Een kritische blik op het Nederlandse beleid ten aanzien van jeugdige delinquenten met een (ernstige) psychiatrische stoornis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een kritische blik op het Nederlandse beleid ten aanzien van jeugdige delinquenten met een (ernstige) psychiatrische stoornis"

Transcriptie

1 Een kritische blik op het Nederlandse beleid ten aanzien van jeugdige delinquenten met een (ernstige) psychiatrische stoornis Naam: E.M.C. Pieterse ANR: Afstudeerdatum: 30 september 2008 Afstudeerrichting: Jeugdstrafrecht Examencommissie: - Scriptiebegeleidster UvT: Mw. Mr. V.M Smits - Tweede beoordelaar: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek - Stagebegeleidster OM: Mw. Mr. N. van Diggelen

2 Afkortingenlijst BJJ BW EHRM EVRM FFT GGZ IGZ IVRK Jeugd-tbr JJI MST MvJ NIFP OM OTS OVAR OvJ P.i.b.b PIJ-maatregel RM RSJ RvdK RvdR Sr Stp SV TBS-maatregel Wet BIG Wet Bopz WGBO Wjz WODC ZM Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen Burgerlijk Wetboek Europees Hof voor de rechten van de mens Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens Functional Family Therapie Geestelijke Gezondheidszorg Inspectie voor de Gezondheidszorg Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Ter beschikking stelling van de regering Justitiële Jeugdinrichting Multi Systeem Therapie Minister van Justitie Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Openbaar Ministerie Ondertoezichtstelling Ontslag Van Alle Rechtsvervolging Officier van Justitie Plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Rechterlijke Machtiging Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Raad voor de Kinderbescherming Raad voor de Rechtspraak Wetboek van Strafrecht Scholings- en trainingsprogramma Wetboek van Strafvordering Terbeschikkingstelling Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst Wet op de jeugdzorg Wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum Zittende magistratuur 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

3 Blz: Afkortingenlijst 2 Inhoudsopgave 3 Algemene inleiding 6 H1 De oplegging en tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel Inleiding De doelstellingen van de PIJ-maatregel Criteria voor de oplegging van de PIJ-maatregel Duur van de PIJ-maatregel Plaats en wijze van de tenuitvoerlegging Knelpunten in de overweging voor oplegging van detentiestraf 13 dan wel een PIJ-maatregel 1.7 Knelpunten in de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel De PIJ-passantentermijn De behandeling schiet tekort De eindigheid van de maatregel Onvoldoende nazorg 1.8 Verbetervoorstellen van de IGZ met betrekking tot 19 de behandeling 1.9 De huidige situatie Behandeling binnen/buiten de JJI s in Nazorg 1.10 Conclusie 24 H2 Mogelijke strafrechtelijke oplossingen voor de 26 eindigheid van de PIJ-maatregel 2.1 Inleiding Toepassing meerderjarigenstrafrecht om TBS op te kunnen leggen Scholier vermoordt conrector Terra College te Den Haag september 2008 E.M.C. Pieterse,

4 2.3 Het voorbehoud van Nederland ten aanzien van het IVRK 29 (artikel 77b Sr) Doet het voorbehoud afbreuk aan de werking van het IVRK? Eigen mening over het Nederlandse voorbehoud op artikel 37 IVRK De praktijk van de Nederlandse rechtspraak 2.4 Toepassing van het meerderjarigenstrafrecht als oplossing? Omzetting van de PIJ-maatregel in een TBS Advies van de RvdR Advies van de RSJ De mening van Staatssecretaris Albayrak Is het voorstel van Donner effectief? 2.6 Conclusie 38 H3 Mogelijke civielrechtelijke oplossingen voor de 40 recidiveproblematiek met betrekking tot jeugdigen met een psychiatrische stoornis 3.1 Inleiding De Wet Bopz in het algemeen Doelstellingen van de Wet Bopz Criteria Geestesstoornis Gevaarscriterium Geen alternatief Het ontbreken van de nodige bereidheid 3.5 Mogelijkheden van de Wet Bopz in het kader van het 47 strafrechtelijke traject De procedure: Van de IVZ tot het verzoeken van een RM 3.6 Evaluatie van de Wet Bopz Knelpunten in de praktijk met betrekking tot jeugdigen Nieuwe wettelijke regeling Bopz 3.7 Wet Gesloten Jeugdzorg Een vergelijking tussen de Wjz en de Wet Bopz 3.9 Conclusie 53 Algemene conclusies en aanbevelingen september 2008 E.M.C. Pieterse,

5 Literatuurlijst 61 Bijlagen 69 Bijlage I schematisch overzicht Wet Bopz in jeugdzaken 70 Bijlage II Interviews 73 M. Emmen J. Janssen C. de Brouwer T. Doreleijers 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

6 Algemene inleiding 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

7 Algemene inleiding Voor 1995 kende het jeugdstrafrecht twee vrijheidsbenemende maatregelen, namelijk de jeugd-tbr en de p.i.b.b. Het voornaamste knelpunt bij deze maatregelen was het feit dat ze van rechtswege eindigden bij het bereiken van een bepaalde leeftijd. 1 Ter verbetering en vervanging van bovengenoemde maatregelen is de PIJ-maatregel in 1995 ingevoerd. 2 3 De invoering van de PIJ-maatregel heeft de problematiek met betrekking tot jeugdige delinquenten met een (ernstige) psychiatrische stoornis niet kunnen oplossen. Uit het Evaluatierapport van 2007 van de Wet Bopz blijkt juist dat een groeiende problematiek geconstateerd wordt in Nederland vanaf Eerder concludeerde de IGZ in haar rapport van 2005 al dat het aantal jongeren met psychiatrische stoornissen in JJI s sterk groeit, terwijl de behandeling van deze groep jeugdigen ernstig tekort schiet. 5 Dit heeft tot gevolg dat jeugdigen na het uitzitten van de detentiestraf of PIJ-maatregel niet (volledig) uitbehandeld terug worden gestuurd in de samenleving. De kans dat deze jeugdigen opnieuw in oude fouten vervallen is hierdoor aanzienlijk. Gepubliceerde cijfers van het WODC inzake de recidive van ex-pupillen uit JJI s tonen dit aan. Uit onderzoek van het WODC komt naar voren dat het percentage jeugdigen dat binnen twee jaar na uitstroom uit een JJI opnieuw de fout ingaat 54,3 procent bedraagt. Dit percentage behelst zowel de strafrechtelijk als civielrechtelijk geplaatste jongeren uit opvang- of behandelinrichtingen. 6 Dit percentage is zorgwekkend. Nadat het inspectierapport was gepubliceerd, kwam de kwestie in de publieke belangstelling middels het tv programma Zembla. In de aflevering Levensgevaarlijke pubers werd het strafrecht ten aanzien van jeugdige delinquenten met een psychiatrische stoornis kritisch 1 Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p Wet van 7 juli 1994, Stb Kamerstukken II, 2005/06, en 28741, nr. 183, p Können e.a. 2007, p IGZ, Rapport Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen: met betere zorg nog veel te winnen 2005, p WODC 2008, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

8 bekeken. In de inleiding van dit programma werd de vraag gesteld: Hoe is het mogelijk dat in Nederland een systeem bestaat dat niet blijkt te werken 7? Deze ongezonde situatie die een oplossing vereist en de groeiende problematiek waren voor mij de belangrijkste redenen om hier onderzoek naar te doen. Ook speelden de grote aandacht van de samenleving voor en de actualiteit van het probleem een rol in mijn onderwerpkeuze. Een passage van de troonrede van 16 september jl. is gewijd aan de bestrijding van de (groeiende) jeugdcriminaliteit. 8 In mijn scriptie wil ik daarom een kritische blik werpen op het Nederlandse (strafrechtelijke en civielrechtelijke) beleid dat gevoerd wordt ten opzichte van jeugdige delinquenten met een (ernstige) psychiatrische stoornis. De centrale hoofdvraag die ik wil gaan beantwoorden is: Moeten de huidige wettelijke mogelijkheden in Nederland ten opzichte van jeugdige delinquenten met een psychiatrische stoornis veranderd worden en zo ja, hoe dienen deze veranderingen er uit te zien? Voor de beantwoording van deze vraag ga ik eerst in op de oplegging en de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel. Vervolgens behandel ik mogelijke strafrechtelijke oplossingen voor de knelpunten van deze maatregel, in het bijzonder voor de eindigheid van de PIJ-maatregel. Het onderwerp van mijn scriptie overschrijdt de grenzen van het jeugdstrafrecht, omdat in de huidige situatie directe plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis alleen te realiseren is met een civielrechtelijke machtiging. In mijn onderzoek zal ik daarom ook ingaan op mogelijke civielrechtelijke oplossingen voor de recidiveproblematiek. Tenslotte beantwoord ik in de conclusie de hoofdvraag en zal ik enkele aanbevelingen doen. 7 Omroep.vara.nl september 2008 E.M.C. Pieterse,

9 Hoofdstuk 1: De oplegging en de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

10 Hoofdstuk 1: De oplegging en de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel 1.1 Inleiding Artikel 77h lid 4 Sr handelt over de maatregelen die de rechter kan opleggen aan jeugdige delinquenten. Een strafrechtelijke maatregel wordt wel omschreven als een los van de verwijtbaarheid staande rechterlijke ingreep, die kan strekken tot herstel van de rechtmatige toestand of tot bescherming van de burger. 9 Het artikel onderscheidt vijf maatregelen, namelijk de PIJ-maatregel, de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige, onttrekking aan het verkeer, ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en schadevergoeding. Voor 1995 kende het jeugdstrafrecht twee vrijheidsbenemende maatregelen, namelijk de jeugd-tbr en de p.i.b.b. Het voornaamste knelpunt bij deze maatregelen was het feit dat ze van rechtswege eindigden bij het bereiken van een bepaalde leeftijd. 10 De jeugd-tbr eindigde op zijn laatst als de jeugdige 18 werd. De buitengewone behandeling eindigde bij de 21e verjaardag. 11 Ter verbetering en vervanging van bovengenoemde maatregelen is de PIJ-maatregel in ingevoerd. De een maximale duur. PIJ eindigt niet bij het bereiken van een bepaalde leeftijd, maar heeft wel In de navolgende tekst zal ik uitgebreid ingaan op de PIJ-maatregel. Ten eerste bespreek ik de doelstellingen, gevolgd door de criteria waaraan voldaan moet zijn voor de oplegging van deze maatregel. Verder ga ik in op de duur en de plaats en wijze van de tenuitvoerlegging. Vervolgens komen de knelpunten aan bod die in de praktijk worden ervaren met betrekking tot de oplegging en de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel. Tenslotte besteed ik aandacht aan de verbeteringen die worden nagestreefd. 9 Kamerstukken II 1991/92, 21327, nr.6, p Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p Van der Heiden-Attema & Wartna 2000, p Wet van 7 juli 1994, Stb Kamerstukken II, 2005/06, en 28741, nr. 183, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

11 1.2 De doelstellingen van de PIJ-maatregel In het commune strafrecht worden met strafrechtelijke maatregelen een tweetal doelen nagestreefd, te weten beveiliging van de maatschappij en vergelding. 14 Naast deze doelen staat in het jeugdstrafrecht met name het doel van (her)opvoeding centraal. In de BJJ wordt expliciet ingegaan op de doelstellingen van de PIJ-maatregel. Zo dient de PIJmaatregel krachtens artikel 2 lid 2 BJJ en de Memorie van Toelichting een tweeledig doel, namelijk (her)opvoeding van de jeugdige en behandeling indien sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in een strafrechtelijk kader. 15 Naast deze expliciete vermelding in de BJJ vloeit uit artikel 19 van het IVRK tevens de opdracht aan de overheid voort tot opvoeding van jeugdigen die in een JJI verblijven. De (her)opvoeding van de jeugdige vindt plaats in een inrichting waarbij een orthopedagogisch klimaat wordt gecreëerd, waardoor deze inzicht krijgt in de verwachtingen van de maatschappij en daarmee om leert gaan. Indien een jeugdige lijdt aan een psychiatrische stoornis dan richt de behandeling zich op vermindering daarvan en op vergroting van inzichten en kennis met betrekking tot deze stoornis. De invulling van de PIJmaatregel hangt aldus af van het individuele geval. De jeugdige moet leren hoe zich te kunnen redden in de maatschappij zonder in de criminaliteit terug te vallen. De terugkeer naar de samenleving vindt geleidelijk plaats, waarbij het verlofsysteem een belangrijk onderdeel is van deze procedure. 1.3 De criteria voor de oplegging van de PIJ-maatregel Krachtens artikel 77s Sr kan de PIJ-maatregel enkel worden opgelegd indien voldaan is aan drie cumulatieve voorwaarden. Deze strikte criteria dienen te worden gehandhaafd aangezien een vrijheidsbenemende maatregel volgens het IVRK een ultimum remedium moet zijn. De PIJ-maatregel is de zwaarste sanctie die een rechter kan opleggen. Indien in een individueel geval alternatieven voorhanden zijn, dan wordt daaraan de voorkeur gegeven. 16 De eerste voorwaarde waaraan voldaan dient te zijn is dat het strafbare feit een misdrijf betreft waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Verder heeft de veiligheid van de maatschappij betrekking op de voorwaarde dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid 14 Kamerstukken II, 2005/06, en 28741, nr. 183, p Kamerstukken II 1997/98, 26016, nr Kamerstukken II 2007/08, en 31215, nr. 263, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

12 van personen het opleggen van die maatregel moet eisen. Beoordeeld wordt hoe groot de kans is dat de jeugdige opnieuw de fout in zal gaan. Dit wordt ook wel het recidivecriterium genoemd. De derde voorwaarde behelst de persoon van de jeugdige verdachte. De oplegging dient namelijk een bijdrage te leveren aan een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de jeugdige. Op grond van het tweede lid van artikel 77s Sr kan de rechter de PIJ-maatregel slechts opleggen na advies van tenminste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines. Artikel 77s lid 3 Sr schrijft voor dat indien ten tijde van het begaan van het delict mogelijk sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis, een van de rapporteurs een psychiater dient te zijn. 1.4 Duur van de PIJ-maatregel De maatregel wordt opgelegd voor de duur van twee jaar. 17 Indien sprake is van een geweldsof seksueel delict kan deze termijn worden verlengd tot vier jaar. 18 De maatregel kan verlengd worden tot maximaal zes jaar als tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond De plaats en wijze van de tenuitvoerlegging Indien een jeugdige een detentiestraf krijgt opgelegd, wordt deze uitgezeten in een JJI, ook wel justitiële (jeugd)opvanginrichting genoemd. De uitvoering van de PIJ-maatregel vindt in de meeste gevallen plaats in een justitiële (jeugd)behandelinrichting (hierna: behandelinrichting ). 20 Het begrip behandeling wordt in artikel 10 lid 2 BJJ beschreven als: Een samenstel van handelingen gericht op het bij jeugdigen voorkomen, verminderen of opheffen van problemen of stoornissen van lichamelijke, geestelijke, sociale of pedagogische aard die hun ontwikkeling naar volwassenheid ongunstig kunnen beïnvloeden. In de BJJ worden naast de begripsomschrijvingen tevens de rechten en plichten van jeugdigen die verblijven in een JJI geregeld. 21 Krachtens artikel 77s lid 5 Sr kan de MvJ de veroordeelde tevens elders opnemen. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt indien sprake is van een ernstige psychiatrische stoornis. 17 Artikel 77s lid 6 Sr. 18 Artikel 77t lid 1,2 en 3 Sr. 19 Artikel 77t lid 2 jo. 77s lid 3 tweede volzin Artikel 77s lid 5 Sr jo. artikel 1 sub b BJJ. 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

13 Zoals beschreven in artikel 51 lid 3 Wet Bopz kan onder elders bijvoorbeeld een Bopzaangemerkte instelling worden verstaan. Hier kom ik in hoofdstuk 3 uitgebreider op terug. Met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel kan de rechter in zijn uitspraak een advies opnemen over de plaats en de wijze waarop de maatregel ten uitvoer zal moeten worden gelegd. 22 De rechter kan hierin de betreffende adviezen bedoeld in artikel 77t Sr meenemen. Krachtens artikel 16 BJJ maakt de selectiefunctionaris uiteindelijk de eindbeslissing inzake de plaats van tenuitvoerlegging van de maatregel. Deze functionaris is tevens belast met de beslissing of de jeugdige in aansluiting op het verblijf in de inrichting in de gelegenheid moet worden gesteld tot deelname aan een Stp. Krachtens artikel 16 lid 4 BJJ dient de selectiefunctionaris het advies van de rechter mee te nemen in zijn besluit inzake de plaatsing. 1.6 Knelpunten in de overweging voor oplegging van detentiestraf dan wel een PIJmaatregel In het proefschrift van Kinder- en Jeugdpsychiater Vreugdenhil van 2003 getiteld: Psychiatric disorders among incarcerated male adolescents in the Netherlands 23 komen knelpunten naar voren met betrekking tot de criteria die de rechter hanteert voor oplegging van de PIJ-maatregel. Vreugdenhil laat met haar onderzoek zien welke stoornissen een rol spelen bij jongens die de PIJ-maatregel uitzitten in een behandelinrichting. Ze maakt vervolgens een vergelijking met de jongens met een gewone detentiestraf in een justitiële opvanginrichting. Haar bevindingen zijn kort gezegd dat nauwelijks verschil is tussen het aantal stoornissen van PIJ-jeugdigen en gewone detentiejeugdigen. 24 Zoals in paragraaf 2.3 staat beschreven is een van de criteria voor oplegging van de PIJ-maatregel dat sprake moet zijn van gestoordheid. 22 Artikel 77v lid 1 Sr. 23 Vreugdenhil Van den Boogaard 2004, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

14 Hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie Doreleijers heeft grote problemen met het feit dat de wetgeving het toelaat dat er jongeren zijn die een stoornis hebben en geen behandeling krijgen. 25 Hier sluit ik me bij aan, omdat ik ook van mening ben dat jeugdigen met een psychiatrische stoornis behandeld moeten worden om te voorkomen dat zij niet in oude fouten zullen vervallen (zie paragraaf 1.8). Door het geconcludeerde feit van Vreugdenhil dat nauwelijks verschil bestaat tussen het aantal stoornissen van PIJ-jeugdigen en gewone detentiejeugdigen lijkt het wettelijk criterium niet goed hanteerbaar te zijn. Naast een overeenkomst heeft Vreugdenhil tevens een verschil tussen deze groepen jeugdigen geconstateerd. De uitkomst hiervan is wederom opmerkelijk. Vreugdenhil toont namelijk aan dat ( ) de enige factoren die de strafrechtelijk opgelegde behandeling bleken te voorspellen, de Nederlandse nationaliteit en een veroordeling vanwege een gewelds- of zedendelict waren. 26 Aangezien deze factoren weinig tot niets met de behandeling te maken hebben, komt Vreugdenhil tot de conclusie dat de indicatiestelling en selectie voor de PIJ-maatregel tekort schieten. Het gevolg hiervan is dat veel jeugdigen ten onrechte geen behandeling krijgen. Vreugdenhil meent dat een nauwere samenwerking tussen de GGZ en justitie, inclusief de forensische psychiatrie een oplossing kan zijn voor dit knelpunt. Door betere samenwerking kunnen gestoorde jeugdigen eerder worden opgespoord en doelgericht en doeltreffend worden behandeld. 27 Concluderend moet dus een kritische blik geworpen worden op de voorwaarden die gelden voor de indicatiestelling en de selectieprocedures. Naar mijn mening is het relevant dat alle rechters en adviesorganen criteria op dezelfde wijze hanteren, zodat jeugdigen op de juiste plek terecht komen. Volgens Doreleijers zouden rechters met behulp van adviezen van deskundigen (psychologen, psychiaters) het wel of niet gestoord zijn moeten kunnen differentiëren. Hierop kom ik later terug. 25 Zie bijlage II Interview Doreleijers 2008, p Van den Boogaard 2004, p Van den Boogaard 2004, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

15 1.7 Knelpunten in de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel Theoretisch lijkt de PIJ-maatregel wegens het wettelijke behandelingsdoel 28 een geschikte maatregel voor een jeugdige delinquent met een psychiatrische stoornis. In een brief aan de Tweede Kamer in 2006 erkent de toenmalige MvJ Donner echter enkele knelpunten in de tenuitvoerlegging die noodzaken tot verbeteringen. 29 In de volgende paragrafen zal ik deze uitgebreid bespreken De PIJ-passanten termijn Het eerste knelpunt dat gesignaleerd wordt, is het feit dat de wachttijden bij de uitvoering van de maatregel langer dan gewenst zijn. 30 Hierbij gaat het om jeugdigen die wachten in een opvangrichting op plaatsing in een behandelinrichting, de zogenaamde PIJ-passanten. Krachtens artikel 11 BJJ dienen deze jeugdigen binnen drie maanden in een daartoe geschikte behandelinrichting te worden geplaatst. In dit artikel staat echter ook dat de selectiefunctionaris deze termijn telkens met drie maanden kan verlengen indien plaatsing niet mogelijk is. Deze verlengingsmogelijkheid bestaat voor de situatie waarin sprake is van een capaciteitstekort. Uit cijfers van 2005 blijkt dat de wettelijke termijn van drie maanden vaak niet wordt gehaald. Van de PIJ ers werd 79 % binnen zes maanden geplaatst, hetgeen betekent dat in veel gevallen de termijn werd overschreden. 31 De Beroepscommissie van de RSJ heeft met betrekking tot deze termijn een duidelijke grens getrokken door haar uitspraak van 12 september Ze acht een passantentermijn van zes maanden of meer in strijd met artikel 5, lid 1 EVRM. In deze zaak verbleef een jeugdige al negen maanden in een opvanginrichting, in afwachting van overplaatsing naar een behandelplek. De PIJ-passantermijn werd twee keer (stilzwijgend) verlengd. De jeugdige diende bezwaarschriften in, maar deze werden afgewezen. Hiertegen ging hij in beroep. De Beroepscommissie achtte het beroep gegrond en verbond hieraan een geldelijke tegemoetkoming vanaf de dag dat het verblijf als PIJ-passant langer dan zes maanden heeft geduurd. De commissie heeft met haar advies aansluiting gezocht bij de uitspraak van het EHRM in de zaak Brand tegen Nederland. 33 In deze zaak stond het gebrek aan 28 Artikel 2 lid 2 BJJ. 29 Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p Beroepscommissie RSJ 12 september /1351/JW en 05/1789/JW. 33 EHRM Brand tegen Nederland, 11 mei 2005, nr / september 2008 E.M.C. Pieterse,

16 plaatsingsmogelijkheden voor TBS-ers centraal. Brand was veroordeeld tot een gevangenisstraf en TBS. Deze maatregel was vanaf 1994 van kracht, maar Brand werd pas in december 1995 overgeplaatst naar een speciale inrichting. Zijn klacht op basis van artikel 5 EVRM werd toegewezen. Het Hof overwoog dat weliswaar niet altijd onmiddellijk een plaats beschikbaar kan zijn in de gekozen instelling, maar in casu duurde de vertraging onaanvaardbaar lang. Een dergelijke vertraging heeft gevolgen voor het succes bij de behandeling. De uitspraak van het Europese Hof was dat een passantentermijn van zes maanden in strijd is met het recht. 34 Deze uitspraak is van groot belang omdat hiermee concreet is aangegeven welke termijn volgens Europese mensenrechtelijke standaarden (on)acceptabel is. De Beroepscommissie van de RSJ heeft de bovengenoemde uitspraak van het Europese Hof tevens van toepassing verklaard op de PIJ-passanten termijn. De commissie stelt in haar uitspraak dat het zeker bij jeugdigen van belang is dat hun behandeling zo snel mogelijk kan beginnen aangezien zij nog volop in ontwikkeling zijn. Een zo spoedig mogelijke behandeling is zeer van belang in het kader van een pedagogisch verantwoord beleid De behandeling schiet tekort Ten tweede blijkt uit de brief van MvJ Donner dat de kwaliteit van de heropvoeding en de behandeling onder de maat is. Er is onvoldoende gekwalificeerd personeel werkzaam in de behandelinrichtingen. 36 In het rapport van Justitie van september 2007 wordt nog eens herhaald dat het in de meeste behandelinrichtingen ontbreekt aan een gespecialiseerd, individueel behandelaanbod. 37 In dergelijke jeugdinrichtingen staan groepsleiders 24 uur per dag op een groep PIJ ers en zijn verantwoordelijk voor het begeleiden van deze jeugdigen. Uit het rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat het beleid in de meeste behandelinrichtingen erop gericht is dat groepsleiders in het bezit moeten zijn van een hbo-diploma. In de praktijk werken in een dergelijke inrichting echter voornamelijk personeelsleden met een mbo-diploma. Uit onderzoek is gebleken dat over het algemeen genomen ruim de helft van de groepsleiders een mbo-opleiding heeft, 27 % een hbo-opleiding en 16 % ongeschoold is of geen relevante 34 Lawson en Verhey 2005, p Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p Rapport veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen: opdracht met risico s 2007, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

17 vooropleiding heeft. Oorzaken hiervan zijn het functieniveau en het salaris dat inrichtingen kunnen bieden. 38 Het is van groot belang dat de groepsleiding, die werkzaam is in een behandelinrichting, deskundig is en in het bezit van de juiste diploma s. Een psychiater kan bijvoorbeeld medicijnen voorschrijven aan een jeugdige, maar deze kunnen bijwerkingen hebben. Het is derhalve van belang dat de groepsleiders deze bijwerkingen kennen. Uit de cijfers blijkt dat in de behandelinrichtingen lang niet altijd goed geschoold personeel aanwezig is, als gevolg waarvan het niet aantrekkelijk is om als psychiater aan de slag te gaan in een dergelijke inrichting. Uit de praktijk blijkt dan ook dat er weinig psychiaters in JJI s werkzaam zijn. 39 De ondeskundigheid van groepsleiders kan hiervan dus een van de oorzaken zijn. Volgens kinder- en jeugdpsychiater Duits wordt de PIJ-maatregel opgelegd omdat voorzieningen en alternatieven ontbreken. Deze maatregel wordt opgelegd terwijl onduidelijkheid bestaat over het effect van de behandeling. 40 Als rechters een PIJ-maatregel opleggen, is dat op basis van hoop, niet op basis van zekerheid De eindigheid van de maatregel Een ander knelpunt is de eindigheid van de maatregel. Hierbij doel ik op de maximale duur van zes jaar ongeacht de resultaten van de behandeling. Uit de kamerstukken blijkt dat behandelaars zich zorgen maken over het feit dat een gering deel van de jeugdigen na het einde van de PIJ-maatregel nog niet is uitbehandeld, terwijl zij wel een gevaar kunnen vormen voor de maatschappij. 42 Ondanks dit kleine aantal is de impact ervan groot. Jeugdigen die na afloop van de PIJ-maatregel nog steeds gevaarlijk blijken te zijn kunnen bij terugkeer in de maatschappij voor ernstige incidenten zorgen. In het volgende hoofdstuk zal ik een voorstel doen voor de oplossing van dit probleem. In het spraakgebruik wordt de PIJ-maatregel ook wel jeugd-tbs genoemd. 43 Een van de voornaamste verschillen met de TBS-maatregel is echter dat deze laatste geen maximale duur kent. Pas als men is uitbehandeld, komt men op vrije voeten. Volgens psychiater Bartels heeft 38 Kamerstukken II 2007/08, 31215, nrs. 1-2, p Zie bijlage II Interview Brouwer, p. 79, Doreleijers p Duits 2006, p Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p Persbericht MvJ september 2008 E.M.C. Pieterse,

18 dit als gevolg dat TBS-ers gaan beseffen dat ze iets aan zichzelf moeten veranderen. 44 Duits en Bartels stellen dat jeugdigen die noodgedwongen in een justitiële behandelinrichting verblijven weten dat ze na een bepaalde tijd ontslagen zullen worden. Dit kan leiden tot ongemotiveerde jeugdigen die niet willen werken aan verbetering van hun persoonlijkheid. Als deze jeugdigen uiteindelijk worden ontslagen blijkt dat zij nog niet reeds zijn uitbehandeld. Strafrechtelijk is er geen wettelijke mogelijkheid meer voor behandeling van deze jeugdigen. Terug in de maatschappij gaan de meesten van hen opnieuw de fout in. 45 Een voorbeeld uit de praktijk omtrent dit knelpunt is een zwakbegaafde jongen uit Ochten. Hij heeft vanaf 1992 ontucht gepleegd in zijn geboortedorp. De tot p.i.b.b veroordeelde dader zou op puur formele gronden vrijkomen, namelijk omdat hij de 21-jarige leeftijd zou bereiken. Deze omstreden bepaling is zoals eerder aangegeven uit het jeugdstrafrecht geschrapt. In Ochten spanden vijf ouderparen een kort geding aan voor een straat-, contact- en vestigingsverbod. De Arnhemse rechter vond het feit dat veroordeelde nog niet uitbehandeld was en de kans op herhaalde ontucht zeker niet uit te sluiten was, zwaar wegen. De rechter heeft daarom de verboden toegewezen. Wegens de grote onrust in Ochten en dreigementen stemde de jongen uiteindelijk zelf in met het vrijwillig voortzetten van de behandeling in de jeugdinrichting De Harreveld Onvoldoende nazorg Het vierde knelpunt betreft het gebrek aan voldoende nazorg. 47 Opvoeding en behandeling zouden ook na verblijf in een JJI moeten worden voortgezet om op deze manier een verdere criminele carrière te voorkomen. In de Memorie van Toelichting bij de regeling betreffende de PIJ-maatregel is opgemerkt dat indien een jeugdige ontslagen wordt uit een JJI deze nog een aantal jaren gevolgd zou moeten worden door de GGZ. Deze zorg moet gericht zijn op voor jongeren belangrijke aspecten, zoals wonen, sociale omgeving, vrije tijdsbesteding en psychosociale hulp. Het uitgangspunt van de MvJ is dat alle strafrechtelijke geplaatste jeugdigen nazorg zouden moeten krijgen WODC 2008, p Pres. Rb. Arnhem 3 februari 1998, KG 1998/ Kamerstukken II 2005/06, en 28741, nr. 183, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

19 wanneer de PIJ-maatregel beëindigd wordt. Uit onderzoek is gebleken dat nazorg loont. 48 En uit de ervaringen in de praktijk komt naar voren dat vanwege de vrijwilligheid weinig gebruik wordt gemaakt van nazorg. 49 De toekomstige wetswijziging op dit punt wordt besproken in paragraaf Uit het Verantwoordelijkheidskader nazorg jeugd blijkt dat het afhankelijk is van twee aspecten of jeugdigen na een strafrechtelijke maatregel nog recht hebben op nazorg en zo ja door wie. Dit hangt namelijk af van de leeftijd van de jeugdige en van de inhoud van het rechterlijke vonnis. 50 Minderjarigen hebben meer recht op begeleiding van de jeugdreclassering dan meerderjarigen. Dit kan zowel op basis van oplegging door de rechter als op vrijwillige basis. Voor de meerderjarigen is nazorg alleen mogelijk als de rechter dit heeft uitgesproken. 51 Verplichte nazorg is een opdracht aan de jeugdreclassering tot het verlenen van Hulp en Steun ter zake van de naleving van de bijzondere voorwaarden in het kader van een voorwaardelijke jeugddetentie, voorwaardelijke PIJ, voorwaardelijke invrijheidstelling/ voorwaardelijke beëindiging van jeugddetentie, resp. van een PIJ, volgend op de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte en de gedragsmaatregel. Deze laatste behoort sinds 1 februari 2008 tot de mogelijkheden vanwege de invoering van de Wet Gedragsbeïnvloeding jeugdigen. 52 De vrijwillige nazorg vindt haar grondslag in de Regeling Vrijwillige Begeleiding Jeugdreclassering 53 en houdt in dat de RvdK aan de jeugdreclassering de opdracht kan geven tot Toezicht en Begeleiding. 1.8 Verbetervoorstellen van de IGZ met betrekking tot de behandeling In de algemene inleiding kwam naar voren dat in de praktijk is gebleken dat veel jeugdigen na uitstroom uit een JJI binnen twee jaar opnieuw een strafbaar feit plegen. 54 In de voorafgaande paragrafen heb ik twee mogelijke oorzaken voor dit probleem geschetst, te weten de gebreken in de oplegging en de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel. Verbeteringen op deze gebieden zijn noodzakelijk. Enerzijds zijn deze verbeteringen in het algemene belang, omdat 48 Kamerstukken II 2007/08, 31215, nrs. 1-2, p. 77 e.v. 49 Kamerstukken II 2007/08, 31215, nrs. 1-2, p Verantwoordelijkheidskader nazorg jeugd MvJ Kamerstukken II 2007/08, 31215, nrs. 1-2, p Wet Gedragsbeïnvloeding jeugdigen, Stb. 2007, 575, in werking getreden op 1 februari 2008, Stb. 2008, Besluit MvJ WODC 2008, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

20 het recidivepercentage hiermee kan worden teruggedrongen. Anderzijds zijn de verbeteringen in het belang van de jeugdige zelf. Door middel van een goede behandeling van de stoornis(sen) kan een jeugdige zijn/haar leven weer op de rails krijgen. De IGZ pleit in haar rapport Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen: met betere zorg nog veel te winnen reeds in 2005 voor betere (psychiatrische) zorg binnen de behandelinrichtingen. Een conclusie die de Inspectie in dit onderzoek trekt is dat dergelijke inrichtingen binnen het pedagogisch klimaat aandacht besteden aan de behandeling van psychiatrische stoornissen bij jongeren. Volgens de IGZ ligt het probleem hierin dat deze aandacht nog onvoldoende wordt omgezet in formeel beleid met de inzet van voldoende kwalitatief personeel. Het gevolg hiervan is dat men kansen laat liggen op een adequate en vroegtijdige behandeling. Het verblijf in een JJI heeft hierdoor niet het beste haalbare resultaat voor de verdere toekomst van jongeren in de maatschappij 55. Verder dient volgens de Inspectie een gestandaardiseerde screening van de jeugdigen plaats te vinden door geschoolde beroepsbeoefenaren aan de poort van een dergelijke JJI. Hierdoor kunnen jongeren met vermoedelijke psychiatrische problematiek geselecteerd worden voor een behandeling die zij behoeven. De behandeling kan vastgesteld worden door de psychiatrische diagnostiek die een kinder- en jeugdpsychiater uitvoert. Afhankelijk van de indicatie kan behandeling in of buiten de inrichting worden ingezet. Door het tekort aan deskundig personeel kan een dergelijke screening niet altijd worden uitgevoerd. De groepsleiding is namelijk vooral belast met het herkennen van psychiatrische symptomen, terwijl het hen vaak ontbreekt aan kennis en vaardigheden op dit gebied De huidige situatie Naar aanleiding van het hoge recidivepercentage en de rapporten van de IGZ en de Algemene Rekenkamer heeft staatssecretaris Albayrak in september 2007 toezeggingen gedaan voor verbeteringen in de uitvoering van de PIJ-maatregel IGZ, Rapport Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen: met betere zorg nog veel te winnen 2005, p IGZ, Rapport Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen: met betere zorg nog veel te winnen 2005, p Kamerstukken II 2006/07, en 28741, nr september 2008 E.M.C. Pieterse,

21 Vanuit de justitiebegroting worden middelen beschikbaar gesteld om kwaliteitsverbeteringen te kunnen realiseren. 58 De verbeteringen op het gebied van het beleid binnen en buiten de behandelinrichtingen en de nazorg zal ik in de volgende paragrafen bespreken. Mogelijke oplossingen met betrekking tot het knelpunt van de eindigheid van de PIJ-maatregel behandel ik in het volgende hoofdstuk Behandeling binnen/buiten de JJI s in 2008 Met betrekking tot een eenduidige behandelingsaanpak zijn duidelijke verbeteringen te zien. Staatssecretaris Albayrak streeft ernaar om alleen wetenschappelijk verantwoorde interventies aan te bieden in een behandelinrichting. Om deze reden heeft ze prioriteit gegeven aan de beschrijving van interventies die vervolgens getoetst worden door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. 59 Deze commissie toetst interventies op mogelijke recidivevermindering. 60 De MST is een voorbeeld van een gedragsinterventie die toegepast wordt in jeugdinrichtingen. Het is een intensieve behandelingsmethode die gericht is op de diverse gedragsstoornissen. Gedurende de therapie worden de biologische stoornissen (onder andere verslaving en depressie) en de persoonlijkheidsstructuur (psychologische kant) behandeld. Verder wordt intensief aandacht besteed aan het gezin en daarnaast ook nog aan de rest van de omgeving zoals school, werk en vrijetijdsbestedingen. Volgens Doreleijers is bij ernstig delinquente jeugdigen eigenlijk op al deze gebieden wat aan de hand en is een dergelijke intensieve behandeling noodzakelijk. 61 Deze MST is in oktober 2007 voorlopig goedgekeurd door de Erkenningscommissie. 62 De therapie is in Amerika ontwikkeld en daar blijkt deze tot recidivevermindering te leiden. 63 Of dit positieve resultaat met MST tevens in Nederland wordt behaald moet nog blijken. Het onderzoek dat verricht wordt naar de resultaten van deze therapie in Nederland zal naar verwachting in 2009 afgerond worden. 64 Dit is de reden voor de voorlopige goedkeuring. 58 MvJ Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties, 8 mei 2008, p Kamerstukken II 2007/08, 31215, nr. 5, p Kamerstukken II 2005/06, en 28741, p Zie bijlage II Interview Doreleijers, p Baas, Rapport wegen naar het rechte pad 2005, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

22 Naast de MST kennen we in Nederland tevens de FFT. Deze behandeling is vergelijkbaar met de MST, maar daarin staat het gezin meer centraal. Kinder- en Jeugdpsychiater Breuk komt in 2006 met zijn onderzoek genaamd The implementation and the cultural adjustment of a family therapy program in a dutch psychiatric day treatment center for juvenile delinquents in the Netherlands 65 tot de conclusie dat jeugdige delinquenten met een psychiatrische stoornis beter af zijn met een psychiatrische dagbehandeling dan met een verblijf in een JJI. Volgens hem laat de reguliere aanpak in JJI s steken liggen op het gebied van de behandeling. De stoornissen worden namelijk onvoldoende herkend en nauwelijks behandeld. Breuk vergeleek in zijn onderzoek de jeugdpsychiatrische dagbehandeling, die aansluit op de MST en FFT, met de reguliere justitiële aanpak om algemene en geweldsdelicten te voorkomen. Daaruit is gebleken dat jeugdigen met een psychiatrische dagbehandeling 40 tot 50% minder én minder ernstige geweldsdelicten plegen ten opzichte van jeugdigen die in een JJI hebben gezeten. Volgens Breuk heeft de dagbehandeling effect omdat jeugdigen in hun leefomgeving blijven en het gezin bij de behandeling wordt betrokken. Naast gezinstherapie worden de jongeren tevens individueel behandeld en krijgen ze een agressietherapie. 66 Om deze alternatieve behandelingen goed te kunnen toepassen is deskundig personeel noodzakelijk. Volgens Doreleijers is de oplossing hiervoor niet alleen een kwestie van financiering van deze sector, maar tevens een kwestie van verandering van mentaliteit bij Justitie. Hij is van mening dat deze mentaliteit nu aan het veranderen is, maar niet snel genoeg. Vroeger dacht men dat er bij een ontspoorde jeugdige sprake was van slechte invloeden van de maatschappij. Vanuit deze gedachte werd gezegd dat het opsluiten van deze jeugdigen een goed middel zou zijn in verband met de rust en de regelmaat. De inrichtingen die toen zijn ontstaan, zijn zich aldus erg op opvoeding gaan richten. Later zijn we door onderzoek te weten gekomen dat maatschappelijke invloeden wel een rol spelen, maar niet als heel relevant kunnen worden gezien. De moderne gedachte is echter dat het een combinatie is van factoren zoals de psyche van het kind en de invloed van de omgeving (familie, school, 65 Breuk e.a Breuk e.a. 2006, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

23 vrienden) hierop. Jeugdigen met een psychiatrische stoornis dienen volgens de moderne gedachte aldus behandeld te worden. 67 Staatssecretaris Albayrak noemt het tekort aan aanwezigheid van (voldoende) goed opgeleid personeel in de JJI s een groot knelpunt. Ze streeft daarom verbeteringen op dit gebied na. Er worden samenwerkingsverbanden aangegaan met hogescholen zodat personeel op hboniveau kan worden aangetrokken. Daarnaast worden de groepsleiders binnen de inrichtingen bijgeschoold. 68 Bij de wervingscampagnes voor extra groepsleiders blijken in de praktijk nogal wat knelpunten te zijn, waardoor de werving van nieuw personeel vertraging oploopt. Oorzaken hiervan zijn dat forse krapte op de arbeidsmarkt bestaat in de jeugdzorgsector en er een toenemende vraag is naar hoger opgeleid personeel. Uit een arbeidsanalyse onderzoek blijkt dat het imago van de inrichtingen verbeterd moet worden om meer personeelsleden te kunnen werven. Plannen om de imagoverbetering te bewerkstelligen zijn nog in de maak. 69 Met de verbeteringen zijn we mijns inziens op de goede weg. Maar er is nog een lange weg te gaan. Zo blijkt uit paragraaf dat in de huidige JJI s lang niet altijd behandelend personeel aanwezig is. Naar mijn mening zouden we moeten streven naar een situatie waarin alle PIJ ers met een psychiatrische stoornis onder begeleiding staan van een psychiater. Dit zou betekenen dat er nog veel psychiaters moeten worden aangesteld. Een verbetering van het imago door het aantrekken van geschoolde groepsleiders kan het proces hiertoe versnellen. Dit alles zal echter veel tijd en geld kosten Nazorg Naast de huidige mogelijkheden met betrekking tot nazorg concludeert staatssecretaris Albayrak in haar brief van 19 mei 2008 dat aanvullende wetgeving nodig is om in alle gevallen nazorg in gedwongen kader te kunnen bieden. Dit is vooral in die gevallen van belang waarin de jeugdige niet in aanmerking komt voor een Stp of dit voortijdig is beëindigd en indien de rechter de gedragsmaatregel niet heeft opgelegd. Er is behoefte aan meer flexibiliteit in de uitvoering van nazorg, waarbij de ervaringen tijdens de detentie zo veel mogelijk kunnen worden meegenomen bij de bepaling van de omvang en de inrichting daarvan 70. Daartoe zal de wetgeving moeten veranderen. 67 Zie bijlage II Interview Doreleijers, p Kamerstukken II 2007/2008, 24587, nr. 287, p Kamerstukken II 2007/08, VI, nr. 185, p MvJ Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties, 19 mei 2008, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

24 De wettelijk verplichte nazorg zal er voor jeugddetentie anders uit zien dan voor de PIJmaatregel. Wat de nazorg na jeugddetentie betreft, zal een verruiming plaatsvinden van de mogelijkheden voor een Stp. Deze verruiming houdt in dat in alle gevallen van jeugddetentie, langer dan de voorlopige hechtenis, een Stp deel uitmaakt van de laatste fase van de tenuitvoerlegging van de straf. Als stok achter de deur kan terugplaatsing in de JJI plaatsvinden. Voor nazorg in geval van een PIJ-maatregel gaat staatssecretaris Albayrak uit van een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel waarna de jeugdige, in aansluiting op het verblijf in een JJI, wordt begeleid. Het aanvaarden van nazorg wordt bij deze beëindiging als voorwaarde gesteld. De nazorg kan tevens een vorm van intensieve begeleiding inhouden. Per 1 september jl. is het netwerk- en trajectberaad landelijk ingevoerd. In dit beraad werken de ketenpartners (de JJI, de RvdK, de Jeugdreclassering en de gemeenten) samen voor een goede begeleiding tijdens en na afloop van een detentiestraf of PIJ-maatregel Conclusie Concluderend kan ik aldus stellen dat in de praktijk nogal wat knelpunten bestaan met betrekking tot de oplegging en de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel. Ten aanzien van de oplegging van de detentiestraf dan wel de PIJ-maatregel door de rechter concludeert Vreugdenhil dat getwijfeld kan worden aan de selectieprocedures met betrekking tot de oplegging van de straf of maatregel. Verder blijkt uit meerdere rapporten dat de behandeling binnen de JJI s en de nazorg nadien tekortschieten, waardoor jeugdigen onbehandeld terug worden gestuurd in de maatschappij. Dit kunnen oorzaken zijn van het hoge recidivepercentage. De regering is met verbetervoorstellen hiertoe aan de slag gegaan en deze worden langzamerhand zichtbaar. Er wordt meer deskundig personeel aangetrokken door middel van wervingscampagnes en huidige groepsleiders worden bijgeschoold. Hierdoor wordt het tevens voor psychiaters aantrekkelijker om in een dergelijke inrichting te gaan werken. Door voldoende gekwalificeerd personeel in een JJI kan een betere screening aan de poort plaatsvinden zodat gezocht kan worden naar de beste behandelplek voor de jeugdige. Tot slot zal de wet worden 71 Persbericht MvJ september 2008 E.M.C. Pieterse,

