GILET MANCHES COURTES EXPERTE XS/S - M - L/XL MODÈLE INÉDIT N 14

Transcriptie

1 GILET MANCHES COURTES EXPERTE XS/S - M - L/XL MODÈLE INÉDIT N 14

2 FOURNITURES Qualité ANNECY, Pâquerette = pel., crochet n 3. maille en l air = m.l. maille serrée = m.s. maille coulée = m.c. demi-bride = d.b. double bride = D.B triple bride = T.B. LÉGENDE suivant ou suivante ou suivantes = suiv. triple bride fermées ensemble = T.B. fermées ens. 3 T.B. fermées ens. : * 3 jetés, piquer le crochet dans la m. suivante, 1 jeté, tirer une boucle, crochet, crochet, crochet *, crocheter 3 fois de * à *, puis 1 jeté, le passer au travers des 4 boucles du crochet. 4 T.B. fermées ens. : Crocheter 4 fois de * à * des 3 T.B. fermées ensemble, puis 1 jeté, le passer au travers des 5 boucles du crochet. 7 T.B. fermées ens. : Crocheter 7 fois de * à * des 3 T.B. fermées ensemble, puis 1 jeté, le passer au travers des 8 boucles du crochet. 3 b. fermées ens. : Voir sur nos premières pages d explications de l une de nos brochures d explications. POINTS EMPLOYÉS POINT FANTAISIE, crochet n 3. Sur un nombre de m. divisible par er rg (endroit ) : 1 m.s. dans la 2ème m. et dans la m. suivante, sauter 3 m., 7 T.B. dans la m. suiv., sauter 3 m., 1 m.s. dans chacune des 3 m. suiv., répéter de à en terminant par 2 m.s. au lieu de 3. 2ème rg : 5 m.l., sauter la 1ère m., 3 T.B. fermées ens., 3 m.l., 1 m.s. sur chacune des 3 m. suiv., 3 m.l., 7 T.B. fermées ens., répéter de à en terminant par 4 T.B. fermées ens. au lieu de 7. 3ème rg : 5 m.l., 3 T.B. sur la 1ère m., sauter 3 m., 1 m.s. sur chacune des 3 m. suiv., sauter 3 m., 7 T.B. sur la m. suiv., répéter de à en terminant par 4 T.B. au lieu de 7. 4ème rg : 1 m.l., 1 m.s. sur chacune des 2 premières m., 3 m.l., 7 T.B. fermées ens., 3 m.l., 1 m.s. sur chacune des 3 m. suiv., répéter de à en terminant par 2 m.s. au lieu de 3. 5ème rg : 1 m.l., 1 m.s. sur chacune des 2 premières m., sauter 3 m., 7 T.B. sur la m. suiv., sauter 3 m., 1 m.s. sur chacune des 3 m. suiv., répéter de à en terminant par 2 m.s. au lieu de 3. 6ème rg : Reprendre au 2ème rg. ÉCHANTILLON Point fantaisie : 1 motif = 6 cm de large. 4 rgs = 5,5 cm de haut. Important : Crocheter avec un crochet plus fin si vous obtenez moins de m. et de rgs que sur cet échantillon. Crocheter avec un crochet plus gros dans le cas contraire. RÉALISATION Les flèches sur le croquis indiquent le du travail. DOS : Se commence par une épaule. 1ère épaule : Monter une chaînette de m.l. Crocheter : XS/S et M : 2 rgs point fantaisie (= 1-1 motif), puis à la fin du 2ème rg pour l encolure, monter une chaînette de m.l. et arrêter. L/XL : 1er rg : 3 T.B. fermées ens. dans la 6ème m., sauter 3 m., 1 m.s. dans chacune des 3 m. suiv., sauter 3 m., 7 T.B. dans la m. suiv., sauter 3 m., 1 m.s. dans chacune des 2 dernières m. (= 1,5 motif), 2ème rg : 5 m.l., sauter la 1ère m., 3 T.B. fermées ens., 3 m.l., 1 m.s. sur chacune des 3 m. suiv., 3 m.l., 7 T.B. fermées ens., 3 m.l., 1 m.s. sur chacune des 2 dernières m., puis pour l encolure, monter une chaînette de 39 m.l. et arrêter. 