Gender in opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gender in opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties"

Transcriptie

1 Gender in opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties Een oriënterende analyse van de vervlechting van genderaspecten in de opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties van het ministerie van Defensie Radar in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - DCE December 2003

2 Gender in opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties Een oriënterende analyse van de vervlechting van genderaspecten in de opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties van het ministerie van Defensie Amsterdam, januari 2004 Dit rapport is geschreven in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, en onder auspiciën van het Ministerie van Defensie, Directoraat Generaal Personeel & Materieel. Colofon Radar Marieke Blanken, Marieke Megens & Marja Oomens Veemarkt DB Amsterdam tel.: fax:

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 1. De voorgeschiedenis: internationale en nationale aandacht voor gender in crisisbeheersingsoperaties Inleiding Gender op de internationale agenda Betrokkenheid van het ministerie van Defensie bij het onderwerp gender De faciliterende en stimulerende rol van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Oriënterende analyse van de vervlechting van gender-aspecten in de opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties Inleiding Vraagstelling Aanpak van de analyse Van gender blind naar gender bewust Inleiding Wat is gender? Gender mainstreaming Conclusies De ervaringsdeskundigen: draagvlak voor het werken met genderaspecten Inleiding Draagvlak voor het thema gender Genderaspecten binnen de missie-eenheid Genderaspecten in het contact met de lokale bevolking Aandacht voor genderaspecten in de opleiding 48

4 4.6 Leidinggeven aan een crisisbeheersingsoperatie De bedrijfscultuur van de krijgsmacht: waarden en normen Conclusies 52 5 Opleiding en vorming binnen Defensie: een voedingsbodem voor de deskundigheidsbevordering inzake gender Inleiding De initiële opleidingen De loopbaanopleidingen Functiegerichte opleidingen: geestelijk verzorgers, bedrijfsmaat-schappelijk werkers, psychologen en personeelsfunctionarissen De opleidingspraktijk van de missiegerichte opleidingen Gender bewustzijn bij de opleiders Gender bewustzijn bij de beleidsmakers deskundigheids-bevordering Conclusies Samenvatting; conclusies en aanbevelingen De voorbereiding op de crisisbeheersingsoperaties Begrip van (de meerwaarde van) gender voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties Uitbreiden van draagvlak en voedingsbodem voor genderdenken, doen en laten Bedrijfscultuur en aandacht voor genderaspecten in de crisisbeheersingsoperaties Samen het wiel uitvinden 81 Bijlage 1: Begeleidingscommissie en geïnterviewden 82 Bijlage 2: Gebruikte bronnen 85 Bijlage 3: Vragenlijst voor de interviews met de ervaringsdeskundigen 88

5 Voorwoord The sooner I can get rid of the questions that are outside the military in scope, the happier I will be! Sometimes I think I live 10 years each week, of which at least 8 are absorbed in political en economic matters and what a lot of headaches I found. Water supply shortage. No power. No food. No fuel and corpses all over town. (Generaal Eisenhower in Crusade in Europe) Crisisbeheersingsoperaties en gender De uitvoering van crisisbeheersingsoperaties, tegenwoordig de core business van de Nederlandse krijgsmacht, verbreedt het spectrum waarop de krijgsmacht opereert. Het gaat niet meer alleen om de bescherming van het eigen grondgebied en dat van de bondgenoten. Hoofdtaken zijn ook de ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal, en de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit. De tijd van generaal Eisenhower is voorbij. Met de uitvoering van laatstgenoemde hoofdtaak 1 zijn de militairen samen met politie en civiel personeel lang en ver van huis, individueel dan wel als eenheid. De opdracht van een crisisbeheersingsoperatie loopt van conflictpreventie, vredehandhaving of - afdwingen, naar reconstructie en wederopbouw en humanitaire hulpverlening. Een dergelijke operatie beweegt zich midden tussen de lokale bevolking. Het realiseren van rust, orde en stabiliteit en het mede bijdragen aan het op gang brengen van het maatschappelijk leven, noodzaakt de militairen rekening te houden met lokale mannen en vrouwen. Alleen daardoor al komt gender in beeld. Meerwaarde van gender Het begrip gender is een moeilijk begrip. Gender verwijst naar de sociale en culturele betekenis die aan het biologische sekseverschil wordt toegekend. Als gevolg daarvan pakken de belangen, behoeften en potenties van mannen en vrouwen verschillend uit. Dat is ook het geval in een conflictsituatie, zowel onder de vrouwen en mannen die daarin interveniëren, als onder de mannen en vrouwen in de lokale bevolking. Het blijkt niet meteen pas en klaar aan te geven wat precies de merites van gender zijn en welke specifieke mogelijkheden gender aan Defensie biedt. Bovendien geldt dat het vervlechten van genderaspecten in het alledaagse denken, doen en laten van een organisatie slechts deels structuurmatig kan worden opgepakt. De ambitie om aandacht te schenken aan genderaspecten betekent vooral ook als organisatie het samen aangaan van een proces en het leren en het groeien daarin. Gender aandacht behelst dus een cultuurverandering. Voor een organisatie als Defensie, die sterk 1 Binnen Defensie officieel aangeduid als crisisbeheersingsoperatie en minder officieel als missie. 5

6 structuurgericht is en die haar opdrachten noodzakelijkerwijs planmatig tracht uit te voeren, betekent dit een uitdaging. De krijgsmacht is van oudsher een mannenbedrijf en een mannelijk bedrijf, ondanks dat de laatste 25 jaar het aantal vrouwen in de krijgsmacht toeneemt en vrouwen ook deelnemen aan crisisbeheersingsoperaties. In de oriëntatie op de mogelijke vervlechting van genderaspecten in de opleidingen voor de crisisbeheersingsoperaties van het ministerie van Defensie zijn drie vertrekpunten mogelijk: 1. Gelijkheid creëren voor mannen en vrouwen die uitgezonden worden, militairen, politiefunctionarissen en civiel personeel, alsmede gelijke aandacht vanuit de missie voor de behoeften, belangen en potenties van lokale vrouwen en mannen in een conflictsituatie. 2. Onder betrokkenen binnen de krijgsmacht speuren naar het feit of men voor het succesvol uitvoeren van het internationale mandaat en de politieke opdracht van de crisisbeheersingsoperatie meerwaarde ziet in het gericht aandacht besteden aan genderaspecten. 3. Het combineren van 1 en 2. De analyse leverde in beperkt mate op dat het zien en daadwerkelijk ervaren van de meerwaarde van aandacht voor gender onlosmakelijk verbonden is met de emancipatiedoelstelling. Politiefunctionarissen geven aan dat het emancipatiebeleid van hun organisatie, als gevolg waarvan er een substantieel aantal vrouwen bij de politie werkt en op allerlei functies, een goede voorwaarde is geweest voor het aandacht schenken aan gender. Ook de krijgsmacht lijkt zich dit bewust te worden, bijvoorbeeld de genderambassadeurs, een voor uitvoering van missies bij de KMar gedetacheerde politievrouw en het Defensie Vrouwen Netwerk. In de analyse was echter het tweede vertrekpunt dominant: waar er voor het succesvol uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties winst ligt in de aandacht voor genderaspecten. Draagvlak en voedingsbodem Eén van de respondenten voorziet dat er nog een lange weg te gaan is: Defensie heeft al vijf stappen gemist. De organisatie denkt rigide, heeft nog moeite met de acht procent vrouwen, denkt en handelt vanuit subject object relaties, het militair oogpunt is dat van de man en de huidige politiek is niet in gender geïnteresseerd. De nadere oriëntatie laat echter zien dat er binnen de krijgsmacht al een eerste draagvlak is voor het vervlechten van genderaspecten in de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van de crisisbeheersingsoperaties. Tevens is er binnen de deskundigheidsbevordering van een aantal defensiescholen een goede voedingsbodem voor het vervlechten van het gender denken, doen en laten. Onderhavig rapport heeft twee doelen. De lezer laten zien dat dit eerste draagvlak en die voedingsbodem bij de krijgsmacht aanwezig zijn. Ten tweede is dit rapport zelf een instrument in de verdere uitbouw van het draagvlak. Daartoe zijn onder andere veel voorbeelden van genderaspecten in relatie tot crisisbeheersingsoperaties in het rapport opgenomen. Draagvlakontwikkeling vereist daarnaast vooral het voortdurend 6

7 actief luisteren naar en stem geven aan betrokkenen: diegenen die in (de voorbereiding van) een missie aan gender concreet handen en voeten moeten geven. Die stem zal u in dit rapport veelvuldig tegenkomen. 7

8 1. De voorgeschiedenis: internationale en nationale aandacht voor gender in crisisbeheersingsoperaties 1.1. Inleiding Een vijftal praktijkvoorbeelden Tijdens een crisisbeheersingsoperatie in een Afrikaans land slaat de genie in het kader van de wederopbouw voor een dorp een waterput. De vrouwen uit de lokale bevolking, vanuit de verantwoordelijkheid voor de voedselbereiding het meest aangewezen op de watervoorziening, blijken de put echter niet te gebruiken. De put is geslagen op een openbare plek waar vrouwen niet mogen vertoeven. Een bij de Koninklijke Marechaussee gedetacheerde hoofdagente van politie heeft de opdracht haar Russische collega s van de missie in Bosnië te instrueren op het effectief omgaan met huiselijk geweld, een verschijnsel dat in een postconflictsituatie ernstige vormen kan aannemen. Haar Russische collega s zijn niet te winnen voor deze opdracht. Zij zijn van mening dat er in elk huwelijk wel eens een klap valt. Een waarnemer afkomstig uit de Koninklijke Marine waarschuwt haar Deense collega voorzichtig te zijn met zijn oprechte bedoeling als privé persoon s avonds in de plaatselijke bar aanwezig te zijn, om zo de welig tierende vrouwenhandel wat in te dammen. De waarnemers hebben immers daartoe niet de opdracht. Tevens kunnen ze met een dergelijke belangenbehartiging snel al hun bij de lokale bevolking opgebouwde goodwill verspelen. Een kapitein van de Koninklijke Landmacht neemt als bedrijfsmaatschappelijk werker deel aan de crisisbeheersingsoperatie in Afghanistan. Samen met een psycholoog en een geestelijk verzorger vormt zij het Medisch Sociaal Team (MST). Zij heeft specifiek de zorg voor de mens in wisselwerking met de leidinggevenden, de collega s en het thuisfront. Het team hoort echter niet vanzelfsprekend bij ons, militairen en moet ter plekke en bij elke aflossing weer opnieuw voor z n functie, positie en bestaansrecht vechten. Ook de commandant ervaart de aanwezigheid van de bedrijfsmaatschappelijk werker niet vanzelfsprekend als meerwaarde voor het succesvol uitvoeren van de missie, maar eerder als gedoe. Zij komen met problemen op de proppen die ik niet kan gebruiken, stellen veel en lastige vragen en behartigen bijvoorbeeld bij repatriëring alleen het belang van het individu en denken niet met de organisatie mee, zo citeert de kapitein haar commandant. Een hoofd van één van de defensiescholen wordt aangezocht om mee te werken aan de analyse van de vervlechting van genderaspecten in de opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties. Zijn eerste reactie, zeer uitzonderlijk onder alle respondenten: Er moeten mensen uit en dan moeten we ons ook nog met een dergelijk nonsens onderwerp gaan bezighouden. 8

9 Opbouw van het hoofdstuk Bovenstaande praktijkvoorbeelden laten zien dat het binnen een crisisbeheersingsoperatie van groot belang is aandacht te besteden aan genderaspecten. Niet voor niets staat het thema zowel nationaal als internationaal al enige tijd op de agenda. Hoofdstuk 1 gaat in op de recente historische ontwikkelingen wat betreft aandacht voor gender. Paragraaf 1.2 bespreekt hoe gender op de internationale agenda verschijnt. Daarbij komen het Beijing Platform voor Actie, een aantal Europese ontwikkelingen en Resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aan bod. Vervolgens gaat paragraaf 1.3 in op de betrokkenheid van het Ministerie van Defensie bij het onderwerp gender. Paragraaf 1.4 belicht de faciliterende en stimulerende rol van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid. Het onderzoek van Clingendael komt aan bod, voor de coördinerend bewindspersoon Emancipatiebeleid aanleiding om een Taksforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict in te stellen. Paragraaf 1.5 bespreekt de opdracht van deze Taskforce Gender op de internationale agenda Beijing Platform voor Actie In de jaren negentig van de vorige eeuw groeit internationaal de aandacht voor gender. Men beseft dat in conflictsituaties de belangen, behoeften en prioriteiten van vrouwen en meisjes te weinig in beeld zijn. De Vierde VN Wereld Vrouwen Conferentie te Beijing (1995) zet het onderwerp stevig op de internationale agenda. Uitkomst van Beijing is het wereldwijde actieprogramma Beijing Platform voor Actie, waarin Vrouwen en gewapend conflict één van de twaalf punten is. Het Platform benadrukt hierin dat geweld tegen vrouwen een belemmering is om de doelstellingen gelijkheid, ontwikkeling en vrede te bereiken. Het Platform roept daarom op de deelname van vrouwen aan conflictoplossingen en besluitvormingsprocessen te vergroten, alsmede vrouwen te beschermen die in een situatie van een (gewapend) conflict verkeren of onder vreemde bezetting moeten leven. Gender op de Europese agenda Na Beijing volgt de Raad van Europa in 1998 met een gedocumenteerd rapport over gender mainstreaming: het integreren van het genderperspectief, van de sociale en culturele genderverschillen en de effecten daarvan in het maken van beleid. Tevens laat de Raad diverse onderzoeken naar vrouwen als slachtoffer van conflictsituaties verrichten. 2 Eind november 2000 neemt het Europees Parlement een resolutie aan over de rol 2 Men and Violence against Women (2000); Domestic Violence (2001); Participation of Women in the Prevention and Resolution of Conflicts (2001). T. Bouta e.a. (2002): Women s roles in conflict prevention, conflict resolution and post-conflict reconstruction. Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, pagina 22. 9

10 van vrouwen in de vreedzame conflictregeling. 3 De resolutie vraagt expliciet aandacht voor seksueel geweld tegen vrouwen en vrouwenhandel ( trafficking ), voor de noodzaak van deskundigheidsbevordering inzake gender en conflict, en voor de potenties die vrouwen bezitten waar het gaat om deëscalatie en conflictbeheersing. Rol van vrouwen in de vreedzame conflictregeling, belangrijkste punten (Europees Parlement, november 2000) In de eerste paragraaf van de resolutie Bescherming van bevolkingsgroepen in oorlogstijd roept het Europees Parlement (onder andere) op verkrachting, gedwongen bevruchting, gedwongen sterilisatie, seksuele slavernij en elke andere vorm van seksueel geweld te erkennen als misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden. Verder verzoekt het Europees Parlement de Commissie en de lidstaten het genderaspect mee te nemen in vredes- en veiligheidsinitiatieven. Daartoe dient het eigen personeel dat op het hoofdkwartier en in veldkantoren betrokken is bij conflictbeleid op genderaspecten geschoold te worden. Alsmede dienen de opleiding van militairen in een vroeg stadium in een gender training te voorzien ( ) opdat respect voor vrouwen vanzelfsprekend wordt en er een vrouwvriendelijke mentaliteit in het leger gaat heersen. Verder verzoekt het Parlement de Europese Commissie en de lidstaten ervoor te zorgen dat er acties ondernomen worden gericht tegen vrouwenhandel in conflictgebieden. In paragraaf II Internationale inspanningen om gewapende conflicten te voorkomen en op te lossen verzoekt het Europees Parlement de Raad en de lidstaten ( ) te bevorderen dat het genderaspect wordt meegenomen in de vredes- en veiligheidsoperaties alsmede in de wederopbouwmaatregelen waaraan zij deelnemen, en daartoe (a) bij de planning en uitvoering van externe interventies automatisch een genderanalyse uit te voeren. ( ), (b) ervoor te zorgen dat al het militaire personeel zowel mannen als vrouwen in het bijzonder wanneer het gaat om het versterken, handhaven en afdwingen van vrede, een gedegen genderscholing te krijgen. In de derde paragraaf Deelname van de plaatselijke bevolking aan de preventie en bijlegging van gewapende conflicten wijst het Europees Parlement erop dat ( ) historisch gezien, vrouwen doorgaans met het geweldloze worden geassocieerd, terwijl hun leven en hun waardenstelsels verstrengeld zijn met de bescherming van het leven, dialoog, verzoening, onderhandelen en het vreedzaam oplossen van geschillen; dat dit waarden zijn die een alternatief kunnen vormen voor de huidige geweldcultuur en een nieuwe cultuur kunnen inluiden een cultuur van vrede, meer dialoog op alle niveaus, rechtvaardige verdeling van de middelen en eerbied voor alle verschillen inzake geslacht, religie en politieke overtuiging. 3 Europees Parlement: Rol van vrouwen in de vreedzame conflictregeling. (2000/2025(INI)) 10

11 Gender op de internationale agenda: VN Resolutie 1325 In oktober 2000 neemt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1325 aan 4. Directe aanleidingen zijn: - De internationaal gevoelde behoefte vrouwen een actieve rol te geven in vraagstukken van vrede en veiligheid. Vrouwen blijken belangrijke potenties te bezitten waar het gaat om het indammen van een conflict of het zoeken naar duurzame oplossingen. - Aandacht te besteden aan vrouwen als slachtoffer van conflicten. Wereldwijd zijn er tijdens conflictsituaties grote problemen als trafficking (vrouwenhandel) en (seksueel) geweld tegen vrouwen en meisjes. - Aandacht te besteden aan de rechten voor de vrouw. De rechten voor de vrouw zijn mensenrechten, maar daar wordt onvoldoende mee gerekend. - De noodzaak vrouwen in vredesoverleg en tijdens wederopbouw een actieve rol te geven en de traditionele rollen van vrouwen tijdens en na een conflict te transformeren in niet traditionele rollen. Resolutie 1325 zet met name in op de positieve bijdrage die lokale vrouwen kunnen leveren aan conflictpreventie, aan het oplossen van een conflict en bij de wederopbouw van een land. De resolutie roept op tot het versterken van de rol van vrouwen bij de planning, voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van missies, en tot grotere aandacht voor de effecten van conflict en crisisbeheersingsoperaties voor vrouwen. Resolutie 1325 geeft uitgebreid aan dat hoe dit kan worden gerealiseerd. Artikel zes wijst specifiek op het belang van deskundigheidsbevordering. (Zie kader.) VN Resolutie 1325 (oktober 2000) 1. Roept Lidstaten met klem op een ruimere vertegenwoordiging van vrouwen te verzekeren, op alle besluitvormingsniveaus, in nationale, regionale en internationale instellingen en mechanismen voor het voorkomen, beheersen en beslechten van conflicten. 2. Spoort de Secretaris-Generaal aan over te gaan tot de uitvoering van zijn strategisch actieplan (A/49/587) voor een ruimere deelname van vrouwen op het niveau van de besluitvorming bij conflictoplossing en vredesprocessen. 3. Roept de Secretaris-Generaal dringend op meer vrouwen te benoemen tot zijn speciale vertegenwoordigers en gezanten voor het verlenen van goede diensten, en doet in dit verband een beroep op de lidstaten om bij de Secretaris-Generaal kandidaten voor te dragen die kunnen worden opgenomen in een geregeld geactualiseerde, centrale lijst van gegadigden. 4 United Nations Security Council (2000) Resolution 1325, adopted by the Security Council at its 4213th Meeting, 31 October

12 4. Roept voorts met klem de Secretaris-Generaal op de rol en bijdrage van vrouwen in VN-operaties te velde te verruimen, in het bijzonder als militaire waarnemers, in civiele politiediensten en bij het personeel belast met mensenrechten- en humanitaire acties. 5. Drukt zijn bereidheid uit om het sekse-element een vaste plaats te geven in vredesoperaties, en vraagt de Secretaris-Generaal dringend om, waar van toepassing, te verzekeren dat bij operaties op het terrein aandacht wordt geschonken aan de problemen van vrouwen. 6. Verzoekt de Secretaris-Generaal, aan de Lidstaten richtlijnen en opleidingsmateriaal te verstrekken over de bescherming, de rechten en de bijzondere behoeften van vrouwen, en over het belang van het betrekken van vrouwen bij alle maatregelen die genomen worden in het kader van vredeshandhaving en wederopbouw, nodigt Lidstaten uit om deze elementen en cursussen rond HIV/AIDS-voorlichting op te nemen in nationale programma's ter voorbereiding van het militair en civiel politiepersoneel dat op missies wordt uitgezonden, en verzoekt de Secretaris-Generaal voorts ervoor in te staan dat ook het burgerpersoneel van vredesoperaties een dergelijke opleiding ontvangt. 7. Doet een dringend beroep op de Lidstaten om hun vrijwillige financiële, technische en logistieke steun aan opleidingen rond seksegevoelige problemen te verhogen, ook aan opleidingen verzorgd door fondsen en programma's terzake zoals het VN-Vrouwenfonds (Unifem), het VN-Kinderfonds (Unicef) en het Bureau van de Hoge VN- Commissaris voor Vluchtelingen (Unhcr) en andere relevante instellingen. 8. Roept alle betrokkenen op om bij onderhandelingen over en bij de uitvoering van vredesakkoorden aandacht te schenken aan het sekseelement en onder meer aan: a. De speciale behoeften van vrouwen en meisjes tijdens hun terugkeer en hervestiging in het vaderland, en voor rehabilitatie, reïntegratie en wederopbouw na een conflict; b. Maatregelen ter ondersteuning van vredesinitiatieven van plaatselijke vrouwengroepen en van processen ter plaatse voor het oplossen van conflicten, en die vrouwen betrekken bij alle mechanismen voor het uitvoeren van vredesakkoorden; c. Maatregelen die instaan voor de bescherming en eerbiediging van de mensenrechten van vrouwen en meisjes, in het bijzonder waar het de grondwet, het kiesstelsel, politie en justitie betreft. 9. Doet een beroep op alle partijen bij een gewapend conflict om volledig de regels van het internationaal recht na te leven die van toepassing zijn op de rechten en de bescherming van vrouwen en meisjes, vooral als leden van de burgerbevolking, in het bijzonder de verplichtingen die op hen van toepassing zijn krachtens de Geneefse Verdragen van 1949 (met de Aanvullende Protocollen van 1977), het Vluchtelingenverdrag van 1951 (met het Protocol van 1967), het Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie 12

13 van Vrouwen van 1979 (met het Facultatief Protocol van 1999) en het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind van 1989 (met de twee Facultatieve Protocollen van 25 mei 2000), en om rekening te houden met de bepalingen terzake in het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof. 10. Doet een beroep op alle partijen bij een gewapend conflict, bijzondere maatregelen te treffen om vrouwen en meisjes tegen seksegebonden geweld te beschermen, in het bijzonder tegen verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, en tegen alle andere vormen van geweld in situaties van gewapend conflict. 11. Wijst nadrukkelijk op de verantwoordelijkheid van alle Staten om een einde te maken aan straffeloosheid, en vervolging in te stellen tegen verdachten van volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, waaronder misdaden in de vorm van seksueel en ander geweld tegen vrouwen en meisjes, en benadrukt de noodzaak om dergelijke misdaden waar mogelijk uit te sluiten van amnestiemaatregelen. 12. Doet een beroep op alle partijen bij een gewapend conflict om het civiele en humanitaire karakter van vluchtelingenkampen en -nederzettingen te eerbiedigen en rekening te houden met de bijzondere behoeften van vrouwen en meisjes bij de inrichting ervan, en herinnert in dat verband aan zijn resoluties 1208 (1998) van 19 november 1998 en 1296 (2000) van 19 april Spoort iedereen aan die betrokken is bij de voorbereiding van ontwapening, demobilisatie en reïntegratie om aandacht te schenken aan de verschillen in de behoeften van mannelijke en vrouwelijke oud-strijders, en van de personen die van hen afhankelijk zijn. 14. Bevestigt opnieuw zijn bereidheid om, wanneer maatregelen worden getroffen krachtens Artikel 41 van het Handvest van de Verenigde Naties, aandacht te schenken aan de mogelijke impact van die maatregelen op de burgerbevolking om op humanitaire gronden, en gezien de bijzondere behoeften van vrouwen en meisjes, bepaalde uitzonderingen te overwegen. 15. Geeft uitdrukking aan zijn bereidheid te verzekeren dat missies van de Veiligheidsraad aandacht schenken aan seksegebonden problemen en aan de rechten van vrouwen, onder meer via overleg met lokale en internationale vrouwenorganisaties. 16. Nodigt de Secretaris-Generaal uit onderzoek te laten verrichten naar de impact van gewapende conflicten op vrouwen en meisjes, naar de rol van vrouwen bij de wederopbouw en naar de seksegebonden aspecten van vredesprocessen en conflictoplossing, en nodigt hem verder uit aan de Veiligheidsraad een verslag voor te leggen met de resultaten van dat onderzoek en het ter beschikking te stellen van alle Lidstaten van de Verenigde Naties. 13

