Meten en Maken 1. Toets Harris
|
|
- Mark Jansen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Meten en Maken 1 Toets Harris Deze toets bestaat uit vier opgaven die even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad. Dit maakt sneller nakijken mogelijk. Vermeld op ieder antwoordblad je naam, studentnummer en versienummer. Je mag boeken, aantekeningen, de practicumhandleiding en de programma s Powerfit, Excel en Titerdat gebruiken. Het gebruiken van de netwerkverbinding voor welk doel dan ook (internet, mail, messengers) is niet toegestaan en leidt tot verwijdering uit de tentamenzaal en de toekenning van 0 punten als eindcijfer. Laat duidelijk zien hoe je aan een antwoord komt, maar probeer hier kort en bondig te zijn. Noteer elk eindantwoord met het juiste aantal significante cijfers. Gebruik voor het berekenen van de molmassa s het periodiek systeem op de binnenkant van Harris. Wanneer niet duidelijk is hoe je aan het antwoord van een berekening komt, kunnen er bij een rekenfout geen punten worden toegerekend. Onleesbare antwoorden zijn ook fout. Schrijf alleen met pen, niet met potlood. Eerst met potlood schrijven en dan met pen overtrekken wordt niet op prijs gesteld. Tip: Lees de vraag goed, en geef ook het antwoord op de vraag. Als er staat dat je een grafiek moet maken met concentraties in mg L -1, doe dat dan ook! Houd de beschikbare tijd in het oog. Advies: Trek voor elke opgave ongeveer 35 minuten uit. Besteed de resterende tijd om nog eens rustig je antwoorden door te lezen. Na afloop lever je de antwoordbladen in, de opgaven mag je meenemen. Laat je naamkaartje op de tafel liggen! Verantwoordelijke docenten: dr. Peijzel, dr. van Walree en dr. Jonker. Veel succes!
2
3 Opgave 1: AAS, lood in kogels Bij het ploegen van een akker worden er kogels gevonden die gebruikt zijn door de naastgelegen kleiduivenschietvereniging. Tot ongeveer 10 jaar geleden werden loden kogels gebruikt, daarna is overgestapt op kogels van bismut, om de milieuvervuiling te beperken. Er zijn echter nog steeds goedkope kogels in de handel die zowel lood als bismut bevatten. De eigenaar van de akker verzamelt een aantal kogels en neemt die mee naar een laboratorium. Daar zal met AAS bepaald worden wat het massapercentage lood in de kogels is. De monsteroplossing wordt bereid door een kogeltje te wegen en op te lossen in een niet nader te noemen zuur. Dit breng je kwantitatief over in een maatkolf van 1000 ml en deze vul je aan tot de streep met 0,01 M salpeterzuur. Dit is de monsteroplossing. De massa van de kogel was 7,1592 g. De voorraadoplossing lood wordt bereid door 1,1569 g lood(ii)acetaat trihydraat eerst op te lossen in 50 ml 0,01 M salpeterzuur en dit vervolgens kwantitatief over te brengen in een maatkolf van 1000 ml en aan te vullen tot de streep. De ijkreeks wordt bereid door met Finn-pipetten volumes van 0,50 tot 4,00 ml te pipetteren, in stappen van 0,50 ml. Deze volumes worden in maatkolven van 100 ml gebracht en de maatkolven worden vervolgens aangevuld tot de streep met 0,01 M salpeterzuur. a) Wat is de loodconcentratie (in mg L -1 ) in de voorraadoplossing? b) Noem een reden waarom je de voorraadoplossing niet maakt door bijvoorbeeld 30 mg lood af te wegen op de analytische balans en dit op te lossen in een geschikt zuur. De monsteroplossing wordt verdund door 1,00 ml ervan te pipetteren in een maatkolf van 250 ml en dit aan te vullen met 0,01 M salpeterzuur tot de streep. Deze oplossing noemen we de meetoplossing. Deze verdunning wordt in triplo gedaan. De ijkreeks en de meetoplossingen worden gemeten met vlam-aas, bij een golflengte van 217,0 nm. Als blanco wordt 0,01 M salpeterzuur gemeten. De gemeten extincties staan verzameld in onderstaande tabel, de extincties zijn al gecorrigeerd met de blanco: Oplossing Extinctie IJkoplossing 1 0,140 IJkoplossing 2 0,272 IJkoplossing 3 0,402 IJkoplossing 4 0,540 IJkoplossing 5 0,668 IJkoplossing 6 0,784 IJkoplossing 7 0,913 IJkoplossing 8 1,040 Meetoplossing 1 0,614 Meetoplossing 2 0,610 Meetoplossing 3 0,616
4 Zet de gemeten extincties uit tegen de concentratie lood (in mg L -1 ) in Powerfit. Bepaal de concentratie lood in de meetoplossing. c) Welke graad kies je voor de polynoom van de ijklijn, en waarom? d) Wat is de concentratie lood in de meetoplossing, geef je antwoord in de vorm van een 95% betrouwbaarheidsinterval. e) Wat is het massapercentage lood in de kogel, geef je antwoord in de vorm van een 95% betrouwbaarheidsinterval. f) Waarom voer je de verdunning van de monsteroplossing in triplo uit? g) Laat met behulp van de oplosbaarheidsproducten in appendix F van Harris zien waarom PbCl 2 niet geschikt is als stof om een ijkreeks van te bereiden.