25 aangepast waardoor nazorg in een verplicht kader voor alle jeugdigen die een detentiestraf of PIJ-maatregel hebben uitgezeten mogelijk wordt. Met de verbeteringen zijn we qua tenuitvoerlegging op de goede weg. Maar het kan nog jaren duren voordat de verbeterde situatie is gerealiseerd. Het aantal deskundige personeelsleden dat in de huidige situatie in een behandelinrichting werkt, is namelijk nog lang niet voldoende om jeugdigen die hulp behoeven goed te kunnen behandelen. Mijn conclusie is dat jeugdige delinquenten met een psychiatrische stoornis die een PIJ-maatregel opgelegd krijgen in de huidige situatie (nog steeds) vaak op de verkeerde plek terechtkomen. Indien jeugdigen op de juiste locatie zijn ondergebracht wordt hiermee in mijn ogen zowel het belang van de jeugdige als de maatschappij als geheel gediend. Het kan tevens leiden tot een betere benutting van de kennis en kwaliteiten van de verschillende professionals die betrokken zijn bij de jeugdigen. Tenslotte heb ik het knelpunt van de eindigheid van de maatregel besproken. Dit kan deels opgelost worden door een betere behandeling binnen de JJI s en verplichte intensieve nazorg. Het aantal van de jeugdigen dat na afloop van de PIJ-maatregel terugvalt in de criminaliteit zal dan afnemen. Het knelpunt wordt hierdoor niet helemaal opgelost, omdat er na afloop van de PIJ-maatregel toch een gering aantal jeugdigen zullen zijn die als blijvend (delict)gevaarlijk moeten worden beschouwd. Het is onwenselijk dat deze jeugdigen teruggestuurd worden in de maatschappij. Voor dit knelpunt dient een oplossing gezocht te worden, waar ik in het volgende hoofdstuk nader op in zal gaan. 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

26 Hoofdstuk 2: Mogelijke strafrechtelijke oplossingen voor de eindigheid van de PIJ-maatregel 30 september 2008 E.M.C. Pieterse,

27 Hoofdstuk 2: Mogelijke strafrechtelijke oplossingen voor de eindigheid van de PIJ-maatregel 2.1 Inleiding Uit het vorige hoofdstuk is gebleken dat de eindigheid van de PIJ-maatregel een knelpunt is. Een (gering) deel van de PIJ-populatie is na afloop van de maatregel nog niet uitbehandeld en kan daardoor wellicht nog een gevaar vormen voor de maatschappij. 72 Strafrechtelijke mogelijkheden voor verdere behandeling in een gedwongen kader bestaan namelijk niet. De gevolgen hiervan zijn ernstig, want de kans dat een dergelijke jeugdige opnieuw de fout in zal gaan is groot. In dit hoofdstuk komen twee onderwerpen aan bod die een mogelijke oplossing kunnen vormen voor dit probleem. Ten eerste besteed ik aandacht aan de toepassing van het meerderjarigenstrafrecht. Wegens de maximale termijn van zes jaar zien rechters in sommige ernstige zaken geen heil in het opleggen van de PIJ-maatregel. De rechter kiest dan voor de toepassing van het meerderjarigenstrafrecht, zodat TBS opgelegd kan worden. Hierover bestaat discussie, met name in het licht van het IVRK. Dit komt verder aan bod in de paragrafen 2.2 en 2.3. Vervolgens bespreek ik de wetswijziging die in 2006 werd overwogen door de toenmalige MvJ Donner. Hij wilde hiermee de mogelijkheid creëren om de PIJmaatregel om te kunnen zetten in een TBS. Dit voorstel zal verder worden behandeld in paragraaf 2.5. Tenslotte zal ik in paragraaf 2.6 mijn conclusie samenvatten. 2.2 Toepassing meerderjarigenstrafrecht om TBS op te kunnen leggen Artikel 77b Sr voorziet in de mogelijkheid om ten aanzien van jeugdigen van 16 jaar en ouder het meerderjarigenstrafrecht toe te passen, mits voldaan is aan een van de daar genoemde alternatieve criteria. De ernst van het feit, de persoonlijkheid van de verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is begaan kunnen overwegingen zijn voor de rechter om hiertoe over te gaan. Volgens de RvdR blijkt uit eerdere zaken waarin het meerderjarigenstrafrecht is toegepast dat een van de overwegingen van de rechter de behandelingsduur betreft. In deze gevallen sprak de rechter zijn twijfels uit over het feit of de maximale behandelingsduur van zes jaren in het 72 Kamerstukken II, 2005/06, en 28741, nr. 183, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

28 kader van de PIJ-maatregel toereikend zou zijn. 73 Hieronder zal ik een dergelijke zaak bespreken Scholier vermoordt conrector Terra College te Den Haag 2004 Een bekend voorbeeld van een zaak waarin de rechter het meerderjarigenstrafrecht van toepassing heeft verklaard is de moord in het Terra College. 74 De 17-jarige verdachte -Murat D.- schiet in de kantine tijdens de pauze de conrector van de school dood. Meerdere leerlingen en tenminste één docent zijn hiervan getuige. De rechter benadrukt dat het een uitzonderlijk ernstig feit betreft, dat zich in deze vorm nog niet eerder heeft voorgedaan in Nederland. De maatschappij reageert geschokt. 75 Het leidt tevens tot heftige reacties met betrekking tot de veiligheid op scholen, waar docenten tegenwoordig steeds vaker geconfronteerd worden met agressie. 76 Het Gerechtshof s-gravenhage voert drie gronden aan die de keuze voor toepassing van het meerderjarigenstrafrecht onderbouwen. De eerste is de ernst van het strafbare feit, namelijk het vermoorden van een docent op school. Verder noemt het Hof de omstandigheden waaronder dit feit is gepleegd. De moord vond plaats midden op de dag in de kantine, met meerdere omstanders als getuigen. De derde grond is de persoonlijkheid van de verdachte. Uit de rapportages komt naar voren dat het een zwakbegaafde jongen betreft die functioneert op 12- tot 14-jarig niveau met agressieproblematiek. Volgens het Hof is duidelijk dat een langdurige behandeling van de verdachte noodzakelijk is. Hierbij is onvoldoende aannemelijk of de PIJ-maatregel met een maximum van zes jaar toereikend is. Indien de verdachte na deze zes jaar nog niet uitbehandeld blijkt te zijn, is geen verlenging mogelijk. Evenmin is in deze situatie in het huidige strafrechtsysteem dan omzetting van een PIJ-maatregel in een TBSmaatregel mogelijk. 77 Over de behandeling die Murat D. zou behoeven, hebben meerdere deskundigen zich gebogen. De RvdK heeft een rapportage gemaakt, evenals psychiaters en psychologen van de NIFP en het observatiecentrum Forensisch Centrum Teylingereind. Zij adviseren om, gezien 73 RvdR, Adviesaanvraag verbetering uitvoering PIJ-maatregel 2006, 15 september 2006, p HR 22 november 2005, NJ 2005, Hof s-gravenhage, 23 december 2004, NJ 2004, 204, p Hof s-gravenhage, 23 december 2004, NJ 2004, 204, p september 2008 E.M.C. Pieterse,

De eindigheid van de PIJ-maatregel

De eindigheid van de PIJ-maatregel Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De eindigheid van de PIJ-maatregel Mogelijke oplossingen voor het probleem dat kan ontstaan na het van rechtswege eindigen van een PIJ-maatregel na zeven

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 304 Besluit van 16 juni 2011, houdende wijziging van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen en het Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht

Nadere informatie

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer:

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: VAN PIJ NAAR TBS Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: 575902 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Het jeugdstrafrecht

Nadere informatie

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Terbeschikkingstelling Studiedag NIFP Adolescentenstrafrecht 18 april 2014 Nederlands Instituut

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 175b 28 462 Wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met afdelingen voor intensieve zorg en voor intensieve behandeling

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is jeugdreclassering 3 1.3 Afbakening 4 2 Onderzoeksopzet 6 2.1 Centrale vraagstelling 6 2.2 Onderzoeksvragen 6 2.3 Onderzoeksaanpak

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 138 Besluit van 21 maart 2014 tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding jeugdigen en tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Samenvatting. Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep. Wat, hoe en waarom

Samenvatting. Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep. Wat, hoe en waarom Samenvatting Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep In dit onderzoek worden dertig jongeren gedurende twee jaar gevolgd tijdens de uitvoering van hun PIJmaatregel. De centrale onderzoeksvraag is: Wat gebeurt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Justitie, Dr. E.M.H. Hirsch Ballin d.t.v. mr. M.A.H.Kempen Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2595 CL Den Haag correspondentieadres Postbus 90613

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014-2015 33 745 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ Perceel: Klinisch Bijlage Perceel : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ : Klinische Zorg Deze Annex omvat de aanvullende bepalingen die van toepassing zijn bij

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding WETGEVINGSADVIES Datum 30 maart 2012 Contactpersoon J.M.A. Timmer Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027

Rapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027 Rapport Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027 2 Klacht Op 2 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer G. te Amsterdam, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds jeugdinrichtingen in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9973 9 april 2014 Advies Raad van State betreffende het ontwerpbesluit tot intrekking van het Besluit gedragsbeïnvloeding

Nadere informatie

Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip

Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip M.A.M. Wolters * Toen mij ongeveer een half jaar geleden werd gevraagd een lezing te houden met als onderwerp "De geestelijk gestoorden tussen wal en schip",

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Bijlage 1 Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Officier van justitie Strafvordering Toepassing bijzondere opsporingsbevoegdheden: o.m. observatie, infiltratie en stelselmatige informatieinwinning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 337 Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015 Raad voor de rechtshandhaving JAARPLAN en BEGROTING 2015 De hieronder genoemde inspecties worden in de landen Curaçao, Sint Maarten en de BESeilanden uitgevoerd. Aanpak van de bestrijding van ATRAKO s

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Raad voor Strafrech tstoepassing

Raad voor Strafrech tstoepassing Parkstraat 83 Den Haag Raad voor Strafrech tstoepassing Correspondentie: en Jeugdbescherming ~ 2500 Gc Den Haag ~ Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 9310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45

1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht heden: van tucht en opvoeding naar opvang en behandeling 45 Inhoud Ten geleide 13 1 De Kinderwetten: de tuchtschool en het rijksopvoedingsgesticht 17 1.1 De oprichting van jeugdinrichtingen (1834-1905) 18 1.1.1 De jeugdgevangenissen voor jeugdige veroordeelden

Nadere informatie

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

Gezondheidszorgvisie DJI DJI Gezondheidszorgvisie DJI DJI 2 / G E Z O N D H E I D S Z O R G V I S I E D J I Inleiding In het rapport Van Dinter (1995) [1] en het rapport Zorg achter tralies (augustus 1999) [2], zijn indertijd diverse

Nadere informatie

Introductie Wet BOPZ. Jacqueline Koster juni 2013

Introductie Wet BOPZ. Jacqueline Koster juni 2013 Introductie Wet BOPZ Jacqueline Koster juni 2013 Wet BOPZ In werking getreden in 1994 Doel: rechtsbescherming van onvrijwillig opgenomen cliënten Vormen van gedwongen opname In Bewaring Stelling (IBS)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR JEUGD EN GEZIN EN DE

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014

Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014 Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014 Wet BOPZ In werking getreden in 1994 Doel: rechtsbescherming van onvrijwillig opgenomen cliënten 1 Onderdelen Wet BOPZ (1) 1. Definities/begrippen 2.

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader René Zijlstra, kinder- en jeugdpsychiater NIFP Midden Nederland Kenniscafé 14 januari 2014 Grens van zorg en gedwongen kader Rol van wet- en regelgeving Voorbeeld:

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet educatie en

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

de jeugdpsychiater in een JJI tussen droom en daad dr. Coby Vreugdenhil kinder- en jeugdpsychiater GGZ Meerkanten Lelystad

de jeugdpsychiater in een JJI tussen droom en daad dr. Coby Vreugdenhil kinder- en jeugdpsychiater GGZ Meerkanten Lelystad de jeugdpsychiater in een JJI tussen droom en daad dr. Coby Vreugdenhil kinder- en jeugdpsychiater GGZ Meerkanten Lelystad droom... multidisciplinaire samenwerking goed geschoolde en gemotiveerde medewerkers

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Advies inzake het wetsvoorstel tot wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële

Nadere informatie

Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s?

Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s? Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s? Leonieke Boendermaker / expertisecentrum jeugdzorg Utrecht, 8-6-2006 NIZW Jeugd Doel jeugdstrafrecht Vergelden én voorkomen Schuld als maatstaf voor straf (vergelding)

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging. Informatie voor cliënten

Gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging. Informatie voor cliënten Gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging Informatie voor cliënten Inleiding In de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) staat wat de rechten zijn van patiënten die

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2795

ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2795 ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2795 Instantie Datum uitspraak 12-06-2013 Datum publicatie 12-06-2013 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/035020-02 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

PIJ-jongeren in observatie

PIJ-jongeren in observatie PIJ-jongeren in observatie Tijdelijke regeling tot plaatsing van jeugdigen op een observatieafdeling Advies d.d. 2 juli 2009 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding en beleidscontext 5 1.2 Verbetering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Februari 2014 J-22221

Nadere informatie

Veilig op verlof. Wijziging Regeling geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen. Advies d.d. 13 februari 2009

Veilig op verlof. Wijziging Regeling geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen. Advies d.d. 13 februari 2009 Veilig op verlof Wijziging Regeling geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen Advies d.d. 13 februari 2009 1 2 Inhoudsopgave Advies inzake wijziging Regeling geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling Artikel 2 Bopz Voorlopige machtiging (vm) Artikel 14 a Bopz (nw) Voorwaardelijke machtiging Artikel 15 Bopz Rechterlijke machtiging op eigen verzoek Artikel 20 Bopz Inbewaringstelling (ibs) Artikel 14

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

VERANTWOORDELIJKHEIDSKADER NAZORG JEUGD

VERANTWOORDELIJKHEIDSKADER NAZORG JEUGD VERANTWOORDELIJKHEIDSKADER NAZORG JEUGD 1. Inleiding Er zijn veel partijen betrokken bij de nazorg ten behoeve van jeugdige wetsovertreders. Hierdoor wordt het als ingewikkeld ervaren om tot een sluitende

Nadere informatie

Wat doet jeugdreclassering Informatie voor beroepskrachten

Wat doet jeugdreclassering Informatie voor beroepskrachten Wat doet jeugdreclassering Informatie voor beroepskrachten Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Ik ben soms bang

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel

Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel Definitieve status, d.d. 9 november 2010 1. Betrokken partijen en hun taken en verantwoordelijkheden Jeugdreclassering: De Jeugdreclassering is samen met

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Tenuitvoerlegging van sancties

Tenuitvoerlegging van sancties 7 Tenuitvoerlegging van sancties S.N. Kalidien 1 De instroom van de ten uitvoer te leggen vrijheidsbenemende sancties in het gevangeniswezen daalde overwegend van 2007 tot en met 2015. Het aantal opgelegde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17270 28 september 2011 Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K ADVIES. inzake

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K ADVIES. inzake Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak ADVIES inzake Voorstel van wet tot Wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie