Proef Scheikunde Scheikunde proeven
|
|
- Frans de Valk
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Proef Scheikunde Scheikunde proeven Proef door een scholier 5264 woorden 2 maart ,3 65 keer beoordeeld Vak Scheikunde Leraar: DOO Klas: L61 Inhoudsopgave 1.4 kopergehalte van een 10 eurocent muntstuk Mengsel van NaOH en NaAc met computer Bepaal de hardheid van leidingwater en mineraalwater Analyse van een aspirine tablet (2 manieren) Kopergehalte van een 10 eurocent muntstuk. Doel van de proef. Het doel van deze proef is om er achter te komen wat het kopergehalte ( het aandeel koper) in een 10 eurocent muntstuk is. In deze proef zal ik dat op 2 manieren gaan bepalen. 1: Colorimetrische bepaling met een spectrofotometer. 2: titrimetische bepaling. Theoretische achtergronden. 10 eurocent muntstuk: Dit muntstuk bestaat l uit de legering Nordic gold. Deze bestaat weer uit ongeveer 89% koper. Dit kan worden bepaald door een titrimetrische en door een colorimetrische bepaling. Spectrofotometer: Met een spectrofotometer meet je in hoeverre verschillende kleuren licht door een oplossing worden geabsorbeerd of doorgelaten. De kleuren licht die door een oplossing worden geabsorbeerd of doorgelaten zijn een maat voor de concentratie van die oplossing en kenmerkend voor de opgeloste stof. Indicator: Een indicator geeft in een oplossing aan wanneer een stof helemaal verdwenen is, of wanneer er juist een oplossing ontstaan is. Dit kun je waarnemen door middel van een kleuromslag. De kleur van de betreffende oplossing verandert in een andere kleur. Pipet: Een pipet gebruikt je om een vloeibare stof precies af te meten. Een pipet is een glazen buis met in het midden een verdikking. Bovenaan is er een streep. De oplossing die je nauwkeurig wilt afmeten kun je in de pipet krijgen door bovenaan de pipet te zuigen waardoor de oplossing in de pipet loopt. Als je een oplossing in de pipet wil hebben die gevaarlijk is voor de gezondheid, kun je deze het beste niet in de pipet zuigen, maar kun je beter gebruik maken van een pipetteerballon. Je hebt pipetten van verschillende Pagina 1 van 12
2 grootte. Zoals 10 ml en 50 ml. Titreren: Bij titreren wordt gebruik gemaakt van een buret. In deze proef zit er 0,100 molair natriumthiosulfaat in de buret. Op de buret kan je nauwkeurig de hoeveelheid aflezen. Bij titreren laat je uit de buret een hoeveelheid oplossing ( in dit geval natriumthiosulfaat) met een bekende concentratie lopen, in een erlenmeyer met een hoeveelheid oplossing waarvan de concentratie niet bekend is. Door middel van de benodigde hoeveelheid van de oplossing met de bekende concentratie ( het aantal toegevoegde oplossing in ml tot de oplossing in de erlenmeyer omslaat = van kleur verandert) kun je via een reactievergelijking, de concentratie van de onbekende oplossing berekenen. Het titreren moet je een paar keer herhalen zodat je dezelfde waarden krijgt voor het aantal toegevoegde ml uit de buret. Oxidator: Een oxidator is een stof die elektronen kan opnemen. De elektronen die hij kan opnemen komen van een reductor die elektronen kan afstaan. Oplossing maken: Om een oplossing van een stof te maken, weeg je als eerst de benodigde hoeveelheid vaste stof af op een weegschaal. Dit doe je in een bekerglaasje. Nadat je dat hebt gedaan voeg je gedestilleerd water toe aan de vaste stof zodat alle vaste stof wordt opgelost. Daarna breng je met behulp van een trechter de opgeloste stof over in een maatkolf. De maatkolf vul je vervolgens aan tot aan de streep. Je hebt zo een oplossing met de juiste concentratie gekregen. Werkwijze. Colorimetrische bepaling: Eerst weeg je 1/12 munt. Daarna doe je het stukje munt in een bekerglaasje van 50 ml. Vervolgens voer je de hele proef in de zuurkast uit. Daarna voeg je 9 ml geconcentreerd salpeterzuur (15 M) toe. De reactie verloopt langzaam, daardoor moet je aan het begin even verwarmen. Nadat de reactie is afgelopen moet er weer even verwarmt worden om de nitreuze dampen eruit te stoken. Daarna voeg je 20 ml gedestilleerd water aan de oplossing toe. Als de oplossing is afgekoeld doe je deze in een maatkolf van 50 ml. Nu kan de maatkolf weer uit de zuurkast worden gehaald. Vervolgens vul je de maatkolf tot aan de maatstreep. Vervolgens maak je een 50 ml 0,100 M oplossing van kopersulfaat in een bekerglaasje: 0,1 mol / 1000 ml en 0,005 mol / 50 ml. De molaire massa van kopersulfaat is 249,7 dit doe je keer de 0,005 mol. Hieruit volgt dat je 1,2485 gram kopersulfaat moet nemen. Dit doe je in een maatkolf van 250 ml. Deze vul je aan met gedestilleerd water tot aan de maatstreep. Daarna vul je met een maatpipet 6 reageerbuizen. Zie het onderstaande schema: Nummer buis ml Cu 2+ 0,100 M ml water Extinctie Daarna vul je met de reageerbuizen de kunststof cuvetjes, die je later in een spectrofotometer kunt plaatsen. Vervolgens sluit je de spectrofotometer aan op de computer. Vervolgens maak je scan van het absorptiespectrum van een cuvet met de grootste concentratie. Daarmee kun je dan de golflengte van het licht waarmee je de meting doet bepalen. De kleur moet complementair zijn aan blauw. Daarna zet je cuvet nummer 1 in de meter, en stel je de absorptie of extinctie in op 0. Vervolgens meet je van de andere 6 Pagina 2 van 12
3 cuvetjes, en de 10 cent oplossing de absorptie. Na afloop spoel je de cuvetjes om met water en gedestilleerd water en kraanwater. Koper is een zwaar metaal, dus het afval in het juiste afvalvat. Bij de verwerking moeten de volgende opdrachten worden gedaan. 1. Geef de reactie van koper met salpeterzuur. 2. Zorg dat er een goede grafiek in je verslag komt. 3. Bereken aan de hand van de grafiek het percentage koper in het muntsuk. Titrimetrische bepaling. Nu kan je het kopergehalte in de muntoplossing gaan bepalen. Als deze oplossing van Cu(II) ionen behandelt wordt met een kaliumjodide oplossing slaat koper(i)-jodide als een witte stof neer, en wordt er jood gevormd. De ontstane jood kan bepaald worden door te titreren met een natriumthiosulfaat oplossing. Hierdoor weet je de hoeveelheid gevormde jood. Zo kun je de massa van het koper dat aanwezig was in je originele monster berekenen. Pipetteer met behulp van een pipetteerballon 10 ml van de 10 cent-oplossing in een erlenmeyer. Vervolgens voeg je al zwenkende 1 M natronloog toe, totdat een weinig neerslag is gevormd. Los daarna de neerslag weer op in een minimale hoeveelheid 0,1M HCl. Vervolgens voeg je 10 ml 0,2 KI toe. Vervolgens titreer je deze oplossing met 0,100 M natriumthiosulfaat. Daarna voeg je 2 ml stijfsel toe als indicator. Deze proef moet je herhalen totdat er 2 dezelfde waarden zijn gevonden. Bij de verwerking moeten de volgende opdrachten worden gedaan. 1. Waarom is het nodig om de overmaat salpeterzuur te neutraliseren? 2. Geef de reactievergelijking van de neutralisatie van de overmaat salpeterzuur met natriumhydroxideoplossing. 3. Bereken het percentage koper. Benodigdheden: o 10 eurocent-muntstuk o Bekerglaasje 50 ml o Zuurkast o Gasbrander o Aansteker o Gedestilleerd water o Kraanwater o Maatkolf 50 ml o Reageerbuizen o Reageerbuishouder o Maatpipet o Cuvetjes o Spectrofotometer o Computer o Erlenmeyer o Pipetteerballon o Pipet o Geconcentreerd salpeterzuur (15M) Pagina 3 van 12
4 o Kopersulfaat ( Cuso4 x 5h2O) o 1 M NaOH. o HCL o Natriumthiosulfaat. o Kaliumjodide oplossing. o Indicator stijfsel. Waarnemingen, berekeningen en resultaten. Waarnemingen: o Na het toevoegen van salpeterzuur komen er allerlei nitreuze dampen vrij. Deze hadden een beetje een groen / zwarte kleur. o Na het toevoegen van de kaliumjodide kleurt de stof geel. o Na het toevoegen van het stijfsel kleurt de stof zwart. o De kleuromslag bij het titreren is grijs. Berekeningen en resultaten colorimetrische bepaling: 1. 3Cu (s) + 2NO3- + 8H+ 3Cu2+ + 2NO (g) + 4H2O (l) 2. Nummer buis ml Cu 2+ 0,100 M ml water Extinctie 0,0 0,153 0,354 0,509 0,762 0,963 Absorptie van de 10 cent oplossing: 1,098 Scan van het absorptiecentrum van de cuvet met de grootste concentratie: De extinctiewaarde van de 10 eurocent oplossing was 1,098. 0,100 M heeft een extinctie van 0,963. 0,963 / 0,100 = 9,63 hieruit volgt: 1.098/ 9,63 = 0,1140 de molariteit van de 10 eurocent oplossing is dus ongeveer 0,1140. Dit is voor 1 liter. Dus in 50 ml zit 20 keer zo weinig dit geeft: 0,1140/ 20 = 5,7 x10-3 mol koperionen. uit de reactievergelijking blijkt dat er ook net zoveel koper aanwezig moet zijn. We hebben te maken met een 12e van een munt. Dus 5,7 x10-3 x de massa van koper (63,55) = 0, gram. Dit moeten we nog delen door het gewicht van de munt geeft: 0, / 0,358 = 1, x 100% = 101 % dit klopt natuurlijk niet in de foutendiscussie zullen we dit verder bespreken. Berekeningen en resultaten titrimetische bepaling: 1. De overmaat salpeterzuur moet eerst geneutraliseerd worden omdat het anders de sterkste oxidator is. De overmaat salpeterzuur zal anders gaan reageren met de i-, en dat is niet de bedoeling. 2. HNO3 + OH- NO3- + H2O 3. Mijn titratiegegevens zijn: 9,83 9,90 en 9,85. Voor het berekenen van het percentage koper neem ik de waarde 9,85. Uit de volgende reacties blijkt dat natriumthiosulfaat met koper in de verhouding 1 : 1 reageren. Uit de reactievergelijking van salpeterzuur met koper is dus nu gebleken dat er evenveel koper aanwezig was. 2 S2O32- + I2 S4O I- Pagina 4 van 12
5 2Cu2+ + 4I- 2CuI(s) + I2 Die 9,85 ml natriumthiosulfaat is dus gelijk aan 9,85 x 0,1 (koper was 0,100 M) = 0,958 mmol koper wat aanwezig is. Dit moet je nu nog x 5 doen wat het zit nu in 10 ml terwijl je de munt in 50 ml hebt opgelost. Dit geeft: 4,925 mmol. Vervolgens moeten we het aantal gram koper krijgen. Eerst door 1000 delen vanwege de mmol. Molen naar grammen is x massa dus x 63,55 dit geeft: 0,3130 gram koper. Het gewicht van het 12e deel van een 10 eurocent muntstuk is 0,358 gram. 0,3130/ 0,358 x100% = 87,43% Foutendiscussie. De proef is niet helemaal nauwkeurig gegaan. De titreer resultaten lagen ook best wel ver uit elkaar. Maar het percentage koper bij de titreerbepaling komt uiteindelijk nog best wel goed overeen met wat het in werkelijkheid is. Bij de colorimetische bepaling is dat niet zo, daar snapte ik ook niet echt veel van. Volgende keer moet ik gewoon nog wat nauwkeuriger werken, en van te voren beter uitzoeken hoe het werkt. 4.2 mengsel van NaOH en NaAc met computer Doel. Het doel van deze proef is om er achter te komen wat de concentratie van NaOH en NaAc in een oplossing is. Theoretische achtergronden. ph titratie: In deze proef moet de concentratie van NaOH en NaAc in een oplossing worden berekend. Dit kan worden berekend door middel van de omslag punten in de grafieken. Er vinden een aantal reacties plaats bij deze titraties, deze zal ik nu gaan bespreken. De NaOH in de oplossing zal splitsen in Na + en in OH-. Doordat er vervolgens HCl wordt toegevoegd zal de sterke base OH- reageren met het zuur H3O+ : H3O+ + OH- 2 H2O ( Ac reageert niet als eerst omdat dit een zwakkere base is dan OH-). Doordat alle H3O+ met OH- reageert tot water zal hierdoor de ph dalen. (zie grafiek). De verhouding van H3O+ en OH- zijn gelijk, namelijk 1:1. Hierdoor is het aantal mol OH- is dus gelijk aan het aantal mol toegevoegde HCl. Daarna als de sterke base OH- opgereageerd is met H3O+, zal de zwakkere base Ac gaan reageren met H3O+: CH3-COO- + H3O+ H2O + C6H5-COOH. De ph zal niet veranderen zolang er nog CH3-COOaanwezig is, dit komt doordat er dan geen H3O+ of OH- kan ontstaan. Dit betekend dat de oplossing zich als buffer gedraagt. Na verloop van tijd als de CH3-COO- gereageerd heeft zal de ph gaan veranderen. Op het moment dat de ph gaat veranderen is het aantal mol NaAc gelijk met het aantal toegevoegde ml HCl. Geleidbaarheidtitratie: Bij de geleidbaarheidtitratie vinden dezelfde reacties plaats als bij de phtitratie. Alleen worden de omslagpunten op een andere manier bepaald. Dit heeft te maken met de geleidbaarheid van de ionen. Alle ionen geleiden ongeveer even goed, alleen 2 ionen nog net iets beter. Dat zijn OH- die geleidt 2 keer zo goed, en H3O+ deze geleidt ongeveer 3 keer zo goed. Als alle OH- op is, zal de geleidbaarheid door middel van de buffer gelijk blijven. Bij het 2e omslagpunt in de grafiek heeft alle Ac gereageerd, daarbij is H3O+ ontstaan. De lijn van de grafiek stijgt weer omdat H3O+ beter geleidt dan alle andere ionen. Werkwijze. Pipetteer met een ballon 10 ml van de NaOH en NaAc oplossing in een bekerglaasje. Daarna ga je met behulp van een buret dit titreren met 0,1 M HCl. Bij de geleidbaarheid proef doe je in het bekerglaasje een Pagina 5 van 12
6 geleidbaarheidcel, en bij de ph titratie plaats je een ph- electrode in het bekerglaasje. Bij beide titraties sluit je deze aan op de computer. Hierdoor krijg je gelijk een grafiek te zien in logger-pro. Aan het eind van de titratie sla je deze op. Benodigdheden: o Mengsel van NaOH en NaAC. o Computer o Bekerglaasje. o Buret. o ph electrode. o Geleidbaarheidcel. o Pipet o Gedestilleerd water. o 0,1 M HCl. Waarnemingen, resultaten, berekeningen Geleidbaarheidtitratie. Omslagpunt 1: bij 6,52 ml conductivity: Omslagpunt 2: bij 16,45 ml conductivity: Berekening: 1e omslagpunt: Na het toevoegen van 6,52 ml HCl is alle OH- opgereageerd. 6,52 ml is 0,652 mmol. Doordat de verhouding 1:1 is in de reactievergelijking tussen H3O+ en OH-, is er ook 0,652 mmol OH-. Dit is 6,5 x 10-2 mol/l. De massa van NaOH is: 39,9 gram. Van molen naar grammen is x de massa, dit geeft: 6,5 x 10-2 x 39,9 = 2,6 gram per liter. 2e omslagpunt: Het aantal milliliter wat in dit stuk is toegevoegd bedraagt: 16,45-6,52 = 9,93 milliliter HCl. Dit reageerde met Ac. Deze 9,93 ml komt overeen met 0,993 mmol Ac. Dit is 9,9 x 10-2 mol. De massa van NaAc is: 82,034 dit keer 9,9 x 10-2 geeft 8,15 g/l. ph titratie. Omslagpunt 1: 6,82 ml ph is dan 9,68. Omslagpunt 2: 16,61 ml ph is dan 2,55 1e omslagpunt: De molariteit van HCL = 0,1. Dit betekend dat er dus 6,82 x 0,1 = 0,682 mmol HCL is gebruikt. Dus volgens de reactievergelijking ook 0,682 mmol OH-. Dit zat in 10 ml dus per liter is dat 0,0682 mol/liter. NaOH weegt 39,98 gram. Van molen naar grammen is x de molaire massa. Dit geeft: 2,7 gram/liter. 2e omslagpunt: Het aantal toegevoegde milliliter HCl in dit stuk is: 16,61-6,82 = 9,79 milliliter HCl. Dit geeft 0,1 x 9,79 = 0,979 mmol HCl. Uit de reactievergelijking blijkt dat de verhouding tussen Ac en HCl 1:1 is. Dit betekend dat er ook 0,979 mmol Ac aanwezig is in 10 ml. Per liter is dat 0,0979 mol. De massa van NaAc is: 82,034 gram. Van molen naar grammen is x de molaire massa, dit geeft: 8,03 g/l. Pagina 6 van 12
7 Foutendiscussie. De waarden van de uitkomsten komen redelijk goed met elkaar overeen. Dit geeft aan dat er tijdens de proef niet zoveel is misgegaan. Het verschil is denk ik ontstaan doordat de titratie niet helemaal nauwkeurig is gegaan, dit komt omdat je heel snel te veel toevoegt omdat het maar om hele kleine waarden gaat. 2.3 de hardheid van leidingwater en mineraalwater. Doel. Het doel van deze proef is om erachter te komen of er een verschil is tussen de hardheid van leidingwater en 2 verschillende soorten mineraalwater. In deze proef zal ik dat gaan onderzoeken door middel van een complexometrische titratie. Theorie. Hardheid: Wat is nu de hardheid van een bepaald soort water? De hardheid van water wordt bepaald door de mate waarin er calcium en magnesium-ionen aanwezig zijn. Water dat veel Ca2+ en/of Mg2+ ionen bevat, noemt men hard water. Water dat weinig of niets van deze ionen bevat, wordt zacht water genoemd. Als eenheid van de hardheid van water wordt de Duitse hardheidsgraad gebruikt. Met als symbool D of DH. 1,0 D betekent dat per liter water 7,1 mg Ca2+ of 4,3 mg Mg2+ is opgelost. EDTA: Dit is de afkorting van ethyleen diamine tetra azijnzuur. EDTA vormt complexen met een aantal ionen, waaronder ook calcium en magnesium. De EDTA bindt aan het calcium in het water. Ca2+ + EDTA4- CaEDTA2- Door middel van dit gegeven kan de concentratie van calcium in water worden gemeten. In deze proef wil ik dit gaan bepalen door middel van titreren. Als het calcium door middel van de EDTA uit het water is verdwenen, is er een omslagpunt (de kleur van de stof die wordt getitreerd verandert.) Indicator: Een indicator geeft in een oplossing aan wanneer een stof helemaal verdwenen is, of wanneer er juist een oplossing ontstaan is. Dit kun je waarnemen door middel van een kleuromslag. De kleur van de betreffende oplossing verandert in een andere kleur. Titreren: Bij titreren wordt gebruik gemaakt van een buret. In deze proef zit er 0,100 molair natriumthiosulfaat in de buret. Op de buret kan je nauwkeurig de hoeveelheid aflezen. Bij titreren laat je uit de buret een hoeveelheid oplossing ( in dit geval natriumthiosulfaat) met een bekende concentratie lopen, in een erlenmeyer met een hoeveelheid oplossing waarvan de concentratie niet bekend is. Door middel van de benodigde hoeveelheid van de oplossing met de bekende concentratie ( het aantal toegevoegde oplossing in ml tot de oplossing in de erlenmeyer omslaat = van kleur verandert) kun je via een reactievergelijking, de concentratie van de onbekende oplossing berekenen. Het titreren moet je een paar keer herhalen zodat je dezelfde waarden krijgt voor het aantal toegevoegde ml uit de buret. Bufferoplossing: Dit is een oplossing die bestaat uit een zwak zuur met zijn bijbehorende base. Als er een base of een zuur bij een bufferoplossing wordt gevoegd, zal de ph van de bufferoplossing niet snel veranderen. Ionenwisselaar: deze wordt gebruikt om ionen uit water te verwijderen. De waterontharder is de meest bekende ionen wisselaar. Microscopisch kleine bolletjes verpakt in kunsthars zijn verzadigd met natrium ionen. Als deze Pagina 7 van 12
8 bolletjes in contact komen met hard water zullen calcium ionen in dat water, uitgewisseld worden met natrium. Voor elk calcium ion wat erin gaat komen 2 natrium ionen terug. Werkwijze: Eerst maak je 250 ml 0,010 M EDTA-oplossing. Dit die je in een maatkolf van 250 ml. 0,010 M EDTA = 3,72 gram ethyleendiaminetetraazijnzuur per liter, dus 0,93 gram per 250 ml. Dit weeg je af vervolgens laat je het met behulp van een trechter en gedestilleerd water in de maatkolf lopen. Daarna vul je de maatkolf aan tot 250 ml met gedestilleerd water en zwenk je deze ong. 12 keer. Vervolgens neem je een monster leidingwater van ongeveer 250 ml. Ook weer in een maatkolf. Je moet eerst de kraan een tijdje laten doorspoelen omdat er in stilstaand leidingwater veel koper zit. Daarna breng ik met behulp van een pipet 50 ml leidingwater uit de maatkolf in een erlenmeyer. Dan voeg ik 1 ml bufferoplossing en 3 druppels 0,5% calmagite toe. Daarna ga je deze oplossing titreren met de 0,010 M EDTA uit de maatkolf, die je dan overbreng in de buret. Je titreert tot het omslagpunt. Als de oplossing van rood naar blauw is verandert. Dit herhaal je een paar keer totdat je ongeveer dezelfde waarden hebt gevonden. Vervolgens herhaal je dit met kraanwater dat door een ionenwisselaar is gelopen en met 2 soorten mineraalwater. Voordat je de hardheid van 2 soorten mineraalwater gaat bepalen door middel van titreren moet je eerst in een erlenmeyer van 250 ml ongeveer 200 ml mineraalwater doen. Dit moet je eerst laten koken zo verdwijnt de kooldioxide uit het water. Daarna kan je het gaan titreren met de EDTA. Benodigdheden: o Maatkolf 250 ml (2x) o Weegschaal o Trechter o Buret o Pipet 50 ml o Erlenmeyer o Leidingwater o Gedestilleerd water o 0,5 %Calmagite o EDTA oplossing. o Bufferoplossing o Mineraalwater Waarnemingen, conclusies, resultaten en berekeningen. Titratie van gewoon leidingwater: De uitkomsten bij deze 1e titratie was als volgt. Hieronder volgt het aantal toegevoegde ml EDTA oplossing tot aan het omslagpunt. 5,35 6,15, 6,0 ml het gemiddelde van deze 3 is: 5,8 ml Nu kunnen we de hardheid van leidingwater gaan berekenen door het gegeven dat 1 liter EDTA oplossing overeenkomt met 0,010 mol. Uit de eerder genoemde reactievergelijking blijkt dat EDTA en calcium in de verhouding 1:1 reageren. 0,0058 liter komt overeen met 0,058 mmol Ca2+. Calcium weegt 40,08 gram. Van molen naar grammen is keer de molaire massa. Dit geeft: 2,32 milligram calcium in 50 ml water (je moest 50 ml water in een erlenmeyer doen zie werkwijze). In 1 liter is dit dus 47 milligram calcium. Zoals gegeven bij de theorie: 1,0 D betekent dat per liter water 7,1 mg Ca2+ is opgelost. Hieruit volgt: 47 / 7.1 = 6,6 D Pagina 8 van 12
9 Titratie van water dat door een ionenwisselaar is gelopen: Uitkomsten van deze 2e titratie zijn: 0,18, 0,19, 0,16. Het gemiddelde van deze 3 is 0,18 ml EDTA. Het uitrekenen gaat op precies dezelfde manier als hierboven. 0,18 ml toegevoegde EDTA oplossing komt overeen met 0,0018 mmol EDTA oplossing dus ook 0,0018 mmol Ca2+. Van molen naar grammen is keer de molaire massa van calcium (40,08 gram) dit geeft: 0,07214 mg in 50 ml. In 1 liter is dit dan 1,4429 mg calcium. Hieruit volgt dat de hardheid van dit water is: 1,4429 / 7,1 = 0,20 D Titratie van mineraalwater (spa rood.) Uitkomsten van deze 3e titratie zijn: 1,25 1,31 1,28. Het gemiddelde van deze 3 is 1,28 ml EDTA. 1,28 ml toegevoegde EDTA oplossing komt overeen met 0,0128 mmol EDTA dus ook 0,0128 mmol Ca2+. Van molen naar grammen is keer de molaire massa van calcium (40,08 gram) dit geeft: 0,5130 mg calcium in 50 ml water. In 1 liter is dit dan 10,2604 mg calcium. Hieruit volgt dat de hardheid van dit water is 10,2604 /7,1 = 1,45 D Titratie van mineraalwater (bar le duc.) Uitkomsten van deze 4e titratie zijn 7,05 7,12, 7,09. Het gemiddelde van deze 3 is 7,08 ml EDTA. 7,08 ml toegevoegde EDTA oplossing komt overeen met 0,0708 mmol EDTA oplossing dus ook 0,0708 mmol Ca2+. Van molen naar grammen is keer de molaire massa van calcium (40,08 gram) dit geeft: 2,8377 mg calcium in 50 ml water. In 1 liter is dat dan 56,75 mg calcium. Hieruit volgt dat de hardheid van dit water is 56,75 / 7,1 = 8,0 D Conclusie: Soort water: Leidingwater: Leidingwater door ionenwisselaar: Mineraalwater spa rood: Mineraalwater bar le duc: Hardheid in ( D) 6,6 0,20 1,5 8,0 Foutendiscussie. Zoals u kunt zien is de titratie met leidingwater niet goed gegaan. De hardheid zou namelijk veel groter moeten zijn van die van bar le duc. Ik denk dat het komt doordat ik het leidingwater een paar dagen in een maatkolf heb laten zitten. Voor de rest zal ik nog wel iets verkeerd hebben gedaan maar wat dat is zou ik nu even niet weten. Misschien heb ik de EDTA verkeerd afgewogen. Voor de rest zijn de andere titraties wel goed gegaan over het algemeen. Dit komt omdat de kleuromslagen niet echt duidelijk waren met titreren. Volgens deze site ( ) zouden dit ongeveer de resultaten moeten zijn: Soort water Hardheid in D: Zacht water 0-8 Middelhard water 8-18 Hard water > Analyse van een aspirine tablet. (2 manieren.) Doel. Het doel van deze proef is om erachter te komen wat het percentage acetyl-salicyzuur is in aspirine tabletten. Hierbij wordt een bekende hoeveelheid NaOH- oplossing in overmaat gebruikt. Hiermee kan de bekende massa van een aspirine tablet gehydroliseerd worden. De niet gebruikte NaOH die dan overblijft wordt dan met een zuur teruggetitreerd. Hiermee kan de hoeveelheid benodigde loog voor de hydrolyse worden uitgerekend. Via de volgende reactievergelijking kan het aantal molen acetylsalicylzuur, die Pagina 9 van 12
10 gehydroliseerd worden, uitgerekend worden: CH3COOC6H4COOH + 2 NaOH CH3COONa + HOC6H4COONa + H2O Theoretische achtergronden. Aspirine: Aspirine is een pijnonderdrukkend en koortsverlagend medicijn. Het belangrijkste bestandsdeel van aspirine tabletten is acetylsalicylzuur, de ester van azijnzuur en orthohydroxybenzeencarbonzuur. Aspirine passeert wel onveranderd het zure milieu van de maag. Maar het wordt door de basische sappen van de darmen gehydroliseerd tot ethanoaat-ionen en 2- hydroxybenzoaat- ionen. Acetylsalicylzuur: Dit is een ester van azijnzuur en orthohydroxybenzeencarbonzuur. Salicylaten verlagen de lichaamstemperatuur bij mensen met koorts snel en effectief. Ze hebben echter weinig effect als de temperatuur normaal is. het zijn milde pijnonderdrukkers, ze verlichten bepaalde soorten pijn, zoals hoofdpijn en reumatiek. Salicylaten zijn relatief niet zo giftig. Ongecontroleerd gebruik kan echter wel gevaarlijk zijn. Een dosis van 5 tot 10 gram salicylaten hebben bij volwassenen de dood veroorzaakt en 12 gram gedurende een periode van 24 uur ingenomen, veroorzaakt symptomen van vergiftiging. Indicator: Een indicator geeft in een oplossing aan wanneer een stof helemaal verdwenen is, of wanneer er juist een oplossing ontstaan is. Dit kun je waarnemen door middel van een kleuromslag. De kleur van de betreffende oplossing verandert in een andere kleur. Pipet: Een pipet gebruikt je om een vloeibare stof precies af te meten. Een pipet is een glazen buis met in het midden een verdikking. Bovenaan is er een streep. De oplossing die je nauwkeurig wilt afmeten kun je in de pipet krijgen door bovenaan de pipet te zuigen waardoor de oplossing in de pipet loopt. Als je een oplossing in de pipet wil hebben die gevaarlijk is voor de gezondheid, kun je deze het beste niet in de pipet zuigen, maar kun je beter gebruik maken van een pipetteerballon. Je hebt pipetten van verschillende grootte. Zoals 10 ml en 50 ml. Titreren: Bij titreren wordt gebruik gemaakt van een buret. In deze proef zit er 0,100 molair natriumthiosulfaat in de buret. Op de buret kan je nauwkeurig de hoeveelheid aflezen. Bij titreren laat je uit de buret een hoeveelheid oplossing ( in dit geval natriumthiosulfaat) met een bekende concentratie lopen, in een erlenmeyer met een hoeveelheid oplossing waarvan de concentratie niet bekend is. Door middel van de benodigde hoeveelheid van de oplossing met de bekende concentratie ( het aantal toegevoegde oplossing in ml tot de oplossing in de erlenmeyer omslaat = van kleur verandert) kun je via een reactievergelijking, de concentratie van de onbekende oplossing berekenen. Het titreren moet je een paar keer herhalen zodat je dezelfde waarden krijgt voor het aantal toegevoegde ml uit de buret. Werkwijze 1e manier. Je pipetteert met behulp van een pipetteerballon 10 ml van de ongeveer 1M NaOH in een 100 ml maatkolf. Daarna vul je de maatkolf aan tot aan de maatstreep met gedestilleerd water. Daarna pipetteer je 10 ml van deze oplossing uit de maatkolf in een erlenmeyer. Vervolgens voeg je ongeveer 3 druppels FFT toe, als indicator. Daarna vul je de buret met 0,100 M HCl en ga je deze oplossing titreren. Hierbij vindt de volgende reactie plaats: OH- + H3O+ 2 H2O Pagina 10 van 12
