Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal

Transcriptie

1 Projectnummer: 0513GPR Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal

2

3 Inhoudsopgave 1 Het onderzoek Achtergrond Doel van het onderzoek Opsporingsgebieden Uitvoering van het onderzoek T&A en kwaliteit... 6 Bijlage 1: Ligging onderzoekslocatie... 7 Bijlage 2: Resultaat detectie onderzoek... 8 Bijlage 3: proces verbaal van oplevering / vrij van explosieven verklaring...10 Bijlage 4: Overzichtskaart opsporingsgebied...11 Bijlage 5: Foto s aangetroffen objecten...12 T&A Survey Pagina 2 van 13

4 1 Het onderzoek De Provincie Drenthe ( opdrachtgever ) heeft T&A Survey BV ( T&A ) opdracht verstrekt op 16 mei 2013 voor een explosievenonderzoek met als doel het benaderen van mogelijk aanwezige explosieven van een gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal. 1.1 Achtergrond Geplande werkzaamheden Ter plaatse zullen grondverzetwerkzaamheden worden uitgevoerd in verband met de volgende werkzaamheden: Bestaande beschoeiing te slopen, Nieuwe beschoeiing achter de bestaande beschoeiing te plaatsen Baggeren van de watergang en op plaatsen uitdieppen De doorgang bij de spoorbrug Bentheimer Eisenbahn aanpassen, door onderwater de fundering af te schuinen en een bodemversterking aan te brengen. Historisch vooronderzoek Door T&A is een historisch vooronderzoek uitgevoerd en gerapporteerd met het kenmerk 1112GPR3372.1, d.d Detectie onderzoek Door T&A is een detectieonderzoek uitgevoerd en gerapporteerd met het kenmerk 0113GPR3372.3, d.d Resultaat detectie onderzoek In bijlage 2 zijn de resultaten van het detectie onderzoek opgenomen. 1.2 Doel van het onderzoek Uitgangspunt Uitgangspunt van de opdrachtgever is het veilig laten verlopen van de geplande werkzaamheden. Aard en dimensies Onder explosieven wordt afwerpmunitie 500 Lbs brisantbommen en 100 Lbs brandbommen (geallieerd) verstaan. Onderzoeksdiepte De onderzoeksdiepte hangt af van twee factoren: Diepte verdacht gebied: de maximale diepte tot waarop de explosieven aanwezig kunnen zijn. Deze hangt af van de bodemgesteldheid, soort explosieven en de hoek waaronder deze zijn verschoten of de hoogte waarop deze zijn afgeworpen. Bij afwerpmunitie (vliegtuigbommen) speelt eveneens de vliegsnelheid een rol. Voor gelegde, gedumpte explosieven bepalen andere factoren de onderzoeksdiepte. Werkdiepte: de maximale diepte tot waarop grondwerkzaamheden plaatsvinden plus een veiligheidsmarge van 0.5 meter. Voor afwerp munitie geldt dat deze niet verder indringt dan een draagkrachtige aardlaag welke is gesteld op 10 MPa. T&A Survey Pagina 3 van 13

5 In dit geval bepaalt de maximale diepte waarop de explosieven aanwezig kunnen zijn de onderzoeksdiepte. Op basis van geleverde sondeer gegevens en bagger profiel zijn de uitgangspunten als volgt: Maaiveld +10,8 NAP Waterlijn +09,1 NAP Baggerprofiel +06,2 NAP Baggerprofiel incl. 0,5 m veiligheidsmarge +05,7 NAP 10 Mpa laag Tussen +05,7 en +08,0 NAP De onderzoeksdiepte op het land bedraagt derhalve maximaal 5 m-mv (5.7 m+nap). 1.3 Opsporingsgebieden Geografische ligging en grootte De onderzoekslocatie betreft een landgedeelte van het Coevorden Vechtkanaal gelegen aan de Robertweg en de Gramsbergerstraat te Coevorden. Zie bijlage 1 voor een overzichtskaart van de locatie van het onderzoeksgebied. Bodemopbouw en grondwaterstand De bodemopbouw bestaat voornamelijk uit zand. T&A Survey Pagina 4 van 13

6 2 Uitvoering van het onderzoek Voorbereiding Voor aanvang van de werkzaamheden is conform de WSCS OCE een projectplan opgesteld. Dit is een gedocumenteerd plan waarin onderlinge relaties tussen betrokken partijen, alsmede de (planmatige) voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures zijn vastgelegd ten einde het project op een adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren. Het projectplan is voor aanvang van het project door de opdrachtgever goedgekeurd. Conform van de WSCS-OCE is het bevoegd gezag geïnformeerd over opsporingswerkzaamheden middels het indienen van het projectplan. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform het door de gemeente en de opdrachtgever geaccordeerde projectplan met kenmerk 0513GPR d.d. 25 mei Tevens is het project bij de TUV-Nederland en de EODD gemeld en is een Klic-melding uitgevoerd. Voorbereiding veld Het opsporingsgebied is (waar mogelijk) opgeschoond van op het maaiveld zichtbare (metalen) objecten en obstakels; Het opsporingsgebied is in het veld uitgezet; Uitvoering Detecteren Noordwestelijke punt De noordwestelijke punt is middels de grondradar ingemeten en deze data is direct geanalyseerd. Hier is 1 verdachte object uitgekomen en deze is direct benaderd. Benaderen verdachte objecten De posities van de 4 verdachte objecten, verkregen uit de computerondersteunde oppervlaktedetectie op het land, zijn uitgezet door een medewerker van T&A. De benadering van de verdachte objecten is uitgevoerd door een benaderteam. Dit team bestond uit een senior OCE-deskundige en een assistent OCE-deskundige. Bij het ontgraven is gebruikgemaakt van een hand-metaaldetector, een conform de WSCS OCE beveiligde kraan en een (a-magnetische) prikker. De benaderingswerkzaamheden zijn uitgevoerd op 6 juni Tijdens de werkzaamheden zijn geen explosieven aangetroffen. In bijlage 5 is een aantal foto s opgenomen van de aangetroffen objecten. Op basis van het uitgevoerde onderzoek kunnen de geplande werkzaamheden regulier worden uitgevoerd binnen het vrijgegeven gebied ter plaatse van een gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal. In bijlage 3 is een Proces-verbaal van Oplevering Verklaring Vrij van Explosieven opgenomen met in bijlage 4 een kaart met het vrijgegeven gebied. T&A Survey Pagina 5 van 13

7 3 T&A en kwaliteit Het onderzoek behandeld in deze rapportage is op zorgvuldige wijze uitgevoerd volgens algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Door een ISO-9001 en VCA** gecertificeerd kwaliteitssysteem waarborgt T&A de kwaliteit en veiligheid van haar onderzoeken. Explosievenonderzoek wordt uitgevoerd conform de wettelijk verplicht gestelde WerkveldSpecifieke CertificatieSchema Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS-OCE). T&A streeft naar zo representatief mogelijk onderzoek. Een onderzoek waarbij geofysische technieken worden gebruikt, is echter gebaseerd op een beperkt aantal metingen. Daarom blijft het mogelijk dat er lokaal afwijkingen in de ondergrond voorkomen, die niet in de geofysische data geobserveerd zijn. Ook moet er voldoende contrast aanwezig te zijn tussen het onderzoeksdoel en haar omgeving om het onderzoeksdoel te kunnen waarnemen. Omgevingsverstoringen kunnen de resultaten negatief beïnvloeden. Het uitgevoerde onderzoek is momentopname. Naarmate de periode tussen uitvoering van het onderzoek en het gebruik van de resultaten langer wordt, kunnen menselijke en natuurlijke factoren de situatie ter plaatse beïnvloeden. T&A Survey Pagina 6 van 13

8 Bijlage 1: Ligging onderzoekslocatie Opsporingsgebied Navigatieadres: Gramsbergerstraat / Robertweg te Coevorden T&A Survey Pagina 7 van 13

