, dat mensen een zorgvraag van een zekere omvang moeten hebben. Om die reden ook heeft het NZA de chronisch zieken als doelgroep voor de experimentele bekostigingsregeling ex AWBZ genomen. Bij deze mensen is immers sprake van een zorgvraag met een zekere omvang, waardoor een vermindering van de vraag door inzet van videocommunicatie van vier uren per maand verpleging haalbaar lijkt. De ervaringen, die de komende tijd zullen worden opgedaan met de experimentele regeling, zullen moeten uitwijzen of deze veronderstellingen kloppen. Voor wie meerwaarde? Bij beoordeling van de vraag, of inzet van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis meerwaarde oplevert, moet men evenwel niet alleen letten op de omvang van de zorgvraag, 1. 17

18 maar ook op de aard van die zorgvraag. Zo zal inzet van videocommunicatie in de zorg voor mensen-thuis, die enkel zijn geïndiceerd voor huishoudelijke verzorging, weinig meerwaarde opleveren. En eigenlijk moet men, aldus de projectmanagers, niet alleen letten op de zorgvraag maar ook op de achterliggende behoeften aan veiligheid, sociaal contact en welzijn. Want als die erg hoog zijn en een flink deel van de zorgvraag bepalen, valt ook veel winst te behalen. Om al die redenen is het moeilijk thans reeds een becijfering te maken van het aantal mensenthuis met een indicatie voor AWBZ-zorg voor wie aansluiting aan een videonetwerk meerwaarde oplevert. De schatting van projectmanagers van het aantal AWBZ-klanten, dat bij instellingsbrede invoering van videocommunicatie in de AWBZ-zorg, uiteindelijk gebruik zal maken van een zorgarrangement met videocommunicatie lopen dan ook sterk uiteen. Maar geen van de managers komt gelet op bovengenoemde redenen- uit op een hogere schatting dan 30% van het bestand van AWBZ-klanten van de instelling. En sommige schattingen zijn aanzienlijk lager. Maar ook hier weer geldt, dat de ervaringen in de praktijk moeten uitwijzen, voor welke en hoeveel mensen met een indicatie voor AWBZ-zorg aansluiting aan een videonetwerk zinvol is. Aanpassing zorgaanbod, zorgprocessen en zorgorganisatie Daarbij moet overigens worden bedacht, dat om de eerder beschreven veronderstelde effecten van inzet van videocommunicatie in de zorg zie hoofdstuk 2- volledig binnen te halen, ook nodig is het zorgaanbod aan te passen. Daarvoor is weer nodig zo beklemtonen de projectmanagers- de zorgprocessen en de organisatie van zorg binnen de instelling aan te passen. En geen van instellingen is al zo ver. Wel zijn er de nodige plannen. Bij een instellingsbrede invoering van zorgarrangementen met videocommunicatie zouden, zo geven de projectmanagers aan, mensen met een bepaalde indicatie voor AWBZ-zorg het arrangement met videocommunicatie standaard moeten krijgen aangeboden als een alternatief voor het huidige arrangement. Zij zouden dan zelf moeten kunnen kiezen voor een van de twee arrangementen. Bij die keuze zouden ze dan, aldus de projectmangers, indien nodig moeten worden ondersteund door een zorgcoördinator of zorgbemiddelaar. En dat aanbod en dat keuzeproces zouden deel moeten uitmaken van de reguliere procedures binnen de instelling. Vervolgens zouden mensen bij het gebruik van videocommunicatie moeten worden ondersteund, maar zou ook vanuit de instelling een deel van de zorg via het netwerk moeten worden aangeboden. Bij geen van de instellingen is echter op dit moment sprake van een dergelijke instellingsbrede invoering voor de eigen AWBZ-cliënten Ervaringen en knelpunten Techniek Bij de ontwikkeling van AWBZ-zorgarrangementen met videocommunicatie hebben instellingen te maken met de technische mogelijkheden van het bedrijf/de bedrijven waarmee zij werken. Niet alle bedrijven zijn even ver en kunnen reeds alle elementen leveren van het AWBZ-arrangement, welke instellingen, gelet op de behoeften van hun cliënten, op dit moment reeds nodig oordelen. Bekostiging Voor de bekostiging van deze arrangementen kunnen instellingen gebruik maken van een aantal de afgelopen tijd tot stand gekomen bekostigingsregelingen ex AWBZ. 18

19 De regeling zorginfrastructuur bestaat nog pas kort. Instellingen hebben daarmee nog nauwelijks ervaring opgedaan. Maar voor zover die wel zijn opgedaan, zijn die positief. De screen-to-screen-regeling is pas profijtelijk bij een flink aantal aansluitingen, zo is de indruk van de projectmanagers. Er moeten extra handelingen worden verricht voor de registratie. En eerst bij een zekere omzet cq instellingsbrede invoering is het rendabel daarvoor de administratieve procedures binnen de instelling aan te passen. Hetzelfde geldt voor de inzet van de zorgcentrale. De screen-to-screen-regeling kent een vergoeding per aangesloten patiënt. Om tot een kostendekkende exploitatie van een goed functionerende zorgcentrale op een kwalitatief verantwoord niveau te komen zijn daarom eveneens een flink aantal aansluitingen nodig. Zorgkantoren Voor toepassing van beide regelingen is instemming van de zorgkantoren nodig. De indruk is dat die gemakkelijker wordt verkregen bij toepassing van de regeling zorginfrastructuur. Bij toepassing van de regeling screen-to-screen hebben op dit moment althans een aantal zorgkantoren de neiging het aantal aansluiting laag te houden, terwijl voor instellingen de regeling pas rendeert zoals hierboven aangegeven- bij een flink aantal aansluitingen. Reikwijdte experimenteel bekostingsregiem Een probleem bij de screen-to-screen-regeling is voorts dat de reikwijdte ervan beperkt is tot chronisch zieken met een indicatie voor verpleging, terwijl naar de opvatting van de projectmanagers voor een veel bredere groep van AWBZ-geïndiceerden aansluiting meerwaarde kan hebben. Bijvoorbeeld voor de mensen, die nog niet ernstig ziek zijn. In die fase zijn de mensen immers nog redelijk zelfredzaam en kan die zelfredzaamheid door inzet van videocommunicatie sterk stijgen. Mensen dan reeds aansluiten, heeft bovendien als voordeel dat men in die fase het gebruik van videocommunicatie gemakkelijker aanleert en in de daarop volgende fasen, wanneer de ernst van de ziekte toeneemt, aan dat gebruik reeds is gewend. In plaats van In de pilotfase vond gebruik van videocommunicatie plaats via projecten, die werden toegevoegd aan de bestaande organisatie. Het was een extra, nog geen vervanging. Willen de beoogde effecten van inzet van videocommunicatie in de zorg volledig worden binnengehaald is volgens de projectmanagers voor alles nodig, dat zorg met videocommunicatie in de plaats komt van en als een volwaardig alternatief geldt voor het huidige zorgaanbod. En daarvoor is nodig zie boven- dat de organisatie wordt aangepast en daarvoor is weer nodig dat de screento-screen-regeling instellingsbreed kan worden toegepast. Verbreding arrangementen Tenslotte kan naar de mening van de projectmanagers het is eerder opgemerkt- bij specifieke groepen van patiënten meer winst worden behaald met toepassing van videocommunicatie in de zorg door die toepassing te verbreden tot care, cure en preventie. Eerst door deze zorgbrede-arrangementen kunnen bij deze groepen van patiënten de in hoofdstuk 2 aangegeven, verwachte effecten volledig worden binnengehaald. 19

Tussentijds verslag experiment screen to screen

Tussentijds verslag experiment screen to screen Tussentijds verslag experiment screen to screen Rapportage Januari, 2006 J.T. Bos A.L. Francke Postadres Postbus 8258, 3503 RG Utrecht Bezoekadres Oudlaan 4, 3515 GA Utrecht www.actiz.nl 1 T (030) 273

Nadere informatie

Monitor videonetwerken voor zorg-thuis

Monitor videonetwerken voor zorg-thuis Monitor videonetwerken voor zorg-thuis Beweegredenen, proces en ervaringen; kwalitatief verslag Drs. P. Stevens, projectcoördinator november 2005 1 Hoofdstuk 1 Inleiding Deze rapportage betreft het kwalitatieve

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Zorg op afstand in de thuiszorg

Zorg op afstand in de thuiszorg Zorg op afstand in de thuiszorg Dr. J.M Peeters en dr. A.L. Francke * Zorg op afstand is een veel belovende innovatie, die in Nederland geleidelijk en gefaseerd ingevoerd wordt in de thuiszorg. Het Nederlands

Nadere informatie

Van experimenten naar arrangementen

Van experimenten naar arrangementen e Van experimenten naar arrangementen projectplan tot opschaling van zorgarrangementen met videocommunicatie in de periode 2007-2010 25 april 2007 * ActiZ: Netwerk van instellingen die gaan opschalen *

Nadere informatie

Monitor Videonetwerken Peiling najaar 2006 Tussentijds verslag

Monitor Videonetwerken Peiling najaar 2006 Tussentijds verslag Monitor Videonetwerken Peiling najaar 2006 Tussentijds verslag J.M. Peeters A.L. Francke J.T. Bos http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729 2007 NIVEL, Postbus 1568, 3500

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

AWBZ en tandheelkundige hulp

AWBZ en tandheelkundige hulp CVZ 75/14 ONTWERP Rapport AWBZ en tandheelkundige hulp Op.. april 2003 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Publicatienummer Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Monitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling najaar 2007

Monitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling najaar 2007 Monitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling najaar 2007 Dr. J.M. Peeters Dr. A.J.E. de Veer Dr. A.L. Francke ISBN 978-90-6905-924-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een Waarom CLIQ Mail Ron Legerstee Ik ga er vooralsnog vanuit dat de behoefte aan een classificatie van hulpmiddelen bestaat. Of CLIQ daarop hét antwoord is en zal blijven weet ik niet. Wel denk ik dat enige

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Pilot begeleiding Oosterschelderegio

Pilot begeleiding Oosterschelderegio Pilot begeleiding Oosterschelderegio Inleiding In 2016 hebben vier zorgaanbieders een pilot gedaan in de Oosterschelderegio waarbij gekeken is of de huishoudelijke zorg ook lichte individuele begeleiding

Nadere informatie

Regioregie. de weg naar Betere en betaalbare zorg. 1. Het huidige zorgstelsel is onhoudbaar

Regioregie. de weg naar Betere en betaalbare zorg. 1. Het huidige zorgstelsel is onhoudbaar Regioregie de weg naar Betere en betaalbare zorg Regioregie 1. Het huidige zorgstelsel is onhoudbaar De zorg is continu in beweging. Veel gaat goed, maar het kan en moet beter. We zitten met de zorg in

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 104 Langdurige zorg Nr. 183 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

In de Gemeente Marum

In de Gemeente Marum In de Gemeente Marum Gezamenlijk Plan van aanpak ondersteuning mantelzorg en vrijwillige thuishulp van de gemeenten Marum, Grootegast en Leek 27 april 2006 Projectbureau WWZ Mw. H.J. Vrijhof J.J. de Jong

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

intelligent software for monitoring centres

intelligent software for monitoring centres intelligent software for monitoring centres Waarom UMO? Binnen Europa en daarbuiten hebben landen te maken met de vergrijzing. Daardoor stijgt de zorgvraag in het komende decennium sterk. Hoe wordt die

Nadere informatie

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg. Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

Experiment PVZ onder de loep. 23 februari 2018

Experiment PVZ onder de loep. 23 februari 2018 Experiment PVZ onder de loep 23 februari 2018 De klant is koning? Waarom persoonsvolgende zorg? Brief van Rijn aan de kamer: waardig leven met zorg Maatschappelijke wens om invloed van cliënt op zorgproces

Nadere informatie

Beleidsdocument 2012-2016

Beleidsdocument 2012-2016 Beleidsdocument 2012-2016 uw zorg, onze zorg Inhoudsopgave 1. Voorwoord...3 2. Zorggroep de Bevelanden...4 3. Waar staat Zorggroep de Bevelanden voor (Missie, Visie en Doelstellingen)...4 4. Uitwerking:

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting 5 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

Voorstel van de Rekenkamer

Voorstel van de Rekenkamer Voorstel van de Rekenkamer Opgesteld door Rekenkamer Vergadering Commissie Mens en Samenleving en Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 14 december 2017 of 25 januari 2018 Jaargang en nummer 2017, nr.

Nadere informatie

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk. SAMENVATTING Het aantal mensen met een chronische aandoening neemt toe. Chronische aandoeningen leiden tot (ervaren) ongezondheid, tot beperkingen en vermindering van participatie in arbeid en in andere

Nadere informatie

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg. Bijlage 23 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg AWBZ Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding

Decentralisatie begeleiding Decentralisatie begeleiding Zorgkantoor Delft Westland Oostland / Nieuwe Waterweg Noord 31 januari 2012 Inhoudsopgave pagina Inleiding 3 Leeswijzer 4 Bijlage: rapportage per gemeente Rapport decentralisatie

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt WMO-werkplaats door Ronald Schurer Inleiding WMO-werkplaats Noord De WMO-werkplaats Noord wil samen met gemeenten en betrokken instellingen een aantal innovatieve

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Opzet van de monitor Huishoudelijke Verzorging De nieuwe manier van werken heeft 3 hoofdrolspelers namelijk

Nadere informatie

Vergrijzing Beleidsuitgangspunten Ontwikkelingen

Vergrijzing Beleidsuitgangspunten Ontwikkelingen Programma Ontstaansgeschiedenis probleemstelling / doelstelling gekozen concept Techniek demonstratie Resultaten tot nu toe huidige concept evaluatie gegevens nieuwe zorgconcepten telemedicine Vergrijzing

Nadere informatie

Wensen en ideeën over Wonen met Welzijn en Zorg vanuit cliëntenperspectief in de regio Eemland: een Quick Scan

Wensen en ideeën over Wonen met Welzijn en Zorg vanuit cliëntenperspectief in de regio Eemland: een Quick Scan Wensen en ideeën over Wonen met Welzijn en Zorg vanuit cliëntenperspectief in de regio Eemland: een Quick Scan Een wensen- en ideeënlijst vanuit cliëntenperspectief als leidraad voor de samenwerkende gemeenten

Nadere informatie

Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden

Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden BELEIDSREGEL Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst persoonsvolgende zorg 2017

Resultaten vragenlijst persoonsvolgende zorg 2017 Resultaten vragenlijst persoonsvolgende zorg 2017 Experiment Persoonsvolgende Zorg regio Zuid Limburg 29 januari 2018 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 De respons 3 De vragen uit de vragenlijst. 4 Vraag 1: Bent

Nadere informatie

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 29 september 2017 Ons kenmerk TIP/U201700697 Lbr: 17/054 Telefoon (070) 373 8421 Bijlage(n) - Onderwerp Regeling zorginfrastructuur Samenvatting De

Nadere informatie

Van systemen naar mensen: ERAI deelnemers bewijzen dat het kan! (maar de systemen bewegen niet mee)

Van systemen naar mensen: ERAI deelnemers bewijzen dat het kan! (maar de systemen bewegen niet mee) Van systemen naar mensen: ERAI deelnemers bewijzen dat het kan! (maar de systemen bewegen niet mee) Het experiment regelarm werken in de zorg werd aan alle kanten enthousiast omarmd. Minder regels zou

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk / Rapportage ADL-assistentie 28 maart 2013

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk / Rapportage ADL-assistentie 28 maart 2013 De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M. van Rijn Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296

Nadere informatie

Afschaffen nachtdienst door domotica

Afschaffen nachtdienst door domotica Afschaffen nachtdienst door domotica In verpleeghuis Lückerheide worden al sinds 2005 camera's gebruikt voor het toezicht op dementerende ouderen. In de loop van de jaren is dit uitgebreid van een groepswoning

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken Investeren in kwaliteit verpleeghuiszorg : zinvolle daginvulling en deskundig personeel.

Bestuurlijke afspraken Investeren in kwaliteit verpleeghuiszorg : zinvolle daginvulling en deskundig personeel. Bestuurlijke afspraken Investeren in kwaliteit verpleeghuiszorg : zinvolle daginvulling en deskundig personeel. Datum: Partijen: ActiZ, organisatie van zorgondernemers Zorgverzekeraars Nederland (ZN) De

Nadere informatie

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

!7: ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING !7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING )NKOOPBELEID,ANGDURIGE :ORG +LANTVERSIE Uitgangspunten en inkoopdoelen 2015 Verpleging en Verzorging (V&V) U hebt recht op langdurige zorg als dat nodig is. Denk aan

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER 2018 Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021 Te besluiten om: In te stemmen met de regionale visie op inkoop voor het Sociaal Domein

Nadere informatie

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave REGELING Gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Gelet op de artikelen 61, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

2! FEB. 20Ö. '. drs. G.A.A. Verkerk. R-H. van Ixiyff. Raadsbesluit. Datum Registratie nr. Stuk. 20 december II.

2! FEB. 20Ö. '. drs. G.A.A. Verkerk. R-H. van Ixiyff. Raadsbesluit. Datum Registratie nr. Stuk. 20 december II. Raadsbesluit 2! FEB. 20Ö Datum Registratie nr. Stuk Ondenwerp 20 december 2012 1259968 554 II Basistarieven Hulp bij het Huishouden De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

FACTSHEET. Allen te bereiken via: Korte omschrijving van het programma. Looptijd: Programma algemeen

FACTSHEET. Allen te bereiken via: Korte omschrijving van het programma. Looptijd: Programma algemeen programma Betrokken collega FACTSHEET Langer Thuis (PLT) Reinier Koppelaar - projectmanager Noor Focken projectleider actielijn 1 Arianne vd Rijst projectleider actielijn 2 Peter Alders - projectleider

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Coöperatie Zorgaanbieders Midden Nederland

Reglement Raad van Toezicht Coöperatie Zorgaanbieders Midden Nederland Reglement Raad van Toezicht Coöperatie Zorgaanbieders Midden Nederland Versie 1 Vastgesteld 14 oktober 2016 Reglement raad van toezicht Coöperatie Zorgaanbieders Midden Nederland U.A. Vastgesteld door

Nadere informatie

Monitoring. Meetbare effecten van beleid. Hoofdlijnen. Bestuurlijk contracteren

Monitoring. Meetbare effecten van beleid. Hoofdlijnen. Bestuurlijk contracteren Monitoring De concretisering van beleid wordt in beeld gebracht en zo veel mogelijk gemeten om tijdig bij te kunnen sturen. Wanneer beleid ingezet wordt dient de outcome (effecten en resultaten) gemeten

Nadere informatie

Inhoud. ARTIKEL 3 - Bekendmaking algemene voorwaarden. ARTIKEL 4 - Afwijking van de algemene voorwaarden

Inhoud. ARTIKEL 3 - Bekendmaking algemene voorwaarden. ARTIKEL 4 - Afwijking van de algemene voorwaarden Inhoud 1. Algemeen ARTIKEL 1 - Definities ARTIKEL 2 - Toepasselijkheid ARTIKEL 3 - Bekendmaking algemene voorwaarden ARTIKEL 4 - Afwijking van de algemene voorwaarden ARTIKEL 5 - Duidelijke informatie

Nadere informatie

Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg

Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg Inleiding Zorg Groep Beek (ZGB) is al vele jaren een heel goed alternatief voor cliënt gerichte thuiszorg en wijkverpleging in de Westelijke Mijnstreek.

Nadere informatie

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018 BELEIDSREGEL Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018 Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Het organiseren van een MDO

Het organiseren van een MDO Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire

Nadere informatie

Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen

Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen Partijen Het Zorgkantoor Nijmegen,( Coöperatie VGZ. hierna te noemen het Zorgkantoor, De Coöperatie VGZ Hierna te noemen VGZ, en het

Nadere informatie

Gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,

Gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem, Uitvoeringsregeling Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod ingaande 1 april 2015 Het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Afschaffen nachtdienst door domotica

Afschaffen nachtdienst door domotica Afschaffen nachtdienst door domotica In verpleeghuis Lückerheide worden al sinds 2005 camera's gebruikt voor het toezicht op dementerende ouderen. In de loop van de jaren is dit uitgebreid van een groepswoning

Nadere informatie

Deze beleidsregel heeft tot doel de deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid te bieden om een experiment uit te voeren.

Deze beleidsregel heeft tot doel de deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid te bieden om een experiment uit te voeren. BELEIDSREGEL CA 300-555 Experiment regelarme instellingen Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Samenvatting uitkomsten klanttevredenheid Ridderkerk 2014 uitgevoerd door BAR-dichtbij in opdracht van de gemeente Ridderkerk.

Samenvatting uitkomsten klanttevredenheid Ridderkerk 2014 uitgevoerd door BAR-dichtbij in opdracht van de gemeente Ridderkerk. Bijlage 1 Samenvatting uitkomsten klanttevredenheid Ridderkerk 2014 uitgevoerd door BAR-dichtbij in opdracht van de gemeente Ridderkerk. Klanten over de dienstverlening van de aanbieder De dienstverlening

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

BELEIDSREGEL BR/CU-2018 BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Saldo, BVKZ, LOC, ZN, PFN, NZa, HHM, Wlz-uitvoerders CZ en Zilveren Kruis en VWS.

Saldo, BVKZ, LOC, ZN, PFN, NZa, HHM, Wlz-uitvoerders CZ en Zilveren Kruis en VWS. > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg AWBZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

RAPPORTAGE Invoering landelijk EPD

RAPPORTAGE Invoering landelijk EPD RAPPORTAGE Invoering landelijk EPD Rapportageperiode: januari en februari 2009 Ministerie van VWS 2 maart 2009 1 Inhoudsopgave 1 Bijzonderheden rapportageperiode... 3 1.1 Onderzoek naar invoering BSN...

Nadere informatie

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013 Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013 Opening Anneke Augustinus Manager Care Zorgkantoor Zorg en Zekerheid Foto: website Activite Waarom vandaag? Delen kennis en ervaringen zodat: Het zorgkantoor voldoende

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 10 juli 2018 Zaaknummer: 434769 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij Adviseur

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Voorstel/alternatieven. Inhoud aanvraag/aanleiding ambtshalve besluit. Wettelijke grondslag. Inhoud extern advies

Voorstel/alternatieven. Inhoud aanvraag/aanleiding ambtshalve besluit. Wettelijke grondslag. Inhoud extern advies Raadsvergadering d.d. 29 augustus 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 14. Wissenkerke, 11 juli 2013 Onderwerp: Notitie Uitgangspunten

Nadere informatie

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Het verhaal van Careyn Het Dorp Het verhaal van Careyn Het Dorp Het Dorp staat voor een nieuwe manier van werken. Een werkwijze die de klant en kwaliteit van leven centraal stelt en waarbij onze zorgprofessional aan zet is. Het Dorp

Nadere informatie

Werkplan 2007 Netwerk Palliatieve Zorg Hoeksche Waard Vastgesteld 28 februari 2007

Werkplan 2007 Netwerk Palliatieve Zorg Hoeksche Waard Vastgesteld 28 februari 2007 Werkplan 2007 Netwerk Palliatieve Zorg Hoeksche Waard 1. Inleiding In 2005 is het Netwerk Palliatieve Zorg Hoelsche Waard (NPZ HW) gestart met als doel het optimaliseren van de kwaliteit van de palliatieve

Nadere informatie

Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod

Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zandvoort Nr. 120851 13 juli 2017 Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7013

BELEIDSREGEL BR/CU-7013 BELEIDSREGEL BR/CU-7013 Eerstelijns psychologische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders Ontwerp Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders Gemeente Midden-Delfland Datum: 18 mei 2015 Inkoopkader Wmo 2016: toelating nieuwe aanbieders Inleiding De gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk

Nadere informatie

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Gemeente Wassenaar februari 2016 Pagina 2/9 2 Pagina 3/9 1 Inleiding Kader en achtergrond Kenmerkend voor het transformatieproces in het sociaal

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld De markt in Beeld Fysiotherapie in beeld 2 Fysiotherapie in beeld Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met de behan deling van klachten aan het houding- en bewegingsapparaat

Nadere informatie

A. Nieuwe Wmo Verordening prestatieveld 6

A. Nieuwe Wmo Verordening prestatieveld 6 Onderzoeksopzet Evaluatie Wmo 2013 Op 1 januari 2013 is de nieuwe Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Drechtsteden 2013 in werking getreden. Tevens is op die datum een nieuwe aanpak

Nadere informatie

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder)

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder) Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder) 1. Beleidsterrein Beleidstaak: Sociaal Cultureel Werk Beheerstaak: Samenlevingsopbouwwerk, functienummer 630.00 Dit beleidsterrein omvat kinderwerk,

Nadere informatie

5 juni 2008 DLZ/ZI-U februari POU/ J. Knollema (020)

5 juni 2008 DLZ/ZI-U februari POU/ J. Knollema (020) De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 juni 2008 DLZ/ZI-U-2854526 26 februari 2009 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Overeenkomst Wijkverpleging. Versienummer: 1.1 Versiedatum: januari Voorbeeld

Overeenkomst Wijkverpleging. Versienummer: 1.1 Versiedatum: januari Voorbeeld Overeenkomst Wijkverpleging Versienummer: 1.1 Versiedatum: januari 2016 Pagina 2 van 7 Stichting BrabantZorg, Bij het aangaan van deze overeenkomst vertegenwoordigd door Naam: Drs. W.J.C.M. de Jong-Verspeek

Nadere informatie

Aan de commissie Inwonerszaken

Aan de commissie Inwonerszaken Vergaderdatum 29 augustus 2007 Made, 14 mei 2007 Agendapunt Aan de commissie Inwonerszaken Onderwerp Leesstuk indicatie en levering Hulp bij het huishouden Voorstel Financiële paragraaf Ter kennísname:

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2509 EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2509 EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn, De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2509 EJ DEN HAAG Datum 8 augustus 2013 Onderwerp Wetsvoorstel versterking eigen kracht Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 137 2 januari 2015 Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz 16 december 2014 REGELING CA-NR-1551a Ingevolge

Nadere informatie

Onze punten van zorg en onze aanbevelingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen die in de bijlage nader worden uitgewerkt:

Onze punten van zorg en onze aanbevelingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen die in de bijlage nader worden uitgewerkt: Gemeente Amsterdam Wethouder E. van der Burg Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM Amsterdam, 22 januari 2015 Betreft: Evaluatie Wijkzorgteams Geachte heer Van der Burg, De Stedelijke Wmo-Adviesraad is een aantal

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag BELEIDSREGEL Experiment regelarme instellingen Wlz Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Om de resultaten van onderzoeken zo zuiver mogelijk weer te geven, worden de resultaten apart gepresenteerd op de volgende wijze:

Om de resultaten van onderzoeken zo zuiver mogelijk weer te geven, worden de resultaten apart gepresenteerd op de volgende wijze: tevredenheidsonderzoeken door BAR-dichtbij van Wmo dienstverlening Huishoudelijke hulp binnen de BAR gemeenten Zorgperiode 1 t/m 13 2014 (1 januari t/m 28 december 2014) Deze evaluatie geeft een overzicht

Nadere informatie

Rapportage audit Afasiecentrum Zeeland

Rapportage audit Afasiecentrum Zeeland Rapportage audit Afasiecentrum Zeeland De Afasie Vereniging Nederland wil kwalitatief sterke afasiecentra met als doel optimale nazorg voor mensen met afasie. In 2009 is daarom in nauwe samenwerking met

Nadere informatie