14 17. Verzoekt de Secretaris-Generaal om, waar aangewezen, in zijn verslag aan de Veiligheidsraad melding te maken van de vooruitgang die werd geboekt bij het opnemen van seksegebonden overwegingen in het standaardbeleid van crisisbeheersingsoperaties en van alle andere aspecten die verband houden met vrouwen en meisjes. 18. Besluit deze aangelegenheid op de voet te blijven volgen. Tot slot Door het Beijing Platform voor Actie en de Raad van Europa komt het onderwerp vrouwen en gewapend conflict prominent op de internationale agenda. Vervolgens geven het Europees Parlement en de Verenigde Naties daar in hun resoluties uitgebreid invulling aan. Begin 2003 neemt het Comité van Ministers van de Raad van Europa op een ministeriële conferentie eveneens een resolutie aan over het gender perspectief en de rol van vrouwen en mannen in conflictpreventie, conflictoplossing en naoorlogse wederopbouw. 5 Het thema verschijnt tevens in het Statuut van het Internationaal Gerechtshof. Dat statuut maakt melding van de mogelijke vervolging van seksueel geweld gericht tegen vrouwen, in het bijzonder verkrachting en systematische verkrachting tijdens een conflict. Het Hof aanvaardt daarbij procedures die garanderen dat de behandeling van dergelijke geweldsmisdrijven geschieden op een wijze waardoor en in een omgeving waarin vrouwen zonder angst kunnen getuigen. Speciale aandacht is er tot slot ook voor de positie van vrouwen bij grensoverschrijdend vluchtelingenbeleid en voor het verschaffen van informatie over de betekenis van vrouwenrechten Betrokkenheid van het ministerie van Defensie bij het onderwerp gender Samenwerking tussen ministeries De ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van Resolutie 1325 van de VN Veiligheidsraad. Een ambtelijke werkgroep, met vertegenwoordigers uit beide ministeries, inventariseert in 2002 in hoeverre er behoefte is aan nieuw beleid om de Resolutie 1325 goed uit te kunnen voeren. De werkgroep concludeert dat er al op vele terreinen aandacht wordt geschonken aan vrouwen en genderthema s. Alleen op onderdelen, zo rapporteert de ambtelijke werkgroep, dient nog gewerkt te worden aan een verdere verankering van het thema gender binnen het buitenlands en defensiebeleid. 5 5 th European Ministerial Conference on Equality between Women and Men: The roles of women and men in conflict prevention, peacebuilding and post-conflict democratic processes a gender perspective. Skopje, 22 and (MEG 5(2003)4). 14

15 In de gezamenlijke rapportage hierover aan de Tweede Kamer uit het ministerie van Defensie het voornemen om zijn beleid op een aantal punten aan te scherpen 6 : - Het verder investeren in de opbouw en verspreiding van kennis en expertise op het gebied van gender en conflict. - Het bevorderen van de expertise aangaande genderaspecten bij operationeel leidinggevenden in de krijgsmacht. - Het genderperspectief nadrukkelijker in beschouwing nemen bij het formuleren van het doel van de uitzending. - Het onderwerp gender in verschillende documenten meer expliciet verwerken, zoals in het handboek crisisbeheersingsoperaties, in operationele aanwijzingen en evaluaties. - Bij samenstellen van eenheden voor toekomstige crisisbeheersingsoperaties rekening houden met de wenselijkheid van de aanwezigheid van vrouwelijke militairen in het uitzendgebied. Voorafgaand aan elke missie bezien in hoeverre vrouwelijke militairen een specifieke rol toekomt in de opzet van die missie. Daarnaast het zoveel mogelijk gebruiken van ervaringen met vrouwen in uitzendgebieden als lessen voor de toekomst. De Personeelsbrief van het ministerie van Defensie In de Personeelsbrief van het ministerie van Defensie (september 2003) 7 is ook een genderparagraaf opgenomen. Daarin verantwoordt de Staatssecretaris van Defensie zijn beleid inzake de verkleining van de defensieorganisatie, teneinde de kwaliteit en inzetbaarheid in de toekomst te garanderen. De Staatssecretaris neemt een viertal maatregelen die het belang van meer vrouwen bij Defensie onderstrepen: - Het, tegen de druk van de reducties in, halen van de vastgestelde streefcijfers voor Het voor laten gaan van vrouwelijke herplaatsingkandidaten bij gelijke geschiktheid. - Het aanscherpen van het beleid doorstroming van vrouwelijke defensiemedewerkers naar hogere functies. - Het vasthouden aan de zes genderambassadeurs, die genderaspecten en emancipatiebeleid binnen het eigen defensieonderdeel agenderen. 6 Stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen Veiligheidsraad Resolutie 1325 Vrouwen Vrede en Veiligheid door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Defensie, brief aan de Tweede Kamer, 26 maart Ministerie van Defensie: Verantwoord verkleinen, voortvarend vernieuwen. Brief aan de Tweede en Eerste Kamer, 16 september Ook wel Personeelsbrief genoemd. 8 Het percentage vrouwelijke militairen op het totale aantal militairen is 2,2 %; onder het burgerpersoneel is dat percentage 22,2 %. Eind 2002 heeft Defensie 3,5 % vrouwelijke militairen in de rang van majoor en hoger; het streven voor 2010 is 6 %. Eind 2002 heeft Defensie 1,1 % vrouwelijke militairen in de rang van kolonel en hoger; voor 2010 is het streefpercentage 3 %. Eind 2002 is er 14,1 % vrouwelijk burgerpersoneel vanaf schaal 10 en hoger; voor 2010 mikt Defensie op 20 %. Onder het burgerpersoneel vanaf schaal 14 en hoger is eind ,5 % vrouw; streefpercentage voor 2010 is 6 %. (Gegevens van het Directoraat Generaal Personeel & Materieel, ministerie van Defensie.) 15

16 De maatregelen hebben vooral betrekking op het emancipatiebeleid van de krijgsmacht. De Staatssecretaris benadrukt de noodzaak van de verdere vergroting van het genderbewustzijn en de genderdeskundigheid binnen de Defensie, maar geeft daar in de Personeelsbrief geen verdere invulling aan. Risico is dat het genderbeleid louter wordt opgevat als personeelsbeleid, te weten als een inhaalslag voor vrouwen, en niet als strategie van de organisatie met als oogmerk (meer) succesvol te kunnen opereren. Dit besef spreekt echter wel weer uit de paragraaf integriteit van de Personeelsbrief. Deze passage gaat in op het strikt handhaven van het beleid om alle vormen van ongewenst gedrag tegen te gaan. Alleen het creëren van structuren (klachtencommissies en netwerken van vertrouwenpersonen) is ontoereikend om ongewenst gedrag tegen te gaan; ook de cultuur binnen de organisatie moet daarop gericht zijn. In de opleidingen moet de aandacht voor ongewenst gedrag nog meer toenemen, terwijl leidinggevenden erop getraind moeten worden tegen ongewenst gedrag op te treden. Het moet normaal zijn elkaar op ongewenst gedrag aan te spreken, waarbij van leidinggevenden op alle niveaus een voorbeeldfunctie moet uitgaan. Ondercommandanten moeten mede worden beoordeeld op hun aanpak van ongewenst gedrag. In rapportages moeten de mate waarin zich ongewenst gedrag voordoet en de wijze waarop daartegen wordt opgetreden, nadrukkelijker aan de orde komen De faciliterende en stimulerende rol van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid Eén van de taken van de coördinerend bewindspersoon Emancipatiebeleid, tevens minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is het stimuleren van de departementen bij het proces van gender mainstreaming. De Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (DCE) faciliteert het ministerie van Defensie in het daadwerkelijk tot uitvoering brengen van de beleidsvoornemens inzake aandacht voor genderaspecten. DCE deelt de zorg dat vrouwen nog in geringe mate betrokken zijn bij vredesinterventies en onderhandelingen, en op het gebied van ordehandhaving en vrede. DCE geeft in dit kader in 2000 aan Instituut Clingendael de opdracht een literatuuronderzoek uit te voeren naar de rollen van de lokale vrouwen in conflictpreventie, conflictoplossing en naoorlogse wederopbouw. Uit de studie van Clingendael komt een helder beeld naar voren van de verschillende genderaspecten die een rol kunnen spelen bij de crisisbeheersingsoperaties. 9 Clingendael onderscheidt zeven rollen: - Vrouwen als slachtoffers. - Vrouwen als strijders. 9 Bouta, T. e.a. (2002): Women s roles in conflict prevention, conflict resolution and post-conflict reconstruction.. 16

17 - Vrouwen als vredesactivisten. - Vrouwen in vredesonderhandelingen. - Vrouwen als overlevers. - Vrouwen als gezinshoofd. - Vrouwen en de arbeidsmarkt. Enerzijds kunnen conflictsituaties vrouwen in bepaalde posities en rollen dringen. Anderzijds kunnen vrouwen ook opzettelijk hun rollen en posities beïnvloeden, volgens eigen agenda s en strategieën. Vrouwen zijn dus niet enkel passieve slachtoffers van conflicten. Ze weten in conflictsituaties tevens op actieve wijze de hen geboden ruimte voor keuze en onderhandeling te benutten. Voor een meer effectieve inzet van missies is het volgens Clingendael van belang dat het militair- en politiepersoneel, binnen de specifieke lokale en culturele context waarin ze opereren, oog hebben voor het aspect van gender in relatie tot conflictpreventie, -oplossing en naoorlogse wederopbouw. Het Clingendaelrapport legt in het kader van het meer resultaatgericht opereren geen relatie tussen de aandacht voor gender en het functioneren van de missie-eenheid en de afzonderlijke individuen die uitgezonden worden. Samenvatting bevindingen rapport Clingendael (2002) Ten eerste is het zaak dat missies in weten te spelen op de problemen waarmee vrouwen in en na afloop van conflictsituaties worden geconfronteerd. Onder burgers zijn het vooral vrouwen, samen met kinderen, die het slachtoffer worden van geweld. Daarnaast worden ze van huis en haard verdreven en lopen vrouwen en meisjes extra risico s (verkrachting, seksueel misbruik, vrouwenhandel). Na afloop van een conflict zien vrouwen zich geconfronteerd met het herstel van traditionele rechten en taak- en rolverdelingen op het terrein van gezin en arbeid, terwijl zij zich eerder juist als gezinshoofd en broodwinner wisten te manifesteren. Ten tweede is het van belang dat missies gebruik weten te maken van de ervaringen en potenties van vrouwen. Vrouwen blijken een cruciale rol te kunnen spelen bij het voorkomen, het doorstaan en de beheersing en deëscalatie van conflicten, alsmede wanneer gezocht wordt naar duurzame vrede en veiligheid. Zo zijn vrouwen, bijvoorbeeld vanuit een scala van overlevingsmechanismen en vanwege hun aanpassingsvermogen, vaak in staat basisvoorzieningen als voedselvoorziening en -distributie, medische zorg en onderwijs veilig te stellen. Ook vangen zij familie en vluchtelingen op. In conflictbeheersing en op het moment van vredesopbouw maken vrouwen vaak een positief verschil door andere ervaringen, belangen en prioriteiten naar voren te brengen. Tevens blijken vrouwen diepe geschillen te kunnen overbruggen en leidt hun deelname aan vredesbesprekingen vaak tot een breder en meer duurzaam vredesmandaat. 17

18 Aanbevelingen voor de wijze waarop men de rol van vrouwen kan versterken. (Rapport Clingendael, 2002) Voor de internationale gemeenschap geldt dat zij meer vrouwen in dienst dient te nemen bij crisisbeheersingsoperaties, in zowel een militaire als civiele hoedanigheid. Mannelijke werknemers moeten gevoeliger worden voor de materie. Verder moet de internationale gemeenschap haar beleidspraktijk aanpassen aan de behoeften en belangen van lokale vrouwen in conflict, en een aantal concrete stappen nemen met betrekking tot haar beleidsimplementatie. Hiertoe is het volgens Clingendael nodig dat het beleid wordt geformuleerd op basis van een gedegen genderanalyse, die zich richt op het verband tussen gender, de specifieke conflictsituatie en de mogelijkerwijs verschillende uitwerking van externe maatregelen op mannen en vrouwen. Het uitgangspunt hierbij dient gendergelijkheid te zijn. Om hierin te slagen moeten instrumenten en methodieken worden ontwikkeld die gender- en conflictsituaties combineren. In de tweede plaats moet idealiter al aan de behoeften en belangen van vrouwen aandacht worden gegeven voor het uitbreken van het conflict. Tenslotte moeten mogelijkheden worden geïdentificeerd om niet alleen de korte termijn behoeften van vrouwen in conflicten, maar ook hun strategische lange termijn belangen te dienen. De veranderende rollen, posities en identiteiten van vrouwen in conflictsituaties moeten hierbij worden ondersteund, voor zover deze een emanciperend effect hebben. Concrete mogelijkheden voor interventies, zodat activiteiten in het veld op gendersensitieve wijze worden gerealiseerd (rapport Clingendael, 2002) Vrouwen beschermen tegen onveiligheid en geweld, door middel van effectieve en vroegtijdige waarschuwingssystemen op dit terrein, waarbij een actieve deelname van vrouwen is geboden. Deelname van vrouwen in politiediensten en andere veiligheidsorganen, met het oog op bescherming van vrouwen in zowel het publieke domein als privé-sfeer. Van groot belang is deze instituties meer gevoelig voor genderverhoudingen te maken. Een adequate traumabehandeling, ook wanneer het conflict al over is. Hierbij moet worden uitgegaan van de verschillende wijzen waarop vrouwen en mannen omgaan met traumatische ervaringen. Bij waarheids- en verzoeningscommissies moet beter aandacht besteed worden aan geweld tegen vrouwen en moeten hun specifieke behoeften en belangen worden meegenomen in herstelbetalingen en andere vormen van compensatie. 18

19 Bij het werk van tribunalen moeten speciale voorzieningen worden getroffen voor slachtoffers en getuigen van (seksueel) geweld tegen vrouwen. Om deelname van vrouwen als strijder in conflicten tegen te gaan, moeten ze een veilige plek krijgen om zich van het geweld te kunnen ontkoppelen en zo een stem te verschaffen aan vreedzame ideeën en conflictoplossingen. Daarnaast moeten reële economische alternatieven worden geboden. Voor zover vrouwen uit de strijd terugkeren, moeten demobilisatie- en reïntegratieprogramma s rekening houden met hun specifieke belangen en omstandigheden, Verder moeten vrouwenorganisaties worden opgezet en versterkt, opdat deze een vreedzame en positieve rol kunnen vervullen bij het voorkomen of oplossen van conflicten. Deze activiteiten moeten zowel voor, tijdens als na het conflict aandacht krijgen. De organisaties dienen hun mandaten en doeleinden aan te passen aan de steeds veranderende omstandigheden. Om de politieke participatie van vrouwen te bevorderen moet het aantal vrouwelijke kandidaten door training, bewustwording en quota s worden verhoogd. Verder dienen aan vrouwen productiemiddelen te worden verschaft, juridische ondersteuning met betrekking tot land en eigendomsrechten en, waar nodig, wetswijzigingen. Daarnaast moet vrouwen de mogelijkheid worden geboden om werkgelegenheid te vinden en inkomensgenererende activiteiten in zowel de formele als de informele sector. Hierbij dient de internationale gemeenschap te voorkomen dat vrouwen blijven steken in gender stereotype activiteiten. Hiertoe kunnen zogenaamde quick impact micro business schemes worden opgezet, kredieten worden verschaft en vrouwvriendelijke arbeidsomstandigheden worden nagestreefd. Al deze opties moeten niet alleen, zoals thans dikwijls het geval is, in de post conflict fase aan de orde komen, maar ook voor en tijdens het conflict. Op deze wijze kunnen de beleidsvoornemens in operationele richtlijnen, procedures en maatregelen op programma en projectniveau worden omgezet. Specifiek voor het ministerie van Defensie beveelt Clingendael het volgende aan. 1. Het ministerie dient te overwegen het onderwerp vrouwen in crisisbeheersingsoperaties en lokale vrouwen in conflictsituaties op te nemen als onderdeel van het emancipatiebeleid De emancipatie coördinatoren van het ministerie moeten 19

20 dienovereenkomstig expliciet het mandaat, de tijd en de stimulans krijgen om zich te verdiepen in deze onderwerpen. 2. Het is van belang dat het ministerie van Defensie zich inzet voor een grotere participatie van vrouwelijke militairen en burgers in missies. Het is nodig door middel van onderzoek duidelijk te krijgen welke positieve bijdrage vrouwen kunnen leveren aan missies. Hieraan gekoppeld dient het ministerie trachten na te gaan welke capaciteiten zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers aan missies moeten bezitten om effectief te kunnen opereren. Werving en selectie van deelnemers moeten vervolgens op basis van deze kwaliteiten worden gebaseerd. 3. Deskundigheidsbevordering op het terrein van gender is noodzakelijk om participatie van vrouwelijke militairen en burgers te bevorderen. Het is aan te bevelen om in de trainingen voorafgaand aan crisisbeheersingsoperaties aandacht besteden aan de verschillende rollen van vrouwen in gewapende conflicten. Een expert op het terrein van gender en vrouwen zou deze trainingen moeten verzorgen. Hierover is uitwisseling Defensie Vrouwen Netwerk aan te bevelen Verder moet het onderwerp vrouwen in gewapende conflicten breder worden gedragen. Hiervoor is het nodig om duidelijk in kaart te brengen welke verschillende initiatieven inmiddels zijn ontwikkeld ten aanzien van dit onderwerp Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Het onderzoek van Clingendael is voor de coördinerend bewindspersoon Emancipatiebeleid aanleiding een Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict (Taskforce VVC) in het leven te roepen. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met de bewindslieden van de Ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Minister de Geus installeert op 15 november 2003 de Taskforce VVC. De Taskforce VVC opereert zelfstandig en zal zich bezighouden met het vergroten van de rol van vrouwen in conflictpreventie en conflictoplossing, en op het terrein van naoorlogse wederopbouw. Het instellingsbesluit formuleert de taken van de Taskforce VVC als volgt 11 : - Het actief bevorderen van een optimale uitvoering van de volgende aanbevelingen uit het rapport van Clingendael: Zorg voor commitment bij relevante personen die met het onderwerp te maken hebben. 10 Hier wordt inmiddels aan gewerkt. 11 Besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 november 2003, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, nr. DCE/2003/85282 houdende de instelling van de Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict. 20

21 Vergroot de expertise van het personeel binnen de departementen en in het veld door middel van training. Maak instrumenten die ingezet worden gendersensitief. Besteed aandacht aan rollen van vrouwen in conflictsituaties en aan de culturele en historische achtergrond van de gebieden waar missies heengezonden worden. Vergroot de rol van lokale vrouwen in conflictgebieden in de voorbereiding, implementatie en in het monitoren van alle activiteiten die te maken hebben met de rol van vrouwen in conflictsituaties. - Het meewerken aan een krachtige uitvoering van VN-resolutie 1325 door bij te dragen aan het vergroten van de rol van vrouwen in conflictpreventie, conflictoplossing en naoorlogse wederopbouw; - Het ontwikkelen of laten ontwikkelen van ideeën en het zorgdragen voor de uitwisseling van kennis en ervaring ter ondersteuning van de betrokken instellingen; - Het monitoren van de activiteiten die door de Rijksoverheid worden ondernomen om de rol van vrouwen in conflictpreventie, conflictoplossing en naoorlogse wederopbouw te vergroten. De Taskforce VVC werkt zijn taken in een werkplan uit, dat begin 2004 aan de betrokken bewindspersonen zal worden aangeboden. 21

22 2. Oriënterende analyse van de vervlechting van genderaspecten in de opleidingen voor crisisbeheersingsoperaties 2.1. Inleiding De Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (DCE) maakt het onderzoek van Clingendael mogelijke, alsmede de installatie van de Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict. Daarnaast stimuleert en faciliteert DCE het ministerie van Defensie een analyse uit te voeren naar de deskundigheidsbevordering van crisisbeheersingsoperaties op genderaspecten. Opdracht is de bestaande inhoud en praktijken van de opleiding en vorming van elf Defensiescholen te bekijken, mede in het licht van internationaal lesmateriaal, en de praktijkervaringen van vrouwen en mannen die deelnamen aan een crisisbeheersingsoperatie te inventariseren. Dit hoofdstuk behandelt de centrale vraagstellingen en de werkwijze van de analyse Vraagstelling Vijf vragen vormen de leidraad voor de analyse: 1. Komt gender in relatie tot de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties in de opleidingsinhoud van de Defensiescholen in de initiële, loopbaan en functiegerichte opleidingen en in de specifiek op de missie gerichte opleidingen voldoende aan bod? 2. Zijn de verschillende opleidingspraktijken van de Defensiescholen in hun werkwijzen voldoende toegesneden op aandacht voor genderaspecten in relatie tot de crisisbeheersingsoperaties? 3. Bieden inhoud en werkwijzen aan de leidinggevenden en uitvoerenden van de crisisbeheersingsoperaties voldoende concrete kennis, inzicht, vaardigheden en attituden om aan genderaspecten effectief handen en voeten te geven? 4. Staan de opdracht en de bedrijfscultuur van de krijgsmacht en de crisisbeheersingsoperaties ja dan nee op gespannen voet met aandacht voor genderaspecten? 5. Is er voldoende draagvlak onder leidinggevenden en uitvoerenden in de crisisbeheersingsoperaties, alsmede vanuit de opdracht van de organisatie van de krijgsmacht en zijn verschillende onderdelen, om genderaspecten resultaatgericht te integreren in de uitvoeringspraktijk? 22

23 In de beantwoording van deze vragen richt de analyse zich op de eenheid van de uitzending zelf, als ook op de aandacht voor genderaspecten in de contacten met de lokale bevolking. Binnen de contacten met de lokale bevolking zijn de twee clusters van aandachtsgebieden relevant, in de studie van Clingendael aangedragen: - De problemen waarmee de vrouwen en meisjes uit de lokale bevolking tijdens en na afloop van conflictsituaties te kampen hebben. - Het gebruik maken van de ervaringen en de potenties van vrouwen in het voorkomen, het doorstaan, de deëscalatie en beheersing van conflicten en bij het zoeken naar duurzame oplossingen voor vrede en veiligheid Aanpak van de analyse Respondenten Naast literatuurstudie zijn er 39 personen geïnterviewd 12. Acht experts binnen Defensie en/of op het terrein van gender, waarvan de helft vrouw. Vier beleidsmakers deskundigheidsbevordering van elk krijgsmachtonderdeel, waarvan ook de helft vrouw. Elf ontwikkelaars en opleiders binnen Defensiescholen - waaronder vijf vrouwen - en zestien mensen, waaronder negen vrouwen, met missie-ervaring. ( De laatste verder ervaringsdeskundigen genoemd). Met uitzondering van twee respondenten zijn alle geïnterviewden bij Defensie werkzaam, waarvan vier functionarissen als burgerpersoneel. De groep ervaringsdeskundigen bestaat uit negen vrouwen en zeven mannen. Dit zijn echter niet de enige geïnterviewden met missie-ervaring. In de totale groep geïnterviewden zijn er daarnaast nog dertien personen met ervaring met uitzending. Totaal vertellen zeventien mannen en twaalf vrouwen over hun ervaringen in één of meerdere missies. In deze totale groep zijn de hogere rangen oververtegenwoordigd. Slechts één politiefunctionaris neemt aan de gesprekken deel. Onder de respondenten met missie-ervaring bevindt zich geen civiel personeel. Werkwijze De analyse zet de volgende vijf stappen: 1. Een quickscan naar de aandacht voor genderaspecten in de algemene en specifiek op de crisisbeheersingsoperaties gerichte deskundigheidsbevordering. Dit gebeurt aan de hand van een aantal gesprekken met opleidingsfunctionarissen in de krijgsmacht. 2. Interviews met leidinggevenden en uitvoerenden die ervaring hebben met het uitvoeren van een missie Zie Bijlage 1: Begeleidingscommissie en geïnterviewden en Bijlage 2: Gebruikte bronnen. 13 Zie Bijlage 3, Vragenlijst ervaringsdeskundigen. 23

24 3. Een nadere oriëntatie op aandacht voor gender op de punten visie, beleidsdoelstellingen en de vertaling daarvan in actieplannen. Dit gebeurt aan de hand van gesprekken met verantwoordelijke personen in (top)management en met experts binnen de relevante onderdelen van de krijgsmacht op gender mainstreaming. 4. Analyse van de algemene en specifiek op crisisbeheersingsoperaties gerichte opleidinginhoud en praktijk. Dit gebeurt aan de hand van een oriëntatie op het bestaande opleidingsmateriaal, zowel nationaal als internationaal. Daarnaast vinden gesprekken plaats op departementaal niveau en met de opleiders van tien Defensiescholen en van Instituut Clingendael. 5. Tot slot een drietal expertmeetings met opleiders, met ervaren leidinggevenden en met uitvoerders van missies. De doelen hiervan: (a) het bespreken van de bevindingen, conclusies en aanbevelingen van de analyse, (b) alsmede het toetsen van (1) good practices van deskundigheidsbevordering op genderaspecten op het inhoudelijke vlak en qua manieren van deskundigheidsbevordering, (2) op de meerwaarde van aandacht voor genderaspecten voor het succesvol uitvoeren van de crisisbeheersingsoperatie en (3) op draagvlak. 24

ADVIES NR 92 VAN BUREAU VAN DE RAAD VOOR MANNEN EN VROUWEN VAN 11 FEBRUARI 2005 INZAKE RESOLUTIE 1325

ADVIES NR 92 VAN BUREAU VAN DE RAAD VOOR MANNEN EN VROUWEN VAN 11 FEBRUARI 2005 INZAKE RESOLUTIE 1325 ADVIES NR 92 VAN BUREAU VAN DE RAAD VOOR MANNEN EN VROUWEN VAN 11 FEBRUARI 2005 INZAKE RESOLUTIE 1325 ADVIES NR 92 VAN BUREAU VAN DE RAAD VOOR MANNEN EN VROUWEN VAN 11 FEBRUARI 2005 INZAKE RESOLUTIE 1325

Nadere informatie

Werkplan 2004. Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict. Februari 2004

Werkplan 2004. Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict. Februari 2004 Werkplan 2004 Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Februari 2004 Werkplan 2004, Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding.. 4 1. De leden van de Taskforce..

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 420 Emancipatiebeleid Nr. 56 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Ank Bijleveld-Schouten

Ank Bijleveld-Schouten Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 30 maart 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag > Retouradres Postbus 2070 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 25 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 2070 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Manifest. Vrouwen Vluchtelingen Veiligheid

Manifest. Vrouwen Vluchtelingen Veiligheid Manifest Vrouwen Vluchtelingen Veiligheid Vrouwen Vluchtelingen Veiligheid Preambule Nederland heeft de volgende internationale verdragen geratificeerd, die (mede) de basis moeten zijn voor het beleid

Nadere informatie

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Structuur De Internationale Rode Kruisbeweging bestaat uit drie onderdelen: Nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (onder meer het Belgische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016 Nr. 91 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

Het verdrag van Istanbul

Het verdrag van Istanbul Het verdrag van Istanbul De gevolgen van het verdrag voor de aanpak van geweld tegen vrouwen 3 november 2014 Inhoud workshop uitleg verdrag het genderperspectief van het verdrag internationaal verdrag

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen. Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Conclusies van de Raad over Jemen - Conclusies van de Raad (18 februari 2019) Voor

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese

Nadere informatie

Rolling document. Werkplan 2006, Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict

Rolling document. Werkplan 2006, Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Werkplan 2006 Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Rolling document Werkplan 2006, Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict Inhoudsopgave Voorwoord...3 1. Regulier beleid van betrokken departementen...7

Nadere informatie

21 mei 2015 Ruud de Haan. Presentatie Politiemissies

21 mei 2015 Ruud de Haan. Presentatie Politiemissies 21 mei 2015 Ruud de Haan Presentatie Politiemissies Waarom vredesmissies?? Grondwet: De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde (art 90). Regeerakkoord: Daarom investeert Nederland

Nadere informatie

Manifest voor de Rechten van het kind

Manifest voor de Rechten van het kind Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt

Nadere informatie

P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten

P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten Resolutie van het Europees Parlement van 7 april 2011 over het gebruik van seksueel geweld in conflicten

Nadere informatie

Verslag discussie Gender in Crisisbeheersingsoperaties 16 maart 2005, Instituut Clingendael

Verslag discussie Gender in Crisisbeheersingsoperaties 16 maart 2005, Instituut Clingendael Verslag discussie Gender in Crisisbeheersingsoperaties 16 maart 2005, Instituut Clingendael Voorzitter Annemarie Jorritsma, voorzitter Task Force Vrouwen, veiligheid en Conflict Op 16 maart 2005 heeft

Nadere informatie

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Rechten van slachtoffers Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Mensenhandel is een schending van de rechten van talloze mensen in Europa en daarbuiten en beïnvloedt hun leven.

Nadere informatie

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN (niet officiële Nederlandse vertaling). (VP = Voorafgaande paragraaf) VP 1

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Protocol, Aangemoedigd door de overweldigende steun

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507 NOTA van: aan: Betreft: de Groep sociale zaken het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)/de Raad (EPSCO)

Nadere informatie

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven alleen succesvol kunnen zijn in maatschappijen waarin mensenrechten beschermd en gerespecteerd worden. Wij erkennen

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B Raad van de Europese Unie Luxemburg, 3 april 2017 (OR. en) 7775/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 3 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties COHOM 44 CFSP/PESC 300 DEVGEN

Nadere informatie

VERKLARING VAN EUSKADI

VERKLARING VAN EUSKADI VERKLARING VAN EUSKADI De voorzitsters en voorzitters die deelnemen aan de XII Conferentie van de Europese Regionale Wetgevende Parlementen gehouden in Euskadi/Baskenland op 3 en 4 november (Lijst met

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen Vlaamse Ouderenraad vzw 16 december 2015 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel

Nadere informatie

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) 8461/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 7875/17 + ADD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens

Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Belangrijkste ontwikkelingen sinds1993: Mensenrechten breed VN Comités Algemene aanbevelingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD tot wijziging en verlenging

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

Coöperatie verbindend leiden

Coöperatie verbindend leiden Coöperatie verbindend leiden Document ter oprichting Versie 01-01-2016 Visie De verhouding van burgers tot de overheid, van werknemers tot hun werkgevers en van het individu ten opzichte van het collectief

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

22 VN STANDAARD REGELS

22 VN STANDAARD REGELS Agenda 22 VN STANDAARD REGELS (VN-Verdrag) De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaarde in december 1993 internationale regels voor mensen met functiebeperkingen. Deze 22 VN Standaard Regels

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG Europees Parlement 2014-2019 Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2017/2012(INI) 30.10.2017 ONTWERPVERSLAG over de tenuitvoerlegging van het gezamenlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 606 Emancipatiebeleid 1998 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Inclusief beleid. Een samenleving voor iedereen Wmo, Inclusief beleid, MLN 1

Inclusief beleid. Een samenleving voor iedereen Wmo, Inclusief beleid, MLN 1 Inclusief beleid Een samenleving voor iedereen 20-9-2010 Wmo, Inclusief beleid, MLN 1 Inclusief beleid Beleid waarbij in alle fasen van de beleidscyclus rekening wordt gehouden met verschillen tussen mensen

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 2004/2004(INI) 31 maart 2004 ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan de Commissie werkgelegenheid

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie politieke zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie politieke zaken EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie politieke zaken 2009 19.5.2006 APP 3850/1-17 AMENDEMENTEN 1-17 Ontwerpverslag (APP 3850) Ateem Garang Deng (Soedan) en Johan Van Hecke over De rol van regionale integratie

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00)

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 6.11.2013 2013/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-10 Corina Creţu (PE519.580v01-00) Seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 05-03-2012) Besluit van 22 december 1988, houdende vaststelling van een algemene maatregel van rijksbestuur tot regeling van de vrijwillige hulpverlening aan gewonden, zieken, krijgsgevangenen,

Nadere informatie

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten 1. Inleiding Deze informatiekaart geeft informatie over de betekenis van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (verder: het Verdrag)

Nadere informatie

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK Toelichting In het onderstaande zijn de afzonderlijke elementen van het normatieve kader integraal opgenomen en worden ze nader toegelicht en beschreven. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende

Nadere informatie

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden, Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Van Anne Mulder (VVD) en Renske Leijten (SP), Voorbereidingsgroep onderzoek Nederlandse belangenbehartiging in de EU betreft Verslag met

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

11245/16 roe/fb 1 DGC 1

11245/16 roe/fb 1 DGC 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2016 (OR. en) 11245/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 18 juli 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 10997/16 Betreft:

Nadere informatie

Gendermainstreaming in de externe betrekkingen van de EU en haar vredesopbouw/natievorming

Gendermainstreaming in de externe betrekkingen van de EU en haar vredesopbouw/natievorming P6_TA(2009)0372 Gendermainstreaming in de externe betrekkingen van de EU en haar vredesopbouw/natievorming Resolutie van het Europees Parlement van 7 mei 2009 over gendermainstreaming in de externe betrekkingen

Nadere informatie

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer M. Rog Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie

Nadere informatie

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 28638 Mensenhandel Nr. 143 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 april 2016 Op 14 april heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008 Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag Den Haag, 26 juni 2008 Dank voor het verslag van uw bezoek begin april aan Noord-Irak dat u mij 10 juni jl. aanbood. Uw reis

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

Werk van iedereen. Democratisering en vredesopbouw

Werk van iedereen. Democratisering en vredesopbouw Werk van iedereen Democratisering en vredesopbouw Foto: Rebke Klokke Werk van Gladys Haar man werd vermoord. Haar broer ontvoerd. En zelf raakte Gladys getraumatiseerd door wat ze meemaakte tijdens de

Nadere informatie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU Commissie politieke zaken 5.3.2009 AP/100.506/AM1-24 AMENDEMENTEN 1-24 Ontwerpverslag (AP/100.460) Co-rapporteurs: Ruth Magau (Zuid-Afrika) en Filip Kaczmarek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Nr. 429 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016.

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016 Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be Brainstorm Welke gevolgen hebben gewapende conflicten?

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) 12470/05 LIMITE PUBLIC JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 NOTA van aan: het voorzitterschap de Groep jeugdzaken Nr. vorig doc.: 11409/05

Nadere informatie

TOETSINGSKADER 2014 Inleiding

TOETSINGSKADER 2014 Inleiding TOETSINGSKADER 2014 Inleiding Op 28 juni 1995 boden de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie de Tweede Kamer een toetsingskader aan dat kon dienen ter structurering van de gedachtewisseling

Nadere informatie

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde.

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde. Opdracht door Dylan 1380 woorden 30 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer PvdA: - Defensie: De PvdA zet zich internationaal in voor vrede en veiligheid; we komen op

Nadere informatie

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.nationaalrapporteur.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(98)29 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE DERDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: BESTRIJDING VAN RACISME EN ONVERDRAAGZAAMHEID JEGENS ROMA/ZIGEUNERS

Nadere informatie

Checklist borging tweede doelstelling ESF gelijke kansen en nondiscriminatie

Checklist borging tweede doelstelling ESF gelijke kansen en nondiscriminatie Checklist borging tweede doelstelling ESF 2014-2020 gelijke kansen en nondiscriminatie Projecten in het programma ESF 2014-2020 hebben twee doelstellingen: op de eerste plaats het bevorderen van actieve

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) 5322/17 LIMITE WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: PUBLIC CORLX 11 CFSP/PESC 46 COEST 20 CSC 25 BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DEFENSIE WERKGROEP STAAL EERSTE DRUK, NOVEMBER 2007 VISIE LEIDINGGEVEN

MINISTERIE VAN DEFENSIE WERKGROEP STAAL EERSTE DRUK, NOVEMBER 2007 VISIE LEIDINGGEVEN MINISTERIE VAN DEFENSIE WERKGROEP STAAL EERSTE DRUK, NOVEMBER 2007 VISIE LEIDINGGEVEN INLEIDING Voorwoord Commandant der Strijdkrachten CONTEXT De complexe omgeving waarin bij Defensie leiding wordt gegeven

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

Dank u wel kolonel Lambrichts, mevrouw Sybilla Dekker, Generaal, geachte aanwezigen,

Dank u wel kolonel Lambrichts, mevrouw Sybilla Dekker, Generaal, geachte aanwezigen, Spreekpunten staatssecretaris De Vries van Defensie ter gelegenheid van de eerste deeltijdopleiding Middelbare Defensie Vorming te Den Haag. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Dank u wel kolonel Lambrichts,

Nadere informatie

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2016 (OR. en) 10254/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 20 juni 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties COHOM 78 CONUN 115 DEVGEN 132 FREMP

Nadere informatie

Code VINCI Leveranciers Global Performance Commitment

Code VINCI Leveranciers Global Performance Commitment Code VINCI Leveranciers Global Performance Commitment Contents P. 2 Introductie P. 2 VINCI s commitments P. 4 Leveranciers commitments P. 6 Implementatie 1 15 april 2012 Introductie Deze Code «Global Performance

Nadere informatie

SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION

SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION WIE IS EEN KIND? Ieder mens onder de leeftijd van 18 jaar (tenzij meerderjarigheid eerder wordt bereikt) VN Verdrag

Nadere informatie

Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld

Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2011/0412(COD) 5.6.2012 AMENDEMENTEN 8-45 Ontwerpadvies Barbara Matera (PE487.956v01-00) Financieringsinstrument voor de

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 10159/17 ENFOPOL 301 PROCIV 54 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juni 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

Actieplan Kinderrechten SINT MAARTEN

Actieplan Kinderrechten SINT MAARTEN Actieplan Kinderrechten Samenvatting Commissie Kinderrechten Mei 2015 Actieplan Kinderrechten Commissie Kinderrechten INLEIDING Het nationaal beleid van het land Sint Maarten voor Jeugd en Jongeren is

Nadere informatie

15571/17 ons/cle/ia 1 DG C 1

15571/17 ons/cle/ia 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 11 december 2017 (OR. en) 15571/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 11 december 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 14446/17

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD houdende benoeming

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur van de sociale departementen A7 Directeur. Sociale departementen Hoofdzetel

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur van de sociale departementen A7 Directeur. Sociale departementen Hoofdzetel FUNCTIEBESCHRIJVING Naam van de functie: Dienst: Plaats: van de sociale departementen Sociale departementen Hoofdzetel Datum creatie: Datum revisie: Auteur beschrijving: Houder van de functie: 02/01/2019

Nadere informatie

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb.

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb. PROTOCOL KINDSOLDATEN Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb.htm Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

Inleiding. Geen one size fits all

Inleiding. Geen one size fits all Kabinetsreactie op advies nr. 27 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) inzake aansprakelijkheid van internationale organisaties Inleiding In december 2015 heeft het kabinet

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Basisnormen integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Basisnormen integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie Basisnormen integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie 1. Inleiding De Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen, de Raad van Hoofdcommissarissen,

Nadere informatie