Stoppen met crimineel gedrag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stoppen met crimineel gedrag"

Transcriptie

1 Stoppen met crimineel gedrag Een kwalitatief onderzoek naar de impact van keerpunten op de criminele levensloop Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) (Van Vaerenberghe Yoeri) Academiejaar Promotor : Commissarissen : Prof. Dr. Tom Vander Beken Lic. Charlotte Colman Lic. Ben Heylen

2 Verklaring inzake toegankelijkheid van de masterproef criminologische wetenschappen Ondergetekende, Van Vaerenberghe Yoeri, geeft hierbij aan derden, zijnde andere personen dan de promotor (en eventuele co-promotor), de commissarissen of leden van de examencommissie van de master in de criminologische wetenschappen, [de toelating] [geen toelating] (schrappen wat niet past) om deze masterproef in te zien, deze geheel of gedeeltelijk te kopiëren of er, indien beschikbaar, een elektronische kopie van te bekomen, waarbij deze derden er uiteraard slechts zullen kunnen naar verwijzen of uit citeren mits zij correct en volledig de bron vermelden. Deze verklaring wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren waarin de masterproef moet worden ingediend, en dient in elk van die exemplaren ingebonden onmiddellijk na het titelblad. Datum: 15 mei 2014 Handtekening: Van Vaerenberghe Yoeri

3 VOORWOORD Met het oog op het behalen van een masterdiploma in de criminologische wetenschappen is een masterproef het laatste werkstuk waarin de student zijn kennis en vaardigheden uit de gehele opleiding kan samenbundelen en kan aantonen. Ik wens enkele personen in het bijzonder te bedanken voor hun inzet, steun en medewerking binnen de totstandkoming van mijn masterproef. In eerste instantie wens ik Prof. Dr. Tom Vander Beken en Dr. Karen Verpoest te bedanken. Als promotors hebben zij mij begeleid doorheen de evolutie van mijn masterproef. Hun inzichten en kennis zijn van groot belang geweest bij het schrijven van dit werkstuk, zowel naar inhoud als lay-out. Graag wil ik Mevr. Charlotte Colman bedanken voor haar tijd en het geven van nuttige tips betreffende de inhoud van mijn masterproef. Vervolgens wens ik het Justitiehuis te Dendermonde en Antwerpen te bedanken voor de vrijwillige medewerking aan het onderzoek. Dankzij hun inspanningen werd het mogelijk onderzoek uit te voeren met een moeilijk bereikbare doelgroep. Een bijzonder dankwoord richt ik naar alle respondenten die onbaatzuchtig bereid waren om hun verhaal op tafel te leggen in het belang van mijn masterproef. Tot slot wil ik mijn vriendin Melanie bedanken voor de steun en haar geloof in mijn opleiding. Van het begin tot het einde kon ik steeds bij haar terecht met mijn problemen en vragen. Yoeri Van Vaerenberghe

4 INHOUDSOPGAVE INLEIDING PROBLEEMSTELLING DOELSTELLING ONDERZOEKSVRAGEN LEESWIJZER... 6 THEORETISCH LUIK INLEIDING STOPPEN MET CRIMINALITEIT: DE BETEKENIS VAN DESISTANCE IN DE LITERATUUR DE BETEKENIS VAN DESISTANCE DESISTANCE ALS PROCES PRIMAIRE EN SECUNDAIRE DESISTANCE DE KEERPUNTEN OF TURNING POINTS IN DE CRIMINELE LEVENSLOOP LITERATUURONDERZOEK NAAR DE MOGELIJKE KEERPUNTEN IN DE CRIMINELE LEVENSLOOP:THEORETISCHE VERKLARINGEN VOOR DESISTANCE DE VERSCHILLENDE STROMINGEN BINNEN DE DESISTANCE LITERATUUR DE STATISCHE VISIE The maturation perspective van Glueck & Glueck A general theory of crime van Gottfredson & Hirschi DE DYNAMISCHE VISIE The age-graded informal social control theory van Sampson & Laub Het creëren van sociale banden De rol van huwen of samenwonen met een partner in het desistanceproces De rol van een job in het desistanceproces De rol van familie of vrienden in het desistanceproces De rol van het hebben of krijgen van kinderen in het desistanceproces De justitiële interventies DE TYPOLOGISCHE VISIE The dual taxonomy theory van Moffitt DE SUBJECTIEVE INTERPRETATIE De narratieve analyse van Maruna Het certificatieproces van Meisenhelder STRATEGIEËN OM PERSONEN ERVAN TE WEERHOUDEN OM OPNIEUW IN DE CRIMINALITEIT TE HERVALLEN HET RISK-NEEDS-RESPONSIVITY MODEL HET GOOD LIVES MODEL KRITIEKEN EN AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE BEGELEIDING VAN EX-DELINQUENTEN Kritieken Aanbevelingen BESLUIT EMPIRISCH LUIK: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN KEERPUNTEN IN DE CRIMINELE LEVENSLOOP INLEIDING METHODOLOGISCHE OPZET WETENSCHAPSPARADIGMA S ONDERZOEKSSTRATEGIE ONDERZOEKSPOPULATIE RESPONDENTENWERVING ONDERZOEKSMETHODE Diepte-interviews

5 2.5.2 De narratieve analyse Ethische aspecten Data-analyse RAPPORTERING VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN ALGEMENE KENMERKEN VAN DE RESPONDENTEN STARTEN MET CRIMINEEL GEDRAG BESTENDIGEN VAN HET CRIMINEEL GEDRAG STOPPEN MET CRIMINEEL GEDRAG: DE KEERPUNTEN BIJ DE RESPONDENTEN MET EEN CRIMINELE CARRIÈRE Inleiding Sociale banden De rol van het huwelijk of samenwonen met een partner De rol van een job De rol van familie en vrienden De rol van kinderen De rol van justitiële interventies De subjectieve interpretatie Het ouder worden De controle over de situatie De veranderde identiteit STOPPEN MET CRIMINEEL GEDRAG: DE KEERPUNTEN BIJ DE RESPONDENTEN ZONDER EEN CRIMINELE CARRIÈRE Inleiding Sociale banden De rol van het huwelijk of samenwonen met een partner De rol van een job De rol van familie en vrienden De rol van kinderen De rol van justitiële interventies De subjectieve interpretatie Het ouder worden De controle over de situatie De veranderde identiteit DESISTANCE ALS PROCES DISCUSSIE CONCLUSIE BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN BIJLAGE 1: OPROEP TOT DEELNAME AAN EEN ONDERZOEK BIJLAGE 2: TOPICLIJST INTERVIEWS BIJLAGE 3: VERKLARING-MEDEWERKING ONDERZOEK BIJLAGE 4: INFORMED CONSENT BIJLAGE 5: PROFIEL RESPONDENTEN

6 INLEIDING 1 PROBLEEMSTELLING Binnen het studiedomein van de criminologie is er tot op heden al veel onderzoek gedaan naar factoren die verklaren waarom mensen criminele feiten plegen. Er zijn allerhande theorieën ontwikkeld die de oorzaken van criminaliteit trachten te verklaren maar naast de redenen waarom mensen een criminele carrière beginnen, kan men ook stil staan bij de redenen waarom ze een criminele carrière beëindigen. Sinds de jaren 90 is er meer aandacht gekomen voor het desistance onderzoek (Colman, De Ruyver & De Wree, 2010). Hierbij ging men zich niet langer focussen op de oorzaken voor het plegen van crimineel gedrag maar eerder op de redenen waarom delinquenten stoppen met hun crimineel gedrag. Desistance werd zo een zelfstandig onderzoeksdomein binnen de criminologie. Het onderzoek naar het stopzetten van een criminele carrière is met andere woorden gegroeid vanuit het onderzoek naar de criminele levensloop van delinquenten, meer bepaald het criminele carrière onderzoek (Clonen, Goethals & Aertsen, 2009). In vergelijking met de vele onderzoeken in Amerika omtrent desistance is er tot op heden nog maar weinig tot geen desistance onderzoek uitgevoerd in België, doch heeft de Belgische criminologische wetenschap hier nood aan. Tot op heden heeft de KU Leuven een desistance onderzoek verricht op Belgisch grondgebied 1 en aan de Universiteit van Gent is de doctoraatsstudente Mevr. Colman momenteel een onderzoek inzake desistance aan het afronden 2. Het is belangrijk om zich af te vragen of de desistance theorieën ook van toepassing zijn in andere culturele omgevingen, bijvoorbeeld in België, gezien elke samenleving verschillend is op gebied van het strafbeleid, de arbeidsmarkt of de kenmerken van een familie. Hierdoor kan de rol van keerpunten verschillen (Savolainen, 2009). Bij desistance moet men namelijk rekening houden met de politieke processen, veranderingen van culturele waarden en economische cyclussen van een samenleving gezien deze een rol spelen bij de invloed van gebeurtenissen op het individu (Farrall, Godfrey & Cox, 2009). De vraag waarom Belgen stoppen met het plegen van crimineel gedrag speelt in deze context een onontbeerlijke rol. 1 Onderzoeksproject: Het stopzetten van een criminele carrière: cognitieve processen aan de basis van spontane desistentie bij volwassenen, met speciale aandacht voor de effecten van herstelgerechtelijke beginselen ( ). 2 De titel van haar doctoraatsonderzoek: Keerpunten in de criminele carrière van druggebruikende delinquenten ( ). 3

