4 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten"

Transcriptie

1 4 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten 4.1 Inleiding Algemeen 164. Wanneer partijen zaken doen in een internationale omgeving dient voor het vaststellen van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden veelal eerst een voorvraag beantwoord te worden. Dit is de vraag aan de hand van welk recht moet worden vastgesteld of de algemene voorwaarden van toepassing zijn. 1 Hierbij is mede van belang of de rechter bij het antwoord op die voorvraag acht moet slaan op regels van internationaal privaatrecht (IPR) of op regels van eenvormig privaatrecht (EPR). 2 Regels van internationaal privaatrecht wijzen naar een toepasselijk recht dat op de desbetreffende situatie van toepassing is, aan de hand waarvan problemen dan kunnen worden opgelost. Regels van eenvormig privaatrecht zijn regels van toepasselijk materieel recht die op een bepaalde situatie van toepassing zijn. Waar EPR geldt, is het conflictenrecht (IPR) in feite overbodig. Soms echter hebben regels die het werkingsgebied van een EPR-verdrag bepalen, de functie om de verdragsregelingen af te bakenen ten opzichte van het privaatrecht van de niet-verdragstaten bij het betreffende EPR-verdrag. 3 In sommige van die gevallen dient dan aan de hand van IPR-regels te worden vastgesteld of de desbetreffende EPR-regels van toepassing zijn. Kortom, partijen bij een procedure dienen de spoorboekjes van de IPR-regelingen, IPR-verdragen en voor zover van toepassing de regels van de EPR-verdragen goed te (kunnen) lezen Dit hoofdstuk gaat over een aantal aspecten van toepasselijkheid van algemene voorwaarden bij internationale koopovereenkomsten en de rol van verklaringen en gedragingen van contractspartijen daarbij. Allereerst blijkt dat de volgorde van de te stellen vragen een belangrijke rol speelt. Dient bij- 1 Hierbij dient tevens te worden nagedacht over het antwoord op de vraag of de gelding van de algemene voorwaarden volgens hetzelfde recht dient te worden vastgesteld als de gelding van de rechtskeuze in die algemene voorwaarden. Vergelijk Kluwer Losbladige artikel 3 lid 4 Evo en artikel 8 lid 2 Evo (Steffens/Vonken). 2 Vgl. voor het verschil tussen IPR en EPR, L. Strikwerda, De overeenkomst in het IPR, Kluwer 2004, p. 68 e.v. Zie ook R.P. Streng, De grenzen van de partij-autonomie in het internationaal contractenrecht, NTHR 2005, p Zie Strikwerda, a.w., p. 69.

2 100 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten voorbeeld eerst te worden vastgesteld volgens welk recht een probleem moet worden opgelost, of dient eerst te worden vastgesteld welke rechter bevoegd is? Wanneer in algemene voorwaarden een keuze voor de rechter is gemaakt en in die algemene voorwaarden tevens voor het toepasselijke recht is gekozen, kan bij een betwisting van de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden door de wederpartij de volgorde waarin die vragen worden beantwoord, van doorslaggevend belang zijn voor de uitkomst van het geschil Het overgrote deel van de internationale rechtspraak 4 inzake toepasselijkheid van algemene voorwaarden in Nederland, is gepubliceerd in een tweetal tijdschriften, te weten het NIPR en Schip & Schade. De uitspraken in het NIPR inzake toepasselijkheid van algemene voorwaarden betreffen voor het merendeel van de gevallen casusposities die aan het kooprecht zijn gerelateerd. In Schip & Schade zijn de uitspraken die betrekking hebben op de toepasselijkheid van algemene voorwaarden, veelal gewezen in de context van het vervoersrecht, physical distribution en het expeditierecht De lagere rechtspraak laat voor die laatstgenoemde categorieën 5 in het algemeen een diffuus beeld zien voor zover het de vraag betreft aan de hand van welke feiten en omstandigheden wordt vastgesteld of algemene voorwaarden op de internationale overeenkomst van toepassing zijn. Een en ander wordt bemoeilijkt doordat veel procedures zich mede richten op de vraag naar de bevoegde rechter. 6 De vermeend bevoegde rechter is veelal aangewezen in de 4 Zie voor een fraai generiek rechtsvergelijkend overzicht over toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder de diverse rechtstelsels: O. Lando and H. Beale, Principles of European Contract Law, Kluwer Law International 2000, p Vgl. K.F. Haak en R. Zwitser, Opdracht aan hulppersonen, Kluwer 2003, p en M.H. Claringbould, Algemene voorwaarden in de logistiek (deel I), Tijdschrift voor Vervoer en Recht 2005, p. 175 e.v. en (deel II), p Zie ook Ph.H.J.G. van Huizen, Algemene voorwaarden en logistiek in: Algemene voorwaarden (Wessels/Jongeneel/Hendrikse (red.)), Kluwer 2006, p. 607 e.v. 6 Zie NIPR 1993, 105; NIPR 1993, 486; NIPR 1993, 555; NIPR 1994, 1; NIPR 1994, 159; NIPR 1994, 160; NIPR 1994, 165; NIPR 1994, 192; NIPR 1994, 291; NIPR 1994, 425; NIPR 1994, 464; NIPR 1994, 486; NIPR 1995, 258; NIPR 1995, 261; NIPR 1995, 278; NIPR 1995, 401; NIPR 1995, 420; NIPR 1995, 516; NIPR 1995, 548; NIPR 1995, 555; NIPR 1995, 557; NIPR 1996, 269; NIPR 1996, 434; NIPR 1996, 447; NIPR 1997, 123; NIPR 1997, 127; NIPR 1997, 133; NIPR 1997, 136; NIPR 1997, 137; NIPR 1997, 382; NIPR 1998, 222; Hof s-hertogenbosch, 4 september 1997, NJ 1998, 578; NIPR 1999, 84; NIPR 1999, 298; NIPR 2000, 138; NIPR 2000, 153; NIPR 2000, 298; NIPR 2000, 304; NIPR 2000, 306; NIPR 2000, 311; NIPR 2001, 46; NIPR 2001, 56; NIPR 2001, 132; NIPR ; NIPR 2001, 210; NIPR 2001, 222; NIPR ; NIPR 2001, 290; NIPR 2001, 294; NIPR 2001, 305; Schip & Schade, 2001, 82; Schip & Schade 2001, 49; NIPR 2002, 47; NIPR 2002, 53; NIPR 2002, 130; NIPR 2002, 137; NIPR 2002, 214; NIPR 2002, 268; NIPR 2002, 274; NIPR 2002, 277; NIPR 2002, 278; NIPR 2002,286; NIPR 2003, 43; NIPR 2003, 49; NIPR 2003, 118; NIPR 2003, 130; NIPR ; NIPR 2003, 297; NIPR 2004, 46; NIPR 2004, 153; NIPR 2004, 157; NIPR 2004, 240; NIPR 2004, 261; NIPR 2004, 380; NIPR 2004, 383; NIPR 2005, 64; NIPR 2005, 66; NIPR 2005,166; NIPR 2006, 44;