9 Bijlage 2: Resultaat detectie onderzoek Nr. RDX RDY Diepte(m-wo) Diepte* (m+nap) Max.Waarde(nT)nT Magn. Moment(Am²) Fit-Area(m²) , ,5 2,4 6, ,9 14, , ,8 2,4 6, ,2 5, , ,0 3,5 5, ,9 3, , ,6 1,7 7, ,0 4, , ,8 3,0 6, ,2 6, , ,1 2,5 6, ,8 3, , ,1 2,8 6, ,7 10, , ,8 2,5 6, ,8 5, , ,7 2,7 6, ,4 3, , ,8 3,5 5, ,6 12, , ,8 2,4 6, ,4 4, , ,8 2,6 6, ,9 5, , ,8 2,1 7, ,9 4, , ,4 3,0 6, ,0 5, , ,0 4,2 4, ,1 4, , ,2 2,8 6, ,7 5, , ,2 2,6 6, ,4 3, , ,4 3,0 6,1 60 2,3 4, , ,5 3,7 5, ,6 11, , ,9 3,2 5, ,2 5, , ,9 6,1 3, ,4 10, , ,7 2,4 6, ,3 12, , ,6 2,3 6, ,7 2, , ,1 3,9 5,2 70 8,7 10, , ,7 4,7 4, ,7 3, , ,9 2,4 6, ,6 2, , ,9 2,7 6, ,1 11, , ,9 2,3 6, ,7 6, , ,9 2,6 6, ,4 5, , ,2 2,5 6, ,6 3, , ,1 2,5 6, ,4 16, , ,0 5,5 3, ,5 23, , ,0 2,7 6, ,7 7, , ,4 5,4 3, ,7 9, , ,6 2,7 6, ,9 15, , ,8 2,7 6, ,4 8, , ,1 4,2 4, ,6 19, , ,1 2,3 6, ,6 8, , ,9 2,8 6,3 91 2,1 4, , ,6 5,0 4, ,6 11, , ,2 2,6 6,5 93 2,2 7, , ,2 4,2 4, ,1 16, , ,1 2,8 6, ,4 7, , ,5 3,9 5, ,6 5, , ,7 3,6 5, ,6 15, , ,2 2,2 6, ,2 5, , ,4 3,3 5, ,6 5, , ,3 3,8 5, ,5 4, , ,9 3,6 5, ,2 6, , ,6 3,1 6, ,9 7, , ,8 2,4 6, ,0 5, , ,9 2,5 6, ,6 4, , ,2 2,7 6, ,1 2, , ,1 3,2 5, ,5 9, , ,8 2,4 6, ,5 3,5 T&A Survey Pagina 8 van 13

10 , ,9 2,4 6, ,6 4, , ,7 3,1 6, ,0 9, , ,5 3,1 6, ,2 9, , ,6 5,5 3, ,3 13, , ,2 3,3 5, ,6 5, , ,6 2,4 6, ,3 5, , ,2 3,2 5, ,9 9, , ,9 4,2 4, ,6 12, , ,5 3,5 5, ,3 4, , ,9 6,0 3, ,7 19,2 Gedetecteerd object. Bevindt zich binnen eerder gebaggerd profiel en is daarmee onverdacht. verdacht object op basis van baggerhistorie (minimaal tot 5.85 m +NAP in het midden van het kanaal). Object ligt onder het nieuw te realiseren bagger profiel en blijft daarmee verdacht. Objecten landbodem: Nr. RDX RDY Diepte (m-mv) , ,2 1, , , , , , ,1 1,8 T&A Survey Pagina 9 van 13

11 Bijlage 3: proces verbaal van oplevering / vrij van explosieven verklaring T&A Survey Pagina 10 van 13

12 PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN Adviseur: Opdrachtgever: T&A Survey BV Postbus 20670, 1001 NR AMSTERDAM Tel: Fax: Internet: Provincie Drenthe Afdeling Wegen en Kanalen Zaaknummer: T.a.v. De heer J. Snijder Postbus AC Assen Tel: Fax: Website: Datum: 13 juni 2013 Uitgevoerd onderzoek: Opsporingsgebied: Conform het projectplan opsporing van conventionele explosieven ter plaatse van een gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal met kenmerk 0513GPR versie 1 d.d. 22 mei Het opsporingsgebied betreft een landgedeelte van het Coevorden Vechtkanaal gelegen aan het einde van de Robertweg te Coevorden (zie bijlage 1) Onderzoeksdiepte: De onderzoeksdiepte op het land bedraagt maximaal 5 m- mv (5.7 m+nap). Opmerkingen: Geen. T&A Survey Pagina 1 van 2

13

14 Bijlage 4: Overzichtskaart opsporingsgebied T&A Survey Pagina 11 van 13

15

16 Bijlage 5: Foto s aangetroffen objecten Oude rioolbuis Grote brokken steen Damwand anker Oude beschoeiing T&A Survey Pagina 12 van 13