SML09-44 IIGEKOMEN 1 3 ME1 2009
|
|
- Jacobus Baert
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HOLLAND SML09-44 IIGEKOMEN 1 3 ME minuten versie voor Provinciate Staten DirecBe " DLB Afdeling Samenleving Registratienummer PZH (DOS-aOOg ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 12mei2009 Nee 1 3 MEI 2009 Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn 3^uni2009 Engelshoven - Huls, M, van Ondetwerp Nota depotbeleid archeologie Bijlagen Nota Depotbeleid fltasaj Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van controlerende bevoegdheid PS 1. Onderwerp in kort bestek Wij zijn wettelijk verantwoordelijk voor de instandhouding van een provinciaal archeologisch depot. Doel is het beheren en ontsluiten van archeologische vondsten in Zuid-Holland. Tevens gaan wij een archeologisch publiekscentrum, het Provinciaal Archeologisch Centrum, inrichten in het Archeon; hier zal vondstmateriaal uit het depot worden getoond.. Om onze depottaak in te kunnen vullen, willen wij gekend worden in de selectie van vondstmateriaal. Daarom dienen archeologische bedrijven alle onderzoeksrapportages voor het moment van selectie aan ons te doen toekomen. Vondstmateriaal dat ons eigendom is, dient conform de Wet op de archelogische monumenten zorg (Wamz) beheerd te worden in het provinciaal archeologisch depot. Om versnippering tegen te gaan streven wij naar verlening in bruikleen van vondstmateriaal uit ons depot dat afkomstig is uit gemeenten met een eigen archeologisch depot. Met de invoering van de Wet op de archeologische monumenten zorg (Wamz) kunnen gemeenten de provincie verzoeken vergunning te verlenen voor een archeologisch depot. In beginsel zullen wij naast de bestaande gemeentelijke depots geen nieuwe archeologische depots aanwijzen. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaai/provinciaal wettelijk en beleidskader 1/3
2 Verdrag van Malta Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) Cultuurplan Nota Archeologiebeleid b. Relatie andere interne beleidsterreinen Nee c. Reiatie externe partijen Gemeenten: De Wet op de argeologische monumenten zorg (Wamz) geeft provincies de bevoegdheid gemeentelijke archeologische depots aan te wijzen. Naast de reeds bestaande gemeentelijke archeologische depots zullen wij om versnippering tegen te gaan in beginsel geen nieuwe gemeentelijke archeologische depots aanwijzen. Archeologische bedrijven: -In de nota worden aanlevereisen voor archeologisch vondstmateriaal en documentatie vastgelegd. -Alle onderzoeksrapportages inclusief programma's van eisen dienen voor het moment van selectie van vondstmateriaal aan Gedeputeerde Staten te worden overlegd. Gedeputeerde Staten kunnen aanpassing van de selectievoorstellen eisen. Universiteiten en overige archeologische depots: Wij streven naar het beheer in ons eigen depot van archeologisch materiaal dat ons eigendom is, maar elders wordt beheerd. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis In het Cultuurplan en in de door Provinciale Staten in 2006 vastgestelde Nota Archeologiebeleid zijn keuzes gemaakt, waaronder het opstellen van depotbeleid. Dit is uitgewerkt in voorliggende Nota Depotbeleid. In de Wet op de archeologische monumentenzorg kunnen provincies gemeentelijke depots aanwijzen. De provinciate taakopvatting is uitgewerkt in deze nota Bij de vaststelling van de Nota Archeologie in 2006 hebben Provinciale Staten het oprichten van een Provinciaal Archeologisch Centrum bekrachtigd. Uit offertevergelijk op basis van een door GS vastgesteld programma van eisen kwam het Archeon als meest geschikte vestigingskandidaat naar voren. Bekrachtiging van een toekomstige huurovereenkomst valt onder de gemandateerde bevoegdheid van het hoofd afdeling Grondzaken. b. Waar staan we nu? Anders Met deze nota wordt de toezegging in de Nota Archeologiebeleid ingevuld dat nieuw depotbeleid zal worden ontwikkeld. 2/3
3 c. Vervolgprocedure Naast de realisatie van de in deze nota geformuleerde opgaven zullen gemeenten en archeologische bedrijven worden geinformeerd over onze beleidsdoelstellingen. Gedeputeerde Staten zullen op verzoek van gemeenten al dan niet overgaan tot aanwijzing van gemeentelijke archeologische depots. In beginsel zullen wij naast de bestaande gemeentelijke depots geen nieuwe archeologische depots aanwijzen. 4, Financiele aspecten (dekking en risico's) De volgende financiele middelen zijn gereserveerd voor de exploitatie van het Provinciaal Archeologisch Centrum: Beschikbare middelen Structureel binnen meerjarige programmabegroting (programma 4, Bedrag Overlopende passiva voor inrichting (incidenteel) i Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefbon T.J. van der Veen Kamer C387 3/3
4
5
6
7 1. Inleidinq 2. Nationaal beleid 3. Provinciaal beleid 3.1 Algemeen 3.2 Depot Zuid-Holland Inrichtinqseisen depot Zuid-Holland Omganq met vondstmateriaal Collectiebeleid/beheer Overdracht vondstmateriaal Documentatie Registratie/automatisering Onderzoek Bruikleenverkeer Uitoefening publiekstaken Veiligheid 3.3 Depot gemeenten Aanwijzing gemeentelijke depots Kwaliteitseisen gemeentelijke depots Vondstoverdracht 3.4 Universitaire en niet officiele-depots 3.5 Planning 4. Samenvatting Bijlagen
8
9 Wij dragen medeverantwoordelijkheid voor het behoud en beheer van het cultuurhistorisch erfgoed op en in ons grondgebied. Archeologische waarden, vaak onzichtbaar in de grand, maken onderdeel uit van dat cultuurhistorisch erfgoed. Met de ontwikkeling van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) en het bijbehorend beleidskader, de Handreiking CHS, hebben wij deze archeologische waarden in kaart gebracht en geimplementeerd in de ruimtelijke ordening. Op 1 September 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Het belangrijkste doel van de Wamz is de bescherming van het bodemarchief door het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Algemeen uitgangspunt is aanwezige of te verwachten archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem (in situ) te behouden of te ontzien. Waar bodemverstoring niet is te vermijden is het leidende principe: de verstoorder betaalt. In verband met dit principe regelt de wet ook de te volgen procedures en de financiering van archeologisch (voor)onderzoek volgens het principe 'de verstoorder betaalt' en het eigendom en beheer van archeologische vondsten wat een provinciale taak is. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van Wamz hebben Provinciale Staten in 2006 de provinciale Nota Archeologie vastgesteld. Hierin hebben wij onze beleidsinzet ten aanzien van de omgang met archeologie verwoord. In de Nota Archeologie en in het Cultuurplan hebben wij aangekondigd een aantal deelonderwerpen naderte zullen uitwerken, waaronder het provinciaal depotbeleid. In voorliggende Nota Depotbeleid zijn de provinciale taken en ambities en ten aanzien van ons eigen depot, deponering en de gemeentelijke depots uitgewerkt. De druk op de ruimte is groot, met name in onze provincie, en het uitgangspunt om archeologie in situ te behouden is daarom vaak moeilijk te realiseren. In de Wamz heeft het Rijk provincies om deze reden de opdracht gegeven een archeologisch depot voor bodemvondsten in te richten; provincies zijn in principe ook eigenaar van bodemvondsten. De gemeenten Leiden, Den Haag, Rijswijk, Delft, Gouda, Rotterdam, Dordrecht, Gorinchem en Vlaardingen beschikken van oudsher over eigen depotruimten. In deze nota wordt uitdrukkelijk ingegaan op de onze rol ten aanzien van de aanwijzing van gemeentelijke depots. Dit is nodig omdat het Rijk bij de inwerkingtreding van de Wamz heeft bepaald dat provincies voor het einde van 2009 op verzoek van gemeenten gemeentelijke archeologische depots kunnen aanwijzen. De wetgever heeft uitdrukkelijk provinciale depots aangewezen om versnippering van vondstmateriaal, documentatie en kennis tegen te gaan en om schaalvoordeel te bereiken. Toename van het aantal gemeentelijke archeologische depots binnen de provincie zal daarentegen leiden tot een verdere versnippering van archeologisch vondstmateriaal en documentatie. Wij zullen daarom terughoudend omgaan met onze bevoegdheid tot het aanwijzen van nieuwe archeologische depots. In deze nota behandelen wij in paragraaf 3.2 onze verantwoordelijkheden ten aanzien van ons eigen provinciaal depot en deponering. Onze rol ten aanzien van gemeentelijke depots is nader uitgewerkt in paragraaf 3.3. In paragraaf 3.4 geven wij onze ambities aan met betrekking tot archeologisch vondstmateriaal dat ons eigendom is, maar nu in bezit is bij universiteiten en niet-officiele depots. Ter informatie zijn tevens de volgende bijlagen bijgevoegd: protocol depotbeheer; provinciale aanlevereisen; procedures depot; provinciale bruikleenprocedure; provinciale bruikleenovereenkomst. provinciale bruikleenvoorwaarden
10 2«Verdrag van Malta Het nationale archeologiebeleid was tot in de jaren negentig vooral de verantwoordelijkheid van het rijk en werd vormgegeven door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), samen met enkele universitaire instituten en een aantal gemeentelijke archeologen. Het gevolg hiervan was dat er weinig lokale en regionale betrokkenheid was bij het archeologiebeleid. Daarnaast werd veelal te laat, maar vaker geheel niet, bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden met de in de bodem aanwezige archeologische waarden. Deze omstandigheden hebben geleid tot onnodige verstoringen, verlies van archeologische vindplaatsen of tot vertragingen in de uitvoering van ruimtelijke plannen. Toenemende belangstelling voor het archeologisch erfgoed en steeds verdere complexiteit in de ruimtelijke planvorming noopten tot maatregelen. Omdat dezelfde problematiek ook in andere Europese landen speelde, werd in 1992 op Malta het Verdrag van Valletta opgesteld en ondertekend. In de praktijk wordt, ook door ons, dit verdrag aangehaald als het Verdrag van Malta. Het doel van dit verdrag is tweeledig: a) de zorg voor het archeologisch erfgoed te verbeteren door het treffen van maatregelen ten behoeve van bescherming, conservering eh instandhouding en b) archeologie in een vroeger stadium bij planvorming te betrekken, waarbij behoud in de bodem voorop staat. In Nederland heeft implementatie van het verdrag formeel plaatsgevonden door invoering van een gewijzigde monumentenwet, de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die op 1 September 2007 in werking is getreden. Interim beleid In afwachting van de invoering van de nieuwe monumentenwet is sinds oktober 2001 een interimbeleid van kracht geworden, de zogenaamde "Beleidsregels opgravingsbevoegdheid", vastgesteld door de staatssecretaris OCenW. Het gaat daarbij om maatregelen om, binnen de grenzen van de Monumentenwet 1988, de opgravingsmarkt zo open te maken als mogelijk is. Gemeenten die niet beschikken over een eigen opgravingsbevoegdheid kunnen dankzij dit interim-beleid gebruik maken van vergunninghoudende archeologische bedrijven. Vooruitlopend op de nieuwe wet hebben de provincies met het rijk afspraken gemaakt over het ontwikkelen van archeologiebeleid in de geest van Malta, het aanstellen van een provinciaal archeoloog en over de ontwikkeling en het beheer van een provinciaal archeologisch depot. Wet op de Archeologische Monumentenzorg Als gevolg van het Verdrag van Malta is de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed verder uitgewerkt in de nieuwe monumentenwet, de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, en daaruit voortvloeiende wijzigingen in de Ontgrondingenwet, de Wet milieubeheer en de Woningwet. Leidend principe is dat de verstoorder betaalt: de veroorzaker van een niet-vermijdbare verstoring van het archeologisch erfgoed is procedureel en financieel verantwoordelijk voor het verrichten van archeologisch onderzoek. Dit onderzoek moet op wetenschappelijk verantwoorde wijze worden verricht, en omvat ook het beschrijven van de vondsten en het deponeren daarvan in een rijks-, provinciaal danwel gemeentelijk depot voor bodemvondsten. Tevens is in deze wet het eigendom van archeologisch vondstmateriaal bepaald. Onze rol ten aanzien van gemeentelijke archeologische depot is eveneens opgenomen. De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) De KNA bevat alle eisen waaraan archeologisch onderzoek en het beheer van archeologisch vondsten documentatiemateriaal minimaal moet voldoen. De KNA is het handboek dat de inhoudelijke en ambachtelijke eisen van archeologische werkzaamheden in het proces van Archeologische Monumentenzorg beschrijft en eisen stelt aan de uitvoerders binnen dat proces. Dit zijn zowel private partijen als ook publieke partijen. In de KNA is omschreven welke handelingen ten minste moeten worden uitgevoerd om van basiskwaliteit te kunnen spreken. De processtappen (en eventueel bijbehorende specificaties) die zijn vastgelegd in de KNA vormen een minimum eis. Meer mag dus altijd. Opdrachtgevers kunnen als randvoorwaarde stellen dat de archeologische werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van de KNA. Hiermee is voor de opdrachtgever de minimale kwaiiteitseis gewaarborgd. De KNA is ontwikkeld in samenwerking met het archeologische veld. De KNA stelt eisen aan zowel de uitvoerders als aan
11 de overheid. De KNA is de wettelijke norm conform de AMvB Besluit toelating archeologische opgravingsmarkt voor activiteiten die onder de opgravingsvergunning vallen. Zolang bovengenoemde AMvB niet in werking is, is de wettelijke status van de KNA impliciet (de voor de beroepsgroep geldende norm). De KNA 3.1 is op 19 juni 2006 vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie, ondergebracht bij de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) te Gouda.
12 Het doel van depotbeheer is het duurzaam behoud van de informatie van archeologische monumenten ex situ, ten behoeve van toekomstig onderzoek en van de beleving van dit cultureel erfgoed door middel van: - het bewaren en beheren van archeologische objecten en bijbehorende originele documentatie, op zodanige wijze dat de conditie van het materiaal zo stabiel mogelijk blijft; - het waarborgen van de toegankelijkheid van de ex situ bewaarde objecten en informatie. Alle informatie die bij archeologisch onderzoek verzameld is, wordt volgens een voor professionals toegankelijk en iogisch geordend systeem bewaard. Informatie bestaat uit vondsten, gewassen en gedroogde (dus schone) monsters en originele documentatie in woord en beeld. In de toekomst zal tevens steeds meer dna-materiaal worden aangeleverd. Al het materiaal staat geordend op een standplaats, waar zodanige condities heersen, dat vondsten, monsters en documentatie zo stabiel mogelijk worden bewaard. Tussen vondsten en bijbehorende documentatie moeten kruisverbanden te leggen zijn. (KNA, protocol depotbeheer) Inrichtingseisen depot Zuid-Hoiland Wat willen we bereiken? Voor de fysieke inrichtingseisen voor het archeologisch depot in Alphen aan den Rijn hanteren wij de KNA (zie bijlage). Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze eisen feitelijk richtlijnen betreffen. In fysieke zin is het niet mogelijk om onder alle omstandigheden volledig aan de richtlijnen te voldoen. Ondermeer de bouwkenmerken van het depot en de financiele kaders maken het onmogelijk om onder uitzonderlijke condities op elk moment aan alle voorwaarden te kunnen voldoen. Voor ons is uitgangspunt te streven naar een depot dat aan de in de bijlage "protocol depotbeheer" genoemde richtlijnen voldoet. Wat gaan we doen? Op dit moment wordt grotendeels voldaan aan genoemde richtlijnen. Een en ander zal nader worden onderzocht en uitgewerkt in het op te stellen collectieplan op basis waarvan verbeteringen zullen worden doorgevoerd. Qmgang met vondstmateriaal Wat willen we bereiken? Naast het creeren van verantwoorde condities voor opslag van vondstmateriaal, is het belangrijk dat in een vroeg stadium beschadiging van vondstmateriaal wordt voorkomen. Onze verantwoordelijkheid met betrekking tot de omgang met vondstmateriaal begint op het moment dat dit materiaal wordt aangeleverd bij het provinciaal depot. Om de condities van deze "nieuwe vondsten" en de bestaande collectie zo optimaal mogelijk te houden en om onvoorziene kosten te vermijden is het nodig om al voor het moment van aanlevering eisen te stellen aan opgravende en beherende instellingen. Bovendien zijn wij bevoegd op grand van de Wamz om reeds in een vroegtijdig stadium in het veld afspraken te kunnen maken over een zogenaame preselectie van vondstmateriaal. De volgende situaties worden hierbij onderscheiden, waarbij de rol van het bevoegd gezag, de overheid (Rijk, provincie, gemeente) die bevoegd is het selectiebesluit te nemen, van belang is.
13 1. Archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd door een bevoegd bureau; provincie is geen bevoegd gezag; Wij hanteren de in deze nota uitgewerkte eisen met betrekking tot de aanlevering van vondstmateriaal en de bijbehorende documentatie. Om deze taak in te kunnen vullen dienen wij in een vroeg stadium geinformeerd te worden over lopende archeologische onderzoeken en te maken keuzes aangaande archeologische vondsten; wij kunnen aanpassing van deze keuzes verlangen. 2. Archeologisch onderzoek door een bevoegd bureau; provincie is bevoegd gezag; Wij hanteren dezelfde eisen als genoemd onder 1, maar zijn bovendien verantwoordelijk voor keuzes over het opgraven, selecteren, conserveren en documenteren van archeologisch materiaal. In het programma van eisen behorend bij het archeologisch onderzoek worden deze keuzes beschreven. Wij zijn tevens verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende financiele middelen om genoemde keuzes naar behoren in te vullen. 3. Overdracht van vondstmateriaal door gemeentelijke danwel rijksdepots aan het provinciaal depot; Dezelfde eisen als genoemd onder 1. zijn van toepassing. 4. Toevalsvondsten d.w.z. vondsten die niet gedaan zijn door bevoegde instanties. In het geval van toevalsvondsten hanteren wij geen nadere eisen. Selectie De keuze om al dan niet archeologisch vondstmateriaal te bewaren wordt op diverse momenten binnen het archeologisch proces gemaakt, op het moment van opgraving en bij de uitwerking van het vondstmateriaal en het opstellen van het evaluatierapport. Deze selectiemomenten moeten in afstemming met de eigenaar (staat, provincie of gemeente) worden genomen. De kosten die voortvloeien uit selectie zijn voor de verstoorder; vondsten dienen altijd geconserveerd aangeleverd te worden bij een depot. Wat gaan we doen? Provincie is geen bevoegd gezag: Wij willen in een vroeg stadium geinformeerd worden over lopende archeologische onderzoeken. Hoewel gemeenten bevoegd gezag zijn, zijn wij eigenaar van de bodemvondsten. Onderzoeksbureaus dienen daarom alle programma's van eisen en onderzoeksrapporten m.b.t. inventariserend en definitief archeologisch onderzoek voordat deze geaccordeerd worden door het bevoegd gezag, aan ons voorte leggen. Met betrekking tot een voorgesteld selectieadvies in deze onderzoeksrapporten kunnen wij eventuele aanpassing verlangen. Het betreffende onderzoeksbureau past dan het selectieadvies aan conform onze eisen aan. Gemeenten, archeologische bureaus en initiatiefnemers zullen hierover worden geinformeerd. Provincie is bevoegd gezag: Wij hanteren dezelfde eisen als genoemd onder 1, maar wij zijn bovendien verantwoordelijk voor keuzes betreffende het opgraven, selecteren, conserveren en documenteren van archeologisch materiaal ten aanzien van de omgang met vondsten.
14 Gollectiebefeid/beheer Wat willen we bereiken? Een collectieplan kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het beheer van een collectie. Het vergroot de kennis over onze eigen collectie en geeft structuur en duidelijkheid bij het ontwikkelen van verder beleid. Lacunes en doublures in de collectie komen aan het licht en op basis daarvan kan het collectiebeleid worden bepaald. Het collectieplan kan ook gegevens en beleidsvoornemens bevatten over de registratie, de wetenschappelijke en cultuurhistorische waarde en het gebruik en de toestand van de collectie. Wat gaan we doen? Wij zijn voornemens een collectieplan op te stellen, waarin wij ambities ten aanzien de bestaande en toekomstige archeologische collectie uitwerken. Overdracht vondstmateriaai Wat willen we bereiken? In het geval van archeologische vondsten door archeologische bedrijven met een opgravingsbevoegdheid is wettelijk bepaald dat binnen een termijn van 2 jaar het betreffende vondstmateriaal compleet en geconserveerd dient te worden overgedragen conform de de in bijlage "provinciale aanleveringseisen" uitgewerkte eisen. Het is aan de opdrachtgever en het bevoegd gezag om hier in een vroeg stadium rekening mee te houden zodat budgettaire overschrijdingen kunnen worden voorkomen. Wij accepteren uitdrukkelijk geen materiaal dat onvoldoende is geconserveerd of in onvoldoend mate is gedocumenteerd. De KNA richtlijnen vormen hierbij het uitgangspunt. Voor het daadwerkelijk aanleveren van archeologisch vondstmateriaal wordt een lijst met eventuele selectievoorstellen ter goedkeuring overlegd aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Wat gaan we doen? Wij zien er op toe dat aan in de bijlage vermelde eisen met betrekking tot de overdracht van vondstmateriaal wordt voldaan. Betrokken partijen zoals archeologische bureaus en gemeenten zullen op de hoogte worden gesteld van onze provinciale richtlijnen. Wanneer nodig zullen deze richtlijnen worden geactualiseerd, waarbij het onze voorkeur heeft aan te sluiten bij landelijke richtlijnen. Wij streven hierbij naar standaardisering en dus duidelijkheid voor alle betrokken partijen. Behoud van archeologisch erfgoed staat hierbij voorop. Tot het moment van overdracht is de aanleverende partij verantwoordelijk voor een goede omgang met het vondstmateriaal. Aangezien aanleverende partijen geen eigenaar zijn van vondstmateriaal is het deze niet toegestaan bruikleenovereenkomsten met derden aan te gaan. Documentati Wat willen we bereiken? Wij verwachten dat de betreffende documentatie wordt overgedragen voor het moment van daadwerkelijke vondstoverdracht. Reden hiervoor is dat in het depot op grand van de informatie uit deze documentatie voorbereidingen kunnen worden getroffen om de overdracht en opslag zo efficient en verantwoord mogelijk te laten plaatsvinden zonder dat onwenselijke situaties hoeven te ontstaan voor de al aanwezige collectie. Deze documentatie dient inzicht te geven in de mate van conservering van het over te dragen materiaal. Op basis van deze informatie is de depotbeheerder bevoegd aanvullend op onderstaande aanlevereisen gemotiveerd nadere eisen ten aanzien van de overdracht van het vondstmateriaal te stellen.
15 Wat gaan we doen? wij zien er op toe dat de in bijlage "provinciale aanlevereisen documentatie" worden gevolgd. Waar nodig zullen deze richtlijnen worden geactualiseerd, waarbij wij zoveel mogelijk streven naar standaardisatie. Aansluiten bij landelijke procedures en richtlijnen heeft hierbij onze voorkeur. Hiertoe zullen wij nauw betrokken zijn bij het landelijke programma E-Depot Nederlandse Archeologie (EDNA) en zullen wij participeren in provincieoverschrijdende projecten. Wij zetten in op een zo goed mogelijke ontsluiting van aan ons overgedragen documentatiemateriaal in relatie tot de bijbehorende archeologische vondsten. De mogelijkheden van digitalisering zullen hiervoor worden benut. De mogelijkheden om documentatiemateriaal met inachtneming van de KNA-richtlijnen over te dragen aan het provinciaal archief zullen worden onderzocht. Vooralsnog gaan wij er van uit dat de documentatie worden ontsloten via het registratiesysteem (IMS). De verschillende mogelijkheden zullen worden uitgewerkt in het op te stellen Collectieplan. Naast de reguliere overdracht van documentatiemateriaal door archeologische bedrijven, zal het Rijk dit jaar overgaan tot overdracht van documentatie van oud archeologisch onderzoek. Het betreft hierbij circa 5000 foto's en 3000 tekeningen. Wat willen we bereiken? Een adequate registratie van de provinciale archeologische collectie vormt de sleutel tot ontsluiting voor publiek, wetenschappelijk onderzoek en een goed functionerend bruikleenverkeer. Bodemvondsten in Zuid-Holland staan niet op zichzelf, maar maken onderdeel uit van het bodemarchief van Nederland. Het is daarom van groot belang dat de veelheid aan archeologische vondsten in het depot volgens geldende richtlijnen en standaarden worden beschreven en opgeslagen in een geautomatiseerde database. Richtlijnen en standaarden zoals opgenomen in de KNA of zoals die ontwikkeld worden door het Rijk vormen hierbij het uitgangspunt. Indien bestaande richtlijnen en standaarden niet voldoen voor gebruik in het archeologisch depot Zuid-Holland, kiezen wij voor een meer bruikbare verfijning van het bestaande aanbod; de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) en/of de depotbeheerders van de overige provincies worden hierin gekend. Doel blijft om nu en in de toekomst aan te sluiten bij de landelijke systematiek. E-Depot Nederlandse Archeologie (EDNA) Door het bijdragen via inzet, kennis en informatie zijn wij betrokken bij actuele ontwikkelingen zoals die plaatshebben binnen het electronisch depot voor de Nederlandse archeologie (EDNA). Hierin zijn de digitaie bestanden opgeslagen met onderzoeksgegevens van Nederlandse archeologen. Het zijn bestanden met primaire archeologische gegevens van opgravingen, regionale verkenningen en materiaalstudies. Het gaat daarbij met name om reeds afgeronde en publiceerde onderzoeksresultaten, waarvan de auteur(s) hun basisgegevens toegankelijk hebben gemaakt voor andere wetenschappers. Deze digitaie documentatie van onderzoeksprojecten bestaat veelal uit groepen van bestanden, voor verschillende doeleinden aangemaakt, en in verschillende toepassingsprogrammatuur. De datasets in het elektronische depot zijn per onderzoeksproject en per groep van databestanden toegankelijk gemaakt. Beschrijvende informatie over het project, de dataset en de individuele bestanden zijn in een of meerdere metadata-documenten vastgelegd. Op basis van de beschrijvende metadata zou een andere onderzoeker in staat moeten zijn de gegevens te begrijpen en hergebruiken. 10
16 Wat gaan we doen? De mate van ontsluiting van een collectie bepaald in grate mate de toepasbaarheid. Wij streven dan ook naar een volledig en zo compleet mogelijk geregistreerde, ontsloten en gedigitaliseerde collectie. Bij de wijze waarop geregistreerd wordt en bij de toepassing van automatisering zullen wij ons zo mogelijk aansluiten bij landelijke trajecten zoals EDNA. Daarnaast zal in 2009 een website worden gelanceerd waarop op publieksvriendelijke wijze de provinciale collectie wordt getoond. Landelijke knelpunten op dit moment zijn een achterstand in de registratie, het ontbreken van een gestandaardiseerde landelijke thesaurus en een onevenwichtige (landelijke) vindplaatsaanduiding. Wij dragen actief bij aan het wegwerken van deze knelpunten, in het bijzonder in IPO-verband, enerzijds door onze inzet ten aanzien van onze eigen archeologische depot, anderzijds door het beschikbaarstellen van inzet, kennls en informatie in landelijke overleggen die zich met deze problematiek bezighouden Partners hierbij zijn ondermeer het Rijk (RACM), provincies, Stichting Digitalisering Erfgoed Nederland (DEN), De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Data Archiving and Networking Services (DANS). Wat willen we bereiken? Uitgangspunt van het nationale en provinciale beleid bij de omgang met het archeologisch bodemarchief is dat archeologische resten zoveel mogelijk in de grand worden bewaard (in situ). Op deze wijze blijft de fysieke waarde en de informatiewaarde van het bodemarchief zoveel mogelijk gewaarborgd. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn, dan kan besloten worden tot opgraven van een vindplaats; standplaats van het vondstmateriaal wordt dan een archeologisch depot. Van belang is dat deze vondsten beschikbaar blijven voor archeologisch onderzoek. Zorgvuldige registratie en ontsluiting van zowel het vondstmateriaal als de bijbehorende documentatie is hiertoe noodzakelijk. Tevens dient de depotcollectie laagdrempelig beschikbaar te zijn voor onderzoekers. Wat gaan we doen? Het archeologisch depot Zuid-Holland faciliteert wetenschappelijk onderzoek door: H het depot en de collectie op afspraak toegankelijk te maken voor onderzoekers; «op aanvraag relevante informatie en fotomateriaal te verstrekken «een gestandaardiseerde registratie te voeren in een geautomatiseerde database * te participeren in landelijke programma's 8 nauw samen te werken met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), het Rijksmuseum voor Oudheden (RMO) en andere musea, Rijks-, provinciale en gemeentelijke depots en universiteiten. 8 de collectiedatabase middels een website extern beschikbaar te stellen. s een type/referentie collectie aanleggen. Wat willen we bereiken? Wij hechten aan benutting van de rijke archeologische collectie die opgeslagen ligt in het provinciaal depot. Hiertoe zetten wij in op het gebruik van deze collectie door derden, zoals bijv. bibliotheken, musea en historische verenigingen. Voorwaarde hierbij is dat de bruikleennemer in voldoende mate kan zorgdragen voor een zorgvuldig beheer en behoud van de betreffende objecten; de provinciale bruikleenvoorwaarden zijn hierbij van toepassing. Opgemerkt dient te worden dat wij als bruikleengever eigenaar blijven van de uitgeleende stukken. Indien naar ons oordeel het beheer van deze stukken onvoldoende is, dan zijn wij gerechtigd eenzijdig de bruikleenovereenkomst op te zeggen. 11
17 Wat gaan we doen? 88 Het voeren van een gestandaardiseerde bruikleenprocedure met gebruikmaking van het de provinciale bruikleenvoorwaarden. * Onder veiligheidsrestricties ontsluiten en toegankelijk maken van de archeologische collectie op internet. * Het beschikbaar stellen van een volledig en gestandaardiseerd registratiesysteem met inachtneming van veiligheidsrestricties. Laagdrempelige toegang tot het archeologisch depot voor potentiele bruikleennemers. Toepassing van een eenvoudige en duidelijke bruikleenprocedure conform de richtlijnen van de KNA (bijlage 1). 85 Zoveel mogelijk beperken van additionele kosten voor bruikleennemers zoals bijv. conserverings- en transportkosten. * Monitoring van standplaatsen van de door ons in bruikleen gegeven objecten. Uitoefening pubiiekstaken Wat willen we bereiken? Het beheren van het archeologisch erfgoed van de provincie Zuid-Holland is primair een publieke taak. Het is onze verantwoordelijkheid om de kennis van het archeologisch bodemarchief van Zuid-Holland breed beschikbaar te stellen. Vondstmateriaal en bijbehorende documentatie, archeologische opgravingen dienen dus toegankelijk te worden gemaakt. Grondslag hiervoor vormt art 9 van het door Nederland ondertekende Verdrag van Malta. Wat gaan we doen * Stimuleren bruikleenverkeer. * Openstellen op afspraak van het archeologisch depot Zuid-Holland. * Standaardisering van registratie en documentatie van de archeologische collectie. Ontsluiten van de collectie op internet. * de periodieke ontwikkeling en verspreiding van educatieve reizende tentoonstellingen in het kader van het programma Erfgoedspoor van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. «Bijdrage aan de publicatie en verspreiding van het Historisch Tijdschrift Holland/Archeologische kroniek van de Vereniging Holland. «Stimuleren van toegankelijk maken van belangrijke opgravingen binnen de provinciegrenzen * Ondersteuning van verenigingen van amateurarcheologen. * het oprichten van een Provinciaal Archeologisch Centrum bij het Archeon te Alphen aan den Rijn, dat zal dienen als permanente expositieruimte, educatief centrum en platform voor belangstellenden en belanghebbenden. * Bijdragen aan het projectplan Historie in de bibliotheek van ProBiblio in samenwerking met het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Wat willen we bereiken? Naast de fysieke veiligheid voor de provinciale archeologische collectie is het tevens van belang dat de veiligheid van personeel en bezoekers is gewaarborgd. De gangbare ARBO-wetgeving is dan ook voor het archeologisch depot van toepassing. Momenteel voldoet het depot grotendeels aan de geldende ARBO-voorwaarden. Wat gaan we doen? Gestreefd wordt naar een archeologisch depot waarbij voldaan wordt aan de geldende ARBOeisen. De depotruimte wordt gehuurd van de Dienst Domeinen zodat een deel van de verantwoordelijkheid ten aanzien van voorzieningen bij diezelfde dienst ligt. In overleg met de dienst Domeinen zullen nog te realiseren aanpassingen worden doorgevoerd. 12
18 Aanwijzing gemeentelijke depots Wat willen we bereiken? Provincies en de Minister (van OCW) kunnen depots aanwijzen. Alleen het rijk, de provincies en bepaalde gemeenten kunnen over een depot beschikken. Aan de oude opgravingsvergunning voor gemeenten was het houden van een depot gekoppeld. Deze koppeling wordt in de gewijzigde monumentenwet losgelaten. Een opgravingsbevoegde gemeente hoeft dus geen depot meer te hebben en gemeenten zonder opgravingsvergunning kunnen een depot houden. In alle gevallen zullen gemeenten bij ons een verzoek moeten indienen om een depot te mogen houden of in te richten. Op dit moment beschikken de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Gouda, Rotterdam, Leiden, Gorihchem, Dordrecht, Delft en Vlaardingen over een eigen archeologisch depot. Er zijn overgangsbepalingen m.b.t. de oude opgravingsvergunningen van gemeenten. De verwachting is dat de depothoudende gemeenten onder het nieuwe wettelijke regime deze gemeentelijke depotfunctie willen handhaven. Niet uit te sluiten is echter dat enkele gemeenten geen gebruik maken van de wettelijke mogelijkheid om ons te verzoeken een depot aan te wijzen. Consequentie hiervan zal zijn dat archeologisch vondstmateriaal dat gedeponeerd is in het desbetreffende depot voor inwerktreding van de Wamz (1 September 2007) in eigendom blijft van de gemeente. Vondstmateriaal dat is gedeponeerd na 1 September 2007 dient te worden overgedragen aan het provinciaal depot. Een dergelijke situatie is onwenselijk aangezien dit leidt tot versnippering. Wij hechten dan ook aan zelfstandige depotfunctie voor bovengenoemde gemeenten. Gemeenten die momenteel nog niet beschikken over een eigen depotruimte kunnen op grand van de Wamz eveneens bij Gedeputeerde Staten een verzoek om het houden van een eigen depot indienen. De verwachting is dat hier niet of nauwelijks gebruik van zal worden gemaakt. Het Rijk heeft uitdrukkelijk provinciale depots aangewezen om verspreiding van vondstmateriaal te voorkomen en om schaalvoordeel te bereiken. Toename van het aantal archeologische depots binnen de provincie zal leiden tot een verdere versnippering van archeologisch vondstmateriaal en documentatie. Wij zullen daarom terughoudend omgaan met onze bevoegdheid tot het aanwijzen van nieuwe archeologische depots. Aan depothoudende gemeenten zal schriftelijk worden verzocht een aanvraag in te dienen tot formele aanwijzing van hun reeds bestaande depots. Mocht desondanks een verzoek door een niet depothoudende gemeente worden ingediend, dan zal hier in beginsel negatief over worden besloten. Wat gaan we doen? Aanwijzing zelfstandige depotfunctie voor reeds depothoudende gemeenten indien hiertoe een gemeentelijk verzoek wordt ingediend. Wij zullen de depothoudende gemeenten hierover schriftelijk informeren. 81 Nieuwe gemeentelijk archeologische depots worden in beginsel niet aangewezen. 13
19 Kwaliteitseisen gemeentesijke depots Wat willen we bereiken? Dezelfde kwaliteitseisen die worden gehanteerd voor het provinciaal archeologisch depot zullen gelden voor gemeentelijke depots; de KNA vormt hierbij uitgangspunt. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de realisatie van de kwaliteit van de gemeentelijke depots. Wat gaan we doen? Een constante kwaliteit van gemeentelijke archeologische depots is van belang voor een goed behoud en beheer van archeologisch vondstmateriaal in de desbetreffende depots. Wij zullen een monitor opzetten die periodiek aan de gemeentelijke depothouders zal worden voorgelegd. Uitkomsten van deze monitor zullen beschikbaar worden gesteld aan depothoudende gemeenten. Gemeenten zijn echter verantwoordelijk voor de kwaliteit van gemeentelijke depots Vondstoverdracht Wat willen we bereiken? Relevant is de eigendomsvraag in het geval van archeologische vondsten. In artikel 50 van de Wamz is het volgende geregeld aangaande het eigendom van archeologisch vondstmateriaal, zijnde roerende monumenten die zijn gevonden bij het doen van opgravingen en waarop niemand zijn recht van eigendom kan bewijzen. * de provincie waar zij zijn gevonden is eigenaar; * de gemeente waar zij zijn gevonden is eigenaar, indien die gemeente beschikt over een eigen archeologisch depot die een aanwijzing van de provincie hebben als bedoeld in de Wamz; «de Staat is eigenaar, indien die monumenten buiten het grondgebied van enige gemeente zijn gevonden.» de Staat is eigenaar in het geval van scheepsarcheologische monumenten. Het is niet uitgesloten dat in gemeentelijke depots archeologisch vondstmateriaal wordt beheerd dat formeel provinciaal eigendom is. Zo is in de gewijzigde monumentenwet geen rekening gehouden met gemeentelijke samenwerkingsovereenkomsten met depothoudende gemeenten. Vondsten die gedaan worden in de gemeenten die zelf geen opgravingsvergunning hebben zijn provinciaal eigendom en dienen in het provinciaal depot gedeponeerd te worden, tenzij wij een civiele overeenkomst hebben afgesloten met de betreffende gemeenten van een dergelijk samenwerkingsverband. In deze overeenkomst dient te worden bepaald dat alle opgegraven vondsten in het gemeentelijk depot gedeponeerd kunnen worden. Tevens is het mogelijk dat in het provinciaal depot archeologische vondsten zijn opgeslagen die eigendom zijn van depothoudende gemeenten. Ons streven is versnippering van vondstmateriaal zo veel mogelijk te voorkomen. Op deze wijze kunnen wij het beste waarborgen dat materiaal beschikbaar wordt gesteld voor publieks- en onderzoeksdoeleinden. Wat gaan we doen? Als ons bekend is dat depothoudende gemeenten vondstmateriaal beheren dat formeel provinciaal eigendom is, zal contact opgenomen worden met de betreffende gemeenten met het doel hier formele afspraken over te maken. Hetzelfde zullen wij doen indien blijkt dat wij materiaal beheren dat eigendom blijkt te zijn van depothoudende gemeenten. Ons streven hierbij is om versnippering van vondstmateriaal te voorkomen. Vondstmateriaal afkomstig uit depothoudende gemeenten waarvan wij formeel eigenaar zijn, kan naar onze mening eveneens beter worden beheerd door de desbetreffende gemeenten. In dergelijke gevallen streven wij naar het aangaan van (langdurige) bruikleenovereenkomsten met deze gemeenten om verspreiding van vondstmateriaal tegen te gaan. 14
20 Wat willen we bereiken? Tot nu toe zijn de universitaire depots en de niet-officiele depots van archeologische amateurverenigingen en historische verenigingen buiten beschouwing gebleven. Universiteiten konden bij gebrek aan wetgeving in het verleden eigen archeologische collecties beheren ten behoeve van archeologisch onderzoek; niet-officiele depots hebben geen formele basis Beiden hebben geen recht om archeologisch vondstmateriaal en documentatie uit officieel archeologisch onderzoek te beheren. Onduidelijk is hoeveel vondstmateriaal dat in deze depots wordt beheerd, feitelijk eigendom van de provincie Zuid-Holland is. Wat gaan we doen? Om versnippering tegen te gaan is het onze inzet om vondstmateriaal dat ons eigendom is ook daadwerkelijk in ons depot te beheren. Overdracht aan andere beherende instellingen kan onder voorwaarden, maar dan op basis van een bruikleenconstructie. De bruikleenvoorwaarden van de provincie Zuid-Holland (zie bijlage) zijn hierbij van toepassing. 15
21 3 S Onderstaand is een schema weergegeven met de voorgenomen planning voor realisering van de belangrijkste in deze nota genoemde provinciale opgaven. Archeologische bedrijven en gemeenten zullen worden geinformeerd over het aanleveren van archeologische rapporten, programma's van eisen, evaluatierapporten, overzichten met selectievoorstellen Archologische bedrijven zullen worden geinformeerd over de provinciale aanlevereisen m.b.t. vondstmateriaal en documentatie Lancering Website archeologische collectie Zuid-Holland Afspraken over ARBO-normen met de Dienst Domeinen Depothoudende gemeenten zullen worden verzocht om aanwijzing van een gemeentelijk depot aan te vragen Ontwikkeling van een kwaliteitsmonitor gemeentelijke depots Een collectieplan zal worden opgesteld Opening Provinciaal Archeologisch Centrum (PAC) Evaluatie depotbeleid
22 Als provincie zijn wij wettelijk verantwoordelijk voor de instandhouding van een provinciaal depot. Doel hiervan is het adequaat beheren en ontsluiten van opgegraven archeologische vondsten in Zuid-Holland. Naast het creeren van de juiste bewaaromstandigheden, streven wij daarom naar een zo goed mogelijke ontsluiting van vondsten en documentatie om wetenschappelijk onderzoek en andere vormen van studie en onderwijs te Stimuleren. Het is tevens onze taak om het verhaal van de archeologie te vertellen. Dit doen wij door vondstmateriaal in de vorm van bruiklenen beschikbaar te stellen aan ondermeer gemeenten, bibliotheken en musea, door publicaties zoals de Archeologische kroniek te vervaardigen en te verspreiden, maar ook door eigen (educatieve) tentoonstellingen te laten vervaardigen ten behoeve van bijvoorbeeld scholen. Ook gaan wij een eigen Provinciaal Archeologisch Centrum inrichten waar vondstmateriaal uit het archeologisch depot bezichtigd kan worden; de nadruk komt te liggen op educatie en voorlichting. Een ander aandachtspunt is de onderlinge communicatie en uitwisseling van (digitaie) documentatie tussen de diverse landelijke, provinciale en gemeentelijke depots. Het Rijk voert de regie bij het opzetten van het zogenaamde E-Depot Nederlandse Archeologie (EDNA), waarbij de koppeling van op diverse locaties bewaarde gegevensbestanden wordt gerealiseerd. Ten gevolge van de inwerkingtreding van Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) zijn de bepalingen ten aanzien van het eigendom van vondsten en de deponering van vondsten afkomstig van opgravingen gewijzigd. Vondsten van opgravingen zijn eigendom zijn van de provincie, gemeenten voor zover deze beschikken over een depot en de Staat voor zover ze buiten het grondgebied van een gemeente zijn gevonden. Maritieme archeologische vondsten zijn hiervan uitgezonderd en zijn eigendom van het Rijk. Met uitzondering van bovengenoemde gevallen zijn wij eigenaar van alle officiele vondsten die in Zuid-Holland worden gedaan. Wij willen in een vroeg stadium gekend worden over mogelijke selectie van vondstmateriaal. Om deze reden verlangen wij van archeologische bedrijven dat zij de rapportage met betrekking tot archeologisch onderzoek tijdig, te weten voordat selectie plaatsvindt, aan ons doen toekomen. Archeologische vondsten van binnen de grenzen van gemeenten met een eigen opgravingsvergunning worden opgeslagen in gemeentelijke depots. Vondsten gedaan op het grondgebied van een vergunninghoudende gemeente na 1 September 2007 zijn eigendom van de desbetreffende gemeente. Vondsten uit de provincie Zuid-Holland gedaan buiten het grondgebied van vergunninghoudende gemeenten worden opgeslagen in het Provinciaal Depot en zijn zoals gezegd eigendom van de provincie. Op dit moment liggen in het Provinciaal Depot ook vondsten uit vergunninghoudende gemeenten. Deze vondsten zijn gedaan voordat de betreffende gemeenten vergunninghoudend werden. Juridisch gezien zijn deze vondsten bezit van de provincie Zuid-Holland. Dm verpnippering van vondstmateriaal zo veel mogelijk tegen te gaan, streven wij naar het overbrengen van vondstmateriaal naar het meest geeigende depot door gebruikmaking van bruikleenconstructies. Archeologisch vondstmateriaal dat nu in bezit is bij universiteiten en historische verenigingen en verenigingen van amateurarcheologen wordt bij voorkeur beheerd in het Provinciaal Archeologisch Depot. Sinds de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) kunnen gemeenten de provincie verzoeken hen vergunning te verlenen voor een eigen depot. In beginsel zullen wij naast de bestaande gemeentelijke depots geen nieuwe archeologische depots aanwijzen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke depots. 17
23 Depotbeheer PROTOCOL DEPOTBEHEER KNA VERSIE 3.1 Ondejrwerp! Kwaliteitseis(en) Organisatie Het depot beschikt over een piattegrond met een overzicht van de standplaatsen en ruimten van depots! Het depot beschikt over een calamiteltenplan. Daartoe hoort dat: I B de opslagruimten zijn beveiligd tegen brand, inbraak, wateroverlast en andere gevaren van buiten; * de opslagruimten zijn voorzien van alarmeringssystemen voor brand en inbraak; j de inventaris is vervaardigd van materialen die vrij zijn van emissle van I schadejijke^..gassen ypor.^.ops^agenmatenaal I Het depot beschikt over middeien om informatie te verstrekken over vondsten, [ monstejrs en dpcurnejnt.a^ j Het depot beschikt over adequate opslagruimten voor i geconditioneerde bewaring van vondsten, opdat de conditie van de vondsten zo j stabiel mogelijk blijft (zie ook aanbevelingen voor jjdimaajh^st^ I Kwetsbare vondsten worden conform eisen depot gecontroleerd op achteruitgang I in kwaliteit. PROTOCOL DEPOTBEHEER KNA VERSIE 3.1 Benpdigde depptruimte [Kiirnaatcondities Bufferopsiag voor nieuwe aanleveringen i Reiatieve vochtigheid, Constant ± 5% metmmmalecondtti&s, j J[ejriperatuur J5 0 C-18 C Aigemene bewaarruimte met minimale j Reiatieve vochtigheid 30% - 65%, constant ± 5% condities voor o.a. keramiek, glas, steen, Temperatuur 18 C ± 3 C bpt j Temperatuur - Bewaarruimte met relatief I Reiatieve vochtigheid <30%, consiiaril ± 5% d ra J36 condisf i,yp.plo; - m J?t! e!l'smk JlejBperatjjur 18 0 C±3 0 C Bewaarruimte met reiatief vochtige 1 Reiatieve vochtigheid 50% - 65%, constant ± 5% condities voor o.a. leder, hout, textiel, \ Temperatuur 18 C ± 3 C touw, I bewerkt been, gewei...bar r!steen. gjt { Ruimte voor een adequate opsiag van Reiatieve vochtigheid 55% - 65%, constant ± 5% bijbehorende originele documentatie op j Temperatuur 15 C ± 3 C papmer, tekenfplje, ed. j Ruimte voor een adequate opsiag van j Ruimte voor een adequate opslag van fotomateriaai fotomateriaal i 18
24 Provinciale aanlevereisen Provinciate conserveringseisen bij vondstoverdracht Materiaal Behandelmg Leer iln bad PEG 600. Metaal - Uzer - Moet worden ontzout. Daarna impregneren met paraloid B Koperlegering (incl. - Behandeling met benzotriazol. Daarna impregneren met paraloid B 72. brons) - Tin - Nog uit te werken -..LoadLN.9.MJI e.^fk e. n. Hout jvoorwerpen (incl. paaltjes etc.) moeten worden gevriesdroogd. (Houtmonsters (voor bijvoorbeeld dendrochronologie) kunnen worden gecpnseryeerd in PEG..3J500.pf PEG m 40pp. Textiel pn bad PEG 600. Indien wol behandeling met lanoline Provinciale aanleverseisen verpakkingsmaterialen * Formaat 46,8 x 46,8 x 17 cm, zuurarm zegelkarton (1650 gram per m2) met 2 handgrepen. De vondsten dienen per materiaalcategorie verpakt te zijn in afsluitbare p.e. zakken (zipzakken); KNA eisen zijn van toepassing (nog opnemen). * Dozen dienen maximaal tot 10kg te worden verpakt. * Objecten zwaarder dan 10kg dienen te worden aangeleverd op pallets. * Objecten die te groot zijn om in een doos te worden verpakt, worden in overleg met de depotbeheerder aangeleverd inpassende containers s Intacte voorwerpen, de zgn. specials worden separaat volgens bovenstaande eisen aangeleverd. * Vondsten dienen te worden gemarkeerd met een vondstkaart conform de KNA»> Dozen worden aangeleverd met correct ingevulde stickers Provinciale aanlevereisen documentatie: * De documentatie inclusief conserveringsrapportage van het over te dragen vondstmateriaal wordt ten minste 1 maand voor aanlevering van dit vondstmateriaal aan de depotbeheerder overgedragen. 55 Documentatie wordt digitaal aangeleverd aan DANS. «Documentatie wordt gelijktijdig digitaal en analoog aangeleverd aan de provincie. 88 De KNA-richtlijnen zijn van toepassing op de over te dragen documentatie. Provinciale aanlevereisen registratie» Alle aan te leveren vondsten dienen digitaal geregistreerd te zijn conform het te ontwikkelen (digitaie) landelijke invoerformat. * Voor trefwoordengebruik is de provinciale thesaurus van toepassing aansluitend op de landelijke (ABR) thesaurus. * Voor gebruik van toponiemen is de provinciale toponiementhesaurus van toepassing. «De registratie van het over te dragen vondstmateriaal wordt ten minste 1 maand voor aanlevering van dit vondstmateriaal overgedragen. 19
25 Procedures Depot Procedure ontvangst vondsten en monsters 88 Het door de uitvoerder aangeleverde vondstmateriaal wordt gecontroleerd of deze aan de gestelde eisen van het depot voldoen. 88 Het depot heeft de bevoegdheid tot weigeren van deponering van de vondstcomplexen zolang deze niet aan de gestelde eisen en aanvullend gemaakte afspraken voldoen. * Als de vondsten en/of monsters niet aan eisen voldoen en dit niet kan worden hersteld, kunnen deze niet in het depot worden opgenomen. In overleg tussen depot en uitvoerder wordt het moment van overdracht van het vondstmateriaal bepaald. 88 Het vondstmateriaal wordt binnen 2 jaar na afronding van het veldwerk conform de eisen aan het aangewezen depot overgedragen; * Bij akkoord van de overdracht wordt door het depot een overdrachtsverklaring aan de uitvoerder gegeven. * De depotbeheerder en de uitvoerder paraferen de overdrachtsverklaring, waarmee de overdracht is afgerond. Procedure depot na binnenkomst vondsten en monsters s Het vondstmateriaal wordt ingeboekt in het registratiesysteem (TMS). ~ Een geschikte standplaats wordt geselecteerd. * Het vondstmateriaal wordt opgeslagen conform de voornoemde depoteisen. 88 De registratie voor het vondstmateriaal wordt gecompleteerd in het registratiesysteem (TMS). 83 Zgn. specials wordt gefotografeerd; de afbeelding wordt toegevoegd aan het registratiesysteem. 88 De geregistreerde gegevens worden vrijgegeven op de website Archeologie Zuid-Holland. Procedure ontvangst documentatie Met betrekking tot vondstoverdracht wordt de volgende procedure gevolgd: * de depotbeheerder controleert of documentatie aan de eisen voldoet, neemt deze in ontvangst en stelt een overdrachtsverklaring op; * de uitvoerder ontvangt van de depotbeheerder de overdrachtsverklaring; * het depot heeft de bevoegdheid tot weigeren van deponering van de documentatie zolang deze niet aan de gestelde eisen en aanvullend gemaakte afspraken voldoen; * als de documentatie niet aan de eisen voldoet en dit niet kan worden hersteld, kan de depotbeheerder besluiten overdracht te weigeren. Ontsluiting Om de toegankelijkheid te waarborgen van vondsten, monsters en documentatie, dienen door middel van het informatiesysteem van het depot minimaal de volgende gegevens ontsloten te zijn (KNA 3.1): * OM-nummer; * tenminste 4 X/Y-coordinaten; 88 gemeente van de vondst/opgraving; * jaar van vondst/opgraving;» locatie: naam opgraving/toponiem; «periode; a depot; * standplaats; 88 conserveringscategorie; verwervingsmethode; * indien vondsten en/of monsters verwijderd moeten worden, verwijderingsreden registreren; 8 tijdelijke verblijfplaats. 20
Provinciaal blad 2012, 14
ISSN 0920-105X Provinciaal blad 2012, 14 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 13 maart 2012, nr.80a9bc35, houdende beleidsregels inzake de aanwijzing van Gemeentelijke Depots Bodemvondsten (Beleidsregel
Nadere informatieAlleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Erkenning archeologisch depot. BW-nummer
Openbaar Onderwerp Erkenning archeologisch depot Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Met de komst van de Wet op de archeologische
Nadere informatieDepotbeheer. Protocol 4010
Protocol 4010 Depotbeheer Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), is op 01-03-2010 vastgesteld door
Nadere informatieStichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda tel ,
Protocol 4010 Depotbeheer Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013 vastgesteld door
Nadere informatieRijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl
Nadere informatieRijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief
3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl
Nadere informatieBrede Afspraak Archeologie
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email
Nadere informatieToetsingskader archeologische depots
Toetsingskader archeologische depots december 2017 Inleiding Doel De Erfgoedinspectie maakt bij de uitoefening van haar toezichttaak gebruik van een algemeen toezichtkader en van toetsingskaders per toezichtveld.
Nadere informatieHet Provinciaal Depot Beheer Systeem (PDBS) Wat willen wij (de provincies) ermee? Stephan Weiß-König
Het Provinciaal Depot Beheer Systeem (PDBS) Wat willen wij (de provincies) ermee? Stephan Weiß-König Erfgoedwet 5.3. Depots voor vondsten bij het verrichten van opgravingen Artikel 5.8. In stand houden
Nadere informatieKWALITEITSNORM NEDERLANDSE ARCHEOLOGIE 2005
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie versie 2.2 februari 2005 CVAK KNA 2.2 HOOFDSTUK 0: INHOUDSOPGAVE PAGINA 2 VAN 6 HOOFDSTUK 0. INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. TOELICHTING Normen en Richtlijnen Kwaliteitseisen
Nadere informatieVoorstel raad en raadsbesluit
Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.1061 B.18.1061 Landgraaf, 24 september 2018 ONDERWERP: Beleidsnota archeologie: "Erfgoed is identiteit, beleidsnota archeologie
Nadere informatieSML09-30. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht
P TraD HoLLAND SML09-30 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registration ummer PZH-2009-209435 (DOS-2009-0001943) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum
Nadere informatieNotitie Juridische aspecten van deponeren van vondstmateriaal bij archeologische opgravingen
Notitie Juridische aspecten van deponeren van vondstmateriaal bij archeologische opgravingen 1. Inleiding Deze notitie beschrijft de juridische aspecten van het deponeren van vondstmateriaal bij het uitvoeren
Nadere informatieSML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris
SML09-105 NGEKOMEN 0 3 DEC. 20119 5 -minuten versie voor Provinciale Staten P HOLLAND Directie DLB Afdeling (oud) Samenleving Registratienummer PZH-2009-142752985 (DOS-2009-0022939) Datum vergadering Gedeputeerde
Nadere informatieBehandeld in commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Cultuur 9 april 2002
Voorstel aan de Raad Nummer / datum raadsvergadering / datum vergadering B&W 70/2001 / 24 april 2002 / 5 maart 2002 Behandeld in commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Cultuur 9 april 2002
Nadere informatieNotitie Juridische aspecten van deponeren van vondstmateriaal bij archeologische opgravingen Concept d.d. 29 juni 2010
Notitie Juridische aspecten van deponeren van vondstmateriaal bij archeologische opgravingen Concept d.d. 29 juni 2010 1. Inleiding Deze notitie beschrijft de juridische aspecten van het deponeren van
Nadere informatieOverdrachtsovereenkomst
Overdrachtsovereenkomst Overdrachtsovereenkomst ten behoeve van de collectie archeologie 1, onderdeel van de museale collecties van de gemeente Hilversum, aan de Provincie Noord-Holland. De ondergetekenden:
Nadere informatieCertificering in de nieuwe erfgoedwet
Certificering in de nieuwe erfgoedwet SIKB jaarcongres, 25 september 2014 Vevita Eichberger-Zandee Directie Erfgoed en Kunsten Thomas van den Berg Rijksdienst Cultureel Erfgoed Inhoud Overzicht van de
Nadere informatieParaaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving
5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim
Nadere informatieArcheologische Begeleiding
Protocol 4007 Archeologische Begeleiding Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013
Nadere informatieAfbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)
Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend
Nadere informatieKennis- en discussiebijeenkomst Deponeren 1 juli 2010 te Amersfoort.
Kennis- en discussiebijeenkomst Deponeren 1 juli 2010 te Amersfoort. Op 1 juli 2010 is het tussenresultaat van het werk van de diverse begeleidingscommissies en werkgroepen gepresenteerd aan het archeologische
Nadere informatieCHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend Algemene punten 1. Het IVO-waarderend (voorzover proefsleuven- of booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt
Nadere informatieNotitie Juridische aspecten van deponeren van vondstmateriaal bij archeologische opgravingen
Notitie Juridische aspecten van deponeren van vondstmateriaal bij archeologische opgravingen 1. Inleiding In deze notitie worden de juridische aspecten van het deponeren van vondstmateriaal bij het uitvoeren
Nadere informatieDeponeren en harmoniseren van aanleveringeisen
Deponeren en harmoniseren van aanleveringeisen Ronald Louer Provinciaal Depot Bodemvondsten Noord-Brabant 29 september 2009 Het Depot Van Dale: de pot [deepoo] het, de depot (mannelijk), de depots, het
Nadere informatiep t" c!! HOLLAND ZUID
p t" c!! HOLLAND ZUID INGEKOMEN DEC. 9 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-9-77457 (DOS-9-57) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum
Nadere informatieSpecialistisch Onderzoek
Protocol 4006 isch Onderzoek Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013 vastgesteld
Nadere informatieOp weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen
Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen F. Kortlang en A. Van de Water 30 mei 2012 www.archaeo.nl Inhoud Archeologiebeleid: Waarom? Aanpak Verwachtingenkaart Beleidskaart Uitgangspunten
Nadere informatieOmgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed
Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Informatiemiddag Erfgoedwet, 17 juni 2016 Frank Altenburg Inhoud Omgevingswet en Erfgoedwet Wat vindt u waar? Wat is nieuw? Cultureel
Nadere informatieHet bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.
Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.
Nadere informatieINGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris
5 -minuten versie voor Provinciale Staten p ZUID HOLLAND INGEKOMEN 0 8 DEC. 2009 Directie DRM Afdeling Verkeer en Vervoer Registratienummer PZH-2009-144285304 (DOS-2007-0021019) Datum vergadering Gedeputeerde
Nadere informatieMevr. M. Burger,
Plan van Aanpak Paraaf bevoegd gezag: opsteller: JP Bakx datum: 25-09-2017 Mevr. M. Burger, 25-09-2017 Inleiding In dit Plan van Aanpak worden de uitgangspunten en werkzaamheden beschreven voor het uitvoeren
Nadere informatieDatum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU
5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer 489015306 {DOS-2007-0015748) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum
Nadere informatieCertificering: Waar komen we vandaan, waar staan we nu?
Certificering: Waar komen we vandaan, waar staan we nu? Joost Kuggeleijn (OCW, E&K) Marjolein Verschuur (OCW, RCE) SIKB velddag, 14 juni 2016 Inhoud presentatie Certificering in de Erfgoedwet Overgangsrecht
Nadere informatieCertificering in de nieuwe erfgoedwet
Certificering in de nieuwe erfgoedwet SIKB velddag 5 februari 2015 Vevita Eichberger-Zandee Directie Erfgoed en Kunsten Thomas van den Berg Rijksdienst Cultureel Erfgoed Inhoud Overzicht van de ontwikkelingen
Nadere informatieDe Erfgoedwet en certificering
De Erfgoedwet en certificering Archeologie in de Erfgoedwet Iepie Roorda Informatiemiddag Erfgoedwet 11 mei 2016 Inhoud presentatie Wat staat er in de Erfgoedwet over archeologie en wat is er anders? Inhoud
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;
CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR75288_1 23 februari 2016 Erfgoedverordening Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders
Nadere informatieNGEKQMEN O 6 M. 2010
provincie R o L L A N D ZUID NGEKQMEN O 6 M. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving/Economie Registratienummer PZH-2009-146957770 (DOS-2008-0003422) Datum vergadering
Nadere informatieVerzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris
5 -minuten versie voor Provinciale Staten p^^^^j'^j^ HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2012-357088898 (DOS-2012-0010887) Datum vergadering Gedeputeerde Staten
Nadere informatieOnderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch
5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2013-416610927 Datum vergadering Gedeputeerde Staten 9 juli 2013 Verzenddatum Geheim Nee Portefeuillehouder
Nadere informatieVerkenning N345 Voorst Notitie Archeologie
Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status
Nadere informatieErfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie
Erfgoedkaart Drimmelen deelkaart archeologie Programma 1) Wat is Erfgoed? 2) Waarom Archeologie? 3) Landelijk kader 4) Gemeentelijke uitwerking 5) De weg naar een kaart 6) Praktisch: historische bebouwing
Nadere informatiezaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 18715 3 april 2014 Erfgoedverordening Stadsdeel Zuidoost 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat
Nadere informatieBeleidsregels opgravingsbevoegdheid
OCW Beleidsregels opgravingsbevoegdheid 22 oktober 2001/ WJZ/2001/42008 (8121) dr. F. van der Ploeg; Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 39 van de Monumentenwet 1988; De
Nadere informatieErfgoedverordening Heemskerk 2009
Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Januari 2009 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2009 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel 1: Begripsbepalingen 5 Artikel 2: Het gebruik van het beschermd
Nadere informatieErfgoedverordening Amsterdam
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden
Nadere informatieArcheologie in de erfgoedwet
Archeologie in de erfgoedwet Marion Zijlema Roermond, 19 november 2015 Wat staat er in de erfgoedwet over archeologie en wat is er anders? Art. 5.1 5.6 Het verrichten van opgravingen Art. 5.1 Opgravingsverbod
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen
Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak,
Nadere informatieModelvoorschriften archeologie in de omgevingsvergunning
Op grond van artikel 5.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) kunnen ten aanzien van archeologie voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning, indien hier in het bestemmingsplan een grondslag
Nadere informatieErfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013
Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013
Nadere informatie: Schriftelijke vragen inzake collectiebeheer gemeentelijke collectie
Gemeente Bergen III 15ip.01273 06/02/2015 Postbus: ZAAKNUMMER: gemeente Gemeenteraad Bergen NH Postbus 175 1860 AD (NH) Afdeling Onderdeel Contactpersoon Telefoonnummer Bijlage(n) Ontwikkeling Maatschappelijke
Nadere informatieGEKOMEN 1 6 Kt»" Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van de Verordening advisering planschadeverzoeken Zuid- Holland.
p r HOLLAND ZUID GEKOMEN 1 6 Kt»" 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling XX Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-2009-139975731 (DOS-2009-0018191) Datum vergadering Gedeputeerde
Nadere informatieHoofdstuk 1. Algemeen
Erfgoedverordening gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 9, gelet op artikel
Nadere informatieWat is er anders na 1 januari 2016?
Wat is er anders na 1 januari 2016? Archeologie in de erfgoedwet (en omgevingswet) Joost Kuggeleijn (OCW, E&K) Marjolein Verschuur (OCW, RCE) SIKB velddag, 24 september 2015 Inhoud presentatie Wat staat
Nadere informatieUITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID
UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID 1. Inleiding Op 16 januari 1992 werd in Valletta, de hoofdstad van Malta, op initiatief van de Raad van Europa het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische
Nadere informatieCHECKLIST. vooronderzoek. Omdat ook voor archeologische opgravingen een PvE verplicht is, is
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Programma van Eisen (PvE) Toelichting De handreikingen en checklists richten zich in eerste instantie op het archeologisch vooronderzoek. Omdat ook voor archeologische opgravingen
Nadere informatieB) Toelichting van EYE op het inmiddels gewijzigd beleid t.a.v. duurzame opslag van gedigitaliseerde films en born digital films
Mevrouw drs. M. C. van Heese Erfgoedinspectie/Collecties en Archieven IPC 3500 Postbus 16478 2500 BL Den Haag Amsterdam, 11 februari 2016 Betreft: De stoot van de rijkscollectie BYE Filmmuseum Geachte
Nadere informatieINT09.0031/MB. Oriëntatienota Archeologie
INT09.0031/MB Oriëntatienota Archeologie 2 Inhoudsopgaaf 1. Inleiding... 4 2. Archeologiebeleid... 4 3. Archeologische verwachtingenkaart... 4 4. Wat gebeurt er als de gemeente geen beleid opstelt?...
Nadere informatieVERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
Lijst agendapunten nummer: 8b Kenmerk: 11150 Afdeling: Vergunningen en Handhaving VERORDENING Datum: 9 oktober 2008 Onderwerp: Erfgoedverordening Terneuzen 2008 De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen
Nadere informatieGraven in depots. Behoud en toegankelijkheid in provinciaal archeologische depots. 1 Graven in depots / Erfgoedinspectie
Graven in depots Behoud en toegankelijkheid in provinciaal archeologische depots 1 Graven in depots / Erfgoedinspectie Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding 7 1.1 Woord vooraf 8 1.2 Aanleiding, doelstelling
Nadere informatieHandleiding voor de Archeologische Monumentenkaart
Handleiding voor de Archeologische Monumentenkaart Pagina 1 van 7 Colofon Bron voor AMK gegevens: ARCHIS De AMK is tot stand gekomen in samenwerking met de Provincies Redactie teksten: A. Sloos Redactie
Nadere informatieVerzenddatum 2 1 MRT Z013. Paraaf Provinciesepröaris. Onderwerp Aangaan overeenkomst HOV-NET Zuid-Holland Noord met Oegstgeest
5 -minuten versie voor Provinciale Staten P'^!: HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-377932788 (DOS-2007-0001391) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 19
Nadere informatieOmgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed
Omgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed 2 oktober 2014 Monique Krauwer Directie Erfgoed en Kunsten Inhoud Omgevingswet en Erfgoedwet Cultuurhistorie in de Omgevingswet Wat vindt
Nadere informatieGemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport
Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend
Nadere informatie5 -minuten versie voor Provinciale Staten
5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2016-555658142 (DOS-2011-0005236) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim
Nadere informatieVrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet
Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet Inhoud Vrijwilligers pag. 1 Detector-amateurs pag. 2 Maritieme archeologie pag. 4 Universiteiten, hogescholen en dienstverleners pag. 4 Hoe we in Nederland
Nadere informatie1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012
1 J gemeente «tffl" Heemskerk Erfgoedverordening Heemskerk 2012 mei 2012 J>^^^ ERFGOEDVERORDENING HEEMSKERK 2012 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2012 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel
Nadere informatiePostadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T wvvw.zuid-holland.nl aan Provinciale Staten van Zuid-Holland
Gedeputeerde Staten p HOLLAND Contact T.J. van der Veen T 070-4416784 Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 wvvw.zuid-holland.nl aan Provinciale Staten van Zuid-Holland
Nadere informatieBesluit van Provinciale Staten
Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Januari 2015 Nummer 6772 Onderwerp Vaststelling van de Archiefverordening Provincie Zuid- Holland 2014 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet
Nadere informatieVoorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg).
HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE RUD ZUID-LIMBURG Gelet op artikel 8 van de Archiefverordening RUD Zuid-Limburg BESLUIT: Vast te stellen de navolgende: Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats
Nadere informatie5 minuten versie voor Provinciale Staten
5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-513301370 (DOS-2013-0010135) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 14 april
Nadere informatieArcheologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen
Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen Omgevingswet 2018? De overheid wil regels voor ruimtelijke plannen vereenvoudigen en samenvoegen Doel: makkelijker maken om bouwprojecten te starten
Nadere informatieBijlage 3 De AMZ-procedure
Bijlage 3 De AMZ-procedure In de archeologische monumentenzorg wordt het feitelijke beheer van het gemeentelijk bodemarchief gerealiseerd in stappen. Elke stap eindigt met de afweging of er voldoende informatie
Nadere informatieStatenmededeling. Jaarverslag zorgplicht archieven 2013-2014. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant. Kennisnemen van
Statenmededeling Onderwerp Jaarverslag zorgplicht archieven 2013-2014 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Kennisnemen van Jaarverslag Zorgplicht archieven 2013-2014 Aanleiding In november 2013 is
Nadere informatie^'vrr^t^ HOLLAND ZUID
5 -minuten versie voor Provinciale Staten ^'vrr^t^ HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit &Milieu Registratienummer PZH-2013-389866115 (DOS-2012-0000867) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 14
Nadere informatiepikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas
provincie ZUID HOLLAND pikiekw,en O 3 NOV. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DCZ Afdeling Ontwikkeling en Grondzaken Registratienummer PZH-2010-214515391 (DOS-2010- O001 369) Datum
Nadere informatieKeramiekmuseum Princessehof Leeuwarden Verwervingsprocedure
1. Verwerving Deze procedure is opgezet aan de hand van SPECTRUM-N: Standaard voor collectiemanagement in musea, versie 1.0 (2008). Omschrijving Het beheren en documenteren van de overwegingen bij potentiële
Nadere informatieVerslag toezicht archief- en informatiebeheer gemeente Renswoude 2015
Verslag toezicht archief- en informatiebeheer gemeente Renswoude 2015 Opsteller Vincent Robijn - gemeentearchivaris T.a.v. College Datum 18-06-15 Registratienummer 1. Algemeen Zoals voorgeschreven in artikel
Nadere informatieOCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem
Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan
Nadere informatieStichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda tel ,
Protocol 4005 Fysiek Beschermen Dit protocol maakt onderdeel uit van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie. Deze Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), is op 09-12-2013 vastgesteld
Nadere informatieArcheologische Beleid
Archeologische Waarden- en Beleidskaart Rotterdam Archeologisch Beleid. Toelichting. Colofon. Archeologische Beleid 1. Archeologisch Belangrijke Plaatsen 2. Gebieden met een zeer hoge archeologische verwachting.
Nadere informatieKaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten voor lokale besturen
Vereniging van Vlaamse Streekontwikkelingsintercommunales Paviljoenstraat 9 1030 Brussel T 0032 2 211 56 40 F 0032 2 211 56 00 info@vlinter.be www.vlinter.be Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten
Nadere informatieDepotbeheer. Protocol Depot Management
Depotbeheer Depot Management Protocol 4010 Protocol 4010 Depotbeheer Pagina 1 van 22 Introduction in English (informative) Purpose of the protocol The purpose of the archaeological process depot management
Nadere informatieBM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris
HOLLAND BM2009-139 NGEKOMFN 1 9 OKT. 2009 5 -minuten versie voor Provinciate Staten Directie DLB Afdeling Samenleving/Economie Reg istratien ummer PZH-2009-132160188 (DOS-2009-0015080) Datum vergadering
Nadere informatiep. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
CVDR Officiële uitgave van Druten. Nr. CVDR50463_3 17 oktober 2017 Erfgoedverordening gemeente Druten 2010 De Raad van de gemeente Druten, Gelezen het voorstel van het college van 31 augustus 2010; Gelet
Nadere informatieProtocol Depotbeheer. Depot Management
Protocol 4010 Depotbeheer Depot Management Versie 4.1 19 februari 2018 Introduction in English (informative) Purpose of the protocol The purpose of the archaeological process depot management is the sustainable
Nadere informatieSML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen
provincie R o L L A N D ZUID SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2010-158483708 (DOS-2010-0003748)
Nadere informatie: Archeologisch depot en cultuurhistorische presentatie. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1
S T A T E N V O O R S T E L Datum : 18 oktober 2005 Nummer PS : PS2005ZCW14 Dienst/sector : MEC/DCU Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC001843i Portefeuillehouder : vbergen Titel : Archeologisch
Nadere informatieNr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
GEMEENTE LOPIK Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010; gelet op artikel 149
Nadere informatieCHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning
ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse
HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven
Nadere informatie201 1 om uur. Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris Ff v,kw
provincie ZUID HOLLAND 201 1 om 12.00 uur 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Bestuur Registratienummer PZH-2010-229877311 (DOS-2007-00051 34) Datum vergadering Gedeputeerde
Nadere informatiePEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea
PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea Erfgoedhuis Zuid-Holland Breestraat 59, Leiden T 071 513 3739 F 071 5134144 E musea@erfgoedhuis-zh.nl www.erfgoedhuis-zh.nl INTRODUCTIE Met PEIL SNEL
Nadere informatieGelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998;
CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR44079_1 21 november 2017 BESLUIT INFORMATIEBEHEER GRONINGEN Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; BESLUITEN: vast
Nadere informatie5 -minuten versie voor Provinciale Staten
5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Registratienummer PZH-2016-550412223 () Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 10 mei 2016 Nee
Nadere informatieNr. 972215/10 Middelburg, 13 mei 1997. Aan de Provinciale Staten van Zeeland,
Commissie: welzijn Commissie: algemeen bestuur Nr. WEB-418 Vergadering 20 juni 1997 Agenda nr......... Gedeputeerde met de verdediging belast: G.L.C.M. de Kok Nr. 972215/10 Middelburg, 13 mei 1997 Aan
Nadere informatieEISEN AAN AANLEVERING VAN VONDSTEN EN DOCUMENTATIE aan het ARCHEOLOGISCH DEPOT GEMEENTE LEIDEN oktober 2010, A.H. Grimme
EISEN AAN AANLEVERING VAN VONDSTEN EN DOCUMENTATIE aan het ARCHEOLOGISCH DEPOT GEMEENTE LEIDEN oktober 2010, A.H. Grimme Archeologisch Centrum Gemeente Leiden Depotbeheerder: Mw. A. H. Grimme werktijden:
Nadere informatieArtikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
ERFGOEDVERORDENING HEERENVEEN 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk
Nadere informatiea. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader
5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer PZH-2013- Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim
Nadere informatieDe gemeente steunt het voorstel van de Minister OC&W om de Romeinse brugresten in onze stad
Samenvatting De gemeente steunt het voorstel van de Minister OC&W om de Romeinse brugresten in onze stad aan te wijzen tot Rijksmonument. Maastricht vindt het belangrijk om archeologische resten te bewaren
Nadere informatie