INHOUD 1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN 1 2 BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN 9 3 ZONEVOORSCHRIFTEN 41 4 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 48 VOORSCHRIFTEN

Transcriptie

1 INHOUD VOORSCHRIFTEN I 1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 7 2 BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN 9 ARTIKEL 3 WOONDOELEINDEN W 9 ARTIKEL 4 GEMENGDE DOELEINDEN GD 14 ARTIKEL 5 MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN M 16 ARTIKEL 6 HORECADOELEINDEN H 19 ARTIKEL 7 DETAILHANDEL DH 22 ARTIKEL 8 DIENSTVERLENING D 25 ARTIKEL 9 BEDRIJFSDOELEINDEN B 28 ARTIKEL 10 AGRARISCHE BEDRIJFSDOELEINDEN AB 32 ARTIKEL 11 AGRARISCH GEBIED A 34 ARTIKEL 12 RECREATIEVE DOELEINDEN R 35 ARTIKEL 13 GROENVOORZIENINGEN G 37 ARTIKEL 14 BOS BO 38 ARTIKEL 15 VERKEERS- EN VERBLIJFSDOELEINDEN 38 ARTIKEL 16 WATER WA 39 SAB EINDHOVEN BESTEMMINGSPLAN VENR AY ZONEVOORSCHRIFTEN 41 ARTIKEL 17 BESCHERMINGSZONE a (150 KV HOOGSPANNINGSLEIDING) 41 ARTIKEL 18 BESCHERMINGSZONE B (DRINKWATERTRANSPORTLEIDING) 41 ARTIKEL 19 BESCHERMINGSZONE C (BEBOUWINGSVRIJE ZONE VERKEERSDOELEINDEN) 42 ARTIKEL 20 BESCHERMINGSZONE D (VEILIGHEIDSZONE LPG-INSTALLATIE) 43 ARTIKEL 21 BESCHERMINGSZONE E (AARDGASTRANSPORTLEIDING) 44 ARTIKEL 22 BESCHERMINGSZONE F (RIOOLPERSLEIDING) 45 ARTIKEL 23 BESCHERMINGSZONE G (STRAALVERBINDING) 46 ARTIKEL 24 BESCHERMINGSZONE H (MOLENBIOTOOP) 47 4 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 48 ARTIKEL 25 DUBBELTELBEPALING 48 ARTIKEL 26 BESTAANDE AFMETINGEN EN AFSTANDEN 48 ARTIKEL 27 MONUMENTEN EN KARAKTERISTIEKE BEBOUWING 48 ARTIKEL 28 ONDERGRONDS BOUWEN 48 ARTIKEL 29 BOUWHOOGTE IVM MILITAIRE DOELEINDEN 49 ARTIKEL 30 ANDERE REGELINGEN 49 ARTIKEL 31 ALGEMENE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN GRONDEN EN BOUWWERKEN 49 ARTIKEL 32 ALGEMENE VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEID 49 ARTIKEL 33 ALGEMENE WIJZIGINGSBEVOEGDHEID 50 ARTIKEL 34 PROCEDURE 50 ARTIKEL 35 OVERGANGSBEPALINGEN 51 ARTIKEL 36 OVERGANGSBEPALINGEN TEN AANZIEN VAN GEBRUIK 51 ARTIKEL 37 STRAFBEPALING 51 ARTIKEL 38 SLOTBEPALING 52

2 BIJLAGE 1 1 STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN 1 II DE PLANKAART plankaart met verklaring tekeningnummer: VR-II-0420

3 1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 1. Aan huis geonden edrijf Het eroepsmatig uitoefenen van amahtelijke edrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huis geonden eroep, geriht op onsumentenverzorging geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk en waarij de omvang van de ativiteiten zodanig is dat deze in een woning en daarij ehorende ijgeouwen wordt uitgeoefend en de woonfuntie in overwegende mate wordt gehandhaafd. 2. Aan huis geonden eroep De uitoefening van een eroep of het eroepsmatig verlenen van diensten aan huis op administratief, juridish, medish, therapeutish, kunstzinnig, ontwerptehnish of hiermee gelijk te stellen geied dat door zijn eperkte omvang in een woning en de daarij ehorende ijgeouwen met ehoud van de woonfuntie kan worden uitgeoefend; hieronder dienen niet te worden egrepen de uitoefening van amahten. 3. Aaneengeouwde woningen Blokken van meer dan twee aan elkaar geouwde woningen. 4. Aanlegvergunning Een vergunning als edoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 5. Ahtererf Gedeelte van het erf dat aan de ahterzijde is gelegen van de ahtergevellijn. 6. Ahtergevellijn De denkeeldige lijn die strak langs de ahtergevel van het hoofdgeouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse pereelsgrens. 7. Ahtergevelrooilijn De op de plankaart aangegeven lijn (ouwgrens), die niet door hoofdgeouwen mag worden overshreden, ehoudens krahtens deze voorshriften toegelaten overshrijdingen. 8. Agrarish edrijf Een edrijf dat is geriht op het voortrengen van produten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren. 9. Amahtelijk edrijf Een edrijf, dat is geriht op het geheel of overwegend door handwerk vervaardigen, ewerken of herstellen van goederen. 10. Arheologishe waarde De aan een geied toegekende waarde in verand met de kennis en studie van de in dat geied in de grond voorkomende overlijfselen uit oude tijden.

4 11. Beouware zone Het gedeelte van het ouwpereel, gelegen ahter de voorgevelrooilijn, dat niet is eouwd met het hoofdgeouw Beouwing Eén of meer geouwen en/of ouwwerken geen geouwen zijnde. 13. Bedrijfswoning Een woning in of ij een ouwwerk of op een terrein, die alleen is edoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de estemming van het ijehorende terrein of ouwwerk(en) of het terrein noodzakelijk is. 14. Bedrijfskas Een geouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels estaan uit glas of ander lihtdoorlatend materiaal ten ehoeve van het kweken van vruhten, loemen en/of planten. 15. Bestemmingsgrens Een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een estemmingsvlak. 16. Bestemmingsvlak Een op de plankaart aangeven vlak met eenzelfde estemming. 17. Bijgeouw Een vrijstaand of aan het hoofdgeouw aangeouwd geouw, al dan niet door verankering van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door geruikmaking van dezelfde onstrutiemu)u)r(en), dat in zijn afmetingen en vershijningsvorm ondergeshikt is aan het hoofdgeouw, zoals serres, aan- en uitouwen, garages en shuren e.d. 18. Bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprihten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een ouwwerk. 19. Bouwgrens Een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een ouwvlak. 20. Bouwlaag Een doorlopend gedeelte van een geouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of alklagen is egrensd, zulks met uitsluiting van onderouw en zolder. 21. Bouwmassa Beouwing estaande uit: a. een vrijstaand hoofdgeouw met ijgeouwen, dan wel;. twee of meer aaneengeouwde hoofdgeouwen met ijehorende ijgeouwen. 22. Bouwpereel Een aaneengesloten stuk grond, waarop krahtens het plan een zelfstandige, ij elkaar ehorende eouwing is toegelaten.

5 23. Bouwvlak Een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop krahtens deze voorshriften epaalde geouwen zijn toegelaten. 24. Bouwwerk Elke onstrutie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij diret of indiret met de grond veronden is, hetzij diret of indiret steun vindt in of op de grond. 25. Café/ar Een horeaedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor geruik ter plaatse gedurende de avond en/of de naht. 26. Carport Een overkapping van lihte onstrutie, kennelijk slehts estemd om te dienen als overdekte stalling voor een motorrijtuig, dat geen tot de onstrutie ehorende wanden heeft. 27. Detailhandel Het edrijfsmatig te koop of te huur aanieden, waaronder egrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor geruik, verruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een eroeps- of edrijfsativiteit Detailhandel in volumineuze goederen Detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van tuininrihtingsartikelen en goederen ten ehoeve van de land- en tuinouw. 29. Dienstverlening Het edrijfsmatig verlenen van eonomishe en maatshappelijke diensten aan derden, waaronder in elk geval niet worden egrepen detailhandel en horea en uitoefening van amahtelijke edrijven en seks- en/of pornoedrijven. 30. Disotheek Een horeaedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor geruik ter plaatse, met een in het algemeen hoge ezoekersfrequentie gedurende de avond en de naht, waarij het doen eluisteren van overwegend mehanishe muziek en het gelegenheid ieden tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen. 31. Doeleinden van openaar nut Kleinshalige nutsvoorzieningen zoals transformatorhuisjes en shakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en dataommuniatieleidingen, riolering, telefoonellen en wahthuisjes, straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen) met een inhoud van maximaal 50 m 3 per op te rihten ouwwerk en een ouwhoogte van maximaal 3 m. 32. Garage Bijgeouw, kennelijk slehts edoeld voor de stalling van een motorrijtuig.

6 33. Geouw Elk ouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt Geluidhinder veroorzakende inrihtingen Inrihtingen als edoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder (St. 1979, 99), die in elangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken en worden aangewezen in artikel 2.4 van het Inrihtingen- en vergunningenesluit milieueheer (St. 1993, 50). 35. Geluidzoneringsplihtige inrihting Een inrihting, ij welke ingevolge de Wet geluidhinder (St. 1979, 99) rondom het terrein van vestiging in een estemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld. 36. Gestapelde woningen een geouw, dat uit meerdere woningen (appartementen) in meerdere ouwlagen estaat; 37. Groothandel Het edrijfsmatig te koop of te huur aanieden, waaronder egrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, tot aanwending in een andere edrijfsativiteit. 38. Halfvrijstaande woning Een woning, deel uitmakende van een lok van niet meer dan twee aan elkaar geouwde woningen. 39. Hoeksituatie Pereel dat grenst aan twee elkaar kruisende wegen, dan wel een pereel dat met twee op elkaar aansluitende zijden is gelegen aan een weg. 40. Hoofdgeouw Een geouw dat op een pereel als het elangrijkste ouwwerk kan worden aangemerkt. Onder een geouw wordt hier verstaan de hoofdmassa, zoals die door zijn afmetingen en vershijningsvorm herkenaar is. 41. Horeaedrijf Een edrijf dat is geriht op het verstrekken van nahtverlijf en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening en niet zijnde een disotheek of afé/ar. 42. Kunstwerk Voortrengsel van de eeldende kunsten; kunstuiting. 43. Kwetsaar ojet een kwetsaar ojet of een eperkt kwetsaar ojet als edoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrihtingen. 44. Luifel een ouwwerk, estemd voor de geheel of gedeeltelijke overkapping van een enzi-

7 nestation, dat geen tot de onstrutie zelf ehorende wanden heeft; 45. Maatshappelijke dienstverlening Het verlenen van diensten door organisaties op het geied van openaar estuur respetievelijk het verlenen van diensten door religieuze en andere levenseshouwelijke organisaties, gezondheids- en veterinaire diensten, soiaal-ulturele en ulturele instellingen alsmede soiale organisaties. 46. Nadere eis een nadere eis als edoeld in artikel 15, eerste lid, su van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; 47. Oneouware zone Het gedeelte van het ouwpereel, gelegen vóór de voorgevelrooilijn. 48. Onderouw Een gedeelte van een geouw dat maximaal 1,50 m. oven peil is gelegen. 49. Overkapping Een ouwwerk, geen geouw zijnde dat een ruimte overdekt en dat niet of slehts met 1 wand is omsloten Patiowoning Een woning, die wordt gekenmerkt doordat de uitenruimte (meestal in de vorm van een tuin) geheel of nagenoeg geheel is ingesloten door de ouwmassa van de etreffende woning, de aangrenzende woning(en) en/of muren; 51. Peil a. voor geouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 52. Plan Het estemmingsplan Venray van de gemeente Venray. 53. Plankaart De tekeningen (nr. VR-II-0420) van het estemmingsplan Venray van de gemeente Venray. 54. Prostitutie Het zih eshikaar stellen tot het verrihten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 55. Seks- en/of pornoedrijf Een voor het puliek toegankelijk geouw of gedeelte van een geouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotishe en/of pornografishe aard plaatsvinden, dan wel waarin prostitutie wordt edreven.

8 6 56. Sekswinkel Een geouw of een gedeelte van een geouw, dat is estemd en/of wordt geruikt voor het edrijfsmatig te koop en/of te huur aanieden, waaronder mede egrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. 57. Serre Een aanouw van lihte onstrutie aan een woning, waarvan een essentieel deel van het dak en de ahtergevel liht doorlatend dan wel transparant zijn. 58. Straatprostitutie Het op de openare weg of in openare ruimten dan wel in een zih op de openare weg of in openaren ruimten evindend voertuig eshikaar stellen voor prostitutie. 59. Voorgevellijn De denkeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgeouw loopt tot aan de zijdelingse pereelsgrenzen. 60. Voorgevelrooilijn De op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt tussen de eouware en de oneouware zone. 61. Vrijstaand ijgeouw Een ijgeouw, dat qua onstrutie en visueel vrij staat van het hoofdgeouw of daarmee slehts veronden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafsherming. 62. Vrijstaande woning Een woning, die als zodanig niet aan een andere woning is aangeouwd. 63. Vrijstelling Een vrijstelling als edoeld in artikel 15, eerste lid su a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 64. Watergang Oppervlaktewater, met inegrip van de waterodem en taluds en de aangerahte werken die een funtie heen voor de af- en/of aanvoer van het op de edding vrij aanwezige water. 65. Weg Alle voor het openaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder egrepen de daarin gelegen ruggen en duikers, de tot de wegen of paden ehorende ermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen. Onder weg wordt mede verstaan een voet- of rijwielpad. 66. Wijziging Een wijziging als edoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 67. Woning Een (gedeelte van een) geouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

9 68. Zijerf Gedeelte van een pereel dat is gelegen langs de denkeeldige lijn die strak langs de zijkant van het hoofdgeouw over de gehele diepte van het pereel kan worden getrokken, van de voorste pereelsgrens tot aan de ahterste pereelsgrens Zolder Ruimte(n) in een geouw die geheel is (zijn) afgedekt met shuine daken en die in funtioneel opziht deel uitmaakt (uitmaken) van de daaronder gelegen ouwlaag of ouwlagen. artikel 2 WIJZE VAN METEN 2.1 Bij de toepassing van deze voorshriften wordt als volgt gemeten: 1. Lengte, reedte en diepte van een ouwwerk Tussen de uitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenshappelijke sheidingsmuren. 2. Goothoogte van een ouwwerk Vertiaal vanaf het peil tot de horizontale snijlijn van een dakvlak met het daaronder gelegen uitenwerkse gevelvlak. 3. Bouwhoogte van een ouwwerk Vertiaal vanaf het peil tot het hoogste punt van een ouwwerk; voor wat etreft geouwen worden antennes, shoorstenen en andere ondergeshikte dakopouwen niet meegerekend. 4. Bouwdiepte van een ondergronds ouwwerk Vertiaal vanaf het peil tot aan de ovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) ouwwerk. 5. Oppervlakte van een ouwwerk Horizontaal tussen de uitenste vertiale projeties van de uitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenshappelijke sheidingsmuren. 6. Inhoud van een ouwwerk Tussen de uitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenshappelijke sheidingsmuren en de uitenwerkse dakvlakken, zulks met inegrip van erkers, dakkapellen, loggia s, overdekte terrassen en oven het peil. 7. Afstand van een ouwwerk tot de pereelgrens Tussen de grens van het pereel en een epaald punt van het ouwwerk, waar die afstand het kortst is. 8. Breedte van een ouwpereel Tussen de snijpunten van de zijdelingse grenzen van een ouwpereel met de voorgevelrooilijn.

10 9. Vloeroppervlakte Op de vloer, tussen de innenzijden van de gevelmuren en/of gemeenshappelijke sheidingsmuren De in deze voorshriften gegeven epalingen voor plaatsing, afstand en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, pilasters, shoorstenen, lihtkoepels, antennes, dakopouwen, plinten, dorpels, stoeptreden en soortgelijke ouwdelen. 2.3 Bij ouwwerken zonder gevelvlakken dient de denkeeldige lijn tussen de rand van het dakvlak en het peil als zodanig aangemerkt te worden. 2.4 Bij het epalen van een afstand tot of vanaf een op de plankaart aangegeven lijn, dient gemeten te worden tot respetievelijk vanuit het hart van die lijn.

11 2 BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN artikel 3 WOONDOELEINDEN W Doeleinden De gronden op de plankaart aangewezen voor Woondoeleinden W zijn, met inahtneming van het epaalde in artikel 17 eshermingszone a (150 kv hoogspanningsleiding), artikel 18 eshermingszone (drinkwatertransportleiding), artikel 19 eshermingszone (eouwingsvrije zone verkeersdoeleinden), artikel 20 eshermingszone d (veiligheidszone LPG-installatie), artikel 21 eshermingszone e (aardgastransportleiding), artikel 22 eshermingszone f (rioolpersleiding), artikel 23 eshermingszone g (straalverinding) en artikel 24 eshermingszone h (moleniotoop), estemd voor wonen. Het aantal woningen per ouwvlak mag niet meer edragen dan het ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan estaande aantal. De gronden met deze estemming, voor zover op de plankaart aangeduid als rijks- of gemeentelijk monument dan wel karakteristieke eouwing, zijn tevens estemd voor het ehoud en/of herstel van die monumenten dan wel karakteristieke eouwing. Voor de ouwwerken die op de plankaart als rijksmonument zijn aangeduid geldt tevens de Monumentenwet 1988 (St. 1988, 638). De uitoefening van een aan huis geonden eroep is toegestaan. De uitoefening van een aan huis geonden edrijf, dat reeds estaat ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, is toegestaan. Nieuwe aan huis geonden edrijven zijn slehts toegestaan met vrijstelling als edoeld in artikel Op of in de gronden ten ehoeve van deze estemming mogen uitsluitend worden gerealiseerd: a hoofdgeouwen; ijgeouwen; ouwwerken, geen geouw zijnde; d doeleinden van openaar nut; e tuinen en erven. 3.2 Algemene ouwvoorshriften Ongeaht het epaalde in artikel 3.3 t/m 3.6 dient ten minste 50% van het ahtererf oneouwd en onoverdekt te lijven, tenzij een woning geen ahtererf heeft; in dat geval dient ten minste 50% van de eouware zone oneouwd en onoverdekt te lijven In afwijking van het epaalde in artikel 3.3 t/m 3.6 is verouw van de op de plankaart aangeduide rijks- of gemeentelijke monumenten dan wel karakteristieke eouwing niet toegestaan, ehoudens na vrijstelling als edoeld in artikel 27.

