Module 7 Analyse technieken Antwoorden
|
|
- Renske Jonker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Dunne laag chromatografie 1 Verschil in aanhechtingsvermogen (aan de stationaire fase) én oplosbaarheid (in de mobiele fase). 2 Kleinste Rf = 0 en grootste Rf = 1. 3 De stationaire fase is het gebruikte adsorptiemiddel (bijvoorbeeld silicagel). Adsorptiemiddelen verschillen in aanhechtingsvermogen. 4 Bij een grote Kv is [Amob] klein en [ Astat] groot en bevindt de stof zich dus meer in de stationaire fase dan de mobiele fase. De stof zal een kleine afstand afleggen. Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Bij dunnelaag chromatografie is er een stationaire fase (bv. silicalgelplaatje) en een mobiele fase ( de loopvloeistof. De scheiding van de verschillende componenten berust op verschil in oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen. De manier waarop een stof zich verdeelt over de mobiele en stationaire fase, is karakteristiek voor een bepaalde stof. Er stelt zich een verdelingsevenwicht in. Dit zou je voor een willekeurige stof A als volgt kunnen noteren: Amob Astat Voor dit evenwicht geldt de evenwichtsvoorwaarde, waarbij Kv de evenwichtsvoorwaarde voorstelt: [Astat] / [ Amob] = Kv De waarde van de verdelingsconstante geeft de verhouding weer van de oplosbaarheid in de mobiele fase en de stationaire fase. Ook karakteristiek voor een stof is de rate of flow weergegeven met het symbool Rf. Dit is de verhouding tussen de afstand die de stof A heeft afgelegd en de afstand die de mobiele fase heeft afgelegd. Een aantal Rf waarden vind je in tabel 72 van BINAS. Rf waarden altijd afhangen van de gebruikte mobiele fase en de gebruikte stationaire fase! 1
2 2 De gaschromatograaf 1 Een hogere temperatuur leidt tot een andere verdelingsgraad over de mobiele en stationaire fase en de snelheid van de gasstroom heeft natuurlijk een directe invloed op de retentietijd. 2 Adsorptiemiddelen in de kolom kunnen verschillen in aanhechtingsvermogen. 3 Butaan heeft een grotere molecuulmassa, dus grotere vanderwaalskrachten en adsorbeert het sterkst aan de kolom. 4 Methanol heeft het hoogste kookpunt van 65 o C. Om er zeker van te zijn dat alle stoffen in de gasfase komen en blijven is dit dus de minimale temperatuur. 5 De vulling is polair, dus methanol blijft het langste aan de kolom hangen (3 e piek). Ethaan heeft de kleinste molecuulmassa en zal de kolom als eerste verlaten (1 e piek). 6 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 9, mol L 1. berekening van de piekoppervlakte van thujon wanneer bij bepaling 2 dezelfde hoeveelheid referentiestof A door de gaschromatograaf zou zijn gegaan als bij bepaling 1: (23181 / 3776) x = omrekening van de piekoppervlakte van thujon wanneer bij bepaling 2 dezelfde hoeveelheid van referentiestof A door de gaschromatograaf zou zijn gegaan naar de verhoudingsfactor tussen de concentraties van thujon in absint en het mengsel dat bij bepaling 1 is gebruikt: / = 7,225 omrekening van de verhoudingsfactor tussen de concentraties van thujon in absint en het mengsel dat bij bepaling 1 is gebruikt naar de concentratie van thujon in de onderzochte absint: 7,225 x 1, mol L 1 = 9, mol L 1 7 Een juiste berekening leidt tot de (uitkomst dat het totale thujon gehalte 16 mg kg 1 is en de conclusie dat de onderzochte absint aan de norm voldoet. omrekening van de totale thujon concentratie naar het aantal mg thujon per liter: 9, mol L 1 x 152, mg mol -1 = 14,95 mg omrekening van het aantal mg thujon per liter naar het aantal mg thujon per kg: 14,95 mg / 0,92 kg dm 3 = 16 mg kg -1 Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Bij gaschromatografie is een chromatogram een diagram dat het verband aangeeft tussen het verloop van het detectorsignaal en de tijd gemeten vanaf het moment dat het monster in de kolom werd geïnjecteerd. De tijd tussen injectie en detectie wordt de retentietijd (tr) genoemd. In het chromatogram is de plaats van de top van de piek karakteristiek voor de desbetreffende component, wat kwalitatieve analyse mogelijk maakt. Het oppervlak van de piek is een maat voor de hoeveelheid geïnjecteerde component waardoor kwantitatieve analyse mogelijk is. Het oppervlak van een plek is een maat voor de hoeveelheid van de bij die plek behorende component. De 100%-methode is de eenvoudigste methode waarbij je simpelweg de percentages van elke stof in het mengsel uitrekent door de piekoppervlakte te delen door de totale oppervlakte van alle pieken bij elkaar en dat te vermenigvuldigen met 100. Bij het gebruik van een externe standaard maak je gebruik van een standaardoplossing met een bekende concentratie van de stof die je wilt onderzoeken. Je injecteert eerst deze oplossing in de chromatograaf en daarna het mengsel dat je wilt onderzoeken. Wanneer je zorgt dat je steeds dezelfde hoeveelheid injecteert, is de verhouding van de piekoppervlaktes gelijk aan de verhouding van de concentraties. 2
3 3 Massaspectroscopie 1 Bijvoorbeeld CH3 +, C2H5 +, C3H7 +, CH3, C2H5, C3H7 2 Bijvoorbeeld CH3 +, C2H5 +, Br +, CH2Br +, CH3, C2H5, Br, CH2Br 3 Massafragment 15 kan een methylgroep zijn, 29 een ethylgroep en 45 een carboxylgroep. Deze fragmenten komen alle 3 voor in bv. propaanzuur, maar er zijn meer mogelijkheden. 4 Op basis van het gegeven verwacht je zeker de fragmenten Br + en C2H4Br +. Aangezien broom twee isotopen (met massagetal 79 en 81) heeft, die ongeveer in de verhouding 1:1 voorkomen, zullen er in het massaspectrum dus piekenparen voorkomen die in massa 2u met elkaar verschillen. Het fragment C2H4Br + heeft als massa 107u of 109u. Hieronder het spectrum van de website van NIST. De voorspelling klopt zoals je ziet! 5 6 De molecuulformule van 2,4-dichloorfenoxyethaanzuur is C8H6O3Cl2 en chloor heeft twee isotopen (Cl-35 en Cl-37) m/z = 220 is van C8H6O3Cl2 + met 2x Cl-35 m/z = 222 is met 1x Cl x Cl-37 m/z = 224 is met 2x Cl-37 7 De deeltjes met massa 175, 177 en 179 zijn fragmenteerde deeltjes waarvan de COOH groep afgesplitst is. 8 De piek met m/z = 75 hoort bij het fragment O-CH2-COOH +. 9 De relatief grote piek met m/z waarde 29 in massaspectrum (A) duidt op de aanwezigheid van een CHO groep. Massaspectrum (A) hoort dus bij ethaandial, want methylpropaan bevat geen CHO groep of andere groepen met deze massa. Verder zit er in massaspectrum (B) een grote piek bij m/z waarde 43, hetgeen duidt op afsplitsing van een CH3 groep. Massaspectrum (B) hoort dus bij methylpropaan, want ethaandial bevat geen CH3 groep of andere groepen met deze massa. Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Bij MS worden de moleculen worden met elektronen kapotgeschoten in fragmenten. Hierbij worden de moleculen geïoniseerd en ontstaan er positief geladen molecuulionen. Het molecuul wordt hierdoor instabiel en fragmenteerd. De positief geladen fragmenten worden vervolgens met behulp van een sterk elektrisch veld versneld om daarna terecht te komen in een elektromagnetisch veld, dat loodrecht op de bewegende ionen staat. Hierdoor worden de deeltjes afgebogen. Deze afbuiging is recht evenredig met de verhouding m/z.. 3
4 4 Absorptie spectroscopie 1 Halfreacties: Fe 2+ Fe 3+ + e - H2O2 + 2 H e - 2 H2O Totaalvergelijking: 2 Fe 2+ + H2O2 + 2 H + 2 Fe H2O 2 Er moet gecorrigeerd worden voor de absorptie van water en de KSCN oplossing. 3 Leid eerst uit de ijklijn het verband af tussen de extinctie en de ijzer(iii) concentratie: Bij [Fe 3+ ] = 3,0 mg.l -1 geldt E = 0,61. Reken vervolgens van mg.l -1 naar mol.l -1 : [Fe 3+ ] = ( 3, g.l -1 ) / 55,85 g.mol -1 = 5, M Bereken met de wet van Lambert-Beer: ε = E / ( c d ) = 0,61 / ( 5, ,00 ) = 1, L mol -1 cm -1 4 Manier I: c = E / ( ε d ) = 0,14 / (1, ,00) = 1, M Bij de bemonstering is verdund van 25 ml 50 ml (2x verdund); dus [Fe 3+ ] = 2, M Manier II: Lees af uit de grafiek dat bij E = 0,14 dat [Fe 3+ ] = 0, g.l -1 / 55,85 g.mol -1 = 1, M Bij de bemonstering is verdund van 25 ml 50 ml (2x verdund); dus [Fe 3+ ] = 2, M Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Stoffen die een kleur hebben absorberen straling uit het zichtbare licht. De intensiteit van het licht (transmissie) dat door de blanco gaat wordt aangegeven met Io en de intensiteit van het licht dat door het monster gaat wordt aangegeven met I. Bij dezelfde lengte van de lichtweg blijkt de verhouding Io/I constant te zijn. De extinctie (E) - ook uitdoving genoemd - definiëren we als: E = log ( Io / I ) De extinctie is ook afhankelijk van de concentratie. Het verband tussen extinctie en concentratie is vastgelegd in de wet van Lambert-Beer: E = log ( Io / I ) = ε c d Om van een onbekende oplossing de concentratie te bepalen moet je eerst van een serie oplossingen met bekende molariteit de extinctie bepalen. De grafiek van de extinctie tegen de concentratie moet volgens de wet van Lambert-Beer een rechte lijn door de oorsprong opleveren. Dit noemen we de ijklijn. Met behulp van deze ijklijn kan van de onbekende oplossing de concentratie worden bepaald. 4
5 5 Infrarood 1 Tussen ethanolmoleculen in de gasfase komen geen waterstofbruggen voor en in de vloeistoffase wel. Uit Binas tabel 38A1 blijkt dat het absorptiegebied van de O H strekvibratie wordt beïnvloed door waterstofbruggen 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 3 In het gebied tussen 2900 cm 1 en 3000 cm 1 absorberen zowel alcohol als aceton. De Datamaster II meet dus de som van de absorpties door alcohol en aceton (en kan daaruit niet berekenen wat het alcoholgehalte in de uitgeademde lucht was). Bij de twee golflengten in het gebied tussen 2900 cm 1 en 3000 cm 1 absorbeert ook aceton, maar in een andere verhouding dan alcohol. De twee berekende gehalten zijn dan niet aan elkaar gelijk (en dus kan het apparaat het ademalcoholgehalte niet berekenen). Omdat de twee berekende gehalten niet aan elkaar gelijk zijn 'merkt' het apparaat dat er (tenminste) een storende stof aanwezig is en geeft een foutmelding. Dat is (onder andere) het geval bij aceton, omdat aceton ook in het gebied tussen 2900 cm 1 en 3000 cm 1 absorbeert. 4 5 Een C H buig uit vlak vibratie (in een eindstandige C = CH2 groep) bij ongeveer 900 cm 1 of een C = C strek vibratie (alkeen) bij ongeveer 1650 cm 1. 6 Een C = O strek vibratie (aldehyde) bij ongeveer 1730 cm 1. Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Moleculen absorberen IR-straling tussen en 100 cm -1 en zetten deze om in moleculaire vibraties. De posities van de absorptiebanden in IR-spectra worden weergegeven met golfgetallen met als eenheid de reciproke centimeter (cm -1 ). Het golfgetal (n) bereken je heel eenvoudig met de formule n = 1/ λ. IR-spectroscopie is van groot nut voor de structuuranalyse, omdat bepaalde groepen atomen (bijvoorbeeld de functionele groepen in de koolstofchemie) IR-absorpties hebben bij een karakteristieke frequentie die grotendeels onafhankelijk is van de rest van het molecuul. Zie BINAS tabellen 38B1 en 38B2. Er zijn twee types van moleculaire vibraties: strek- en buigvibraties. Een strekvibratie is een beweging langs de bindingsas waardoor de afstand tussen twee atomen wordt vergroot dan wel verkleind. Een buigvibratie betekent een verandering in een bindingshoek of een buiging van een groep atomen ten opzichte van de rest van het molecuul. 5
6 8 Voorbeeld proefwerkopgaven 1 CH 3 CH 3 H 3 C C O CH methoxy-2-methylpropaan De molmassa van MTBE is 88 u. In het massaspectrum zit geen piek bij deze waarde. Er is dus geen sprake van een moleculair ion. 6 Door afsplitsing van een CH3 groep ontstaat een fragment met massa 73. 6
7 7 Door afsplitsing van een -O-CH3 (31 u) groep ontstaat een fragment met massa Ja, 1-pentanol heeft geen piek bij m/z = 73. Ja, kenmerkend voor alcoholen is de O H strekvibratie bij cm -1. In bovenstaand IR-spectrum is deze piek aan de linker kant duidelijk te zien. In het IR-spectrum van MTBE is er geen piek te zien bij dit golfgetal. 7
8 10 11 Door het toevoegen van de Ti 3+ oplossing is de concentratie van 2-propaanamine kleiner geworden. 12 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De concentraties van de overige stoffen zijn met dezelfde factor kleiner geworden; bij het berekenen van de verhouding tussen de piekoppervlaktes valt de verdunningsfactor eruit. Het gaat om de verhouding van de concentraties van twee stoffen (TMA en 2-propaanamine) en deze verhouding verandert niet door verdunning (met de Ti3+ oplossing). 13 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst dat [TMAO] / ( [TMAO] + [TMA] ) = 0,61 en de conclusie dat de onderzochte persoon een milde vorm van het visluchtsyndroom heeft. 8
9 Samenvatting Module 7 1 Dunne laag chromatografie De manier waarop een stof zich verdeelt over de mobiele en stationaire fase, kun je voor een willekeurige stof A als volgt noteren: Amob Astat De bijbehorende evenwichtsvoorwaarde voor dit evenwicht is: [Astat] / [ Amob] = Kv De waarde van de verdelingsconstante geeft de verhouding weer van de oplosbaarheid in de mobiele fase en de stationaire fase. Ook karakteristiek voor een stof is de rate of flow weergegeven met het symbool Rf. Dit is de verhouding tussen de afstand die de stof A heeft afgelegd en de afstand die de mobiele fase heeft afgelegd. De Rf waarden altijd afhangen van de gebruikte mobiele fase en de gebruikte stationaire fase. 2 Gaschromatografie Bij gaschromatografie is een chromatogram een diagram dat het verband aangeeft tussen het verloop van het detectorsignaal en de tijd gemeten vanaf het moment dat het monster in de kolom werd geïnjecteerd. De tijd tussen injectie en detectie wordt de retentietijd (tr) genoemd. In het chromatogram is de plaats van de top van de piek karakteristiek voor de desbetreffende component, wat kwalitatieve analyse mogelijk maakt. Het oppervlak van de piek is een maat voor de hoeveelheid geïnjecteerde component waardoor kwantitatieve analyse mogelijk is. Het oppervlak van een plek is een maat voor de hoeveelheid van de bij die plek behorende component. De 100%-methode is de eenvoudigste methode waarbij je simpelweg de percentages van elke stof in het mengsel uitrekent door de piekoppervlakte te delen door de totale oppervlakte van alle pieken bij elkaar en dat te vermenigvuldigen met 100. Bij het gebruik van een externe standaard maak je gebruik van een standaardoplossing met een bekende concentratie van de stof die je wilt onderzoeken. Je injecteert eerst deze oplossing in de chromatograaf en daarna het mengsel dat je wilt onderzoeken. Wanneer je zorgt dat je steeds dezelfde hoeveelheid injecteert, is de verhouding van de piekoppervlaktes gelijk aan de verhouding van de concentraties. Je kunt dan de onderstaande formule gebruiken om de concentratie van de te onderzoeken stof te berekenen: cx Ox ofwel O x c x cs cs Os Os cx = onbekende concentratie van de te onderzoeken stof cs = bekende concentratie in de standaardoplossing Ox = piekoppervlakte van de onbekende concentratie van de te onderzoeken stof Os = piekoppervlakte van de bekende concentratie in de standaardoplossing 9
10 3 Massaspectroscopie De moleculen worden kapotgeschoten in fragmenten. Dit gebeurt door de moleculen te beschieten met elektronen. Hierbij worden de moleculen geïoniseerd en ontstaan er positief geladen molecuulionen. Het molecuul wordt hierdoor instabiel en fragmenteerd. De positief geladen fragmenten worden vervolgens met behulp van een sterk elektrisch veld versneld om daarna terecht te komen in een elektromagnetisch veld, dat loodrecht op de bewegende ionen staat. Hierdoor worden de deeltjes afgebogen. Deze afbuiging is recht evenredig met de verhouding m/z. Hierbij is m de massa van het deeltje en z de lading (meestal 1+). De detector registreert de massa en lading van de fragmenten. 4 Absorptie spectrometrie Stoffen die een kleur hebben absorberen straling uit het zichtbare licht (λ = nanometer). De golflengte die wordt geadsorbeerd is karakteristiek voor de stof. De intensiteit van het licht (transmissie) dat door de blanco gaat wordt aangegeven met Io. De intensiteit van het licht (transmissie) dat door het monster gaat wordt aangegeven met I. Bij dezelfde lengte van de lichtweg blijkt de verhouding Io/I constant te zijn. De extinctie (E) - ook uitdoving genoemd - definiëren we als: E = log ( Io / I ) De extinctie is ook afhankelijk van de concentratie. Het verband tussen extinctie en concentratie is vastgelegd in de wet van Lambert-Beer: E = log ( Io / I ) = ε c d Hierin is: ε de extinctie coëfficiënt, een constante die van de soort stof afhangt; c de molariteit van de oplossing d de lengte van de lichtweg (de breedte van de cuvet in cm, meestal 1,00 cm) Om van een onbekende oplossing de concentratie te bepalen moet je eerst van een serie oplossingen met bekende molariteit de extinctie bepalen. De grafiek van de extinctie tegen de concentratie moet volgens de wet van Lambert-Beer een rechte lijn door de oorsprong opleveren. Dit noemen we de ijklijn. Met behulp van deze ijklijn kan van de onbekende oplossing de concentratie worden bepaald. 5 Infrarood Moleculen absorberen IR-straling tussen en 100 cm -1 en zetten deze om in moleculaire vibraties. De posities van de absorptiebanden in IR-spectra worden weergegeven met golfgetallen met als eenheid de reciproke centimeter (cm -1 ). Het golfgetal (n) bereken je heel eenvoudig met de formule n = 1/ λ. IR-spectroscopie is van groot nut voor de structuuranalyse, omdat bepaalde groepen atomen (bijvoorbeeld de functionele groepen in de koolstofchemie) IR-absorpties hebben bij een karakteristieke frequentie die grotendeels onafhankelijk is van de rest van het molecuul. Zie BINAS tabellen 38B1 en 38B2. Er zijn twee types van moleculaire vibraties: strek- en buigvibraties. Een strekvibratie is een beweging langs de bindingsas waardoor de afstand tussen twee atomen wordt vergroot dan wel verkleind. Een buigvibratie betekent een verandering in een bindingshoek of een buiging van een groep atomen ten opzichte van de rest van het molecuul. 10
Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2
Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2 Massaspectrometrie en IR-spectrometrie In het eindexamen van 2001 (eerste tijdvak) komt een opgave voor over MTBE. Dat is een stof die aan benzine wordt toegevoegd
Nadere informatieOefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN
Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN vwo Massaspectrometrie en IR-spectrometrie OPGAVE 1 MTBE is een stof die aan benzine wordt toegevoegd voor een betere verbranding (de klopvastheid wordt vergroot). Door middel
Nadere informatieOefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN
Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN vwo OPGAVE 1 In een reageerbuis bevindt zich of hexaan of hex-1-een. Men wil met een reagens uitzoeken welke stof in de reageerbuis zit. 01 Welk reagens gebruikt men hiervoor
Nadere informatieModule 8. Analyse technieken
Module 8 Analyse technieken In deze module maak je kennis met een aantal chemische analyse technieken. Voornaamste begrippen zijn: tra e dunne laag chromatografie massa spectroscopie infra rood spectroscopie
Nadere informatieInhoud. Scheidingsmethoden (onder- en bovenbouw)... 2 Massaspectrometrie(bovenbouw)... 3
Scheidingsmethoden Samenvattingen Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieSamengesteld door Werner Poets. Nagelezen en aangevuld door het Belgische Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA), dr.
1 Rosetta, een venster op onze oorsprong, een springplank naar de toekomst Samengesteld door Werner Poets Nagelezen en aangevuld door het Belgische Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA), dr. Johan De
Nadere informatieToets Spectroscopie. Maandag 26 oktober 2015, 9:00-12:00 uur Educatorium, Zaal Alfa. Lees dit eerst!
Toets Spectroscopie Maandag 26 oktober 2015, 9:00-12:00 uur Educatorium, Zaal Alfa Lees dit eerst! Graag op alle papieren die je inlevert je naam en studentnummer vermelden. Je mag bij het oplossen van
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 8 UV-VIS spectrometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 8 UV-VIS spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Welke kleur heeft een stof die: a blauw licht absorbeert? Complementaire kleur: oranje. b paars licht absorbeert? Complementaire kleur: geel. c blauw
Nadere informatieMaandag 29 oktober 2012, 9-11 uur, Educatorium, Zaal Beta
Toets Spectroscopie Maandag 29 oktober 2012, 9-11 uur, Educatorium, Zaal Beta Lees dit eerst! Graag op alle papieren die je inlevert je naam en studentnummer vermelden. Je mag bij het oplossen van de vragen
Nadere informatieσ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1
Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Oranje en groen licht vallen op een prisma (onder dezelfde hoek en in dezelfde richting). Welke kleur wordt het sterkst gebroken? Hoe korter de
Nadere informatie(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)
OPGAVE 1 In onderstaand schema is het technische proces voor de bereiding van soda (natriumcarbonaat) weergegeven. De blokken 1, 2, 3 en 4 stellen reactorvaten voor. Door middel van pijlen is aangegeven
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieEindexamen scheikunde vwo II
Beoordelingsmodel aarverzorging maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: N 2 2 2 N N 2 2 S de peptidebindingen juist getekend de zijketens juist getekend het begin van de structuurformule
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Rozengeur 1 1-broom-3-methyl-2-buteen stamnaam buteen 1 juiste namen substituenten 1 alle plaatsaanduidingen juist 1 en Wanneer de naam 3-methyl-1-broom-2-buteen is gegeven, dit goed
Nadere informatieMeten en Maken 1. Toets Harris 26-04-2010
Meten en Maken 1 Toets Harris 26-04-2010 Deze toets bestaat uit vier opgaven die even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad. Dit maakt
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatie35 e Nationale Scheikundeolympiade
35 e Nationale Scheikundeolympiade Universiteit van Amsterdam Amsterdam THEORIETOETS correctievoorschrift woensdag 4 juni 014 46th IChO HANOI, VIETNAM 014 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in
Nadere informatie10.1 Gaschromatografie van geurstoffen dragergas detector hromatogram retentietijd oppervlakte
10.1 Gaschromatografie van geurstoffen Bij gaschromatografie verdeelt een stof zich over een mobiele fase, de gasstroom en een stationaire fase, de stof die stilstaat en waar het gas langs stroomt. Door
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Waterpro papier 1 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: natriumhydroxide natriumcarbonaat Indien het antwoord hydroxide H is gegeven 1 en Wanneer in plaats van de naam de juiste formule
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1
Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1 Opgave 1 a Welke voordelen heeft een capillaire kolom ten opzichte van een gepakte kolom? Veel betere scheiding: hoger schotelgetal b Welk nadeel is aan een capillaire
Nadere informatieEen inleiding tot massaspectrometrie
Een inleiding tot massaspectrometrie In een korte cursus wordt de basis uitgelegd vanmassaspectroscopie, en de verschillende stappen die ervoor nodig zijn. Enkele leerlingenvragen stimuleren verder nadenken
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo II
Beoordelingsmodel Absint 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In de structuurformule van α-thujon is de C 3 groep naar achteren getekend en de C 2 groep naar voren. In de structuurformule
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 november OPGAVE 1 zeven stoffen. Frank Povel
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 november 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven
Nadere informatiewoensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd
INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?
Nadere informatieHoofdstuk 2: Kenmerken van reacties
Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 20122012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieExtra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008
Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie
Nadere informatie2 Concentratie in oplossingen
2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieColorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+
Practicum W22 Colorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+ In experiment 5, blz 102, moet je de kleur van een muntoplossing vergelijken met een aantal buizen met bekende concentratie.
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II
Eindexamen scheikunde -2 vwo 200-II 4 Antwoordmodel Dizuren 6 0 + 4 2 2 6 0 4 + 4 2 6 0 voor de pijl en 6 0 4 na de pijl 2 2 voor de pijl en 2 na de pijl juiste coëfficiënten Indien de vergelijking 6 0
Nadere informatieBindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11
Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water
Nadere informatieMeten en Maken 1. Toets Herkansing Harris
Meten en Maken 1 Toets Herkansing Harris 03-07-2008 Deze toets bestaat uit vier opgaven die allemaal even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak de opgaven op de antwoordbladen,
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 mei 2015
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 mei 2015 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo I
pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo II
Beoordelingsmodel Cacaoboter 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De warmte die nodig is voor het smelten, wordt aan de mond onttrokken. Smelten is (kennelijk) een endotherm proces.
Nadere informatieFoutenberekeningen Allround-laboranten
Allround-laboranten Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 LEERDOELEN :... 3 1. INLEIDING.... 4 2. DE ABSOLUTE FOUT... 5 3. DE KOW-METHODE... 6 4. DE RELATIEVE FOUT... 6 5. GROOTHEDEN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN....
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatieAntwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.
Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat
Nadere informatieCapillaire gaschromatografie
1 2 3 Bij kwalitatieve analyse op basis van retentietijd methode wordt de retentietijd van de onbekende component (t r(c) ) vergeleken met de retentietijd van een z.g. standaard (t r(st) ). Indien t r(c)
Nadere informatieEindexamen scheikunde vwo 2010 - II
Beoordelingsmodel Alcoholintolerantie 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: et is de omzetting van een (primaire) alcohol tot een alkanal; daarbij reageert de (primaire) alcohol met
Nadere informatieMeten en Maken 1. Toets Harris
Meten en Maken 1 Toets Harris 20-04-2009 Deze toets bestaat uit vier opgaven die even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak elke opgave op een apart antwoordblad. Dit maakt
Nadere informatieVWO 1995 Scheikunde tijdvak 1. Het antwoord 2-methyl-1,2-propadiol of methyl-1,2-propadiol mag goed worden gerekend.
2 3 1 notie dat het evenwicht bij hogere ph naar rechts is verschoven/afgelopen 1 (de oplossing is dan oranjegeel) dus: Mo ionen veroorzaken de oranjegele kleur 3 4 2 bij verwarmen verschuift het evenwicht
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel EcoEthanol TM 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Er komt minder broeikasgas / de toename van het CO 2 gehalte in de atmosfeer wordt minder / het gaat de opwarming
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2008-I
Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieH10 Analyse. H10.2 Spectroscopie. H10.3 Spectrofotometrie. H10.4 Kwantitatieve analyse. H10.5 Chromatografie
H10 Analyse H10.2 Spectroscopie Een spectroscopie (licht) gaat via golflengtes. De eenheid op de x as is 1 /nm. Sommige stoffen of deeltjes adsorberen fotonen met specifieke golflengten. Dit gebeurt omdat
Nadere informatieExact Periode 5.2. Licht
Exact Periode 5.2 Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatiescheikunde vwo 2016-I
Nitromusks 1 maximumscore Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Het koolstofatoom met de methylgroep is een asymmetrisch koolstofatoom, dus er zijn (twee) spiegelbeeldisomeren. Het C atoom met de CH
Nadere informatieEindexamen vwo scheikunde pilot I
Biodiesel uit plantaardig afval 16 maximumscore 2 De verbrandingswarmte van 1,0 L ethaanzuur bedraagt 3 1, 0 1, 05 10 5 6 8,72 10 10 = 15(MJ). 60,05 (Dit is kleiner dan 24 MJ L 1.) berekening van het aantal
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 28 januari tot en met 4 februari 2015 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en
Nadere informatieGegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt:
Chemie Vraag 1 Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt: CS2 + X + KOH K2SO4 + K2CO3 + KCl + H2O De hoeveelheden (in mol) van de betrokken
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatiescheikunde vwo 2015-II
Dicoumarol 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: structuurformule van coumarine en H 2 voor de pijl, structuurformule van 4-hydroxycoumarine en H + na de pijl en C balans,
Nadere informatieVOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN
Technology, Innovation & Society Delft VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN OPLEIDING TOETSCODE GROEP : TECHNISCHE NATUURKUNDE : SPECT-T1 : NH4TN, NH4FO TOETSDATUM : 31 OKTOBER 2013 TIJD : 13.00 14.30 uur AANTAL
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatiescheikunde pilot vwo 2015-II
Dicoumarol 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: structuurformule van coumarine en H 2 O voor de pijl, structuurformule van 4-hydroxycoumarine en H + na de pijl en C, H en
Nadere informatieEindexamen scheikunde vwo I
Beoordelingsmodel Nikkel 1 maximumscore 3 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Je moet een bekende hoeveelheid van de gassen die de fabriek uitstoot, nemen. De hoeveelheid jood die in de joodoplossing
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I
Eindexamen scheikunde 1- vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Haarkleuring 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn genoteerd: H N CH C en H N CH C CH CH structuurformule van serine juist 1 structuurformule van
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2002-II
4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de
Nadere informatieDefinitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.
Definitie In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden. Massa In je tabellenboek vindt je dat de SI eenheid van massa
Nadere informatieUitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 30 januari 2013 tot en met woensdag 6 februari 2013 Deze voorronde bestaat uit 22 meerkeuzevragen verdeeld
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Broom 1 maximumscore 2 Cl 2 + 2 Br 2 Cl + Br 2 Cl 2 voor de pijl en 2 Cl na de pijl 1 2 Br voor de pijl en Br 2 na de pijl 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. [CH Hg ][Cl ] 3 [CH HgCl]
Eindexamen vwo scheikunde 201-II Beoordelingsmodel Kwikvergiftiging in Japan 1 maximumscore 2 + [CH Hg ][Cl ] = K of [CH HgCl] K = + [CH Hg ][Cl ] [CH HgCl] Indien als antwoord slechts de juiste concentratiebreuk
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2007-II
Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatieEindexamen vwo scheikunde pilot II
Selectieve opname koolstofdioxide 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: rechts van de pijl H + 1 juiste coëfficiënten 1 Indien in een overigens juiste vergelijking H 2 is
Nadere informatiePracticum 1: bepalen enzymactiviteit
Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij practicum 1 Versie 2012-2013 In deze module ga je een experiment uitvoeren. In dit experiment moet je de verschillende
Nadere informatieEindexamen vwo scheikunde I
Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo II
Beoordelingsmodel MTBE 1 maximumscore 3 2 C 5 12 O + 15 O 2 10 CO 2 + 12 2 O alleen C 5 12 O en O 2 voor de pijl 1 alleen CO 2 en 2 O na de pijl 1 juiste coëfficiënten 1 Indien een reactievergelijking
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het VWO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Ky-auto 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de elektrode waaraan zuurstof reageert de positieve elektrode is. zuurstof is de oxidator / neemt elektronen op / zuurstofmoleculen
Nadere informatieInhoud. Scheidingsmethoden (onder- en bovenbouw)... 2 Analysetechnieken bovenbouw)... 8 Procesindustrie (bovenbouw)... 28
hemische techniek antwoordmodel Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in
Nadere informatieDeze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden
Vraag 1 Welke van volgende formules stemt overeen met magnesiumchloriet? MgCl Mg(ClO 2 ) 2 Mg(ClO 3 ) 2 Mg3(ClO 3 ) 2 Optie A: Hier is wat kennis over het periodiek systeem der elementen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatieAr(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.
5. Chemisch rekenen 1. Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa-eenheid die we voor atomen gebruiken is u (unit). 1 27 1 u 1,66 10 kg m 6 C-nuclide m(h) = 1,0 u m(o) = 16,0 u m(c)
Nadere informatie