Onderzoekslocatie: Houtribdijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoekslocatie: Houtribdijk"

Transcriptie

1 Projectnummer: 0814GPR4586 Onderzoekslocatie: Houtribdijk

2

3 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen Het onderzoek Achtergrond Projectdoel Praktijkgericht gebruiken rapportage Het onderzoeksgebied Gegevens onderzoekslocatie Informatie van opdrachtgever Fase 1: Inventarisatie van het bronnenmateriaal Literatuurstudie Archiefonderzoek Gemeentearchief Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Nederlands Instituut voor Militaire Historie Nationaal Archief Den Haag Archief van de MMOD Archief van de EOD Overige Nederlandse archieven Buitenlandse archieven Informatie van internet Luchtfoto interpretatie Samenvatting en conclusie van inventarisatiefase en advies Samenvatting van de inventarisatie Conclusie van de inventarisatie Fase 2: Analyse bronnenmateriaal Analyse bronnenmateriaal onverdachte gebieden Analyse bronnenmateriaal verdachte gebieden Fase 3: Risicoanalyse (geplande) werkzaamheden Geplande werkzaamheden Locatiespecifieke omstandigheden Afbakening opsporingsgebied Risicoanalyse en advies Conclusie Aanbevelingen met betrekking tot de geplande werkzaamheden T&A en kwaliteit...25 T&A Survey Pagina 2 van 56

4 Lijst van bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3a Bijlage 3b Bijlage 3c Bijlage 3d Bijlage 3e Bijlage 3f Bijlage 3g Bijlage 3h Bijlage 3i Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 CE bodembelastingkaart met onderzoeksgebied Overzichtslijst gebruikte literatuur en uitwerking resultaten Overzicht archiefbezoek Overzichtslijst gemeentearchief en uitwerking resultaten Overzicht archief NIOD en uitwerking resultaten Overzicht archief NIMH en uitwerking resultaten Overzicht Nationaal Archief Den Haag en uitwerking resultaten Overzicht archief MMOD en uitwerking resultaten Overzicht archief van de EOD en uitwerking resultaten Overzicht overige Nederlandse archieven en uitwerking resultaten Overzicht buitenlandse archieven en uitwerking resultaten Overzicht gebruikte websites en uitwerking resultaten Overzicht gebruikte luchtfoto s en uitwerking resultaten Overzichtskaart probleeminventarisatie Algemene evaluatie van de risico s van eplosieven Wetgeving en subsidiemogelijkheden voor eplosievenonderzoek Procedure risicoanalyse WSCS-OCE richtlijnen horizontale afbakening verdacht gebied Beoordeling van de betrouwbaarheid van bronnen Distributielijst T&A Survey Pagina 3 van 56

5 1 Het onderzoek Haskoning DHV Nederland B.V. ( opdrachtgever ) heeft T&A Survey ( T&A ) op 19 augustus 2014 schriftelijk opdracht verleend voor het uitvoeren van het historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van conventionele eplosieven (verder eplosieven ) ter plaatse van de Houtribdijk. 1.1 Achtergrond Verstrekte informatie door opdrachtgever Telefonisch overleg d.d. 15 augustus d.d. 15 augustus 2014 Geplande werkzaamheden Ten behoeve van de planstudie dijkversterking Houtribdijk dienen mogelijke zandwinlocaties aan beide zijden van de Houtribdijk te worden onderzocht op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven. Er worden momenteel twee oplossingsvarianten onderzocht om de dijk op het vereiste veiligheidsniveau te brengen, te weten: 1. Zand tegen de dijk aan, op de dijkvakken tussen Enkhuizen en Trintelhaven aan de Markermeer- en IJsselmeerzijde en gepenetreerde breuksteen over de huidige dijkbekleding op de dijkvakken tussen Trintelhaven en Lelystad aan de Markermeer- en IJsselmeerzijde. 2. Zand tegen de dijk aan, op de dijkvakken tussen Enkhuizen en Trintelhaven aan de Markermeer- en IJsselmeerzijde, zand tegen de dijk aan op de dijkvakken 5 en 6 aan de Markermeerzijde en gepenetreerde breuksteen over de huidige dijkbekleding op de overige dijkvakken. Dit betekent dat er in ieder geval gewerkt wordt aan het dijklichaam zelf en dat er zand aan weerzijden van de dijk komt tussen Enkhuizen en Trintelhaven. Mogelijk komt er ook zand aan de Markermeerzijde bij Enkhuizen. Hierdoor is het zoekgebied voor zandwinning groter aan de IJsselmeerzijde dan aan de Markermeerzijde. In het MER wordt geen locatiekeuze gedaan voor een zandwinput. Het streven is om de ruimte voor zandwinning zo open mogelijk te houden zodat de aannemer zelf de keuze kan maken. De buitenrand van een zandwinput moet op maimaal 3 kilometer van de dijk gelegen, de teen van het talud van een zandwinput op minimaal 650 meter afstand van de Houtribdijk. Vandaar dat er een strook water zichtbaar is tussen de dijk en het zoekgebied voor de zandwinning. Het mogelijk voorkomen van eplosieven in de ondergrond houdt over het algemeen in Nederland verband met oorlogshandelingen gedurende de Tweede Wereldoorlog ( WOII ). Voorbeelden hiervan zijn bombardementen (zowel geallieerde als Duitse), gevechten (meidagen 1940, bevrijding ), verdedigingswerken (mijnenvelden) en dumpingen (verborgen voor vijand, achterlaten van munitie bij overgave of terugtrekking). Aangezien eventueel aanwezige niet gesprongen eplosieven een risico vormen voor de uit te voeren werkzaamheden, is het van belang dat de kans op het aantreffen van eplosieven in het onderzoeksgebied onderzocht wordt. T&A Survey Pagina 4 van 56

6 1.2 Projectdoel Doel van het historisch vooronderzoek is het vaststellen van de risico s op de aanwezigheid van eplosieven in de bodem van het onderzoeksgebied op basis van verzameld en geanalyseerd (historisch) feitenmateriaal. Een volledig vooronderzoek bestaat overeenkomstig het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Eplosieven (WSCS-OCE) uit twee fasen: 1. Inventarisatie van bronnenmateriaal (hoofdstuk 3 en bijlagen 2 t/m 7) 2. Analyseren van bronnenmateriaal (hoofdstuk 4) De inventarisatie van het bronnenmateriaal betreft het verzamelen van historisch feitenmateriaal. Voordat de inventarisatie van start kan gaan, dient het onderzoeksgebied eerst duidelijk omschreven te zijn. De analyse betreft het analyseren van het aangetroffen feitenmateriaal. Op basis van de analyse kan worden vastgesteld of het onderzoeksgebied onverdacht of (deels) verdacht is. Als het gebied (deels) verdacht is, zullen soort, aantal en verschijningsvorm van mogelijke eplosieven worden vastgesteld. Daarnaast wordt het verdachte gebied horizontaal en verticaal afgebakend. Na de inventarisatie en analyse van het bronnenmateriaal wordt het opsporingsgebied afgebakend, vindt er een risicoanalyse plaats en wordt er een aanbeveling gedaan met betrekking tot de geplande werkzaamheden (hoofdstuk 5). Deze rapportage is uitgevoerd conform de richtlijnen van de WSCS-OCE. Om aan de WSCS-OCE te voldoen, dienen alle volgens de richtlijnen van de WSCS-OCE, verplichte bronnen geraadpleegd te worden. In onderstaande tabel is een overzicht van de verplichte en tevens aanvullende bronnen opgenomen. Hierin is aangegeven welke bronnen door T&A geraadpleegd zijn voor het onderhavig onderzoek. Bron Raadplegen Geraadpleegd door T&A Verplicht Aanvullend Literatuur Gemeentelijk en/of provinciaal archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Eplosieven Opruimings Dienst Defensie Luchtfotocollectie Bibliotheek Wageningen Luchtfotocollectie Topografische Dienst (Zwolle) Luchtfotocollectie The Aerial Reconnaissance Archives The National Archives (Londen) Bundesarchiv-Militararchiv (Freiburg) The National Archives (Washington DC) Getuigen T&A Survey Pagina 5 van 56

7 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage Op de CE bodembelastingkaart in bijlage 1 staat het resultaat van de analyse of onderzoeksgebied verdacht is op de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen conventionele eplosieven. Indien de analyse verdachte gebieden oplevert, dan is dit herkenbaar aan een rode of roze arcering, waarbij roze staat voor een gebied waarvan bekend is dat de bovenlaag naoorlogs geroerd is. Verdacht Indien er sprake is van een verdacht gebied kan in hoofdstuk 7 worden teruggevonden welke consequenties dit heeft voor de geplande werkzaamheden. Nadere toelichtingen hiervoor staan in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 kan worden teruggevonden, tot welke diepte en op welk soort eplosieven het gebied verdacht is. In 4.2 is de onderbouwing van deze verdachte gebieden terug te vinden en aan de hand van de vermelde markeringsnummers kunnen desgewenst vervolgens de achterliggende feiten worden achterhaald, waarop het gebied verdacht is verklaard. Deze achterliggende feiten zijn weer te herleiden tot de individuele archiefstukken. Onverdacht Indien het gehele onderzoeksgebied onverdacht is dan vervallen de hoofdstukken 4.2, 5, 6 en 7 in de bovenstaande vorm. In hoofdstuk 5 staat dan de conclusie. Een onverdacht gebied is herkenbaar aan een groene arcering. Binnen onverdacht gebied kunnen de werkzaamheden regulier worden uitgevoerd. T&A Survey Pagina 6 van 56

8 2 Het onderzoeksgebied 2.1 Gegevens onderzoekslocatie Geografische ligging en grootte De onderzoekslocatie betreft het zoekgebied van de mogelijke zandwinputten en de Houtribdijk zelf. Het gebied heeft een gezamenlijke oppervlakte van circa 96 km 2. De onderzoekslocatie valt binnen de volgende gemeente(s): Enkhuizen, Urk en Lelystad Bodemopbouw Voor gegevens over de bodemopbouw is de website van Dinoloket geraadpleegd. Boring(B) RD coördinaten Bodemopbouw B20B , De bovenste meters van de bodem bestaat uit afwisselingen van klei en zand. B20D , De bovenste meters van de bodem bestaat uit afwisselingen van leem, klei en zand. B20D , De bovenste meters van de bodem bestaat uit afwisselingen van klei, veen en zand. B20D , De bovenste laag van de bodem bestaat uit afwisselingen van klei en zand. B20D , De bovenste meters van de bodem bestaat uit afwisselingen van klei, veen en zand. B20B , De bovenste meters van de bodem bestaat uit afwisselingen van klei, veen en zand. 2.2 Informatie van opdrachtgever Opdrachtgever heeft onderstaande informatie geleverd aan T&A. Kaartmateriaal Opdrachtgever heeft T&A een digitale topografische kaart met RD-coördinaten ter beschikking gesteld. Hierop staat het onderzoeksgebied aangegeven. Aanwezige informatie over de bodemgesteldheid De volgende informatie was beschikbaar over de bodemopbouw in het onderzoeksgebied: Uit het rapport Parallelspoor Bodemwaarden Markermeer IJmeer, ADC Heritage, d.d , blijkt dat de bovenste meters bodem van het Markermeer voornamelijk bestaan uit klei met af en toe lagen zand en veen. Naoorlogse werkzaamheden Opdrachtgever had geen informatie beschikbaar over naoorlogse werkzaamheden binnen het onderzoeksgebied. T&A Survey Pagina 7 van 56

9 3 Fase 1: Inventarisatie van het bronnenmateriaal Het bronnenmateriaal (literatuur, archiefstukken etc.) wordt bestudeerd op relevante feiten en aanwijzingen die onder meer worden gebruikt voor een goede keuze uit de beschikbare luchtfoto s. Alle betrouwbare bronnen met toegevoegde waarde zijn van belang voor verdere analyse, conclusies en afbakening van (on)verdachte gebieden. In de volgende paragrafen is een algemene toelichting gegeven over de bronnen die geraadpleegd (kunnen) worden voor historisch vooronderzoek. De voor onderhavig onderzoek geraadpleegde bronnen staan in de bijlagen vermeld met de uitwerking van de resultaten van het onderzoek in onderstaande paragrafen is per bron naar de respectievelijke bijlage verwezen. De bronnen zijn beoordeeld op betrouwbaarheid conform de richtlijnen zoals opgenomen in bijlage 11. Algemene informatie over de uitwerking van de bronnen Op basis van de geraadpleegde bronnen zijn per onderzochte bron, indien van toepassing, in de bijlagen overzichtstabellen opgesteld van de oorlogshandelingen in (de omgeving van) het onderzoeksgebied gedurende WOII. De kolom bron verwijst met de juiste annotatie naar de herkomst van de informatie. Markeringsnummers Elke relevante oorlogshandeling is voorzien van een markeringsnummer die is weergegeven in de overzichtstabel en in de inventarisatiekaart in bijlage 6. De toevoeging indicatief bij het markeringsnummer geeft weer dat de melding niet nauwkeurig geplaatst kan worden en dus indicatief in de inventarisatiekaart is ingetekend. Een indicatief markeringsnummer kan ook als tekstvlak in de kaart staan. Geen toevoeging geeft aan dat de melding (redelijk) nauwkeurig ingetekend kon worden. De markering BOL (buiten onderzoekslocatie) laat zien dat de melding zich buiten het onderzoeksgebied bevindt, maar wel van belang is voor een algemeen beeld van de omgeving. De markering NIK (niet in kaart) geeft weer dat de eacte locatie van de melding op basis van de beschikbare gegevens niet nader te bepalen was en dat de melding dus niet in de kaart kon worden gezet. 3.1 Literatuurstudie De eerste stap in een historisch vooronderzoek is in de regel het raadplegen van de literatuur. Middels de literatuurstudie is een beeld te verkrijgen van algemene oorlogshandelingen in een gebied, meestal met data van deze gebeurtenissen en soms met zeer relevante details die niet in andere bronnen te vinden zijn. Deze studie levert zodoende een overzicht op van gebeurtenissen op basis waarvan gericht gezocht kan worden in diverse nationale en internationale archiefinstellingen. Voor de literatuurstudie bestaat een aantal standaardwerken dat geraadpleegd wordt, aangevuld met regionale en plaatselijke literatuur. Deze literatuur is deels in bezit van T&A en wordt aangevuld met literatuur uit de Koninklijke Bibliotheek ( KB ), het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie ( NIOD ), het gemeentearchief en/of plaatselijke bibliotheken en historische verenigingen. De geraadpleegde literatuur en uitwerking van de aangetroffen relevante feiten is in bijlage 2 terug te vinden. T&A Survey Pagina 8 van 56

10 3.2 Archiefonderzoek Archiefstukken zijn de meest belangrijke informatiebron voor een historisch onderzoek. Ze hebben doorgaans de meest accurate en betrouwbare gegevens die voor een onderzoek nodig zijn, omdat het vaak primaire bronnen betreffen waarvoor de informatie is vastgelegd korte tijd nadat een gebeurtenis plaatsvond. De stukken bestaan onder meer uit processen-verbaal en dagrapporten, maar soms ook uit foto s van oorlogsvoorvallen en militaire verslagen waarin planning en uitvoering alsmede resultaten en gebruikte eplosieven zijn vastgelegd. Archiefstukken voor historisch onderzoek liggen in verschillende archieven in Nederland en in enkele buitenlandse archiefinstellingen. Aan hand van de richtlijnen in de WSCS- OCE en door de onderzoeker is bepaald welke archieven geraadpleegd dienen te worden voor het onderzoek en of de aangetroffen informatie relevant is of niet. Per archief is een inventarisatie opgemaakt van de dossiers waarin relevante informatie verwacht mag worden. Deze dossiers zijn ingezien en de inhoud is beoordeeld op relevantie. Een stuk is niet relevant indien het geen indicaties of contra-indicaties voor de mogelijke aanwezigheid van eplosieven in het onderzoeksgebied of de directe nabijheid ervan bevat. De relevante stukken zijn verder uitgewerkt en geanalyseerd. De inventarisatie van geraadpleegde archieven, inventarissen en de uitwerking van de relevante informatie is terug te vinden in de bijlagen 3a tot en met 3i Gemeentearchief Archiefstukken uit gemeentearchieven bevatten in de regel de meest gedetailleerde en betrouwbare informatie voor oorlogshandelingen in de gemeente, getroffen locaties, afhandelingen betreffen het zoeken en/of ruimen van eplosieven en naoorlogse werkzaamheden. Archiefstukken van gemeentes zijn terug te vinden in een lokaal gemeentearchief en/of in regionale archieven. Bij het raadplegen van het gemeentearchief worden conform de WSCS-OCE ten minste stukken van de luchtbeschermingsdienst, de stukken over aangetroffen/geruimde CE en oorlogsschaderapporten geraadpleegd. Tevens is bij de gemeente nagevraagd of er in het verleden reeds onderzoeken zijn uitgevoerd naar de aanwezigheid van eplosieven. De resultaten van het onderzoek in het gemeentearchief zijn uitgewerkt in bijlage 3b Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie ( NIOD ) is een kennis- en informatiecentrum over oorlog en bevat diverse (dag)boeken en archiefstukken over WOII. Hiertoe behoren ondermeer: Collectie Departement van Justitie Collectie Generalkommissatiat für das Sicherheitswesen - Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West Beide collecties zijn geraadpleegd voor dit onderzoek. De uitwerking hiervan is terug te vinden in bijlage 3c Nederlands Instituut voor Militaire Historie Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie ( NIMH ) is een gespecialiseerd kennisen onderzoekscentrum op het gebied van de Nederlandse militaire geschiedenis en beschikt onder andere over de volgende collecties: T&A Survey Pagina 9 van 56

11 Collectie 409 Gevechtsverslagen en rapporten mei 1940 Collectie 575 Duitse verdedigingswerken in Nederland en rapporten van het Bureau Inlichtingen te Londen ( ) Waar noodzakelijk zijn collectie 409 en/of collectie 575 geraadpleegd voor dit onderzoek. De uitwerking hiervan is terug te vinden in bijlage 3d Nationaal Archief Den Haag In het Nationaal Archief van Den Haag is een onder toegang Binnenlandse Zaken een collectie berichten beschikbaar van gemeentes gericht aan Rijksinspectie Luchtbescherming te Den Haag. Dit zijn meldingen van de gemeentes en provincies betreffende gebeurtenissen waarbij voorwerpen vanuit de lucht in de gemeente terecht zijn gekomen, vliegtuigbeschietingen en bombardementen. De stukken betreffen voornamelijk de periode Deze stukken voegen weinig tot niets toe aan de processen-verbaal van de Luchtbeschermingsdienst van de gemeentes zelf, maar wanneer die stukken verloren zijn gegaan, zijn de stukken uit het Nationaal Archief een waardevolle bron van informatie. De resultaten van het onderzoek in het Nationaal Archief zijn uitgewerkt in bijlage 3e Archief van de MMOD In de periode van werden de munitieruimingen uitgevoerd door verschillende instanties, die de ruiminggegevens zelf bijhielden. De gegevens, indien nog voorhanden, zijn nooit centraal gearchiveerd en ontsloten. Een klein deel bevindt zich in het Archief Mijn- en Munitie Opruimings Dienst ( MMOD ) van het Semistatisch archief van het Ministerie van Defensie te Rijswijk, waarin de ruimingen in de periode zijn ontsloten. Soms worden in andere archieven ook ruiminggegevens aangetroffen, maar het overgrote deel van deze gegevens is niet meer te achterhalen. Daarom bestaat er een hiaat in de informatie over munitieruimingen voor de periode De resultaten van het onderzoek in de stukken van de MMOD zijn uitgewerkt in bijlage 3f Archief van de EOD Vanaf de jaren zeventig heeft de Eplosieven Opruimingsdienst Defensie ( EOD ) de ruimingen van eplosieven uitgevoerd, gerapporteerd en gearchiveerd. Deze munitie opruimingsrapporten ( MORA s ) van de EOD zijn de belangrijkste bron van informatie voor het achterhalen van munitieruimingen vanaf Tevens beschikt de EOD over mijnenkaarten, waarin de bekende geregistreerde mijnenvelden zijn opgenomen met bijbehorende rapportages betreffende de ruimingen van deze velden. Zowel de MORA s als de mijnenkaarten zijn geraadpleegd. In bijlage 3g zijn de resultaten uitgewerkt Overige Nederlandse archieven Overige Nederlandse archieven Naast de reeds vermelde archiefinstellingen, zijn er nog andere uiteenlopende archiefinstellingen in Nederland die relevante informatie voor historisch vooronderzoek (kunnen) bevatten. Dit betreft vaak kleinere archieven van bijvoorbeeld locale musea, heemkundige en geschiedkundige kringen en soms zelfs privé archieven. Getuigenverklaringen T&A Survey Pagina 10 van 56

12 Interviews met ooggetuigen die informatie hebben over de eventuele aanwezigheid van neergestorte vliegtuigen, afgeworpen bommen en andere gevechtshandelingen binnen het gebied, kan veel bruikbare informatie opleveren. Ruim 65 jaar na dato is het aantal ooggetuigen echter zeer beperkt en bovendien waren deze mensen ten tijde van WOII vaak erg jong. Ooggetuigen verklaring hebben daarom niet altijd een toegevoegde waarde. In bijlage 3h zijn de resultaten van getuigenverklaringen en deze archieven uitgewerkt Buitenlandse archieven In het buitenland zijn diverse archieven met uitgebreide informatie over WOII. Deze bevatten archiefstukken, boeken en foto s van oorlogshandelingen gemaakt of buitgemaakt door de troepen van het land waar het betreffende archief staat. Aangezien eenheden van diverse nationaliteiten op Nederlands grondgebied hebben gevochten, bevatten deze archieven vaak informatie over het voorkomen van eplosieven in Nederland. The National Archives te Londen The National Archives te Londen is het officiële archief van Groot-Brittannië, met informatie over de Britse geschiedenis tot meer dan jaar geleden. Hier zijn ondermeer Flight Reports te vinden met informatie over luchtaanvallen van de RAF tijdens WOII. The National Archives te College Park (VS) The National Archives te College Park is het officiële archief van de Verenigde Staten. Hier zijn o.a. vluchtgegevens van luchtaanvallen en (lucht)foto s van WOII te vinden. Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg Het Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg bevat de informatie van de Duitse militaire geschiedenis vanaf De resultaten van onderzoeken in de buitenlandse archieven zijn uitgewerkt in bijlage 3i Informatie van internet Tegenwoordig is ook internet een goede bron voor informatie, ook voor historisch vooronderzoek. Hoewel op internet informatie staat waarvan de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid in twijfel getrokken kunnen worden, zijn er tegenwoordig ook veel archiefinstellingen die foto s, archiefstukken, dagboeken en meer gedigitaliseerd materiaal beschikbaar hebben gesteld via hun website. Daarnaast is er informatie te vinden van amateur historici, krantenberichten van de afgelopen decennia, contactgegevens van mogelijke getuigen en locatiedeskundigen en meer. De resultaten van de informatie van internet zijn uitgewerkt in bijlage Luchtfoto interpretatie In WOII zijn door de geallieerden diverse fotoverkenningsvluchten boven Nederland uitgevoerd. Deze luchtfoto s zijn grotendeels terug te vinden in de Speciale Collecties van de bibliotheek van Wageningen UR ( Wag ) en bij het Kadaster in Zwolle ( Zwolle ). Ook de luchtfotocollectie van de Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Scotland te Edinburgh ( ACIU/JARIC ) en the National Archives te College Park ( NARA ) hebben (een grote hoeveelheid) luchtfoto s van Nederland beschikbaar. The National Archives te Londen ( NAL ), de National Air Photo Library Ottawa ( Canada ), het Bundesarchiv/Militärarchiv te Freiburg ( BAF ) en het spoorwegmuseum te Utrecht ( SMU ) beschikken over een aantal luchtfoto s van Nederland. De T&A Survey Pagina 11 van 56

13 archiefinstellingen in Nederland en de BAF zijn door T&A geraadpleegd. Waar nodig zijn de overige archieven geraadpleegd middels de Luftbilddatenbank te Würzburg ( LBDB ), die een volledige inventarisatie van deze archieven m.u.v. de BAF en de SMU beschikbaar heeft. Criteria luchtfoto selectie Luchtfoto s worden geselecteerd op basis van enkele criteria. Zoals goede beeldkwaliteit; de foto moet scherp zijn en vrij van beschadigingen. Voorts moet de foto onbewolkt zijn, het onderzoeksgebied moet niet onder water liggen en de opnamedatum dient van een zo kort mogelijke periode na een oorlogshandeling te zijn. Tot slot moet de foto niet van te grote hoogte genomen zijn. De schaal van de foto is van belang in relatie tot de oorlogshandelingen; voor een gebied verdacht op artillerie, is een scherpe foto met een schaal 1: nog net geschikt voor het zien van sporen. Luchtfoto interpretatie Foto s worden door deskundigen met ervaring in de interpretatie van luchtfoto s uit het tijdvak onafhankelijk van elkaar geïnterpreteerd. Eén van deze deskundigen doet dit met de kennis van informatie uit het overige bronnenmateriaal, de andere zonder deze aanvullende kennis. Verschillen in interpretatie worden besproken en herbeoordeeld. De resultaten van de luchtfoto-interpretatie zijn uitgewerkt in bijlage 5. Vergelijking van de luchtfoto s met de huidige situatie Door de luchtfoto s uit te vergelijken met recente luchtfoto s en satellietbeelden, kan een goed beeld verkregen worden van de naoorlogse ontwikkelingen in het gebied. Aanvullend zijn diverse topografische kaarten van de afgelopen 70 jaar (waaronder uit de Grote Atlas van Nederland en met elkaar en de luchtfoto s vergeleken. De resultaten van de vergelijking van de luchtfoto s zijn uitgewerkt in bijlage 5. T&A Survey Pagina 12 van 56

14 3.4 Samenvatting en conclusie van inventarisatiefase en advies De aangetroffen feiten zijn weergegeven in bijlagen. Op basis van de inventarisatie van het historisch feitenmateriaal kan de volgende samenvatting van de relevante gebeurtenissen in en nabij het onderzoeksgebied worden opgesteld: Samenvatting van de inventarisatie Literatuuronderzoek 1. Binnen het onderzoeksgebied en net buiten het onderzoeksgebied zijn verschillende vliegtuigwrakken gemeld, de identiteit en eacte locatie van deze wrakken is niet altijd te achterhalen; 2. In het IJsselmeer/Markermeer werden gedurende de oorlogsjaren veelvuldig bomladingen gedropt door naar Groot-Brittannië terugkerende vliegtuigen; Gemeentearchief 3. In het gemeentearchieven van Lelystad, Urk en Enkhuizen is geen feitenmateriaal aangetroffen dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven binnen het onderzoeksgebied; Archief NIOD 4. In het NIOD is feitenmateriaal aangetroffen dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven binnen het onderzoeksgebied; Archief NIMH 5. In het NIMH is geen feitenmateriaal aangetroffen dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven binnen het onderzoeksgebied; Nationaal Archief Den Haag 6. In het Nationaal Archief Den Haag is geen feitenmateriaal aangetroffen dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven binnen het onderzoeksgebied; Archief van de MMOD 7. In het archief van de MMOD zijn geen stukken aangetroffen met betrekking het onderzoeksgebied; Archief van de EOD 8. Er werden door vissers op het IJsselmeer per ongeluk wel eens eplosieven opgevist, maar de vindplaats blijft daarbij niet te lokaliseren. Voorts was de EOD betrokken bij het bergen van verschillende vliegtuigwrakken; Buitenlandse archieven 9. In de National Archives te Londen is feitenmateriaal aangetroffen dat duidt op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven binnen het onderzoeksgebied; Internet 10. Op het internet is informatie aangetroffen, waaruit op te maken valt dat er diverse vliegtuigen neerkwamen binnen het IJsselmeer en het Markermeer; Interpretatie van de luchtfoto s van Er zijn geen luchtfoto s geïnterpreteerd omdat het onderzoeksgebied water betreft en naoorlogse aangelegd land, sluizen en Houtribdijk; 12. Er is alleen een foto geraadpleegd om de kustlijn van Enkhuizen te bekijken. Er was geen sprake van oorlogsschade; T&A Survey Pagina 13 van 56

15 Vergelijking van de luchtfoto s met de huidige situatie 13. Uit de vergelijking van topografische kaarten van 1944 en de huidige satellietbeelden blijkt dat het gehele onderzoeksgebied in 1944/1945 water betrof. Dat is het nu nog steeds waarbij tussen 1963 en 1976 de Houtribdijk werd aangelegd. Flevoland werd in de jaren 60 ingepolderd. Voor de kust van Enkhuizen geldt dat de Krabbersplaat in de jaren 70 werd aangelegd Conclusie van de inventarisatie Het historisch feitenmateriaal afkomstig van de inventarisatie doet de aanwezigheid van eplosieven vermoeden. Het onderzoeksgebied is daarmee mogelijk (deels) verdacht gebied. In het volgende hoofdstuk wordt het bronnenmateriaal verder geanalyseerd om het verdachte gebied af te bakenen en soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de vermoede eplosieven te bepalen. T&A Survey Pagina 14 van 56

16 4 Fase 2: Analyse bronnenmateriaal In deze fase wordt het historisch feitenmateriaal afkomstig van de inventarisatiefase gedetailleerd geanalyseerd. Op basis hiervan wordt vastgesteld of er sprake is van de vermoedelijke aanwezigheid van eplosieven. Een belangrijk aspect van deze analyse is het beoordelen van de betrouwbaarheid van de bronnen. In bijlage 11 zijn de richtlijnen weergegeven die T&A hanteert bij het beoordelen van deze betrouwbaarheid. Waar de beoordeling van een bron afwijkt van deze richtlijn of anderzijds een nadere toelichting noodzakelijk wordt geacht, zal deze in onderstaande analyse beschreven worden. Als na de analyse van het bronnenmateriaal geen feiten duiden op de vermoedelijke aanwezigheid van eplosieven, wordt de conclusie onverdacht getrokken. Als er sprake is van de vermoedelijke aanwezigheid van eplosieven, wordt de conclusie (deels) verdacht getrokken. In dit geval wordt aangeraden om een analyse uit te laten voeren voor de verdachte gebieden, om te bepalen wat de afbakening hiervan is (horizontaal en/of verticaal), welke (sub)soort eplosieven mogelijk aanwezig zijn en van welk kaliber, nationaliteit en verschijningsvorm ze zijn. 4.1 Analyse bronnenmateriaal onverdachte gebieden Bombardementen en noodafworpen Er is niet voldoende feitenmateriaal aangetroffen dat er binnen het onderzoeksgebied meerdere doelgerichte aanvallen of noodafworpen hebben plaatsgevonden (markeringsnummer ). Er is volgens de gegevens van de 2nd TAF wel een bombardementsaanval geweest op een klein schip (markeringsnummer ), maar de eactheid van deze locatie kan niet gegarandeerd worden en wordt derhalve niet verder geanalyseerd. De kans dat er een eplosief (niet gerelateerd aan vliegtuigwrakken) wordt aangetroffen is dus klein, maar de kans is niet uit te sluiten. Het onderzoeksgebied is derhalve onverdacht verklaard met betrekking tot deze eplosieven, maar het advies is om voor de gehele locatie een werkprotocol op te laten stellen. Vliegtuigbeschietingen Bij beschietingen door vliegtuigen kan onderscheid gemaakt worden in: Beschietingen met machinegeweren (gebruikte projectielen bevatten in de regel geen eplosieve componenten). Beschietingen met boordgeschut en/of raketten (gebruikte projectielen/raketten bevatten eplosieve componenten die mogelijk niet tot uitwerking zijn gekomen en in de bodem terecht zijn gekomen). Uit markeringsnummers en , -071 kan opgemaakt worden dat vaartuigen getroffen zijn door beschietingen met boordwapens. Er zijn geen meldingen dat er boordgeschut of raketten gebruikt zijn bij deze beschietingen. Bovendien zijn er geen naoorlogse vondsten van geschutsmunitie van boordgeschut of raketten. Er kan daarom gesteld worden dat het onderzoeksgebied onverdacht is met betrekking tot deze beschietingen. Naoorlogse werkzaamheden Uit markeringsnummer blijkt dat er in het onderzoeksgebied naoorlogse werkzaamheden hebben plaatsgevonden in vorm van de Krabbersplaat, sluizen en de Houtribdijk. Het is niet bekend tot op welke diepte die werkzaamheden hebben plaatsgevonden. T&A Survey Pagina 15 van 56

17 4.2 Analyse bronnenmateriaal verdachte gebieden Voor de verdachte delen van het onderzoeksgebied is de analyse aangevuld met: het horizontaal en verticaal vaststellen en afbakenen van het verdachte gebied het vaststellen van de hoofdsoort, kaliber, nationaliteit en verschijningsvorm van vermoede eplosieven het vaststellen van de subsoort, type ontsteker(s) en aantal van vermoede afwerpmunitie In het geval dat grondroerende werkzaamheden binnen het verdachte gebied gepland zijn, is het raadzaam een risicoanalyse te laten uitvoeren, die resulteert in een advies over hoe om te gaan met de risico s van de vermoede eplosieven bij de geplande werkzaamheden en toekomstig grondgebruik. Op basis van de inventarisatie en analyse van het bronnenmateriaal is een gedeelte van het onderzoeksgebied verdacht. Deelgebied 1: Uit de literatuur, het internet, de gegevens van de 2nd TAF (markeringsnummers , -044, -053, -054, -068, -082, -112, -113, -121, -130, - 131, , t/m 003 en t/m -037) en Mora valt op te maken dat er door de oorlog heen verschillende vliegtuigen zijn neergekomen in het Markermeer/IJsselmeer al dan niet met eplosieven (nog) aan boord. Horizontale afbakening Op basis van de resultaten van de inventarisatie (waaronder de overzichtskaart in bijlage 6) en de richtlijnen hiervoor in het WSCS-OCE (zie bijlage 10) is het verdachte gebied(en) horizontaal afgebakend. Deze afbakening is weergeven in onderstaande tabel en de CE bodembelastingkaart in bijlage 1. Deelgebieden Deelgebied 1 Onverdacht gebied Beschrijving horizontale afbakening verdachte gebied Gebied binnen 250 meter* van de door RWS opgegeven crash/wraklocatie Overige delen binnen onderzoeksgebied zijn onverdacht * Het bepalen van de afbakening van de verdachte gebieden is lastig omdat er niet duidelijk is wat de nauwkeurigheid van de crash/wraklocaties is. De locatie gegevens stammen uit de periode waarin GPS nog niet veelvuldig gebruikt werd en de plaatsaanduiding gedaan werd aan de hand van bijvoorbeeld markante metingen op land. Ten gevolge hiervan is dus een (relatief) groot gebied verdacht verklaard. Soort, kaliber, nationaliteit en verschijningsvorm van vermoede eplosieven Op basis van het aangetroffen feitenmateriaal, is een analyse verricht van de vermoedelijke hoofdsoort, kaliber, nationaliteit en verschijningsvorm van de eplosieven binnen het verdachte gebied. Indien de hoofdsoort afwerpmunitie betrof, is aanvullend een analyse verricht op de vermoede subsoort, type ontsteker(s) en verwachte aantal van de mogelijk aanwezige eplosieven. Verdachte gebieden (Sub)soort, kaliber en nationaliteit van mogelijk aan te treffen eplosieven Verschijningsvorm Deelgebied 1 Afwerpmunitie: diverse gewichten (GP en MC); geallieerd Onderdeel van vliegtuigwrak Boordgeschut: diverse kalibers; geallieerd en Duits Onderdeel van vliegtuigwrak Wrakeresten van vliegtuigen: diverse types; geallieerd en Duits Onderdeel van vliegtuigwrak Aantal Enkele Enkele honderdtallen Enkele T&A Survey Pagina 16 van 56

18 Verticale afbakening Eplosieven kunnen vanaf direct onder het maaiveld ten tijde van WOII aangetroffen worden. De maimale diepte tot waar eplosieven kunnen voorkomen hangt af van verschillende factoren zoals bodemgesteldheid, soort eplosieven en bij afwerpmunitie (vliegtuigbommen) ook vliegsnelheid, afwerphoogte en -hoek. Op basis van de mogelijk aan te treffen eplosieven, ondergrond en naoorlogse werkzaamheden is per deelgebied/voor het onderzoeksgebied een verticale afbakening van het verdachte gebied bepaald, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Er kan van uitgegaan worden dat het maaiveld ten tijde van WOII overeenkomt met het huidige maaiveld, behalve waar vermeld wordt dat dit niet het geval is (zie projectspecifieke achtergrondrisico aan het eind van dit hoofdstuk). Indien tijdens werkzaamheden op locatie blijkt dat deze aanname plaatselijk niet klopt, dient deze aanname bijgesteld te worden aan hand van de nieuw verkregen informatie. Verdachte gebieden Deelgebied 1 Beschrijving verticale afbakening verdachte gebied Gezien de bodemopbouw (zie 2.1) zijn eplosieven en wrakresten te verwachten vanaf de harde waterbodem tot maimaal 2 m-hb (harde waterbodem). De diepte minus maaiveld kan via het Dinoloket ( en/of via de algemene hoogtekaart van Nederland ( worden herleid tot een hoogte ten opzichte van NAP. Voor deze diepteafbakening zijn geen aanvullende boringen of sonderingen gezet of proefsleuven gegraven. De afbakening kan dan ook gezien worden als een goede indicatie op basis van de toegankelijke informatie. Indien er een project voorbereid wordt, zullen in de regel veel meer gedetailleerdere gegevens over de bodemopbouw beschikbaar komen. Ook kan etra informatie naar voren komen over naoorlogse grondroering, constructies van gebouwen of ophooglagen. In die gevallen wordt geadviseerd om op basis van deze etra informatie opnieuw de diepte afbakening vast te stellen en op basis daarvan de noodzaak en wijze van detectie onderzoek te bepalen. Achtergrondrisico Gebieden met een zogenaamd achtergrondrisico hebben, al spreekt men over een verdacht gebied, geen wezenlijk verhoogd risico op het aantreffen van eplosieven (tenzij er sprake is van een contra indicatie). Het betreft de volgende gebieden: Naoorlogs aangebrachte ophooglagen Onder vooroorlogse bebouwing, waarbij deze en de directe omgeving niet beschadigd is tijdens de oorlog en er geen sprake is van bombardementen Geroerde grond, waarbij het aannemelijk is dat aanwezige eplosieven tijdens eerdere werkzaamheden zouden zijn ontdekt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de grond boven naoorlogs aangelegde kabels, de naoorlogs vernieuwde ballastlaag en al eerder gebaggerde waterbodem, waarbij aantoonbaar niet dieper wordt gewerkt. Projectspecifiek achtergrondrisico De Krabbersplaat, de sluizen en de Houtribdijk werden naoorlogs gerealiseerd wat betekent dat er grootschalig grondverzet heeft plaatsgevonden. Markeringsnummer Maar binnen de verdachte gebieden zijn geen aanwijzingen dat er naoorlogs grootschalig grondverzet heeft plaatsgevonden op basis waarvan voor delen van het onderzoeksgebied gesteld kan worden dat er een achtergrondrisico geldt. T&A Survey Pagina 17 van 56

19 Diepte naoorlogse werkzaamheden In veel gevallen is de beschikbare informatie over de diepte van naoorlogse ingrepen dermate globaal, dan wel afwezig dat deze vastgesteld/geverifieerd dient te worden in het veld door onderzoek. Dit kan door het zetten van boringen of sonderingen, het graven van proefsleuven of uitvoeren van geofysisch onderzoek. Als algemene richtlijnen voor het veldonderzoek kan hierbij het volgende worden aangehouden: Onder gesloopte en naoorlogse bebouwing: funderingsdiepte (vaak 2 tot 4 m-mv tenzij er sprake is van een slappe bodem en de bebouwing op palen staat, dan tot 10 Mpa laag) ter plaatse van de paallocaties Ballastvernieuwing op doorgaande sporen: tot 0.5 m-bs Wegen en parkeerplaatsen: tot 0.5 m-mv Kabels en leidingen: 0.5 tot 1.0 m-mv Damwanden: dieper dan een laag met 10 Mpa drukweerstand en normaal minimaal 4 meter lang Voor de volledigheid wordt nogmaals opgemerkt dat bovenstaande indicaties betreffen, die in alle gevallen geverifieerd dienen te worden door beschikbare tekeningen, getuigen en veldonderzoek. Vrijgegeven gebieden binnen het onderzoeksgebied Er zijn voor zover bekend geen gebieden vrijgegeven van eplosieven. T&A Survey Pagina 18 van 56

20 5 Fase 3: Risicoanalyse (geplande) werkzaamheden De mogelijke aanwezigheid van eplosieven in een verdacht gebied kan een risico vormen tijdens het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden. Of de vermoede eplosieven een risico vormen en, zo ja, welke maatregelen getroffen kunnen worden om dit risico te voorkomen of te beperken, hangt af van diverse factoren zoals de soort en de verschijningsvorm van de vermoede eplosieven, de afbakening van het verdachte gebied, de geplande werkzaamheden en omgevingsfactoren. Aan hand hiervan kan een risicoanalyse uitgevoerd worden voor de toekomstige grondberoerende werkzaamheden en grondgebruik binnen het onderzoeksgebied. 5.1 Geplande werkzaamheden Ten behoeve van de planstudie dijkversterking Houtribdijk dienen mogelijke zandwinlocaties aan beide zijden van de Houtribdijk te worden onderzocht op de mogelijke aanwezigheid van eplosieven. Er worden momenteel twee oplossingsvarianten onderzocht om de dijk op het vereiste veiligheidsniveau te brengen, te weten: Zand tegen de dijk aan, op de dijkvakken tussen Enkhuizen en Trintelhaven aan de Markermeer- en IJsselmeerzijde en gepenetreerde breuksteen over de huidige dijkbekleding op de dijkvakken tussen Trintelhaven en Lelystad aan de Marker-meeren IJsselmeerzijde. Zand tegen de dijk aan, op de dijkvakken tussen Enkhuizen en Trintelhaven aan de Markermeer- en IJsselmeerzijde, zand tegen de dijk aan op de dijkvakken 5 en 6 aan de Markermeerzijde en gepenetreerde breuksteen over de huidige dijkbekleding op de overige dijkvakken. Dit betekent dat er sowieso gewerkt wordt aan het dijklichaam zelf en dat er zand aan weerzijden van de dijk komt tussen Enkhuizen en Trintelhaven. Mogelijk komt er ook zand aan de Markermeerzijde bij Enkhuizen. Hierdoor is het zoekgebied voor zandwinning groter aan de IJsselmeerzijde dan aan de Markermeerzijde. In het MER wordt geen locatiekeuze gedaan voor een zandwinput. Het streven is om de ruimte voor zandwinning zo open mogelijk te houden zodat de aannemer zelf de keuze kan maken. De buitenrand van een zandwinput moet op maimaal 3 kilometer van de dijk gelegen, de teen van het talud van een zandwinput op minimaal 650 meter afstand van de Houtribdijk. Vandaar dat er een strook water zichtbaar is tussen de dijk en het zoekgebied voor de zandwinning. 5.2 Locatiespecifieke omstandigheden Voor een goede risicoanalyse en advies over welke maatregelen getroffen kunnen worden om risico s te voorkomen of te beperken, is het van belang een duidelijk beeld te hebben van de locatiespecifieke omstandigheden. Deze kunnen namelijk bepalend zijn voor de mogelijkheden en onmogelijkheden van de opsporing van eplosieven en de keuze van de detectietechnieken. De inzetbaarheid en het detectiebereik van detectietechnieken kan negatief worden beïnvloed door verstorende factoren als damwanden, hekwerk, kabels en leidingen, hoogspanningsmasten, bruggen, bovenleiding van het spoor en stelconplaten. Het onderzoeksgebied betreft delen van zowel het Markermeer als het IJsselmeer, de Houtribdijk en aan de Enkhuizer zijde delen van de sluis en de Krabbersplaat. Van de watergedeelten is niet bekend of hier infrastructuur aanwezig is zoals kabels en leidingen. Voor de land delen geldt dat daar de gebruikelijke infrastructuur aanwezig is wat betreft wegen, verlichting etc. T&A Survey Pagina 19 van 56

21 5.3 Afbakening opsporingsgebied Over het algemeen is het opsporingsgebied het gebied waar het verdachte gebied en het werkgebied elkaar overlappen. In het opsporingsgebied is eplosievenonderzoek noodzakelijk in verband met de geplande werkzaamheden en het toekomstige gebruik. Ook de aard van de werkzaamheden is hierbij van belang. In sommige gevallen behoort ook een deel van een verdacht gebied waar geen werkzaamheden gepland zijn tot het opsporingsgebied. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er sprake is van een veiligheidszone bij werkzaamheden waarbij grote trillingen worden veroorzaakt, zoals heien. Voor de geplande werkzaamheden van dit onderzoek is de afbakening van de opsporingsgebieden als volgt: Opsporingsgebieden Opsporingsgebied 1 Opsporingsgebied 2 Opsporingsgebied 3 Beschrijving afbakening opsporingsgebied Gebied binnen deelgebied 1 waar de werkzaamheden uitgevoerd zullen worden, tot de diepte waar werkzaamheden gaan plaatsvinden, vanaf de harde waterbodem tot maimale diepte waarop eplosieven te verwachten zijn (2.0 m-hb) Locaties waar zand tegen de dijklichamen wordt gespoten Onverdacht gebied Opmerking: de afbakening van de opsporingsgebieden en de risicoanalyse hebben betrekking op de onder paragraaf 5.1 omschreven werkzaamheden. Trillingen In een gebied dat verdacht is op de aanwezigheid van afwerpmunitie (vliegtuigbommen) dient er rekening gehouden te worden met het feit dat grote trillingen in de ondergrond een aanwezig eplosief kunnen laten detoneren (ontploffen). Dit is een risico dat aanwezig is naast het risico bij direct contact met een eplosief. Grote trillingen worden bijvoorbeeld veroorzaakt door heiwerkzaamheden en hoogfrequent trillen. Op basis van een onderzoeksrapport hanteert de EOD de richtlijn dat het risico op een ongewenste detonatie van een vliegtuigbom reëel is bij trillingen met een versnelling van 1 m/s2 of meer. In de regel kunnen bovengenoemde werkzaamheden tot een afstand van 10 meter een dergelijke versnelling veroorzaken. Binnen deze straal is eplosievenonderzoek dan ook noodzakelijk, tenzij kan worden aangetoond dat de trillingen die worden veroorzaakt kleiner zijn dan 1 m/s2 of dat een gebied reeds is blootgesteld aan trillingen met een versnelling van meer dan 1 m/s2. In dat geval kan (in overleg met bevoegd gezag) op basis van een kwantitatieve risico analyse in een aantal gevallen worden aangetoond dat het achterwege laten toepassen van een veiligheidszone geen risico oplevert dat hoger is het achtergrondrisico. Overwogen kan worden om, indien nodig, een trillingsloze methode (drukken of boren) te gebruiken. De afbakening van het opsporingsgebied in bovenstaande tabel is inclusief de 10 meter veiligheidsstraal en kan bij het gebruiken van een trillingsloze methode ingeperkt worden. T&A Survey Pagina 20 van 56

22 5.4 Risicoanalyse en advies De risico analyse vooronderzoek is gebaseerd op de kans dat men in aanraking komt met eventueel aanwezige eplosieven bij het geplande gebruik of geplande werkzaamheden (KB) en het effect van een eventueel ongeval E. De kans dat men in aanraking komt met eventueel aanwezige eplosieven bij het geplande gebruik of geplande werkzaamheden (KB) hangt af van de kans op de aanwezigheid van eplosieven in het onderzoeksgebied (K) en de soort en omvang van de werkzaamheden/het gebruik van het gebied (B). Aan de hand hiervan wordt een risicowaarde bepaald, die het advies voor eventuele vervolgstappen bepaalt (KBE). Zie bijlage 7 voor de beschrijving van de algemene risico s van eplosieven. Zie bijlage 9 voor de procedure aan die gebruikt is bij het bepalen van de risicowaarde. Samenvatting risicoanalyse: Opsporingsgebieden Werkzaamheden K B E RW RN Risico en Advies Opsporingsgebied 1 Zandwinning IV Hoog risico, detectie onderzoek Opsporingsgebied 2 Opspuiten dijklichamen I Zeer licht risico, geen verdere actie noodzakelijk Onverdacht gebied Zandwinning II Mogelijk enig risico, werkprotocol * Overweeg werkzaamheden uit te voeren onder werkprotocol. Uitleg werkprotocol staat in hoofdstuk 7. T&A Survey Pagina 21 van 56

23 6 Conclusie Er is feitelijk materiaal aangetroffen, waaruit blijkt dat er mogelijk verschillende typen eplosieven in het onderzoeksgebied zijn achtergebleven tijdens WOII. Hierdoor geldt dat het onderzoeksgebied (deels) verdacht is op de aanwezigheid van eplosieven. Op basis van de inventarisatie en analyse van het bronnenmateriaal, is onderscheid gemaakt in verschillende deelgebieden. De afbakening van het verdachte gebied en de soorten te verwachten eplosieven is als volgt: Verdachte gebieden (Sub)soort, kaliber en nationaliteit van mogelijk aan te treffen eplosieven Deelgebied 1 Afwerpmunitie: diverse Onderdeel van gewichten (GP en MC); vliegtuigwrak geallieerd Boordgeschut: diverse Onderdeel van kalibers; geallieerd en Duits vliegtuigwrak Onverdacht gebied Wrakeresten van vliegtuigen: Onderdeel van diverse types; geallieerd en vliegtuigwrak Duits Verschijningsvorm Beschrijving horizontale Beschrijving afbakening verdachte afbakening gebied gebied n.v.t. n.v.t. Onderzoeksgebied met uitzondering van de hierboven omschreven verdachte gebieden verticale verdachte Gebied binnen 250 meter* Gezien de bodemopbouw van de door RWS opgegeven crash/wraklocatie en wrakresten te verwach- (zie 2.1) zijn eplosieven ten vanaf de harde waterbodem tot maimaal 2 m-hb (harde waterbodem). * Het bepalen van de afbakening van de verdachte gebieden is lastig omdat er niet duidelijk is wat de nauwkeurigheid van de crash/wraklocaties is. De locatie gegevens stammen uit de periode waarin GPS nog niet veelvuldig gebruikt werd en de plaatsaanduiding gedaan werd aan de hand van bijvoorbeeld markante metingen op land. Ten gevolge hiervan is dus een (relatief) groot gebied verdacht verklaard. Voor aanvullende informatie over horizontale en verticale afbakening en de vermoede soorten, hoeveelheden en verschijningsvormen van de eplosieven wordt verwezen naar hoofdstuk 5 en de bijlagen. De uitleg op basis van welk feitenmateriaal de gebieden verdacht zijn verklaard en afgebakend is terug te vinden in de hoofdstukken 2 en 3. Contra-indicaties: De Krabbersplaat, de sluizen en de Houtribdijk werden naoorlogs gerealiseerd wat betekent dat er grootschalig grondverzet heeft plaatsgevonden. Markeringsnummer Maar binnen de verdachte gebieden zijn geen aanwijzingen dat er naoorlogs grootschalig grondverzet heeft plaatsgevonden op basis waarvan voor delen van het onderzoeksgebied gesteld kan worden dat er een achtergrondrisico geldt. Vrijgegeven gebieden binnen het onderzoeksgebied: Er zijn voor zover bekend geen gebieden vrijgegeven van eplosieven. n.v.t. T&A Survey Pagina 22 van 56

24 7 Aanbevelingen met betrekking tot de geplande werkzaamheden Aan hand van de resultaten van de analyse van het bronnenmateriaal en de geplande werkzaamheden zoals omschreven in paragraaf 5.1 zijn de opsporingsgebieden afgebakend, waarbinnen rekening gehouden dient te worden met de risico s van vermoede eplosieven. Dit betreft de volgende gebieden (voor meer details wordt verwezen naar hoofdstuk 5): Opsporingsgebieden Beschrijving afbakening opsporingsgebied Advies (nader toegelicht onder tabel) Opsporingsgebied 1 Gebied binnen deelgebied 1 waar de werkzaamheden Indien er grondroerende uitgevoerd zullen worden, tot de diepte waar werkzaamheden werkzaamheden gaan plaatsvinden, vanaf de harde waterbodem tot uitgevoerd worden maimale diepte waarop eplosieven te verwachten zijn binnen het verdachte (2.0 m-hb) deelgebied is het advies detectie. Indien er geen grondroerende werkzaamheden zullen plaatsvinden dan kunnen de werkzaamheden regulier worden uitgevoerd. Opsporingsgebied 2 Locaties waar zand tegen de dijklichamen wordt gespoten Geen verdere actie noodzakelijk Onverdacht gebied Werklocaties binnen onverdacht gebied Uitvoering werkzaamheden met werkprotocol Om de veiligheid tijdens het uitvoeren van de geplande werkzaamheden te waarborgen geldt voor de opsporingsgebieden het volgende: 1. Heeft het de voorkeur om het ontwerp dusdanig aan te passen dat er geen werkzaamheden binnen verdacht gebied uitgevoerd hoeven te worden. Er hoeven dan geen detectie- en benaderingswerkzaamheden te worden uitgevoerd. De opdrachtgever dient zelf een afweging te maken of dit kostenefficiënt is. 2. Indien het ontwerp niet aangepast kan worden, heeft het de voorkeur om voorafgaand aan de aanbestedingsfase een detectieonderzoek uit te laten voeren. Op basis van de resultaten van het detectieonderzoek is het mogelijk dat er voor het huidige ontwerp geen aanvullende benaderingswerkzaamheden benodigd zijn. Indien dit wel het geval is kan de inschrijver gerichter een prijsopgave doen van de noodzakelijke vervolgwerkzaamheden (benadering). 3. Indien er op basis van de onderzoeksresultaten van het detectieonderzoek blijkt dat er verstoorde gebieden in het opsporingsgebied aanwezig zijn, die doen vermoeden dat dit mogelijk vliegtuigwrakken behelst wordt geadviseerd om dit voor afgaand aan de aanbesteding steekproefsgewijs te laten onderzoeken middels benadering. Indien uit het benaderingsonderzoek blijkt dat het hierbij om een mogelijk vliegtuigwrak gaat, dienen de richtlijnen zoals gesteld in de Staatscourant 23 november 2009, nr De conclusie hiervan is hieronder beknopt opgenomen onder de kop Vliegtuigberging. T&A Survey Pagina 23 van 56

25 Detectieonderzoek Voor aanvang van de geplande werkzaamheden wordt geadviseerd de mogelijk nog aanwezige eplosieven op te sporen. Hierbij wordt met geofysische meettechnieken vanaf het maaiveld de positie van verdachte objecten (mogelijke eplosieven) bepaald. Als de resultaten van het detectieonderzoek uitwijzen dat er verdachte objecten aanwezig zijn, wordt geadviseerd deze voor aanvang van de geplande werkzaamheden te benaderen. Hierbij worden de verdachte objecten ontgraven en geïdentificeerd. Eventueel aangetroffen eplosieven worden vervolgens veiliggesteld om uiteindelijk te worden geruimd door de EODD. Afhankelijk van de soort eplosieven, locatiespecifieke omstandigheden, wijze van uitvoering en soort werkzaamheden en planning kan het efficiënter en/of kostenbesparend zijn om detectie- en benaderingswerkzaamheden te integreren met de reguliere werkzaamheden en laagsgewijze detectie en benadering uit te voeren. Hierbij worden gedetecteerde verdachte objecten direct benaderd, geïdentificeerd en veiliggesteld om uiteindelijk te worden geruimd door de EODD. Indien werkzaamheden dieper gepland zijn dan het maimale meetbereik van de detectieapparatuur, kunnen de diepere delen onderzocht worden door in lagen detectie uit te voeren en vervolgens de onderzochte en vrijgegeven laag af te graven, of door middel van dieptedetectie (bij werkzaamheden dieper dan 2.0 tot 6.0 m-mv). De meest efficiënte methode hangt af van de soort eplosieven, locatiespecifieke omstandigheden, wijze van uitvoering en soort werkzaamheden en planning. Vliegtuigberging Vliegtuigwrakken die zich onder de grond dan wel op de zeebodem bevinden, worden door de Rijksoverheid conform internationale verdragen beschouwd als veld- dan wel zeemansgraf en daarom in beginsel onberoerd gelaten. De beslissingsbevoegdheid voor het al dan niet laten uitvoeren van bergingen van wrakken en/of stoffelijke resten berust bij het gemeentebestuur. Overwegingen die hierbij een rol spelen zijn openbare orde en veiligheid, algemeen belang, volksgezondheid, piëteit ten aanzien van nabestaanden en gesneuvelden. De Rijksoverheid voert hierbij een ondersteunend beleid door bij een beslissing van het gemeentebestuur om tot berging over te gaan, de bergingsdiensten van het ministerie van Defensie in principe kosteloos aan het gemeentebestuur, zijnde de opdrachtgever, ter beschikking te stellen. Slechts wanneer inzet van Defensiemiddelen is gebonden aan regels voor marktoptreden door de Rijksoverheid (zoals bij de opsporing en dus niet de ruiming van eplosieven) worden dientengevolge kosten in rekening gebracht. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar: Werkprotocol Een algemeen advies is de reguliere werkzaamheden uit te voeren onder een werkprotocol onverwacht aantreffen conventionele eplosieven. Een dergelijk werkprotocol wordt gehanteerd indien er geen wezenlijk verhoogd risico aanwezig is aangezien de werkzaamheden worden uitgevoerd in onverdacht gebied. Ter plaatse is een achtergrond risico aanwezig. In het werkprotocol wordt beschreven hoe men dient te handelen bij het spontaan aantreffen van een eplosief. Tevens zal een toolbo voor de aannemer worden verzorgd. Dit verhoogt de veiligheid op de werkplek en voorkomt mogelijk stagnatie tijdens de werkzaamheden en verkleind daarmee financiële risico s. T&A Survey Pagina 24 van 56

26 8 T&A en kwaliteit Het historisch vooronderzoek behandeld in deze rapportage is op zorgvuldige wijze uitgevoerd volgens algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Door een ISO-9001, VCA** en WSCS-OCE gecertificeerd kwaliteitssysteem waarborgt T&A de kwaliteit en veiligheid van haar diensten. T&A streeft naar een zo groot mogelijke representativiteit van het onderzoek. Een probleeminventarisatie is echter gebaseerd op een (relatief) beperkt archiefonderzoek. Zodoende blijft het mogelijk dat relevante informatie niet wordt achterhaald. T&A is niet aansprakelijk voor de schade die mogelijk voortvloeit uit het gebruik van haar onderzoeksresultaten T&A Survey Pagina 25 van 56

27 Bijlage 1 CE bodembelastingkaart met onderzoeksgebied T&A Survey Pagina 26 van 56

28 Legenda Onverdacht Onderzoeksgebied Status met verwijzing naar deelgebieden Onverdacht Verdacht ³ Meter 1 Onverdacht Onverdacht Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS, Rijkswaterstaat en gemeenten: Rotterdam, Breda, Tilburg, Den Haag, Arnhem, Ridderkerk, Zwolle Bijlage: Opdrachtgever: RHDHV Schaal: Tekenaar: 1. CE Bodembelastingkaart 1:70000/ MvV T&A Survey BV Dynamostraat 48 Postbus NR Amsterdam <PROJECT NAAM> Project: HO CE Houtribdijk Formaat: Projectnummer: Datum: Telefoon: Fa: info@ta-survey.nl Internet: A3 0814GPR

29 Bijlage 2 Overzichtslijst gebruikte literatuur en uitwerking resultaten Overzichtslijst gebruikte literatuur Voor de literatuurstudie zijn de onderstaande boeken uit het archief van T&A, de Koninklijke Bibliotheek, het Neder landse Instituut voor Oorlogsdocumentatie, plaatselijke bibliotheek en gemeentearchief geraadpleegd. In de kolom bronverwijzing staat de afkorting die in het overzicht van de relevante gebeurtenissen gebruikt is om naar het betreffende boek te verwijzen. Auteur Titel Uitgegeven Bronverwijzing Amersfoort, H. e.a., Mei 1940, de strijd op Nederlands Den Haag 2005 Amersfoort (2005) grondgebied Bogerd, R., Urk in de twintigste eeuw : Urk 2011 Bogerd (2011) Bootsma, A.K. e.a. Cultureel Historisch jaarboek voor Lelystad 1993 Bootsma (1993) (red), Flevoland, Drooggelegd land - blootgelegd verleden Geurts, A.J., Urk : de geschiedenis van een eiland Lelystad 2005 Geurts (2005) Klep, C. (red.), De bevrijding van Nederland , Den Haag 1995 Klep (1995) oorlog op de flank Korthals Altes, A., Luchtgevaar, luchtaanvallen op Nederland Amsterdam 1984 Korthals Altes (1984) Laan, J., van der, Van jagers en vissers : avonturen rond het Makkum 2006 Laan (2006) IJsselmeer Middelbrook, M., The Bomber Command War Diaries, an operational reference book z.p., 2000 Middelbrook (2000) Rijkswaterstaat Kaart Wrakken Markerwadden, Lv Inv. Kaart RWS (2014) Rijkswaterstaat Kaart Vliegtuigwrakken Houtribdijk, Lv Inv. Kaart RWS (2014b) Rijkswaterstaat, Directie zuiderzeewerken Stichting Urker Uitgaven Studiegroep luchtoorlog Topper, J., Urk, A., van, Veenstra, S.L., Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer Kaart 'Vliegtuigwrakken in het IJsselmeer en het Markermeer' Van bezetting en bevrijding : Urk in oorlogstijd Verliesregister Het IJsselmeerflottielje : de verdediging van het IJsselmeer in de meidagen van 1940 Urk op de tweesprong : een boeiende tijd In de schaduw van de glorie : overzicht van vliegtuigbergingen in Nederland : IJsselmeerberichten , Wrakken - In het IJsselmeer liggen honderden vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog RWS (1981) Urk 1995 Urker uitgave (1995) Verliesregister NIMH Soesterberg 2012 Topper (2012) Zaltbommel 2005 Urk (2005) Zutphen 1992 Veenstra (1992) 1995, afl. 1 Behoud IJsselmeer Wilson, S., Aircraft of World War II Buckingham 1998 Wilson (1998) Zwanenburg, G.J., En nooit was het stil Kroniek van een z.p., z.j. Zwanenburg (z.j.) luchtoorlog delen I en II Uitwerking resultaten literatuurstudie Gemeenten Enkhuizen, Urk en Lelystad Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron NIK 7/ Duitse nachtjager rapporteerde om uur ten Zwanenburg (z.j.) westen van Urk een vijandelijk vliegtuig te hebben neergeschoten. BOL Om 3.24 uur kwam een Manchester 1 (met serienummer L7426) neer bij het IJsselmeer, 3km ONO van Enkhuizen. Verliesregister NIMH indicatief Om uur kwam een Wellington III (met serienummer X3309) neer bij het IJsselmeer ten oosten van Enkhuizen. Verliesregister NIMH Markeringstypen: alleen markeringsnummer: melding (redelijk) nauwkeurig te plaatsen, markeringsnummer indicatief: melding niet nauwkeurig te plaatsen, BOL: buiten onderzoeksgebied, NIK: niet in kaart. T&A Survey Pagina 27 van 56

30 Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron indicatief Zeven toestellen in IJsselmeer Urker uitgave (1995), indicatief juni-juli 1943 Vier vliegtuigen bij Urk neergehaald Urker uitgave (1995), indicatief km ten westen van Urk stortte een Halifa neer Urker uitgave (1995), indicatief Stirling en een Wellingtonneer gekomen, westelijk van Urk in het IJsselmeer Urker uitgave (1995), indicatief Wellington bij Urk in IJsselmeer Urker uitgave (1995), 79. NIK 23/ Stirling neergschoten in het IJsselmeer, ter hoogte van Zwanenburg (z.j.) Urk Het IJsselmeer werd in de oorlog veelvuldig gebruikt Archief T&A door naar Groot-Brittannië terugkerende vliegtuigen om bomladingen te lozen. Dit werd gedaan vanwege het grote risico bij de landing wanneer een bommenlast nog aan boord was. Door de klap bij de landing kon de bomlading alsnog ontploffen. Water was zeer geschikt om bommen te lozen zonder schade aan te richten indicatie Er kwamen meerdere vliegtuigen terecht in het IJsselmeer; ongeveer 250 stuks. Een heel klein aantal daarvan werd gedurende de bezetting geruimd. Bootsma (1993), indicatief Uit de kaart blijkt dat er zich in het IJsselmeer en het Markermeer vele vliegtuigwrakken bevinden. Ook zijn delen van Flevoland, het Markermeer en het IJmeer gebruikt als oefenterrein voor bommenwerpers/nood afwerp terrein en als terrein voor schietoefeningen. Binnen het onderzoeksgebied zijn zes wrakken gemeld en net buiten het onderzoeksgebied nog verschillende. De identiteit van deze wrakken is niet meer te achterhalen omdat er geen lijst met wrakken beschikbaar is die correspondeert met de nummers op de kaart Om uur kwam een B-17G ( ) neer 5 km ten oosten van Enkhuizen, IJsselmeer indicatief BOL nd Tractical Air Force. Bommenwerpers. Jagers en jabo's vlogen met 568 RAF vliegtuigen en deden aanvallen op spoorlijnen. Bij de vele aanvallen werd op de 15de ook een aanval uitgevoerd op de haven van Enkhuizen,waarbij een aantal bommen werden afgeworpen. Mogelijk ook bommen geworpen door vier vliegtuigen, met in totaal 1.7 ton brisant indicatief okt-65/jan- 75 Na de oorlog zijn verschillende malen wrakken/wrakdelen geruimd in het IJsselmeer/Markermeer. Okt Lightning, wrak geborgen Nov Stirling BF383, wrak en vliegtuigonderdelen geborgen Juni B , vliegtuigonderdelen geborgen Juni B-24, vliegtuigonderdelen geborgen Nov B-24, vliegtuigonderdelen geborgen jan RAF propeller, vliegtuigonderdelen geborgen BOL Onbekend 4 loops luchtafweerkanon en kleine wrakstukken. Opmerking: dat de locatie op beide kaarten verschillend zijn, de ingetekende locatie is die van de meest recente RWS kaart van RWS (1981) Verliesregister NIMH Zwanenburg (z.j.) Veenstra (1992), NFLA (2003) RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014) Onbekend Stermotor van vliegtuig. Geruimd 20 juli RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014b) Onbekend Uitlaat vliegtuigmotor. Geruimd 25 augustus RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014b) Onbekend Resp. hoogteroer van groot vliegtuig en vliegtuigvleugel, romp. Ook nog een etra locatie, zonder details. Geruimd 27 augustus RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014b) Onbekend Vliegtuigwrak, details onbekend RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014) Onbekend Vliegtuigwrak, details onbekend RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014) Delen van een bommenwerper type Short Stirling MK 1; lijnmotor, 12 cilinder. Geruimd door Poolster. RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014) Onbekend Lockheed Lightning P-83j RWS (1981), Inv. T&A Survey Pagina 28 van 56

31 Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron Kaart RWS (2014) Onbekend Vliegtuigmotor. Geruimd 20 juli RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014b) Vliegtuigwrak(delen) geruimd. Vliegtuigmotor met propeller. Geruimd juni 1967 door Vissers. RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014) Vliegtuigwrak(delen) geruimd. Vliegtuigmotor. Geruimd mei 1967 door Vissers. RWS (1981), Inv. Kaart RWS (2014) Diverse Nabij Lelystad jager en twee bommenwerpers geborgen (nrs. 113, 130 en 82?). Uitvoerders Duiker, Peperstraat 4 Beverwijk. Inv. Kaart RWS (2014) T&A Survey Pagina 29 van 56

32 Bijlage 3a Overzicht archiefbezoek Bij het raadplegen van archieven is door de onderzoeker bepaald of informatie relevant is of niet. Per archief is een inventarisatie opgemaakt van de dossiers waarin relevante informatie verwacht mag worden. Deze dossiers zijn ingezien en de inhoud is beoordeeld op relevantie. Een stuk is niet relevant indien het geen indicaties of contra-indicaties voor de mogelijke aanwezigheid van eplosieven in het onderzoeksgebied of de directe nabijheid ervan bevat. De relevante stukken zijn verder uitgewerkt en geanalyseerd. De inventaris en uitwerking is per Nederlands archief te vinden in de bijlagen 3b tot en met 3h, voor de buitenlandse archieven in bijlage 3i en voor de luchtfoto-archieven in bijlage 5. Voor al deze archieven geldt, dat in de laatste kolom van de tabel van de inventarisatie middels een nummer aangeduid is waarom een inventaris niet relevant is bevonden. De vermelde nummers in de tabel van de inventarisatie van elk archief staan voor het volgende: 1. De in de stukken gemelde gebeurtenissen zijn te ver van het onderzoeksgebied om relevant te zijn; 2. De stukken melden geen (aan) eplosieven (gerelateerde gebeurtenissen); 3. De stukken melden geen relevante naoorlogse werkzaamheden; 4. De stukken missen in het archief; In onderstaande tabel staat aangegeven welke archieven zijn geraadpleegd en in welke bijlage de uitwerking van de resultaten terug te vinden zijn. Archiefinstellingen Geraadpleegd Resultaten te vinden in bijlage Gemeentearchieven van Enkhuizen, Urk en Lelystad: Stukken betreffende de luchtbeschermingsdienst Stukken betreffende aangetroffen/geruimde CE Stukken betreffende oorlogsschaderapporten Ja Bijlage 3b Stukken betreffende reeds uitgevoerde onderzoeken naar aanwezige eplosieven Stukken betreffende relevante naoorlogse ontwikkelingen Overige stukken Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Toegangsnummer 216K Toegangsnummer 077 Ja Bijlage 3c Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) Collectie 409 Collectie 575 Overige collecties Ja Ja Bijlage 3d Nationaal Archief Den Haag Ja Bijlage 3e Semistatisch archief van het Ministerie van Defensie te Rijswijk Archiefstukken van de Ja Bijlage 3f MMOD Archief van de EOD te Culemborg Ja Bijlage 3g Overige Nederlandse archiefinstellingen, namelijk: Nee Bijlage 3h The National Archives te Londen Ja Bijlage 3i The National Archives te College Park Ja Bijlage 3i Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg Ja Bijlage 3i Speciale Collectie van de Bibliotheek van Wageningen UR Ja Bijlage 5 Luchtfotocollectie Kadaster te Zwolle Ja Bijlage 5 Luchtfotocollectie The Aerial Reconnaissance Archives (ACIU/JARIC) Ja Bijlage 5 T&A Survey Pagina 30 van 56

