Wachtebeke. RUP Recreatie. Dienstverlenende vereniging voor ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling. Toelichtingsnota

Transcriptie

1 Dienstverlenende vereniging voor ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling panhuisstraat 1 - B-9070 destelbergen - tel 32 (9) fax 32 (9) info@veneco.be - Wachtebeke RUP Recreatie Toelichtingsnota 24/11/2016 2

2

3 Dienstverlenende vereniging voor ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling panhuisstraat 1 - B-9070 destelbergen - tel 32 (9) fax 32 (9) info@veneco.be - Wachtebeke RUP Recreatie Toelichtingsnota 24/11/2016 2

4 I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeente Wachtebeke Dorp Wachtebeke Dossierverloop Plenaire vergadering: Voorlopige vaststelling door GR: dd-dd-dddd Openbaar onderzoek: dd-dd-dddd t.e.m. dd-dd-dddd Advies GECORO: dd-dd-dddd Definitieve aanvaarding door GR: dd-dd-dddd De normatieve delen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn: (deze zijn verordenend) - Blad 3: Het grafisch bestemmingsplan - De stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan - Blad 4: Register van percelen waarop bestemmingswijziging wordt doorgevoerd De niet-normatieve delen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zijn: (deze zijn niet verordenend) - De toelichtingsnota - Blad1: Plan bestaande toestand - Blad 2: Plan juridische toestand Voor Veneco 2 ruimtelijk planner Annelies De Clercq GRUP Recreatie toelichtingsnota 4

5 II. PROCEDURE Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van Op bevel, de burgemeester - voorzitter Rudy Van Cronenburg de secretaris Danny Tack zegel der gemeente Het college burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage werd neergelegd van tot Op bevel, de burgemeester - voorzitter Rudy Van Cronenburg de secretaris Danny Tack zegel der gemeente Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in zitting van Op bevel, de burgemeester - voorzitter Rudy Van Cronenburg de secretaris Danny Tack zegel der gemeente GRUP Recreatie toelichtingsnota 5

6 II. INHOUDSTAFEL I. COLOFON 4 II. INHOUDSTAFEL 6 1. SITUERING VAN HET RUP RECREATIE Ligging Plangebied Aanleiding opmaak RUP Doelstelling BELEIDSKADER Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Afbakening van de natuurlijke en de agrarische structuur Herbevestiging van de agrarische gebieden Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Deelruimte Deelstructuren Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Informatief gedeelte Richtinggevend gedeelte Bindend gedeelte ONDERZOEK NAAR RECREATIE Bestaande recreatiesites Behoeftenonderzoek LRV Wachtebeke (ruitervereniging) SK Wachtebeke (voetbal) Atletiek en andere Locatiealternatieven Alternatievenonderzoek Conclusie 30 GRUP Recreatie toelichtingsnota 6

7 4. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND VAN HET PLANGEBIED Algemeen BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND VAN HET PLANGEBIED Plannen Gewestplan Goedgekeurde provinciale en gewestelijke RUP s Goedgekeurde verkavelingen Goedgekeurde BPA s of GRUP s Beschermde monumenten, landschappen & landschapsrelicten en inventaris bouwkundig erfgoed VEN, Vogelrichtlijn, Habitatgebied Waterwingebied of beschermingszone Biologisch waardevolle gebieden Atlas der onbevaarbare waterlopen Verloop Samenvatting adviezen Analyse en motivering waarom geen plan-mer nodig is Uitwerking RUP BESLISSING VAN DE BEVOEGDE ADMINISTRATIE INZAKE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE BESLISSING VAN DE BEVOEGDE ADMINISTRATIE INZAKE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE BOSEVOLUTIE WATERTOETS GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Algemeen Basisprincipes Zones RUIMTEBALANS REGISTER VAN (DELEN VAN) PERCELEN WAAROP EEN BESTEMMINGSWIJZIGING WORDT DOORGEVOERD OPGAVE VAN VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUP EN DIE OPGEHEVEN WORDEN SAMENVATTING ADVIEZEN SCREENINGSNOTA 48 GRUP Recreatie toelichtingsnota 7

8 GRUP Recreatie toelichtingsnota 8

9 1. SITUERING VAN HET RUP RECREATIE 1.1 Ligging De gemeente Wachtebeke is gelegen in het noorden van de provincie Oost- Vlaanderen, vlak aan de Nederlandse grens. De gemeente behoort tot het arrondissement Gent en heeft als buurgemeenten Moerbeke, Lokeren, Lochristi, Gent, Zelzate en het Nederlandse Terneuzen. Ten westen van de gemeente strekt zich het havengebied van Gent uit (kanaalgebied Gentterneuzen). 1.2 Plangebied Het RUP Recreatie situeert zich ten noordoosten van het eigenlijke centrum van Wachtebeke. Het plangebied sluit aan op de verkavelingen binnen het BPA De Bergen. Fase 1 (60 kavels) van deze verkaveling is nagenoeg gerealiseerd. Fase 2 (40 kavels) is opgesplitst in 2a en 2b. 80% van de loten van fase 2a is verkocht. Hierdoor is de woonkern van Wachtebeke de laatste jaren uitgebreid.het plangebied grenst in het zuiden aan de voormalige spoorlijn van Zelzate naar Moerbeke. Ondertussen (sinds 2014) is deze bedding uitgebouwd tot een fietspad tussen de Langelede en het Axelsvaardeken. Op termijn wordt het fietspad uitgebreid tussen de R4 en Moerbeke. Op enige afstand ten noorden en ten oosten situeren zich resp. de Stationsstraat en het Axelsvaardeken. Ten noorden van het plangebied loopt een buurtweg, voor een groot deel enkel toegankelijk voor langzaam verkeer. Zowel aan de kant van het Axelsvaardeken (oosten) als aan de kant van de Stationsstraat (westen) is deze beperkt toegankelijk voor autoverkeer, nl. tot aan de opritten van de woningen langs deze weg gelegen. Doorheen het plangebied loopt van noord naar zuid een buurtweg. Deze is echter op terrein niet meer herkenbaar. Het is de bedoeling dat er opnieuw een noord-zuidverbinding tot stand komt. De procedure om de juridisch nog bestaande buurtweg te verleggen, zal gevolgd worden.ten oosten van het Axelsvaardeken bevinden zich reeds de eerste bospercelen van het Heidebos, een natuurgebied gelegen tussen Wachtebeke en Moerbeke- Waas, gesticht in 1996 en omvattende ongeveer 260 ha. In 2001 werd het erkend als Habitatrichtlijngebied wat zorgt voor de strengste bescherming van het gebied Aanleiding opmaak RUP Kaart 1: Situering op macroschaal Met het RUP recreatie wenst de gemeente de bestaande recreatiesite begrepen tussen de Stationsstraat en het fietspad op de voormalige spoorweg (gelegen binnen BPA De Bergen), uit te breiden in functie van het bieden van ruimte aan gemeentelijke sportverenigingen. Heel concreet vraagt de voetbalvereniging (SK Wachtebeke), welke heden reeds op de site aanwezig is, een uitbreiding van zijn terreinen en zou de landelijke ruitervereniging (LRV Wachtebeke) moeten herlocaliseren naar de 1 Bron: Wikipedia GRUP Recreatie toelichtingsnota 9

10 Situering RUP recreatie Kaart 2: Situering op mesoschaal Bron: eigen opzoekingen GRUP Recreatie toelichtingsnota 10

11 Situering RUP Recreatie Kaart 3: Situering op orthofoto - microschaal Kaart 4: Situering op topografisch kaart - microschaal Bron: AGIV, luchtopnamen 2014 Bron: NGI GRUP Recreatie screening milieueffecten 11

12 site. Deze vereniging oefent momenteel zijn activiteiten uit in het natuurgebied gelegen ten oosten van het Axelsvaardeken (Heidebos). Verder wenst de gemeente te beschikken over een evenementenweide, welke op geregelde tijdstippen ter beschikking kan worden gesteld van diverse verenigingen en wenst de gemeente ook aan andere verenigingen die op vandaag nog niet de vraag hebben gesteld, ruimte te bieden. 1.4 Doelstelling De doelstellingen van het RUP zijn: Het realiseren van een aantrekkelijk sportpark/jeugdaccommodatie in een groene omgeving Uitbreiding bestaande voetbalterreinen (SK Wachtebeke); Herlocalisatie bestaande ruiterclub (LRV), waardoor het Heidebos kan ontlast worden van deze activiteit en nog meer kan inzetten op zijn natuurfunctie; Extra gemeentelijke recreatieterreinen kunnen aanbieden aan diverse sport en/of jeugdverenigingen; Het herstellen van de juridisch nog bestaande buurtweg (Sentier nr. 28), door op terrein een langzaam verkeersverbinding te maken tussen de voormalige spoorwegbedding (fietspad) en de trage verbinding in het noorden van het plangebied; na goedkeuring RUP zal de verlegging geofficialiseerd worden via de geëigende procedure; Het voorzien van voldoende parkeergelegenheden. 2. BELEIDSKADER Op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau worden in structuurplannen uitspraken gedaan over de gewenste ruimtelijke structuur vanuit een geïntegreerde benadering. Deze uitspraken binnen de diverse structuurplannen zijn van belang en vormen het uitgangspunt voor de genomen planopties. 2.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Het RSV werd door de Vlaamse Regering definitief vastgesteld op 23 september 1997 en de herziening op 12 december De bindende bepalingen werden door het Vlaams Parlement bekrachtigd resp. bij decreet van 17 december 1997 en 19 maart Een tweede herziening van het RSV trad in werking op 2 mei In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aangegeven voor vier structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en stedelijke netwerken, elementen van het buitengebied, economische knooppunten en lijninfrastructuren. Het RSV vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen uit het richtinggevend gedeelte en de bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijke niveau. In wat volgt wordt een overzicht gegeven van elementen die betrekking hebben op Wachtebeke. Volgens het RSV behoort Wachtebeke tot het buitengebied. Het buitengebied is dat gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. In het buitengebied wordt een buitengebiedbeleid gevoerd, waarbij de belangrijkste doelstelling zijn: het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; GRUP Recreatie toelichtingsnota 12

13 het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit; het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysische systeem; het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied. Naar weginfrastructuur is de N49 Antwerpen - Knokke geselecteerd als hoofdweg. De R4 wordt geselecteerd als primaire weg type I ten noorden van de N49 en type II ten zuiden hiervan. De Moervaart wordt geselecteerd als onderdeel van het secundaire waterwegennet. 2.2 Afbakening van de natuurlijke en de agrarische structuur Herbevestiging van de agrarische gebieden Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil het buitengebied vrijwaren voor haar essentiële functies landbouw, natuur en bos. De Vlaamse overheid zal daarvoor op termijn ha agrarisch gebied, ha natuurgebied, ha bosgebied en ha andere groengebieden vastleggen in de bestemmingsplannen. Ten opzichte van 1994 betekent dit een toename met ha natuurgebied, ha bosgebied en een afname van ha landbouwgebied. In 2001 besliste de Vlaamse Regering de afbakening van deze landbouw -, natuur en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. In een eerste fase werd in 2003 ca ha (bestaand) natuurgebied aangeduid als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). De afbakening van de landbouwgebieden en de resterende natuur en bosgebieden werd aangepakt in een tweede fase. In de periode werkte de Vlaamse overheid, in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen in 13 buitengebiedregio s een ruimtelijke visie uit voor landbouw, natuur en bos, in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Deze visie geeft op hoofdlijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding en ze vormt de basis voor de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die de bestemmingen op perceelsniveau vastleggen. Op 3 juni 2005 besliste de Vlaamse Regering over de wijze waarop ze de afbakening van de gebieden van de agrarische structuur versneld kan vastleggen voor de grote aaneengesloten landbouwgebieden waarvoor de bestaande gewestplannen nog steeds een goede planologische vertaling van de gewenste agrarische structuur zijn. De Vlaamse Regering stelde voorop om op die manier tegen midden 2009 voor minstens ha van de voorziene ha de bestaande gewestplannen te herbevestigen. De gemeente Wachtebeke behoort tot de buitengebiedregio Waasland. In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse Overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Waasland. Op 3 april 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied en een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Algemene beleidsdoelstellingen uit het RSV, van toepassing op onderhavig RUP zijn: Versnipperde en soms grotere oppervlakten natuurwaarden komen voor op de dekzandrug Maldegem-Stekene. Het Heidebos (Wachtebeke - Moerbeke) en het complex van Stropers (Stekene, Sint-Gillis-Waas) in het uiterste noordoosten van de dekzandrug zijn goed ontwikkeld. Aan de rand van de dekzandrug, in de Moervaart, nemen natte graslanden en beboste percelen grote oppervlakten in. Enigszins aaneengesloten natuurgebieden worden op de centrale dekzandrug in het Land van Waas aangetroffen, waar vooral de heiderelicten en afgeleiden een belangrijke natuurbehoudswaarde hebben. Voor de natuurlijke structuur wordt een gebiedsgericht beleid gevoerd dat streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van gebieden. Structuurbepalend in Vlaanderen zijn de Moervaartdepressie, de Zeeschelde en Durme en hun alluviale gebieden. Interessante bossen en graslanden nemen er grotere oppervlakten in. Talrijke sloten,afgesneden meanders en oude uitgravingen vormen er zeer goede biotopen voor rietlanden, verlandingsvegetaties en wilgenstruwelen. Voor trekvogels zijn het belangrijke gebieden. De regio Waasland bestaat uit drie deelruimtes, waarbinnen een samenhangend ruimtelijk beleid wordt voorgesteld. Wachtebeke behoort tot de deelregio Vlaamse Vallei, die een deel van het straatdorpengebied van Lokeren, de Moervaartdepressie, de dekzandrug Maldegem-Stekene en GRUP Recreatie toelichtingsnota 13

14 de Zeeuwse polders ten noorden van de dekzandrug omvat. Een betere samenhang van de structuurbepalende valleigebieden en depressies (o.a. Moervaart en Zuidlede) wordt nagestreefd. De landschapsecologische kwaliteiten worden geoptimaliseerd. De structuur van de grote dekzandrug Zelzate-Stekene wordt ruimtelijk versterkt. Er wordt gestreefd naar een samenhangend geheel van bos- en heidecomplexen en tussenliggende mozaïeklandschappen van diverse natuurlijke bostypes, struwelen, ruigtes, heide,pioniersvegetaties, stroken landduinen, heischrale graslanden met landbouw. De landbouw is structuurbepalend in het straatdorpengebied van Lokeren. Voor de natuurlijke structuur is het vrijwaren en versterken van de kleine bos-, natuur- en landschapselementen belangrijk. In het noorden van Wachtebeke en Moerbeke is de landbouw ruimtelijk structurerend. Zonevreemde verblijfsrecreatie vormt in deze deelregio een groot knelpunt. De gewenste ruimtelijke structuur wordt weergegeven in onderstaande structuurschets. Ruimtelijke concepten Grotere complexen van ecologisch zeer waardevol bos uitbreiden en structureel versterken (Heidebos) De hoofdfunctie is natuur. Deze gebieden worden uitgebouwd tot de meest waardevolle natuurkernen en behoren tot het VEN Uitgaande van de bestaande boskernen is bosuitbreiding wenselijk. Via bosuitbreiding worden de bestaande kwetsbare natuurwaarden gebufferd tegen externe invloeden en worden verbindingen gecreeërd tussen bestaande meer geïsoleerde boskernen. Bijzondere kansen liggen in behoud en herstel van overgangen naar open vegetaties (bv. heidebos-moervaartdepressie) in een mozaïek van goed gestructureerde gehelen waarin de diverse gradiënten aanwezig zijn. Samenhangend landbouwgebied vrijwaren voor de landen tuinbouw In deze landbouwgebieden vormt een sterke grondgebonden landbouwstructuur een garantie voor het open houden van het landschap. Binnen deze landbouwgebieden wordt ruimte gelaten voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van een raamwerk van kleine landschapselementen, zodat landschapsecologische basiskwaliteit gegarandeerd wordt. Operationeel uitvoeringsprogramma Kaart 5: Buitengebiedregio Waasland Het operationeel uitvoeringsprogramma, dat samen met de ruimtelijke visie op de buitengebiedregio Waasland werd goedgekeurd, stelt dat, met betrekking tot de omgeving van het plangebied, het Vlaamse Gewest op korte termijn de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan plant voor: de uitbreiding en structurele versterking van het ecologisch waardevolle Heidebos en verbinding met het Koosterbos en Wullebos. GRUP Recreatie toelichtingsnota 14

15 het nader uitwerken van het mozaïeklandschap rond het Heidebos met ruimte voor grondgebonden landbouw, natuur- en bosontwikkeling. Kaart 6: Detail operationeel uitvoeringsprogramma omgeving plangebied Het op te maken RUP is gelegen binnen een actiegebied. De oranje zone duidt op herbevestigd agrarisch gebied. Beleid Binnen de beleidsmatig herbevestigde agrarische gebieden mogen gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven geen betekenisvolle afbreuk doen aan de ruimtelijk functionele samenhang van de agrarische macrostructuur. Het ruimtelijk beleid staat beschreven in de omzendbrief RO/2010/01 (d.d. 07/05/2010). De Vlaamse overheid zal de gemeentelijke en provinciale initiatieven die een planologische aanpassing van de beleidsmatig herbevestigde agrarische gebieden inhouden voldoende terughouden beoordelen. Als algemeen uitgangspunt geldt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om de bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Afwijken van dit algemeen uitgangspunt kan enkel mits uitdrukkelijke en grondige motivatie door de initiatiefnemer. Gemeentelijke of provinciale opties zullen steeds getoetst worden aan de ruimtelijke doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische gebieden. Een degelijk onderbouwde verantwoording of motivering in die zin zal bijgevolg steeds een wezenlijk deel uit moeten maken van de (toelichting bij) deze gemeentelijke en provinciale plannen. Elementen die in deze verantwoording minstens aan bod moet komen zijn: Onderzoek naar alternatieve locaties; Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur; Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw. Alternatieve locaties worden verder in dit document onderzocht (zie 9.2 locatiealternatieven). De locatie waar de uitbreiding van de recreatiesite voorzien wordt, omvat op vandaag 2 landbouwpercelen. Het noordelijke perceel is volgens de landbouwgebruikskaart 2014 ingezaaid met korrelmaïs, het zuidelijke perceel met blijvend grasland. Het westelijk gedeelte van het plangebied is reeds in gebruik als recreatiesite. Eveneens is in het plangebied een biologisch waardevol bosperceel opgenomen. 2.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) geldt als een referentiekader voor de ruimtelijke planning op gemeentelijk niveau. Het RSV is richtinggevend als kader voor de provinciale structuurplanning. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan werd goedgekeurd door de bevoegde minister op 18 februari GRUP Recreatie toelichtingsnota 15

16 Afbakening van de natuurlijke en de agrarische structuur Kaart 7: Gewenste ruimtelijke structuur Vlaamse Vallei Bron: visie landbouw, natuur en bos, Vlaamse Overheid, 2008 GRUP Recreatie toelichtingsnota 16

17 2004. Een provinciaal beleidskader voor windturbines werd toegevoegd (MB 25 augustus 2009). Een partiële herziening werd goedgekeurd bij MB d.d. 18/7/2012. Het PRS bouwt verder op het structuurplan Vlaanderen. De uitgangspunten en principes van het RSV gelden als basis en beleidskader voor het PRS. De gewenste ruimtelijke ontwikkeling op provinciaal niveau wordt uitgewerkt volgens deelstructuren en deelruimten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen volgende deelstructuren: de nederzettingsstructuur, de open ruimte structuur, de toeristisch-recreatieve structuur, de ruimtelijk-economische structuur en de verkeers- en vervoersstructuur. Op het grondgebied van Oost- Vlaanderen worden daarnaast verschillende deelruimten onderscheiden. Elke deelruimte bezit een aantal typische kenmerken en kwaliteiten. Enkel de deelstructuren van belang voor onderhavig GRUP komen aan bod Deelruimte Wachtebeke behoort tot het noordelijk openruimtegebied en ligt aan de rand van het Oost-Vlaams kerngebied. Het beleid in het noordelijk openruimtegebied is gericht op het vrijwaren van het gebied van verdere verstedelijking en het bieden van de nodige ontwikkelingsmogelijkheden aan de openruimtefuncties (natuur, bos, landbouw en recreatie). Er wordt een evenwicht nagestreefd tussen de openruimtefuncties onderling en met de lokale ontwikkelingen op het vlak van wonen en de daarbij horende functies op het niveau van het buitengebied. Het beleid steunt op de volgende ruimtelijke principes: het fysisch systeem als kapstok voor de ontwikkeling van de openruimtefuncties, waarbij de typische elementen van het landschap versterkt worden (onder meer het dijkenpatroon in de open poldergebieden, de dorpenband van aaneengegroeide straatdorpen op de beboste dekzandrug, ) met behoud van openruimtecorridors; wonen en werken op lokale schaal; beperkte toegankelijkheid tegen verdere verstedelijking. Het Oost-Vlaams kerngebied omvat het grootstedelijk gebied Gent en de Gentse kanaalzone. Het ruimtelijk beleid is erop gericht om hoogdynamische ontwikkelingen op te vangen in het stedelijk gebied en om een verdere uitdeining van de stedelijke functies naar de omgevende dorpen te voorkomen. een stedelijk lichaam met omgevende dorpen, waarbij het vergroeien van deze dorpen met het stedelijke lichaam moet tegengegaan worden; het openbaar vervoer als relatie tussen stad en dorpen en de uitbouw van de R4 als grootstedelijke verdeelweg; de open ruimte als band tussen stad en buitengebied (ecologische en recreatieve assen, randstedelijke groenstructuren, een actieve, toekomstgerichte land- en tuinbouw); regionale tewerkstelling op goed ontsloten locaties, met een voorkeur voor locaties op knooppunten van openbaar-vervoersassen met de R Deelstructuren Wachtebeke wordt binnen de gewenste nederzettingsstructuur geselecteerd als hoofddorp. Dit is de groeipool van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. Wat betreft de gewenste open ruimtestructuur zijn in Wachtebeke het kreken- en poldergebied, de dekzandrug Maldegem Stekene en de Moervaartdepressie belangrijke open-ruimtelandschappen. Het beleid voor het kreken- en poldergebied is gericht op het vrijwaren van de landbouwfunctie, op het behoud van de openheid van het landschap, op de versterking van de natuurlijke lijnstructuren en op het toelaten van recreatief medegebruik. Op de dekzandrug Maldegem Stekene wordt bebouwing in de resterende openruimtecorridors geweerd, wordt de natuurlijke structuur versterkt en bosuitbreiding vooropgesteld, wordt bijkomende weekendbewoning in de bossen geweerd en wordt de landbouwbebouwing afgestemd op het kleinschalige karakter van de open ruimte. Binnen de gewenste landschappelijke structuur wordt het Heidebos geselecteerd als structuurbepalend landschapsrelict op provinciaal niveau en tevens als ankerplaatsen. De dekzandrug Maldegem Stekene is een structuurbepalend reliëfselement, het Kloosterbos Heidebos wordt aangeduid als boscomplex, en de zone tussen de dekzandrug Maldegem Stekene en de Moervaartdepressie wordt aangeduid als markante GRUP Recreatie toelichtingsnota 17

18 terreinovergang. Binnen de gewenste natuurlijke structuur worden de bossen van de dekzandrug Maldegem-Stekene aangeduid als prioritaire bosuitbreidingsgebieden. Het gebied tussen het Kloosterbos en het Heidebos (Overslag) wordt aangeduid als natuurverbindingsgebied. Wat de gewenste toeristisch-recreatieve structuur betreft, zijn de belangrijke doelstellingen: het ondersteunen van het economisch en maatschappelijk belang van toerisme en recreatie; het streven naar een duurzame en kwalitatieve ontwikkeling van toerisme en recreatie; aandacht voor de eigenheid van de streek en de gebiedsgerichte werking; bevorderen van de samenhang in toeristisch-recreatieve netwerken; de versterking van de recreatieve voorzieningen omwille van het ruimtelijk-functioneel belang. 2.4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Het GRS Wachtebeke heeft een duidelijke visie omtrent de gewenste ontwikkeling van haar grondgebied. Hiernavolgend zullen enkel die elementen worden aangehaald die betrekking hebben op het plangebied en de omgeving ervan. Het GRS werd bij besluit van de deputatie goedgekeurd op 13/08/ Informatief gedeelte Bestaande open ruimtestructuur De centrale dekzandrug neemt de grootste oppervlakte in van het grondgebied van de gemeente. De bodem bestaat hoofdzakelijk uit droge en vochtige zandgronden. De hogere ligging en de grote doorlaatbaarheid van het moedermateriaal zorgen voor een sterke drainering van de dekzandrug. De droge zandgronden zijn bijna enkel geschikt voor heide en bos. De vochtige en natte zandgronden zijn ook geschikt voor bebossing, maar kunnen eveneens aangewend worden voor alle landbouwdoeleinden (akkerbouw, intensieve en extensieve groenteteelt, teelten onder glas, boomkwekerijen). Op de hoger gelegen dekzandrug komen nauwelijks waterlopen voor. > Het plangebied is gelegen op de centrale dekzandrug. Deze zone wordt beheerd door de polder van Moervaart en Zuidlede. De centrale dekzandrug vormt een eerder gesloten landschap met een vrij heterogeen karakter. Het landschap van de dekzandrug kan duidelijk onderscheiden worden van de Moervaartdepressie en van de polders, waar het landschap heel open is en tevens een homogener karakter vertoont. Het noordelijke en het zuidelijke deel van de dekzandrug vormen overgangszones naar de andere landschappen toe. Het Kloosterbos en het Heidebos vormen gesloten boscomplexen. Het zijn historische bossen, die vooral bestaan uit naaldbos. In het Heidebos komt ook tamelijk veel loofbos voor. In de bossen is het rechtlijnige patroon van ontginningsdreven nog duidelijk herkenbaar. In het zuiden zijn de bossen duidelijk begrensd, terwijl in het noorden een geleidelijke overgang aanwezig is naar een meer open landschap. Deze overgangszone wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een afwisseling van beboste percelen en open (landbouw)percelen. > het Heidebos is gelegen ten oosten van Axelsvaardeken, op korte afstand ten oosten van het plangebied. De landelijke ruitervereniging van Wachtebeke heeft momenteel zijn stek in dit bos. Een herlocalisatie is noodzakelijk daar het perceel eigendom is van Natuurpunt, die dit perceel op korte termijn wil omvormen. Dezelfde afwisseling van beboste percelen en open (landbouw)percelen tekent zich af in het gebied tussen het Kloosterbos en het Heidebos. De onregelmatige perceelsstructuur, de afwisseling tussen open zichten en gesloten bosgehelen, de aanwezigheid van bebouwing en infrastructuur creëren een heterogeen lappendeken met verschillende kenmerken. Dit gebied wordt in oost-westrichting doorsneden door de N49/E34, die een barrière vormt tussen de zuidelijke en de noordelijke open ruimte. In noordzuidrichting komen twee bebouwde linten voor, die de openheid van het landschap doorbreken: de bebouwing langs Langelede en deze langs GRUP Recreatie toelichtingsnota 18

19 Achterhoek Ramonshoek. > In deze zone met afwisseling van beboste percelen en open landbouwpercelen situeert zich het plangebied. Bestaande nederzettingsstructuur Het nederzettingspatroon van Wachtebeke wordt gekenmerkt door een lintvormige ontwikkeling vanuit kleine, historische nederzettingen. Tussen de woonlinten langsheen historische verbindingswegen overheerst de open ruimte. Enkel ter hoogte van Wachtebeke-centrum hebben zich de laatste decennia in deze tussenruimtes woonwijken ontwikkeld. > De ontwikkeling van de verkavling De Bergen is een voorbeeld van een woonwijk die zich de laatste jaren ontwikkeld heeft langs de Stationsstraat, de invalsweg van Overslag naar Wachtebeke. Voordien concentreerden woonwijken zich in de zone ten zuiden van de spoorwegbedding, tussen de spoorlijn en Walderdonk. Bestaande agararische structuur De percelen van de open ruimte, die niet ingenomen zijn door bebossing of bebouwing, worden meestal gebruikt door landbouw. Dit betekent dat een groot deel van het grondgebied van Wachtebeke gebruikt wordt voor agrarische doeleinden. De centrale dekzandrug wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door een kleinschalig en versnipperd bodemgebruik. De grondgebonden landbouw domineert hier echter. Intensieve veeteelt of para-agrarische activiteiten zijn nauwelijks aanwezig in Wachtebeke. Op een beperkt aantal plaatsen komen landbouwbedrijven met serres voor. Enkele van deze serres bevinden zich in de nabijheid van de kern van Wachtebeke. Bestaande recreatieve structuur Als voornaamste recreatief knooppunt dient in Wachtebeke het provinciale recreatiedomein Puyenbroeck te worden vermeld. Het domein is ca. 450 hectare groot en valt volledig onder provinciale bevoegdheid. Op het domein bevinden zich ondermeer sportterreinen, speeltuinen, zwemvijvers en een taverne. Al deze voorzieningen zijn echter uitsluitend te gebruiken door bezoekers van het domein en kunnen niet beschouwd worden als openbare gemeentelijke recreatieve infrastructuur. Voor de bewoners van de gemeente zijn er enkele sportterreinen waarop diverse sportverenigingen actief zijn. De gemeente beschikt niet over een gemeentelijke sporthal of een dergelijke infrastructuur. De meeste van de sportterreinen bevinden zich in het zuidelijke deel van de gemeente (omgeving Wachtebekecentrum). Het gaat over de volgende terreinen en gebouwen die gebruikt worden voor sport en recreatie: terreinen voetbalclub S.K. Wachtebeke, Stationsstraat 96; terreinen tennisclub I.T.C., Melkerijstraat 31; atletiekterrein, Kalve 63; paardrijdressuur, Puttestraat; clubhuis F.K. Langelede vzw (bolderclub, schieterij), Langelede 103. Voorts worden de polyvalente zalen in bestaande openbare gebouwen gebruikt voor indoor-sportactiviteiten: sportzolder cultuurcentrum, zaal in de scholen Sint-Laurens centrum, lyceum Sint-Laurens, t Zwaluwnest, Sint- Laurens Overslag en school Langelede. > ondertussen deden zich een aantal wijzigingen voor in de recreatiestructuur: het voetbalterrein, Stationsstraat 96, is geherlocaliseerd naar een locatie binnen het BPA De Bergen aan de overzijde van de Stationsstraat (waar via onderhavig RUP een uitbreiding voorzien wordt); Op de voormalige site wordt heden een verkaveling ontwikkeld. Het atletiekterrein, Kalve 63, is niet meer aanwezig op betreffende locatie. De atletiekvereniging is opgehouden te bestaan. Paardrijdressuur in de Puttestraat is aldaar gelegen in natuurgebied en wordt middels onderhavig RUP geherlocaliseerd. Het clubhuis F.K. Langelede is opgedoekt. Bestaande lijninfrastructuur Het plangebied is gelegen langsheen de Stationsstraat, deze route Stationsstraat-Ramonshoek verbindt Wachtebeke centrum met Overslag. > De vroegere spoorlijn Sint-Niklaas - Terneuzen is heden een fietsas. Deze GRUP Recreatie toelichtingsnota 19

20 Ruimtelijke structuur Wachtebeke Kaart 8: Bestaande ruimtelijke structuur Wachtebeke Bron: GRS Wachtebeke GRUP Recreatie toelichtingsnota 20

21 fietsas is reeds gerealiseerd tussen Langelede en Axelsvaardeken (= ter hoogte plangebied). Deze as wordt op termijn doorgetrokken tot in Moerbeke Richtinggevend gedeelte Basisdoelstellingen Versterken van de centrumrol in het gebied ten oosten van de kanaalzone Momenteel vervult de kern van Wachtebeke een centrumrol in de gemeente en voor de kleinere landelijke woonkernen en entiteiten ten oosten van de kanaalzone. Het gemeentebestuur wenst deze lokale centrumrol verder te ondersteunen door de uitbouw van het voorzieningenapparaat in de gemeente en door de ondersteuning van een kwalitatieve, aangename centrumsfeer. Het gemeentebestuur streeft naar de permanente aanwezigheid van verschillende soorten van lokale voorzieningen in Wachtebeke: openbare voorzieningen, culturele voorzieningen, sport- en recreatievoorzieningen, jeugdvoorzieningen, commerciële voorzieningen, horecazaken, diensten, enz. Daarnaast wenst het gemeentebestuur de kern aantrekkelijk in te richten en het groene karakter van de gemeente te benadrukken. Een duidelijke afbakening van het centrum en een kwalitatieve inrichting van het openbare domein kunnen de eigenheid van de Wachtebeke versterken en de aantrekkingskracht ervan vergroten. Hierdoor kan Wachtebeke-centrum zich verder positioneren als de belangrijkste kern van de gemeente, die eveneens enkele kleinere gehuchten en landelijke kernen van buurgemeenten bedient. Kwalitatief beheren van de aantrekkelijke open ruimtegebieden De gemeente Wachtebeke heeft een overwegend open karakter. Het landschap van de gemeente wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grote open ruimten. Het gemeentebestuur wenst de intrinsieke ruimtelijke kwaliteit van deze open ruimten te behouden en te versterken. De ruimtelijkfunctionele basis hiervoor wordt gevormd door het landschap, de natuur en de landbouw. De historische landschappen zijn structuurbepalend voor de gemeente. Ze hebben een hoge landschappelijke waarde. De ruimtelijke kwaliteit ervan moet geconsolideerd en waar mogelijk verder ontwikkeld worden. Er wordt gewerkt aan landschapsbehoud, landschapsherstel en landschapsontwikkeling. De optimalisatie van de rijkdom aan landschappelijke diversiteit draagt bij tot de leef- en verblijfskwaliteit van de gemeente. De natuurlijke structuur is misschien wel de grootste troefkaart voor de ruimtelijke identiteit van Wachtebeke. De natuurwaarden worden beschermd en er worden maatregelen genomen om nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden te creëren voor de natuur. De landbouw speelt een sleutelrol in de toekomstige ontwikkeling van de open ruimte. De gemeente heeft een historisch gegroeide traditie van landbouwbedrijven en het grootste gedeelte van het oppervlak wordt ingenomen door agrarische activiteit. Omwille van het sociaal-economische belang, moeten aan de sector voldoende ontwikkelingsmogelijkheden geboden worden, zodat de leefbaarheid van de landbouwbedrijven kan gegarandeerd worden. De landbouw blijft dan ook een belangrijke drager vormen van de open ruimte. Uitbouwen van het receatieve potentiëel Het aantrekkelijke landschap van Wachtebeke biedt tal van mogelijkheden voor het toeristisch-recreatief medegebruik van de open ruimte (wandelen, fietsen, paardrijden, pleziervaart, hoeve- en plattelandstoerisme,...). Specifieke waardevolle aanknopingspunten hiervoor zijn de vele bossen, de historische landschappen van de Moervaartdepressie en de polders en de verschillende waterwegen. Het toeristisch-recreatieve medegebruik moet steeds getoetst worden aan de landschappelijke, de natuurlijke en de agrarische structuren, die de ruimtelijkfunctionele basis vormen van de open ruimte. Ruimtelijke concepten Uitwerken van een centraal mozaïeklandschap Centraal op het grondgebied van de gemeente bevindt zich een openruimtegebied met een grote diversiteit van ruimtelijke elementen. In GRUP Recreatie toelichtingsnota 21

22 dit gebied komen waardevolle open-ruimtegehelen voor, restanten van de vroegere bebossing, woonlinten en verspreide bebouwing, lokale en bovenlokale infrastructuren, enz. De verdere ontwikkeling van dit gebied baseert zich op de aanwezige ruimtelijke fragmentatie. Er wordt gestreefd naar de uitbouw van een mozaïekpatroon, waarin open gebieden (zoals akker- en weilanden) afgewisseld worden met gesloten volumes (zoals bossen en bebouwingsgroepen). Dit levert een boeiend halfopen landschap op met steeds wisselende perspectieven, waarin de bestaande bebouwing en infrastructuur opgenomen worden. De uitwerking van een mozaïekpatroon baseert zich hoofdzakelijk op de versterking van de open-ruimtekenmerken in het kader van de selectie van het gebied als natuurverbindingsgebied tussen het Kloosterbos en het Heidebos in het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen. Gewenste open ruimtestructuur Als gemeente in het buitengebied staat voor de gemeente Wachtebeke het behoud, het beheer en het versterken van de structuur van de open ruimte voorop. Het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor de open ruimte is een aanvulling op het gewestelijk en het provinciale ruimtelijk beleid. Op lokaal niveau worden vijf landschapstypes onderscheiden, waaronder het mozaïeklandschap, waartoe het plangebied van onderhavig RUP behoort. Dit landschap kenmerkt zich door een sterke afwisseling tussen open landbouwpercelen en gesloten bosgebieden. Het gebied is versnipperd door de relatief sterke aanwezigheid van bebouwing en infrastructuur. De kwaliteiten van de open ruimte moeten versterkt worden door middel van landschapsopbouw, die de aanwezige bebouwing en infrastructuur kadert binnen het landschappelijke geheel Bindend gedeelte Selecties Het mozaïeklandschap is aangeduid als ruimtelijk structurerend landschap op lokaal niveau. De oude spoorwegbedding Zelzate Wachtebeke Moerbeke wordt aangeduid als landschappelijk lijnelement. De kleinere bossen tussen Kloosterbos en Heidebos worden geselecteerd als natuurelement op lokaal niveau. De sportzone binnen het BPA De Bergen wordt geselecteerd als lokale voorziening/gemeentelijk sportcentrum. De Stationsstraat Ramonshoek Overslagdijk wordt geselecteerd als lokale weg type II. Acties Om de gewenste openruimtestructuur voor Wachtebeke te realiseren, zal het gemeentebestuur maatregelen uitwerking om de verschillende landschapstypes uit te bouwen, met specifieke aandacht voor het centrale mozaïeklandschap. De gemeente zal de nieuwe sportterreinen realiseren zoals voorzien in het BPA De Bergen. > ondertussen zijn deze terreinen volledig gerealiseerd en blijkt een uitbreiding noodzakelijk. De oude spoorwegbedding Zelzate-Wachtebeke-Moerbeke wordt aangeduid als landschappelijk lijnelement. GRUP Recreatie toelichtingsnota 22

23 Ruimtelijke structuur Wachtebeke Kaart 9: Gewenste ruimtelijke structuur Wachtebeke Bron: GRS Wachtebeke GRUP Recreatie toelichtingsnota 23

24 3. ONDERZOEK NAAR RECREATIE 3.1 Bestaande recreatiesites Ten tijde van de opmaak van het structuurplan werden volgende lokale recreatieterreinen geïnventariseerd: terreinen voetbalclub S.K. Wachtebeke, Stationsstraat 96; terreinen tennisclub I.T.C., Melkerijstraat 31; atletiekterrein, Kalve 63; paardrijdressuur, Puttestraat; clubhuis F.K. Langelede vzw (bolderclub, schieterij), Langelede 103. Voorts worden de polyvalente zalen in bestaande openbare gebouwen gebruikt voor indoor-sportactiviteiten: sportzolder cultuurcentrum, zaal in de scholen Sint-Laurens centrum, lyceum Sint-Laurens, t Zwaluwnest, Sint- Laurens Overslag en school Langelede. De gemeente beschikt niet over een gemeentelijke sporthal. Het provinciaal domein Puyenbroeck bevindt zich eveneens binnen de gemeente Wachtebeke, op de grens met Lochristi. > ondertussen deden zich een aantal wijzigingen voor in de lokale recreatiestructuur: het voetbalterrein, Stationsstraat 96, is geherlocaliseerd naar een locatie binnen het BPA De Bergen aan de overzijde van de Stationsstraat (waar via onderhavig RUP een uitbreiding voorzien wordt); Op de voormalige site (Stationsstraat 96) wordt heden een verkaveling ontwikkeld. Het atletiekterrein, Kalve 63, is niet meer aanwezig op betreffende locatie. Deze club is opgehouden te bestaan. Het atletiekterrein was ook niet meer dan een weiland achter een woonlint gelegen en in natuurgebied. Paardrijdressuur in de Puttestraat is aldaar gelegen in natuurgebied, binnen een habitatrichtlijngebied en tevens binnen een geselecteerde ankerplaats en relictzone en dient te herlocaliseren. Het clubhuis F.K. Langelede vzw is opgedoekt. Zowel de tennisterreinen als de voetbalterreinen bevinden zich langsheen de fietsas welke is gerealiseerd op de voormalige spoorwegbedding. Ook de huidige ruiterterreinen bevinden zich langs deze as. Bij het voorzien van nieuwe lokale recreatieterreinen, is deze fietsas een belangrijke troef, die best behouden blijft. De plaats waar uitbreiding van recreatieterreinen voorzien is, bevindt zich: op de dekzandrug, waar de gronden gekenmerkt worden door droge zandgronden. Deze droge zandgronden zijn bijna enkel geschikt voor heide en bos; het gebied wordt gekenmerkt door een afwisseling van open landbouwpercelen en beboste percelen. Tevens is er bebouwing en infrastructuur aanwezig, waardoor er een homogeen lappendeken ontstaat. Door de uitbreiding van de recreatievoorzieningen in deze zone te voorzien, kan aan landschapsopbouw gedaan worden, nl. door het versterken van het verspreide bospatroon (= verdere uitbouw van het mozaïekpatroon). 3.2 Behoeftenonderzoek LRV Wachtebeke (ruitervereniging) Deze vzw is opgericht in Sinds 2006 beschikt de club ook over een eigen ponyvereniging, dit om de paardensport aan een breder en vooral jonger publiek te kunnen voorstellen. LRV heeft momenteel een 35-tal leden (25 ruiters en 10 ponyruiters). Dit ledenaantal zit in de lift. Er wordt gewerkt in niveaugroepen en dit zowel voor ponyruiters als paardenruiters. De site is momenteel 6000 m 2 groot (2 dressuurringen en een jumpingveld) en gelegen in natuurgebied (bereikbaar via voormalige spoorwegbedding (langzaam verkeer) of Axelsvaardeken (auto s)). De wagens en trailers parkeren momenteel in het bos ten noorden van de pistes. In het weekend vinden er soms wedstrijden plaats, tijdens de week is er ruimte voor training en oefening. Trainingen vinden in de zomer elke woensdag en vrijdagavond plaats. Er wordt een uiteenlopend gamma aangeboden (springen, dressuur, groepsdressuur) aan verschillende groepen, naargelang het niveau. In de winter wordt er één keer per week getraind in Westdorpe GRUP Recreatie toelichtingsnota 24

25 Bestaande recreatieterreinen Kaart 10: Situering huidige recreatieterreinen Bron: eigen onderzoek GRUP Recreatie toelichtingsnota 25

26 (Nederland). Concreet Bij herlocalisatie heeft de club opnieuw nood aan 2 dressuurringen (elke 20m op 60m). Tussen deze 2 ringen dient minstens 2 m vrije ruimte te zijn. Eén dressuurring zou aangelegd worden in gras, de andere in zand. In functie van de weersomstandigheden zou dan ofwel de graspiste ofwel de zandpiste gebruikt worden ofwel beiden. Verder is er nood aan een jumpingpiste. Deze heeft afmetingen van 60m op 60m. Deze piste zou constant gebruikt worden doorheen het jaar. Er is nood aan parking voor een 20-tal wagens met trailers (+/- 26m x 30m). Op langere termijn plant de club een overdekte piste (25m op 55m). De club heeft nood aan een opslagruimte (in natuurlijke materialen, 1 bouwlaag, beperkt in oppervlakte) > inplantingslocatie door club te bepalen; SK Wachtebeke (voetbal) Deze vereniging maakt gebruik van de nieuwe terreinen en accommodatie binnen het BPA De Bergen sinds de zomer van Op datum van 31/8/2014 telde de club 210 actieve/spelende leden. De club treedt in competitie in alle mogelijke categorieën, waardoor wekelijks 15 ploegen spelen en trainen op de voetbalvelden. Bijkomend traint en speelt nog een dameselftal en een veteranenelftal. De vereniging groeit jaarlijks. In vergelijking met 2009 telt de club meer dan 20% meer actieve leden (van 165 naar 210 voetballers). Dit toenemend aantal spelers dient allemaal gebruik te maken van dezelfde accommodatie. Bovendien voldoet slechts 1 terrein aan de officiële afmetingen om competitie te kunnen spelen (100m op 55m). Elk weekend tijdens het voetbalseizoen vinden er wedstrijden plaats. Elke ploeg traint 2 keer per week. Slechts één terrein beschikt over verlichting waardoor in de wintermaanden enkel op dat terrein kan getraind en gespeeld worden. Dit zorgt voor overbelasting van het terrein en een slechte staat met als gevolg dat het risico bestaat dat de wedstrijden moeten worden afgelast. Om deze redenen is de club genoodzaakt om tijdens de wintermaanden (november - februari) uit te wijken naar de kunstgrasterreinen op het Provinciaal Domein Puyenbroeck. Dit brengt een grote extra kost met zich mee voor de vereniging (huur terreinen). De huidige accommodatie beschikt verder niet over een schuilplaats voor supporters bij guur weer. De huidige parking meet 16m op 80m en is goed voor 64 parkeerplaatsen. Deze capaciteit is te gering op wedstrijddagen. Op die dagen moeten soms meer dan 100 voertuigen een parkeerplaats vinden. Dit zorgt voor onveilige situaties in de Stationsstraat en aanpalende straten. Concreet SK Wachtebeke heeft nood aan één extra voetbalterrein. Het huidige meest oostelijk gelegen terrein zou met een 6-tal meter moeten kunnen uitbreiden, teneinde ook volwaardige competitiematen te hebben. Deze uitbreiding is momenteel niet mogelijk, gelet op de ligging binnen het BPA. De uitbreiding zou immers in de voorziene bufferzone komen te liggen; De huidige parking zou moeten verdubbeld worden in oppervlakte; Huidige oppervlakte parking > 16m op 80m = 64 parkeerplaatsen (2 rijen van elk 32 P met tussengang van 6m). De inrichtingsschetsen voorzien in een parking van 32m x 80m (4 rijen van elk 32 P = 128 P) Er dient een overdekte tribune te komen; de voetbalsite zou moeten kunnen omheind worden (althans de hoofdterreinen) Atletiek en andere Tot voor enkele jaren bestond er een atletiekvereniging in de gemeente Wachtebeke. Deze vereniging had zijn stek op het adres Kalve 63 waar er een grasveld ter beschikking was. Uitgebreide atletiekinfrastructuur heeft de gemeente niet. Andere buitensportverenigingen hebben op dit moment geen noden gesignaleerd. De gemeente wil wel de mogelijkheid open laten dat een nieuwe sportvereniging zich ontwikkelt. GRUP Recreatie toelichtingsnota 26

27 Onderzoek bestaande recreatieterreinen Kaart 11: Bestaande situatie LRV Wachtebeke (ruitervereniging) Kaart 12: Bestaande situatie SK Wachtebeke (voetbal) Bron: GRUP Recreatie screening milieueffecten 27

28 3.3 Locatiealternatieven Locatiealternatieven zijn het aanleggen van sportterreinen op een andere locatie binnen de gemeente. Lokale recreatie dient echter gekoppeld te zijn aan een bestaande kern of aan een bestaand recreatieterrein. De verschillende zones voor recreatie welke herkenbaar zijn op het gewestplan (zie kaart 16), zijn alle zones voor verblijfsrecreatie. Behalve in het provinciaal domein Puyenbroeck in het uiterste zuiden van de gemeente, waar ook andere recreatie-activiteiten voorkomen, komt in deze zones enkel verblijfsrecreatie voor. Deze zones zijn excentrisch gelegen, ten noorden van de Expressweg en/of in het Kloosterbos. Deze zones zijn derhalve niet geschikt om nieuwe lokale recreatie onder te brengen. Een nieuwe recreatiesite dient aan te sluiten bij het hoofddorp Wachtebeke. Wanneer we inzoomen op de onmiddellijke omgeving van Wachtebeke centrum (zie kaart 13), blijkt dat de zones gelegen in woongebied volledig bebouwd zijn of in ontwikkeling zijn, behalve een gebied aansluitend bij de wijk De Warande (1). Dit gebied is in eigendom van een sociale huisvestingsmaatschappij en wordt in het GRS bestemd als te ontwikkelen op langere termijn. Dit wordt derhalve niet verder meegenomen in het onderzoek. Verschillende andere gebieden direct aansluitend bij het centrum (woonuitbreidingsgebieden/agrarische gebieden) zijn nog niet ontwikkeld. De afweging van deze gebieden houdt rekening met volgende aspecten: ligging nabij centrum (alle af te wegen gebieden sluiten aan bij het eigenlijke centrum) ligging nabij bestaande recreatie-infrastructuur ligging nabij fietsroute (oude spoorwegbedding of andere route)/ bereikbaarheid fietser/voetganger/ruiter bereikbaarheid voor autoverkeer landschappelijke impact impact op natuur en landbouw aanwezigheid van biologisch waardevolle gebieden visie GRS Alternatievenonderzoek Volgende zoekzones worden onderscheiden: Melkerijstraat noord (2) De Bergen oost (3) Stationsstraat oost (4) De Reepkens oost (5) Warande oost (6) Walderdonk - Groenstraat (7) Langelede - spoorweg (8) Locatie Afweging Conclusie 2 gelegen ten noorden van het centrum van Wachtebeke op korte afstand van voormalige spoorwegbedding, echter geen rechtstreekse toegang Gelegen langsheen functionele fietsroute Niet gelegen langsheen intergemeentelijke verbindingsweg weinig aaneengesloten open ruimte (door bossen), bemoeilijkt de aanleg van sportterreinen dekzandrug tussen Kloosterbos en Heidebos aanwezigheid van biologisch waardevolle en minder waardevolle bossen woonuitbreidingsgebied het GRS stelt dat dit gebied op korte termijn niet te ontwikkelen is voor nieuwe woningen voldoende ruimte tussen de waardevolle bossen? bereikbaarheid? GRUP Recreatie toelichtingsnota 28

29 Locatie Afweging Conclusie 3 gelegen ten noordoosten van het centrum bereikbaarheid van Wachtebeke voor zowel autoverkeer aansluitend bij bestaande recreatie als langzaam direct toegankelijk vanaf oude verkeer is pluspunt spoorwegbedding bossen kunnen direct aansluitend bij ruiterpad in aanleg geïntegreerd worden gelegen langsheen functionele fietsroute in ontwerp (Stationsstraat) uitbreiding gelegen langsheen wandel- en fietsroute integreerbaar met (Isegrimroute) bestaande recreatie gelegen langsheen intergemeentelijke verbindingsweg, toegankelijk vanaf bestaande recreatiesite waardevolle bossen aanwezig, echter beperkt in oppervlakte waardoor integreerbaar in recreatiesite voldoende ruimte om sportterreinen aan te leggen dekzandrug tussen Kloosterbos en Heidebos agrarisch gebied GRS: kleinschalig landbouwgebied, aangestipt als te ontwikkelen recreatiesite Locatie Afweging Conclusie 4 gelegen ten oosten van het centrum van bereikbaarheid? Wachtebeke beperkte landschappelijke impact tussen woonlint en spoorwegberm dekzandrug tussen Kloosterbos en Heidebos direct toegankelijk vanaf oude spoorwegbedding direct aansluitend bij ruiterpad in aanleg gelegen langsheen functionele fietsroute (Molenhoek-Kalve) gelegen langsheen wandel- en fietsroute (Isegrimroute) niet rechtstreeks bereikbaar vanaf intergemeentelijke verbindingsweg mindere bereikbaarheid voor autoverkeer, toegang te creëren doorheen bestaande woonlint niet biologisch waardevol woonuitbreidingsgebied; het GRS stelt dat dit gebied niet te ontwikkelen is voor nieuwe woningen 5 gelegen ten oosten van het centrum van bereikbaarheid? Wachtebeke geen relatie met voormalige spoorwegbedding mindere bereikbaarheid voor autoverkeer, toegang te creëren doorheen bestaande woonlint gelegen langsheen functionele fietsroute (Molenhoek-Kalve) gelegen langsheen wandel- en fietsroute (Isegrimroute) niet rechtstreeks bereikbaar vanaf intergemeentelijke verbindingsweg niet biologisch waardevol agrarisch gebied GRS: valleigebonden landbouwgebied GRUP Recreatie toelichtingsnota 29

30 Locatie Afweging Conclusie 6 gelegen ten zuidwesten van centrum van Wachtebeke geen relatie met voormalige spoorwegbedding kan link vormen tussen de Warande en Wachtebeke centrum gelegen nabij de vallei van de Langelede/ Pachtgoedbeek niet rechtstreeks bereikbaar vanaf intergemeentelijke verbindingsweg, bereikbaar vanaf de Merelstraat gelegen langsheen recreatieve fietsroute (langs Langelede) agrarisch gebied GRS: open ruimtelob tot tegen eigenlijke centrum (= kwaliteit!) GRS: kleinschalig landbouwgebied 7 gelegen ten westen van centrum van Wachtebeke geen relatie met voormalige spoorwegbedding nabij de vallei van de Langelede gelegen langsheen Walderdonk gelegen langsheen intergemeentelijk verbindingsweg Walderdonk, gebied slechts bereikbaar na creëren doorgang doorheen bestaande woonlint gelegen langsheen recreatieve fietsroute (langs Langelede) agrarisch gebied GRS: open ruimtelob tot tegen eigenlijke centrum (= kwaliteit!) GRS: kleinschalig landbouwgebied bereikbaarheid? nabij valleigebied open ruimtelob is te behouden als kwaliteit bereikbaarheid? nabij valleigebied open ruimtelob is te behouden als kwaliteit Locatie Afweging Conclusie 8 gelegen ten noordwesten van centrum van Wachtebeke direct toegankelijk vanaf voormalige spoorwegbedding gelegen langsheen functionele fietsroute (langs Langelede) niet rechtstreeks bereikbaar vanaf intergemeentelijke verbindingsweg dekzandrug tussen Kloosterbos en Heidebos biologisch waardevolle en zeer waardevolle bossen aanwezig agrarisch gebied GRS: kleinschalig landbouwgebied Conclusie bereikbaarheid? Locatie 3 komt als meest geschikt naar voor uit het alternatievenonderzoek. De bestaande voetbalterreinen binnen BPA De Bergen zullen bovendien behouden blijven. Bij de keuze voor een andere locatie, zou één en dezelfde voetbalclub vanuit 2 verschillende locaties moeten werken, wat geen ideale situatie is. Dit gegeven is een extra meerwaarde bij de locatiekeuze. Voor de ruitervereniging is de site van onderhavig RUP eveneens uitstekend gelegen. Ook de bereikbaarheid voor langzaam verkeer is goed bij dit alternatief. Met onderhavig RUP is het bovendien de bedoeling dat de verschillende sportverenigingen die zich op de site zullen vestigen, gebruik maken van dezelfde parkeergelegenheid, wat een zorgvuldig ruimtegebruik ten goede komt. Indien voor een alternatieve locatie gekozen wordt, ontstaat een versnippering van de lokale recreatie in de gemeente, daar waar momenteel gezocht wordt naar een centralisatie, waarbij een concentratie gelinkt aan de voormalige spoorwegbedding/fietsas een meerwaarde biedt. GRUP Recreatie toelichtingsnota 30

31 Locatiealternatieven N C 8 2 SK Wachtebeke SK Wachtebeke 3 tennis tennis 4 N N N Moervaart Langelede O meter O meter Kaart 13: Zoeklocaties nieuwe recreatiesite op gewestplan/orthofoto Kaart 14: Zoeklocaties op GRB Bron: AGIV en eigen opzoekingen Bron: AGIV en eigen opzoekingen GRUP Recreatie screening milieueffecten 31

32 Locatiealternatieven 4. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND VAN HET PLANGEBIED Wachtebeke RUP Recreatie Legende 8 2 SK Wachtebeke 3 gemeentegrens 4.1 Algemeen bestaand recreatieterrein relictzone habitatrichtlijngebied tennis ankerplaats 4 contour plangebied Verkaveling De Bergen fase II in opbouw Bron: GRB 08/2014 Verkaveling De Bergen fase II in opbouw Blad 4: Register van (delen van) percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd Ruimtelijk planner: Annelies De Clercq O meter 1: Datum: 04/09/2015 Port Arthurlaan Gent Tel. (09) Fax (09) info@veneco.be Kaart 15: Zoekzones op BWK Langzaam verkeersverbinding ten noorden van het plangebied met links toegang tot nog 1 woning Bron: AGIV en eigen opzoekingen GRUP Recreatie screening milieueffecten 32

33 Bestaande parking met links groenbufferzone in ontwikkeling Voormalige spoorwegbedding, huidige fietsas met achteraan rechts de bosstructuren welke in plan worden opgenomen Het plangebied wordt gebrensd door een langzaam verkeersverbinding zowel in het noorden als in het zuiden. De verbinding in het noorden verbindt de Stationsstraat met het Axelsvaardeken. Zowel in het oosten (kant Axelsvaardeken) als in het westen (kant Stationsstraat) worden via deze weg nog enkele woningen bereikt. Aldaar bestaat het wegdek nog uit steenslag. De langzaam verkeersverbinding in het zuiden bestaat uit een fietspad gerealiseerd op een voormalige spoorwegbedding. Ten westen van het plangebied is een tweede fase van een verkaveling in ontwikkeling. Binnen het plangebied bestaat het grondgebruik uit reeds bestaande recreatieterreinen & aanhorigheden en uit landbouwgronden. Wedstrijdterrein met rechts, achter groenbuffer de voormalige spoorlijn Aanleg wegenis binnen verkaveling De Bergen fase II Verkaveling De Bergen fase I (achterliggend) Historische bebouwing langsheen de Stationsstraat GRUP Recreatie toelichtingsnota 33

34 5. BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND VAN HET PLANGEBIED 5.1 Plannen 5.2 Gewestplan Voor Wachtebeke geldt het gewestplan Gentse en Kanaalzone (KB 14/09/1977). Het gewestplan werd enkele malen gedeeltelijk gewijzigd, een laatste maal in 2001 (MB 26/06/2001). Het volledige plangebied werd bestemd als agrarisch gebied. Een deel (reeds bestaande recreatieterreinen) is echter gelegen binnen het BPA De Bergen (zie verder) Goedgekeurde BPA s of GRUP s Het plangebied vervangt gedeeltelijk het BPA De Bergen. Dit BPA werd goedgekeurd bij MB d.d. 23/1/2007. Het BPA was opgemaakt voor de realisatie van woonverkavelingen en gemeentelijke sportterreinen. Het BPA is nagenoeg volledig gerealiseerd. Enkel binnen fase II van de verkaveling, bevinden zich nog een aantal vrije loten. De wegenis is volledig aangelegd. Ook de sportinfrastructuur is volledig gerealiseerd. De bestemmingen van het plangebied volgens het BPA zijn zone voor sportinfrastructuur, zone voor buffergroen en zone voor ingegroende parking. De zone voor sportinfrastructuur is bestemd voor niet gemotoriseerde openlucht sporten. Binnen deze zone is het volgens het BPA toegelaten om 2 bouwwerken (enerzijds open tribune en anderzijds clublokaal) op te richten met een max. oppervlakte van resp. 150 m 2 en 600 m 2. De verharding beperkt zich tot 1% van de oppervlakte van deze zone, waarbij specifieke verharding t.b.v. de sportuitoefening steeds is toegelaten. De zone voor buffergroen zorgt voor een visuele buffer rond de sportaccommodatie en parking Goedgekeurde provinciale en gewestelijke RUP s Niet van toepassing Goedgekeurde verkavelingen Palend aan het plangebied (westen) zijn er 2 residentiële verkavelingen goedgekeurd. Het gaat om verkaveling De Bergen fase I en verkaveling De Bergen fase 2 (opgedeeld in fase 2a en 2b). Fase 1 (60 kavels) is nagenoeg gerealiseerd. Fase 2 (40 kavels) is opgesplitst in 2a en 2b. 80% van de loten van fase 2a is verkocht. Kaart 16: BPA De Bergen GRUP Recreatie toelichtingsnota 34

35 Gewestplan Kaart 17: Gewestplan Gentse en Kanaalzone met situering BPA De Bergen Bron: Agiv en eigen bewerking GRUP Recreatie toelichtingsnota 35

36 5.2.4 Beschermde monumenten, landschappen & landschapsrelicten en inventaris bouwkundig erfgoed Binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving ervan komen geen beschermde monumenten of dorpsgezichten voor. Het plangebied is gelegen op de grens van de relictzone R40024 Plassen-Heidebos en de ankerplaats A40014 Heidebos. Het gebied maakt deel uit van het traditioneel landschap Grote dekzandrug van Maldegem-Stekene ten oosten van het kanaal Gent- Terneuzen VEN, Vogelrichtlijn, Habitatgebied Heden is dit bos gehalveerd Atlas der onbevaarbare waterlopen Volgende waterlopen bevinden zich in de directe omgeving, allen ten zuiden van het plangebied: De Moervaart (BV81), een bevaarbare waterloop het Axelsvaardeken (O1303), een waterloop van 3de categorie diverse niet geklasseerde waterlopen beheerd door de polder van Moervaart en Zuidlede Niet van toepassing. Het meest nabije habitatrichtlijngebied (bossen en heiden van zandig Vlaanderen - oostelijk deel), waar het Heidebos en tevens erkend natuurreservaat deel van uitmaakt, is gelegen op ongeveer 400m ten oosten van het plangebied. Het Heidebos maakt tevens deel uit van het VEN-netwerk (grote eenheid natuur) Waterwingebied of beschermingszone Niet van toepassing Biologisch waardevolle gebieden De biologische waarderingskaart toont binnen het plangebied een biologisch zeer waardevol perceel en een perceel gekenmerkt als complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. Deze 2 percelen zijn echter gesitueerd op de plaats waar heden de sportinfrastructuur reeds is aangelegd (parking en voetbalterreinen). Deze situatie is dus achterhaald. Meer oostelijk bevinden zich biologisch waardevolle bosjes (grof dennenbestand met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken - kartering aug 1999). Deze bosjes worden als dusdanig behouden. 2 bosjes (meest oostelijk gelegen) worden als annexen bij het plangebied genomen, maar zullen geen deel uitmaken van de effectieve recreatiesite. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een biologisch waardevol perceel (naaldhoutbestand zonder duidelijke ondergroei - kartering 2002). GRUP Recreatie toelichtingsnota 36

37 Fauna en flora Kaart 18: Ligging t.o.v. habitatrichtlijngebied Bron: GRUP Recreatie toelichtingsnota 37

38 Fauna en flora Kaart 19: Biologische waarderingskaart Bron: AGIV GRUP Recreatie toelichtingsnota 38

39 Landschap en cultureel erfgoed Kaart 20: Landschapsatlas Bron: AGIV GRUP Recreatie toelichtingsnota 39

40 Oppervlakte- en grondwater Kaart 21: Vlaamse hydrografische atlas Bron: AGIV GRUP Recreatie toelichtingsnota 40

41 Bodem Kaart 22: Bodemkaart Bron: AGIV GRUP Recreatie toelichtingsnota 41

42 6. BOSEVOLUTIE Bosevolutie Zoals reeds verschillende keren gezegd, is het plangebied gelegen op de dekzandrug van Maldegem naar Stekene. Deze dekzandrug is deels gesitueerd ten westen en deels ten oosten van het kanaal Gent-Terneuzen. Dit complex is enkele kilometers breed en meer dan 100 km lang en bestaat uit een reeks westzuidwest-oostnoordoost georiënteerde stuifzandruggen. Het hoogteverschil met de omgeving is slechts enkele meters. De dekzandrug vormt dan ook voornamelijk een dominant element binnen het microreliëf. Op de droge stuifzandruggen komt voornamelijk bos voor. Het plangebied is gelegen in het gedeelte ten oosten van het kanaal. De laatste decennia is de bebossingsgraad op deze rug sterk verminderd. Dit wordt aangetoond voor diverse kaarten. Alhoewel het plangebied van het RUP veel te klein is om structureel een halt te kunnen roepen aan de verdere ontbossing, is het opzet van onderhavig RUP mede het bestendigen van de bestaande bosjes voor de toekomst. Dit niet alleen o.w.v. hun historische waarde, maar evenzeer omwille van hun huidige landschappelijke waarde en potenties tot landschappelijk inkleden van de recreatiesite. Op de kaart is de bebossing ten tijde van Ferraris (1775) te zien, deze ten tijde van Vandermaelen (1850), bij het begin van de tweede wereldoorlog en de huidige bebossing. Tot minstens 1850 was het volledige plangebied bebost. In de periode tot aan de tweede wereldoorlog zien we dat de bossen grotendeels verdwenen en gereduceerd waren tot verspreide percelen, maar geen aaneengesloten geheel meer vormden. De drie bosjes in het plangebied zijn restanten van de vroegere bebossing (1975). Kaart 8: Bron: GRUP Recreatie toelichtingsnota 42

43 7. WATERTOETS 8. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verrichtingen op,die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied volgende vaststellingen worden gemaakt: het plangebied is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied. de bodemkaart toont dat de samenstelling van de ondergrond bestaat uit droog zand, wat betekent dat de infiltratiecapaciteit groot is. het plangebied is gelegen in vlak gebied en behoort niet tot de winterbedding van een grote rivier. Bij uitvoering van het RUP zal de hoeveelheid verharding slechts in beperkte mate toenemen, nl. ter hoogte van de eventuele bebouwing, bijkomende parking en terrassen & toegangspaden. De sportterreinen zelf worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen (voetbalterreinen op gras en ruiterpiste op gras en/=of zand). Het water dat op de terrassen en toegangspaden valt, zal kunnen infiltreren in de naastliggende graszones. De parking wordt maximaal aangelegd in waterdoorlatende materialen of met infiltreerbare randzones. Er kan dan ook met een zeer grote waarschijnlijkheid gesteld worden dat de uitvoering van het RUP geen negatieve effecten op de waterhuishouding met zich meebrengt. 8.1 Algemeen Het RUP heeft als doel bijkomende recreatie mogelijk te maken aansluitend op een bestaande recreatiesite. Aan de hand van een aantal basisgegevens en -principes zijn inrichtingsvoorstellen opgemaakt. Deze voorstellen zijn richtinggevend, maar hebben wel de uiteindelijke contour van het plangebied bepaald. 8.2 Basisprincipes Voetbalterrein 1 blijft op huidige locatie; Uitbreidingszone (overdekte) tribune/kleedkamers/cafetaria tussen voetbalterrein 1 en 2 > bereikbaar vanaf openbare weg; Geen rechtstreekse inkijk vanop de finse piste naar de competitieterreinen voetbal > kan opgelost worden via talud; Indien mogelijk, zoeken naar ruimte voor een extra voetbalterrein; Indien mogelijk, ruimte voorzien voor een evenementenweide/ overloopparking bij ruitertreffen LRV Noord-zuid verbinding voor langzaam verkeer over het volledige terrein (link tussen fietsas/voormalige spoorwegbedding in het zuiden en aardeweg in het noorden); Minstens 2 voetbalterreinen + terreinen LRV dienen te kunnen worden verlicht; Voetgangerszones verbinden de parking met de voetbalterreinen enerzijds en met de terreinen van LRV anderzijds; In de nabijheid van de verkaveling De Bergen dient gezocht naar een locatie voor een speelweide. Het beleid heeft gekozen om de contour van het plangebied te voorzien volgens inrichtingsschetsen 5 en 6. Daarin kan de vraag van LRV GRUP Recreatie toelichtingsnota 43

44 Richtinggevende inrichtingsschetsen Kaart 23: alternatieve inrichtingsvoorstellen GRUP Recreatie screening milieueffecten 44

45 (2 nieuwe dressuurringen, een jumpingpiste en de mogelijkheid tot overbouwen van een piste perfect worden ingevuld. Bovendien is er ruimte om een overloopparking te voorzien. Ook is er nog ruimte voor een evenementenweide, die tevens kan gebruikt worden als 3de voetbalveld. Scenario s 1 en 2, waar het ruitergebeuren in het zuiden wordt voorzien, vragen een grotere oppervlakte. In deze scenario s is de trailerparking te ver verwijderd van de ruiterpistes, wat naar veiligheid toe niet optimaal is. Scenario s 3 en 4 zijn iets kleiner in oppervlakte dan de uiteindelijke keuze van contour die gemaakt is. De finale keuze geeft nog wat extra ruimte voor niet georganiseerde sporten, bv. finse piste iets verder weg van voetbal- en ruitergebeuren. Naast de recreatiebestemming wordt in de voorschriften opgenomen dat een tijdelijk gebruik als landbouwgrond (bouwvrij) van nog niet benutte percelen, steeds mogelijk blijft. 8.3 Zones Volgende zones worden onderscheiden: Art. 1: zone voor recreatie Deze zone omvat zowel de reeds bestemde recreatieterreinen in het BPA De Bergen als de uitbreiding. De zone is bedoeld voor openluchtrecreatie, sport en spel met de daartoe horende infrastructuur. Beperkt is bebouwing toegelaten verspreid over maximum 2 bebouwingsclusters. Gronden die in eerste instantie niet worden aangewend voor de opgegeven bestemming, kunnen hun landbouwgebruik behouden. Art. 2: groenbuffer Deze groenbufferzone is een overdruk op de recreatiebestemming en bedoeld als visuele buffer tussen het recreatiegebeuren en de woonwijk in het westen. Kaart 24: talud tussen finse piste en voetbalterreinen (foto: Laarne) Art. 3: landschappelijke buffer Deze buffer is een overdruk op de recreatiebestemming en eerder bedoeld om de site landschappelijk in te kleden en de overgang naar het Heidebos te maken, dan om de recreatieactiviteiten weg te steken. De buffer is veeleer indicatief. Een exacte breedte is dan ook niet opgegeven. GRUP Recreatie toelichtingsnota 45

46 Art. 4: zone voor bos De bestaande bosjes zijn in dit artikel opgenomen. Art. 5: langzaam verkeersverbinding De langzaam verkeersverbinding is indicatief weergegeven. Deze indicatieve aanduiding duidt op een verplicht te realiseren langzaam verkeersas tussen het noorden van het plangebied en het fietstraject op de voormalige spoorwegbedding. Deze verbinding kan samenvallen met de huidige buurtweg (Sentier nr. 28), dan wel met de te verplaatsen buurtweg. 9. RUIMTEBALANS De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit RUP op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in onderstaande ruimtebalans. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 7,75 ha. categorie gebiedsaanduiding huidige bestemming plangebied (ha) bestemming RUP (ha) verschil (ha) recreatie 3 6,67 + 3,67 landbouw 4,75 0-4,75 bos 0 1,08 + 1,08 GRUP Recreatie toelichtingsnota 46

47 10. REGISTER VAN (DELEN VAN) PERCELEN WAAROP EEN BESTEMMINGSWIJZIGING WORDT DOORGEVOERD 11. OPGAVE VAN VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUP EN DIE OPGEHEVEN WORDEN Het betreft, conform art , 7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, een register van (delen van) percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie. De bestemmingswijzigingen die met onderhavig RUP doorgevoerd worden zijn: van landbouwgebied naar recreatiegebied en dit voor een totale oppervlakte van 3,6 ha. Zoals uit de ruimtebalans kan afgeleid worden, vindt er ook een bestemmingswijziging plaats van landbouw naar bos. De bestemmingswijziging van landbouw naar bos, overig groen of reservaat en natuur mag echter in het grafisch register enkel worden gevisualiseerd op het niveau van landbouwgebruikspercelen. Daar de percelen waarop een bestemmingswijziging naar bos wordt doorgevoerd, heden geen landbouwgebruik kennen, wordt deze bestemmingswijziging dan ook niet gevisualiseerd. Bij goedkeuring van onderhavig RUP worden volgende voorschriften opgeheven: De bepalingen van het gewestplan Gentse en Kanaalzone (KB 14/9/1977) voor die percelen die gelegen zijn binnen het plangebied en niet binnen de contouren van het BPA De Bergen. Het betreft de bestemming agrarisch gebied. De bepalingen van het BPA De Bergen voor die percelen die gelegen zijn binnen het plangebied. Het betreft art. 12 zone voor sportinfrastructuur, art. 11 zone voor buffergroen en art. 8 zone voor ingegroende parking. GRUP Recreatie toelichtingsnota 47

48 12. SAMENVATTING ADVIEZEN SCREENINGSNOTA 12.1 Verloop Het screeningsdocument werd digitaal overgemaakt ter advies aan volgende instanties: o Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, dienst ruimtelijke ordening en stedenbouw o Ruimte Vlaanderen, afdeling participeren lokaal Oost-Vlaanderen o Sport.Vlaanderen o Agentschap voor Natuur en Bos Oost-Vlaanderen o Departement Landbouw en Visserij o Polder van Moervaart en Zuidlede (op advies van de provincie) 12.2 Samenvatting adviezen Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de adviezen. Instantie Datum advies Samenvatting Provinciebestuur Oost-Vlaanderen De provincie vraagt om ook het advies van de polder van Moervaart en Zuidlede op te vragen. > dit is gebeurd bij mail van 4/3/2016 Door de dienst Integraal Waterbeleid wordt aangedrongen om bij realisatie van verharde oppervlaktes van meer dan 1000 m 2, bovenop de geldende verordening meer gebiedsgerichte maatregelen te nemen om zo de (versnelde) afvoer naar de waterlopen te vermijden of te beperken. De maatregelen worden opgesomd in het provinciaal beleidskader. > in de toelichting bij de verordenende voorschriften zal verwezen worden naar dit provinciaal beleidskader. In de plannen wordt voorzien om een drainagesysteem aan te leggen onder de voetbalvelden en ruiterpistes. De omgeving watert af naar de Moervaart. Gezien het hele gebied niet gravitair afwatert, maar via pompgemalen, dient doordacht omgegaan te worden met aanleg van nieuwe oppervlaktes die kunnen aanleiding geven tot versnelde afvoer naar deze waterloop. Het effect van het drainagesysteem kan gemilderd worden door het drainagesysteem aan te sluiten op een infiltratievoorziening die gedimensioneerd wordt op de helft van de te draineren oppervlakte. > Om uit te maken of het wel nuttig is een drainagesysteem aan te brengen en hoe, zal eerst inzicht verkrijgen worden in de structuur en de grondsamenstelling. Kan het water in de grond wegzakken? Bij normale lichte zandgronden en kleiachtige zandgronden vormt dat meestal geen probleem. Bij zware of kleiige grond ligt dat enigszins anders. Het plangebied wordt gekenmerkt door droog zand en vochtig zand. Het bestaande voetbalterrein (hoofdterrein) is slecht aangelegd; de bodem laat hier maar moeizaam water door, doordat de aangevoerde grond van slechte kwaliteit is. De toplaag is bij hevige regen bijna steeds verzadigd, maar de grondlagen eronder zijn droog. Bij verbeteren of vervangen van de toplaag, kan mogelijks het probleem reeds verholpen zijn. Na onderzoek van de bodem, zal beslist worden of een aansluiting van een eventueel drainagesysteem op een infiltratiebekken gewenst is. Deze optie zal toelichtend mee opgenomen worden in het RUP. Er wordt akkoord gegaan met de conclusie dat er geen plan MER dient opgemaakt te worden. GRUP Recreatie toelichtingsnota 48

49 Ruimte Vlaanderen APL Oost-Vl Uit de alternatievenafweging blijkt dat diverse woonuitbreidingsgebieden niet weerhouden worden voor recreatie. Het GRS voorziet tevens dat deze woonuitbreidingsgebieden niet moeten worden aangesneden. Deze gebieden zijn ook niet nodig voor woningbouw. Voorliggend RUP leidt tot bijkomend aansnijden van agrarisch gebied en dit naast het agrarisch gebied dat eerder al werd herbestemd voor de ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein. Het is wenselijk om een eventuele herbestemming van de woonuitbreidingsgebieden naar een open ruimtebestemming mee te nemen in het programma van de merscreening. Dit kan dan dienen als planologische compensatie voor het eerder verloren gegane agrarisch gebied. Sport.Vlaanderen Geen opmerkingen Gunstig advies ANB Vlaanderen Oost- De omzendbrief RO/2010/01 Ruimtelijk beleid binnen de agrarische gebieden waarvoor de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen herbevestigd zijn neemt als algemeen uitgangspunt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om de bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Onderhavig RUP is niet gelegen in herbevestigd agrarisch gebied, maar binnen een actiegebied. Een planologische compensatie is hier dan ook niet aan de orde. Geen tijdig advies ontvangen. Gerappelleerd per mail op Na 30 dagen nog steeds geen advies ontvangen. Departement Landbouw en Visserij Polder Moervaart Zuidlede van en Geen tijdig advies ontvangen. Gerappelleerd per mail op Het departement brengt geen advies uit in het kader van de screening plan-mer, maar zal advies uitbrengen in het kader van de adviesprocedure m.b.t. het RUP. Het departement geeft wel een aantal aandachtspunten mee. Het is noodzakelijk voldoende rekening te houden met de landbouwsituatie bij de uitwerking van het plan. > dit zal meegenomen worden in de toelichtingsnota van het RUP Geen tijdig advies ontvangen. Gerappelleerd op 15/4/2016. Mondeling advies op 21/4/2016. Schriftelijk advies wordt nagestuurd. > De polder laat op 21/4/2016 telefonisch weten dat hun advies gunstig is. Er bevinden zich geen waterlopen in het gebied. Indien rekening gehouden wordt met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening, is dit OK voor hen Analyse en motivering waarom geen plan-mer nodig is Het RUP kan terdege kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, nl. voor rubriek 10b (stadsontwikkelingsprojecten m.i.v. parkeerterreinen) van bijlage III. Het RUP bepaalt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau of houdt een kleine wijziging in. In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden, zodat er geen passende beoordeling vereist is. Conclusie Het RUP valt onder de screeningsplicht. Bij de screening werd door alle instanties geoordeeld dat een plan-mer niet nodig geacht wordt. GRUP Recreatie toelichtingsnota 49

50 12.4 Uitwerking RUP Volgende aspecten uit de screeningsnota zijn bepalend bij de verdere uitwerking van het RUP: De hoeveelheid aan bijkomende verharde oppervlakte zal vrij gering zijn. De provincie vraagt om te verwijzen naar hun provinciaal beleidskader dat geldt bij verharde oppervlaktes groter dan 1 ha. Dit beleidskader zal in de toelichtingsnota vermeldt worden. Er wordt in het toelichtend deel bij de stedenbouwkundige voorschriften verduidelijkt dat onderzoek van de infiltratiecapaciteit van de bodem belangrijk is bij de aanleg van sportterreinen. De stedenbouwkundige vergunning zal moeten verduidelijken of aarde wordt afgegraven of niet en hoe het water dat op de sportterreinen valt, zal infiltreren. 13. BESLISSING VAN DE BEVOEGDE ADMINISTRATIE INZAKE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE GRUP Recreatie toelichtingsnota 50

51 14. BESLISSING VAN DE BEVOEGDE ADMINISTRATIE INZAKE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE GRUP Recreatie toelichtingsnota 51

52 GRUP Recreatie toelichtingsnota 52