5 Opgave 2: UV-Vis. Wanneer twee ionen in oplossing bij dezelfde golflengte absorberen is het niet mogelijk om met één UV-Vis meting beide concentraties te bepalen. Indien je echter bij twee golflengtes meet, en voor beide stoffen bij beide golflengtes de molaire extinctiecoëfficiënten weet, dan is het wel mogelijk beide concentraties te bepalen, je hebt immers twee vergelijkingen met twee onbekenden. In Tabel 1 zijn van twee ionen de molaire extinctiecoëfficiënten weergegeven voor 365 en 700 nm: Tabel 1: Molaire extinctiecoëfficiënten van ionen A en B ε 365 nm (L mol -1 cm -1 ) ε 700 nm (L mol -1 cm -1 ) A B In Tabel 2 zijn de gemeten extincties bij 365 en 700 nm weergegeven voor een drietal oplossingen die de ionen A en B in verschillende hoeveelheden bevatten. Tabel 2: Gemeten extincties bij 365 en 700 nm (in 1,000 cm cuvetten) Oplossing A 365 A ,450 0, ,614 0, ,620 0,0945 a) Bereken de concentraties van A en B in oplossing 1 (in mol L -1 ). De weglengte is 1,000 cm. b) Wat wordt de transmissie van oplossing 1 bij 365 nm als 2,000 cm cuvetten worden gebruikt? c) Waarom hebben metingen van oplossingen met een extinctie boven de 2,0 over het algemeen geen (analytisch) nut meer? Chroom in scheermesjes: Een scheermesje van 0,570 g wordt opgelost, het chroom wordt geoxideerd tot chromaat (CrO 4 2- ) en de oplossing wordt verdund tot 1000 ml in een maatkolf. De extinctie van deze oplossing wordt gemeten met 1,00 cm cuvetten bij 370 nm. Deze bedraagt 0,523. De molaire extinctiecoëfficiënt van chromaationen is 4, L mol -1 cm -1. Neem voor deze vraag aan dat bij 370 nm alleen het chromaat aan de absorptie bijdraagt. d) Bereken het massapercentage Cr in het scheermesje. e) Welke massa kaliumchromaat moet je oplossen in 5,000 L demiwater om een extinctie van 1,000 te meten bij een cuvetlengte van 1,000 cm? f) Geef een voorbeeld van een analyse die wel met UV-Vis, maar niet met AAS uitgevoerd kan worden, en ook een voorbeeld van een analyse die wel met AAS, maar niet met UV-Vis uitgevoerd kan worden. g) Bij welke golflengte verwacht je het absorptiemaximum van een kaliumpermanganaatoplossing?