33 Bijlage 3b Overzichtslijst gemeentearchief en uitwerking resultaten Overzichtslijst geraadpleegde archieven en inventarissen Enkhuizen, Urk en Lelystad De archiefstukken van de gemeente Enkhuizen liggen in het Westfries Archief te Hoorn. En de stukken van Urk en Lelystad liggen in het Nieuwland Archief te Lelystad. Hiervan zijn de volgende archieven geraadpleegd: 1325 Gemeentebestuur Enkhuizen Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 49 Nieuwsjaarsreden, uitgesproken door de burgemeester, , Ja 1710 Stukken betreffende het opstellen van weekrapporten van gebeurtenissen van enige betekenis, 1942 Nee, Stukken betreffende de uitvoering van baggerwerken in de gemeente, , , 1955, 1966, Stukken betreffende reacties van de gemeente op verschillende plannen tot inpoldering en droogmaking van gedeeltes van de Zuiderzee, Stukken betreffende reactie van de gemeente op de planvorming met betrekking tot de inpoldering en droogmaking van de Markerwaard, 1958, Stukken betreffende het verkrijgen van subsidie en de uitvoering van baggerwerkzaamheden ten behoeve van de ontsluiting van het buitendijks industrieterrein, Stukken betreffende toestemming van de dienst der Zuiderzeewerken tot gebruik van 20 meter brede oeverstrook langs het industrieterrein Krabbersplaat, Nee, 1 Nee, 1 Nee, 1 Nee, 1 Nee, Jaarverslagen over de jaren en , , Ja 1866 "Weekrapporten" Rapporten betreffende een opgave per week met daarbij vermelding Nee, 1 van gebeurtenissen van betekenis, (Havendienst) 1895 Uitgebrachte publicaties in verband met beëindiging van de bezetting, 1945 mei Nee, Stukken betreffende informatieverstrekking over gevolgen oorlogsperiode in de gemeente Enkhuizen, Stukken betreffende gebeurtenissen en organisatie van activiteiten tijdens de oorlogsperiode in Enkhuizen, Ja Nee, Dienst Gemeentewerken Enkhuizen Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 4114 Stukken betreffende schade aan gemeentelijke en particuliere eigendommen als gevolg Nee, 1 van bezettings- en oorlogsgeweld, Stukken betreffende verrichtte werkzaamheden ten behoeve van gevorderde gemeentelijke panden door het leger en herstel van aangebrachte schades aan de panden, Stukken betreffende de organisatie en uitvoering van werkzaamheden in verband met de luchtbescherming, Nee, 1 Nee, Gemeente Urk, secretariearchief (1952) Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant Minuten van uitgaande brieven: 'Militair Gezag' 1945 t/m 1945 Nee, Stukken betreffende het vangen en uitvoeren van vis 1945 t/m 1949 Nee, Notulen van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders.1/10/1940 t/m 14/9/1946 Nee, Stukken betreffende de teruggave en verkoop van aangespoelde en uit zee opgeviste goederen 1935 t/m 1945 Nee, Minuten van uitgaande brieven: 'Justitie en Politie' 1940 t/m Stukken betreffende de Luchtbeschermingsdienst1939 t/m 1940 Nee, Stukken betreffende oorlogsslachtoffers 1943 t/m 1947 Nee, 1 T&A Survey Pagina 31 van 56

34 INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN HET OPENBAAR LICHAAM "DE NOORDOOSTELIJKE POLDER" (1936-) (-1986) Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 525 Weekrapporten van de luchtbeschermingsdienst, opgemaakt door de controleur, Nee, Stukken betreffende bominslagen en oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog In de Noordoostpolder, , met tekeningen. Nee, Noodlandingen en neergestorte Duitse en Geallieerde vliegtuigen, alsmede het neerkomen van luchtballonnen, Nee, Het werpen, vinden en laten eploderen van bommen, bomscherven, mijnen en munitie, Nee, Afschriften van rapporten en bijlagen van de Marechaussee inzake beschietingen, Nee, 1 Gemeentearchief Lelystad Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant Schenking aan archief van Nee, Opruiming vliegtuigwrakken, wapens, munitie etc. in Flevoland Nee, Krantenknipsel omtrent eplosievenvondsten Nee, Historisch onderzoek Afsluitdijk Nee, 1 Uitwerking resultaten informatie van gemeenten Enkhuizen, Urk en Lelystad Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron NIK Deze inventarisatie bleek ook jaarverslagen van de politie te bevatten. Uit het jaarverslag van 1941 blijkt dat er één proces-verbaal is opgemaakt betreffende een vliegtuigbom en één proces-verbaal betreffende het neerstorten van een vliegtuig. NIK Uit het jaarverslag van de politie van 1942 blijkt dat er één proces-verbaal is opgemaakt betreffende een luchtgevecht en één proces-verbaal betreffende het neerstorten van een vliegtuig. NIK Uit een politioneel jaarverslag van 1944 blijkt dat er twee processen-verbaal zijn opgemaakt betreffende bommen en één proces-verbaal betreffende een beschieting door vliegtuigen. BOL Uit een brief van de directeur van gemeentewerken van mei 1945 blijkt dat er op 15 maart 1945 een bombardement op Enkhuizen heeft plaatsgevonden. Hierbij waren de schadegevallen te onderscheiden in categorieën van licht beschadigd tot totaal verwoest. De Drommedarisbrug wordt als zwaar beschadigd vermeld BOL Uit de nieuwjaarsrede, uitgesproken door de burgemeester op 30 oktober 1945, blijkt dat Enkhuizen door oorlogsvoering in de lucht enige malen ernstig werd getroffen Leemte in kennis De stukken betreffende gebeurtenissen die plaatsvonden op het IJsselmeer en het Markermeer waren niet aanwezig of bestaan gewoonweg niet. Markeringstypen: alleen markeringsnummer: melding (redelijk) nauwkeurig te plaatsen, markeringsnummer indicatief: melding niet nauwkeurig te plaatsen, BOL: buiten onderzoeksgebied, NIK: niet in kaart. T&A Survey Pagina 32 van 56

35 Bijlage 3c Overzicht archief NIOD en uitwerking resultaten Overzichtslijst geraadpleegde collecties en inventarissen Toegangsnummer Collectie Generalkommissariat für das Sicherheitswesen - Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 518 Verslagen van de Befehlshaber der Ordnungspolizei betreffende de luchtaanvallen Nee, 1 op Nederlands grondgebied van 21 tot en met 27 augustus Verslagen betreffende geallieerde luchtaanvallen op bewapeningsbedrijven in Nee, 1 Hengelo en de gasfabriek in Rotterdam, Dagberichten van de Befehlshaber der Ordnungspolizei Den Haag betreffende Ja vijandelijke luchtaanvallen, Stukken betreffende vijandelijke luchtaanvallen, landingen van vijandelijke Nee, 1 vliegeniers, het vinden van versperringsballons, het werpen van springstoffen en het gebruik van sabotagematerialen, Berichtgevingen betreffende neergekomen vliegtuigen, 1943 Nee, Telegrammen van de marechaussee regio Rotterdam aan het 3. Polizeibataillon over bominslagen en delicten, november 1944 Nee, 1 Toegangsnummer 216K - Collectie Departement van Justitie Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 179 Ingekomen en minuten van uitgegane stukken, 16 december Nee, 1 november Rapporten van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politiekorpsen en Nee, 1 de Marechaussee inzake het geven van het sein luchtalarm, het neerstorten van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen en de vondst van niet-ontplofte eplosieven, 23 juni april Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politie en Nee, 1 Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeenten: Aalsmeer-Apeldoorn 182 Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politie en Nee, 1 Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeenten: Arcen-Arnhem 183 Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politie en Nee, 1 Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeenten: Baarn-Burgh 184 Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politie en Nee, 1 Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeenten: Capelle a/d Ijssel - Dwingeloo 185 Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politie en Nee, 1 Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeenten: Echt-Zwolle 186 Meldingen van verschillende gemeenten betreffende ongevallen, beschietingen, Nee, 1 bombardementen en het afwerpen van (lege) benzinetanks door vliegtuigen 188 Meldingen van luchtalarm in de provincies Gelderland en Overijssel, 18 Nee, 1 september januari Rapport van de Marechaussee Clinge aan de hoofdinspecteur van de Luchtbescherming inzake het neerstorten van een vliegtuig, 3-5 januari 1944 Nee, 1 Uitwerking resultaten archiefstudie NIOD Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron Er werden om 12:15 6 bommen en 1 brandbom afgeworpen in de buurt van het station. Twee woonhuizen werden verwoest en ongeveer 100 huizen beschadigd indicatief Engels vliegtuig stort brandend neer in het IJsselmeer ongeveer 8 km uit de kust van Enkhuizen. Later werd de locatie van de kist achterhaald. Het is niet duidelijk of (delen van) de kist geborgen werden Markeringstypen: alleen markeringsnummer: melding (redelijk) nauwkeurig te plaatsen, markeringsnummer indicatief: melding niet nauwkeurig te plaatsen, BOL: buiten onderzoeksgebied, NIK: niet in kaart. T&A Survey Pagina 33 van 56

36 Bijlage 3d Overzicht archief NIMH en uitwerking resultaten Overzichtslijst geraadpleegde collecties en inventarissen Er is in de collectie 409 geen feitenmateriaal met betrekking tot oorlogshandelingen in het onderzoeksgebied gevonden. In het Nederlands Instituut voor Militaire Historie zijn de volgende archieven geraadpleegd: Collectie 575 Duitse verdedigingswerken in Nederland en rapporten van het Bureau Inlich-tingen te Londen ( ) Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 235 Objecten te Enkhuizen Nee, Noord-Holland bombardement Enkhuizen en Uitgeest Nee, 1 Uitwerking resultaten archiefstudie NIMH Er is in de geraadpleegde stukken geen relevante informatie aangetroffen. T&A Survey Pagina 34 van 56

37 Bijlage 3e Overzicht Nationaal Archief Den Haag en uitwerking resultaten Overzichtslijst geraadpleegde toegang en inventarissen Toegang Binnenlandse Zaken; Inspectie Bescherming Bevolking tegen Luchtaanvallen, Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 40 Ingekomen en minuten van uitgegane brieven van en aan diverse overheidsinstellingen Nee, : Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, nrs Meldingen en processen -verbaal ontvangen van gemeenten over geallieerde Luchtactiviteiten : Noord-Holland Nee, 1 Toegang Inventaris van de archieven van het Ministerie van Defensie te Londen [ ]; Ministerie van Oorlog te Londen [ ]; Departement van Oorlog: Bureau Londen [ ], (1933) (1974) Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 368 Stukken betreffende luchtbombardementen in Nederland. 1941, Nee, Stukken betreffende luchtaanvallen op en inundaties van Nederland Nee, 1 Toegang Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap / Ambassade in Groot-Brittannie (en Ierland tot 1949), Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 1414 Stukken betreffende luchtbombardementen van de R.A.F. op Nederland Nee, 1 Toegang BiZa / Korps Hulpverleningsdienst Inv. Nr. Omschrijving archiefstuk(ken) Relevant 5 Correspondentie van de Hulpverleningsdienst Nee, 1 20 Registers met krantenknipsels inzake eplosieven. Z.d. Nee, 1 21 Registers met krantenknipsels inzake eplosieven Nee, 1 22 Registers met krantenknipsels inzake eplosieven Nee, 1 28 Verzameling krantenknipsels inzake de Hulpverleningsdienst. [ ] Nee, 1 Uitwerking resultaten archiefstudie Nationaal Archief Den Haag Er is in de geraadpleegde stukken geen relevante informatie aangetroffen. T&A Survey Pagina 35 van 56

38 Bijlage 3f Overzicht archief MMOD en uitwerking resultaten Uitwerking resultaten archiefstudie MMOD-archief Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron BOL Niet ontplofte bom aangetroffen in bouwland van het buurtschap Westeinde te Enkhuizen. De bom ligt op 6 tot 8 meter diepte MMOD-archief Markeringstypen: alleen markeringsnummer: melding (redelijk) nauwkeurig te plaatsen, markeringsnummer indicatief: melding niet nauwkeurig te plaatsen, BOL: buiten onderzoeksgebied, NIK: niet in kaart. T&A Survey Pagina 36 van 56

39 Bijlage 3g Overzicht archief van de EOD en uitwerking resultaten Overzichtslijst geraadpleegde MORA s In onderstaande tabel zijn de EOD-vondsten in en nabij het onderzoeksgebied opgenomen. In bijlage 6 zijn deze in kaart gebracht met bijbehorend WO-nummer. Gemeente Enkhuizen WO nr Locatie Vondst in IJsselmeer 1.10 m diep, cilinder (opmerking: geen verdere details) Buitenhavenmond tijdens baggeren: 4.50 ptn Spoorhaven Door duikers opgevist: 1 AT mijn 3.50 ptn 50 kkm ZA, Spoorhaven 1 mijn ptn 150 hulzen 20 mm (Oerlikon) 1 bajonet Gemeente Urk WO nr Locatie Vondst Haven, UK226 WOI mijn Aan boord van UK 7 Duitse contactmijn type GV mijn was niet compleet Haven Urk UK-38 raket met parachute Op koffer UK electr detonators Gemeente Lelystad WO nr Locatie Vondst IJsselmeer, zandzuiger 1 nokkengranaat Ø 15 cm Oostvaardersdijk, Bataviawerf 1 stokes mortier 3" trench De volgende WO-nummers in/nabij het onderzoeksgebied zijn aangevraagd, maar betrof geen eplosieven, of meldingen van naoorlogse, geïmproviseerde eplosieven: (munitie uit WOI). Uitwerking resultaten bestudering mijnenkaarten Volgens de mijnenkaart van de EOD hebben er geen mijnenvelden binnen het onderzoeksgebied gelegen. T&A Survey Pagina 37 van 56

40 Bijlage 3h Overzicht overige Nederlandse archieven en uitwerking resultaten Proces-verbaal getuigenverklaring Voor dit onderzoek zijn geen getuigen gehoord. De reeds beschikbare informatie uit de literatuur, archieven en luchtfoto s geeft een duidelijk beeld van de gebeurtenissen tijdens WOII, waardoor verwacht wordt dat eventuele getuigen geen toegevoegde waarde hebben. T&A Survey Pagina 38 van 56

41 Bijlage 3i Overzicht buitenlandse archieven en uitwerking resultaten Overzicht geraadpleegde inventarissen van the National Archives te London De Operational Records van de 2nd Tactical Air Force (Air 37) zijn gecontroleerd op aanvallen op of nabij het onderzoeksgebied. Hierbij zijn de onderstaande meldingen gevonden. Markering Datum Tijd opstijgen en landen Up: 0717 indicatief Down: indicatief Indicatief Up: 1410 Down: Up: 1521 Down: 1550 BOL Up: 16:15 Down: 18:56 Vliegtuigtype en aantal 62 Mustangs, Typhoons en Spitfires 38 Mustangs en Spitfires 14 Mustangs en Spitfires Melding in report Tac/R and Photo/R. 1 large Tug destroyed Z Z.4058 a 2-3,000 ton ship attacked. Z.3338 SP. Barge damaged. Tac/R. and Photo/R. Tug attacked Z.5373, S.P. Barge at Z.2137, Doubledecked Ferry boat at Z.3957 and small Motor Launch at Z Tac and Photo/R. ZUIDER ZEE - HARDERWIJK - WAGENINGEN. MET attacked E Barges at Z.3030, Z.4544 and Z Typhoons on barges in Enthuisen [sic] Harbour. No claims. Uitleg Tactische verkenning en foto verkenning. 1 grote sleepboot vernield op Z Op het IJsselmeer is een ton schip aangevallen. Op Z.3338 is een binnenvaartschip beschadigd. Tactische verkenning en foto verkenning. Sleepboot aangevallen op Z.5373, binnenvaartschip op Z.2137, twee verdiepingen pont op het IJsselmeer op Z.3957 en kleine motorboot op Z Tactische en foto verkenning. ZUIDER ZEE - HARDERWIJK - WAGENINGEN. Gemotoriseerde vijandige doelen aangevallen op E Binnenvaartschepen op Z.3030, op het IJsselmeer en op Z.4544 Z Acht 500 lbs bommen op schepen in de haven van Enkhuizen. Geen claims Indicatief Up: 1205 Down: Typhoons 64 R/P and on small coastal vessel, Z Several D/H. 64 raketten en lbs bommen op kleine kustvaartuig op het IJsselmeer. Vele voltreffers. Markeringstypen: alleen markeringsnummer: melding (redelijk) nauwkeurig te plaatsen, markeringsnummer indicatief: melding niet nauwkeurig te plaatsen, BOL: buiten onderzoeksgebied, NIK: niet in kaart. T&A Survey Pagina 39 van 56

42 Bijlage 4 Overzicht gebruikte websites en uitwerking resultaten Overzicht geraadpleegde websites Voor het onderzoek zijn de onderstaande websites geraadpleegd. In de kolom bronverwijzing staat de afkorting die in het overzicht van de relevante gebeurtenissen gebruikt is om naar de betreffende website te verwijzen. Website Korte toelichting Bronverwijzing Kaarten en luchtfoto s watwaswaar Oorlogsinfo over Urk UIO Historische info over Enkhuizen Enkhuizen World War II allied aircraft telaweb crashes in the Netherlands Informatie betreffende het plan Marker Wadden Marker Wadden Informatie betreffende zich in Flevoland bevindende wrakken Stichting Aircraft Recovery Group Het Nieuw Land Erfgoedcentrum Informatie over neergestorte vliegtuigen Flevo wrakken SARG NLE ASN Uitwerking resultaten websites Markering Datum Gebeurtenis/locatie Bron Bombardement op Enkhuizen rond 12:15 door een Enkhuizen Blenheim bommenwerper. Er werden 6 bommen afgeworpen. De volgende straten werden getroffen: Oostertuinstraat BOL Er werden enkele brandbommen afgeworpen op de Koeport Enkhuizen te Enkhuizen BOL De Enkhuizer haven werd zwaar gebombardeerd. De Enkhuizen Drommedaris en de scheepswerf werden geraakt Geschut stond opgesteld aan de Vissershaven (BOL) en de Enkhuizen Spoorhaven indicatief Tijdens WOII stortten zo'n 165 vliegtuigen neer in het IJsselmeer, Markermeer en de pas drooggevallen Noordoostpolder. Het ging voornamelijk om geallieerde vliegtuigen omdat het IJsselmeergebied voor hen een belangrijk oriëntatiepunt was op de aanvliegroute naar Duitsland. NLE Markeringstypen: alleen markeringsnummer: melding (redelijk) nauwkeurig te plaatsen, markeringsnummer indicatief: melding niet nauwkeurig te plaatsen, BOL: buiten onderzoeksgebied, NIK: niet in kaart. T&A Survey Pagina 40 van 56

43 Bijlage 5 Overzicht gebruikte luchtfoto s en uitwerking resultaten Overzichtslijst geraadpleegde luchtfoto s In onderstaande tabel staan alle luchtfoto s van het onderzoeksgebied die geraadpleegd voor onderhavig onderzoek. De afkortingen in de kolom archief verwijzen naar de volgende archiefinstellingen: de Speciale Collecties van de bibliotheek van Wageningen UR ( Wag ), het Kadaster in Zwolle ( Zwolle ), The Aerial Reconnaissance Archives ( ACIU/JARIC ), ondergebracht bij de Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Scotland te Edinburgh, the National Archives te College Park ( NARA ), The National Archives te Londen ( NAL ), de National Air Photo Library Ottawa ( Canada ), het Bundesarchiv/Militärarchiv te Freiburg ( BAF ), het spoorwegmuseum te Utrecht ( SMU ) en de Luftbilddatenbank ( LBDB ). Onder de tabel staat een uitvoerige omschrijving van de interpretatie van de geanalyseerde luchtfoto s. De resultaten van de luchtfoto-interpretatie zijn verwerkt in de kaart in bijlage 6. Datum Fotonr Sortie/Doos Schaal (1:) Relevant Archief G4528 ca Ja, zie beschrijving onder tabel Zwolle Uitwerking resultaten luchtfoto-analyse Voor dit onderzoek zijn geen luchtfoto s geïnterpreteerd omdat het onderzoekgebied uit water bestond. Het gebied is nog steeds hoofdzakelijk water met naoorlogs aangelegd land, sluizen en dijk. Water laat in principe geen sporen van oorlogshandelingen zien. Voor het gedeelte bij Enkhuizen, Krabbersplaat dat naoorlogs werd gerealiseerd, is wel een foto geraadpleegd om de oude kustlijn te bekijken op oologsschade. Verder zullen oorlogshandelingen die op vast land (ten tijde van WOII) hebben plaatsgevonden en naoorlogse ruimingen te ver van het onderzoeksgebied hebben plaatsgevonden om ervan op invloed te zijn. 26 februari 1945 foto 3253 Op deze foto is duidelijk te zien dat Krabbersplaat nog niet bestond. Het spoor en het rangeerterrein zijn goed te herkennen. De kustlijn ziet er verder ongehavend uit en vertoont geen oorlogssporen. Uitwerking resultaten vergelijking van topografische kaarten tijdens en na WOII Markermeer en IJsselmeer Uit de vergelijking van topografische kaarten van 1944 en de huidige satellietbeelden blijkt dat het gehele onderzoeksgebied in 1944 al water betrof. Dat is het nu nog steeds waarbij tussen 1963 en 1976 de Houtribdijk werd aangelegd. Flevoland werd in de jaren 60 ingepolderd. Voor de kust van Enkhuizen geldt dat de Krabbersplaat in de jaren 70 werd aangelegd. T&A Survey Pagina 41 van 56

44 Bijlage 6 Overzichtskaart probleeminventarisatie T&A Survey Pagina 42 van 56

45 !!!! WTN-1409D Legenda Onderzoeksgebied Luchtfotointerpretatie Luchtfotokaders met bestandsnaam Archiefstukken Bominslag ÞD Duitse stelling Vliegtuigincident ßVliegtuig(delen) geruimd Doel luchtaanval Meter Getroffen door bombardement G-TUD-S Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS, Rijkswaterstaat en gemeenten: Rotterdam, Breda, Tilburg, Den Haag, Arnhem, Ridderkerk, Zwolle Naoorlogse grondroerende werkzaamheden Eplosievenvondst met WO-nummer #* EOD Vondst ( ) ³ Meter Indicatief : Het IJsselmeer werd in de oorlog veelvuldig gebruikt door naar Groot-Brittannië terugkerende vliegtuigen om bomladingen te lozen. Dit werd gedaan vanwege het grote risico bij de landing wanneer een bommenlast nog aan boord was. Door de klap bij de landing kon de bomlading alsnog ontploffen. Water was zeer geschikt om bommen te lozen zonder schade aan te richten In het Marker- en IJsselmeer zijn munitievondsten gedaan: , , , , : km uit de kust van Enkhuizen stort een Engels vliegtuig neer t/m -037: Meerdere vliegtuigen stortten neer in IJsselmeer en Markermeer & -071: Vaartuigen worden door vliegtuigen beschoten Indicatief & -008: (delen van) diverse vliegtuigwrakken worden na WOII geruimd Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS, Rijkswaterstaat en gemeenten: Rotterdam, Breda, Tilburg, Den Haag, Arnhem, Ridderkerk, Zwolle Bijlage: Opdrachtgever: RHDHV Schaal: Tekenaar: <PROJECT NAAM> 6. Overzichtskaart probleeminventarisatie 1:75000/1:25000 MvV T&A Survey BV Dynamostraat 48 Postbus NR Amsterdam Project: HO CE Houtribdijk Formaat: Projectnummer: Datum: Telefoon: Fa: info@ta-survey.nl Internet: A3 0814GPR

Projectnummer: 0714GPR Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z KR 001 t/m 004

Projectnummer: 0714GPR Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z KR 001 t/m 004 Projectnummer: 0714GPR4550.1 Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z 530 17 KR 001 t/m 004 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Hooghkamer, gemeente Teylingen

Onderzoekslocatie: Project Hooghkamer, gemeente Teylingen Projectnummer: GPR5331.1 Onderzoekslocatie: Project Hooghkamer, gemeente Teylingen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Projectnummer: 0912GPR3248.1 Onderzoekslocatie: de Where en Purmerringvaart in de gemeente Purmerend

Projectnummer: 0912GPR3248.1 Onderzoekslocatie: de Where en Purmerringvaart in de gemeente Purmerend Projectnummer: 0912GPR3248.1 Onderzoekslocatie: de Where en Purmerringvaart in de gemeente Purmerend Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Projectnummer: 0214GPR4026.1 Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Projectnummer: GPR5155 Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Zutphen

Onderzoekslocatie: Project Zutphen Projectnummer: GPR5831 Onderzoekslocatie: Project Zutphen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

Historisch vooronderzoek explosieven toegangsweg N2 installatie Zuidbroek (A-439) (definitief)

Historisch vooronderzoek explosieven toegangsweg N2 installatie Zuidbroek (A-439) (definitief) AFZENDER: LievenseCSO Milieu B.V. / Postbus 422 / 8901 BE Leeuwarden N.V. Nederlandse Gasunie T.a.v. de heer K. Hoiting Postbus 19 9700 MA GRONINGEN DATUM 15 december 2015 UW KENMERK I.012900.01 ONS KENMERK

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Projectnummer: 0415GPR5104 Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2 Quickscan... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Dijkversterkingsproject te Vianen

Onderzoekslocatie: Dijkversterkingsproject te Vianen Projectnummer: 0114GPR4178 Onderzoekslocatie: Dijkversterkingsproject te Vianen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

RAPPORT. Onderzoek niet-gesprongen explosieven. Behorend bij: Trajectbenadering N244a-N246. Voor: Provincie Noord-Holland

RAPPORT. Onderzoek niet-gesprongen explosieven. Behorend bij: Trajectbenadering N244a-N246. Voor: Provincie Noord-Holland RAPPORT Onderzoek niet-gesprongen explosieven Behorend bij: Trajectbenadering N244a-N246 Voor: Provincie Noord-Holland Uitgebracht aan: Uitgebracht door: Goedgekeurd door: Kwaliteitscontrole: DOSSNUMMER:

Nadere informatie

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Projectnummer: 1211GPR2855.1 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ten behoeve van een te realiseren hoge druk gasleiding van Donkerbroek naar Ureterp Deeltracé 1 Projectnummer: 1211GPR2855.1 In opdracht

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: project Waterberging sportpark Fijnaart

Onderzoekslocatie: project Waterberging sportpark Fijnaart Projectnummer: 0214GPR4293 Onderzoekslocatie: project Waterberging sportpark Fijnaart Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen Projectnummer: GPR6045 Onderzoekslocatie: Project 411437 Magnitude FII in de provincie Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3

Nadere informatie

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Rapportage Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Projectnummer: 1011GPR2724 In opdracht van: Ingenieursbureau Oranjewoud

Nadere informatie

Lijst van bijlagen Het onderzoek Achtergrond Projectdoel Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Lijst van bijlagen Het onderzoek Achtergrond Projectdoel Praktijkgericht gebruiken rapportage... Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 5 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage... 6 2 Het onderzoeksgebied... 7 2.1 Gegevens onderzoekslocatie...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Rembrandtlaan, Bilthoven

Onderzoekslocatie: Rembrandtlaan, Bilthoven Projectnummer: 0813GPR3860 Onderzoekslocatie: Rembrandtlaan, Bilthoven Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken

Nadere informatie

Lijst van bijlagen Het onderzoek Achtergrond Projectdoel... 4

Lijst van bijlagen Het onderzoek Achtergrond Projectdoel... 4 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 2 Het onderzoeksgebied... 5 2.1 Gegevens onderzoekslocatie... 5 2.2 Informatie van opdrachtgever...

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Projectnummer: 1214GPR4876 Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Rapportage Projectnummer: 1214GPR4876 Datum: 15-05-2015 Betreft: Historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van

Nadere informatie

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv Toetsing Vooronderzoek CE Opdrachtgever: KWS lnfra bv Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: 51 40526-TVO-00 I 16 april2014 CErrt Opsporen Conventionele Explosieven Status: Definitief WSCS - OCE

Nadere informatie

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal Projectnummer: 0513GPR3372.4 Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doel van het onderzoek... 3 1.3 Opsporingsgebieden...

Nadere informatie

Lijst van bijlagen Leeswijzer Het onderzoek Achtergrond Projectdoel... 5

Lijst van bijlagen Leeswijzer Het onderzoek Achtergrond Projectdoel... 5 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 Leeswijzer... 3 1 Het onderzoek... 5 1.1 Achtergrond... 5 1.2 Projectdoel... 5 2 Het onderzoeksgebied... 6 2.1 Informatie van opdrachtgever... 6 3 Inventarisatie van

Nadere informatie

Lijst van bijlagen... 3. 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 5

Lijst van bijlagen... 3. 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 5 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 5 2 Het onderzoeksgebied... 6 2.1 Gegevens onderzoekslocatie... 6 2.2 Informatie van opdrachtgever...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Voorlandkering sectie 10 Waddenzeedijk Texel

Onderzoekslocatie: Voorlandkering sectie 10 Waddenzeedijk Texel Projectnummer: GPR5879 Onderzoekslocatie: Voorlandkering sectie 10 Waddenzeedijk Teel Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Offertenummer: 0414GPR4374 Onderzoekslocatie: Tunnel Broek in Waterland

Offertenummer: 0414GPR4374 Onderzoekslocatie: Tunnel Broek in Waterland Offertenummer: 0414GPR4374 Onderzoekslocatie: Tunnel Broek in Waterland Offerte Offertenummer: 0414GPR4374 Datum: 08-04-2014 Betreft: Historisch vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele

Nadere informatie

Projectnummer: 0413GPR3666 Onderzoekslocatie: Project Albano 4. Gemeente Halderberge

Projectnummer: 0413GPR3666 Onderzoekslocatie: Project Albano 4. Gemeente Halderberge Projectnummer: 0413GPR3666 Onderzoekslocatie: Project Albano 4. Gemeente Halderberge Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE. Briefrapportage Saricon bv Aan: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Van: Saricon: E.R. Beute, M. van Riel, MA, Datum : 27 augustus 2015 Betreft:, Theemswegtracé Rotterdam Inleiding Sinds 2012 werkt Saricon in

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Lage Abtswoudsepolder te Midden-Delfland

Onderzoekslocatie: Lage Abtswoudsepolder te Midden-Delfland Projectnummer: GPR5352 Onderzoekslocatie: Lage Abtswoudsepolder te Midden-Delfland Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Kadeverbetering Schiedam

Onderzoekslocatie: Kadeverbetering Schiedam Projectnummer: GPR5590 Onderzoekslocatie: Kadeverbetering Schiedam Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Projectnummer: 0814GPR3606.4 Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen

Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen Projectnummer: GPR5808 Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Rotterdam, S.Y.P.Y. Tjan Van: L.J. van Oudheusden; E.R. Beute Datum : 27-09-2013 Betreft: 1. Inleiding Saricon heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam een (beperkt)

Nadere informatie

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Spitsbusbaan N235-2016 713 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven

Nadere informatie

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 3 2 Probleeminventarisatie...4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Onderzoekslocatie... 4 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 4 2.4 Historisch

Nadere informatie

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL Notitie : 3VEO-CER.07024.V Voor : CCvD-OCE Van : Commissie Vooronderzoek en risicoanalyse Datum : 28 november 2013 Betreft : definitief voorstel methode PRA Deze notitie bevat een tekstvoorstel voor toevoeging

Nadere informatie

Project Harselaarstunnel te Barneveld

Project Harselaarstunnel te Barneveld Projectnummer: Projectgebied: GPR5307.1 Project Harselaarstunnel te Barneveld Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 0 Samenvatting resultaten van de projectgebonden risicoanalyse... 3 1 Inleiding... 6

Nadere informatie

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk documentcode: aantal pagina's: 10S062-PI-01 18 pag. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 augustus 2010

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport RIS432-13/14-021.124 d.d. 10 november 2014 Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport RIS432-13/14-021.124 d.d. 10

Nadere informatie

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden...

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden... Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol... 4 1.4 Onderzoekslocatie... 4 2 Algemene informatie en voorlichting...

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht

Nadere informatie

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Projectnummer: GPR4909.1 Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doel van het onderzoek... 4 1.3 Opsporingsgebied, onderzoeksdiepte

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling Notitie : 3VEO-VOO.05667.V Voor : betrokkenen OCE werkveld Van : secretariaat Datum : 16 april 2013 Betreft : handreiking vooronderzoeken BRL-OCE versus WSCS-OCE 1. Inleiding Op 1 juli 2012 is het Werkveldspecifiek

Nadere informatie

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013 Proces-verbaal van oplevering Opdrachtgever: Gemeente Nieuwkoop Projec'tnummer: 51 3051 1 Kenmerk: 5130511-PvO-001 Datum: 24 mei 2013.'åe:ú.'' -"-' '*c -.: {S'r 1- l. rocetrr Op po en Conwntionele E Plo

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Datum: 28 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-78-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 14 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK Opsporing Conventionele Explosieven Guido de Jong (HbR) Programma 1. Waar hebben we het over? 2. Historie en vooronderzoek Rotterdam 3. OCE proces Verdieping

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839 Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Pascalkwartier te Rotterdam documentcode: aantal pagina's: 72259-VO-01 18 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 mei 2006 Herzien

Nadere informatie

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 FAQ Bommenkaart Aan Van Henriette van Hoek, 020-2544154 Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 Hoe kan ik de bommenkaart raadplegen? De bommenkaart is digitaal ontsloten via het dataportaal van gemeente

Nadere informatie

Briefrapportage. Saricon bv

Briefrapportage. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Maastricht, Dhr R. Bongaerts Van: Saricon, T.M. Blok Datum : 13 september 2017 Documentcode: 17S086-BR-01 Betreft: Aanvullend onderzoek Tramtracé Vlaanderen-Maastricht

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Projectnummer: 1014GPR Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort

Aanvullende notitie. Projectnummer: 1014GPR Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort Aanvullende notitie Projectnummer: 1014GPR4708.1 Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Achtergrond...

Nadere informatie

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM INHOUD Historisch Vooronderzoek Noodzaak Zuurstoffabriek De Alblas De Risocokaart Voor- en nadelen Hoe te werken met de risicokaart Vervolgstappen Financiën Vragen

Nadere informatie

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Datum: 23-12-2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Gemeente Overbetuwe PLS Spoorkruisingen Elst Noord Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink Datum: 21 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-76-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Karbrugsevoetpad 4, Huissen Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 10 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink Datum: 22 november 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: EU17-193 dhr. H. de Baaij dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Martinuskerk Nijmeegsestraat, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek van 7 november j.l.,

Nadere informatie

Versie : 1 : J. Bellemans / J. van Voorst Vader. IDDS Explosieven : Dhr. ing. M. Botermans (bedrijfsleider) Datum :

Versie : 1 : J. Bellemans / J. van Voorst Vader. IDDS Explosieven : Dhr. ing. M. Botermans (bedrijfsleider) Datum : DETECTIERAPPORT Hooghkamer UW6 Voorhout in de gemeente Teylingen Datum : 18 april 2016 Kenmerk : 15110367/JVV/rap1 Status : definitief Versie : 1 Auteur : J. Bellemans / J. van Voorst Vader Opdrachtgever

Nadere informatie

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE Certificatieschema voor het Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE Vaststelling door : Centraal College van Deskundigen OCE Vaststellingsdatum : DATUM Goedkeuring door : bestuur SCVE Goedkeuringsdatum

Nadere informatie

Opsporingsgebied: Uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard

Opsporingsgebied: Uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard Projectnummer: 1114GPR4739.1 Opsporingsgebied: Uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard Rapportage Projectnummer: 1114GPR4739.1 Datum: 27-02-2015 Betreft: Detectieonderzoek naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem 2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N 2.1. Algemene informatie CE n in de bodem Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden zullen er grondroerende werkzaamheden verricht worden. Bij het roeren van de ondergrond

Nadere informatie

Twee calamiteiten bogen in Beverwijk en Velsen

Twee calamiteiten bogen in Beverwijk en Velsen Projectnummer: Onderzoekslocatie: 0213GPR3529 Twee calamiteiten bogen in Beverwijk en Velsen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Gilze en Rijen Hultens End Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel, Nederland Postbus 21, 5133 ZG Riel, Nederland

Nadere informatie

PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN

PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN Adviseur: Opdrachtgever: T&A Survey BV Postbus 20670, 1001 NR AMSTERDAM Tel: 020 6651368 Fax: 020 6685486 Internet: www.ta-survey.nl Hoogheemraadschap

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid Datum: 28 oktober 2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2016-BB-68 dhr. J. Bongers dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Europaplein Zuid Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 18 oktober j.l. naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven Certificatieschema voor het Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven Vaststelling door : Centraal College van Deskundigen OCE Vaststellingsdatum : DATUM Goedkeuring

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Datum: 5 oktober 2015 Kenmerk: 15P038 definitief rapport 15P038 VO Hoge Boezem van de Overwaard

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Lijst van bijlagen Leeswijzer Het onderzoek Achtergrond Projectdoel... 5

Lijst van bijlagen Leeswijzer Het onderzoek Achtergrond Projectdoel... 5 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 Leeswijzer... 3 1 Het onderzoek... 5 1.1 Achtergrond... 5 1.2 Projectdoel... 5 2 Het onderzoeksgebied... 6 2.1 Informatie van opdrachtgever... 6 3 Inventarisatie van

Nadere informatie

Versie : 1 : J. Bellemans / W. Wisselink. : Dhr. F. Schreiner : Postbus 149 : 2215 ZJ Voorhout

Versie : 1 : J. Bellemans / W. Wisselink. : Dhr. F. Schreiner : Postbus 149 : 2215 ZJ Voorhout DETECTIERAPPORT Hooghkamer UW6 Voorhout in de gemeente Teylingen Datum : 4 oktober 2016 Kenmerk : 15110367/WWI/rap2 Status : definitief Versie : 1 Auteur : J. Bellemans / W. Wisselink Opdrachtgever : Gemeente

Nadere informatie

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA Notitie : 3VEO-VOO.06301.N Voor : werkveld OCE Datum : 16 juli 2013 Betreft : concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Status : concept ter consultatie, reacties uiterlijk indienen op 30 augustus

Nadere informatie

Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Projectnummer: Projectgebied: 0115GPR4909 Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Rapportage Projectnummer: 0115GPR4909 Datum: 12-02-2015 Betreft: Projectgebonden risicoanalyse Conventionele Explosieven ter

Nadere informatie

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Doelstelling 1 1.4 Opdracht 1 1.5 Verantwoording

Nadere informatie

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling Collegevoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12 Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12 documentcode: aantal pagina's: 10S078-VO-01 33 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 6 december 2010 Herzien 22 oktober

Nadere informatie

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Vooronderzoek Conventionele Explosieven Oosterhoutse Golf Club Gemeente Oosterhout Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Copyright 2015. Niets uit dit projectplan mag

Nadere informatie

Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden

Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl www.explovision.nl Einsteinstraat 12a 7601 PR ALMELO

Nadere informatie

Bijlage 13 Opsporing Explosieven

Bijlage 13 Opsporing Explosieven Bijlage 13 Opsporing Explosieven (ontwerp) De Vlierlanden NL.IMRO.0175.wonen2012bp0001-on01 678-720 Projectnummer:0414GPR4383 Opsporingsgebied: Ontwikkelingsgebied Ommen-Oost Rapportage Projectnummer:

Nadere informatie

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Conventionele Explosieven (CE n) Datum Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-005-909 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Prof. Asserweg 24-5144 NC Waalwijk Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0416-700220 oce@avg.eu www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Datum: 14 september 2015 Kenmerk: 15P068 conceptrapport 15P068 VO Fietspad & Rotonde N831 conceptrapport d.d. 14 september

Nadere informatie

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht.

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht. Voor : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 30 januari 2014 Notitie : 4SCVE-EVA.07221.N Betreft : toelichting op wijzigingsvoorstellen WSCS-OCE d.d. januari 2014 Op 1 juli 2012 is versie

Nadere informatie

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Opzet van het onderzoek... 4

Nadere informatie

Uiterwaarden Rhenen: deelgebied Palmerswaard

Uiterwaarden Rhenen: deelgebied Palmerswaard Projectnummer: Projectgebied: 0215GPR4739.7 Uiterwaarden Rhenen: deelgebied Palmerswaard Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectgebied... 4 1.3 Projectdoel...

Nadere informatie

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 INLEIDING... 3 1.1 AANLEIDING... 3 1.2 WERK- EN ONDERZOEKSGEBIED... 3 1.3 DOEL... 4 1.4 METHODIEK... 4 1.5 LEESWIJZER... 4 2 REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN... 5 2.1 ECG, BAGGEREN

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Afsluitdijk Vispassages Figuur 1: De Afsluitdijk bij Kornwerderzand en Den Oever (bron: Google.nl). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Projectnummer : 71099 Locatie Opdracht Opdrachtgever : Barneveld-Noord Station : Vooronderzoek

Nadere informatie

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Datum: Kenmerk: 2 juni 2016 16P077 definitief rapport 1 Distributielijst - RHDHV - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Dhr. R. Van Bruchem RHDHV Opgesteld: Dhr. M.C. Bosma

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Meteren, 11 maart 2015 Rijksstraatweg 69 4194 SK METEREN Postbus

Nadere informatie

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5.

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5. ANTEA GROUP t.a.v. de heer ing. R. van Trigt Postbus 8590 3009 AN Rotterdam Kenmerk: 2017-BB-69-BR-01 Rotterdam, 19 oktober 2017 Betreft: addendum op vooronderzoek 2015-70-VO-01 Geachte heer Van Trigt,

Nadere informatie

Proces verbaal van oplevering

Proces verbaal van oplevering 2011 Proces verbaal van oplevering Proces verbaal van oplevering Explosievenonderzoek Koningsven Ottersum Projectnummer Leemans S2011.033 Documentnummer S2011.033-01 Opdrachtgever Teunesen Zand en Grint

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg Vooronderzoek Hilversum Monnikenberg Figuur 1: Uitsnede overzichtskaart: verdedigingslinie om Hilversum (bron: PAT, 457). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Winklerlaan 365 te Utrecht Buro Ontwerp

Nadere informatie

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112. Betreft NGE-onderzoek

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112. Betreft NGE-onderzoek Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112 Betreft NGE-onderzoek Onderhavige rapportage omvat het in 2012 uitgevoerde vooronderzoek over niet gesprongen explosieven. Het vooronderzoek

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk Hoogheemraadschap

Nadere informatie