Samenvatting Vak: Mediapsychologie Auteur: Heuvelman, Ard & Fennis, Bob Druk: 1 ste, 2005
|
|
- Dennis Janssen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Vak: Mediapsychologie Auteur: Heuvelman, Ard & Fennis, Bob Druk: 1 ste, 2005 We leven in een informatiesamenleving, waarin we in toenemende mate door media worden omringd en van media gebruikmaken. Naar verwachting zal dit mediagebruik in de nabije toekomst alleen nog maar toenemen. Uiteraard heeft de vraag postgevat wat de invloed van al die media is, wat de effecten zijn op ons denken en handelen. Het onderzoek naar de effecten van media is de afgelopen tientallen jaren in een stroomversnelling geraakt. Dit effectonderzoek wordt tegenwoordig ook binnen de psychologie gedaan, te weten: de mediapsychologie Mediapsychologie: De studie van enerzijds cognitieve en affectieve, verwerking van media-informatie (bewust en automatisch), en anderzijds van mediaconsumptie, wat wil zeggen, hoe mensen met traditionele en nieuwe media omgaan. Hoofdstuk 1: Wat is Mediapsychologie? Mediapsychologie is een vorm van toegepaste psychologie met overeenkomsten uit de veel oudere communicatiewetenschappen. Het verschil zit in dat mediapsychologie zich richt op effecten op individuen en niet op de samenleving in het algemeen. Ook gaat het bij mediapsychologie om psychologische effecten van mediagebruik en mediaboodschappen op gebruikers van de media en heeft de communicatiewetenschap van oudsher een meer sociologisch karakter. Afsluitend vindt onderzoek in de mediapsychologie vaak plaats met het experiment als methode, waar dit in de communicatiewetenschap geen gemeengoed is. De psychologie bestudeert op wetenschappelijke wijze het menselijke gedrag (waarneembare zaken/dingen als lopen, huilen, denken, zien) dat vertoond wordt in een bepaalde sociale context met enerzijds als doel theoretisch inzicht te krijgen en anderzijds dit inzicht toe te passen in de praktijk. De psychologie kent basisvakken (functieleer, ontwikkelingsleer, persoonlijkheidsleer, sociale psychologie) en toepassingsvakken (klinische psychologie, onderwijspsychologie, mediapsychologie). De Duitse Gestaltpsycholoog Arnheim deed in de eerste helft van de vorige eeuw al onderzoek naar (moderne) media en vooral voor visuele waarnemingen. Sinds Onderwerp (jaar) 1950 Films en tv in het onderwijs 1957 Reclame 1960 Geweld op tv, games 1970 Nieuws op tv 1980 Entertainment: soaps, reality, porno 1990 Nieuwe media, relaties, interactie Tabel 1
2 Hoofdstuk 2: De psychologische benadering van media-effecten In nuance op hoofdstuk 1 houdt de sociologische communicatiewetenschap zich bezig met de rol van de media bij de vorming van de publieke opinie in de openbare sfeer. Bij mediapsychologie ligt de focus meer op het effect van bepaalde media-inhouden op de totstandkoming van individuele opvattingen en attitudes, dus hoe mensen denken (cognities), wat ze voelen (emoties) en hun gedragingen. Mediapsychologie werkt vanuit een wetenschappelijk perspectief wat inhoudt dat men systematisch te werk gaat en relaties tussen variabelen zoekt. Er zijn 2 soorten verbanden te onderscheiden. Correlationeel en causaal. Correlationeel verband houdt in dat een verandering in de ene variabele een positieve of negatieve invloed heeft op de tweede variabele. Dit is niet noodzakelijk causueel. Een causueel verband impliceert een eenduidige oorzaakgevolg situatie. A verklaart B. De zojuist genoemde variabelen kunnen afhankelijk en onafhankelijk van aard zijn. Afhankelijke variabelen hangen af van de invloed van andere factoren (onafhankelijke variabelen). Onafhankelijke variabelen zijn oorzakelijke variabelen en afhankelijke variabelen zijn gevolgvariabelen. Vaak wordt de kern van de mediapsychologie gevormd door het zgn. interactie effect. Hier staat de vraag centraal onder welke omstandigheden een hoofdeffect optreedt. De naam ontleent zich aan de interactie tussen persoons en situationele variabelen, of formeel gezegd, er is spraken van een interactie-effect als het effect van de ene onafhankelijke variabele op een afhankelijke variabele afhangt van (het effect van) een andere onafhankelijke variabele. In de mediapsychologie zijn een aantal onderzoekstypen te onderscheiden. Het experiment is de beste methode om causaliteit vast te stellen. Een onafhankelijke variabele wordt systematisch gemanipuleerd om het effect op een afhankelijke variabele vast te stellen. Bij een tussenproefpersoonontwerp is het ook mogelijk om interactieeffecten tussen de onafhankelijke variabelen op een of meer afhankelijke variabelen vast te stellen. Bij 2 factoren krijgt men een 2x2 matrix van te nemen proeven (dus 4). Bij een binnenproefpersoonontwerp worden alle 4 de deelonderzoeken per persoon afgenomen en scores vergeleken. Voor het vaststellen van effecten wordt er gebruik gemaakt van inferentiële statistiek i.c.m. variantieanalyse en significantie (wel/niet toeval (<5%) ). Surveys en inhoudsanalyse zijn in principe geschikt voor het beschrijven en soms voorspellen van relaties tussen mediapsychologische variabelen en lenen zich minder voor het vaststellen van causaliteit.