3 Hoofdstuk algemene voorwaarden, waarvan de toepasselijkheid in de procedure wordt betwist. Hierbij is van belang te onderkennen dat de vraag of de rechter rechtsgeldig is aangewezen door middel van een bepaling in algemene voorwaarden, niet op dezelfde wijze wordt beantwoord als de vraag of de algemene voorwaarden zijn overeengekomen. 7 De vraag naar de geldige forumkeuze wordt veelal 8 beslist overeenkomstig artikel 23 van de EEX-verordening (EEX-vo). 9 In de onderzochte uitspraken valt op dat de rechter zich lang niet in alle gevallen bekreunt over de vraag volgens welk recht hij dient vast te stellen of de algemene voorwaarden rechtsgeldig zijn overeengekomen De Hoge Raad heeft zich de afgelopen zes jaar slechts twee maal uitgelaten over criteria volgens welke dient te worden vastgesteld of algemene voorwaarden van toepassing zijn in het geval van een internationale overeenkomst. Dit betreft de Hoge Raad-arresten van 2 februari 2001 (Petermann/Frans Maas) 11 en van 28 januari 2005 (Vergo/Grootscholten). 12 Het eerstgenoemde arrest betrof een geval waarbij de toepasselijkheid van (een arbitrage)clausule uit de Fenex condities ter discussie stond. Het tweede arrest heeft betrekking op de toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder de vigeur van het Weens Koopverdrag. NIPR 2006, 51; NIPR 2006, 52; NIPR 2006, 60; NIPR 2006, 136; NIPR 2006, 137; NIPR 2006, Vraagstukken over geschillenbeslechting waar in algemene voorwaarden voor arbitrage is gekozen, hebben geen afzonderlijk deel van mijn onderzoek uitgemaakt. Vergelijk bijvoorbeeld, Rechtbank Rotterdam 24 mei 2004, NIPR 2006, 229 en Oberlandesgericht Frankfurt 26 juni 2006, 8 Zie over forumkeuzes in het licht van de artikel 8 en 9 van het Wetboek van Rechtsvordering, X.E. Kramer, De regeling van de rechtsmacht, onder het herziene Rechtsvordering, NIPR 2002, p EEX-Verordening gepubliceerd (PbEG L 12 van 16 januari 2001), op 1 maart 2002 in werking getreden voor de EU-lidstaten met uitzondering van Denemarken. Zie P. Vlas, Ondernemingsrecht , p. 95 e.v. en Schmidt, De EEX-verordening: de volgende stap in het Europese procesrecht, NIPR 2001, p. 150 e.v. 10 Zie over algemene voorwaarden in algemene zin: NIPR 1989, 507; NIPR 1991, 399; NIPR 1991, 439; Schip & Schade 1992, 32; Schip & Schade 1992, 42; NIPR 1992, 267; NIPR 1992, 368; Schip & Schade 1993, 5; Schip & Schade 1993, 32; NIPR 1993, 179; NIPR 1993, 444; NIPR 1993, 272; NIPR 1993, 278; NIPR 1993, 458; Schip & Schade 1994, 18; NIPR 1994, 261; NIPR 1994, 271; NIPR 1994, 265; Schip & Schade 1995, 10; Schip & Schade 1995, 62; Schip & Schade 1995, 109; NIPR 1995, 524; NJ 1996, 373; NIPR 1999, 300; NIPR 2000, 289; NIPR 2001, 14; NIPR 2001, 20; NIPR 2001, 38; NIPR 2001, 120; Schip & Schade 2001, 112; Schip & Schade 2002, 5; NIPR 2002, 20; NIPR 2002, 111; NIPR 2002, 251; NIPR 2003, 117; NIPR 2004, 261; NIPR 2005, 29; NIPR 2005, HR 2 februari 2002, NJ 2001, 200. Zie hierover Wallart en Van Wechem, NTBR 2002, p Zie tevens H. Boonk, Expediteur, arbitrage en kort geding in internationaal verband, NTHR 2004, p. 85 e.v. 12 HR 28 januari 2005, C03/290 HR, NJ 2006, 517 (m.nt. ThMdB). Zie hierover Wissink en Van Wechem, VrA, BJU 2005, p en hieronder paragraaf e.v.

4 102 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten Overzicht 169. In dit hoofdstuk zal eerst een aantal algemene thema s worden behandeld en zal vervolgens gedetailleerd worden ingegaan op diverse vraagstukken die het internationale kooprecht betreffen. 13 In de nummers zal in het kort aandacht worden besteed aan de criteria die volgens het Hof van Justitie gelden bij forumkeuze-clausules in algemene voorwaarden, wanneer hierover vragen spelen in het licht van artikel 17 EEX (23 EEX-vo). Daarbij worden tevens een arrest van de Hoge Raad en een tweetal Hof-arresten op dat punt geanalyseerd. 14 In de nummers , zal het arrest Petermann/Frans Maas worden besproken en zal worden verdedigd dat de Hoge Raad een voor de (Nederlandse) internationale rechtspraktijk onduidelijke rechtsregel heeft geformuleerd met betrekking tot verwijzingen naar algemene voorwaarden. In de daarop volgende nummers komen vraagstukken inzake de toepasselijkheid van algemene voorwaarden bij internationale koopovereenkomsten aan bod, waarbij zal worden ingegaan op diverse algemene aspecten van het Weens Koopverdrag 15 en van het EVO 16 die in het licht van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden van belang kunnen zijn. Bij de bespreking van het Weens Koopverdrag zal ruime aandacht aan de rechtspraak worden besteed en zal worden onderzocht of daarin bepaalde lijnen zijn te ontwaren voor zover het vragen in verband met de toepasselijkheid van algemene voorwaarden betreft. De rechtspraak in het kader van de toepasselijkheid van algemene verkoopvoorwaarden kan inzichtelijker in beeld worden gebracht dan de rechtspraak over andere typen algemene voorwaarden door de overvloed aan nationale, maar ook voor de toepassing van het Weens Koopverdrag door de Nederlandse rechter relevante internationale uitspraken. 17 Hierbij zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de rol van rechtskeuze in algemene voorwaarden. In situaties waarbij zowel het Weens Koopverdrag als het EVO een rol kunnen spelen bij het antwoord op de vraag volgens welk recht moet worden vastgesteld of algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepas- 13 In dit hoofdstuk wordt steeds uitgegaan van de presumptie dat een eventueel geschil aan de Nederlandse rechter wordt voorgelegd én dat één van de partijen bij het geschil in Nederland is gevestigd. Aan de voorbehouden van artikel 89 e.v. van het Weens Koopverdrag, wordt geen aandacht besteed. 14 Ik zal de lagere rechtspraak niet behandelen omdat deze een te procesrechtelijk karakter heeft en het onderzoek zich richt op de vermogensrechtelijke vraagstukken inzake de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. 15 Het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, van 11 april 1980, Trb.1986, Het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, Rome 19 juni 1980, Trb. 1980, 156 (rectificatie Trb. 1991, 109). 17 Volgens artikel 7 van het Weens Koopverdrag dient dit verdrag door de lidstaten uniform te worden uitgelegd. Dit brengt mee dat ook in het buitenland gewezen rechtspraak, bij toepassing door de Nederlandse rechter van bepalingen van het Weens Koopverdrag, relevant kan zijn.

5 Hoofdstuk sing zijn, dient tevens de rol van de rechtskeuze(clausule) goed in ogenschouw te worden genomen. In nummer 63 is gesignaleerd dat de Holleman/De Klerk-regel in internationale transacties niet door artikel 6:232 BW buiten spel gezet wordt. Aan de hand van een nadere analyse van het arrest Vergo/Grootscholten waar de Belgische partij zich op een dergelijke regel beriep zal in de nummers 218 e.v. inzichtelijk worden gemaakt of zo een beroep binnen de context van het EVO en het Weens Koopverdrag, kans van slagen heeft. In dit hoofdstuk zal niet worden ingegaan op met consumenten gesloten overeenkomsten, maar worden slechts overeenkomsten tussen professionele partijen behandeld Doelstelling van dit hoofdstuk is als onderdeel van de hoofddoelstelling van het gehele onderzoek het inzichtelijk maken van de factoren die van belang zijn bij de vaststelling of algemene voorwaarden op een internationale overeenkomst van toepassing zijn. Dit is van belang om vast te stellen wanneer wordt bepaald of er waarde aan verklaringen en gedragingen van partijen ter zake de toepasselijkheid van algemene voorwaarden moet worden toegekend en welke waarde dat dan moet zijn. 4.2 Toepasselijkheid van forumkeuzebedingen Artikel 23 EEX-vo 171. Wanneer één der partijen is gevestigd op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie (behalve Denemarken) en bovendien door partijen een gerecht van een verdragstaat is aangewezen, zal de forumkeuze in de overeenkomst worden beheerst door het bepaalde in artikel 23 EEX-vo (voorheen artikel 17 EEX). 19 In andere gevallen zal de geldigheid van de forumkeuze worden beheerst door de regels van het commune recht Voor overeenkomsten gesloten tussen bedrijven en consumenten verwijs ik naar C.A. Joustra, de internationale consumentenovereenkomst (diss. Utrecht 1997), Kluwer EEX-Verordening gepubliceerd (PbEG L 12 van 16 januari 2001), die op 1 maart 2002 in werking is getreden, met uitzondering van Denemarken. Zie P. Vlas, Ondernemingsrecht , p. 95 e.v. en Schmidt, De EEX-verordening: de volgende stap in het Europese procesrecht, NIPR 2001, p. 150 e.v. Vergelijk echter: het besluit van de raad, van 27 april 2006, betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (2006/325/EG). 20 Vgl. artikel 8 van het vernieuwde wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Zie ook X.E. Kramer, De regeling van de rechtsmacht, onder het herziene Rechtsvordering, NIPR 2002, p

6 104 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten Artikel 23 EEX-vo kent vormvereisten. 21 De bepaling stelt de volgende voorwaarden aan een forumkeuze. De forumkeuze dient te worden gemaakt: (a) hetzij bij een schriftelijke overeenkomst, of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst; (b) hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden; (c) hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen Rechtspraak Hof van Justitie 172. Uit de rechtspraak van Het Hof van Justitie volgt dat het vormvereiste onder artikel 23 lid 1 onder a EEX-vo strikt wordt uitgelegd. 22 Dit heeft tot gevolg dat kwesties inzake forumkeuzes in verband met algemene voorwaarden, veelal overeenkomstig de betekenis van het vormvereiste onder (b) of (c) worden afgedaan. 23 Het Hof van Justitie heeft voorwaarde (c) nader uitgelegd. 24 Het Hof bepaalde dat in het kader van een in de internationale handel mondeling gesloten contract, een overeenkomst tot aanwijzing van de bevoegde rechter geacht wordt geldig te zijn gesloten wanneer de ene partij niet reageert op een bevestigingsbrief of zonder bezwaar herhaaldelijk facturen betaalt waarop een voorgedrukte aanwijzing van de bevoegde rechter voorkomt, vooropgesteld dat deze manier van werken overeenstemt met een gebruik in de tak van internationale handel waar de betrokken partijen werkzaam zijn en deze partijen dit gebruik kennen of geacht worden het te kennen. Voorop blijft echter staan de eis van wilsovereenstemming ten aanzien van de forumkeuze, maar deze wilsovereenstemming kan dus onder omstandigheden op basis van internationale handelsgebruiken in de desbetreffende tak van handel worden aangenomen Vgl. J.W. Bitter, Uniforme uitleg van contracten; waar is het goed voor en hoe is het te bereiken?, NTHR 2005, p Hof van Justitie 14 december 1976, zaak 24/76, NJ 1977, 447 en Hof van Justitie 11 juli 1985, NJ 1986, 602. Vgl. echter Rechtbank Arnhem 14 september 2005, NIPR 2006, 139 en Hof Den Haag 30 januari 2007, LJN AZ7736. Zie ook Rechtbank Rotterdam 7 februari 2007, LJN AZ Zie bijvoorbeeld Hof Amsterdam 9 februari 1995, NIPR 1996, 112, Rechtbank Rotterdam 22 oktober 1998, NIPR 1999, 292, Rechtbank Utrecht 4 augustus 1999, NIPR 2000, 152, Rechtbank Dordrecht 22 december 2004, NIPR 2005, 166, Rechtbank Arnhem 22 juni 2005, LJN AU1578. Vgl. Rechtbank Utrecht 15 oktober 2003, NIPR 2003, 297. Vgl. Rechtbank Arnhem 16 november 2005, NIPR 2006, 52. Zie ook Rechtbank Rotterdam 16 maart 2005, NIPR 2006, 60, Hof s-hertogenbosch 27 december 2005, NIPR 2006, 137, Hof Arnhem 16 januari 2007 (n.n.g. rolnummer 2004/1107), Rechtbank Haarlem 24 januari 2007, LJN BAO343 en Rechtbank Rotterdam 7 februari 2007, LJN AZ Zie Hof van Justitie EG 20 februari 1997, C-106/95, NJ 1998, Zie ook M. Zilinsky, Internationaal privaatrecht, rechts- en forumkeuzeclausules in: Algemene voorwaarden (Wessels/Jongeneel/Hendrikse (red.)), Kluwer 2006, p. 372 e.v.

7 Hoofdstuk In een arrest uit 1999 scherpt het Hof van Justitie het criterium van lid 1 onder c nog aan. 26 Het Hof bevestigt dat bij het bewijs van het bestaan van een gewoonte als bedoeld in artikel 17 (thans artikel 23 EEX-vo) het beslissende criterium blijft of de betrokken handelwijze doorgaans en regelmatig wordt gevolgd door de marktdeelnemers in de branche van internationale handel waarin partijen bij de overeenkomst werkzaam zijn. Het gegeven dat de praktijk van marktdeelnemers van de landen met een dominerende positie in de betrokken branche van internationale handel wordt gevolgd, kan echter een aanwijzing vormen die het bestaan van die gewoonte vergemakkelijkt. Voorts wordt benadrukt dat de bekendheid met gewoonten tussen de oorspronkelijke partijen moet worden onderzocht waarbij de nationaliteit van partijen geen rol speelt Taal van forumkeuzeclausules 173. Met betrekking tot de taal waarin een forumkeuzeclausule gesteld moet zijn heeft de Hoge Raad zich in 1999 uitgelaten. 28 In zijn arrest van 21 mei 1999 sanctioneerde de Hoge Raad in een geschil tussen een Nederlandse koper en een Italiaanse verkoper de overweging van Hof s-hertogenbosch dat een vermelding van een forumkeuze in de Italiaanse taal ontoereikend was, nu het in de betrokken tak van internationale handel niet de gewoonte was om een aanwijzing van de bevoegde rechter in de Italiaanse taal te stellen. 29 In deze 26 Hof van Justitie EG 16 maart 1999, NJ 2001, 116 (m.nt. PV). 27 Vgl. tevens Hof van Justitie 9 november 2001, C-387/98: 1) Niet is vereist, dat een forumkeuze beding zodanig is geformuleerd, dat louter op grond van de bewoordingen ervan reeds kan worden bepaald welk gerecht bevoegd is. Het is voldoende, dat het beding de objectieve elementen bevat op basis waarvan partijen overeenstemming hebben bereikt over de keuze van het gerecht of de gerechten waaraan zij de ontstane of de toekomstige geschillen willen voorleggen. Die elementen, die voldoende nauwkeurig moeten zijn om de geadieerde rechter in staat te stellen te bepalen of hij bevoegd is, kunnen eventueel worden geconcretiseerd door de omstandigheden van het geval. 2) Het is enkel van toepassing, wanneer in de eerste plaats ten minste één van de partijen bij de oorspronkelijke overeenkomst woonplaats heeft op het grondgebied van een verdragsluitende staat, en in de tweede plaats de partijen zijn overeengekomen hun geschillen voor een gerecht of de gerechten van een verdragsluitende staat te brengen. 3) Een in een cognossement opgenomen forumkeuzebeding tussen een vervoerder en een afzender kan worden ingeroepen tegen de derdecognossementhouder, wanneer hij volgens het toepasselijke nationale recht bij de verkrijging ervan de afzender in diens rechten en verplichtingen is opgevolgd. Zo niet, dan moet zijn instemming met dat beding worden onderzocht in het licht van de vereisten van artikel 17, eerste alinea, van dat Verdrag, zoals gewijzigd. Zie ook voor verzekeringsovereenkomsten: Hof van Justitie 12 mei 2005, C-112/03: Een forumkeuzebeding dat is overeengekomen conform artikel 12, punt 3, van het Verdrag van 27 september 1968 (..) kan niet worden tegengeworpen aan de verzekerde die de begunstigde is van de betrokken overeenkomst, die dat beding niet uitdrukkelijk heeft aanvaard en die zijn woonplaats heeft in een andere verdragsluitende staat dan de verzekeringnemer en de verzekeraar. 28 HR 21 mei 1999, NJ 2000, 507 (m.nt. Vlas). Vgl. ook HR 24 september 1999, NIPR 2000, Vgl. Oberlandesgericht Köln, 24 mei 2006, (...) Frage, nach welchen Grundsätzen sich das Sprachrisiko richtet (vgl. BGH, IPRax 1991, 326;

8 106 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten context wijs ik tevens op twee arresten van gerechtshoven. Het eerste betreft een arrest van Hof Amsterdam en het tweede een arrest van Hof Leeuwarden. Hof Amsterdam moest zich in 1997 buigen over de vraag of het bevoegd was inzake een internationaal geschil waarop algemene voorwaarden van toepassing waren. 30 Inzet van het geschil was de vraag of de forumkeuzeclausule in de general buying conditions van Modehuizen Claudia Sträter BV, moest wijken voor de forumkeuzeclausule in de confirmationorders van Tess Trend Srl, een Italiaanse vennootschap. Het Hof besliste in het kader van artikel 17 EEX dat aan de hand van het toepasselijke recht (het Weens Koopverdrag) moest worden vastgesteld dat er een overeenkomst tussen partijen bestond. Het Hof kwam aan de hand van artikel 19 Weens Koopverdrag tot de conclusie dat de voorwaarden op de door de verkoper gestuurde confirmationorders in het licht van de forumkeuze doorslaggevend waren en verklaarde zich onbevoegd. Dit bevreemdt, omdat artikel 17 EEX van een communautair overeenkomstenbegrip uitgaat en het Hof ter beantwoording van de bevoegdheidsvraag niet naar het toepasselijke recht had moeten (hoeven) terug (te) koppelen. 31 Hof Leeuwarden 32 oordeelde in een geval waarbij een Duits bedrijf in een orderbevestiging verwijst naar zowel de rechter te Unna (Duitsland) als de bevoegde rechter als naar algemene voorwaarden die een arbitraal beding bevatten waarin de (Nederlandse) Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven als arbiter was aangewezen, als volgt. De verwijzing naar de rechter te Unna voldeed niet aan de vereisten van artikel 17 EEX-Verdrag, omdat deze vermelding direct werd voorafgegaan door een verwijzing naar algemene voorwaarden waarin Nederlandse arbitrage is neergelegd. Het ontbreken van de verwijzing naar algemene voorwaarden in eerdere orderbevestigingen had namelijk BGH, IPRax 1992,373; der EuGH hat die Frage bisher offen gelassen), kann der Senat im vorliegenden Fall dahin stehen lassen. Denn der Antragsteller hat die Verwendung der in niederländischer Sprache abgefassten Bedingungen nicht gerügt. Ferner hat er für die Bestellung ein Bestellformular verwendet, auf dessen Rückseite sich die in deutscher Sprache abgefassten allgemeine Geschäftsbedingungen des Zentralverbandes des Deutschen Kraftfahrzeuggewerbes befinden, die jedenfalls eine inhaltlich gleichlautende Gerichtsstandsvereinbarung beinhalten. Auf diese AGB hat sich der Antragsteller im Beschwerdeverfahren ausdrücklich berufen. Mithin kann allein die Fremdsprachigkeit der von der Antragsgegnerin verwendeten Gerichtsstandsklausel, die insoweit inhaltlich mit den vom Antragsteller ausdrücklich akzeptierten Bedingungen des Deutschen Kraftfahrzeuggewerbes übereinstimmt, nicht zu deren Unwirksamkeit führen.. 30 Hof Amsterdam 24 april 1997, NIPR 1999, Zie P. Vlas, Losbladige Burgerlijke Rechtsvorderingen (Verdragen), p Zie voor een bespreking van de rechtbankuitspraak Vlas, p Vlas lijkt mij daarbij ten onrechte voorbij te gaan aan de betekenis van het Weens Koopverdrag. Evenmin deel ik zijn mening dat eerst dient te worden vastgesteld welke algemene voorwaarden van toepassing zijn en dan vervolgens te beoordelen of er aan de eisen van artikel 17 EEX (thans artikel 23 EEX-vo) is voldaan. Vgl. tevens HR 24 september 1999, RvdW 1999, 127 C (r.o. 5.3). Zie ook: Oberlandesgericht Hamm 6 december 2005, en Landgericht Neubrandenburg 3 augustus 2005, 32 Hof Leeuwarden 23 oktober 2002, NJ 2003, 289.

9 Hoofdstuk tot gevolg dat er geen sprake was van een forumkeuze in tussen partijen gebruikelijke of bekende vorm. Het Hof aanvaardde niet (de juistheid van) de stelling dat het in de internationale handel een gewoonte zou zijn dat in een distributie-achtige verhouding tussen een Duits en een Nederlands bedrijf, waarbij het Nederlandse bedrijf de producten van het Duitse bedrijf te Nederland distribueert wordt overeengekomen dat geschillen worden beslecht door de Duitse rechter Toepasselijkheid algemene voorwaarden en forumkeuzeclausules 174. Het bovenstaande maakt duidelijk dat binnen het onderwerp toepasselijkheid van algemene voorwaarden bij internationale contracten tevens binnen een apart kader in overeenstemming met de bepalingen van de EEX-vo dient te worden vastgesteld of de aangezochte rechter bevoegdheid kan ontlenen aan de forumkeuze in algemene voorwaarden. Het antwoord op die vraag wordt autonoom volgens de regels van de EEX-vo gegeven. Het op de overeenkomst van toepassing zijnde recht speelt hierbij geen doorslaggevende rol. De situatie zou zich derhalve kunnen voordoen dat overeenkomstig de bepalingen van het op de overeenkomst toepasselijke recht, wordt vastgesteld dat de algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn, maar dat desondanks de in die algemene voorwaarden aangewezen rechter zich niet bevoegd mag verklaren omdat ten aanzien van de forumkeuze niet voldaan is aan de regels van de EEX-vo. Dit is voor de praktijk van belang omdat bijvoorbeeld het antwoord op de vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn wanneer daar slechts al dan niet op facturen naar is verwezen volgens artikel 23 EEX-vo niet per definitie hetzelfde hoeft te zijn als het antwoord op die vraag volgens de regels van het toepasselijke recht. 4.3 Verwijzing naar algemene voorwaarden in internationale overeenkomsten Hoge Raad 2 februari 2001 (Petermann/Frans Maas) 175. De taal waarin algemene voorwaarden en de verwijzing daarnaar zijn opgesteld roept in de praktijk veelvuldig vragen op. Algemeen wordt aangenomen dat het bij overeenkomsten die in een internationale context worden gesloten en die aan de Nederlandse rechter worden voorgelegd voldoende is dat de verwijzing naar de algemene voorwaarden in een voor de wederpartij kenbare taal heeft plaatsgevonden. Het doet er dan in beginsel niet toe in welke taal de algemene voorwaarden zijn gesteld. 33 Zoals hierboven is aangegeven 33 Zie T.H.M. van Wechem en C.R. Christiaans, Toepasselijkheid van algemene voorwaarden en het Weens Koopverdrag, in: Contracteren in de internationale praktijk/deel III, (B. Wessels en T.H.M. van Wechem (red.)), Kluwer 1997, p en R.H.C. Jongeneel in: Algemene voorwaarden (Wessels/Jongeneel/Hendrikse (red.)), Kluwer 2006, p. 326.

10 108 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten kan de taal van de algemene voorwaarden nog wel een rol spelen voor zover het de geldigheid van de in de algemene voorwaarden opgenomen forumkeuzeclausule betreft. In het hieronder te bespreken arrest deed het geval zich voor waarbij een verwijzingsclausule naar de Fenex-voorwaarden in het Nederlands was opgesteld en de Duitse wederpartij stelde deze verwijzing niet te hebben begrepen Het ging in die zaak over het volgende. Een Duitse partij (Petermann) heeft zich op 17 december 1990 telefonisch en vervolgens bij faxbericht tot een in Nederland gevestigd bedrijf (Frans Maas) gewend en om offerte gevraagd voor het verzorgen van expeditiewerkzaamheden met betrekking tot drie zendingen videorecorders vanuit Rotterdam naar haar klanten in Duitsland. Het faxbericht luidde onder meer: Wir bitten um Ihr sofortiges Angebot für diese Lieferungen und um Mitteilung Ihrer Lieferkonditionen. Frans Maas reageerde hierop bij brief van 20 december 1990 waarop onderaan de voorgedrukte tekst was vermeld: Onze werkzaamheden zijn expeditiewerkzaamheden en derhalve zijn hierop van toepassing de algemene voorwaarden ( ) der Federatie van Nederlandse Expediteursorganisaties ( ). Frans Maas heeft vervolgens in opdracht en voor rekening van de Duitse partij ter zake van die drie zendingen, expeditie-werkzaamheden verricht. Tussen partijen is een geschil gerezen. Frans Maas heeft dit geschil, op grond van de Fenex-condities, ter berechting voorgelegd aan de Fenex-arbitragecommissie. Nadat de arbiters zich bij tussenvonnis bevoegd hadden verklaard van de vordering kennis te nemen, hebben zij deze vordering in hun eindvonnis van 1 oktober 1993 nagenoeg geheel toegewezen. Petermann meende echter dat toepasselijkheid van de Fenex-voorwaarden niet was overeengekomen en dat daartoe een rechtsgeldige overeenkomst tot arbitrage ontbrak. Op haar verzoek heeft de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 1065 lid 1 Rv de beide arbitrale vonnissen vernietigd. In hoger beroep heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank vernietigd en de vordering tot vernietiging van de arbitrale vonnissen alsnog afgewezen Het Hof oordeelde dat, los van de vraag of sprake is van een bestendig gebruikelijk beding, bedoelde condities in casu tussen partijen hadden te gelden. Doordat Petermann kennelijk zonder meer de betreffende opdracht verstrekte, mocht Frans Maas er van uitgaan dat haar Duitse opdrachtgever akkoord ging met de Fenex-voorwaarden, temeer daar zij te maken had met een professionele contractspartner. Daar doet niet aan af dat de verwijzing naar die voorwaarden plaatsvond door middel van een voorgedrukte tekst, noch dat het hier ging om een Duitse opdrachtgever en een Nederlandse expediteur. Petermann moest als internationaal opererende handelsonderneming bedacht zijn op

11 Hoofdstuk een dergelijke gebruikelijke verwijzing naar algemene voorwaarden waarvan het equivalent ook door Duitse expediteurs wordt gebezigd, aldus het Hof. Evenmin vond het Hof het cruciaal dat de tekst van de verwijzing in de Nederlandse taal was gesteld en dat Petermann die taal naar haar zeggen niet beheerste. Het Hof oordeelde dat niet viel in te zien dat zulks de Duitse partij zonder meer legitimeerde om die tekst te negeren, te meer daar niet aannemelijk was dat het ontcijferen van zulk een verwijzingstekst voor een Duitse onderneming op onoverkomelijke problemen stuitte. Het Hof concludeerde derhalve dat door de stilzwijgende aanvaarding door de Duitse partij van de offerte met daarbij de verwijzing naar de Fenex-condities, die condities inclusief het daarin voorkomend arbitraal beding deel uitmaakten van de overeenkomst tussen partijen De Hoge Raad liet het oordeel van het Hof in stand en overwoog als volgt: ( ) naar het kennelijk niet onbegrijpelijk oordeel van het Hof had de voorgedrukte tekst aan de voet van het briefpapier, ook al was deze in tegenstelling tot de overige correspondentie niet in het Duits maar in het Nederlands gesteld, Petermann, die als internationaal opererende handelsonderneming ervan op de hoogte is dat dit soort voetteksten verwijzingen naar algemene voorwaarden kunnen bevatten, aanleiding moeten geven om, als zij van de betekenis van die tekst niet zeker was, daarover opheldering te vragen aan Frans Maas alvorens deze opdracht tot het verrichten van expeditie werkzaamheden te verstrekken. Dit in aanmerking genomen geeft het oordeel van het Hof dat Petermann, door geen nadere toelichting op de voorgedrukte tekst aan de voet van het briefpapier van Frans Maas te vragen en haar zonder meer de opdracht tot het verrichten van expeditie werkzaamheden te verstrekken, bij Frans Maas het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat hij instemde met toepasselijkheid van de Fenex-voorwaarden geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dit oordeel behoeft ook geen nadere motivering dan door het Hof is gegeven Analyse en afwijkende visie 179. Dit arrest van de Hoge Raad geeft aan dat ook in een geval waarbij een verwijzing naar algemene voorwaarden in een voor de wederpartij niet kenbare taal is gesteld, onder bepaalde omstandigheden toch toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan worden aangenomen. Moet aan dit arrest een groot belang worden toegekend? 34 Wat opvalt is dat het oordeel van het Hof gegeven is in een ongebruikelijke casus. Petermann had immers expliciet om de algemene voorwaarden verzocht. Niet inzichtelijk is hoe zwaar dit feit heeft meegewogen in de beslissing van het 34 In de Fenex-condities is voor de toepasselijkheid van Nederlands recht gekozen. De moeilijkheid hierbij is de vraag aan de hand van welk recht moet worden vastgesteld of er een rechtsgeldige overeenkomst van arbitrage is overeengekomen. Die vraag wordt namelijk niet door het EVO beantwoord.

12 110 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten Hof. 35 Echter, de Hoge Raad brengt in zijn rechtsoverweging geen enkele beperking aan, bijvoorbeeld door te refereren aan een geval als het onderhavige, en lijkt daarmee een rechtsregel te formuleren. 36 Deze rechtsregel zou dan zijn dat een internationaal opererende handelsonderneming ervan op de hoogte is dat dit soort voetteksten verwijzingen naar algemene voorwaarden kunnen bevatten en deze aanleiding kunnen geven om, als zij van de betekenis van die tekst niet zeker is, daarover opheldering te vragen. Ik ben aarzelend om deze rechtsregel in het arrest te lezen gezien het onderliggende feitelijke oordeel van het Hof, maar sluit niet uit dat de Hoge Raad deze regel toch zo heeft bedoeld. 37 Het lijkt erop dat de Hoge Raad met betrekking tot de taal waarin de verwijzingsclausule naar algemene voorwaarden is gesteld, in beginsel van een pro-actieve houding van de wederpartij uitgaat. De wederpartij dient alert te zijn op signalen die er op kunnen wijzen dat de andere partij naar haar algemene voorwaarden verwijst en dient naar aanleiding daarvan om opheldering te vragen als zij deze verwijzing niet begrijpt Wat opvalt is dat in dit arrest door de Hoge Raad wordt gerefereerd aan de norm van het gerechtvaardigd vertrouwen (waarbij de Hoge Raad waarschijnlijk doelt op artikel 3:35 BW) en deze wordt geconcretiseerd voor instemming met de toepasselijkheid van algemene voorwaarden bij internationale overeenkomsten. Door het niets doen van de wederpartij (door geen nadere toelichting op de voorgedrukte tekst aan de voet van het briefpapier van Frans Maas te vragen en haar zonder meer de opdracht tot het verrichten van expeditie werkzaamheden te verstrekken) ontstaat klaarblijkelijk een gerechtvaardigd vertrouwen bij de gebruiker van de algemene voorwaarden. Deze verplichting tot het vragen om nadere toelichting gaat wel ver. Ook hier zou bij toepassing van artikel 3:35 BW meer gekeken moeten worden naar omstandigheden aan de zijde van de gebruiker van de algemene voorwaarden, vooropgesteld dat een en ander door Nederlands recht wordt beheerst. Het is immers de wens van de gebruiker van de algemene voorwaarden om zijn juridische positie door middel van algemene voorwaarden te reguleren. Mede daardoor zou door de gebruiker tenminste inzichtelijk moeten worden gemaakt dat hij zijn algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing verklaart en zou een niet reageren door de wederpartij niet snel als een stilzwijgende acceptatie mogen worden opgevat. Eventuele taalonduidelijkheden in verband met onkunde van de wederpartij ten aanzien van de taal waarin de algemene voorwaarden 35 Van Huizen meent dat in het arrest van de Hoge Raad geen algemene rechtsregel is verwoord, Ph.H.J.G. van Huizen, in: Algemene voorwaarden (Wessels/Jongeneel/Hendrikse (red.)), Kluwer 2006, p Hoewel betoogd kan worden dat het door de Hoge Raad expliciet noemen van de partijnamen meebrengt dat hier niet van een algemene rechtsregel sprake is. 37 Vgl. inzake een afwijzend arrest in verband met een verwijzing naar de Fenex-voorwaarden, Hof Amsterdam 11 november 2004, rolnr. 1678/02 te kennen uit Claringbould, a.w., p Anders, Rechtbank Middelburg 17 januari 2007, LJN AZ6346.

13 Hoofdstuk zijn opgesteld zouden derhalve in beginsel voor risico van de gebruiker dienen te komen, tenzij er door hem omstandigheden worden gesteld waaruit blijkt dat de wederpartij de tekst begreep of redelijkerwijs geacht kon worden deze te begrijpen. Ik vind dit laatste van doorslaggevend belang. Anders ontstaat er ten onrechte een systeem van toerekening via het correctiemechanisme van artikel 3:35 BW. Als dat zo is dienen daarvoor de drempels hoger te liggen dan het hiervoor genoemde criterium dat door de Hoge Raad klaarblijkelijk als voldoende wordt beschouwd. 4.4 Toepasselijkheid onder het Weens Koopverdrag Algemeen Hieronder zal worden ingegaan op toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder de vigeur van het Weens Koopverdrag en op mogelijke verweren van een wederpartij tegen de gelding van algemene voorwaarden in het licht van het EVO. In de navolgende nummers komen regels en aanwijzingen aan de orde die gelden of een rol spelen bij toepasselijkheidsvragen in verband met algemene voorwaarden bij internationale koopovereenkomsten Op 28 januari 2005 heeft de Hoge Raad voor het eerst een arrest gewezen waardoor inzicht kan worden verkregen op de wijze waarop dit rechtscollege het onderwerp toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder de vigeur van het Weens Koopverdrag beoordeelt. 39 In de casus die aan het te bespreken arrest ten grondslag ligt, had het Hof vastgesteld dat het Weens Koopverdrag (een EPR-verdrag) van toepassing was op een koopovereenkomst tussen een Nederlandse verkoper en een Belgische koper. De Belgische koper stelde dat hij een aantal clausules uit de van toepassing verklaarde algemene voorwaarden niet had aanvaard (de rechtskeuze en de exoneraties) hoewel hij wél voor de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden als zodanig had getekend. De Hoge Raad wijdt aan de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden een uitgebreide rechtsoverweging (r.o ): Nu (...) op de overeenkomst van partijen het Weens Koopverdrag van toepassing is, moeten op grond van artikel 7 lid 2 van dit verdrag vragen betreffende de door het verdrag geregelde onderwerpen, die hierin niet uitdrukkelijk zijn beslist, worden opgelost aan de hand van de algemene beginselen waarop het verdrag berust, of bij ontstentenis van zodanige beginselen, in overeenstemming met het krachtens de regels van internationaal privaatrecht toepasselijke recht. Tot de door het Weens Koopverdrag geregelde onderwerpen behoort de 38 Een gedeelte van dit hoofdstuk is (met instemming van Wissink) ontleend aan het artikel van M.H. Wissink en T.H.M. van Wechem: Toepasselijkheid van algemene voorwaarden in het internationale kooprecht. Kan het Holleman/De Klerk-verweer in het internationale kooprecht gevoerd worden?, VrA 2005, p HR 28 januari 2005, NJ 2006, 517 (m.nt. ThMdB).

14 112 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten vraag of een partij haar toestemming heeft verleend tot de totstandkoming van een koopovereenkomst en daarvan deel uitmakende algemene voorwaarden. De vraag of Vergo toestemming heeft verleend tot de toepasselijkheid van de door [verweerster] gebruikte algemene voorwaarden en de daarin opgenomen exoneratie-clausules, wordt derhalve ingevolge artikel 7 lid 2 van het Weens Koopverdrag beheerst door de daarop betrekking hebbende regeling van dit verdrag en niet door het rechtsstelsel dat door enige regel van internationaal privaatrecht wordt aangewezen De Hoge Raad benadrukt in dit arrest de betekenis van artikel 7 lid 2 van het Weens Koopverdrag. Artikel 7 lid 2 wordt gezien als de regeling van gapfilling. Hieronder zal kort worden ingegaan op de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag bij internationale koopovereenkomsten en meer in het bijzonder op de plaats van het onderwerp gap-filling Weens Koopverdrag en gap-filling 184. Het Weens Koopverdrag is kort gezegd van toepassing op een internationale koopovereenkomst wanneer beide partijen gevestigd zijn in een verdragsluitende staat (artikel 1 lid 1 onder a WK) of wanneer volgens de regels van internationaal privaatrecht het recht van een verdragsluitende staat op de overeenkomst van toepassing is (artikel 1 lid 1 onder b WK). 41 De regels van het internationaal privaatrecht in verband met overeenkomsten zijn voor de Nederlandse rechter opgenomen in het EVO. Als de wederpartij van de Nederlandse verkoper in een land is gevestigd dat geen partij is bij het Weens Koopverdrag, dan dient eerst aan de hand van het EVO te worden vastgesteld wat het toepasselijke recht op die koopovereenkomst is. Wanneer dat Nederlands recht is, dan zijn de bepalingen van het Weens Koopverdrag in beginsel van toepassing omdat het Weens Koopverdrag deel uitmaakt van het Nederlandse recht. 42 De vraag of het Weens Koopverdrag via artikel 1 lid 1 sub a of sub b van toepassing wordt is dus cruciaal voor de vraag of het EVO nog een rol speelt in de analyse van het toepasselijke recht. 40 In het kader van gap-filling wijs ik op de dissertatie van Nicole Kornet, Contract Interpretation and Gap Filling: Comparative and Theoretical Perspectives (diss. Maastricht 2006), die ondanks dat zij gap-filling naar Nederlands, Duits en Engels recht bespreekt, gap-filling volgens het Weens Koopverdrag onbesproken laat. 41 Zie voor gevallen waarin de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag niet aan bod is gekomen, terwijl partijen zich wel op toepasselijkheid hadden kunnen beroepen: Hof s-hertogenbosch 6 mei 2002, NIPR 2002, 205, Rechtbank Almelo 12 juni 2002, NIPR 2003, 98 en Rechtbank Zutphen 22 januari 2003, NIPR 2003, Zie Christiaans & Van Wechem 2004, (T&C Vermogensrecht), artikel 1 lid 1 onder b CISG, aant. 4 (p. 2102) en commentaar op artikel 6 (p. 2109). Zie ook J. Erauw in: Het Weens Koopverdrag, Intersentia rechtswetenschappen, 1997, p. 47 e.v. Zie ook R.P. Streng, a.w., p Vgl. tevens F. Ferrari, International Sale of Goods, Helbing & Lichtenhahn, Brussels, 1999, p. 155 e.v. en Ulrich Magnus, CISG in the German Federal Civil Court in: Quo Vadis CISG, Celebrating the 25th anniversary of the United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods, Bruylant, European Law Publishers (2005), p. 213.

15 Hoofdstuk Voordat gesproken kan worden over de vraag of de toepasselijkheid van algemene voorwaarden overeenkomstig de bepalingen van het Weens Koopverdrag dient te worden beantwoord, moet eerst worden vastgesteld of de toepasselijkheid van algemene voorwaarden een onderwerp is dat onder de reikwijdte van het Weens Koopverdrag valt. Een aantal uitspraken laat zien dat rechters de beantwoording van deze vraag nog wel eens buiten het Weens Koopverdrag plaatsen. 43 De Hoge Raad echter plaatst in het hierboven genoemde arrest (zie nummer 182) de toepasselijkheid van algemene voorwaarden binnen de context van het Weens Koopverdrag en verwijst naar de regeling inzake gap-filling (artikel 7 lid 2 Weens Koopverdrag) Artikel 7 lid 2 van het Weens Koopverdrag luidt als volgt: Vragen betreffende de door dit Verdrag geregelde onderwerpen, die hierin niet uitdrukkelijk zijn beslist (cursivering TvW), worden opgelost aan de hand van de algemene beginselen waarop dit Verdrag berust of, bij ontstentenis van zodanige beginselen, in overeenstemming met het krachtens de regels van internationaal privaatrecht toepasselijke recht. Kort gezegd brengt toepassing van artikel 7 lid 2 mee dat (vragen over) onderwerpen die geen uitdrukkelijke regeling kennen in het Weens Koopverdrag maar daardoor wel worden bestreken, aan de hand van de algemene beginselen van het Weens Koopverdrag worden opgelost en slechts worden doorverwezen naar het onderliggende toepasselijke recht, als dergelijke beginselen niet aanwezig zijn Zoals hierboven is aangegeven oordeelt de Hoge Raad dat de vraag of er toestemming was verleend ten aanzien van de algemene voorwaarden wordt beheerst door de daarop betrekking hebbende regeling van het Weens Koopverdrag en niet door het rechtsstelsel dat door enige regel van internationaal privaatrecht wordt aangewezen. De vraag komt op of een discrepantie bestaat tussen onderwerpen die hierin niet uitdrukkelijk zijn beslist (..) aan de hand van de algemene beginselen waarop het Verdrag rust. (zie de tekst van artikel 43 Vgl. Rechtbank Arnhem 17 maart 2004, NJF 2004, 457. Zie ook Rechtbank Arnhem 30 juni 2004, NIPR 2004, 240 ( Omdat in de genoemde bepalingen van het Weens Koopverdrag de toepasselijkheid van algemene voorwaarden niet uitdrukkelijk is geregeld zal de vraag daarnaar moeten worden beantwoord aan de hand van het verder toepasselijke materiële recht (artikel 7 lid 2 Weens Koopverdrag. ), Rechtbank Zwolle 22 januari 2003, LJN AF3345, 62837HA ZA Vgl. Rechtbank van koophandel Hasselt 1 juni 2005, (A.R. 05/1505) Het feit of de algemene voorwaarden deel uitmaken van aanbod of aanvaarding inzake het Weens Koopverdrag is behoudens in artikel (zie: Van Houtte H., Algemene Bepalingen en interpretatie in Van Houtte H., Erauw J. en Wautelet P. (eds.), het Weens Koopverdrag, Antwerpen 1997, 61 randnummer 2.12) niet geregeld door het Weens Koopverdrag, maar door de lex contractus dat is hier het Nederlands recht, vermits de verkoper de meest kenmerkende prestaties dient te leveren. Zie ook Rechtbank Zutphen 29 mei 1997, NIPR 1998, 110.

16 114 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden op internationale koopovereenkomsten 7 lid 2) en door de daarop betrekking hebbende regeling (genoemd in de rechtsoverweging van de Hoge Raad). De achterliggende gedachte van artikel 7 lid 2 Weens Koopverdrag is gap-filling, het opvullen van leemten 44 teneinde te voorkomen dat in verband met onderwerpen die onder de reikwijdte van het Weens Koopverdrag vallen, te gemakkelijk kan worden teruggevallen op de regels van het nationale toepasselijke recht. Binnen deze context dient te worden opgemerkt dat artikel 4 van het Weens Koopverdrag aangeeft dat het Weens Koopverdrag uitsluitend de totstandkoming van een koopovereenkomst regelt en de rechten en verplichtingen van verkoper en koper voortvloeiend uit een zodanige overeenkomst. Het verdrag regelt in ieder geval niet de geldigheid van de in de overeenkomst opgenomen bedingen of de bindende kracht van gewoonten, noch de gevolgen die de overeenkomst kan hebben voor de eigendom van de verkochte zaken Gap-filling: literatuur 188. Uit de diverse handboeken en de grote hoeveelheid (inmiddels op het internet gepubliceerde) artikelen over het Weens Koopverdrag, komt naar voren dat aan artikel 7 Weens Koopverdrag een uitgebreide totstandkomingsgeschiedenis is voorafgegaan. 45 De definitieve tekst is tot het laatste moment (tijdens de diplomatieke conferentie van 11 april 1980 te Wenen), nog inzet geweest van discussies en (ambtelijke voorstellen tot) wijzigingen. Enerzijds bestond een uitgebreide vrees dat het te gemakkelijk doorverwijzen van oplossingen inzake gaps, de uniforme benadering en toepassing van het Weens Koopverdrag zou kunnen frustreren. Anderzijds waren de vertegenwoordigers van een aantal landen van mening dat gap-filling juist volgens vooraf aangegeven regels buiten het Weens Koopverdrag diende te worden opgelost. In artikel 7 lid 2 Weens Koopverdrag is als compromis een tweedeling ge- 44 Zie over het opvullen van leemten bij internationale verdragen in algemene zin: H.M.B. Brouwer, M.L. Hendrikse en N.J. Margeton, Uniforme uitleg van internationale handelsrechtelijke regelingen, NTHR 2005, p Zie P. Schlechtriem, I. Schwenzer, Commentary on the UN Convention on the International Sale of Goods (CISG), Oxford University Press 2005, p Zie ook J.O. Honnold, Uniform Law for International Sales, Kluwer Law International, 1999, p , alsook S.A. Kruisinga, (Non-) conformity in the 1980 UN Convention on Contracts for the International Sale of Goods: a uniform concept, Intersentia 2004, p. 18 en 19. Vgl. Van Houtte H., Het Weens Koopverdrag, Intersentia, 1997, p. 57. M.J. Bonell, in Bianca-Bonell Commentary on the International Sales Law, Giuffrè: Milan (1987), p Vergelijk J. Hellner, Gap-filling by analogy, article 7 of the U.N. Sales Convention in its Historical context, Studies in International Law: Festskrift til Lars Hjerner (Stockholm 1990), p Zie ook Nives Povrzenic, Interpretation and gap-filling under the united nations convention on contracts for the international sale of goods, 1997, pace.edu/cisg/biblio/gap-fill.html. Vgl. Evelien Visser, Gaps in the CISG: In General and with Specific Emphasis on the Interpretation of the Remedial Provisions of the Convention in the Light of the General Principles of the CISG, Hoofdstuk II, biblio/visser.html. Zie ook Paul Volken, The Vienna Convention: Scope, Interpretation, and Gapfilling (1986), html#viii.

6 Conclusies. 6.1 Inleiding

6 Conclusies. 6.1 Inleiding 6 Conclusies 6.1 Inleiding 6.1.1 Algemeen 317. De rol van verklaringen en gedragingen van contractspartijen met betrekking tot de toepasselijkheid van algemene voorwaarden is in dit proefschrift onderzocht

Nadere informatie

Was het dan een probleem dat partijen altijd in het Duits hadden gecorrespondeerd? Nee, aldus de Hoge Raad:

Was het dan een probleem dat partijen altijd in het Duits hadden gecorrespondeerd? Nee, aldus de Hoge Raad: 2.2 Aanbod en aanvaarding: gebondenheid transacties blijft behouden. Dat zou betekenen dat voor zover kan worden aangetoond dat de wil van een partij niet gericht kan zijn geweest op bijvoorbeeld een zeer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11092013 Datum publicatie 27092013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/539534 Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, 107309 Print uitspraak Datum uitspraak: 17-03-2004 Datum publicatie: 13-05-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: In

Nadere informatie

LJN: BZ0031, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

LJN: BZ0031, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak LJN: BZ0031, Rechtbank 's-hertogenbosch, 251200 / HA ZA 12-733 Print uitspraak Datum uitspraak: 23-01-2013 Datum publicatie: 30-01-2013 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Kristof ROOX. Assistent I.P.R. Universiteit Gent Advocaat De Bauw & Maeyaert

Kristof ROOX. Assistent I.P.R. Universiteit Gent Advocaat De Bauw & Maeyaert DE VEREENVOUDIGING VAN HET BELGISCH CONFLICTENRECHT INZAKE INTERNATIONALE KOOPOVEREENKOMSTEN TEN GEVOLGE VAN DE OPZEGGING VAN HET VERDRAG VAN DEN HAAG VAN 1955 Kristof ROOX Assistent I.P.R. Universiteit

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden. Gijs van Poppel Advocaat. Commerciële contracten & Commercial Litigation 07 oktober 2013

Algemene Voorwaarden. Gijs van Poppel Advocaat. Commerciële contracten & Commercial Litigation 07 oktober 2013 Gijs van Poppel Advocaat Algemene Voorwaarden Commerciële contracten & Commercial Litigation 07 oktober 2013 Algemene voorwaarden zijn één of meer schriftelijke bedingen die er toe strekken in meerdere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur, Nr. 33.933 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen A., hierna te noemen de adviseur, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3328

ECLI:NL:RBOBR:2017:3328 ECLI:NL:RBOBR:2017:3328 Instantie Datum uitspraak 21-06-2017 Datum publicatie 23-06-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer C/01/315938 / HA ZA 17-9 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

LJN: BZ5157, Rechtbank Rotterdam, C/10/ / HA ZA

LJN: BZ5157, Rechtbank Rotterdam, C/10/ / HA ZA LJN: BZ5157, Rechtbank Rotterdam, C/10/412324 / HA ZA 12-978 Datum uitspraak: 20-03-2013 Datum publicatie: 22-03-2013 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 397580 / HA ZA 11-1939 Vonnis in incident van in de zaak van 1. de vennootschap naar Belgisch recht INFORMA EUROPE B.V.B.A., gevestigd

Nadere informatie

JURIDISCH UP TO DATE 26 MEI 2005. VERBINTENISSENRECHT mr. M.C. van Leyenhorst. Het leerstuk van algemene voorwaarden

JURIDISCH UP TO DATE 26 MEI 2005. VERBINTENISSENRECHT mr. M.C. van Leyenhorst. Het leerstuk van algemene voorwaarden JURIDISCH UP TO DATE 26 MEI 2005 VERBINTENISSENRECHT mr. M.C. van Leyenhorst Het leerstuk van algemene voorwaarden Het leerstuk van de algemene voorwaarden is weerbarstig en leidt regelmatig tot problemen.

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

RICHTLIJNEN BIJ HET GEBRUIK VAN ALGEMENE VOORWAARDEN

RICHTLIJNEN BIJ HET GEBRUIK VAN ALGEMENE VOORWAARDEN RICHTLIJNEN BIJ HET GEBRUIK VAN ALGEMENE VOORWAARDEN 1. Van toepassing verklaren van algemene voorwaarden. Algemeen: Om toepasselijkheid van algemene voorwaarden op een overeenkomst te bereiken dient er

Nadere informatie

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, 90360 / HA ZA 03-161 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2004 Datum publicatie: 24-08-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier, Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Vertaling C-322/14-1 Zaak C-322/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 juli 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Krefeld (Duitsland)

Nadere informatie

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:6315

ECLI:NL:RBMNE:2016:6315 ECLI:NL:RBMNE:2016:6315 Instantie Datum uitspraak 02112016 Datum publicatie 22122016 Zaaknummer 4515811 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank MiddenNederland Internationaal privaatrecht

Nadere informatie

Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond

Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond HOOFDSTUK 1 Essentie 1.1 Inleiding en achtergrond In dit onderzoek staat de arbitrabiliteit van vennootschappelijke besluiten centraal. Vennootschappelijke besluiten zijn de beslissingen genomen door organen

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-719 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2008 C.07.0175.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0175.N KANTERS, besloten vennootschap naar Nederlands recht, met zetel te 5469 PT Erp (Nederland), Pastoor van Schijndelstraat

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie. Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Leerstukken De toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder het Weens Koopverdrag: nieuwe trend in de Nederlandse (lagere) rechtspraak?

Leerstukken De toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder het Weens Koopverdrag: nieuwe trend in de Nederlandse (lagere) rechtspraak? Leerstukken De toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder het Weens Koopverdrag: nieuwe trend in de Nederlandse (lagere) rechtspraak? Mr. dr. T.H.M. van Wechem en mr. drs. J.H.M. Spanjaard* 34 1.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN 1.1. Saul Advocaten B.V., hierna te noemen Saul Advocaten, is een besloten vennootschap, die zich ten doel stelt het uitoefenen of doen oefenen van de rechtspraktijk,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-187 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 mei 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

Hof van Beroep te Brussel, arrest van 25 maart 2013

Hof van Beroep te Brussel, arrest van 25 maart 2013 Hof van Beroep te Brussel, arrest van 25 maart 2013 Internationale bevoegdheid art. 23,2 Brussel I Vo forumkeuzebeding algemene voorwaarden op website Compétence internationale art. 23,2 Règlement Bruxelles

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM Dr. Hélène van Lith Supervisor: Prof. Filip De Ly Co-Supervisor: Dr. Xandra Kramer

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 325461 / HA ZA 08-3967 Vonnis in het incident van in de zaak van de rechtspersoon naar publiek recht UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2012:BX7952

ECLI:NL:RBMID:2012:BX7952 ECLI:NL:RBMID:2012:BX7952 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-09-2012 Zaaknummer 78552 / HA ZA 11-217 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 OKTOBER 2009 C.08.0559.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0559.F GT MANAGEMENT, bvba, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen POLYCAR, vennootschap naar Italiaans

Nadere informatie

4. De voorzieningenrechter heeft bij beschikking van 28 maart 2007 het verzoek van AXA ingewilligd.

4. De voorzieningenrechter heeft bij beschikking van 28 maart 2007 het verzoek van AXA ingewilligd. Conclusie 07/12652 Mr L. Strikwerda Parket, 5 sept. 2008 conclusie inzake TNT Express Nederland B.V. tegen AXA Versicherung AG Edelhoogachtbaar College, 1. Inzet van deze exequaturprocedure is een vraag

Nadere informatie

Hof van Cassatie, arrest van 5 december 2008

Hof van Cassatie, arrest van 5 december 2008 Hof van Cassatie, arrest van 5 december 2008 Internationale bevoegdheid Forum executionis contractus Brussel I Verordening Artikel 5, lid 1, sub b Begrip leveringsplaats Compétence internationale Forum

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Dit artikel uit Vermogensrechtelijke Analyses is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Vermogensrechtelijke Analyses is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Toepasselijkheid van algemene voorwaarden in het internationale kooprecht. Kan het Holleman/De Klerk-verweer in het internationale kooprecht gevoerd worden? HR 28 januari 2005, C03/290HR (Vergo/Grootscholten)

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp Finance B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp Finance B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-62 d.d. 27 februari 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-787 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste

Nadere informatie

Conflictenrecht in ontwikkeling

Conflictenrecht in ontwikkeling Conflictenrecht in ontwikkeling Deel 10 NTHR-reeks Onder redactie van: Prof. mr. F.G.M. Smeek Zutphen2009 UITGEVERIJ Inhoudsopgave 1 Rome I - Mw. mr. W. van der Velde / 9 1.1 Inleiding/9 1.2 Van verdrag

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

7 Wijze waarop het beding tot stand is gekomen

7 Wijze waarop het beding tot stand is gekomen 7 Wijze waarop het beding tot stand is gekomen Een andere Saladin/HBU-omstandigheid aan de hand waarvan moet worden beoordeeld of een beroep op een exoneratie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid

Nadere informatie

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het toepasselijke recht

Nadere informatie

Voor het inroepen van de dienstverlening van Hofland Incasso C.V. met betrekking tot incasso bij voorbaat.

Voor het inroepen van de dienstverlening van Hofland Incasso C.V. met betrekking tot incasso bij voorbaat. 2015-01 ALGEMENE VOORWAARDEN Voor het inroepen van de dienstverlening van Hofland Incasso C.V. met betrekking tot incasso bij voorbaat. Artikel 1 Toepassingsgebied. 1.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden

Nadere informatie

Leerstukken De rechtskeuze voor verbintenissen uit overeenkomst; een vergelijking tussen Rome I en het EVO

Leerstukken De rechtskeuze voor verbintenissen uit overeenkomst; een vergelijking tussen Rome I en het EVO Leerstukken De rechtskeuze voor verbintenissen uit overeenkomst; een vergelijking tussen Rome I en het EVO Mw. mr. A. van der Kruk* 82 1. Inleiding Het recht dat van toepassing is op internationale overeenkomsten

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* COLOR DRACK ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* In zaak 0386/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Jurisprudentieregister

Jurisprudentieregister Jurisprudentieregister De aan de uitspraak toegevoegde nummers verwijzen naar de desbetreffende randnummers. Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Hof van Justitie 14 december 1976, zaak 24/76,

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

I. Algemeen 1. DijkmansBergJeths Advocaten (hierna: DBJ ) is de handelsnaam van DijkmansBergJeths Advocaten B.V. gevestigd te Eindhoven.

I. Algemeen 1. DijkmansBergJeths Advocaten (hierna: DBJ ) is de handelsnaam van DijkmansBergJeths Advocaten B.V. gevestigd te Eindhoven. Algemene Voorwaarden van DijkmansBergJeths Advocaten I. Algemeen 1. DijkmansBergJeths Advocaten (hierna: DBJ ) is de handelsnaam van DijkmansBergJeths Advocaten B.V. gevestigd te Eindhoven. 2. Deze Algemene

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF. De algemene voorwaarden bij de verkoopsovereenkomsten. Lunchdebat IBJ-IJE van 9 december 2014

ALGEMENE VOORWAARDEN IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF. De algemene voorwaarden bij de verkoopsovereenkomsten. Lunchdebat IBJ-IJE van 9 december 2014 ALGEMENE VOORWAARDEN IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF De algemene voorwaarden bij de verkoopsovereenkomsten Lunchdebat IBJ-IJE van 9 december 2014 Rafaël Jafferali Counsel, Simont Braun Docent aan de

Nadere informatie

Kennisontbijt RRA Advocaten: Valkuilen bij internationaal contracteren

Kennisontbijt RRA Advocaten: Valkuilen bij internationaal contracteren Welkom Kennisontbijt RRA Advocaten: Valkuilen bij internationaal contracteren 18 november 2015 Ayrton Campos Inleiding: kantoor RRA Advocaten N.V. Kerkstraat 4 6367 JE Ubachsberg Voerendaal 045-5620540

Nadere informatie