12 Bouwvoorshriften voor hoofdgeouwen Voor het ouwen van hoofdgeouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de d e volgende epalingen: a hoofdgeouwen mogen uitsluitend innen het ouwvlak worden geouwd; de voorgevel moet in de voorgevelrooilijn worden geouwd; voor de maximale goothoogte en ouwhoogte gelden de aanduidingen op de plankaart; innen de ouwvlakken mogen, overeenkomstig de aanduiding op de plankaart, hoofdgeouwen ten ehoeve van de volgende suestemmingen worden geouwd: W(v) W(hv) W(a) W(g) W(p) vrijstaande woningen; halfvrijstaande woningen; aaneengeouwde woningen; gestapelde woningen; patiowoningen; ter plaatse van de daartoe op de plankaart aangegeven aanduiding, dient een onderdoorgang te worden vrijgehouden tot een hoogte die gelijk is aan de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw. 3.4 Bouwvoorshriften voor ijgeouwen Het ouwen van ijgeouwen in de suestemmingen W(g) en W(p) is niet toegestaan Voor het ouwen van ijgeouwen in de suestemmingen W(v), W(hv) en W(a) gelden de volgende epalingen: a ijgeouwen mogen uitsluitend in de eouware zone worden geouwd, met uitzondering van het epaalde in artikel en 3.6; daar waar ij de suestemming W(v) sprake is van twee zijerven dient minimaal één zijerf vrij te zijn van ijgeouwen, met uitzondering van het epaalde in artikel en 3.6; ijgeouwen dienen in de pereelsgrens te worden geouwd of op minimaal 1,00 m. d e f g h afstand daarvan; tegen de ahtergevel van het hoofdgeouw mag/mogen (een) ijgeouw(en) worden geouwd over de volledige reedte van die ahtergevel. De oppervlakte van dit/deze ijgeouw(en) telt, voor zover niet dieper dan 4 m., niet mee ij de erekening van de oppervlakte als edoeld onder e; in de eouware zone zijn ijgeouwen toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 50 m 2. De oppervlakte van ijgeouwen als edoeld in artikel 3.6 lijft ij de erekening van die oppervlakte uiten eshouwing; de gezamenlijke oppervlakte als edoeld onder e mag worden verhoogd tot maximaal 70 m 2, mits het ahtererf, ook na de ouw van de ijgeouwen als edoeld onder d en in artikel 3.6, voor niet meer dan 40% wordt eouwd; in afwijking van het epaalde onder e en f, mag op de gronden met de daartoe op de plankaart aangegeven arering de gezamenlijke oppervlakte aan ijgeouwen in de eouware zone per woning maximaal 25 m 2 edragen; ij de erekening van deze oppervlakte lijft de oppervlakte van de ijgeouwen als edoeld onder d en in artikel 3.6 uiten eshouwing; voor het ouwen van ijgeouwen in hoeksituaties geldt dat: op het aan de weg gelegen zijerf slehts aan het hoofdgeouw aangeouwde ijgeouwen zijn toegestaan, met uitzondering van ijgeouwen kleiner dan 8 m 2 ; Deze mogen vrijstaand worden geouwd; de reedte van de aangeouwde ijgeouwen mag maximaal 3,50 m. edra-

13 i j k l m gen; de afstand tot de zijdelingse pereelsgrens van een vrijstaand ijgeouw moet minimaal 3,00 m. edragen; de totale eouwde oppervlakte van het zijerf mag maximaal 30 m 2 edragen; de goothoogte van ijgeouwen mag niet hoger zijn dan: voor aangeouwde ijgeouwen: 0,25 m. oven de vloer van de tweede ouwlaag van het hoofdgeouw, dan wel 3,00 m. indien het hoofdgeouw geen tweede ouwlaag heeft; voor vrijstaande ijgeouwen: 3,00 m.; de ouwhoogte van ijgeouwen mag maximaal 4,50 m. edragen, met uitzondering van ijgeouwen op de gronden die daartoe op de plankaart met een arering zijn aangegeven; Voor deze ijgeouwen is een ouwhoogte van maximaal 5,50 m. toegestaan; ijgeouwen mogen worden voorzien van een kap, welke aangekapt of in de vorm van een zadeldak dient te worden geouwd, met uitzondering van: ijgeouwen ehorende ij een hoofdgeouw met een plat dak; ijgeouwen op de gronden met de daartoe op de plankaart aangegeven arering; die met een plat dak moeten worden uitgevoerd; in afwijking van het epaalde onder k mag een serre of transparante overkapping met een hellend dak of een plat dak worden uitgevoerd, mits de hoogte minimaal 2,20 m. en maximaal 3,00 m. edraagt; ij een garage dient aan de voorzijde een opstelruimte met een diepte van minimaal 5,00 m. op eigen terrein vrij te lijven In afwijking van het epaalde in artikel onder a en gelden voor het ouwen van d geouwen in de oneouware zone de volgende epalingen: a uitgezonderd het epaalde in artikel 3.6 mogen uitsluitend ondergeshikte ouwdelen van hoofdgeouwen, zoals erkers, ingangspartijen en hiermee gelijk te stellen ouwdelen, worden geouwd; de diepte mag maximaal 1,00 m. edragen; de reedte mag maximaal 50% edragen van de reedte van de gevel van het hoofdgeouw waaraan het ouwdeel wordt geouwd; de hoogte mag maximaal 3,00 m. edragen. 3.5 Bouwvoorshriften voor ouwwerken, geen geouw zijnde Voor het ouwen van ouwwerken, geen geouw zijnde, gelden de volgende epalingen: a erfafsheidingen zijn uitsluitend toegestaan op ouwperelen waarop reeds een d woning staat; niet-overdekte zwemaden zijn uitsluitend toegestaan in de eouware zone; overkappingen zijn uitsluitend toegestaan in de eouware zone; de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, mag edragen: voor erfafsheidingen in de eouware zone maximaal 2,00 m.; voor erfafsheidingen in de oneouware zone maximaal 1,00 m.; voor overkappingen maximaal 2,00 m.; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 2,00 m.; 3.6 Bouwvoorshriften voor arports In afwijking van het epaalde in artikel onder a en 3.5 gelden voor het ouwen van arports de volgende epalingen;

14 12 a d e f arports mogen worden geouwd in de eouware en oneouware zone; de oppervlakte mag maximaal 20,00 m 2 edragen; de ouwhoogte mag maximaal 3,00 m edragen; indien de arport wordt geouwd in de oneouware zone, dient deze met minimaal één zijde of een deel daarvan tegen de zijgevel van het hoofdgeouw of aan een voorgevel of zijgevel van een ijgeouw te worden geouwd; in afwijking van het epaalde onder d mag een arport ij aanwezigheid van een vrijstaand ijgeouw op het voorerf, uitsluitend aan de zijde van dat ijgeouw worden geouwd. arports mogen maximaal 2,50 m. voor de voorgevelrooilijn van een woning uitsteken. 3.7 Geruiksvoorshriften De uitoefening van een aan huis geonden eroep alsmede de uitoefening van een ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan estaand aan huis geonden edrijf is toegestaan, mits: a de primaire woonfuntie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate wordt d e gehandhaafd; het woonmilieu niet onevenredig wordt aangetast; de parkeeralans en verkeersafwikkeling in de direte omgeving niet onevenredig worden enadeeld; detailhandel slehts plaatsvindt voor zover deze eperkt lijft tot een verkoop in diret verand met het aan huis geonden eroep of edrijf; maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning inlusief de daarij ehorende ijgeouwen tot een maximum van 40 m 2 als zodanig wordt geruikt. 3.8 Vrijstellingsevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 3.1, voor het uitoefenen van een aan huis geonden edrijf, mits de voorwaarden zoals genoemd in artikel 3.7 in aht worden genomen Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 3.3 onder a, voor het overshrijden van de ahtergevelrooilijn door het hoofdgeouw met maximaal 4 m Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 3.3 onder, voor het verhogen van de goothoogte en/of de ouwhoogte, mits: a de goothoogte tot maximaal 6,00 m. wordt verhoogd; de dakhelling minimaal 30º en maximaal 60º gaat edragen; vrijstelling niet verleend wordt in de suestemming W(p) Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel onder, voor het ouwen van een ijgeouw op het oneouwde zijerf van een vrijstaande woning, mits: a het ijgeouw wordt aangeouwd aan het hoofdgeouw; het ijgeouw op het ahtererf en tegen de ahtergevellijn van het hoofdgeouw d wordt geouwd; het ijgeouw tot maximaal 2,50 m. uit de zijgevel van het hoofdgeouw wordt geouwd; de afstand van het ijgeouw tot de zijdelingse pereelsgrens minimaal 3,00 m. lijft