6 Vraag 3: Ionselectieve elektrodes en ph Een ionselectieve elektrode voor calcium geeft een respons zoals beschreven is in vergelijking 15-8 (6 e editie vergelijking 15-6). De waarde van β is 0,958. a) Bespreek kort wat de rol van β in deze vergelijking is, met andere woorden: waarvoor wordt gecorrigeerd? De selectiviteitscoëfficiënt geeft aan hoe de ionselectieve elektrode reageert op andere ionen. Door de potentiaal van de calcium-ise in oplossingen van calciumionen te meten met verschillende concentraties magnesium kan de selectiviteitscoëfficiënt k Ca,Mg berekend worden. In onderstaande Tabel 3 zijn de concentraties Ca 2+ en Mg 2+ van een aantal meetoplossingen gegeven en de gemeten potentiaal van de calcium-ise in die oplossingen: Tabel 3: Metingen met de calcium-ise: concentraties Ca 2+ en Mg 2+ en gemeten potentiaal. [Ca 2+ ] [Mg 2+ ] potentiaal t.o.v. referentie (mm) (mm) (mv) 0, ,0 0, ,8 0, ,4 0, ,3 b) Bereken met behulp van Powerfit de selectiviteitscoëfficiënt k Ca,Mg. Ga uit van vergelijking 15-8, zowel mét als zonder storend ion. Leid vervolgens een verband af tussen het verschil van de gemeten potentiaalverschillen en de verhouding van de concentraties. Je mag concentraties gebruiken in plaats van activiteiten. De selectiviteitscoëfficiënten voor verschillende ionen voor een ZINKselectieve elektrode staan in onderstaande Tabel 4: Tabel 4: Selectiviteitscoëfficiënten voor verschillende ionen voor een zinkselectieve elektrode. Storend ion Y k Zn 2+,Y Mg 2+ 0,023 Ba 2+ 0,019 Ca 2+ 0,061 c) Wanneer de drie ionen uit de tabel alle in dezelfde concentratie aanwezig zijn, welke stoort dan het minst bij de zinkmeting? Bij de bepaling van fluoride in tandpasta heb je TISAB gebruikt. Dit is een phbuffer, het bevat complexvormers tegen storende ionen maar het heeft ook nog een andere functie. d) Licht die andere functie toe.
7 De werking van een ph-meter berust ook op het gebruik van een ionselectieve electrode, in dit geval uiteraard voor H +. Voordat de ph gemeten wordt moet eerst de β van de electrode vastgelegd worden. e) Beschrijf kort hoe de β van een ph-electrode in de praktijk wordt bepaald. f) Bij ph meting storen natriumionen. Is de storing groter in een zure of in een basische oplossing, en waarom? Je wilt exact 100 ml van een 0,200 M benzoaatbuffer met ph 4,10 bereiden. Je beschikt over demiwater, natriumbenzoaat, 3M zoutzuur, 3M NaOH een geijkte ph-meter, en een standaard laboratoriuminventaris. g) Beschrijf welke handelingen je verricht om deze buffer te bereiden.
8 Vraag 4: Chromatografie a) De retentietijd in een GC met een (diphenyl) 0,65 (dimethyl) 0,35 polysiloxaan kolom zijn 2,20 minuten voor CH 4 ; 4,06 minuten voor hexaan; 4,80 minuten voor X en 6,12 minuten voor heptaan. Bereken de Kovats retentie index van stof X. b) Op een bepaald type kolom zijn de Kovats retentie indices voor 1- butanol 449, 1-hexanol 778 en 1-aminopentaan 812. Een mengsel van hexaan, heptaan, octaan, 1-butanol, 1-hexanol en 1-aminopentaan wordt geïnjecteerd op de kolom. In welke volgorde passeren ze de detector? c) Een mengsel van polaire stoffen werd gescheiden op een bonded phase diol HPLC kolom. Wat is de invloed op de retentietijden wanneer het eluens wordt veranderd van 60% naar 40% acetonitril in water? d) Voor welk soort stoffen is de vlamionisatiedetector ongeschikt bij GCanalyse. Leg uit waarom en geef twee mogelijke alternatieve detectoren die je kan gebruiken bij GC. Noem van beide detectoren één relevant voordeel en één relevant nadeel. e) Geef een voorbeeld van een scheiding die makkelijker met GC te doen is dan met HPLC. Leg kort uit waarom je dit denkt. f) Waarom is bij kwantitatieve GC-analyses vaak het gebruik van een interne standaard noodzakelijk? In onderstaande tabel staan de kookpunten van enkele stoffen vermeld. stof Kookpunt ( o C) propaanzuur hexanol 140 isopentylacetaat 142 3,4-dimethylheptaan 140 g) In welke volgorde komen deze stoffen met GC van een poly(ethyleenglycol) kolom bij 70 o C en bij 270 o C.
Meten en Maken 1. Toets Herkansing Harris
Meten en Maken 1 Toets Herkansing Harris 03-07-2008 Deze toets bestaat uit vier opgaven die allemaal even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak de opgaven op de antwoordbladen,
Nadere informatieMeten en Maken 1. Toets Harris 26-04-2010
Meten en Maken 1 Toets Harris 26-04-2010 Deze toets bestaat uit vier opgaven die even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad. Dit maakt
Nadere informatieMeten en Maken 1. Toets Harris
Meten en Maken 1 Toets Harris 24-4-2007 Deze toets bestaat uit vier opgaven die allemaal even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad.
Nadere informatieMeten en Maken 1. Herkansing Toets Harris
Meten en Maken 1 Herkansing Toets Harris 31-8-2007 Deze toets bestaat uit vier opgaven die allemaal even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad.
Nadere informatieMeten en Maken 1. TOETS HARRIS 2006: Donderdag 27 April 2006, uur uur
Meten en Maken 1. TOETS HARRIS 2006: Donderdag 27 April 2006, 09.00 uur 12.00 uur Je treft vier opgaven aan, die elk even zwaar meewegen in het eindcijfer over deze toets. Elk van deze drie opgaven bevat
Nadere informatieMeten en Maken 1. TOETS HARRIS 2005: Vrijdag 20 Mei 2005, uur uur
Meten en Maken 1. TETS HARRIS 2005: Vrijdag 20 Mei 2005, 14.00 uur 17.00 uur Je treft drie opgaven aan, die elk even zwaar meewegen in het eindcijfer over deze toets. Elk van deze drie opgaven bevat deelopgaven.
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 8 UV-VIS spectrometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 8 UV-VIS spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Welke kleur heeft een stof die: a blauw licht absorbeert? Complementaire kleur: oranje. b paars licht absorbeert? Complementaire kleur: geel. c blauw
Nadere informatieColorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+
Practicum W22 Colorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+ In experiment 5, blz 102, moet je de kleur van een muntoplossing vergelijken met een aantal buizen met bekende concentratie.
Nadere informatieIntroductie periode 2b. Onderdeel Foutenleer 1
Introductie periode 2b Onderdeel Foutenleer 1 Assistenten: Lai Mei Tang / Vera Kaats Susan Kersjes Maurice Mourad Sandra Veen Marieke Bode Piter Miedema Inhoud: Wat is foutenleer, en wat heeft Excel daar
Nadere informatieMeten en Maken 1. TOETS HARRIS: Dinsdag 1 Juni 2004, uur uur
Meten en Maken 1. TETS HARRIS: Dinsdag 1 Juni 2004, 14.00 uur 17.00 uur U treft drie opgaven aan. Elk van deze drie opgaven weegt even zwaar mee in het cijfer over deze toets. Elk van deze drie opgaven
Nadere informatiePracticum 1: bepalen enzymactiviteit
Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij practicum 1 Versie 2012-2013 In deze module ga je een experiment uitvoeren. In dit experiment moet je de verschillende
Nadere informatieBepaling van concentratie nitriet in een monster met een. spectrofotometer
Handleiding Spectrofotometer 118085 Bepaling van concentratie nitriet in een monster met een spectrofotometer 118085 1. Inleiding Achtergrond informatie spectrofotometrie. Als een oplossing gekleurd is,
Nadere informatieBELGIUM TEAM A TAAK A ANTWOORDBLAD LAND- EN TEAMCODE: HANDTEKENING:
TAAK A ANTWOORDBLAD LAND- EN TEAMCODE: NAAM: NAAM: NAAM: HANDTEKENING: HANDTEKENING: HANDTEKENING: Experiment 1 100 punten Belangrijke constantes: R = 8,314 J mol 1 K 1 = 8,314 kg m 2 s 2 mol 1 K 1 = 8.314
Nadere informatie2 Concentratie in oplossingen
2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.
Nadere informatieBepaling van opgelost chroom VI in water door ionenchromatografie
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van opgelost chroom VI in water door ionenchromatografie Versie oktober 2013 WAC/III/C/050 1 TOEPASSINGSGEBIED Deze methode beschrijft
Nadere informatieb een oxiderende vlam te verkrijgen? Een oxiderende vlam bevat meer zuurstof dan voor de verbranding nodig is. Dus: meer zuurstof (lucht) toevoeren.
Hoofdstuk 9 Atomaire absorptie spectrometrie (AAS) bladzijde 1 Opgave 1 Wat wordt bedoeld met absorptielijn en emissielijn? Als we het over AAS hebben: het spectrum van een element bestaat uit licht van
Nadere informatieσ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1
Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Oranje en groen licht vallen op een prisma (onder dezelfde hoek en in dezelfde richting). Welke kleur wordt het sterkst gebroken? Hoe korter de
Nadere informatieBepaling van opgeloste Chroom VI in drink-, gronden industriëel afvalwater effluenten door ionenchromatografie
Bepaling van opgeloste Chroom VI in drink-, gronden industriëel afvalwater effluenten door ionenchromatografie januari 2005 1/7 WAC/III/C/050 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN...
Nadere informatieStel je meet calcium bij 423 nm met een acethyleen-lucht vlam van 2400 K. Hoe groot is dan de verhouding N 1/N 0?
Hoofdstuk 10 Atomaire emissiespectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Stel je meet calcium bij 423 nm met een acethyleen-lucht vlam van 2400 K. Hoe groot is dan de verhouding N 1/N 0? h: 6,626 10-34 Ts c: 2,998
Nadere informatieOefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN
Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN vwo Massaspectrometrie en IR-spectrometrie OPGAVE 1 MTBE is een stof die aan benzine wordt toegevoegd voor een betere verbranding (de klopvastheid wordt vergroot). Door middel
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1
Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1 Opgave 1 a Welke voordelen heeft een capillaire kolom ten opzichte van een gepakte kolom? Veel betere scheiding: hoger schotelgetal b Welk nadeel is aan een capillaire
Nadere informatieb In plaats van een CN-kolom gebruikt men een C-18-kolom. Stationaire fase minder polair: retentietijd langer.
Hoofdstuk 20 Hoge druk vloeistofhromatografie (HPLC) bladzijde 1 pgave 1 In welke volgorde elueren de onderstaande omponenten bij normal phase? a otaanzuur C 7H 15CH langste apolaire staart: alkyl met
Nadere informatieFysische Chemie en Kinetiek
Fysische Chemie en Kinetiek 007-008 Deeltentamen 01 8 juli 008, 14:00-17:00 Naam: Studentnummer: Dit is de enige originele versie van jouw tentamen. Het bevat dit voorblad en de opgaven. Waar nodig word
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
38 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen PRACTICUMTOETS woensdag 14 juni 2017 De experimenten voor deze toets zijn voorbereid door: Niek Eisink, MSc Juan Chen, PhD Jim Ottelé, MSc
Nadere informatieDiervoeders - Bepaling van sulfadimidine-na - HPLC. RSVnr A0148, DAMcode 0800302, editie nr. 4, 07-07-94; Bijlagen zijn niet bijgevoegd.
Stofnaam Type methode Te onderzoeken in Minimum bepaalbaarheidsgrens Herhaalbaarheid Reproduceer-baarheid Categorie Titel Sulfadimidine-natrium HPLC Mengvoeders 20 mg/kg 7 % bij 200-600 mg/kg 1,5-2 x herhaalbaarheid
Nadere informatieOpgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14
Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen
Nadere informatieOpgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3
Hoofdstuk 13 Titratieberekeningen bladzijde 1 Opgave 1 Wat is het theoretisch eindpunt? Het theoretisch eindpunt is het titratievolume waarbij de bedoelde reactie precies is afgelopen. En wat is dan het
Nadere informatieVOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN
Technology, Innovation & Society Delft VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN OPLEIDING TOETSCODE GROEP : TECHNISCHE NATUURKUNDE : SPECT-T1 : NH4TN, NH4FO TOETSDATUM : 31 OKTOBER 2013 TIJD : 13.00 14.30 uur AANTAL
Nadere informatieTITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO
TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO versie juli 2017 WOORD VOORAF De in dit document besproken titratiemethoden vormen de basis van de diverse varianten die in de loop der
Nadere informatieOefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2
Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2 Massaspectrometrie en IR-spectrometrie In het eindexamen van 2001 (eerste tijdvak) komt een opgave voor over MTBE. Dat is een stof die aan benzine wordt toegevoegd
Nadere informatieT2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,
Nadere informatieTentamen Chemische Analysemethoden. 25 oktober 2006 (14.00-17.00) Deel 2 Open boek (voor 78 punten) Beschikbare tijd: 140 minuten
Tentamen Chemische Analysemethoden 25 oktober 2006 (14.00-17.00) Deel 2 Open boek (voor 78 punten) Beschikbare tijd: 140 minuten Vraag 1 Rekenen in de chemische analyse (18 punten) 1,1 Uit ruime ervaring
Nadere informatieBloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom
Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom E Olijslager en R Langen Klinisch Farmaceutisch Laboratorium TweeSteden ziekenhuis Dr. Deelenlaan 5, 5042 AD Tiiburg. EOlyslager@zamb.tsz.nl Inleiding
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatieBepaling van ammoniakale stikstof door manuele spectrofotometrie
Bepaling van ammoniakale stikstof door manuele spectrofotometrie januari 2005 1/8 WAC/III/E/020 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 4.1 APPARATUUR...
Nadere informatieVan STIP chromatografie naar SPE extractie is een kleine stap...
Van STIP chromatografie naar SPE extractie is een kleine stap... Als het verhaal in het vorige extract begrepen is dan klinkt de titel van dit hoofdstuk niet zo vreemd. Uitgelegd is dat de zure/neutrale
Nadere informatieAspecten van een synthese. September 2011 dr. P.S. Peijzel
Aspecten van een synthese September 2011 dr. P.S. Peijzel Inhoud: Aspecten van een synthese Nabespreken ARB-Toets Wat is het doel van een synthese? Het in handen krijgen van een gewenste stof door middel
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal met behulp van tabel II de reactie tussen kaliumpermanganaat in zuur milieu met: a Sn 2+ ionen MnO 4 + 8 H 3O + + 5 e Mn 2+ + 12 H 2O x 2 Sn 2+ Sn 4+
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatie/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4
Tentamen: Fysische Chemie en Kinetiek (4052FYSCK-1415FWN) Datum: 8-4-2015 Tijd/tijdsduur: 14:00-17:00; 3 uur Plaats: Computerzaal 0.20 van het gebouw van Civiele Techniek, Delft Docent(en) en/of tweede
Nadere informatieBepaling van het gehalte aan nitrietstikstof en nitraatstikstof en de som van beide met behulp van doorstroomanalyse
Bepaling van het gehalte aan nitrietstikstof en nitraatstikstof en de som van beide met behulp van doorstroomanalyse november 2008 Pagina 1 van 10 WAC/III/D/031 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE...
Nadere informatieOEFENSET 2006_1 OPGAVEN
EFENSET 2006_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatieProef Scheikunde Het suikergehalte in Cola en Cola Light bepalen
Proef Scheikunde Het suikergehalte in Cola en Cola Light bepalen Proef door een scholier 597 woorden 11 maart 24 5,6 22 keer beoordeeld Vak Scheikunde Proeven i.v.m. G.I.P. (suiker) Het suikergehalte in
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 11 Fluorimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 11 Fluorimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Welke van de in afbeelding 11.7 getoonde moleculen zullen vermoedelijk fluoresceren en welke niet? Het zijn vooral moleculen met weinig vrije draaibaarheid,
Nadere informatieAMMONIUM STIKSTOF. Ministerieel besluit van 10 sept Belgisch Staatsblad van 27 sept DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED AMMONIUM STIKSTOF Deze procedure vervangt de procedure AAC/2/I/B.4 van mei 1996. Ammoniakale stikstof wordt in nagenoeg alle soorten water aangetroffen. De vorm (NH 4 + of NH
Nadere informatieCOLORIMETER Beschrijving B03581
COLORIMETER Beschrijving B03581 Figuur 1. Colorimeter 03581. CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Beschrijving Colorimeter 03581 is ontworpen om de concentratie van een oplossing
Nadere informatieWennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.
Hoofdstuk 4 Massaconcentratie bladzijde 1 Opgave 1 Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter. a 25,0 mg ethanol in 100 ml 0,025
Nadere informatieI-MET-FLVVT-031. Versie 03 Datum van toepassing
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria I-MET-FLVVT-031 I-MET-FLVVT-031 BEPALING VAN AMOXICILLINE IN DIERENVOEDERS (HPLC) Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-08
Nadere informatie6 2 Geef de vergelijkingen van de optredende reacties bij alle genoemde verschijnselen.
Voorronde, 997 pgaven woensdag 5 februari 997 Deze voorronde bestaat uit 8 vragen De maximumscore voor dit werk bedraagt 00 punten De tijdsduur van de voorronde is maximaal 3 klokuren Benodigde hulpmiddelen:
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1
Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1 Opgave 1 rekenformule: c(b) = ------- toepassen: n B V opl. Bereken de analytische concentratie (mol/l) in elk van de volgende oplossingen: a 5,00 mol NaCl in 5,00
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieDocentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit
Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit #VOS-038A versie 2.0 Inhoud kit: 6 x 5 DNA profielen 6 x Dader profiel 6 x 200µl loading dye (kleurloze vloeistof) 4 g agarose 400µl gel dye (1000x) 100ml elektroforese
Nadere informatieDocentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit
Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit #VOS-038 versie 2.1 Inhoud kit: 2 x 15 DNA profielen 2 x Dader profiel 2 x 1 ml loading dye (kleurloze vloeistof) 3 g agarose 400 µl blauwe gel dye (1000x)
Nadere informatieOEFENSET 2007_1 OPGAVEN
EFENSET 2007_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatieCENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES
COLORIMETER BT29i GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Korte beschrijving De CMA Colorimeter BT29i meet de hoeveelheid licht die door een oplossing wordt
Nadere informatieChroom (VI) Ministerieel besluit van 19 februari Belgisch Staatsblad van 13 maart 2013
Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemsaneringsdecreet Versie oktober 2010 CMA/2/I/C.7 INHOUD Inhoud 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3
Nadere informatieOefentoets zuren en basen havo
Oefentoets zuren en basen havo Opgave 1 Melk en yoghurt Zweedse voedingswetenschappers hebben in 2014 bij meer dan 10000 mensen onderzocht of melk en melkproducten gezond zijn. Het doel van het onderzoek
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1 Opgave 1 Stel dat we twee referentie-elektroden in een oplossing dompelen en de spanning meten, hoe groot is dan de spanning tussen de onderstaande combinaties?
Nadere informatieGearchiveerde versie
I-MET-FLVVT-031 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria I-MET-FLVVT-031 BEPALING VAN AMOXICILLINE IN DIERENVOEDERS (HPLC) Versie 02 Datum van toepassing 2012-01-31
Nadere informatieANORGANISCHE ANALYSEMETHODEN/VASTE AFVALSTOFFEN FLUORIDE
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED FLUORIDE Bepaling van het totale fluoride gehalte in vaste en pasteuze afvalstoffen. Het beschreven analyseprocédé is toepasbaar indien het fluoride gehalte in het te analyseren
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot is het oxidatiegetal van elk atoom in de onderstaande deeltjes? Uitgangspunten: H = +1 O = 2 metaalion (K + ) krijgt ionlading. som van de ladingen
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieStandaardcondities FAAS
Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Scheikunde Scheikunde Practicum R.J. Baars, J.J. Hermans juli 29 Zilver Ag 328.683 nm (primaire lijn) lucht/acetyleen, 4 L/h, 7 mm -5 mg/l.2542
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatieGEPE. Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016. 28 september 2015. 13.30-16.00 uur
GEPE Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016 28 september 2015 13.30-16.00 uur Naam: (in blokletters) Registratienummer 1. Begin met je naam en overige gegevens in te vullen. 2. Gebruik voor de beantwoording
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen
ci/) ONDER GLAS TE NAALPWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk /i z W 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen juli 1991 Intern
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatieBepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog
Bepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 02 October 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/34903
Nadere informatieFLUORIDE NA DESTILLATIE EN METING MET ION SELECTIEVE ELECTRODE
FLUORIDE NA DESTILLATIE EN METING MET ION SELECTIEVE ELECTRODE 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure CMA/2/I/C.1.1 van mei 1996. De beschreven methode is toepasbaar voor de analyse
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieExtra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008
Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie
Nadere informatieProef Scheikunde Scheikunde proeven
Proef Scheikunde Scheikunde proeven Proef door een scholier 5264 woorden 2 maart 2010 5,3 65 keer beoordeeld Vak Scheikunde Leraar: DOO Klas: L61 Inhoudsopgave 1.4 kopergehalte van een 10 eurocent muntstuk
Nadere informatieOefentoets zuren en basen vwo
Oefentoets zuren en basen vwo Opgave 1 Melk en yoghurt Zweedse voedingswetenschappers hebben in 2014 bij meer dan 10000 mensen onderzocht of melk en melkproducten gezond zijn. Het doel van het onderzoek
Nadere informatieExact periode 3 Rechte lijn kunde
Exact periode 3 Rechte lijn kunde diktaat exact blok 3 1 6-3-2017 Hoofdstuk1 Wat analisten willen.. 1.1 Een voorbeeld. Standaard1 Standaard2 Standaard3 Standaard4 Monster Standaard1 Standaard2 Standaard3
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatiePeriode 2: Scheikunde praktijk P2
Periode 2: Scheikunde praktijk P2 Nu je hebt geleerd te werken met pipet en maatkolf en je kunt wegen met de analytische balans ga je dit in deze periode toepassen. Lees de stappen van het gebruik goed
Nadere informatie/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4
Tentamen: Fysische Chemie en Kinetiek (4052FYSCK-1415FWN) Datum: 17-4-2015 Tijd/tijdsduur: 9:00-12:00; 3 uur Plaats: Grote en Kleine Pastizaal, ChemE, Delft Docent(en) en/of tweede lezer: Prof. dr. M.T.M.
Nadere informatieHoofdstuk1 Wat analisten willen..
Hoofdstuk Wat analisten willen... Een voorbeeld. Standaard Standaard Standaard Standaard Monster Standaard Standaard Standaard Standaard Monster Conc.,,5,,5????? (mol.l - ) Ext.,,,,5,7 Hierboven zie je
Nadere informatieModule 7 Analyse technieken Antwoorden
1 Dunne laag chromatografie 1 Verschil in aanhechtingsvermogen (aan de stationaire fase) én oplosbaarheid (in de mobiele fase). 2 Kleinste Rf = 0 en grootste Rf = 1. 3 De stationaire fase is het gebruikte
Nadere informatieStandaardadditie Methode. en Interne Standaard Methode. D.Bax
Standaardadditie Methode en Interne Standaard Methode D.Bax Uitgave: Universiteit Utrecht, Faculteit Scheikunde 6e druk (2001) File: SAD01.DOC t/m SAD05.DOC Inhoud Standaardadditie-methode 1. Inleiding
Nadere informatieBEPALING VAN DOXYCYCLINE, TETRACYCLINE, OXYTETRACYCLINE EN CHLOORTETRACYCLINE IN
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria I-MET-FLVVT-091 I-MET-FLVVT-091 BEPALING VAN DOXYCYCLINE, TETRACYCLINE, OXYTETRACYCLINE EN CHLOORTETRACYCLINE IN DIERENVOEDERS
Nadere informatieNaaldwijk, september 1986 Intern verslag nr. 60
PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Een spektrofotometrische bepaling van ureum in voedingsoplossing en in grond. door: F.M. Leijn-van Dijk Naaldwijk, september 1986 Intern verslag nr. 60 ö,buot r TU
Nadere informatieFLUORIDE. Ministerieel besluit van 10 sept Belgisch Staatsblad van 27 sept DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED FLUORIDE Deze procedure vervangt de procedure AAC/2/I/C.1 van mei 1996. De beschreven methode is toepasbaar voor de analyse van grond-, oppervlakte- en industrieel water met
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieOplossingen Scheikunde van 2001
www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen
Nadere informatieNATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2002
NATINAE CHEMIE YMPIADE Voorronde 1, 00 pgaven woensdag 6 februari Deze voorronde bestaat uit 18 vragen verdeeld over 8 opgaven De maximum score voor dit werk bedraagt 100 punten De voorronde duurt maximaal
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatieIntroductie periode 2b. Fysische Chemie en Statistiek 1
Introductie periode 2b Fysische Chemie en Statistiek 1 Assistenten: Fysische Chemie als andere tak van sport Geen synthese maar metingen Apparatuur en glaswerk Betrouwbaarheid en significantie Statistiek
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35778 20 december 2013 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 december 2013, nr. 458764, houdende wijziging
Nadere informatieKWANTITATIEVE BEPALING VAN UBIQUINONE IN
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria I-MET-FLVVT-152 I-MET-FLVVT-152 KWANTITATIEVE BEPALING VAN UBIQUINONE IN Versie 03 Datum van toepassing 2014-01-17 Opgesteld
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieFOTOMETRISCHE BEPALING VAN FLUORIDE MBV EEN DOORSTROOMANALYSESYSTEEM (CFA)
FOTOMETRISCHE BEPALING VAN FLUORIDE MBV EEN DOORSTROOMANALYSESYSTEEM (CFA) 1 TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure vervangt de procedure CMA/2/I/C.1.1 van juli 2005. Deze methode beschrijft de bepaling van
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatie