INHOUD 4 O V E RG A N GS- EN SLOTB E P A L I NGEN 13 ARTIKEL 15 STRAFBEPALING 13 ARTIKEL 16 OVERGANGSBEPALINGEN 13 ARTIKEL 17 SLOTBEPALING 14

Transcriptie

1 INHOUD VOORSCHRI FTEN 1 I N L E I D E N DE B E P A LI N G E N 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 5 2 B E S TE M M I NG S B E P A L I N G E N 6 ARTIKEL 3 GROEN EN WATER 6 ARTIKEL 4 TUIN 6 ARTIKEL 5 VERKEER 7 ARTIKEL 6 WONEN 7 ARTIKEL 7 WONEN - BIJZONDERE WOONVORM 9 ARTIKEL 8 LEIDING - WATER 10 3 A L G E M E NE B E P A L I N G E N 11 ARTIKEL 9 ANTIDUBBELTELBEPALING 11 ARTIKEL 10 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING 11 ARTIKEL 11 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALINGEN 11 ARTIKEL 12 ALGEMENE VRIJSTELLINGSBEPALINGEN 12 ARTIKEL 13 ALGEMENE WIJZIGINGSBEPALINGEN 12 ARTIKEL 14 ALGEMENE PROCEDUREBEPALINGEN 12 III 4 O V E RG A N GS- EN SLOTB E P A L I NGEN 13 ARTIKEL 15 STRAFBEPALING 13 ARTIKEL 16 OVERGANGSBEPALINGEN 13 ARTIKEL 17 SLOTBEPALING 14 DE P LANKAA RT plankaart met verklaring tekeningnummer 11750e

2

3 1 INLEIDENDE BEPALINGEN ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 In deze voorshriften wordt verstaan onder: het plan het estemmingsplan Tuk, Bergstein van de gemeente Steenwijkerland; de plankaart de plankaart van het estemmingsplan Tuk, Bergstein, estaande uit de kaart met tekeningnummer 11750e; aanouw een geouw dat als afzonderlijke ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw waarmee het in direte verinding staat, welk geouw ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en dat in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; aanduiding een op de plankaart door middel van een aanduidingsvlak egrensd geied, waar nader in de voorshriften epaalde ouw- en/of geruiksvoorshriften van toepassing zijn; aanduidingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een aanduidingsvlak; aanduidingsvlak een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding, egrensd door een aanduidingsgrens; aan huis veronden eroep een dienstverlenend eroep op zakelijk, maatshappelijk, juridish, medish, ontwerptehnish of kunstzinnig geied, dat in of ij een woning wordt uitgeoefend door de geruik(st)er, waarij de woning in overwegende mate de woonfuntie ehoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfuntie in overeenstemming is; aan huis veronden edrijf een edrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is geriht op het vervaardigen van produten en/of het leveren van diensten, door de geruik(st)er van de woning, en dat niet krahtens een milieuwet vergunning- of meldingplihtig is; eouwing één of meer geouwen en/of ouwwerken geen geouwen zijnde; eouwingsperentage een in de voorshriften aangegeven perentage, dat de grootte van het ouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden eouwd, tenzij in de voorshriften anders is epaald;

4 2 estaand a ij ouwwerken: een ouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan estaat of wordt geouwd, dan wel nadien kan worden geouwd krahtens een ouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de voorshriften anders is epaald; ij geruik: het geruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan estaat, tenzij in de voorshriften anders is epaald; estemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een estemmingsvlak; estemmingsvlak een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde estemming; ijgeouw een op zihzelf staand, al dan niet vrijstaand geouw, dat door de vorm ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en dat in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; ouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprihten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een ouwwerk; ouwlaag een doorlopend gedeelte van een geouw dat door op gelijke of ij enadering gelijke hoogte liggende vloeren of alklagen is egrensd, zulks met inegrip van de egane grond en met uitsluiting van onderouw en zolder; ouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een ouwvlak; ouwpereel een aaneengesloten stuk grond, waarop krahtens het plan een zelfstandige, ij elkaar ehorende eouwing is toegelaten; ouwpereelgrens een grens van een ouwpereel; ouwvlak een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop geouwen zijn toegelaten; ouwwerk elke onstrutie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij diret of indiret met de grond veronden is, hetzij diret of indiret steun vindt in of op de grond;