2ème épaule : Monter une chaînette de m.l. Crocheter : XS/S et M : 2 rgs point fantaisie et laisser en attente. L/XL : 1er rg : 1 m.s. dans la 2ème m. et dans la m. suivante, sauter 3 m., 7 T.B. dans la m. suiv., sauter 3 m., 1 m.s. dans chacune des 3 m. suiv., sauter 3 m., 4 T.B. dans la dernière m. 2ème rg : 1 m.l., 1 m.s. sur chacune des 2 premières m., 3 m.l., 7 T.B. fermées ens., 3 m.l., 1 m.s. sur chacune des 3 m. suiv., 3 m.l., 4 T.B. fermées ens. et laisser en attente. Reprendre les m. de l encolure puis, faire 1 m.c. dans la 4ème-4ème-1ère m. du début du 2ème rg de l épaule gauche et arrêter. Continuer le point fantaisie sur les m. obtenues (= motifs). Emmanchures : A --19 cm ( rgs) de hauteur totale, augmenter 10 m. de chaque côté. Puis, continuer sur les m. obtenues (= motifs). A cm ( rgs) de hauteur totale, après un 5ème rg, arrêter. DEVANT GAUCHE : Se commence par l épaule. Monter une chaînette de m.l. Crocheter : XS/S et M : 4 rgs point fantaisie (= 1-1 motif), puis à la fin du 4ème rg pour l encolure, monter une chaînette de m.l. L/XL : commencer comme la 1ère épaule du dos (= 1,5 motif), puis à la fin du 4ème rg pour l encolure, monter une chaînette de 20 m.l. Continuer le point fantaisie sur les m. obtenues (= 2,5-3-3,5 motifs). Emmanchure : A --19 cm ( rgs) de hauteur totale, augmenter 10 m. à gauche. Puis, continuer sur les m. obtenues (= 3,5-4-4,5 motifs). A cm ( rgs) de hauteur totale, après un 5ème rg, arrêter. DEVANT DROIT : Crocheter en inverse. MANCHES : Monter une chaînette de m.l. Crocheter point fantaisie (= motifs). A 15 cm (11 rgs) de haut, après un 3ème rg, arrêter. FINITIONS : Assembler les épaules. COL : Au bord de l encolure, crocheter : 1er rg (endroit ) : m.c. 2ème rg : en m.s. mais pour arrondir chaque angle, crocheter 1 d.b., 1 b., 3 b. fermées ens., 1 b. et 1 d.b. (= m.). 3ème rg : 5 m.l., sauter les 2 premières m., 1 D.B. sur la m. suiv., * 1 m.l., sauter 1 m., 1 D.B. sur la m. suiv. *, répéter de * à *. 4ème rg : 1 m.l., puis 1 m.s. sur chaque m. 5ème rg : Comme le 3ème rg. 6ème rg : 5 m.l., * 8 T.B. dans la m.l. suiv. puis ôter le crochet de la boucle et le piquer devant la 1ère de ces 8 T.B. et dans la boucle en attente, tirer la boucle pour resserrer ; 2 m.l. *, répéter de * à * mais à la fin du rg remplacer les 2 m.l. par 1 T.B. sur la dernière m. et arrêter. Coudre les manches le long de la partie verticale des emmanchures (= traits rouge sur le croquis). Faire les coutures des manches (= traits bleu et orange sur le croquis) et des côtés du gilet.

3 DOS-DEVANT DROIT MANCHE 15 mesures en cm

4 BENODIGDHEDEN Kwaliteit ANNECY, Pâquerette = bollen, haaknld. nr. 3 losse = L. halve vaste = hv. dubbel stokje = dstk. vaste = v. half stokje = hstk. TOELICHTING driedubbel stokje = driedstk. volgende = volg. samen gesloten driedubbel stokje = samengesl. driedstk. 3 samengesl. driedstk.: *3 omslagen, de haaknld. in de volgende st. steken, 1 omslag, een lus trekken, 1 omslag, deze door 2 lussen op de haaknld. halen, 1 omslag, deze door 2 lussen op de haaknld. halen, 1 omslag, deze door 2 lussen op de haaknld. halen*, 3 keer van * tot * haken, dan 1 omslag, deze door de 4 lussen op de haaknld. halen. 4 samengesl. driedstk.: 4 keer van * tot * van de 3 samengesl. driedstk. haken, dan 1 omslag, deze door de 5 lussen op de haaknld. halen. 7 samengesl. driedstk.: 7 keer van * tot * van de 3 samengesl. driedstk. haken, dan 1 omslag, deze door de 8 lussen op de haaknld. halen. 3 samengesl. stk.: zie de algemene aanwijzingen in het begin van één van onze brochures. GEBRUIKTE STEKEN FANTASIESTEEK, haaknld. nr. 3. Over een aantal st. deelbaar door e rij (goede kant van het werk) : 1 v. in de 2e st. en in de volgende st., 3 st. overslaan, 7 driedstk. in de volg. st., 3 st. overslaan, 1 v. in elk van de volg. 3 st., van tot herhalen en hierbij eindigen met 2 v. i.p.v. met 3. 2e rij : 5 L., de 1e st. overslaan, 3 samengesl. driedstk., 3 L., 1 v. op elk van de volg. 3 st., 3 L., 7 samengesl. driedstk., van tot herhalen en hierbij eindigen met 4 samengesl. driedstk. i.p.v. met 7. 3e rij : 5 L., 3 driedstk. op de 1e st., 3 st. overslaan, 1 v. op elk van de volg. 3 st., 3 st. overslaan, 7 driedstk. op de volg. st., van tot herhalen en hierbij eindigen met 4 driedstk. i.p.v. met 7. 4e rij : 1 L., 1 v. op elk van de eerste 2 st., 3 L., 7 samengesl. driedstk., 3 L., 1 v. op elk van de volg. 3 st., van tot herhalen en hierbij eindigen met 2 v. i.p.v. met 3. 5e rij : 1 L., 1 v. op elk van de eerste 2 st., 3 st. overslaan, 7 driedstk. op de volgende st., 3 st. overslaan, 1 v. op elk van de volg. 3 st., van tot herhalen en hierbij eindigen met 2 v. i.p.v. met 3. 6e rij : vanaf de 2e rij herhalen. PROEFLAPJE Fantasiesteek : 1 motief = 6 cm breed. 4 rijen = 5,5 cm hoog. Belangrijk : Met een dunnere nld. haken als u minder st. en rijen krijgt als voor dit proeflapje. Met een dikkere nld. haken in het tegengestelde geval. UITVOERING De pijltjes op de tekening geven de werkrichting aan. RUGPAND : Beginnen met een schouder. 1e schouder : Een ketting van L. opzetten en haken XS/S en M : 2 rijen fantasiesteek (= 1-1 motief), dan aan het eind van de 2e rij, voor de hals, een ketting van L. opzetten en afhechten. L/XL : 1e rij : 3 samengesl. driedstk. in de 6e st., 3 st. overslaan, 1 v. in elk van de volg. 3 st., 3 st. overslaan, 7 driedstk. in de volgende st., 3 st. overslaan, 1 v. in elk van de laatste 2 st. (= 1,5 motief). 2e rij : 5 L., de 1e st. overslaan, 3 samengesl. driedstk., 3 L., 1 v. op elk van de volg. 3 st., 3 L., 7 samengesl. driedstk., 3 L., 1 v. op elk van de laatste 2 st., dan, voor de hals, een ketting van 39 L. haken en afhechten. 2e schouder : Een ketting van L. opzetten en haken XS/S en M : 2 rijen fantasiesteek en laten wachten. L/XL : 1e rij : 1 v. in de 2e st. en in de volg. st., 3 st. overslaan, 7 driedstk. in de volg. st., 3 st. overslaan, 1 v. in elk van de volg. 3 st., 3 st. overslaan, 4 driedstk. in de laatste st. 2e rij : 1 L., 1 v. op elk van de eerste 2 st., 3 L., 7 samengesl. driedstk., 3 L., 1 v. op elk van de volg. 3 st., 3 L., 4 samengesl. driedstk. en laten wachten. De st. van de hals weer opnemen, 1 hv. haken in de 4e-4e-1e st. van het begin van de 2e rij van de linkerschouder en afhechten. De fantasiesteek verder haken over de verkregen st. (= motieven). Armsgaten : Op --19 cm ( rijen) totale hoogte aan beide kanten 10 st. meerderen. Dan verder haken over de verkregen st. (= motieven). Op cm ( rijen) totale hoogte, na een 5e rij, afhechten. LINKERVOORPAND : Beginnen met de schouder. Een ketting van L. opzetten en haken XS/S en M : 4 rijen fantasiesteek (= 1-1 motief), dan aan het eind van de 4e rij, voor de hals, een ketting van L. opzetten. L/XL : beginnen als voor de 1e schouder van het rugpand (= 1,5 motief), dan aan het eind van de 4e rij voor de hals een ketting van 20 L. opzetten. Verder haken in fantasiesteek over de verkregen st. (= 2,5-3-3,5 motieven). Armsgat : Op --19 cm ( rijen) totale hoogte links 10 st. meerderen. Dan verder haken over de verkregen st. (= 3,5-4-4,5 motieven). Op cm ( rijen) totale hoogte, na een 5e rij, afhechten. RECHTERVOORPAND : In spiegelbeeld haken. MOUWEN : Een ketting van L. opzetten en fantasiesteek haken (= motieven). Op 15 cm (11 rijen) hoogte, na een 3e rij, afhechten. AFWERKING : De schoudernaden sluiten. HALSBIES : Langs de hals als volgt haken : 1e rij (goede kant van het werk) : hv. 2e rij : v., maar voor de ronding in elke hoek haken : 1 hstk., 1 stk., 3 samengesl. stk., 1 stk. en 1 hstk. (= st.). 3e rij : 5 L., de eerste 2 st. overslaan, 1 dstk. op de volg. st., *1 L., 1 st. overslaan, 1 dstk. op de volg. st.*, van * tot * herhalen. 4e rij : 1 L., dan 1 v. op elke st. 5e rij : als de 3e rij. 6e rij : 5 L., *8 driedstk. in de volg. L., dan de haaknld. uit de lus halen en de nld. vóór de 1e van deze 8 driedstk. en ín de wachtende lus steken, de lus aantrekken; 2 L.*, van * tot * herhalen, maar aan het eind van de rij de 2 L. vervangen door 1 driedstk. op de laatste st. en afhechten. De mouwen langs het vertikale deel van de armsgaten naaien (= rode lijnen op de tekening). De mouwnaden sluiten (= blauwe en oranje lijnen op de tekening), evenals de zijnaden van het vestje.

5 RUGPAND - RECHTERVOORPAND MOUW afmetingen in cm