7 Dit onderzoek heeft niet als doel om hét toonaangevende Belgisch desistance onderzoek te worden. Het dient gezien te worden als een klein stukje van de grote puzzel. Het doel van dit werkstuk is louter exploratief van aard. Exploratief onderzoek heeft al doel om inzichten te verkrijgen over een onderwerp waarover tot op dan nog weinig is geweten (Mortelmans, 2009). Het kan zodoende gebruikt worden als voorloper van een grootschaliger onderzoek of om een weinig onderzocht fenomeen beter te begrijpen (Bijleveld, 2013). 2 DOELSTELLING De initiële opzet van deze masterproef betrof het verrichten van kwalitatief onderzoek naar de impact van keerpunten op de criminele levensloop. Omwille van het onrealistisch karakter staat het begrip rol in de hoofdtitel van de masterproef meer op zijn plaats dan het begrip impact. De herwerkte doelstelling van de masterproef omvat aldus het verkennen van de rol die keerpunten hebben gehad op de criminele levensloop. In dit werkstuk wordt specifiek ingegaan op de levensloopcriminologie. Zij onderzoekt de effecten van levensloopgebeurtenissen op crimineel gedrag die voor het individu van belang zijn geweest bij het stoppen met crimineel gedrag (Pauwels, 2012). Het zijn die levensloopgebeurtenissen die keerpunten kunnen zijn tot het beëindigen van de criminele carrière. Het verkrijgen van inzicht in de keerpunten is de hoofddoelstelling van deze masterproef. Om deze doelstelling te bereiken, wordt een empirisch onderzoek opgezet waarbij via kwalitatief onderzoek diepte-interviews worden afgenomen bij mannen met een crimineel verleden die zich op dat moment in het desistanceproces bevinden. Binnen het empirisch onderzoek wordt er bijkomend gestreefd naar het maken van een onderscheid tussen personen met een criminele carrière en personen zonder een criminele carrière. Het is zo dat sommige respondenten binnen het empirisch onderzoek maar één crimineel feit hebben gepleegd en op die manier geen criminele carrière hebben, terwijl andere respondenten dit wel hebben. Omwille van dit feit stelt zich de vraag of er een verschil in keerpunten bestaat tussen personen die één crimineel feit hebben gepleegd en personen die meerdere criminele feiten hebben gepleegd (Sampson & Laub, 2001). Om deze vraag zo goed mogelijk te beantwoorden, worden hun keerpunten bij de onderzoeksresultaten afzonderlijk beschreven. Tot slot is het belangrijk om de keerpunten van de respondenten uit de interviews te vergelijken met de keerpunten die in de desistance literatuur voorhanden zijn. Het stoppen met crimineel gedrag wordt vanuit twee tegenstrijdige modellen benaderd. Enerzijds zijn er de voorstanders van het Good Lives model die de nadruk leggen op het 4

8 stoppen met criminaliteit zonder tussenkomst of aanleiding van justitiële interventies. Anderzijds zijn er de voorstanders van het Risk-Needs-Responsivity model die geloven dat interventie net wel een oplossing biedt bij het stoppen van crimineel gedrag (Bauwens & Snacken, 2010). De onderzoeksresultaten van het eigen empirisch onderzoek worden vergeleken met de standpunten en waarden van deze twee modellen. Naast de theoretische relevantie is er tevens een praktische relevantie aan dit onderzoek. Vanuit praktisch standpunt kan bijkomende kennis inzake desistance belangrijke informatie opleveren voor toekomstige interventies van daderbegeleiding (Kazemian, 2007). Understanding the factors that lead to desistance is important in shaping interventions that reduce reoffending among those already involved in crime (Sampson & Laub, 2001). Indien de factoren die desistance in de hand werken worden aanwend om probanten of exgedetineerden te weerhouden van nieuwe criminele feiten, heeft dit misschien een reducerend effect op het criminaliteitscijfer of op het aantal personen die recidiveren, dit door in te spelen op de positieve keerpunten. De actoren binnen de strafrechtsbedeling, bijvoorbeeld justitieassistenten, kunnen de resultaten in beschouwing nemen bij de begeleiding van hun cliënten. Door meer inzicht te hebben in de keerpunten kan de aandacht gevestigd worden op recidiveverkleining. 3 ONDERZOEKSVRAGEN De centrale onderzoeksvraag van deze masterproef luidt als volgt: Wat is de rol van de keerpunten bij het stoppen van crimineel gedrag? De deelvragen, die de beantwoording van de hoofdvraag moet vergemakkelijken, zijn: 1. Wat wordt er in de wetenschappelijke literatuur verstaan onder desistance? 2. Kan desistance gezien worden als een proces? 3. Wat is de betekenis van het begrip keerpunten binnen de desistance literatuur? 4. Welke toonaangevende theorieën bestaan er in de wetenschappelijke literatuur die het stoppen van crimineel gedrag verklaren? Welke keerpunten worden bij de theoretische modellen aangehaald? 5. Welke keerpunten hebben bij de respondenten een rol gespeeld in het desistanceproces? Is er een onderscheid in keerpunten tussen de respondenten met een criminele carrière en die zonder een criminele carrière? 6. Welke gelijkenissen en verschillen zijn er tussen de eigen onderzoeksresultaten en de resultaten uit de wetenschappelijke literatuur? 5

9 7. Sluiten de resultaten het dichtst aan bij de waarden van het Good Lives model of bij de waarden van het Risk-Needs-Responsivity model? Doorheen de verschillende hoofdstukken van de masterproef wordt een zo volledig mogelijk antwoord geboden op bovenstaande onderzoeksvragen. 4 LEESWIJZER Om tegemoet te komen aan een overzichtelijke structuur met de vermelding van keerpunten die een rol kunnen spelen in het desistanceproces zal de masterproef bestaan uit twee grote delen, zijnde een theoretisch en een empirisch luik. In het theoretisch luik wordt een antwoord gezocht op onderzoeksvragen één tot en met vier aan de hand van een literatuurstudie. De literatuurstudie biedt een beschrijving van de meest toonaangevende theorieën omtrent desistance waarbij enkel de theorieën die het meest aangehaald worden door andere auteurs en die nog steeds een vaste waarde hebben binnen het criminologisch onderzoeksgebied worden besproken. Ze geeft er een beknopte beschrijving van de strategieën die personen ervan weerhouden om opnieuw crimineel gedrag te vertonen. In het empirisch luik wordt een antwoord gezocht op onderzoeksvragen vijf tot en met zeven. Hierin volgt een beschrijving van de opzet van het onderzoek waarna de onderzoeksresultaten, verkregen uit de interviews, worden vergeleken met de wetenschappelijke literatuur uit het eerste luik. De masterproef komt ten einde bij de conclusie waarin de onderzoeksvragen worden beantwoord. 6

10 THEORETISCH LUIK 1 INLEIDING Een empirisch onderzoek bouwt verder op de reeds beschreven wetenschappelijke literatuur over het te onderzoeken onderwerp. Omwille van deze reden wordt een literatuurstudie geboden over het stoppen met crimineel gedrag. Allereerst wordt in het volgende hoofdstuk stilgestaan bij de betekenis van desistance volgens de wetenschappelijke literatuur en wordt er gepoogd om het begrip te definiëren (onderzoeksvraag 1). De aandacht wordt gevestigd op de vraag of het stoppen met criminaliteit kan gezien worden als een plotse ingeving waarbij het individu onmiddellijk beslist om geen criminele feiten meer te plegen of eerder als een langdurig proces waarbij men geleidelijk aan afbouwt tot nul (onderzoeksvraag 2). Vervolgens wordt het verschil tussen primaire en secundaire desistance toegelicht. In het daaropvolgend hoofdstuk staat zowel de definitie van keerpunten in de criminele levensloop als de levensloopcriminologie centraal (onderzoeksvraag 3) waarbij dieper zal worden ingegaan op de mogelijke keerpunten in de criminele levensloop van delinquenten. De belangrijkste en meest toonaangevende theorieën omtrent het stoppen met crimineel gedrag worden beschreven en onderverdeeld in verschillende paradigma s (onderzoeksvraag 4). Tot slot worden in het laatste hoofdstuk twee modellen tegenover elkaar geplaatst die elk hun eigen visie hebben omtrent de aanpak van delinquenten. Deze strategieën hebben elk een verschillende invloed op het desistanceproces. In het besluit wordt een beknopt overzicht gegeven van het theoretisch luik als geheugensteun voor het aanvatten van het empirisch luik. 7

11 2 STOPPEN MET CRIMINALITEIT: DE BETEKE- NIS VAN DESISTANCE IN DE LITERATUUR 2.1 DE BETEKENIS VAN DESISTANCE De betekenis van desistance vormt in de wetenschappelijke literatuur een obstakel daar er een gebrek is aan een eenduidige definitie (Maruna, 2001). In het algemeen heeft men het over het stoppen met het plegen van criminele feiten of crimineel gedrag. Echter volstaat dit niet om over eenduidigheid van het begrip te kunnen spreken in de criminologie. Er is namelijk heel wat conceptuele verwarring omtrent het begrip desistance waardoor verscheidende criminologen elk hun eigen visie hebben op het begrip. Desistance wordt in de wetenschappelijk literatuur algemeen erkend als ceasing to do something (Sampson & Laub, 2001). Maruna (2001) definieert desistance as the long-term abstinence from crime among individuals who had previously engaged in persistent patterns of criminal offending. Farrall en Bowling (1999) omschrijven desistance als het moment waarop een criminele carrière eindigt. Het spreekt voor zich dat dit enige verdere afbakening vereist aangezien sommige onderzoekers ervan uitgaan dat men nooit met zekerheid kan zeggen dat iemand gestopt is met het plegen van criminele feiten uitgezonderd bij het overlijden van de persoon want pas dan kan men met zekerheid zeggen dat hij geen misdrijven meer zal plegen (Soothill, Fitzpatrick & Francis, 2009). Het probleem hierbij is dat men niet kan achterhalen wanneer de overleden persoon is gestopt (Maruna, 2001). Er bestaat geen duidelijkheid over wanneer men van desistance mag spreken. Zo zijn er onderzoekers die desistance eerder beschouwen als een gebeurtenis waarbij een individu permanent stopt met het plegen van criminele feiten in tegenstelling tot het stoppen voor een korte tijd om dan voor een lange tijd weer criminele feiten te plegen (Farrall, Godfrey & Cox, 2009). Andere onderzoekers spreken over desistance zodra een persoon in positieve zin veranderd is. Zo omschrijft McNeill (2006) desistance als een veranderingsproces dat betrokken is bij de rehabilitatie of herstel van delinquenten. Met andere woorden als er gedurende de herstelperiode diverse veranderingen binnen de persoon naar boven komen waarbij hij poogt geen criminele feiten meer te plegen, dan spreekt men over desistance. Kryvsgaard (2003) daarentegen zegt dat men pas over desistance mag spreken indien de persoon gedurende een periode van vijf jaar geen crimineel feiten meer heeft gepleegd. Farrington en Hawkins spreken volgens Maruna (2001) pas over desistance als iemand de laatste elf jaar geen criminele feiten meer heeft gepleegd. Als de rest zijn zogenaamde persisters. 8

12 Omwille van het feit dat het stoppen met crimineel gedrag bij vele delinquenten slechts een tijdelijk karakter heeft, spreken sommige onderzoekers over de term intermittency in plaats van desistance (D unger, Land & McCall, 2002; Piquero, 2004). Delinquenten kunnen voor een bepaalde periode geen criminele feiten meer plegen maar dat wil echter niet zeggen dat ze permanent gestopt zijn (Piquero, 2004). The intermittent character of offending patterns may sometimes lead to the illusion of desistance (Kazemian, 2007). Volgens Sampson en Laub (2001) is er sprake van false desistance indien men gestopt is met het plegen van criminele feiten en men nadien terug betrokken is bij criminele gedragingen. In dit onderzoek wordt eveneens over false desistance gesproken indien iemand bijvoorbeeld zegt dat hij al vijf jaar crimineel vrij is terwijl hij nog maar twee jaar uit de gevangenis is. De persoon begint pas aan een crimineel vrije periode zodra hij op vrije voeten is en kan gaan en staan waar hij wil. 2.2 DESISTANCE ALS PROCES In de desistance literatuur bestaat er eveneens onenigheid over het feit of desistance al dan niet een proces is. Zo vinden Sampson en Laub (2001) het cruciaal to distinguish termination of offending from the concept of desistance. Termination is volgens hen het tijdstip waarop men stopt met het plegen van criminele feiten. Desistance daarentegen is een gradueel proces dat het tijdstip ondersteunt waarop men stopt met het plegen van crimineel gedrag. The process of desistance maintains the continued state of nonoffending. Whereas termination of offending is characterized by the absence of continued offending (a nonevent). In een later onderzoek beweren Sampson en Laub (2003) dat de investeringen in sociale banden naar verwachting leidt tot een grotere vermindering in crimineel gedrag dan het plotse besluit om te stoppen met criminaliteit. Daar waar de criminele carrière literatuur desistance omschrijft als een plotse gebeurtenis, zien zij het eerder als een geleidelijke beweging waarbij een individu stilaan afstand neemt van zijn crimineel gedrag. Ze beweren dat de criminele activiteit niet plots stopt en zich naar nul herleidt maar dat het eerder geleidelijk afneemt in percentage (Sampson, Nagin & Laub, 1998). Deze theorie wordt ondersteund door McNeill (2006). Hij zegt tevens dat het stoppen met het plegen van criminele feiten geen voorval of gebeurtenis is maar wel een proces. Hij vermeldt dat het bij desistance noodzakelijk is dat men na het punt waarop men is gestopt met crimineel gedrag zich verder gaat onthouden van het plegen van nieuwe feiten en dit voor een langere periode. Een andere reden waarom desistance moet beschouwd worden als een proces valt volgens Maruna (1997) te verklaren vanuit het feit dat een individu meerdere malen de criminaliteit 9

13 kan hebben opgegeven alvorens definitief te stoppen met zijn criminele loopbaan. The patterns of intermittency observed in criminal careers underline the importance of perceiving desistance as a process (Kazemian, 2007). Maruna (1997) stelt dat waar intentie om te stoppen de eerste stap is in het proces, de tweede stap het volhouden van de verandering behelst. Echter kunnen de vaardigheden die men nodig heeft voor de intentie om te veranderen vaak verschillen met die van het volhouden ervan. Personen beseffen dat ze moeten veranderen maar soms gebeuren er zaken die buiten hun controle vallen wat er op zijn beurt toe leidt dat ze opnieuw in de criminaliteit terecht komen. De beleving van desistance is een proces waarbij men op een normatieve manier leert leven in de samenleving. Personen die geleerd hebben om enkel via een illegale manier aan geld te geraken en het ook gewoon zijn geworden om veel geld te hebben, veranderen niet zomaar plotseling. Om te kunnen stoppen met het plegen van criminele feiten hebben zij een nieuwe en legale manier van geld verwerven nodig. Daarnaast moeten zij leren om het met minder geld te stellen in het leven. Dergelijke veranderingen zullen eerder procesmatig dan ogenblikkelijk verlopen. Bovendien moeten zij ook nog willen veranderen. Eerst beginnen ze met het overtreden van de strafwet, nadien willen ze veranderen, daarna beginnen ze over zichzelf te denken, vervolgens nemen ze actie om te veranderen en later dienen ze hun poging te onderhouden. Overigens dienen ze mensen te vinden die hun goed gedrag versterken en tot slot moeten ze een crimineel vrije identiteit aannemen als niet overtreder (Bottoms & Shapland, 2011). Niet alle onderzoekers gaan uit van de veronderstelling dat desistance een proces is. Het stoppen met crimineel gedrag is volgens Savolainen (2009) zelden een weloverwogen proces. Het is eerder een onbedoeld gevolg van een reeks korte termijn beslissingen en gebeurtenissen. Volgens hem stopt de meerderheid met het plegen van criminele feiten omdat ze in staat zijn om te profiteren van structurele en situationele omstandigheden. Door het overgewicht aan theorieën die verklaren dat desistance moet aanzien worden als een proces wordt verder in dit werkstuk alsook uitgegaan van dit standpunt. 2.3 PRIMAIRE EN SECUNDAIRE DESISTANCE Binnen de desistance literatuur zijn er auteurs die een onderscheid hebben gemaakt tussen wat zij noemen primaire en secundaire desistance. Het verschil tussen deze twee is relevant voor het begrijpen wanneer men juist over desistance kan spreken en verdient daarom een korte toelichting. 10

14 Healy (2010) geeft aan dat periods of temporary desistance in criminal careers are relatively common. Farrall en Maruna (2004) maken daarom een handig onderscheid tussen twee stadia in het proces van verandering. Elk gebrek aan criminele gedragingen of activiteiten beschouwen ze als primary desistance. Bij secondary desistance daarentegen hebben ze het over een langdurig proces dat uitmondt in een verandering van de persoonlijke identiteit waarbij de persoon a new conventional self creëert. Hij ontwikkelt geleidelijk aan een nieuwe vorm van identiteit als niet-overtreder waarbij het proces compleet is van zodra men die nieuwe identiteit volledig heeft overgenomen (Healy, 2010). Criminologen moeten niet geïnteresseerd zijn in tijdelijk, crimineel vrije perioden, maar zich eerder focussen op het proces waarbij de persoon zichzelf ziet als veranderde persoon. De focus moet liggen op de eigenschappen van de persoon in kwestie en op wie hij eigenlijk wil worden of zijn (Farrall, Godfrey & Cox, 2009). 2.4 DE KEERPUNTEN OF TURNING POINTS IN DE CRIMINELE LEVENSLOOP In dit onderdeel wordt een antwoord gezocht op de vraag wat men in de wetenschappelijke literatuur verstaat onder keerpunten of turning points in de criminele levensloop en waarom deze belangrijk zijn in het desistanceproces. Mensen met een crimineel verleden beslissen niet zomaar om het plegen van criminele feiten de rug toe te keren. Good things sometimes happen to bad actors, and when they do desistance has a chance (Sampson, Nagin & Laub, 1998). Hiermee impliceren ze dat er soms goede dingen gebeuren in een delinquent zijn leven waardoor de kans op desistance mogelijk wordt gemaakt. Zij omschrijven keerpunten of turning points als levensgebeurtenissen die bepaalde zaken uitlokken en die meestal buiten onszelf gebeuren waardoor bepaalde zaken gaan veranderen. Verder in dit onderzoek heeft het begrip keerpunten de bovenhand. Het is belangrijk om na te gaan wat een keerpunt juist betekent voor de persoon gezien eenzelfde keerpunt kan verschillen in betekenis voor meerdere personen (Rönkä, Oravala & Pulkkinen, 2002). Het ontwikkelingsparadigma binnen de criminologie kwam er als reactie op het beschrijvende, niet-theoretische criminele carrière paradigma. Het ontwikkelingsparadigma richt zich op het verklaren van individuele veranderingen in crimineel gedrag. Sinds de jaren negentig zijn er binnen deze benadering drie specifieke onderzoekslijnen ontstaan. Allereerst zijn er onderzoekers die zich richten op de beschermingsfactoren en risicofactoren die gerelateerd zijn aan het blijvend betrokken zijn bij criminaliteit, de risk-factor approach. Ver- 11

15 volgens zijn er onderzoekers die de delinquentie van de kindertijd tot in de volwassenheid onderzoeken. Dit noemt men de developmental criminology. Tot slot is er de life-course criminology die zich richt op de effecten van externe levensloopgebeurtenissen op het crimineel gedrag van personen (Pauwels, 2012). Congruent lopend met de hoofddoelstelling wordt er in dit onderzoek enkel toegespitst op de derde en laatste onderzoekslijn, namelijk het nagaan welke keerpunten een invloed kunnen hebben op de criminele levensloop. 12

16 3 LITERATUURONDERZOEK NAAR DE MOGE- LIJKE KEERPUNTEN IN DE CRIMINELE LE- VENSLOOP:THEORETISCHE VERKLARINGEN VOOR DESISTANCE 3.1 DE VERSCHILLENDE STROMINGEN BINNEN DE DESISTANCE LITERATUUR In de desistance literatuur zijn er verschillende theorieën die het stoppen met crimineel gedrag in de levensloop trachten te verklaren. Deze kunnen worden verklaard vanuit drie specifieke theoretische visies, de statische, de dynamische en de typologische modellen (Blokland & Nieuwbeerta, 2005). Het is binnen deze modellen dat desistance gestimuleerd wordt. De modellen verschillen van elkaar in die zin dat ze elk een andere nadruk leggen op het effect van levensgebeurtenissen op het desistanceproces (Colman & Pauwels, 2011). In de statische visie staat maturiteit en zelfcontrole centraal als verklaring voor het stoppen met crimineel gedrag. Daarnaast geven onderzoekers van de dynamische visie de voorkeur aan informele sociale controle. Onderzoekers van de typologische visie benadrukken het verschil in typen van delinquenten waarbij de ene persoon kan stoppen met het plegen van criminele feiten en de andere niet. Colman en Pauwels (2011) zeggen eveneens dat er nog een veelbelovende theorie is die binnen alle drie de modellen past, namelijk de theorie van Maruna (2001) waarbij het desistanceproces een gevolg is van een subjectieve interpretatie. Echter zijn er volgens Healy (2010) door de onenigheid over de rol die verschillende factoren spelen in het desistanceproces slechts drie categorieën ontstaan, waarvan één afwijkend is van de bovenstaande. Meer bepaald heeft, volgens haar, de typologische visie plaats gemaakt voor de persoonlijke kracht en verandering. Haar interactief perspectief, waarbij zowel maturiteit, persoonlijke veranderingen als informele sociale controle wordt gezien als bepalend in het desistanceproces, wordt gevolgd door vele onderzoekers. Statische theorieën gaan ervan uit dat desistance het gevolg is van latente eigenschappen, zoals leeftijd, zelfcontrole of geslacht. Crimineel gedrag of de criminele geneigdheid van een individu is aldus te wijten aan de karakteristieken die zich ontwikkelen voor of tijdens de vroege kinderjaren. Statische theorieën schrijven veranderingen in de criminele levensloop toe aan een selectieproces dat gevoed wordt door de criminele geneigdheid van de persoon (Blokland & Nieuwbeerta, 2005). Dynamische theorieën schrijven desistance toe aan externe levensgebeurtenissen zoals een huwelijk, het hebben van werk, het krijgen van een kind of het in contact komen 13

17 met justitiële interventies. Deze theorieën veronderstellen dat levensgebeurtenissen tijdens en na de adolescentie een invloed hebben op het crimineel gedrag. Dynamische theorieën schrijven veranderingen in de criminele levensloop toe aan het gevolg van toevalligheden (Blokland & Nieuwbeerta, 2005). Typologische theorieën beweren dat niet iedereen hetzelfde is op vlak van crimineel gedrag. De invloed van ontwikkelingskenmerken en levensloopgebeurtenissen zijn verschillend voor groepen met uiteenlopende persoonskenmerken (Pauwels, 2012). Zo onderscheidt de dual taxonomy theory van Moffitt (1993) twee types van daders die verschillende eigenschappen bezitten waardoor de ene persoon stopt met het plegen van criminaliteit en de andere niet. De theorie van Maruna (2001) omtrent de subjectieve interpretatie houdt rekening met zowel sociale als cognitieve factoren als oorzaak van desistance. Deze theorie gaat eventuele veranderingen in de identiteit van een delinquent trachten te achterhalen via een narratieve analyse waarbij het levensverhaal van de persoon centraal staat. De persoonlijke interpretatie omtrent de levensgebeurtenissen mag met andere woorden niet verwaarloosd worden. Zoals reeds vermeld in de leeswijzer worden hieronder de meest toonaangevende theorieën en onderzoeken besproken binnen de desistance literatuur. 3.2 DE STATISCHE VISIE Volgens de statische visie wordt het stoppen met crimineel gedrag toegeschreven aan de criminele neigingen van het individu. Daarenboven is deze karaktereigenschap niet beïnvloedbaar door externe levensgebeurtenissen (Blokland & Nieuwbeerta, 2005) The maturation perspective van Glueck & Glueck The maturation perspective of maturiteitstheorie van Glueck & Glueck (1974) bevestigt de directe invloed van leeftijd op crimineel gedrag. De Gluecks veronderstellen dat een individu zonder biologische of neurologische gebreken op volwassen leeftijd stopt met het plegen van criminele feiten. Onder volwassen leeftijd verstaan zij 30 jaar. Personen die op latere leeftijd nog criminele feiten plegen, hebben de volwassenheid nog niet bereikt. De agecrime curve, begin 19 de eeuw gepubliceerd door Quételet, toont aan dat de criminele activiteit bij de meeste personen begint in de vroege tienerjaren, een hoogtepunt heeft tijdens de late adolescentie of jonge volwassenheid maar afneemt nog voor het individu de leeftijd van 30 jaar heeft bereikt (Healy, 2010; Maruna, 2001; Moffitt, 1993; Pauwels, 2012). De Gluecks (1974) bestempelen maturiteit als enige significante voorspeller in het desistance- 14

18 proces (Maruna, 1997). Kryvsgaard (2003) concludeert dat het aantal personen die stoppen met het plegen van criminele feiten congruent loopt met het aantal levensjaren. Naarmate men ouder wordt, pleegt men minder delicten tot de uiteindelijke stop. Dit is volgens Shover (1985) te wijten aan het feit dat delinquenten op oudere leeftijd beginnen te ervaren dat crimineel gedrag niet winstgevend is. Bovendien krijgt de persoon op oudere leeftijd een nieuw perspectief van het self waarbij hij zich realiseert dat het vroegere crimineel gedrag onverstandig en zelfdestructief was. Hij ontwikkelt een groeiend besef van de resterende tijd in het leven dat hij niet langer wil verspillen door de gevolgen van criminele feiten. Tevens veranderen zijn aspiraties waarbij de nood aan materiële zaken verdwijnt en plaats maakt voor vreugdevolle relaties en innerlijke tevredenheid. Tot slot ervaart hij een gevoel van moeheid ten opzichte van criminaliteit door de lange vrijheidstraffen en de vrees om te sterven of persoonlijk gewond te geraken als gevolg van sommige misdrijven. Maturiteit kan dus gezien worden als een voorspellende factor voor desistance (Shover, 1985). Daarentegen zijn er onderzoekers die het verband tussen de leeftijd en crimineel gedrag in twijfel trekken. Overeenkomstig de resultaten van Blokland en Nieuwbeerta (2005) is de relatie tussen de leeftijd van een persoon en zijn crimineel gedrag te verklaren in het voordeel van de dynamische theorie. Uit hun onderzoek, uitgevoerd bij meer dan vijfduizend personen die één of meerder criminele feiten hebben gepleegd, blijkt drieëndertig procent van de respondenten op 50 jaar nog steeds crimineel actief te zijn. Dit wijst erop dat het aantal criminele feiten niet afneemt naarmate de leeftijd toeneemt maar dat dit eerder te wijten is aan de rol van levensgebeurtenissen (Blokland & Nieuwbeerta, 2005). Bovendien tonen hun resultaten aan dat er verschillende individuele criminele loopbanen zijn die sterk afwijken van de klassieke age-crime curve. Hoewel er een consensus bestaat over de age-crime curve zijn er maar weinig verklaringen over de vorm van de curve. Ondanks het feit dat de connectie tussen criminaliteit en leeftijd nog steeds één van de meest invloedrijke theorie in de criminologie omtrent desistance is, wordt deze connectie tegelijk gezien als de minst begrepen empirische observatie binnen de criminologie (Moffitt, 1993). Er wordt aangenomen dat levensgebeurtenissen zoals het aangaan van een relatie, het krijgen van een kind en het vinden van een job zich rond dezelfde leeftijd voordoen als de overgang van de adolescentie naar de volwassenheid, namelijk tussen de 20 en 30 jaar. Hierdoor ontstaat er discussie over de vraag of dit te wijten is aan de maturiteit van de persoon of eerder aan de levensgebeurtenissen (Macdonald et al., 2011). 15

19 3.2.2 A general theory of crime van Gottfredson & Hirschi The general theory of crime of de statische zelfcontroletheorie van Gottfredson en Hirschi (1990) beweert dat zelfcontrole een rechtstreekse voorspeller is van het plegen van criminele feiten. Zelfcontrole bestaat uit temperament en socialisatie, wordt ontwikkeld vòòr het achtste levensjaar en blijft daarna stabiel. Een individu met betrekkelijk meer zelfcontrole is geneigd om te desisteren. Iemand met een lage zelfcontrole daarentegen heeft meer criminele geneigdheid waardoor hij moeilijker of niet kan stoppen met het stellen van crimineel gedrag. De hoeveelheid zelfcontrole verklaart met andere woorden het verschil in delinquentie. Zo vinden of behouden personen met een lage zelfcontrole minder snel werk waardoor werk niet als een keerpunt kan fungeren bij deze personen (Van der Geest, Bijleveld & Blokland, 2011). Aangezien zelfcontrole een stabiel kenmerk is in de general theory of crime, staat de persoonlijkheid van de dader hier centraal (Farrall & Calverley, 2006). De statische zelfcontroletheorie wordt niet ondersteund door de bevindingen van Sampson en Laub (1993). Hun kwantitatieve analyse toont aan dat levensgebeurtenissen op zich, dus onafhankelijk van de zelfcontrole, een invloed hebben op het crimineel gedrag. De zelfcontrole bovendien niet stabiel maar is afhankelijk van de criminal opportunity die een persoon heeft op een bepaald moment. De afwezigheid van politiecontrole of de aanwezigheid van een doelwit stimuleert enerzijds de mogelijkheden om criminaliteit te plegen. Banden met de familie of een job beperken anderzijds mogelijkheden om criminaliteit te plegen en zorgen ervoor dat de criminele geneigdheid van een individu niet wordt omgezet in de praktijk. De zelfcontrole van het individu is volgens hun geen stabiel kenmerk maar afhankelijk van de criminele gelegenheid en de sociale controle die een persoon ervaart (Sampson & Laub, 1993). 16

20 3.3 DE DYNAMISCHE VISIE Volgens de dynamische visie zijn life events of levensgebeurtenissen bepalend of een individu stopt met het plegen van crimineel gedrag. Individuen kunnen met andere woorden een verschillende criminele levensloop hebben doordat er op verschillende tijdstippen in hun leven dingen gebeuren en veranderen (Blokland & Nieuwbeerta, 2005). Life is dynamic, change is clearly possible (Sampson & Laub, 1993). De focus ligt op de theorie van Sampson en Laub uit 1993, die een goed beeld geeft van een dynamische visie op het stoppen met crimineel gedrag The age-graded informal social control theory van Sampson & Laub Het creëren van sociale banden De age-graded informal social control theory of leeftijdsgebonden informele sociale controle theorie van Sampson en Laub (1993) is één van de meest toonaangevende onderzoeken binnen de desistance literatuur. Hun onderzoek is gebaseerd op de data uit het longitudinaal onderzoek van de Gluecks uit 1940 waarbij men vijfhonderd delinquenten en vijfhonderd niet-delinquenten had geobserveerd. Ze argumenteren dat levensgebeurtenissen zoals een huwelijk, het krijgen van kinderen of het hebben van een job kan leiden tot een vermindering in crimineel gedrag. Indien deze levensgebeurtenissen aanwezig zijn, ontstaan er namelijk veranderingen in de sociale rollen van delinquenten. Men geraakt meer verbonden met conventionele instituties, de zogenaamde sociale banden, die op hun beurt informele sociale controle uitoefenen op het individu. Hoe meer informele sociale controle of sociale banden iemand heeft, hoe groter de kans dat die persoon zal desisteren. Sterke sociale banden bevorderen het sociaal kapitaal. Het sociaal kapitaal wijst op de relaties die individuen hebben met hun werk, ouders of kinderen. Hoe meer sociaal kapitaal, hoe meer men van delinquent gedrag zal afwijken (Pauwels, 2012). Indien de sociale banden met de samenleving zwak of gebroken zijn, zal hij sneller afwijkend gedrag vertonen of criminele feiten plegen. Sampson en Laub (1993) beweren echter niet dat mensen volledig veranderen of een volledig andere persoonlijkheid krijgen ten gevolge van sociale banden maar deze kunnen wel een andere richting geven aan het gedrag van een persoon. Instituties zoals het huwelijk, het werk en de militaire dienst zorgen ervoor dat de betrokkenheid bij criminaliteit verminderd op korte termijn en leidt tot de verplichting om zich conform te gedragen op lange termijn (Sampson & Laub, 2005). De invloed van deze insti- 17

21 tuties is afhankelijk van de leeftijd van het individu. Zo wordt het huwelijk en het hebben van een job gezien als adult social bonds waarmee wordt bedoeld dat deze een rol spelen bij de aanvang van de volwassenheid (Sampson, Nagin & Laub, 1998). Hoe sterker de sociale banden in de volwassenheid, hoe minder criminaliteit en afwijkend gedrag delinquenten vertonen. Belangrijk hierbij is de rol die deze sociale banden hebben op desistance. Een goed samenhangend huwelijk en een goede relatie met collega s op het werk zorgt voor terughoudendheid wanneer de criminele geneigdheid zich wil omzetten in de praktijk (Sampson & Laub, 2005). Delinquenten worden tegengehouden om criminele feiten te plegen indien ze meerdere sociale banden cumuleren. Bijvoorbeeld als ze een goed huwelijk combineren met een stabiel werk en het krijgen van kinderen (Sampson & Laub, 1993). Sampson en Laub (1993) benadrukken tevens het wederzijds karakter van sociale banden. Zo nemen werkgevers bijvoorbeeld delinquente individuen aan in de hoop dat hun investering zich zal omzetten in winst. De werkgever wordt zich bewust van een persoon zijn afwijkende achtergrond of crimineel verleden maar investeert tegelijk in een toekomst met die persoon. De investering kan leiden tot een rendement van investeringen in sociaal kapitaal. Door zowel de levensverhalen van personen na te vragen als interviews af te nemen, zijn Sampson & Laub (1993) erin geslaagd om hun hypothese te bevestigen, namelijk personen die gestopt zijn met het plegen van criminele feiten en die geen afwijkend gedrag meer vertonen, geven als voornaamste keerpunten een stabiele job en een goed huwelijk aan. Een stabiele job en een goed huwelijk zijn dan ook de twee meest aangehaalde bronnen van sociaal kapitaal (Farrall, 2004). Ze vormen keerpunten die belangrijk zijn in het begrijpen van het desistanceproces. Veranderingen in de criminele carrière komen niet door het huwelijk of het hebben van werk op zich maar door de rol die ze vervullen in het desistanceproces (Sampson, Nagin & Laub, 1998; Shover, 1985). Het is belangrijk om te achterhalen waarom deze sociale banden nu net keerpunten kunnen zijn in het crimineel gedrag van delinquenten. Daarom gaan we dieper in op mogelijke keerpunten en beschrijven we de rol ervan in het desistanceproces De rol van huwen of samenwonen met een partner in het desistanceproces Volgens de informele sociale controle theorie stoppen individuen met het plegen van criminele feiten bij het ontstaan van kwaliteitsvolle huwelijksbanden. Deze invloed is gradueel en cumulatief. Naarmate de investeringen in sociale banden groeien zal het motief om crimineel gedrag te vermijden toenemen omdat er meer te verliezen valt. Een huwelijk dat ge- 18

22 kenmerkt wordt door een sterke sociale cohesie en is aangegaan op jonge leeftijd leidt tot een groeiend preventief effect met een investerend karakter. Het preventief effect van een huwelijksband zal dus toenemen naargelang de tijd vordert (Sampson, Nagin & Laub, 1998). Huwelijksbanden helpen individuen om op a better track te geraken (Rönkä, Oravala & Pulkkinen, 2002). De differentiële associatietheorie en de sociale leertheorieën gaan ervan uit dat crimineel gedrag wordt aangeleerd, wat een socialisatieverklaring biedt. Indien men trouwt en samenwoont met een conventionele partner worden er via socialiseringsprocessen geen criminele maar eerder conventionele waarden en normen doorgegeven die de kans op criminele houdingen verkleinen (Van Schellen et al., 2010). De cognitieve transformatietheorie vertrekt vanuit de idee dat men bij een huwelijk een ander beeld over zichzelf ontwikkelt en uiteindelijk verandert in een conventioneel persoon (Giordano, Cernkovich & Rudolph, 2002). Uit de resultaten van een longitudinaal onderzoek, waarin twaalf-tot tweeënzeventig jarige delinquenten werden geobserveerd, stellen Blokland en Nieuwbeerta (2005) vast dat personen die getrouwd zijn minder kans hebben om strafrechtelijk te worden veroordeeld dan diegenen die niet getrouwd zijn. Het is echter onduidelijk welke oorzaken hiervoor aan de basis liggen. Uit deze resultaten blijkt evenzeer dat personen die gescheiden zijn meer criminaliteit plegen dan alleenstaanden. Daarnaast hebben mannen met een criminele achtergrond die op latere leeftijd trouwen met een niet-criminele partner gemiddeld dertig procent minder veroordelingen dan ongehuwde mannen met een crimineel verleden (Van Schellen et al., 2010). Theobald en Farrington (2011) beweren dat mannen die na hun 25 ste levensjaar trouwen geen voordeel halen uit een huwelijk gezien zij oudere vrouwen huwen die geen invloed hebben op crimineel gedrag. Tevens besteden zij nog veel tijd met hun vrienden, wat erop wijst dat ze zich niet willen afscheiden van deviante sociale invloeden. Naast een daling in het aantal criminele feiten is er eveneens een daling in verscheidenheid van typen delicten als een gevolg van een goed huwelijk. Men pleegt minder uiteenlopende delicten en gaat zich meer specialiseren in één type van delict (McGloin et al., 2011). Uit een onderzoek van Sampson, Nagin & Laub (1998) blijkt dat de groep van personen die gestopt zijn met het plegen van criminele feiten minder vaak gescheiden zijn of minder vaak alleen wonen. Ze hebben vaker een good marriage, alsook significant hogere scores op de twee indexen van sociale banden, namelijk het hebben van een stabiele job en het hebben van een goed huwelijk. 19

23 Een huwelijk blijkt, ondanks de sociale veranderingen die hebben plaatsgevonden in de laatste eeuw, nog steeds een significant effect te hebben op het desistanceproces en geen enkele andere levensgebeurtenis evenaart dit effect (Bersani, Laub & Nieuwbeerta, 2009). Sampson en Laub (1993) gaan hier dieper op in en suggereren dat de kenmerken van het huwelijk zeker niet vergeten mogen worden. De stabiliteit en de hogere kwaliteit van het huwelijk is mede bepalend voor het stoppen met crimineel gedrag. Mannen die samenleven met hun vrouw ontwikkelen een gemeenschappelijk verlangen naar economische vooruitgang en ze krijgen het gevoel ergens gevestigd te zijn. Het gebeurt vaak dat men na het huwelijk kinderen krijgt die de sociale banden versterken en uitbreiden, waardoor het plegen van crimineel gedrag meer en meer ruimte verliest. De stabiliteit van een huwelijk blijkt te zorgen voor een afname van 35% in crimineel gedrag (Sampson, Laub & Wimer, 2006). De vrouwelijke partner in het huwelijk speelt een rol in het stoppen met crimineel gedrag als het over midden twintigers gaat (Farrall, Godfrey & Cox, 2009). Sommige mannen behagen hun vrouw of willen hun vertrouwen winnen om te trouwen. Het is namelijk de liefde van een vrouw die de man vaak veranderd in goede zin (Farrall, Godfrey & Cox, 2009). Een vrouwelijke partner zorgt voor een toegenomen zelfbeeld alsook meer structuur waardoor men minder tijd heeft voor criminele activiteiten (Farrall, 2004; Sampson, Laub & Wimer, 2006). Bovendien is de positie van de vrouw veranderd waardoor vrouwen hun mogelijkheden gebruiken om mannen informeel te controleren. De vrouw verkleint de kans op het plegen van criminele feiten omdat zij het gedrag van haar man controleert en hem niet uit het oog verliest (Van Schellen et al., 2010). Zij is betrokken bij situaties met een hoog risico op het stellen van crimineel gedrag zoals gokken, drinken en druggebruik (Savolainen, 2009). Beide factoren vergroten de kans op het desisteren van mannen (Farrall, Godfrey & Cox, 2009). Volgens Warr (1998) blijven echtgenoten vaker thuis in elkaars gezelschap waardoor er minder tijd besteed wordt aan criminele activiteiten of delinquente vrienden. Door de routine activiteiten verliest de man kansen om crimineel gedrag te stellen en verliest hij na verloop van tijd ook de motivatie om nog criminele feiten te plegen. De man op zijn beurt wil zijn huwelijk niet op het spel zetten door het plegen van crimineel gedrag. Het huwelijk ligt dus aan de basis van het feit dat vele jongeren in de vroege volwassenheid stoppen met hun criminele carrière (Van Schellen et al., 2010). Een sterke gehechtheid aan de echtgenote is dus een cruciaal onderdeel van een goed huwelijk (Sampson, Nagin & Laub, 1998). Alleen 20

24 personen die erg betrokken zijn bij het leven van hun partner genieten van de voordelen om hun crimineel gedrag te verminderen (Savolainen, 2009). Volgens Savolainen (2009) heeft samenwonen een grotere impact dan het huwelijk op het vlak van desistance. De impact komt voort uit het prosociaal gedrag van die partner. Een vrouw die wil samenwonen met een delinquente persoon is meer geneigd haar partner bij te staan om een niet-criminele identiteit te verkrijgen en om hem te weerhouden van criminele activiteiten. Een plotse beslissing om te huwen met een recidivist kan leiden tot een grotere verdraagzaamheid ten opzichte van een criminele levensstijl. Anderzijds is het ook mogelijk dat een huwelijk een criminele levensstijl genereert in plaats van reduceert (Sampson, Nagin & Laub, 1998). Dit kan men verklaren door het feit dat trouwen met een criminele partner kan leiden tot het versterken van het crimineel gedrag (Van Schellen et al., 2010) De rol van een job in het desistanceproces Uggen (2000) beweert dat het hebben van een job enkel als een keerpunt kan dienen bij delinquenten ouder dan 26 jaar aangezien ze dan pas vatbaar zijn voor de effecten van een job op hun crimineel gedrag. Een verklaring hiervoor is dat personen jonger dan 26 jaar gekenmerkt worden door hun instabiliteit in het vervullen van sociale rollen (Wensveen et al., 2012). Volgens Sampson & Laub (1993) kan het hebben van werk enkel een invloed hebben op crimineel gedrag indien het gaat om een stabiele job. Onder een stabiele job verstaan ze het langdurig werken voor dezelfde werknemer, opleidingen volgen in het kader van het werk, het hebben van doorgroeimogelijkheden en het denken aan de toekomst via de inkomsten van het werk. Bron? Een stabiele job biedt dus mogelijkheden om te investeren in sociaal kapitaal wat op zijn beurt kan leiden tot een keerpunt in crimineel gedrag (Van der Geest, Bijleveld & Blokland, 2011). Zelfs bij zedendelinquenten blijkt het hebben van een stabiele job een aanvullend beschermend effect te hebben op delinquentie (Van den Berg et al., 2012). Een instabiele en slecht betaalde job kan tevens fungeren als een keerpunt, zijnde een negatief keerpunt. Een job met een lage kwaliteit uit een secundaire arbeidsmarkt is geen factor die leidt tot minder crimineel gedrag (Laub & Sampson, 1993). Een job op zich zorgt niet voor meer sociale controle maar een job met stabiliteit, werkzekerheid en onderlinge hechte banden kan de sociale controle wel doen stijgen wat op zich dan wel kan leiden tot een reductie van het crimineel gedrag (Sampson & Laub, 1993; Van der Geest, Bijleveld & blokland, 2011). Een dergelijke job zorgt voor financiële zekerheid, 21

Eenmaal crimineel, altijd crimineel? Een grondige literatuur review over de stand van zaken in onderzoek naar keerpunten en desistance.

Eenmaal crimineel, altijd crimineel? Een grondige literatuur review over de stand van zaken in onderzoek naar keerpunten en desistance. FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Eenmaal crimineel, altijd crimineel? Een grondige literatuur review over de stand van zaken in onderzoek naar keerpunten en desistance. Masterproef neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

De rol van partnerrelaties op het desistanceproces: een kwalitatief onderzoek bij ex-delinquenten.

De rol van partnerrelaties op het desistanceproces: een kwalitatief onderzoek bij ex-delinquenten. FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID De rol van partnerrelaties op het desistanceproces: een kwalitatief onderzoek bij ex-delinquenten. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische

Nadere informatie

Inhoud. Desistance & druggebruikende delinquenten. Criminele carrières van druggebruikende delinquenten, met focus op hun desistanceproces

Inhoud. Desistance & druggebruikende delinquenten. Criminele carrières van druggebruikende delinquenten, met focus op hun desistanceproces Desistance & druggebruikende delinquenten Charlotte Colman IRCP Universiteit Gent Antwerpen, 8 november 2011 Inhoud Criminele carrières van druggebruikende delinquenten, met focus op hun desistanceproces

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Anticiperende effecten van het huwelijk?

Anticiperende effecten van het huwelijk? Anticiperende effecten van het huwelijk? Voor- en na huwelijkse patronen in crimineel gedrag Esther van Groenigen (3465241) Begeleiders: dr. Arieke Rijken en prof. dr. mr. Arjan Blokland Het doel van deze

Nadere informatie

Project C: Desist. Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen

Project C: Desist. Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen Project C: Desist Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen Sofie Van Roeyen Promotor: Prof. dr. Freya Vander Laenen Co-promotor: Prof. dr. Eric Broekaert

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Criminele carrières over de levensloop

Criminele carrières over de levensloop Criminele carrières over de levensloop Is de militaire dienst van invloed op het verloop van iemands criminele leven? - Doctoraalscriptie sociologie - Marieke van Schellen Vakgroep sociologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) De intergenerationele overdracht van gewelddadig delinquentie De appel valt niet ver van de boom. Dit gezegde illustreert dat ouders en kinderen op elkaar lijken,

Nadere informatie

Desistance en recovery

Desistance en recovery Desistance en recovery E e n p r o c e s v a n v a l l e n e n ( t e r u g ) o p s t a a n v a n hoop en v a n k a n s e n VAD onderzoeksplatform, 5 november 2013 Charlotte Colman IRCP, UGent t. +32 9

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

DESISTANCE IN HET LICHT VAN HET BESLISSINGSPROCES VAN DE STRAFRECHTER

DESISTANCE IN HET LICHT VAN HET BESLISSINGSPROCES VAN DE STRAFRECHTER Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 DESISTANCE IN HET LICHT VAN HET BESLISSINGSPROCES VAN DE STRAFRECHTER Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door

Nadere informatie

Criminele carrières van adolescenten en jongvolwassenen

Criminele carrières van adolescenten en jongvolwassenen Criminele carrières van adolescenten en jongvolwassenen Arjan Blokland Hanneke Palmen Jonge criminelen die volwassen worden 22 september 2015 Utrecht Aangehouden verdachten per 1.000 Leeftijd en criminaliteit

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Echtscheiding, de start van een criminele carrière?

Echtscheiding, de start van een criminele carrière? Echtscheiding, de start van een criminele carrière? In hoeverre is een ouderlijke echtscheiding van invloed op het criminele gedrag van jong volwassenen? Naam: Coen Nikken (3270955) Tom Oosterman (3498859)

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift onderzoeken we de volwassen sociaal-economische uitkomsten van jongeren die een deel van hun jeugd in een justitiële jeugdinrichting hebben doorgebracht.

Nadere informatie

From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman

From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman FROM EMPLOYEE TO RETIREE: LIFE HISTORIES AND RETIREMENT IN THE NETHERLANDS ACADEMISCH PROEFSCHRIFT aan de Universiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Elk jaar verlaten een paar duizend vrouwen een van de drie vrouwengevangenissen in Nederland. Deze vrouwen moeten hun leven weer zien op te pakken buiten de muren

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Betekenis van hoop bij mensen met kanker

Betekenis van hoop bij mensen met kanker Betekenis van hoop bij mensen met kanker Corine Nierop- van Baalen Verpleegkundig specialist oncologie Onderzoeker/ docent lectoraat oncologische zorg 1 april 2019 Utrecht Inhoud Oefening Betekenis hoop

Nadere informatie

Master Musicologie. Promotoren en onderwerpen masterproeven

Master Musicologie. Promotoren en onderwerpen masterproeven Master Musicologie Promotoren en onderwerpen masterproeven Academiejaar 2018-2019 De masterproef is het kroonstuk van de opleiding Musicologie. Voor het eerst schrijf je een uitgebreide en originele wetenschappelijke

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Jongeren met een instellingsverleden op weg naar volwassenheid

Jongeren met een instellingsverleden op weg naar volwassenheid Samenvatting (Dutch summary) Jongeren met een instellingsverleden op weg naar volwassenheid Een longitudinaal onderzoek naar werk en criminaliteit Jaarlijks worden in Nederland meer dan 4.000 jongeren

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Corine Nierop- van Baalen 3 april 2017 Utrecht

Corine Nierop- van Baalen 3 april 2017 Utrecht Corine Nierop- van Baalen canierop@alrijne.nl 3 april 2017 Utrecht Inhoud Casus Betekenis hoop palliatieve patiënten met kanker Moeilijkheden die hulpverleners hierbij ondervinden Casus Wat kunnen we doen?

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Twee criminele generaties? De intergenerationele overdracht van veroordelingen

Twee criminele generaties? De intergenerationele overdracht van veroordelingen Marieke van de Rakt Twee criminele generaties? De intergenerationele overdracht van veroordelingen SAMENVATTING Eerder onderzoek heeft al laten zien dat de veroordelingen van vaders en kinderen een flinke

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische PVT Steven Degrauwe U.P.C. Sint- FRT, een visie gebaseerd op rehabilitatie

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Verdere informatie over de EHBO- cursus

Verdere informatie over de EHBO- cursus Verdere informatie over de EHBO- cursus Inhoud: 1. Programma 2. Persoonlijke gegevens Invullen en terugsturen naar: melanie.vanduren@student.kuleuven.be 3. Informed consent Invullen en ondertekend terugsturen

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch Summary)

Samenvatting (Dutch Summary) Samenvatting (Dutch Summary) CRIMINALITY AND FAMILY FORMATION Disentangling the relationship between family life events and criminal offending for high-risk men and women Het terugdringen van criminaliteit

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Corine Nierop- van Baalen Verpleegkundig specialist oncologie 23 maart 2018 Amersfoort

Corine Nierop- van Baalen Verpleegkundig specialist oncologie 23 maart 2018 Amersfoort Corine Nierop- van Baalen Verpleegkundig specialist oncologie 23 maart 2018 Amersfoort Inhoud Oefening Betekenis hoop palliatieve patiënten met kanker Moeilijkheden die hulpverleners hierbij ondervinden

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Vrouwelijke gedetineerden: uitdagingen voor re-integratie. An Nuytiens

Vrouwelijke gedetineerden: uitdagingen voor re-integratie. An Nuytiens Vrouwelijke gedetineerden: uitdagingen voor re-integratie An Nuytiens Vrouwen en re-integratie Algemene factoren specifieke factoren: belang van relationele component (familie, liefdesrelaties, kinderen)

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken Methodologie verdachten Politiële criminaliteitsstatistieken INHOUDSTAFEL VERDACHTEN: METHODOLOGISCHE HANDLEIDING... 3 Waarom?... 3 Wat verstaat men onder verdachten?... 3 Twee kenmerken: geslacht en leeftijd...

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Loonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek

Loonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek Loonwijzer-rapport Loopbaanonderbreking Fernando Pauwels en Tom Vandenbrande Hoger Instituut voor de Arbeid Katholieke Universiteit Leuven In dit Loonwijzer-rapport 1 Inleiding 2 Waarom de loopbaan onderbreken?

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Voorwoord. Voorwoord

Voorwoord. Voorwoord 5 Voorwoord Onderzoek op het terrein van de levensloopcriminologie laat zien dat uiteindelijk alle criminelen stoppen met misdaad (desistance) (Laub en Sampson, 2003). Sommigen doen dat echter al op jonge

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Enige belangrijke voorwaarden voor de gewetensvorming Ontwikkeling van de hersenen (1) Organisatie en planning

Enige belangrijke voorwaarden voor de gewetensvorming Ontwikkeling van de hersenen (1) Organisatie en planning gewetensvorming van jeugdige zedendelinquenten Het geweten: een complex fenomeen Nederlands: het geweten; Engels: Con-science: samen weten; De vraag luidt vanzelfsprekend: hoe ontwikkelt zich dit samen-weten?

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

Partnerkeuze en huwelijkssluiting onder migranten

Partnerkeuze en huwelijkssluiting onder migranten Partnerkeuze en huwelijkssluiting onder migranten EEN L E V E N S L O O P B E N A D E R I N G V A N H E T I N T E G R A T I E P R O C E S V A N M I G R A N T E N I N D E H A V E N S T A D A N T W E R P

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Ontwikkeling van een recidivemonitor

Ontwikkeling van een recidivemonitor Ontwikkeling van een recidivemonitor Promotoren: Prof. Dr. Lieven Pauwels (UGent), Dr. Antoinette Verhage (UGent) en Prof. Dr. Marleen Easton (HoGent). Onderzoekers: Jannie Noppe (UGent) en Kenneth Hemmerechts

Nadere informatie

Het huwelijk als keerpunt?

Het huwelijk als keerpunt? De invloed van trouwen en partnerselectie op de ontwikkeling van crimineel gedrag * Marieke van Schellen, Robert Apel & Paul Nieuwbeerta Het idee dat het huwelijk voor een afname in crimineel gedrag zorgt,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Scriptie over Personal Branding en Netwerking Scriptie over Personal Branding en Netwerking 1e versie - 16 november 2012 Jana Vandromme Promotor: Hannelore Van Den Abeele 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Onderzoeksvragen 2.1 Onderzoeksvraag 1 2.2

Nadere informatie

Competenties systeemtherapeutisch werker (STW) versie 15 januari 2015

Competenties systeemtherapeutisch werker (STW) versie 15 januari 2015 1 Competenties systeemtherapeutisch werker (STW) versie 15 januari 2015 Inleiding De NVRG maakt een onderscheid tussen de systeemtherapeut (ST) en de systeemtherapeutisch werker (STW). Beide profielen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

JURYRAPPORT SCRIPTIEPRIJS NVK 2011

JURYRAPPORT SCRIPTIEPRIJS NVK 2011 JURYRAPPORT SCRIPTIEPRIJS NVK 2011 NVK scriptieprijs Zoals de laatste jaren gebruikelijk is, hebben de master-opleidingen criminologie of masters met component criminologie het verzoek gekregen om hun

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

HERSTELLEN KAN JE ZELF Hoopvol leven met een psychische kwetsbaarheid

HERSTELLEN KAN JE ZELF Hoopvol leven met een psychische kwetsbaarheid HERSTELLEN KAN JE ZELF Hoopvol leven met een psychische kwetsbaarheid Prof. dr. Chantal Van Audenhove Dr. Joke Vanderhaegen KU Leuven, LUCAS, Centrum voor zorgonderzoek en consultancy Gent, 18 november

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld als gevolg van een gezondheidsprobleem,

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.262/1 van 16 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid Dutch Summary Samenvatting Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid van de Buitenstaanders In Hoofdstuk Een werd de theoretische achtergrond

Nadere informatie

Attraction to the dark side

Attraction to the dark side Attraction to the dark side De invloed van een crimineel verleden op relatiestatus en partnerselectie Universiteit Utrecht Bachelor Project Sociologie Begeleider: Jessica Nooij Tweede beoordelaar: Leonard

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen Promotor: Prof.dr. S.Snacken Onderzoekers: Hanne Tournel en Anne De Ron 1 Vanuit

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur 2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur Martine Corijn D/2011/3241/019 Inleiding FOD ADSEI-cijfers leidden tot de krantenkop Aantal

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

11/03/2019 DEMENTIE & EENZAAMHEID OVERLEGPLATFORM 21 FEBRUARI 2019 OVERZICHT WAT IS EENZAAMHEID? WAT IS EENZAAMHEID? WAT IS EENZAAMHEID?

11/03/2019 DEMENTIE & EENZAAMHEID OVERLEGPLATFORM 21 FEBRUARI 2019 OVERZICHT WAT IS EENZAAMHEID? WAT IS EENZAAMHEID? WAT IS EENZAAMHEID? OVERZICHT DEMENTIE & EENZAAMHEID OVERLEGPLATFORM 21 FEBRUARI 2019 Liesbet Lommelen Leen Heylen Wat is eenzaamheid? Definitie eenzaamheid Cijfers eenzaamheid Risicofactoren eenzaamheid Omgaan met eenzaamheid

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 13. Eerder weg om gezond actief te blijven

Inhoud. Voorwoord 13. Eerder weg om gezond actief te blijven Inhoud Voorwoord 13 Hoofdstuk 1. Inleiding 17 1.1 Achtergrond van het onderzoek 17 1.2 Rumoer rond het pensioenstelsel 22 1.3 Uitzicht op een langer arbeidsleven? 24 1.4 Arbeidsbesef 27 1.5 Beeldvorming

Nadere informatie

OVAL deelsessie Onderzoek proactief loopbaangedrag

OVAL deelsessie Onderzoek proactief loopbaangedrag OVAL deelsessie Onderzoek proactief loopbaangedrag Anna van der Horst Programma Introductie Uitkomsten onderzoek Ready for the change Discussie / uitwisseling Werk is er voor jou. En niet andersom. (Resources

Nadere informatie