15 edragen Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel onder, voor een aan- of uitgeouwd toegangsportaal aan de voorgevel met een diepte van maximaal 2,00 m., mits: a de afmetingen van het oorspronkelijke toegangsportaal dit rehtvaardigen en deze grotere diepte een stedenouwkundige en/of arhitetonishe meerwaarde heeft, dan wel; aangetoond kan worden dat de grotere diepte noodzakelijk is voor een normaal geruik Een vrijstelling zoals edoeld in artikel 3.8.1, 3.8.2, 3.8.3, en wordt uitsluitend 3.9 Nadere eisen verleend indien: a de vrijstelling stedenouwkundig aanvaardaar is; het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast; de geruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en ouwwerken niet onevenredig worden aangetast. Ter uitvoering van de doeleinden in artikel 3.1 zijn urgemeester en wethouders evoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van: a de situering en afmetingen van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde; de situering en afmetingen van de ouwperelen mits deze eisen lijven innen de in het plan neergelegde egrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verand met: de woonsituatie het straat- en eouwingseeld; de verkeers-, soiale en randveiligheid; de milieusituatie; de geruiksmogelijkheden in aangrenzende estemmingen Ander geruik dan ouwen Tot een strijdig geruik van grond en ouwwerken, zoals edoeld in artikel 31, wordt in elk geval gerekend het geruik voor: a de uitoefening van detailhandel, ehoudens de uitoefening van detailhandel in eperkte mate die verand houdt met de uitoefening van een aan huis geonden eroep of edrijf; zelfstandige ewoning van vrijstaande ijgeouwen Wijzigingsevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn evoegd het ouwvlak te vershuiven of vergroten innen een ouwpereel, onder de voorwaarden dat: a dit niet leidt tot een vergroting van het aantal woningen; dit past innen het straat- en eouwingseeld; de oppervlakte van het ouwvlak met maximaal 10% wordt vergroot Burgemeester en wethouders zijn evoegd een ouwvlak te vergroten dan wel een nieuw ouwvlak op de plankaart aan te geven ten ehoeve van de ouw van één of meer nieuwe woningen, mits: a het woningouwplan stedenouwkundig aanvaardaar is;

16 14 uit onderzoek lijkt dat de odem geshikt is voor woningouw; uit onderzoek lijkt dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; d voorafgaand aan nieuwe ouwontwikkelingen een arheologish onderzoek wordt verriht om eventuele arheologishe waarden in kaart te rengen, tenzij de etreffende loatie: op de kaart indiatieve arheologishe waarden van de provinie Limurg (1999) een lage arheologishe verwahtingswaarde kent, dan wel; kleiner is dan m 2 en op een afstand van minimaal 50 m van een arheologishe vindplaats is gelegen; e voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; f de aanwezige luhtkwaliteit niet in de weg staat aan de nieuwe estemming; g het ouwvlak niet innen een hinderirkel van een agrarish edrijf ligt; h woningouw de edrijfsvoering van estaande edrijven in de omgeving niet onevenredig elemmert; i woningouw past in de omgeving en de parkeeralans niet onevenredig wordt aangetast; j de te realiseren woningen passen innen de regionale afspraken over verdeling van woningouw; k de elangen van derden niet onevenredig worden aangetast Proedure Bij toepassing van een vrijstellingsevoegdheid zoals vervat in artikel 3.8 en ij toepassing van een wijzigingsevoegdheid zoals vervat in artikel 3.11 geldt de proedure als edoeld in artikel 34. artikel 4 GEMENGDE DOELEINDEN GD 4.1 Doeleinden De gronden op de plankaart aangewezen voor Gemengde doeleinden GD zijn, met inahtneming van het epaalde in artikel 17 eshermingszone a (150 kv hoogspanningsleiding), artikel 18 eshermingszone (drinkwatertransportleiding), artikel 19 eshermingszone (eouwingsvrije zone verkeersdoeleinden), artikel 20 eshermingszone d (veiligheidszone LPG-installatie), artikel 21 eshermingszone e (aardgastransportleiding), artikel 22 eshermingszone f (rioolpersleiding), artikel 23 eshermingszone g (straalverinding) en artikel 24 eshermingszone h (moleniotoop), estemd voor: a detailhandel, niet zijnde detailhandel in volumineuze goederen; zakelijke en overige dienstverlening; horeaedrijven; d een afé/ar, uitsluitend daar waar dat op de plankaart met een aanduiding is e f g h aangegeven en met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag edragen dan het ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan estaande oppervlak; maatshappelijke dienstverlening, onderwijsvoorzieningen, welzijnsvoorzieningen en overheidsinstellingen; wonen, uitsluitend daar waar dat op de plankaart met een aanduiding w is aangeduid en uitsluitend op de tweede ouwlaag en/of hoger en met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag edragen dan het ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan estaande aantal; doeleinden van openaar nut; geouwen ten ehoeve van de onder a t/m g edoelde doeleinden;

17 i ouwwerken, geen geouw zijnde; j erven, verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen; met dien verstande dat de onder a t/m d edoelde doeleinden uitsluitend zijn toegestaan op de eerste ouwlaag Bouwvoorshriften Voor het ouwen van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde, gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende epalingen: a geouwen mogen uitsluitend innen het ouwvlak worden geouwd; voor de maximale goothoogte en ouwhoogte van geouwen gelden de aanduidin- d gen op de plankaart; het ouwen van ijgeouwen ij woningen is niet toegestaan; de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, mag edragen: voor erfafsheidingen ahter de voorgevellijn maximaal 2,00 m.; voor erfafsheidingen vóór de voorgevellijn maximaal 1,00 m.; voor voorzieningen van openare verlihting maximaal 8,00 m.; voor antennes en antennemasten maximaal 12,00 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 3,00 m. 4.3 Vrijstellingsevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 4.2 onder a, voor het overshrijden van de grenzen van het ouwvlak, niet zijnde estemmingsgrenzen, ten ehoeve van een uitreiding van geouwen, mits de totale oppervlakte van de uiten het ouwvlak te ouwen (gedeelten van) geouwen niet meer edraagt dan 25% van de gezamenlijke oppervlakte van de ouwvlakken op het ouwpereel Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 4.2 onder, voor het verhogen van de goothoogte en de ouwhoogte tot maximaal 8,00 m Een vrijstelling zoals edoeld in artikel en wordt uitsluitend verleend indien: a de vrijstelling stedenouwkundig aanvaardaar is; het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast; de geruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en ouwwerken niet onevenredig worden aangetast. 4.4 Nadere eisen Ter uitvoering van de doeleinden in artikel 4.1 zijn urgemeester en wethouders evoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van: a de situering en afmetingen van geouwen en andere ouwwerken; de situering en afmetingen van de ouwperelen mits deze eisen lijven innen de in het plan neergelegde egrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verand met: de woonsituatie het straat- en eouwingseeld; de verkeers-, soiale en randveiligheid; de milieusituatie; de geruiksmogelijkheden in aangrenzende estemmingen.

18 Ander geruik dan ouwen Tot een strijdig geruik van grond en ouwwerken, zoals edoeld in artikel 31, wordt in elk geval gerekend het geruik voor: a de uitoefening van een edrijf, anders dan volgens het epaalde in artikel 4.1 toegestaan; 4.6 Proedure de opslag en verkoop van motorrandstoffen. Bij toepassing van een vrijstellingsevoegdheid zoals vervat in artikel 4.3 geldt de proedure als edoeld in artikel 34. artikel 5 MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN M 5.1 Doeleinden De gronden op de plankaart aangewezen voor Maatshappelijke doeleinden M zijn, met inahtneming van het epaalde in artikel 17 eshermingszone a (150 kv hoogspanningsleiding), artikel 18 eshermingszone (drinkwatertransportleiding), artikel 19 eshermingszone (eouwingsvrije zone verkeersdoeleinden), artikel 20 eshermingszone d (veiligheidszone LPG-installatie), artikel 21 eshermingszone e (aardgastransportleiding), artikel 22 eshermingszone f (rioolpersleiding), artikel 23 eshermingszone g (straalverinding) en artikel 24 eshermingszone h (moleniotoop), overeenkomstig de aanduidingen op de plankaart estemd voor: a maatshappelijke dienstverlening, onderwijsvoorzieningen, welzijnsvoorzieningen en d e f g overheidsinstellingen; daar waar op de plankaart een aanduiding zd is aangegeven, is tevens zakelijke en/of overige dienstverlening toegestaan; horeaedrijven, ondergeshikt aan de doeleinden onder a, uitsluitend daar waar op de plankaart een aanduiding h is aangegeven en met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag edragen dan op de plankaart is aangegeven; uitsluitend overeenkomstig de terzake op de plankaart opgenomen aanduiding w : één edrijfswoning per ouwpereel en per aanduiding ten ehoeve van de onder a edoelde doeleinden; doeleinden van openaar nut; geouwen ten ehoeve van de onder a t/m d edoelde doeleinden; ouwwerken, geen geouw zijnde; erven, verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. De gronden met deze estemming, voor zover op de plankaart aangeduid als rijks- of gemeentelijk monument dan wel karakteristieke eouwing, zijn tevens estemd voor het ehoud en/of herstel van die monumenten dan wel karakteristieke eouwing. Voor de ouwwerken die op de plankaart als rijksmonument zijn aangeduid geldt tevens de Monumentenwet 1988 (St. 1988, 638). 5.2 Bouwvoorshriften Voor het ouwen van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde, gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende epalingen: a geouwen mogen uitsluitend innen het ouwvlak worden geouwd, met uitzondering van ijgeouwen ij een edrijfswoning; voor de maximale goothoogte en ouwhoogte van geouwen gelden de aanduidingen op de plankaart; de inhoud van de edrijfswoning mag maximaal 750 m 3 edragen;

19 d e ten ehoeve van de edrijfswoning mag maximaal 50 m² en indien het pereel gelegen ahter de voorgevellijn van de woning voor niet meer dan 50% wordt eouwd maximaal 70 m², aan ijgeouwen worden opgeriht, met dien verstande dat: deze uitsluitend mogen worden opgeriht op minimaal 2,5 m. ahter de voorgevellijn van de woning; in afwijking van het epaalde onder de goothoogte niet hoger mag zijn dan 0,25 m. oven de vloer van de tweede ouwlaag van het hoofdgeouw, dan wel maximaal 3,00 m. indien het hoofdgeouw geen tweede ouwlaag heeft; in afwijking van het epaalde onder de ouwhoogte maximaal 4,50 m. mag edragen; ijgeouwen mogen worden voorzien van een kap, welke aangekapt of in de vorm van een zadeldak dient te worden geouwd, met uitzondering van ijgeouwen ehorende ij een hoofdgeouw met een plat dak, die met een plat dak moeten worden uitgevoerd; de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, mag edragen: voor erfafsheidingen ahter de voorgevellijn van het dihtst aan de weg gelegen geouw maximaal 2,00 m.; voor erfafsheidingen vóór de voorgevellijn van het dihtst aan de weg gelegen geouw maximaal 1,00 m.; voor voorzieningen van openare verlihting maximaal 8,00 m.; voor antennes en antennemasten maximaal 12,00 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 3,00 m In afwijking van het epaalde in artikel is verouw van de op de plankaart aangeduide rijks- of gemeentelijke monumenten dan wel karakteristieke eouwing niet toegestaan, ehoudens na vrijstelling als edoeld in artikel Vrijstellingsevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel onder a, voor het overshrijden van de grenzen van het ouwvlak, niet zijnde estemmingsgrenzen, ten ehoeve van een uitreiding van geouwen, mits de totale oppervlakte van de uiten het ouwvlak te ouwen (gedeelten van) geouwen niet meer edraagt dan 25% van de gezamenlijke oppervlakte van de ouwvlakken op het ouwpereel Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel onder, voor het verhogen van de goothoogte en de ouwhoogte tot maximaal 8,00 m., met dien verstande dat deze vrijstelling niet kan worden verleend voor edrijfswoningen. 5.4 Nadere eisen Een vrijstelling zoals edoeld in artikel en wordt uitsluitend verleend indien: a de vrijstelling stedenouwkundig aanvaardaar is; het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast; de geruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en ouwwerken niet onevenredig worden aangetast. Ter uitvoering van de doeleinden in artikel 5.1 zijn urgemeester en wethouders evoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

20 18 a de situering en afmetingen van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde; de situering en afmetingen van de ouwperelen mits deze eisen lijven innen de in het plan neergelegde egrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verand met: de woonsituatie het straat- en eouwingseeld; de verkeers-, soiale en randveiligheid; de milieusituatie; de geruiksmogelijkheden in aangrenzende estemmingen. 5.5 Ander geruik dan ouwen Tot een strijdig geruik van grond en ouwwerken, zoals edoeld in artikel 31, wordt in elk geval gerekend het geruik voor: a de uitoefening van detailhandel alsmede nijverheid; horea, anders dan volgens het epaalde in artikel 5.1 onder toegestaan. 5.6 Wijzigingsevoegdheid Burgemeester en Wethouders zijn evoegd innen de estemming Maatshappelijke doeleinden M op de plankaart een aanduiding w aan te geven, teneinde een edrijfswoning toe te laten, mits: a nog geen als zodanig aangeduide edrijfswoning aanwezig is; uit onderzoek lijkt dat de odem geshikt is voor een edrijfswoning; uit onderzoek lijkt dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; d voorafgaand aan de ouw van de edrijfswoning een arheologish onderzoek wordt e f g h i j k l verriht om eventuele arheologishe waarden in kaart te rengen, tenzij de etreffende loatie: op de kaart indiatieve arheologishe waarden van de provinie Limurg (1999) een lage arheologishe verwahtingswaarde kent, dan wel; kleiner is dan m 2 en op een afstand van minimaal 50 m van een arheologishe vindplaats is gelegen; voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; de aanwezige luhtkwaliteit niet in de weg staat aan de nieuwe estemming; de nieuwe edrijfswoning niet innen een hinderirkel van een agrarish edrijf ligt; de nieuwe edrijfswoning de edrijfsvoering van estaande edrijven in de omgeving niet onevenredig elemmert; de nieuwe edrijfswoning past in de omgeving en de parkeeralans niet onevenredig wordt aangetast; de te realiseren edrijfswoning past innen de regionale afspraken over verdeling van woningouw; de elangen van derden niet onevenredig worden aangetast; de te realiseren edrijfswoning stedenouwkundig aanvaardaar is Burgemeester en Wethouders zijn evoegd de estemming Maatshappelijke doeleinden M- geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de estemming Woondoeleinden W-, onder de voorwaarden dat: a uit onderzoek lijkt dat de odem geshikt is voor de nieuwe estemming; indien voor de wijziging van de estemming noodzakelijk, uit onderzoek lijkt dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; voorafgaand aan nieuwe ouwontwikkelingen een arheologish onderzoek wordt verriht om eventuele arheologishe waarden in kaart te rengen, tenzij de etref-

21 fende loatie: op de kaart indiatieve arheologishe waarden van de provinie Limurg (1999) een lage arheologishe verwahtingswaarde kent, dan wel; kleiner is dan m 2 en op een afstand van minimaal 50 m van een arheologishe vindplaats is gelegen; d voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; e de aanwezige luhtkwaliteit niet in de weg staat aan de nieuwe estemming; f de nieuwe estemming niet innen een hinderirkel van een agrarish edrijf ligt; g de nieuwe estemming de edrijfsvoering van estaande edrijven in de omgeving niet onevenredig elemmert; h de nieuwe estemming past in de omgeving en de parkeeralans niet onevenredig wordt aangetast; i de te realiseren woningen passen innen de regionale afspraken over verdeling van woningouw; j de elangen van derden niet onevenredig worden aangetast; k de te realiseren woningen stedenouwkundig aanvaardaar zijn. 5.7 Proedure Bij toepassing van een vrijstellingsevoegdheid zoals vervat in artikel 5.3 en ij toepassing van een wijzigingsevoegdheid zoals vervat in artikel 5.6 geldt de proedure als edoeld in artikel artikel 6 HORECADOELEINDEN H 6.1 Doeleinden De gronden op de plankaart aangewezen voor Horeadoeleinden H zijn, met inahtneming van het epaalde in artikel 17 eshermingszone a (150 kv hoogspanningsleiding), artikel 18 eshermingszone (drinkwatertransportleiding), artikel 19 eshermingszone (eouwingsvrije zone verkeersdoeleinden), artikel 20 eshermingszone d (veiligheidszone LPG-installatie), artikel 21 eshermingszone e (aardgastransportleiding), artikel 22 eshermingszone f (rioolpersleiding), artikel 23 eshermingszone g (straalverinding) en artikel 24 eshermingszone h (moleniotoop), estemd voor: a horeaedrijven, uitsluitend in de eerste ouwlaag, met dien verstande dat ruimtes d e f g voor logies en verlijf ook oven de eerste ouwlaag zijn toegestaan; een afé of ar, uitsluitend ter plaatse van de op de plankaart opgenomen aanduiding en uitsluitend in de eerste ouwlaag; uitsluitend overeenkomstig de terzake op de plankaart opgenomen aanduiding w : één edrijfswoning per ouwpereel en per aanduiding ten ehoeve van de onder a of edoelde doeleinden; doeleinden van openaar nut; geouwen ten ehoeve van de onder a t/m d edoelde doeleinden; ouwwerken, geen geouw zijnde; erven, verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen. De gronden met deze estemming, voor zover op de plankaart aangeduid als rijks- of gemeentelijk monument dan wel karakteristieke eouwing, zijn tevens estemd voor het ehoud en/of herstel van die monumenten dan wel karakteristieke eouwing. Voor de ouwwerken die op de plankaart als rijksmonument zijn aangeduid geldt tevens de

22 Monumentenwet 1988 (St. 1988, 638) Bouwvoorshriften Voor het ouwen van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde, gelden de d e aanduidingen op de plankaart en de volgende epalingen: a geouwen mogen uitsluitend innen het ouwvlak worden geouwd, met uitzondering van ijgeouwen ij een edrijfswoning; voor de maximale goothoogte en ouwhoogte van geouwen gelden de aanduidingen op de plankaart; de inhoud van de edrijfswoning mag maximaal 750 m 3 edragen; ten ehoeve van de edrijfswoning mag maximaal 50 m² en indien het pereel gelegen ahter de voorgevellijn van de woning voor niet meer dan 50% wordt eouwd maximaal 70 m², aan ijgeouwen worden opgeriht, met dien verstande dat: deze uitsluitend mogen worden opgeriht op minimaal 2,5 m. ahter de voorgevellijn van de woning; in afwijking van het epaalde de goothoogte niet hoger mag zijn dan 0,25 m. oven de vloer van de tweede ouwlaag van het hoofdgeouw, dan wel maximaal 3,00 m. indien het hoofdgeouw geen tweede ouwlaag heeft; in afwijking van het epaalde de ouwhoogte maximaal 4,50 m. mag edragen; ijgeouwen mogen worden voorzien van een kap, welke aangekapt of in de vorm van een zadeldak dient te worden geouwd, met uitzondering van ijgeouwen ehorende ij een hoofdgeouw met een plat dak, die met een plat dak moeten worden uitgevoerd; de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouw zijnde, mag edragen: voor erfafsheidingen ahter de voorgevellijn van het dihtst aan de weg gelegen geouw maximaal 2,00 m.; voor erfafsheidingen vóór de voorgevellijn van het dihtst aan de weg gelegen geouw maximaal 1,00 m.; voor voorzieningen van openare verlihting maximaal 8,00 m.; voor antennes en antennemasten maximaal 12,00 m; voor overige ouwwerken, geen geouw zijnde, maximaal 3,00 m In afwijking van het epaalde in artikel is verouw van de op de plankaart aangeduide rijks- of gemeentelijke monumenten dan wel karakteristieke eouwing niet toegestaan, ehoudens na vrijstelling als edoeld in artikel Vrijstellingsevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel 6.1 onder a en ten ehoeve van een horeaedrijf of afé/ar in de tweede ouwlaag en/of onderouw, mits: a er een duidelijke ruimtelijke en funtionele relatie is met het horeaedrijf dan wel d afé/ar op de eerste ouwlaag; gelet op de ligging, omvang en uitoefening geen onevenredige shade wordt of kan worden toegeraht aan het woonmilieu; de afwijking noodzakelijk is met het oog op een doelmatige edrijfsvoering en een effiiënt geruik van het ouwpereel; dit etekent o.a. dat aangetoond moet worden dat de uitreidingsmogelijkheden op de egane grond volledig zijn enut; het horeaedrijf of afé/ar milieuhygiënish inpasaar is.

23 6.3.2 Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel onder a, voor het overshrijden van de grenzen van het ouwvlak, niet zijnde estemmingsgrenzen, ten ehoeve van een uitreiding van geouwen, mits de totale oppervlakte van de uiten het ouwvlak te ouwen (gedeelten van) geouwen niet meer edraagt dan 25% van de gezamenlijke oppervlakte van de ouwvlakken op het ouwpereel Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen van het epaalde in artikel onder, voor het verhogen van de goothoogte en de ouwhoogte tot maximaal 8,00 m., met dien verstande dat deze vrijstelling niet kan worden verleend voor edrijfswoningen Een vrijstelling zoals edoeld in artikel 6.3.1, en wordt uitsluitend verleend indien: a de vrijstelling stedenouwkundig aanvaardaar is; het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast; de geruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en ouwwerken niet onevenredig worden aangetast. 6.4 Nadere eisen Ter uitvoering van de doeleinden in artikel 6.1 zijn urgemeester en wethouders evoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van: a de situering en afmetingen van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde; de situering en afmetingen van de ouwperelen mits deze eisen lijven innen de in het plan neergelegde egrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verand met: de woonsituatie het straat- en eouwingseeld; de verkeers-, soiale en randveiligheid; de milieusituatie; de geruiksmogelijkheden in aangrenzende estemmingen Ander geruik dan ouwen Tot een strijdig geruik van grond en ouwwerken, zoals edoeld in artikel 31, wordt in elk geval gerekend het geruik voor de uitoefening van een edrijf, anders dan volgens het epaalde in artikel 6.1 toegestaan. 6.6 Wijzigingsevoegdheid Burgemeester en Wethouders zijn evoegd innen de estemming Horeadoeleinden H op de plankaart een aanduiding w aan te geven, teneinde een edrijfswoning toe te laten, mits: a nog geen als zodanig aangeduide edrijfswoning aanwezig is; uit onderzoek lijkt dat de odem geshikt is voor een edrijfswoning; uit onderzoek lijkt dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; d voorafgaand aan de ouw van de edrijfswoning een arheologish onderzoek wordt verriht om eventuele arheologishe waarden in kaart te rengen, tenzij de etreffende loatie: op de kaart indiatieve arheologishe waarden van de provinie Limurg (1999) een lage arheologishe verwahtingswaarde kent, dan wel;

24 22 kleiner is dan m 2 en op een afstand van minimaal 50 m van een arheologishe vindplaats is gelegen; e voldaan wordt aan het epaalde in de Flora- en faunawet; f de aanwezige luhtkwaliteit niet in de weg staat aan de nieuwe estemming; g de nieuwe edrijfswoning niet innen een hinderirkel van een agrarish edrijf ligt; h de nieuwe edrijfswoning de edrijfsvoering van estaande edrijven in de omgeving niet onevenredig elemmert; i de nieuwe edrijfswoning past in de omgeving en de parkeeralans niet onevenredig wordt aangetast; j de te realiseren edrijfswoning past innen de regionale afspraken over verdeling van woningouw; k de elangen van derden niet onevenredig worden aangetast; l de te realiseren edrijfswoning stedenouwkundig aanvaardaar is Burgemeester en Wethouders zijn evoegd de estemming Horeadoeleinden H geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de estemming Woondoeleinden W of Maatshappelijke doeleinden M, onder de voorwaarden dat: a uit onderzoek lijkt dat de odem geshikt is voor de nieuwe estemming; indien voor de wijziging van de estemming noodzakelijk, uit onderzoek lijkt dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; voorafgaand aan nieuwe ouwontwikkelingen een arheologish onderzoek wordt verriht om eventuele arheologishe waarden in kaart te rengen, tenzij de etreffende loatie: op de kaart indiatieve arheologishe waarden van de provinie Limurg (1999) een lage arheologishe verwahtingswaarde kent, dan wel; kleiner is dan m 2 en op een afstand van minimaal 50 m van een arheologishe vindplaats is gelegen; d de nieuwe estemming niet innen een hinderirkel van een agrarish edrijf ligt; e de nieuwe estemming de edrijfsvoering van estaande edrijven in de omgeving niet onevenredig elemmert; f de nieuwe estemming past in de omgeving en de parkeeralans niet onevenredig wordt aangetast; g de te realiseren woningen passen innen de regionale afspraken over verdeling van woningouw; h de elangen van derden niet onevenredig worden aangetast; i de te realiseren woningen stedenouwkundig aanvaardaar zijn. 6.7 Proedure Bij toepassing van een vrijstellingsevoegdheid zoals vervat in artikel 6.3 en ij toepassing van een wijzigingsevoegdheid zoals vervat in artikel 6.6 geldt de proedure als edoeld in artikel 34. artikel 7 DETAILHANDEL DH 7.1 Doeleinden De gronden op de plankaart aangewezen voor Detailhandel DH zijn, met inahtneming van het epaalde in artikel 17 eshermingszone a (150 kv hoogspanningsleiding), artikel 18 eshermingszone (drinkwatertransportleiding), artikel 19 eshermingszone (eouwingsvrije zone verkeersdoeleinden), artikel 20 eshermingszone d (veiligheidszone LPG-installatie), artikel 21 eshermingszone e (aardgastransportlei-