11 Bij de verwerking moeten de volgende opdrachten worden gedaan: 1. Schrijf je titreerresultaten op in een tabel. 2. Bereken de exacte molariteit van de ongeveer 1 M NaOH. Hydrolyse van de aspirine: Als eerste weeg je in een aspirine af op een weegschaal in een erlenmeyer van 100 ml. Daarna pipetteer je met een pipetteerballon 10 ml van de 1 M NaOH bij de tablet in de erlenmeyer. Daarna voeg je ook ongeveer 10 ml gedestilleerd water toe. Vervolgens ga je het mengsel in de erlenmeyer ongeveer 10 minuten koken. Als het mengsel te ver inkookt voeg je nog een beetje gedestilleerd water toe. Daarna koel je het mengsel af en breng je het over in een maatkolf van 100 ml. Vervolgens moet je de erlenmeyer nog 2 keer naspoelen met gedestilleerd water. Daarna vul je de maatkolf aan tot de maatstreep met het gedestilleerde water. Bij de verwerking moet de volgende opdrachten worden gedaan: 3. Wat is het gewicht van de gebruikte aspirine? 4 Waarom wordt het mengsel zachtjes en voorzichtig gekookt tijdens de hydrolyse? 5 Waarom moet het spoelwater ook in de maatkolf overgebracht worden? Bepaling van de hoeveelheid gebruikte NaOH van de hydrolyse: Als eerste pipetteer je 10 ml van de gehydrolyseerde oplossing in een erlenmeyer. Daarna vul je de buret met 0,100 M HCL. Vervolgens voeg je aan de oplossing in de erlenmeyer nog ongeveer 3 druppels FFT toe als indicator. Bij de verwerking moeten de volgende opdrachten worden gedaan: 6. Schrijf je titreerresultaten op in een tabel. 7. Welk percentage van de aspirine tabletten is acetylsalicylzuur? 8. Waar zal de rest van de tabletten van gemaakt zijn? Benodigdheden manier 1: o Pipet o Pipetteerballon o Maatkolf 100 ml o 1M NaOH o Gedestilleerd water. o Erlenmeyer. o Indicator FFT. o Buret o 0,100 M HCl o Aspirine o Weegschaal o Gasbrander o Veiligheidsbril o Aansteker o Stopwatch Waarnemingen, conclusies, resultaten en berekeningen 1e manier. 1. Titratienummer Ruw Precies 1 Precies 2 Precies 3 Pagina 11 van 12
12 Eindstand buret 21,8 37,0 12,3 24,2 Beginstand buret 0 21,8 0 12,3 Aantal ml toegevoegde 0,100 M HCL. 21,8 15,2 12,3 11,9 Gemiddelde van 15,2 12,3 en 11,9 is 13,1 er is dus gemiddeld 13,1 ml HCl toegevoegd. 3. 0,59 gram. 6. Titratienummer Ruw Precies 1 Precies 2 Precies 3 Eindstand buret 4,9 9,5 16,11 19,8 Beginstand buret 0 4,9 12,3 16,11 Aantal ml toegevoegde 0,100 M HCL. 4,9 4,6 3,8 3,7 Gemiddelde van 4,6 3,8 3,7 is 4,03 er is dus gemiddeld 4,03 ml HCL toegevoegd. Werkwijze 2e manier. Als eerste bepaal je het gewicht van het aspirine tablet. Vervolgens maak je deze fijn met behulp van een stamper en een mortier. Daarna neem je van het poeder 250 mg en dit doe je in erlenmeyer van 100 ml. Daarna voeg je aan het poeder in de erlenmeyer 8 ml 85% ethanol toe. Dit doe je met behulp van een pipet en een pipetteerballon. Daarna voeg je aan de oplossing 2 druppels FFT toe, als indicator. Daarna vul je de buret met 0,10 M NaOH en titreer je de oplossing in de erlenmeyer tot het omslagpunt. Bij de verwerking moeten de volgende opdrachten worden gedaan: 1. Geef de reactievergelijking. 2. Bereken het massapercentage acetylslicylzuur. Hoeveel mg zit er dan in het hele tablet? 3. Waarom voeg je op een gegeven moment 8 ml ethanol toe? Waarom geen 8 ml water? 4. Vergelijk de uitkomsten van de eerste en de tweede methode met elkaar en probeer mogelijke verschillen te verklaren. Benodigdheden: o Aspirine o Weegschaal o Stamper o Mortier o Erlenmeyer 100 ml o 85 % ethanol o Pipet o Pipetteerballon o Indicator FFT. o Buret o 0,10 M NaOH Waarnemingen, conclusies, resultaten en berekeningen 2e manier. Eindstand 12,6 24,9 37,4 Beginstand 0 12,6 24,9 Aantal ml toegevoegde NaOH 12,6 12,3 12,5 Gemiddelde van 12,6 12,3 en 12,5 is 12,5 ml er is dus gemiddeld 12,5 ml NaOH toegevoegd. Pagina 12 van 12
Proef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten
Proef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten Proef door een scholier 2025 woorden 19 maart 2010 6,2 112 keer beoordeeld Vak Scheikunde Verslag scheikunde Redoxtitratie Het vitamine c-gehalte
Nadere informatieOpgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3
Hoofdstuk 13 Titratieberekeningen bladzijde 1 Opgave 1 Wat is het theoretisch eindpunt? Het theoretisch eindpunt is het titratievolume waarbij de bedoelde reactie precies is afgelopen. En wat is dan het
Nadere informatieTITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO
TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO versie juli 2017 WOORD VOORAF De in dit document besproken titratiemethoden vormen de basis van de diverse varianten die in de loop der
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal met behulp van tabel II de reactie tussen kaliumpermanganaat in zuur milieu met: a Sn 2+ ionen MnO 4 + 8 H 3O + + 5 e Mn 2+ + 12 H 2O x 2 Sn 2+ Sn 4+
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatieProef Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen; pipet en buret; titreren
Proef Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen; pipet en buret; titreren Proef door een scholier 1617 woorden 10 maart 2003 5,1 74 keer beoordeeld Vak Scheikunde Zure en basische schoonmaak middelen
Nadere informatieBepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog
Bepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 02 October 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/34903
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieColorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+
Practicum W22 Colorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+ In experiment 5, blz 102, moet je de kleur van een muntoplossing vergelijken met een aantal buizen met bekende concentratie.
Nadere informatieOpgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14
Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieVitamine C bepalen uit fruitsap
Vitamine C bepalen uit fruitsap 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we de gehalte vitamine C in fruitsap bepalen? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Zuur-basetitratie : een titratietechniek
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieScheikunde SE2. Hoofdstuk 8
Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatiePraktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen
Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische-opdracht door een scholier 1902 woorden 12 oktober 2008 6,3 10 keer beoordeeld Vak Scheikunde De truc van de verdwenen puntenslijper
Nadere informatie36 e Nationale Scheikundeolympiade
36 e Nationale Scheikundeolympiade YARA Sluiskil PRACTICUMTOETS correctievoorschrift dinsdag 9 juni 2015 Experiment 1 Bepaling van de hardheid van Zeeuws Vlaams leidingwater(40 punten) De volgende praktische
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatieBepaling van concentratie nitriet in een monster met een. spectrofotometer
Handleiding Spectrofotometer 118085 Bepaling van concentratie nitriet in een monster met een spectrofotometer 118085 1. Inleiding Achtergrond informatie spectrofotometrie. Als een oplossing gekleurd is,
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot is het oxidatiegetal van elk atoom in de onderstaande deeltjes? Uitgangspunten: H = +1 O = 2 metaalion (K + ) krijgt ionlading. som van de ladingen
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatiescheikunde bezem vwo 2016-I
WC-reinigers 5 maximumscore 3 Cl 2 + 4 OH 2 ClO + 2 H 2 O + 2 e Cl 2 voor de pijl en ClO na de pijl 1 OH voor de pijl en H 2 O na de pijl 1 elektronen na de pijl en juiste coëfficiënten 1 6 maximumscore
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatie2 Concentratie in oplossingen
2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in
Nadere informatieHoofdstuk 3: Water, zuren en basen
Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep
Nadere informatieEsters. Versie 1 November 2014
Esters Versie 1 November 2014 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde Onderwijsinstituut Scheikunde Padualaan 8 3584 CH Utrecht Nederland Ontwikkelaar: Anneke Drost,
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT)
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED ALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT) De aciditeit of zuurtegraad is een maat voor de capaciteit van het water om OH - te neutraliseren. De basiciteit of alkaliniteit
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieTF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011
TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011 Deze toets bestaat uit 28 onderdelen. Hiervoor zijn in totaal X punten te behalen. Kalkwater Calciumhydroxide, Ca(OH) 2 (s) is matig oplosbaar in water. Als
Nadere informatieSchrijven met zetmeel
Schrijven met zetmeel 1. Onderzoeksvraag Hoe kan je een boodschap die geschreven is met zetmeel zichtbaar maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Oxidatie: een chemisch proces
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieZelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.
Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1 Opgave 1 Stel dat we twee referentie-elektroden in een oplossing dompelen en de spanning meten, hoe groot is dan de spanning tussen de onderstaande combinaties?
Nadere informatieOEFENSET 2006_1 OPGAVEN
EFENSET 2006_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal
Nadere informatie25/02/2017. [H 2 S] = K b,2 [OH ] = 1,
25/02/207 Meerstapshydrolyse van anionen Sommige anionen, afkomstig van meerbasische zuren hydrolyseren in meerdere stappen. De mate waarin elk van die hydrolysestappen doorgaat is afhankelijk van de desbetreffende
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieDatum Voorzitter Secretaris Klusser
Datum Voorzitter Secretaris Klusser Elaborate Aan de slag 4: Het winnen van koper uit malachiet teamopdracht Inleiding De bereiding van koper uit malachiet gaat in verschillende stappen: Stap 1: het maken
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen
Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting door een scholier 1810 woorden 4 december 2017 4,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde hoofdstuk 8 Zuren
Nadere informatieProf. dr. Wanda Guedens Mevr. Monique Reynders
2 Inhoud 1. Protocol ph-meting van bier... 3 2. Protocol bepaling alcoholgehalte in bier... 4 Gefractioneerde destillatie versus gewone destillatie... 4 Uitvoering gefractioneerde destillatie... 4 VERSLAG
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatieDe oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.
Toelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO De opgave is een bewerking van de volgende CE-opgave: Maagtablet 2007-2de tijdvak De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven Eliminatie 1983-I(I) Als uit een molecuul twee atomen of atoomgroepen worden verwijderd waarbij in het molecuul een meervoudige binding ontstaat, dan spreekt
Nadere informatieDeze methylionen hechten zich aan het methoxymethaan, waarbij trimethyloxonium-ionen worden gevormd:
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK opgaven Oxonium 1982-I(I) Sommige reacties van alkoxyalkanen vertonen overeenkomst met reacties van alkanolen. Zo kan zowel ethoxyethaan als ethanol reageren met
Nadere informatie3 WERKINSTRUCTIE TITREREN EN BEREKENINGEN
3 WERKINSTRUCTIE TITREREN EN BEREKENINGEN 3.1 Inleiding In dit derde artikel wordt uiteengezet hoe de bepaling van het totaalzuur in wijn wordt uitgevoerd. Tevens zijn er voorbeeldberekeningen gegeven
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieZuren en basen. Inhoud
Zuren en n Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek waar je bent. Gewoon
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.
Nadere informatieScheikunde hoofdstuk 8 en 9 VWO 5 SE 2 Hoofdstuk 8
Scheikunde hoofdstuk 8 en 9 VWO 5 SE 2 Hoofdstuk 8 2 Een oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn. Om het verschil in zuurgraad in een getal te kunnen uitdrukken gebruik je de ph. Is de ph < 7 is de
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatiescheikunde bezem vwo 2016-I
Polyaspartaat 1 maximumscore 3 Ca 2+ + 2 HCO 3 CaCO 3 + H 2 O + CO 2 Ca 2+ en HCO 3 voor de pijl 1 CaCO 3, H 2 O en CO 2 na de pijl 1 juiste coëfficiënten 1 Opmerking Wanneer de vergelijking Ca 2+ + 2
Nadere informatieKristallisatie in snel tempo
Kristallisatie in snel tempo 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we op een snellere manier zoutkristallen maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Neutralisatiereactie: reactietype
Nadere informatieph bepalen m.b.v. rode koolsap
ph bepalen m.b.v. rode koolsap 1. Onderzoeksvraag Hoe kun je rode koolsap gebruiken om te bepalen of een oplossing zuur, neutraal of basisch is? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment
Nadere informatieJe kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.
Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De
Nadere informatieCoulometrische bepaling van het ascorbinezuurgehalte van vitamine C-tabletten
Coulometrische bepaling van het ascorbinezuurgehalte van vitamine C-tabletten Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs ; 06 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/38254
Nadere informatieV5SK-H9. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 27 October 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/81457 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatieHoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph
Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +
Nadere informatie1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een indicatordoekje op drie manieren van kleur doen veranderen? Dit van rood naar blauw en weer naar rood?
Blauw op drie wijzen 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een indicatordoekje op drie manieren van kleur doen veranderen? Dit van rood naar blauw en weer naar rood? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond
Nadere informatieOEFENSET 2007_1 OPGAVEN
EFENSET 2007_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Oxonium 1982-I(I) Opmerking: Het ruimtelijk verloop (zie onder) van de substitutiereactie (S N2) was bij de beantwoording niet noodzakelijk: Uit (methoxyethaan)
Nadere informatieWerkboek: Excursie Sonac Vuren. Docent: R. van Hemert
Werkboek: Excursie Sonac Vuren Namen: Datum Docent: R. van Hemert Inhoud Inleiding... 3 Productieproces... 3 Routebeschrijving... 4 Regels... 6 Voorschriften... 7 Deeltjesgrootteverdeling van beenderschroot....
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Boek 2
Samenvatting Scheikunde Boek 2 Samenvatting door een scholier 2661 woorden 26 april 2005 6,2 89 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.1 -> Reactie en molverhouding M Vm NA
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen
Nadere informatieBepaling van het stikstofgehalte van Pokon
Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs ; Jan Lutgerink 07 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/38173 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatiescheikunde vwo 2017-II
Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatie39 e Nationale Scheikundeolympiade
39 e Nationale Scheikundeolympiade Cosun Innovation Center Dinteloord PRACTICUMTOETS woensdag 13 juni 2018 De experimenten voor deze toets zijn voorbereid door: Kees Beers (NSO comité) Wilco Duvivier (Cosun
Nadere informatieDeel 2. Bepalen van het omslagpunt van een titratie Door Alexander Vogelaar, 7 juli 2017
BEPALEN VAN HET OMSLAGPUNT VAN EEN TITRATIE Inleiding Most en wijn bevatten naast wijnsteenzuur voornamelijk appel-, citroen-, azijn-, melk-, oxaal- en barnsteenzuur. Van al deze zuren zal wijnsteenzuur
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het VWO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit vier opgaven.
HAVO I EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 Donderdag 6 mei, 9.00-12.00 uur SCHEIKUNDE (OPEN VRAGEN) Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit vier opgaven. Aan dit examen wordt deelgenomen
Nadere informatieHoofdstuk 14: Zuur-Base
Hoofdstuk : uur-ase Wat is een zuur? -het bevat H-atomen -het splitst H af bij oplossen in water HO H zelfde energie als covalente binding H-rest H rest H-rest HO HO rest HO permanent Hl H l Sp² hybridisatie
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2002-II
4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo II
Beoordelingsmodel Cacaoboter 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De warmte die nodig is voor het smelten, wordt aan de mond onttrokken. Smelten is (kennelijk) een endotherm proces.
Nadere informatieOplossingen Scheikunde van 2001
www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen
Nadere informatieEUROPEAN UNION SCIENCE OLYMPIAD ANTWOORDENBUNDEL TEST 1 13 APRIL 13, 2010. Land:
EUROPEAN UNION SCIENCE OLYMPIAD ANTWOORDENBUNDEL TEST 1 13 APRIL 13, 2010 Land: Team: Namen en handtekeningen 1 OPDRACHT 1 Relatieve vochtigheid van de lucht 1.1: Het dauwpunt is (noteer ook de eenheid)
Nadere informatieEXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Jood en propanon 1980-II(I) Jood lost goed op in een oplossing van kaliumjodide in water. De verkregen oplossing noemt men joodwater. In zuur milieu
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11
OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatie