Nieuwsbericht PV Rome

Transcriptie

1 Nieuwsbericht PV Rome 12 mei 2017 Overzicht van de belangrijkste nieuwsfeiten van de VN-instellingen te Rome (FAO, WFP, IFAD en CFS) week 19. Inhoud Food and Agriculture Organization (FAO) 156e zitting FAO Raad effent weg voor Conferentie in juli Nieuwe publicatie Global Report on Food Crises 2017 gepresenteerd Duurzame Voedselsystemen en de New Urban Agenda Workshop implementatie Nationally Determined Contributions binnen de agrarische sector World Food Programme (WFP) Publicatie At the Root of Exodus; Food security, conflict and international migration International Fund for Agricultural Development (IFAD) Nieuwe president ontvouwt ambitieuze plannen

2 156e zitting FAO Raad effent weg voor Conferentie in juli De 156 e FAO Raad van 24 tot 28 april jl. stond in het teken van het goedkeuren van het Medium Term Plan , het Programme of Work and Budget , het Reviewed Strategic Framework, de Climate Change Strategy en de Independent Assessment of the Technical Capacity of the FAO. Verder werden de gebruikelijke voortgangsrapporten van de Programme Committee, Finance Committee en Committee on Constitutional and Legal Matters besproken. Een voorstel voor een internationaal jaar voor kameelachtigen en een internationale dag voor peulvruchten maakten ook onderdeel uit van de agenda. Alle voorstellen zijn goedgekeurd door de Raad en worden voorgelegd aan de Conferentie die zal plaatsvinden van 3 tot 8 juli. De onafhankelijke evaluatie van de kenniscapaciteit van de FAO was het meest beladen agendapunt van de Raad. Tijdens de Joint Meeting of the Programme Committee and Finance Committee was onvrede ontstaan door de extreem late publicatie van het rapport (één dag van tevoren). Ook maakte het rapport de verwachtingen met betrekking tot de inhoud volgens veel landen niet waar. Zo betrof de evaluatie enkel een kwantitatieve analyse, die bovendien niet voldoende uitgesplitst was per afdeling, gebied en gender. De EU stond hier mede door onhandig optreden van het EU-voorzitterschap en de Europese Commissie geïsoleerd. Wel heeft de DG toegezegd dat er een kwalitatieve evaluatie zal komen. De Raad stond unaniem achter het voorstel om het budget nominaal gelijk te houden en de herverdeling van $ 23.7 miljoen naar tien aangewezen prioritaire gebieden. Tegelijkertijd bleek uit verschillende statements dat een aantal lidstaten zich zorgen maakt of er genoeg middelen beschikbaar

3 zullen zijn om de doelen op het gebied van antibioticaresistentie, de Codex, bodems, bossen, biodiversiteit, nutrition education en gender te realiseren. De ruimte om - bij gelijk budget - te intensiveren is echter beperkt. Daarom volgde hierop vooral de aanmoediging om het budget ook dit jaar weer aan te vullen met vrijwillige bijdragen. De EU deed met succes het verzoek of in de toekomst ook uitgewerkt kan worden wat de consequenties zijn van een herverdeling van middelen in termen van resultaten die hierdoor juist wel of niet bereikt kunnen worden. Voor het verhogen van de uitgaven aan het Technical Cooperation Programme (TCP) met 14% was ook brede steun. Veel landen zouden dit percentage in de toekomst graag verder zien toenemen. Hoewel niemand tegen de verhoging van het TCP met 14% was, waren er wel landen die benadrukten dat de FAO in beginsel een normatieve organisatie is en moet blijven. Ook het herziene strategische raamwerk is met instemming ontvangen. Veel landen spraken hun waardering uit voor de sterke link tussen FAO s strategische doelen en de 2030 Agenda en de daarbij behorende Sustainable Development Goals. Op initiatief van de Russische Federatie ontstond, niet voor het eerst, discussie over het al dan niet opnemen van verwijzingen naar de uitkomsten van het World Humanitarian Summit (WHS). De Russische Federatie stelde wederom dat de uitkomsten niet zijn voortgekomen uit een intergouvernementeel proces en er daarom geen verwijzingen in het document naar deze summit kunnen worden opgenomen. Uiteindelijk is besloten dat er vanwege kostenoverwegingen geen nieuwe versie van het strategisch raamwerk - zonder verwijzing naar het WHS - zal worden uitgegeven, maar dat de verwijzing ernaar in de conclusies van de Raad geschrapt zal worden.

4 Nieuwe publicatie Global Report on Food Crises 2017 gepresenteerd Tijdens een side-event van de FAO Raad op 24 april jl. is het nieuwe Global Report on Food Crises 2017 gepresenteerd. Het rapport is een antwoord op de World Humanitarian Summit 2016 en analyseert voedselcrises wereldwijd. Het doel hiervan is verbeterde en preciezere data over voedselzekerheid om besluitvorming over crisisrespons te faciliteren. Het rapport is gepubliceerd door het Food Security Information Network (FSIN) in samenwerking met acht partijen, waaronder het EU Joint Research Centre, FAO en WFP. Als belangrijkste drijfveren voor voedselcrises wijst het rapport op gewapend conflict en natuurrampen. Ook analyseert het de grootste voedselcrises van het afgelopen jaar in onder andere Afrika en het Midden-Oosten. Daarnaast identificeert het landen om in 2017 in de gaten te houden. Hiertoe behoren de vier hongersnoodlanden, maar ook andere landen met grote voedselonzekerheid aangewezen, zoals Syrië, Ethiopië, Malawi en Zimbabwe. Gedurende de paneldiscussie van het side-event werd de rol van conflict in voedselcrises benadrukt door Dan Gustafson (FAO Deputy DG) en Jan Tombiński (Ambassadeur EU Delegation). Van de 13 grootste voedselcrises zijn er 10 conflictgedreven. Ook werd veel nadruk gelegd op het feit dat de acht betrokken partners tot een consensus zijn gekomen over de cijfers in het rapport. Arif Husain, Chief Economist WFP, benadrukte dat deze consensus zal leiden tot betere samenwerking en meer geloofwaardigheid geeft aan crisisrespons. Het Global Report on Food Crises 2017 is hier te vinden.

5 Duurzame Voedselsystemen en de New Urban Agenda Op 25 april jl. vond en marge van de FAO Raad het side-event Sustainable Food Systems in the New Urban Agenda plaats. De New Urban Agenda (NUA) is een leidraad voor geïntegreerde rurale-urbane ontwikkeling, ondertekend in oktober 2016 tijdens de Habitat III stedenconferentie in Quito, Ecuador. Dit side-event belichtte de lopende inspanningen van steden voor duurzame voedselsystemen en faciliteerde een dialoog over de integratie van duurzame voedselsystemen in urbane ontwikkeling. Roi Chiti van het Habitat III Secretariat zette de New Urban Agenda uiteen en benadrukte dat wanneer we urbanisatie niet adresseren we Agenda 2030, noch de klimaatovereenkomst van Parijs zullen behalen. Zijn presentatie werd gevolgd door een paneldiscussie, waarin Kostas Stamoulis (FAO Assistant DG) meermaals benadrukte dat het essentieel is om de ruraleurbane verbindingen te zien. Daarbij zijn voedselsystemen de centrale verbinding, die veranderen onder zowel technologische ontwikkeling alsook veranderende vraagpatronen. Ook wees Stamoulis op de in urbane context veelvoorkomende paradox van overgewicht en ondervoeding. Hij pleitte dat de strijd tegen alle vormen van malnutritie moet worden gewonnen. Joan Ribó (Burgemeester Valencia) gaf een pleidooi voor de inspanningen van steden voor duurzame urbane ontwikkeling. Te vaak wordt de potentiele bijdrage van lokale overheden over het hoofd gezien. Tenslotte stelde Hinrich Thölken (Ambassadeur Duitsland) dat de NUA niet kan worden geïmplementeerd zonder landbouw erin mee te nemen. Volgens hem zou dit moeten worden meegenomen in de richtlijnen voor de implementatie van de NUA, die op dit moment door een UN task team worden ontwikkeld.

6 Workshop implementatie Nationally Determined Contributions binnen de agrarische sector Bij de FAO vond vorige week op 4 en 5 mei de tweedaagse workshop Meeting the Needs of agriculture, food security and land use plaats. Deze workshop had als doel het lanceren van een nieuwe werkgroep om landen vraaggedreven te helpen bij het implementeren van hun Nationally Determined Contributions (NDC s) op het gebied van landbouw, voedselzekerheid en landgebruik. NDC s zijn de nationaal vastgestelde bijdragen van individuele landen voor het behalen van de klimaatdoelen van het 2015 klimaatakkoord van Parijs. Centraal stond de vraag hoe de werkgroep zou kunnen bijdragen aan bestaande initiatieven. De eerste dag stond in het teken van kennisdeling over de uitdagingen, kansen en ondersteuningsbehoeften die gepaard gaan met het implementeren van NDC's in de agrarische sector. De tweede dag werd de stap gezet van informeren naar het identificeren van activiteiten die bijdragen aan de implementatie van de NDC s in de agrarische sector, maar waarvoor nu nog onvoldoende ondersteuning is. Martin Frick, FAO Director of Climate, Energy and Tenure Division, beschreef de rol van FAO hierin als die van een bemiddelaar, die ervoor zorgt dat ontwikkelingslanden de juiste ondersteuning ontvangen. FAO levert de technische expertise en het Green Climate Fund (GCF) de middelen. Frick benadrukte echter dat er veel meer nodig is dan het GCF om de temperatuurstijging als gevolg van klimaatverandering binnen de perken te houden. Verder gaf hij aan dat we ons bij het bedenken en uitvoeren van NDC's op onbekend terrein bevinden. Daarom moeten we accepteren dat niet alles wat we doen zal werken. Het is belangrijk dat we niet alleen de succesverhalen met elkaar delen, maar ook de mislukkingen, aldus Frick. Verschillende landen deelden middels presentaties hun grootste prioriteiten, uitdagingen en kansen met betrekking tot de implementatie van NDC s in de agrarische sector. Duidelijk werd dat een one-size-fits-all solution niet bestaat. Wel waren er in grote lijnen overeenkomsten. Zo gaven de meeste landen

7 aan ondersteuning nodig te hebben bij: (1) het opstellen van coherente beleidsraamwerken; (2) het ontwikkelen van voldoende capaciteit voor implementatie; (3) het krijgen van toegang tot financiële middelen voor investeringen; (4) het ontwikkelen van onderzoekscapaciteit om data te analyseren; en (5) het naleven van het aangescherpte kader voor transparantie. Voor een volgende bijeenkomst van de werkgroep staat het verder uitwerken van de ondersteuningsbehoefte op het programma. Over ruim een jaar hoopt de werkgroep concrete resultaten te kunnen presenteren tijdens de 24th session of the Conference of the Parties (COP24) van het UN Framework Convention on Climate Change. World Food Programme (WFP) Publicatie At the Root of Exodus; Food security, conflict and international migration De studie At the Root of Exodus; Food security, conflict and international migration van WFP laat de relatie tussen voedselzekerheid, conflict en migratie zien. De afgelopen jaren is internationale migratie aanzienlijk toegenomen; in 2015 ging het om een totaal van 244 miljoen mensen wereldwijd. Gedwongen ontheemding bereikte in 2015 ook een record met 65.3 miljoen mensen (vluchtelingen, internally displaced persons en asielzoekers). Hoewel deze absolute cijfers een stijging laten zien, is het percentage migranten op de totale wereldbevolking echter gelijk gebleven met ongeveer 3%. WFP s studie laat zien dat landen waar voedselonzekerheid gepaard gaat met conflict de hoogste migratie cijfers hebben: - Vluchtelingenstromen nemen met 0,4% toe voor elk jaar dat een conflict langer duurt; - Vluchtelingenstromen nemen met 1,9% toe voor elk percentage dat de voedselzekerheidsituatie verslechtert. - Landen met hoge migratie worden gekenmerkt door hoge ondervoedingscijfers, bevolkingsdruk en gewapend conflict. In deze context kan verbeterde voeding migratie terugbrengen met 1.6 tot 2.0 personen per 1000 inwoners.

8 WFP heeft voor deze studie onder meer interviews gehouden met verschillende groepen migranten: 1) Syrische vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Turkije; 2) Afghanen en Syriërs in Griekenland; en 3) migranten in Italië (vooral West- Afrikanen en Bengalen). De individuele verhalen en ervaringen in het rapport zijn indrukwekkend en geven een duidelijk beeld van de verschillende beweegredenen van groepen migranten en volgens welke patronen migratie plaatsvindt. De studie laat verder zien dat de relatie tussen conflict, armoede, voedselzekerheid en migratie cyclisch is, of liever gezegd vicieus: conflict leidt tot armoede en voedselonzekerheid, en dit zet aan tot migratie. Tegelijkertijd veroorzaakt migratie ook voedselonzekerheid omdat migranten en vluchtelingen door hun reserves heen raken en niet meer in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. In deze situatie zien sommige migranten zich genoodzaakt om zich bij gewapende partijen aan te sluiten om zichzelf en hun familie in leven te houden, waarmee het conflict in stand gehouden wordt of zelfs verder aangewakkerd. WFP concludeert ook dat een meerderheid van de vluchtelingen in de buurt van hun plaats van herkomst blijft in verband met sociale en culturele banden, maar dat migranten doorreizen als het op een opvanglocatie ontbreekt aan basisvoorzieningen en werkgelegenheid. Een tekenend voorbeeld hiervan is Libië, waar de omstandigheden zo schrijnend zijn dat migranten hele hoge risico s nemen voor een overtocht naar Europa, ook als Europa eigenlijk helemaal geen einddoel was. Het rapport At the Root of Exodus: Food security, conflict and international migration is hier te vinden. International Fund for Agricultural Development (IFAD) Nieuwe president ontvouwt ambitieuze plannen De nieuwe IFAD President Houngbo kan durf zeker niet worden ontzegd. Na net een maand in functie heeft hij zeer ambitieuze plannen bij donoren in de week gelegd. Omdat hij in een lopend proces van middelenaanvulling inspringt met als

9 einddatum december 2017, wilde hij al voor het tweede overleg in juni van zich laten horen. Houngbo wil het Programme of Loans and Grants, momenteel 3,2 miljard dollar voor IFAD 10 ( ), opschroeven naar 4,5 miljard voor IFAD 11 ( ). Een verhoging van bijna 50%. Hij rechtvaardigde deze ambitie door te wijzen op Agenda 2030, geschraagd door inschattingen over wat IFAD realistisch gezien zou kunnen wegzetten. Om het grotere programma te financieren moet IFAD naast het waarmaken van een ambitieuze middelenaanvulling - 1,5 miljard dollar voor de termijn zijn inkomstenbronnen diversifiëren. Nu nog komt het meeste geld binnen als core-bijdragen van lidstaten tijdens de middelenaanvullingen. Ook zijn twee leningen afgesloten in het kader van sovereign borrowing, het inlenen van semi-publieke instellingen om verder door te lenen aan IFAD s cliëntlanden. IFAD zou in het vervolg vooral gebruik moeten maken van Concessional Partner Loans, leningen van ontwikkelde landen die ook extra stemrecht binnen IFAD opleveren, en als last resort market borrowing, zoals IDA recentelijk heeft gedaan. Een gang naar de kapitaalmarkt reeds voor IFAD 11 moet niet worden uitgesloten, indien IFAD zover is, indien nodig omdat de middelenaanvulling tegenvalt. Om de ontwikkelingseffectiviteit te vergroten dient IFAD een grotere landenselectiviteit te betrachten en het huidige aantal ontvangende landen van rond de 90 terug te brengen naar of zelfs minder. Hierdoor wordt geld minder uitgesmeerd en kan er betere monitoring plaatsvinden. Ook dient er een grotere focus te komen op de armste landen (LIC s en LMIC s). Op termijn zal 100% (nu 80-90%) van de core-bijdragen (concessioneel geld) naar deze categorie moeten gaan. IFAD moet een beleid krijgen ten aanzien van transition, reversal en graduation. Dit houdt in dat landen door grotere ontwikkeling van zeer concessionele leningen naar minder concessionele leningen gaan (transition), landen die in zwaar weer komen kunnen terugvallen op concessionele leningen (reversal) en dat sommige landen niet meer in aanmerking komen voor IFADleningen (graduation). Tenslotte vond Houngbo dat IFAD een plan moet krijgen voor grotere transparantie en openheid. Deze plannen zullen in juni door lidstaten worden besproken.

10 Colofon Permanente Vertegenwoordiging Nederland bij de VN-instellingen voor Voedsel en Landbouw te Rome De verzendlijst is in april 2017 opnieuw vastgesteld. Mocht deze nog onvolledig zijn, dan horen wij graag van u welke adressen toevoeging behoeven. Wanneer u deze nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, dan verzoeken wij u contact op te nemen via onderstaand adres. Gelieve alle communicatie te sturen naar rof@minbuza.nl. Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is toegezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten.