Copyright FIL KATIA, S.A.

Transcriptie

1 op ht ig yr L F A, A. A.

2 ig yr op ht L F A,.A. A

3 23 YAA M DÈL page 16/17 F AÇA FL AA ALL : a) 4 ans b) 6 ans c) 8 ans d) 10 ans F Qualité YAA col. nº 24 : a) 6 b) 7 c) 8 d) 9 pelotes Aig. º 5,5 Points employés - ôtes 2x2 (voir page pts de base) - ersey end. (voir page pts de base) - orsades (voir graphique A) ÉHALL (10 M X 10 M) 15 m. et 20 rgs en jersey end. avec les aig. nº 5,5 D Monter a) 78 m. b) 82 m. c) 86 m. d) 90 m. et tric. 1 rg à l end. Puis, sur l endroit de l ouvrage, continuer à tric. comme suit : a) 11 m. en jersey end., 20 m. en torsades, on obtient 36 m. après le 1 er rg, 16 m. en jersey end., rg, 11 m. en jersey end. = 110 m. b) 12 m. en jersey end., 20 m. en torsades, on obtient 36 m. après le 1 er rg, 18 m. en jersey end., rg, 12 m. en jersey end. = 114 m. c) 13 m. en jersey end., 20 m. en torsades, on obtient 36 m. après le 1 er rg, 20 m. en jersey end., rg, 13 m. en jersey end. = 118 m. d) 14 m. en jersey end., 20 m. en torsades, on obtient 36 m. après le 1 er rg, 22 m. en jersey end., rg, 14 m. en jersey end. = 122 m. MAQ : n tricotant en torsades, on rabat des mailles. Après avoir terminé tous les rgs du graphique, continuer à répéter les rgs indiqués sur le graphique par la lettre. mmanchures : À a) 33 cm b) 37 cm c) 41 cm d) 45 cm de hauteur totale, il reste a) 62 m. b) 66 m. c) 70 m. d) 74 m. Puis rabattre de chaque côté, au début de chaque rg : a) 1 x 2 m., 1 x 1 m. b) 1 x 2 m., 2 x 1 m. c) 1 x 2 m., 3 x 1 m. d) 1 x 2 m., 4 x 1 m. l reste a) 56 m. b) 58 m. c) 60 m. d) 62 m. ncolure et épaule : À a) 44 cm b) 49 cm c) 54 cm d) 59 cm de hauteur totale, rabattre les a) 20 m. b) 22 m. c) 24 m. d) 26 m. centrales et continuer à tric. chaque côté séparément. MÊM MP, rabattre au début de chaque rg sur l envers de l ouvrage a) b) c) d) 1 x 8 m., 1 x 10 m. erminer l autre côté de même mais en visà-vis. DVA ric. comme le dos sauf l encolure. ncolure : À a) 40 cm b) 45 cm c) 50 cm d) 55 cm de hauteur totale, sur l endroit de l ouvrage, rabattre les a) 6 m. b) 8 m. c) 10 m. d) 12 m. centrales et continuer à tric. chaque côté séparément. abattre du côté de l encolure, à chaque rg sur l endroit de l ouvrage a) b) c) d) 1 x 3 m., 1 x 2 m., 2 x 1 m. Épaule : À a) 44 cm b) 49 cm c) 54 cm d) 59 cm de hauteur totale, rabattre au début de chaque rg sur l envers de l ouvrage a) b) c) d) 1 x 8 m., 1 x 10 m. erminer l autre côté de même mais en visà-vis. MAH Monter a) 33 m. b) 36 m. c) 39 m. c) 42 m. et tric. en jersey end. mmanchure : À 2 cm de hauteur totale, rabattre de chaque côté, au début de chaque rg : a) 1 x 3 m., 6 x 1 m., 1 x 2 m. b) 1 x 3 m., 7 x 1 m., 1 x 2 m. c) 1 x 3 m., 8 x 1 m., 1 x 2 m. d) 1 x 3 m., 9 x 1 m., 1 x 2 m. À a) 11 cm b) 12 cm c) 13 cm d) 14 cm de hauteur totale, rabattre les a) 11 m. b) 12 m. c) 13 m. d) 14 m. restantes. MAG oudre une épaule. ol : elever a) 52 m. b) 56 m. c) 60 m. d) 64 m. sur l encolure et tric. 6 rgs en côtes 2x2, en commençant par 3 m. end. et en terminant par 3 m. env. Puis rabattre. oudre l autre épaule et le col. entrer les manches sur la couture de l épaule, et coudre les emmanchures. oudre les côtés et le bas des manches. DLAD MA: a) 4 jaar b) 6 jaar c) 8 jaar d) 10 jaar BDGD MAAAL YAA: kl. 24: a) 6 b) 7 c) 8 d) 9 bollen. aalden r. 5 ½ Gebruikte steken - Boordsteek 2x2 (zie blz.basisst.) -. tric.st. (zie blz. basisst.) - abelsteek (zie grafiek A) VHDG YAA, r. tric.st., nldn.nr. 5 ½ 10x10 cm. = 15 st. en 20 naalden. GPAD a) 78 st. b) 82 st. c) 86 st. d) 90 st. opz. Brei 1 naald r. en brei hierna verder met onderstaande steekverdeling: a) 11 st. in r. tric.st., 20 st. in kabelsteek volgens grafiek A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 16 st. A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 11 st. in r. tric. st. = 110 st. b) 12 st. in r. tric.st., 20 st. in kabelsteek volgens grafiek A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 18 st. A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 12 st. in r. tric. st. = 114 st. c) 13 st. in r. tric.st., 20 st. in kabelsteek volgens grafiek A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 20 st. A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 13 st. in r. tric. st. = 118 st. d) 14 st. in r. tric.st., 20 st. in kabelsteek volgens grafiek A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 22 st. A (er zijn 36 st. ná de 1e naald), 14 st. in r. tric. st. = 122 st. L L: bij het breien v.d. kabelsteek worden st. afgekant, wanneer alle naalden van grafiek A gebreid zijn, verderbreien met de herhaling van de naalden die aangegeven zijn met de letter van grafiek A. Mouwinzetten: Bij a) 33 cm. b) 37 cm. c) 41 cm. d) 45 cm. totale lengte (op dit moment zijn er a) 62 st. opyright FL AA,.A. 61

4 Graphique A Grafiek A À tous les rgs pairs, tric. les m. comme elles se présentent épéter 8 1 m. end. 2 1 m. env. a 1 m. end., et, sans la lâcher, piquer de nouveau l aig. par-derrière dans la même m. et tric. à l end. A 2 m. ensemble à l end. passer 8 m., 7 m., 6 m., 5 m., 4 m., 3 m., 2 m. (en fonction des cases occupées par le symbole sur le graphique) sur une aig. aux. placée devant l ouvrage, tric. le même nombre de m. à l end. et tric. les m. de l aig. auxiliaire à l end. z passer 8 m., 7 m., 6 m., 5 m., 4 m., 3 m., 2 m. (en fonction des cases occupées par le symbole sur le graphique) sur une aig. aux. placée derrière l ouvrage, tric. le même nombre de m. à l end. et tric. les m. de l aig. auxiliaire à l end. 1 ne représente pas de maille. eules, les cases contenant un symbole doivent être tricotées. n alle even naalden, de st. breien zoals deze voorkomen. Herhalen 8 1 st. r. 2 1 st. av. a 1 st. r. en zonder v.d. linkernaald te halen, de rechternaald opnieuw insteken in dezelfde st. maar aan de achterkant en 1 st. r. breien. A 2 st. samen r. breien. zet 8 st., 7 st., 6 st., 5 st., 4 st., 3 st., 2 st. (afhangend v.d. helft v.d. vierkantjes die zich in het symbool v.d. grafiek bevinden) op een hulpnaald aan de voorkant v.h. werk, brei hetzelfde aantal steken r. en brei hierna de st. v.d. hulpnaald r. z zet 8 st., 7 st., 6 st., 5 st., 4 st., 3 st., 2 st. (afhangend v.d. helft v.d. vierkantjes die zich in het symbool v.d. grafiek bevinden) op een hulpnaald aan de achterkant v.h. werk, brei hetzelfde aantal steken r. en brei hierna de st. v.d. hulpnaald r. 1 dit is geen enkele steek, alléén de vierkantjes breien die een symbool hebben. opyright FL AA,.A. 62

5 b) 66 st. c) 70 st. d) 74 st.), aan beide kanten bij het begin van elke naald afk.: a) 1 maal 2 st., 1 maal 1 st. b) 1 maal 2 st., 2 maal 1 st. c) 1 maal 2 st., 3 maal 1 st. d) 1 maal 2 st., 4 maal 1 st. r zijn hierna a) 56 st. b) 58 st. c) 60 st. d) 62 st. Hals en schouder: Bij a) 44 cm. b) 49 cm. c) 54 cm. d) 59 cm. totale lengte, in een naald aan de goede kant v.h. werk, de midd. a) 20 st. b) 22 st. c) 24 st. d) 26 st. afk. en hierna elk deel apart verderbreien. GLD, bij dezelfde a) 44 cm. b) 49 cm. c) 54 cm. d) 59 cm. totale lengte, op het linker uiteinde bij het begin van elke naald aan de verkeerde kant v.h. werk afk.: a), b), c), d) 1 maal 8 st., 1 maal 10 st. Brei het andere deel idem, maar in spiegelbeeld. VPAD Brei zoals het rugpand, behalve de hals. Hals: Bij a) 40 cm. b) 45 cm. c) 50 cm. d) 55 cm. totale lengte, in een naald aan de goede kant v.h. werk, de midd. a) 6 st. b) 8 st. c) 10 st. d) 12 st. afk. en hierna elk deel apart verderbreien. Aan de halskant bij het begin van elke naald aan de goede kant v.h. werk afk.: a), b), c), d) 1 maal 3 st., 1 maal 2 st., 2 maal 1 st. chouder: Bij a) 44 cm. b) 49 cm. c) 54 cm. d) 59 cm. totale lengte, op het linker uiteinde bij het begin van elke naald aan de verkeerde kant v.h. werk afk.: a), b), c), d) 1 maal 8 st., 1 maal 10 st. Brei het andere deel idem, maar in spiegelbeeld. M a) 33 st. b) 36 st. c) 39 st. d) 42 st. opz. Brei r. tric.st. Mouwinzet: Bij 2 cm. totale lengte, aan beide kanten bij het begin van elke naald afk.: a) 1 maal 3 st., 6 maal 1 st., 1 maal 2 st. b) 1 maal 3 st., 7 maal 1 st., 1 maal 2 st. c) 1 maal 3 st., 8 maal 1 st., 1 maal 2 st. d) 1 maal 3 st., 9 maal 1 st., 1 maal 2 st. Bij a) 11 cm. b) 12 cm. c) 13 cm. d) 14 cm. totale lengte, de resterende a) 11 st. b) 12 st. c) 13 st. d) 14 st. afk. Brei de andere mouw idem. LAA AF luit een schoudernaad. trook hals: ondom de hals a) 52 st. b) 56 st. c) 60 st. d) 64 st. opnemen. Brei 6 naalden boordsteek 2x2. Begin de boordsteek met 3 st. r. en eindig met 3 st. av. Hierna de st. afk. luit de andere schoudernaad en de naad v.d. strook v.d. hals. Bevestig de kop v.d. mouwen = met het midden v.d. bovenkant v.d. mouw aan de schoudernaad en de uiteinden aan het begin v.d. mouwinzetten v.d. rugpand en voorpand. Vastnaaien. luit de naden v.d. zijkanten en onderkant v.d. mouwen. opyright FL AA,.A. 63