3 Hoofdstuk 3: Een model van media-informatieverwerking Er zijn een viertal categorieën van variabelen te groeperen. - boodschapkenmerken - mediumkenmerken - persoonsvariabelen - effecten Gegroepeerd in een informatieverwerkingsmodel ziet het er als volgt uit: Dit model geeft echter een vertekend beeld. De ontvanger heeft doorgaans een prominentere plaats. Beter nog is om ook de boodschap- en mediumkenmerken te onderscheiden en te beschouwen in relatie tot elkaar zoals onderstaand figuur weergeeft. In dit model staat de individuele gebruiker (ontvanger) centraal. Dit betekent echter niet dat alle variabelen vanuit de ontvanger kunnen worden gedefinieerd. Als de ontvanger zich niet bewust is van de invloed van de variabelen is dit bv niet mogelijk. Er zijn kenmerkende aspecten van boodschappen te onderkennen. Te weten, inhoud, bron, strategie en genre. Deze aspecten kunnen invloed hebben onder bepaalde voorwaarden. Inhoud staat in relatie met het uiteindelijke doel op de ontvanger. Argumentatie heeft invloed op het onthouden en waarderen van een boodschap. Emotionele inhoud blijkt van invloed. Voorbeeldgedrag beïnvloedt de mens in zijn keuze tot een standpunt te komen. Informatieverwerking door ontvangers kan ook beïnvloed worden door (aspecten van) de bron. Het uitvoerende aspect houdt in dat men eerder geneigd is een geloofwaardig/deskundig persoon te vertrouwen die een product aanprijst. In het verlengde hiervan is ook de organisatie en/of het imago van de organisatie van invloed op de geloofwaardigheid. De afzender kan ook kiezen voor een strategische structuur van de boodschap. Herhaling en samenvattingen zijn 2 manieren waarmee de ontvanger de aangeboden boodschap beter zal onthouden. Genres als zodanig kunnen al reacties bij het publiek oproepen. We verstaan hieronder de verschillende doelen van de media-uitingen waarmee het publiek benaderd wordt.
4 Mediumkenmerken die van invloed kunnen zijn op effecten van media-uitingen: - distributie (verschil in media om v/d aangeboden info kennis te nemen) o tijd en plaats o beschikbaarheid (welke omstandigheden medium te gebruiken) o toegankelijkheid (onder welke voorwaarden toegang tot medium) - controle (hoeveelheid invloed uit te oefenen op informatiestroom) o pacing (beïnvloeden tempo en volgorde van informatie) o mate van interactie (uitwisseling tussen zender en ontvanger) - format ((programma)formule) o tekensystemen (taal/afbeeldingen vorm van informatie) o structuur (layout / montage) - context (omstandigheden waarin de ontvanger zich bevindt) o rondom het medium o binnen het medium (omstandigheden binnen het aangeboden medium) Van een aantal variabelen is bekend dat zij van invloed kunnen zijn op het proces van informatieverwerking. - voorgaande ervaringen o cognitief niveau (opgedane kennis) o affectief niveau (aantrekkelijkheid van zaken uit verleden) o gedragsniveau (geleerde handelingen) - betrokkenheid (mate van verwandheid aan het onderwerp) - motivatie - stemming Er zijn 4 typen effecten te onderscheiden: - effecten op psychofysiologisch niveau Effecten zijn meestal niet bewust aanwezig, maar wel meetbaar. (arousal) - effecten op cognitief niveau Alle effecten die met de kennis v/d ontvanger te maken hebben - effecten op affectief niveau Invloeden van media-uitingen op emoties bij ontvangers - effecten op gedragsniveau Reacties van mensen in hun omgang met media. Gegeven al het bovenstaande kan een nieuw model van mediainformatieverwerking getekend worden.
5 Hoofdstuk 4: Selectie en interactie Mensen zijn vaak zeer selectief in hun mediagedrag. Vaak vindt deze selectie automatisch en onbewust plaats. Ook interactie speelt meer en meer een rol (nieuwe media). Selectie- en interactietheorieën als de cognitieve consistentie theorie (en in het bijzonder de cognitieve dissonantie theorie) baseren zich op het fenomeen dat mensen streven naar consistentie. Elke situatie die tot inconsistentie leidt geeft een gevoel van interne spanning. Van consistentie is spraken als twee gedragingen, attitudes of opvattingen met elkaar in overeenstemming zijn. Als dat niet het geval is spreekt men van dissonantie en het is menseigen dit te willen reduceren (dissonantie reductie). Misschien wel het belangrijkste psychologische mechanisme achter het selectieproces is entertainment. Mensen willen vermaakt worden. Dit lijkt triviaal maar blijkt een complex fenomeen. Mood management speelt hier op in. Media zijn in staat om behoorlijke affectieve responsen te creëren bij mensen. De mens streeft naar een evenwichtssituatie (homeostase). Is men bv opgewonden dan wil men volgens deze theorie dit opheffen om in een evenwichtssituatie te geraken. De nieuwe media heeft het mogelijk gemaakt dat interactie een mediumkenmerk is geworden. Vooral het Internet wordt gezien als een interactief medium met navigatiestructuren en pop-ups. Interactieve TV breekt niet of slecht door en wordt vooral gezien als een passief medium. Parasociale (schijn) interactie is een speciale vorm van interactie waarin men een interpersoonlijke relatie aangaat, opbouwt en onderhoudt met een figuur in de media. (al of niet van vlees en bloed). Dit soort interactie ligt ten grondslag van zgn. stalkers. Deze erotomanen hebben een uit de hand gelopen parasociale interactie. De aandoening is neuropsychologisch aan te tonen, maar van een eventueel causaal verband is niks bekend. In de omgang is vooral interpersoonlijke afstand van invloed. De onderlinge afstand bepaalt de emotionele lading (arousal) van de interactie. Ook het informatieverwerkingsautomatisme is van invloed. Mensen nemen over het algemeen informatie voor waar aan. Dit kost nl geen moeite. Twijfelen aan informatie echter wel. Labels die geplakt worden op personen versterken dit. Vaak wordt de boodschapper verantwoordelijk gehouden voor de inhoud van het bericht. Pas als er geen zichtbare boodschapper is, verandert de zaak. Media verschillen hierdoor onderling van geloofwaardigheid.
6 Hoofdstuk 5: Arousal en aandacht Arousal is een verhoogde activiteit van het autonome zenuwstelsel. De mate van fysieke opwinding of alertheid van een individu. Aandacht is het proces waarbij informatie het bewustzijn wordt binnengebracht door zintuiglijke perceptie. Arousal bepaald voor een belangrijk deel de mate van aandacht die iemand aan de dag kan leggen en de intensiteit daarvan, maar is minder van invloed op het onderwerp van die aandacht. Hier is niet spraken van meer is beter. Een verklaring hiervoor is dat arousal non-specifiek is. Een door een stimulus opgeroepen arousal is niet noodzakelijk volledig gebonden aan de stimulus en hoeft dus ook niet te verdwijnen als de stimulus verdwijnt. De arousal kan ook over worden gedragen op de stimulus die erna komt. De affectieve reactie daarop wordt dan versterkt. Echter, als een stimulus een hele heftige arousal response oproept klapt het informatieverwerkingssysteem dicht en is er even geen capaciteit meer om de stimulus die erna komt te verwerken. Dit fenomeen wordt post-arousal blokkade genoemd. De relatie tussen aandacht en arousal is curvilineair en heeft dus de vorm van een omgekeerde U. Aandacht is een bron die maar beperkt beschikbaar is en dat betekent dat mensen slechts selectief aandacht kunnen opbrengen voor media (magic number 7). Er zijn eigenschappen van mensen en media die in staat zijn de schaarse aandacht te trekken en/of vast te houden. Levendigheid en opvallendheid trekken de aandacht omdat ze anders zijn dan andere stimuli. Opvallendheid is logischerwijs contextafhankelijk. Levendigheid is dit niet. Levendigheid is wél persoonsgebonden. Door individuele verschillen kan een stimulus emotioneel interessant zijn. Een apart fenomeen van de mens is dat we een voorkeur hebben voor informatie die al bestaande opvattingen en attitudes ondersteunen en we zijn afkerig van informatie die deze denkbeelden weerlegt. Dit leidt tot selectieve aandacht en selectieve blootstelling, selectieve verwerking en selectieve retentie.
7 Hoofdstuk 6: Waarderen Waarderen is een subjectieve aangelegenheid. Hoewel de operationalisaties (manier waarop gemeten wordt) van land tot land flink kan verschillen, lijkt er wel een behoorlijke mate van overeenstemming te zijn in wat met het concept waardering wordt bedoeld. Waardering is een reactie gebaseerd op gevoelens en emoties die worden opgeroepen door stimuli (affectieve reactie). Cognitieve verwerking lijkt op de tweede plaats te komen. Affectieve reacties lijken primair te zijn aan cognitieve reacties. Vaak zijn affectieve reacties een automatische activiteit. Ze zijn hierdoor ook vaak onvermijdelijk. (van nadenken (cognitieve reactie) wordt je moe, van voelen (affectief) niet). Affectieve reacties vinden oorsprong in onszelf en zijn lastig te beïnvloeden van buitenaf als ze eenmaal zijn vastgesteld. Ook blijken ze moeilijk onder woorden te brengen. Het mere-exposure effect wil zeggen dat een effect door blootstelling aan een stimulus geleerd kan worden. Sublimentale aanbieding houdt in dat bewuste herkenning van de stimulus onmogelijk is. Om waardering van bijvoorbeeld een televisieprogramma te beoordelen kan niet alleen van affectieve reacties uit gegaan worden. Ook de kijk en testsituatie moet in acht genomen worden. Echter, het blijkt dat als gevraagd wordt aan mensen de programma s cognitief te beoordelen dat de affectieve achtergronden van grote invloed zijn. Dit wordt rechtvaardiging van gevoelens genoemd. Voorkeur en/of afkeer komt wederom uit onszelf. Er bestaan stellingen (waar nog weinig onderzoek naar is gedaan) waarin beweerd wordt dat er een significante positieve correlatie (verband) bestaat tussen de waardering van een programma en de hoeveelheid informatie die de kijker van het programma onthoudt. Er bestaan echter ook onderzoeken die het tegendeel bewijzen. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen niet graag naar negatieve informatie kijken maar deze wel beter onthouden. De negatieve stimuli eist ook meer aandacht op. (Dit wordt in de evolutionaire psychologie als het diagnosticity effect bestempeld). Ze hebben hiermee ook een hogere diagnostische waarde dan positieve stimuli. Geconcludeerd mag worden dat affectieve en cognitieve verwerking twee gescheiden systemen zijn.
8 Hoofdstuk 7: Onthouden Informatie uit de wereld om ons heen, bereikt ons via de zintuigen. In de zintuigen wordt gedurende zeer korte tijd informatie bewaard. Dit heet het sensorisch of zintuiglijke geheugen. Vanuit het sensorische geheugen wordt informatie via het zenuwstelsel naar het kortetermijngeheugen getransporteerd. Vanuit het kortetermijngeheugen wordt een deel van de informatie doorgestuurd naar het langetermijngeheugen. Het langetermijngeheugen is tamelijk stabiel. Men onthoudt echter niet altijd alles precies zoals het geleerd is. Vaak geeft men zelf een invulling aan wat beperktere informatie. Betekenisvol materiaal en gebeurtenissen die grote indruk hebben gemaakt worden beter opgeslagen. In het model van Lang wordt er vanuit gegaan dat we door beperkte geheugencapaciteit niet alle informatie kunnen verwerken die we via de media krijgen aangeboden. Het model omvat 3 stappen. 1. het coderen van informatie Hier zijn sensorisch en kortetermijngeheugen bij betrokken. Er volgt een selectie van stimuli die opgeslagen wordt. Onbewust worden zaken geselecteerd (automatische selectie). De oriënterende reflex van de ogen bij plotseling bewegend materiaal is hier een voorbeeld van. 2. de opslag van informatie Onder invloed van automatische en gecontroleerde selectie worden een deel van de informatie van een boodschap naar het kortetermijngeheugen verplaatst. Het geheugen heeft een netwerkstructuur. Opslag wordt vergemakkelijkt als simultane stimuli congruent zijn. Tevens is de mens visueel dominant, wat wil zeggen dat visuele signalen voorrang krijgen op auditieve. 3. het terugvinden van informatie Bij het terugvinden van informatie is het aantal aanwijzingen van belang. Des te meer aanwijzingen des te gemakkelijker het item terug te vinden is. Het terugvinden van informatie kan op 2 manieren plaatsvinden. Enerzijds door herkenning, anderzijds door reproductie. Bij herkenning zijn er meer aanwijzingen aanwezig en hoeft de proefpersoon zelf minder in te vullen.
