MIA \ Vamil Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april >> Als het gaat om milieu en leefomgeving. naar inhoud

Transcriptie

1 MIA \ Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010 >> Als het gaat om milieu en leefomgeving 1 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

2 Inhoud Inleiding 4 Waar vindt u informatie over MIA\Vamil? 4 Wat is MIA\Vamil? 5 Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) 5 Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA) 5 Nationaal kader 5 MIA\Vamil voor uw product? 6 Hoe komt de Milieulijst tot stand? 6 Zelf voorstellen indienen voor de nieuwe Milieulijst 6 Uitleg bij de Milieulijst 7 Omschrijving bedrijfsmiddelen 7 Generieke bedrijfsmiddelen 7 Aftopping 7 Legenda bij de Milieulijst 7 Toelichting op de wijziging van de brochure in april MIA en Vamil aanvragen 9 Stappenplan Mia en Vamil aanvragen 9 Meldingsdatum 9 Wat komt in aanmerking? 10 Wel in aanmerking 10 Niet in aanmerking 10 Adressen en telefoonnummers 11 2 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

3 Bijlage Milieulijst januari 2010 (Staatscourant) 13 Nummers beginnend met 1. Duurzame productiemiddelen 17 Onder andere: duurzame kassen en stallen, duurzaam binnenvaartschip, bedrijfsmiddelen met milieukeurmerken Nummers beginnend met 2. Klimaatverandering 28 Onder andere: distributie duurzame brandstoffen, halogeenvrije koelsystemen, rookgasreiniging, emissiearme branders, CO 2 -benutting Nummers beginnend met 3. Luchtverontreiniging 32 Onder andere: gaswassers, naverbranders en bedrijfsmiddelen met een lager of geen gebruik van oplosmiddelen Nummers beginnend met 4. Overlast en gezondheid 35 Onder andere: luchtfilters, roetfilters, ontstoffing, tegengaan (fijn) stofuitstoot, geluidarme bedrijfsmiddelen, bedrijfsmiddelen die lichtvervuiling tegengaan Nummers beginnend met 5. Mobiele werktuigen en transportmiddelen 41 Onder andere: emissiearme voertuigen, geluidarme landbouwmachines, elektrische transportmiddelen, hybride voertuigen, vervoer op aardgas en zeer zuinige personenauto s Nummers beginnend met 6. Externe veiligheid en preventieve voorzieningen 48 Onder andere: detectiesystemen voor brand, veiligheidsvoorzieningen voor transport van gevaarlijke stoffen, noodopslagsystemen Nummers beginnend met 7. Biodiversiteit en natuurlijke omgeving 51 Onder andere: duurzame viskweek en visvangst, voorzieningen voor schepen, milieuvriendelijke gewasbescherming, groendaken, groenstroken, sport- en speelvoorzieningen Nummers beginnend met 8. Grondstoffenbesparing en hergebruik 59 Onder andere: waterbesparingstechnieken, terugwinnen van grondstoffen uit afval(water), technieken voor hergebruik van grondstoffen, grondstofsparende procesaanpassingen Nummers beginnend met 9. Afvalstromen 70 Onder andere: milieuvriendelijke afvalverwerkingstechnieken, bodemsaneringstechnieken, waterzuiveringstechieken, technieken die het ontstaan van (gevaarlijk) afval tegengaan Toelichting en wijzigingen t.o.v Bijlage wijziging Milieulijst april 2010 (Staatscourant) 86 3 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

4 Inleiding De overheid wil investeringen in milieuvriendelijke apparatuur stimuleren. Een beter milieu komt immers de hele samenleving ten goede. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en het ministerie van Financiën hebben via twee investeringsregelingen het investeren in milieuvriendelijke apparatuur extra aantrekkelijk gemaakt. Als ondernemer kunt u financieel voordelig investeren in milieuvriendelijke apparatuur door gebruik te maken van de volgende regelingen: Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil); Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA). Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA\Vamil, staan vermeld op de Milieulijst. De ministeries van VROM en Financiën zijn verantwoordelijk voor de MIA- en de Vamil-regeling. De Belastingdienst en Agentschap NL * voeren de regelingen uit. NL Milieu en Leefomgeving is een onderdeel van Agentschap NL en ondersteunt de regeling met onder andere een helpdesk, tech nische controles van de meldingen, technisch inhoudelijke advisering van de Belastingdienst en de coördinatie van voorstellen voor de nieuwe Milieulijst. De Belastingdienst beschikt over de toekenning van MIA en/of Vamil. * Sinds 1 januari 2010 zijn EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem gefuseerd tot één organisatie: Agentschap NL. Waar vindt u informatie over MIA\Vamil? In deze brochure vindt u algemene informatie over MIA en Vamil, de werking hiervan en de Milieulijst. Verder vindt u in deze brochure informatie over: zelf een techniek voorstellen voor de nieuwe Milieulijst (pagina 6); een milieuvriendelijke investering voor MIA en Vamil melden (pagina 9); Ten slotte vindt u op pagina 10 telefoonnummers en adressen van instanties waar u meer informatie over de MIA en Vamil kunt krijgen. Op de website vindt u: een digitale zoekmachine voor het zoeken in de Milieulijst op codenummer, trefwoord of op branche; informatie over de wijzigingen in de Milieulijst 2010 ten opzichte van de Milieulijst 2009; rekenvoorbeelden voor de toepassing van MIA en Vamil; informatie over het melden van Milieuadvieskosten; lijsten met typen mobiele werktuigen die voldoen aan de voor MIA\Vamil gestelde geluid- en emissieeisen en de lijst met oliën en smeervetten die voldoen aan MIA\Vamil; informatie over het Milieusteunkader en de combinatie met subsidies; formulieren, brochures en jaarverslagen over MIA\Vamil. Fiscale informatie over de regelingen vindt u op de website van de Belastingdienst ( Voor fiscale vragen, zoals vragen over de verwerking van MIA en Vamil in de aangifte en de conse quenties van het verkopen van een bedrijfsmiddel waar u MIA\Vamil op heeft toegepast, kunt u contact opnemen met de BelastingTelefoon ( ). Agentschap NL brengt regelmatig een elektronische nieuwsbrief uit met actuele informatie over de MIAen Vamil-regeling. U kunt zich kosteloos abonneren op deze nieuwsbrief via 4 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

5 Wat is MIA\Vamil? Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) De Vamil biedt de mogelijkheid een investering op een willekeurig moment af te schrijven. Begint de code op de Milieulijst met een A, B, C of F dan is voor dat bedrijfsmiddel willekeurige afschrijving mogelijk. Hoe snel of langzaam u afschrijft, bepaalt u dan zelf. Het is zelfs mogelijk om de totale investering al in het jaar van aanschaf volledig af te schrijven. Door sneller afschrijven vermindert u de fiscale winst. Dus hoeft u over het jaar dat u meer afschrijft minder inkomsten- of vennootschapsbelasting te betalen. Uiteraard valt er dan in latere jaren minder af te schrijven. Maar u boekt wel een liquiditeit- en een rentevoordeel doordat het betalen van belastingen naar de toekomst wordt verschoven. Voor Vamil is in 2010 een budget van 55 miljoen beschikbaar. Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA) Dankzij de MIA kunt u profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst; bovenop de andere fiscale aftrekmogelijkheden zoals de afschrijving dus. Als u een bedrijfsmiddel heeft aangeschaft waarvan de code in de Milieulijst begint met een A, B, D, E, F of G mag 15%, 30% of zelfs 40% van het investeringsbedrag extra ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. U betaalt minder belasting. Voor MIA is in 2010 een budget van 113 miljoen beschikbaar. Nationaal kader Met het oog op de bestrijding van de economische crisis heeft het kabinet extra geld voor de jaren 2009 en 2010 beschikbaar gesteld, waaronder 30 miljoen per jaar voor de MIA\Vamil. Dit extra MIA\Vamilbudget heeft al in 2009 gevolgen gehad voor de samenstelling van de Milieulijst en de hoogte van de voordeelpercentages. In het budget voor 2010 is nog ruimte voor extra steun. Daarom trad met ingang van 1 januari 2010 een tijdelijke regeling in werking. Deze tijdelijke regeling heet officieel Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit de Wet inkomstenbelasting 2001 en wordt in deze brochure aangehaald als Nationaal kader. Het Nationaal kader maakt het mogelijk dat ondernemers onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor 20% extra MIA bovenop het al in juni 2009 verhoogde MIA-percentage. De land- en tuinbouwsector en de visserijsector zijn uitgesloten voor deze extra MIA en ook bedrijven die al vóór de economische crisis in moeilijkheden verkeerden komen er niet voor in aanmerking. Verder is er een maximum gesteld aan de totale steun per onderneming. Agentschap NL controleert of ondernemers die aanspraak maken op deze tijdelijke regeling aan alle voorwaarden voldoen. Dit doet zij aan de hand van een door u ingevulde modelverklaring, die u mee dient te sturen met uw melding aan Bureau IRWA. Meer informatie hierover vindt u op de website: 5 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

6 MIA\Vamil voor uw product? Hoe komt de Milieulijst tot stand? Het ministerie van VROM stelt in samenwerking met Agentschap NL de Milieulijst op. Of een bedrijfsmiddel nieuw op de Milieulijst verschijnt, hangt onder andere af van de volgende criteria: De toepassing van het bedrijfsmiddel: moet een belangrijke milieuverdienste hebben; moet meerkosten hebben ten opzichte van het minder milieuvriendelijke alternatief; mag bovendien niet gangbaar zijn (voor de Vamil); moet verder gaan dan wat op dit moment wettelijk verplicht is. Daarnaast moet voor dit bedrijfsmiddel de (verdere) marktintroductie op korte termijn gewenst zijn. Bij het beoordelen van de milieuverdienste wordt vooral gelet op zaken als: de aard van de emissie die wordt gereduceerd; de mate waarin de emissie wordt gereduceerd; de aard van de technologie; het beschikbare budget; de meerkosten ten opzichte van het minder milieuvriendelijke alternatief. Zelf voorstellen indienen voor de nieuwe Milieulijst De Milieulijst wordt periodiek, in principe jaarlijks per 1 januari, geactualiseerd. Elk bedrijf kan voorstellen voor wijziging van een bestaande code of aanvulling van de Milieulijst indienen. Het formulier hiervoor kunt u downloaden van de website Controleer altijd eerst of de techniek, al dan niet in een iets andere omschrijving, al in de huidige Milieulijst genoemd staat. U kunt voorafgaand aan het invullen van een voorstelformulier even telefonisch met ons overleggen ((088) ). Voorstellen voor de Milieulijst 2011 moeten voor 3 september 2010 zijn ontvangen. 6 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

7 Uitleg bij de Milieulijst Omschrijving bedrijfsmiddelen De zogenoemde Milieulijst bevat circa 400 bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA en/of Vamil. De omschrijving van een bedrijfsmiddel op de Milieulijst bestaat uit de titel, de bestemming en de onderdelen waaruit het bedrijfsmiddel bestaat. De tekst onder bestemd voor beschrijft het doel van het bedrijfsmiddel en aan welke eisen het bedrijfsmiddel moet voldoen om in aanmerking te komen voor MIA\Vamil. Onder bestaande uit zijn de onderdelen opgesomd waaruit het bedrijfsmiddel normaliter bestaat. Onderdelen waar eventueel voor staat, kunnen ook aanwezig zijn en komen dan in aanmerking voor MIA\Vamil. Generieke bedrijfsmiddelen Voor het merendeel van de bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan, worden doel, middel en werking exact omschreven. Een bijzondere groep bedrijfsmiddelen vormen de zogenoemde generieke bedrijfsmiddelen. In de omschrijving hiervan wordt alleen het te behalen doel omschreven: de te leveren prestatie is richtinggevend. Een exacte technisch beperkende omschrijving is met opzet achterwege gelaten. Dat is voor de ondernemer voordelig, omdat hij meer keuzevrijheid krijgt bij zijn investeringsgedrag. Bovendien geeft deze werkwijze meer ruimte aan innovatie, want ook voor nieuwe ideeën is direct fiscale ondersteuning mogelijk. Bijzonderheden over de beoordeling van meldingen voor generieke bedrijfsmiddelen zijn beschreven in de bijlage, paragraaf 1, punt 10 (pagina 16). Aftopping In een aantal gevallen vindt begrenzing plaats van het bedrag dat voor investeringsaftrek of willekeurige af schrijving in aanmerking komt. In de omschrijving van het bedrijfsmiddel staat dan de hoogte van de be grenzing en voor welke regeling deze geldt. Een aftopping van 50% voor de MIA betekent dat u het MIA-voordeel slechts mag toepassen op de helft van het geïnvesteerde bedrag. Legenda bij de Milieulijst VAMIL Alleen VAMIL code begint met C Combinatie VAMIL en MIA code begint met A, B of F MIA Alleen MIA code begint met D,E of G Uitleg letters A t/m G A = 30% MIA + Vamil B = 15% MIA + Vamil C = alleen Vamil D = alleen 30% MIA E = alleen 15% MIA F = 40% MIA + Vamil G = alleen 40% MIA MIA en VAMIL zijn twee aparte regelingen met een grote overlap. Voor de meeste bedrijfsmiddelen kunt u zowel MIA- als VAMIL- voordeel krijgen. Indien u gebruik maakt van het Nationaal kader (zie pagina 5) zijn de MIA-percentages 20% hoger, dus 35, 50 en 60%. 7 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

8 Toelichting op de wijziging van de brochure in april 2010 In het kader van het plan van aanpak Elektrisch Rijden wil het kabinet investeringen in bepaalde elektrische personenauto s stimuleren. Mede daarom is de Milieulijst 2010 per 21 april 2010 tussentijds gewijzigd door een publicatie in de Staatscourant. Deze wijziging vindt u in deze brochure als bijlage ná de bijlage met de publicatie van de Milieulijst 2010 in januari. Hieronder noemen we de belangrijkste wijzigingen. Er is een drietal bedrijfsmiddelen toegevoegd: - B 2045: afleverstation voor hoge blends biobrandstoffen (B30, B100 of E85). Biobrandstoffen leveren een belangrijke bijdrage aan de reductie van klimaatschadelijke broeikasgassen. - B 5071: elektrisch aangedreven brommers en snorfietsen met een lithiumhoudende accu. Elektrische brommers met een gewone accu komen niet in aanmerking, want deze zijn op termijn niet duurder dan gewone brommers, de lage gebruikskosten maken het prijsverschil goed. - A 9309: vervanging van asbesthoudende daken bij bestaande loodsen, schuren en stallen voor het eerst mogelijk. In het kader van het verder terugdringen van gezondheidsrisico s wordt deze vervanging gestimuleerd. Enkele bedrijfsmiddelen die betrekking hebben op elektrisch rijden zijn aangevuld: Dat betreft de bedrijfsmiddelen F 2041 Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen en F 5070 Elektrisch aangedreven voertuig. Voor elektrische auto s kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 gebruik worden gemaakt van de MIA\Vamil. Ook elektrische lease- en bedrijfsauto s komen nu in aanmerking. Personenauto s die na 1 januari 2010 zijn aangeschaft, kunnen nog tot 3 maanden na inwerkingtreding van deze wijziging, dus nog tot 21 juli 2010 gemeld worden voor MIA\Vamil. MDV3 wordt MDV4: Per 21 april gelden er strengere eisen voor alle duurzame varkens-, pluimvee- en melkveestallen. Voor vleeskalverstallen zijn de eisen gelijk gebleven. De strengere eisen zijn een gevolg van de herziening van het certificatieschema van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur (MDVA) per 1 april Dit betekent dat met het van kracht worden van de nieuwe Milieulijst op 21 april alleen voor stallen met een voorlopig MDV-4 certificaat gebruik kan worden gemaakt van de MIA\Vamil. Alleen tussen 1 april en 21 april kunnen bedrijven nog stallen melden met een voorlopig MDV-3 of MDV-4 certificaat. Vergeleken met de MDV-3 zijn de eisen voor MDV-4 strenger: het ambitieniveau is met twee punten verhoogd op het thema diergezondheid vanwege aanpassingen binnen de keuzemaatregelen van dit thema. Dit geldt voor alle categorieën van varkens-, pluimvee- en melkveestallen. Voor de vleeskalverstallen vonden geen wijzigingen plaats en is het ambitieniveau daarom ook niet aangepast. 8 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

9 MIA en Vamil aanvragen Stappenplan Mia en Vamil aanvragen 1. U betaalt inkomsten- of vennootschapsbelasting en u bent van plan een bepaald bedrijfsmiddel aan te schaffen. U kiest voor een innovatieve, milieuvriendelijke versie van dit bedrijfsmiddel die op de Milieulijst 2010 staat. Indien u een melding wilt indienen met een generieke bedrijfsmiddelomschrijving, adviseren wij u vooraf telefonisch contact met ons op te nemen ((088) ). 2. Indien nodig zorgt u voor de benodigde vergunningen of certificaten die zijn vereist bij het betreffende bedrijfsmiddel. 3. Bepaal of u gebruik kunt (en wilt) maken van het Nationaal kader (zie pagina 5). Zo ja, dan vult u de modelverklaring in. Deze kunt u downloaden van 4. U vult het aanvraagformulier in. Dit formulier kunt u digitaal invullen vanaf de website of aanvragen bij de Belastingdienst of Agentschap NL. U moet voor elke maat of vennoot een apart formulier invullen. 5. U stuurt uw melding tijdig (zie de alinea meldingsdatum op deze pagina) naar Bureau IRWA in Breda (het adres staat op het meldingsformulier). Voor investeringen van meer dan 1 miljoen moet u een kopie van de koopovereenkomst meesturen. Als u gebruik maakt van het Nationaal kader, moet u ook een in gevulde en ondertekende modelverklaring meesturen. Bewaar een kopie van uw meldingsformulier bij uw boekhouding. Vergeet u niet ook de eventuele meerkosten binnen drie maanden te melden. 6. Bureau IRWA stuurt u binnen vier weken een ontvangstbevestiging. 7. U past MIA en/of Vamil toe bij uw belastingaangifte. U ontvangt geen beschikking van Agentschap NL betreffende uw melding. 8. Agentschap NL beoordeelt uw aanvraag en kan daarvoor nadere informatie bij u opvragen over de techniek, de gemaakte kosten en de data van de verplichtingen. Ook kan een medewerker van Agentschap NL het bedrijfmiddel ter plekke komen beoordelen. Het resultaat van de beoordeling wordt vastgelegd in een advies aan uw belastinginspecteur. U krijgt hier een kopie van. 9. Bent u het niet eens met de beoordeling van Agentschap NL, dan kunt u na vaststelling van uw aangifte bezwaar indienen bij uw Belastinginspecteur. MIA en VAMIL zijn twee aparte regelingen met een grote overlap. Voor de meeste bedrijfsmiddelen kunt u zowel MIA- als VAMIL-voordeel krijgen. Meldingsdatum Algemeen geldt dat u binnen drie maanden nadat u een verplichting bent aangegaan voor het kopen van het bedrijfsmiddel, een melding voor MIA\Vamil in moet dienen. Het aangaan van een verplichting is bij voorbeeld het tekenen van een koopovereenkomst. Voor voortbrengingskosten geldt een iets andere termijn. Voortbrengingskosten zijn kosten voor de inzet van eigen personeel, materialen uit eigen magazijn en onder eigen regie uitgevoerde werkzaamheden door derden. Deze kosten dienen te zijn gemeld binnen drie maanden na het einde van elk kalenderkwartaal waarin de voortbrengingskosten zijn gemaakt. Dit geldt niet als het bedrijfsmiddel in de loop van het kalenderkwartaal in gebruik wordt genomen. De voortbrengingskosten over het kwartaal waarin het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen, moeten dan al binnen drie maanden na de datum van ingebruikname bij het Bureau IRWA zijn gemeld. 9 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

10 Wat komt in aanmerking? Alle bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA\Vamil staan vermeld op de Milieulijst. Deze lijst is gepubliceerd in de Staatscourant waarvan een kopie in deze brochure is opgenomen. Naast de in de omschrijvingen opgenomen eisen, zijn er enkele algemeen geldende bepalingen voor de bedrijfsmiddelen opgenomen op de Milieulijst. Deze zijn vermeld in paragraaf 1 van de bijlage (pagina 14 e.v.). Deze paragraaf vormt de inleiding op de Milieulijst (paragraaf 2, pagina 17 e.v.) en heeft een wettelijke status.. Wel in aanmerking alle aanschafkosten en voortbrengingskosten die toe te rekenen zijn aan het bedrijfsmiddel voor zover niet uitgesloten in de omschrijving van het bedrijfsmiddel; milieuadvieskosten (maken onderdeel uit van de voortbrengingskosten); kosten voor onderdelen die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en daarom geen zelfstandige betekenis hebben. Voorbeelden hiervan zijn leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur; kosten voor het aanpassen van een bedrijfsmiddel mits het aangepaste bedrijfsmiddel voldoet aan de eisen van de Milieulijst; kosten voor het vervangen van een versleten of defect bedrijfsmiddel, mits dit een verbetering van het milieu of het dierwelzijn oplevert. Dit betekent dat vervanging van een apparaat of een onderdeel van een apparaat een verlaging van de emissie, een vergroting van de waterbesparing, afvalpreventie of dierwelzijn tot gevolg moet hebben. Niet in aanmerking onderhoudskosten; kosten die betrekking hebben op grond, woonhuizen, personenauto s die niet zijn bestemd voor het beroepsgoederenvervoer over de weg, vaartuigen voor representatieve doeleinden, dieren, effecten, vorderingen, goodwill, vergunningen (leges), ontheffingen, concessies en andere dispensaties van publiekrechtelijke aard; bedrijfsmiddelen die al eerder door een ander zijn gebruikt (kosten die worden gemaakt voor het gebruiksklaar maken van het tweedehandse bedrijfsmiddel mogen wel gemeld worden); bedrijfsmiddelen waarvan de investeringskosten minder dan 450 bedragen; investeringen van in totaal minder dan per jaar komen wel voor Vamil, maar niet voor MIA in aanmerking; investeringen van meer dan 25 miljoen per bedrijfsmiddel; investeringen die nog niet in gebruik zijn genomen en waarvan na 1 jaar na de datum van opdracht minder dan 25% van het investeringsbedrag is betaald (neem voor meer informatie contact op met de belastingdienst). Energie-investeringsaftrek (EIA) en Vamil mogen gelijktijdig worden toegepast voor bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor zowel EIA als voor Vamil. EIA en MIA mogen niet gelijktijdig worden toegepast. 10 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

11 Adressen en telefoonnummers Bij onderstaande instanties kunt u meer informatie over de investeringsregelingen krijgen. Voor alle informatie en links naar de sites van de verschillende investeringsregelingen of investeringsregelingen. Voor informatie indien u binnen vier weken nog geen ontvangstbevestiging hebt ontvangen Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijving Postbus DH Breda Telefoon: (076) Fax: (076) Voor technische vragen over milieu-investeringen (MIA\Vamil), voor de status van uw melding of voor het aanmelden van nieuwe bedrijfsmiddelen voor opname in de Milieulijst 2011 Agentschap NL (voorheen SenterNovem Zwolle) NL Milieu en Leefomgeving Postbus GB Zwolle Telefoon: (088) (op werkdagen tussen 8.30 en 12.30) Fax: (088) (onder vermelding van MIA\Vamil) miavamil@agentschapnl.nl Internet: Voor vragen over de energie-investeringsaftrek (EIA) Agentschap NL (EIA) Postbus GB Zwolle Telefoon: (088) (helpdesk) Fax: (088) (onder vermelding van EIA) eia@agentschapnl.nl Internet: Voor informatie over onder andere het Milieukeur, het Groen Label Kas certificaat, Maatlat Duurzame Veehouderij en het Europees Ecolabel Stichting Milieukeur (SMK) Eisenhowerlaan 150 Postbus CD Den Haag Telefoon: (070) Fax: (070) milieukeur@milieukeur.nl Internet: Voor fiscale vragen BelastingTelefoon: (0800) Internet: 11 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

12 Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Milieu en Leefomgeving Afdeling MIA\Vamil Postbus GB Zwolle Agentschap NL januari 2010 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten Agentschap NL is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hèt aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. MIA (Milieu-investeringsaftrek) en Vamil (Vrije afschrijving milieu-investeringen) worden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VROM in samenwerking met het Ministerie van Financiën. Deze brochure bevat een beknopte en vrije weergave van de wettelijke bepalingen. Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Raadpleeg in geval van onduidelijkheid altijd de tekst van de wet en de regeling zelf. De divisie NL Milieu en Leefomgeving stimuleert de realisatie van duurzame ambities door het verbinden van partijen, de toetsing aan milieuwetgeving en met financiering, informatie en advies. 12 MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

13 STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds december 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 december 2009, nr. DGM/K&L , tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (vervanging bijlage) De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën en na overleg met de Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Gelet op de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de op grond van artikel 3.52, eerste lid, onder b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 vastgestelde Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit de Wet inkomstenbelasting 2001; Besluit: ARTIKEL I De bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage. ARTIKEL II Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 10 december 2009 De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer. 1 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

14 BIJLAGE Paragraaf 1 Algemeen 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen Investeringen waarvan de code begint met: een F of G, behorende tot categorie I van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 40% van het investeringsbedrag in aanmerking voor een investeringsaftrek; een A of D, behorende tot categorie II van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 30% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek; een B of E, behorende tot categorie III van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 15% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek; een A, B, C of F komen in aanmerking voor willekeurige afschrijving. 3. Onverminderd onderdeel 2 kan een ondernemer, indien hij in 2010 minder dan aan steun als subsidie verwacht te ontvangen, voor de in dat onderdeel genoemde categorieën in aanmerking komen voor een percentage dat 20 procentpunt hoger is dan in dat onderdeel vermeld, indien hij bij de aanmelding van de aangegane verplichtingen en gemaakte voortbrengingskosteneen schriftelijke verklaring overlegt waaruit blijkt: a. of en welke andere financiële steun hij heeft dan wel voornemens is te vragen of al heeft ontvangen ten behoeve van zijn onderneming, alsmede op basis van welke financiële steunregeling; b. of hij voor 17 december 2008 de-minimissteun (PbEU van 28 december 2006, L 37) heeft ontvangen; c. dat zijn onderneming: 1. voor zover het een grote onderneming betreft, op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden was in de zin van punt 2.1 van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 oktober 2004 (PbEU van 1 oktober 2004, C 244), en 2. voor zover het een kleine en middelgrote onderneming betreft, op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden was in de zin van artikel 1, punt 7, van de algemene groepsvrijstellingsverordening (PbEU van 9 augustus 2008, L 214); d. dat zijn onderneming niet behoort tot de visserijsector, en e. dat zijn onderneming geen landbouwproducten produceert. De verklaring geschiedt op basis van een door de Belastingdienst en SenterNovem beschikbaar gesteld modelformulier dat volledig is ingevuld en door de ondernemer is ondertekend. De aanvragen of beschikkingen, bedoeld onder a en b, kunnen desgevraagd gedurende tien jaren na de inwerkingtreding van deze bijlage worden opgevraagd. De ondernemer is gehouden aan een dergelijk verzoek binnen twee weken gevolg te geven. 4. In afwijking van onderdeel 3 geldt voor een onderneming die de-minimissteun heeft ontvangen voor 17 december 2008, dat het totaal bedrag van de in dat onderdeel bedoelde steun op grond van dit kader en de ontvangen de-minimissteun niet hoger zijn dan voor de periode tussen 1 januari 2008 en 31 december Tot de in paragraaf 2 genoemde bedrijfsmiddelen worden tevens gerekend voorzieningen (zoals leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur) die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en geen zelfstandige betekenis hebben. 6. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de codes A 5000 Geluid- en emissiearme mobiele machine D 5110 Geluidarme mobiele houtversnipperaar D 5111 Geluidarme gazonmaaier B 5140 Geluidarme veeg- of veegzuigmachine B 5141 Geluidarme kolkenzuiger B 5142 Geluidarme vuilniswagen A 5143 Geluidarme vloeren- en stratenreiniger D 5150 Geluidarm hydrauliek aggregaat D 5151 Geluidarm stroomaggregaat D 5160 Geluidarme motoraangedreven compressor D 5170 Geluidarme motorpomp D 5180 Geluidarme laadschop D 5181 Geluidarme graafmachine D 5190 Geluidarme mobiele kraan D 5200 Geluidarme vorkheftruck D 5201 Geluidarme telescooplader of verreiker gaan vergezeld van een EG-verklaring van overeenstemming waarop het gewaarborgde geluidsvermogensniveau, bedoeld in de Regeling geluidemissie buitenmaterieel is aangegeven. Bij de milieuvriendelijke landbouwtrekker (D 5130) zijn eisen gesteld aan het geluidsdrukniveau 2 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

15 (L pa ). Dat niveau wordt gemeten overeenkomstig artikel , onderdeel 1, onder l van het Voertuigreglement. 7. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de codes D 5101 Geluidarme mobiele puinbreker B 5191 Geluidarme autolaadkraan gaan vergezeld van een verklaring van gelijkvormigheid, afgegeven door de leverancier overeenkomstig een door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vastgesteld model. De meting geschiedt door een instantie die is aangewezen op grond van artikel 5 van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel, volgens de meetmethoden die zijn opgenomen in de door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer uitgegeven VAMIL-publicatiereeks 11 en Voor de geluid- en emissiearme mobiele machine (A 5000) en de emissiearme mobiele machine (C 5001) worden eisen gesteld aan de luchtzijdige emissies door de motor van het werktuig. Voor deze bedrijfsmiddelen verklaart de leverancier dat het geleverde bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met een typegoedkeuringsverklaring is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen voldoet. Deze verklaring wordt afgegeven op een door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij SenterNovem. Bij de emissie-eisen wordt onderscheid gemaakt tussen motoren die werken met een constant toerental en motoren die werken met een variabel toerental. Werktuigen met een constant toerental voldoen aan de daarvoor in het Besluit typegoedkeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines gestelde emissiegrenswaarden, zijnde: Nettovermogen Koolmonoxide Som van koolwaterstof en stikstofoxiden Deeltjes P CO CH+NO x PM [kw] [g/kwh] [g/kwh] [g/kwh] 130 P < 560 3,5 4,0 0,20 75 P < 130 5,0 4,0 0,30 37 P < 75 5,0 4,7 0,40 19 P < 37 5,5 7,5 0,60 Werktuigen met een variabel toerental voldoen aan de daarvoor in het Besluit typegoedkeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines gestelde emissiegrenswaarden, zijnde: Nettovermogen Koolmonoxide Koolwaterstof Stikstofoxiden Deeltjes P CO CH NO x PM [kw] [g/kwh] [g/kwh] [g/kwh] [g/kwh] 130 P < 560 3,5 0,19 2,0 0, P < 130 5,0 0,19 3,3 0, P < 75 5,0 0,19 3,3 0,025 Nettovermogen Koolmonoxide Som van koolwaterstof en stikstofoxiden Deeltjes P CO CH+NO x PM [kw] [g/kwh] [g/kwh] [g/kwh] 37 P < 56 5,0 4,7 0,025 De milieuvriendelijke landbouwtrekker (D 5130) voldoet aan het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines. Landbouwtrekkers werken met een variabel toerental. Dit houdt in dat landbouwtrekkers voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving voldoen aan fase IIIb (ook wel TIER IV genoemd). Voor A 5000 gelden daarnaast ook geluidseisen. 9. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de codes B 1030 Duurzaam vaartuig B 1031 Duurzame energieopwekking en aandrijving voor een binnenvaartschip B 1130 Nettenplant- of rooimachine voor bollen en knollen F 1160 Waterhydraulisch systeem F 4151 Geluidsreducerend smeersysteem voor tram- en treinstellen of rangeerterreinen A 5000 Geluid- en emissiearme mobiele machine C 5001 Emissiearme mobiele machine A 5072 Elektrisch aangedreven mobiele machine B 5073 Elektrische vorkheftruck B 5074 Mobiele machine met hybridemotor 3 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

16 B 5090 Hydraulisch heiblok D 5091 Hydraulische boorstelling D 5101 Geluidarme mobiele puinbreker D 5110 Geluidarme mobiele houtversnipperaar D 5111 Geluidarme gazonmaaier D 5112 Mobiele compostomzetmachine F 5120 Natte mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen A 5121 Droge mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen D 5122 Rooimachine met tarrareinigingsinstallatie D 5130 Milieuvriendelijke landbouwtrekker D 5131 Milieuvriendelijke gemotoriseerde landbouwmachine D 5132 Milieuvriendelijke getrokken landbouwmachine B 5140 Geluidarme veeg- of veegzuigmachine B 5141 Geluidarme kolkenzuiger B 5142 Geluidarme vuilniswagen A 5143 Geluidarme vloeren- en stratenreiniger D 5150 Geluidarm hydrauliek aggregaat D 5180 Geluidarme laadschop D 5181 Geluidarme graafmachine D 5190 Geluidarme mobiele kraan B 5191 Geluidarme autolaadkraan D 5200 Geluidarme vorkheftruck D 5201 Geluidarme telescooplader of verreiker A 7100 Hennegat- of schroefaskokerafdichtingsinstallatie F 8101 Automatisch smeersysteem F 8141 Droge preischoningslijn F 8142 Mobiele schoningsinstallatie zijn voorzien van een verklaring van de producent of leverancier waaruit blijkt dat het hydraulische of smeersysteem van het desbetreffende bedrijfsmiddel is voorzien van een eenvoudig biologisch afbreekbare niet-toxische olie of eenvoudig biologisch afbreekbaar en niet-toxisch vet of water. Uit die verklaring blijkt dat bij het gebruik van een dergelijke olie, vet of water de garantiebepalingen onverkort van toepassing zijn. Olie en vet zijn eenvoudig biologisch afbreekbaar en niet-toxisch als daarvoor een certificaat is afgegeven op basis van het Europees Ecolabel dan wel daarvoor een Blauer Engel-certificaat is afgegeven. Indien het hydraulische of smeersysteem gevuld is met water en er kans op bevriezing bestaat, worden aan het systeem slechts stoffen toegevoegd die nodig zijn om het vriespunt te verlagen. Waterhydrauliek of -smering wordt in ieder geval vereist bij de volgende codes: B 1030 Duurzaam vaartuig B 1031 Duurzame energieopwekking en aandrijving voor een binnenvaartschip F 1160 Waterhydraulisch systeem A 7100 Hennegat- of schroefaskokerafdichtingsinstallatie 10. Ten aanzien van de volgende bedrijfsmiddelen: F 1000 Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics; F 1001 Test- of pilotinstallatie voor een innovatieve milieuvriendelijke techniek; F 1002 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie; F 1003 Productieapparatuur voor (half) producten op basis van biologische grondstoffen; B 1004 Nieuw gebouw of (mobiel) verblijf voor gecertificeerde dienstverlening of productie; F 1010 Productieapparatuur voor biologische landbouwproducten of fruit; F 1011 Verwerkingsapparatuur voor biologische landbouwproducten of fruit; F 1012 Verwerkingsapparatuur voor biologisch gekweekte vis, schaal- of schelpdieren; F 1040 Productie-installatie voor microalgen; F 1041 Vergistingsinstallatie met algenreactor; A 1042 Algen- of wierensysteem; F 4000 Apparatuur voor procesgeïntegreerde reductie van stofontwikkeling; F 4001 Apparatuur voor reductie van fijn stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering; F 4002 Ontstoffingsinstallatie met hergebruik stof; F 7000 Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken; B 8000 Apparatuur voor reductie van grondstoffengebruik voor verpakkingen (ombouw of vervanging); B 8001 Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit restafval; A 8002 Waterbesparende installatie voor grote ondernemingen (minimaal 125 liter per jaar per geïnvesteerde euro); B 8003 Waterbesparende installatie voor kleine en middelgrote ondernemingen (minimaal 25 liter per jaar per geïnvesteerde euro); 4 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

17 F 8005 Installatie voor het verwerken van mest onder terugwinning van fosfaat of stikstof; F 8006 Installatie voor het terugwinnen van fosfaten uit zuiveringsslib, afvalwater of urine; F 8007 Installatie voor het terugwinnen van fosfaat uit slibverbrandingsas; B 8008 Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater; A 8009 Apparatuur ter vermindering van de mate van vervuiling in het afvalwater; F 8010 Water- en grondstofbesparende installatie; A 8011 Installatie voor het verwerken van zuiveringsslib door afvalverwerkende bedrijven; A 8012 Installatie voor het verwerken van industrieel zuiveringsslib; F 8020 Apparatuur vervaardigd van hergebruikte onderdelen, wordt desgevraagd een meerkostenberekening overgelegd volgens de definities van Verordening (EG) nr. 1147/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 oktober 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voorde toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, wat betreft deel III10 van bijlage I (PbEU L 313), zijnde het Europese Milieusteunkader, en wordt aangetoond dat: met het betreffende bedrijfsmiddel milieuvoordelen worden behaald, en een groter milieurendement wordt gehaald dan wettelijk verplicht is. Het niveau van de milieuprestatie van een bedrijfsmiddel als hiervoor genoemd, is ten minste gelijkwaardig aan het niveau van de milieuprestaties van de andere bedrijfsmiddelen genoemd in deze Milieulijst. 11. Indien in deze bijlage sprake is van bepaalde meetvoorschriften, testmethoden, verklaringen of certificaten, worden bedrijfsmiddelen die getoetst zijn met gelijkwaardige meetvoorschriften, testmethoden of die voorzien zijn van gelijkwaardige verklaringen of certificaten, met de betreffende meetvoorschriften, testmethoden, verklaringen of certificaten gelijkgesteld. Paragraaf 2 Bedrijfsmiddelen F 1000 Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics a. bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic producten die gemaakt zijn van grondstoffen van biologische oorsprong, waarbij de grondstoffen van het bioplastic biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn volgens NEN-EN 13432:2000, b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die aantoonbaar noodzakelijk is voor het produceren van (producten van) bioplastics. Toelichting: Structuurverbetering van de (producten van) bioplastics met natuurlijke vezels is toegestaan. De biologische afbreekbaarheid of composteerbaarheid van die vezels hoeft niet te worden aangetoond. Als de plastic grondstoffen niet biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn volgens NEN-EN 13432:2000, maar wel van biologische oorsprong, kan de investering wellicht in aanmerking komen onder F F 1001 Test- of pilotinstallatie voor een innovatieve milieuvriendelijke techniek a. bestemd voor: het op pilotschaal beproeven van een innovatieve techniek ten einde het werkingsprincipe aan te tonen, die door het bedrijf dat de melding doet (mede) is ontwikkeld, die kan worden aangemerkt als de beste oplossing voor een bepaald milieuprobleem, geen (of zeer beperkte) negatieve effecten heeft op andere milieucompartimenten en niet tot verhoging van grondstofinzet leidt, die niet als volwaardige productie-installatie ingezet wordt, die niet primair is gericht op energiebesparing of -opwekking, en waarbij de (eerste) resultaten van de proefneming binnen één jaar na de melding worden gepubliceerd, b. bestaande uit: een test- of pilotinstallatie. Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. F 1002 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie a. bestemd voor: het verlenen van milieuvriendelijke diensten of het uitsluitend produceren van milieuvriendelijke producten, niet zijnde glastuinbouwproducten, volgens de eisen van het Milieukeur, Europees Ecolabel, Blauwe Vlag of Green Key, niveau goud. Dit wordt aangetoond door een certificaat afgegeven door de daartoe bevoegde instantie, b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die aantoonbaar noodzakelijk is om te voldoen aan de eisen van het Milieukeur, Europees Ecolabel, Blauwe Vlag of Green Key, niveau goud. 5 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

18 Toelichting: Informatie over Milieukeur en Europees Ecolabel kan worden gevonden op Informatie over Blauwe Vlag en Green Key op respectievelijk en In geval van Green Key, niveau goud kunnen alle benodigde investeringen worden gemeld, die aantoonbaar noodzakelijk zijn om van het oorspronkelijke niveau (geen certificaat, niveau brons of zilver) gecertificeerd te worden voor niveau goud. Ook investeringen om het niveau goud te behouden komen in aanmerking indien deze aantoonbaar noodzakelijk zijn. F 1003 Productieapparatuur voor (half) producten op basis van biologische grondstoffen a. bestemd voor: de verwerking van onderstaande grondstoffen tot een (half)product, niet zijnde een voedingsmiddel of een energiedrager, zoals brandstof, warmte of elektriciteit, voor zover dat (half)product nog niet gangbaar is, of als voor dat (half)product een niet hernieuwbare grondstof gangbaar is. Alleen in aanmerking komt de verwerking van (grond)stoffen oorspronkelijk afkomstig uit: de landbouw, het aquatisch milieu (alleen plantaardig), of primaire en secundaire reststromen oorspronkelijk afkomstig uit bovengenoemde bronnen, b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die aantoonbaar noodzakelijk is voor het verwerken van bovengenoemde grondstoffen, inclusief voorbewerkingsapparatuur. Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Toelichting: Ook niet-gangbare verwerking van mest tot grondstoffen zoals kunstmestvervangers kan onder deze omschrijving vallen. B 1004 Nieuw gebouw of (mobiel) verblijf voor gecertificeerde dienstverlening of productie a. bestemd voor: het verlenen van milieuvriendelijke diensten of het produceren van milieuvriendelijke producten, niet zijnde glastuinbouwproducten, met of in een nieuw gebouw of (mobiel) verblijf, voor bedrijven waarbij de dienstverlening of productie voldoet aan de eisen van Blauwe Vlag, Europees Ecolabel, Milieukeur, Skal of Green Key, niveau goud, waarbij het aangeschafte hout dat verwerkt wordt in het gebouw duurzaam is, wat blijkt uit certificering van de gehele keten van houtproductie tot en met het eindproduct, waarbij gebruik gemaakt is van goedgekeurde houtsoorten die staan op de positieve lijst van TPAS (Timber Procedure Assessment System), dat een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) heeft die ten minste 5% lager is dan vereist in het Bouwbesluit 2003 (Q pres;tot /Q pres;toel. 0,95). Indien er geen wettelijke verplichting geldt, heeft de uitwendige scheidingsconstructie een warmteweerstand over de constructie (R c ) van ten minste 2,25 m 2 K/W en hebben de ramen, deuren en kozijnen een warmtedoorlatingscoëffficiënt (U) van ten hoogste 2,8 W/m 2 K, en waarbij in het gebouw of verblijf sprake is van toepassing van ten minste twee andere bedrijfsmiddelen van deze Milieulijst op het gebied van buffering van regenwater, waterbesparing, biodiversiteit, het stimuleren van milieuvriendelijke mobiliteit of reductie van emissie en vervuiling door apparatuur in het gebouw of door het gebruik van het gebouw, b. bestaande uit: een nieuw gebouw of (mobiel) verblijf, inclusief apparatuur. Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu- investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Toelichting: Informatie over Milieukeur en Europees Ecolabel kan worden gevonden op Informatie over Blauwe Vlag en Green Key kan worden gevonden op respectievelijk en De aftopping van geldt per bedrijfsmiddel. In dit geval geldt de aftopping daarom per gebouw of (mobiel) verblijf. E 1005 Zeer duurzaam utiliteitsgebouw a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een gebouw dat is gerealiseerd volgens de volgende criteria: 1. de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) is ten minste 15% lager dan vereist volgens het Bouwbesluit 2003 (Q pres;tot /Q pres;toel. 0,85), 2. het gebouw is bouwkundig en installatietechnisch flexibel, waarbij toepassing is gegeven aan ten minste vier van de onderstaande maatregelen: 2a. de installaties zijn uitgelegd op ten hoogste 1,8 meter in plaats van 3,6 meter; 2b. de installaties zijn opgedeeld in bouwdelen (U618); 2c. meer kleine ketels in plaats van één grote ketel (U615) of een warmtepomp; 6 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010

19 2d. demontabele binnenwanden (U146); 2e. een plafondstructuur die zonder hakken of breken veranderd kan worden (U637); 2f. bemetering per bouwdeel in plaats van voor het hele gebouw (U024 en U378); 2g. voorbereidingen van het gebouw op functionele aanpassingen (U419); 2h. demontabele draagconstructies (U057), 3. een gesloten grondbalans die blijkt uit een berekening van de grondstromen (wat wordt afgegraven en aangevuld; wat gebeurt er met een tekort of overschot van de grond), 4. het aangeschafte hout dat verwerkt wordt in het gebouw duurzaam is, wat blijkt uit certificering van de gehele keten van houtproductie tot en met het eindproduct, waarbij gebruik gemaakt is van goedgekeurde houtsoorten die staan op de positieve lijst van TPAS (Timber Procedure Assessment System) (U063 en U064), en 5. de hemelwaterafvoervoorziening is niet aangesloten op de openbare riolering en waar mogelijk gebruik is gemaakt van halfverharding (U734 en U098), b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw. Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek. Toelichting: Gebouwen of gebouwdelen waarvoor het Bouwbesluit 2003 geen energieprestatie-eis stelt komen niet in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek. Voorbeelden van dergelijke gebouwen zijn bedrijfshallen, onverwarmde logiesgebouwen en tijdelijke bouwwerken. Voor meer informatie over het Bouwbesluit 2003, gebouwfuncties en energieprestatie-eisen zie /bouwbesluitonline. B 1006 Duurzame renovatie van een bestaand utiliteitsgebouw a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een bestaand gebouw dat is gerenoveerd volgens de volgende criteria: 1. de Energie-index is na renovatie ten minste 0,6 lager ten opzichte van de bestaande situatie, wat blijkt uit berekeningen van de Energie-index voor de bestaande en de nieuwe situatie, opgesteld door een daartoe gecertificeerd bureau, 2. binnenwanden, plafonds en installaties zijn,indien deze vervangen worden, bouwkundig en installatietechnisch flexibel, waarbij toepassing is gegeven aan ten minste drie van onderstaande maatregelen: 2a. de installaties zijn uitgelegd op ten hoogste 1,8 meter in plaats van op 3,6 meter; 2b. de installaties zijn opgedeeld in bouwdelen (U618); 2c. meer kleine ketels in plaats van één grote ketel (U615) of een warmtepomp; 2d. demontabele binnenwanden (U146); 2e. een plafondstructuur die zonder hakken of breken veranderd kan worden (U637); 2f. bemetering per bouwdeel in plaats van voor het hele gebouw (U024 en U378); 2g. voorbereidingen op functionele aanpassingen (U419), 3. de geluidwerende eigenschappen van de gevel voldoen aan de nieuwbouweisen ter bescherming tegen geluid van buiten van het Bouwbesluit 2003, afdeling 3.1, wat blijkt uit een schriftelijke verklaring van de betrokken bouwfysica- of installatie-adviseur, 4. het aangeschafte hout dat verwerkt wordt in het gebouw duurzaam is, wat blijkt uit certificering van de gehele keten van houtproductie tot en met het eindproduct, waarbij gebruik gemaakt is van goedgekeurde houtsoorten die staan op de positieve lijst van TPAS (Timber Procedure Assessment System) (U063 en U064), 5. de hoeveelheid toevoer van lucht van buiten voldoet ten minste aan de eisen, bedoeld in afdeling 3.10, paragraaf , van het Bouwbesluit 2003, wat blijkt uit een schriftelijke verklaring van een bouwfysica- of installatie-adviseur, 6. de daglichttoetreding voldoet ten minste aan de eisen voor equivalente daglichtoppervlakte, bedoeld in afdeling 3.20, paragraaf 3.20, van het Bouwbesluit 2003, wat blijkt uit een schriftelijke verklaring van een bouwfysica-adviseur, en 7. er zijn voldoende maatregelen genomen ter voorkoming van oververhitting in de zomer, zoals oriëntatie en grootte van de beglazing, zonwering, bouwmassa en actieve koeling, waardoor wordt voldaan aan de klasse B-eis (direct of adaptief), bedoeld in NEN-EN 15251:2007, wat blijkt uit een schriftelijke verklaring van een bouwfysica- of installatie-adviseur, b. bestaande uit: een gerenoveerd utiliteitsgebouw. Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Toelichting: De uitgave Duurzaam bouwen; nationaal pakket utiliteitsbouw staat op E 1007 Duurzaam utiliteitsgebouw gecertificeerd door DGBC 7 Staatscourant 2009 nr december MIA\Vamil 2010 Gewijzigde brochure en Milieulijst 21 april 2010