CONCEPT. Besluit: 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004, 126.

Transcriptie

1 Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2005, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2007 in verband met het vaststellen van subsidiebedragen voor gerenoveerde productie-installaties voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land. De Minister van Economische Zaken, Handelend na overleg met de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op de artikelen 72m, vijfde lid, 72p, tweede lid, en 72s, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit: Artikel I Na artikel 6, tweede lid, van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land waarvoor een ontheffing voor renovatie als bedoeld in artikel 72m, derde lid, onderdeel b, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is verkregen, bij subsidieverlening in ,017 per kwh. Artikel II Na artikel 6, tweede lid, van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land waarvoor een ontheffing voor renovatie als bedoeld in artikel 72m, derde lid, onderdeel b, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is verkregen, bij subsidieverlening in de periode 1 januari 2006 tot en met 30 juni ,017 per kwh. 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004,

2 Artikel III Na artikel 5, tweede lid, van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) 3 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land waarvoor een ontheffing voor renovatie als bedoeld in artikel 72m, derde lid, onderdeel b, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is verkregen, bij subsidieverlening in de periode 1 juli 2006 tot en met 31 december ,008 per kwh. Artikel IV Na artikel 5, tweede lid, van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land waarvoor een ontheffing voor renovatie als bedoeld in artikel 72m, derde lid, onderdeel b, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is verkregen, bij subsidieverlening in ,008 per kwh. Artikel V De bij de Algemene uitvoeringsregeling milieukwaliteit elektriciteitsproductie 5 behorende bijlage 3 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage. Artikel VI 1. Op aanvragen om subsidie voor productie-installaties voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land die vóór XXX (= datum aanhangig maken TK) zijn ingediend en op subsidies voor productie-installaties voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land die vóór XXX (= datum aanhangig maken TK) zijn verstrekt, is de regelgeving van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde. 2. In geval een producent voor een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land vóór XXX (= datum aanhangig maken TK) een aanvraag tot ontheffing heeft ingediend, en na XXX (= datum aanhangig maken TK) een aanvraag om subsidie indient, is de regelgeving van toepassing zoals die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding luidde. 3 Stcrt. 2005, Stcrt. 2004, Stcrt. 2003, 121; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 22 april 2005 (Stcrt. 84). 2

3 3. In geval een producent voor een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land: 1 o. vóór XXX (= datum aanhangig maken TK) een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten ter renovatie van de desbetreffende productie-installatie en 2 o. na XXX (= datum aanhangig maken TK) een aanvraag tot ontheffing en een aanvraag tot subsidie indient, is de regelgeving van toepassing zoals die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding luidde. Artikel VII 1. De artikelen I, V en VI treden in werking met ingang van de tweede dag na de publicatie in de Staatscourant en werken terug tot XXX (= datum aanhangig maken TK). 2. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel III treedt in werking met ingang van 1 juli Artikel IV treedt in werking met ingang van 1 januari Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Economische Zaken, 3

4 Deze bijlage behoort bij artikel 15, derde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling milieukwaliteit elektriciteitsproductie. De Minister van Economische Zaken, 4

5 Bijlage 3 VERZOEK OM ONTHEFFING I.V.M. MEPSUBSIDIE Niet invullen Dossiernummer : Datum ontvangst: 1. Gegevens producent a. Naam organisatie: b. Adres: c. Postcode en plaats: d. Postbusnummer: e. Postcode en plaats: f. Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te: g. Registratienummer Kamer van Koophandel: h. Sofinummer Belastingdienst: 2. Gegevens contactpersoon a. Naam organisatie b. Naam contactpersoon m/v c. Functie d. Adres: e. Postcode en Plaats: f. Telefoonnummer(s) : g. Faxnummer: h. adres: 5

6 3. Locatiegegevens van de productie-installatie a. Locatienaam: b. Adres: c. Postcode en Plaats: d. Locatienummer Kadaster: e. EAN-code van het aansluitpunt: (18-cijfers) 4. Typegegevens productie-installatie en energiebron Kruis aan op wat voor soort productie-installatie en hernieuwbare energiebron uw aanvraag betrekking heeft. 4a. Een installatie waarmee duurzame elektriciteit wordt opgewekt uit een hernieuwbare energiebron, niet zijnde biomassa, biogas, stortgas of rioolwaterzuiveringsgas. De hernieuwbare energiebron is: O a. O b. O c. O d. O e. O f. Wind op zee Wind op land Zonne-energie (pv) Golfenergie Getijdenenergie Waterkracht 4b. Een installatie waarin duurzame elektriciteit wordt opgewekt uit biomassa, biogas, stortgas of rioolwaterzuiveringsgas, niet zijnde een afvalverbrandingsinstallatie. De hernieuwbare energiebron is: O g. O h. O i. O j. O k. O l. Zuivere biomassa of zuiver biogas Niet-zuivere biomassa of niet-zuiver biogas Stortgas Rioolwaterzuiveringsgas (uit slibvergisting) Afvalwaterzuiveringsgas (uit slibvergisting) Biogas uit vergisting van groente-, fruit- en tuinafval 4c Een afvalverbrandingsinstallatie: O a. Met een rendement kleiner dan of gelijk aan 26% O b. Met een rendement groter dan 26% 6

7 4d Om welke reden vraagt u ontheffing: O a. de productie-installatie is nà 1 januari 1996 ingrijpend gerenoveerd; O b. de productie-installatie is nà 1 januari 1996 ingrijpend uitgebreid; O c. de productie-installatie heeft voor het eerst nà 1 januari 1996 gebruik gemaakt van hernieuwbare energiebronnen; O d. de productie-installatie heeft voor het eerst nà 1 januari 1996 klimaatneutrale elektriciteit opgewekt; O e. een geheel nieuwe productie-installatie is opgericht nadat de eerdere verloren is gegaan; O f. een productie-installatie waarvoor al eerder subsidie is verkregen, is ingrijpend gerenoveerd; O g. een productie-installatie waarvoor al eerder subsidie is verkregen, is ingrijpend uitgebreid. 5. Wijziging van de productie-installatie 5a Wanneer is de ongewijzigde (niet aangepaste of uitgebreide) productie-installatie voor het eerst in gebruik genomen? (dag, maand, jaar) 5b Heeft u met de aangepaste of uitgebreide productie-installatie al duurzame elektriciteit geproduceerd? O ja O nee Zo ja, wanneer heeft u voor het eerst duurzame elektriciteit geproduceerd? (dag, maand, jaar) Zo nee, wanneer wordt de aangepaste of uitgebreide productie-installatie in gebruik genomen? (dag, maand, jaar) 5c Heeft u voor dezelfde productie-installatie aleens eerder subsidie in het kader van MEP toegekend gekregen? O ja O nee Zo ja, vermeld dan de datum en kenmerk van deze beschikking van TenneT. Datum: (dag, maand, jaar) Kenmerk: 6. Opmerkingen Zijn er nog andere gegevens, die voor het verzoek om ontheffing relevant geacht kunnen worden? O nee O Ja, namelijk: 7

8 7. Ondertekening Dit formulier moet worden ondertekend door de aanvrager. Indien dit formulier wordt ondertekend door een ander dan de aanvrager moet een machtiging van de aanvrager worden bijgevoegd. Aldus naar waarheid ingevuld, Naam ondertekenaar: O Dhr O Mw Plaats: Datum: Handtekening: Bij dit verzoek om een ontheffing moet u de volgende bijlagen meesturen: een afschrift van een geldige (gewijzigde) vergunning voor de oprichting van uw gewijzigde productie-installatie, gedateerd na 1 januari 1996, waarmee de productie-installatie daadwerkelijk in gebruik is genomen (zie artikel 8.1 van de Wet milieubeheer) of; indien de hierboven bedoelde vergunning op een eerdere datum is afgegeven of indien het voor de desbetreffende productie-installatie niet verplicht is deze vergunning te hebben, een ander bewijsstuk waaruit onbetwistbaar blijkt dat voor het eerst na 1 januari 1996 duurzame elektriciteit is opgewekt met de gewijzigde productie-installatie. een bewijs van levering van goederen die betrekking hebben op de gewijzigde productie-installatie. Hierbij kunt u denken aan een factuur of een technische specificatie van de productie-installatie voor en na het aanpassen van de installatie. indien het verzoek om ontheffing voor renovatie van een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land na XXX (= datum aanhangig maken TK) wordt ingediend, een kopie van een vóór XXX (= datum aanhangig maken TK) gesloten overeenkomst ter renovatie van die productie-installatie. 8

9 Een machtiging indien dit formulier is ondertekend door een ander dan de aanvrager. Controleer voordat u de aanvraag verstuurt of: het formulier volledig is ingevuld; het formulier is ondertekend met een originele handtekening; de nodige bijlagen (genummerd) zijn bijgevoegd. SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken dat overheidsbeleid uitvoert op het terrein van technologie, energie, milieu, export en internationale samenwerking. Doelstelling hierbij is het duurzaam versterken van de positie van bedrijfsleven en kennisinstellingen in ons land. De ontheffingsbepaling uit de algemene uitvoeringsregeling milieukwaliteit elektriciteitsproductie (MEP) wordt door SenterNovem uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. De Minister van Economische Zaken, 9

10 Toelichting 1. Algemeen In de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2003, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2004, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2005, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2007 zijn subsidiebedragen opgenomen voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land. Op grond van artikel 72m, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 wordt aan een productie-installatie in principe slechts eenmalig subsidie verleend. Er wordt echter een uitzondering gemaakt voor productie-installaties die ingrijpend zijn gerenoveerd (artikelen 72m, derde lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998). Daarnaast komen productie-installaties die voor 1996 in productie zijn genomen niet in aanmerking voor subsidie, tenzij een ontheffing op grond van 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is verkregen. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gaat in beide gevallen pas tot subsidieverlening over indien de producent beschikt over een door SenterNovem afgegeven ontheffing voor renovatie. In geval men aan de vereisten voor een ontheffing voldoet en ontheffing is verleend, heeft de aanvrager thans recht op een subsidiebedrag dat gelijkstaat aan het subsidiebedrag dat wordt verleend als ware het een nieuwe productie-installatie. Productie-installaties die volledig worden vervangen, om andere redenen dan dat zij in het geheel verloren zijn gegaan (zie artikel 72m, derde lid, onderdeel a), worden -net als thans- beschouwd als gerenoveerde productie-installaties. Het in deze regeling vastgestelde subsidiebedrag is dus ook op die productie-installaties van toepassing. 2. Apart subsidiebedrag voor gerenoveerde windturbines Sinds de invoering van de MEP heeft SenterNovem ruim 300 aanvragen voor een ontheffing voor renovatie van windturbines ontvangen. In de brief aan de Tweede Kamer over de tussenevaluatie van de subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) (kamerstukken II 2003/4, 28665, nr. 49) is aangekondigd dat in geval uit monitoringsresultaten zou blijken dat sprake is van lagere investeringskosten (en daarmee een lagere onrendabele top) het invoeren van een apart (lager) subsidiebedrag voor renovatie in de rede ligt. Uit de bij SenterNovem beschikbare gegevens blijkt dat de investeringskosten voor renovatie beduidend lager liggen dan in geval het nieuwe investeringen betreft. Dat betekent ook dat de onrendabele top per kilowattuur lager ligt dan bij nieuwe productieinstallaties. Gezien dit feit is het opnieuw verlenen van het normale subsidiebedrag voor windturbines nadat is gerenoveerd niet langer wenselijk. Derhalve is aan ECN en Kema gevraagd om op basis van het beschikbare cijfermateriaal de onrendabele top voor renovatieprojecten 10

11 bij windenergie te bepalen ( Renovatie windturbines: berekening van de onrendabele top, ECN-I04-000, website: Bij subsidieverlening voor 2005 en 2006 (periode 1 januari tot en met 30 juni) bedraagt dit subsidiebedrag 0,017 per kwh. Bij subsidieverlening voor 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en 2007 bedraagt dit subsidiebedrag 0,008. Het verschil tussen deze bedragen wordt veroorzaakt door enerzijds een lagere onrendabele top en anderzijds het verschil in vollasturen ( respectievelijk vollasturen). 3. Overgangsrecht Om een hausse aan aanvragen, en daarmee een zeer hoog beslag op het budget te voorkomen, werkt deze regeling terug tot XXX, de datum waarop de regeling is voorgehangen bij de Tweede Kamer. Vanaf dat moment is het voor producenten van windturbines duidelijk dat, als zij hun productie-installatie gaan renoveren, er een lager subsidiebedrag van toepassing is. Wel is sprake van een overgangsregime. In artikel V van de onderhavige regeling zijn daarom drie categorieën producenten opgenomen op wie het hogere subsidiebedrag voor windturbines van toepassing blijft. In de eerste plaats betreft het die producenten aan wie voor de inwerkingtreding van deze regeling subsidie is verleend alsook producenten die voor de inwerkingtreding van deze regeling reeds een subsidieaanvraag hadden ingediend. Bestaande rechten worden gerespecteerd. In tweede plaats betreft het producenten die voor de inwerkingtreding van deze regeling een aanvraag tot ontheffing wegens renovatie hebben ingediend. Een aanvraag voor ontheffing kan pas worden aangevraagd nadat de renovatie is uitgevoerd. Een producent heeft in dat geval de renovatie uitgevoerd in de verwachting dat hij het hoge subsidiebedrag zou ontvangen. Het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat hij er op mag vertrouwen dat, voorzover hij aan de overige subsidievoorwaarden voldoet, de subsidie verleend zou worden voor het op dat moment geldende subsidiebedrag. Tot slot betreft het producenten die voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling nog geen aanvraag tot ontheffing hebben ingediend, maar al wel een investeringsbeslissing hebben genomen. Een producent komt in aanmerking voor het hogere subsidiebedrag indien hij bij het indienen van een aanvraag voor ontheffing kan aantonen dat hij voor de inwerkingtreding, dat wil zeggen, voor XXX (datum aanhangig maken TK), een schriftelijke overeenkomst tot renovatie heeft gesloten en voor het overige voldoet aan de subsidievoorwaarden. De Minister van Economische Zaken, 11