Inleiding 3. De Milieulijst Index 92. Formulier: Voorstel ter aanvulling en wijziging van de bestaande lijst 117

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding 3. De Milieulijst 2006 25 Index 92. Formulier: Voorstel ter aanvulling en wijziging van de bestaande lijst 117"

Transcriptie

1 Inleiding 3 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar 5 Wijzigingen in Overzicht van nieuwe bedrijfsmiddelen 6 Bedrijfsmiddelen die zijn vervallen 8 Bedrijfsmiddelen die zijn gewijzigd 9 deel 1 De regelingen MIA en VAMIL 13 De Milieulijst 13 Hoe werkt de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)? 14 Hoe werkt de milieu-investeringsaftrek (MIA)? 15 Hoe werkt de aftopping? 16 Wat komt in aanmerking? 16 Wat komt niet in aanmerking? 17 Milieu-advieskosten 18 Combinaties van regelingen 19 Hoe maakt u gebruik van de regeling? 21 Invullen van het meldingsformulier 21 Insturen van het meldingsformulier 22 Verwerken in de aangifte 23 Aanvullende bepalingen 23 deel 2 deel 3 De Milieulijst Index 92 deel 4 Bestelbonnen brochures 115 deel 5 Formulier: Voorstel ter aanvulling en wijziging van de bestaande lijst 117 deel 6 Het meldingsformulier (Jaar van investeren 2006) 123 Machtigingsformulier 127 Achterzijde brochure: Adressen en telefoonnummers

2 Deze brochure bevat een beknopte en vrije weergave van de wettelijke bepalingen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Raadpleeg in geval van onduidelijkheid altijd de tekst van de wet en de regeling zelf.

3 Inleiding De overheid stimuleert investeringen in milieuvriendelijke apparatuur. Een beter milieu komt immers de hele samenleving ten goede. Om deze reden heeft het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) samen met het ministerie van Financiën twee investeringsregelingen ingesteld waardoor het extra aantrekkelijk is te investeren in milieuvriendelijke apparatuur 1. Wanneer u als ondernemer investeert in deze milieuvriendelijke apparatuur kunt u dubbel financieel voordeel behalen. Een percentage van de investeringskosten in deze bedrijfsmiddelen is namelijk aftrekbaar van de fiscale winst. Bovendien komen de meeste investeringen in aanmerking voor willekeurige afschrijving. Het voordeel is duidelijk: door gebruik te maken van investeringsaftrek en/of de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving drukt u de fiscale winst. Over één of meer jaren hoeft immers minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting te worden betaald. De overheid wil op deze manier investeringen in milieuvriendelijke apparatuur door het Nederlandse bedrijfsleven stimuleren. Dit kan allemaal door de volgende twee investeringsregelingen: Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL); Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA). Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) De VAMIL biedt de mogelijkheid van vrije afschrijving van een investering: door sneller afschrijven vermindert u de fiscale winst. Doel van de VAMIL is het stimuleren van de marktintroductie van milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA) De milieu-investeringsaftrek biedt de mogelijkheid de fiscale winst te verlagen. Het doel van de MIA is het stimuleren van investeringen in milieuvriendelijke apparatuur door het Nederlandse bedrijfsleven. In principe kan elke Nederlandse onderneming van de MIA\VAMIL gebruikmaken. En dat is nog eenvoudig ook. Het invullen en tijdig opsturen van één meldingsformulier volstaat. In een breder perspectief bieden MIA\VAMIL meer dan alleen direct financieel voordeel. Door te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen dragen ondernemingen bij aan een schoner milieu. Op zichzelf is dat al de moeite waard, want zorg om het milieu hoort bij modern ondernemerschap. Maar tegelijkertijd kunnen milieubewuste investeringen de marktpositie en het imago van de onderneming versterken. Afnemers stellen immers steeds vaker strenge milieu-eisen aan de geleverde producten. Ook de overheid stelt steeds meer eisen. De onderneming die haar milieuzaken voor elkaar heeft wordt niet zo snel voor onvoorziene kosten geplaatst door toezichthoudende instanties. Milieubewust investeren kan hand in hand gaan met een verantwoorde bedrijfseconomische ontwikkeling. Milieu-investeringen openen daar juist mogelijkheden voor. Investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen is daarom een verantwoorde keuze. 1 Een andere investeringsregeling met een milieu-gerelateerd doel is de Energie Investerings Aftrek van het Ministerie van Economische zaken en het Ministerie van Financiën. Deze stimuleert energiebesparing en de inzet van duurzame energie. 3 Inleiding

4 Deze brochure geeft een algemene toelichting op de twee investeringsregelingen: MIA en VAMIL. In deel 1 van deze brochure vindt u een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van het voorgaande jaar. Deel 2 gaat in op de werking van de investeringsregelingen. Deel 3 vertelt hoe u van de regelingen gebruik kunt maken. In deel 4 vindt u de Milieulijst met de bedrijfsmiddelen die in 2006 kwalificeren voor de MIA dan wel de VAMIL. Aan het eind van deel 4 is een index opgenomen, waar u alfabetisch kunt zoeken op bedrijfsmiddel of stoffen of bedrijfstak. In deel 5 staan bestelbonnen voor nieuwe brochures. In deel 6 treft u een formulier aan waarmee u een voorstel kunt doen voor het opnemen van een bedrijfsmiddel op de Milieulijst MIA\VAMIL van Tenslotte vindt u achterin deze brochure een meldingsformulier waarmee u uw investeringen van het jaar 2006 voor MIA en/of VAMIL kunt aanmelden bij de Belastingdienst. Waar vindt u informatie over MIA\VAMIL? Op de achterzijde van de brochure zijn telefoonnummers en adressen opgenomen van instanties waar u meer informatie over de MIA en VAMIL kunt krijgen. Voor technische vragen over de MIA\VAMIL kunt u bellen met de helpdesk van SenterNovem (telefoonnummer (038) ). Voor fiscale vragen kunt u bellen met de BelastingTelefoon voor ondernemers (telefoonnummer (0800) 05 43). U kunt alle informatie uit deze brochure ook vinden op het internet via Op deze site vindt u de Milieulijst 2006 met een handige zoekstructuur. Daarnaast bevat de site een elektronische versie van deze brochure met bijbehorende formulieren die u kunt downloaden, invullen en uitprinten. Aanvullende informatie, zoals lijsten met geluid- en/of emissiearme werktuigen of de lijst met biologisch afbreekbare, niet-toxische olie en smeervet, zijn op het internet zoveel mogelijk gekoppeld en toegankelijk gemaakt via de betreffende bedrijfsmiddelcodes. Bovendien bevat de site antwoorden op veel gestelde vragen en kunt u informatie vinden over verschillende aan de MIA\VAMIL gerelateerde wetteksten en publicaties. Tenslotte staat op de MIA\VAMIL-site een leveranciersmarktplaats. Leveranciers en producenten van bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst voorkomen kunnen hier hun bedrijfsgegevens invullen. Doel van deze marktplaats is om potentiële kopers in contact te brengen met leveranciers van bedrijfsmiddelen van de Milieulijst. Let op: het leveranciersbestand is een hulpmiddel en biedt geen garantie dat de aangekochte bedrijfsmiddelen daadwerkelijk voldoen aan de eisen van de Milieulijst. U blijft er als ondernemer te allen tijde zelf verantwoordelijk voor dat uw investering voldoet aan de omschrijving van de Milieulijst. 4 Inleiding

5 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar deel Wijzigingen in de regeling De Milieulijst geeft de bedrijfsmiddelen die voor MIA en/of VAMIL in aanmerking komen. Ten opzichte van de Milieulijst 2005 is het aantal bedrijfsmiddelen weer toegenomen: tegenover 35 bedrijfsmiddelen die zijn afgevoerd staan 47 nieuwe bedrijfsmiddelen. Hieronder zal kort worden ingegaan op de belangrijkste wijzigingen, gevolgd door een overzicht van nieuwe, vervallen en inhoudelijk gewijzigde bedrijfsmiddelen. Wijzigingen in mobiele machines De meeste bedrijfsmiddelcodes voor mobiele machines zijn aangepast. De Milieulijst anticipeert hiermee op de verzwaring van de luchtemissie-eisen voor mobiele machines volgens EG-richtlijn 2004/26 en het van kracht worden van fase II van EG-richtlijn 2000/14 voor de geluidsemissies. Om geluidreductie en emissiereductie apart te kunnen stimuleren, zijn extra codes toegevoegd. Om voor stimulering in aanmerking te komen moet in ieder geval het hydraulische systeem van de machines zijn afgevuld met biologisch afbreekbare niet-toxische olie. Daarna zijn er drie mogelijkheden: 1. De machine voldoet aan de luchtemissie-eisen van fase IIIa van EG-richtlijn 2004/26 indien het een werktuig met een variabel toerental betreft, of aan de eisen van fase II van richtlijn 97/68/EG indien het een werktuig met een constant toerental betreft. In dit geval komt de investering in aanmerking voor willekeurige afschrijving. U meldt deze mobiele machines onder code C De machine voldoet aan de geluideisen van één van de codes voor geluidarme machines uit hoofdstuk 5. Deze geluidarme machines komen in aanmerking voor 15 % MIA (met een aftopping van 20 %). 3. Indien de machine zowel aan de scherpe emissie-eisen (punt 1) als aan de geluideisen (punt 2) voldoet, komt de investering in aanmerking voor 30 % MIA (met een aftopping van 20 %) én VAMIL. Deze machine kan worden gemeld onder code A In de Milieulijst op internet (te vinden op is per bedrijfsmiddelcode aangegeven van welke merken en typen bekend is dat ze aan bovenstaande eisen voldoen. Euro 4 met datum kenteken Sinds 2004 wordt de invoering van bussen en bedrijfswagens met een Euro 4 dieselmotor gestimuleerd en sinds 2005 ook de invoering van bussen en bedrijfswagens met een Euro 5 dieselmotor. Deze bedrijfsmiddelen zijn te vinden op de Milieulijst onder de codes D 5078 tot en met D Het bewijs dat een Euro 4 of Euro 5 motor is aangeschaft, wordt geleverd met het kentekenbewijs. Per 1 oktober 2006 worden Euro 4 dieselmotor verplicht. Daarom is de eis opgenomen dat voor de Euro 4 dieselmotor het Nederlandse kentekenbewijs uiterlijk 31 december 2006 moet zijn afgegeven. Voor de Euro 4 en de Euro 5 motor is de aftopping van het investeringsbedrag zodanig gekozen dat de volledige meerkosten ten opzichte van Euro 3 motoren worden vergoed. Voor Euro 5 is in 2006 het bedrag dat voor MIA in aanmerking komt opgehoogd tot Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

6 Nieuwe generieke omschrijvingen Dit jaar zijn vier nieuwe generieke omschrijvingen opgenomen: Bij generiek omschreven bedrijfsmiddelen zijn doelvoorschriften opgenomen, maar worden noch de onderdelen, noch de werking nauwkeurig omschreven. Deze wijze van werken was ook al toegepast bij codes met maatlatten. In de Milieulijst van 2006 is een verdere uitbreiding gegeven aan deze werkwijze. Het is voor de ondernemer belangrijk omdat hij meer keuzevrijheid krijgt bij zijn investeringsgedrag. Bovendien geeft deze werkwijze meer ruimte aan innovatie. Immers niet de precieze technologie is maatgevend maar de prestatie van de verkozen oplossing. De aanpak geeft op deze wijze opening voor nieuwe ideeën doordat ook voor die ideeën direct fiscale ondersteuning haalbaar is. De generieke bedrijfsmiddelen op de Milieulijst van 2006 zijn (de nieuwe bedrijfsmiddelen zijn gemarkeerd met een!): A 1000 Productieapparatuur voor bioplastics of voor producten van bioplastics; F 1001 Productieapparatuur voor biologische landbouwproducten; A 1002 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie met Milieukeur; B1003 Productieapparatuur voor industriële verwerking van landbouwgrondstoffen;! A 1004 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie met Europees Ecolabel; A 3000 Apparatuur ter beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen (aanpassing bestaande situatie); E 8000 Apparatuur voor reductie van grondstoffengebruik voor verpakkingen (ombouw of vervanging);! B8001 Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit shredder- en restafval;! B8002 Waterbesparingsinstallatie voor de industrie (ombouw of vervanging met 75% besparing);! B8003 Waterbesparingsinstallatie voor de industrie (ombouw of vervanging met 50% besparing). De investeringen die generiek worden gemeld, moeten aan dezelfde strenge eisen voldoen als de andere bedrijfsmiddelen. Door de aard van de generieke codes kan controle slechts achteraf plaatsvinden. Dit betekent dat van alle genieriek gemelde bedrijfsmiddelen de milieuvoordelen specifiek aangetoond moeten kunnen worden. Daarbij geldt dat met de investering een groter milieurendement moet worden gehaald dan wettelijk verplicht is. Bovendien moet worden voldaan aan de Europese eisen voor staatsteun. Bij alle nietgenerieke codes zijn deze zaken beoordeeld voordat ze op de Milieulijst werden opgenomen. 1.2 Overzicht van nieuwe bedrijfsmiddelen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedrijfsmiddelen die nieuw zijn toegevoegd aan de Milieulijst in A 1004 B1210 B2117 B2152 A 2153 A 2181 B3153 B3211 A 4054 F 4070 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie met Europees Ecolab Gesloten beitsinstallatie voor roestvrijstalen producten Halogeenvrij of indirect koelsysteem voor visserij- en koopvaardijschepen (ombouw of vervanging) Dubbeldek trailer Verdichtingsmachine voor bulktransport SF 6 -vrij hoog- of middenspanningsschakelsysteem (vervanging) Gesloten reinigingsmachine met halogeenvrije oplosmiddelen Druktorens voor waterloze offset Plasma-omzetter voor organische geurstoffen en vluchtige organische stoffen Luchtfilter voor stallen 6 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

7 B4140 B4151 B4181 A 5000 C 5001 B6063 A 6064 A 6065 B6068 B6069 A 6073 A 7040 F 7055 B7056 B7057 A 7061 F 7070 F 7175 A 7180 A 7186 B7190 B8001 B8002 B8003 A 8120 A 8149 B8156 A 8160 B8212 B8310 A 8351 B8362 B8385 B9105 B9113 B9163 B9183 Alkalizoutvrije vulcanisatie-installatie (ombouw of vervanging) Geluidsreducerend smeersysteem voor tram- en treinstellen Lichtvervuilingbeperkende verlichting (ombouw of vervanging) Geluid- en emissiearme mobiele machine Emissiearme mobiele machine Halogeenvrij gekoeld bulktransport van LPG of toxische gassen per binnenvaartschip Halogeenvrij gekoeld bulktransport van LPG of toxische gassen per tankcontainer of tankwagen Halogeenvrij gekoelde verlading van LPG of toxische gassen Automatisch noodbesturingssysteem voor een binnenvaartschip Gladde ankers en kluizen voor een binnenvaartschip Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen Akoestische afschrikkingsapparatuur aan visnetten Schaal- of schelpdierkwekerij Zoetwaterviskwekerij Twinrigvisinstallatie op bestaande visserijschepen Collectieve regenwateropslagplas voor de glastuinbouw Vegetatiedak Intrarijwieder Heetwaterinstallatie voor fruitbehandeling Verlaagde spuitboom voor spuitinstallatie Installatie voor het verwijderen van zware metalen uit kunstmest Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit schredder- of restafval Waterbesparingsinstallatie voor de industrie (0mbouw of vervanging met 75% besparing) Waterbesparingsinstallatie voor de industrie (0mbouw of vervanging met 50% besparing) Hoog rendement destillatiesysteem voor laboratoria Toilet met urinescheiding Hogedrukreiniger met waterterugwinning Membraanfiltratie-installatie met terugwinning grondstoffen Roterend filter of centrifuge met materiaalterugwinning Verwerkingsinstallatie voor kunstgras Diëlektrisch ontsmetten van substraat Potafdekinstallatie Spuitmachine met automatische vul- en spoelfunctie Directe chemische oxidatie-installatie voor bodemsanering Gestimuleerde landfarmingsinstallatie voor baggerslib Aërobe korrelslibreactor Elektro-osmotische slibontwateringsinstallatie deel 1 7 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

8 1.3 Bedrijfsmiddelen die zijn vervallen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedrijfsmiddelen die zijn vervallen ten opzichte van de Milieulijst van B2121 B2160 A 5062 F 6110 A 6121 G 7120 G 7141 F 7171 B8080 A 8110 B8151 B8152 B8153 E 8157 E 8180 E 8191 E 8192 E 8193 E 8194 E 8195 E 8196 A 8240 B8280 A 8382 E 8440 B9060 E 9192 E 9193 E 9194 D 9210 A 9221 B9230 A 9260 A 9352 A 9353 Polyethyleenschuiminstallatie Mobiel monstername-apparaat voor de gastankvaart Ombouwset van dieselmotoren naar biobrandstofmotoren Lekdetectie- en tankbewakingssysteem Vaste laad- en losarmen voor laden en lossen van chloor, ammoniak of zwaveldioxide Ammoniakemissieverminderende staltechnieken Sneltester op stikstofgehalte Aardappelhaarwortelsnijmachine Wegdekconditioneringssysteem Systeem voor levensduurverlenging van TL-verlichting Waterterugwininstallatie voor wasstraten ten behoeve van hergebruik van water Waterbesparingsinstallatie Recyclingsinstallatie voor bulkgoederensproeiwater Recirculatiesysteem voor teelt op matten Opslagvoorziening voor oppervlakte-, regen-, en/of recirculatiewater Drain- en recirculatie- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op basis van biologische zandfiltratie Drain- en recirculatie- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op basis van membraanfiltratie (ultrafiltratie of microfiltratie) Drain- en recirculatie- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op basis van oxidatie Drain- en recirculatie- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op basis van UV-bestraling Drain- en recirculatie- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op basis van UV-bestraling en oxidatie Drain- en recirculatie- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op basis van verhitting Absorbtiemateriaalrecyclingsinstallatie Recyclinginstallatie voor vorm- en kernzand Spuitcomputer met meteorologische sensoren Laser imager voor medische röntgen- of MRI-opnames Elektrostatisch of magnetisch vloeistofbehandelingsapparaat Centrifuge Decanter Hydrocycloon Membraanfiltratie-installatie Natte-oxidatiereactor Roterend filter Elektrodialyse-membraaninstallatie Elektrochemische reactor Membraanelektrolyse-installatie 8 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

9 1.4 Bedrijfsmiddelen die zijn gewijzigd deel 1 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de wijzigingen van de Milieulijst 2006 ten opzichte van de Milieulijst 2005, gesorteerd op bedrijfsmiddelcode. De derde kolom geeft aan of de eisen voor het bedrijfsmiddel inhoudelijk zijn veranderd, of dat de omschrijving slechts tekstueel/redactioneel is aangepast. A 1000 Productieapparatuur voor bioplastics of producten van bioplastics inhoudelijk F 1001 Productieapparatuur voor biologische landbouwproducten tekstueel A 1002 Apparatuur voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie met Milieukeur tekstueel B1003 Productieapparatuur voor industriële verwerking van landbouwgrondstoffen inhoudelijk B1070 Houtmodificatie-installatie tekstueel F 1090 Groen Label kas tekstueel F 1100 Skal-stal tekstueel A 1101 Diervriendelijke rundveestal met lage ammoniakemissie (nieuwbouw) inhoudelijk A 1102 Ombouw naar diervriendelijke rundveestal met lage ammoniakemissie inhoudelijk A 1110 Diervriendelijke varkensstal met lage ammoniakemissie (nieuwbouw) inhoudelijk A 1111 Ombouw naar diervriendelijke varkensstal met lage ammoniakemissie inhoudelijk A 1120 Diervriendelijke pluimveestal met lage ammoniakemissie (nieuwbouw) inhoudelijk A 1121 Ombouw naar diervriendelijke pluimveestal met lage ammoniakemissie inhoudelijk B1130 Nettenplant- of rooimachine voor bollen en knollen inhoudelijk B1140 Schoenreparatie-eenheid tekstueel B2041 Biobrandstofafleverstation inhoudelijk B2050 Aardgasafleverstation inhoudelijk A 2080 Stortgaswinningsinstallatie inhoudelijk B2111 Gesloten koelsysteem of -element met oplosmiddelterugwinning inhoudelijk B2112 Halogeenvrij koelsysteem (ombouw of vervanging) tekstueel B2118 Halogeenvrije koelmachine voor kadaverkoeling tekstueel B2120 Kunststofschuimmachine (ombouw of vervanging) inhoudelijk B2122 Variabele druk schuiminstallatie (vervanging) inhoudelijk B2123 Polyurethaanschuimverwerkingsinstallatie inhoudelijk A 2130 Katalytische reductie installatie inhoudelijk A 2133 NO x -reductie-eenheid voor stationaire gasmotor inhoudelijk E 2151 Aluminium container voor kunststof/bulktransport inhoudelijk B2170 CO 2 -benuttingssysteem voor bierbrouwerijen inhoudelijk A 3000 Apparatuur ter beperking van de emissie van organische stoffen (aanpassing bestaande situatie) inhoudelijk A 3055 Ondervuringssysteem tekstueel B3056 Adsorptierotor voor het concentreren van koolwaterstoffen of zware metalen in luchtstromen inhoudelijk A 3057 Reinigingsinstallatie voor scheepstanks uit de binnenvaart inhoudelijk A 3062 Membraanscheidingsinstallatie voor gasmengsels inhoudelijk A 3070 Oxidatiebed met circulerend dragermateriaal inhoudelijk B3110 Droog rookgasreinigingsinstallatie inhoudelijk A 3131 Ontzwavelingsinstallatie inhoudelijk B3140 Ontsmettingsapparatuur op basis van UV-bestraling, ozon, waterstofperoxide of perazijnzuur inhoudelijk B3151 Natreinigingssysteem tekstueel 9 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

10 E 3152 Gesloten textielreinigingsmachine inhoudelijk B3163 Opbrenginstallatie voor hotmeltcoating of hotmeltwas of hotmeltlijm tekstueel A 3173 Vernietigingsinstallatie voor dioxinen of voor benzofuranen inhoudelijk A 3191 Katalytische naverbrander tekstueel B4060 Detectieapparatuur radioactiviteit tekstueel B4082 Elektrostatisch filter inhoudelijk E 4083 Doekfilterinstallatie tekstueel A 4084 Gesinterd ontstoffingsfilter tekstueel B4093 Mobiele lostrechter tekstueel B4094 Flexibel klepsysteem voor overslag van bulkgoederen inhoudelijk B4095 Gesloten hangende transportband inhoudelijk E 4101 Stofvrij straalsysteem inhoudelijk B4141 Gesloten malsysteem voor kunstharsverwerking tekstueel C 4155 Geluidreducerende voorzieningen voor lichte propellervliegtuigen tekstueel A 4180 Lichtscherminstallatie voor bovenafscherming van kassen tekstueel A 5061 Ombouwset van dieselmotoren naar LPG- of aardgasmotoren inhoudelijk B5070 Elektrisch aangedreven voertuig/vaartuig inhoudelijk D 5078 Bedrijfsauto met Euro 5 dieselmotor inhoudelijk D 5079 Bus met Euro 5 dieselmotor inhoudelijk D 5080 Bedrijfsauto met Euro 4 dieselmotor inhoudelijk D 5081 Bus met Euro 4 dieselmotor inhoudelijk D 5082 Voertuig met milieuvriendelijk gemaakte motor (MGV of EEV) inhoudelijk E 5101 Geluidarme mobiele puinbreker inhoudelijk E 5110 Geluidarme mobiele houtversnipperaar inhoudelijk E 5111 Geluidarme gazonmaaier inhoudelijk E 5112 Mobiele compostomzetmachine inhoudelijk A 5120 Natte mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen inhoudelijk B5121 Droge mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen inhoudelijk E 5122 Rooimachine met tarrareinigingsinstallatie inhoudelijk E 5130 Milieu- en arbovriendelijke landbouwtrekker inhoudelijk E 5131 Milieuvriendelijke gemotoriseerde landbouwmachines inhoudelijk E 5132 Milieuvriendelijke getrokken landbouwmachines inhoudelijk B5140 Geluidarme straatveegmachine inhoudelijk B5141 Geluidarme kolkenzuiger inhoudelijk B5142 Geluidarme vuilniswagen inhoudelijk B5143 Geluidarme vloeren- en stratenreiniger inhoudelijk E 5150 Geluidarm hydrauliek aggregaat inhoudelijk E 5151 Geluidarm stroomaggregaat inhoudelijk E 5160 Geluidarme motoraangedreven compressor inhoudelijk E 5170 Geluidarme motorpomp inhoudelijk E 5180 Geluidarme laadschop inhoudelijk E 5181 Geluidarme graafmachine inhoudelijk E 5190 Geluidarme mobiele kraan inhoudelijk E 5191 Geluidarme autolaadkraan inhoudelijk E 5200 Vorkheftruck inhoudelijk E 5201 Geluidarme telescooplader of verreiker inhoudelijk B6050 Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van toxische gassen inhoudelijk 10 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

11 B6061 Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen inhoudelijk B6062 Halogeenvrij gekoelde bulkopslag van LPG of toxische gassen (ombouw of vervanging) inhoudelijk A 6071 Hittewerende coating van LPG-transporttank inhoudelijk E 6091 Verplaatsbaar tijdelijk opslagreservoir tekstueel A 6093 Noodopslagvoorziening voor brandbare of gevaarlijke vloeistoffen inhoudelijk B6100 Overstromingsbestendige olie/water-afscheider inhoudelijk B6111 Ingeterpte of ondergrondse dubbelwandige tanks en eidingen inhoudelijk A 6113 Vloeistofdichte voorzieningen (aanpassing van bestaande voorzieningen) inhoudelijk F 7050 Zeeviskwekerij inhoudelijk F 7054 Schaal- en schelpdierbroedinstallatie inhoudelijk B7080 Milieuvriendelijk beschermingssysteem voor scheepshuiden inhoudelijk B7081 Borstelbaan voor scheepsrompreiniging inhoudelijk A 7092 Ballastwaterbehandelingsinstallatie inhoudelijk G 7130 Luisdicht insectengaas inhoudelijk F 7142 Plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen inhoudelijk B7161 Precieze dosering mest inhoudelijk D 7170 Apparatuur voor mechanische onkruidbestrijding inhoudelijk A 7172 Aardappellooftrekker inhoudelijk A 7173 Aardappelloofbrander inhoudelijk A 7174 Brander voor loofverwijdering inhoudelijk G 7182 Injectiesysteem op spuitmachine inhoudelijk G 7183 Sleepdoeksysteem voor spuitmachine inhoudelijk F 7184 Luchtondersteuningssysteem voor spuitmachines met verlaagde spuitboom inhoudelijk E 8000 Apparatuur voor reductie van grondstoffenverbruik voor verpakkingen (ombouw of vervanging) inhoudelijk B8051 Rekfoliewikkelmachine tekstueel B8132 Versvetafscheider tekstueel B8140 Droogschilmachine inhoudelijk B8142 Mobiele schoningsinstallatie inhoudelijk B8154 Melkleidingenwassysteem inhoudelijk B8170 Regenwaterinstallatie inhoudelijk B8200 Hydrodynamisch cavitatiesysteem inhoudelijk B8232 Thermische scheidingsinstallatie bitumineus afval inhoudelijk B8300 Terugwininstallatie voor waterverdunbare verf, lak, inkt of lijm inhoudelijk B8320 Recyclinginstallatie voor polystyreenhardschuim inhoudelijk E 8321 Recyclingsinstallatie voor glasvezelversterkt kunststof inhoudelijk A 8380 Bemestingseenheid inhoudelijk D 8384 Lucht-vloeistofmengselspuitinstallatie inhoudelijk A 8410 Bol- en knolontsmettingsinstallatie tekstueel D 8420 Containers voor bollenbroei op water inhoudelijk F 8430 Groenrooimachine inhoudelijk B9100 Micro-organisme stimuleringssysteem voor bodemsanering inhoudelijk A 9131 Membraanbioreactor inhoudelijk D 9180 Anaërobe waterbehandelingsinstallatie inhoudelijk A 9220 (Katalytische) Oxidatiereactor inhoudelijk B9250 Indampinstallatie inhoudelijk F 9270 Waterzuiveringsinstallatie voor chemisch verontreinigd spuit-, spoel- of deel 1 11 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

12 ontsmettingswater tekstueel E 9290 Olie/water-afscheider inhoudelijk B9303 Ondergrondse afvalcontainer voor GFT tekstueel B9310 Asbestcontainer tekstueel A 9350 Pertractie-membraaninstallatie inhoudelijk E 9400 Elektrostatische separatoren inhoudelijk B9440 Vergassingsinstallatie inhoudelijk E 9470 Energiezuinige of mineraalgerichte mestverwerking inhoudelijk F 9471 Duurzame mestverwerking tekstueel B9480 Verlaadinstallatie voor bieten of aardappelen inhoudelijk 12 Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar

13 De regelingen MIA en VAMIL De ministeries van VROM en Financiën zijn verantwoordelijk voor de MIA- en de VAMIL-regeling. De Belastingdienst voert de regelingen uit. SenterNovem ondersteunt de regeling met een Helpdesk en voert namens VROM de technische controles uit. Elke Nederlandse ondernemer kan van MIA en VAMIL gebruikmaken. Het invullen en tijdig opsturen van een meldingsformulier volstaat. deel 2 Er is verschil in de fiscale werking van de investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving (VAMIL). Beide fiscale stimuleringen komen hierna aan de orde. 2.1 De Milieulijst Op de Milieulijst staan alle bedrijfsmiddelen waarvoor MIA en/of VAMIL verkregen kan worden. MIA en VAMIL zijn twee aparte regelingen, waarvoor één Milieulijst is gepubliceerd. Er bestaat echter een grote overlap tussen beide regelingen (zie ook de figuur). De Milieulijst 2006 omvat 402 bedrijfsmiddelen. VAMIL Alleen VAMIL code begint met C combinatie VAMIL en MIA code begint met A, B of F MIA Alleen MIA code begint met D, E of G In de Milieulijst (zie deel 4) zijn de bedrijfsmiddelen opgenomen waarvoor in 2006 de MIA en/of de VAMIL geldt. Voor de meeste bedrijfsmiddelen kunt u zowel MIA- als VAMIL-voordeel krijgen. Om snel duidelijk te maken welke fiscale mogelijkheden er zijn voor een bedrijfsmiddel, begint elke bedrijfsmiddelcode met een letter. De letter geeft aan of, en zo ja welke, combinatie mogelijk is van MIA en VAMIL. De betekenis is als volgt: A = 30% MIA plus VAMIL; B= 15% MIA plus VAMIL; C = Alleen VAMIL; D = 30% MIA; E = 15% MIA; F = 40% MIA plus VAMIL; G = 40% MIA. 13 De regelingen MIA en VAMIL

14 Het ministerie van VROM stelt de Milieulijst op. Daarbij spelen onder meer de volgende criteria een rol: de toepassing van het bedrijfsmiddel moet een belangrijke milieuverdienste hebben; er moet sprake zijn van meerkosten ten opzichte van het minder milieuvriendelijke alternatief; voor de VAMIL mag het bedrijfsmiddel bovendien niet gangbaar zijn; de (verdere) marktintroductie op korte termijn moet gewenst zijn. Bij het beoordelen van de milieuverdienste wordt vooral gelet op zaken als: de aard van de emissie die wordt gereduceerd; de mate waarin de emissie wordt gereduceerd; de aard van de technologie; het beschikbare budget; de meerkosten ten opzichte van het milieu-onvriendelijke alternatief. De Milieulijst wordt periodiek, in principe jaarlijks per 1 januari, geactualiseerd. Elk bedrijf kan voorstellen voor wijziging of aanvulling van de Milieulijst indienen. Het formulier hiervoor is opgenomen in deel 6 van deze brochure. U kunt het formulier ook downloaden of elektronisch invullen op onze website: Voorstellen voor de Milieulijst 2007 moeten vóór 15 september 2006 zijn ontvangen. Index Elke milieu-investering is voorzien van een bedrijfsmiddelcode. Het eerste cijfer na de lettercode verwijst naar het hoofdstuk van de Milieulijst waarin het bedrijfsmiddel is opgenomen, zoals dat ook in eerdere Milieulijsten gebruikelijk was. In de index achterin deel 4 staan, alfabetisch gerangschikt, alle stoffen, technieken, bedrijfstakken en de belangrijkste onderdelen vermeld die zijn opgenomen. Op de website kunt u uitgebreid zoeken. 2.2 Hoe werkt de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)? Dankzij de VAMIL-regeling kunt u zelf bepalen wanneer u de investeringskosten van een bedrijfsmiddel uit de Milieulijst afschrijft. Begint de code op de Milieulijst met een A, B, C of F dan is voor dat bedrijfsmiddel willekeurige afschrijving mogelijk. Hoe snel of langzaam u afschrijft bepaalt u dan zelf. Het is zelfs mogelijk om de totale investering al in het jaar van aanschaf volledig af te schrijven. Het voordeel is duidelijk: sneller afschrijven drukt de fiscale winst. Dus hoeft u over het jaar dat u meer afschrijft minder inkomsten- of vennootschapsbelasting te betalen. Uiteraard valt er dan in latere jaren minder af te schrijven. Maar u boekt wel een liquiditeits- en een rentevoordeel doordat het betalen van belastingen naar de toekomst wordt verschoven. Een voorbeeld maakt het verschil tussen een normale afschrijving en de willekeurige afschrijving duidelijk. Voorbeeld 1. Toepassing VAMIL U koopt een apparaat dat een levensduur heeft van tien jaar, kost en geen restwaarde heeft. Volgens de normale manier schrijft u deze investering af door jaarlijks een vast bedrag van de fiscale winst af te trekken. Het bedrag, dat jaarlijks afgetrokken mag worden, bestaat uit de kostprijs min de restwaarde, gedeeld door de levensduur. In ons voorbeeld dus ( ) : 10 = Omdat dit apparaat op de Milieulijst staat, kunt u zelf het tijdstip van afschrijven bepalen. U kunt zelfs al in het investeringsjaar het totale aanschafbedrag van in één keer aftrekken van de winst (mits de installatie in gebruik is genomen of is betaald). En, zoals gezegd, minder winst betekent minder belasting. 14 De regelingen MIA en VAMIL