9 Hoofdstuk 8: Interpreteren Contexteffecten hebben uitwerking op hoe men stimuli interpreteert. Te onderscheiden contexteffecten zijn: 1. mediumcontext De mate van betrokkenheid bij een voorafgaand programma zet de mensen aan het denken en verlaagt de prioriteit van bijvoorbeeld het reclameblok erna. Reclames worden dan minder goed opgenomen. Ook stemming speelt een belangrijke rol. Als reclame vrolijk is spreekt deze meer aan bij vrolijke mensen. Andersom geldt het ook. Dit noemt men stemmingsconsistentie. 2. framing Framing is een journalistieke strategie om nieuws op een bepaalde manier in te kaderen, om betekenis aan gebeurtenissen te geven en om belangstelling van het publiek vast te houden. Bij het conflictframe wordt in het bericht de nadruk gelegd op een conflict, een ruzie of tegengestelde belangen. Bij het human interest frame wordt nieuws gebracht vanuit de optiek van een individu met de emoties die daarbij een rol spelen. Bij het verantwoordelijkheidsframe wordt de nadruk gelegd op wie verantwoordelijk is voor een bepaalde gebeurtenis en bij het frame van economische consequenties wordt een nieuwsfeit in termen van de gevolgen die dat feit heeft voor de economie gebracht. Door frames te gebruiken kan media niet alleen bepalend zijn voor datgene waarover gebruikers nadenken maar ook voor hoe zij over bepaalde onderwerpen denken. Vaak gebeurt framing passief en heeft men niet door dat men gestuurd wordt. Reclamestrategieën zijn hier een voorbeeld van. 3. priming Bij priming gaat het erom dat blootstelling aan een bepaalde stimulus invloed kan hebben op daaropvolgend denken of handelen zonder dat de persoon daarvan bewust is. Het wordt gebruikt voor beïnvloeding van het consumentengedrag. Ook op lange termijn is er effect te ontdekken dmv de cultivatietheorie. Deze theorie stelt dat kijkers informatie van media als referentiekader gaan gebruiken bij het kijken naar de alledaagse werkelijkheid. Sublimentale priming is het primen met signalen onder de waarnemingsgrens van de mens. Over sublimentale priming zijn weinig betrouwbare onderzoeksresultaten en het werkelijke effect is discutabel. Wel kunnen ze invloed hebben of affectieve reacties. Het wordt niet gebruikt in reclames omdat dit bij de wet verboden is.
10 Hoofdstuk 9: Attitudes en overreding Een attitude is een evaluatief oordeel. Elke vorm van evaluatie van elk willekeurig object. Het proces van communicatie dat tot doel heeft deze attitudes te vormen of te veranderen wordt wel aangeduid met de term overreding. Een attitude is iets anders dan een opvatting. Een opvatting is een non-evaluatief oordeel en geeft weer hoe we denken dat een stukje van de werkelijkheid eruit ziet. Opvattingen zijn vaak bouwstenen voor attitudes. Onderzoek toont aan dat er tenminste 3 factoren zijn die bepalen in welke mate attitudes gedrag voorspellen. Specificiteit, sterkte en toegankelijkheid. Het blijkt dat attitude en gedrag meer in elkaar s verlengde liggen naarmate beide overeenkomen qua abstractieniveau. Ook wordt de relatie versterkt naarmate het belang van de attitude toeneemt. Er zijn 4 basisstadia van overreding te definiëren: 1. aandacht 2. begrip (kern van de boodschap doorhebben) 3. overtuiging 4. onthouden Acceptatie van een boodschap heeft te maken met 2 factoren, te weten complexiteit en de bron van de boodschap. De effectiviteit van de boodschap is het grootst als er een fit bestaat tussen complexiteit en boodschapper. (complexe boodschapper van expert, simpele boodschappen van een model (redactie: fotomodel)). Ook bij mediakenmerken vindt er een interactie-effect plaats. Zo komen complexe boodschappen beter tot hun recht in gedrukte vorm omdat men dan de leessnelheid zelf in de hand heeft (internal pacing). Het ELM (Elaboration Likelyhood Model) gaat uit van 2 verschillende processen die mensen gebruiken bij het omgaan met overredende communicatie. De centrale route en de perifere route naar attitudeverandering. De centrale route wordt gevolgd wanneer mensen gemotiveerd zijn en in staat zijn om zorgvuldig over het onderwerp in de boodschap na te denken. Het wikken en wegen wordt elaboratie ofwel het mentaal uitwerken van de argumenten in de boodschap genoemd. Wat vaker voorkomt is de perifere route. De ontvanger is in die situaties niet gemotiveerd of niet in staat om een persuasieve boodschap kritisch te verwerken. De ontvanger vertrouwd op simpele beslisregels (heuristieken) om daarmee toch snel en efficiënt tot een oordeel over het onderwerp te komen. Bij perifere verwerking zijn bronfactoren meer van invloed dan bij centrale verwerking. Centrale verwerking heeft een hoge voorspellende waarde. Perifeer gevormde attitudes zijn slechte voorspellers.
11 Hoofdstuk 10: Toekomst van de mediapsychologie
12 Voetnoot Aan deze samenvatting mogen geen rechten worden ontleend. Eventuele schrijf- en grammaticafouten zijn onontkoomlijk. Dit is dan ook geen troonrede maar een flans-samenvatting. De samenvatting is geschreven met in het achterhoofd het idee dat het boek al eenmaal gelezen is. Noem het een opfrisdocument. Neem het mij niet kwalijk als je het tentamen niet haalt omdat de docent besluit dat juist dat ene voorbeeld uit het boek in het tentamen moet. Einde voetnoot om meer onnodige onzin te voorkomen. O ja, vermoord geen kangoeroes s aub. //EOF
Cultuur & Media Werkgroep 4 nee hoor! ik laat me nooit leiden door groepsdruk!
Cultuur & Media Werkgroep 4 nee hoor! ik 1 Wat gaan we doen? vragen over hoorcollege en huiswerk ik en de groep: sociale psychologie huiswerk 2 BELANGRIJK: HUISWERK! nogmaals: twee maal niet je huiswerk
Nadere informatieLeren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012
Leren en betrokkenheid H8 Leren? Leren? Marketeers willen de consument iets leren over hun producten/ diensten: hoe te gebruiken, waar te kopen etc. Leren? Marketeers willen de consument iets leren over
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieVoor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:
Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieInhoud. Inleiding 8. Deel 1 Mediapsychologie: een inleiding 11
Inhoud Inleiding 8 Deel 1 Mediapsychologie: een inleiding 11 1 Wat is mediapsychologie? 13 1.1 Psychologie 13 1.2 Mediapsychologie: oorsprong en ontwikkeling 15 1.3 Mediapsychologie: domeinafbakening 19
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieAttitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012
Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over
Nadere informatieMassamedia. Hoofdstuk 8
Massamedia Hoofdstuk 8 8.2 Beeldvorming in media Bewuste en onbewuste kleuring door redactie! Bewuste kleuring Invloed identiteit medium Manipulatie en indoctrinatie Onbewuste kleuring Onmogelijkheid van
Nadere informatieCommunicatie, discriminatie en conflict
Communicatie, discriminatie en conflict 1 Inhoud Communicatie Het communicatieproces Misverstanden Categorisatie Ingroup/ outgroupdifferentiatie Stereotypen Discriminatie 2 Communicatie (6.2-6.4) Communicatie
Nadere informatiePerceptie. dinsdag 6 maart 2012
Perceptie H7 Gestuurde perceptie... Perceptie betekent observatie, hoe je iets waarneemt, je blik zoals in is een glas half vol of half leeg?. Je perceptie wordt beïnvloed door je ervaringen en je basishouding
Nadere informatieShrum, Wyer & O Guinn: focus ligt op effect van bepaalde media-inhouden op de totstandkoming van individuele opvattingen en attitudes.
Mediapsychologie 1. Wat is mediapshychologie? Het menselijk gedrag in een bepaalde sociale omgeving/context: wordt bestudeerd in psychologie. Observeerbaar maken: niet-waarneembare aspecten van gedrag
Nadere informatieessay-artikel // jade teijgeman 2.0
essay-artikel // jade teijgeman 2.0 1618080 // visual Design Seminar Dream Discover Do JDE-SVIS.3V-13 // 2015 periode E // hanneke ponten datum: 8 juli 2015 Beïnvloedt je douchegordijn je ochtendhumeur?
Nadere informatieQuestion 6 Multiple Choice
Question 1 Multiple Choice Het onderzoek van Strack e.a. (1988) waarin mensen op verschillende manieren een pen vasthielden terwijl ze cartoons beoordeelden toont aan dat: Question 2 Multiple Choice mensen
Nadere informatieInhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51
Inhoud Woord vooraf 11 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13 1.1 Een definitie van de psychologie 14 1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis 16 1.2.1 Verschillen in het verzamelen
Nadere informatieHOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE
HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE 1 INTRODUCTIE H:2 Waaraan kun je een effectieve merkenpositionering herkennen? Wat zijn de bronnen van klantgerichte merkmeerwaarde en welke effecten of voordelen
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatieEveryday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.
Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.
Nadere informatieEQ - emotionele intelligentie in kaart
EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen
Nadere informatieCASI MODEL (Pag 122) Stappen. Antwoorden
CASI MODEL (Pag 122) HOE KANSRIJK IS UW CAMPAGNE? Het Campagne Strategie Instrument (CASI) is een hulpmiddel om tot onderbouwde keuzes te komen voor het opzetten van een campagne. Het gaat hierbij om campagnes
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatieSamenvatting (Dutch)
Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieGELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie
GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white
Nadere informatieSAMENVATTING (Summary in Dutch)
SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze
Nadere informatieIST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1
IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren
Nadere informatieLesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door
Lesideeën uitgewerkt door Hedendaagse Propaganda Analyseren Activiteiten als aanvulling op de leerervaring bij het online Mind Over Media platform www.mindovermedia.be 1 Les 2: Propagandatechnieken herkennen
Nadere informatieEen conflict maakt je een ander mens
Een conflict maakt je een ander mens Zo doe ik anders nooit Stress vertroebelt ons denken Een conflict gaat meestal gepaard met stress. En stress heeft invloed op de werking van onze hersenen. Onze waarneming
Nadere informatieMotieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?
Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieWaar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?
Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.
Nadere informatiePROGRAMMA van de training DE SOCIALE PSYCHOLOGIE VAN VERANDEREN
PROGRAMMA van de training DE SOCIALE PSYCHOLOGIE VAN VERANDEREN drs. Ad van der Made, psycholoog, coach, docent De training Sociale Psychologie van Veranderen is bedoeld voor professionals voor wie de
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht
Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een
Nadere informatieInhoud. Deel 1 Inleiding. Deel 2 De context
Inhoud Deel 1 Inleiding 1 en scenario s 1.1 Wat is consumentengedrag? 1.1.1 Beschrijven, verklaren en voorspellen van consumentengedrag 1.1.2 Waarop heet consumentengedrag betrekking? 1.1.3 Veranderend
Nadere informatieEsther Rozendaal (Radboud Universiteit Nijmegen)
Media? Gewoon opvoeden! Esther Rozendaal (Radboud Universiteit Nijmegen) De mediaconsument Ontwikkeling tot mediaconsument: 0 19 jaar Esther Rozendaal Radboud Universiteit Nijmegen 24 juni 2015 NJI Mini-congres
Nadere informatieBESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING.
BESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING. DEEL-I. KIEZEN/ OORDELEN/ BESLISSEN. KANS * GEVOLG. TYPOLOGIE VAN BESLISSINGEN. Type-Probleem Aanpak Aard van de keuze STRATEGISCH ANALYSEREN OPTIMAAL TACTISCH
Nadere informatieOpgave 2 Doen wat je denkt
Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen
Nadere informatie73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat
Nadere informatieEindexamen Filosofie havo I
Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan
Nadere informatieSTIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding
STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende
Nadere informatieSamenvatting Summary in Dutch
112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking
Nadere informatieDe diep verstandelijk gehandicapte medemens
De diep verstandelijk gehandicapte medemens Eerste druk, mei 2012 2012 Wilte van Houten isbn: 978-90-484-2352-1 nur: 895 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming
Nadere informatieSamenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur
Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal
Nadere informatieVier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid
Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid...... Op 5 juli 2018 stuurden EYE Filmmuseum, Beeld en Geluid en Mediawijzer.net een extra feedbackbrief naar het ontwikkelteam Digitale geletterdheid.
Nadere informatieIdeeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf
Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieSamenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte
Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht
Nadere informatieRed cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić
Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve
Nadere informatieTHEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo
Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare
Nadere informatiePerseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting
Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.
Nadere informatie3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:
3 LEERPLANDOELEN Algemeen streefdoel De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: De leerlingen kunnen op een behendige, zelfredzame en kritische manier participeren
Nadere informatieChecklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24)
Checklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24) Voor de domeinen cognitie, communicatie en psycho-emotioneel kan de checklijst voor Cognitie en Emotionele problemen na een
Nadere informatieGebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie
Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21706 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21706 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Overberg, Regina Ingrid Title: Breast cancer stories on the internet : improving
Nadere informatieTV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk
TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research
Nadere informatie1 Het sociale ontwikkelingstraject
1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieNaam: Valérie den Besten Klas: G&I A Datum: 06-11-15 Module: Project 100% presence Begeleider: Irene van Peer Groep 11 (team 14)
Naam: Valérie den Besten Klas: G&I A Datum: 06-11-15 Module: Project 100% presence Begeleider: Irene van Peer Groep 11 (team 14) Reflectieverslag Maandag hebben we gebrainstormd en we hebben voor mijn
Nadere informatieSamenvatting M&O H6: Communicatieproces
Samenvatting M&O H6: Communicatieproces Samenvatting door K. 1320 woorden 29 oktober 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H6; Communicatieproces 6.1 De definitie van communicatie Bij communicatie
Nadere informatieHerkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking
Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke
Nadere informatieCoöperatie en communicatie:
Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij
Nadere informatie1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs
Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Inhoudsopgave: Het belang van volgens kabinet Balkenende IV Het belang van volgens kabinet Balkenende IV 1 Bramediawijs als onderdeel van het lokaal
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieRapport SQ-Leid. Lucien Beelders 21 juli 2011 V1.1
Rapport SQ-Leid Lucien Beelders 21 juli 2011 V1.1 Rapportage SQ-test leidinggeven Gebruikersnaam: lbeelders Naam: Lucien Beelders Geslacht: Man Geboortejaar: 1965 Opleiding: WO Testdatum: 21 juli 2011
Nadere informatieOplossingsgericht en waarderend coachen.
Oplossingsgericht en waarderend coachen. Coaching is die vorm van professionele begeleiding waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen doelen. Oplossingsgericht
Nadere informatieInleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen
Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten
Nadere informatieIs een klas een veilige omgeving?
Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag
Nadere informatieEen onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7
Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatiePsychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen
Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom Nathalie Vanderbruggen Psychoneurologisch functioneren in KS ( Verri et al. 2010) Cognitief functioneren: Psychopathologische kwetsbaarheid:
Nadere informatieRapportgegevens Marketing en sales potentieel test
Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing
Nadere informatieVertrouwen na hersenletsel, hoe zit dat?
Vertrouwen na hersenletsel, hoe zit dat? Hersenen een populair item Hersenen een populair item Hersenen een populair item Hersenen een populair item Hersenen een populair item Hersenen een populair item
Nadere informatieecourse Moeiteloos leren leidinggeven
ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder
Nadere informatieWetenschappelijke kijk op hoogsensitiviteit. Xandra van Hooff GaveMensen
Wetenschappelijke kijk op hoogsensitiviteit Xandra van Hooff GaveMensen Sensory Processing Sensitivity Sigmund Freud Introversie/extraversie Jung Innate sensitiveness Eysenck Linkt introversie/extraversie
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieCapaciteitentest MBO. 1. Inleiding
Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke
Nadere informatieInhoud. 1 Sociale psychologie Het zelf 75. Inleiding 13
Inhoud Inleiding 13 1 Sociale psychologie 17 1.1 Sociale invloed 18 1.1.1 Psychologie van het dagelijks leven 18 1.1.2 Definitie sociale psychologie 20 1.1.3 Kuddedieren 21 1.1.4 Alledaagse verschijnselen
Nadere informatieBijlage 20 Proces van classificeren beïnvloedingentactieken: gemaakte indelingen
Bijlage 20 Proces van classificeren beïnvloedingentactieken: gemaakte indelingen Met behulp van de korte beschrijvingen is geprobeerd om de beïnvloedingstactieken die bij elkaar horen bij elkaar te zetten
Nadere informatieH5 Consumentengedrag HOE EN WAAROM MENSEN KOPEN.
H5 Consumentengedrag HOE EN WAAROM MENSEN KOPEN http://www.youtube.com/watch?v=hpi-m3jwhbg 5.2 Besluitvormingsproces consument : Pearson: Solomon: Marketing Real Life koopbeslissingsproces vijf fasen (B2C):
Nadere informatieVan huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie
Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het
Nadere informatieEindexamen havo filosofie 2012 - I
Opgave 2 Emoties op de beursvloer 8 maximumscore 2 een weergave van het verband volgens Aristoteles tussen verdiensten, ambities en aanzien bij een fier mens: door hoge ambitie en hoge verdiensten verdient
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit
Nadere informatieleren in en tussen organisaties: perspectieven, barrières en praktijk
leren in en tussen organisaties: perspectieven, barrières en praktijk peter van der knaap algemene rekenkamer lerende organisatie A golden concept, everone is for it! (googlelab resultaten organisational
Nadere informatieMVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie
MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol
Nadere informatieSAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.
Nadere informatieTraining met persolog profielen
Training met persolog profielen Verkrijg de beste resultaten op het werk en in uw dagelijks leven Ontdek een praktische manier om uw persoonlijkheid te ontwikkelen: U leert verschillende gedragstendensen
Nadere informatieSessie 1 19 Introductiebijeenkomst
Inhoud I Introductie op het begrip Theory of Mind 7 II Visie op de behandeling van de mens met autisme 9 III Overzicht van de ToM-behandeling 13 IV Programma ToM-behandeling 15 V Gebruik van het werkboek
Nadere informatieHoe marketingcommunicatie werkt
OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieWat is mediapsychologie?
1 Hoe worden wij beïnvloed door de media? Hebben de media invloed op ons gedrag? Hoe zit het met reclameboodschappen? Hoe worden wij beïnvloed door reclameboodschappen? Laten we ons bij de keuze tussen
Nadere informatieAlgemene Sociologie PA B1
Algemene Sociologie PA B1 Doel college kennismaking met en inzicht geven in: de geschiedenis van de Sociologie gezichtspunten en sociologische begrippen hanteren van sociologische begrippen in mondelinge
Nadere informatieUitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal
Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 3 Stichting
Nadere informatieContact met de media?
Contact met de media? NWO biedt ondersteuning NWO, onderzoekers en de media Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek U doet onderzoek dat (mede)gefinancierd wordt door NWO. Wanneer u een
Nadere informatiefilosofie vwo 2016-II
Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering
Nadere informatieHoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies
Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Fear appeals Informatie bevat vaak onbewust al persuasieve
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieInhoud Sociale Psychologie derde druk p. 1
Inhoud Sociale Psychologie derde druk 1 Sociale psychologie 1.1 Sociale invloed 1.1.1 Psychologie van het dagelijks leven 1.1.2 Definitie sociale psychologie 1.1.3 Kuddedieren 1.1.4 Alledaagse verschijnselen
Nadere informatie