Familierecht (2) Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Familierecht (2) Academiejaar 2008-2009 samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 1"

Transcriptie

1 Familierecht (2) 1. HUWELIJK... 3 A. ALGEMEEN Begrip Mensenrechtelijke bescherming Statistieken... 3 B. GRONDVEREISTEN Geslachtsneutraliteit Huwbare leeftijd Toestemming Instemming van de ouders (bij een minderjarige) Geen vorig niet-ontbonden huwelijk Geen huwelijksbeletselen... 5 C. VORMVEREISTEN Vooraf: de huwelijksaangifte Formaliteiten bij de voltrekking Sancties... 6 D. BEWIJS PRIMAIR HUWELIJKSSTELSEL... 8 A. ALGEMEEN... 8 B. PRINCIPIËLE HUWELIJKSVERPLICHTINGEN Algemeen Samenwoningsverplichting Getrouwheidsverplichting Hulpverplichting Bijstandsverplichting Bijdrage in de lasten van het huwelijk... 9 C. ECHTELIJKE VERBLIJFPLAATS Vaststelling Bescherming van gezinswoning en huisraad D. BEROEPSKEUZE Het recht een beroep uit te oefenen zonder instemming van de andere echtgenoot Het recht de naam van de andere echtgenoot te gebruiken in beroepsbetrekkingen E. INNING EN BESTEDING VAN DE INKOMSTEN F. DE OPENING VAN EEN BANKREKENING OF HET HUREN VAN EEN SAFE G. LASTGEVING TUSSEN ECHTGENOTEN H. GERECHTELIJKE INDEPLAATSSTELLING I. HOOFDELIJKHEID VAN HUISHOUDELIJK SCHULDEN J. DRINGENDE EN VOORLOPIGE MAATREGELEN K. NIETIGVERKLARING VAN BEPAALDE HANDELINGEN L. VORDERINGEN BETREFFENDE HET HUWELIJKSVERMOGENSSTELSEL SECUNDAIR HUWELIJKSSTELSEL A. ALGEMEEN B. ACTIEF Baten van eigen vermogens Baten van het gemeenschappelijk vermogen Twee bijzondere problemen C. PASSIEF Algemeen Het definitief passief Het voorlopig passief Schulden tussen echtgenoten D. BESTUUR Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 1

2 1 Overzicht Bestuur van het gemeenschappelijk vermogen Bestuur van het eigen vermogen Beveiligingsmaatregelen en sancties E. ONTBINDING, VEREFFENING EN VERDELING De oorzaken en het ogenblik van ontbinding De post-communautaire onverdeeldheid Boedelbeschrijving De vereffening (art BW) De verdeling van de netto-baten F. OVERGANGSMAATREGELEN Algemeen Echtgenoten getrouwd onder het oude stelsel ECHTSCHEIDING A. ALGEMEEN Inleiding Historiek De krachtlijnen van de nieuwe echtscheidingswet B. ECHTSCHEIDING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK Gronden Procedure Gevolgen C. ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING Grondvereisten Procedure Gevolgen SCHEIDING VAN TAFEL EN BED, WETTELIJKE EN FEITELIJKE SAMENWONING A. SCHEIDING VAN TAFEL EN BED Inhoud Gronden Procedure Gevolgen Beëindiging B. WETTELIJKE SAMENWONING Algemeen Grondvoorwaarden Statuut Dringende en voorlopige maatregelen Beëindiging C. FEITELIJKE SAMENWONING Algemeen Verhouding tussen de feitelijk samenwonende partners Verhouding tussen de feitelijk samenwonende partners en derden Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 2

3 1. Huwelijk A. Algemeen 1 Begrip Het huwelijk is een burgerrechtelijke instelling, waartoe twee personen toetreden door middel van een vormgebonden overeenkomst, met als kern het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap. Essentieel in deze definitie is enerzijds dat het gaat om een gesloten instelling (een totaalpakket aan regels, dat grotendeels te nemen of te laten is), en anderzijds dat het doel steeds moet zijn om een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen. 2 Mensenrechtelijke bescherming Het recht om te huwen wordt o.m. gewaarborgd door art. 12 EVRM. Dat recht komt wel toe aan mannen en vrouwen. Het homohuwelijk wordt nog steeds niet door het EHRM beschermd. Wel omvat art. 12 EVRM o.a. het recht om onmiddellijk te hertrouwen (al strooien lange echtscheidingsprocedures wel eens roet in het eten) en het recht om zelf een partner te kiezen. 3 Statistieken In 2006 waren er huwelijken (4,27 per duizend inwoners). Er is de laatste jaren een stijgende trend merkbaar. Er zijn 2,78 echtscheidingen per duizend inwoners, maar het gaat voornamelijk om oudere koppels. B. Grondvereisten 1 Geslachtsneutraliteit Het huwelijk is geslachtsneutraal. Art. 143 BW bepaalt expliciet dat twee personen van hetzelfde geslacht kunnen trouwen. Wel speelt de vaderschapsregel in dat geval niet. Voor homokoppels is dat logisch, maar voor lesbische koppels is de situatie niet zo goed geregeld. De wetgever wilde de afstamming laten aansluiten bij de biologische werkelijkheid. Een oplossing is partneradoptie. 2 Huwbare leeftijd Niemand mag trouwen voor hij de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft (art. 144 BW) (wat ergens logisch is, want daarvoor is er geen handelingsbekwaamheid). De jeugdrechtbank kan evenwel om gewichtige redenen ontheffing verlenen van deze leeftijdsvereiste. Een gewichtige reden vereist dat de minderjarige (die uiteraard wel een zekere leeftijd moet bereikt hebben) een duurzame levensgemeenschap wil opbouwen. Financiële motieven, of de bedoeling een verblijfsvergunning te aanvaarden, worden dan ook niet aanvaard. Zwangerschap werd vroeger wel meestal aanvaard, gezien de slechte positie van buitenhuwelijkse kinderen. Tegenwoordig gebeurt dat minder. 3 Toestemming (1) Algemeen Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 3

4 Beide echtgenoten moeten toestemmen met het huwelijk (art. 146 BW). Een toestemming heeft tot gevolg dat iemand toetreedt tot een rechtshandeling, terwijl een instemming een louter fiat is van iemand die een derde is bij de rechtshandeling. Vereist is dat de beide toekomstige echtgenoten lijfelijk aanwezig zijn. Het marriage by proxy (huwelijk met de handschoen) is niet geldig. Ook een postuum huwelijk is niet mogelijk. Aan een prenataal huwelijk wordt zelfs niet gedacht. Wel mogelijk (en zelfs aangemoedigd, cf. art. 165, 2, lid 1 BW) is een huwelijk in extremis, waarbij iemand op zijn sterfbed trouwt. Ook is vereist dat de toekomstige echtgenoten over het vereiste onderscheidingsvermogen beschikken. Gerechtelijk onbekwamen kunnen dus niet trouwen, maar ook een tijdelijke intoxicatie kan tot een gebrekkige toestemming leiden. (2) Verloving De toestemming gebeurt op het moment van het voltrekken van het huwelijk. De verloving (de loutere belofte te trouwen) is louter een feitelijke toestand. De verbintenis om te zullen trouwen is nietig (want gaat in tegen de openbare orde). De verbreking van de verloving is dan ook een recht, maar kan een fout uitmaken in de zin van art BW. De verbreking is bijvoorbeeld foutief als ze op beledigende wijze gebeurt of pas op het laatste nippertje gebeurt. De schade kan bestaan uit de kosten die al gemaakt zijn voor het huwelijk, of uit de morele schade. Ook wordt aanvaard dat art BW kan ingeroepen worden om de trouwringen terug te vorderen. Die zijn een schenking ten voordele van het huwelijk. Het moet gaat om een schenking (dus ten bezwarende titel). Een garagist die de auto van zijn verloofde gratis repareert, kan zich niet op art BW beroepen. (3) Schijnhuwelijken Ook bij een schijnhuwelijk is de toestemming problematisch. Bij een schijnhuwelijk geven de echtgenoten wel hun formele toestemming, maar hebben ze toch niet als doel een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen (art. 146bis BW). De echtgenoten trouwen enkel om verblijfsrechtelijke redenen. Dat impliceert niet dat illegalen niet kunnen trouwen. Ze moeten wel (minstens ook) de bedoeling hebben om een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen. Art. 146bis BW moet ook niet zo gelezen worden dat een huwelijk wel geldig is als de vreemdeling ook een ander voordeel (zoals sociaalrechtelijk) wil verkrijgen. Een schijnhuwelijk is geen verstandshuwelijk (waarbij geen liefde is). Deze laatste zijn wel geldig. De werkelijke intentie van iemand herhalen is evenwel moeilijk. Daarom worden in een circulaire enkele indicaties gegeven. Als er meerdere van die indicaties aanwezig, is de kans op een schijnhuwelijk groot. Het gaat bijvoorbeeld om een koppel die elkaars taal niet spreekt, een koppel waarvan één iemand duurzaam samenwoont met een ander, een koppel met een groot leeftijdsverschil, De ambtenaar van de burgerlijke stand kan weigeren het huwelijk te voltrekken (art. 167, lid 1 BW). Tegen die weigering is een verhaal (niet beroep, zoals de wet vermeldt) mogelijk (art. 167, lid 6 BW). De sanctie is de nietigheid van het huwelijk (art. 184 BW). Tot slot zijn er ook enkele strafrechtelijke sancties. (4) Gedwongen huwelijken Er is sprake van een gedwongen huwelijk als niet de beide echtgenoten vrij instemmen met het huwelijk, en minstens één van hen gedwongen wordt tot toestemming door geweld of bedreiging (art. 146ter BW). Zonder dwang mocht er geen huwelijk geweest zijn. Een gearrangeerd huwelijk valt som niet altijd gelijk te stellen met een gedwongen huwelijk. Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 4

5 (5) Wilsgebreken De wilsgebreken vinden in het huwelijksrecht maar een beperkte toepassing (ook in de praktijk), om de stabiliteit van het huwelijk te vrijwaren. Het bedrog wordt (vreemd genoeg) niet aanvaard inzake het huwelijk: en marriage il trompe qui peut. Dwaling in de persoon (met de verkeerde persoon trouwen is lastig), wordt wel aanvaard, als het gaat om een dwaling inzake de fysieke of burgerlijke identiteit. Iemand die trouwt met een persoon die een andere naam blijkt te hebben (bijvoorbeeld de tweelingzus van zijn geliefde), kan zich op dwaling beroepen. Dwaling inzake de burgerlijke staat wordt niet aanvaard (bv. iemand blijkt een weduwe te zijn). Toch lijkt er een tendens te zijn om dwaling over essentiële bestanddelen van de zaak meer te aanvaarden (zoals een man die impotent blijkt). Geweld wordt slechts aanvaard als er morele druk is, maar dan kan het evenzeer gaan om een gedwongen huwelijk (art. 146ter BW). 4 Instemming van de ouders (bij een minderjarige) Een minderjarige kan slechts trouwen met instemming van zijn ouders (art. 148, lid 1 BW). Tegen een weigering is verhaal mogelijk bij de jeugdrechtbank. Weigert één ouder, kan de rechter de instemming toch geven als hij oordeelt dat de weigering niet gegrond is (art. 148, lid 4 BW). Weigeren beide ouders, dan kan hij maar als de weigering een misbruik uitmaakt (art. 148, lid 3 BW). Het gaat bijvoorbeeld om een weigering omdat de huwelijkspartner een ander geloof of etnische afstamming heeft. 5 Geen vorig niet-ontbonden huwelijk Iemand kan geen tweede huwelijk aangaan voor het vorige ontbonden is (art. 147 BW). Bigamie en polygamie zijn verboden en strafrechtelijk gesanctioneerd (art. 391 BW). Het tweede huwelijk kan worden nietig verklaard. Dat iemand in het land van afkomst polygaam mocht zijn, is van geen tel. 6 Geen huwelijksbeletselen Tussen de beide echtgenoten mag geen huwelijksbeletsel bestaan. Er zijn algemeen twee absolute en twee relatieve huwelijksverboden. Tussen ascendenten en descendenten bestaat een absoluut huwelijksverbod (art. 161 BW). Dat geldt ook tussen broers en zussen. Tussen aanverwanten in de rechte lijn en tussen ooms/tantes en hun nichten/neven bestaat een relatief huwelijksverbod (art. 161 en 163 BW). De koning kan per KB ontheffing verlenen om gewichtige redenen (na een brief naar de FOD justitie). Volgens het Arbitragehof schond een absoluut huwelijksverbod het gelijkheidsbeginsel en art. 12 EVRM. Daarnaast bestaan er een aantal specifieke huwelijksbeletsel (cf. supra), na adoptie of een alimentatievordering tegen de vermoedelijke verwekker. C. Vormvereisten 1 Vooraf: de huwelijksaangifte (1) Algemeen Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 5

6 De huwelijksaangifte heeft als doel verzet tegen het huwelijk mogelijk te maken. Om gewichtige redenen (zoals een huwelijk in extremis) kan de procureur des Konings ontheffing van de aangifteplicht verlenen (art. 165, 2, lid 1 BW). (2) Plaats De huwelijksaangifte gebeurt in de regel door een of beide echtgenoten (art. 63, 2, lid 1 BW) bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente waarin in een van de echtgenoten ingeschreven is in de bevolkingsregisters (art. 63, 1, lid 1 BW). Het kan ook gaan om een inschrijving in de vreemdelingenregisters of de wachtregisters (voor asielzoekers). Is geen van beide echtgenoten ingeschreven in een register (illegalen), of stemt de actuele verblijfplaats om gegronde redenen niet overeen met de plaats van inschrijving (daklozen, foorkramers, patiënten, ), kan de aangifte ook gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de actuele verblijfplaats (art. 63, 2, lid 2 BW). (3) Papierwerk De echtgenoot die de aangifte doet, brengt een reeks documenten mee (art. 64 BW). Dat was vroeger een enorme papiermolen, maar is nu slechts datgene wat de ambtenaar van de burgerlijke stand niet uit het rijksregister kan halen. Er zijn geen zegelrechten verschuldigd. De ambtenaar beschikt over een termijn van twaalf dagen voor het opmaken van de akte. Blijft hij in gebreke, dan is zelfs een vordering ex art BW mogelijk. Leggen de echtgenoten niet de nodige documenten voor, kan de ambtenaar (enkel om die reden) de aangifte weigeren (art. 63, 4 BW). Verhaal is mogelijk bij de rechtbank van eerste aanleg (art. 587, lid 1, 9 Ger. W. jo. art. 63, 4, lid 2 BW). (4) Wachttermijn Na de aangifte start een wachttijd van 14 dagen. Pas daarna kan het huwelijk voltrokken worden (art. 165, 1 BW). Na zes maanden vervalt de aangifte en moet zo nodig een nieuwe aanvraag worden ingediend (art. 165, 3, lid 1 BW). 2 Formaliteiten bij de voltrekking De voltrekking van het huwelijk gebeurt in het openbaar voor de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van aangifte heeft het opgemaakt (art. 166 BW). De partijen moeten fysiek aanwezig zijn en vergezeld zijn van twee getuigen (art. 75 BW). In principe moet aan de partijen een reeks artikels uit het BW worden voorgelezen (art. 75 BW), maar dat gebeurt de facto maar voor enkele artikelen. De ambtenaar vraagt aan beide echtgenoten om hun toestemming. Het huwelijk is voltrokken op het moment dat de tweede partner het ja-woord geeft. Het ik verklaar u in de echt verbonden is louter ceremonieel. De huwelijksakte is louter een instrumentum, waardoor het ondertekenen ervan voor het overige geen constitutieve gevolgen heeft. 3 Sancties (1) Algemeen In principe zijn er twee soorten sancties. Vooreerst zijn er enkele verbiedende (die preventief werken), zoals het verzet tegen het huwelijk (art. 66 e.v. BW), maar die zijn puur theoretisch, omdat ze in de praktijk omzeggens nooit voorkomen. Daarnaast zijn er een reeks repressieve sancties, die tot nietigheid leiden. Het gaat steeds om een (onverjaarbare) absolute nietigheid (art. 184 BW). Ook art. 191 BW bevat een absolute nietigheid: clandestiene huwelijken (met een bedrieglijke intentie) zijn absoluut nietig. Er Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 6

7 is één relatieve nietigheid: de dwaling in de persoon (art. 180 BW). Die vordering wordt evenwel onontvankelijk als de echtgenoten zes maanden samenwonen (art. 181 BW). (2) Gevolgen Het huwelijk blijft geldig tot het vernietigingsvonnis in kracht van gewijsde is getreden (dus na de beroepstermijn van 30 dagen). Het vonnis werkt erga omnes en ex tunc en ex nunc. Het huwelijk wordt geacht nooit bestaan te hebben en heeft ook geen gevolgen voor de toekomst meer. Dat is in de praktijk bijna niet te realiseren. Op dit principe bestaan dan ook twee milderingsprincipes. Bij een putatief huwelijk (art. 201 BW) worden aan een nietig huwelijk toch bepaalde gevolgen toegekend, ten voordele van de echtgenoot te goeder trouw. Als uitzondering op het algemene principe moet de goede trouw wel bewezen worden. De nietigverklaring werkt dus enkel ex nunc. Een fictie wordt gemilderd met een andere fictie (pendelbeweging). Een toepassing van het putatief huwelijk is bijvoorbeeld dat een echtgenoot toch het recht op alimentatie behoudt als het huwelijk vernietigd wordt nadat het reeds ontbonden was. De nietigverklaring heeft geen gevolgen ten voordele van de kinderen, ook al was geen van de ouders te goeder trouw (art. 202 BW). Dat impliceert onder meer dat de vaderschapsregel blijft spelen. D. Bewijs Het huwelijk wordt bewezen door middel van de huwelijksakte (art. 194 BW) of, subsidiair, door getuigen (art. 194 jo. art. 46 BW). Er zijn een aantal uitzonderingen, zoals bezit van staat (cf. art. 195 e.v. BW). Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 7

8 2. Primair huwelijksstelsel A. Algemeen Het primair huwelijksstelsel is het geheel van wederzijdse rechten en verplichtingen van de echtgenoten dat op elk huwelijk van toepassing is (en dus van dwingend recht is, art. 212, lid 1 BW)). Het komt tot stand door het loutere feit van het huwelijk (art. 212, lid 2 BW). Het heeft als doel de essentie van het huwelijk te verwezenlijken: het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap. Het secundair stelsel ent zich op het primair stelsel. De relatie met andere samenlevingsvormen is de volgende: Slechts enkele bepalingen zijn ook van toepassing op de scheiding van tafel en bed De bepalingen zijn niet van toepassing op de feitelijke samenwoning (al wordt daar de lege ferenda wel voor gepleit) Sommige bepalingen zijn niet van toepassing op de wettelijke samenwoning. Zo is er geen samenwoningsplicht. Er is bijvoorbeeld wel hoofdelijke gehoudenheid voor huishoudelijke schulden. Het primair huwelijksstelsel is louter dwingend recht. Dat het niet van openbare orde is, vloeit impliciet voort uit Cassatierechtspraak waarbij een echtgenoot van een overspelige vrouw toch schadevergoeding kon krijgen voor zijn door een verkeersongeluk overleden partner waarmee hij feitelijk samenwoonde. Het miskennen van zijn huwelijksplichten voorkwam de schadevergoeding niet, waaruit besloten kan worden dat ze niet van openbare orde zijn. De principiële handelingsbekwaamheid van de echtgenoten wordt niet gewijzigd, (art. 212, lid 3 BW) tenzij voor ontvoogde minderjarigen (art. 476 BW). B. Principiële huwelijksverplichtingen 1 Algemeen Art. 213 BW legt de echtgenoten vier wederzijdse verplichtingen op: de samenwoningverplichting, de getrouwheidsverplichting, de hulpverplichting en de bijstandsverplichting. Art. 221 BW bevat nog vijfde verplichting: die om bij te dragen aan de lasten van het huwelijk. 2 Samenwoningsverplichting De echtgenoten zijn verplicht samen te wonen: ze moeten tafel en bed delen (het om recht samen te liggen = geslachtsgemeenschap hebben). Dat neemt niet weg dat het recht op persoonlijke vrijheid primeert. Verkrachting tussen echtgenoten blijft mogelijk (i.t.t. tot vroeger). Echtgenoten kunnen overeenkomsten sluiten tot feitelijke scheiding (al is dat betwist) (art. 223, lid 2 BW). De vrederechter kan daar ook machtiging toe geven (art. 223, lid 1 BW). Er zijn geen directe sancties bij miskenning van de samenwoningsverplichting. Dwang op de persoon is verboden en het oplegging van een schadevergoeding of een dwangsom is zuivere theorie. Wel is verlating een feit dat tot ectscheiding kan leiden als aanwijzing voor onherstelbare ontwrichting (art. 229, 1 BW). 3 Getrouwheidsverplichting De echtgenoten moeten zich onthouden van geslachtsgemeenschap met een andere persoon dan hun echtgenoot. Vroeger was overspel een misdrijf, maar tegenwoordig is het Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 8

9 slechts een civielrechtelijke fout in de zin van art BW en een grond voor echtscheiding op basis van onherstelbare ontwrichting. 4 Hulpverplichting Tussen echtgenoten speelt een specifieke onderhoudsplicht. Deze moet in principe worden uitgevoerd in natura, in de echtelijke woning, maar is ook een voorlopige maatregel in het kader van een echtscheidingsprocedure. Bij feitelijke scheiding (als uitvoering in natura dus niet mogelijk is) speelt het schuldcriterium. Op de echtgenoot die feitelijk gescheiden leeft (dus buiten de echtelijke verblijfplaats) rust een weerlegbaar vermoeden van schuld. Als hij zich op de hulpverplichting beroept, moet hij bewijzen dat de feitelijke scheiding te wijten is aan de andere echtgenoot. De hulpverplichting speelt zolang het huwelijk bestaat. Hij eindigt dus als het echtscheidingvonnis in kracht van gewijsde is getreden, maar blijft bestaan bij scheiding van tafel en bed. De hulpverplichting primeert op die uit art. 205 BW. Als sanctie geldt enerzijds de echtscheiding, anderzijds het misdrijf familieverlating. 5 Bijstandsverplichting De bijstandsverplichting is een plicht tot het verlenen van niet-financiële bijstand. Het gaat om de materiële zorgen en de morele genegenheid die echtgenoten elkaar verplicht zijn, door bijvoorbeeld elkaar te verzorgen bij ziekte. Het miskennen van de bijstandsverplichting is een grond voor EOO. 6 Bijdrage in de lasten van het huwelijk (1) Algemeen Elke echtgenoot draagt naar eigen vermogen bij in de lasten van het huwelijk (art. 221, lid 1 BW; cf. ook art. 217, lid 1 BW en infra). De lasten van het huwelijk zijn de kosten van het dagelijkse huwelijksleven. Dat moet in concreto bekeken worden aan. Een auto die slechts door één echtgenoot gebruikt wordt, is soms geen last. Er moet gekeken worden naar de gebruiksmogelijkheden. Ook inkomstenbelastingen zijn geen lasten van het huwelijk, maar de aankoop van de gezinswoning daartegen wel. Wat onterecht betaald is, kan worden teruggevorderd. De bijdrage naar eigen vermogen houdt geen verdeling in helften in. Het gaat om een proportionele verplichting. Wie meer heeft, moet meer bijdragen. De verplichting om bij te dragen kan niet worden uitgesloten per huwelijkscontract. Wel is het mogelijk (en dat wordt meestal zo gedaan) te bedingen dat elke echtgenoot wordt vermoed (iuris tantum) elke dag zijn bijdrage te hebben geleverd. De bijdrageverplichting geldt ook na feitelijke scheiding, maar wie zich erop beroept, moet aantonen dat de feitelijke scheiding enkel aan de andere echtgenoot te wijten is. (2) Sommendelegatie Voor de bijdrageverplichting geldt een bijzondere uitvoeringssanctie: de sommendelegatie. Een echtgenoot kan zich laten machtigen om de inkomsten van de andere echtgenoot (eigen inkomsten, inkomsten uit het gemeenschappelijk vermogen en schuldvorderingen op derden) te ontvangen (art. 221, lid 2 BW). De vrederechter (vrederechter van de laatste echtelijke verblijfplaats (art. 628, 2 Ger.W.) is daarvoor bevoegd zolang geen andere rechter uitspraak heeft gedaan in het kader van een echtscheidingsprocedure (de machtiging blijft tot op dat moment doorwerken). Hij wordt gevat per verzoekschrift op tegenspraak (art. 1034bis e.v. Ger.W.) Hij kan wel niet meer gevat worden als al een verzoekschrift tot echtscheiding werd Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 9

10 neergelegd bij de rechtbank van eerste aanleg (art. 221, lid 2 jo. lid 6 BW). De sommendelegatie werkt ex nunc, maar kan opgelegd worden voor lasten van het verleden (tot 5 jaar terug) waaraan niet voldoende is bijgedragen. Wordt het vonnis in hoger beroep tenietgedaan of verminderd, dan kan de echtgenoot terugvorderen wat te veel is gevorderd. De tenuitvoerlegging gebeurt op risico van de tenuitvoerlegger. Het vonnis wordt op verzoek van de eisers betekend aan de derden-schuldenaars (heden of toekomstig) en is vervolgens aan hen tegenwerpelijk (art. 221, lid 3 BW). Weigert een derde-schuldenaar gevolg te geven aan het vonnis, wordt deze procedure voor de rechtbank van eerste aanleg gebracht (art. 569, 1 Ger. W.). De positie van derden-schuldeisers is onduidelijker. Volgens art. 221,lid 2 BW gebeurt de sommendelegatie onverminderd de rechten van derden. Art. 1412, lid 2 Ger. W. vermeldt evenwel dat derden maar beslag kunnen leggen op het beslagbare deel van het loon, verminderd met de sommendelegatie. Sowieso is er de facto meestal toch benadeling, omdat de echtgenoot beschikt over het supervoorrecht (art. 1412, lid 1, 2 Ger. W.). Derden-schuldeisers worden wel beschermd doordat een akkoord tussen echtgenoten om via sommendelegatie onvermogen te bewerkstellingen, aanleiding kan geven tot strafrechtelijke sancties (art 490bis Sw.) en eventueel een Pauliaanse vordering (art BW) C. Echtelijke verblijfplaats 1 Vaststelling De echtelijke verblijfsplaats is de plaats waar de samenwoningsplicht wordt uitgeoefend (en hoeft dus niet noodzakelijk de woonplaats te zijn). De echtelijke verblijfplaats wordt in overeenkomst bepaald, of bij gebrek daaraan, door de vrederechter in het belang van het gezin (art. 214 BW). Op die manier wordt de verlaten echtgenoot beschermd. Ook de territoriaal bevoegde rechter voor heel wat familiale zaken wordt op deze manier bepaald (art. 628, 1 en 2 Ger. W.). 2 Bescherming van gezinswoning en huisraad (1) Algemeen De gezinswoning (het onroerend goed als voornaamste woning dienst doet) en de huisraad (de functionele roerende goederen aanwezig in de gezinswoning) zijn beschermd vanuit art. 215 BW. Twee scenario s zijn denkbaar. (2) Minstens één van de echtgenoten heeft een zakelijk recht op de gezinswoning Gaat het om het eigen goed van en van de echtgenoot (zelfs exclusieve eigendom), geldt een principieel verbod om te beschikken over de gezinswoning zonder instemming van de andere echtgenoot (art. 215, 1, lid 1 BW). Beschikken gaat verder dan daden van beschikken. Het zijn alle daden die het wonen moeilijk of onmogelijk maken. Sommige daden van beheer vallen er dus ook onder. Derden kunnen zich niet op deze bescherming beroepen, tenzij het gaat om een rechtspersoon waarvan de andere echtgenoot hoofdaandeelhouder is en waarin het goed wordt ingebracht. De rechtbank van eerste aanleg kan de echtgenoot toch machtigen om alleen op te treden (art. 215, 1, lid 3 BW jo. art. 1253ter e.v. Ger. W), als de verkoop niet geweigerd is om actuele gewichtige redenen, die betrekking hebben op gezinsbestemming van de woning. Gaat het om een gemeenschappelijk goed, is toestemming van de andere echtgenoot vereist (immers, de regels van het bestuur van het gemeenschappelijk Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 10

11 vermogen spelen eveneens) (art BW). De rechter kan machtigen om wettige redenen (wat in feite hetzelfde is als gewichtige redenen) (art BW). Gaat het om een onverdeeld goed, moeten alle mede-eigenaars toestemmen (cf. art BW), naast de instemming van de echtgenoot. (3) De gehuurde gezinswoning Ook als slechts één van de echtgenoten de gezinswoning huurt (het gaat enkel om woninghuur, art. 215, 2, lid 4 BW), komt het goed aan beide echtgenoten toe (art. 215, 2, lid 1 BW). De echtgenoot die de woning huurt, kan de andere niet uitzetten. Als de verhuurder weet heeft van het huwelijk, moet hij opzeggingen, kennisgevingen en exploten in beginsel naar beide echtgenoten zenden (art. 215, 2, lid 2 BW). Toch volstaat het daarbij dat er werkelijke kennisname van beide echtgenoten was. Verkoopt de verhuurder de woning aan een nieuwe verhuurder, moet opnieuw gekeken worden of de verhuurder kennisheeft van het huwelijk. De werkelijke kennis primeert. (4) Bescherming van de huisraad Eenzelfde regeling geldt voor het huisraad. Een echtgenoot kan niet onder instemming van de andere echtgenoot beschikken over de huisraad, of het in pand geven (art. 215, 1, lid 2 BW). Over de vraag of er door één beslag kan gelegd worden op het huisraad in het raam van een onderhoudsvordering, bestaat discussie. De rechtspraak volgt strikt de wet, maar de rechtsleer is van oordeel dat de hoedanigheid als onderhoudsschuldige primeert op die van echtgenoot (primum vivere, deinde philosophari). Bovendien stelt art. 1408, 1 Ger. W. een hele hoop huisraadgoederen buiten het beslag. D. Beroepskeuze 1 Het recht een beroep uit te oefenen zonder instemming van de andere echtgenoot In beginsel kan elke echtgenoot het beroep uitoefenen dat hij wil, zonder instemming van de andere echtgenoot (art. 216, 1, lid 1 BW). De andere echtgenoot kan echter naar de rechter stappen als hij meent zijn zedelijke of stoffelijke belangen (of die van de kinderen) ernstig in het gedrang komen (bijvoorbeeld door het uitbaten van een bordeel of openen van een gokkantoor) (art. 216, 1, lid 2 BW). De rechter kan een beroepsverbod opleggen of zijn toelating afhankelijk maken van een wijziging van het huwelijksvermogensstelsel (meestal naar scheiding van goederen) (art. 216, 1, lid 3 BW). Openbare (politieke) mandaten kunnen nooit aan beroepsverbod onderworpen worden (art. 216, 1, lid 4 BW). 2 Het recht de naam van de andere echtgenoot te gebruiken in beroepsbetrekkingen Mannen en vrouwen (maar de facto vooral mannen) kunnen de familienaam van hun echtgenoot (of een combinatie) gebruiken in beroepsbetrekkingen (art. 216, 2, lid 1 BW), met instemming van hun echtgenoot. In de praktijk is de toepassing breder. De rechter kan dit slechts om gewichtige redenen overrulen (zoals het feit dat er al vaak een faillissement was). E. Inning en besteding van de inkomsten Iedere echtgenoot ontvangt zijn inkomsten (sensu lato) alleen (art. 217, lid 1 BW), maar bij de verdeling van de nalatenschap vallen ze in het gemeenschappelijk vermogen (bij Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 11