15 Voorbeeld 2. Toepassing VAMIL U hebt voor een machine aangeschaft die op de Milieulijst staat. De normale afschrijvingsperiode is acht jaar. De restwaarde na acht jaar is bepaald op Volgens de normale afschrijving zou u per jaar afschrijven (kostprijs min restwaarde, gedeeld door de levensduur). Omdat dit apparaat op de Milieulijst staat, kunt u het tijdstip van afschrijving zelf bepalen. Zo kunt u bijvoorbeeld de eerste twee jaar niets afschrijven en in het derde jaar U kunt ook besluiten de eerste vier jaar niets af te schrijven en daarna vier jaar lang elk jaar Afschrijven vanaf aanschaf Normaal gesproken kunt u een investering in een gewoon bedrijfsmiddel pas afschrijven nadat u het in gebruik heeft genomen. Voor VAMIL-investeringen ligt dat anders. Die kunt u namelijk al afschrijven vanaf het moment dat u het bedrijfsmiddel heeft gekocht, of vanaf het moment waarop uw onderneming er kosten voor maakt. U kunt uiteraard nooit meer afschrijven dan u daadwerkelijk hebt betaald. deel Hoe werkt de milieu-investeringsaftrek (MIA)? Dankzij de MIA kunt u profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst. Als u een bedrijfsmiddel heeft aangeschaft waarvan de code in de Milieulijst begint met een A, B, D, E, F of G mag 15%, 30% of zelfs 40% van het investeringsbedrag extra ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. Voorbeeld 3. Toepassing milieu-investeringsaftrek Stel, de fiscale winst bedraagt en uw bedrijf is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting 2. U investeert voor in een bedrijfsmiddel dat in de Milieulijst wordt vermeld met de letter D. De aftrek bedraagt dus 30% van , dat is De fiscale winst wordt nu ( ). Zonder MIA zou u aan vennootschapsbelasting moeten betalen. Door gebruik te maken van de MIA betaalt u echter maar vennootschapsbelasting. Uw directe fiscale voordeel bedraagt Als het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik is genomen, is het bedrag dat u mag aftrekken van de fiscale winst ook afhankelijk van de betalingen. Als u het totale investeringsbedrag in één kalenderjaar betaalt, kunt u de volledige aftrek toepassen. Het kan ook zijn dat de betalingen over meerdere jaren plaatsvinden. Als het totaalbedrag aan investeringsaftrek, energie-investeringsaftrek dan wel milieu-investeringsaftrek van dit bedrijfsmiddel uitgaat boven het bedrag dat is betaald, kunt u in het jaar van de investering niet meer investeringsaftrek, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek ten laste van de winst brengen dan het bedrag dat is betaald. Het meerdere komt dan ten laste van de winst in de jaren waarin de betalingen daadwerkelijk plaatsvinden. 2 De vennootschapsbelasting over de eerste winst bedraagt 25,5% in Het algemene vpb-tarief in 2006 is 29,6% 15 De regelingen MIA en VAMIL

16 2.4 Hoe werkt de aftopping? In een aantal gevallen vindt begrenzing plaats van het bedrag dat voor investeringsaftrek of willekeurige afschrijving in aanmerking komt. In de omschrijving van het bedrijfsmiddel staat dan de hoogte van de begrenzing en voor welke regeling deze geldt. De hoogte van de aftopping heeft meestal te maken met Europese regelgeving die stelt dat in veel gevallen niet meer dan 30% of 40% van de meerkosten mag worden gestimuleerd. Om te voorkomen dat deze grens wordt overschreden bij gebruik van MIA en VAMIL, is in die gevallen het bedrag dat voor investeringsaftrek in aanmerking komt, afgetopt. Ook kan de aftopping het gevolg zijn van een beleidsmatige keuze (bijvoorbeeld in verband met het beschikbare budget). Voorbeeld 4. Aftopping in de MIA U koopt een geluidarme laadschop (code B 5180 van de Milieulijst) voor Het aftrekpercentage is 15% want de bedrijfsmiddelcode begint met een B. Bovendien staat in de omschrijving: De investering komt voor 20% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de MIA! In plaats van een aftrek van 15% van , kunt u nu slechts een milieu-investeringsaftrek van 15% van toepassen. Dus: aftrek. Bij een marginaal IB-belastingtarief van 52% bedraagt het netto voordeel Dit voordeel komt wel bovenop het voordeel van de vrije afschrijving dat de VAMIL u biedt. Dank zij de VAMIL kunt u het eerste jaar ten laste brengen van de winst. Als via andere regelingen, bijvoorbeeld door subsidies, voordeel wordt genoten, bovenop het MIA- en/of VAMIL-voordeel, kan het zijn dat de steun het steunplafond van de Europese wet- en regelgeving dreigt te overschrijden. U zult dan zelf geheel of gedeeltelijk moeten afzien van het gebruik van de MIA en/of VAMIL. U verklaart namelijk op het meldingsformulier dat de cumulatie onder het van toepassing zijnde steunplafond blijft. Zie voor meer informatie de alinea over Europese regelgeving en steunplafonds in paragraaf 2.8 Combinaties van regelingen. 2.5 Wat komt in aanmerking? U kunt MIA en/of VAMIL toepassen voor de aanschaffingskosten en voortbrengingskosten van de bedrijfsmiddelen die zijn vermeld op de Milieulijst. Daartoe worden tevens gerekend de kosten van voorzieningen die voortkomen uit de investering. Het gaat hierbij om zaken die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en daarom geen zelfstandige betekenis hebben. Voorbeelden hiervan zijn leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur. Hieronder staat een overzicht van de verschillende kostensoorten waarop MIA en/of VAMIL van toepassing zijn: aanschaffingskosten. Hieronder vallen de kosten die bij derden zijn gemaakt, zoals de aankoopsom plus de bijkomende kosten die nodig zijn om een bedrijfsmiddel bedrijfsklaar te krijgen (bijvoorbeeld montagekosten). Bedrijfsmiddelen die reeds eerder door een ander zijn gebruikt, komen niet in aanmerking; voortbrengingskosten. Hiervan is sprake als een bedrijfsmiddel in de eigen onderneming is vervaardigd. Alle kosten hiervoor gemaakt binnen de eigen onderneming horen tot de voortbrengingskosten, bijvoorbeeld de arbeidskosten van een werknemer die een in delen geleverde machine in elkaar zet; de aanpassingskosten en/of nieuwe toegevoegde onderdelen. De kosten die hieruit voortvloeien kunnen in aanmerking komen als het aangepaste bedrijfsmiddel voldoet aan de eisen van de Milieulijst. Onderhoudskosten komen nooit in aanmerking. 16 De regelingen MIA en VAMIL

17 Let op! Als u subsidie ontvangt voor het betreffende bedrijfsmiddel, moet u het subsidiebedrag aftrekken van de aanschaffings- of voortbrengingskosten. Omzetbelasting (BTW) Als u bent vrijgesteld van de omzetbelasting, hoort de aan de leverancier betaalde omzetbelasting eveneens bij de aanschaffings- of voortbrengingskosten. Het omgekeerde geldt ook: als u niet bent vrijgesteld, hoort de betaalde omzetbelasting niet bij de aanschaffings- of voortbrengingskosten. Bovengrens in de regelingen Conform de Europese regels voor stimuleringsregelingen zijn investeringen van meer dan van de MIA en VAMIL uitgesloten, tenzij hiervoor goedkeuring is verkregen van de Europese Commissie. Wilt u als (potentiële) investeerder van deze mogelijkheid gebruik maken, dan moet u een schriftelijk verzoek indienen bij de minister van VROM. De minister kan de goedkeuring bij de Europese Commissie aanvragen. Neem in voorkomende gevallen van te voren contact op met het ministerie van VROM. deel Wat komt niet in aanmerking? U kunt MIA en/of VAMIL niet toepassen op: onderhoudskosten. Deze kosten komen nooit in aanmerking; overige kosten. Hieronder vallen de kosten die betrekking hebben op grond, woonhuizen, personenauto s die niet zijn bestemd voor het beroepsgoederenvervoer over de weg, vaartuigen voor representatieve doeleinden, dieren, effecten, vorderingen, goodwill, vergunningen (leges), ontheffingen, concessies en andere dispensaties van publiekrechtelijke aard; bedrijfsmiddelen waarvan de investeringskosten minder dan 450 bedragen. Deze komen niet voor MIA in aanmerking; investeringen van in totaal minder dan per jaar. Deze komen niet voor MIA in aanmerking; bedrijfsmiddelen die reeds eerder door een ander zijn gebruikt; investeringen van meer dan , tenzij deze investering is goedgekeurd door de Europese Commissie. Vervangingsinvesteringen Investeringen die uitsluitend dienen ter vervanging van bestaande bedrijfsmiddelen, komen alleen in aanmerking voor MIA\VAMIL als met deze investeringen een verbetering van het milieu of het dierwelzijn wordt gerealiseerd. Dit betekent dat vervanging van een apparaat of een onderdeel van een apparaat een verlaging van de emissie, een vergroting van de waterbesparing, afvalpreventie of dierwelzijn tot gevolg moet hebben. Productieverhoging in de landbouw Er wordt geen steun toegekend voor investeringen in bedrijfsmiddelen op landbouwbedrijven, die zijn gericht op een productieverhoging waarvoor op de markt geen normale afzetmogelijkheden kunnen worden gevonden. Dit houdt in dat er rekening wordt gehouden met productiebeperkingen of beperkingen ten aanzien van communautaire steunverlening in het kader van de gemeenschappelijke marktordeningen. Als deze beperkingen gelden op het niveau van individuele landbouwers of landbouwbedrijven wordt geen steun verleend voor investeringen waardoor de productie zou uitkomen boven de op grond van deze beperkingen toegestane niveaus. 17 De regelingen MIA en VAMIL

18 Voor bijvoorbeeld producten met publiekrechtelijke productiebeperkingen moet de landbouwer of het landbouwbedrijf daarom over voldoende productierechten beschikken. Dit houdt bijvoorbeeld in dat aan een melkveehouder die beschikt over een bepaald melkquotum geen milieu-investeringsaftrek wordt toegekend voor investeringen voorzover die leiden tot overschrijding van dat melkquotum. 2.7 Milieu-advieskosten Behoort uw onderneming tot het midden en kleinbedrijf (MKB) 3? Dan kunt u ook voor uw milieu-adviezen milieu-investeringsaftrek krijgen. Dit kan door de kosten van het milieu-advies toe te rekenen aan de investerings- of voortbrengingskosten van een milieu-investering. Het advies moet dan wel betrekking hebben op de milieu-investering. Het advies volgt de investering die naar aanleiding van het advies wordt gedaan. Het advies heeft daardoor ook hetzelfde aftrekpercentage als het bedrijfsmiddel dat voor de regeling wordt aangemeld. Een melding voor alleen het milieu-advies kan dus niet. Aan het milieu-advies worden bepaalde eisen gesteld. Het advies moet betrekking hebben op de mogelijkheden tot vermindering van emissie. Voorwaarde is dat de emissie veroorzaakt is door bestaande en toekomstige activiteiten in een door een onderneming beheerd en bestaand object. Daarnaast moet het advies de mogelijkheden in kaart brengen van het ontwikkelen en aanpassen van processen of producten. De processen en producten moeten leiden tot een vermindering van de belasting van het milieu. Het advies moet verder ten minste de volgende onderdelen bevatten: een overzicht van grond- en hulpstoffen, processen, producten en emissies, gebruikt in het object of voortgebracht in het object; een gespecificeerde opgave van nieuwe, economisch toepasbare technieken en methoden om de emissie te verminderen. Deze opgave moet ook de omvang van de vermindering, en nieuwe, economische toepasbare technieken en methoden bevatten om de milieubelasting van processen of producten te verminderen; de noodzakelijke organisatorische en administratieve aanpassingen in de bedrijfsvoering, veroorzaakt door de uitvoering van het advies; een berekening van het bedrag van de investeringskosten, overige kosten en de te verwachten baten bij de uitvoering van het advies. De milieu-investering moet plaatsvinden binnen 24 maanden na het tijdstip waarop de opdracht tot het advies is verstrekt. De milieu-investering moet zijn aanbevolen in het advies. De kosten van het advies mogen niet ook nog eens worden toegerekend aan andere milieu-investeringen. Adviezen binnen een concern zijn uitgesloten. 3 Wat onder het midden- en kleinbedrijf wordt verstaan, is gedefinieerd in de Aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG). Tot de kleine, middelgrote en micro-ondernemingen behoren ondernemingen waar minder dan 250 mensen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt. De Aanbeveling gaat verder in op de definitie van onderneming, de berekeningswijzen van het aantal werknemers en van de relevante financiële bedragen. 18 De regelingen MIA en VAMIL

19 2.8 Combinaties van regelingen EIA en VAMIL Sinds 1 januari 2003 is er geen samenloop meer van de VAMIL met de Energie-investeringsaftrek (EIA). Wilt u voor de EIA-regeling in aanmerking komen, dan heeft u een energieverklaring nodig van de Minister van Economische Zaken. Uw meldingsformulier voor de EIA geldt als een verzoek om een verklaring. Het meldingsformulier waarmee u een bedrijfsmiddel voor EIA kunt aanmelden, is opgenomen in een aparte brochure, de Energielijst. Deze is verkrijgbaar bij SenterNovem. Ook kunt u het downloaden via of MIA en VAMIL Bij de aanschaf van bepaalde bedrijfsmiddelen kunt u naast de MIA ook gebruikmaken van de VAMILregeling. Met deze brochure kunt u precies vaststellen bij welke bedrijfsmiddelen dat het geval is. De bedrijfsmiddelcode begint dan met een letter A (30 % MIA plus VAMIL), B (15 % MIA plus VAMIL) of F (40 % MIA plus VAMIL). Door ook gebruik te maken van VAMIL profiteert u naast het voordeel van de milieuinvesteringsaftrek tevens van het rente- en liquiditeitsvoordeel van de VAMIL-regeling. deel 2 Voorbeeld 5. Combinatie MIA en VAMIL Stel, u koopt een biologisch luchtfilter (bedrijfsmiddelcode A 4050) voor met een afschrijvingstermijn van vijf jaren. De restwaarde na vijf jaren is nihil. U kunt zowel van de MIA- als de VAMIL-regeling gebruik maken. Het aftrekpercentage is 30% want de bedrijfsmiddelcode begint met een A. De MIA bedraagt 30% van , dat is Bij de normale afschrijving kunt u gedurende vijf jaren elk jaar aftrekken van uw fiscale winst. Omdat op het bedrijfsmiddel ook de VAMIL-regeling van toepassing is, kunt u het tijdstip van afschrijving zelf bepalen, bijvoorbeeld het gehele bedrag reeds in het eerste jaar afschrijven. U kunt dan het eerste jaar (dankzij de VAMIL) (dankzij de MIA) = ten laste van uw fiscale winst brengen. Als de fiscale winst, zoals in voorbeeld 1 is gesteld, bedraagt, betaalt u slechts over belasting. In de volgende jaren is uw fiscale winst hoger dan zonder toepassing van de VAMIL, omdat het bedrijfsmiddel reeds volledig is afgeschreven. MIA en de gewone investeringsaftrek Wanneer uw totale investeringen in bedrijfsmiddelen in een jaar tussen de en bedragen, kan het voorkomen dat u voor de milieu-investeringen naast MIA ook recht hebt op de gewone kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Vraag hierover meer informatie bij de Belastingdienst, of uw accountant. 19 De regelingen MIA en VAMIL

20 Europese regelgeving en steunplafonds Op grond van de Europese regelgeving mag de totale steun voor een investering niet hoger zijn dan een plafond van Daarboven moet apart toestemming van de Europese Commissie worden verkregen. De Communautaire kaderregeling over staatssteun ten behoeve van het milieu (hierna: Milieusteunkaderregeling 4 ) en de Plattelandsverordening 5 zijn van toepassing op de bedrijfsmiddelen van de Milieulijst. De Europese Milieusteunkaderregeling geldt sinds Deze kaderregeling bevat onder meer een definitie van het begrip meerkosten. Hierbij moeten de extra baten en lasten van een investering worden betrokken in de bepaling van de meerkosten. Het steunplafond in de Milieusteunkaderregeling is 30% van de meerkosten ten behoeve van het milieu. Voor het Midden- en Kleinbedrijf geldt een steunplafond van 40% van deze meerkosten. De Plattelandsverordening staat steun toe tot 40% - en soms meer - van alle investeringskosten. Dit geldt uitsluitend voor investeringen die door landbouwbedrijven worden verricht. Steun kan subsidies (bijvoorbeeld van het Rijk of van andere bestuursorganen) of fiscale regelingen betreffen. U moet met alle ontvangen steun voor een bepaalde investering rekening houden bij de juiste toepassing van de maximale steunplafonds. Alle bedrijfsmiddelen van de Milieulijst zijn getoetst aan de Europese Regelgeving, zodat bij toepassing van alleen MIA en VAMIL het Europese steunplafond niet kan worden overschreden. In sommige gevallen heeft dit geleid tot aftopping van het te melden investeringsbedrag. Het is in het kader van deze brochure niet mogelijk om alle mogelijke situaties te beschrijven. Meer informatie vindt u in ons informatieblad over Europese regelgeving en Steunplafonds. Mocht u twijfelen of in uw situatie overschrijding van het steunplafond optreedt, dan kunt u bij de helpdesk bij SenterNovem ( ) dit informatieblad opvragen. 4 Communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu Pb. EG 2001, C 37/3. 5 Verordening (EG) nr. 1257/1999 van 17 mei De regelingen MIA en VAMIL

21 Hoe maakt u gebruik van de regeling? De procedure in het kort bestaat uit de volgende vijf stappen: 1. u vult het meldingsformulier in binnen de daarvoor geldende termijn; 2. u stuurt het formulier naar Bureau investeringsregelingen en willekeurige afschrijving (IRWA); 3. zij sturen u een ontvangstbevestiging die u dient te bewaren; 4. vervolgens verwerkt u de willekeurige afschrijving of de milieu-investeringsaftrek in uw aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting; 5. uiteindelijk beslist de inspecteur over uw aangifte, eventueel ondersteund door een advies van SenterNovem na een controle van de technische aspecten van uw MIA\VAMIL-melding. 3.1 Invullen meldingsformulier voor MIA\VAMIL Als u gebruik wilt maken van de mogelijkheid van MIA of VAMIL moet u uw investering aanmelden met een meldingsformulier. Dit meldingsformulier vindt u achterin deze brochure. U kunt het ook downloaden, invullen en vervolgens uitprinten vanaf het internet ( of De formulieren zijn ook verkrijgbaar bij de BelastingTelefoon ((0800) 0543). Vul het meldingsformulier altijd volledig in. Het formulier kunt u sinds 1 januari 2003 zelf ondertekenen. De accountantsverklaring is sinds 2003 vervallen. Met uw handtekening verklaart u onder meer dat gegevens over investeringsbedrag, datum van investeringsverplichting en periode waarin voortbrengingskosten zijn gemaakt, juist zijn ingevuld. Bovendien verklaart u dat de investeringskosten uitsluitend betrekking hebben op een bedrijfsmiddel dat voorkomt op de Milieulijst. Als u tijdens het invullen technische vragen heeft, kunt u bellen met de helpdesk bij SenterNovem (telefoonnummer (038) ). Deze helpdesk is er speciaal voor technische vragen over de bedrijfsmiddelen. Voor fiscale vragen kunt u beter bellen met de BelastingTelefoon ((0800) 0543). deel 3 Voor investeringen boven moet u een kopie van de koopovereenkomst met het meldingsformulier meesturen. Als er nog geen koopovereenkomst is, moet een opdrachtbevestiging worden bijgevoegd. Voor investeringen van minder dan is dit niet noodzakelijk. U kunt later wel benaderd worden om deze informatie alsnog aan te leveren in verband met de technische controle van uw melding. Maatschappen, firma s en andere samenwerkingsverbanden Bij een samenwerkingsverband, bijvoorbeeld een maatschap of vennootschap onder firma (v.o.f.) of een ander samenwerkingsverband van ondernemers, gaat het invullen van het formulier iets anders in zijn werk. Dan moet namelijk elke maat of vennoot apart een meldingsformulier indienen. Het investerings-bedrag moet elke maat naar rato van de winstverdeling vermelden. Het bedrag dat elke maat of elke vennoot afzonderlijk op het formulier moet vermelden, is zodoende het percentage van zijn aandeel in de winst van de maatschap of vennootschap, vermenigvuldigd met de totale aanschafkosten van het bedrijfsmiddel. 21 Hoe maakt u gebruik van de regeling?