5 detailhandel het edrijfsmatig te koop aanieden, waaronder egrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor geruik, verruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een eroeps- of edrijfsativiteit; dienstwoning een woning in of ij een geouw of op een terrein, kennelijk slehts edoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de estemming van het geouw of het terrein noodzakelijk is; eerste ouwlaag de ouwlaag op de egane grond; geouw elk ouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 3 geruiken geruiken, het doen geruiken, laten geruiken en in geruik geven; hoofdgeouw een geouw dat, gelet op de estemming, als het elangrijkste ouwwerk op een ouwpereel kan worden aangemerkt; maatshappelijke voorzieningen eduatieve, soiaal-medishe, soiaal-ulturele en levenseshouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten ehoeve van openare dienstverlening, alsook ondergeshikte detailhandel en horea ten dienste van deze voorzieningen; mantelzorg het ieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpehoevend is op het fysieke, psyhishe en/of soiale vlak waarij de woning in overwegende mate de woonfuntie ehoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfuntie in overeenstemming is; onderouw een gedeelte van een geouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de ovenkant minder dan 1,20 m oven het peil is gelegen; overkapping een ouwwerk op het erf van een geouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het geouw of de standplaats en dat, voor zover geouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een geouw, geen tot de onstrutie zelf ehorende wanden heeft en, voor zover geouwd ahter (het verlengde van) de voorgevel van een geouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de onstrutie ehoren;

6 4 peil a voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang diret aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet diret aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang ij voltooiing van de ouw; indien in of op het water wordt geouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest naij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land; prostitutie het zih eshikaar stellen tot het verrihten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; seksinrihting een voor het puliek toegankelijke esloten ruimte waarin edrijfsmatig, of in de omvang alsof zij edrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verriht of vertoningen van erotishe/pornografishe aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutieedrijf, een erotishe massagesalon, een seksiosoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenlu, al dan niet in ominatie met elkaar; uitouw een geouw dat als vergroting van een estaande ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw, welk geouw door de vorm kan worden ondersheiden van het hoofdgeouw en dat in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; uitvoeren uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven; voorgevel de naar de voorste ouwgrens gekeerde gevel van een geouw; voorste ouwgrens een op de plankaart als zodanig aangegeven ouwgrens; vrijstelling een vrijstelling als edoeld in artikel 15 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; wijziging een wijziging als edoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; woning een omplex van ruimten, uitsluitend edoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

7 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 2.1 Bij toepassing van deze voorshriften wordt als volgt gemeten: de afstand tot de zijdelingse ouwpereelgrens tussen de zijdelingse grens van het ouwpereel en een epaald punt van het ouwwerk, waar die afstand het kortst is; de ouwhoogte van een ouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een geouw of van een ouwwerk, geen geouw zijnde, met uitzondering van ondergeshikte ouwonderdelen, zoals shoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen ouwonderdelen; de goothoogte van een ouwwerk vanaf het peil tot aan de ovenkant van de goot.q. de druiplijn, het oeiord of een daarmee gelijk te stellen onstrutiedeel; de horizontale diepte van een geouw de diepte van een geouw, gemeten loodreht vanaf de gevel waaraan wordt geouwd; 5 de inhoud van een ouwwerk tussen de onderzijde van de egane grondvloer, de uitenzijde van de gevels (en/of het hart van de sheidsmuren) en de uitenzijde van daken en dakkapellen; de oppervlakte van een ouwwerk tussen de uitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de sheidingsmuren, neerwaarts geprojeteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte ouwterrein ter plaatse van het ouwwerk; de oppervlakte van een overkapping tussen de uitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojeteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte ouwterrein ter plaatse van de overkapping. 2.2 Bij toepassing van het epaalde ten aanzien van het ouwen worden ondergeshikte ouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, shoorstenen, liftshahten, gevel- en kroonlijsten, luifels, alkons en overstekende daken uiten eshouwing gelaten, mits de overshrijding van ouwgrenzen niet meer dan 1 m edraagt. 2.3 Bij toepassing van deze voorshriften wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de shaal waarin het plan is vastgesteld.

8 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 6 ARTIKEL 3 GROEN EN WATER 3.1 estemmingsomshrijving De op de plankaart voor Groen en water aangewezen gronden zijn estemd voor: a groenvoorzieningen, ermen en eplanting; paden, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, waaronder ruggen, dammen en/of duikers een watererging daar waar dit middels de aanduiding rw op de plankaart is aangeduid; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en met inahtneming van de keur van het watershap. 3.2 ouwvoorshriften Geouwen mogen niet worden geouwd Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal: a lihtmasten 6 m; ruggen en viaduten 8 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 4 m, met dien verstande dat ouwwerken, geen geouwen zijnde, niet mogen worden geouwd ter plaatse van de aanduiding ag. ARTIKEL 4 TUIN 4.1 estemmingsomshrijving De op de plankaart voor Tuin aangewezen gronden zijn estemd voor tuinen, met ijehorende geouwen en ouwwerken, geen geouwen zijnde. 4.2 ouwvoorshriften Uitsluitend uitouwen in de vorm van erkers ij de hoofdgeouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden geouwd, mits: a de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal d 2,5 m edraagt; voor zover de erker wordt geouwd tegen een gevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; de ouwhoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafsheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 1 m; erf- en terreinafsheidingen ahter en naast (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 2 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m.

9 ARTIKEL vrijstelling van de ouwvoorshriften Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in artikel voor het ouwen van aan- of uitouwen, ijgeouwen en/of overkappingen ehorend ij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgeouwen, mits: a het epaalde in artikel onder met etrekking tot de oppervlakte van toepassing is; de goothoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; de ouwhoogte maximaal de ouwhoogte van het hoofdgeouw - 2 m edraagt, waarij geldt dat de ouwhoogte in ieder geval 3 m mag edragen en maximaal 6 m Vrijstelling als edoeld in artikel 4.3 kan slehts worden verleend, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld niet onevenredig worden geshaad. VERKEER estemmingsomshrijving De op de plankaart voor Verkeer aangewezen gronden zijn estemd voor: a wegen en straten, wandel- en fietspaden met een funtie geriht op zowel verlijf als de afwikkeling van het doorgaande verkeer; parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde. 5.2 ouwvoorshriften Geouwen mogen niet worden geouwd Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, verlihting eveiliging en regeling van het verkeer maximaal 6 m. ARTIKEL 6 WONEN 6.1 estemmingsomshrijving De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn estemd voor: a woningen; aan huis veronden eroepen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, tuinen en erven.

10 8 6.2 ouwvoorshriften Hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; afstand tot de zijdelingse ouwpereelsgrens is ij: vrijstaande woningen aan twee zijden minimaal 3 m; duele woningen aan één zijde minimaal 3 m; rijenwoningen aan de niet-aangeouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m; goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; d ouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven ouwhoogte Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen mogen innen en uiten het ouwvlak worden geouwd en voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd op het zij- en ahtererf en minimaal 3 m ahter (het verlengde van) de d voorgevel van het hoofdgeouw, met dien verstande, dat uitouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd, mits: 1 de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; 2 de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal 2,5 m edraagt; 3 voor zover de erker wordt geouwd tegen de voorgevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; 4 de ouwhoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; gezamenlijke oppervlakte voor zover geouwd uiten het ouwvlak per hoofdgeouw maximaal: 1 50 m² voor tussenwoningen; 2 70 m² voor halfvrijstaande woningen en vrijstaande woningen; mits het eouwingsperentage van het ouwpereel maximaal 50% is; goothoogte maximaal 3,5 m dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; ouwhoogte maximaal de ouwhoogte van het hoofdgeouw - 2 m, waarij geldt dat de ouwhoogte in ieder geval 3 m mag edragen en maximaal 7 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafsheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 1 m; erf- en terreinafsheidingen ahter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 2 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. 6.3 vrijstelling van de ouwvoorshriften Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in: a Artikel onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw; Artikel onder voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen tot maximaal: 1 55 m² voor ouwperelen met een oppervlakte tot m 2 ; 2 70 m² voor ouwperelen met een oppervlakte tot m 2 ; 3 90 m² voor ouwperelen met een oppervlakte groter dan m 2 ;

11 d artikel onder voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen tot de oppervlakten genoemd onder 0 vermeerderd met 20 m 2, uitsluitend in verand met het geruik van genoemde ouwwerken als afhankelijke woonruimte, mits een dergelijk geruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg; artikel onder voor het vergroten van het eouwingsperentage tot maximaal 70% Vrijstelling als edoeld in artikel kan slehts worden verleend, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld niet onevenredig worden geshaad. 6.4 vrijstelling van de geruiksvoorshriften Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in artikel 6.1 jo. artikel 11.1 voor het toestaan van een aan huis veronden edrijf, mits: a de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de geouwen edraagt d e tot een maximum van 45 m 2 ; er geen sprake is van een duurzame ontwrihting van de estaande distriutieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstrutuur; het geen edrijfsativiteiten etreft die normaliter in een winkelentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend; er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking; er geen detailhandel plaatsvindt ehalve als ondergeshikte nevenativiteit ij de uitoefening van een aan huis geonden edrijf Vrijstelling als edoeld in artikel kan slehts worden verleend, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld niet onevenredig worden geshaad. 9 ARTIKEL 7 WONEN - BIJZONDERE WOONVORM 7.1 estemmingsomshrijving De op de plankaart voor Wonen Bijzondere woonvorm aangewezen gronden zijn estemd voor woningen en voorzieningen ten ehoeve van de zorgfuntie, met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven Dienstwoningen zijn niet toegestaan. 7.2 ouwvoorshriften Geouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven ouwhoogte Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2 m.

12 ARTIKEL 8 LEIDING - WATER estemmingsomshrijving De op de plankaart voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen estemmingen, ook estemd voor: a een ondergrondse waterleiding ter plaatse van de aanduiding w ; het eheer en onderhoud van de leiding; de esherming van het woon- en leefklimaat in verand met de leiding; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde. 8.2 ouwvoorshriften In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 7) mag alleen ten ehoeve van deze estemming worden geouwd Geouwen mogen niet worden geouwd Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 3 m. 8.3 vrijstelling van de ouwvoorshriften Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in artikel 8.2 voor het ouwen overeenkomstig de andere estemmingen, mits advies is verkregen van de leidingeheerder. 8.4 aanlegvergunning Het is veroden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van urgemeester en wethouders op de in artikel 8.1 edoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren: a het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen d en ophogen van gronden; het aanleggen, verreden en verharden van wegen, paden, anen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen; het aanleggen, verdiepen, verreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen; het aanrengen of verwijderen van diepwortelende eplantingen, het eossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van os of andere houtgewassen Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan diret of indiret te verwahten gevolgen lijvend onevenredige afreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat eheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingeheerder Geen aanlegvergunning is nodig voor: a andere-werken die het normale onderhoud en eheer etreffen; andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kraht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.

13 3 ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 9 ANTIDUBBELTELBEPALING 11 ARTIKEL 10 Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen ij het toestaan van een ouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, lijft ij de eoordeling van latere ouwplannen uiten eshouwing. UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING De voorshriften van de ouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenouwkundige aard lijven overeenkomstig het epaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet uiten toepassing, ehoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a de rihtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenouwkundige d e f epalingen; de ereikaarheid van geouwen voor wegverkeer; de ereikaarheid van geouwen voor gehandiapten; het ouwen ij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; de ruimte tussen ouwwerken. ARTIKEL 11 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALINGEN 11.1 Het is veroden de in het plan egrepen gronden en de daarop voorkomende ouwwerken te geruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven estemming(en) Onder veroden geruik als edoeld in artikel 11.1 wordt in elk geval verstaan: a een geruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig geruik voor het normale op de estemming gerihte geruik en onderhoud; een geruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het geruik onttrokken mahines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig geruik voor het normale op de estemming gerihte geruik en onderhoud; een geruik van gronden en ouwwerken voor een seksinrihting dan wel ten ehoeve van prostitutie Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in artikel 11.1 gestelde verod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een eperking van het meest doelmatige geruik, dat niet door dringende redenen wordt gerehtvaardigd.

14 ARTIKEL 12 ALGEMENE VRIJSTELLINGSBEPALINGEN Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a in het plan genoemde goothoogten, ouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, d perentages en afstandseisen, waarij een overshrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, ouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, perentages en afstandseisen; de voorshriften en toestaan dat ouwgrenzen worden overshreden, waarij een overshrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verand met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig geruik van de gronden en/of de eouwing; de voorshriften en toestaan dat de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, ten ehoeve van kunstwerken, geen geouwen zijnde, en ten ehoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m; de voorshriften en toestaan dat de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m Vrijstelling als edoeld in artikel 12.1 kan slehts worden verleend, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld en de verkeersveiligheidselangen niet onevenredig worden geshaad. ARTIKEL 13 ALGEMENE WIJZIGINGSBEPALINGEN Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van estemmingsgrenzen, met inahtneming van de volgende voorwaarden: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld en de verkeersveiligheidselangen mogen niet onevenredig worden geshaad. ARTIKEL 14 ALGEMENE PROCEDUREBEPALINGEN Op de voorereiding van een esluit tot wijziging is de volgende proedure van toepassing: a een ontwerp van het esluit ligt met de ijehorende stukken gedurende 6 weken d op het gemeentehuis ter inzage; urgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf ekend in één of meer dag- of nieuwsladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de geruikelijke wijze; de ekendmaking houdt de mededeling in van de evoegdheid tot het indienen van zienswijzen; gedurende de onder a genoemde termijn kunnen elangheenden ij urgemeester en wethouders shriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het esluit.

15 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN ARTIKEL 15 STRAFBEPALING 13 ARTIKEL 16 Overtreding van het epaalde in de artikelen 11.1 en 16.5 is een strafaar feit als edoeld in artikel 1a onder 2 0 van de Wet op de eonomishe deliten. OVERGANGSBEPALINGEN 16.1 overgangsepaling voor ouwwerken Bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan estaan dan wel worden geouwd of kunnen worden geouwd met inahtneming van het epaalde ij of krahtens de Woningwet, en in enigerlei opziht van dit plan afwijken, mogen, mits de estaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot: a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het tenietgaan als gevolg van een alamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de ouwvergunning geshiedt innen twee jaar na het tenietgaan vrijstellingsevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het epaalde in artikel 16.1 voor zover hierin is epaald dat de estaande afwijkingen naar omvang niet mogen worden vergroot, en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in dat artikel toegelaten ouwwerken met maximaal 10% onteigening Het epaalde in artikel 16.1 is niet van toepassing ingeval van onteigening krahtens de wet, mits de gemeenteraad een onteigeningsesluit heeft genomen voor de datum waarop de aanvraag van de ouwvergunning wordt ontvangen uitzondering op de overgangsepaling voor ouwwerken Artikel 16.1 is niet van toepassing op ouwwerken, die weliswaar estaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, maar zijn geouwd in strijd met het voorheen geldende estemmingsplan, daaronder egrepen de overgangsepaling van dat plan, en waarvoor geen ouwvergunning is verleend overgangsepaling voor geruik Het geruik van gronden en ouwwerken dat estaat op het tijdstip van het van kraht worden van het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat geruik met dit plan naar aard en omvang niet wordt vergroot uitzondering op de overgangsepaling voor geruik Artikel 16.5 is niet van toepassing op geruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende estemmingsplan, daaronder egrepen de overgangsepaling van dat plan.

16 ARTIKEL 17 SLOTBEPALING 14 Dit estemmingsplan kan worden aangehaald als estemmingsplan Tuk, Bergstein van de gemeente Steenwijkerland. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van De voorzitter, De griffier,