12 gemeenschap van goederen). Dit impliceert dat een systeem van scheiding van goederen enorm nadelig is voor een echtgenoot die geen inkomsten heeft. Die inkomsten moeten in de eerste plaats besteed worden aan de lasten van het huwelijk (art. 217, lid 1 BW). Wat overblijft kan gebruikt worden voor de aanschaf van beroepsgoederen (art. 217, lid 2 BW). Wat daarna nog overblijft, is onderworpen aan de normale regels van het huwelijksstelsel (alleenbestuur of concurrentieel bestuur). F. De opening van een bankrekening of het huren van een safe Iedere echtgenoot kan, zonder de instemming van de andere, op zijn naam een depositorekening voor geld of effecten doen openen of een brandkast huren (art. 218, lid 1 BW). De titularis heeft alle vrijheid: op hem rust een vermoeden van exclusieve bestuursbevoegdheid (art. 218, lid 2 BW). Slechts de rechter kan dit beperken (ex art. 221 of 223 BW). Het vermoeden van exclusieve bestuursbevoegdheid geldt ook na de ontbinding van het huwelijk (althans volgens Gerd, de collegae zijn het er niet mee eens), maar de gelden worden na overlijden geblokkeerd tot de fiscus de tegoeden toegekend heeft (successierechten). De bank en de bewaarnemer moeten de mede-echtgenoot ter kennis stellen van de opening (art. 218, lid 3 BW). Deze verplichting die voortvloeit uit het BW is geen schending van het bankgeheim. De bewijslast rust bij de bank. In de praktijk worden dan ook de identiteitskaart en een bevestiging van het adres van de echtgenoot gevraagd. Volgens sommige auteurs moet de bank zelf het adres opsporen. Op de echtgenoot die deze verplichtingen miskent, zijn de gewone sancties van toepassing (cf. infra). De bank is aansprakelijk ex art BW. G. Lastgeving tussen echtgenoten Lastgeving tussen echtgenoten is mogelijk onder de voorwaarde dat hij gebeurt binnen het huwelijk (en dus niet bij huwelijkscontract) (art. 219, lid 1 BW). De lastgeving is bovendien steeds herroepbaar (art. 219, lid 2 BW). De lastgeving kan algemeen of bijzonder zijn en zowel op eigen goederen als op gemeenschapsgoederen slaan. Daden van beschikking vereisen steeds een bijzondere lastgeving. H. Gerechtelijke indeplaatsstelling Als een van de echtgenoten om de een of andere reden zich in de onmogelijkheid bevindt om zijn wil te kennen te geven, kan de andere echtgenoot zich door de rechter laten machtigen om een aantal specifieke handelingen toch alleen te stellen: Het vervreemden of hypothekeren van een onroerend goed (rechtbank van eerste aanleg) (art. 220, 1 BW). Het ten behoeve van het huishouden ontvangen van sommen die derden verschuldigd zijn aan de andere echtgenoot (art. 220, 3 BW). Ook kan de echtgenoot vragen aan de rechtbank van eerste aanleg, om de inplaatsstelling uit te spreken voor het geheel of een gedeelte van de bevoegdheden van de wilsonbekwame echtgenoot. Er mag dan wel geen wettelijke vertegenwoordiger of lasthebber zijn. (art. 220, 2 BW). I. Hoofdelijkheid van huishoudelijk schulden Ongeacht het huwelijksvermogensstelsel is elke echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk voor huishoudelijke schulden (art. 222, lid 1 BW). De echtgenoot die betaalt kan het aandeel van de andere echtgenoot wel terugvorderen ex art. 221, lid 1 BW. De hoofdelijkheid speelt niet: Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 12

13 Bij buitensporige huishoudelijke uitgaven. Zij zijn gemeenschappelijk, maar kunnen niet verhaald worden op het eigen vermogen van de andere echtgenoot (art. 1414, lid 2, 1 BW). Bij feitelijke scheiding. Het artikel veronderstelt immers dat er een huishouden is. Anders kan het gaan om schulden inzake de opvoeding. De toestand van feitelijke scheiding is evenwel niet tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw (die niet wisten dat er een toestand van feitelijke scheiding was). Om te beoordelen of een derde bate had bij de solvabiliteit van de andere echtgenoot, moet gekeken worden naar het tijdstip van het sluiten van het contract. J. Dringende en voorlopige maatregelen Bij grof (persoonlijk of patrimoniaal) plichtsverzuim van een echtgenoot, of bij ernstige verstoring van de verstandhouding, kan al voor de echtscheidingsprocedure een procedure bij de vrederechter gestart worden (art. 223, lid 1 en 2 BW). De ratio legis is de bedoeling om een verzoening mogelijk te maken. Het gaat om maatregelen die dringend zijn, los van het feit hoelang de feitelijke scheiding al duurt. De maatregelen regelen een voorlopige situatie ten gronde (<-> kort geding). Het begrip voorlopig houdt volgens Cassatierechtspraak in dat de vrederechter de situatie niet bestendig mag organiseren. Dat betekent niet dat de maatregelen tijdelijk moeten zijn, of dat een tijdelijke organisatie niet bestending kan zijn. De rechtspraak is op dit punt onduidelijk. Een maatregel kan bestendig worden als hij verscheidene keren verlengd wordt. De vrederechter kan een hele reeks maatregelen opleggen (in art. 223, lid 4-6 BW staat een niet-limitatieve opsomming), maar mag niet ultra petita toekennen (cf. art. 1253quater, e) Ger. W.). Hij kan wel suggesties doen, of proberen om tot een akkoord te komen. Concrete maatregelen kunnen zijn: Een machtiging tot afzonderlijk verblijf (eventueel met een storingsverbod, al dan niet vergezeld van een dwangsom). Bij het beslissen wie in de echtelijke verblijfplaats mag blijven, moet de vrederechter in beginsel voorrang geven aan het (vermoedelijke) slachtoffer van partnergeweld (art. 223, lid 3 BW). Ernstige aanwijzingen volstaan daarvoor: een veroordeling is niet vereist. De rechter kan afwijken in uitzonderlijke omstandigheden. Dat begrip wordt ruim geïnterpreteerd, omdat de regel anders wel erg streng is. De vrederechter kan ook een onderhoudsgeld of een ontvangstmachtiging toestaan. Dat staat in principe los van het schuldcriterium, maar wie moet betalen, kan zich bevrijden door te bewijzen dat de feitelijke scheiding aan de andere echtgenoot te wijten is. De terbeschikkingstelling van voertuigen. Blokkering of terbeschikkingstelling van gelden (het eerste om te voorkomen dat zou verduisterd worden, het tweede bv. om schulden te kunnen afbetalen). Het laten opmaken van een boedelbeschrijving of de verzegeling van een onroerend goed. Het ouderlijk gezag en het recht op persoonlijk contact regel (zie eerder) De vrederechter mag daarentegen niet: Maatregelen nemen inzake het beheer van een handelszaak of vennootschap (hij mag zich niet in de rechtspersoon inmengen, ook al wordt die bestuurd door een echtgenoot). Hij kan bv. wel verbieden om de aandelen te verkopen. Een geschil inzake de persoon regelen. Dat behoort tot de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg (art. 331, 2 BW). Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 13

14 K. Nietigverklaring van bepaalde handelingen Een reeks limitatief in art. 224 BW opgesomde handelingen is relatief nietig. De nietigheid kan binnen het jaar worden ingeroepen door de echtgenoot (of diens erfgenamen) die benadeeld is door de handeling (art. 224, 2 BW). Een uitzondering is de opzegging van de huur die maar één echtgenoot betekend is. Die gaat uit van een derde, maar is toch zonder gevolgen. Hoewel het gaat om een relatieve nietigheid, kan er toch niet op voorhand aan verzaakt worden. Het gaat om een facultatieve nietigheid (art. 224, 1, aanhef BW). Schadevergoeding is mogelijk voor een derde te goeder trouw, maar die is soms moeilijk aan te nemen (cf. art. 224, 1, 1 en 2 BW). Er is een termijn van één jaar vanaf de kennisname van de handeling of na het overlijden van de echtgenoot (art. 224, 2 BW). L. Vorderingen betreffende het huwelijksvermogensstelsel Er is een bijzondere rechtspleging tussen echtgenoten voor vorderingen betreffende hun huwelijksvermogensstelsel (art. 1253ter e.v. Ger. W.). De rechtbank van eerste aanleg is in principe bevoegd, tenzij de vrederechter specifiek bevoegd is (art. 569, 1 Ger. W.). Toch zijn er soms ook nog bepalingen van het BW of inzake bijzondere rechtsplegingen (zoals scheiding van goederen) in het spel. De bepalingen in art. 1253ter e.v. Ger. W. vallen uiteen in drie categorieën: Art. 1253ter en 1253quater Ger. W. bevatten de procedurevoorschriften. De procedure is soepel. Ze wordt ingeleid op een verzoekschrift en er is een snelle uitspraak. Art. 1253quater, d) Ger. W. werd evenwel ongrondwettig bevonden omdat de termijn niet verlengd wordt tijdens de gerechtelijke vakantie. Als oplossing werd art. 50, lid 2 Ger. W. gewijzigd, dat een termijn die in de gerechtelijke vakantie valt, verlengt tot de vijftiende dag van het nieuwe gerechtelijke jaar. Art. 1253quinquies Ger.W. bevat de informatiemogelijkheden van de vrederechter Art. 1253sexies-octies Ger.W. bevatten bijzondere regels in ver band met het verbod tot vervreemden, hypothekeren of verpanden Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 14

15 3. Secundair huwelijksstelsel A. Algemeen Het secundair stelsel wordt maar relevant bij ontbinding van het huwelijksvermogen, door overlijden of door echtscheiding. Over de aard van het secundair wettelijk huwelijksstelsel bestaat discussie. Volgens de ene is het een gemeenschap beperkt tot de aanwinsten, volgens de andere een zuivere gemeenschap. Die tweede optie gaat er evenwel ietwat foutief van uit dat er geen geld is bij het begin van het huwelijk (wat tegenwoordig nog zelden zo is). Het secundair wettelijk stelsel berust op drie vermogens (art BW): Twee eigen vermogens Een gemeenschappelijk vermogen, dat een loutere feitelijke situatie is. Het is geen onverdeeldheid en heeft geen rechtspersoonlijkheid (het is geen vennootschap). Het is een patrimonium sui generis. Bij de indeling van het huwelijksvermogen moet enerzijds gekeken worden wat eigen en wat gemeenschappelijk is, anderzijds wat actief (vordering) en wat passief (schuld) is. Pas daarna kan overgegaan worden tot de verdeling. B. Actief 1 Baten van eigen vermogens (1) Goederen eigen omwille van hun oorsprong (art BW) Goederen van voor het huwelijk (art. 1399, lid 1 BW). Het gaat bijvoorbeeld om schuldvorderingen met vaste dagtekening voor het huwelijk of om goederen die gekocht zijn voor het huwelijk (niet: een koopoptie) (opm.: de koop komt solo consensu tot stand). Alles wat een echtgenoot om niet krijgt (art. 1399, lid 1 BW): erfenissen, schenkingen, legaten (schenkingen bij testament). (2) Goederen eigen omwille van hun aard (art BW) Accessoria, ongeacht het tijdstip van verkrijgen en behoudens vergoeding indien daartoe aanleiding bestaat (als de gemeenschap voor een goed betaalt dat eigen wordt) (art. 1400): 1. het toebehoren van eigen onroerende goederen of onroerende rechten, op basis van het recht van natrekking. Het gaat bijvoorbeeld om een huis dat gebouwd wordt op een grond die om niet verkregen is. Tenzij er een beding van aanhorigheid is, zal een bijkomend huis ook eigen worden. Verzaking aan het recht van natrekking is nietig, als de verzaking niet gebeurt in het kader van een wijziging aan het huwelijksvermogensstelsel. 2. het toebehoren van eigen waardepapieren, zoals het stemrecht in de algemene vergadering of het recht op nieuwe aandelen die kosteloos worden uitgedeeld. Dividenden (uitkering) zijn daarentegen aanwinsten (en dus gemeenschappelijk), evenals een winnend loterijticket. 3. de goederen aan een der echtgenoten overgedragen door een van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn, hetzij om te voldoen wat hij hem verschuldigd is, hetzij onder verplichting een schuld van die bloedverwant aan een derde te betalen (familiebeschikkingen als voorschot op een erfenis). Dit vindt eerder weinig praktische toepassing. Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 15

16 4. het aandeel door een der echtgenoten verkregen in een goed waarvan hij reeds mede-eigenaar is (door het uitkopen van een andere mede-eigenaar). Dit heeft als doel om nodeloze onverdeeldheden te vermijden. Gebeurt het inkopen met gemeenschapsgeld, kan een vergoeding verschuldigd zijn. 5. de goederen en rechten die ten gevolge van zaakvervanging in de plaats treden van eigen goederen, alsook de goederen verkregen uit belegging of wederbelegging zaakvervanging vindt bijvoorbeeld plaats bij ruil. Als een eigen goed geruild wordt, is het ontvangen goed ook eigen, zelfs bij ruil met opleg. Andere voorbeelden zijn het inbrengen van een handelszaak in een vennootschap, in ruil voor aandelen, of het krijgen van een onteigeningsvergoeding. Belegging is het verwerven van een goed met eigen gelden Bij wederbelegging wordt een goed verworven na vervreemding van een eigen goed. Er zijn drie vormen: Onroerende wederbelegging (art BW), zolang er in de aankoopakte vermeld wordt dat het gaat om een wederbelegging en dat het goed voor minstens de helft met eigen vermogen betaald wordt. Zo niet is de verkoop niet tegenwerpelijk aan derden, inclusief de andere echtgenoot. Het goed valt dan in de gemeenschap. Bij vervroegde onroerende wederbelegging (art BW) wordt een goed gekocht met gemeenschappelijk vermogen, waarna een goed uit het eigen vermogen vervreemd wordt om het gebruikte gemeenschapsgeld terug te betalen. Dit moet in de verkoopakte vermeld worden en de helft van het gebruikte geld moet binnen de twee jaar terugbetaald zijn. De toestemming (niet instemming) van de echtgenoot is ook vereist. Het gaat immers om een zwaarwichtige handeling (art. 1418, 1., a) BW) inzake een gemeenschappelijk goed. Het aangekochte onroerende goed wordt immers maar eigen op het moment van de terugbetaling. Voor roerende wederbelegging (art BW) gelden geen formaliteiten. Het volstaat dat bewezen is dat het roerend goed met eigen gelden is aangekocht. Vervroegde roerende wederbelegging is niet wettelijk geregeld, maar waarschijnlijk wel mogelijk met dezelfde formaliteiten als bij vervroegde onroerende wederbelegging) 6. de gereedschappen en werktuigen die dienen tot het uitoefenen van het beroep. Elke echtenoot kan immers zijn inkomsten (zij het secundair) besteden aan de aanschaf van verantwoorde beroepsgoederen (art. 217 lid 2 BW). Hij bestuurt die ook zelf. Worden deze goederen aldus met gemeenschapsgeld betaald, is een vergoeding verschuldigd die niet kleiner mag zijn dan de uitgegeven som (art BW), ook al is het beroepsgoed niets meer waard. De notariële praktijk lost dit op door het goed toch als gemeenschappelijk vermogen aan te merken, met evenwel een voorrang voor de echtgenoot die het beroepsgoed gebruikt. 7. de rechten verbonden aan een personenverzekering door de begunstigde zelf gesloten, die hij verkrijgt bij het overlijden van zijn echtgenoot of na de ontbinding van het stelsel (levensverzekering of termijnverzekering). Deze bepaling is impliciet opgeheven door het ruimere art 127 LVOW (lex posteriori ), dat bepaalt dat alle aanspraken tegenover een verzekering, eigen goederen zijn. Een vergoeding is bovendien slechts mogelijk als de premies de financiële draagkracht van gemeenschappelijk vermogen te Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 16

17 boven gaan (art. 128 LVOW). Deze regeling werd door het Arbitragehof ongrondwettig bevonden wat de gemengde levensverzekeringen betreft. Het gaat bijvoorbeeld om de situatie waarbij een man een levensverzekering afsluit, met gewaarborgde terugbetalingen van gemeenschappelijke leningen na zijn dood en de uitkering van een kapitaal als hij 65 wordt. Deze aanspraken zijn eigen. Hoewel de premies met gemeenschapsgeld worden betaald, is de kapitaalsuitkering toch eigen en is vergoeding niet altijd mogelijk. Dat schendt het gelijkheidsbeginsel. Het (prejudiciële) arrest gaf geen aanleiding tot een wetswijziging, waardoor er in de praktijk een onderscheid moet worden gemaakt. Voor een gewone levensverzekering gelden de gewone regels (eigen). Voor een gemengde levensverzekering moet gekeken worden naar de finaliteit. Is het doel om geld te sparen, dan is de uitkering gemeenschappelijk. Vijf soorten persoonlijke goederen zijn eigen (art.1401 BW). 1. de klederen en voorwerpen voor persoonlijk gebruik. Het gaat bijvoorbeeld om diploma s, hoorapparaten, brillen, maar ook om bijvoorbeeld juwelen, al kunnen die soms als belegging worden gekwalificeerd. Over verzamelingen bestaat vaak discussie. 2. het literaire, artistieke of industriële eigendomsrecht. Het recht om deze te exploiteren is eigen (bijvoorbeeld om de uitgever te kiezen), maar de inkomsten zijn aanwinsten en dus gemeenschappelijk. 3. het recht op herstel van persoonlijke lichamelijke of morele schade. Opnieuw is het recht eigen, maar de vergoeding is dat niet steeds. Morele schadevergoeding is steeds eigen (want verknocht aan de persoon). Ook het recht op schadevergoeding voor blijvende lichamelijke ongeschiktheid is eigen. 4. het recht op een pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering, dat een der echtgenoten alleen bezit (maar de uitkeringen zelf zijn gemeenschappelijk). 5. de lidmaatschapsrechten verbonden aan gemeenschappelijke aandelen in vennootschappen waarin alle aandelen op naam zijn, indien die toebedeeld zijn aan of ingeschreven zijn op naam van één echtgenoot alleen. De vermogenswaarde van de aandelen is daarentegen gemeenschappelijk. 2 Baten van het gemeenschappelijk vermogen Gemeenschappelijk zijn (art BW): 1. de inkomsten uit de beroepsbezigheden van elk der echtgenoten, alle inkomsten of vergoedingen die ze vervangen of aanvullen, evenals de inkomsten uit openbare of particuliere mandaten. Inkomsten moet dus breed geïnterpreteerd worden. 2. de vruchten, inkomsten, interesten van hun eigen goederen 3. de goederen geschonken of vermaakt aan de twee echtgenoten samen of aan een van hen onder beding dat die goederen gemeenschappelijk zullen zijn 4. alle goederen waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling. Dit is een restcategorie. Alle goederen worden vermoeden gemeenschappelijk te zijn tot bewezen is dat ze eigen zijn. Daarom is het secundair wettelijk stelsel een gemeenschappelijk stelsel. Zo geldt voor gelden op een gemeenschappelijk rekening dat ze gemeenschappelijk zijn tot het eigen karakter bewezen is door het bewijs van de oorsprong van een som. Sommige rechtsleer meent dat dit niet mogelijk is tijdens het huwelijk. 3 Twee bijzondere problemen (1) Handelszaak Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 17

18 Een handelszaak moet bij het bepalen van haar aard bekeken worden als een feitelijke algemeenheid. Dat impliceert onder meer dat de aanwezige beroepsgoederen slechts als deel van de handelszaak moeten gezien worden. Voor de rest moeten de gewone regels worden toegepast. Is de handelszaak tijdens het huwelijk gestart, behoort ze tot het gemeenschappelijk vermogen. Is ze geërfd of tijdens voor het huwelijk gestart, is ze eigen. Dat geldt evenwel niet als de zaak zo veranderd is dat het de facto bijna een nieuwe zaak geworden is. Ook behoren de schulden en schuldvorderingen van de handelaar niet tot de handelszaak. (2) Het cliënteel bij een vrij beroep Bij het cliënteel bij een vrij beroep moet een onderscheid worden gemaakt tussen het recht op cliënteel (dat eigen is) en de vermogenswaarde ervan (die gemeenschappelijk is). Toch is er bepaalde andersluidende rechtspraak. De ene stroming meent dat deze opsplitsing niet mogelijk is, omdat cliënteel strikt persoonlijk is. Een andere stroming is van mening dat er geen opsplitsing mogelijk is, omdat de opsplitsing materieelimmaterieel artificieel is. Maar de deontologie van o.m. geneesheren aanvaardt dat cliënteel overdraagbaar is. C. Passief 1 Algemeen De vraag naar het definitief passief is de vraag naar het statuut van een goed dat tot het passief behoort (dus over een bijdrage tussen de echtgenoten), tot het eigen of gemeenschappelijk vermogen behoort (dus bij de vereffening). Het voorlopig passief daarentegen is de vraag tot welk vermogen een schuldeiser (dus een verbintenis van de echtgenoten) van een of beide echtgenoten zich moet richten (dus vooral tijdens het stelsel, maar is in principe afhankelijk van de vraag naar het definitief passief en staat dus erna in de wet). Algemeen gezien geldt: Gaat het om een eigen schuld, moet die in principe op het eigen vermogen verhaald worden (art BW). Uitzonderlijk kan een schuldeiser ook het gemeenschappelijk vermogen aanspreken (cf. art e.v. BW). Een gemeenschappelijke schuld kan in beginsel op de drie vermogens worden verhaald. Slechts uitzonderlijk is één eigen vermogen beschermd (art BW). 2 Het definitief passief (1) Eigen schulden Schulden die dateren van voor het huwelijk, en schulden die voortvloeien uit eigen goederen omwille van hun aard, zijn eigen (art BW). Lasten uit een erfenis zijn dus eigen, alsook het regres dat een verzekeraar uitoefent wegens een opzet dat van voor het huwelijk dateert. Dit is een toepassing van het principe ubi emolumentum, ibi onus (waar het voordeel is, daar is ook de last). Eigen omwille van hun aard zijn (art BW, limitatief want gemeenschappelijk karakter wordt vermoed): 1. de schulden door een der echtgenoten aangegaan in het uitsluitend belang van zijn eigen vermogen. Een voorbeeld is een schuld die aangegaan is voor de verbouwing van een eigen goed (dat niet de gezinswoning is). Volgens de parlementaire voorbereidingen omvat dit zelfs de kosten die gemaakt worden voor het onderhoud of de instandhouding van een eigen goed, maar dat is waarschijnlijk onterecht. Als het goed verhuurd wordt, zijn de Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 18

19 inkomsten daarvan immers ten bate van gemeenschappelijke vermogen. We kunnen i.c. dan ook moeilijk spreken van een uitsluitend belang. 2. de schulden ontstaan uit een persoonlijke of zakelijke zekerheid door een der echtgenoten gesteld in een ander belang dan dat van het gemeenschappelijk vermogen 3. de schulden behorende tot een door een der echtgenoten uitgeoefend beroep dat hem verboden of ontstaan uit handelingen die een der echtgenoten niet mocht verrichten zonder de medewerking van de andere echtgenoot of zonder rechterlijke machtiging (zoals een lening die is aangegaan zonder toestemming). 4. de schulden ontstaan uit een strafrechtelijke veroordeling of uit een onrechtmatige daad begaan door een der echtgenoten (zelfs een parkeerboete). Contractuele schulden vallen hier dus niet onder. Geeft iemand als beleggingsadviseur uitermate slecht advies, kan hij hiervoor contractueel worden aangesproken. Deze schulden zijn gemeenschappelijk. (2) Gemeenschappelijke schulden Gemeenschappelijk zijn (art BW, niet-limitatief): 1. de schulden aangegaan door beide echtgenoten, gezamenlijk (door beide echtgenoten ondertekend) of hoofdelijk (niet perse door beide ondertekend, wel samen aansprakelijkheid, cf. 222 BW), ook al zijn ze in het belang van één vermogen aangegaan. 2. de schulden aangegaan door een der (of beide) echtgenoten ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen. Buitensporige huishoudelijke schulden, die niet hoofdelijk zijn en dus niet onder punt 1 vallen, zijn op deze manier toch gemeenschappelijk (maar zie art. 141, lid 2, 1. BW). 3. de schulden door een der echtgenoten aangegaan in het belang van het gemeenschappelijk vermogen (ubi emolumentum, ). Voorbeelden zijn onderhoudsschulden van een eigen goed (cf. supra), beroepsschulden (want de inkomsten zijn gemeenschappelijk. Cf. evenwel art. 1414, lid 2, 3 BW) of belastingsschulden. 4. de schulden ten laste van giften, aan de twee echtgenoten gezamenlijk of aan een van hen gedaan onder beding dat de gegeven of vermaakte goederen gemeenschappelijk zullen zijn (want de gift komt toe aan de gemeenschap) 5. de (moratoire, niet compensatoire) interesten die een bijzaak vormen van de eigen schulden van een der echtgenoten (accessorium sequitur..). 6. de onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in de nederdalende lijn van een der echtgenoten. Het gaat om kinderen die niet tot het gezin behoren. Anders gaat het om opvoedingsschulden (art. 1408, tweede streepje BW). 7. de schulden waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling (cf. art. 1405, 4 BW). Er zijn drie twistpunten: Onderhoudsvorderingen van ascendenten (art. 207 BW) zijn gemeenschappelijk op basis van art. 1408, zevende streepje BW). o De onderhoudsvordering van een schoonouder is verhaalbaar op de drie vermogens (art. 1414, lid 1 BW), maar na een nieuw huwelijk van de schoonouder nog slechts op twee vermogens (dat van het kind en het gemeenschappelijk vermogen) (art. 1414, 4 jo. art. 206, 1 BW). o Over de aard van een onderhoudsvordering van een (groot)ouder bestaat enige betwisting. Een argument voor het eigen karakter is dat het gaat om een schuld die al voor het huwelijk bestaat. Maar die schuld wordt pas geëffectueerd op het moment dat de behoeftigheid ontstaat. Het lijkt dan ook het meest logische om op basis van art. 1408, zevende streepje BW te Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 19

20 besluiten dat het om een gemeenschappelijke schuld gaat. Deze schuld is maar verhaalbaar op twee vermogens (art. 1414, 4 BW). Een onderhoudsvordering (bij EOO) van een vorige echtgenoot is volgens Cassatie een eigen schuld. Cassatie acht het niet billijk dat de gemeenschap moet betalen en wijst erop dat die schuld al voor het huwelijk bestaat. De rechtsleer wijst er evenwel op dat het gaat om een last van de inkomsten en dus om een gemeenschappelijke schuld (ubi emolumentum ). Bovendien wijst de doctrine op de dramatische praktische gevolgen. In casu had een man 2,8 miljoen BEF aan onderhoudsgelden betaald, waarvan 80% (1,35 miljoen BEF) evenwel fiscaal recupereerbaar was. Cassatie ging ervan uit dat de schuld eigen was, maar betaald werd met inkomsten (gemeenschappelijk). Er was dus een vergoeding verschuldigd, en dat was volgens Cassatie de werkelijke betaalde schuld. Er moest dus nog eens 2,8 miljoen vergoed worden aan het vermogen, dat maar 20% van dat bedrag had moeten betalen. Bij EOT daarentegen is de onderhoudsuitkering vrijwillig. Aangezien er geen wettelijke verplichting is, gaat het hier om een eigen schuld. De schuld stamt immers uit een overeenkomst die gesloten is vóór het huwelijk. Een debetsaldo op een eigen rekening is een schuld aan de bank. Sommige rechtspraak past art. 1408, zevende streepje BW toe, waardoor het om een gemeenschappelijke schuld gaat. Het is evenwel niet billijk om de andere echtgenoot te laten betalen. Daarom wordt het debetsaldo soms gekwalificeerd als een lening zonder toestemming (want er zijn interesten), die dan ook eigen is (cf. art. 1407, 3 BW). De bank kan de schuld dan slechts op het gemeenschappelijk vermogen verhalen als ze bewijst dat de gemeenschap baat had (art BW). 3 Het voorlopig passief (1) Verhaalrecht van schuldeisers met betrekking tot eigen schulden Schuldeisers kunnen eigen schulden in principe slechts verhalen op het eigen vermogen en de inkomsten van de echtgenoot-schuldenaar (art BW). Wat als inkomsten te kwalificeren valt, is niet steeds even duidelijk. Strikt gezien zijn inkomsten alles wat nog vatbaar is voor beslag bij de WG (loon). In een (te verkiezen) ruimere interpretatie zijn inkomsten alles wat een echtgenoot verkrijgt dat nog niet belegd en nog individualiseerbaar is. Zo bevat een zichtrekening inkomsten, maar een spaarrekening niet meer. In een aantal gevallen beschikken de schuldeisers over een uitgebreider verhaalsrecht en hebben ze ook verhaal op het gemeenschappelijk vermogen: Indien de schuldeiser kan bewijzen (art. 1410, lid 2 en art. 1411, lid 2 BW) dat het gemeenschappelijk vermogen door de aangegane schuld verrijkt werd. Dat kan o Rechtstreeks ( verrijking ) (art. 1410, lid 1 BW), door opname van eigen goederen in de gemeenschap (wanneer het bewijs van eigen karakter niet wordt geleverd). o Onrechtstreeks ( voordeel ) (art. 1411, lid 1 BW), door voordeel (ongeveer hetzelfde als verrijking) uit verboden beroepen of handelingen. In beide gevallen kan maar verhaal worden uitgeoefend ten belope van de verrijking. In het geval een quasi-delictuele schuld (art. 1412, lid 1 BW) (boetes, ), los van de vraag of het gemeenschappelijk vermogen voordeel heeft gehad. Dat kan evenwel slechts ten belope van de helft van het netto-baten van de gemeenschap. Er moet dus een inventaris worden opgemaakt, maar de schuldeisers kunnen de verdeling niet vorderen (kan slechts op de gronden opgesomd in de wet). Bovendien moet in elk geval eerst het eigen vermogen van de schuldige echtgenoot aangesproken worden. Op die manier wordt de onschuldige echtgenoot verregaand beschermd. Academiejaar samenvatting familierecht (2) Jeroen De Mets 20

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht

Huwelijksvermogensrecht echtscheiding Huwelijksvermogensrecht on line De bezittingen van de huwelijkspartners kunnen behoren tot 3 soorten vermogens: 1. Het eigen vermogen van de man 2. Het eigen vermogen van de vrouw 3. Het

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT

BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT TITEL V. Huwelijksvermogensstelsels HOOFDSTUK II. - WETTELIJK STELSEL AFDELING I. vermogens en wederbelegging Art. 1398. Het wettelijk

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen In België kan men onder andere aan de hand van twee verschillende procedures uit de echt scheiden: - de procedure EOT (Echtscheiding Onderlinge Toestemming) - de procedure

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT

BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT TITEL V. Huwelijksvermogensstelsels HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1387. De echtgenoten regelen hun huwelijksovereenkomsten

Nadere informatie

4,8. Samenvatting door een scholier 1585 woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

4,8. Samenvatting door een scholier 1585 woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1585 woorden 2 juni 2004 4,8 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Geldigheidsvoorwaarden bij het huwelijk (moeten vervuld worden omdat het huwelijk geldig zou zijn): -

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING TUSSEN: Mevrouw X En Meneer Y EN IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Partijen willen overgaan tot echtscheiding

Nadere informatie

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1 INHOUD VOORWOORD............................................ xv DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden.....................................

Nadere informatie

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot,

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot, Nr. Huwelijkscontract # 20# Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot, verschenen: 1. De Heer #, #, geboren te # op #, rijksregister

Nadere informatie

Model A.1. Verzoekschrift bij toepassing van artikel 213 BW (onderhoudsgeld tussen echtgenoten) de artikelen 1034bis e.v. en 1320 e.v. Ger.W.

Model A.1. Verzoekschrift bij toepassing van artikel 213 BW (onderhoudsgeld tussen echtgenoten) de artikelen 1034bis e.v. en 1320 e.v. Ger.W. INHOUDSTAFEL A. FEITELIJKE SCHEIDING VO O R ECHTSCHEIDING 1 Model A.1. Verzoekschrift bij toepassing van artikel 213 BW (onderhoudsgeld tussen echtgenoten) de artikelen 1034bis e.v. en 1320 e.v. Ger.W.

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben Hoe: men doet aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar één van beide partners woont

Nadere informatie

Je rechten bij erfenis

Je rechten bij erfenis Je rechten bij erfenis Wie zijn je erfgenamen? De principes Bloedverwanten + echtgenoot + WSW partner + geadopteerden Volgorde? Eerst de ORDEN : de eerste orde sluit alle volgende uit Eerste orde : afstammelingen

Nadere informatie

PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING

PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING PREFERENTIELE TOEWIJZING VAN DE GEZINSWONING Herhaaldelijk worden wij in een procedure vereffening en verdeling van een huwelijksgemeenschap na echtscheiding geconfronteerd met de vaststelling dat beide

Nadere informatie

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 INHOUDSTAFEL TITEL V. HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN Wie: 2 ongehuwde personen die minstens 18 jaar zijn en geen dichte verwantschap hebben 2 ongehuwde personen die minimum 18 jaar zijn en bekwaam zijn om een contract af te sluiten contract ook enkel mogelijk

Nadere informatie

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte... 32 E. De algemene rechtsbeginselen...

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte... 32 E. De algemene rechtsbeginselen... INHOUD INLEIDING... 1 A. De wet.... 3 B. De rechtspraak.... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte.... 32 E. De algemene rechtsbeginselen.... 34 BOEK I. PERSONENRECHT TITEL I PERSONENRECHT.... 39 Hoofdstuk

Nadere informatie

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot,

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot, Nr. Huwelijkscontract # 20# wettelijk stelsel met varianten Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot, verschenen: 1. De heer #, #,

Nadere informatie

Samenvatting Familierecht 2012-2013. Deel II. Horizontale Relaties

Samenvatting Familierecht 2012-2013. Deel II. Horizontale Relaties Samenvatting Familierecht 2012-2013 Deel II Horizontale Relaties Jonathan Van Dooren Met lesnotities van Bram De Roo, Bart de Groote, Jonathan Van Dooren En Roxanne Willems Titel I: Huwelijk Deel II Horizontale

Nadere informatie

Tel.: 011/ Vrederechter Hasselt kanton 1 / 2 Fax: 011/ Naam:.. Voornaam:... Beroep: Adres:... Tel.:...GSM.:... .:...

Tel.: 011/ Vrederechter Hasselt kanton 1 / 2 Fax: 011/ Naam:.. Voornaam:... Beroep: Adres:... Tel.:...GSM.:...  .:... VERZOEKSCHRIFT AANSTELLING BEWINDVOERING VREDEGERECHTEN HASSELT Parklaan 25 bus 7 3500 HASSELT Tel.: 011/37.44.05 Vrederechter Hasselt kanton 1 / 2 Fax: 011/37.44.62 De verzoekende partij: Naam:... Voornaam:...

Nadere informatie

Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht?

Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht? Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht? Een veel voorkomende vraag: Mijn mandaat in de vennootschap wordt onbezoldigd. Moet ik dan nog sociale bijdragen betalen? Op de website van Acerta

Nadere informatie

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

DEEL 3. Wettelijk samenwonen DEEL 3 Wettelijk samenwonen DE RECHTEN VAN HET PAAR 1 Procedure Wettelijk samenwonen houdt het midden tussen samenwonen zonder meer (zonder bescherming voor de partners) en het huwelijk (dat de echtgenoten

Nadere informatie

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Al naargelang van de aard van de wijziging, gaat de wijzigingsprocedure gepaard met één, twee, drie of vier notariële akten. De kleine wijziging:

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier... III Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.... I Voorwoord.... 1 Hoofdstuk 1. Inleidende beschouwingen... 3 Afdeling 1. Algemeen.... 3 Afdeling 2. Invloed van

Nadere informatie

VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN. Naam: Voornamen. Actueel adres: Postcode: Gemeente: Faillissement

VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN. Naam: Voornamen. Actueel adres: Postcode: Gemeente: Faillissement VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN Dossier: PARTIJEN Cliënt(e) Naam: Voornamen Geboorteplaats: Geboortedatum: Actueel adres: Postcode: Gemeente: Tel. nummer: e-mail: Nadere info: Ondernemingsnummer:

Nadere informatie

Om te beginnen: de gemeenschappelijke aanslag voor gehuwden

Om te beginnen: de gemeenschappelijke aanslag voor gehuwden Als u een fiscale schuld heeft, zal die fiscus die komen invorderen. Dat kan de fiscus niet alleen doen voor een persoonlijke schuld, maar ook voor de belastingschuld van uw echtgenoot. De fiscus hoeft

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51 INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II iii Inhoud Voorwoord........................................................... Zaakregister.......................................................... Tabel van de geciteerde beslissingen.....................................

Nadere informatie

DE WEDERZIJDSE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN ECHTGENOTEN EN DE HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS De wet van 14 juli 1976 Een evaluatie

DE WEDERZIJDSE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN ECHTGENOTEN EN DE HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS De wet van 14 juli 1976 Een evaluatie DE WEDERZIJDSE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN ECHTGENOTEN EN DE HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS De wet van 14 juli 1976 Een evaluatie Uitgegeven door Walter Pintens Gewoon Hoogleraar K.U. Leuven Buitengewoon

Nadere informatie

hoofdstuk 12 Conclusie

hoofdstuk 12 Conclusie hoofdstuk 12 249 Tot slot vindt u een samenvattend overzicht met de belangrijkste verschilpunten tussen huwen, wettelijk samenwonen en feitelijk samenwonen binnen de verschillende domeinen die doorheen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek BIJLAGE 7 bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot vaststelling van de inhoud en de vorm van modellen van verslagen, van vereenvoudigde boekhouding en van verzoekschrift ter uitvoering van de

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN Walter Niewold Vrederechter Hasselt I WET 17 MAART 2013 TOT HERVORMING VAN DE REGELINGEN INZAKE ONBEKWAAMHEID EN TOT INSTELLING VAN EEN NIEUWE BESCHERMINGSSTATUS DIE

Nadere informatie

INHOUD. Zaakregister Table alphabétique Tabel van de geciteerde beslissingen Voorwoord HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEGRIPPEN

INHOUD. Zaakregister Table alphabétique Tabel van de geciteerde beslissingen Voorwoord HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEGRIPPEN BOEDELBESCHRIJVING 1 INHOUD Zaakregister................................................................. 17 Table alphabétique............................................................ 23 Tabel van

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2012 C.10.0498.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0498.N M.C., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 9051

Nadere informatie

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen 35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen

Nadere informatie

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen? Inhoudstafel Voorwoord 1 Deel 1 - U bent gehuwd Wat betekent dit voor uw bezittingen? 1 U bent gehuwd zonder huwelijks contract 5 11 Wat betekent dit eigenlijk? 5 12 Welke goederen zijn van wie? 5 121

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17 INHOUD Voorwoord............................................... xv DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK Frederik Swennen.....................................

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft .1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft 1.1.Het optrekken van de algemene bevoegdheid van de vrederechter naar 2.500 ( komt van 1860 ).2.Het optrekken van de grens m.b.t. de aanleg ( dwz : onder

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

WETTELIJKE SAMENWONING INFOBROCHURE

WETTELIJKE SAMENWONING INFOBROCHURE WETTELIJKE SAMENWONING INFOBROCHURE Sinds 1 januari 2000 trad de wet op de wettelijke samenwoning in voege. Hierdoor kunnen samenwonenden een juridische zekerheid bekomen die vergelijkbaar is met deze

Nadere informatie

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK INHOUD Voorwoord xv DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK FREDERIK SWENNEN 1 INLEIDING 3 DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING VAN EEN GERECHTELIJKE BESCHERMINGSMAATREGEL

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING VAN EEN GERECHTELIJKE BESCHERMINGSMAATREGEL VREDEGERECHTEN HASSELT Parklaan 25 bus 7 3500 HASSELT Tel.: 011/37.44.05 Fax: 011/37.44.62 Vrederechter van het eerste/tweede kanton Hasselt OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 5 Inhoudstafel 7 Korte inleiding 12

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 5 Inhoudstafel 7 Korte inleiding 12 INHOUDSTAFEL Voorwoord 5 Inhoudstafel 7 Korte inleiding 12 1. Waarom een wet voor meerderjarige onbekwamen? 15 2. Wat verstaat men onder onbekwamen? 20 2.1. Enkel voor meerderjarigen 21 2.2. De meerderjarige

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2013 C.13.0041.N-C.13.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.13.0041.N T.P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te

Nadere informatie

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING 1 - Artikel 1240 Ger. W. tot instelling van een

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING 1 - Artikel 1240 Ger. W. tot instelling van een OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING 1 - Artikel 1240 Ger. W. tot instelling van een beschermingsmaatregel Ondergetekende Mevrouw/ De Heer... Geneesheer, waarvan het kabinet gevestigd is te... tel...gsm.:...e.mail:...

Nadere informatie

INHOUD. WOORD VOORAF... v

INHOUD. WOORD VOORAF... v INHOUD WOORD VOORAF................................................... v ALGEMENE INLEIDING EN TENDENSEN............................. 1 Begrippen............................................................

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 5-2018 AFSTAND (RECHTSPLEGING) ALGEMEEN Algemeen - Afstand van geding - Afstand doende partij - Veroordeling in de kosten - Rechtsplegingsvergoeding - Toepassing Algemeen - Afstand

Nadere informatie

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid: Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Al naargelang van de aard van de wijziging, gaat de wijzigingsprocedure gepaard met één, twee, drie of vier notariële akten. De kleine wijziging:

Nadere informatie

De familiekamer en de jeugdkamer in het hof van beroep te Antwerpen

De familiekamer en de jeugdkamer in het hof van beroep te Antwerpen Hof van beroep Antwerpen De familiekamer en de jeugdkamer in het hof van beroep te Antwerpen Vanaf 1 september 2014 wordt de wet betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank (zoals gerepareerd

Nadere informatie

samenlevingsvormen Voor en nadelen van uw keuze

samenlevingsvormen Voor en nadelen van uw keuze samenlevingsvormen Voor en nadelen van uw keuze Samenlevingsvormen : inhoud Enkele cijfers Inleiding : welke vormen van samenleven zijn er Feitelijk samenwonen Wettelijk samenwonen Huwen Enkele beschouwingen

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE... INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... ix xi xix INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...7 DEEL I. DE ERFOVERGANG VAN AANDELEN AB INTESTATO...9

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

NIEUWSFLASH 6. v.u. Nadia Dekoning, A. Rodenbachstraat 20, 9470 Denderleeuw oktober 2015 IK WIL IK KAN IK MAG

NIEUWSFLASH 6. v.u. Nadia Dekoning, A. Rodenbachstraat 20, 9470 Denderleeuw oktober 2015 IK WIL IK KAN IK MAG NIEUWSFLASH 6 v.u. Nadia Dekoning, A. Rodenbachstraat 20, 9470 Denderleeuw oktober 2015 IK WIL IK KAN IK MAG Het nieuw rechterlijk beschermingsstatuut wilsonbekwamen 1 jaar later De teneur is vertrek van

Nadere informatie

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUD. Huwelijk en fiscus Hoofdstuk 1. De periode voorafgaandelijk aan het huwelijk......... 1 Sectie 1. Het samenwonen van de toekomstige echtgenoten... 3 A. het vertrek uit de ouderlijke woonst... 3 B. Betaling van een onderhoudbijdrage....

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Erfrecht. Wie erft wat?

Erfrecht. Wie erft wat? Erfrecht. Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Iven De Hoon Wie erft wat? Alle vragen rond erfenis en testament, kort en begrijpelijk uitgelegd. Lees nu

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner 44 Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner Dag zei ik tegen haar dag kom Ik je nog eens tegen, glimlachend Maar de wind blies weg Haar gezicht in het water En ik knikte en ik werd onzichtbaar In het stille

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN... Successierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. ONDERSCHEID...2 1 Het eigenlijk successierechten...2 2 Het recht van overgang bij overlijden...2 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting...2 4 Ontstaan

Nadere informatie

Grafiek 1: inschrijvingen in Centraal Register van Huwelijksovereenkomsten

Grafiek 1: inschrijvingen in Centraal Register van Huwelijksovereenkomsten NOTARISBAROMETER FAMILIE WWW.NOTARIS.BE 2018 14 februari 2019 In deze familiebarometer leggen we ons toe op de in 2018 afgesloten huwelijkscontracten, wijzigingen van huwelijkscontracten alsook op de wijzigingen

Nadere informatie

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst? A C C O U N T A N T S B E L A S T I N G C O N S U L E N T E N De handelshuurovereenkomst Wie een pand huurt om er handel te drijven, heeft behoefte aan een zekere duurzaamheid, zekerheid, stabiliteit.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK I CIVIELRECHTELIJKE ASPECTEN PATRICK SENAEVE...1 Basisbibliografie...1 1. Grondslag en karakter...2 A. De onderhoudsuitkering tijdens de echtscheidingsprocedure:

Nadere informatie

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIE. Zaal 058/

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIE. Zaal 058/ KAMER Kamer V1 BEVOEGDHEID FAMILIE- EN JEUGDSECTIE 1. vorderingen tot nietigverklaring van het huwelijk 2. vorderingen tot echtscheiding, definitieve maatregelen bij de echtscheiding en de vereffening

Nadere informatie

SPRONG RECHT MORGEN. De naar het voor. Hervorming Huwelijksvermogensrecht. De sprong naar het recht voor morgen Hercodificatie van de basiswetgeving

SPRONG RECHT MORGEN. De naar het voor. Hervorming Huwelijksvermogensrecht. De sprong naar het recht voor morgen Hercodificatie van de basiswetgeving De naar het voor SPRONG RECHT MORGEN Hervorming Huwelijksvermogensrecht De sprong naar het recht voor morgen Hercodificatie van de basiswetgeving 1 december 2017 2 Drie mogelijke huwelijksstelsels 1. Wettelijk

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,

Nadere informatie

inhoudstafel Hoofdstuk 1 Samenwonen 9 Hoofdstuk 2 Huwen 29 Hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract 53 Voorwoord 3

inhoudstafel Hoofdstuk 1 Samenwonen 9 Hoofdstuk 2 Huwen 29 Hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract 53 Voorwoord 3 voorwoord Samenleven met een partner, een broer, een beste vriend, de ouders... kan verschillende vormen aannemen. Het huwelijk is enkel mogelijk binnen een partnerrelatie, maar men kan ook opteren om

Nadere informatie

Het nieuwe beschermstatuut

Het nieuwe beschermstatuut Het nieuwe beschermstatuut gebaseerd op Studienamiddag (On)bekwaamheid, Een eerste doorlichting van de nieuwe wet 30/01/2014 Vormingscentrum Guislain Oude bestaande wetgeving Statuut Persoon Goederen Flexibel

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

privé-vermogenvermogen

privé-vermogenvermogen FAMILIAAL VERMOGENSRECHT VENNOOTSCHAPSRECHT Inleiding Prof. Dr. Johan Du Mongh KU Leuven Advocaat Johan Du Mongh 1 Johan Du Mongh 2 Het huwelijksgoederenrecht speelt op het ogenblik van inbreng van privé-vermogenvermogen

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting

Nadere informatie

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Samenlevingsvormen huwelijk wettelijke samenwoning feitelijke samenwoning Doelstellingen bescherming langstlevende echtgenoot

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

Syllabus Familierecht: Deel II: Horizontale relaties

Syllabus Familierecht: Deel II: Horizontale relaties Syllabus Familierecht: Deel II: Horizontale relaties 1. Huwelijk 1. Het huwelijk is een instituut waartoe twee personen toetreden d.m.v. een vormgebonden overeenkomst, met als kern het tot stand brengen

Nadere informatie

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7.1. Wat is het? Als u aan vermogens- en successieplanning doet, wilt u ervoor zorgen dat uw vermogen bij uw eigen familie (met name

Nadere informatie

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. DERDE AFDELING VAN ECHTSCHEIDING Artikel 260-142 De vordering tot echtscheiding wordt ingesteld bij de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de gedaagde op het ogenblik van de indiening van het in artikel

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT TOT RECHTERLIJKE BESCHERMING VAN EEN ONBEKWAME

VERZOEKSCHRIFT TOT RECHTERLIJKE BESCHERMING VAN EEN ONBEKWAME VERZOEKSCHRIFT TOT RECHTERLIJKE BESCHERMING VAN EEN ONBEKWAME Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek Aan de vrederechter van het kanton.. persoon duurzaam verblijft) (kanton van de plaats waar de te

Nadere informatie

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland. uitgangspunt bij de belastbare grondslag Vak III België Kadastraal Inkomen Brutohuur Buitenland inkomsten van onroerende goederen Brutohuur Brutohuurwaarde Hoe wordt het kadastraal inkomen betekend? Elk

Nadere informatie

Op 14 maart 2009, verschenen voor ons, Meester Alfred TEKENTALLES, notaris te Brussel en Meester Jan MISTNIETS, geassocieerd notaris te Oostende:

Op 14 maart 2009, verschenen voor ons, Meester Alfred TEKENTALLES, notaris te Brussel en Meester Jan MISTNIETS, geassocieerd notaris te Oostende: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 Op 14 maart 2009, verschenen voor ons, Meester Alfred TEKENTALLES,

Nadere informatie

Echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk

Echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk Echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk Stephanie Smolders Stagair maatschappelijk werk CABB Stagebegeleider A.M. Janssens Met dank aan Ghislain Duchateau van Goudiwebstek voor

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie