Schoolondersteuningsprofiel. CBS De Rank

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolondersteuningsprofiel. CBS De Rank"

Transcriptie

1 Schoolondersteuningsprofiel CBS De Rank VCPO Noord Groningen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 1

2 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief, in beeld. Het geeft informatie over onze leerlingen, onze ondersteuning zowel de inhoud als de omvang, de kwaliteit van deze ondersteuning en de expertise van ons schoolteam. Op basis van de informatie uit ons school-ondersteuningsprofiel, wordt de basis- en extra ondersteuning verder ontwikkeld. We werken dit uit in de ontwikkelagenda. Het opgestelde profiel dient na enige tijd wel geactualiseerd te worden, omdat de leerling-populatie verandert, personeel vertrekt, nieuw personeel komt of omdat scholing is gevolgd. Schoolgegevens Bevoegd gezag School VCPO Noord Groningen CBS De Rank Straat A.G. Bellstraat 14 Plaats 9989AT Warffum Telefoon Directie directie Intern begeleider intern begeleider Website Mathilde Lievers Ilona Hulshof Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 2

3 Visie van onze school Het kind staat centraal In ons onderwijs staat het kind centraal. Wordt het kind hier beter van? We praten op onze school niet over kinderen maar met kinderen. Wat heeft het kind zelf nodig om zich optimaal te ontwikkelen. Eigenaarschap is daarbij het kernwoord. Levensbeschouwelijke identiteit cbs De Rank CBS de Rank is een christelijke school met een open karakter en onze waarden en normen komen uit de Bijbel. De Bijbel leert ons de woorden van God. Deze woorden en gedachten op wat voor manier dan ook ingevuld, voeden ons tot evenwichtige persoonlijkheden. Dit betekent dat wij geloven dat elk kind gekend is, gezien wordt en geliefd is. We vinden het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt op onze school. We leren onze kinderen en onszelf om niet te oordelen of te veroordelen. Samen optrekken, samen leven en leren met vallen en opstaan. Het team van cbs De Rank zet zich hier met hart en ziel voor in, zodat de aan ons toevertrouwde leerlingen mogen groeien in wie ze zijn. Pedagogische Identiteit cbs de Rank Wij vinden het als school belangrijk dat kinderen vanuit een veilige basis mogen worden wie ze zijn, positief denkend, vol vertrouwen in eigen kunnen en mogelijkheden en zonder (voor)oordelen naar anderen kunnen kijken. Concreet geven wij hier invulling aan door alle leerlingen ruimte te bieden om gevoelens en meningen in een open en respectvolle sfeer te uiten. Dit vanuit de gedachte dat iedereen even waardevol is. Maatschappelijke Identiteit cbs De Rank Wij leren kinderen dat ze trots mogen zijn op zichzelf en dat ze vol vertrouwen hun kennis en eigenwaarde gebruiken om zorg en verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf, de ander en de wereld. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 3

4 Diversiteit van de leerlingpopulatie De diversiteit van onze leerlingpopulatie wordt hieronder uitgewerkt in een aantal overzichten en in een profiel. De leerlingen en de ondersteuning worden verdeeld over vier categorieën. 1. Leerlingen met een onderwijsvraag, ze worden binnen de basisondersteuning begeleid. 2. Leerlingen met een onderwijsvraag voor extra aandacht, ze zijn besproken in het ondersteuningsteam zo mogelijk extern gediagnosticeerd. Ze worden binnen de basisondersteuning plus begeleid. 3. Leerlingen met een speciale onderwijsvraag en eventueel zorgvraag, ze hebben meer gespecialiseerd onderwijs en eventueel zorgbegeleiding nodig. Dit wordt dan in een OPP uitgewerkt. Ze worden binnen de extra ondersteuning intern en mogelijk extern extra begeleid. 4. Leerlingen met een zeer speciale onderwijs en eventueel zorgvraag, ze hebben intensief gespecialiseerd onderwijs en eventueel zorgbegeleiding nodig. Dit wordt ook uitgewerkt in een OPP. Ze worden binnen de extra ondersteuning plus intern en mogelijk extern extra begeleid. Diversiteitsomvang Schooljaar Groep 1 en Groep 3 en Groep 5 en Groep 7 en Schooltotaal Totaal aantal leerlingen Uitsplitsing onderwijsvraag per groep Basisondersteuning Totaal Basisondersteuning-plus Taal Thuissituatie Fysieke gesteldheid Werkhouding Gedrag Meer/hoog begaafdheid Minder begaafdheid Rekenen Totaal Extra ondersteuning Thuissituatie Fysieke gesteldheid Werkhouding OPP gedrag OPP meer/hoog begaafdheid OPP minder begaafdheid OPP Rekenen OPP Taal Totaal Extra ondersteuning-plus OPP en AB leergebieden OPP en AB gedrag OPP en AB fysieke gesteldheid OPP en AB cluster Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 4

5 OPP en AB cluster Totaal Totale diversiteit per groep DQ's Leerlingaantallen Schooljaar Aantal Totaal aantal leerlingen 53 Aantal groepen 4 Aantal combinatiegroepen 4 Percentage Aantal leerlingen categorie % Aantal leerlingen categorie % Aantal leerlingen categorie 3 2 4% Aantal leerlingen categorie 4 0 0% Totaal gewogen diversiteit 62.5 DQ school 0.66 Diversiteitsquotiënten Schooljaar Groep DQ Groep 1 en Groep 3 en Groep 5 en Groep 7 en School 0.66 Schoolprofiel Diversiteit Leerlingaantallen met verwijzingen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 5

6 Hieronder staat het aantal leerlingen dat dit schooljaar verwezen is naar het Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs. Per jaar worden de verwijzingen toegevoegd. schooljaar 1: schooljaar 2: Ken- en stuurgetallen Leerlingen verwezen naar SBO Leerlingen verwezen SO cat. 1 Leerlingen verwezen SO cat. 2 Leerlingen verwezen SO cat. 3 Alle leerlingen verwezen SO cat. 1, 2 en 3 Leerlingen verwezen SO cluster 1 Leerlingen verwezen SO cluster 2 aantallen percentage aantallen percentage Toelichting In schooljaar is 1 leerling gedurende verloop van schooljaar geplaatst in cluster 4 onderwijs. In schooljaar is 1 leerling gedurende verloop van schooljaar geplaatst in cluster 4 onderwijs. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 6

7 Inzet van extra ondersteuning Binnen onze school beschikken we over de volgende extra ondersteuning, in de vorm van inzet van extra personeel. In de cellen worden de uren per week gegeven. Functies en/of taken Directe ondersteuning Indirecte ondersteuning Totalen Directe ondersteuning: begeleiding van leerlingen Indirecte ondersteuning: begeleiding van leraren, ouders en overige dienstverlening De ondersteuningsmatrix In deze matrix wordt de directe extra interne ondersteuning uitgewerkt Gegevens betreffen schooljaar: Groep DQ Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Totaal Groep 1 en :00 Groep 3 en :00 Groep 5 en :00 Groep 7 en :00 School :00 De aard van de ondersteuning Soort ondersteuning (G) Ondersteuning in de groep (S) Ondersteuning aan een subgroep buiten de groep (I) Ondersteuning aan een individuele leerling buiten de groep Totaal 00:00 uur 00:00 uur 00:00 uur Toelichting: geen Budget van de ondersteuning Op basis van de leerlingaantallen en het aanbod van extra ondersteuning (arrangementen) zijn de volgende bedragen beschikbaar. Budgetonderdelen Budget basisondersteuning Budget extra ondersteuning (arrangementen) Totaal Bedragen Toelichting: geen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 7

8 Ondersteuningsstructuur: inhoud en omvang van de basisondersteuning Hier wordt de inhoud van de basisondersteuning op onze school beschreven in vier onderdelen Basiskwaliteit (Toelichting: Dit verwijst naar de minimale onderwijskwaliteit die gemeten wordt door het toezichtkader van de inspectie van het onderwijs. Scholen die onder basistoezicht van de inspectie van het onderwijs vallen, hebben hun basiskwaliteit op orde.) Preventieve en licht curatieve interventies (Toelichting: Voorbeelden zijn: een aanbod voor leerlingen met dyslexie, of een aanpak voor het voorkomen van gedragsproblemen.) Onderwijsondersteuningstructuur (Toelichting: Dit is de manier waarop de school de ondersteuning heeft georganiseerd en met andere organisaties en specialisten samenwerkt ) Planmatig werken (Toelichting: Dit is de manier waarop de school nagaat welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben, daarop een passend onderwijsaanbod organiseert en dat evalueert.) - Zie bijlage rond Handelingsgericht werken en routing VCPO N-NG - Zie bijlage Ondersteuningsplan cbs De Rank schooljaar Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 8

9 Ondersteuningsstructuur: kwaliteit van de ondersteuning De beoordeling van de kwaliteit van onze ondersteuning vindt plaats op basis van een Monitor Basisondersteuning op dertien ijkpunten. Dit levert een profiel en een overzicht van scores van de kwaliteit van de ondersteuning op. Profiel en overzicht kwaliteit van de basisondersteuning Ambities gemiddelde score 80% minimaal 9 ijkpunten op 60% of hoger. Resultaten Gemiddelde score 96.86% 13 ijkpunten op 60% of hoger. Hoogst scorende ijkpunt is nummer 1 met een score van 100% Laagst scorende ijkpunt is nummer 9 met een score van 81.8% gem. nr ijkpunt score (%) 1 Beleid t.a.v. ondersteuning Schoolondersteuningsprofiel Effectieve ondersteuning Veilige omgeving Zicht op de ontwikkeling van leerlingen Opbrengst- en handelingsgericht werken Goed afgestemde methoden en aanpakken Handelingsbekwame en competente medewerkers Ambitieuze onderwijsarrangementen Zorgvuldige overdracht van leerlingen Betrokkenheid ouders en leerlingen Expliciete interne ondersteuningsstructuur Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 9

10 13 Een effectief ondersteuningsteam Kleurcodering score >= 90 en < 100 score >= 80 en < 90 score >= 60 en < 80 score < 60 Schooloverzicht kwaliteit van de basisondersteuning Hier worden de scores op de Monitor Basisondersteuning per teamlid gepresenteerd. Organisatie gem CBS De Rank Toelichting Ontwikkelagenda op basis van de Monitor Basisondersteuning Deze agenda wordt uitgewerkt door de huidige en gewenste situatie te beschrijven. De planning is om van de huidige naar de gewenste situatie te komen. Per ijkpunt wordt bepaald waar we nu staan en waar we uit willen komen over twee tot vier jaar. Wat willen we op welk ijkpunt bieden aan basis- en extra ondersteuning? Ontwikkelagenda Er zal aan de volgende ijkpunten worden gewerkt: Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 10

11 Planning Hieronder wordt gefaseerd weergegeven wat de gewenste scores zijn over jaren: Zie hiervoor Schoolplan en daaruit voortkomende schooljaarplannen op de website van de school Bijlage Handelingsgericht Werken Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 11

12 Ondersteuning en Begeleiding IB Borgingsdocumentenprotocol HGW- Signalere Protocol HGW Stap 1 Signaleren De groepsleerkracht in de basisschool staat centraal in de leerlingenondersteuning op het niveau van de groep. Hij/zij verzamelt systematisch gegevens van alle leerlingen aan de hand van observaties, dagelijks werk van de leerlingen, methodegebonden toetsen, niet- methodegebonden toetsen(cito), oudergesprekken en een genormeerd leerlingvolgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Indicatoren inspectie: 7.1: De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Criteria: De school gebruikt een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, afgestemd op de kenmerken van de leerlingenpopulatie. De school gebruikt in groep 1 en 2 een gestructureerd observatie-instrument voor taalontwikkeling en wiskundige oriëntatie. De toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden ten minste één keer in de loop van de kleuterperiode en ten minste één keer per jaar in de leerjaren 3 tot en met 8 afgenomen bij alle leerlingen. Over het gebruik van deze instrumenten en de interpretatie van de verkregen gegevens zijn op schoolniveau afspraken vastgelegd en deze worden strikt nageleefd. Van nieuwe leerlingen die tussentijds of in groep 1instromen, stelt de school binnen drie maanden vast of zij ondersteuning nodig hebben vanwege een achterblijvende ontwikkeling of specifieke problematiek. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen Criteria: Leraren volgen regelmatig hun leerlingen met de beschikbare middelen op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde en sociale competenties. De leraren administreren de resultaten op groepsniveau op overzichtelijke wijze. Definitie leerlingen met ondersteuning: Onder leerlingen met ondersteuning wordt verstaan: de leerlingen met een V en I score. Evt. kunnen ook leerlingen met een IV score in aanmerking komen voor extra ondersteuning, dit is afhanklelijk van de analyse. Methodegebonden toetsen Borging: -Format analyse met. gebonden toetsen -Jaarplanning Observatie-instrument groep 1,2 Borging: - Schatkist - toetsondersteuningskalender Na een aantal lessen wordt volgens de aanwijzingen in de methode, de toets afgenomen. De leerkracht houdt zich aan de leerstofjaarplanning. Na elke toets worden de gegevens ingevoerd in Parnassys. Rekenen: na elk blok Spelling: na elk blok Taal: na elk blok Begrijpend Lezen: Lezen in Beeld/Nieuwsbegrip: Bloktoetsen, TIAT en Strategietoetsen VLL: na elke Kern De groepsoverzichten per vakgebied zijn in Parnassys en voor VLL op de site van VLL beschikbaar en worden niet meer uitgedraaid. De ontwikkeling van de leerlingen in groep 1 en 2 wordt gevolgd middels Schatkist. Dit wordt 2x per jaar ingevuld. Voor nieuwe leerlingen die tussentijds of in groep 1instromen, wordt de Pravoo lijst binnen drie maanden ingevuld. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de toetsen van fonemisch bewustzijn. Leerkracht Leerkracht Toetsondersteuningskalender IB Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 12

13 Nietmethodegebonden toetsen (CITO) Borging: -ondersteuningskalender - cito- planning - cito-cito toets afname leerlingen met dyslexie en dyscalculie Leerling volgsysteem Sociaal emotionele ontwikkeling Borging: - ZIEN- uitleg en afspraken- stellingeninstructiekaart -Zie tevens handleiding ZIEN Parnassys Overzicht leerlingen met ondersteuning Borging: - overzicht leerlingen met ondersteuning Overzicht CITO scores Borging: -overzicht leerlingen met ondersteuning Signalering Meer- en hoogbegaafdheid Borging: - protocollen- meer- en hoogbegaafdheid Didactische groepsoverzichten Borging: -didactische groepsoverzichten Afname vindt plaats volgens de toetsondersteuningskalender. Worden twee maal per jaar afgenomen volgens de toets- ondersteuningskalender en indien van toepassing de cito planning LOVS. Met uitzondering van de Cito DMT en AVI, deze wordt tevens afgenomen na 10 weken als evaluatie bij handelingsplannen voor technisch lezen De resultaten van de toetsen worden ingevoerd in Parnassys De groepsoverzichten per vakgebied zijn in Parnassys beschikbaar en worden niet meer uitgedraaid. De leerkracht houdt zich aan de afspraken verwoord in het document: cito afspraken en afname bij leerlingen met dyslexie en dyscalculie. Groep 1, 2: Cito Taal voor kleuters, Rekenen voor kleuters Groepen 3 t/m 8: D.M.T. (technisch lezen) AVI (technisch lezen) Cito Spelling Cito Rekenen/Wiskunde Cito Begrijpend lezen vanaf M 4 Cito Woordenschat Groep 1 t/m 8 afname ZIEN volgens planning toets-ondersteuningskalender Vanaf groep 5 wordt ZIEN ook door de leerling ingevuld De groepsoverzichten van ZIEN zijn in Parnassys beschikbaar en worden niet meer uitgedraaid. Afspraken: het overzicht met stellingen ligt op het bureau van de leerkracht. Vòòr afname neemt de leerkracht instructiekaart 1 en 2 door.. 2x per jaar wordt er een overzicht opgesteld van de leerlingen met ondersteuning. Dit is een totaaloverzicht van groep 1 t/m 8. De leerkracht arceert de leerlingen van zijn eigen groep. Het overzicht wordt bewaard in de zorgmap. Na ieder IB gesprek ( 4x per jaar) worden evt. wijzigingen op het overzicht aangebracht. De leerlingen met V score staan vermeld op het overzicht leerlingen met ondersteuning. Tevens staan hier de leerlingen vermeld met een handelingsplan n.a.v. een V of IV score, als blijkt uit analyse dat dit noodzakelijk is. De meer-en hoogbegaafde leerling worden gesignaleerd m.b.v. de screeningsinstrumenten uit SIDI R. Voor groep 1, 2: groepssignalering ontwikkelingsvoorsprong. Voor groep 3 t/m 8: groepsoverzicht signalering (hoog) begaafdheid. De leerlingen met extra uitdaging staan vermeld op het overzicht leerlingen met ondersteuning. Na de afname van de cito toetsen vult de leerkracht 2x per jaar de didactische groepsoverzichten in. Hier worden de belemmerende, stimulerende factoren en de onderwijsbehoefte van de leerling benoemd. Tevens worden de leerlingen verdeeld in plusbasis -en zorggroep en worden er na te streven doelen opgesteld voor de volgende afname van de Afname leerkracht, Afname individuele leerlingen i.o.m. IB Toetsondersteuningskalender IB Citoplanning IB Invoeren gegevens: leerkracht Leerkracht Leerling vanaf groep 5 Leerkracht IB maakt het overzicht, Leerkracht checkt en vult waar nodig aan. Leerkracht arceert de leerlingen van zijn eigen groep(en) IB brengt de wijzigingen aan, leerkracht checkt en vult waar nodig aan. IB Leerkracht IB/ leerkracht Leerkracht Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 13

14 cito LOVS. Centrale Eindtoets /IEP/ Route 8 Borging: -toets-ondersteunings kalender Leerling gesprekken Borging: Parnassys Oudergesprekken Borging: Parnassys Gesprekken externen Borging: Parnassys Verslagen externen Borging: Parnassys Overige bijv. observaties Borging: Parnassys De centrale eindtoets is verplicht en wordt jaarlijks afgenomen bij alle leerlingen in groep (7 en) 8 die naar het VO gaan. Tijdstip: op de daarvoor landelijk geplande dagen en volgens planning van de toetsondersteuningskalender. Bestellen eindtoets in overleg met IB. Een groepsoverzicht van de eindtoets wordt uitgedraaid en bewaard in de toetsmap. De leerkracht van groep 7, 8 voert de gegevens in Parnassys in. Wanneer er een diagnostisch gesprek plaats vindt met een leerling n.a.v. een toets, wordt dit toegevoegd aan het document analyse methode toetsen. Overige leerling gesprekken worden vastgelegd als notitie in Parnassys bij de betreffende leerling. N.a.v. de tien-minutengesprekken wordt er een notitie in Parnassys gemaakt Dit geldt voor alle gesprekken, als er geen bijzonderheden zijn, wordt dit genoteerd als GB. Ook van overige gesprekken met ouders wordt er een notitie in ParnasSys gemaakt. Hiervan wordt een notitie in Parnassys gemaakt. Worden gescand en toegevoegd aan het digitale dossier van de leerling in Parnassys. Observaties worden gescand en toegevoegd in Parnassys bij de betreffende leerling. Leerkracht Leerkracht Leerkracht Leerkacht Leerkracht Leerkracht Leerkracht Leerkracht, wanneer niet aanwezig bij het gesprek door IB. Leerkracht Leerkracht Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 14

15 Ondersteuning en Begeleiding borgingsdocumentenprotocol HGW- Analyseren Protocol HGW Stap 2 Analyseren De methodegebonden - en niet- methodegebonden toetsresultaten en de resultaten van ZIEN, van de gehele groep en de individuele leerling worden door de groepsleerkracht geanalyseerd aan de hand van de daarvoor geldende formats. De directeur is verantwoordelijk voor de analyse op schoolniveau. Indicatoren inspectie: 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen Criteria: Leraren maken (fouten)analyses van de resultaten. Leraren trekken aantoonbaar conclusies uit deze analyses ten behoeve van de afstemming van het onderwijs aan individuele of groepen leerlingen. 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Criteria en uitwerking: Van nieuwe leerlingen stelt de school binnen drie maanden vast of zij zorg nodig hebben vanwege een achterblijvende ontwikkeling of specifieke problematiek. Zie het document IB borging- HGW- signaleren De school heeft criteria vastgelegd waarmee is aangegeven wanneer leerachterstanden te groot zijn en/of de ontwikkeling stagneert. Zie het stappenplan leerlingenondersteuning PO SWV (in ontwikkeling) De school heeft criteria vastgelegd waarmee is aangegeven wanneer leerlingen over meer dan gemiddelde capaciteiten beschikken. Zie het protocol meer- en hoogbegaafdheid. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor de leerlingen Criteria en uitwerking: In geval van gesignaleerde achterstanden en/of stagnerende ontwikkeling worden de gegevens uit het leerlingvolgsysteem verder geanalyseerd. Zo nodig wordt aanvullend diagnostisch onderzoek uitgevoerd. De analyse vormt de input voor een concrete en passende invulling van de extra ondersteuning. De school waarborgt het bepalen van de aard van de ondersteuning door het vastleggen van afspraken hierover en deze regelmatig te evalueren. Afspraken: de aard van de ondersteuning wordt vastgesteld in overleg met de IB-er tijdens de IB gesprekken die vier maal per jaar plaats vinden. Uitgangspunt vormen de analyses van de leerling op methodegebonden toetsen, niet- methodegebonden toetsen (CITO) en ZIEN. Daarnaast zijn de (diagnostische)gesprekken met de leerling, de ouders en evt. observaties van belang in dit proces. Samen met de Ib-er wordt bepaald of en welke vorm van nader onderzoek er nodig is. Dit wordt uitgevoerd door de leerkracht en, of de Ib-er. Indien blijkt bij het volgende Ib gesprek, dat dit onvoldoende resultaat oplevert, brengt de Ib-er de desbetreffende leerling in bij het overleg met de bovenschool ib-er. Vervolgens wordt samen met de Ib-er het vervolg bepaald. In alle gevallen geldt wanneer er zich acute problemen voordoen in de ontwikkeling van een leerling de leerkracht dit meteen met de Ib-er bespreekt. Methodegebonden toetsen: Borging: Na de afgenomen toets worden de resultaten geanalyseerd op groeps- en op leerling niveau m.b.v. het format analyse methode gebonden toets. De analyse wordt uitgeprint en bewaard in de toets Leerkracht Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 15

16 Analyse methodegebonden toets. Niet- methodegebonden toetsen (CITO) Tussenopbrengsten Borging: Analyse cito toetsen Opbrengstrapportage VCPO Schoolanalyse Meerjarenoverzicht Tussenopbrengsten Meer- en hoogbegaafdheid Borging: Protocollen- meer- en hoogbegaafdheid en map SIDI-R Effecten en analyse van de ondersteuning Borging: IB gesprekken Parnassys Leerling volgsysteem Sociaal emotionele ontwikkeling Borging: Analyse ZIEN map. Er wordt een analyse gemaakt van: Rekenen: alle toetsen Spelling: alleen de controle toetsen Taal: alle toetsen Begrijpend Lezen: de bloktoetsen VLL: alleen van de leerlingen waarvan het beeld vanuit de analyse van VLL niet overeenkomt met het beeld van de leerkracht. Twee maal per jaar, na afname van de Cito toetsen wordt er een analyse gemaakt op groeps - en leerling niveau m.b.v. de reviewvragen voor CITO. De gemiddeld behaalde vaardigheidsscores op de diverse vakgebieden worden berekend en genoteerd in het opbrengstenformat VCPO. Er wordt n.a.v. de opbrengsten op de CITO toetsen en de analyses van de leerkracht, 2x per jaar een analyse gemaakt op schoolniveau. 2x per jaar vindt er een opbrengstengesprek plaats: de leerkracht licht m.b.v. de analyse de resultaten toe op groeps- en leerling niveau aan directie en IB, tevens wordt de ondersteuning geanalyseerd op leerling- en groepsniveau. 2x per jaar vindt er n.a.v. de analyse op schoolniveau een groepsbespreking plaats, vanuit de analyse worden verbeterpunten vastgelegd. Na de signalering m.b.v.: Groep 1, 2: groepssignalering ontwikkelingsvoorsprong. Groep 3 t/m 8: groepsoverzicht signalering (hoog) begaafdheid. Wordt in overleg met IB bepaald voor welke leerlingen er een extra aanbod nodig is, hiervoor wordt gebruik gemaakt van het levelmateriaal. De analyse en effecten van de ondersteuning worden 4 x per jaar besproken tijdens de IB gesprekken tussen leerkracht en Ib-er. Hierbij gaat het om de analyse van de ondersteuning op leerling- en groepsniveau. In overleg wordt het vervolg van de ondersteuning bepaald. 2 x per jaar worden de effecten en de analyse gebaseerd op de resultaten op CITO LOVS. Het gaat dan om de leerlingen met een IV of V score. In de tussenliggende periodes volgt iedere 10 weken een analyse m.b.v. de methode gebonden gegevens. Het gaat om leerlingen met onvoldoende scores, of leerlingen met opvallende scores. Voor de leerlingen uit de groep verlengde instructie wordt wat betreft de doelen de 70% norm gehanteerd. Voor de basis- en plusgroep is deze norm 80%. Tevens wordt er gekeken naar sociaal- emotionele factoren vanuit ZIEN, werkhouding, observaties, gesprekken etc. De gesprekken verlopen volgens de vaste agenda van IB gesprekken. De leerkracht maakt een notitie in Parnassys bij de betreffende leerling met als onderwerp leerlingbespreking. De leerkracht maakt een analyse op groeps- en leerling niveau en beschrijft dit in het format: Analyse ZIEN. In de IB gesprekken van november en maart wordt de analyse door de leerkracht besproken met de Ib-er. Tevens worden opvallende signalen op leerling niveau besproken met de ouders tijdens de 10 minutengesprekken. In november en april. Leerkracht IB Directie Leerkracht-directie-IB Directie Leerkracht/ IB Leerkracht bereidt zich voor op het IB gesprek m.b.v. de agenda voor IB gesprekken. Leerkracht Leerkracht Leerkracht-IB Leerkracht Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 16

17 Eindopbrengsten Centrale Eindtoets Borging: Eindtoets- meer-jaren analyse Uitstroom VO Borging: VO- analyse opbrengsten BAO-VO N.a.v. de uitslag van de Centrale Eindtoets volgt er een analyse per vakgebied op groeps- en leerling niveau. Bestaande uit de vragen: wat valt op, hoe zou dit kunnen komen, conclusies, acties. De analyse wordt besproken met directie en IB. Op schoolniveau wordt er een meer-jaren analyse gemaakt over een periode van 3 jaar. M.b.v. het format analyse opbrengsten BAO-VO worden de resultaten van de uitstroom gevolgd en geanalyseerd. De ontvangen gegevens vanuit het VO worden verzameld in de map: uitstroom VO. De leerkracht van groep 8 en de IB-er bespreken de resultaten 1x per jaar in het IB gesprek van juni. Leerkracht Leerkracht-directie-IB Directie Leerkracht gegevens invullen Analyse: leerkracht-ib Leerkracht Leerkracht-IB Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 17

18 Ondersteuning en Begeleiding Borgingsdocumentenprotocol HGW- Plannen Protocol HGW Stap 3 Plannen N.a.v. de analyse op leerling, groeps- en schoolniveau wordt de aard van de ondersteuning bepaald en volgt er indien nodig een periode van planmatige ondersteuning. Indicatoren inspectie: 7.1: 8.3* De school voert de ondersteuning planmatig uit. Criteria: Voor alle leerlingen die dat nodig hebben, is extra ondersteuning gepland. Er gaat weinig tijd verloren tussen de signalering en het begin van de extra ondersteuning. De school kan aantonen dat consequent wordt gewerkt aan de uitvoering van de ondersteuning De handelingsplanning bevat minimaal: concrete doelen, concreet beschreven activiteiten en het tijdstip en de wijze van evaluatie van de extra ondersteuning. De handelingsplanning bevat, indien van toepassing, de afstemming tussen de rol van hulp buiten de groep en de rol van de groepsleerkracht. Op schoolniveau Indien vanuit de analyse van de ondersteuning blijkt dat er ondersteuning noodzakelijk is op schoolniveau, wordt dit door de IB-er bij de directie gemeld. De directie is verantwoordelijk voor de verdere uitwerking hiervan. IB Directie Op groepsniveau Borging: Parnassys- IB gesprekken Weekplanning leerkracht N.a.v. de analyse van de ondersteuning op groepsniveau wordt de onderwijsbehoefte van de groep bepaald. De interventies die nodig zijn op groepsniveau worden besproken met de leerkracht in de IB-gesprekken en genoteerd in Parnassys als notitie groepsbespreking. In eerste instantie wordt de ondersteuning gepland in de vorm van verlengde instructie en opgenomen in de weekplanning van de leerkracht. De resultaten worden ieder 10 weken besproken in de IB gesprekken. Bij uitblijvend resultaat, kan er een groepshandelingsplan gestart worden. Leerkracht Leerkracht IB, notities door leerkracht Leerkracht Leerkracht- IB Op leerlingniveau Borging: Handelingsplannen ParnasSys, invulwijzer handelingsplan, toets-ondersteuningskalender, ondersteuningsmap betreffende groep N.a.v. de analyse van de ondersteuning op leerlingniveau wordt de onderwijsbehoefte van de leerling bepaald. De interventies die nodig zijn op leerling-niveau worden besproken met de leerkracht in de IB gesprekken en genoteerd in Parnassys als notitie leerlingbespreking Indien nodig wordt er individueel planmatige ondersteuning opgestart middels een handelingsplan. Het handelingsplan wordt gemaakt in ParnasSys en volgens de aanwijzingen van de invulwijzer. De handelingsplannen verlopen volgens de cyclus beschreven in de toets-ondersteuningskalender. De leerkracht geeft per aan de ib-er door dat de handelingsplannen in concept klaar zijn Handelingsplannen worden door de Ib-er steekproefsgewijs gecontroleerd en voorzien van Leerkracht Leerkracht-IB Leerkracht Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 18

19 feedback. De leerkracht verwerkt deze feedback. Ouders worden in een vroeg stadium ingelicht door de leerkracht dat er voor hun kind(eren) planmatige ondersteuning wordt opgestart en ondertekenen hiervoor het document planmatige ondersteuning. De actuele handelingsplannen en het laatst geëvalueerde handelingsplan zitten in de ondersteuningsmap van de desbetreffende groep. Leerkrachtouders Leerkracht Individuele leerlijnen Borging: format individuele leerlijn, invulwijzer individuele leerlijn, Ondersteuningsmap betreffende groep Wanneer leerlingen na het herhaaldelijk doorlopen van handelingsplannen geen of onvoldoende vooruitgang boeken en tenminste een jaar achterstand hebben, kan worden besloten tot het volgen van een individuele leerlijn. Het besluit moet worden gefundeerd op een verklaring van een (extern) deskundige, waaruit blijkt dat de problematiek primair te wijten is aan leerlingkenmerken. Blijkt dit, dan kan worden afgeweken van de kerndoelen en worden vervangende doelen opgesteld. De ouders moeten nadrukkelijk schriftelijk toestemming geven voor het volgen van een individuele leerlijn. De leerlijn wordt toegevoegd aan het digitale dossier van de leerling in Parnassys. De actuele leerlijn zit in de ondersteuningsmap van de desbetreffende groep. IB i.s.m. leerkracht Orthopedagoog VCPO Doublure of versnelling Borging: protocollen- protocol Doorstroom oudergespreksformulier Tijdens het bespreken van de analyse van de ondersteuning iedere tien weken tussen leerkracht en IB er wordt duidelijk welke leerlingen in aanmerking komen voor een mogelijke doublure of versnelling Bij een mogelijke doublure of versnelling wordt gehandeld volgens het protocol doorstroom Ouders worden op de hoogte gesteld door de leerkracht. Gesprekken met ouders over mogelijke doublure, versnellen worden gevoerd door de leerkracht samen met de IB-er. Van een gesprek met ouders over een mogelijke definitieve doublure of versnelling wordt een oudergespreksverslag gemaakt. Dit wordt ondertekend door de ouders en door de school nadat het door de IBer gezien is. Leerkracht-IB Leerkracht Leerkrachtouders Consultatie en/of onderzoek (extern) deskundige Indien uit de analyse van de ondersteuning blijkt dat er overleg of onderzoek nodig is met een extern deskundige, kan de IB-er een beroep doen op: dhr. J.R. de Vries, Orthopedagoog verbonden aan de VCPO. Deze aanvragen worden mondeling door de IB-er toegelicht. De ouders worden door de leerkracht en, of IB-er op de hoogte gebracht. IB- dhr. J. de Vries leerkrachtouders Extra Ondersteuning: Ambulante Begeleiding vanuit het BoOT De intern begeleider en de leerkracht kunnen in overleg met de (extern) deskundige besluiten om extra ondersteuning in zetten in de vorm van ambulante begeleiding. Ouders moeten hiervoor toestemming geven. De werkwijze staat beschreven in de procesgang handelingsgericht arrangeren voor het SWV PO IB - dhr. J.R. de Vries leerkrachtouders Aanvraag Arrangement cluster 1 en 2 De IB-er en de leerkracht kunnen in overleg met de ouders en de (extern) deskundige besluiten tot het aanvragen van een cluster 1 of 2-indicatie/arrangement. IB- dhr. J. de Vries leerkrachtouders Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 19

20 Aanmelding bij een zorgvoorziening of een instelling voor jeugdzorg Het onderwijszorgprofiel geeft aan hoe de school, eventuee met de extra faciliteiten, tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling. Ouders Het is belangrijk om met de ouders goed door te spreken o verwijzing naar het Speciaal Onderwijs aan de orde is of he omzetten van een clusterindicatie in leerlinggebonden financiering. De ouders dienen de aanvraag in, de school levert de gege voor het onderwijskundig rapport aan. Na toewijzing van de indicatie stelt de ambulant begeleide het betreffende cluster een begeleidingsplan op in Leerkracht- IB samenwerking met de ouders, de groepsleerkracht en de intern begeleider. Het begeleidingsplan wordt uitgewerkt in een jaar handelingsplan door de groepsleerkracht en/of de intern begeleider. IB - dhr. J.R. de De intern begeleider, de (extern) deskundige, de ambulant Vries begeleider SO/SBO/SWV of de CvA kunnen de ouders advi leerkrachtom ouders de leerling bij een instelling voor jeugdondersteuning aan t melden, route volgens stappenplan leerlingenzorg. Aanvraag Toelaatbaarheidsverklaring SBO / SO via Commissie van Advies. Aanvraag TLV via CvA De school vraagt voor de leerling een TLV aan bij de CvA volgens de procesgang handelingsgericht arrangeren en gebruik daartoe de formulieren welke beschikbaar zijn op de website IB- leerkrachtouders Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 20

21 Ondersteuning en Begeleiding Protocol HGW- Evalueren Protocol HGW Stap 4 Evalueren Na een vastgestelde periode van planmatig handelen op leerling- groeps- of schoolniveau volgt de evaluatie, waarna het vervolg wordt vastgesteld. Indicatoren inspectie: 8.4 De school gaat de effecten van de ondersteuning na. Criteria: De school gaat aantoonbaar en regelmatig na of de doelen van de extra ondersteuning gerealiseerd zijn. De school gaat aantoonbaar na of het hulptraject adequaat is verlopen. De evaluatie leidt tot beredeneerde keuzes voor het vervolgtraject. Handelingsplannen Borging: Handelingsplannen invulwijzer handelingsplan in ParnasSys Lijst onderwijsbehoeften Het handelingsplan wordt geëvalueerd volgens de planning van de toets-ondersteuningskalender. De evaluatie richt zich op het behalen van de doelen, maar ook op het proces en wordt geformuleerd volgens de richtlijnen van de invulwijzer handelingsplan in ParnasSys. Nadat het effect van de geboden ondersteuning is vastgesteld blijkt of het handelingsplan afgesloten kan worden of dat er, in overleg met IB, gestart wordt met een nieuw handelingsplan. Voor het evalueren van het proces wordt gebruik gemaakt van de lijst: onderwijsbehoeften. Leerkracht Leerkracht- IB Individuele leerlijnen Borging: individuele leerlijn -invulwijzer Voor de leerlingen met een individuele leerlijn, volgt er in november en maart een tussenevaluatie die zich vooral richt op het proces, zonnodig worden de doelen, aanpak, materialen, middelen etc. bijgesteld. In januari en juni wordt er naast het proces tevens geëvalueerd of de doelen bereikt zijn en worden er in januari nieuwe tussendoelen opgesteld. In juni wordt de leerlijn afgesloten, waarna in overleg met IB het vervolg bepaald wordt. Leerkracht Leerkracht nieuwe doelen leerkracht i.o.m. IB Effecten van de ondersteuning Borging: Notities Parnassys De effecten van de ondersteuning worden 4 x per jaar besproken tijdens de IB gesprekken tussen leerkracht en IB-er. Hierbij gaat het om de effecten van de ondersteuning op leerling- en groepsniveau. 2 x per jaar worden de effecten besproken, gebaseerd op de resultaten op de CITO LOVS. In de tussenliggende periodes worden de effecten gemeten m.b.v. de methode gebonden gegevens. Hierna volgt er in gesprek met IB een nieuwe analyse en wordt in overleg het vervolg van de ondersteuning bepaald. Deze cyclus herhaald zich 4 x per jaar. De gesprekken verlopen volgens de vaste agenda van IB gesprekken. De leerkracht maakt een notitie in Parnassys bij de betreffende leerling met als onderwerp IB gesprek. Leerkracht- IB Leerkracht Leerkracht- IB Leerkracht Niet-methodegebonden Tijdens de opbrengstgesprekken worden 2x per jaar op leerkracht- Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 21

22 toetsen (CITO) Borging: IB gesprekken Directiedocs- actieplannen. groepsniveau de effecten van de ingang gezette acties geëvalueerd. Hierna wordt het vervolg bepaald. 2x per jaar worden op schoolniveau de effecten van de ingang gezette verbeterplannen geëvalueerd. Hierna wordt het vervolg bepaald. IB- directie Directie- Team Didactische groepsoverzichten: Borging: didactische groepsoverzichten Evalueren na de cito LOVS en nieuwe didactische groepsoverzichten aanmaken. Leerkracht Methodegebonden toetsen: Borging: analyse methode toetsen Toetsmap betreffende groep Na iedere toets worden de resultaten geëvalueerd op leerling- en groepsniveau. Waar nodig volgen er acties op leerling- of groepsniveau. Na uitvoering van de geplande acties, worden de effecten beschreven in het format: analyse methode toetsen. Tijdens de IB-gesprekken komen de opvallende en onvoldoende resultaten aan de orde. Het evt. vervolg wordt gezamenlijk bepaald. Leerkracht Leerling volgsysteem Sociaal emotionele ontwikkeling: ZIEN Borging: ZIEN- analyse ZIEN Toetsmap betreffende groep 2x per jaar worden de effecten van de verleende ondersteuning geëvalueerd, m.b.v. het format analyse ZIEN. De effecten worden besproken tijdens het IB-gesprek. In overleg met IB wordt waar nodig het vervolg bepaald op groeps -en, of leerlingniveau. Leerkracht Leerkracht- IB Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 22

23 Ondersteuningsplan CBS De Rank te Warffum Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 23

24 Inhoud Ondersteuningsplan 1. Inleiding: Passend Onderwijs Pagina Visie van de school Pagina 5, 6 3. Algemene informatie Pagina 6, 7 1. Schoolgegevens 2. Groepsindeling en groepsgrootte 3. Methodes en overzicht remediërende materialen 4. Schoolspecifieke ondersteuningsfaciliteiten/personen 4. Ondersteuningsstructuur Pagina Algemeen 2. Het pedagogisch klimaat 3. Het didactisch klimaat 4. Leerstof 5. Organisatie 6. Het stappenplan 1. Signaleren 2. Analyseren 3. Diagnosticeren 4. Remediëren 5. Evalueren 7. Meer- en hoogbegaafde kinderen 8. Ontwikkelingsperspectiefplan 5. Taakverdeling Pagina Groepsleerkrachten 2. Interne begeleider 3. Remedial teacher 4. Directie 5. De rol van de ouders 6. Samenvatting Pagina Schoolspecifieke aanvulling Pagina De mogelijkheden van onze ondersteuning 2. Wanneer is voor ons de grens bereikt? 3. Procedure bij aanmelding 4. Procedure bij verwijdering 5. Competentieprofiel IB 8. Bijlagen (o.a. protocollen) Pagina 20 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 24

25 1. Inleiding Wat is Passend Onderwijs? Passend Onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend Onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet op Passend Onderwijs. Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Waarom is Passend Onderwijs ingevoerd? Passend Onderwijs vervangt het oude systeem van de leerlinggebonden financiering, beter bekend als het rugzakje. Dat is nodig omdat het rugzakje een aantal problemen oplevert. Een van de problemen is dat steeds meer leerlingen, vooral leerlingen met ernstige gedragsproblemen, een indicatie krijgen voor leerlinggebonden financiering. Hierdoor is het systeem steeds duurder geworden. Scholen vinden de indicatiestelling vaak een langdurig en ingewikkeld proces. En vinden het soms lastig om echt ondersteuning op maat te organiseren. Tot slot zijn er in het oude systeem veel kinderen die thuiszitten. Zij zijn bijvoorbeeld van school verwijderd vanwege de problemen die ze hebben, of omdat er geen goede begeleiding voor ze is op school. Het doel van Passend Onderwijs is om deze problemen op te lossen. Hoe werkt Passend Onderwijs? Scholen die samenwerken in een samenwerkingsverband krijgen geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Hiervoor wordt het geld gebruikt dat nu in de rugzakjes zit en naar ambulant begeleiders gaat. Maar ook het geld voor ondersteuning op speciale scholen en het speciaal basis en voortgezet onderwijs gaat bij de implementatie van passend onderwijs naar het samenwerkingsverband. De samenwerkende scholen maken een plan om ervoor te zorgen dat iedere leerling passend onderwijs krijgt. In het ene samenwerkingsverband zullen scholen dat anders doen dan in het andere samenwerkingsverband. Er zullen dus verschillen zijn tussen regio s in de manier waarop onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuning eruit komt te zien. De bedoeling is dat de scholen precies kunnen nagaan wat er nodig is voor hun leerlingen zodat ze ondersteuning op maat kunnen organiseren. Voor welke leerlingen is er Passend Onderwijs? Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 25

26 Passend Onderwijs is er voor alle leerlingen in het basis en voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking of een chronische ziekte. Maar ook voor leerlingen met een gedrags- of leerstoornis is Passend Onderwijs natuurlijk erg belangrijk. Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later. In het oude systeem waren leerlingen onderverdeeld in 4 clusters: cluster 1 voor leerlingen die blind of slechtziend zijn; cluster 2 voor leerlingen die doof of slechthorend zijn of ernstige spraaktaalmoeilijkheden hebben; cluster 3 voor leerlingen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking of een chronische ziekte; cluster 4 voor leerlingen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrisch probleem. Cluster 1 en 2 blijven het onderwijs in een landelijk systeem organiseren. Zij doen dus niet mee met de regionale indeling van samenwerkende scholen in Passend Onderwijs. Voor alle andere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, geldt wel de systematiek van regionale samenwerkingsverbanden. Het gaat daarbij om leerlingen uit cluster 3 en 4 en om leerlingen die nu geen indicatie krijgen, maar wel extra ondersteuning nodig hebben. Dat zijn bijvoorbeeld kinderen met leerstoornissen zoals dyslexie of dyscalculie. Wat is een samenwerkingsverband (SWV)? Het samenwerkingsverband is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het terrein van Passend Onderwijs. Er bestaan nu ook al samenwerkingsverbanden van scholen, maar deze worden in het nieuwe systeem deels samengevoegd en krijgen er nieuwe taken bij. Er komen in totaal 75 samenwerkingsverbanden voor het primair onderwijs en 76 samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband krijgt in de Wet Passend Onderwijs veel taken. De belangrijkste taak is het maken en uitvoeren van een plan (het ondersteuningsplan) waarin staat op welke manier alle leerlingen een passende plek op een school krijgen. Alle basisscholen in de gehele provincie Groningen en De Gemeente Noorderveld (Drenthe) vormen samen het SWV en hiervan maken 37 besturen deel van uit. De 92 basisscholen onder de VCPO Noord Groningen, St. Noordkwartier, Lauwers en Eems, St. Marenland, St. Fidarda, RENN 4, VPCBO Ten Boer, VGPONN en de school van de Geref. S.V. Westernieland maken deel uit van het SWV en vormen sub regio Noord. Deze zijn gesitueerd in de Gemeenten Winsum, De Marne, Eemsmond, Bedum, Ten Boer, Appingedam, Loppersum en Delfzijl. Binnen deze gemeente grenzen vinden we 51 basisscholen voor Openbaar Onderwijs, 31 scholen voor Christelijk Onderwijs, 7 scholen voor Gereformeerd Onderwijs en 3 basisscholen voor Katholiek Onderwijs. Wat is de zorgplicht? Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dat betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die bij hen inschreven staat of zich aanmeldt een passende onderwijsplek krijgt. De school moet zorgvuldig onderzoeken wat ieder kind nodig heeft en dit eerst proberen zelf te realiseren. Het schoolbestuur moet daarvoor nagaan wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn. Als de school aangeeft dat het kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school zorgen dat daar ook een passende plek is. Momenteel Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 26

27 moeten ouders in zo n situatie nog vaak zelf naar een nieuwe school zoeken. Met de inwerkingtreding van Passend Onderwijs heeft de verwijzende school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het belangrijk dat de school goed met de ouders overlegt welke school passend is voor het kind. Basisondersteuning In het SWV waar onze school toebehoort is voorzien in het formuleren van basisondersteuning, wat is te omschrijven als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. De formulering van basisondersteuning kent 4 aspecten: - Beschrijving van mogelijke preventieve en curatieve interventies ( zoals: aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie, programma en methodieken ter voorkoming van gedragsproblemen, protocol voor medische handelingen); - Inrichting van de ondersteuningsstructuur, waarin de afspraken wat betreft de interventies zijn vastgelegd en zichtbaar worden ; - Planmatig werken: uitgangspunten zijn de indicatoren 7 en 8 van het toezichtkader ; - Kwaliteit: ook hier is het toezichtkader het uitgangspunt: het didactisch handelen en de opbrengsten zijn tenminste van voldoende kwaliteit, en het onderwijsleerproces of zorg en begeleiding voldoen aan de gestelde norm. De formulering basisondersteuning is beschikbaar met als doel dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de regio mogen verwachten als het om onderwijsondersteuning gaat. Van indiceren naar arrangeren Om in aanmerking te komen voor extra ondersteuning op de basisschool hadden de scholen voor leerlingen een indicatie nodig via een commissie en bij een positief resultaat krijgt de leerling een zogenaamde rugzak, dat indiceren geldt ook voor leerlingen die geplaatst worden op een school voor Speciaal Onderwijs. Deze vorm van toekenning van ondersteuning via indiceren is met de invoering van Passend Onderwijs ten einde. Het nieuwe samenwerkingsverband krijgt een jaarlijks budget en zal de middelen toekennen aan de school waar de leerling het passend arrangement krijgt aangeboden. Bij dit arrangeren is het van belang dat onderwijs en jeugdhulp intensief gaan samenwerken om een duidelijke route te verschaffen aan ouders en kinderen. En het liefst binnen de eigen school, zo dicht mogelijk bij huis, eigen kracht van scholen benutten om het arrangeren op basis van de ondersteuningsbehoefte van leerlingen mogelijk te maken en als de school het niet alleen kan, is er hoogwaardige expertise beschikbaar. Hetzij op de eigen school, hetzij op een school (ook Speciaal Onderwijs) die het passend arrangement wel kan leveren. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel, dit is een scherpe foto van de bestaande Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 27

28 situatie: beschrijving van de huidige mogelijkheden van de school om leerlingen met extra onderwijsbehoeften te ondersteunen; beschrijving ambities van de school, met als ondergrens het vastgelegde niveau van de basisondersteuning. De school heeft een ondersteuningsaanbod voor preventieve en curatieve ondersteuning, de school hanteert de eisen die de inspectie stelt aan Zorg & Begeleiding en het personeel voldoet aan professionele eisen zoals vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen (2005). De SOP s moeten kunnen worden afgezet tegen het afgesproken niveau van de basisondersteuning. Gegevens worden gestapeld tot een totaaloverzicht op het niveau van het samenwerkingsverband om te bepalen of er sprake is van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen. Onze school wordt gevraagd zich verder open te stellen voor onderlinge verschillen tussen leerlingen. De pedagogische en didactische aanpak moet gericht worden op deze onderlinge verschillen in de dagelijkse onderwijspraktijk binnen de groep. Goede ondersteuning moet mede tot stand komen door het geven van adaptief onderwijs: onderwijs dat is aangepast aan de onderliggende verschillen tussen de leerlingen. We streven naar integrale leerlingenondersteuning die betrekking heeft op alle leerlingen, dus niet alleen voor risicoleerlingen. Dit betekent dat op alle niveaus maatregelen getroffen moeten worden zodat er een vangnet ontstaat. Belangrijk voor onze school is aan te geven hoe adaptief de school is en wat de school aan ondersteuning aan zorgverbreding voor leerlingen kan betekenen, m.a.w. wat de grenzen van de zorg zijn. Deze feitelijkheden komen o.a. voort uit de visie en missie van onze school. Ouders dienen zich vervolgens daarop te beraden of het geboden aansluit bij hun wensen en de ontwikkelingsdoelen passend bij hun kind. Wij denken met het zorgprofiel van de Ichthusschool een goed fundament van zorg te hebben gemaakt voor alle leerlingen. Onderwijs is per definitie onderhevig aan veranderingen, daarom zal dit zorgprofiel steeds kritisch moeten worden bekeken en zo nodig worden bijgesteld. 2. Visie van de school De ondersteuning zorg van ons schoolteam is gebaseerd op de principes van hulpverlening, preventie en afstemming. De school is van mening dat het afstemmen binnen een verantwoord pedagogisch kader moet plaatsvinden namelijk binnen de volgende drie basisbehoeften van kinderen: - Zich competent voelen: Het ervaren dat je veel kunt, dat je wat in je mars hebt. Het kind moet succeservaringen opdoen. - Autonomie ervaren: Het gevoel dat je in staat bent om dingen alleen te doen, alleen te beslissen, zelf keuzes kan maken. - Goede relatie opbouwen: Het kind moet zich welkom en veilig voelen. Weten dat men hem/haar waardeert en dat ze met hem/haar om willen gaan, willen samenwerken. Het zijn de voorwaarden voor verdere ontwikkeling en vormen samen de drie pijlers waarop het onderwijs op de Ichthusschool is gebaseerd. De leerkracht houdt daarbij drie onderdelen goed in de gaten: Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 28

29 - Interactie: De manier waarop hij/zij met de kinderen omgaat en contacten onderhoudt. - Instructie: De manier waarop hij/zij uitleg geeft, hoe hij/zij daarin varieert en hoe hij/zij de doelen probeert te bereiken. - Klassenmanagement: De manier waarop hij/zij het verloop van de week, van de les organiseert. Hoe hij/zij zaken als samenwerking, regels en materiaal inzet. Een goed, adaptief pedagogisch klimaat op school is dan: - Uitdagend; Om op verkenning uit te gaan, dingen uit te zoeken, te ontdekken. - Ondersteunend; Bij wat leerlingen nog niet zonder hulp en op eigen kracht kunnen. - In vertrouwen; In de goede afloop van het leerproces voor leerling en leerkracht. 3. Algemene informatie 3.1 Schoolgegevens Naam van de school CBS De Rank Adres A.G. Bellstraat 14 Postcode Woonplaats 9989AT Warffum Telefoon Directeur Interne begeleider derank@vcpong.nl Mathilde Lievers Ilona Hulshof Aantal leerlingen op: Ongewogen 49 Gewogen 4 Bereikbaarheid/toegankelijkheid De school is goed bereikbaar. 3.2 Groepsindeling en groepsgrootte Groep Aantal leerlingen Leerkracht(en) 1/ Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 29

30 3/ / / Methodes en overzicht remediërende - en verrijkende materialen Vakken Godsdienst Muziek Schrijven Methode(n) Kind op Maandag Lessen in samenwerking met muziekschool Hunsingo en samenwerking met plaatselijke korpsen Pennenstreken Nederlandse taal Taal Actief voor groep 4-8 Lezen Veilig Leren Lezen, KIM versie (nieuwste voor groep 3) Tekstverwerken Spelling Spelling op Maat (oude versie) Engels Groove me groep 7/ 8 Rekenen Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs Creatieve vakken Rekenrijk 4x Wijzer 4x Wijzer 4x Wijzer 4x Wijzer Verkeer. De school heeft het verkeersveiligheidslabel Groningen Zie verkeerseducatieplan Verkeersprojecten gedurende schooljaar 2016 en 2017 verdeeld over de groepen Landbouwverkeer, Streetwise ANWB, inzicht in dode hoek bij vrachtwagen, fietsen met muziek in de oren, theater en verkeer voor de onderbouw, Verkeerskar, verkeersexamen groep 7 en praktijkexamen groep 7. Certificaat is in september 2015 voor 3 jaar afgegeven. Verkeerskranten (abonnement Veilig Verkeer Nederland) voor Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 30

31 groep 3-8 Sociaal/ emotionele vorming Leefstijl Kind op Maandag Overzicht remediërende materialen: Lezen Connect Woordherkenning Connect Vloeiend Lezen Spelling Spelling in de Lift BLOON Rekenen Maatwerk Rekenen Overzicht verrijkende materialen: Groep 1-2 Slimme Kleuterkist Groep 3 8 heeft Levelkisten voor meer en hoogbegaafde leerlingen in de klas. Lezen Spelling Rekenen Informatieverwerking Levelwerk Levelwerk Levelwerk Levelwerk Vanaf groep 3 komen leerlingen die meer/hoogbegaafd zijn (vastgesteld via protocol Meer en Hoogbegaafdheid) in aanmerking voor de Plusklas van VCPO N-G in gemeente Eemsmond. Dit schooljaar gevestigd op cbs De Noordkaap te Uithuizermeeden. 3.4 Schoolspecifieke ondersteuningsfaciliteiten/personen Schooljaar Remedial teaching: leerkrachten Vrijwilliger ouder (afgestudeerd ontwikkelingspsychologe) Stagiaire orthopedagogiek 2 dagen augustus t/m kerstvakantie Interne begeleiding: Ilona Hulshof : 4,5 uur individuele begeleiding leerlingen met ondersteuning en IB taken. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 31

32 Centraal IBer : Jannes de Vries Wij maken gebruik van de Routing vernieuwde zorgstructuur. (zie bijlage 1) 4. Organisatie leerlingenondersteuning 4.1 Algemeen De zorg van ons schoolteam is gebaseerd op de principes afstemming, preventie en hulpverlening. Afstemming: We differentiëren de instructie via verlengde instructie voor leerlingen die hier behoefte aan hebben. Soms wijken de mogelijkheden van leerlingen zover af van het gemiddelde van de groep, dat we individuele programma s uitschrijven. Deze worden vastgelegd in een plan van aanpak. Wanneer een leerling moeite heeft met een bepaald vak is er de mogelijkheid tot extra hulp buiten de groep van de remedial teacher. Dit wordt vastgelegd in een handelingsplan. Onze organisatievorm is gericht op het zelfstandig werken; hiervoor gebruiken we dag- en weektaken. Preventie: in groep 1 wordt de basis gelegd voor een goede taalontwikkeling en in groep 2 wordt gestart met één speciale taalmiddag in de week, naast de gewone taallessen. Er wordt dan op allerlei verschillende manieren gewerkt aan taalontwikkeling. De (on)mogelijkheden van de leerlingen worden zo vroeg mogelijk in kaart gebracht middels het Cito volgsysteem. Aan de leerlingen die het nodig hebben, (wat blijkt vanuit het Cito volgsysteem en vanuit observaties), wordt vervolgens binnen het speelwerkuur extra aandacht besteed. Wanneer in groep 1 blijkt dat een leerling er nog niet aan toe is om naar groep 2 te gaan, zal deze leerling een jaar extra in groep 1 blijven. Vanaf groep 2 volgen we het dyslexieprotocol ( zie bijlage 3), wederom om de kinderen die ondersteuning nodig hebben tijdig te signaleren en extra hulp te bieden. Hetzelfde geldt voor leerlingen met rekenwiskunde problemen, daartoe volgen we het protocol Ernstige Rekenwijskundeproblemen en dyscalculie (bijlage 4). Verder hebben we een toetskalender voor de Cito-toetsen en volgen we de leerlingen via een volgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, de toetskalender en de Cyclus Planning en Control zijn te vinden in bijlage 9. Zie voor uitgebreide informatie over hoe we leerlingen die extra hulp nodig hebben tijdig signaleren en hulp bieden, het document: Stappenplan leerlingenondersteuning (zie bijlage 2) en Het stappenplan voor het volgen van de D en E-leerlingen ( zie bijlage 5). Hulpverlening: De leerlingen zijn ingedeeld in jaargroepen. De instructie geven we klassikaal en waar mogelijk groepsgewijs. Dit garandeert voldoende instructie wat bepalend is voor voldoende vorderingen. We proberen door middel van extra instructie voor de zwakkere leerlingen en extra uitdagende opdrachten voor de meerbegaafden om de groepen zoveel mogelijk bij elkaar te houden. Wanneer er toch leerlingen uitvallen volgen we ons stappenplan leerlingenondersteuning. Het pedagogisch klimaat Een doorgaande lijn door de gehele school, niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Binnen het team moet overeenstemming bestaan over de wijze waarop de leerlingen benaderd worden, hoe de regels worden gehandhaafd en hoe wordt omgegaan met conflicten. Hoe ga je om met opvallende leerlingen, hoe reageer je op pesten (zie bijlage 6 Anti-pest-code), welk taalgebruik wordt gehanteerd etc. Ten aanzien van het welbevinden van leerlingen is het leerkrachtgedrag een bepalende factor. Verschillen moeten door leerkracht en leerlingen worden geaccepteerd, hetgeen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 32

33 automatisch leidt tot differentiatie in instructie en beoordeling. 4.3 Het didactisch klimaat Een leerling is gebaat bij een leerkracht die meer doet dan alleen leerstof aandragen en vorderingen vastleggen. Evaluatie van het eigen handelen is hierbij een heel belangrijke factor. Was de uitleg duidelijk genoeg? Zijn er andere manieren om deze kennis over te brengen? Sluit de leerstof wel aan bij het niveau van deze leerling? Evaluatie van de leerling-resultaten is een tweede belangrijke factor: niet alleen registreren, maar m.n. analyseren is van belang. Wat voor type fouten werden er gemaakt? Wat is daar de oorzaak van? Welke kennis/vaardigheid ontbreekt? Hoe is de werkhouding? 4.4 Leerstof De in school gebruikte leerstof, in de vorm van methoden, moet geëvalueerd worden aan de hand van de volgende vragen: Biedt de methode voldoende variëteit in de aanbieding en werkvormen? Worden deze mogelijkheden optimaal benut? Zijn er aanpassingen nodig en mogelijk? Zijn er voldoende differentiatie mogelijkheden? Worden deze optimaal benut? Op deze wijze kunnen vakken/methoden besproken worden tijdens een teamvergadering. 4.5 Organisatie De kinderen zijn ingedeeld in jaargroepen. Uitgangspunt is dat er alles aan gedaan wordt om leerlingen zo lang mogelijk bij de groep te houden. Met name door verlengde instructie. De methoden bieden met verdiepings- en herhalingsstof ruime mogelijkheden om leerlingen als groep bij elkaar te houden. Deze manier van werken in heterogene groepen levert een klimaat op, waar zwakkere leerlingen de kans krijgen zich op te trekken. In de onderbouw zorgen we ervoor, dat de kinderen voldoende voorbereid zijn op het systematisch aanleren van vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Daarbij hoort, dat we veel aandacht geven aan het ontwikkelen van een zelfstandige werkhouding en het goed kunnen samenwerken. Soms wijken de mogelijkheden van kinderen zover af van het gemiddelde van de groep, dat we handelingsplannen en eigen leerlijnen opstellen, waarin het individuele programma van de leerling beschreven wordt. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 33

34 Het stappenplan Data Vakantie Actie Toetsen groep 3-8 Toetsen groep 29 aug. 2 sept. 5 9 sept. Start HP blok sept. Omgekeerde oudergesprekken Gr 4 Cito BL E sept. Gr 4 Cito BL E analyse naar IB sept. 3 7 okt okt. ZIEN invullen ZIEN invullen okt. VAKANTIE okt. ZIEN invullen ZIEN invullen 31 okt. - 4 nov. Analyse ZIEN naar IB Analyse ZIEN naar IB 7 11 nov. Start evaluatie HP blok 1 9. IB gesprekken Herfstsignalering VLL groep 3 Analyse signalering naar IB nov. Evaluatie HP blok 1 Opstellen HP blok nov. Start HP blok 2 28 nov 2 dec. Plaatsingswijzer invullen groep 6/7/8 5 9 dec dec dec dec. VAKANTIE 2 6 jan. VAKANTIE 9 13 jan jan. Cito toetsweek 1 Signalering tussendoelen beginnnende geletterhei jan. Cito toetsweek 2 Cito toetsweek 30 jan. 3 feb. Cito toetsweek 3 Cito toetsweek Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 34

35 Wintersignalering VLL gr. 3 Analyse signalering naar IB 6 10 feb. Analyse Cito feb. Analyse Cito Analyses Cito naar IB Analyse Cito naar IB feb. VAKANTIE 27 feb. 3 mrt. Evaluatie HP blok 2 klaar Opstellen HP blok 3 klaar mrt. Start HP blok maart maart 8. IB gesprekken maart ZIEN invullen ZIEN invullen Lentesignalering VLL gr 3 Analyse signalering naar IB 3 7 april ZIEN invullen ZIEN invullen april 14. Goede vrijdag Analyse ZIEN naar IB Analyse ZIEN naar IB april e Paasdag 18,19. IEP eindtoets groep april VAKANTIE 1 5 mei 5. Bevrijdingsdag mei mei Tussenevaluaties HP blok mei 25, 26 Hemelvaart Tussenevaluaties HP blok 3 29 mei 2 juni 5 9 juni (lln vrij) 24. IB gesprekken juni Cito toetsweek 1 Auditieve synthese gr. 2 Cito toetsweek juni Analyse Cito Cito toetsweek 2 Vroegtijdige signalering leesproblemen/dyslexie I Cito toetsweek juni Eindevaluatie HP blok 3. Eindsignalering VLL gr. 3 Analyse Cito naar IB Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 35

36 Analyse signalering naar IB Analyse Cito naar IB 3 7 juli Eindevaluatie HP blok juli 13. IB-gesprekken Opstellen nieuwe HP s juli Opstellen nieuwe HP s 24 juli 1 sept. VAKANTIE IB-gesprekken 9 november 8 maart 24 mei 13 juli Cito periode januari Cito periode januari 2017 januari Cito periode juni 2017 Cito periode Groep Toets 1-2 Cito Rekenen voor Kleuters Cito Taal voor Kleuters 3-8 Cito Rekenen-Wiskunde Cito Spelling Cito Begrijpend lezen AVI DMT Groep Toets 1-2 Cito Rekenen voor Kleuters Cito Taal voor Kleuters 3-7 Cito Begrijpend lezen groep 3/4/5/6 Cito Rekenen-Wiskunde Cito Spelling AVI DMT Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 36

37 - AVI altijd doortoetsen tot instructieniveau. In Parnassys beheersingsniveau invullen. - DMT afname kaart voor de groepen E3 tot en met M8. - Cito BL juni: alleen voor groep 3/4/5/6 of indien afgesproken n.a.v. de scores in januari. - Leerlingen met een OPP of eigen leerlijn apart toetsen! Graag in overleg met IB. Looptijd handelingsplan perioden: - Periode 1: 05 september tot en met 18 november - Periode 2: 21 november tot en met 3 maart - Periode 3: 6 maart tot en met 7 juli NB. Tussenevaluatie in week 20 en 21 is belangrijk! Dyslexie- en dyscalculieplannen lopen een half jaar: - Eerste half jaar: 05 september t/m 3 maart - Tweede half jaar: 6 maart t/m 7 juli Gr 1-2: binnen 3 maanden na binnenkomst invullen Observatielijst Gr 2-8: binnen 3 maanden na binnenkomst invullen ZIEN, meedoen reguliere Cito afnamen en methodetoetsen AVI doortoetsen tot instructieniveau DMT afname kaart Cito BL voorlezen voor leerlingen met een dyslexieverklaring aanwezig in dossier Cito BL juni: indien afgesproken i.v.m. score in januari Cito RvK alleen bij lln die nog geen A-score hebben behaald of in overleg met IB Afspraken: In de handelingsperiode afsluiten en opstartfase nieuwe plan (2 weken), wordt het plan tussen leerkrachten en IB-er volledig afgerond. De leerkracht kan met vragen bij de IB-er terecht: Via de mail Tijdens voortgangsgesprekken Handelingsplan wordt gemaakt: De verantwoordelijke leerkracht van de leerling maakt het eerste handelingsplan. Het geschreven handelingsplan mailen naar de IB-er. Wanneer het handelingsplan goed gekeurd is, kan het naar ouders voor een handtekening. Leerkracht communiceert met de ouders Het handelingsplan wordt 2x gekopieerd: 1 voor de zorgmap, 1 voor de Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 37

38 werkmap. Het origineel komt getekend in het dossier. De evaluatie wordt door de leerkracht smart beschreven. Leerlingen met een eigen leerlijn vallen onder de IB-er: alle werkzaamheden worden door de IB-er uitgevoerd. Afspraken Extra hulp in de groep : Alle werkzaamheden vallen onder de verantwoordelijke leerkracht: De instructiemomenten zijn zichtbaar gemaakt in de weekplanning De instructie is zichtbaar in de klas op het aangegeven tijdstip. De inhoud en de evaluatie van de instructie wordt besproken met de IB-er tijdens de IB-gesprekken( zie rooster IB gesprekken) Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 38

39 4.6.1 Signaleren Het leerlingvolgsysteem stelt ons in staat de ontwikkeling van de leerlingen goed te volgen tijdens de hele schoolloopbaan. Het stelt de leerkrachten in staat om regelmatig en systematisch gegevens te verzamelen omtrent de vorderingen van de leerlingen, waarbij wij gebruik maken van observatielijsten en/of signaleringstoetsen. We hebben gekozen voor een gedeelte van de instrumenten uit het Cito-leerlingvolgsysteem (LOVS), waar nodig aangevuld met andere toetsen en observatie-instrumenten. Groep 1 en 2: In deze groepen verzamelen de leerkrachten gegevens d.m.v. Cito Kleuterobservatielijsten en andere observaties. Ook wordt het volgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van Zien ingevuld. Gegevens uit klassenobservaties en oudergesprekken worden genoteerd in de observatie / toetsmap. In groep 2 worden de volgende toetsen afgenomen: Groep Toets 1-2 Cito Rekenen voor Kleuters CPS Beginnende Geletterdheid Cito periode januari Cito periode juni 2016 Groep Toets 1-2 Cito Rekenen voor Kleuters CPS Beginnende Geletterdheid Groep 3 t/m 8: Cito periode januari Cito periode januari 2017 Groep Toets 3-8 Cito Rekenen-Wiskunde Cito Spelling Cito Begrijpend lezen Cito Woordenschat AVI Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 39

40 DMT Cito periode januari Cito periode juni 2017 Groep Toets 3-8 Cito Rekenen-Wiskunde Cito Spelling Cito Woordenschat AVI DMT Cito Begrijpend lezen -AVI doortoetsen tot instructieniveau -DMT afname kaart Cito BL voorlezen voor leerlingen met een dyslexieverklaring aanwezig in dossier -Cito BL juni: indien afgesproken i.v.m. score in januari -Cito RvK alleen bij lln die nog geen A-score hebben behaald of in overleg met IB Voordat de plannen mee naar huis gaan, gaat dit via de IB-er zodat er overleg en afstemming bereikt kan worden. Vanaf groep 3 worden de volgende signaleringstoetsen gebruikt: - Herfstsignalering (dyslexieprotocol) - D.M.T. (technisch lezen) - Cito Leestechniek-/ leestempotoets - AVI (technisch lezen incidenteel) - Cito Spelling - Cito Rekenen/Wiskunde - Cito Begrijpend lezen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 40

41 - Toetsen aangegeven in het dyslexieprotocol - Volgsysteem sociaal-emotionele vorming van ZIEN Deze niet-methode gebonden toetsen worden, afhankelijk van welk onderdeel, 1, 2 of 3 keer per jaar op vaste tijden afgenomen (zie toetskalender bijlage 9) De resultaten worden ingevoerd in het computerprogramma behorend bij ParnasSys. Met dit computerprogramma kunnen allerlei ontwikkelingsgrafieken gemaakt worden. Het is goed om deze grafieken bij te houden. Zo kan er in de gaten gehouden worden hoe de voortgang is. Na de toetsmomenten wordt er door iedere leerkracht een leerlingenbespreking met de intern begeleider gevoerd. Er kunnen leerlingen aangemeld worden voor de ondersteuning. Ook worden de leerlingen besproken die een D- of E- score hebben op de Cito-toetsen. De intern begeleider bespreekt dit alles met de schooldirectie. Wanneer een leerling extra ondersteuning krijgt binnen de school bespreekt de intern begeleider dit met de betreffende leerkracht(en) en zullen de ouders/verzorgers uitgenodigd worden voor een gesprek met de leerkracht (eventueel met de intern begeleider). Het verslag hiervan komt in het dossier van een leerling wat dan aangemaakt wordt. Zie het stappenplan leerlingenondersteuning (bijlage 3) voor een verdere uitwerking. Verslagen van de oudergesprekken komen in de groeps-/ zorgmap en/of bij leerlingen met extra ondersteuning ook in het dossier. De resultaten van de methodegebonden toetsen worden, op speciaal daarvoor bestemde formulieren, genoteerd en bewaard in de groepsmap / zorgmap Analyseren Wanneer er door de groepsleerkracht gesignaleerd wordt dat een kind op een bepaald vakgebied uitvalt, zal er getracht worden binnen de groep een oplossing te zoeken d.m.v. verlengde instructie en afgestemd werk. Eventueel maakt de leerkracht een (groeps)handelingsplan in overleg IB-er. De IB-gesprekken De IB-gesprekken vinden gemiddeld 4 keer per jaar plaats tussen de leerkracht en de intern begeleider. De directie sluit bij de gesprekken Citotoetsen M en E aan. De toetsresultaten worden dan besproken, maar ook de bevindingen van de leerkracht vanuit de klas. Hoe is het gedrag in de klas en hoe zijn de vorderingen. Deze resultaten worden ook halfjaarlijks met het team besproken. Naast de resultaten van de individuele leerling, wordt er ook gelet op de resultaten van de hele groep. Soms moeten handelingsalternatieven gezocht worden op groeps- en/of schoolniveau (b.v. aandacht voor klassenmanagement, gevarieerde instructie, toepassing van remediërend materiaal). Een IB-gesprek kan er toe leiden dat er afspraken gemaakt worden over extra hulp in en/of buiten de klas. Afgesproken dient te worden of er diagnostisch onderzoek verricht wordt en door wie dat gedaan kan/moet worden. Voor leerlingen met een D- of E-score voor rekenen/wiskunde, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen is een vast stappenplan, dat is vastgelegd in het protocol voor D- en E-leerlingen, zie bijlage 5. Op deze manier willen we de leerlingen die extra hulp nodig hebben tijdig signaleren en, voordat de problemen groter worden, hulp bieden. Zorg omtrent de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen wordt middels observaties gesignaleerd. In overleg met de IB-er wordt er hulp geboden Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 41

42 Nieuwe zorgleerlingen worden vooraf aangemeld via een aanmeldingsformulier. Deze IB-gesprekken hebben als doel: - - systematische aandacht voor leerlingen - - continuïteit in de hulpverlening - - optimalisering van de hulpverlening Een leerkracht kan ook altijd een leerling tussentijds inbrengen via een aanmeldingsformulier. De leerlingbespreking met het team In het schooljaar 2015/2016 worden er meerdere leerlingenbesprekingen per jaar gehouden. Deze zullen hoofdzakelijk en vooral plaatsvinden na de toetsmomenten van Cito (in januari en mei/juni), maar voordat de rapporten mee gegeven zullen worden. Tijdens de leerlingenbespreking vertellen de groepsleerkrachten over hun groep. O.a. welke kinderen er in zitten; hoe hun gedrag is, wat hun resultaten zijn. Het doel hiervan is dat alle teamleden mee kunnen denken in de zorgen om de leerlingen en daarnaast ook op de hoogte blijven van de verschillende groepen binnen de school Diagnosticeren Van belang is steeds weer achterhalen waarom een kind bepaalde problemen heeft. Leerproblemen of gedragsproblematieken vragen soms een duidelijk vervolgonderzoek. Een aantal leerlingen kunnen per schooljaar worden voorgedragen voor diagnosticerend onderzoek bij het Bovenschools Ondersteuningsteam. De GZ psycholoog doet een PDO (Pedagogisch Didactisch Onderzoek) of een PO (Psychologisch Onderzoek)en/of zal deze leerlingen doorsturen naar een externe instantie. In een aantal gevallen is een verdergaand pedagogisch, psychologisch en/of didactisch onderzoek nodig. Tot een dergelijk onderzoek wordt altijd in overleg met de groepsleerkracht, ouders en IB-er besloten en uitgevoerd door de Interpsy, OCRN, Molendrift. Hiervoor moet het Aanmeldingsformulier individueel onderzoek worden ingevuld, dat ook door de ouders moet worden ondertekend. Na het onderzoek vinden er weer gesprekken plaats met de ouders, leerkracht en ib-er en wordt in overleg met de begeleider een handelingsplan gemaakt Remediëren Het handelingsplan De gemaakte afspraken omtrent de te geven hulp worden vastgelegd in een handelingsplan. Het handelingsplan wordt bewaard in het leerlingendossier, er wordt een kopie in de zorgmap gestopt. In het handelingsplan staan: de beginsituatie, de na te streven doelen, de periode waarin hulp wordt geboden, de te gebruiken hulpmaterialen het tijdstip en de manier van evaluatie (cyclus van acht weken). Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 42

43 Het handelingsplan dient door de leerkracht en IB-er volgens de SMART-principes (Specifiek, Meetbaar, Aanwijsbaar, Realistisch, Tijdgebonden) te worden opgesteld. Het handelingsplan kan omschreven worden als de schriftelijk vastgelegde afspraken over de manier waarop binnen het onderwijs systematisch gewerkt zal gaan worden aan de specifieke moeilijkheden van een bepaalde leerling. Het werken met (groeps)handelingsplannen heeft belangrijke voordelen: het dwingt tot nadenken over het probleem en de mogelijke oplossingen; het bevordert de afstemming van het pedagogisch en didactisch handelen op de specifieke onderwijsbehoeften en systematiseert het handelen; het ondersteunt de evaluatie van het effect en de gevolgde aanpak; het stimuleert en vergemakkelijkt het overleg met collega s; het vergroot de kans op continuïteit; het versterkt de afstemming met de thuisaanpak van de ouders. Het handelingsplan Wanneer blijkt dat een leerling met behulp van een handelingsplan nog onvoldoende vooruitgang heeft geboekt in de periode van 6 tot 8 weken, kan er nog een handelingsplan geschreven en gevolgd worden. Wanneer het effect dan nog onvoldoende is, zal er een plan van aanpak geschreven worden. In een plan van aanpak beschrijven wij de manier waarop we aan een probleem van een leerling willen gaan werken gedurende een langere periode. Deze leerlingen worden besproken met de ouders en schoolbegeleider. In overleg met de schoolbegeleider kan er extern hulp gevraagd worden. Zie voor verdere uitwerking: stappenplan leerlingenondersteuning bijlage 2. De individuele leerlijnen Wanneer blijkt dat een leerling na handelingsplannen en na een plan van aanpak onvoldoende vooruitgang boekt en de kerndoelen niet haalbaar zullen zijn, worden vervangende doelen in een periodeplan individuele leerlijnen aangegeven. Wanneer een leerling een individuele leerlijn krijgt voor meer dan 1 vakgebied, wordt er vooraf (vanaf groep 6) een intelligentietest afgenomen. Hierdoor kan er tegemoet gekomen worden aan de behoefte van een leerling, doordat zowel de sterke als zwakke punten in kaart worden gebracht. Op deze manier kan er een reëel einddoel bepaald worden, wat meegenomen wordt in het bepalen van de leerlijn (mede met het oog op voortgezet onderwijs). Deze leerlijn wordt bepaald en uitgezet in overleg met de ouders en de schoolbegeleider. Wanneer een leerling op een individuele leerlijn gezet wordt, zal de begeleiding van deze leerling in eerste instantie zoveel mogelijk in de klas plaatsvinden. De mogelijkheid bestaat dat een leerling of een groepje leerlingen buiten het klassenverband door de remedial teacher wordt begeleid. Om alternatieven te zoeken voor de te bieden hulp wordt gebruik gemaakt van onze orthotheek en kunnen er andere methodes gebruikt worden. Ondersteuning binnen/buiten de groep In principe vindt zorg binnen de groep plaats en wordt de hulp in eerste instantie door de verantwoordelijke groepsleerkracht gegeven. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 43

44 Zelfstandig werken en klassenmanagement zijn bij uitstek de didactische instrumenten, die er voor zorgen dat de leerkracht ruimte krijgt om deze hulp te bieden. Om alternatieven te zoeken voor de te bieden hulp wordt gebruik gemaakt van remediërende software en de orthotheek, waarin onderzoeks- en hulpmiddelen per vakgebied zijn gerangschikt. Daarnaast is het mogelijk dat een leerling of een groepje leerlingen buiten het groepsverband door de remedial teacher wordt begeleid. Per schooljaar wordt er de door IB-er, leerkrachten en directie beslist over de toekenning van de RTuren buiten de groep Evalueren Over de te nemen beslissingen wordt overleg met de ouders gevoerd. Wanneer leerlingen een geheel eigen traject volgen, wordt dat in een overeenkomst met de ouders schriftelijk vastgelegd. Er wordt minstens 2 keer per jaar met de ouders geëvalueerd; dit kan zowel door de leerkracht als door de IB-er gedaan worden. Na afloop van een handelingsplan of een plan van aanpak wordt er geëvalueerd met de leerkracht, de ouders en de intern begeleider. De intern begeleider overlegt vervolgens met de schoolbegeleider en bepaalt dan, wanneer dat nodig is, wat de verder te nemen stappen zijn. Er zijn een aantal mogelijkheden: hulp is niet meer nodig en wordt stopgezet, het doel is bereikt de hulp wordt gecontinueerd: een nieuw handelingsplan/ nieuw tijdpad een aangepast, individueel leertraject Over de te nemen beslissingen wordt overleg met de ouders/verzorgers gevoerd. Indien binnen de school geen oplossing te vinden is, kan gekozen worden voor extra ondersteuning door aanmelding bij het bovenschools ondersteuningsteam voor een passend arrangement. Indien de school of een andere basisschool dit niet kan bieden kan de leerling worden aangemeld bij de Commissie van Advies (CvA). De CvA heeft de wettelijke opdracht om het bestuur van het SWV te adviseren rondom het afgeven van een Toelaatbaarheidsverklaring voor het Speciaal Basisonderwijs of Speciaal Onderwijs. Ook op schoolniveau wordt het pakket aan ondersteuningsmaatregelen regelmatig geëvalueerd. Aandachtspunten voor de evaluatie zijn o.a.: - de toetsen: gekeken wordt naar de toepasbaarheid en de bruikbaarheid in de praktijk, voldoen de registratieformulieren en wordt er voldoende mee gedaan? Indien nodig wordt het gebruik van de toetsen aangepast en/of vervangen - de werkwijze van de interne begeleider/remedial teacher: wordt er aan de verwachtingen voldaan, moet de taakverdeling leerkracht/interne begeleider aangepast worden, moet de organisatie van de zorgverbreding aangepast worden? - het materiaal: aanpassing/uitbreiding van de orthotheek? Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 44

45 - handelingsplannen: wie maakt ze, werken ze in de praktijk? - plannen van aanpak: zijn ze werkbaar in de groep? - het ondersteuningsplan: werken we zoals het beschreven is, waar moeten we meer het accent op leggen, wat moeten we aanpassen? 4.7 Meer- en hoogbegaafde kinderen De leerlingen die binnen de groep die gezien hun mogelijkheden meer aanbod en uitdaging nodig hebben en/of bijzonder goed presteren verdienen ook onze aandacht (zie Protocol Hoogbegaafden, bijlage 10). We proberen aan hun behoeften te voldoen door compacten, verrijken, verbreden en/of versnellen. Dit gebeurt in overleg met de ouders. We zetten hier het levelwerk voor in. Compacten Met compacten bedoelen wij het indikken van de leerstof door al het overbodige weg te laten. Een voorbeeld is de methodische eindtoetsen gebruiken als voortoets om na te gaan wat we het kind niet meer hoeven te leren. Het motto is geen overbodig werk doen. Als leidraad gebruiken we hierbij van het SLO: Compacten van de rekenles (digitaal) en Compacten van de taalles. Verrijken Met verrijkingsstof binnen de vakinhoudelijke gebieden bedoelen wij leerstof die een verdieping van de reguliere leerstof vormt, waardoor een leerling meer kennis en vaardigheden opdoet over een specifiek onderwerp. De nadruk bij verrijkingsactiviteiten ligt zoveel mogelijk op de zelfwerkzaamheid van de leerling. Met een verrijkingsprogramma wordt gestart, zodra wordt vastgesteld, via toetsen en observaties, dat een leerling behoefte heeft aan extra leerstof. Tevens wordt gebruik gemaakt van materiaal uit mappen als Plustaken van diverse vakgebieden, Zelfstandig taal en rekenen, Rekenmeesters, Taalmeesters. Verbreden Om te zorgen voor voldoende verbreding maken we gebruik van de methode Levelwerk. Levelwerk bestaat uit leerstof die een aanvulling op de kerndoelen van het basisonderwijs vormt. Versnellen Hieronder verstaan we het vervroegd doorgaan naar een hoger leerjaar (bv. van groep 1 naar groep 3 of van groep 5 naar groep 7). Ook is het mogelijk tussentijds, bijvoorbeeld na een kerstvakantie, over te gaan naar een volgende groep. Groep 1 en 2: Bij een leerling met een grote ontwikkelingsvoorsprong moet met versnelling zorgvuldig worden omgegaan. De uitslagen van de Kleuterobservatielijst en de Cito-toetsen worden meegenomen in de beslissing. Bijzondere aandachtspunten zijn de sociaal emotionele ontwikkeling en werkhouding. Groep 3 t/m 8: Versnellen wordt overwogen als een leerling een grote didactische voorsprong heeft. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 45

46 De voorsprong moet dan op alle gebieden, die we kunnen onderzoeken minimaal een jaar zijn. De toetsen van het jaar dat overgeslagen worden, moet minimaal een hoge A-score zijn. Ook hier moet zorgvuldig gekeken worden naar de sociaal emotionele ontwikkeling en de werkhouding. Versnellen op zich is vaak niet voldoende; ook zal er verbreding plaats moeten vinden. Dit alles gebeurt in overleg met de ouders. Er wordt minstens 2 keer per jaar geëvalueerd. Persoonlijkheidsontwikkeling De sociaal emotionele ontwikkeling wordt nauwlettend in de gaten gehouden. In de evaluatiegesprekken komt ook dit steeds aan de orde. Waar nodig volgt er een handelingsplan op dit gebied. 4.8 Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen vanuit de extra ondersteuningsmiddelen en waarvan de ondersteuning de basisondersteuning overstijgt, wordt een OPP opgesteld. Het model OPP en de brochure: zie bijlage 11 en 12, 5. Taakverdeling Er zijn drie niveaus van zorg. De klassenleerkracht is en blijft eindverantwoordelijk zolang de leerling op de basisschool zit. De intern begeleider heeft een staf functie. Dit betekent dat hij/zij adviserend en ondersteunend werkt, maar niet eindverantwoordelijk is. Groepsleerkracht/interne begeleider/remedial teacher/directie 5.1 Groepsleerkrachten: NIVEAU LEERKRACHT 1. interne procedure verzamelen gegevens, d.m.v. observaties, toetsing, vragenlijsten, oudergesprekken, huisbezoeken e.d. schriftelijk aanmelden leerling voor ondersteuning naar intern begeleider ouders (schriftelijk) op de hoogte stellen van openen en bijhouden van centraal dossier eigen leerlingen opstellen van handelingsplannen verlenen van extra ondersteuning in de groep verzorging schriftelijke vastlegging oudergesprekken verzorgen journaal/logboek op basis van DLE rapporteren of lln. Individuele zorg behoeft Afspraken Handelingsplan Doel: Er wordt zichtbaar handelingsgericht gewerkt op cbs De Rank en er vindt Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 46

47 zichtbaar planmatige ondersteuning plaats op papier en in de praktijk. 1. De Intern Begeleider maakt een toetskalender en zet in het schema de periode/loopduur van de handelingsplannen. 2. De Intern Begeleider zorgt dat het hele team deze kalender ontvangt. 3. De leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk voor de planmatige ondersteuning in hun groep en de eindverantwoordelijke van de groep is daarop aanspreekbaar. 4. De Leerkrachten vullen het handelingsplan met de invulwijzer elke keer in, zodat geen stap onverhoopt wordt overgeslagen. 5. Merkt de IB dat de invulwijzer niet is gebruikt, dan gaat het retour afzender en daarbij in cc. naar de directie. 6. Elk teamlid levert op de afgesproken datum de stukken aan en niet later. Gebeurt dit wel, dan geeft het betreffende teamlid bij IB (en in cc directie) de reden aan waarom er uitstel moet zijn. 7. Het teamlid ontvangt van de IB al of geen toestemming. 8. Elk teamlid houdt zich aan de planperiode en de daarbij behorende evaluaties en vervolgstappen. 9. Wanneer er stagnatie op treedt, omdat afspraken niet worden nagekomen of omdat er andere problemen zijn, dan seint de IB de directie in. 2. BOOT doen van een door ouders ondersteund schriftelijk verzoek aan het BOOT voor consultatieve leerlingbegeleiding (CLB) bespreking leerling met ouders en vastleggen van gesprek en handtekening ouders bespreking CLB en vastleggen advies CLB met CLB opstellen en uitvoeren van vervolg handelingsplannen voeren van bespreking met begeleiders 3. CvA de school meldt aan bij de CvA voor het verkrijgen van een toelaatbaarheidsverklaring voor SBO of SO aanleveren gegevens CvA BOOT = bovenschoolsondersteuningsteam CvA = commissie van advies 5.2 Interne begeleider: De taken van intern begeleider zijn onder te brengen in drie gebieden: NIVEAU INTERN BEGELEIDER Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 47

48 1. interne procedure opstellen van rooster leerlingvolgsysteem opstellen rooster leerlingbespreking adviseren over aanschaf door COTAN toegelaten LVS adviseren bij aanschaf methoden adviseren bij aanschaf re-teaching materiaal opzetten en bijhouden van basisorthotheek inclusief digitaal r.t. materiaal toezicht op juist en op tijd gebruik van signaleringsinstrumenten voeren van periodieke leerlingbesprekingen hulp bij het opstellen van handelingsplannen bijhouden centraal dossier bijhouden vakliteratuur bezoeken expertise en netwerkbijeenkomsten adviseren directie inzake de ondersteuning op school 2. BOOT ondersteuning bij de schriftelijke aanvraag bijwonen gesprek ouders en CLB ondersteuning opzet handelingsplannen via CLB contact leggen met de begeleider terugmelding naar personeelsvergadering en directie 3. CvA opstellen en verzenden van de aanmelding 5.3 Remedial teacher: De remedial teacher heeft voornamelijk een uitvoerende taak. Hij/zij zorgt voor: het begeleiden van individuele leerlingen buiten de groep; het uitvoeren van het handelingsplan. De remedial teacher voert haar/zijn taken uit in opdracht van de IB-er. Hij/zij houdt de IB-er op de hoogte van de ontwikkelingen. 5.4 Directie: schept voorwaarden waarin een gedegen visie op leerlingenondersteuning gestalte kan krijgen; is deelnemer van de kwaliteitsgroep; adviseert en biedt waar mogelijk hulp bij eventuele knelpunten; draagt zorg voor de planning van gerichte professionalisering van leerkrachten; volgt de uitvoering van het ondersteuningsplan door de diverse leerkrachten zowel op het didactische als op het pedagogische vlak; is eindverantwoordelijk voor de gehele ondersteuningsstructuur 5.5 De rol van de ouders: De groepsleerkracht houdt de ouders van de ontwikkelingen van hun kind op de hoogte. De groepsleerkracht nodigt de ouders regelmatig uit voor een gesprek. In november zijn de facultatieve gesprekken en in februari en juni worden de rapporten besproken; Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 48

49 Na het opstellen van een handelingsplan wordt dit door de groepsleerkracht met de ouders besproken en ondertekend; Als het schoolteam externe deskundigen wil inschakelen, vraagt de groepsleerkracht de ouders om schriftelijke toestemming; In alle gevallen worden de ouders betrokken bij het aanvragen van extra ondersteuning 6. Samenvatting De ondersteuningsstructuur op de Ichthusschool kan men samenvatten met behulp van de volgende kernbegrippen: Uitgangspunt is een regulier groepsprogramma, flexibel en adaptief ingevoerd. Vroegtijdige onderkenning van leer- en ontwikkelingsproblemen. Flexibele ondersteuning op maat binnen een plezierig, pedagogisch groepsklimaat, waar verschillen worden geaccepteerd. Intensief volgen en bespreken van aandachtsleerlingen. Het regelmatig volgen en bespreken van de gehele leerlingenpopulatie. Ouders vroegtijdig betrekken, zodat er een educatieve samenwerking kan ontstaan. Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Openstaan voor integratie van leerlingen uit het speciaal basisonderwijs. 7. Schoolspecifieke aanvulling 7.1 De mogelijkheden van onze ondersteuning Wanneer kinderen kampen met ernstige leerproblemen; een achterstand van ruim 1 jaar hebben op één of meerdere vakgebieden, of als er problemen zijn op sociaal/emotioneel gebied, kan: het programma aangepast worden (hoeveelheid en keuze van het werk, het werktempo, of het niveau); gekozen worden voor het werken in een andere methode, met ander materiaal. In beide gevallen doen de leerlingen zoveel mogelijk met de groep mee. Geprobeerd wordt de kerndoelen te bereiken. De leerbaarheid van het kind is zodanig, dat het ons reguliere leerstofaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken, in elk geval een minimaal gemiddelde beheersing van de leerstof tot eind groep 6, opdat de leerling kan deelnemen aan het voortgezet onderwijs; tegemoet worden gekomen door te differentiëren in de instructie. Binnen elke groep is de instructie per ontwikkelingsgebied beperkt tot twee niveaus. De groepsleerkracht differentieert de instructie binnen de groep via verlengde instructie; gekozen worden voor een langer verblijf in een bepaalde groep; Steeds moet in de gaten gehouden worden dat: het kind zich prettig voelt op school; het kind in de groep past; het gedrag niet storend is voor de groep; de veiligheid van het kind zelf, de medeleerlingen en de leerkracht gewaarborgd is; het kind redelijk zelfstandig kan werken; het kind voldoende vorderingen maakt. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 49

50 Wij proberen het voor de leerlingen zo optimaal mogelijk te organiseren, echter: wij hebben te maken met gecombineerde groepen; de leerling kan zich "alleen" voelen, hij kan de enige zijn met problemen. er is weinig tijd beschikbaar voor logopedie; er is geen aanwezige deskundigheid in de vorm van psychologische hulp, maatschappelijk werk of fysiotherapie; niet al het benodigde specifieke materiaal is aanwezig; er moet sprake zijn van een goede samenwerking tussen ouders en school en het opvolgen binnen hun mogelijkheden van elkaars adviezen; het schoolteam heeft per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties, die bijdragen aan de zorg; de school kent zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke zorg. De kinderen moeten in beginsel op dit gebied zelfredzaam zijn; specifiek voor leerlingen met een handicap geldt, dat het onderwijs voldoet aan onderstaande kanttekeningen; sommige zaken intensiever te kunnen doen; vaker in meer kleinschalige setting, of zelfs één-op-één met de leerling te werken; nog meer aandacht (dan normaal al) te hebben voor het belang van structuur en veiligheid. Bij structuur kan gedacht worden aan structuur in tijd (vast dagritme), structuur in de ruimte (vaste plekken), structuur in activiteiten (kleine stapjes, goed inoefenen) en structuur in de persoonlijke betrekking (duidelijke regels, eisen en verwachtingen). Bij een aanmelding dient de school hiermee rekening te houden. 7.2 Wanneer is voor ons de grens bereikt? Wij streven er naar de ondersteuning voor de leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de ondersteuning voor de kinderen worden bereikt: Verstoring van rust en veiligheid. Indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. Interferentie tussen verzorging/behandeling onderwijs. Indien een leerling een handicap heeft, die een zodanige verzorging / behandeling vraagt dat daardoor zowel de ondersteuning en behandeling voor de betreffende leerling, als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden; Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 50

51 Indien het onderwijs aan de leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de leerlingen met extra ondersteuning in de groep; Gebrek aan opnamecapaciteit. In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is de school niet in staat een gehandicapte/ leerling die extra ondersteuning vraagt op te nemen, vanwege de zwaarte en het aantal leerlingen met extra ondersteuning dat al in een bepaalde groep voorkomt. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende capaciteit aanwezig is; 7.3 Procedure bij verwijdering Indien de school verwijdering van een leerling overweegt, omdat de grenzen bereikt zijn, is het nauwkeurig doorlopen van de verwijderingprocedure van groot belang. Deze procedure is beschreven in de bijlage beleid m.b.t. het toelaten, schorsen en verwijderen van leerlingen (zie bijlage 8) vastgesteld door het schoolbestuur. 7.4 Procedure bij aanmelding Algemeen Het is van belang dat ouders het kind schriftelijk aanmelden bij de basisschool. Nadat het kind is aangemeld wordt u ongeveer drie schoolmaanden voor de vierde verjaardag van uw kind, telefonisch uitgenodigd om samen met het kind voor een gesprek op school te komen. Daar worden, met de schooldirecteur, de bijzonderheden van uw kind besproken en wordt er een afspraak gemaakt voor de gewenningsdagdelen. Na een eventuele bespreking van de opgevraagde informatie, van bijvoorbeeld de peuterspeelzaal, wordt het kind ingeschreven in navolging van de stroomschema s Passend Onderwijs. In overleg wordt de eerste schooldag bepaald; meestal is dat op de dag dat het kind vier jaar wordt, de dag erna of na een vakantie. Binnen zes weken komt de leerkracht van het kind op huisbezoek. Als het kind op oudere leeftijd bij ons wordt aangemeld, vindt er eerst een oriënterend gesprek plaats. Daarna wordt er contact opgenomen met de vorige school en om schriftelijke informatie gevraagd. Na bestudering en bespreking hiervan kan overgegaan worden tot een intakegesprek en de inschrijving van het kind. Voor de toelating van een leerling met specifieke behoeften (met een lichamelijke en/of geestelijke handicap) volgen wij de stroomschema s Passend Onderwijs in kader van de zorgplicht. We gaan er vanuit dat we als school drie verantwoordelijkheden hebben, nl: Het welzijn van het kind; De kwaliteit van het speciale onderwijsaanbod; Het welzijn van de andere kinderen en de leerkracht. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 51

52 Er zullen met de ouders duidelijke vastgelegde afspraken gemaakt worden bij een definitieve inschrijving. Bijlagen ondersteuningsplan 1. Routing ondersteuning en begeleiding 2. Stappenplan leerlingenondersteuning 3. Protocol leesproblemen en dyslexie 4. Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie 5. Het stappenplan voor het volgen van de D en E- leerlingen 6. Anti- pest code (idem) 7. Protocol medicijn verstrekking en medische handelingen 8. Beleid schorsen en verwijderen 9. Toetskalender en Cyclus Planning en Control 10. Protocol Hoogbegaafdheid 11. Model OPP 12. Brochure OPP Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 52

53 Bijlage 1 Routing ondersteuning en begeleiding ondersteuning en begeleiding Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 53

54 Bovenschools Ondersteuningsteam (BoOT) Vastgesteld Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 54

55 Bovenschoolsondersteuningsteam Roel Omvlee (coördinatie) Woensdag, vrijdagochtend Tel Jannes de Vries (orthopedagoog NVO / GZ psycholoog) Maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag VCPO-NG Stagiaires vanaf september 2016: Henriët Renkema, Emilie Koops Tel of via kantoor VCPO-NG j.devries@vcpong.nl Ilona Hulshof (orthopedagoog, intern begeleider) Beschikbaarheid: volgens afgesproken tijden Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 55

56 Tel Tilly de Boer (orthopedagoog, intern begeleider) Maandag Tel Marjo ter Hoeve (gedragsdeskundige) Maandag, vrijdagochtend (eens per 2 week) tel m.terhoeve@vcpong.nl Routing ondersteuningsstructuur VCPO-NG Achtergrond: Efficiëntere inzet van begeleidingsmogelijkheden ten behoeve van gezamenlijk optimaliseren van de interne ondersteuningsstructuur en individuele leerlingenondersteuning. De ondersteuningsstructuur kent twee pijlers: 1. formele ondersteuningsstructuur (Auditteam VCPO NG) 2. individuele leerlingenondersteuning (kwaliteitsaspect 8, toezicht inspectie 2011) uitvoering door BOOT) Ad. 1 Formele ondersteuningsstructuur (auditteam VCPO NG) Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 56

57 Gericht op inspectie - proof houden van zorg en begeleiding Gericht op uniformiteit in formulierenstraat, dossiervorming, en het gebruik ervan Gericht op rapportage en analyse tussentijdse en eindopbrengsten Ad. 2 Individuele leerlingenondersteuning (kwaliteitsaspect 8, toezicht inspectie 2011) Consultatie Uitgangspunten: o o o o o volgens planning twee keer per jaar vraag gestuurd bespreken van enkel die leerlingen waarover vragen bestaan ondanks doorlopen van interne ondersteuningsstructuur handelingsgerichtheid t.b.v. afstemming op behoeften van leerlingen uitbreiden van handelingsvaardigheden van leerkracht en/of IB-er De cyclus P&C voorziet in tweetal gespreksronden (september/februari) omtrent leerlingenondersteuning, aan de hand van een agenda en vragen. Het is wenselijk dat zowel IB-er als directeur aanwezig zijn bij dit gesprek. Tijdens deze gesprekken worden o.a. die leerlingen geïnventariseerd waarmee de school handelingsverlegen is of waar volgens de afgesproken criteria nader onderzoek nodig is. Na de inventarisatie (clustering) volgt een werkbespreking binnen het BoOT en zullen de werkzaamheden worden verdeeld. Tussentijdse vragen komen op het IB netwerk aan de orde. Procedure Leerlingen worden aangemeld door de ib-er (en directeur) tijdens de leerling besprekingen in september/februari; IB-er informeert ouders over aanmelding bij BoOT Tussentijdse ondersteuningsvragen worden door de ib-er aangemeld via het IB netwerk; Het BOOT heeft overleg over de aangemelde leerlingen / groep en neemt dezelfde dag of volgende dag contact op met de school; Bij iedere ondersteuningsvraag wordt een casemanager (Jannes, Ilona, Tilly of Marjo) aangesteld; De casemanager neemt contact op met de ib-er van de school en schakelt waar nodig andere BOOTleden in en/of overlegt over de inschakeling van externe expertise; Mochten de leden van het BOOT handelingsverlegen zijn ten aanzien van een casus dan wordt door hen (indien mogelijk) externe hulp ingeroepen; De casemanager zorgt voor de terugkoppeling naar het BOOT; Roel monitort de aanvragen die in ontwikkeling en afgerond zijn; Bij afronding ontvangen de school van Roel een evaluatieformulier, deze moet ingevuld retour naar Roel (bijlage volgt); Bij ernstige problematiek heeft Roel contact met de directeur-bestuurder; Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 57

58 De school wordt via Roel of via casemanager bij crisis op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. De school gaat niet zelf contact leggen met verschillende BoOT leden / hulpinstanties of de directeur-bestuurder tenzij anders afgesproken in het gezamenlijk overleg; Wanneer het advies dat door het BOOT wordt afgegeven niet wordt opgevolgd door de school, dan wordt dit door de directeur van de school beargumenteerd voorgelegd en besproken met Roel en de directeur-bestuurder. Crisis (plotseling optredende handelingsverlegenheid) Bij een urgente crisis op een school, wordt er door de ib-er of de directeur telefonisch contact opgenomen met Jannes; Bij een crisissituatie waarin een leerling tijdelijk of voor langere tijd niet deelneemt aan het groepsgebeuren wordt de directeur bestuurder op de hoogte gebracht door Roel; De leerplichtambtenaar wordt op de hoogte gebracht; Bij eventuele verwijdering wordt het protocol gevolgd. Psychologisch onderzoek (intelligentie) Uitgangspunten: o allereerst wordt nagegaan of onderzoeken kunnen worden uitgevoerd door externen o psychologisch onderzoek in eigen beheer vindt plaats indien er sprake is van: - onderbouwing van een individuele leerlijn: òf vanaf medio groep 6 òf aan het begin van groep 8 - onvoldoende leervorderingen op meerdere domeinen, waarbij niet duidelijk is welke kindfactoren hieraan ten grondslag liggen - toeleiding toelaatbaarheidsverklaring, indien vereist - geen alibi-onderzoek (bevestiging van wat je al weet door een extern deskundige) - bij vermoedens van hoogbegaafdheid (nader te bepalen) Procedure: geen toezeggingen aan ouders voordat overleg plaatsgevonden heeft met het BOOT overleg in het BoOT en er wordt besluit genomen omtrent wel/ niet verrichten van onderzoek en de wijze van uitvoering ouders geven schriftelijke toestemming school vult aanmeldingsformulier in Dyslexieonderzoek Uitgangspunten: o vroegtijdige onderkenning al dan niet middels onderzoek om sociaal- en/of emotionele problemen te voorkomen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 58

59 o o alleen leerlingen die niet voor vergoede dyslexiezorg in aanmerking komen (volgens protocol vanaf groep 6) volgens protocol Procedure: aanvragen via het BoOT geen toezeggingen aan ouders op voorhand (wel informeren en terugkoppeling is aan de school). de school doet eerste screening m.b.t. aanwezige gegevens of er mogelijk sprake van dyslexie kan zijn en geeft indien nog nodig eerste adviezen m.b.t. ontbrekende gegevens uitvoering vindt plaats in onderling overleg binnen het BoOT ouders geven schriftelijk toestemming Opmerking: voor het aanmerking komen voor vergoede dyslexiezorg is een aparte route. Dyscalculieonderzoek o o o vroegtijdige onderkenning al dan niet middels onderzoek om sociaal- en/of emotionele problemen te voorkomen volgens protocol onderzoek naar cognitieve mogelijkheden (Intelligentie) gaat vooraf aan het dyscalculieonderzoek als contra-indicatie (uitzonderingen zijn mogelijk) Procedure: aanvragen via het BoOT geen toezeggingen aan ouders op voorhand de school doet eerste screening m.b.t. aanwezige gegevens of er mogelijk sprake van dyscalculie kan zijn en geeft indien nog nodig eerste adviezen m.b.t. ontbrekende gegevens uitvoering vindt plaats in onderling overleg binnen het BoOT ouders geven schriftelijk toestemming Individuele leerlijn Uitgangspunten: o o indien na herhaald doorlopen van handelingsplannen geen of nauwelijks vooruitgang te constateren is en er achterstanden zijn van tenminste een jaar inspectie: zie Ontwikkeling van leerlingen met specifieke behoeften uit Analyse en waardering van opbrengsten, augustus 2014 Procedure: voordat overgegaan wordt op een individuele leerlijn checkt de school de onderbouwing en overlegt de school met het BoOT Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 59

60 school laat deskundigenverklaring ondertekenen door Jannes Aanvraag LGF cluster 1, 2 Uitgangspunten: o zie stappenplan leerlingenondersteuning Procedure: De ouders vragen samen met school bij de betreffende cluster LGF aan via het CvI. Het BoOT wordt op de hoogte gesteld en kan vooraf meedenken in het proces voorafgaande aan de aanvraag (type LGF, voldoende documentatie, e.d.). Orthopedagoog stelt een diagnostische onderbouwing op, indien nodig. Aanvraag extra ondersteuning (Arrangement samenstellen) Uitgangspunten: o o zie stappenplan leerlingenondersteuning zie Procesgang Handelingsgericht Arrangeren Procedure: De school vraagt, gesteund door ouders, bij het BoOT de extra ondersteuning aan De school volgt de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren Het BoOT wordt op de hoogte gesteld en kan vooraf meedenken in het proces voorafgaande aan de aanvraag. Orthopedagoog stelt een integrale onderbouwing op, indien nodig De school stelt voor deze leerlingen een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op Aanvraag toelaatbaarheid verklaring SO / SBO Uitgangspunten: o o zie stappenplan leerlingenondersteuning zie Procesgang Handelingsgericht Arrangeren Procedure: De school vraagt, gesteund door ouders via het BoOT de extra zware ondersteuning aan De school volgt de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren Het BoOT wordt op de hoogte gesteld en kan vooraf meedenken in het proces voorafgaande aan de aanvraag. GZ psycholoog stelt een integrale onderbouwing op Zie verder brochure Commissie van Advies, Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 60

61 Aanmelding sociaal emotionele problematiek (a)/ leerproblematiek (b) Uitgangspunten a: o o gedragsproblematiek verminderen / voorkomen kinderen weerbaarder maken Uitgangspunten b: o o leerproblemen verminderen/ voorkomen (bij handelingsverlegen vd school). Meedenken in oplossingen of voorstellen van mogelijke onderzoeken Procedure: aanvragen via ambulante begeleiding SEO overleg binnen BoOT en op school uitvoering a. door Marjo (bij groepstrainingen dient de leerkracht aanwezig te zijn) Voor mogelijke trainingen en begeleiding zie document Aanbod trainingen te vinden op: documenten@vcpo-noordgroningen.nl (sharepoint) Zorg voor Jeugd Groningen Uitgangspunten: o o Het samenbrengen van hulpverleners rond een zorggezin. Het versnellen/ actief maken van hulp aan een zorggezin. Procedure: Leerling/ gezin met Tilly bespreken. Tilly zet de leerling in het systeem en ontvangt een mail van ZvJG. Tilly stuurt een reactie naar IB en ZvJG voor verder overleg van de diverse partijen. Procedure wordt nog herzien. Bijlage 1: Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 61

62 LEERLINGEN ONDERSTEUNING Naam school: Datum: Inventarisatie verdere acties ondersteuning 01. intelligentie onderzoek 02. onderbouwing individuele leerlijn (vanaf medio groep 6 met bepaling intelligentie) 03. aanvullend didactisch onderzoek 04. aanvraag ambulante begeleiding SEO 05. aanmelding Verwijsindex, aanmelding externe instantie voor zorg 06. overgaan op individuele leerlijn, met deskundigenverklaring 07. aanmelding vergoede dyslexiezorg 08. uitvoeren onderzoek naar dyslexie (vanaf medio groep 6) 09. uitvoeren onderzoek naar dyscalculie (vanaf medio groep 6) 10. arrangement samenstellen (extra ondersteuning) 11. aanvragen TLV via CvA voor SBO / SO 12. extern onderzoek Leerling, groep deelname aan afname NIO: Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 62

63 Bijlage 2 Stappenplan leerlingenondersteuning Stappenplan leerlingenondersteuning Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 63

64 Sub Regio Noord, SWV September STAPPENPLAN LEERLINGENONDERSTEUNING Inleiding Het stappenplan leerlingenondersteuning is een doorgaande lijn voor leerlingen in de (speciale) basisscholen van het samenwerkingsverband. Veel basisscholen werken volgens de principes van de 1-Zorgroute waarmee het onderwijs beter planmatig afgestemd kan worden op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het accent ligt op de handelingsgerichte benadering: vroegtijdig de leerlingen signaleren die extra aandacht nodig hebben en het gewone onderwijsaanbod intensiveren en afstemmen op de betreffende leerling(en). Het stappenplan heeft vier niveaus: 1. De interne ondersteuningsstructuur op de basisschool (basisondersteuning). 2. De externe ondersteuningsstructuur in de Subregio van het Samenwerkingsverband (extra ondersteuning). 3. De interne ondersteuningsstructuur op de speciale school voor basisonderwijs -SBO en of Speciaal Onderwijs (extra zware ondersteuning). Waar in dit document wordt gesproken van ouders worden de wettelijke vertegenwoordigers bedoeld die belast zijn met het gezag over de betreffende leerling. De uitvoering van het Stappenplan Leerlingenondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het Samenwerkingsverband. Basisondersteuning: DE INTERNE ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR VAN DE BASISSCHOOL Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 64

65 STAP 1: Verzamelen en ordenen van gegevens De leerkracht in de basisschool is de centrale factor in de leerlingenondersteuning op het niveau van de groep. Hij/zij verzamelt systematisch gegevens van alle leerlingen via de (dagelijkse) observaties, uit schriftelijk opdrachten, via methodegebonden toetsen, methode onafhankelijke toetsen, huisbezoeken, vragenlijsten over bijv. sociaal-emotioneel gedrag etc. De relevante gegevens worden geordend en vastgelegd in een groepsoverzicht per vakgebied; deze vormen tevens de basis voor de evaluatie van het groepsplan. De groepsoverzichten worden bewaard in de klassenmap, toetsresultaten worden opgeslagen in het gestandaardiseerde leerlingvolgsysteem van de betreffende school. STAP 2: Signalering en groepsbespreking De groepsleerkracht analyseert toetsgegevens en signaleert welke leerlingen in de komende periode extra aandacht nodig hebben. Dat kan betekenen: er is meer instructie, meer leertijd of extra leerstof nodig. De toetsen van het (CITO) leerlingvolgsysteem kunnen bevestigen of er inderdaad sprake is van een achterstand ten opzichte van de normgroep. Leerlingen die op de Cito-toetsen D of E scoren (indien er wordt gewerkt met de niveaus I V, volgt er een definiëring) en/of uitkomen op 25% leerachterstand of meer ten aanzien van de normgroep zijn aanleiding tot ondersteuning. Problemen op het gebied van de sociaalemotionele ontwikkeling worden gesignaleerd door systematische observaties, gedragsvragenlijsten of een genormeerd specifiek leerlingvolgsysteem. De groepsleerkracht signaleert leerlingen die specifieke onderwijsbehoeften hebben met betrekking tot het basisaanbod. STAP 3: Benoemen van de specifieke onderwijsbehoeften a. groepsbespreking en clusteren in het groepsplan Intern begeleider en groepsleerkracht voeren een groepsbespreking. De specifieke onderwijsbehoeften worden benoemd en de (organisatorische) ondersteuning die daarbij nodig is. Leerlingen met vergelijkbare behoeftes in aanvulling op het basisaanbod worden geclusterd. Dit kan betekenen: meer instructie, meer leertijd, meer oefenstof en wordt vastgelegd in het groepsplan. De groepsbespreking is de schakel naar de leerlingenbespreking. b. leerlingenbespreking Wanneer een leerling herhaald onvoldoende profiteert van het aanbod in het groepsplan, wanneer er een ernstig probleem of een stoornis wordt vermoed of wanneer er sprake is van ernstige handelingsverlegenheid, wordt besloten tot een leerlingenbespreking. De ouders worden geïnformeerd over de reden en het doel van de bespreking. Zij kunnen aanvullende informatie geven. De leerkracht, de intern begeleider en anderen die betrokken zijn bij de ondersteuning in de school, voeren het gesprek. Centraal staat de begeleidingsvraag van Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 65

66 de leerkracht. In de leerlingenbespreking worden de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling verhelderd, het Vraag Profiel Instrument kan worden ingezet. Besproken wordt hoe de leerkracht eraan tegemoet kan komen in het groepsplan of, indien nodig, het individueel handelingsplan. In eerste instantie probeert de school zelf in de leerlingenbespreking een antwoord te vinden op de begeleidingsvraag van de leerkracht. Wanneer dit niet lukt, kunnen na toestemming van de ouders, stappen worden gezet naar de externe leerlingenondersteuning. Het individueel handelingsplan wordt met de ouders besproken, zij kunnen het individuele handelingsplan voor gezien ondertekenen. Het individuele handelingsplan komt in het centrale (digitale) leerlingendossier. 1 N.B.: van ieder overleg met de ouders wordt een kort verslag gemaakt met de gemaakte afspraken. STAP 4: Opstellen en uitvoeren groepsplan Het groepsplan wordt opgesteld en uitgevoerd door de groepsleerkracht. Hierin staat het onderwijsaanbod voor een bepaalde periode, afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. In het groepsplan staat welk aanbod bedoeld is voor de hele groep, voor subgroepjes of voor individuele leerlingen. Het is concreet en praktisch en uitgewerkt voor de hele groep. Eventueel wordt het plan tussentijds bijgesteld wanneer de praktijk daartoe aanleiding geeft. De groepsplannen worden bewaard in de groepsmap. STAP 5: Evaluatie Ieder groepsplan en het individueel handelingsplan is een onderdeel van de cyclus planmatig werken. Hierop is aangegeven wanneer en hoe er geëvalueerd wordt. De uitkomst van de evaluatie wordt schriftelijk vastgelegd. De groepsleerkracht en de intern begeleider bespreken de evaluatie en stellen de vervolgstappen vast. Dat kan betekenen: - geen verdere actie noodzakelijk - vervolg interne hulp via groepsplan of individueel handelingsplan via stap overschakelen naar de (externe) begeleidingsstructuur van de subregio van het samenwerkingsverband (stap 7 t/m 14) STAP 6: Consultatie en/of onderzoek door het Regionaal Expertise Team (RET) Uit de leerlingenbespreking kan naar voren komen dat aanvullende expertise van een externe deskundige nodig is. 1 Het dossier valt onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens en mag niet door onbevoegden worden ingezien. Zonder toestemming van de ouders mag geen informatie uit het dossier aan derden worden verzonden. Het dossier moet in een afgesloten systeem opgeslagen worden. Originele dossiers moeten vijf jaar lang bewaard worden nadat een leerling is verwezen/ vetrokken. Aan andere instellingen worden alleen kopieën verstrekt. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 66

67 Voor aanvullende onderzoek legt de intern begeleider contact met het RET na toestemming van de ouders. Het RET kan worden ingeschakeld voor de volgende ondersteuning: - consultatieve leerlingbegeleiding - aanvullend onderzoek of observatie na toestemming van de ouders Ouders die een second opinion of onderzoek wensen waar de school en de betrokken orthopedagoog / gz psycholoog of generalist nut en noodzaak niet van inzien, nemen de kosten daarvan voor eigen rekening - ondersteuning bij het opstellen van een individueel handelingsplan of groepsplan - ondersteuning bij het uitwerken van een eigen leerlijn of eigen programma Achtereenvolgens twee of drie keer een individueel handelingsplan inzetten kan duidelijk maken dat de geconstateerde achterstand niet wordt opgeheven. Een individuele leerlijn voor één vak of een individueel programma kan een optie zijn. De notitie Criteria eigen leerlijn geeft aan hoe dit in zijn werk dient te gaan. Het besluit moet worden gefundeerd op een verklaring van een externe deskundige, waaruit blijkt dat de problematiek primair te wijten is aan leerlingkenmerken. De ouders worden nadrukkelijk betrokken bij dit proces en geven schriftelijk toestemming voor de inzet van een individuele leerlijn. - ondersteuning bij aanmelding instelling voor jeugdzorg (zie route Jeugdzorg) - ondersteuning aanvraag arrangementen als extra ondersteuning(zie procesgang) - ondersteuning bij het arrangeren naar de extra zware ondersteuning in de vorm van Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs (zie Procesgang) - verrichten van dyslexieonderzoek en opstellen dyslexieverklaring Alle basisscholen van het samenwerkingsverband volgend het Protocol Leesproblemen en dyslexie; dit protocol geeft richtlijnen voor de begeleiding van leerlingen met (dreigende) leesproblemen volgens een gedetailleerd uitgewerkt stappenplan. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 67

68 - verrichten van dyscalculieonderzoek en opstellen dyscalculieverklaring Alle basisscholen van het samenwerkingsverband volgend het Protocol Ernstige Rekenproblemen en Dyscalculie; dit protocol geeft richtlijnen voor de begeleiding van leerlingen met (dreigende) rekenproblemen volgens een gedetailleerd uitgewerkt stappenplan. - aanmelding bij een zorgvoorziening of een instelling voor jeugdzorg Zie zorgroute van Jeugdzorg Indien wordt besloten tot een doublure (idem verlenging van groep 1 / 2), wordt dit besluit uitgevoerd volgens het protocol doubleren van de betreffende school. Extra ondersteuning DE (EXTERNE) ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR VAN DE SUBREGIO VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND STAP 7 (ondersteuningsteam en leerkracht basisschool) Beginsituatie vastleggen. - De school brengt in kaart wat de mogelijkheden van de school op het actuele moment zijn en vult daartoe de matrix in. - In hoeverre zijn de mogelijkheden van de basisondersteuning, lichte arrangementen, voldoende benut? Wil zeggen wat heeft de school tot nu toe gedaan? En wat heeft dat opgeleverd? Actuele situatie leerling leerkracht schoolteam ouders Aandacht en tijd Specifieke deskundigheid Methoden en materialen en faciliteiten Inrichting schoolgebouw Samenwerking ketenpartners Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 68

69 STAP 8 (ondersteuningsteam en leerkracht basisschool) Vaststellen Dat extra ondersteuning nodig is. - Waaruit blijkt dat de ondersteuningsbehoefte van de leerling de basisondersteuning, in relatie tot het Schoolondersteuningsprofiel, overstijgt? - In hoeverre wijkt de onderwijsbehoefte af van het groepsaanbod? - Welke specifieke deskundigheid 2 binnen de basisondersteuning is al betrokken? - Op welke wijze zijn de ouders betrokken? STAP 9 (ondersteuningsteam basisschool, leerkracht en ouders) Vaststellen Waarom extra ondersteuning nodig is. - Op welke wijze is een orthopedagoog / GZ psycholoog (generalist) bij de leerling betrokken? (denk aan: onderbouwing van het waarom) - Wat vinden de ouders en wat vindt de leerling zelf van de gewenste ondersteuningsbehoefte? - Hoe ziet het ontwikkelingsperspectief (OPP) eruit en geeft dat voldoende richting? - Wat is de integrale beschrijving van de stimulerende en belemmerede factoren in relatie tot de onderwijsbehoefte en het beoogde uitstroomperspectief? M.a.w. antwoord op de vraag: wat is er aan de hand? - Het Vraagprofiel Instrument kan worden ingezet voor het bepalen van de onderwijs ondersteuningsbehoefte van de leerling en de benodigde ondersteuning. STAP 10 (door de basisschool en Regionaal Expertise Team {RET}) Vaststellen Wat er nodig aan extra ondersteuning. - Welke ondersteuning is al ingezet door de aanvragende school? (zie stap 1) - Wat heeft die ondersteuning opgeleverd (effecten, opbrengsten)? - Welke relevante informatie (LOVS, verslagen, observaties) onderbouwt de aanvraag? Welke aanvullende deskundigheid (RET) is nodig in relatie tot de behoefte? - Beschrijving van het afwijkende onderwijsaanbod en gerealiseerde doelen? (zie stap 3, is OPP) - Wat is concreet nodig om de leerling het passende arrangement te bieden? - De matrix 3 wordt aangevuld met wat verder nodig is. Gewenste situatie, fine tuning leerling leerkracht schoolteam ouders 2 Notitie Arrangeren en toewijzen extra ondersteuning, pagina 4: Bij de basisondersteuning hoort: begeleiding, observatie en onderzoek door een deskundige met diagnostische expertise ondersteuning en begeleiding van leerkrachten door een deskundige die niet tot de eigen school behoort bij specifieke vragen, benutten van expertise, via de ouders, van artsen en psychiaters 3 Notitie Arrangeren en toewijzen extra ondersteuning, pagina 4: Extra ondersteuning moet maatwerk zijn, toegesneden op de vragen: Wat heeft deze leerling nodig? Wat heeft de leerkracht nodig? Wat heeft de school nodig? Welke ondersteuning hebben de ouders nodig? Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 69

70 Aandacht en tijd Specifieke deskundigheid Methoden en materialen en faciliteiten Inrichting schoolgebouw Samenwerking ketenpartners - Op welke wijze zijn de ouders betrokken bij het vullen van de matrix? STAP 11 (door de basisschool en Regionaal Expertise Team) Vaststellen Waar de extra ondersteuning gerealiseerd kan worden. - Kan de extra ondersteuning worden gerealiseerd op de huidige reguliere basisschool? - Kan het worden gerealiseerd binnen een andere reguliere basisschool in de regio? - Door naar stap 6. - Hoe is vastgesteld dat de extra ondersteuning niet binnen de reguliere basisschool kan worden gerealiseerd? - Door naar stap 7. STAP 12 (door Regionaal Expertise Team) Vaststellen Hoe de extra ondersteuning gerealiseerd kan worden. Toekennen van het budget aan de basisschool. - Vastgesteld wordt de hoogte van het budget van het arrangement (faciliteren). - Vastgesteld wordt door wie de extra ondersteuning wordt uitgevoerd. - Vastgelegd worden evaluatie momenten, effecten en opbrengsten. - Aangegeven wordt hoe ouders worden betrokken. STAP 13 (door de basisschool en Regionaal Expertise Team) Aanvraag toelaatbaarheidsverklaring voor het Speciaal Basis Onderwijs of Speciaal Onderwijs via Commissie van Advies. Vaststellen Hoe de extra zware ondersteuning gerealiseerd kan worden. - Uit de verslagen blijkt dat er is vastgesteld dat de extra ondersteuning niet op een reguliere basisschool kan worden gerealiseerd. - Aan te bevelen: Het Vraagprofiel Instrument wordt ingezet voor het bepalen van de onderwijs ondersteuningsbehoefte van de leerling en de benodigde ondersteuning. - De ingevulde matrix geeft de ondersteuningsbehoefte voor de leerling weer. - De wijze waarop de ouders zijn betrokken blijkt uit de ingevulde matrix. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 70

71 - Vastgesteld wordt waar de extra ondersteuning in de vorm medium of zware ondersteuning binnen de Sub Regio of buiten deze regio kan worden geboden, lees : plaatsing respectievelijk welk SBO of SO. - Aanvraag toelaatbaarheidsverklaring via Commissie van Advies aan bestuur SWV PO 20.01: Aangeleverd wordt aan de Commissie van Advies: Uitgewerkt (aanbevolen) Vraag Profiel Instrument, ingevulde Matrix en Psychodiagnostische Onderbouwing middels een integrale beschrijving door orthopedagoog / GZ psycholoog c.q. generalist (format beschikbaar) met een check op de wettelijke inhoudelijke criteria wat betreft Cluster 3 en 4 - Het bestuur van het SWV PO geeft de toelaatbaarheidsverklaring af, de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht zijn van toepassing. - Overmaken het budget voor het arrangement (indien van toepassing). - Vastgelegd worden evaluatie momenten idem de procedure voor eventuele terugplaatsing. Plaatsing leerling binnen SBO of SO volgens de geldende procedure van aanmelding, zie daartoe Extra zware ondersteuning: DE INTERNE ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR VAN DE SPECIALE SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS (SBO) OF SPECIAAL ONDERWIJS (SO) Nader uit te werken door de instellingen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 71

72 Bijlage 3 Protocol leesproblemen en dyslexie PREVENTIENIVEAU 1, STAPPENPLAN GROEP 1 EN 2 Aandachtspunten: geletterde ervaringen mondelinge taalvaardigheid fonemisch bewustzijn kennis van letters woordenschat GROEP 1 Stap Moment in Actie door de leerkracht Uitwerking in leerjaar protocol leesproblemen en dyslexie Stap 1 Intakegesprek (moment verschilt per leerling). intake-formulier VCPO met ouders praten over de taalontwikkeling van het kind overdracht Pravooontwikkelingsboekje vanuit de psz vraag 1 t/m 4 invullen formulier vroegtijdige signalering evt. adviezen inwinnen bij logopediste Hoofdstuk 2 en 3 Interventie: Stimuleren van geletterdheid middels de uitgangspunten van beginnende geletterdheid. Stap Meetmoment 1 Invullen signaleringslijst Hoofdstuk 4 2 Januari na overleg met IB handelingsplan opstellen voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan geletterde activiteiten Stap Januari - juni aanbod verrijken door stimuleren Hoofdstuk 3 3 goede spraak/ taal ontwikkeling: veel voorlezen, kleine kring Schatkist, Leerlijn beginnende geletterdheid. Stap Meetmoment 2 Rijmtoets afnemen Toetsen Beginnende Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 72

73 4 April geletterdheid CPS Stap 5 Meetmoment 3 Mei Woordenschat 1 afnemen Toetsen Beginnende geletterdheid CPS Stap 6 Stap 7 Meetmoment 4 Invullen signaleringslijst Hoofdstuk 4 Juni In overleg met IB handelingsplannen evalueren en nieuwe plannen opstellen voor volgende groep voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod van geletterde activiteiten. Evt. overleg logopedist Einde schooljaar Groepsoverdracht Hoofdstuk 6 GROEP 2 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Aanvang schooljaar Meetmoment 1 Oktober Stimuleren van geletterdheid middels de uitgangspunten van beginnende geletterdheid. Gericht aanbod verrijken voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn (fonemisch bewustzijn) en letterkennis. Afname Woordenschattoets 2, Letterkennistoets 1, Analysetoets en Synthesetoets 1. November Handelingsplannen evalueren en bijstellen. Hoofdstuk 2 en 3 Toetsen Beginnende geletterdheid CPS Stap 4 Stap 5 Meetmoment 2 Januari/ februari Invullen signaleringslijst Afname Toetsen Taal en Rekenen voor kleuters M2 Afname dyslexiescreening van Anneke Smits In overleg met IB handelingsplannen opstellen voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn en letterkennis Februari- juni Aanbod verrijken voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn en letterkennis. Extra begeleiding bieden middels de voorschotbenadering Stap Meetmoment 3 Afname benoemsnelheid Cijfers en Letters Hoofdstuk 4 Cito Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters. Hoofdstuk 3 en 5 Toetsen Beginnende Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 73

74 6 April Tussen evaluatie handelingsplannen. Handelingsplannen bijstellen. Stap 7 Stap 8 Stap 9 Meetmoment 4 Mei Afname Woordenschattoets 2, Analysetoets, Letterkennistoets 2 en Synthesetoets 2 geletterdheid CPS Toetsen Beginnende geletterdheid CPS Meetmoment 5 Invullen signaleringslijst Hoofdstuk 4 Juni Afname Toetsen Taal en Rekenen voor kleuters E2 Cito LOVS Taal voor In overleg met IB kleuters en Rekenen handelingsplannen evalueren en voor kleuters opstellen nieuw plan voor volgende groep voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn en letterkennis. Evt. inzet logopedist Einde schooljaar Groepsoverdracht Hoofdstuk 6 PREVENTIENIVEAU 2, STAPPENPLAN GROEP 3 De methode Veilig leren lezen kent een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Met de in de kalender genoemde toetsen kun je het meest efficiënt het technisch leesonderwijs van de leerlingen volgen en kunnen leesproblemen vroegtijdig en nauwkeurig worden gesignaleerd. Naast observaties tijdens de lessen bestaat het systeem uit controletaken en toetsen. Aandachtspunten: systematische aandacht letter/klankkoppeling en auditieve synthese automatiseren letter/klankkoppeling woordenschat GROEP 3 Veilig leren lezen nieuwste versie wordt volledig gevolgd, niet alleen qua toetsen, maar ook de verdere diagnostiek. (Zie bijlage VLL) Moment in tijd is afhankelijk van de kern waarin gewerkt wordt, niet van de maand die er voor staat (onder moment in de tijd ). (Zie bijlage VLL) Stap 1 Aanvang schooljaar Vastleggen beginsituatie, evt. bijstellen groepsplan Start interventieperiode zorgniveau 2 Goed inplannen van de methode VLL (pre- en reteaching) Inleiding en Hoofdstuk 4 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 74

75 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meetmoment 1 Oktober/ november Novemberjanuari Meetmoment 2 Februari Na aanbieden alle letters! Inzetten computerprogramma Leesladder/ zoem Afname Benoemsnelheid Cijfers en Letters en Synthesetoets 3 Afname Herfstsignalering na afronding kern 3: Grafementoets, Fonemendictee, Woorden lezen, Tekst lezen Letters herkennen Cito Groepsplan/ handelingsplannen evalueren en aanpassen: gebruik makend van werkwijze en materiaal van VLL Elementaire leeshandeling. De interventie is gericht op: opbouwen van letterkennis, decoderen van klankzuivere woorden en de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn. Pre- en reteaching Veilig leren lezen Connect Klanken en Letters zorgniveau 3 Inzet computerprogramma Leesladder Alle leerlingen: Afname wintersignalering VLL Letters benoemen DTLAS 100% goed of Grafementoets Cito 100% goed Letterdictee DTLAS min. 80% goed of Fonemendictee Cito min. 80% goed DMT M3 kaart 1 en 2 min. C- niveau Spelling M3 Cito min. C- niveau of PI- dictee min. C- niveau Tekst lezen AVI M3 Beheersing Analyse van de toetsen. Invullen groepsbesprekingsformulier Na overleg met IB evalueren en opstellen groepsplannen/ handelingsplannen. Februari - april Het opbouwen van een volledige letterkennis. Het verbeteren van de decodeervaardigheden (leessnelheid). 3 x per week 20 minuten: Pre- en reteaching Veilig leren lezen Toetsen Beginnende geletterdheid CPS VLL Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Map Connect Hoofdstuk 3 VLL Cito LOVS Hoofdstuk 4 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 75

76 Leesladder Connect Letterkennis Connect Woordherkenning Stap 6 Meetmoment 3 april na afronden kern 8 Lentesignalering bij alle leerlingen Bij uitval meetmoment 2: DMT kaart 1 en 2, AVI en/ of Spelling M3 of PI- dictee: vooruitgang t.o.v. vorig meetmoment Grafementoets, Fonemendictee Cito Effect interventie van zwakke leerlingen evalueren en groepsplan/ handelingsplannen bijstellen. Zorgleerlingen bovenschools aanmelden. VLL-site Cito LOVS, PI- dictee Hoofdstuk 3 Stap April- mei/ juni Automatisering van het leesproces 3 x per Hoofdstuk 4 7 week 20 min. Pre- en reteaching Veilig leren lezen Leesladder Connect Letterkennis Connect Woordherkenning Stap 8 Meetmoment 4 en eindevaluatie Mei/ juni Afname eindsignalering na kern 12 DMT E3 kaart 1,2,3 min. C- niveau AVI E3 Beheersingniveau Spelling E3 min. C- niveau Begrijpend lezen E3 min. C- niveau Bij leerlingen met zwakke technische lees / VLL Cito LOVS Hoofdstuk 3 spellingvaardigheden: toets voor auditieve analyse toets voor auditieve synthese grafementoets fonemendictee Stap 9 Analyses maken van de toetsen. Invullen groepsbesprekingsformulier na overleg met IB groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en nieuw plannen opstellen voor volgend schooljaar. Einde schooljaar Groepsoverdracht PREVENTIENIVEAU 3, STAPPENPLAN GROEP 4 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 76

77 Aandachtspunten: lezen meerlettergrepige woorden verhogen leessnelheid wegwerken achterstanden en voorkomen te grote achterstanden woordenschat Van leestechniek naar leesbegrip GROEP 4 Stap 1 Aanvang schooljaar Beginsituatie vastleggen. Evt. groepsplan aanpassen. Hoofdstuk 3 blz. 83 en 84 Stap 2 September - november Estafette voor alle leerlingen In deze interventieperiode zal vooral het Hoofdstuk 4 technisch lezen en spellen nog veel aandacht krijgen, maar geïntegreerd met begrijpend lezen en functioneel schrijven (stellen). Het leesproces moet worden geautomatiseerd Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Stap 3 Meetmoment 1 November Afname bij alle leerlingen: Estafette controletoetsen Vloeiend en Vlot Afname bij zwakke lezers: DMT kaart 1,2,3 verbetering t.o.v. moment E3 en AVI E3 Beheersingniveau EMT/ Klepel min. standaardscore 7 en/ of spellers: PI- dictee of Spelling E3 verbetering t.o.v. moment Evt. Grafementoets en Fonemendictee Cito Groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en bijstellen. Hoofdstuk 3 Stap 4 November - januari/ Alle leerlingen Estafette Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Hoofdstuk 4 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 77

78 Stap 5 februari Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Meetmoment 2 Bij alle leerlingen: januari/ februari DMT M4 kaart 123 min. C- niveau AVI M4 Beheersingniveau Spelling M4 min. C- niveau Begrijpend lezen M4 min. C- niveau Bij leerlingen die uitvallen: Hoofdstuk 3 blz. 88 Cito LOVS Grafementoets en Fonemendictee, Klepel, EMT min. standaardscore 7, PIdictee Stap 6 Stap 7 Analyseren van de toetsen Groepsbesprekingsformulier invullen. Na overleg met IB groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en bijstellen. Bij 3 E- scores op de DMT: leerling aanmelden voor vergoede dyslexiezorg. Februari- april Alle leerlingen Estafette Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Meetmoment 3 Afname bij alle leerlingen: April Estafette controletoetsen Vloeiend en Vlot Afname bij zwakke lezers: DMT kaart 1,2,3 verbetering t.o.v. moment M4 en AVI M4 Beheersingniveau EMT/ Klepel min. standaardscore 7 en/ of spellers: PI- dictee of Hoofdstuk 4 Cito LOVS Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 78

79 Stap 8 Stap 9 Spelling M4 verbetering t.o.v. moment Evt. Grafementoets en Fonemendictee Cito Groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en bijstellen. April - juni Alle leerlingen Estafette Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Meetmoment 4 Bij alle leerlingen: Mei- Juni DMT E4 kaart 123 min. C- niveau AVI E4 Beheersingniveau Spelling E4 min. C- niveau Begrijpend lezen E4 min. C- niveau Bij leerlingen die uitvallen: Hoofdstuk 4 Cito LOVS Grafementoets en Fonemendictee, Klepel, EMT min. standaardscore 7, PIdictee Stap 10 Analyseren van de toetsen Groepsbesprekingsformulier invullen. Na overleg met IB groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en nieuwe opstelen voor volgend schooljaar. Bij 3 E- scores op de DMT of 4 E- scores op Spelling: leerling aanmelden voor vergoede dyslexiezorg. Einde schooljaar Groepsoverdracht Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 79

80 PREVENTIENIVEAU 4, STAPPENPLAN GROEP 5, 6, 7 EN 8 Aandachtspunten: - vlot kunnen lezen begrijpen van verhalende en informatieve teksten woordenschat ontwikkeling beperkt aantal leesstrategieën kunnen toepassen GROEP 5 t/m 8 Stap 1 Aanvang schooljaar Beginsituatie vastleggen. Evt. groepsplan aanpassen. Hoofdstuk 3 blz. 92 en 93 Stap 2 September - november Estafette voor alle leerlingen In deze interventieperiode zal vooral het Hoofdstuk 4 technisch lezen en spellen nog veel aandacht krijgen, maar geïntegreerd met begrijpend lezen en functioneel schrijven (stellen). Het leesproces moet worden geautomatiseerd Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Stap 3 Meetmoment 1 November Afname bij alle leerlingen: Estafette controletoetsen Vloeiend en Vlot Afname bij zwakke lezers: DMT kaart 1,2,3 verbetering en AVI EMT/ Klepel min. standaardscore 7 en/ of spellers: PI- dictee of Spelling verbetering t.o.v. moment eindmeting Evt. Grafementoets en Fonemendictee Cito Groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en bijstellen. Hoofdstuk 3 Stap 4 November - januari/ februari Alle leerlingen Estafette Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per Hoofdstuk 4 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 80

81 week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Stap Meetmoment 2 Bij alle leerlingen: Hoofdstuk 3 5 januari/ februari DMT kaart 123 min. C- niveau AVI Spelling min. C- niveau Begrijpend lezen min. C- niveau Bij leerlingen die uitvallen: Cito LOVS Grafementoets en Fonemendictee, Klepel, EMT min. standaardscore 7, PI- dictee Stap 6 Stap 7 Analyseren van de toetsen Groepsbesprekingsformulier invullen. Na overleg met IB groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en bijstellen. Bij 3 E- scores op de DMT: leerling aanmelden voor vergoede dyslexiezorg. Februari- april Alle leerlingen Estafette Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Meetmoment 3 Afname bij alle leerlingen: April Estafette controletoetsen Vloeiend en Vlot Afname bij zwakke lezers: DMT kaart 1,2,3 verbetering t.o.v. eerder meetmoment en AVI EMT/ Klepel min. standaardscore 7 en/ of spellers: PI- dictee of Spelling verbetering t.o.v. eerder meetmoment Evt. Grafementoets en Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 3 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 81

82 Stap 8 Stap 9 Fonemendictee Cito Groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en bijstellen. April - juni Alle leerlingen Estafette Voor leerlingen die uitvallen: Estafette aanpak 1 Connect Vloeiend lezen 3 x per week 20 min. Ralfilezen, wanneer de spellende handeling beheerst wordt BLOON Spelling in de lift plus of Zelfstandig spellen Leesladder Meetmoment 4 Bij alle leerlingen: Mei- Juni DMT E kaart 123 min. C- niveau AVI Beheersingniveau Spelling E4 min. C- niveau Bij leerlingen die uitvallen: Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 3 Grafementoets en Fonemendictee, Klepel, EMT min. standaardscore 7, PIdictee Stap 10 Analyseren van de toetsen Groepsbesprekingsformulier invullen. Na overleg met IB groepsplannen/ handelingsplannen evalueren en nieuwe opstelen voor volgend schooljaar. Bij 3 E- scores op de DMT of 4 E- scores op Spelling: leerling aanmelden voor vergoede dyslexiezorg. Einde schooljaar Groepsoverdracht/ warme overdracht VO Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 82

83 Bijlage 4 Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie Protocol Ernstige Reken/Wiskundeproblemen en Dyscalculie Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 83

84 Protocol Ernstige Reken/Wiskundeproblemen en Dyscalculie Inhoud Voorwoord 3 Inleiding 4 Stappenplan Protocol ERWD in schema 6 Stap 1 Visie, beleid en organisatie 7 Stap 2 Het leerling- en onderwijsvolgsysteem 7 Stap 3 Vroegtijdige signalering en preventie 8 Stap 4 Algemene ondersteuning in de groep; Fase Groen 8 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 84

85 Stap 5 Extra ondersteuning in de groep; Fase Geel 9 Stap 6 Speciale ondersteuning in de groep; Fase Oranje 10 (na intern onderzoek) Stap 7 Aanvraag extern onderzoek 10 Stap 8 Uitvoering extern onderzoek 11 Stap 9 Speciale ondersteuning in de groep; Fase Rood 11 (na extern onderzoek) Stap 10 De Dyscalculieverklaring 11 Stap 11 Overdracht naar het voortgezet onderwijs 11 Bijlagen Bijlage 1. Format van een Rekenbeleidsplan 12 Bijlage 2. Rekenontwikkeling van het jonge kind; de doelen (SLO) 24 Bijlage 3. Vier hoofdlijnen van het rekenen, handelingsmodel, drieslagmodel 28 Bijlage 4. Voorbeeld van een dyscalculieverklaring 31 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 85

86 Protocol Ernstige Reken/Wiskundeproblemen en Dyscalculie Voorwoord Voor u ligt het Protocol Ernstige Reken/Wiskundeproblemen en Dyscalculie van het samenwerkingsverband 2.04 Noord Groningen. Dit protocol is in 2013 opgesteld door de werkgroep ERWD, in samenwerking met de onderwijsadviseur van Cedin, die het samenwerkingsverband hierin heeft begeleid. Dit protocol bevat o.a. relevante informatie over de benodigde zorgstructuur op de school, waaronder de fasering en procedures bij het signaleren en onderkennen van ernstige rekenproblemen en/of dyscalculie. Werkgroep ERWD samenwerkingsverband 2.04 Noord Groningen, Tilly de Boer, bovenschool intern begeleider VCPO Noord-Groningen Hilde Bolhuis, leerkracht CBS De Haven Onderdendam Jiska van Hall, onderwijsadviseur/rekenspecialist Cedin, Drachten Hans Pruim, directeur CBS De Noordkaap, Uithuizermeeden Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 86

87 Inleiding Het Protocol Ernstige RekenWiskunde-Problemen en Dyscalculie (2011, M. van Groenestijn e.a.) wordt door de samenwerkingsverbanden gehanteerd als uitgangspunt en naslagwerk voor het ERWD-beleid. Hiermee wordt aangesloten bij de in het protocol genoemde werkdefinitie, de signaleringsmomenten en de interventieperioden. Kader vanuit Protocol ERWD In het Protocol ERWD wordt de volgende definiëring gehanteerd: Ernstige rekenwiskunde-problemen kunnen ontstaan wanneer het gedurende langere tijd niet lukt om de juiste afstemming te realiseren van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling. Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn. De rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. De kenmerken/verschijnselen van dyscalculie zijn: Er is een grote discrepantie tussen de ontwikkeling van de leerling in het algemeen en zijn rekenkundige ontwikkeling. Er is een hardnekkige achterstand; ondanks gerichte deskundige begeleiding is er (te) weinig aantoonbare vooruitgang te zien. De problemen zijn ontstaan vanaf het verwerven van de basisvaardigheden in het domein Getallen en Bewerkingen en beïnvloeden ook de ontwikkeling op de domeinen Verhoudingen en Meten en Meetkunde (inclusief de leerlijnen Tijd en Geld). Uiteraard is nadere diagnostiek noodzakelijk om tot een diagnose te kunnen komen. In navolging van het Protocol ERWD worden 4 fasen van begeleiding onderscheiden voor het omgaan met reken- en wiskundeproblemen. 1. Groen: algemene ondersteuning in de groep 2. Geel: extra ondersteuning in de groep 3. Oranje: speciale ondersteuning in de groep na intern onderzoek 4. Rood: speciale ondersteuning in de groep na extern onderzoek Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 87

88 Per fase is uitgewerkt welke voorwaarden er aan voorafgaan en wat er verwacht wordt. Fase Groen en fase Geel betreffen de ondersteuning op leerkrachtniveau. In fase Groen werkt de leerkracht volgens de methode, volgt die op de voet en werkt volgens een groepsplan met differentiatie in instructiebehoeften. Alle leerlingen krijgen les op hetzelfde gemiddelde niveau in het tempo van de methode; de leerkracht kan omgaan met geringe verschillen. In fase Geel werkt de leerkracht met het groepsplan met differentiatie op inhoud in subgroepen. Indien leerlingen meer ondersteuning nodig hebben, in fase Oranje, roept de leerkracht de hulp in van de IB-er en deze overweegt verdere stappen, evt. met inschakeling van de rekencoördinator. Fase Rood betreft de leerlingen die -na extern onderzoek- blijken specialistische begeleiding nodig te hebben voor de ernstige rekenwiskunde problemen die zij ondervinden. De stappen op basis waarvan een school, zo nodig samen met externe deskundigen, verantwoord beslissingen kan nemen over de diagnostiek en de begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie zijn beschreven in een stappenplan (Protocol ERWD, Hoofdstuk 10). In dit protocol is per stap, daar waar nodig, een nadere uitwerking gemaakt waardoor het protocol ERWD op maat gemaakt is voor de scholen van het samenwerkingsverband. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 88

89 Stappenplan Protocol ERWD in schema 1. De school heeft visie en beleid op het rekenwiskunde onderwijs vastgelegd 2. De school hanteert een leerling- en onderwijsvolgsysteem (methode onafhankelijk en methode gebonden) en er is monitoring op opbrengsten 3. De teamleden hebben de deskundigheid om vroegtijdig (mogelijke) rekenproblemen te signaleren en preventieve interventies te plegen 4. Algemene ondersteuning in de groep staat beschreven in het groepsplan en bestaat uit het werken volgens de richtlijnen/handleiding van de methode(n) en door differentiatie op instructiebehoeften (Plus Basis Zorg). Wanneer de leerling tweemaal achtereen na remediering in de parkeerweek onvoldoende blijft presteren op (onderdelen van) de methode geboden toetsen dan volgt stap Extra ondersteuning in de groep staat beschreven in het groepsplan. Naast het werken volgens de richtlijnen/handleiding van de methode en differentiatie op instructiebehoeften, vindt er methode overstijgende ondersteuning plaats door afstemming/differentiatie op reken-/leerstofinhoud bij geringe rekenproblemen of hiaten. Hierbij wordt door de leerkracht gebruik gemaakt van de modellen uit het Protocol ERWD (d.w.z. de hoofdlijnen van het leren rekenen, het handelings- en het drieslagmodel). Wanneer de leerling na maximaal een half jaar extra ondersteuning onvoldoende blijft presteren op (onderdelen) van de reken-/leerstofinhoud dan volgt stap 6. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 89

90 6. Aan speciale ondersteuning in de groep gaat intern onderzoek vooraf. Vanuit dit onderzoek worden specifieke onderwijs- en kindfactoren in beeld gebracht. De speciale ondersteuning in de groep staat beschreven in het handelingsplan. Dit zal (in de meeste gevallen) leerlingen betreffen met een CITO D/E of V score. Hierbij wordt expliciet gebruik gemaakt van de modellen uit het Protocol ERWD. 7. Wanneer na een half jaar blijkt dat de speciale ondersteuning in de groep onvoldoende rendement heeft, wordt extern onderzoek aangevraagd. 8. Extern onderzoek vindt plaatst, er wordt een handelingsadvies gegeven en indien van toepassing wordt een ERWD-indicatie of diagnose dyscalculie afgegeven. 9. Vanuit de handelingsadviezen van het extern onderzoek wordt de speciale ondersteuning in de groep gecontinueerd. De speciale ondersteuning staat beschreven in een eigen leerlijn/ontwikkelingsperspectief of een handelingsplan. 10. Vanaf groep 6 kan een dyscalculieverklaring worden afgegeven 11. De school draagt zorg voor een warme overdracht naar het VO Stap 1. Visie, beleid en organisatie De school heeft in haar schoolbeleid een visie vastgelegd op rekenwiskunde onderwijs en de wijze waarop het rekenwiskunde-onderwijs wordt ingevuld, georganiseerd en ondersteund. Dit kan als een apart document in de vorm van het rekenbeleidsplan en/of als passage in het schoolondersteuningsprofiel zijn opgenomen. De school heeft vastgelegd welke procedures worden gevolgd wanneer er problemen ontstaan in de rekenontwikkeling van individuele leerlingen, waarbij taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden omschreven zijn. De deskundigheid van het team is in beeld gebracht en er is beleid ten aanzien van deskundigheidsbevordering. Bijlage 1. Format van een Rekenbeleidsplan Stap 2. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem In de eerste plaats wordt uitgegaan van het vakmanschap en de kennis van de groepsleerkrachten. Zij gaan immers dagelijks met de kinderen om, zien het gemaakte werk en doen observaties. In die zin moet het leerlingvolgsysteem niet gelden als een criterium waarop gewacht moet worden, alvorens hulp geboden wordt. Uitgangspunt is dat de leerkracht van alle leerlingen de vorderingen op de methodegebonden toetsen bijhoudt en observatiegegevens van leerlingen registreert. Twee keer per jaar worden bij alle leerlingen Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 90

91 methodeonafhankelijke normtoetsen afgenomen en de resultaten op deze toetsen worden gerelateerd aan de methodegebonden toetsen. De vorderingen van leerlingen worden twee maal per jaar besproken in de groepsbespreking en op basis van analyse en interpretatie wordt besloten welke leerlingen besproken worden met de intern begeleider in de leerlingbespreking. In de groeps- en leerlingbespreking wordt vastgesteld in welke fase van begeleiding de leerling blijft of komt. Dit betreft de fasen Basis, Zorg (fase Oranje en Rood) en Plus. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 91

92 Stap 3. Vroegtijdige signalering en preventie Preventie op rekenproblemen speelt in alle groepen, maar met name in groep 1 en 2. Dit maakt, dat de leerkrachten in de onderbouw deskundig moeten zijn ten aanzien van de rekenwiskunde ontwikkeling van jonge kinderen en de leerlingen elke dag ongeveer 30 minuten rekenactiviteiten aangeboden moeten krijgen, niet alleen in de kring, maar ook bijv. in de vorm van routines. Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen gemiddeld één uur rekenen per dag. De ontwikkeling van de leerlingen in groep 1 en 2 wordt gevolgd met observatielijsten, die de doelen dekken zoals geformuleerd in het document Rekenontwikkeling van het jonge kind; de doelen (SLO). Bijlage 2. Rekenontwikkeling van het jonge kind; de doelen (SLO) Specifiek moet gelet worden op opvallende gebeurtenissen, zoals problemen met het leren tellen (bijv. het niet kunnen onthouden van de telrij of het niet verder of terug kunnen tellen vanaf een willekeurig getal), het niet kunnen overzien van aantallen (ook wel subiteren genoemd), moeite met het tot stand komen van de triple code waarmee de koppeling bedoeld wordt tussen cijfer-hoeveelheid-benaming (ter illustratie 3, OOO en drie ) en/of een gebrekkige ontwikkeling van rekenbegrippen/rekentaal. Bij twijfel over de rekenwiskundige ontwikkeling wordt een specifiek, bij voorkeur genormeerde, observatielijst of diagnostisch instrument, zoals de UGT afgenomen. Stap 4 Algemene ondersteuning in de groep (fase Groen) Ten aanzien van de algemene ondersteuning in de groep geldt, dat de school zich primair richt op de rekenwiskunde-ontwikkeling van alle leerlingen. De leerkracht stelt naar aanleiding van de resultaten op de CITO toetsen en alle overige relevante gegevens (evaluatie vorig groepsplan, methodegebonden toetsen, observatiegegevens, leerling- en omgevingskenmerken) per periode een groepsplan op. In de eerste plaats wordt gewerkt met de voorzieningen, die de reguliere methoden bieden. De leerkracht bepaalt de doelen per les. Tijdens de les observeert de leerkracht doelgericht en tijdens of na de les kijkt de leerkracht het gemaakte werk (selectief) na. De leerkracht evalueert of de doelen bereikt zijn en stelt waar nodig doelen bij. In een logboek worden relevante gegevens genoteerd. Aan het begin of aan het eind van een blok wordt een methodegebonden toets afgenomen, die geregistreerd wordt in ParnasSys. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 92

93 Werkwijze vooraf toetsen Vanaf groep 4 wordt, voorafgaande aan het volgende blok van rekenen, de bloktoets afgenomen. Op basis van de uitkomsten wordt de gedifferentieerde instructie aangeboden. De leerkracht maakt een analyse van de toets om vast te kunnen stellen welke leerlingen bepaalde onderdelen van het komende blok al beheersen. Deze groep leerlingen krijgt een korte instructie, gaan sneller zelfstandig aan de slag met de zelfstandige verwerking. De Plusgroep maakt een compact gedeelte van de oefenstof en werkt vervolgens aan een eigen verdiepingsprogramma. Worden er in een blok nieuwe (onmisbare) strategieën aangeboden dan dienen alle leerlingen de instructie te volgen, ook de Plusgroep, ook al zijn de sommen in de toets vooraf foutloos gemaakt. Plusgroep leerlingen doen voor de onderdelen die ze niet, of niet voldoende beheersen, gewoon met de instructie mee, volgens het Directe Instructie Model. Aan het einde hoeven de onderdelen van de toets die vooraf foutloos waren, niet opnieuw gemaakt worden. Werkwijze achteraf toetsen Wanneer een leerling onvoldoende scoort op de methodegebonden bloktoets biedt de leerkracht afgestemde instructie en extra oefening in de week na de toets. Deze inzet wordt gedocumenteerd in het logboek. Wanneer, na een periode van 3 maanden, uit observaties van de leerkracht en tegenvallende resultaten op (onderdelen van) de methodegebonden toetsen, blijkt dat de remediering in de parkeerweek/weken onvoldoende rendement heeft, komt de leerling in fase Geel. De Algemene ondersteuning is ontoereikend; de leerling heeft extra ondersteuning in de groep nodig. Stap 5. Extra ondersteuning in de groep (fase Geel) Ten aanzien van de extra ondersteuning in de groep geldt, dat de school begeleiding biedt in subgroepjes, die past bij de onderwijsbehoeften van de leerling met geringe problemen/hiaten op deelgebieden. De leerkracht maakt naar aanleiding van de resultaten op de methodegebonden bloktoetsen en alle overige relevante gegevens een plan voor de komende periode. De afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling vindt plaats met behulp van de methode, waarbij voor de instructie gebruik gemaakt wordt van de vier hoofdlijnen van het leren rekenen, het handelings- en het drieslagmodel (ERWD, 2011). Voor een beschrijving van de modellen wordt verwezen naar Bijlage 3. Vier hoofdlijnen van het rekenen Het handelingsmodel Het drieslagmodel Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 93

94 Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 94

95 In het plan staat, welk doel/welke doelen voor welke leerlingen gesteld wordt/worden, de extra instructie en oefentijd die geboden wordt en welke methode, middelen en materialen ingezet worden en wanneer en op welke wijze geëvalueerd zal worden. Wanneer een leerling aantoonbaar voldoende vorderingen maakt, gaat de leerling terug naar de fase van de algemene ondersteuning in de groep. Laat de leerling na maximaal een half jaar geen of onvoldoende vooruitgang/vaardigheidsgroei zien, dan komt de leerling in de fase van speciale ondersteuning in de groep na intern onderzoek en worden ouders geïnformeerd. Stap 6. Speciale ondersteuning in de groep na intern onderzoek (fase Oranje) Ten aanzien van de speciale ondersteuning in de groep geldt, dat de school individuele begeleiding op maat biedt die past bij de onderwijsbehoeften van de leerling. Deze fase start met het afnemen van een intern onderzoek waarbij het doel is na te gaan welke specifieke onderwijsfactoren een rol spelen en welke kindfactoren het onderwijs proces positief of negatief beïnvloeden. Op grond van de verkregen gegevens wordt een individuele aanpak opgesteld. In de aanpak wordt verwoord welke gerichte begeleiding de leerling krijgt, waarbij het streven is minimaal één uur extra instructie en oefentijd in te plannen. De begeleiding vindt bij voorkeur plaats binnen de eigen groep en wordt bij voorkeur gegeven door de eigen leerkracht. De instructie wordt expliciet gegeven op basis van de vier hoofdlijnen van het leren rekenen, het handelingsmodel en het drieslagmodel (zie bijlage 3) en de leerkracht stemt af op de specifieke kindkenmerken. Resultaten worden na elke periode geëvalueerd en besproken met ouders. Wanneer de vorderingen van een leerling aantoonbaar gering zijn of waarbij de rekenwiskundige ontwikkeling dreigt te stagneren en de leerling maximaal een half jaar deze speciale ondersteuning heeft ontvangen, komt de leerling in aanmerking voor extern onderzoek. Stap 7. Aanvraag extern onderzoek Extern onderzoek wordt aangevraagd, wanneer een leerling na een half jaar individuele begeleiding onvoldoende vorderingen maakt of de rekenontwikkeling dreigt te stagneren/stagneert. De school is ondanks alle inspanningen handelingsverlegen en doet na overleg met en met toestemming van de ouders/verzorgers een zorgaanvraag bij het Bovenschools Onderwijs Ondersteuning Team (BOOT). De school voegt alle relevante gegevens toe, waaronder verslaglegging van het tot dan toe gevolgde begeleidingstraject. De BOOT kijkt of het dossier ontvankelijk is - of en hoe de Stappen 1 tot en met 6 doorlopen zijn - en beoordeelt of er een extern onderzoek zal moeten plaatsvinden. Stap 8. Uitvoering extern onderzoek Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 95

96 Het onderzoek wordt uitgevoerd door een daartoe bevoegd deskundige en het resultaat van het onderzoek is een rapport met een daarin opgenomen handelingsadvies. Indien van toepassing is een ERWD-indicatie of ERWD-diagnose en verklaring opgenomen. De resultaten en het advies worden besproken met de ouders/verzorgers en de school. Stap 9. Speciale ondersteuning in de groep na extern onderzoek (Fase Rood) Het handelingsadvies is de start van een intensief begeleidingstraject, waarbij de school zorg draagt om het advies zo optimaal mogelijk uit te voeren. Er wordt een individueel handelingsplan opgesteld (dit kan een eigen leerlijn zijn) en uitgevoerd. De vorderingen worden bijgehouden en gedurende het traject wordt, indien nodig, tussentijds overleg gevoerd met de extern onderzoeker. Na minimaal een half jaar vindt evaluatie plaats met de extern onderzoeker. Wanneer de leerling aantoonbare vooruitgang maakt, gaat de leerling terug naar de fase Speciale ondersteuning in de groep na intern onderzoek (fase Oranje). Er wordt geen dyscalculieverklaring afgegeven, maar wel intensieve begeleiding geboden. Wanneer er niet of nauwelijks vooruitgang is kan de diagnose (definitief) gesteld worden en wordt er een dyscalculieverklaring afgegeven. In bijlage 4 is een voorbeeld opgenomen van een dyscalculieverklaring. Stap 10. De dyscalculieverklaring Bij geen of nauwelijks aantoonbare vooruitgang komt een leerling vanaf groep 6 in aanmerking voor een dyscalculieverklaring. De leerling houdt het individuele handelingsplan en er worden korte en lange termijn doelen geformuleerd. Faciliteiten zoals beschreven in het advies of de verklaring worden in het handelingsplan opgenomen en in de praktijk gehanteerd. De vorderingen worden zorgvuldig bijgehouden, geanalyseerd en besproken met ouders. Stap 11. De overdracht naar het voortgezet onderwijs De school draagt zorg voor een warme overdracht naar het voorgezet onderwijs. Uit de beschrijving in het Onderwijskundig Rapport blijkt of aan de leerling speciale of extra ondersteuning in de groep geboden is, waarmee de leerling moeite heeft en welke begeleiding succesvol is geweest. Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 96

97 Bijlage 1 Format van een rekenbeleidsplan Rekenbeleidsplan Naam school periode [4 jaren] Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 97

98 Rekenbeleidsplan 1. Zakelijke gegevens Naam school: Adres: Postcode: Rekenscan uitgevoerd: ja/ nee * d.d Rapportage ontvangen n.a.v. de rekenscan: ja/ nee * d.d * juiste omcirkelen Gegevens van de school Naam : Naam schoolbestuur : Contactpersonen/gegevens Naam : Adres : Postcode : Ondersteuningsplan CBS De RANK Warffum Pagina 98

99 Telefoon : Samenstelling Projectgroep Onderwijskundige Aansturing Effectief Rekenenwiskundeonderwijs : Naam School: Rekenbeleidsplan periode CPO Noordkwartier, november 2010, versie 1

100 Inhoud 1 Inleiding (voorbeeldtekst)... 2 Waarom rekenbeleid?... 3 Aanleiding rekenbeleid? (voorbeeldtekst)... 4 Visie op rekenen en taal in relatie tot schoolsucces... 5 Onze huidige situatie Gegevens n.a.v. de rekenscan Deeldoelen en aandachtsgebieden Rekenbeleid en referentieniveaus Expliciete doelen voor rekenprestaties En wat zijn de doelen voor AB-scores? En wat zijn de doelen voor DE-scores? En wat zijn de scores voor het automatiseren?... 6 Gebruik rekenresultaten... 7 Stand van zaken rekenprestaties leerlingen Rekenprestaties leerlingen afgelopen jaar A t/m E scores Interventies Conclusies naar aanleiding van de rekenprestaties... 8 Methoden... 9 Verzamelen gegevens Onderwijstijd Groepsplannen en (tussen)doelen Welke aandachtspunten kunnen het rekenonderwijs versterken? Activiteiten in het kader van het rekenbeleid Evaluatie... Naam School: Rekenbeleidsplan periode CPO Noordkwartier, november 2010, versie 1

101 Bijlage 1. Actielijst met inventarisatie ondersteuning Naam School: Rekenbeleidsplan periode CPO Noordkwartier, november 2010, versie 1

102 Inleiding Voor u ligt het rekenbeleidsplan van [naam school]. Het omvat een beschrijving van de huidige situatie met betrekking tot het rekenonderwijs en een aanzet van onze plannen voor de toekomst. Dit plan is samengesteld door een onderwijsadviseur van Cadenza Onderwijsconsult. Gecijferdheid is in de ontwikkeling van kinderen een belangrijke factor die van cruciaal belang is voor een goede onderwijsontwikkeling en maatschappelijke zelfredzaamheid. Het document RBP heeft naast overeenkomsten met het TBP vanaf hoofdstuk 5 een andere structuur dan het Taalbeleidsplan. Het eerste deel van het RBP komt in grote lijnen overeen met het TBP. Maar vanaf hoofdstuk 5 krijgt het een schoolspecifieke invulling. Om dit voor het team en voor anderen betrokkenen bij de school helder te krijgen, wordt vanaf hoofdstuk 5 Onze huidige situatie ( op pagina 5) aan de hand van gerichte vragen de schoolspecifieke situatie in kaart gebracht. Dat wordt gedaan in de hoofdstukken: 5.2 Deeldoelen en aandachtsgebieden voor een doorlopende leerlijn binnen de school 5.3 Rekenbeleid en referentieniveaus 5.4 Expliciete doelen voor rekenprestaties 6 Het gebruik van rekenresultaten. 7 Stand van zaken van rekenprestaties van leerlingen. 7.4 Welke conclusies heeft het schoolteam getrokken mede n.a.v. de rekenprestaties voor het beleid gericht op rekenen-wiskunde 8 Welke voorbereidende rekenmethoden worden gebruikt door de school. 9 Op welke wijze worden de rekenresultaten verzameld? 10 Hoeveel uren wordt er in de verschillende groepen besteed aan rekenen-wiskunde 11 De volgende tussendoelen worden in het leerstofaanbod van de groepsplannen vermeld 12Welke aandachtspunten kunnen het rekenonderwijs versterken? 14 Activiteiten in het kader van het rekenbeleid Waarom rekenbeleid? Om het rekenen-wiskunde onderwijs op de school te monitoren is het noodzakelijk over een document te beschikken waarmee de schoolsituatie voor het rekenen in kaart is gebracht. Dat geeft de mogelijkheid het rekenonderwijs te monitoren en waar nodig bij te sturen en in het beleid te prioriteren waar dat binnen de school het meest wenselijk is. Punten van het taalbeleid en rekenbeleid stemmen in een aantal zaken overeen op drie met name te noemen punten, n.l. 1. Rekenbeleid is structureel Rekenbeleid is geen incidentele oplossing van een incidenteel probleem, maar betekent een blijvende verandering van het onderwijs. Bovendien omvat rekenbeleid het hele onderwijs op een school. 2. Rekenbeleid is strategisch Anders gezegd: bij het opzetten en uitvoeren van rekenbeleid werkt de school volgens een van te voren vastgestelde werkwijze: een stappenplan. 3.Rekenbeleid is de reactie op de rekensituatie op een bepaalde school Rekenbeleid kan dus op iedere school anders in gevuld worden. Bij de vormgeving van rekenbeleid is de bestaande situatie van een school uitgangspunt en die situatie is immers per school verschillend. Daarnaast moet een school voor het ontwikkelen van goed rekenbeleid de situatie goed analyseren en in kaart brengen. Wat vaak gezien wordt is men de doelen voor het rekenen goed vindt als de doelen die de

103 inspectie stelt gehaald worden. Dit zijn echter minimale doelen. Om hogere opbrengsten voor het rekenen-wiskunde onderwijs te krijgen is het van belang dat ambitieuze doelen gesteld worden. Het hebben van hoge verwachtingen blijkt opbrengstverhogend te werken. Aanleiding rekenbeleid? We willen het rekenbeleid op onze school verbeteren en verduidelijken. We willen een doorgaande lijn zien bij ons op school. Dat houdt simpelweg in dat iedereen weet waar hij/ zij mee bezig is. Dat we op dezelfde manier het rekenonderwijs aanbieden. Wetend hoeveel tijd hieraan besteed dient te worden en hoe de invulling hiervan is. Ken je streefdoelen voor het huidige schooljaar. Zorg ervoor dat de kinderen deze doelen bereiken. Dat je het maximale uit de kinderen haalt. Ook willen we een duidelijk beeld krijgen van de leerlingen per groep. Hoe wordt er nu gepresteerd en hoe is dat in het verleden geweest. Daar willen wij een antwoord op hebben. Visie op rekenen en taal in relatie tot schoolsucces Wanneer we uitgaan van adaptief onderwijs (L. Stevens) als basis voor schoolsucces, onderscheiden we daarin 3 componenten: 1. relatie (ik hoor er bij) 2. competentie (ik kan het) 3. autonomie (ik kan het zelf) 1. Relatie Iedereen kan leren rekenen is de titel van de brochure van de PO raad. De titel geeft al aan dat het van belang is dat je kunt rekenen om er bij te horen. 2. Competentie Om kennis te kunnen verwerven heb je succeservaringen nodig. Succeservaringen bevestigen het kunnen en zijn belangrijke voorwaarden om betrokken en gemotiveerd te blijven. 3. Autonomie Iets zelf kunnen betekent niet afhankelijk zijn en levert een belangrijke bijdrage aan de sociaalemotionele ontwikkeling. Een kind dat ervaart dat het iets kan en dat het dat zélf kan, is in staat om een positief zelfbeeld te ontwikkelen met vertrouwen in de eigen mogelijkheden. Als een kind van de basisschool afkomt en het kan wel of niet klokkijken maakt dat een enorm verschil in zelfredzaamheid. Het kind dat kan geldrekenen kan zich in de winkel goed redden bij de kassa en dat vergroot de autonomie. Onze huidige situatie Gegevens n.a.v. de rekenscan Wat is de visie en wat zijn de aandachtspunten n.a.v. de rekenscan waarvan de school vindt dat die opgenomen dienen te worden in het plan. De rekenvisie bepaalt in sterke mate het beleid van de school. Deeldoelen en aandachtsgebieden aandachtspunten in de rekenontwikkeling op schoolniveau

104 Om een doorgaande (deel-)leerlijn voor aandachtspunten van het rekenen-wiskunde onderwijs te realiseren, streeft de school een % score na op de volgende aandachtspunten c.q. deeldoelen: NB. bij een score < % wordt de reden vermeld Groep Deeldoel groep 1 en 2 aan het einde van groep 2: kennen kinderen de cijfersymbolen kunnen kinderen tot 20 tellen kunnen kinderen vanaf een gegeven getal verder tellen kunnen kinderen terugtellen vanaf 10 kunnen kinderen de buurgetallen noemen van getallen tot 20 Ja/nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee groep 3 aan het einde van groep 3: is het optellen en aftrekken tot 10 gememoriseerd Ja/nee groep 4 medio groep 4 is: het optellen en aftrekken tot 20 geautomatiseerd eind groep 4: kunnen kinderen vlot optellen en aftrekken tot 100 Ja/nee Ja/nee groep 5 eind groep 5: zijn de tafels van vermenigvuldiging geautomatiseerd Ja/nee Redenen achterblijven % score: De volgende aandachtsgebieden in onderstaand schema worden planmatig uitgevoerd in de groepsplannen rekenen Groep(e n) Aandachtsgebieden groep 1 en groep 2 er is veel aandacht voor gecijferdheid en wiskundige oriëntatie, zie (document) er is gerichte aandacht voor tellen en getalbegrip, zie (document) problemen in de rekenontwikkeling worden tijdig gesignaleerd d.m.v. (noem toets(en)) bij problemen in de rekenontwikkeling wordt het programma... gebruikt en via instructie in kleine kring gerealiseerd Ja/nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee

105 groep 3 methodegebonden toetsen en toetsen uit het LOVS brengen zwakke rekenaars tijdig in beeld de resultaten worden gebruikt om het rekenonderwijs te verbeteren zwakke rekenaars krijgen extra instructie en oefentijd Ja/nee Ja/nee Ja/nee groep 4 elke rekenles wordt gestart met een automatiseringsoefening van 5-10 min. er is elke les aandacht voor het oriënteren in de telrij tot 100 zwakke rekenaars krijgen extra instructie en oefentijd Ja/nee Ja/nee Ja/nee groep 5 er is elke les aandacht voor het oriënteren in de telrij tot 1000 er is systematisch aandacht voor het ontwikkelen en expliciet aanleren van vermenigvuldigingen Ja/nee Ja/nee groep 6 tot en met 8 er is frequent aandacht voor het rekenen tot 100, tot 1000 en de tafels zwakke rekenaars krijgen onderwijs in breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten er is ruim aandacht voor elementair (getal)inzicht in breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten het tweede halfjaar van groep 8 wordt gebruikt om hiaten in de rekenvaardigheden van kinderen weg te werken voor zwakke rekenaars worden de F doelen (en/of) minimumdoelen uit de methode) gebruikt. Ja/nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee NB. aandachtsgebieden die planmatig worden uigevoerd zijn zichtbaar aanwezig in het groepsplan en in de dagelijkse praktijk van het lesgeven Rekenbeleid en referentieniveaus In het rekenonderwijs zijn er fundamentele doelen. Dat zijn doelen die grofweg door 95% van de leerlingen gehaald dienen te worden. Streefdoelen worden gesteld voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. Raadpleeg Fundamentele doelen Rekenen Wiskunde. Uitwerking van het Fundamenteel niveau 1F voor einde basisonderwijs, versie 1.2 van de SLO. Raadpleeg voor de streefdoelen Over de drempels met rekenen van de Expertgroep doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (informatie Tel en/of Door het team worden de referentieniveaus van de F- en S-doelen van de onderdelen in onderstaande tabel betrokken bij het doordenken van het rekenbeleid:

106 de F - doelen inventariseer in het schema met J(a) of (N)ee: - J dat wil zeggen, aantoonbaar (in groepsplan, lesgeven,groepsmap of anders:.) - N nee of niet van toepassing Getallen en getalsrelaties Basisoperaties Hoofdrekenen Bewerkingen Rekenmachine Breuken Procenten Verhoudingen Meten Tabellen en grafieken Meetkunde Wiskundig inzicht en handelen de S - doelen inventariseer in het schema met J(a) of (N)ee - J: dat wil zeggen aantoonbaar (in groepsplan, lesgeven, documentatie of anders ) - N: nee of niet van toepassing Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden bron: Doorlopende leerlijnen Taal en rekenen - SLO De bevindingen betekenen voor ons rekenbeleid:... Expliciete doelen voor rekenprestaties Welke rekenprestaties worden nagestreefd bij de leerlingen en zijn ook expliciet verwoord door het schoolteam voor de verschillende groepen leerlingen.

107 En wat zijn de doelen voor AB-scores? Voorbeeldtekst: streefwaarden 80%, toewerken naar 90%. Voor alle LOVS-toetsen heeft het team als norm gesteld dat minimaal 50% van alle leerlingen een AB-score haalt. %A+B Toets: Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 En wat zijn de doelen voor DE-scores? Voorbeeldtekst: Voor alle LOVS-toetsen heeft het team als norm gesteld dat minimaal 50% van alle leerlingen een AB-score haalt en dat het percentage DE-scores lager is dan 20%. %D+E Toets: Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Cito eindtoets Getallen en bewerkingen

108 Verhoudingen, breuken, procenten Meten, meetkunde, tijd en geld En wat zijn de scores voor het automatiseren? (gemiddeld in dle s n.a.v. de TTR en/of TTA; indien van toepassing: zie bijlage Automatiseren) Gebruik rekenresultaten Op welke manieren worden binnen de school de rekenresultaten gebruikt (door de leerkracht, IB er/rekencoördinator, directie, schoolteam)? In eerste instantie is de groepsleerkracht verantwoordelijk voor de resultaten van zijn/ haar leerlingen. Met ondersteuning van de IB er en de RC er zorgen we ervoor dat de leerlingen de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Zowel voor de leerlingen die laag scoren als wel de leerlingen die erg hoog scoren. De groepsplannen en handelingsplannen spelen hierbij een grote rol. In iedere klas is een groepsplan te vinden. De kinderen die D, E scoren krijgen een handelingsplan. De opbrengsten van ons rekenen-wiskunde onderwijs worden jaarlijks met het hele team geëvalueerd en waar nodig worden de interventies bijgesteld. Stand van zaken rekenprestaties leerlingen Rekenprestaties leerlingen afgelopen jaar Getallen en getalrelaties Hoofdrekenen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, en complexere toepassingen Schattend rekenen Bewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en complexere toepassingen waarbij uitrekenpapier mag worden gebruikt Meten en meetkunde Tijd en geld Verhoudingen en breuken Procenten Toetsgegevens uit de groepen 1 en 2 A t/m E scores Wat zijn de constateringen als gekeken wordt naar o.a. de A t/m E scores (Citotoetsen/leerlingvolgsysteem).

109 Interventies Welke acties zijn er de afgelopen 2 jaar al ondernomen om de rekenprestaties te verbeteren? Conclusies naar aanleiding van de rekenprestaties Welke conclusies heeft het schoolteam getrokken mede n.a.v. de rekenprestaties voor het beleid gericht op rekenen-wiskunde ( mogelijk in het verlengde van leerlingenzorg etc.) a. Wat zijn kernpunten van beleid ( kort weergeven) b. Hoe zijn de prioriteiten op rekenen-wiskunde verdeeld (zie ook activiteiten-overzicht) Methoden Welke (voorbereidende) rekenmethoden worden gebruikt door de school: Verzamelen gegevens Op welke wijze worden de leerlingresultaten verzameld: - Cito LOVS - ParnasSys. Onderwijstijd Hoeveel uren wordt er in de verschillende groepen besteed aan rekenen-wiskunde? (inventariseren) Groep Groepen 1 / 2 Groep 3 Groep 4 Groepen 5 en 6 Groepen 7 en 8 Uur Groepsplannen en (tussen)doelen De volgende tussendoelen worden in het leerstofaanbod van de groepsplannen vermeld: (NB zie het overzicht van de cruciale leermomenten van de TAL brochures)

110 groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 Welke aandachtspunten kunnen het rekenonderwijs versterken? groep 1 en 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 t/m 8 Voor alle groepen telt dat automatiseren een erg belangrijk onderdeel is van het rekenonderwijs. Daarnaast maken we gebruik van het Directe Instructie Model om het rekenonderwijs zo effectief mogelijk aan te bieden. (Raadpleeg ook de brochure Iedereen kan leren rekenen van de PO RAAD.)

111 Activiteiten in het kader van het rekenbeleid Beoogde activiteiten en resultaten: In het schema kunnen de activiteiten vermeld worden. De activiteiten die aandacht krijgen zullen passen binnen een totaalaanpak van rekenen-wiskunde op de school. De betreffende uitwerking hiervan kan in de bijlage worden toegevoegd of ook worden opgenomen in het schema om in 1 oogopslag een compleet beeld te hebben. In de loop van volgend jaar kunt u de activiteiten voor de periode t/m 2012 verder aanvullen, omdat mogelijk niet alle activiteiten t/m 2012 gedetailleerd kunnen worden uitgewerkt. Activiteiten Beoogd resultaat Indicator Planning Wie - Beleid - -kwalitatief- (kennis, -kwantitatief- -uitvoerders- -rekenen-wiskunde op vaardigheden en attitude) (wanneer wordt school wat bereikt en voor wie) Activiteiten Beoogd resultaat Indicator Planning Wie -scholing- -kwalitatief- -kwantitatief- -uitvoerders- Activiteiten Beoogd resultaat Indicator Planning Wie -groep - -kwalitatief- -kwantitatief- -uitvoerders- Activiteiten Beoogd resultaat Indicator Planning Wie Begeleiding -kwalitatief- -kwantitatief- -uitvoerders- Evaluatie Ons Effectief Rekenbeleidsplan wordt op onderstaande data geëvalueerd.

112 data: aanpassing: Bijlage 1. Actielijst met inventarisatie ondersteuning Actiepunt Hoe wordt het aangepakt Wie voert het uit Benodigde ondersteuning Benodigde tijd Beoogd resultaat Bijlage 2 Rekenontwikkeling van het jonge kind; de doelen (SLO)

113 Basisdoelen Rekenen Eind groep 2 Uit: Ontwikkeling van jonge kinderen van 2-7: rekenontwikkeling (SLO) Domein Getalbegrip Omgaan met de telrij Omgaan met hoeveelheden Omgaan met getallen Domein Alge meen De telrij [akoestisch] kunnen opzeggen tot en met tenminste 20. Vanuit verschillende getallen tot 20 kunnen verder tellen en vanuit getallen tot 12 kunnen terugtellen Herkennen en gebruiken van rangtelwoorden tot en met tenminste 12 Kunnen omgaan met [de betekenis van] nul in telsituaties Kunnen redeneren over de telrij in eenvoudige en betekenisvolle probleem/conflictsituaties Hoeveelheden tot tenminste 12 [resultatief] globaal kunnen schatten en tellen [resultatief] en kunnen weergeven [neerleggen, tekenen] Hoeveelheden tot tenminste 12 kunnen vergelijken en ordenen op meer, minder evenveel, meeste, minste Hoeveelheidsbegrippen zowel kunnen herkennen als actief toepassen: meer, minder, evenveel, meeste, minste, veel, weinig, erbij, eraf, samen, niets, alles, laatste, eerste, tweede, derde Kleine getalpatronen tot tenminste 6 kunnen herkennen, zonder tellen door gebruik te maken van patronen en structuren Verkort kunnen tellen van hoeveelheden tot tenminste 12 door gebruik te maken van patronen en structuren [handen, dobbelsteenpatronen] Eenvoudige optel- en aftrekpatronen in dagelijkse contexten (handelend) kunnen oplossen onder tenminste 12 Eenvoudige splitsproblemen kunnen oplossen onder 10 Eenvoudige verdeel situaties (handelend) kunnen oplossen onder tenminste 12 en kunnen vertellen wat het resultaat is Hoeveelheden tot en met tenminste 10 kunnen representeren met bijvoorbeeld vingers, streepjes, stippen Hoeveelheden tot en met tenminste 12 kunnen representeren in een beeldgrafiek en kunnen interpreteren Kunnen redeneren over hoeveelheden in eenvoudige betekenisvolle probleem/conflictsituaties Getalsymbolen kunnen herkennen van 0 tot en met 12 De volgorde van de getalsymbolen in de getallenrij tot 12 herkennen en kunnen leggen (niet schrijven) Getalsymbolen telwoorden en hoeveelheden kunnen koppelen tot en met tenminste 12 Hoeveelheden tot en met tenminste 12 kunnen representeren met een getalsymbool en omgekeerd: bij een getalsymbool tot en met tenminste 12 de hoeveelheid kunnen weergeven Kunnen redeneren over de telrij in eenvoudige en betekenisvolle probleem/conflictsituaties Meten Verschillende grootheden kunnen onderscheiden en in (eenvoudige) betekenisvolle situaties herkennen en gebruiken (lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, geld).

114 Lengte, omtrek en oppervlakte Inhoud Voorwerpen kunnen sorteren [classificeren] op basis van verschillende eigenschappen (lengte, dikte, oppervlakte, inhoud\omvang, gewicht, tijdsduur, waarde, kleur) en kunnen uitleggen om welke eigenschap(pen) het gaat. Kunnen redeneren over schillende grootheden in eenvoudige probleem- en conflictsituaties (bijvoorbeeld over het begrip groot en de verschillende betekenissen ervan) Kunnen aflezen van verschillende eenvoudige grafische voorstellingen, zoals een cirkel waarin de dagindeling wordt aangegeven of een staafgrafiek waarin lengtes van kinderen zijn afgebeeld met stroken: wie is langer, wie is korter? Hoe zie je dat? Objecten kunnen vergelijken en ordenen naar lengte, omtrek en oppervlakte op verschillende manieren: op het oog, via direct meten (naast elkaar houden, op elkaar leggen) indirect meten (met natuurlijke maat: stap, voet, touwtje(s), hokjes tellen) hand, strook; blaadje papier, meetlat weten wat eerlijk meten (één maat gebruiken) voorwaarde is voor vergelijken, ordenen en meten (van lengte, omtrek, oppervlakte) via afpassen en kunnen uitleggen waarom dit zo is kunnen meten met een betekenisvolle maat van: lengte met bijv. stappen, voeten, meterstrook/stroken Oppervlakte met bijv. blaadjes papier, tegels en het resultaat via tellen vaststellen Begrijpen en kunnen uitvoeren van herhaald afpassen met één voorwerp, bij tekort aan materiaal (één strook, meetlat of velletje papier meer keren achter/naast elkaar leggen) Begrippen met betrekking tot lengte, omtrek en oppervlakte herkennen en kunnen gebruiken in betekenisvolle eenvoudige situaties: Lang, langer, langst(e); kort, korter, kortst(e) Groot, groter, grootst ; klein, kleiner, kleinst(e) Dik, dikker, dikst(e), dun, dunner, dunst(e) Hoog, hoger, hoogst(e); laag, lager, laagst(e) Breed, breder; smal, smaller (er)omheen Tegenstellingen herkennen en kunnen gebruiken: grootste - kleinste, langste - kortste, hoogste laagste Kunnen redeneren over lengte, omtrek en oppervlakte in eenvoudige probleem- en conflictsituaties Inhouden zowel in de betekenis van wat er in zit als wat er in kan kunnen vergelijken en ordenen op verschillende manieren: op het oog, via overgieten, via afpassen of uitscheppen met een natuurlijke maat zo als een bakje, beker of fles Kunnen meten van een inhoud met een betekenisvolle maat zoals beker, kopje, fles of litermaat of blokken/pakken en het resultaat via tellen (globaal en precies) vaststellen Begrippen rond inhoud herkennen en kunnen gebruiken situaties en tegenstellingen en gebruiken: vol, voller, volst(e), leeg, veel weinig, meer, meest (e), minder, minst(e), evenveel Kunnen redeneren over inhouden in eenvoudige probleem- en conflictsituaties (waarom kan er in een lange fles toch minder water zitten

115 dan in een kortere fles?) Voorwerpen die in gewicht verschillen, kunnen vergelijken en ordenen naar gewicht op verschillende manieren: op het oog, op de hand, met een balans (wip-principe) Conclusies kunnen trekken uit de stand van de balans bij het wegen van twee voorwerpen Tijd Geld Gewicht Domein Begrippen rond gewicht herkennen en kunnen gebruiken in betekenisvolle eenvoudige situaties en in tegenstellingen: zwaar, zwaarder, zwaarst(e), licht, lichter, lichtst(e) Begrijpen dat gewicht niet één op één samenvalt met omvang of lengte of grootte (zwaarder betekent niet altijd langer, groter en omgekeerd) Kunnen redeneren over gewichten in eenvoudige probleem- en conflictsituaties (is iets dat groter is, ook altijd zwaarder?) Begrijpen en kunnen uitleggen hoe het systeem van kopen en betalen in elkaar zit aan de hand van eenvoudige winkelsituaties en sparen Begrippen herkennen en kunnen gebruiken in de context van geld: duur, duurder, duurst(e), goedkoop, goedkoper, goedkoopst(e), euro, munten, waarde Gepast kunnen betalen van voorwerpen/bedragen onder 10 euro in hele euro s met munten van 1 en 2 euro en bedragen met munten van 1 en 2 euro kunnen vaststellen Begrijpen dat verschillende munten en briefjes verschillende waarden hebben en begrijpen dat twee munten samen toch minder van waarde kunnen zijn dan één munt Het dagritme herkennen als cyclisch tijdsproces en de volgorde in de dagindeling (ochtend, middag, avond, nacht) kunnen benoemen De dagen van de week kunnen benoemen in de goede volgorde Weten dat het jaar ook een terugkerend ritme heeft, en daarbij enkele namen van maanden kennen en de namen van seizoenen Weten dat tijd ook lineair verstrijkt: de tijd gaat steeds door, we worden ouder, gebeurtenissen zijn steeds langer geleden; komen steeds dichter bij Tijdsbegrippen herkennen in betekenisvolle, dagelijkse situaties en de begrippen correct kunnen gebruiken: Dag, nacht ochtend, middag, avond Vandaag, gisteren, morgen, morgenvroeg, gisteravond Vroeg, vroeger, laat, later, eerder, nu toen, straks, lang, kort even snel Gebeurtenissen in de goede volgorde kunnen beschrijven en rangschikken (met foto s met woorden) en kunnen uitleggen van deze volgorde Weten hoe je aan instrumenten als zandloper, tellen, wijzers op de klok kunt zien dat er tijd verstrijkt en dit kunnen uitleggen Functie van de klok kennen en kunnen aflezen van hele uren op een digitale klok en op een klok met wijzers Weten dat je tijd verschillend kunt beleven: soms duurt iets heel lang (wachten) en soms is het zo voorbij (buitenspelen), inzien dat het beleven van tijd subjectief is Meetkunde

116 Oriënteren en lokaliseren Construeren Opereren met vormen en figuren Herkennen (passief gebruik) en kunnen gebruiken (actief) van meetkundige begrippen: voor, achter, naast, in, op, boven, onder, dichtbij, veraf Herkennen (passief gebruik) van meetkundige begrippen: links, rechts, tegenover tussen Voorwerpen/situaties/locaties (die niet te zien zijn) met kenmerken en details kunnen beschrijven door er een visuele voorstelling van te maken De plaats van objecten ten opzichten van zichzelf beschrijven en omgekeerd met behulp van meetkundige begrippen (de bal licht achter mij: ik sta voor de deur) De plaats van voorwerpen ten opzichten van elkaar kunnen beschrijven met behulp van meetkundige begrippen (de bal ligt boven op de kast) Kunnen volgen van een beschrijving met herkenningspunten (hoek, brievenbus, poppenhoek, kopieermachine) en meetkundige begrippen (voor, na, rechts, links, tegenover) van een route in de directe omgeving (in de school: van het lokaal naar de voordeur; van de school naar de kerk) Eenvoudige routes kunnen beschrijven in de directe omgeving en daarbij gebruik maken van herkenningspunten (kerk, winkel, speelplein, brievenbus) en meetkundige begrippen ( voor, na, verder, rechtdoor) Eenvoudige plattegronden (bijv. van de klas) kunnen lezen, kunnen tekenen en kunnen toelichten Kunnen redeneren over eenvoudige meetkundige problemen conflictsituaties rond oriënteren en lokaliseren Bouwwerkjes/constructies die als voorbeeld gebouwd zijn, kunnen nabouwen (bijv. een blokkenbouwsel, railparcours, duplo- of legofiguur) Eenvoudige bouwwerkjes (bijv. een blokkenbouwsel, railparcours, duplo- of legofiguur) vanaf een tekening/foto kunnen nabouwen. Kunnen bouwen van een constructie op basis van aanwijzingen in een stappenplan/handleiding (bijv. met blokken, lego, knex magnetics) Kunnen bouwen op basis van een mondelinge aanwijzingen met behulp van meetkundige begrippen (bijv. maak een stapel van twee blokjes; zet links daarvan een blokje; zet ervoor een stapel met drie blokjes Kennen en kunnen benoemen van de namen van meetkundige figuren: cirkel, driehoek, vierkant, rechthoek, bol, kubus Verschillen kunnen beschrijven tussen verschillende meetkundige figuren: cirkel, driehoek, vierkant, rechthoek, bol, kubus Kennen en kunnen benoemen van de basiskleuren (rood, blauw, geel, groen) zwart, wit, oranje, paars, roze, grijs Kunnen sorteren van voorwerpen op minimaal twee kenmerken (bijv. met Logiblocks: zoek alle rode vierkanten; alle dikke driehoeken) Kunnen navouwen van een vouwwerk dat wordt aangegeven met een vouwreeks van slechts enkele stappen (bijv. een vliegtuigje/hoedje) Bij het vouwen passief kunnen gebruiken van (meetkundige) begrippen: recht, schuin, dubbel, lijn, hoek, punt Kunnen redeneren over eenvoudige meetkundige problemen/conflictsituaties rond bouwen en construeren Eenvoudige opdrachten kunnen uitvoeren met zon en schaduw (je schaduw kleiner/groter langer) maken, laten verdwijnen) en hierover kunnen redeneren (wat moet je doen om ; wat gebeurt er als) Eenvoudige opdrachten kunnen uitvoeren met spiegeltjes (iets laten zien in een spiegel, figuren verdubbelen, vervormen) en hierover kunnen redeneren (wat moet je doen om ; wat gebeurt er als) Meetkundige patronen kunnen namaken (kralenketting, mozaïek,

117 kralenplank, tegelplein) In patronen de regelmaat kunnen herkennen, kunnen uitleggen en deze kunnen voortzetten (tekenen, rijgen, kleuren met mozaïek of kralenplank, bouwen. Patroon met regelmaat kunnen ontwikkelen en hierover kunnen redeneren Kunnen redeneren over eenvoudige meetkundige problemen/conflictsituaties rond opereren met vormen en figuren Bijlage 3 Vier hoofdlijnen van het rekenen, handelingsmodel, drieslagmodel De vier Hoofdlijnen in het proces van het leren rekenen 1. Begripsvorming: conceptontwikkeling en verlenen van betekenis aan kennis en vaardigheden Het verlenen van betekenis aan rekenwiskundig handelen Het ontwikkelen van rekenwiskundige concepten Het ontwikkelen van rekentaal 2. Ontwikkelen van rekenwiskundige procedures Basisbewerkingen Complexere bewerkingen Schatten en precies rekenen Hoofdrekenen en berekeningen op papier Werken met een rekenmachine 3. Vlot leren rekenen Oefenen Automatiseren Memoriseren 4. Flexibel toepassen van kennis en vaardigheden Ontwikkeling van het strategisch denken en handelen Flexibiliseren van verworven kennis en vaardigheden Het Handelingsmodel Het Handelingsmodel is een schematische weergave van de rekenontwikkeling die alle leerlingen doormaken. Het model geeft de opbouw van en de samenhang tussen de verschillende niveaus van handelen systematisch weer.

118 Een goede ontwikkeling op de twee onderste handelingsniveaus in het schema is voorwaarde voor het handelen en functioneren op de twee bovenste niveaus. Het laagste handelingsniveau is tevens de link met het rekenen in dagelijkse situaties en daardoor de basis voor functionele gecijferdheid. We beschrijven hoe het Handelingsmodel werkt en hoe een leerkracht aan de hand van het model: kan vaststellen op welke handelingsniveaus leerlingen rekenen (observeren en signaleren); zijn onderwijs kan afstemmen op handelingsniveaus van leerlingen; handelingen van leerlingen kan observeren, analyseren en interpreteren om te bepalen wanneer interventies nodig zijn en welke interventies dat zijn (begeleiding, rekenonderzoek) Handelingsniveau 1: Informeel handelen in werkelijkheidssituaties Handelingsniveau 2: Voorstellen concreet

119 Handelingsniveau 3: Voorstellen abstract Handelingsniveau 4: Formele bewerking uitvoeren

120 Het Drieslagmodel Het Drieslagmodel is een model voor probleemoplossend handelen. Het laat zien hoe een leerling de oplossingsprocedure bij contextopdrachten doorloopt. De leerling gaat stapsgewijs van context naar bewerking (plannen), vandaar naar oplossing (uitvoeren van de bewerking) en van de oplossing terug naar het oorspronkelijke probleem (reflecteren). Het eigenlijke rekenen is slechts een onderdeel van het probleemoplossend handelen, maar meestal wel essentieel voor het resultaat. Samenhang en afstemming tussen beide modellen Het Handelingsmodel en het Drieslagmodel zijn allebei bruikbaar in reguliere lessituaties. Ze zijn een referentiepunt bij de begeleiding van rekenzwakke leerlingen; iedere betrokkene verwijst steeds naar de modellen bij zijn interventies. Hierbij spelen ook leerling-kenmerken een rol, omdat deze altijd van invloed zijn op het leren rekenen. Ze spelen dus ook een rol bij de afstemming volgens de twee modellen. Het Handelingsmodel en het Drieslagmodel kunnen worden gekoppeld. Tijdens de stappen van het probleemoplossend werken kunnen leerlingen hun rekenactiviteiten op verschillende handelingsniveaus uitvoeren. Het Handelingsmodel kan binnen het Drieslagmodel worden gebruikt

121 Bijlage 4 Voorbeeld van dyscalculieverklaring DYSCALCULIE VERKLARING Naam: Geboortedatum: Hierbij verklaart ondergetekende dat bij [naam] dyscalculie is vastgesteld volgens het Dyscalculiebeleid van Cedin (februari 2013; gebaseerd op protocol Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie en protocol Dyscalculie: Diagnostiek voor Gedragsdeskundigen). Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot en/of accuraat oproepen en/of toepassen van reken-/wiskundekennis (feiten/afspraken). - Criterium van ernst: er is sprake van een significante rekenachterstand tov van leeftijd- en/of groepssgenoten, waar de persoon in het dagelijks leven door gehinderd wordt. - Criterium van achterstand: er is sprake van een significante rekenachterstand tov van datgene wat op basis van de individuele ontwikkeling van de persoon verwacht mag worden. - Criterium van didactische resistentie: er is sprake van een hardnekkig rekenprobleem, dat resistent is tegen gespecialiseerde hulp. De gevolgen van de dyscalculie (gegeven de leeftijd en omstandigheden van XX) zijn merkbaar in het dagelijks functioneren, dit blijkt uit: - Denk aan automatiseringsproblemen bij eenvoudige bewerkingen, tafels - Op basis hiervan zijn nodig: 1. Specialistische begeleiding in de vorm van: (beschrijven welke hulp op maat deze leerling nodig heeft, extra instructie, aandacht voor sociaal-emotionele problemen) 2. Facilitering in de vorm van: - gebruik tafelkaart / stappenplannen / strategieboekje - gebruik rekenmachine (bij rekentaken die XX begrijpt en waar dit het oplossen van tussenstappen vergemakkelijkt) - bieden van extra tijd bij toetsen - gebruik maken van kladpapier Dispensatie voor: - Vermindering of versimpeling van een aantal opgaven bij toetsen - Aanpassen van beoordeling (let op de berekening en laat rekenfouten minder zwaar wegen) - Overweging Er is (nog) geen wetgeving voor het Primair Onderwijs ten aanzien van geldigheid van de faciliteiten beschreven in de dyscalculie verklaring. Op basis van de huidige wetgeving (Art. 55 Eindexamenbesluit) voor het Voortgezet Onderwijs geldt dat het faciliteren in extra tijd is toegestaan, inzet van hulpmiddelen niet omdat dit afbreuk doet aan de exameneisen. Het is onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding welke keuze gemaakt wordt in het toekennen van extra tijd en compenserende of dispenserende maatregelen.

122 Voor onderbouwing van deze verklaring wordt verwezen naar het verslag van het dyscalculieonderzoek (d.d. [datum]) en evaluatie van de begeleiding (d.d. [datum]). Aldus naar waarheid opgemaakt op [datum] te Drachten. Drs. GZ-psycholoog / Orthopedagoog Generalist Bijlage 5 Het stappenplan voor het volgen van de D en E- leerlingen Stappenplan D- en E-leerlingen De toetsen van Cito worden afgenomen volgens de toetskalender. De resultaten van de toetsen worden ingevoerd in Winsas, hierdoor wordt ons leerlingvolgsysteem duidelijk in beeld gebracht. Van iedere toets wordt een uitdraai gemaakt en in de groepsmap gestopt. In dit overzicht staan alle leerlingen van een groep (dus ook de eigen leerlijnen). Dit kan via winsas worden ingevoegd. Bestaat een toets uit 2 versies (start +1 en start + 2), dan wordt deze onder elkaar geplakt, zodat de hele groep op één formulier staat. Dit geeft een duidelijker overzicht. Van alle D/E-scores volgt een analyse per kind (deze is terug te vinden in de leerlingenmap). De analyse kan bestaan uit: het bekijken van de fouten in de toets een gesprek met de leerling (diagnostisch gesprek om werkwijze te achterhalen) vergelijking met voorgaande citotoetsen en toetsonderdelen vergelijking met methodegebonden toetsen/ onderdelen Situatie van de leerling De uitkomst van deze analyse geeft het vervolg aan:

123 1. De leerling scoort vaak een D/E en er is al een plan of eigen leerlijn aanwezig Het is verstandig om een lagere toets af te nemen om het niveau te bepalen en verder onderzoek is wenselijk, leerlijn of het plan wordt aangepast met deze gegevens. 2. De leerling blijkt een verkeerde strategie te hanteren of heeft nog hiaten Op dat deel wordt een handelingsplan geschreven waarin een korte periode intensief met leerkracht wordt geoefend. 3. De leerling is methode gebonden op niveau en bij de voorgaande cito s ook, blijkt in het gesprek het wel goed te kunnen Eenmalige vergissing/ slechte dag of andere oorzaak, in dit geval wordt onder de analyse deze conclusie geschreven en dan wordt er niet gekozen voor een handelingsplan.

124 Bijlage 6 Anti- pest code

125 Pestprotocol Onze school is een school die bewust aandacht aan het omgaan met elkaar. Onze methode Kind op Maandag en Leefstijl (thematisch) worden ingezet om hier vorm en inhoud aan te geven. Toch komt pesten helaas ook bij ons op school voor. Het is een probleem en we willen dat serieus aanpakken. We noteren gedragsincidenten in een datasysteem genaamd Parnassys. In teambesprekingen bespreken we signaleringen en interventies. Doel Alle kinderen voelen zich op onze school veilig, gezien, gekend en geliefd. De school werkt vanuit heldere gedragsverwachtingen. Foto gedragsverwachtingen Pesten en plagen Ook op een veilige school kun je te veel plagen, vervelende grapjes maken of een begin van pesten nooit helemaal uitsluiten. Maar als team kunnen we samen met de kinderen en de ouders er wel voor zorgen dat het niet tot langdurig pesten komt. We willen ingrijpen in pestsituaties. Pesten is iets anders dan plagen. Plagen is minder negatief, is vaak ook kortdurend en tijdelijk. Bij plagen kun je zelf iets terugdoen, het is op gelijke hoogte, je kunt er soms zelfs wel om lachen. Bij pesten kan iemand zich niet verweren, is het langdurig en terugkerend. Bovendien is er bij pesten sprake van machtsuitoefening tegenover een machteloos slachtoffer. Kinderen verstaan onder pesten meestal:

126 - iemand doet iets expres - het is tegen mij gericht - ik vind het vervelend. We vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen op school en daarom volgt er een actie op pestgedrag. Op onze school willen we een klimaat scheppen waarin het mogelijk is dat de pester zelf zijn gedrag verandert met hulp van anderen. We willen ook dat de meelopers zich bewust zijn van hun gedrag en dat begrijpen en aanpakken en dat de gepesten ook hun gedrag kunnen veranderen. We hebben ouders nodig om ons eerlijk te informeren als er iets is met hun kind. Wij als team zien niet alles wat er gebeurt of buiten school gebeurt. We brengen dit op de volgende manier in de praktijk: Preventief Door een methodische aanpak. We gebruiken hiervoor de methodiek van Leefstijl. Maar ook de (spiegel)verhalen uit de Bijbelse methode Kind op Maandag worden preventief gebruikt. CJG biedt jaarlijks het programma Rots en Water aan en het schoolteam bekijkt voor welke groep dit goed zou zijn. Rots en water is gericht op weerbaarheid en zelfvertrouwen. School- en klassenregels De kinderen krijgen lessen in goed gedrag. De gedragsverwachtingen worden helder aan kinderen geleerd door de leerkracht. Dit gaat volgens een afgesproken en vastgestelde methodiek. Deze gedragsverwachtingen en regels gaan over omgaan met elkaar op school en in de klas worden met de kinderen besproken. Nieuwe regels in de klas worden toegevoegd als dat nodig mocht zijn. De regels hangen in de klas op een zichtbare plek. Tijdens de Gouden weken (start van het schooljaar) worden deze gemaakt. Ouders worden ook uitgenodigd voor een omgekeerd oudergesprek waarin zij vertellen over hun kind en afspraken voor het schooljaar worden gemaakt tussen leerkracht en ouder. Signalering De leerkracht heeft in het signaleren van pestgedrag een belangrijke rol. Door (kring) gesprekken en observaties worden signalen opgevangen en zo nodig worden de ouders ingelicht.

127 Ook ouders die zich zorgen maken over pesten, nemen we serieus. We vinden het belangrijk dat ouders altijd de leerkracht informeren. De kinderen weten dat ze altijd naar de leerkracht toe kunnen gaan. Uit tevredenheidsonderzoek maart 2016 ( 1 x in de 2 jaar wordt dit afgenomen) geven de leerlingen de school een cijfer 7,6. Ze geven aan dat ze zich veilig voelen in de school en open contact hebben met hun leerkracht. Onze aanpak - laat de kinderen het probleem zelf oplossen Zeg: Stop! Hou op! - lukt dit niet dan bemiddelt de leerkracht - stelt de leerkracht het pestgedrag in de klas aan de orde - gaat hij / zij samen met de ouders op zoek naar een oplossing - worden de kinderen herinnerd aan de stopaanpak uit Leefstijl De zeven stappen zoals we het aanpakken. Stap 1: Gesprek met de gepeste leerling De leerkracht gaat in gesprek met de gepeste leerling. Het gaat in dit gesprek om het effect van het pesten op de gepeste leerling. Wat zijn zijn gevoelens? Ook wordt de te volgens stappen met de gepeste leerling besproken. De leerling geeft aan welke leerlingen hij graag in de volgende stap in de steungroep wil hebben. Stap 2: Het gesprek met de steungroep Uitgenodigd worden de pester(s), de meelopers en ook leerlingen van wie men een positieve groepsinvloed kan verwachten. De gepeste leerling is niet aanwezig bij dit gesprek. De groep bestaat uit ongeveer acht leerlingen. Stap 3: Het probleem wordt uitgelegd en er wordt een beroep gedaan op het inlevingsvermogen In het gesprek legt de leerkracht het probleem uit. Hij legt uit dat er een leerling is die zich erg ongelukkig voelt en dat de kinderen uit de steungroep een belangrijke bijdrage kunnen leveren om het kind in kwestie te helpen.

128 Er wordt niet beschuldigd in het gesprek, er krijgt ook niemand straf. De leerkracht maakt duidelijk dat hij de kinderen van de steungroep hard nodig heeft en dat ze hem goed kunnen helpen. Stap 4: De verantwoordelijkheid wordt gedeeld. De leerkracht vertelt dat iedere deelnemer er verantwoordelijk voor is dat anderen zich prettig en veilig voelen. De steungroep is bij elkaar geroepen om te helpen het probleem op te lossen. Stap 5: er wordt gevraagd naar ideeën van elk groepslid De leerkracht vraagt iedere deelnemer van de steungroep om na te denken over een manier om het pesten te stoppen en het voor het gepeste kind weer zo aangenaam mogelijk te maken. Stap 6: Het wordt aan de groep overgelaten De kinderen gaan nu aan het werk. Ze krijgen gelegenheid en tijd om hun goede voornemens uit te voeren. De leerkracht spreekt wel af dat hij hen na één of twee weken weer zal spreken. Stap 7: Gesprek met ieder afzonderlijk na één of twee weken De leerkracht vraagt aan alle leerlingen van de steungroep afzonderlijk inclusief de gepeste leerling of er iets is verbeterd. Misschien zijn niet alle voornemens geslaagd, maar het belangrijkste is dat het pesten is gestopt. In het team kan de casus ook worden besproken. Wat doen we als dit alles niet lukt met de pester? Inschakelen externe deskundigen. Onze organisatie heeft een bovenschools expertise team en daar kan melding gedaan worden. Kinderen die weerbaar zijn kunnen aangeven wanneer iets niet meer leuk is, kunnen rekening met elkaar houden, kunnen naar elkaar luisteren, kunnen omgaan met de gevoelens van zichzelf en van de ander, kunnen nee zeggen en omgaan met conflicten. Niet alle kinderen zijn even sterk in deze vaardigheden. Het is goed daar regelmatig met elkaar bij stil te staan en te oefenen. Dat doen wij op cbs De Rank volgens de methode Leefstijl, aan de hand van onze methode Kind op Maandag en aan de hand van onze school-, groeps- en plein-manieren.

129 Een van de doelstellingen van de methode is het voorkomen en tegengaan van pesten. De kinderen oefenen basisvaardigheden die daarbij van pas komen. De nadruk wordt niet gelegd op hoe het hoort maar hoe plezieriger alles verloopt als je deze vaardigheden beheerst! Ook bevordert het een positieve groepssfeer waarbij het normaal is je volgens onze manieren te gedragen. Onze school-, groeps- en pleinmanieren (gedragsverwachtingen) hangen duidelijk zichtbaar in de school en klaslokalen. Aan het begin van het schooljaar worden deze besproken en klassenafspraken worden ondertekend door alle kinderen en de leerkracht. De leerkracht speelt een grote rol. Naast het aanbieden van de lessen is het voorbeeldgedrag en het consequent handhaven van onze manieren van groot belang. Ook moet de leerkracht goed weten wanneer er sprake is van pestgedrag, hier een duidelijk standpunt over innemen en dit (durven) kunnen communiceren naar derden. De basis van onze communicatie is oplossingsgericht: niet stilstaan bij wat er is geweest maar richten op de toekomst: hoe kunnen we dit voorkomen en wat moet jij daar voor doen. Dit zien we terug in de No Blame-methode, een methode die ook expliciet kan worden ingezet bij pestgedrag. Kenmerk van deze aanpak is dat de positieve kracht van de groep wordt aangesproken. Een pester heeft vaak een groep kinderen rondom zich gegroepeerd die de pester ondersteunen Vaak gebeurt dit omdat het veilig is om bij de pester te horen, of uit angst om niet zelf gepest te worden, of omdat het onder druk staat van de pester Deze groep doet mee met de pester, tegen de gepeste. Niet direct de pester aanpakken, maar het mobiliseren van een groep die zich voor de gepeste inzet en deze positief ondersteunt blijkt een krachtige, probleemoplossende manier te zijn om de pester te beïnvloeden: niet straffen maar het probleem onder ogen zien. Pesters hebben moeite zich in te leven in de gevoelens van anderen. Zij beseffen vaak niet wat de gevolgen zijn voor de gepeste leerling en zijn vaak geschokt wanneer ze daarmee geconfronteerd worden. De aanpak sluit aan bij de manier waarop wij de kinderen van cbs De Rank via de methode Leefstijl willen laten omgaan met de gevoelens van zichzelf en de ander. Er is een Stappenplan Sociaal Emotionele Vorming. Hierin worden de verschillende fasen besproken van omgaan met ( foutief) gedrag waaronder pestgedrag. Bovenstaande is terug te vinden in de eerste 4 fasen en voor een deel in fase 5. Een pester en de gepeste komen in principe ook in aanmerking voor de aanpak die genoemd wordt in deze fasen. Omdat pesten een specifieke aandacht behoeft is het noodzakelijk ons expliciet uit te spreken over onze maatregelen tegen pestgedrag.

130 In geval van pestgedrag neemt de leerkracht een duidelijk standpunt in, namelijk het niet tolereren van dit pestgedrag en spreekt de veroordeling uit naar de pester en de gepeste. In geval van schade of een ernstig wordt aangifte gedaan bij de politie. De directie en de IB-er worden op de hoogte gesteld. Ouders van de gepeste en de pester worden op de hoogte gesteld door de leerkracht of directie (dit in overleg). Er wordt in een overleg tussen directie, IB-er en de leerkracht bepaald wat de aanpak zal zijn. De aanpak van de methode No Blame kan worden ingezet. Er vindt een gesprek plaats tussen de ouders, leerkracht en directie om bovenstaande te verduidelijken. Ouders werken mee om het proces van pesten te stoppen. Dit komt expliciet in het gespreksverslag en wordt door de ouders ondertekend. Er wordt een logboek aangelegd waarin alle verdere waarnemingen en activiteiten worden beschreven. Dit logboek wordt regelmatig met de directie, ib_er en leerkracht besproken. De pester en gepeste zijn zorgleerlingen en hebben een zorgdossier. Mocht bovenstaande geen gewenst effect hebben dan wordt externe hulp ingeschakeld in overleg met de bestuurder van de VCPO Noord Groningen en de coördinator Interne begeleiding. In overleg met de bestuurder van VCPO Noord Groningen kan bij niet gewenst resultaat schorsing of verwijdering plaatsvinden. Zie document schorsing of verwijdering. Digitaal pesten: Pesten in de werkelijke wereld is al vreselijk, bij digitaal pesten komt de pester ook nog eens de veilige privé omgeving binnen via computer of telefoon. Voor de pester is deze vorm van pesten veiliger. De pester heeft minder kans op afkeuring van de groep of blijft anoniem. Vormen van digitaal pesten zijn o.a. Schelden en anoniem bedreigen via , msn of sms jes Virussen versturen naar naar de computer van de gepeste Hacken van de computer

131 Filmpjes opnemen en versturen van bv You tupe Vervelende foto s van de gepeste op de website plaatsen We hebben een afspraken rondom digitaal pesten in een stappenplan opgesteld. Voor alle voorkomende situaties van onveiligheid is een vertrouwenspersoon binnen onze school aangesteld. Voor dit schooljaar is dat de directeur Mathilde Lievers. Zij is bereikbaar volgens het rooster op het whitebord en via Er is ook een vertrouwenspersoon aangesteld binnen het VCPO Noord Groningen. De gegevens over de procedure en de gegevens van deze vertrouwenspersoon zijn te vinden in de schoolgids.

132 Bijlage 7 Protocol medicijn verstrekking en medische handelingen Protocol Medicijn verstrekking en Medische handelingen op basisscholen

133 Medicijnverstrekking en medisch handelen op de basisschool Versie 01. Oktober 2013 Inhoudsopgave Inleiding: pag. 2 Het kind wordt ziek op school: pag. 3 Het verstrekken van medicijnen op verzoek: pag. 4

134 Medische handelingen: pag. 5,6 en 7 Bijlagen: 1. Toestemmingsformulier voor: het kind wordt ziek op school 2. Toestemmingsformulier voor: het verstrekken van medicijnen op verzoek 3. Toestemmingsformulier voor: uitvoeren van medische handelingen 4. Bekwaamheidsverklaring 5. Richtlijnen: hoe te handelen bij een calamiteit

135 Inleiding Leraren op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouder(s) / verzorger(s) om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. ( Voor de leesbaarheid van het stuk zullen we hierna spreken over ouders wanneer wij ouder(s) en verzorger(s) bedoelen ). Een enkele keer wordt werkelijk medisch handelen van leraren gevraagd zoals het geven van sondevoeding, het toedienen van een zetpil of het geven van een injectie. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden. Leraren begeven zich dan op een terrein waarvoor zij niet gekwalificeerd zijn. Met het oog op de gezondheid van kinderen is het van groot belang dat zij in dergelijke situaties zorgvuldig handelen. Zij moeten daarbij over de vereiste bekwaamheid beschikken. Leraren en schoolleiding moeten zich realiseren dat wanneer zij fouten maken of zich vergissen zij voor deze handelingen aansprakelijk gesteld kunnen worden. Daarom wil de GGD middels dit protocol scholen een handreiking geven over hoe in deze situaties te handelen. De drie te onderscheiden situaties zijn: Het kind wordt ziek op school Het verstrekken van medicijnen op verzoek Medische handelingen De eerste situatie laat de school en de leraar geen keus. De leerling wordt ziek of krijgt een ongeluk en de leraar moet direct bepalen hoe hij moet handelen. Bij de tweede en de derde situatie kan de schoolleiding kiezen of zij wel of geen medewerking verleent aan het geven van medicijnen of het uitvoeren van een medische handeling. Voor de individuele leraar geldt dat hij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij zich niet bekwaam acht. Op de volgende pagina s wordt elk onderdeel beschreven. In de bijlagen vindt u het betreffende toestemmingsformulier en / of bekwaamheidsverklaring. Wij adviseren u dit te gebruiken. Heeft u naar aanleiding van dit protocol nog vragen, dan kunt u zich wenden tot de sociaal verpleegkundige van de GGD die werkzaam is op uw school. Het kind wordt ziek op school Regelmatig komt een kind s morgens gezond op school en krijgt tijdens de schooluren last van hoofd- buik- of oorpijn. Ook kan het bijvoorbeeld door een insect geprikt worden. Een leraar verstrekt dan vaak - zonder toestemming of medeweten van ouders - een paracetamolletje of wrijft Azaron op de plaats van een insectenbeet. In zijn algemeenheid is een leraar niet deskundig om een juiste diagnose te stellen. De grootst mogelijke terughoudendheid is hier dan ook geboden. Uitgangspunt moet zijn dat een kind dat ziek is naar huis moet. De schoolleiding zal, in geval van ziekte, altijd contact op moeten nemen met de ouders om te overleggen wat er moet gebeuren ( is er iemand thuis om het kind op te vangen, wordt het kind gehaald of moet het gebracht worden, moet het naar de huisarts, etc.? ).

136 Ook wanneer een leraar inschat dat het kind bij een eenvoudig middel gebaat is, dan is het gewenst om altijd eerst contact te zoeken met de ouders. Wij adviseren u het kind met de ouders te laten bellen. Vraag daarna om toestemming aan de ouders om een bepaald middel te verstrekken. 4 Problematisch is het wanneer de ouders en andere, door de ouders aangewezen vertegenwoordigers, niet te bereiken zijn. Het kind kan niet naar huis gestuurd worden zonder dat daar toezicht is. Ook kunnen de medicijnen niet met toestemming van de ouders verstrekt worden. De leraar kan dan besluiten, eventueel na overleg met een collega, om zelf een eenvoudig middel te geven. Daarnaast moet hij inschatten of niet alsnog een (huis)arts geraadpleegd moet worden. Raadpleeg bij twijfel altijd een arts. Zo kan bijvoorbeeld een ogenschijnlijk eenvoudige hoofdpijn een uiting zijn van een veel ernstiger ziektebeeld. Het blijft zaak het kind voortdurend te observeren. Iedere situatie is anders zodat we niet uitputtend alle signalen kunnen benoemen die zich kunnen voordoen. Enkele zaken waar u op kunt letten zijn: toename van pijn misselijkheid verandering van houding ( bijvoorbeeld in elkaar krimpen ) verandering van de huid ( bijvoorbeeld erg bleke of hoogrode kleur) verandering van gedrag ( bijvoorbeeld onrust, afnemen van alertheid ) Realiseer u dat u geen arts bent en raadpleeg, bij twijfel, altijd een (huis)arts. Dit geldt uiteraard ook wanneer de pijn blijft of de situatie zich verergert. De zorgvuldigheid die u hierbij in acht moet nemen is dat u handelt alsof het uw eigen kind is. Het verstrekken van medicijnen op verzoek Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken, dus ook tijdens schooluren. Te denken valt bijvoorbeeld aan pufjes voor astma, antibiotica, of zetpillen bij toevallen. Ouders vragen dan aan de schoolleiding of een leraar deze middelen wil verstrekken. In deze situatie is de toestemming van de ouders gegeven. Het is in dit geval van belang deze toestemming schriftelijk vast te leggen 5. Meestal gaat het niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Leg daarom schriftelijk vast om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en in welke hoeveelheden ze moeten worden toegediend en op welke wijze dat dient te geschieden. Leg verder de periode vast waarin de medicijnen moeten worden verstrekt, de wijze van bewaren, opbergen en de wijze van controle op de vervaldatum. Ouders geven hierdoor duidelijk aan wat zij van de schoolleiding en de leraren verwachten en die weten op hun beurt weer precies wat ze moeten doen en waar ze verantwoordelijk voor zijn. 4 Toestemmingsformulier voor: het kind wordt ziek op school zie bijlage 1 Richtlijnen: hoe te handelen bij een calamiteit zie bijlage 5 5 Toestemmingsformulier voor: verstrekken van medicijnen op verzoek zie bijlage 2 Richtlijnen: hoe te handelen bij een calamiteit zie bijlage 5 34

137 Wanneer het gaat om het verstrekken van medicijnen gedurende een lange periode moet regelmatig met ouders overlegd worden over de ziekte en het daarbij behorende medicijn gebruik op school. Een goed moment om te overleggen is wanneer ouders een nieuwe voorraad medicijnen komen brengen. Enkele praktische adviezen: Neem de medicijnen alleen in ontvangst wanneer ze in de originele verpakking zitten en uitgeschreven zijn op naam van het betreffende kind Lees goed de bijsluiter zodat u op de hoogte bent van eventuele bijwerkingen van het medicijn Noteer, per keer, op een aftekenlijst dat u het medicijn aan het betreffende kind gegeven heeft Mocht de situatie zich voordoen dat een kind niet goed op een medicijn reageert of dat er onverhoopt toch een fout gemaakt wordt bij de toediening van een medicijn bel dan direct met de huisarts of specialist in het ziekenhuis. Bel bij een ernstige situatie direct het landelijk alarmnummer 112. Zorg in alle gevallen dat u duidelijk alle relevante gegevens bij de hand hebt, zoals: naam, geboortedatum, adres, huisarts en / of specialist van het kind, het medicijn dat is toegediend, welke reacties het kind vertoont ( eventueel welke fout is gemaakt ). Medische handelingen Het is van groot belang dat een langdurig ziek kind of een kind met een bepaalde handicap zoveel mogelijk gewoon naar school gaat. Het kind heeft contact met leeftijdsgenootjes, neemt deel aan het normale leven van een schoolkind en wordt daardoor niet de hele dag herinnerd aan zijn handicap of ziek zijn. Gelukkig zien steeds meer scholen in hoe belangrijk het is voor het psychosociaal welbevinden van het langdurig zieke kind om, indien mogelijk, naar school te gaan. Medische handelingen In hoog uitzonderlijke gevallen zullen ouders aan schoolleiding en leraren vragen handelingen te verrichten die vallen onder medisch handelen. Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje. In zijn algemeenheid worden deze handelingen door de Thuiszorg of de ouders zelf op school verricht. In zeer uitzonderlijke situaties, vooral als er sprake is van een situatie die al langer bestaat, wordt door de ouders wel eens een beroep op de schoolleiding en de leraren gedaan. Schoolbesturen moeten zich, wanneer wordt overgegaan tot het uitvoeren van een medische handeling door een leraar, wel realiseren dat zij daarmee bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen. Dit hoeft niet onoverkomelijk te zijn, maar het is goed zich te realiseren wat hiervan de consequenties kunnen zijn. Het zal duidelijk zijn dat de ouders voor dergelijke ingrijpende handelingen hun toestemming moeten geven. Zonder toestemming van de ouders kan een schoolleiding of leraar al helemaal niets doen. Gezien de ingrijpendheid van de handelingen moet een schoolleiding een schriftelijke toestemming van de ouders vragen. 35

138 Wettelijke regels Voor de hierboven genoemde medische handelingen heeft de wetgever een aparte regeling gemaakt. De Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) regelt wie wat mag doen in de gezondheidszorg. De wet BIG is bedoeld voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en geldt als zodanig niet voor onderwijzend personeel. Dat neemt niet weg dat in deze wet een aantal waarborgen worden gegeven voor een goede uitoefening van de beroepspraktijk aan de hand waarvan ook een aantal regels te geven zijn voor schoolbesturen en leraren als het gaat om in de wet BIG genoemde medische handelingen. Bepaalde medische handelingen de zogenaamde voorbehouden handelingen - mogen alleen worden verricht door artsen. Anderen dan artsen mogen medische handelingen alleen verrichten in opdracht van een arts. De betreffende arts moet zich er dan van vergewissen dat degene die niet bevoegd is, wel de bekwaamheid bezit om die handelingen te verrichten. Aansprakelijkheid Vorenstaande is ook van toepassing wanneer een leraar bij een leerling een medische handeling verricht. Technisch gezien vallen leraren niet onder de wet BIG. Deze geldt alleen voor medische en paramedische beroepen, zie pag. 5. Soms worden leraren betrokken bij de zorg rond een ziek kind en worden daarmee partners in de zorg. In zo n geval kan het voorkomen dat leraren gevraagd wordt om een medische handeling bij een kind uit te voeren. Deze, niet alledaagse, positie van de leraar moet hierbij serieus genomen worden. Daarom moet een leraar een gedegen instructie krijgen hoe hij de handeling moet uitvoeren. Het naar tevredenheid uitvoeren van deze handeling wordt schriftelijk vastgelegd in een bekwaamheidsverklaring 3. Zodoende wordt een zo optimaal mogelijke zekerheid aan kind, ouders, leraar en schoolleiding gewaarborgd. Ook voor de verzekeraar van de school zal duidelijk zijn dat er zo zorgvuldig mogelijk is gehandeld. Dit betekent dat een leraar in opdracht van een arts moet handelen die hem bekwaam heeft verklaard voor het uitvoeren van die medische handeling. Binnen organisaties in de gezondheidszorg is het gebruikelijk dat een arts, of een door hem aangewezen en geïnstrueerde vertegenwoordiger, een bekwaamheidsverklaring afgeeft met het oog op eventuele aansprakelijkheden. Heeft een leraar geen bekwaamheidsverklaring dan kan hij bij onoordeelkundig handelen aangesproken worden voor de aangerichte schade. Het schoolbestuur is echter weer verantwoordelijk voor datgene wat de leraar doet. Kan een schoolbestuur een bekwaamheidsverklaring van een arts overleggen, dan kan niet bij voorbaat worden aangenomen dat de schoolleiding onzorgvuldig heeft gehandeld. Een schoolbestuur dat niet kan bewijzen dat een leraar voor een bepaalde handeling bekwaam is, raden wij aan de medische handelingen niet te laten uitvoeren. Een leraar die wel een bekwaamheidsverklaring heeft, maar zich niet bekwaam acht - bijvoorbeeld omdat hij deze handeling al een hele tijd niet heeft verricht - zal deze handeling eveneens niet mogen uitvoeren. Een leraar die onbekwaam en / of zonder opdracht van een arts deze handelingen verricht is niet alleen civielrechtelijk aansprakelijk ( betalen van schadevergoeding ), maar ook strafrechtelijk ( mishandeling ). Het schoolbestuur kan op zijn beurt als werkgever eveneens civiel- en strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Om zeker te zijn dat de civielrechtelijke aansprakelijkheid gedekt is, is het raadzaam om, voordat er wordt overgegaan tot medisch handelen, contact op te nemen met de verzekeraar van de school. Het kan zijn dat bij 36

139 de beroepsaansprakelijkheid de risico s die zijn verbonden aan deze medische handelingen niet zijn meeverzekerd. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, omdat wanneer de verzekeraar van een en ander op de hoogte wordt gesteld hij deze risico s kan meeverzekeren, eventueel tegen een hogere premie en onder bepaalde voorwaarden ( bijvoorbeeld een bekwaamheidsverklaring ). 3 Toestemmingsformulier voor: uitvoeren van medische handelingen zie bijlage 3 Bekwaamheidsverklaring: zie bijlage 4 Richtlijnen: hoe te handelen bij een calamiteit zie bijlage Mocht zich onverhoopt ten gevolge van een medische handeling een calamiteit voordoen stel u dan direct in verbinding met de huisarts en / of specialist van het kind. Bel bij een ernstige situatie direct het landelijk alarmnummer 112. Zorg ervoor dat u alle relevante gegevens van het kind bij de hand heeft, zoals: naam, geboortedatum, adres, huisarts en specialist van het kind. Geef verder door naar aanleiding van welke handeling de calamiteit zich heeft voorgedaan en welke verschijnselen bij het kind waarneembaar zijn. BIJLAGE 1 Het kind wordt ziek op school 37

140 38 TOESTEMMINGSFORMULIER (Eventueel te gebruiken als bijlage bij het inschrijfformulier van de school) Het kan voorkomen dat uw kind gezond naar school gaat en tijdens de schooluren ziek wordt, zich verwondt, door een insect wordt geprikt of iets dergelijks. In zo n geval zal de school altijd contact opnemen met de ouders, verzorgers of met een andere, door hen aangewezen, persoon. Een enkele keer komt het voor dat deze personen niet te bereiken zijn. Als deze situatie zich voordoet dan zal de leraar een zorgvuldige afweging maken of uw kind gebaat is met een eenvoudige pijnstiller of dat een arts geconsulteerd moet worden. Als u met bovenstaande akkoord bent, wilt u dan dit formulier invullen. Ondergetekende gaat akkoord met bovengenoemde handelwijze ten behoeve van: (naam leerling) geboortedatum: Wanneer onderstaande gegevens reeds op het inschrijfformulier vermeld zijn, kunt u verdergaan naar ommezijde. adres: postcode: plaats: Naam ouder(s) / verzorger(s): telefoon thuis: telefoon werk: naam huisarts: telefoon: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

141 39 Te waarschuwen persoon, indien ouder(s) / verzorger(s) niet te bereiken zijn: naam: telefoon thuis: telefoon werk: Formulier 1 behorende bij het protocol: het kind wordt ziek school Ook ommezijde invullen Medicijnen: Mijn kind is overgevoelig voor de volgende zaken: naam: Ontsmettingsmiddelen: naam: Smeerseltjes tegen bijvoorbeeld insectenbeten: naam: Pleisters: naam / soort: Overig: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

142 40 naam: Ruimte voor zaken die hierboven niet genoemd zijn: Wilt u eventuele veranderingen zo spoedig mogelijk doorgeven aan de directie. Het is zeer belangrijk dat deze gegevens actueel zijn. Ondergetekende: naam: ouder: verzorger: datum: plaats: Handtekening: BIJLAGE 2 Het verstrekken van medicijnen op verzoek Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

143 41 TOESTEMMINGSFORMULIER voor het toedienen van de hieronder omschreven medicijn(en) aan: (naam leerling) geboortedatum: adres: postcode: woonplaats: zoon / dochter / pupil van: (naam ouder(s) / verzorger(s) telefoon thuis: telefoon werk: naam huisarts: telefoon: naam specialist: telefoon: De medicijnen zijn nodig voor onderstaande ziekte: Naam van het medicijn: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

144 42 Medicijn dient dagelijks te worden toegediend op onderstaande tijden: uur uur uur uur Medicijn(en) mogen alleen worden toegediend in de volgende situatie(s): Formulier 2 behorende bij het protocol: medicijnverstrekking op verzoek Ook ommezijde invullen: Dosering van het medicijn: Wijze van toediening: Wijze van bewaren: Controle op vervaldatum door: functie: Ondergetekende, ouder / verzorger van genoemde leerling, geeft hiermee aan de school c.q. de hieronder genoemde leraar die daarvoor een medicijninstructie heeft gehad, toestemming voor het toedienen van de bovengenoemde medicijnen: Naam: Plaats: Datum: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

145 43 Handtekening: ============================================================== MEDICIJNINSTRUCTIE Er is instructie gegeven over het toedienen van de medicijnen op: (datum) door: naam: functie: van: (instelling) aan: functie(s): van: (naam + plaats school) Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

146 44 BIJLAGE 3 Uitvoeren van medische handelingen Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

147 45 TOESTEMMINGSFORMULIER Ondergetekende geeft toestemming voor uitvoering van de zogenoemde medische handeling op school bij: (naam leerling) geboortedatum: adres: postcode: plaats: zoon / dochter / pupil van: (naam ouder(s) / verzorger(s) telefoon thuis: telefoon werk: naam huisarts: telefoon: naam specialist: telefoon: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

148 46 naam van contactpersoon (in ziekenhuis of anders) Telefoon: Beschrijving van de ziekte waarvoor de medische handeling op school bij de leerling nodig is: Omschrijving van de uit te voeren medische handeling : Formulier 3 behorende bij protocol: medische handeling Ook ommezijde invullen: De medische handeling moet dagelijks worden uitgevoerd op onderstaande tijden: uur uur uur uur De medische handeling mag alleen worden uitgevoerd in de hieronder nader omschreven situatie: manier waarop de medische handeling moet worden uitgevoerd: Eventuele extra opmerkingen: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

149 47 Bekwaamheidsverklaring aanwezig ja / nee Instructie van de medische handeling + controle op de juiste uitvoering is gegeven op (datum): door: functie: van: (instelling) Ondergetekende: naam: ouder: verzorger: datum: plaats: Handtekening: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

150 48 BIJLAGE 4 Bekwaamheidsverklaring bij het uitvoeren van medische handelingen Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

151 49 BEKWAAMHEIDSVERKLARING Voor het uitvoeren van een zogenoemde medische handeling. Ondergetekende, bevoegd tot het uitvoeren van de hieronder beschreven handeling verklaart dat, (naam werknemer) functie: werkzaam aan / bij: na instructie door ondergetekende, in staat is bovengenoemde handeling bekwaam uit te voeren. De handeling moet worden uitgevoerd ten behoeve van: naam: geboortedatum: Het uitvoeren van bovengenoemde handeling is voor de leerling noodzakelijk wegens: De hierboven beschreven handeling mag alleen worden uitgevoerd op de tijdstippen waarop de leerling op school aanwezig is. De hierboven beschreven handeling moet worden uitgevoerd gedurende de periode: Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

152 50 Ondergetekende: functie: werkzaam aan / bij: Plaats: Datum: Handtekening: BIJLAGE 5 Richtlijnen hoe te handelen bij een calamiteit t.g.v.: - het toedienen van medicijnen aan een kind - het uitvoeren van een medische handeling Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

153 51 Richtlijnen hoe te handelen bij een calamiteit t.g.v.: - het toedienen van medicijnen aan een kind - het uitvoeren van een medische handeling Laat het kind niet alleen. Probeer rustig te blijven. Observeer het kind goed en probeer het gerust te stellen Waarschuw een volwassene ( of laat één van de kinderen een volwassene ophalen waarbij u duidelijk instrueert wat het kind tegen de volwassene moet zeggen ) Bel direct de huisarts en / of de specialist van het kind Bel bij een ernstige situatie direct het landelijk alarmnummer 112 Geef door naar aanleiding van welk medicijn of medische handeling de calamiteit zich heeft voorgedaan Zorg ervoor dat u alle relevante gegevens van het kind bij de hand hebt ( of laat ze direct door iemand opzoeken ) zoals: Naam van het kind Geboortedatum Adres Telefoonnummer van ouders en / of andere, door de ouders aangewezen, persoon Naam + telefoonnummer van huisarts / specialist Ziektebeeld waarvoor medicijnen of medische handeling nodig zijn Bel de ouders ( bij geen gehoor een andere, door de ouders aangewezen persoon ): Leg duidelijk uit wat er gebeurd is. Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

154 52 Vertel, indien bekend, wat de arts heeft gedaan / gezegd. In geval van opname, geef door naar welk ziekenhuis het kind is gegaan. Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

155 53 Bijlage 8 Beleid schorsen en verwijderen Protocol toelating en verwijdering in het primair onderwijs Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

156 54 September 2015 Inhoud 1. Algemene uiteenzetting Leerplicht en vrije schoolkeuze als bepalende principes Toegankelijkheid. Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

157 Schoolkwestie Toepasselijke wetsbepalingen. 2. Toelating en weigering in het basisonderwijs Zorgplicht Aanmelding Toelatingsbeleid Weigeringsgronden Ernstige verstoring openbare rust en orde. 2.5 Procedure bij weigering Weigering op grond van gegevens die de ouders zelf hebben verstrekt Weigering op grond van andere gegevens dan verstrekt bij het verzoek om toelating. 3. Ordemaatregelen Opvoedkundige en ordemaatregelen Schorsing. 4. Verwijdering Algemene uitgangspunten Verwijdering van een school voor basisonderwijs Ondersteuningsbehoefte Wangedrag Procedure voor verwijdering basisonderwijs Geschil over verwijderingsbesluit Andere wettelijke stappen. Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

158 Algemene uiteenzetting. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: - leerplicht en vrije schoolkeuze; - openbaar onderwijs kan weigeren; - toelating en verwijdering per school beoordelen en niet per bestuur; - toepasselijke wetsbepalingen; - passend onderwijs Leerplicht en vrije school-keuze als bepalende principes. De leerplicht en de vrije schoolkeuze van ouders bepaling in ruime mate het systeem van toelating en verwijdering. Nederland kent een leerplicht. In de Leerplichtwet staat dat kinderen met ingang van de maand volgend op die waarin ze vijf jaar zijn geworden, leerplichtig zijn. Protocol toelating en verwijdering in het Primair Onderwijs Samenwerkingsverband PO 20.01

159 Deze leerplicht eindigt als ten minste twaalf volledige schooljaren een school is bezocht of aan het eind van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. 6 Toelating is daarom het uitgangspunt, weigering de uitzondering. De wet schrijft dan ook voor dat het bevoegd gezag dat een leerling wil verwijderen eerst een andere school moet vinden die de leerling wil toelaten, voordat verwijdering mogelijk is. Een bijzondere school kan een leerling op grond van godsdienstige gezindheid of levensbeschouwing niet weigeren wanneer binnen een redelijke afstand van de woning van de leerling geen openbaar onderwijs beschikbaar is 7 Kortom, een leerplichtige leerling mag in beginsel niet van onderwijs verstoken zijn. Ouders zijn vrij in de keuze van de school waar hun kind onderwijs volgt. Deze vrije schoolkeuze speelt altijd een rol, ook als de school een spreidingsbeleid hanteert Toegankelijkheid. Openbaar onderwijs is in het Neder-landse onderwijsstelsel een basis- voorziening, die is vastgelegd in de Grondwet 8. Juist daarom is bepaald dat er voldoende openbaar onderwijs voorhanden moet zijn en dat dit onderwijs algemeen toegankelijk moet zijn. Volgens de wet is er voldoende gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs wanneer er zich binnen een afstand van 10 km (gemeten over de weg) een openbare school bevindt 9. Bijzonder onderwijs is ontstaan uit particulier initiatief en is bedoeld voor een bepaalde groep mensen met een gemeenschappelijke opvatting over de godsdienst en/of levensbeschouwelijke grondslag van het onderwijs. Bijzonder onderwijs dat uitsluitend bestemd is voor interne leerlingen, mag in beginsel kinderen weigeren van ouders die de grondslag niet onderschrijven 10. Bijzonder onderwijs dat niet bestemd is voor interne leerlingen, mag op deze grond geen kind weigeren als er binnen een redelijke afstand geen mogelijkheid is tot het volgen van openbaar onderwijs Schoolkwestie. Toelating en verwijdering worden meestal alleen beoordeeld naar de mogelijkheden op de school waar een leerling wordt aangemeld en niet naar de mogelijkheden van alle scholen onder het bevoegd gezag. 6 Artikel 3 Leerplichtwet. 7 Artikel 58 Wet op het Primair Onderwijs (WPO) 8 Artikel 23 Grondwet. 9 Artikel 75 lid 4 Wet op het Primair Onderwijs (WPO) 10 Artikel 58 lid 1 laatste volzin WPO

160 Formeel zullen echter ook de mogelijk-heden van de andere scholen in de besluitvorming moeten worden betrokken. In het toelatingsbeleid van het VCPO Noord-Groningen staat de schoolkeuze van de ouders voorop. Als deze keuze niet kan worden gehonoreerd, kunnen de mogelijkheden van het kind op een andere school van het schoolbestuur worden bezien en, waar nodig, binnen het Samenwerkings-verband De algemeen toegankelijkheid van het openbaar onderwijs betekent niet dat een openbare school een kind nooit mag weigeren. Een openbare school mag een kind echter niet weigeren vanwege zijn godsdienst of levensbeschouwelijke opvattingen. Het bijzonder onderwijs mag dat wel Toepasselijke wetsbepalingen. De Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) geven voorschriften voor de procedure bij toelating, schorsing en verwijdering. Het openbaar onderwijs behoort daarnaast ook steeds de Algemene wet bestuursrecht in acht te nemen. Let wel: Artikel 39 WPO en WEC bevatten algemene voorschriften voor de toelatingsleeftijd en duur van het onderwijs. In artikel 40 WPO/WEC wordt onder andere bepaald dat de toelating van een kind niet afhankelijk mag worden gesteld van een ouderbijdrage. Ook mag een kind dat geen verblijfstatus heeft, niet om die reden worden geweigerd. 2. Toelating en weigering in het basisonderwijs. In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde: - Weigering is niet toelaten op verzocht tijdstip; plaatsing op een wachtlijst is ook weigering; - Gepubliceerd toelatingsbeleid is basis van zorgvuldige besluitvorming. - Besluitvormingsprocedure openbaar onderwijs; - Weigeringsgronden uitgebreid; - Toelating en Wet passend onderwijs Zorgplicht. Vanaf het moment dat het kind is aangemeld en het duidelijk wordt dat het kind extra ondersteuning nodig heeft, ontstaat er voor de school c.q. het schoolbestuur een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat de school een passend onderwijsaanbod doet.

161 De zorgplicht ontstaat niet als de groep vol is of als de ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Dit laatste onderdeel is voor een openbare school niet aan de orde Aanmelding. Kinderen zijn vanaf vier jaar welkom op de basisschool. Vanaf de eerste schooldag in de maand na de vijfde verjaardag zijn de kinderen leerplichtig. Voor kleuters is er nog een bijzondere regeling. Tot het kind 6 jaar oud wordt, mag het kind maximaal vijf uur per week thuis gehouden worden. Dit moet natuurlijk wel aan het bevoegd gezag van de school gemeld worden. Als de ouders het kind meer dan vijf uren per week thuis houden is er speciale toestemming van het bevoegd gezag van de school nodig. Deze toestemming geldt ook voor maximaal 5 uren per week. Als het kind 3 jaar en 10 maanden oud is, mag het op school kennismaken. Deze kennismakingsfase omvat maximaal vijf dagen. Ouders moeten hun kind (indien mogelijk) minimaal 10 weken voor het begin van het nieuwe schooljaar (of voor de datum waarop zij de inschrijving wensen) schriftelijk aanmelden bij de school van hun keuze 11. De school heeft 6 weken de tijd om te besluiten over het verzoek tot toelating en mag deze termijn met maximaal 4 weken verlengen. Het moment waarop de termijn gaat lopen is de datum waarop het aanmeldingsformulier is ingevuld door de ouders. Ouders kunnen hun kind aanmelden vanaf 1 jaar voordat het kind wettelijk toelaatbaar is. Kinderen die jonger zijn dan deze leeftijd, kunnen op een wachtlijst met vooraanmeldingen worden geplaatst. Ouders hebben de mogelijkheid om hun kind bij verschillende scholen tegelijk, binnen of buiten het samenwerkings-verband aan te melden. Hierdoor kunnen meerdere scholen belast worden met de aanmeldings-procedure en het onderzoek of er sprake is van een leerling met een ondersteuningsbehoefte. 11 Artikel 40 lid 2 WPO

162 Ouders moeten daarom melden of en zo ja, bij welke andere scholen zij om toelating hebben verzocht. Hierdoor kunnen scholen onderling tot afstemming komen voor de aanmeld-procedure. Na de aanmelding onderzoekt de school of er extra ondersteuning nodig is. Dit gebeurt op basis van de informatie van de ouders. De leerling heeft recht op een tijdelijke plaatsing met ingang van 1 augustus als de toelatingsbeslissing op die datum nog niet is genomen 12. Tijdelijke plaatsing is niet aan de orde als: - ouders niet minimaal 10 weken voor het begin van het schooljaar hun kind hebben aangemeld. - de leerling reeds is ingeschreven op een school Toelatingsbeleid. Toelating is het uitgangspunt en weigering de uitzondering. Hiertoe heeft het schoolbestuur VCPO Noord-Groningen een toelatingsbeleid opgesteld. Samenvattend: - Ouders kunnen hun kind bij een van onze scholen aanmelden vanaf 1 jaar voordat het kind wettelijk toelaatbaar is. - Ouders moeten hun kind minimaal 10 weken voor het begin van het nieuwe schooljaar (of voor de datum waarop zij de inschrijving wensen) schriftelijk aanmelden bij de school van hun keuze Ouders hebben de mogelijkheid om hun kind bij verschillende scholen tegelijk aan te melden. - Ouders zijn verplicht te melden bij welke andere scholen zij om toelating hebben verzocht. Indien nodig stemmen scholen onderling af. - De school registreert de aanmelding in het centrale administratiesysteem. - Als het kind 4 jaar is, wordt het tot de basisschool toegelaten. De school waar een leerling wordt aangemeld, hoeft echter niet alle leerlingen op de eigen school te plaatsen. Net als in de huidige situatie, moet de school eerst onderzoeken of zij de leerling een passend onderwijsprogramma kan bieden. Als er tot weigering van een leerling wordt overgegaan moet onderbouwd worden waarom de leerling niet tot de school wordt toegelaten. 12 Artikel 40 lid 7 WPO 13 Artikel 40 lid 2 WPO

163 2.4. Weigeringsgronden. Als blijkt dat plaatsing een onevenredige belasting is voor de school, dan moet de school (het bestuur) een andere school vinden die een passend onderwijsaanbod kan bieden en waar het kind ook kan worden geplaatst. De verantwoordelijkheid om een passende plek te vinden op een andere school, is geregeld in de Wet Passend Onderwijs. Vanzelfsprekend wordt het besluit tot niet-plaatsing onderbouwd. De school onderzoekt echter eerst of zij zelf een passend aanbod kan bieden. Dat doet ze op basis van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Op grond van deze wet moet de school eerst onderzoeken of zij het kind kan plaatsen op grond van het treffen van doelmatige aanpassingen. Daarbij spelen 3 factoren een belangrijke rol: de (on)mogelijkheden van het kind; de (on)mogelijkheden van de school; de wensen van de ouders. Als de plaatsing een onevenredige belasting vormt voor de school, heeft zij een argument om de leerling niet toe te laten. Omdat schoolfactoren kunnen variëren kunnen de weigeringsgronden per school verschillen. Elke school heeft daarom een eigen schoolondersteuningsprofiel waarin de (on)mogelijkheden t.a.v. zorg en ondersteuning zijn beschreven. Hierbij worden ook factoren als samenstelling van de groep, effect op de voortgang van het onderwijs, deskundigheid personeel, voldoende financiële middelen, aanpassingen in organisatie en begeleiding etc. meegenomen. Deze argumenten sluiten aan bij de afspraken die binnen het SWV zijn gemaakt over het begeleiden van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Samenvattend: Uitgangspunt bij het al dan niet weigeren van een kind op grond van de ondersteuningsbehoefte is in ieder geval de afweging tussen het belang van het individuele kind en het algemeen belang van de school. Het schoolondersteuningsprofiel c.q. SOP van de scholen speelt hierbij ook een belangrijke rol. Wettelijk moet elke school eens per 4 jaar het schoolondersteuningsprofiel vaststellen. De schoolondersteuningsprofielen van de scholen van de VCPO Noord-Groningen zijn (datum) vastgesteld.

164 In het schoolondersteuningsprofiel is opgenomen welke extra ondersteuning de school kan bieden. Een samenvatting van het profiel van de school wordt in de schoolgids van de betreffende scholen opgenomen. De huidige ondersteuningsprofielen worden aan het eind van het schooljaar tussentijds bijgesteld. Ook voor het bevoegd gezag is het van belang om aan te kunnen tonen of er voldoende onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden om te voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Het bevoegd gezag denkt hierbij aan de volgende punten: a. Zijn de ouders voldoende geïnformeerd en gehoord?; b. Is er ev. extern medisch en/of psychiatrisch onderzoek gedaan?; c. Is advies ingewonnen bij de adviseur passend onderwijs?; d. Is er advies gevraagd aan de Intern Begeleider?; e. Is er advies gevraagd aan de groepsleerkracht en/of directeur van de vorige school? f. Vormt de plaatsing van het kind een onevenredige belasting voor de school?. In dit laatste geval moet de school en/of het schoolbestuur een andere school vinden die het kind wel toe kan laten 14. Zie onderdeel 2.1 Zorgplicht Ernstige verstoring openbare rust en orde. Het bevoegd gezag mag een kind weigeren op grond van een te verwachten verstoring van rust en orde. Het kan hierbij gaan om het gedrag van een kind, maar ook van dat van de ouders. Het bevoegd gezag moet haar beslissing tot weigeren van de leerling motiveren Procedure bij weigering. Het bevoegd gezag besluit binnen 6 weken na aanmelding van een leerling over de toelating. De termijn van 6 weken mag met maximaal 4 weken worden verlengd. Als er sprake is van weigering maakt het bevoegd gezag gebruik van de volgende procedures: Weigering op grond van gegevens die de ouders zelf hebben verstrekt. 14 Artikel 40 lid 4 WPO

165 - Het bevoegd gezag bericht de ouders schriftelijk dat hun kind niet wordt toegelaten en geeft hierbij de redenen aan. - Het bevoegd gezag vermeldt vervolgens dat bezwaar en beroep tegen de beslissing mogelijk is, door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan. - Bij een leerling die extra onder-steuning nodig heeft, geldt dat de toelating pas wordt geweigerd nadat het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. Dit na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en het schoolondersteuningsprofiel van de aanmeldschool. - Wanneer de ouders bezwaar maken, wordt de bezwaarschriftenprocedure van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. De ouders moeten binnen 4 weken een beslissing hebben ontvangen Het bezwaar moet worden ingediend volgens de reguliere bezwaarschriftenprocedure. - Ouders kunnen naast hun bezwaar bovendien een spoedprocedure starten bij de bestuursrechter, omdat er sprake is van openbaar onderwijs Weigering op grond van andere gegevens dan verstrekt bij het verzoek om toelating. - Het bevoegd gezag bericht de ouders schriftelijk dat het voornemens is hun kind niet toe te laten en geeft hierbij de redenen aan. - Het bevoegd gezag nodigt de ouders voor een gesprek of een schriftelijke reactie. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt waarvan een afschrift aan de ouders wordt gegeven. - Bij een leerling die extra onder-steuning nodig heeft, geldt dat de toelating pas wordt geweigerd nadat het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. Dit na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en het schoolondersteuningsprofiel van de aanmeldschool. - Het bevoegd gezag neemt binnen 6 weken een beslissing. Dit mag één maal met ten hoogste 4 weken worden uitgesteld. - Wanneer de ouders bezwaar maken, wordt de bezwaarschriftenprocedure van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. De ouders moeten binnen 4 weken een beslissing hebben ontvangen Het bezwaar moet worden ingediend volgens de reguliere bezwaarschriftenprocedure. - Ouders kunnen naast hun bezwaar bovendien een spoedprocedure starten bij de bestuursrechter, omdat er sprake is van openbaar onderwijs. Na de hiervoor genoemde procedure kunnen ouders het geschil over de toelating van een leerling met een ondersteuningsbehoefte ook voorleggen aan de Geschillen- commissie passend onderwijs. (zie 4.2.5) Ouders kunnen ook een oordeel vragen aan het College voor de Rechten van de Mens als zij menen dat er sprake is van een verboden onderscheid op grond van een handicap of chronische ziekte. 15 Artikelen 40 lid 12 en 63 lid 3 WPO 16 Artikelen 40 lid 12 en 63 lid 3 WPO

166 3. Ordemaatregelen Opvoedkundige- en ordemaat-regelen. Opvoedkundige maatregelen zijn pedagogische maatregelen om sociaal gewenst gedrag te bevorderen en om leerlingen te vormen. Deze maatregelen hebben te maken met het handelen en kunnen daarom door een leerkracht aan een leerling worden opgelegd. Ordemaatregelen raken de rechtspositie van een leerling en kunnen alleen door het bevoegd gezag worden opgelegd. Er is sprake van een aantal ordemaat-regelen in opklimmende zwaarte: - De schriftelijke berisping; - De overplaatsing naar een parallel-klas of een andere vestiging van de school van het bevoegd gezag; - De schorsing; - De verwijdering. Het bevoegd gezag is vrij om te beslis-sen of en zo ja welke ordemaatregel zij wil treffen. Bij het opleggen van een ordemaatregel houdt het bevoegd gezag rekening met de volgende aspecten: - Er is een evenredige verhouding tussen de overtreding die de leerling heeft begaan en de ordemaatregel die wordt opgelegd; - De leerling heeft in eniger mate schuld aan de normschending; - Het bevoegd gezag legt de ordemaatregel op volgens de procedurele regels die hiervoor gelden Schorsing. Bij schorsing wordt een leerling tijdelijk het recht op deelname aan het onderwijs ontzegd. Er is pas sprake van schorsing als een leerling voor tenminste één dag wordt uitgesloten van het recht op deelname aan het onderwijs. De duur van de schorsing moet in verhouding staan tot de aard en de ernst van de overtreding 17. Een leerling mag ten hoogste voor één week worden geschorst. Het bevoegd gezag houdt rekening met de volgende aspecten: - Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt; - Indien de schorsing langer dan één dag duurt stelt het bevoegd gezag schriftelijk en met opgave van redenen de Onderwijsinspectie in kennis van de schorsing; - Het bevoegd gezag hoort de ouders voorafgaand aan het schorsings-besluit; 17 Artikel 40c WPO

167 - Als het bevoegd gezag het kind per direct moet schorsen, dan worden de ouders ná het schorsingsbesluit gehoord; - Het bevoegd gezag gebruikt de schorsingsdagen om met de ouders in gesprek te gaan en om over het vervolgtraject afspraken te maken; - Het bevoegd gezag vermeldt in het schorsingsbesluit de reden van de schorsing, de ingangsdatum en de duur van de schorsing; - In het schorsingsbesluit wordt een bezwaarclausule opgenomen, waarin vermeld staat dat indien de ouders het niet eens zijn met de inhoud van het besluit, zij binnen 6 weken na dagtekening een bezwaarschrift kunnen indienen; - De school neemt maatregelen om te voorkomen dat de leerling een onderwijsachterstand oploopt. 4. Verwijdering Algemene uitgangspunten. Er is sprake van verwijdering als het bevoegd gezag de leerling niet langer ingeschreven wenst te hebben. Verwijdering kan worden beschouwd als een eenzijdige rechtshandeling van het bevoegd gezag, waarbij aan een leerling de verdere toegang tot de school wordt ontzegd 18. Het bevoegd gezag beslist over de verwijdering van de leerling. In het verwijderingsbesluit geeft het bevoegd gezag aan hoe het een afweging heeft gemaakt tussen het belang van de school bij verwijdering en het belang van de leerling om op school te blijven Verwijdering van een school voor basisonderwijs. Voor het bevoegd gezag is er een tweetal redenen om een leerling te verwijderen: - De school kan niet aan de ondersteuningsbehoefte van het kind voldoen; - Er is sprake van ernstig wangedrag van de leerling of de ouders; Ondersteuningsbehoefte. Voorafgaand op de beslissing van het bevoegd gezag moet worden vastgesteld of: - de leerling formeel thuishoort of toelaatbaar is tot het speciaal (basis) onderwijs dan wel; - de leerling formeel thuishoort in het reguliere onderwijs. De school heeft eerst zelf geprobeerd de vereiste ondersteuning te bieden. Wanneer het bevoegd gezag deze ondersteuning niet kan bieden, dan moet zij voor een plek op een andere school zorgen. Hierover wordt overleg met de ouders gevoerd. 18 Artikel 40 lid 11 WPO

168 Het bevoegd gezag heeft hierbij te maken met een onderzoekplicht ter beoordeling van de vraag of de school aan de ondersteuningsbehoefte kan voldoen. Het bevoegd gezag betrekt de volgende elementen in dit onderzoek: - De aard van de handicap en de daaruit voortvloeiende onderwijsbeperking; - De beschikbare formatie en expertise van de leerkrachten; - De mogelijkheid om alle leerlingen de vereiste aandacht te geven; - De beschikbare externe hulp; - De afstemming tussen de benodigde en de beschikbare ondersteuning van de leerling. - Het schoolondersteuningsprofiel. - Het belang van het kind ten opzichte van het belang van de school. Het bevoegd gezag draagt zorg voor: - Een zorgvuldige afwegings-procedure; - deskundige en onafhankelijke en zoveel mogelijk eenduidige adviezen; - Zorgvuldig overleg met de ouders Wangedrag. Ook kan tot schorsing en verwijdering worden overgegaan bij ernstig wangedrag. Het bevoegd gezag volgt de volgende procedure: - Het bevoegd gezag heeft gedrags-regels bepaald hoe het bevoegd gezag met wangedrag omgaat en wanneer de grens voor verwijdering is bereikt; - (Lichtere) maatregelen ter voor-koming van herhaling hebben gefaald; - De leerling/ouders is/zijn gewaar-schuwd, dat bij eerstvolgende herhaling tot verwijdering wordt overgegaan. - In zeer ernstige gevallen kan tot onmiddellijke verwijdering worden overgegaan, zonder de eerder genoemde maatregelen. - Het bevoegd gezag kan de Onderwijsinspectie vragen om in te stemmen met het voornemen om tot verwijdering over te gaan. Verwijdering is gebaseerd op een schoolreglement dat regels en grenzen stelt aan het gedrag van leerlingen (en personeel) en aangeeft wanneer het bevoegd gezag sancties kan opleggen. Deze sancties en de besluitvorming zijn duidelijk omschreven in het omgangsprotocol van elke school. Het bevoegd gezag draagt zorg voor het kenbaar maken van het beleid in de algemene schoolgids en op de website Procedure voor verwijdering. De volgende procedure is een vervolg op het in het voorafgaande genoemde. Het bevoegd gezag:

169 - Vraagt voorafgaand aan het verwijderingsbesluit de mening van de betrokken groepsleraar, het team en de Onderwijsinspectie 19 ; - Besluit, indien er hierna geen aanleiding is om de situatie op te lossen, formeel tot verwijdering en zet de verwijderingsprocedure op gang; - Besluit eerst tot een voornemen tot verwijdering en vervolgens tot verwijdering; - Heeft gezorgd voor het wettelijk verplichte onderwijskundig rapport over de leerling 20 ; Het bevoegd gezag: - Nodigt de ouders schriftelijk uit voor een gesprek, waarin wordt gesproken over het voornemen van de school om tot verwijdering over te gaan; - Licht de ouders in dit gesprek in over de afwegingen van het bevoegd gezag, de verdere procedure en mogelijkheid tot bezwaar maken; - Maakt een verslag van het gesprek Geschil over verwijderingsbesluit. Ouders kunnen kiezen voor: a. Een bezwaarprocedure te volgen; b. Andere wettelijke stappen te volgen. Bezwaarprocedure. Ouders kunnen binnen 6 weken bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken een beslissing op het bezwaar nemen 21. Ouders kunnen vervolgens tegen de beslissing op bezwaar, die het bevoegd gezag neemt, in beroep gaan bij de bestuursrechter Andere wettelijke stappen: Geschillencommissie Passend Onderwijs. Ouders kunnen het geschil ook aanhangig maken bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs. De ouders hebben 6 weken de tijd om het verzoek bij deze commissie in te dienen. De Geschillencommissie brengt binnen 10 weken advies uit aan het bevoegd gezag. Dit advies is niet bindend en er kan geen bezwaar of beroep tegen worden ingesteld. Het bevoegd gezag neemt de beslissing op het bezwaar pas nadat het advies van de Geschillencommissie is ontvangen. De termijn voor het nemen van de beslissing op bezwaar wordt dan opgeschort tot de dag waarop de commissie advies heeft uitgebracht. Onderwijsconsulent. 19 Artikel 40 lid 11 WPO 20 Artikel 42 WPO 21 Artikel 40 lid 12 en artikel 63 lid 3 WPO

170 Ouders kunnen onderwijsconsulenten inschakelen als tussenstap voordat zij naar de Geschillencommissie gaan. Onderwijsconsulenten kunnen bemiddelen in de fase waarin er nog geen geschil bij de Geschillencommissie aanhangig is gemaakt. College voor de rechten van de mens. Ouders kunnen een oordeel van dit college vragen als zij van mening zijn dat het bevoegd gezag bij de verwijdering een verboden onderscheid heeft gemaakt of discrimineert op grond van een handicap of een chronische ziekte. De uitspraak van het College voor de rechten van de mens is niet bindend, maar wordt meestal wel opgevolgd door het bevoegd gezag. De gemeenschappelijke medezeggen-schapsraad c.q. GMR van de VCPO Noord- Groningen heeft in de vergadering van (datum) gebruik gemaakt van haar adviesrecht over de vaststelling en wijziging van het toelatingsbeleid 22. Naam: Functie: 22 Artikel 11 sub j. Wet medezeggenschap op scholen (WMS)

171 Bijlage 9 Toetskalender en Cyclus Planning en Control

172 Wk Data Vakantie Actie Groep Toetsen Opmerkingen Plan aug. Opfrissing IB-afspraken IB-netwerk Start gouden weken aug. Start HP blok 1 Op gebied van zorg in Parnassys OB, SF, BF noteren. HP aug.-04 sep. Groepsplannen Opstellen groepsplannen informatie volgt HP sep. 3-8 Woordenschat M HP sep. HP sep. 23 middag verfrissen afname ZIEN HP sep.-02 okt. ZIEN invullen, IB netwerk 1-8 ZIEN Lkr + lln ZIEN + analyse maken HP okt. 07 IB gesprekken uur per combinatie groep HP okt. Evaluatie HP blok 1 HP okt. Herfst okt. Opstellen HP blok nov. Start HP blok 2, IB netwerk 3 Herfstsignalering VLL NIO afname mogelijk VCPO HP nov. HP nov. 1-8 HP nov. Plaatsingswijzer invullen Toetsen PRO/LWOO + opstellen P.W. HP nov.-04 dec. HP dec. IB-netwerk HP dec. HP dec. Kerst dec.-01 jan. Kerst jan. HP jan. 1-8 Start cito 15 Els extra toetsen HP jan. 1-8 Cito week 2 HP jan. IB-netwerk Cito week 3 Screeningsonderzoek Wintersignalering VLL Signalering tussendoelen beginnende geletterdheid invullen voor III, IV, V lln. HP feb. Evaluatie HP blok Reserve cito week 03 februari margedag analyseren HP feb. Schrijven analyse cito M Doublure en verlengers in kaart brengen feb. 17 IB-gesprekken Rapporten mee Opstellen HP blok 3

173 feb. Start HP blok 3 Groepsplannen 1-8 Groepsplannen evalueren, nieuwe opstellen. Bijwerken OB, SF, BF. HP feb.-04 mrt. Voorjaar mrt. IB-netwerk HP mrt. HP mrt. 25 mrt vrij ZIEN invullen 1-8 ZIEN Lkr + lln ZIEN + analyse maken HP mrt.-01 apr. 28 mrt vrij 3 Lentesignalering VLL HP apr. 5-6 apr vrij 3-8 Cito Woordenschat E HP apr. Tussenevaluatie HP blok 3 13 IB gesprekken IB netwerk Tussenevaluatie HP blok 3 1 uur per combinatiegroep HP apr. 8 Cito eindtoets HP apr. Mei mei Mei mei HP mei 16 mei vrij 18 mei jaar evaluatie + moment zorg HP mei IB netwerk Start cito week Checklist signalering Vroegtijdige signalering van leesproblemen/ dyslexie invullen voor III, IV, V lln. 27 Els extra voor toetsing. HP mei - 03 juni 1-8 Cito week 2 HP juni 1-8 Cito week 3 HP juni 1-8 Reserve cito week HP juni Schrijven analyse cito E IB netwerk juni-01 juli Evaluatie HP blok 3 29 IB gesprekken 3 Eindsignalering VLL 22 margedag analyseren HP 3 HP 3 01 Rapporten mee juli Groepsplannen Groepsplannen evalueren, nieuwe opstellen. Bijwerken OB, SF, BF in Parnassys juli Opstellen HP blok juli-26 aug. Zomer

174 Cito periode januari Cito periode januari 2016 Groep Toets 1-2 Cito Rekenen voor Kleuters CPS Beginnende Geletterdheid 3-8 Cito Rekenen-Wiskunde Cito Spelling Cito Begrijpend lezen Cito Woordenschat AVI DMT Cito periode januari Cito periode juni 2016 Groep Toets 1-2 Cito Rekenen voor Kleuters CPS Beginnende Geletterdheid 3-8 Cito Rekenen-Wiskunde Cito Spelling Cito Woordenschat AVI DMT Cito Begrijpend lezen -AVI doortoetsen tot instructieniveau -DMT afname kaart Cito BL voorlezen voor leerlingen met een dyslexieverklaring aanwezig in dossier -Cito BL juni: indien afgesproken i.v.m. score in januari -Cito RvK alleen bij lln die nog geen A-score hebben behaald of in overleg met IB Looptijd handelingsplan perioden: Periode 1: 24 augustus tot en met 16 oktober Periode 2: 02 november tot en met 05 februari

175 Periode 3: 22 februari tot en met 01 juli NB. Tussenevaluatie in de week van april is verplicht en is uiterlijk 15 april klaar Dyslexie- en dyscalculieplannen lopen een half jaar: Eerste half jaar: 24 augustus tot en met 05 februari Tweede half jaar: 22 februari tot en met 01 juli Voordat de plannen mee naar huis gaan, gaat dit via de IB-er zodat er overleg en afstemming bereikt kan worden.

176 10. Protocol Hoogbegaafdheid Protocol (hoog)begaafdheid Werkdocument Zodra er aandacht en waardering is voor talent zal een leerling het maximale denkvermogen leveren. Als die aandacht er niet is, kan dit leiden tot demotivatie en onderpresteren. VCPO Noord-Groningen

177

178 Inhoudsopgave 1. Verantwoording Terminologie Inspectiekaders Theoretische achtergrond Theoretisch uitgangspunt Kenmerken (hoog)begaafde leerlingen Onderwijsbehoeften Zes profielen van Betts en Neihart Eigenschappen van succesvolle hoogbegaafde leerlingen Problemen die zich kunnen voordoen bij hoogbegaafde leerlingen Jonge hoogbegaafde leerlingen Sociaal emotionele problemen Motivatie Onderpresteren Differentiatie in een jaargroep Intelligente leerling Hoogbegaafde leerling Schema van vijf leerlijnen Visie VCPO Noord-Groningen Uiteenzetting van taken en competenties van ten aanzien van signalering en aanpak De competenties van de IB-er/ coördinator (hoog) begaafdheid De competenties van de leerkracht van de Plusklas De competenties van de leerkracht Rol van de ouders 5 Signalering en diagnostiek van (hoog)begaafdheid Stap 1 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Stap 3 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Stap 4 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Stap 5 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.1 Signalering Intake... 93

179 5.1.2 Verslaglegging (ParnasSys) Diagnostiek Pedagogisch didactische klimaat Inhoud en didactiek Feedback en rapportage Uitwerking in de praktijk Groep 1-2 en groep 3 t/m Metacognitieve vaardigheden Compacten Verrijken Verbreden Plusklas Versnelling of vervroegde doorstroming Een extern deskundige Borging van kwaliteit... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

180 1. Verantwoording In elke groep zijn leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Vaak wordt dan gesproken van slimme leerlingen, plusleerlingen of hoogbegaafde leerlingen. Niet alle leerlingen die opvallen door hoge testresultaten en een goed leervermogen zijn onderzocht en als (hoog)begaafd gediagnosticeerd. Ondanks hogere prestaties kent deze groep leerlingen binnen de klas ook een bepaalde ondersteuningsbehoefte. In het kader van Passend Onderwijs is het bieden van een adequaat onderwijsaanbod een belangrijk speerpunt. Dit betekent dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften passende begeleiding en ondersteuning moeten ontvangen. Middels dit protocol willen wij de scholen een handreiking bieden om (hoog)begaafde leerlingen te signaleren en een passende begeleiding vorm te geven Terminologie Allereerst een toelichting ten aanzien van de term (hoog)begaafdheid. Wanneer in dit protocol wordt gesproken over (hoog)begaafdheid, dan wordt zowel gedoeld op hoogintelligente (leerlijn 4) als hoogbegaafde leerlingen (leerlijn 5). Dit zijn respectievelijk leerlingen die in aanmerking komen voor extra werk voor één of meerdere vakgebieden of met een eigen leerlijn werken (Kuiper, 2010). Leerlijn 1 Leerlijn 2 Leerlijn 3 Leerlijn 4 Leerlijn % 5 10% Ca. 70 % 5-10 % 2-5 % Leerlingen met een eigen leerlijn. Leerlingen die met kleine aanpassingen de methode kunnen volgen. Leerlingen met een min of meer gemiddeld niveau. Leerlingen werken uit de methode. Leerlingen die voor extra werk in aanmerking komen, voor één of meerdere vakken. Leerlingen met een eigen leerlijn. Tabel 1 Toelichting term (hoog)begaafdheid. Bron: Kuiper (2010) Inspectiekaders Dit protocol sluit eveneens aan bij de inspectiestandaarden met betrekking tot de indicatoren van Zorg en Begeleiding (Toezichtkader PO, Inspectie 2012). Gedacht kan worden aan het vroegtijdig signaleren van

181 leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, het bieden van planmatige begeleiding, meerdere malen nauwkeurig in kaart brengen van prestaties, ontwikkelingen en hulpvragen van de leerling en indien gewenst een samenwerking met externe betrokkenen ten behoeve van de ontwikkeling van deze leerling.

182 2 Theoretische achtergrond 2.1 Theoretisch uitgangspunt Er bestaan verschillende theoretische modellen over (hoog)begaafdheid. In de moderne visies op (hoog)begaafdheid spreekt men over het algemeen over het behalen van uitzonderlijke prestaties op verschillende gebieden. Wanneer alleen gekeken wordt naar een hoge intelligentie, een IQ van 130 of hoger, dan betreft dit twee á drie procent van de populatie (Doolaard & Harms, 2013). Om te bepalen of een leerling hoogbegaafd is, is echter niet alleen de intelligentie bepalend. Creativiteit en motivatie spelen een belangrijke rol, maar ook de omgeving is bepalend voor de prestaties (Larkin, 2010). Deze gedachtegang is gebaseerd op het Multifactoren model van Renzulli en Mönks (zie figuur 1). In dit model worden de factoren uiteengezet die van belang zijn om te kunnen presteren op een hoogbegaafd niveau (Drent & Van Gerven, 2004). Uitgangspunt van dit model is dat de leerling, naast een hoge intelligentie, over een hoge graad van creatief denken en een hoge motivatie en taakgerichtheid beschikt. De factoren in de omgeving van het kind (school, vrienden en gezin) bepalen mede of dit talent tot uiting komt in hoge prestaties, dat wil zeggen: een positieve interactie tussen de persoonlijkheidsfactoren en de omgevingsfactoren is een noodzakelijke voorwaarde.

183 Figuur 1 Het Multifactorenmodel van Mönks, gebaseerd op het Triadisch model van Renzulli. 2.2 Kenmerken (hoog)begaafde leerlingen Ieder kind is uniek, dat geldt ook voor hoogbegaafde kinderen. Zo beschouwd bestaat er niet één typisch hoogbegaafde leerling. In de literatuur komen verschillende eigenschappen naar voren die een hoogbegaafde leerling over het algemeen typeert. Niet iedere leerling hoeft dus over deze eigenschappen te beschikken om hoogbegaafd te zijn. Daarnaast wijzen Hulsbeek, Steenbergen- Penterman en Bronkhorst (2010) op het feit dat eigenschappen in verschillende combinaties kunnen voorkomen. Het is dus belangrijk om, naast de kenmerken in tabel 2 (Hulsbeek, Steenbergen- Penterman & Bronkhorst, 2010), oog te houden voor de specifieke eigenschappen van de individuele leerling. - IQ 130 of hoger (hoogintelligent IQ tussen 121 en 130) - Snelle en vroege ontwikkeling - Blinken uit op meerdere gebieden - Hoog leertempo/ leren gemakkelijk - Grote algemene kennis - Kunnen goed (causale) verbanden leggen - Analyseren problemen gemakkelijk - Maken grote denksprongen - Hebben de voorkeur voor abstractie - Creatief/origineel - Perfectionistisch - Brede of specifieke interesses - Apart gevoel voor humor - Hoge mate van zelfstandigheid - Hoge mate van concentratie Tabel 2 Eigenschappen van een hoogbegaafde leerling. Drent en Van Gerven (2004), Van Gerven (2001) en Mooij (1991) vullen aan dat hoogbegaafde leerlingen beschikken over een goed geheugen en vaak gewend zijn zonder veel moeite alles in een keer te begrijpen. Hoogbegaafde leerlingen maken grote denk- en leerstappen en hebben hierdoor een hoog leertempo. Dit houdt niet per definitie een hoog werktempo in. Zij hebben een brede algemene kennis en interesse en hebben veelal een sterke drang om te weten hoe iets in elkaar zit. Hoogbegaafde leerlingen hebben een voorkeur voor zelfstandig leren. Ze beschikken over een groot analytisch vermogen en zijn in staat om voor complexe problemen buiten de reguliere denkkaders een oplossing te vinden. De opgedane kennis kunnen zij toepassen in nieuwe situaties. Hoogbegaafde leerlingen hebben een andere denkstijl, zijn creatief, origineel en beschikken over doorzettingsvermogen wanneer ze uitgedaagd worden en ze

184 streven naar perfectie (Drent & Van Gerven, 2004; Van Gerven, 2001). De motivatie van hoogbegaafde leerlingen is sterk bepalend voor hun interesse. Hoogbegaafde leerlingen beschikken daarnaast over een apart gevoel voor humor (Hulsbeek, Steenbergen-Penterman & Bronkhorst, 2001). 2.3 Onderwijsbehoeften De rol van de leerkracht is van wezenlijk belang voor het leerproces en de leerresultaten (Buyse, Koomen & Verschueren, 2007). Het is belangrijk om een goede relatie op te bouwen met de hoogbegaafde leerlingen in je klas en lesstof aan te bieden die past bij hun onderwijsbehoefte. Met aandacht voor metacognitie, emotie en motivatie in het leerproces, werk je aan beschermende factoren, gericht op vermindering van demotivatie, vroegtijdig schoolverlaten en delinquentie. Bovendien zal de autonomie vergroot worden, de competentie versterkt en een grotere sociale verbondenheid worden ontwikkeld (Minnaert, 2005). Hoogbegaafde leerlingen krijgen zo een beter beeld van hun mogelijkheden en een minder negatieve houding ten aanzien van leermoeilijkheden. Ze hebben minder faalangst, kunnen beter omgaan met stress en hebben positiever contact met andere leerlingen (idem). Hoogbegaafde leerlingen denken en leren structureel op een andere wijze dan hun leeftijdsgenoten en hebben om deze reden ook andere onderwijsbehoeften. Het onderwijs is veelal niet afgestemd op de manier waarop hoogbegaafde leerlingen leren (Sternberg, 2010). Hoogbegaafde leerlingen hebben bijvoorbeeld hulp en strategieën nodig om metacognitieve vaardigheden te ontwikkelen om te leren leren. Metacognitieve vaardigheden zijn vaardigheden die leerlingen nodig hebben om het leerproces en de leerresultaten te bewaken, te sturen en te evalueren (Minnaert, 2009). Sociaal-emotioneel welbevinden - Behoefte aan herkenning, erkenning en waardering - Delen van interesses met gelijkgestemden - Open mind ten opzichte van hoogbegaafdheid in het algemeen en kritische vragen - Veilige omgeving waarin het leerproces in plaats de kennisoverdracht centraal staat Cognitieve vaardigheden - Leerstof in een hoog tempo tot zich nemen - Herkenning en erkenning van denkstrategieën - Tijd voor verdieping van de lesstof - Aanspreken creativiteit om de hogere cognitieve vaardigheden verder te ontwikkelen Leermotivatie - Uitdagende stof - Autonomie in leerproces - Niet enkel analytisch- maar ook probleemgestuurd leren - Verantwoordelijkheid geven over eigen leerproces - Ondersteunen in leervaardigheden; het leren te leren (metacognitieve vaardigheden) Tabel 3 Veelvoorkomende onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen per domein. Gebaseerd op: McNabb (2003); Hulsbeek et al. (2001); Daeter (2012); Minnaert (2009) en Mooij et al. (2007).

185 2.4 Zes profielen van Betts en Neihart Betts en Neihart (1988) hebben zes profielen van hoogbegaafde leerlingen opgesteld op basis van de wijze waarop de leerling zich in en met behulp van de omgeving ontwikkelt. Type I de succesvolle leerling: De hoogbegaafde leerlingen die goede prestaties leveren, maar niet presteren naar eigen vermogen. Deze leerlingen willen graag succesvol blijven, vermijden daardoor risico s en stellen zich afhankelijk op van volwassenen door veelal onnodige bevestiging te zoeken om fouten te voorkomen. Het zijn gevoelige leerlingen die willen voldoen aan verwachtingen van volwassenen en afhankelijk zijn van bevestiging. Op school raken ze verveeld en presteren ze met zo min mogelijk inspanning. Type II de uitdagende leerling: De leerling is zeer creatief en wordt vaak niet herkend als hoogbegaafd. Deze leerlingen vertonen uitdagend gedrag door regels ter discussie te stellen, zijn opstandig, tactloos en sarcastisch. Hun talent wordt niet herkend, dit roept frustraties op en heeft een negatief effect op het zelfbeeld. Met spontaniteit en gevoel voor humor kunnen deze leerlingen een sociale rol in de groep hebben, maar verstoren ook regelmatig de les. Wanneer deze leerlingen geen adequate begeleiding krijgen, kan dit leiden tot type IV, de drop-out leerling. Type III de onderduikende leerling Dit zijn meestal de categorie hoogbegaafde meisjes. Zij verbergen hun begaafdheid om door de groep geaccepteerd te worden. Ze zijn onzeker en bang en hebben al vroeg hun intellectuele interesses verloren. Wanneer volwassenen hen pushen om toch te presteren, werkt dit averechts. Type IV de drop-out leerling Deze leerling wordt pas laat geïdentificeerd als hoogbegaafd. Ze hebben gevoelsmatig nauwelijks binding met het schoolsysteem, hun interessegebied valt ook buiten het curriculum. Ze zijn boos op volwassenen, zichzelf en het systeem. Ze voelen zich verwaarloosd en afgewezen en vertonen daardoor depressief en teruggetrokken of juist uitdagend gedrag. Ze hebben een laag zelfbeeld en vertonen negatief gedrag. Het werkt positief om hen activiteiten te bieden om niet-traditionele ervaringen op te doen om zo de motivatie te verhogen. Type V de dubbel-gelabelde leerling Naast begaafdheid is dan ook nog sprake van een leer- en/of gedragsprobleem. Ook deze leerlingen worden vaak niet als begaafd herkend. De beperking vertroebelt het beeld en daar wordt door leerkrachten vaak de aandacht juist op gericht. Ze zijn vaak ongeduldig en kritisch en vertonen verschijnselen van stress, ontmoediging, frustratie en isolement. Type VI de zelfstandige leerling

186 Dit is de meest succesvolle hoogbegaafde leerling, zelfstandig en zelfsturend. Deze leerlingen hebben een goed zelfbeeld en zijn in staat risico s te nemen. Zij zijn zich bewust van hun mogelijkheden en creëren nieuwe mogelijkheden voor zichzelf. Ze kunnen doelen stellen en opkomen voor hun eigen ideeën. 2.5 Eigenschappen van succesvolle hoogbegaafde leerlingen Wijsheid, intelligentie en creativiteit werken volgens Sternberg (2002) effectief samen en zijn van belang voor succesvol functioneren. Voor succesvolle intelligentie is een balans nodig tussen analytisch, creatief en praktisch denken. Op deze manier wordt op succesvolle wijze een eigen mening gevormd. Het weten hoe en wanneer deze aspecten moeten worden ingezet, is belangrijker dan het bezit ervan (idem). Om succesvol te zijn, moeten negatieve verwachtingen getrotseerd, doelen nagestreefd en een eigen weg gezocht worden, ondanks beoordelingen van anderen. Leerlingen moeten hindernissen overwinnen en uitdagingen aangaan (idem). Succesvolle hoogbegaafde leerling maken eigen keuzes, volgen niet klakkeloos een leerkracht, maar analyseren de kwaliteiten en het falen (idem). Daarbij motiveren deze leerlingen zichzelf, leren zich te beheersen, weten wanneer zij moeten doorzetten en doen dit ook. Ze weten hun capaciteiten zo goed mogelijk te benutten, zetten hun gedachten om in daden, zijn productgericht en komen afspraken na. Volgens Sternberg (2002) nemen ze initiatief, stellen niets uit, accepteren het als zij ergens terecht de schuld van krijgen. Hoogbegaafde leerlingen wijzen zelfmedelijden af, zijn zelfstandig, proberen persoonlijke problemen te overwinnen, gaan gericht te werk en concentreren zich op het bereiken van hun doel. Succesvolle hoogbegaafde leerlingen kennen hun grenzen, zijn geduldig en hebben goed overzicht. Sternberg beschrijft ook dat ze een redelijk zelfvertrouwen hebben en de overtuiging dat ze hun doel kunnen bereiken en behouden het evenwicht tussen analytisch, creatief en praktisch denken. Ze passen zich gemakkelijk aan de rol aan die zij moeten vervullen, zij zetten veranderingen in gang om de taak te vervullen in de situatie waarin ze zich bevinden, analyseren het proces van veranderingen die doorgevoerd moeten worden en passen dit toe. De aanwezigheid van deze genoemde eigenschappen kan leiden tot zelfactivering en uiteindelijk tot succesvolle hoogbegaafde leerlingen (Sternberg, 2002). De bovenstaande aspecten kunnen ook worden omschreven als metacognitieve vaardigheden en staan beschreven in paragraaf Problemen die zich kunnen voordoen bij hoogbegaafde leerlingen Wanneer niet in de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen wordt voorzien en de lesstof niet wordt aangepast, dan bestaat de kans dat dit leidt tot sociaal emotionele problemen, verlies van motivatie en onderpresteren (Drent & Van Gerven, 2007). Doolaard en Harms (2013) beschrijven dat het achterblijven van prestaties van hoogbegaafde leerlingen meerdere oorzaken kent. Eén daarvan is in aanleg bij de leerlingen zelf aanwezig en de andere is de kwaliteit van de leerkracht.

187 2.6.1 Jonge hoogbegaafde leerlingen Ondanks de aanleg en het vermogen kunnen jonge leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong onvoldoende zelfstandig leren (Winne & Nesbit, 2009). Tijdens het zelfstandig werken weten zij niet hoe fouten tot stand zijn gekomen en ze hebben moeite de stappen te hanteren om tot een goede oplossing te komen. Het maken van fouten kan stress en angst veroorzaken, met als gevolg dat ze minder hoge eisen en doelen stellen en eerder afhaken in het onderwijsproces (idem). Jonge leerlingen, in de onderbouw van de basisschool, vinden het moeilijk om te redeneren en kiezen vaak op basis van reeds aanwezige kennis die niet altijd representatief is (idem). Deze leerlingen krijgen veel structuur geboden in en door hun omgeving, wat hen niet uitdaagt tot zelfstandig nadenken en het nastreven van het behalen van eigen doelen (Renninger, 2010). Doorgaans vragen hoogbegaafde leerlingen te weinig hulp, denken het niet nodig te hebben, verbergen hun onvermogen of gaan de uitdaging uit de weg. De hulp die ze geboden krijgen, gebruiken ze niet effectief (Winne & Nesbit, 2009). Zodra leerlingen ouder zijn en al langer begeleid worden, leggen zij beter relaties met eerdere ervaringen en worden nieuwe uitdagingen sneller aangegaan (Renninger, 2010) Sociaal emotionele problemen Emotie is een belangrijk element in het leerproces, het is de aandrijfkracht die leren mogelijk maakt. Emotie zorgt voor focus van de aandacht, vinden van het nut en voedt de motivatie (Washburn, 2010). Emoties kunnen zowel een positief als een negatief effect hebben. Nieuwsgierigheid is essentieel om tot leren te komen (McManus, 2008). Het leidt tot het verlangen naar kennis, het vinden van antwoorden, het exploreren van nieuwe dingen en het oplossen van schijnbare tegenstellingen en het houdt de aandacht vast. Om nieuwsgierigheid op te wekken moet het denkproces optimaal worden geactiveerd. De leerlingen denken mee en leren een koppeling te maken met hun voorkennis, waarbij ze hun bestaande kennis in de nieuwe context proberen te plaatsen (idem). (Hoog)begaafde leerlingen zijn vaak perfectionistisch en stellen hoge eisen aan zichzelf. Wanneer zij hier niet aan kunnen voldoen kan zich een gevoel van faalangst ontwikkelen. Dit belemmert niet alleen de schoolresultaten, maar heeft ook invloed op het sociaal-emotioneel welbevinden Motivatie Motivatie bepaalt hoeveel energie en aandacht het brein en het lichaam geven aan de lesstof. De beste motivatie is het betekenisvol maken van de opdracht (Ratey, 2001). Motivatie van leerlingen kan worden geoptimaliseerd wanneer de leerkracht tegemoet komt aan drie psychologische basisbehoeften: gevoelens van verbondenheid, competentie en autonomie (Buyse, Koomen & Verschueren, 2007). Wanneer leerlingen vanuit eigen interesse en motivatie leren, de zogenaamde intrinsiek gemotiveerde leerlingen, kent dit positieve effecten op het leerproces en de schoolse prestaties (Deci & Ryan, 2000). Ondanks deze leerlingen beschikken over intrinsieke motivatie is dit erg kwetsbaar. Ten aanzien van het aspect motivatie wordt veelal een tweedeling gevolgd, namelijk factoren vanuit de omgeving en factoren vanuit de leerling zelf (McNabb, 2003).

188 Exogene factoren (vanuit de omgeving van de leerling) - Omstandigheden in de thuissituatie - Onvoldoende afstemming met de schoolsituatie - Gebrek aan ruimte voor autonoom leren - Gebrek aan verrijking en didactische materialen Endogene factoren (vanuit de leerling zelf) - Geen inspanning willen leveren - Het vermijden van uitdagingen - Onrealistische verwachtingen (te hoog of te laag) - Weinig doorzettingsvermogen - Gebrek aan plezier in leren Tabel 4. Factoren bij het verliezen van motivatie. McNabb, Op de endogene factoren heeft de school in principe een beperkte invloed, maar door gedrag positief te benaderen kunnen dergelijke negatieve factoren in mindere mate tot uiting komen. Het onderwijs dient goed aan te sluiten op de exogene factoren. Wanneer het onderwijs is afgestemd op de onderwijsbehoeften, is er sprake van afstemming tussen de leerling en de schoolomgeving. Wanneer bijvoorbeeld binnen het onderwijs ruimte wordt gecreëerd voor het autonoom leren, zal dit voorkomen dat een leerling zich gaat vervelen en is de kans minder groot dat de leerling zijn motivatie voor school zal verliezen Onderpresteren Volgens de Onderwijsraad (2007) komt onderpresteren het meest voor bij hoogbegaafde leerlingen. Van de hoogbegaafde leerlingen met een IQ rond de 130 is ongeveer 30% aan het onderpresteren, voor de leerlingen met een IQ rond de 150 ligt het aantal ligt het aantal op 60%. Van onderpresteren kan worden gesproken wanneer de leerling zowel presteert onder zijn eigen niveau, als onder het niveau van leeftijdsgenoten (Daeter, 2012). De leerling lijkt het te hebben opgegeven, is niet gemotiveerd of vindt het niet de moeite waard om de capaciteiten te tonen. Volgens Pluymakers en Span (1999) vertonen deze leerlingen kenmerken van minderwaardigheidsgevoelens, wantrouwen en onverschilligheid. Ze voelen zich hulpeloos en nemen geen verantwoordelijkheid, maar willen tegelijkertijd zelfstandig zijn en zetten zich af tegen bemoeienis. Nederzigt (2003) geeft aan dat de onderpresterende leerling zijn werkelijke kwaliteiten en talenten verbergt achter negatief gedrag. Onderpresterende hoogbegaafde leerlingen voelen zich hulpeloos en nemen geen verantwoordelijkheid, maar willen tegelijkertijd zelfstandig zijn en zetten zich af tegen bemoeienis. Zij laten veelal een slechte werkhouding zien, hebben moeite met het afronden van taken, lijken onvoldoende zelfdiscipline te hebben, zijn gemakkelijk af te leiden en reageren impulsief (Mooij, 1991). Ze verstoren de groep en frustreren de leerkracht tijdens het lesgeven. Een gevolg van onderpresteren is de kans op schade aan het toekomstperspectief en het zelfrespect van de leerling. Ze kunnen gedeprimeerd raken of lichamelijke of psychische klachten ontwikkelen.

189 Onderpresteren is een sluipend proces in de interactie tussen de school, het gezin en het kind (Drent & Van Gerven, 2007). De prestaties van de leerling worden beïnvloed door de luisterhouding, de houding ten opzichte van school en de sociale belangen binnen en buiten school en bovendien de houding van de leerkracht en de relatie tussen de ouders en het kind (idem) Differentiatie in een jaargroep In een jaargroep zijn ruwweg vijf leerlijnen te onderscheiden. - Leerlijn 1 is het niveau voor de leerlingen die het reguliere programma voor een groot deel wat betreft de vakinhoudelijke gebieden, niet kunnen volgen. Zij zitten op een individuele leerlijn. Dit zijn de leerlingen met veel ondersteuningsbehoefte. - Leerlijn 2 is bestemd voor de leerlingen die met enkele aanpassingen het reguliere traject kunnen blijven volgen. Zij krijgen extra instructie en extra oefentijd. Op deze wijze kunnen ze met de klas meedoen. - Leerlijn 3 is de gemiddelde groep. Deze kinderen volgen het onderwijstraject zoals het volgens de onderwijsmethode bedoeld is. - In leerlijn 4 zitten intelligente leerlingen, met bovengemiddelde prestaties, die de methode volgen maar daarnaast aanvullende stof kunnen maken. Dat kan betrekking hebben op een enkel vakgebied, maar ook op meerdere terreinen. Zij krijgen aanvullende opdrachten aangeboden, veelal het pluswerk uit de onderwijsmethode en soms aanvullende stof uit andere (moeilijkere) methodes. - Leerlijn 5 is bedoeld voor de (hoog)begaafde leerlingen. Zij volgen op een aantal gebieden een eigen leerlijn. Voorwaarde voor realisatie van dit differentiatieschema is een goed systeem van klassenmanagement van de leerkracht en het zelfstandig werken door de leerlingen Intelligente leerling Deze kinderen kunnen meer en/of moeilijkere stof aan dan door de methode aangeboden wordt. De leerlingen zijn meestal eerder klaar en hun werk is kwalitatief en kwantitatief ruim voldoende. Zij volgen het klassikale proces, maar na de verwerkingsopdrachten werken zij verder aan verrijkingsopdrachten. Het is daarbij mogelijk om gebruik te maken van differentiatie naar hoeveelheid leerstof, om op deze wijze tijd vrij te maken voor meer verrijkingswerk: het zgn. compacten en verrijken. Er zijn verschillende verrijkingsmaterialen zoals extra werk in de vorm van het door de methode aangeboden pluswerk en extra stof in de vorm van werkboekjes / bladen naast de methode (Bv. Stenvertblocs, Pluskaarten, Denkwerk, o.i.d.). N.B. Het gaat dus niet alleen om differentiatie naar tempo.

190 De beslissing dat een kind in het vierde niveau gaat werken, wordt door de groepsleerkracht genomen. Indien gewenst kan om advies worden gevraagd bij de IB-er of coördinator. Het verdient de aanbeveling om het werken middels leerlijn 4 en het aanbieden van extra lesstof met de ouders te bespreken Hoogbegaafde leerling Ongeveer 2 tot 5% van de leerlingen is hoogbegaafd of hoogintelligent. In veel klassen komt een (hoog)begaafde leerling voor. Deze leerlingen moeten niet worden verward met de pientere leerlingen uit niveau 4. Ter vergelijking enkele verschillen: De pientere leerling Kent de antwoorden Houdt van woorden Begrijpt ideeën Conformeert zich Houdt van school Luistert met interesse Kopieert nauwkeurig De hoogbegaafde leerling Heeft altijd vragen Heeft ongewoon/complexe vocabulaire Ontwikkelt ideeën Is eigengereid Geniet van leren Toont sterke gevoelens en opinies Creëert nieuwe ideeën Hoge creativiteit in het denken Tabel 5. Kenmerken hoogbegaafde leerling. Irvine(2000), Thriving at school, Simon & Schuster De (hoog)begaafde leerling kan relatief meer stof aan dan de gemiddelde leerling. Veelal zal deze leerling al zonder instructie het werk uit kunnen voeren. Ze moeten bij bepaalde vakken een aangepast programma krijgen. Als een leerkracht van mening is dat een leerling uit zijn groep in het vijfde niveau moet werken, wordt dit besproken met de IB-er. Ook de ouders worden betrokken. Signalering en diagnostisering vindt plaats met gebruikmaking van de SiDi R (hoofdstuk 5). Een vaststelling van het IQ middels een intelligentietest is niet direct noodzakelijk. De beslissing dat een leerling in het vijfde niveau gaat werken, wordt genomen in overleg met de IB Schema van vijf leerlijnen Leerlijn 1 Leerlijn 2 Leerlijn 3 Leerlijn 4 Leerlijn % 5 10 % Ca. 70 % 5 10 % 2 5 % Leerlingen met een eigen leerlijn. Leerlingen die met kleine aanpassingen de reguliere methode kunnen blijven volgen. Leerlingen met min of meer gemiddeld niveau. Leerlingen werken uit Leerlingen die plus werk maken, maar dan in beperkte mate of op één vakgebied. Leerlingen met een eigen leerlijn.

191 de methode. Extern advies: psychologisch onderzoek Soms korte extra ondersteuning of RT. Soms korte extra ondersteuning op de plus gebieden Extern advies: SiDiR-onderzoek of psychologisch onderzoek E-scores op meerdere gebieden C/D/E-scores B/C/D-scores A/B-scores DLE tot 6 mndn A-scores op meerdere gebieden DLE > 6 mndn Handelingsplan Beperkt handelingsplan Geen handelingsplan Beperkt handelingsplan Handelingsplan (plusplan) Eigen leerlijn of verwijzing naar SBO. Handelingsplannen en minimale stof. Minimale stof en verrijking. Achterstand 1 jaar of groter Achterstand DLE tot 1 jaar * Bij het opstellen van dit model is geen rekening gehouden met dyslexie, dyscalculie of sociaal-emotionele problematiek. Daarom is het meer dan raadzaam te blijven kijken naar de individuele leerlingkenmerken. Tabel 6. naar Zwols Zorgmodel. F. van Toor RCZ Apeldoorn

192 3 Visie VCPO Noord-Groningen De VCPO Noord-Groningen staat voor specifieke aandacht voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen, in zowel in onderwijsinhoudelijk en pedagogisch didactisch opzicht. De aangesloten scholen moeten zo beschouwd een passend en gestructureerd onderwijsaanbod realiseren om richting te geven aan de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling. Dat wil zeggen dat: de wijze van signalering en eventueel diagnostisering zorgvuldig en transparant verloopt; het aanbod van compacten, verrijking en verbreding planmatig en structureel wordt aangeboden en staat beschreven in het groepsplan; wanneer er voor deze leerlingen een onderwijsarrangement wordt ingezet (zoals de Plusklas), dan wordt een plusplan geschreven; met regelmaat het aanbod en de werkwijze kritisch worden geëvalueerd en waar nodig aanpassingen op individueel- of groepsniveau plaatsvinden (zowel in een groepsplan als in een plusplan); de school stemt het onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoefte van de (hoog)begaafde leerling, dit vraagt een andere attitude met betrekking tot het pedagogisch didactisch handelen van de leerkracht; (hoog)begaafde leerlingen moeten leren leren, zij moeten metacognitieve vaardigheden ontwikkelen en hiervoor instructie krijgen van de leerkracht; (hoog)begaafde leerlingen de mogelijkheid geboden moet worden om gelijkgestemden te ontmoeten in de Plusklas (indien mogelijk). Kortom: Hoge ambities op elk niveau.

193 4 Uiteenzetting van taken en competenties van ten aanzien van signalering en aanpak 4.1 De competenties van de IB-er/ coördinator (hoog) begaafdheid Elke school heeft één of enkele leerkrachten die over aanvullende competenties met betrekking tot (hoog)begaafdheid beschikken. Dit kan een coördinator voor (hoog)begaafdheid zijn of de Intern Begeleider. In de vereniging worden vier Plusklassen opgezet. De leerkrachten die deze Plusklassen leiden, zijn tevens de coördinatoren. De taken en competenties: het bewaken van het proces van signalering, diagnostiek en interventie. het analyseren van de observatielijsten uit SiDi R en de informatie vanuit de school het beslissen of een leerling in aanmerking komt voor Levelwerk. het opstellen of het bieden van ondersteuning bij een plan van aanpak voor deze leerlingen. fungeren als een gesprekspartner voor leerkrachten, ouders en externe instanties. 4.2 De competenties van de leerkracht van de Plusklas Goed klassenmanagement op meerdere niveaus (leeftijd en vaardigheden). Uitdagend lesmateriaal verzamelen voor de leerlingen. Met de leerkrachten bepalen aan welke leerpunten wordt gewerkt per periode. De leerlingen metacognitieve vaardigheden aanleren. Het begeleiden van de leerling in het leerproces, kennis van de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Ouderavond leiden/ oudergesprekken Overleg in de werkgroep HB/ afstemmen 4.3 De competenties van de leerkracht Om onze schoolvisie te kunnen realiseren, moeten we op onze school over bepaalde leerkrachtkwaliteiten of competenties beschikken. Deze competenties hebben betrekking op vier domeinen,

194 namelijk: 1) Signaleren en diagnostiek 2) Pedagogisch didactisch klimaat 3) Inhoud en didactiek 4) Feedback en rapportage De vereiste leerkrachtcompetenties worden in hoofdstuk 5 nader beschreven.

195 5 Signalering 5.1 Procedure signalering Aan de hand van de signaleringslijsten van het SiDiR-Protocol en de aanvullende formulieren vanuit de VCPO N-G kan de signalering op groepsniveau uitgevoerd worden (schema signalering en diagnostisering bijlage 1) Intake Voor elke school geldt dat een intake gesprek gevoerd dient te worden aan de hand van het formulier intake gesprek in bijlage 2 bij binnenkomst van een nieuwe leerling. Het ingevulde formulier wordt zowel door de leerkracht als de IB geanalyseerd. Op basis van deze gegevens wordt een gewenste aanpak bepaald in overleg met de IB. Dit geldt voor de 4-jarigen die voor het eerst op school komen (bijlage 2a), maar ook voor zij-instromers (bijlage 2b). Dit is een regulier formulier wat bij alle leerlingen wordt gebruikt, niet alleen voor (hoog)begaafde leerlingen Signalering De signalering kan voortkomen uit het intakegesprek met ouders, maar ook uit de volgende mogelijkheden: Leerkrachtcompetenties 1. Groepssignalering 1a. Groepsoverzicht (verplicht) De leerkracht vult de groepssignalering vóór de herfstvakantie in (bijlage 3a). Dit geldt voor de groepen 2, 3, 5, en 7. De leerkracht bespreekt de resultaten in het IB-gesprek van november. Competenties van de IB/ coördinator 1. De groepssignalering staat op de toetskalender vermeld en dient in oktober voor de herfstvakantie gepland te worden. De leerkracht en IB bespreken de bevindingen in het IB-gesprek. De overige signaleringen zijn niet vastgelegd in de toetskalender, dit kan op meerdere momenten plaatsvinden. 1b. Op initiatief van ouders (indien aanwezig) De leerkracht is alert op de signalen van ouders en reageert adequaat. De leerkracht maakt een notitie in het leerlingendossier en geeft de informatie door aan de IB. 2. Op basis van de verzamelde gegevens beslist de IB welke vervolgstappen genomen moeten worden. 3. De IB stelt een notitie op ten aanzien van de bevindingen, gemaakte afspraken en het vervolg in

196 het digitale leerlingdossier. 1c. Nominatie door medeleerlingen (optioneel) De leerkracht vult het formulier nominatie door medeleerlingen in (bijlage 3c) en maakt een analyse van de bevindingen. De leerkracht bespreekt de informatie met de IB. 2. De leerkracht vult de signaleringslijst (hoog)begaafdheid in en bespreekt de resultaten met de IB. 5.2 Diagnostiek Na de signalering wordt op het initiatief van de IB verder onderzoek verricht naar de leerling. Soms is dit nodig om een leerling beter in kaart te brengen. Leerkrachtcompetenties 1. Oudergesprek voeren (verplicht) De leerkracht voert in samenwerking met de IB het oudergesprek met behulp van het oudergespreksformulier (bijlage 4 of 5). De leerkracht maakt een korte samenvatting van het gesprek en noteert dit in een verslag oudergesprek in ParnasSys. Competenties van de IB/ coördinator 1. De IB-er voert met samenwerking met de leerkracht het oudergesprek m.b.v. het oudergespreksformulier (bijlage 4 of 5). 2. De IB-er verwerkt de gegevens van stap 1 tot en met 4 (bijlage 1) en voegt dit samen tot een analyse in een notitie in het leerlingendossier. 2. Observatie van de leerkracht (optioneel) Indien uit de signalering het beeld ten aanzien van de leerling niet duidelijk is, is het mogelijk dat de leerkracht de gehele observatielijst invult (bijlage 6 of 7). 3. De IB bepaalt wanneer de expertise van een extern deskundige noodzakelijk is. Resultaten worden besproken met de leerkracht. Er wordt een notitie gemaakt van de betrokkenen en de aard van de hulp. 4. Lijsten SEO-volgsysteem (optioneel) Indien uit de signalering het beeld ten aanzien van de leerling niet duidelijk is, is het mogelijk dat de leerkracht de nodige gegevens uit ZIEN toevoegt aan het geheel. 5. Menstekening bij kleuters (verplicht) De leerkracht neemt de menstekening (groep 1 en 2) af

197 (bijlage 8). 6. Leerlingvragenlijst vanaf groep 3 (verplicht) De leerkracht laat de leerlingvragenlijst (bijlage 9) door de leerling invullen en bespreekt dit met de leerling. Bovenstaande punten worden door de leerkracht met de IB-er besproken. De IB-er maakt vervolgens een analyse van het geheel en beschrijft dit in een notitie in het leerlingendossier. 5.3 Verslaglegging (ParnasSys) Het is belangrijk de besluitvorming en het diagnostisch proces structureel vast te leggen. Op deze wijze wordt inzichtelijk welke stappen zijn ondernomen en op basis van welke signalen er gehandeld dient te worden. De verslaglegging wordt door de leerkracht en/of IB-er gedaan. Belangrijk is om de onderstaande punten op te nemen in het leerlingdossier (ParnasSys). 1. Hulpvraag en onderwijsbehoeften concretiseren; 2. Gespreksverslagen (met ouders, IB-er); 3. Conclusie; 4. Plan van aanpak (plusplan) en vastleggen gemaakte afspraken. De gespreksverslagen en het plusplan worden besproken met de ouders en dienen ondertekend te worden ter goedkeuring. De verwijzing naar de Plusklas wordt dan ook besproken.

198 5.4 Pedagogisch didactische klimaat De rol van de leerkracht is van wezenlijk belang voor het leerproces en de leerresultaten (Buyse, Koomen & Verschueren, 2007). Het is belangrijk om een goede relatie op te bouwen met de hoogbegaafde leerlingen in je klas en lesstof aan te bieden die past bij hun onderwijsbehoefte. Met aandacht voor metacognitie, emotie en motivatie in het leerproces, werk je aan beschermende factoren, gericht op vermindering van demotivatie, vroegtijdig schoolverlaten en delinquentie. Bovendien zal de autonomie vergroot worden, de competentie versterkt en een grotere sociale verbondenheid worden ontwikkeld (Minnaert, 2005). Hoogbegaafde leerlingen krijgen zo een beter beeld van hun mogelijkheden en een minder negatieve houding ten aanzien van leermoeilijkheden. Ze hebben minder faalangst, kunnen beter omgaan met stress en hebben positiever contact met andere leerlingen (Minnaert, 2009). De attitude van de leerkracht is een sterk bepalende factor, welke van invloed is op het welbevinden van leerlingen en dus van invloed is op (hoog) begaafde leerlingen. Gedurende vele jaren is het belang van het onderzoek zelfbeeld als een factor bij het succes van leerlingen in de klas onderzocht. Een laag zelfbeeld correleerde sterk met slecht presteren, een hoog zelfbeeld toonde een sterke correlatie met succesvol presteren. De wijze hoe leerlingen over zichzelf denken is dus van invloed op het leveren van (hoge) prestaties en van een (positief) welbevinden. Ten aanzien van het bieden van een veilig pedagogisch klimaat willen we op onze school: Leerkrachtcompetenties 1. Leerlingen een veilig gevoel geven in de groep De leerkracht leert leerlingen respectvol om te gaan met anderen. De leerkracht staat open voor creatieve uitingsvormen van leerlingen. Hij herkent en erkent de uitingsvormen van een (hoog)begaafde leerlingen. De leerkracht geeft het leerling de ruimte om taken op eigen wijze uit te voeren. Competenties van de IB/ coördinator 1. Volgt de ontwikkeling van de leerling door middel van gesprekken met de leerkracht en eventuele observaties. 2. De IB-er kan als gesprekspartner optreden in moeilijke gesprekken met ouders. De IB-er kan de afspraken omzetten in acties, waardoor het draagvlak van ouders wordt vergroot. 2. Het bevorderen van de sociale en emotionele weerbaarheid van leerlingen. De leerkracht is alert op sociale en emotionele kwetsbare leerlingen. De leerkracht versterkt weerbaar gedrag en geeft waar mogelijk ondersteuning. In overleg met de IB-er kunnen interventies worden uitgevoerd.

199 3. Uitvoeren van de ondersteuningsbehoeften De leerkracht herkent de signalen en weet op welke wijze hij de (hoog)begaafde leerling moet begeleiding in zijn ontwikkeling. De leerkracht is een gesprekspartner van de leerling. In overleg met de IB-er kunnen interventies worden uitgevoerd. 4. Structureel contact met ouders In geval van een Plusplan voor een leerling, of wanneer problemen zijn gesignaleerd, nodigt de leerkracht de ouders periodiek uit (één keer per tien weken). De leerkracht maakt van het gesprek een verslag. 5. Begeleidingsgesprekken voeren De leerkracht heeft op een vast moment in de week individuele gesprekjes met de leerling. De leerkracht moedigt de leerling aan tot meedenken en meebeslissen en geeft de leerling de ruimte om met eigen oplossingen te komen (envelopmodel bijlage 12). 5.5 Inhoud en didactiek (Hoog)begaafde kinderen hebben behoefte aan een aangepast leerstofpakket. De inhoud van dit pakket behoort vooral een beroep te doen op uitdaging en moeilijkheidsgraad. De manier waarop toegekomen wordt aan uitdagende lesstof staat beschreven in hoofdstuk 6. Ten aanzien van leerstofinhoud en didactiek willen we op onze school: Leerkrachtcompetenties Competenties van de IB/ coördinator 1. De leerkracht begeleidt en stimuleert het 1. Meedenken aan een passend onderwijsaanbod en afstemming in de praktijk van de leerkracht.

200 zelfstandig plannen en organiseren bij leerlingen. 2. Zelfsturend leren en bevorderen van verantwoordelijkheid van de leerling 2. Het proces bewaken van de uitvoering en evaluaties van het leerproces en de verslaglegging daarvan. Naast de compacte lesstof werkt de leerling planmatig aan zelf gekozen onderwerpen (de verbreding). De leerkracht begeleidt dit proces. 3. Metacognitieve vaardigheden De leerkracht is een coach gedurende het leerproces en leert de leerling metacognitieve vaardigheden. 4. Afstemming onderwijsaanbod De leerkracht stemt het onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoeften van de (hoog)begaafde leerling. De leerkracht kent de inhoud en de lesdoelen van het leerstofaanbod en kan indien nodig instructie geven. 5. Structureel compacten en verrijken De leerkracht kan de lesstof compacten en verrijken en integreren in het dagelijkse handelen en handelt hierbij aan de hand van leerlijn Levelwerk. De leerkracht is op de hoogte van het beschikbare verrijkingsmateriaal (bijlage 10 en 11). 6. Uitvoeren en evalueren De leerkracht houdt de uitvoering van het plan nauwkeurig bij en evalueert regelmatig of de huidige aanpak nog steeds gewenst is.

201 5.6 Feedback en rapportage Het specifieke leerstofaanbod voor (hoog)begaafde leerlingen moet door de leerkracht serieus worden beoordeeld, maar ook door de leerling serieus genomen worden. De aard van het leerstofaanbod is niet vrijblijvend, maar kent een verplicht karakter. Ten aanzien van feedback, beoordeling en rapportage willen we op onze school: Leerkrachtcompetenties 1. De school heeft hoge realistische verwachtingen behorend bij het niveau van de leerling. De leerkracht stimuleert de leerling tot een kritische houding over het gemaakte werk. Competenties van de IB-er 1. De IB-er kan als gesprekspartner optreden in moeilijke gesprekken met ouders. De IB-er kan de afspraken omzetten in acties, waardoor het draagvlak van ouders wordt vergroot. 2. Er wordt proces- en productfeedback gegeven. De beoordeling van alle (extra) activiteiten vindt plaats in het rapport en de leerkracht licht dit toe tijdens een contactavond. 2. De IB-er beschikt over relevante informatie en kennis en kent een adviserende rol naar collega s en ouders. 3. De ouders worden over de geleverde prestaties van de leerlingen met betrekking tot verrijking en verbreding geïnformeerd. De leerkracht is in staat om de mening en ideeën van ouders mee te laten wegen in de opzet voor compacten en verrijking. De ouders worden betrokken bij de afstemming van het onderwijsaanbod. In de Plusklas wordt gewerkt met een beoordelingsformulier, waarop de doelen van de leerling staan en een evaluatie van het proces.

202 6. Uitwerking in de praktijk 6.1 Groep 1-2 en groep 3 t/m 8 De uitwerking in de praktijk verschilt per school. Iedereen volgt het protocol, de inrichting van het onderwijs wordt schoolspecifiek ingevuld. Groep 1/2 werkt met M-kast (Meer/ Moeilijk/ Maandag-kast). In de kast zitten diverse opdrachten met ontwikkelingsmateriaal die voor de gemiddelde leerling vaak te moeilijk zijn. De leerkracht geeft op het planbord aan welke kleuters ander werk aangeboden krijgen (extra taak op maandag bijvoorbeeld). Dit werk is verplicht en er worden eisen gesteld aan de leerlingen wat betreft het specifiek moeilijker werk (bijlage 10). De leerkracht is op de hoogte van het beschikbare verrijkingsmateriaal voor kleuters. De leerkracht heeft in het lokaal hoeken waarin veel met letters, woorden, teksten, hoeveelheden en getallen gewerkt kan worden. Tevens kunnen in de diverse hoeken verrijkende opdrachten worden gecreëerd. Bijvoorbeeld een ontwerp maken en dat nabouwen. Extra informatie bij deze inrichting kan gevonden worden in de bijlage 10 Planmatig verrijken en verbreden van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong. In groep 3-8 wordt gewerkt met de leerlijnen van Levelwerk, maar ook in de bijlage 11 Planmatig verrijken en verbreden voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen (de levels). De leerkracht kijkt zelf kritisch naar het lesmateriaal en het aanbod per blok, dit wordt afgestemd op het kind en schoolspecifiek gemaakt. De leerkracht kent de inhoud van het materiaal en kan instructie geven indien noodzakelijk. Het compacten voor rekenen / taal / technisch en begrijpend lezen is vanaf groep 3 structureel geregeld. De leerkracht heeft per blok een plan gemaakt van de compacte leerstof en is vastgesteld op het dag/weekrooster. De leerkracht kan inplannen hoeveel tijd de leerling daarmee aan het werk is. De SLOrichtlijnen voor compacten zijn hierin een leidraad, tevens zijn ze terug te vinden in de methode. Het compacten en verrijken van de zaakvakken wordt per groep geregeld. De leerkracht kan een leerlijn voor compacten maken voor de verschillende vakgebieden. De leerkracht kan ook denken aan een uitdagende opdracht m.b.t. het onderwerp van de groep, waardoor de leerling zichzelf verrijkt/ verbreedt en nieuwsgierig wordt ten aanzien van het onderwerp.

203 De verrijkingsstof voor rekenen, taal en begrijpend lezen wordt op een gestructureerde wijze aangeboden. De leerkracht is op de hoogte van het beschikbare verrijkingsmateriaal. De leerkracht heeft een gestructureerde leerlijn voor moeilijke leerstof vastgesteld, waarin veel afwisseling zit zoals rekenen, taal/lezen. Deze lesstof is verplicht en wordt beoordeeld. De leertijd t.b.v. van compacten en verrijking wordt zo efficiënt mogelijk gebruikt. De leerkracht heeft de reguliere compacte leerstof en de verrijkingsstof over verschillende lesuren gescheiden en heeft de instructietijd voor verrijkingsopdrachten zo efficiënt mogelijk ingepland. Bijvoorbeeld een vast moment in de week waarop tijd ingepland is voor de leerling, dit staat op de taak en de weekplanning. In onze benadering van (hoog)begaafde leerlingen gaan we uit van het envelopmodel (bijlage 12). Dit model gaat uit van een drie-stromenaanpak. Het model geeft de werkwijze van de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen weer. Het overleg School Versnelling en/ of verrijking van basisstof Keuze bij leerkracht Schoolprogramma s: Rekenen Taal Schrijven Lezen Wereldoriëntatie Aanpassing in instructie, taakomvang, taakinhoud en tijd Afspraken over tijdstip Alleen of samen Eisen stellen aan proces en product Leerkracht is regisseur Wederzijds vertrouwen Veiligheid en gelijkwaardigheid Logboek voor agenda Afspraken over vast tijdstip Informeren over taakbeleving Oogcontact Positieve feedback Afspraken maken Inhoudelijk en gevoelsmatig aansluiting Lichaamstaal Ruimte geven aan kind en mening Proces en product Leerling en leerkracht zijn regisseur Leerling is regisseur Leerling Verbreding door extra stof Keuze bij leerling Leerlingprogramma Belangstellingsthema's Ruimte voor eigen invulling Op zoek naar innerlijke motivatie en verwondering Eigen bronnen Afspraken over tijdstip Alleen of samen Eisen aan proces en product Het envelopmodel voor begeleiding en ondersteuning van (hoog)begaafde kinderen in het basisonderwijs Jan Kuipers, GCO fryslân Figuur 2 Envelopmodel Kuipers (2002)

204 Het onderdeel school, waarin vervroegde toelating, doorstroming, compacten en verrijking aan bod komen. De leerkracht heeft hierbij de regie; Het onderdeel leerling waarin wordt ingegaan op verbreding, zoeken naar innerlijke motivatie en metacognitieve vaardigheden. De leerling heeft hierbij de regie; Het onderdeel overleg, waarin het belang van een goede pedagogische kwaliteit aan bod komt. De leerling en de leerkracht komen als gesprekspartners samen in een vast en gepland overlegmoment waarin het werk en de eventuele problemen en succeservaringen van de leerling gezamenlijk worden besproken. Deze drie stromen komen overeen met de in paragraaf 4 beschreven leerkrachtcompetenties. 6.2 Metacognitieve vaardigheden Metacognitie is kennis over kennis, denken over denken (Flavell 1979). Metacognitieve vaardigheden geven inzicht in het verwerven van kennis en het inzetten van adequate strategieën daarbij. Het geeft inzicht in het eigen leerproces door te reflecteren op eigen handelen, een koppeling te maken met eerdere ervaringen en door kennis adequaat toe te passen. Leerlingen kunnen door de inzet van metacognitieve vaardigheden bewust hun leerproces bewaken, sturen en evalueren en hebben zo invloed op hun leerresultaten (Minnaert, 2009; Valcke, 2010). Dit is het proces van leren leren (Valcke, 2010; Alexander, Carr & Schwanenflugel, 1995). Leerlingen hebben metacognitieve vaardigheden nodig zodat ze complexe opgaven bewust op een snelle en handige manier kunnen oplossen (Minnaert, 2009; Van Dijk, 2013; Veenman, Van Hout-Wolters & Afflerbach, 2006; Valcke, 2010). Concreet gaat het om het analyseren van een taak, het stellen van doelen, het plannen van de aanpak, het evalueren van een taak en het herstellen van fouten (Valcke, 2010; Veenman et al., 2006). Voorbeelden van het inzetten van metacognitieve vaardigheden zijn: het doelgericht zoeken naar relevante gegevens, aantekeningen maken, tabellen en diagrammen tekenen, herlezen, uitwerken van het materiaal, gevolgtrekkingen maken, coördineren van informatiebronnen zoals tekst en diagrammen en samenvatten (Graesser, D Mello & Person, 2009). Iedereen heeft metacognitieve vaardigheden in enige mate, maar de één meer dan de ander. Niet alle vaardigheden ontwikkelen zich even snel, dat is zowel afhankelijk van ervaringen als van de leeftijd van de leerling. Er wordt vaak gedacht dat hoogbegaafde leerlingen metacognitieve vaardigheden uit zichzelf zullen ontwikkelen en gebruiken, dat ze zelf de verbanden zullen ontdekken. Maar juist zij blijken, door informeel te leren, niet bewust gebruik te leren maken van strategieën en daarmee hun leerontwikkeling ook niet bewust te sturen. Hoogbegaafde leerlingen oriënteren zich te kort op een taak, werken te snel en vergeten het werk na te kijken, waardoor metacognitieve vaardigheden zich niet vanzelf ontwikkelen (Daeter, 2012). Deze leerlingen

205 beschikken over het algemeen over een veel grotere metacognitieve kennis dan andere leerlingen (Schwanenflugel, Stevens, Moore & Carr, 1997), maar ze weten deze niet altijd adequaat in te zetten. Hoe eerder hoogbegaafde leerlingen leren leren, hoe groter de kans op succes in hun verdere schoolcarrière (Koenderink, 2012). Metacognitieve vaardigheden blijf je ontwikkelen gedurende je leven (Veenman, Van Hout- Wolters & Afflerbach, 2006). Het tempo waarin de vaardigheden zich ontwikkelen is afhankelijk van de leeftijd en ervaringen van de leerling. Leerlingen doen vanaf jonge leeftijd ervaring op, ontwikkelen interesses en hebben dan begeleiding nodig bij het stellen en bereiken van doelen (Renninger, 2010). Leerlingen zullen niet altijd een vaardigheid van een leerkracht overnemen. De leerkracht zal daarom de koppeling met eerdere ervaringen moeten maken. Zodra leerlingen verder in hun ontwikkeling zijn, ouder en al langer begeleid, kunnen zij dit meer zelf doen en gaan ze sneller een nieuwe uitdaging aan (idem). Metacognitieve vaardigheden moeten expliciet worden aangeleerd (Daeter, 2010). Wanneer leerlingen sterker ontwikkelde metacognitieve kennis hebben, kunnen ze beter strategische problemen oplossen en hogere leerprestaties behalen tijdens het zelfstandig werken (Roll, Aleven, McLaren & Koedinger, 2007). Metacognitieve vaardigheden kunnen getraind worden, in tegenstelling tot intelligentie, wat een vast gegeven is (Veenman et al., 2006). Trainen van metacognitieve vaardigheden blijkt effect te hebben op het ontwikkelen en leren toepassen van deze vaardigheden in de dagelijkse lespraktijk, zelfs na vrij korte interventies (Jacobse, 2007). Iedere school krijgt training in het aanleren van metacognitieve vaardigheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een stappenplan voor de leerkracht en een handelingswijzer voor de leerling. 6.3 Compacten Met compacten bedoelen we het indikken van de leerstof door al het overbodige weg te laten. Deze overbodige leerstof komt niet meer aan de orde. Een voorbeeld is de methodische eindtoetsen gebruiken als voortoets om na te gaan wat we het kind niet meer hoeven te leren. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld bij rekenen waarbij een leerling alleen het laatste rijtje sommen (vaak het moeilijkste) maakt. Het motto is: geen overbodig werk doen. Angst voor te grote stappen is niet nodig. (Hoog)begaafde kinderen leren graag met grote stappen. Bij het compacten van rekenen en taal maken we gebruik van de adviezen van SLO. Eventuele hiaten hebben ze vrij snel weer ingehaald. 6.4 Verrijken

206 Verrijken is een aanvulling op compacten. De leerling volgt de reguliere instructies, met name waarin nieuwe onderdelen of nog niet beheerste onderdelen worden uitgelegd. Daarnaast ontvangt de leerling verrijkingsmaterialen. Met verrijkingsmaterialen kan worden gerealiseerd dat bij de leerling een beroep wordt gedaan op het zoeken naar antwoorden in een open vraagstelling het zoeken naar meerdere oplossingsstrategieën, waarbij de eigen creativiteit een rol kan spelen het werken op een hoog niveau in een hoog tempo het leren creëren van structuur in een open opdracht. het doorzettingsvermogen Bij rekenen, taal en begrijpend lezen kan de verrijking meer gestructureerd en met meer afwisseling worden aangeboden. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen om het verrijkingswerk te halen uit een hogere leerlijn. Hoogbegaafde leerlingen hebben bij verrijkingstaken instructie nodig (zie ook paragraaf 6.2), dit is voor hen de zone van de naaste ontwikkeling. De leerkracht is en blijft verantwoordelijk voor de keuze van de ingedikte en de verrijkingsstof. Hij bepaalt wat de leerling moet maken. Hij stelt de inhoud vast. Er hoort geen sprake te zijn van een vrijblijvend karakter. Kortom: bewuste keuze van extra leerstof op lesrooster gepland eist begeleiding nakijken eisen aan resultaat feedback beoordeling op rapport Voor verrijken maken we gebruik van de leerlijnen voor verrijking (bijlage 10 en 11). 6.5 Verbreden De leerling krijgt de mogelijkheid om zelf kennis en vaardigheden op te doen aan de hand van zelfgekozen onderwerpen en thema s. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten:

207 het doel is zelfsturing gericht op eigen interesse en motivatie producent in plaats van consument versterken van leerstrategieën ontwikkelen van een leerattitude het proces van leren ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden (Hoog)begaafde kinderen vinden het maken van een verslag of het beantwoorden van vragen met bijvoorbeeld de Informatie Junior -reeks te simpel en te gemakkelijk. Zij willen zelf iets ontwikkelen, maken of bedenken. Daarbij bestaat het gevaar dat ze deze ideeën gaan overschatten, enthousiast gaan beginnen en na een tijd afhaken als het niet lukt. Een goede coaching van de leerkracht is hierbij noodzakelijk. Coaching betekent concreet vragen stellen tijdens het plannen, het uitvoeren en het evalueren van een taak. Voor de verbredingsonderwerpen kunnen we een beroep doen op de leerlijnen voor verbreding, beschreven in bijlage Plusklas Een leerling komt in aanmerking voor de Plusklas als uit de onderwijsbehoefte van de leerling blijkt dat extra ondersteuning buiten de groep noodzakelijk is. Het gaat in eerste instantie om een korte periode van begeleiding, waarin met behulp van een Plusplan wordt gewerkt aan gestelde doelen. Uit de praktijk blijkt dat contact met gelijkgestemden een heel effectieve werkwijze is om de motivatie en daarmee het leerproces te verhogen. In de toekomst zal dit aspect mogelijk meegenomen worden in de inrichting van de Plusklas. Voorlopig, gezien het aantal beschikbare uren, wordt het ingericht als RT-setting. Om in aanmerking te komen voor de Plusklas moet de volgende procedure doorlopen worden: - Aanmelding De leerling wordt door de groepsleerkracht gesignaleerd en door de IB aangemeld middels de signaleringsprocedure zoals uitgewerkt in bijlage 1. De gegevens worden opgestuurd naar de betreffende Plusklas en een plaatsingscommissie (Leerkracht Plusklas en Bovenschools ) beslist of de leerling daadwerkelijk geplaatst wordt. Er zijn twee aanmeldmomenten: in februari en juni/juli. De plaatsing is geldig tot het volgende aanmeldmoment, dan wordt gekeken of de gestelde doelen behaald zijn. Er wordt in overleg met de IB bepaald of de leerling zich binnen de groep voldoende kan ontwikkelen of opnieuw moet worden aangemeld voor de Plusklas.

208 - Aanbod De leerkracht maakt voor de leerling een Plusplan. In de Plusklas werkt elke leerling aan zijn/haar eigen doelen, opgesteld met hulp van de Plusklasleerkracht. Deze doelen worden aan de leerkracht doorgegeven en worden toegevoegd aan in het Plusplan. De leerling krijgt instructie in het leren toepassen van metacognitieve vaardigheden, passend bij de doelen. De leerling werkt aan opdrachten in de universiteit (cognitieve opdrachten), het laboratorium (onderzoekend leren) en het atelier (ontwikkelen creativiteit). In de eigen groep wordt onder begeleiding van de eigen leerkracht gewerkt met Levelwerk. Vanuit de Plusklas krijgt de leerling een opdracht mee om in de reguliere klas te maken. Dit is nodig om de geleerde vaardigheid ook buiten de Plusklas te leren toepassen. - Taakverdeling De Plusklasleerkracht heeft een intakegesprek met ouders voordat de leerling in de Plusklas start. Een vertegenwoordiging vanuit de school is bij dit gesprek aanwezig. De Plusklasleerkracht bepaalt het aanbod in de Plusklas en heeft overleg met de groepsleerkrachten. De groepsleerkracht blijft verantwoordelijk voor de leerling en brengt verslag uit naar de ouders. De groepsleerkracht zorgt ervoor dat de opdracht in de klas wordt gedaan. Ook is de groepsleerkracht verantwoordelijk voor het compacten, verrijken en verbreden in de klas middels een aangepaste (week)taak. De IB van de school is verantwoordelijk voor de aanmeldingen, maar doet dit in overleg en naar aanleiding van signalen van de groepsleerkracht. - Rapportage De leerling wordt door de Plusklasleerkracht beoordeelt op alle activiteiten en de beoordelingen komen in het rapport van de leerling. De groepsleerkracht heeft het eerste contact met de ouders hierover, maar een gesprek met de Plusklasleerkracht is indien nodig mogelijk. 6.7 Versnelling of vervroegde doorstroming Het is een mogelijkheid dat een leerling vervroegd doorstroomt (versnelt), d.w.z. dat een klas wordt overgeslagen. In de eerste plaats wordt op onze school niet uitgegaan van versnellen. Als de voorsprong dusdanig groot is, komt de leerling wel in aanmerking voor een vervroegde doorstroom.

209 Bij het besluit spelen verschillende domeinen een rol: niet alleen het cognitief-, maar bijvoorbeeld ook het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling. De voorkeur blijft om niet te versnellen, maar door het compacten en verrijken de leerling voldoende uitdaging te bieden. Mocht versnelling wel noodzakelijk zijn, dan maken wij gebruik van de Versnellingswenselijkheidslijst (bijlage 13a en b) van het Centrum voor Begaafdheidonderzoek te Nijmegen. De beslissing voor een versnelling wordt in overleg met IB besproken en indien nodig wordt een extern deskundige ingeschakeld. Als een versnelling daadwerkelijk gewenst is dan wordt dit met name aanbevolen in de groepen 3, 4 en 5. In deze leerjaren wordt de inhoudelijke basis van de lesstof gelegd en kan daarom door deze leerlingen in grotere stappen doorlopen worden. Alleen bestaat wel het gevaar dat vakken waarbij een vaardigheid zoals technisch lezen en tafels automatiseren geoefend worden onvoldoende worden geoefend waardoor een achterstand ten opzichte van de nieuwe groep minder snel wordt ingehaald. In de groepen 1/2 is versnellen echter niet wenselijk. In deze groepen wordt voornamelijk handelend gewerkt en dit is essentieel voor de verdere ontwikkeling. Daarnaast zijn in deze groepen voldoende mogelijkheden om extra uitdaging te creëren voor deze leerlingen. In de groepen 6, 7 worden veel nieuwe strategieën en onderwerpen behandeld waarin (hoog)begaafden eveneens instructie voor nodig hebben. De ervaring is dat wanneer een leerling in de hogere groepen versnelt, de leerling een lagere scores op de Cito eindtoets behaalt dan verwacht mag worden op basis van de mogelijkheden van de leerling. Uitdaging en moeilijke stof kan worden gerealiseerd door de leerling te laten versnellen, een groep over te laten slaan of de leerling in een schooljaar de lesinhoud van twee jaar te laten volgen.

210 7. Een extern deskundige Op onze school gaan we het Bovenschools onderwijsondersteuningsteam (BoOT) inschakelen, wanneer er sprake is van: (hoog)begaafde leerlingen met een leerstoornis; (hoog)begaafde leerlingen met gedragsproblemen; waarbij wel uit een deel van de signalering het vermoeden van (hoog)begaafdheid bestaat, maar dit niet uit de resultaten blijkt (of andersom); wanneer de ontwikkeling van de leerling stagneert. De werkwijze voor het inschakelen van een extern deskundige verloopt volgens de geëigende route. We maken daarbij gebruik van het BoOT in de vorm van een consultatieve leerlingbegeleiding of een psychodiagnostisch onderzoek. Wanneer ouders zelf een onderzoek willen of een second opinion wensen, is het van belang dat zij daarover de school informeren. In dit geval betalen de ouders het onderzoek. Wanneer ouders voor een extern deskundige kiezen, moet deze aan de volgende criteria voldoen: een gekwalificeerde onderzoeker; aantoonbare ervaring met basisschoolleerlingen; onafhankelijk advies; inbreng van de school is een vereiste; uitslag toelichten aan ouders en school. De school niet verplicht om de uitkomsten van een dergelijk onderzoek over te nemen als niet aan de criteria is voldaan.

211 Literatuurlijst Alexander, J.M., Carr, M. & Schwanenflugel, P.J. (1995). Development of Metacognition in Gifted Children: Directions for Future Research. (2003). Developmental Review, 15(1) Betts, G.T. & Neihart, M. (1988). Profiles of the Gifted and Talented. Gifted Child Quarterly, 32(2), Buyse, E., Koomen, H. & Verschueren, K. (2007). Interacties tussen leerkrachten en leerlingen. In: Verschueren, K. & Koomen, H. (red.) Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding (pp ). Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Daeter, B. (2012). Hoogbegaafde kinderen Leonardo-onderwijs. Recht van het kind- uitdaging voor ons. Soesterberg: Aspekt. Deci & Ryan, 2000 Dijk, Ron, van. (2013, 14 april). Gedraag je. Opgevraagd van Doolaard, S. & Harms, T. (2013). Omgaan met excellente leerlingen in de dagelijkse onderwijspraktijk. Rapportage BOPO-programmalijn Onderwijskwaliteit PO Deelproject 5 Differentiatie en excellentie ( ). Groningen: GION/RUG Drent, S. & Gerven, E. van (2007). Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs. Assen: Van Gorkum. Flavell, J.H. (1979). Metacognition and cognitive monitoring. A new area of cognitive developmental inquiry. American Psychologist, 34 (10), Graesser, A.C., D Mello, S. & Person, N. (2009). Meta-Knowledge in Tutoring. In: Hacker, D.J., Dunlosky, J. & Graesser, A.C. (red.) Handbook of Metacognition in Education (pp ). New York and London: Routledge. Hulsbeek, M., Steenbergen-Penterman, N. & Bronkhorst, E. (2001). (Hoog)begaafde kinderen in het basisonderwijs. Enschede: Stichting leerplanontwikkeling. Jacobse, A.E. (2007). De takentrap: Training van metacognitieve vaardigheden bij leerlingen in het basisonderwijs. Groningen: GION. Koenderink, T. (2012). De 7 uitdagingen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen. Een praktisch handboek voor leerkrachten in het bo en vo. Venlo: Novilo. McNabb (2003) McManus, E.R. (2008). Wide Awake. Nashville: Thomas Nelson. Minnaert, A.E.M.G. (2009). Metacognitie en leerproblemen. In Ruijssenaars, A.J.J.M. & Ghesquière, P. (red.) Dyslexie en dyscalculie: ernstige problemen in het leren lezen en rekenen. Recente ontwikkelingen in onderkenning en aanpak. (pp ). Leuven: Acco Minnaert, A.E.M.G. (2005). Maakt het verschil? Over onderwijskundige en orthopedagogische zorg voor leerlingen in het onderwijs. In: Knorth, E.J., Minnaert, A.E.M.G. & Ruijssenaars, A.J.J.M. (red.) Verschillen onderscheiden. (pp ). Utrecht: Agiel. Franz Mönks en Irène Ypenburg, Hoogbegaafde kinderen thuis en op school, Assen, Dekker en van de Vegt, 1993, en herdruk Samson, H.D. Tjeen Willink, 1995 (moet nog APA)

212 Mooij, T. (1991). Schoolproblemen van hoogbegaafde kinderen: Richtlijnen voor passend onderwijs. Muiderberg: Dick Coutinho. Mooij et al. (2007). Nederstigt, I. (2003). Hoogbegaafdheid een gave? Omgaan met hoogbegaafdheid. Amersfoort: CPS. Onderwijsraad (2007 Pluymakers, M. & Span, P. (1999). Onderpresteren. In J. Nelissen & P. Span. Begaafde kinderen op de basisschool. Baarn: Bekadidact. Ratey, J.J. (2001). A User s Guide to the Brain: Perception, Attention, and the Four Theaters of the Brain. New York: Pantheon Books. Renninger, K.A. (2010). Working with and Cultivating the Development of Interest, Self-Efficacy, and Self- Regulation. In: Preiss, D.D. & Sternberg R.J. (red.) Innovations in Educational Psychology: Perspectives on Learning, Teaching, and Human Development (pp ). New York: Springer Publishing Company. Roll, I., Aleven, V., McLaren, B.M. & Koedinger, K.R. (2007). Designing for Metacognition. Applying cognitive tutor principles to the tutoring of help-seeking. Metacognition and Learning (2) Schwanenflugel, P.J., Stevens, T.P., Moore & Carr, M. (1997). Metacognitive knowledge of gifted children and nonidentified childrenin early elementary school. Gifted Child Quarterly, 41 (2), Sternberg, R.J. (2010). Academic Intelligence is not enough! WICS: An Explaned Model for Effective Practice in School and Later Life. In: Preiss, D.D. & Sternberg R.J. (red.) Innovations in Educational Psychology: Perspectives on Learning, Teaching, and Human Development (pp ). New York: Springer Publishing Company. Sternberg, R.J. (2002). Succesvolle intelligentie: hoe praktische en creatieve intelligentie succes bepalen. Lisse: Swets &Zeitlinger B.V. Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press. Veenman, M.V.J., Van Hout-Wolters, B.H.A.M., & Afflerbach, P. (2006). Metacognition and learning: conceptual and methodological considerations. Metacognition Learning, 1, Washburn, K.D. (2010). The architecture of learning. Designing Instruction for the Learning Brain. United States: Clerestory Press. Winne, P.H. & Nesbit, J.C. (2009). Supporting Self-Regulated Learning with Cognitive Tools. In: Hacker, D.J., Dunlosky, J. & Graesser, A.C. (red.) Handbook of Metacognition in Education (pp ). New York and London: Routledge.

213 Bijlage - 1. Schema Signalering en diagnostiek - 2a. Intake gesprek (instroom vierjarige) - 2b. Intakegesprek (instroom leerling ouder dan vier jaar) - 3a. Groepssignalering - 3b. Signalering HB - 3c. Nominatie medeleerling (optioneel) - 4. Oudergesprek groep 1/2-5. Oudergesprek groep 3 t/m 8-6. Observatie groep 1/2 (indien meer informatie wenselijk is) - 7. Observatie groep 3 t/m 8 (indien meer informatie wenselijk is) - 8. Menstekening groep 1/2-9. Leerlingvragenlijst groep 3 t/m Verrijking groep 1/2-11. Verrijking groep 3 t/m 8 (levels aanpassen op schoolniveau) Envelopmodel - 13a. Versnellingswenselijkheidslijst (info) - 13b. Versnellingswenselijkheidslijst (invullijst) Beoordeling resultaten Plusklas

214

215 Bijlage 11 Model OPP ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF VCPO Noord Groningen Logo school NAAM LEERLING: Opgesteld door:

216 Besproken met ouders op: Vastgesteld op: Geëvalueerd op:

217 Naam leerling geboortedatum Groepsverloop en huidige groep Naam leerkracht Naam ouders/ verzorgers Telefoon Betrokken hulpverleners (CJG, jeugdzorg) Uitkomsten onderzoek Vermeld hier de uitkomsten/diagnose van extern onderzoek, de uitvoerder en de datum (Accàre, GGZ, Cedin etc.)

218 Stimulerende en belemmerende factoren Factoren Stimulerend Belemmerend Didactische ontwikkeling Sociaal- emotioneel/ Gedrag Spraak/taalontwikkeling Werkhouding en taakaanpak

219 Lichamelijke, motorische en zintuiglijke ontwikkeling Onderwijs: onderscheidende factoren in school, groep, leerkracht Opvoeding: onderscheidende factoren in gezin, ouders en vrije tijd Verwachte uitstroombestemming 0 VWO 0 VMBO kb 0 VSO cluster 2 0 PRO 0 HAVO 0 VMBO bbl 0 VSO cluster 3 0 VMBO- tl 0 met LWOO 0 VSO cluster 4 Onderbouwing van de uitstroombestemming

220 ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING: PERIODE: Bij beknopt OPP: verwijs naar het groepsplan 1. Tussendoelen voor het huidige schooljaar aangeven. Bandbreedte vaardigheidsscores (VS) en functioneringsniveau (FN) Huidige VS en FN Geplande VS en FN Evaluatie Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen/ wiskunde 2. Tussendoelen voor specifieke leergebieden die afwijken van de doelen in het groepsplan

221 Planperiode: augustus-t/m januari; februari t/m juni Gebruik hiervoor bijv Passende Perspectieven leergebied VS FN Specifiek aanbod TL BL Spelling R&W

222 3. Tussendoelen sociaal- emotionele vorming Werkhouding, taakaanpak, gedrag en /of sociaal-emotioneel functioneren Aanbod/ aanpak afgestemd op de onderwijsbehoeften Afspraken met ouders en de leerling - Opmerkingen van de ouders of de leerling - Verwachtingen van de ouders of de leerling - Afspraken over samenwerking - Datum volgend overleg

223 EVALUATIE Datum: - Zijn de geplande VS behaald? Analyse en vervolg - Zijn de tussendoelen behaald? Analyse en vervolg - Zijn de doelen die de leergebieden overstijgen behaald? Analyse en vervolg - Ontwikkelt de leerling zich conform de verwachtingen? Bijstelling OPP datum: - Bijstellen geplande uitstroombestemming met onderbouwing - (Vervolg)aanvraag extra ondersteuning Bijlage 12 Brochure OPP

224 Werkwijze OPP Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Provincie Groningen Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Stad Groningen Groningen Ommelanden Provincie Groningen en gemeente Noordenveld

Schoolondersteuningsprofiel. SBO De Carrousel

Schoolondersteuningsprofiel. SBO De Carrousel Schoolondersteuningsprofiel SBO De Carrousel 2016-2017 RENN4 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief, in

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Emmaschool

Schoolondersteuningsprofiel. Emmaschool Schoolondersteuningsprofiel Emmaschool 2016-2017 Stichting Op Kop pagina: 1 van 14 afdrukdatum: 6-10-2016 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Sjaloom

Schoolondersteuningsprofiel. Sjaloom Schoolondersteuningsprofiel Sjaloom 2016-2017 Ver. voor PC Onderwijs Dalfsen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. SO G.J. van de Ploeg

Schoolondersteuningsprofiel. SO G.J. van de Ploeg Schoolondersteuningsprofiel SO G.J. van de Ploeg 2016-2017 RENN4 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Goudvink

Schoolondersteuningsprofiel. De Goudvink Schoolondersteuningsprofiel De Goudvink 2018-2019 Bijeen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief, in beeld.

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Het Tweespan Schelluinen

Schoolondersteuningsprofiel. Het Tweespan Schelluinen Schoolondersteuningsprofiel Het Tweespan Schelluinen 2015-2016 Stg. O2A5 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Giessen Oudekerk

Schoolondersteuningsprofiel. Giessen Oudekerk Schoolondersteuningsprofiel Giessen Oudekerk 2017-2018 Stg. O2A5 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Kindcentrum Beatrix & KC Talent.nl

Schoolondersteuningsprofiel. Kindcentrum Beatrix & KC Talent.nl 1 Schoolondersteuningsprofiel Kindcentrum Beatrix & KC Talent.nl 2017-2018 Stichting PCBO Meppel 2 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel

Nadere informatie

OBS Giessen-Oudekerk

OBS Giessen-Oudekerk School-ondersteuningsprofiel OBS Giessen-Oudekerk 2015-2016 EC-Rotonde Schoolondersteuningsprofiel OBS Giessen-Oudekerk 2015-2016 1 Inhoud. Versie 2015-2016 1. Inleiding. 3 2. Schoolgegevens. 3 3. Visie

Nadere informatie

Merwedeschool. Stg. Openbaar Verenigd Onderwijs in Gorinchem en regio. School Ondersteunings Profiel 2018

Merwedeschool. Stg. Openbaar Verenigd Onderwijs in Gorinchem en regio. School Ondersteunings Profiel 2018 Schoolondersteuningsprofiel Merwedeschool 2017 2018 Stg. Openbaar Verenigd Onderwijs in Gorinchem en regio 1 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Apollo

Schoolondersteuningsprofiel. Apollo Schoolondersteuningsprofiel Apollo 2016-2016 Bijeen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief, in beeld. Het

Nadere informatie

School-ondersteunings-profiel

School-ondersteunings-profiel School-ondersteunings-profiel SOP De Zaaier 2017-2019 Stg. PCO Nieuwleusen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Voorpoort

Schoolondersteuningsprofiel. De Voorpoort Schoolondersteuningsprofiel De Voorpoort 2015-2017 Stichting Op Kop Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 2016-2017 Inhoud Inleiding... 4 Het schoolondersteuningsprofiel... 4 Schoolgegevens... 4 Visie van onze school... 4 Wet passend onderwijs en het SOP... 5 SWV Driegang... 5 Wat

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. OBS Prinses Wilhelmina

Schoolondersteuningsprofiel. OBS Prinses Wilhelmina Schoolondersteuningsprofiel OBS Prinses Wilhelmina 2018-2019 Stg. O2A5 1 Ondersteuning op de PWS Meer- en minder begaafdheid Leerlingen met een achterstand krijgen een passend aanbod van de leerstof. Er

Nadere informatie

SWV Driegang heeft haar ambitie gelegd bij PO-kwaliteit. Wij willen daar in twee stappen komen;

SWV Driegang heeft haar ambitie gelegd bij PO-kwaliteit. Wij willen daar in twee stappen komen; Schoolondersteuningsprofiel 2016-2017 1 Inleiding Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van obs Het Mozaïek In dit plan staat beschreven welke zorg en ondersteuning wij onze leerlingen kunnen

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. PCBS De Hoekstee

Schoolondersteuningsprofiel. PCBS De Hoekstee Schoolondersteuningsprofiel PCBS De Hoekstee 2015-2016 Ver. PC Basisonderwijs Beerzerveld Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede VGPONN- SWV PO 20.01 1 Inhoudsopgave Inleiding pag 3 Schoolgegevens pag 4 Ondersteuning pag 5 Basisondersteuning pag 5 Extra ondersteuning pag 6 Zorg voor

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Bolderik

Schoolondersteuningsprofiel. De Bolderik Schoolondersteuningsprofiel De Bolderik 2017-2018 Stg. Uniek Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief, in

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Schakel

Schoolondersteuningsprofiel. De Schakel Schoolondersteuningsprofiel De Schakel 2015-2016 Ver. PCO De Schakel Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Oudendijk Bestuur Neutraal Bijzondere Basisschool Oudendijk

Schoolondersteuningsprofiel. Oudendijk Bestuur Neutraal Bijzondere Basisschool Oudendijk Schoolondersteuningsprofiel Oudendijk 2016-2017 Bestuur Neutraal Bijzondere Basisschool Oudendijk Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel

Nadere informatie

CDBS Ichthus Baflo 1

CDBS Ichthus Baflo 1 CDBS Ichthus Baflo 1 Vastgesteld op: 26-09-2017 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1. Algemene gegevens van de school 4 2. Missie en Visie van de school 4 3. Basis- en extra ondersteuning binnen (naam bestuur)

Nadere informatie

Samen leven Aandacht voor verschillen

Samen leven Aandacht voor verschillen Samen leven Aandacht voor verschillen Schoolondersteuningsprofiel 217-218 obs Het Mozaïek Leerdam 1 Ondersteuning op obs Het Mozaïek Leerdam Meer- en minder begaafdheid Wij hebben ruime ervaring met leerlingen

Nadere informatie

Groei Ontdek Uniek Durf

Groei Ontdek Uniek Durf Groei Ontdek Uniek Durf Schoolondersteuningsprofiel 2017-2018 o.b.s. De Schatkist Herwijnen 1 Inhoud Inleiding... 4 Wet passend onderwijs en het SOP... 4 SWV Driegang... 4 Wat betekent het SOP voor u als

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 2018 Onderwijs Op De Regenboog werken we in iedere groep op verschillende niveaus door te differentiëren in tempo, instructie, hoeveelheid en moeilijkheidsgraad. Daarbij blijven

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. A. Baron van Dedemschool

Schoolondersteuningsprofiel. A. Baron van Dedemschool Schoolondersteuningsprofiel A. Baron van Dedemschool 2016-2017 Ver. voor PC Onderwijs Dalfsen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel

Nadere informatie

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders Inhoudsopgave: Inleiding Hoofdstuk 1 Passend onderwijs in een notendop Hoofdstuk 2 Het ondersteuningsprofiel Hoofdstuk 3 Aanmelden Hoofdstuk

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Cazemierschool

Schoolondersteuningsprofiel. Cazemierschool Schoolondersteuningsprofiel Cazemierschool 2015-2016 Ver. voor PC Onderwijs Dalfsen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief

Nadere informatie

Borgshof CS Farmsum

Borgshof CS Farmsum Borgshof 20 9936 CS Farmsum 0596-614118 1 Vastgesteld op: datum Inhoudsopgave Pagina Inleiding x 1. Algemene gegevens van de school x 2. Missie en Visie van de school x 3. Basis- en extra ondersteuning

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van CBS de Fakkel

Ondersteuningsprofiel van CBS de Fakkel Ondersteuningsprofiel van CBS de Fakkel Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op taal/lees/rekengebied hebben we 25 uur een onderwijsassistent. Voor meer- en

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns Schoolondersteuningsprofiel 11KM00 Basissch Insp J. Cryns Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. OBS De Hobbitstee

Schoolondersteuningsprofiel. OBS De Hobbitstee Schoolondersteuningsprofiel OBS De Hobbitstee 2017-2018 Schoolondersteuningsprofiel Publieksvriendelijke versie 2017-2018 Ondersteuning op OBS De Hobbitstee Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van CBS Juliana

Ondersteuningsprofiel van CBS Juliana Ondersteuningsprofiel van CBS Juliana schooljaar 2017-2018 Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op taal/lees/rekengebied bieden wij waar nodig ondersteuning

Nadere informatie

Ondersteuning op Obs Hendrik van Brederode

Ondersteuning op Obs Hendrik van Brederode Ondersteuning op Obs Hendrik van Brederode Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen met een achterstand kunnen wij een individueel leerplan opstellen. Dan werken ze aan een eigen leerlijn. Daarnaast

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. SBO De Rotonde

Schoolondersteuningsprofiel. SBO De Rotonde Schoolondersteuningsprofiel SBO De Rotonde 2017-2018 SPON Inleiding Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) geeft informatie over onze leerlingen, onze ondersteuning (zowel de inhoud als de omvang), de

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van de Noachschool

Ondersteuningsprofiel van de Noachschool Ondersteuningsprofiel van de Noachschool Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen met een leerachterstand bieden we begeleiding bij de Remedial Teacher. Voor meerbegaafde leerlingen is er elke week

Nadere informatie

CBS Oranje Nassauschool Meidoornstraat VX Stadskanaal

CBS Oranje Nassauschool Meidoornstraat VX Stadskanaal CBS Oranje Nassauschool Meidoornstraat 9 9501 VX Stadskanaal 0599-651572 05TL 1 Vastgesteld op: datum Inhoudsopgave Pagina Inleiding x 1. Algemene gegevens van de school x 2. Missie en Visie van de school

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 2017-2018 Naam school: CBS t Kompas Radewijk Ingevuld op: 1 oktober 2017 Typering van de school als onderwijsondersteuningsvoorziening We hebben in ons team 1 interne begeleider

Nadere informatie

Nr. 12. Week 8 t/m 11: Lekker makkelijk Inhoud: Over de weg van de minste weerstand of de bereidheid om ergens moeite voor te doen.

Nr. 12. Week 8 t/m 11: Lekker makkelijk Inhoud: Over de weg van de minste weerstand of de bereidheid om ergens moeite voor te doen. Nr. 12 Schooljaar 2013-2014 13 feb. 6 maart Thema s Trefwoord Trefwoord is onze methode voor godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming) in schooljaar 2013-2014 Kijk ook op www.trefwoord.nl Week 8 t/m

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. OBS Hendrik van Brederode

Schoolondersteuningsprofiel. OBS Hendrik van Brederode Schoolondersteuningsprofiel OBS Hendrik van Brederode 2018-2019 Stichting O2A5 1 Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen met een achterstand kunnen wij een individueel leerplan opstellen. Dan werken

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 2015 2016 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Diversiteit van de leerlingpopulatie 5 Inzet van extra ondersteuning 8 Ondersteuningsstructuur: inhoud en omvang van de basisondersteuning

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool Schoolondersteuningsprofiel 11WU00 Mariaschool Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Pantarijn (18UM00) Pantarijn 18UM00 Directeur Bert - Hoogwerf Adres Dubbelstraat 6 3073 LG ROTTERDAM Telefoon 0104851184

Nadere informatie

CBS De Borgstee Nesweg AV Spijk Tel.nr.:

CBS De Borgstee Nesweg AV Spijk Tel.nr.: CBS De Borgstee Nesweg 19 9909 AV Spijk Tel.nr.: 0596-592006 www.cbsdeborgstee.nl E-mail: directie.borgstee@noordkwartier.nl 1 Vastgesteld op: concept 170302 Inhoudsopgave Pagina Inleiding x 1. Algemene

Nadere informatie

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek Mei 2018 Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek In het samenwerkingsverband is voor ieder kind een plek en krijgt het de gelegenheid zich binnen zijn/haar

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van Het Fundament Nieuwland Verduinstraat 8, 4243JZ Nieuwland

Ondersteuningsprofiel van Het Fundament Nieuwland Verduinstraat 8, 4243JZ Nieuwland Ondersteuningsprofiel van Het Fundament Nieuwland Verduinstraat 8, 4243JZ Nieuwland Meer- en minder begaafdheid Voor kinderen met een leerachterstand hebben we gepaste hulp. Voor meerbegaafden is er de

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 14GF00 De Zeester

Schoolondersteuningsprofiel. 14GF00 De Zeester Schoolondersteuningsprofiel 14GF00 De Zeester Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon Schoolondersteuningsprofiel 15QG00 Horizon Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van de Eben-Haëzerschool

Ondersteuningsprofiel van de Eben-Haëzerschool Ondersteuningsprofiel van de Eben-Haëzerschool Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen die etra ondersteuning nodig hebben op taal/lees/rekengebied is er gedurende 4 morgens een onderwijsassistent.

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken Schoolondersteuningsprofiel 10XU00 CBS Het Baken Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4

Nadere informatie

Samenvatting. Totalen

Samenvatting. Totalen MONITOR BASISONDERSTEUNING ANNE FRANKSCHOOL ARNHEM Ingevuld door: Julia van Broeckhuijsen J. Burema Samenvatting Totalen Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving.. De school heeft inzicht in

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Concept Ondersteuningsprofiel

Concept Ondersteuningsprofiel Concept Ondersteuningsprofiel 1. Inleiding 2. Algemene gegevens l 2a. Contact en vaststellingsgegevens l Naam: Adres: Naam school Brin: Telefoon: E- mail: Opgesteld namens Datum directie en team Directeur

Nadere informatie

CBS Koning Willem-Alexander

CBS Koning Willem-Alexander CBS Koning Willem-Alexander pag. 1 Schoolondersteuningsprofiel cbs koning Willem-Alexander 2017-2018 Vastgesteld op: 11-07 -2017 Inhoudsopgave Inleiding 1. Algemene gegevens van de school 2. Missie en

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Wereldboom

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Wereldboom RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK De Wereldboom Plaats : Borculo BRIN nummer : 04LW C1 Onderzoeksnummer : 248488 Datum onderzoek : 26 september 2013 Datum vaststelling : 22 november 2013 Pagina

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 07MG00 Chr Basissch Eben Haezer

Schoolondersteuningsprofiel. 07MG00 Chr Basissch Eben Haezer Schoolondersteuningsprofiel 07MG00 Chr Basissch Eben Haezer Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

III extra ondersteuning Niveau 3. Bestuurs systematiek. Monitoren en evalueren minimaal na 3 maanden in am, met AB-er en ouders

III extra ondersteuning Niveau 3. Bestuurs systematiek. Monitoren en evalueren minimaal na 3 maanden in am, met AB-er en ouders I Basis Ontwikkeling kind stagneert Interventie bespreken in kindbespreking Interventie uit te voeren door leerkracht zonder Niveau 1 II Basis + Niveau 2 Niveau 2 Niveau 2 extra Monitoren en evalueren

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. Hendrik van Brederode Ameide

Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. Hendrik van Brederode Ameide Schoolondersteuningsprofiel o.b.s. Hendrik van Brederode Ameide versie april 2016 Pagina 1 van 10 Bestuur O2A5 School o.b.s. Hendrik van Brederode BRIN 02ZF Aantal leerlingen per 1 oktober 2015 66 Directeur

Nadere informatie

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL Koningsschool Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning wij kinderen kunnen bieden die op

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Anne Frankschool Ellecom

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Anne Frankschool Ellecom SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2015-2016 Anne Frankschool Ellecom 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de Anne Frankschool Ellecom. Iedere school stelt een SOP op,

Nadere informatie

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd? Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 21NI00 GBS De Fontein

Schoolondersteuningsprofiel. 21NI00 GBS De Fontein Schoolondersteuningsprofiel 21NI00 GBS De Fontein Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip Schoolondersteuningsprofiel 11BF00 De Mienskip Inhoudsopgave Inhoud Toelichting... 4 DEEL I INVENTARISATIE... 7 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 8 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE...5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...8

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11RU00 Obs De Lijster

Schoolondersteuningsprofiel. 11RU00 Obs De Lijster Schoolondersteuningsprofiel 11RU00 Obs De Lijster Inhoudsopgave Inhoud Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 8 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING INDICATOREN BASISONDERSTEUNING (ofwel de kwaliteit van de basisondersteuning binnen het schoolondersteuningsprofiel van de basisscholen in het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven) Een werkgroep

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11LK00 'n Esch

Schoolondersteuningsprofiel. 11LK00 'n Esch Schoolondersteuningsprofiel 11LK00 'n Esch Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. Basisschool De Brugge

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. Basisschool De Brugge RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK Basisschool De Brugge Plaats : Ede Gld BRIN nummer : 23PT C1 Onderzoeksnummer : 277747 Datum onderzoek : 9 september 2014 Datum vaststelling : 11 november 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. : Kallenkote

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. : Kallenkote RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij obs Kallenkote Plaats : Kallenkote BRIN-nummer : 13ZM Onderzoeksnummer : 122102 Datum schoolbezoek : 6 januari 2011 vastgesteld te Zwolle op : 14 februari

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan Schoolondersteuningsprofiel 04TL00 Chr Basissch It Twaspan Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Het Koloriet

Schoolondersteuningsprofiel. Het Koloriet Schoolondersteuningsprofiel Het Koloriet 2015-2016 Ver. PC Onderwijs Ommen e.o. Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt de school, zowel de leerlingenzorg,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje Schoolondersteuningsprofiel 00CV00 School Matthijsje Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Stromenland is met diverse gremia gezamenlijk gekomen tot deze notitie basisondersteuning. De procesgang is

Nadere informatie

Floraschool

Floraschool Floraschool 6AZ 218-219 Specifieke kennis en kunde Aantoonbare specifieke deskundigheid Etra ondersteuning ism eterne partners SCHOOL ONDERSTEUNINGS PROFIEL Etra ondersteuning binnen de school Basisondersteuning

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij c.b.s. De Stapstien. : Kollumerzwaag

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij c.b.s. De Stapstien. : Kollumerzwaag RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij c.b.s. De Stapstien Plaats : Kollumerzwaag BRIN-nummer : 10IK Onderzoeksnummer : 124291 Datum schoolbezoek : 8 Rapport vastgesteld te Leeuwarden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ BASISSCHOOL MISTE CORLE Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 18ZG Onderzoek uitgevoerd op : 3 november 2009 Rapport vastgesteld te Zwolle op 30 maart 2010 HB 2811938/9

Nadere informatie

Definitieve versie februari 2015

Definitieve versie februari 2015 1 Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel Steven Stemerding Algemene gegevens School Steven Stemerding BRIN 12GJ Directeur Marloes Snel Adres Slingeplein 10 Telefoon 010-4808635 E-mail Bestuur Basisondersteuning

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Charlois (18OR00) Charlois 18OR00 Directeur Lydia van den Hoonaard Adres Clemensstraat 117 3082 CE ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Inleiding 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. Wat kan de 6 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning

Nadere informatie

Ondersteuning op Obs Hendrik van Brederode

Ondersteuning op Obs Hendrik van Brederode Ondersteuning op Obs Hendrik van Brederode Meer- en minder begaafdheid Voor leerlingen met een achterstand kunnen wij een individueel leerplan opstellen. Dan werken ze aan een eigen leerlijn. Daarnaast

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK Dr. Aletta Jacobsschool Plaats : Arnhem BRIN nummer : 19VP C1 Onderzoeksnummer : 272495 Datum onderzoek : 21 januari 2014 Datum vaststelling : Pagina 2 van

Nadere informatie

Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen.

Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen. Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen. Algemeen: Alle scholen hebben in hun School Ondersteunings Profiel uitgewerkt en verantwoord hoe er invulling wordt gegeven aan de

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Til

Schoolondersteuningsprofiel. De Til Schoolondersteuningsprofiel De Til 2016-2017 VCPO Noord Groningen Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen I : Algemeen Richtinggevend kader De visie van het samenwerkingsverband: kijken naar kansen en mogelijkheden in plaats van naar belemmeringen; Het proces van extra ondersteuning en verwijzen binnen onze

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van CBS de Tamboerijn

Ondersteuningsprofiel van CBS de Tamboerijn Ondersteuningsprofiel van CBS de Tamboerijn 2018-2022 Meer- en minder begaafdheid Voor minderbegaafde leerlingen maken wij gebruik van een eigen leerlijn en de inzet van de onderwijsassistent. Gedragsproblematiek

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 09KQ00 Basisschool Het Venster

Schoolondersteuningsprofiel. 09KQ00 Basisschool Het Venster Schoolondersteuningsprofiel 09KQ00 Basisschool Het Venster Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

obs Driespan Dorpshuisweg 36a 9617 ZG Harkstede Tel: Vastgesteld op: Schoolondersteuningsprofiel

obs Driespan Dorpshuisweg 36a 9617 ZG Harkstede Tel: Vastgesteld op: Schoolondersteuningsprofiel obs Driespan Dorpshuisweg 36a 9617 ZG Harkstede Tel: 050-4041675 Vastgesteld op: 1 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1. Algemene gegevens van de school 4 2. Missie en Visie van de school 4 3. Basis- en

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 18UV00 OBS De Westhoek

Schoolondersteuningsprofiel. 18UV00 OBS De Westhoek Schoolondersteuningsprofiel 18UV00 OBS De Westhoek Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 12TE00 De Esch Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij R.K. basisschool De Kemp

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij R.K. basisschool De Kemp RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij R.K. basisschool De Kemp Plaats : Egchel BRIN-nummer : 03VE Onderzoeksnummer : 123428 Datum schoolbezoek : 2 september 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 03JH00 Basisschool Jeroen Bosch

Schoolondersteuningsprofiel. 03JH00 Basisschool Jeroen Bosch Schoolondersteuningsprofiel 03JH00 Basisschool Jeroen Bosch Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel CBS De Wegwijzer Heukelum

Schoolondersteuningsprofiel CBS De Wegwijzer Heukelum Schoolondersteuningsprofiel CBS De Wegwijzer Heukelum Meer- en minder begaafdheid We geven passend onderwijs aan alle kinderen. We zijn gespecialiseerd op het terrein van meerbegaafdheid. Gedragsproblematiek

Nadere informatie

SWV PO 2203 PASSEND ONDERWIJS. Monitor Financiën. verantwoording en analyse 2015

SWV PO 2203 PASSEND ONDERWIJS. Monitor Financiën. verantwoording en analyse 2015 SWV PO 2203 PASSEND ONDERWIJS Monitor Financiën verantwoording en analyse 2015 24 maart 2016 VERANTWOORDING EN ANALYSE 2015 3 1. Inleiding 3 2. Basisondersteuning en Extra Ondersteuning 3 2.0 Onderscheid

Nadere informatie

Handreiking bij het opstellen van het Schoolondersteuningsprofiel versie mei 2019

Handreiking bij het opstellen van het Schoolondersteuningsprofiel versie mei 2019 Handreiking bij het opstellen van het Schoolondersteuningsprofiel versie mei 2019 Inleiding In het voorjaar 2019 is door de schoolbesturen en het Samenwerkingsverband Amsterdam Diemen PO besloten om het

Nadere informatie

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren SWV VO 20.02 Groningen Ommelanden november 2014 1 Gerelateerd aan de procesgang handelingsgericht arrangeren SWV PO 20.01 Het handelingsgericht arrangeren

Nadere informatie

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School 1 LOGO SCHOOL Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Naam School Algemene gegevens School Zalmplaatschool BRIN 10QX 00 Directeur Nico Bakker Adres Aalreep 8-10 Telefoon 010-4167408 E-mail directie@ Bestuur

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN De Mare (18SV00) De Mare 18SV00 Directeur Reinder. Eggens Adres Grift 50 3075 SB ROTTERDAM Telefoon 0102917514 E-mail

Nadere informatie

Verbeterplan OBS De Winde

Verbeterplan OBS De Winde Verbeterplan OBS De Winde 2018-2019 Ouderversie 1.Inleiding Voor u ligt de ouderversie van het verbeterplan 2018-2019 van openbare basisschool De Winde te Nootdorp. Het verbeterplan 2018-2019 is met inbreng

Nadere informatie