Studiegids. Studiejaar Masteropleiding. Leraar Nederlands

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiegids. Studiejaar Masteropleiding. Leraar Nederlands"

Transcriptie

1 Studiegids Studiejaar Masteropleiding Leraar Nederlands september 2016

2 Disclaimer: Deze studiegids is met zorg samengesteld, doch voor de juistheid en volledigheid ervan kan niet 100 % worden ingestaan. U wordt verzocht de officiële en formeel vastgestelde documenten Opleidingsstatuut (OS) en Onderwijs- en Examenregeling (OER) te raadplegen waarin alle regelingen en curriculumzaken correct vermeld staan.

3 Inhoud A. ALGEMEEN DEEL Studeren bij het HMP, HAN Master Programma s Studiegids en opleidingsstatuut Omschrijving en profiel van de Master De educatieve Master Doel van de opleiding Competenties Visie op onderwijs: kennisontwikkeling en toepassing Het onderwijsprogramma (schets van het curriculum) Beoordeling en toetsing Professionalisering en tutor Beroepsprocedure Studentvoorzieningen Openingstijden gebouw HAN Masterprogramma s Receptie Secretariaat Voorzieningen in Arnhem en Nijmegen Examenaanvraag en afstuderen De aanvraag voor het getuigschrift doet de student zelf bij het secretariaat, kamer 0.13 in gebouw Berg en Dalseweg uiterlijk op de genoemde controledata. De aanvraag dient door de coördinator van de opleiding voor gezien getekend te zijn. De datum voor de datering van het getuigschrift is vrijwel steeds de laatste werkdag van een maand. De student dient zich bij Studielink zelf uit te schrijven en hanteert daarbij als datum dag 1 van de maand volgend op de examendatum B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL MASTER NEDERLANDS Voor wie? Het vak Nederlands in het eerstegraadsgebied Toelating Titel Studieadvies Colleges en studiebelasting Studiekosten Kopieerkosten... 16

4 9. Studieprogramma Eindkwalificaties Vakcomponent Nederlands Opleidingsmodel en visie Docenten Master Nederlands Het curriculum voor cohort in één oogopslag Onderwijseenheden en tentamens Studiebegeleiding Algemene informatie over studiebegeleiding Specifieke invulling studiebegeleiding Campusdecaan Studenten met een handicap of chronische ziekte Vertrouwenspersonen Klachtencommissie grensoverschrijdend gedrag Ombudsman HAN Voorlichtingscentrum HAN ondernemersdesk HAN Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CvvO) Studentenvoorzieningen Openingstijden gebouw HAN Masterprogramma s Receptie Voorzieningen in Arnhem en Nijmegen Leermiddelen en ruimtelijke voorzieningen DEEL C BIJLAGEN Bijlage 1 Bekwaamheidseisen Docent Voorbereidend Hoger Onderwijs (VHO) (eerstegraads) (2004) Bijlage 2 Jaarkalender Master Leraar Nederlands Bijlage 3 Tripartiete contract TRIPARTIETE CONTRACT... 92

5 STUDIEGIDS Master Leraar Nederlands A. Algemeen deel 1. Studeren bij het HMP, HAN Master Programma s Welkom We heten je van harte welkom bij HAN Master Programma s (HMP). Of je nu een nieuwe student bent, die dit collegejaar aan de masteropleiding tot eerstegraadsdocent begint, of een ouderejaarsmasterstudent: we verheugen ons op de samenwerking. We hopen dat ieder na deze zomervakantie uitgerust aan het studiejaar begint. Een masteropleiding is niet niks, die vraagt inspanning en doorzettingsvermogen. Maar na de eindstreep, wanneer je het getuigschrift hebt behaald, ben je dan ook bevoegd het beroep van leraar in het eerstegraadsgebied uit te oefenen. Het werkveld wacht op meer van die kwalitatief sterke docenten! We doen als HMP ons uiterste best je te ondersteunen bij je ontwikkeling tot volwaardig eerstegraads docent, we hebben vertrouwen in je. Het feit dat jij in je opleiding wilt investeren, bewijst ons dat je proactief, ambitieus, onderzoekend, nieuwsgierig, innovatief en kritisch bent. Dat zijn de noodzakelijke ingrediënten voor een verdiepende, interessante studie en voor een stevige stap voorwaarts in je onderwijscarrière. Heel veel plezier en succes dit studiejaar! Het team van de Masteropleiding Leraar Nederlands 2. Studiegids en opleidingsstatuut In deze studiegids vindt u belangrijke informatie over de inhoud en organisatie van de opleiding. Deel A: algemene informatie over het onderwijs en de opleiding Deel B: specifieke informatie over de door u gekozen lerarenopleiding Deel C: bijlagen Naast deze studiegids is er ook een opleidingsstatuut. Het opleidingsstatuut is een formeel document over rechten en plichten als student aan de opleiding. Hierin vindt u de spelregels die horen bij een opleiding aan de HAN met betrekking tot thema s als toetsing en opleidingsorganisatie. Het opleidingsstatuut kunt u vinden op de elektronische leeromgeving van de opleiding (Onderwijs-online). Zodra u student bent op deze opleiding, ontvangt u hiervoor een inlogcode. Een en ander wordt toegelicht bij aanvang van de studie. 3. Omschrijving en profiel van de Master Een Master of Education leidt op tot zelfstandige en zelfverantwoordelijke leraren die adequaat functioneren in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en die in staat zijn onderwijskundige vernieuwingen binnen hun vakgebied te leiden en vorm te geven. Hiervoor is een grote mate aan vakkennis, kennis van het doen van onderzoek en zijn de beginselen van leiderschapskwaliteiten nodig. 5

6 4. De educatieve Master 4.1 Doel van de opleiding De opleiding stelt zich te doel om ervaren tweedegraadsdocenten Nederlands op te leiden tot startbekwaam eerstegraadsdocent op masterniveau. Hiertoe biedt de opleiding een leeromgeving en curriculum dat studenten in staat stelt hun competenties verder te ontwikkelen tot dit niveau. Dit is nader uitgewerkt in de eindkwalificaties van de opleiding. Onder invloed van constructivistische opvattingen over kennisverwerving in het onderwijsleerproces wordt u gezien als zelfverantwoordelijke en actieve constructeur van kennis. De rol van docent is naast instructeur en kennisoverdrager ook begeleider/schoolbegeleider van het leerproces en de persoonlijke ontwikkeling en beroepsoriëntatie van leerlingen. In het onderwijs aan educatieve Masters van de HAN worden de volgende pijlers gehanteerd, die u in elke opleiding terug zult vinden: 1. Competenties 2. Kennisbasis 3. Dublindescriptoren 4.2 Competenties Ad. 1. Competenties De eindkwalificaties van de opleiding Master of Education zijn geformuleerd in termen van competenties. Onder een competentie verstaat de opleiding een combinatie van kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes. Bij kennis gaat het om de vraag: weet u het? Bij competenties gaat het om de vraag: doet u het? Voor de docent voorbereidend hoger onderwijs (het oorspronkelijke eerstegraadsonderwijsgebied) gebruikt de opleiding de landelijk vastgestelde set competenties, die geconcretiseerd zijn in de vorm van kennis- en gedragsindicatoren. De onderstaande competenties zijn landelijk geformuleerd door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL), in 2012 opgegaan in de Onderwijscoöperatie: 1. interpersoonlijk competent 2. pedagogisch competent 3. vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. organisatorisch competent 5. competent in het samenwerken met collega s 6. competent in het samenwerken met de omgeving 7. competent in reflectie en ontwikkeling Ad. 2. Kennisbasis Om als docent uw werk goed te kunnen doen hebt u kennis en vaardigheden nodig. In uw opleiding is ruimschoots aandacht voor het verdiepen van uw vakkennis. Om goed (= competent) te kunnen handelen maakt u vanzelfsprekend gebruik van deze kennis, vaardigheden en attituden. De gezamenlijke lerarenopleidingen hebben in overleg met en na legitimering door universiteiten en het werkveld vastgesteld welke kennis minimaal vereist is in de hbo-masteropleidingen. We noemen dit de kennisbasis. De inhouden van ons vakcurriculum zijn daarop geënt. De kennisbasis wordt herijkt in het studiejaar binnen het landelijk overleg vakmasters. 6

7 Ad. 3. Dublindescriptoren Aan elke masteropleiding worden kwaliteitseisen gesteld die het niveau van de opleiding vaststellen: de Dublindescriptoren. De HAN bewaakt het niveau van de opleiding met behulp van deze descriptoren (beschrijvingen). De Dublindescriptoren, die gelden in heel Europa, zijn als volgt geformuleerd: Kennis en inzicht De beroepsvaardigheden en kennis die studenten hebben verworven in een Bachelor of Education, worden in de Master verdiept. Deze verdieping vindt zowel op vakinhoudelijk, als onderwijskundig en vakdidactisch gebied plaats. Om goed onderwijs te kunnen ontwerpen, innoveren, uitvoeren en onderzoeken heeft de student kennis en inzicht nodig. Hij moet ideeën kunnen ontwikkelen en die op originele wijze kunnen vertalen in nieuwe leerarrangementen. Toepassing van kennis en inzicht De masteropleiding doet een groot beroep op het zelfstandig transformeren van concepten uit het vakgebied naar de examendomeinen van het schoolvak in de tweede fase. De Master is in staat in nieuwe en/of onbekende omstandigheden binnen een bredere of multidisciplinaire context kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Oordeelsvorming Een masterstudent leert meer dan een bachelorstudent zelfstandig en kritisch gebruik te maken van (onvolledige en beperkte) informatie uit (overheids-)beleid, onderzoek en andere bronnen op wetenschappelijk niveau. Communicatie Om leiding te kunnen geven aan onderwijskundige vernieuwingen en adequaat te kunnen communiceren naar alle betrokken partijen (leerlingen uit de bovenbouw havo/vwo, ouders, vakcollega's, schoolleiding) moet de afgestudeerde Master over communicatieve vaardigheden op niveau beschikken. Leervaardigheden De afgestudeerde Master moet zowel ontwikkelingen in zijn vakgebied bijhouden als die op onderwijskundig en didactisch gebied. Daarnaast moet hij een bijdrage leveren aan de verbetering van de eigen onderwijspraktijk en de ontwikkeling van de school als lerende organisatie. Om dit te bereiken moet hij zijn eigen professionalisering vorm kunnen geven. Deze uitgangpunten komen tot uitdrukking in het opleidingsprogramma in de vorm van: de kennisbasis (inclusief vakdidactiek) professionalisering onderzoeksvaardigheden (inclusief vakdidactiek) 4.3 Visie op onderwijs: kennisontwikkeling en toepassing Bij de vormgeving van het competentiegericht opleiden binnen de duale masteropleidingen is het uitgangspunt dat de student vanuit werkervaring en een tweedegraadsbevoegdheid de eindkwalificaties op eerstegraadsniveau verwerft en toont door bijvoorbeeld het afleggen van kennistentamens en het werken aan leertaken op het gebied van vakinhoud en vakdidactiek, de eigen professionele ontwikkeling (vastgelegd in een ontwikkelingsplan (POP) en in een portfolio) en onderzoeksvaardigheden (bijvoorbeeld de masterthesis). Competentieontwikkeling is het doel, tentamens en leertaken zijn daartoe een middel. 7

8 Kennistentamens toetsen de vakinhoudelijke bagage van de masterstudent op vakniveau. Een leertaak is een taak die los van de schoolcontext gestalte kan krijgen. Een voorbeeld is het verdiepend onderzoek letterkunde, waarbij de studenten een onderzoek doen naar (verbanden tussen) enkele recente en oudere literaire werken op basis van een door de student zelf geformuleerde vraag. Een leerwerktaak is een taak die in de context van de school waar de student werkt, vormgegeven wordt en waarbij verschillende competenties geoefend kunnen worden. Een voorbeeld is het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP), waarin studenten aan de hand van de SBL-competenties en daarbij horende indicatoren beschrijven waar ze staan en wat ze op de werkplek nog moeten gaan leren om op het vereiste eindniveau te kunnen komen. Ook de opdracht van het visitatierapport bij taalbeheersing schrijven, waarbij de student het schrijfvaardigheidsonderwijs op de eigen school kritisch doorlicht, is een leerwerktaak. In het laatste jaar van de opleiding wordt de student geacht zijn eigen praktijkonderzoek grotendeels vorm te geven. De student is zelf verantwoordelijk voor het opzetten, uitvoeren en evalueren van dit onderzoek in de context van de school. Op de opleiding wordt de student daarbij ondersteund door de onderzoeksgroep, lectoren en de tutor en op de school door de schoolbegeleider, eventueel ondersteund door het team waarin hij werkt. Academische opleidingsscholen hebben tegenwoordig een eigen onderzoeksteam, dat studenten kan ondersteunen bij het doen van onderzoek. HMP participeert in de Academische Opleidingsschool. Dat betekent dat studenten van de master ook een beroep kunnen doen op de aanwezige expertise binnen de AOS. De toenemende zelfsturing van de student gaat gepaard met een afnemende docentsturing in de gehanteerde didactiek en de didactische werkvormen. Didactische werkvormen: practice as you preach Het doel van de masteropleiding is niet alleen dat studenten zich een uitgebreid vakdidactisch repertoire eigen maken, maar ook dat zij op basis van recente inzichten uit de literatuur onderbouwd keuzes kunnen maken hoe zij in specifieke gevallen bovenbouwleerlingen havo en vwo willen brengen tot een deep understanding in het betreffende vakgebied. Hierbij staat de vakdidactiek zoals vastgelegd in de vakkennisbasis centraal. Kwaliteitsborging Het opleidingsteam is verantwoordelijk voor de didactische werkvormen die gebruikt worden. Hierover is regelmatig overleg binnen het opleidingsteam onder voorzitterschap van de opleidingscoördinator. De kwaliteit van dit facet wordt gemeten via verschillende evaluaties, zoals het studenttevredenheidsonderzoek (NSE) en de periodieke onderwijsevaluaties. 4.4 Het onderwijsprogramma (schets van het curriculum) De duale masteropleiding heeft een omvang van in totaal 2520 studiebelastingsuren (90 studiepunten). De doorlooptijd is tweeënhalf tot drie jaar. In deze studiegids vindt u een beschrijving van iedere onderwijsactiviteit en leest u over de toekenning van studiepunten. Daarnaast kunt u in de digitale omgeving Onderwijs Online per opleiding meer informatie vinden. De studie krijgt gestalte binnen de beroepspraktijk van de student en in bijeenkomsten op het opleidingsinstituut. Vanaf het begin van uw opleiding staat de beroepspraktijk centraal. U wordt steeds gestimuleerd om uw handelen als toekomstige eerstegraadsdocent verder te ontwikkelen. De werkplek is dan ook een belangrijke plaats om aan uw competenties te werken. Voor een succesvol verloop van de opleiding is het vereist dat u (in ieder geval) op het einde van het eerste studiejaar werkzaam bent in het 8

9 eerstegraadsgebied. Via een tripartiete overeenkomst maken we met de drie betrokken partijen (HAN, school en student) afspraken. Zie bijlage 2. Het curriculum van de opleiding bestaat qua opbouw uit twee programmalijnen die elkaar frequent raken: (1) de vaklijn en (2) de onderzoeks- en professionaliseringslijn. De vaklijn bestaat uit 60 studiepunten vakinhoud waarbij de theorie van het vakgebied en de didactiek centraal staat. Tweederde van de opleiding bestaat dus uit het verwerven van een stevige kennisbasis; de vakinhouden, die zijn afgeleid van de eindtermen voor de exameneisen en de vakinhouden van de afzonderlijke vakken in de tweede fase. Daarnaast staat de vakdidactiek centraal. Kennis van de vakinhoud en -didactiek gebruikt u om juiste keuzes te maken ten aanzien van de inhoud van het onderwijs en de manier waarop dat wordt aangeboden. De onderzoeks- en professionaliseringslijn beslaat 30 studiepunten en bestaat uit professionele beroepsvoorbereiding en onderzoek in dienst van de praktijk. In de onderzoekslijn staat het onderzoeksmatig ontwerpen van leerarrangementen centraal. De afgestudeerde master of education is in staat om zelfstandig en onderzoeksmatig nieuwe leerarrangementen te ontwerpen en deze systematisch te beproeven en bij te stellen. Dit betekent ook dat hij/zij in de school kan fungeren als initiator en begeleider van curriculumvernieuwingen. Tijdens de opleiding maakt de student kennis met methoden van (ontwerpgericht) onderzoek en voert de student concrete (deel-)opdrachten in de praktijk uit, uitmondend in een groter afstudeeronderzoek, de masterthesis, in het laatste jaar. De onderzoekslijn in de masteropleidingen is opgezet in samenwerking met de lectoren van de Faculteit Educatie van de HAN. Onderzoek richt zich daarbij niet alleen op het leveren van een bijdrage aan de schoolontwikkeling, maar ook op een systematische reflectie op uw eigen professionele ontwikkeling kijken. Onderzoek wordt op deze manier een vanzelfsprekende attitude van de masterstudent. Bij de start van de opleiding staat de vakinhoud meer centraal, later in de opleiding krijgt onderzoek meer gewicht. De onderzoekscompetenties komen echter al aan de orde vanaf de start van de opleiding. In het laatste jaar van de opleiding komen de programmalijnen vakinhoud en onderzoek bij elkaar in een geïntegreerde opdracht: de masterthesis. 4.5 Beoordeling en toetsing Tijdens de opleiding wordt u regelmatig beoordeeld. Bij de meeste onderwijseenheden (OWE s) zijn zowel kennistoetsen als leer(werk) taken geformuleerd. Deze staan per OWE verderop in deze studiegids benoemd. Indien de toetsen en taken die bij een OWE horen, met een voldoende zijn afgerond, bent u geslaagd voor die OWE en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. De leerlijn praktijkgericht onderzoek is ingebed in de doorlopende cursus Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering (VOP). De producten die binnen de leerlijn gemaakt worden, worden in leerjaar 1 beoordeeld door de docent vakdidactiek en in leerjaar 2 en 3 steeds door een docent vakdidactiek en een onderzoeker vanuit het Kenniscentrum voor Kwaliteit van Leren, die ook de begeleiding hierbij verzorgen. De beoordeling geschiedt aan de hand van heldere beoordelingsformulieren die gekoppeld zijn aan een beoordelingsrubric, waarin u precies kunt aflezen op welk niveau u een bepaald criterium gerealiseerd hebt. Wanneer u alle tentamens met een voldoende hebt afgesloten en ook de onderzoeksproducten, waaronder het afsluitende praktijkgericht onderzoek, met minimaal een voldoende zijn gewaardeerd, komt u in 9

10 aanmerking om het eindassessment af te leggen. Dit is hét meetmoment om te bepalen of u als eerstegraadsdocent bekwaam bent. Naast de behaalde deeltentamens en de beoordeling van de meesterproef wordt uitgebreid gekeken naar uw POP en het verzamelde bewijs voor uw competenties in uw portfolio. Dat portfolio hebt u gedurende uw hele studie aangelegd en is gebaseerd op uw leerdoelen uit uw POP, waarover u regelmatig met uw tutor spreekt. Het portfolio omvat ook een diepgaande en theoretisch onderbouwde reflectie op de eigen professionele ontwikkeling, het docentschap in de bovenbouw en het schoolvak Nederlands. Er vindt bij zo n integrale toetsing altijd een mondelinge toets plaats met twee examinatoren. Bij voldoende resultaat worden de betreffende studiepunten toegekend. Een reparatieopdracht is mogelijk. Een gedetailleerde beschrijving van de professionaliseringslijn en de beschrijvingen van de producten vindt u in het document Professionele ontwikkeling op de werkplek. U ontvangt het document bij de introductie en het is voor u beschikbaar op Onderwijs Online. Op basis van welke criteria wordt u beoordeeld? De examinatoren beoordelen of u voldoende overtuigend bewijsmateriaal in uw portfolio hebt opgenomen om aan te tonen dat u competent handelt op het niveau van de eerstegraadsdocent. Uw portfolio wordt beoordeeld door de examinatoren aan de hand van het formulier Masterexamen beoordeling. Het assessment kan aanleiding zijn om individuele scores voor competenties naar boven of naar beneden bij te stellen. Dit betekent dat de competenties een belangrijke graadmeter zijn voor uw beoordeling. Die zijn uitgewerkt in gedragsindicatoren, zie bijlage 1. Voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling zullen de examinatoren uw bewijsmateriaal controleren op de volgende punten: 1. Authenticiteit: is dit bewijsmateriaal echt van u? In geval u het materiaal van anderen instuurt, kan dit een zaak worden voor de examencommissie. 2. Actualiteit: geeft dit bewijsmateriaal de meest actuele stand van zaken weer ten aanzien van uw competentieontwikkeling? 3. Relevantie: is het bewijsmateriaal relevant voor deze integrale toetsing? 4. Variatie: laat u uw competentieontwikkeling in meerdere situaties zien? 5. Meervoudigheid: levert u meerdere bewijsstukken om uw competentieontwikkeling te bewijzen? 4.6 Professionalisering en tutor Studenten krijgen bij de start van de opleiding een tutor toegewezen. Deze helpt u onder meer bij de inrichting van uw studie en de vragen en dilemma s die u tegenkomt. In de opleiding draait het natuurlijk bij uw professionele ontwikkeling van onderbouw- naar bovenbouwdocent om de verwerving van de specifieke beroepscompetenties van de bovenbouwdocent. De onderwijsactiviteiten helpen u daarbij, maar meer nog gaat het om uw inspanningen en ervaringen als docent tussen de leerlingen in de bovenbouw. De verwerving van die competenties is een continu proces en is in de eerste plaats uw eigen verantwoordelijkheid, maar in dit traject wordt u gesteund en geadviseerd door de tutor. In de aanvangsfase bespreekt u samen waar u staat in uw ontwikkeling, wat prioriteit krijgt, hoe u planmatig verder werkt aan uw bekwaamheid. De voortgang van die ontwikkeling moet goed zichtbaar zijn, voor uzelf, voor de tutor en voor anderen. Dit krijgt zijn uitwerking in concrete plannen (Praktijktheorie), handelingen en reflecties. Samen beschouwt u de leerervaringen en de voortgang van het ontwikkelproces. Zo bouwt u gaandeweg aan een portfolio waarin u uw ontwikkeling documenteert en de verworven bekwaamheden (aan-)toont. Het programma van de professionalisering is nader uitgewerkt in de handleiding Professionele ontwikkeling op de werkplek. 10

11 4.7 Beroepsprocedure Tegen beoordelingen kunt u, nadat het besluit bekend is gemaakt, in beroep gaan. De termijn waarbinnen u in beroep moet gaan is te vinden op het intranet HAN Beroepsprocedures en de OER (Onderwijs- en ExamenRegeling). In de OER en het Opleidingsstatuut (OS) op intranet staan alle regelingen Studentvoorzieningen Een overzicht van de belangrijkste studentenvoorzieningen van de HAN staat in het algemeen deel van het studentenstatuut. Zie ook de HAN-website: De HAN werkt nauw samen met de Radboud Universiteit Nijmegen (RU). HAN-studenten kunnen gebruik maken van een aantal RUstudentenvoorzieningen. Voor nadere informatie over deze voorzieningen: surf naar Openingstijden gebouw HAN Masterprogramma s De lessen van de masteropleiding vinden plaats op de volgende locatie: HAN Masterprogramma s (HMP) Berg- en Dalseweg BC Nijmegen Telefoon: Het gebouw is dagelijks open van 8:00 tot 18:00 uur, met uitzondering van schoolvakanties. Op woensdagen is er ook een avondopenstelling tot 20:00 uur Receptie Deze bevindt zich in de centrale hal. Medewerkers en studenten kunnen bij de receptie terecht voor: het reserveren van vergader- en studieruimten, audiovisuele apparatuur en cateringvoorzieningen let op: reserveringen van onderwijslokalen vinden plaats bij de roosteraar aanvraag tijdelijke parkeerkaarten gevonden en verloren voorwerpen melden van technische storingen melden van gevaarlijke situaties in of rondom het gebouw (bv. gladheid) ziek- en betermeldingen Secretariaat Het secretariaat voor de Master Leraar Nederlands wordt beheerd door Mariska Sanders (masters@han.nl / s ). Studenten kunnen voor allerlei organisatorische vragen bij haar terecht. Zij beheert ook de studentdossiers en de cijferadministratie. Telefoonnummer Mariska is aanwezig maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag. Kamer Voorzieningen in Arnhem en Nijmegen Studiecentra 11

12 De HAN beschikt over 5 studiecentra, waarvan 2 in Arnhem en 3 in Nijmegen. Hier kunt u uitgebreid zoeken in papieren en digitale bronnen, of rustig werken aan een werkstuk of presentatie. Voor meer informatie, onder andere over de openingstijden en telefoonnummers, kunt u terecht op de website van de studiecentra: Tevens kunt u via contact zoeken. Het adres is: studiecentra@han.nl ICT-voorzieningen van de HAN Uw studie speelt zich voor een steeds groter deel online af: met uw HAN-account logt u in op uw en via de elektronische leeromgeving Onderwijs Online wisselt u informatie, opdrachten en resultaten uit met medestudenten en docenten. Zorg ervoor dat u een HAN-account in gebruik heeft bij de start van uw opleiding. Dan hebt u toegang tot alle digitale voorzieningen die hier staan genoemd. Op vindt u meer informatie over het aanmaken en gebruik van uw HAN-account. HAN-Talencentrum Bij het HAN-Talencentrum kunt u terecht voor al uw vertaalvragen en voor uiteenlopende cursussen, trainingen en workshops op het gebied van taalvaardigheid. Zie 12

13 6. Examenaanvraag en afstuderen De aanvraag voor het getuigschrift doet de student zelf bij het secretariaat, kamer 0.13 in gebouw Berg en Dalseweg uiterlijk op de genoemde controledata. De aanvraag dient door de coördinator van de opleiding voor gezien getekend te zijn. De datum voor de datering van het getuigschrift is vrijwel steeds de laatste werkdag van een maand. De student dient zich bij Studielink zelf uit te schrijven en hanteert daarbij als datum dag 1 van de maand volgend op de examendatum. Examendata getuigschrift Uiterlijke datum melden afstuderen en controle cijferlijst in Alluris Datering getuigschrift en vaststelling graad door de examencommissie Uitreiking getuigschrift Vrijdag 23 september september 2016 Vrijdag 21 oktober oktober 2016 Vrijdag 18 november november 2016 Vrijdag 16 december december 2016 Vrijdag 20 januari januari 2017 Woensdag 15 februari 2017 Vrijdag 17 februari februari 2017 Vrijdag 24 maart maart 2017 Vrijdag 21 april april 2017 Vrijdag 19 mei mei 2017 Vrijdag 23 juni juni 2017 Woensdag 5 juli 2017 Vrijdag 7 juli juli 2017 Maandag 28 augustus augustus 2017 Woensdag 13 september 2017 Tijdspad afstuderen master Nederlands HMP studiejaar De tijdpaden voor het afstuderen zijn gebaseerd op vastgelegde termijnen. Als student vraagt u het assessment aan bij de tutor (CC coördinator). Het examen vraagt u aan middels een aanvraagformulier dat u kunt verkrijgen via het secretariaat. Dit gebeurt uiterlijk op de controledata in de vorige tabel. Uitschrijving als student is een belangrijke datum: deze datum komt op het getuigschrift. De HAN biedt deze uitschrijvingsmomenten maandelijks aan. 13

14 Aanvraag assessment uiterlijk (inleveren conceptportfolio bij tutor) Inleveren definitief portfolio bij tutor Resultaten in HAN-SIS compleet, inclusief cijfer Onderzoek Aanvraag examen Datum assessment Controle ex. gegevens door secr. HMP Datum uitschrijving als student(e). Datering getuigschrift Wo Wo Wo Wo Vrij Vrij Diplomauitreiking Wo Wo Wo Wo Vrij Ma Wo Wo Wo Wo Vrij Wo Wo Wo Wo Wo Vrij Vrij Wo Wo Wo Wo Vrij Di Wo diploma Wo Wo Wo Wo Vrij di Wo Wo Wo Wo Vrij Do Wo Wo Wo Wo Vrij Zo Wo Wo Di Wo Vrij Wo Wo Wo Wo Wo Vrij Vrij Wo 5-7 diploma Wo Wo Wo Wo Vrij Ma Wo diploma Aan dit overzicht kunnen geen rechten ontleend worden. Het is bedoeld als een hulpmiddel om het afstudeertraject te plannen. De termijnen zijn ontleend aan het examenreglement en worden niet aangepast. De data voor controle gegevens en uitschrijving als student zijn ook in de studiegids en in het OER opgenomen. 14

15 B. Opleidingsspecifiek deel Master Nederlands Informatie over de opleiding tot docent eerstegraad Nederlands 1. Voor wie? Deelnemers aan deze duale opleiding zijn docenten in het voortgezet onderwijs. Een groot deel van deze groep werkt als leraar in de onderbouw, een enkeling geeft al les in de bovenbouw. De opleiding is zo opgezet dat u bij het verwerven van de beroepscompetenties gebruikmaakt van uw werkervaring. Een formele overeenkomst met de school waar u werkzaam bent, maakt het mogelijk onderzoeksopdrachten t.b.v. uw professionele ontwikkeling gewoon op de eigen school uit te voeren. Een vertrouwde omgeving is een goede voedingsbodem voor verdere ontwikkeling. Bovendien zorgt dit duale karakter ervoor, dat zowel de student als de school direct effect hebben van de genoten masteropleiding. 2. Het vak Nederlands in het eerstegraadsgebied Het schoolvak Nederlands in de bovenbouw havo en vwo is een verplicht vak in alle profielen. Het examenprogramma omvat naast de bekende domeinen taalvaardigheid (A, B, C en D) het in de onderbouw nauwelijks bekende domein literatuur: het ontdekken, lezen, analyseren, interpreteren en waarderen van literaire teksten. Ook de leerling (zelfstandig, kritisch, debatzoekend, maatschappelijk geïnteresseerd) in de bovenbouw maakt het vak anders, met een andere pedagogiek en didactiek, gericht op het stimuleren en begeleiden van het zelfverantwoordelijk leren. Het vak is ook minder vast gedefinieerd. Het biedt veel ruimte voor initiatief en vraagt steeds om keuzes; de inhouden (literaire of maatschappelijke teksten) liggen immers niet vast, net zo min als werkvormen. Het vraagt van de docent nieuwe en complexe taken die niet alleen vakexpertise en managementkwaliteit verlangen, maar ook flexibiliteit, kritisch denken, creativiteit en resultaatgerichtheid. In ons onderwijs wordt het schoolvak Nederlands wel het centrale vak genoemd. Dat geldt voor de onder-, maar zeker ook voor de bovenbouw: we denken in taal, observeren en onderscheiden in taal, formuleren in taal, leren in taal, we leven in taal. De andere schoolvakken zijn Nederlands voor hun welslagen voor een deel schatplichtig. De leraar Nederlands is een centrale figuur in de school met daarbij behorende verantwoordelijkheden. Toch kleeft aan het vak ook het pejoratieve imago: Wat is het nou eigenlijk? We spreken het toch al? We kunnen het toch al? In de spagaat tussen deze twee polen zit de leraar Nederlands: een niet altijd te benijden maar daarnaast ook uitdagende positie. 3. Toelating U begint uw studie met een toelatingsgesprek waarin u samen met de intaker bekijkt of de studie bij u past en of u toelaatbaar bent. Als u toegelaten wordt, ontvangt u een toelatingsbewijs van de examencommissie van de educatieve masteropleidingen van HMP. Algemene toelatingseisen zijn: een voltooide bacheloropleiding leraar Nederlands of daaraan gelijkgestelde opleiding; 15

16 twee jaar werkervaring (inclusief stages) op bachelorniveau in het beroep van leraar Nederlands (hiervan kan worden afgeweken naar aanleiding van een positief advies vanuit de bachelor lerarenopleiding); de mogelijkheid om gedurende de opleiding les te geven in het vak Nederlands in het eerstegraadsgebied. Uitstel hiervan is mogelijk tot het begin van het tweede studiejaar. 4. Titel Na succesvolle afronding van de opleiding eerstegraadsleraar mag u de officieel erkende titel Master of Education dragen: M.Ed. De officiële naam van deze opleiding is Master Leraar Nederlands, de zogeheten CROHO-naam met nummer Meer informatie over CROHO-benamingen en de accreditatie van de opleiding kunt u terugvinden op de website van de NVAO (de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). 5. Studieadvies Het eerste halve jaar is een oriëntatiesemester: op het gebied van het schoolvak en de onderzoekslijn legt u in dit eerste semester de basis. Dan volgt een gesprek met de tutor over uw professionele ontwikkeling en maken we de balans op, mede op basis van uw resultaten. Dit houdt in dat u een studieadvies van het opleidingsteam krijgt. Bij een positief studieadvies hebben wij er alle vertrouwen in dat u de studie succesvol kunt afsluiten binnen de gestelde tijd. Bij een negatief studieadvies doet u er verstandig aan uw keuze voor de opleiding te heroverwegen. Het is mogelijk dat bij studenten die een afwijkend studietraject volgen (een minor vanuit de bachelor, een traject met veel vrijstellingen) andere afspraken gemaakt worden ten aanzien van het studieadvies. 6. Colleges en studiebelasting Colleges en begeleiding vinden plaats op woensdag van 13:00 (incidenteel 12:00) tot maximaal 20:00 uur. Er wordt niet uitgeweken naar andere weekdagen. Tussendoor zijn er pauzes. De studiebelasting is gemiddeld 20 uur per week inclusief de colleges. Het eerste semester van de opleiding kent een relatief zware belasting. Tijd (of het gebrek daaraan) is vaak één van de belangrijkste uitdagingen voor studenten. Om die reden wordt een maximale werkomvang van 0,6 / 0,7 fte geadviseerd. 7. Studiekosten Naast het collegegeld dient u rekening te houden met kosten voor boeken en vakbenodigdheden. Deze komen uit op gemiddeld 350,- per jaar. Er wordt geen examengeld gevraagd. 8. Kopieerkosten Deze bedragen 20,- per student per jaar. Dit is een gemiddelde dat in de kostentoerekening evenredig is verdeeld over de studiejaren. Op het betaalde bedrag zal geen restitutie plaatsvinden, tenzij aantoonbaar sprake is van grove onvolkomenheden. U ontvangt hiervoor alle tentamens, studiewijzers, lesmateriaal, syllabi, studiegidsen, handleidingen, informatiebrieven, et cetera die u in of bij uw studie in dat jaar nodig hebt. 9. Studieprogramma 16

17 De eerstegraadslerarenopleiding omvat 90 studiepunten en bestaat uit twee programmalijnen: vakinhoud en vakdidactiek: vakdidactisch onderzoek en professionalisering: 60 ect studiepunten 30 ect studiepunten Voor de inrichting van de opleiding zijn richtinggevend de startcompetenties voor de eerstegraadsdocent Nederlands in de tweede fase van havo/vwo, gerelateerd aan de praktijk van het onderwijs en de vigerende (2007) eindexamenprogramma s havo/vwo, waarin centraal de volgende domeinen: Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F Leesvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Schrijfvaardigheid; Argumentatieve vaardigheden; Literatuur; Oriëntatie op studie en beroep. De eindkwalificaties van de opleiding hebben betrekking op bovenstaande domeinen. De SBL-competenties voor het vho en de internationaal ontwikkelde Dublindescriptoren vormen tevens het kader voor de opleiding. De eindkwalificaties zijn hieronder beschreven. 10. Eindkwalificaties Vakcomponent Nederlands Eerstegraadsbevoegde docenten Nederlands moeten over een excellente taalvaardigheid beschikken. Daardoor kunnen zij als model fungeren voor leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo. Bovendien stelt een excellente taalvaardigheid hen in staat mogelijke verbeterpunten in het taalgebruik van hun leerlingen te onderscheiden, daartoe een effectieve didactiek te ontwikkelen en het effect ervan deugdelijk te toetsen. De tweede fase in de bovenbouw van havo en vwo biedt ook de mogelijkheid voor talensecties in de scholen om hun literatuuronderwijs onder te brengen in een apart vak, alsmede om in het nieuwe vak CKV aan (wereld-)literatuur aandacht te besteden. De opleiding stelt zich derhalve ook ten doel om de student toe te rusten tot het geven van vakoverstijgend literatuur- en cultuuronderwijs. De eerstegraadsdocent Nederlands is verantwoordelijk voor het geven van onderwijs op een voorbereidend hoger niveau aan leerlingen die zullen doorstromen naar hbo en universiteit. In dit licht moet de eerstegraadsdocent bijvoorbeeld profielwerkstukken kunnen begeleiden en beoordelen. Mede daarom dient de opleiding voldoende academische kwaliteiten te hebben. De opleiding Nederlands legt zich in het bijzonder toe op de volgende eindkwalificaties: vakkennis op het gebied van Nederlandse letterkunde, taalkunde en taalbeheersing kennis van literatuur en cultuur (die vakoverstijgend onderwijs mogelijk maakt) een excellente taalvaardigheid, te relateren aan het niveau C2 van het Common European Framework (CEF) academische vaardigheden 11. Opleidingsmodel en visie De opleiding heeft een geïntegreerd duaal karakter. U combineert leren en werken om uiteindelijk binnen kritische beroepssituaties de competentieontwikkeling op alle competenties aan te tonen. Dit houdt in dat u zeker in het tweede leerjaar over een aantal eigen uren in de bovenbouw moet beschikken om leeromgevingen te kunnen ontwerpen en uitvoeren en zo de tijdens de opleiding verworven kennis, inzichten en vaardigheden direct toe te kunnen passen. Omgekeerd vindt er op de opleiding terugkoppeling plaats vanuit uw werkervaring. U reflecteert systematisch op uw werkervaring en onderzoekt uw 17

18 professionele ontwikkeling, evenals de ontwikkeling van het schoolvak, het beroep en de school. In dit kader wordt frequent intercollegiale intervisie ingezet. ZOWEl de opleiding als de begeleiding op de werkplek is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de opleiding HAN Master Leraar Nederlands en de opleidingsscholen. De vakinhoudelijke en vakdidactische competentie staat centraal binnen het vakonderwijs. De inhoud van het vakonderwijs wordt grotendeels gelegitimeerd vanuit de vakdomeinen in de tweede fase. Bij het vakonderwijs leiden we vakbekwame en competente docenten op die op hun beurt leerlingen laten leren. Er bestaat een direct verband tussen de vakkennis die de docent moet verwerven en de wijze waarop deze vakkennis benut moet worden om een krachtige leeromgeving voor leerlingen te creëren (de vakdidactische lijn). 12. Docenten Master Nederlands Dr. J. Muijres (Moderne letterkunde) Tel: (werk) Drs. Marij Smits (Mondelinge taalvaardigheid) Tel: (werk) Drs. Selma Markhorst (Academische vaardigheden, onderzoeksbegeleider) Tel: (werk) Dr. Judith Steenge (Taalkunde/Onderzoeksbegeleider) 18

19 Dr. Roeland Harms (Oudere letterkunde/ict in de bouvenbouw/onderzoeksbegeleider) Drs. Arjen Speekenbrink (Coördinator/VOP/literatuurdidactiek/Onderzoeksbegeleider) Dr. Esther Hanssen (Taalbeheersing/Onderzoeksbegeleider) Tamara Cöp MA(Onderwijskunde / VOP-3) Tamara.cop@han.nl 19

20 Dr. Annemieke De Roo Kouwenberg (onderzoeksbegeleiding) 20

21 Taal en Tekst: verdieping en toepassing letterkundige kennis: afsluiting in semester 5 (5EC) 13. Het curriculum voor cohort in één oogopslag Code OWE HV examen domein Studielast / ECT Semester 1, najaar 2016 MLN201 VOP-1a (vakdidactiek, onderzoek en professionalisering) (5ECT, verdeeld over twee semesters) A,B,C,D,E 140 / 5 MLN218 Literatuurwetenschap E 70 / 2,5 MLN219 Literatuuranalyse E 70/2,5 MLN203 Academische Vaardigheden (uitloop in semester 2) A,B,C,D,E 140 / 5 MLN204 Taalbeheersing 1 (lezen) D 140 / 5 MNL201 Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering-1a (2 semesters) A.B.C.D.E. 140 / 5 Semester 2, voorjaar 2017 MLN221 Recente literatuur B,D 140 / 5 MLN206 Taalkunde 1 E 140 / 5 MLN201 VOP-1b Semester 3, najaar 2017 MLN213 Taalkunde 2 A,C,D 140 / 5 MLN225 Mondelinge taalvaardigheid E,D 140 / 5 MLN208 VOP-2a (2 sem) A,B,C,D,E 140 / 5 MLN214 Literatuurdidactiek E 70 / 2,5 Semester 4, voorjaar 2018 MLN210 Taalbeheersing 2 (schrijven) D 140 / 5 MLN223 Oudere letterkunde E 140 / 5 MLN208 VOP-2b A,B,C,D,E Semester 5, najaar 2018 MLN216 VOP3 A,B,C,D,E 140 / 5 MLN220 Moderne letterkunde A, F 140 / 5 MLN222 ICT in de bovenbouw E 70 / 2,5 MLN217 Masterthesis * (uitloop in semester 6, voorjaar 2019) MLN212 Verdiepend onderzoek letterkunde flexibel programma (verdieping en toepassing letterkundige kennis; afsluiting in semester 5) A,B,C,D,E 420 / 15 E,C,D 140 / 5 Afsluiting lint Totaal 2520 / 90 *Aan deze module (Masterthesis) kan een student al beginnen in jaar 2 (semester 2) indien VOP 1 en 2 met succes zijn afgesloten (inclusief een goedgekeurd voorstel voor het eindonderzoek). De verdeling van OWE s over semesters kan gewijzigd worden. Wijzigingen worden tijdig gecommuniceerd 21

22 met de studenten. In het kader van de algemene professionalisering wordt voor de eerstejaars een drietal verplichte lectoraatslezingen verzorgd. De planning hiervan is als volgt: Dr. Roel Grol vakdidactiek introductiebijeenkomst 31 augustus 2016 Dr. Tamara van Schilt Toetsen en beoordelen 30 november 2016 VOP-1 Dr. Marijke Kral of Dr. Anne Marie van Loon Lesgeven met ICT 15 februari 2017 VOP-1 22

23 Visueel overzicht van de masteropleiding Nederlands voor cohort 2016 Leerjaar 1 ( ) Leerjaar 2 ( ) Leerjaar 3 ( ) Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 Semester 5 Semester 6 september februari september februari september februari Lint (VOL) Lint (VOL) 5 Lint (VOL) LW &LA 5 Recente literatuur 5 Taalkunde 2 5 Taalbeheersing 2 5 VOP-3 5 Thesis 15 AV 5 Taalkunde 1 5 Mondelinge Taalvaardigheid 5 Oudere Letterkunde 5 Moderne Letterkunde 5 VOP-1a Taalbeheersing 1 2,5 5 VOP-1b AV (uitloop) 2,5 VOP-2a 2,5 VOP-2b 2,5 ICT in de bovenbouw 2,5 Literatuur- 2,5 didactiek 17,5 12, ,5 12,5 15 Lint Verdiepend Onderzoek Leterkunde (VOL): Bandbreedte voor lezen, interpreteren en toepassen (historische) literaire en literatuurwetenschappelijke kennis, gerelateerd aan een selectie van canonieke werken: geven ruimte voor verhogen culturele bagage door middel van zelfstudie met opdrachten: moderne en oudere letterkunde, wereldliteratuur, CKV. VOP: - Professionalisering: werken aan identiteit van de eerstegraads docent. Studenten onderzoeken eigen leerdoelen a.d.h.v. vakspecifieke SWOT-analyses, intercollegiale intervisie, onderling schoolbezoek. Een 23

24 eigen concept werktheorie wordt gedurende de opleiding steeds bijgesteld n.a.v. leeractiviteiten op eigen initiatief en voortschrijdend inzicht. - Onderwijskunde en leerpsychologie (inspiratiecolleges VOP-1, cursus VOP-3) - Rechtdoen aan verschillen (onderwijs op maat): aandacht voor talentontwikkeling (excellentie), leren met ICT en passend onderwijs, (omgaan met) culturele diversiteit, opbrengstgericht werken, gekoppeld aan het vak Nederlands. Actuele zaken (ook op verzoek) worden indien mogelijk opgenomen in het programma. - Koppeling van theorie aan onderwijspraktijk, door middel van praktijkopdrachten (leerwerktaken LWT: proeven professionalisering, lesmodellen, lesmodules, toetsen, integrerende literatuuropdrachten Verdiepende opdracht letterkunde ) - Visieontwikkeling t.a.v. de onderzoekende docent; voorbereiding op Masterthesis Opfrismogelijkheid: - Studenten kunnen zich voorbereiden op het masterprogramma door middel van een startpakket, dat digitaal beschikbaar wordt gesteld voor aanvang van de opleiding. In dit pakket is ook zichtbaar gemaakt wat het instroomniveau van de masteropleiding is. Voor de vakken van het eerste studiejaar wordt aangegeven hoe kennis opgefrist kan worden. In overleg met de docenten kan in de loop van het eerste studiejaar extra materiaal worden aangeboden om een eventuele kennislacune te dichten op het gebied van een bepaald vakdomein. Het initiatief hiervoor ligt bij de student. 14. Onderwijseenheden en tentamens Algemene informatie 1. Naam OWE en Code OWE Literatuurwetenschap Literary Theory MLN Opleiding / doelgroep Studenten deeltijd van de Master leraar Nederlands eerste graad 3. Onderwijsperiode Leerjaar 1, semester 1 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 2,5 ect/70 sbu Aantal klokuren Geprogrammeerde Werkcolleges 12 24

25 contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid Totale geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen n.v.t. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Lesgeven in havo/vwo bovenbouw 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling. De domeinen uit de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands: Vakdomein 4.5: Algemene literatuurwetenschap. 8. Algemene omschrijving In deze OWE staan het wetenschappelijke denken, het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en allerlei aspecten/vraagstellingen die te maken hebben met het onderwijs en het onderzoek in de letterkunde centraal. Je leert verschillende benaderingen van literatuuronderzoek te herkennen en toe te passen. Ook maak je kennis met recente topics uit de literatuurtheorie, als genderstudies, de functionalistische benadering van literatuur, het leesproces bij reële lezers, canonvorming en literatuur als koloniaal of postkoloniaal discours. 9. Samenhang Deze OWE start met een inleiding in de wetenschapstheorie en staat in dienst van de andere letterkunde-owe s. Direct na de OWE Literatuurwetenschap volg je de OWE Literaire Analyse. Tezamen geven deze OWE s je de benodigde kennis om Oudere en Moderne Letterkunde te interpreteren. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens 25

26 Literatuurwetenschap MLN218 Deeltentamen Toetsvorm Aantal examinatoren DTA Kennistoets Kennistoets Beoordeling Cijfer (1-10) 1 Voorlopige cesuur Minimaal resultaat 55% van de vragen goed 5,5 Weging 100% Periode afname en herkansing Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar 12. Verplichte literatuur 13. Aanbevolen literatuur - A. Rigney & K. Brillenburg Wurth, Het leven van teksten. Amsterdam: Amsterdam University Press, (aan te schaffen) - n.v.t. Algemene Informatie 1. Naam OWE en code OWE Literatuuranalyse Analysing Literature MLN Opleiding/doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 1, semester 1 4. Studiepunten/studielast Studiepunten: 2,5 Aantal klokuren 26

27 ect/70 sbu Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid Totale geprogrammeerde onderwijstijd Werkcolleges Ingangseisen n.v.t. Doelen en werkvormen 6. (centrale) beroepstaak / beroepstaken - lesgeven in de bovenbouw havo/vwo - begeleiding profielwerkstukken in de bovenbouw havo/vwo 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling. Hierbij horen de volgende domeinen uit de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands: Subdomein 4.2 moderne letterkunde Subdomein 4.3 proza-analyse Subdomein 4.4 poëzie-analyse 8. Algemene omschrijving In de cursus worden de belangrijkste begrippen uit de structurele en postmoderne benadering van literaire teksten aangeleerd en in de praktijk aan de hand van voorbeelden uit een breed scala aan literaire teksten toegepast. 9. Samenhang Deze OWE sluit inhoudelijk aan bij de OWE s Literatuurwetenschap, Moderne letterkunde den Verdiepend onderzoek letterkunde. De geleerde inzichten en vaardigheden zijn essentieel bij de bestudering van moderne literatuur. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens De weekopdrachten worden met een voldoende (V) of onvoldoende (O) beoordeeld. De student krijgt een V als hij/zij een serieuze poging heeft 27

28 ondernomen om de opdracht te uit te voeren. Is dat niet het geval dan krijgt hij/zij een onvoldoende en moet de opdracht opnieuw worden gemaakt. Een student is geslaagd voor de cursus als hij/zij voor alle opdrachten een Literatuuranalyse MLN219 Deeltentamen A (DTA) Dossier weekopdrachten Schriftelijke weekopdrachten Beoordeling: voldaan, Deeltentamen B (DTB) Schriftelijke toets 8 open kennisvragen en twee toepassingsopdrachten m.b.t. module 2 van de cursus. Beoordeling: cijfer voorwaarde Grens: n.v.t. Grens: 5,5 Weging: voorwaarde Weging: 100% Periode: jaar 1, semester 1 Periode : jaar 1, semester 1 Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar Studiematerialen voldoende heeft gehaald én als zijn/haar schriftelijke tentamen is gehonoreerd met het cijfer 5,5 of hoger. 12. Verplichte literatuur Primair: - Oefenteksten worden in de colleges ter beschikking gesteld. Secundair: 13. Aanbevolen literatuur - Herman, Luc, & Vervaeck, Bart (2009). Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt. - Reader Poëzieanalyse. n.v.t. Algemene informatie 1. Cursus Academische Vaardigheden (AV) Academic Skills MLN Doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 28

29 3. Onderwijsperiode Semester 1 met een mogelijke uitloop naar semester 2 4. Studiepunten en 5 ect; 140 klokuren studielast Aantal contacturen Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Hoor/werkcollege tentamen 1,5 1,5 Practicum 1,5 1,5 Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Voorbereiding Literatuur Aanvullende literatuur Schrijven Intervisie en feedback Individueel contact 1 Totaal Ingangseisen Bij interactieve colleges is een minimale deelname van 80% verplicht. Feedback geven op elkaar en intervisie zijn integraal onderdeel van de module, evenals presenteren. Wanneer een student met goede reden 20 tot maximaal 40% van deze les(onderdelen) heeft gemist, krijgt hij of zij een aanvullende opdracht die met voldaan moet worden beoordeeld. Wie meer dan 40 % ervan afwezig is, kan het vak niet dit studiejaar afsluiten en participeert in het volgende studiejaar in overleg met de docent deels in de nieuwe cursus. Doelen en werkvormen 6. Beroepstaken Studenten ontwikkelen vak- en schoolbeleid, curricula en toetsprogramma s op basis van relevante theoretische literatuur. Zij vergelijken en beoordelen verschillende invalshoeken en brengen deze met elkaar in verband. Zij maken afgewogen keuzes en beargumenteren die. Zij delen hun bevindingen met (vak)collega s. 7. Competenties SBL-3 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent SLB-7: competent in reflectie en ontwikkeling Kijkt kritisch naar eigen werk en gebruikt evaluatie, feedback en reflectie om 29

30 zich verder te professionaliseren. In de cursus komen de volgende elementen naar voren van de Kennisbasis docent Nederlands Master. Vakdomein 1 Vakdidactiek Subdomein Onderwijsdoelen en didactiek; toetsen en beoordelen Vakdomein 2 Taalvaardigheid Sudomein 2.2 schrijfvaardigheid Subdomein 2.3 leesvaardigheid 8. Algemene omschrijving Academische vaardigheden probeert de nieuwsgierigheid van studenten te prikkelen en hen uit te dagen net een stapje verder te zetten dan ze in eerste instantie van plan waren. Het doel is dus de ontwikkeling van een academische attitude. Onderdelen die aan de orde komen zijn verschillende onderzoekstradities, onderzoeksterminologie (o.a. probleemstelling, doelstelling, vraagstelling), literatuur zoeken, lezen van (wetenschappelijke) bronnen, deze kritisch beoordelen, selecteren op relevantie en met elkaar in verband brengen, argumenteren, onderzoeksresultaten presenteren (schriftelijk en mondeling; vaste structuren, gewenste toon), bronvermelding en vormgeving volgens APA, plagiaat. 9. Samenhang De academische attitude die studenten in deze cursus ontwikkelen legt de basis voor de andere vakken van de opleiding. Onderzoek en academisch schrijven c.q. presenteren zijn belangrijke onderdelen van de opleiding, bij AV maken studenten zich de beginselen eigen. Inhoud van de cursus en gebruik van begrippen worden afgestemd met collega-docenten. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leertaken. 11. Tentamens Code tentamen en onderdelen a. Het theoretisch begrippenkader wordt getoetst met een schriftelijke kennistoets. b. Studenten schrijven een onderzoeksopzet voor een literatuuronderzoek op een zelfgekozen thema binnen het vakgebied en selecteren daarvoor minimaal vijf wetenschappelijke bronnen (max woorden). Dit onderdeel is geen deeltentamen, maar moet voldoende zijn om c. te kunnen maken. c. Studenten schrijven op basis van het literatuuronderzoek een onderzoeksverslag (max woorden). d. Studenten presenteren hun onderzoek(sresultaten) mondeling. 30

31 e. Bij de onderdelen a, c en d mag een 5.0 gecompenseerd worden met een 7.0 voor één van de andere onderdelen. Onderdeel b moet voldoende zijn. f. Voorwaarde voor beoordeling is correct Nederlands volgens het document Taaleisen MNEN. Toetsvorm DTA Academische Vaardigheden - MLN203 Kennistoets theoretisch begrippenkader Kennistoets: juist/onjuist vragen DTB Deeltentamen Onderzoeksverslag Individueel schriftelijke opdracht DTC Mondelinge presentatie Individueel Beoordeling Cijfer (1-10) Cijfer (1-10) Cijfer (1-10) Voorlopige cesuur Minimaal resultaat 75 % van de vragen goed 55% van het totaal aantal te behalen punten 5,5 5,5 5.5 Weging 25% 50% 25% Periode afname en herkansing Compensatie Aantal examinatoren Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar Herkansing i.o.m. student 55% van het totaal aantal te behalen punten Toetsmomenten: gedurende de colleges, tweemaal per studiejaar Herkansing i.o. met student Deeltentamen A of C mag een 5.0 (niet lager) zijn, mits dit gecompenseerd wordt met minimaal 7.0 voor een ander deeltentamen. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur - De Jong, J. (2010). Handboek Academisch Schrijven. In stappen naar een essay, paper of scriptie. Bussum: Coutinho - Poelmans, P. en Severijnen. O. (2014). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. - Burgers, S. (2015). Logisch & kritisch denken. Onderzoeken, argumenteren, concluderen. Bussum: Coutinho Een aantal wetenschappelijke artikelen wordt in het college ter beschikking gesteld. 13. Aanbevolen - Jansen, C, Steehouder, M. en Gijsen, M. (2006). Professioneel communiceren. 31

32 literatuur Taal en communicatiegids (tweede druk). Groningen/Houten: Noordhoff - Boeije, H, t Hart, H. en Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden (achtste druk). Den Haag: Boom Onderwijs - Baarda, B. (2014). Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek (tweede druk). Groningen/Houten: Noordhoff Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering 1 Methodology, Research and Professional development 1 MLN Opleiding/doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad, duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 1, semester 1 en 2 4. Studiepunten/studielast 5 ect; 140 klokuren Aantal contacturen Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Hoor/werk/respon siecollege Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Zelfstudie POP Totaal Ingangseisen Bij de colleges is een minimale deelname van 80% verplicht. Bij een kleiner percentage aanwezigheid kan de docent een aanvullende opdracht verstrekken, die met voldaan moet worden beoordeeld. Doelen en werkvormen 6. (centrale) beroepstaak (- taken) Studenten verdiepen zich in actuele thema s gerelateerd aan de identieteit van de eerstegraads docent en het overkoepelend thema Recht doen aan verschillen. Studenten reflecteren, individueel en in peerfeedback-werkvormen op de eigen en elkaars professsionele ontwikkeling tot eerstegraadsdocent. Bepalen van een theoretisch onderbouwd standpunt ten aanzien van het fenomeen de onderzoekende docent. 32

33 7. Competenties SBL-1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 In de cursus komen de volgende elementen naar voren van de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands: Vakdomein 1 Vakdidactiek Opvattingen over het schoolvak Nederlands Onderwijsdoelen en didactiek: toetsen en beoordelen Vakdomein 5: wetenschappelijk grondslagen en ontwikkelingen Ontwikkelingen in de Neerlandistiek Ontwikkelingen in het schoolvak Nederlands Afhankelijk van de gekozen onderzoeksvraag: 2.5 Taalvaardigheidsonderzoek 3.5 Taalkundig onderzoek 4.5 Letterkundig onderzoek 8. Algemene omschrijving De OWE VOP-1 is, samen met de OWE Academische vaardigheden het startpunt van een leertraject gericht op de professionele ontwikkeling van studenten als reflectieve en innovatieve eerstegraads docenten Nederlands en praktijkgerichte onderwijsonderzoekers. Vakdidactiek Gebruikmakend van de eigen ervaring, kennis en inzichten van studenten zoomt de cursus in op een aantal vakdidactische en onderwijskundige thema s, relevant voor het contemporaine onderwijs Nederlands in de bovenbouw van het hv. De stof wordt aangeboden in de vorm van gastcolleges, een excursie, debatten, lectoraatslezingen, werkcolleges en responsiecolleges. In een persoonlijk dossier reflecteren studenten op behandelde c.q. geïntroduceerde topics en relateren deze aan hun eigen werkpraktijk. Specifieke thema s: Visie op het schoolvak Ontwikkelingen in het schoolvak Stimuleringsprogramma s Recht doen aan verschillen Passend onderwijs (streven naar) Excellentie Opbrengstgericht werken ICT en het vak Nederlands Competenties voor de 21 e eeuw Onderzoek Er is aandacht voor de achtergrond van het evidence-based onderwijs en voor nut en noodzaak van de onderzoeksdocent. Studenten doen verslag van hun opvattingen in een theoretisch onderbouwd essay over het 33

34 belang van een onderzoekende houding bij de docent. Studenten maken globaal kennis met relevante onderzoeksthema s. Professionalisering Studenten worden uitgedaagd te reflecteren om hun ontwikkeling als docent tot nu toe en op een persoonlijke werktheorie als eerstegraads docent in het vak Nederlands. Dit onderdeel van de OWE wordt voor alle educatieve masters opnieuw vormgegeven voor het studiejaar Aan de hand van de critical-incident methode bespreken studenten casussen van medestudenten. Studenten bezoeken lessen van elkaar op de eigen school en leggen hun ervaringen neer in hun dossier. 9. Samenhang Binnen de cursus VOP-1 en de cursus Academische Vaardigheden worden de eerste stappen gezet richting het doen van praktijkgericht onderzoek Onderzoek leerjaar 2 en de masterthesis). Binnen VOP-1 is aandacht voor nut en noodzaak van de onderzoekende docent en voor relevante onderzoeksgebieden binnen het schoolvak Nederlands. Tentaminering Daarnaast behandelt de cursus algemene aspecten van vakdidactiek, onderwijsorganisatie en schoolbeleid, die onderliggend zijn aan goed onderwijs in de bovenbouw van het vo. Richtinggevend hierbij is het landelijke speerpunt Rechtdoen aan verschillen. In gastcolleges wordt aandacht besteed aan topics als passend onderwijs, flipping the classroom, leren met ICT, excellentie en culturele diversiteit. Studenten voeren bij diverse cursussen leerwerktaken uit, waarbij kennis en vaardigheden worden toegepast binnen de eigen schoolpraktijk. De component professionalisering van VOP-1 bindt deze activiteiten samen en laat studenten verslag leggen van deze activiteiten en hun ervaringen relateren aan hun eigen ontwikkelingsproces. 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE aan de hand van de sbl-competenties, de dublindescriptoren en de kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands. Gebruikte beoordelingsformulieren zijn opgenomen in de studiewijzer en staat vanaf het begin van de OWE ter beschikking van de studenten. 11. Tentamens (code: MNEN201) DTA (dossier VOP) VOP-1 MLN201 DTB (Essay onderzoekende docent) DTC (POP) Schriftelijk dossier essay Schriftelijk dossier 34

35 Individueel leerwerktaak leertaak 1 (aantal exam.) 1 1 Voldaan/niet voldaan Conform beoordelingsformuli er Cijfer (1-10) Cesuur: 55% van te behalen punten Individueel leerwerktaak Voldaan Grens: 5,5 Voldaan Voldaan/niet voldaan Conform beoordelingsformulier voorwaarde 100% voorwaarde 2 toetsmomenten per studiejaar 2 toetsmomenten per studiejaar 2 toetsmomenten per studiejaar Het dossier POP wordt met ingang van het studiejaar herzien. De naamgeving van deze tentaminering is nog niet bekend bij het samenstellen van deze gids. 12. Verplichte literatuur - Projectgroep Nederlands V.O. (2002). Nederlands in de tweede fase. Een praktische didactiek, Bussum, Coutinho. - Een aantal wetenschappelijke/vak- artikelen; worden in het college in readervorm ter beschikking gesteld - Presentatiematerialen van de gastsprekers 13. Aanbevolen literatuur Artikelen in de reader die niet gebruikt worden in het kader van het essay Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Taalbeheersing 1 Argumentation & Communication 1 MLN Opleiding/doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 1, semester 1 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 5ect / 140 sbu Aantal klokuren 35

36 Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Werkcolleges 16 Leesvaardigheid 14 Literatuur 40 Collegevoorbereiding 16 Onderzoeksverslag 24 Tentamenvoorbereidin g Ingangseisen Niet van toepassing. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Ontwikkeling en uitvoering van lessen leesvaardigheid in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Toetsen van tekstbegrip van leerlingen. Bijdragen aan ontwikkeling en vormgeving van de leerlijn voor leesvaardigheid en van het schooltaalbeleid. 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. Vakdomein 2.3 en 2.4 uit de kennisbasis hbo-masteropleiding Nederlands. 8. Algemene omschrijving De student leert hoe het schoolvak Nederlands in het voortgezet onderwijs in elkaar zit voor wat betreft het onderdeel leesvaardigheid. De student leert onder andere: - Theorieën op het gebied van argumentatieleer; - Wetenschappelijke achtergronden van leesvaardigheid; - De eigen leesvaardigheid te vergroten; - Toetsingsmogelijkheden van leesvaardigheid; - Kritisch kijken naar het leesvaardigheidsonderwijs op school. 9. Samenhang Deze OWE hangt samen met Academische vaardigheden en Mondelinge Taalvaardigheid (argumentatieleer). Deze OWE richt zich daarbij op de argumentatie in geschreven teksten. Tentaminering Studenten maken kennis met recent vakdidactisch onderzoek dat zij kunnen gebruiken voor de uitvoering van het eigen praktijkonderzoek (VOP2 en VOP3). 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 36

37 11. Tentamens Taalbeheersing 1 - MLN204 Deeltentamen Tentamenvorm DTA: Onderzoeksverslag Individueel schriftelijk verslag DTB: Kennis- en vaardigheidstoets Individueel schriftelijk tentamen Aantal examinatoren Beoordeling Voorlopige cesuur Minimaal resultaat Weging 1 1 Voldaan / niet voldaan 55% van het totaal aantal te behalen punten Voldaan 5,5 Geen eindcijfer indien niet voldaan Cijfer % van het totaal aantal te behalen punten 100% Periode afname en herkansing Twee toetsmomenten per studiejaar (periode 2 en 3) Twee toetsmomenten per studiejaar (periode 2 en 3). Compensatie n.v.t. n.v.t. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur Burgers, S. (2015). Logisch en kritisch denken. Onderzoeken argumenteren concluderen. Bussum: Coutinho. Eemeren, F. H. van & Snoeck Henkemans, A. F. (2011). Argumentatie. Inleiding in het identificeren van meningsverschillen en het analyseren, beoordelen en houden van betogen. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. Projectgroep Nederlands V.O. (2002). Nederlands in de tweede fase. Een praktische didaktiek. Bussum: Coutinho. Andere relevante artikelen worden gepubliceerd in de studiewijzer. 13. Aanbevolen literatuur Braet, A. (2000). Taalbeheersing als communicatiewetenschap. Bussum: Coutinho. Ekens, T. (2008). Activerende lees- en schrijflessen. Een handreiking voor het vak Nederlands in de tweede fase. Stichting leerplanontwikkeling (SLO): Enschede. Kamalski, J., Sanders, T., Lentz, L. & Bergh, H. van den (2005). Hoe kun je het beste meten of een leerling een tekst begrijpt? Een vergelijkend onderzoek naar vier methoden. Levende Talen Tijdschrift, 6 (4), 3-9. Reinsma, F. (2012). De leerling als eigenaar van de leesvaardigheidslessen. 37

38 Levende Talen 2012, 8, Vermeij, L. (2011). Het verbeteren van tekstbegrip door middel van sorteertaken. In: Levende Talen Tijdschrift, 12 (2), Andere relevante artikelen worden gepubliceerd in de studiewijzer. 38

39 Algemene Informatie 1. Naam OWE en code OWE Moderne Letterkunde Contemporary Literature MLN Opleiding/doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 3, semester 1 4. Studiepunten / studielast 5 ec /140 sbu De cursus bestaat uit twee modules: Module 1: Literatuurgeschiedenis Vlaanderen 1830-NU 2,5 ec/70 sbu Module 2: Literatuurgeschiedenis Nederland 1885-NU 2,5ec/70 sbu Geprogrammeerde contacttijd Studiepunten: 5 ect / 140 sbu Module 1 (2,5 ect): literatuurgeschiedenis Vlaanderen 1830-nu (werk)colleges Aantal klokuren Ingangseisen n.v.t. Doelen en werkvormen Geprogrammeerde tijd voor zelfwerkzaamheid Totale geprogrammeerde onderwijstijd Module 2 (2,5 ect): Literatuurgeschiedenis Nederland 1885-nu (werk)colleges (centrale) beroepstaken lesgeven in de bovenbouw havo/vwo begeleiding profielwerkstukken in de bovenbouw havo/vwo 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. 39 SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling.

40 Hierbij horen de volgende subdomeinen uit de Kennisbasis hbomasteropleidingen Nederlands: Subdomein 4.1: Historische letterkunde (alleen de overgang) Subdomein 4.2: Moderne letterkunde 8. Algemene omschrijving In module 1 staat de geschiedenis van de Vlaamse literatuur in de 19 de en 20 ste eeuw centraal. Er wordt aan de hand van diverse stromingen, genres en literaire werken een overzicht gegeven van de belangrijkste poëticale ontwikkelingen. Aanbod komen de paradigmawisselingen, de opeenvolging van verschillende opvattingen over literatuur, de formele en inhoudelijke kenmerken van voor de stromingen exemplarische literaire teksten en de relatie tussen literatuur en historische context. Dezelfde aspecten worden behandeld in module 2, maar dan voor de Nederlandse literatuur van 1885-NU. 9. Samenhang met andere OWE-en en ingangseisen met betrekking tot tentamens De cursus wordt gegeven in het tweede semester van het tweede studiejaar en sluit aan bij de OWE Oudere Letterkunde en Recente Literatuur. Om verhalende teksten te kunnen analyseren én om ze in de literatuurgeschiedenis te kunnen plaatsen wordt gebruik gemaakt van het instrumentarium dat in de cursus Literatuuranalyse is aangeleerd. In aansluiting op deze cursus schrijven de studenten in de lint-owe Verdiepend Onderzoek Letterkunde een drietal essays, die voldoen aan de richtlijnen die behandeld zijn bij de cursus Academische Vaardigheden. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens Moderne Letterkunde MLN220 Deeltentamen A (DTA) Deeltentamen B (DTB) Deeltentamen C (DTC) Schriftelijke toets Schriftelijke toets Dossier weekopdrachten 8 open kennisvragen en 3 toepassingsopdrachten m.b.t. module 1 8 open kennisvragen en 3 toepassingsopdrachten m.b.t. module 2 Weekopdrachten bij de colleges Beoordeling: cijfer Beoordeling: cijfer Beoordeling: voldaan Grens: 5,5 Grens: 5,5 n.v.t. Weging: 50% Weging: 50% voorwaarde Periode : jaar 2, Periode: jaar 2, periode Periode: jaar 2, periode 3 Twee toetsmomenten per jaar 4 Twee toetsmomenten per jaar semester 2 Twee toetsmomenten per jaar De weekopdrachten worden met een voldoende (V) of onvoldoende (O) beoordeeld. De student krijgt een V als hij/zij een serieuze poging heeft 40

41 ondernomen om de opdracht uit te voeren. Is dat niet het geval dan krijgt hij/zij een onvoldoende en moet de opdracht opnieuw worden gemaakt. Een student is geslaagd voor de cursus als hij/zij voor alle opdrachten een voldoende heeft gehaald én als hij/zij voor beide schriftelijke tentamen het cijfer 5,5 of hoger heeft gehaald. 12. Verplichte literatuur Een selectie van primaire werken: Deze wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt. Secundaire literatuur: - W. van den Berg en J.P. Couttenier, Alles is taal geworden: geschiedenis van de Nederlandse literatuur Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen: geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, Jacqueline Bel, Bloed en rozen: geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, G.J. van Bork en N. Laan (red.), Van romantiek tot postmodernisme. Opvattingen over Nederlandse literatuur, Bussum: Uitgeverij Coutinho, H. van Gorp e.a., Lexicon van literaire werken, Deurne/Groningen: Wolters Plantyn/Wolters Noordhoff, Reader Moderne Letterkunde 13. Aanbevolen literatuur n.v.t. Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Taalkunde 1 General Linguistics MLN Opleiding/doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad 3. Onderwijsperiode Jaar 1, semester 2 Studenten master leraar Nederlands, duaal. 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 5 ect Studiebelastingsuren: 140 sbu 41

42 Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 24 uur (16x90 min.) 116 uur 140 uur 5. Ingangseisen Niet van toepassing. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Lesgeven bovenbouw havo en vwo. 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent Uit de kennisbasis: Subdomein 3.1 (De aard van menselijke taal en taalverwerving. Hedendaagse taalkunde: fonologische, morfologische, syntactische en semantische structuur; theorievorming en verklaring); Subdomein 3.2 (Psycholinguïstiek en neurolinguïstiek) 8. Algemene omschrijving Hoe zit het taalsysteem in elkaar? Welk verschillen en overeenkomsten bestaan er tussen talen? Waarom wordt taal gebruikt zoals het wordt gebruikt? In deze OWE zal de aard van menselijke taal(-verwerving) centraal staan. Er zal aandacht worden besteed aan het taalsysteem, het taalvermogen en taalgebruik. 9. Samenhang Taalkunde 1 wordt gegeven in studiejaar 1 van de opleiding en vormt samen met Taalkunde 2 de taalkundige tak van de opleiding. Tentaminering In Taalkunde 1 wordt kennis over algemene taalwetenschap(kb 3.1) en toegepaste taalwetenschap(kb 3.2) behandeld. In Taalkunde 2 wordt kennis over taalverandering(kb 3.3) en geschiedenis van de taalkunde (kb 3.4) behandeld. Binnen de letterkundige tak van de opleiding zal ook aandacht besteed worden aan historische taalkunde (kb 3.3). 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens 42

43 Taalkunde 1 - MLN206 Deeltentamen DTA Kennistoets Toetsvorm Kennistoets: open vragen Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer (1-10) Voorlopige cesuur 55 % van het totaal aantal te behalen punten Minimaal resultaat 5,5 Weging 100% Periode afname en herkansing Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar Compensatie Niet van toepassing Studiematerialen 12. Verplichte literatuur - Hüning, M.(2013). Taalkunde. - Smessaert, H. (2009). Basisbegrippen Semantiek. Leuven: Uitgeverij Acco. (Wordt beschikbaar gesteld door de docent). - Oostendorp, M. van (z.d.). Klanken in een mensenhoofd en in de natuur. ropedeuse/1.klanken.html - Oostendorp, M. van (z.d.). Kenmerken: de kleinste bouwstenen. ropedeuse/4.kenmerken.html - Door de docent aangereikte artikelen en hand-outs. 13. Aanbevolen literatuur - Oostendorp, M. van (z.d.). Syllabes. propedeuse/2.syllabes.html Algemene informatie 1. Naam OWE en Taalbeheersing 2 43

44 code OWE Argumentation & Communication 2 MLN Opleiding/doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 2, semester 2 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 5ect / 140 sbu Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Werkcolleges 24 Literatuur 40 Collegevoorbereiding 20 Dossier 32 Tentamenvoorbereidin g Ingangseisen Niet van toepassing. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Ontwikkeling en uitvoering van lessen schrijfvaardigheid in de tweede fase van het voortgezet onderwijs (VO). Toetsen van schriftelijke taalvaardigheid van leerlingen. Bijdragen aan ontwikkeling en vormgeving van de leerlijn voor schrijfvaardigheid en van het schooltaalbeleid. 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling Vakdomein 2.2 en 2.3 uit de kennisbasis hbo-masteropleiding Nederlands. 8. Algemene omschrijving De student leert hoe het schoolvak Nederlands in het voortgezet onderwijs in elkaar zit voor wat betreft het onderdeel schrijfvaardigheid en samenvatten. 44

45 9. Samenhang Deze OWE hangt samen met Academische vaardigheden (het onderdeel schrijfvaardigheid). Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens Taalbeheersing 2 - MLN213 Deeltentamen Dossier Tentamenvorm Individueel schriftelijk verslag Aantal examinatoren Beoordeling Cijfer Voorlopige cesuur 55% van het totaal aantal te behalen punten Minimaal resultaat 5,5 Weging 100% Periode afname en herkansing Compensatie Twee toetsmomenten per studiejaar (periode 3 en 4). n.v.t. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur Bergh, H. van den (2014). Veranderingen in examens Nederlands havo en vwo. Levende Talen Magazine, 5, Braaksma, M., Rijlaarsdam, G., Bergh, van den H. (2011). Hypertekst schrijven en observerend leren als didactiek: effecten op schrijfvaardigheid en kennisverwerving. Vonk, 40 (3), Braet, A. (2000). Taalbeheersing als communicatiewetenschap. Bussum: Coutinho, Hoeken, H., Hornikx, J., & Hustinx, L. (2012). Overtuigende teksten: Onderzoek en ontwerp. Bussum: Coutinho. Projectgroep Nederlands V.O. (2002). Nederlands in de tweede fase. Een praktische didaktiek. Bussum: Coutinho, hoofdstuk 5 en 6. Raedts, M., Daems, F., Waes, F. van, & Rijlaarsdam, G. (2009). Observerend leren van peer models bij een complexe schrijftaak. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 45

46 31 (2), Rijlaarsdam, G. (2005). Observerend leren. Een kernactiviteit in taalvaardigheidsonderwijs. Deel 1: Ontwerpadviezen uit onderzoek verkregen; Deel 2: Praktijkvoorbeelden. Levende Talen Tijdschrift, 6, Andere relevante artikelen worden gepubliceerd in de studiewijzer. 13. Aanbevolen literatuur Wordt gepubliceerd in de studiewijzer. Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Mondelinge taalvaardigheid MNEN225 Oral Communication Skills 2. Opleiding / Doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 2, semester 1 4. Studiepunten en 5 ect; 140 klokuren studielast Aantal contacturen Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Hoorcollege 8 6 Onderwijsgroep Individuele 4 4 coaching en feedback Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid 115 Verplichte literatuur/ 50 voorbereiding tentamen Collegevoorbereiding 15 Themaonderzoek 40 Presentatie beroepsproduct 10 46

47 Totaal 140 Totaal Ingangseisen De student beschikt over basale academische vaardigheden en is bekend met basisbegrippen uit pragmatiek, sociolinguïstiek en interculturele communicatie conform de Kennisbasis Docent Nederlands Bachelor. Doelen en werkvormen Bij interactieve werkcolleges is een minimale deelname van 80% verplicht, waarbij presenteren en onderling feedback geven deel uitmaken van beoordeling. Wie door overmacht meer dan 20% tot maximaal 40% van deze werkcolleges mist, krijgt een aanvullende opdracht die als voldoende moet worden beoordeeld. Wie meer dan 40% van de werkcolleges mist, kan het vak niet afsluiten. In overleg met de docent kan men dan in het volgende studiejaar (deels) participeren in de nieuwe cursus. 6. Beroepstaken - Ontwikkelen en uitvoeren onderwijs in mondeling presenteren, discussiëren en debatteren binnen het eerstegraadsdomein. - Toetsen mondelinge taalvaardigheid van leerlingen. - Bijdragen aan ontwikkeling en vormgeving van de leerlijn voor mondelinge taalvaardigheid en/of het schooltaalbeleid. 7. Competenties SBL-3 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. Aan bod komen de volgende elementen uit de kennisbasis hbomasteropleiding Nederlands: Vakdomein 1. Vakdidactiek (1.2) Vakdomein 2. Taalvaardigheid (2.1, 2.4, 2.5) 8. Algemene omschrijving Studenten verdiepen zich in klassieke retorica en relevante concepten uit pragmatiek, sociolinguïstiek en argumentatieleer. Daarmee leren zij mondelinge interactie interpreteren als menselijke competentie die vorm en betekenis krijgt binnen een maatschappelijke en culturele context. De klassieke retorica verschaft een begrippenapparaat voor analyse van 47

48 mondelinge voordrachten. Daarnaast verdiepen studenten zich in actuele vraagstukken op het terrein van het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid binnen het schoolvak Nederlands. Zelfstandig onderzoeken zij een thema dat relevant is voor de onderwijspraktijk en brengen daarover schriftelijk verslag uit. In relatie tot het onderzoeksthema ontwerpen zij tevens een mondelinge werkvorm (discussie, debat, dialoog) voor medestudenten en begeleiden deze werkvorm in een werkcollege. 9. Samenhang Het theoretisch kader voor mondelinge taalvaardigheid omvat begrippen uit retorica, pragmatiek, sociolinguïstiek en argumentatieleer. Dit heeft veel raakvlakken met de cursussen taalbeheersing en taalkunde. Daarnaast helpt kennis van retorische (stijl)middelen literaire teksten interpreteren. Zelfstandig themaonderzoek doen veronderstelt een onderzoekende houding en vaardigheden die centraal staan in de cursus Academische Vaardigheden; het verslag moet voldoen aan richtlijnen die in deze cursus zijn behandeld. Tot slot dragen inzicht in mondelinge communicatie en onderzoekervaring bij aan professionele ontwikkeling die wordt beoogd in cursus VOP. Tentaminering De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van deze OWE en in beoordelingsformulieren van leertaken. 11. Tentamens, Er zijn twee deeltentamens: themaonderzoek (1) en kennistoets (2). Deeltentamen 1 omvat drie toetsmomenten. Voor het eindcijfer tellen beide deeltentamens voor 50% mee, mits is voldaan aan alle onderstaande voorwaarden: - Voorwaarde voor een deelcijfer voor deeltentamen 1 is dat aan alle drie genoemde toetsmomenten is deelgenomen. - Voor elk deeltentamen moet minimaal het cijfer 5 zijn behaald. - Tegenover een 5 voor één deeltentamen, moet minimaal een 6,5 staan voor het andere deeltentamen. Code MNEN 207 Deeltentamen 1 Deeltentamen 2 Vaardigheidstoets 10. Beoordelingscriteria Toetsvorm Toetsmoment 1 Toetsmoment 2 Toetsmoment 3 Kennistoets Startdocument themaonderzoek Mondeling e werkvorm Schriftelijk Themaverslag (beroepsproduct) Schriftelijk tentamen 48

49 Beoordeling Voorlopige cesuur Minimaal resultaa t 1 Peerreview 1 1 Aantal examinatoren Toetsmoment 1 Voldaan/ Niet voldaan n.v.t. Toetsmoment 2 Cijfer % van het max. aantal te behalen punten Toetsmoment 3 Cijfer % van het max. aantal te behalen punten Voldaan n.v.t. n.v.t. Cijfer % van het max. aantal te behalen punten Gemiddelde toetsmoment 2 en 3 Weging 50% 50% Momen t afname en herkansing Compen -satie In te leveren vóór toetsmoment 2 1x per jaar 1 e kans volgens planning tijdens werkcolleg e Herkansing i.o.m. docent 2x per jaar. 1 e kans eind semester/ collegereeks Herkansing volgende tentamenperiode n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2x per jaar 1 e kans eind semester/ collegereeks Herkansing volgende tentamenperiode Studiematerialen 12. Verplichte literatuur 13. Aanbevolen literatuur - Braet A. (2011). Retorische kritiek. Overtuigingskracht van Cicero tot Balkenende. Den Haag: Sdu Uitgevers - Geer, P. van der (2011). Effectief in debat en dialoog. Groningen/Houten: Noordhoff uitgevers. - Door de docent aangereikte artikelen en hand-outs. - Andeweg, B.A. & Jong, J.C. de. (2003). Hoe begint de minister? Een retorisch exordiummodel toegepast op departementale toespraakinleidingen. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 25 (1), Eemeren, F. H. van. (2012). Bien étonnés Hoe de dialectische en de retorische benadering van argumentatie samenkwamen Tijdschrift voor 49

50 Taalbeheersing - 34 (2012), nr. 2, Houtkoop H., T. Koole. (2008). Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal. Bussum: Uitgeverij Coutinho. - Kuenen, Wackers (2012). Presenteren: wat werkt echt en wat echt niet? Onderbouwde adviezen over presentatietechnieken. Communicatiereeks deel 3. Amersfoort: Uitgeverij Communicatiereeks. - Projectgroep Nederlands V.O. (2002). Nederlands in de tweede fase. Een praktische didaktiek. Bussum: Coutinho. Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering 2 Methodology, Research and Professional development 2 MLN Opleiding/doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 2, semester 1 en 2 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 5ect / 140 sbu Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Werkcolleges (incl. individuele begeleiding) Onderzoeksverslag incl. collegevoorbereiding Ingangseisen Bij de colleges is een minimale deelname van 80% verplicht. Bij een kleiner percentage aanwezigheid kan de docent een aanvullende opdracht verstrekken, die met voldaan moet worden beoordeeld. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Studenten voeren een probleemverkennend onderzoek uit en rapporteren daarover in een onderzoeksverslag. Studenten maken hun professionele ontwikkeling op de zeven sbl-competenties 50

51 inzichtelijk in een ontwikkelingsplan. 7. Competenties SBL-1 Interpersoonlijk competent SBL-2 Pedagogisch competent SBL-3 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent SBL-4 Organisatorisch competent SBL-5 Competent in samenwerken met collega s SBL-6 Competent in samenwerken met omgeving SBL-7 Competent in reflectie en ontwikkeling De domeinen uit de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands: Vakdomein 1 Vakdidactiek Vakdomein 5: wetenschappelijk grondslagen en ontwikkelingen Afhankelijk van de gekozen onderzoeksvraag: 2.5 Taalvaardigheidsonderzoek 3.5 Taalkundig onderzoek 4.5 Letterkundig onderzoek 8. Algemene omschrijving Deze OWE is gericht op het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden die de reflectieve docent helpen bij het doen van praktijkgericht onderzoek in hun eigen werksituatie en het optimaliseren van hun de rol van effectieve onderwijsgevende (Nederlands). De focus ligt op het leren onderzoeken van probleemgebieden bij het onderwijs Nederlands (op de eigen school) en het leren verwerven van vaardigheden en inzichten, noodzakelijk voor het uitvoeren van ontwerpgericht vakdidactisch onderzoek. 9. Samenhang Deze OWE bouwt voort op VOP-1 en Academische Vaardigheden. Het onderzoeksverslag is een voorbereiding op de masterthesis in leerjaar 3. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering 2 - MLN208 Deeltentamen DTA: DTB: POP 51

52 Tentamenvorm Onderzoeksverslag Individueel schriftelijk verslag Individueel schriftelijk verslag Aantal 2 1 examina- Toren Beoordeling Cijfer 1-10 Voldaan / niet voldaan Voorlopige cesuur Minimaal resultaat 55% van het totaal aantal te behalen punten 5,5 Voldaan 55% van het totaal aantal te behalen punten Weging 100% Geen eindcijfer indien niet voldaan Periode afname en herkansing Twee toetsmomenten per studiejaar Twee toetsmomenten per studiejaar Compensatie n.v.t. n.v.t. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur De literatuurlijst wordt geactualiseerd en wordt gepubliceerd in de studiewijzer. Deze wordt beschikbaar gesteld aan de studenten via Onderwijs Online voor aanvang van de colleges. 13. Aanbevolen literatuur Wordt gepubliceerd in de studiewijzer. Algemene informatie 1. naam OWE en code OWE Literatuurdidactiek / Teaching Literature MLN Opleiding / doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad, duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 2, semester 1 4. Studiepunten/studielast 2,5 ect; 70 klokuren Verdeling: Aantal contacturen Aantal klokuren 52

53 Geprogrammeerde contacttijd Hoor/werk/respons iecollege 8 12 Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Zelfstudie Ingangseisen Niet van toepassing Doelen en werkvormen Totaal (centrale) beroepstaak(- taken) Studenten analyseren de doorlopende leerlijn ontwikkeling literatuur op hun school. Studenten ontwikkelen en onderbouwen een eigen visie op het onderwijs in fictie/literatuur (onderwijs gericht op de versterking van de literaire competentie) 7. Competenties SBL-3 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent SBL-7 Competent in reflectie en ontwikkeling In de cursus komen de volgende elementen naar voren van de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands: Vakdomein 1, 4.6 en 5 8. Algemene omschrijving Studenten maken kennis met moderne inzichten ten aanzien van het onderwijs in literatuur/fictie. Deze inzichten worden gebruikt voor een reflectie op de opgedane kennis en inzichten in de letterkunde-owe s. Relevante aspecten van het onderwijs in fictie en literatuur, achtergronden en actuele inzichten worden behandeld in colleges. Studenten analyseren hun eigen onderwijspraktijk met betrekking tot de doorlopende leerlijn literatuur en ontwikkelen en onderbouwen een eigen visie op literatuuronderwijs. 9. Samenhang met andere OWE s De cursus Literatuurdidactiek is verbonden met de OWE s Oudere Letterkunde, Literatuurwetenschap, Literatuuranalyse, Recente literatuur, Academische Vaardigheden en VOP. Studenten koppelen kennis en inzichten vanuit de letterkundecolleges aan de eigen praktijk van het onderwijs en analyseren hun eigen onderwijscontext. Bij de schriftelijke verwerking hanteren zij principes en werkwijzen en vormconventies, passend bij het masterniveau en zoals geleerd in bovengenoemde OWE s 53

54 Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE aan de hand van de sbl-competenties, de dublindescriptoren en de kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands 11. Tentamens Literatuurdidactiek MLN214 Deeltentamen Tentamenvorm Rapportage Individuele schriftelijke rapportage Aantal examinatoren 1 Beoordeling Cijfer 1-10 Voorlopige cesuur 55 % van het totaal aantal te behalen punten Minimaal resultaat 5,5 Weging 100% Periode afname en herkansing Compensatie Twee toetsmomenten per studiejaar n.v.t. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur Literatuur gemarkeerd met Onderwijs Online wordt via de digitale leeromgeving ter beschikking gesteld. - Beach, R., Appleman, D., Hynds, S. & Wilhelm, J. (2011). Teaching LIterature to Adolescents. New York/London: Routledge (Onderwijs Online) - Bolscher, I., Dirksen, J., Houkes, H. & Kist, S. van der (2004). Deel 3: Literatuuronderwijs in de Tweede Fase. In Bolscher, I., Dirksen, J., (moet worden aangeschaft) - Bonth, R. de & Schermer, T (2015). Poëzie in de klas. Levende Talen Magazine 2015, 1. (Onderwijs Online) - Boxtel, M. van (2012). Samen kijken naar verhalen. Levende Talen Tijdschrift, 13, 2. (Onderwijs Online) - Houkes, H. & Kist, S. van der (2004). Literatuur & Fictie. Een didactische handreiking voor het voortgezet onderwijs. Leidschendam: Biblion (Onderwijs Online) - Janssen, T. & Bergh, H. van den (2010). Het effect van creatief schrijven op het lezen van korte verhalen. Levende Talen Tijdschrift, 11,1. (Onderwijs Online) - Jurna C., & Galema, K. (2014) Geen harde aanbevelingen wel indicaties. Les, 189, juni (Onderwijs Online) - Lange, H. de (2013). Een belevingswijzer bij het lezen van literatuur. Levende Talen Magazine 2013, 8. (Onderwijs Online) - Nicolaas, M. & Vanhooren, S. (2008). Het literatuuronderwijs in Nederland en Vlaanderen. Nederlandse Taalunie. (Onderwijs Online) - Stokmans, M. (2009). De invloed van literatuuronderwijs op leesattitude. Levende Talen tijdschrift, 10, 2 (Onderwijs Online) 54

55 - Verspiek M. & Veelzen, T. van (2014) Lezen in het mbo. Beroepsgerelateerd fictie lezen bij ROC Friese Poort. Les, 189, juni 2014 (Onderwijs Online) - Witte, T., Rijlaarsdam, G. & Schram, D. (2008). Literatuuronderwijs en de ontwikkeling van leesmotivatie in de Tweede Fase. Levende Talen Tijdschrift, 9,2. (Onderwijs Online) - Witte, t., Rijlaarsdam, G. & Schram, d. (2009). Naar een gestructuureerd curriculum voor het literatuuronderwijs. Levende Talen tijdschrift, 10, 2 (Onderwijs Online) 13. Aanbevolen literatuur Overige artikelen worden ter beschikking gesteld via Onderwijs Online Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Taalkunde 2 (History of linguistics and applied linguistics) HMP_MLN Opleiding/doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad Duaal. 3. Onderwijsperiode Jaar 2, semester 1 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 5 ect Studiebelastingsuren: 140 sbu Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 24 uur (16x90 min.) 116 uur 140 uur 5. Ingangseisen Niet van toepassing. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, Lesgeven bovenbouw havo en vwo. 55

56 beroepstaken 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent Uit de kennisbasis: Subdomein 3.2 (opvattingen en stromingen in de sociolinguïstiek.); subdomein 3.3 (historische taalkunde van het Nederlands en taalvariatie); subdomein 3.4 (Neogrammatici, structuralisme, generatieve grammatica, constructiegrammatica); subdomein 3.5 (toegepast onderzoek). 8. Algemene omschrijving Welke taalkundige theorieën zijn er in de loop der tijd ontwikkeld? Hoe is het Nederlands in de loop der jaren veranderd en welke variëteiten van het Nederlands zijn er? In deze OWE zal aandacht worden besteed aan de geschiedenis van de taalkunde als wetenschappelijke discipline, de bekendste taalkundige theorieën zullen de revue passeren. Ook komt de geschiedenis van het Nederlands aan de orde, evenals de belangrijkste opvattingen binnen de huidige sociolinguïstiek. Door het uitvoeren een toepassingsopdracht zal er op een onderzoeksmatige manier dieper op het vak worden ingegaan. 9. Samenhang Taalkunde 2 wordt gegeven in studiejaar 2 van de opleiding en vormt samen met Taalkunde 1 de taalkundige tak van de opleiding. Tentaminering In Taalkunde 2 wordt kennis over de historie van het Nederlands en taalverandering (kb 3.3) en geschiedenis van de taalkunde (kb 3.4) behandeld, in Taalkunde 1 is kennis over algemene taalwetenschap (kb 3.1) en toegepaste taalwetenschap (kb 3.2) behandeld. Binnen de letterkundige tak van de opleiding zal ook aandacht besteed worden aan historische taalkunde (kb 3.3). 10. Beoordelingscriteria Verplicht De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens Taalkunde 2 - MLN210 Deeltentamen DTA DTB Toetsvorm Kennistoets: open vragen Onderzoeksopdracht Aantal examinatoren

57 Beoordeling Cijfer Cijfer Voorlopige cesuur 55% van het totaal aantal te behalen punten 55% van het totaal aantal te behalen punten Minimaal resultaat 5,5 of hoger 5,5 of hoger Weging 50% 50% Toetsmomenten Tweemaal per studiejaar Tweemaal per studiejaar compensatie geen geen 12. Verplichte literatuur 13. Aanbevolen literatuur - Hüning, M.(2013). Taalkunde. - Wal, M. van der & Bree, C. van. (2014). Geschiedenis van het Nederlands. Houten: Spectrum - Door de docent aangereikte artikelen en hand-outs. -. Algemene informatie 1. Naam OWE en Code OWE Oudere Letterkunde (OL) - Historical Literature MLN Opleiding/doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 2, semester 2 4. Studiepunten/ Studielast 5 ECT / 140 uur Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 24 uur 116 uur 140 uur 57

58 5. Ingangseisen Niet van toepassing. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Lesgeven in havo/vwo bovenbouw 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling. Vakdomein 3.3: Taalverandering Vakdomein 4.1: Historische letterkunde 8. Algemene omschrijving In deze cursus staat de Nederlandse letterkunde van de 12 e tot en met de 19 e eeuw centraal. We bestuderen wekelijks literaire teksten uit de verschillende eeuwen en we plaatsen deze in hun cultuurhistorische context. De teksten vormen een afspiegeling van de toonaangevende genres uit de middeleeuwen, de renaissance en de verlichting: ridderromans, tragedies, emblemen, satirische literatuur, enz. Om de teksten te duiden en het belang van historische letterkunde duidelijk te maken, maken we veel gebruik van secundaire literatuur erover, zoals inleidingen bij moderne edities en relevante wetenschappelijke artikelen/hoofdstukken. Ook bespreken we veelvuldig het waarom en hoe van historische letterkunde in havo/vwo bovenbouw. 9. Samenhang Deze OWE hangt samen met de andere letterkundevakken. De OWE Moderne Letterkunde geeft een overzicht van de moderne literatuurgeschiedenis, van ca tot nu. Voor alle letterkundevakken wordt gewerkt met het begrippenapparaat zoals aangeleerd bij Literaire Analyse en Literatuurwetenschap. Na het volgen van Oudere Letterkunde kunnen voor de OWE Verdiepend Onderzoek Letterkunde literaire pakketten met teksten van vóór 1880 gekozen worden. Er is ten slotte ook samenhang met de OWE s Taalkunde 1 en Taalkunde 2: we besteden aandacht aan taalkundige constructies in het Middelnederlands en in het zeventiende- en achttiende-eeuws. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria Met de schriftelijke kennistoets wordt SBL-3 getoetst. Met de onderwijsmodule wordt SBL-3 en SBL-7 getoetst. Zie voor beoordelingscriteria de Studiewijzer. 11. Tentamens Oudere letterkunde MLN223 58

59 Deeltentamen DTA Kennistoets DTB Ontwerp onderwijsmodule Toetsvorm Kennistoets Onderwijsmodule Aantal examinatoren 1 1 Beoordeling Cijfer (1-10) Cijfer (1-10) Voorlopige cesuur Minimaal resultaat 55% van de vragen goed 5,5 5,5 Weging 70% 30% Periode afname en herkansing Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar 55% van het totaal aantal te behalen punten Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar Herkansing i.o.m. student Studiematerialen 12. Verplichte literatuur Primair: - Anoniem, Karel ende Elegast (editie naar keuze). - Jacob van Maerlant, Het boek der natuur, ed. P. Burger, Amsterdam: Querido, 1995 (tweede druk). (via DBNL) - Van den Vos Reynaerde, ed. F. Lulofs, Groningen: Noordhoff, 2001 (of een andere druk van dezelfde editie). (aan te schaffen) - Hadewijch, Liefdesliederen, hertaald door Jan Kuijper, Amsterdam: Athenaeum, (aan te schaffen) - A. Bijns, Noch schijnt Merten van Rossem de besten van tween. (op Onderwijs Online) - Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten, ed. M. Meijer Drees en E. Stronks, Amsterdam: Athenaeum, (via DBNL) - Hollantsche Parnas, Nederlandse gedichten uit de zeventiende eeuw, met inleiding en aantekeningen door T. van Strien, Amsterdam: Amsterdam University Press, (aan te schaffen) - R. Visscher, Sinnepoppen, ed. L. Brummel, Den Haag: Martinus Nijhoff, (via DBNL) - G.A. Bredero, De klucht van den molenaer, ed. J. Daan, Culemborg: Tjeenk 59

60 Willink Noorduijn N.V., (via DBNL) - J. van den Vondel, Gijsbrecht van Aemstel, ed. M.B. Smits-Veldt. Amsterdam, Amsterdam University Press, (via DBNL) - H. van Alphen, Kleine gedichten voor kinderen, ed. P.J. Buijnsters, Amsterdam: Athenaeum, (via DBNL) - J.A. Schasz, Reize door het Aapenland, ed. P. Altena met een voorwoord van Gerrit Komrij, Nijmegen: VanTilt, (aan te schaffen) - B. Wolff en A. Deken, De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. (editie naar keuze) - Multatuli, Max Havelaar. (editie naar keuze) Secundair: - A. Rigney & K. Brillenburg Wurth, Het leven van teksten. Amsterdam: Amsterdam University Press, (al in bezit, via LW) - J. Kessler, Please Do Not Mind the Crudeness of its Weave : Literature, Gender and the Polemic Authority of Anna Bijns, in: J. Bloemendal, A. van Dixhoorn and E. Strietman (eds.), Literary Cultures and Public Opinion in the Low Countries, , Leiden: Brill, 2011, (te downloaden via CBA3CB4C558F6EED38431E4) - H. Pleij, Anna Bijns als pamflettiste? Het refrein over de beide Maartens, in: Spiegel der Letteren 42 (2000), (via DBNL) - P. Obbema, De overlevering van de literaire handschriften, in: P. Obbema, De middeleeuwen in handen. Over de boekcultuur in de late middeleeuwen, Hilversum: Verloren, 1996, p (via DBNL) - F. van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300, Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, (hieruit lezen we gedeeltes) - R. van Stipriaan, Leugens en vermaak. Boccaccio s novellen in de kluchtcultuur van de Nederlandse renaissance. Amsterdam 1996, hoofdstuk 1, (op Onderwijs Online) - M. Meijer Drees en I. Nieuwenhuis, De macht van satire: grenzen testen, grenzen stellen, Nederlandse letterkunde 15 (2010) 3, (op Onderwijs Online) 13. Aanbevolen literatuur - F. van Oostrom, Wereld in woorden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, (hieruit lezen we gedeeltes) - H. Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, (hieruit lezen we gedeeltes) - F. van Oostrom, Maerlants wereld, Amsterdam: Prometheus,

61 - K. Porteman en M.B. Smits-Veldt, Een nieuw vaderland voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, I. Leemans en G.J. Johannes, Worm en donder: geschiedenis van de Nederlandse literatuur Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, W. van den Berg en J.P. Couttenier, Alles is taal geworden: geschiedenis van de Nederlandse literatuur Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, R. van Stipriaan, Het volle leven: Nederlandse literatuur en cultuur ten tijde van de Republiek (circa ), Amsterdam: Prometheus, M. Schenkeveld-Van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur. Een geschiedenis, Groningen: Nijhoff,

62 Algemene informatie 1. Naam OWE / code OWE Recente Nederlandstalige letterkunde Modern literature MLN Opleiding / doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 1, semester 2 3. Beroepstaak/beroepstak en 4. Studiepunten / studielast - lesgeven in de bovenbouw havo/vwo - begeleiding profielwerkstukken in de bovenbouw havo/vwo 5 ec /140 sbu 5. Ingangseisen n.v.t. Doelen en werkvormen 6. (centrale) beroepstaak, beroepstaken Analyseren en interpreteren van recente Nederlandstalige literaire werken. 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling. Hierbij horen de volgende kennisdomeinen van Kennisbasis hb0- masteropleidingen Nederlands: Subdomein 4.1: Moderne letterkunde Subdomein 4.2: Algemene literatuurwetenschap Subdomein 4.6: Letterkundig onderzoek 8. Algemene omschrijving 9. Samenhang met andere OWE-en en ingangseisen met Deze cursus bestaat uit 16 hoor- en werkcolleges van 1½ uur. In de hoorcolleges wordt ingegaan op de belangrijkste discussies en ontwikkelingen in de Nederlandstalige literatuur van deze eeuw en wordt de theorie van het postmodernisme behandeld. In de werkcolleges staat iedere keer een recent verschenen werk van een Nederlandse of Vlaamse auteur centraal. Studenten maken op die manier kennis met interpretaties van het werk van contemporaine schrijvers als Gerbrand Bakker, Martin Michael Driessen, Stephan Enter, Esther Gerritsen, Arnon Grunberg, Tom Lanoye, Erwin Mortier, Peter Terrin, P.F. Thomèse, Dimitri Verhulst, Tommy Wieringa, Christiaan Weijts en Niña Weijers De cursus wordt gegeven in de eerste semester van het derde studiejaar en vormt samen met de cursussen Literatuurwetenschap, Literatuuranalyse, 62 Oudere Letterkunde en Moderne Letterkunde de letterkundige tak van de educatieve master Nederlands. Om verhalende en poëtische teksten te

63 betrekking tot tentamens kunnen analyseren én om ze in de literatuurgeschiedenis te kunnen plaatsen wordt gebruik gemaakt van een begrippenapparaat dat in deze cursus wordt aangereikt en het instrumentarium dat in de cursus Literatuuranalyse is aangeleerd. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentaminering De weekopdrachten en presentaties worden met een voldoende (V) of onvoldoende (O) beoordeeld. De student krijgt een V als hij/zij een serieuze poging heeft ondernomen om de opdracht, c.q. presentatie uit te voeren. Is dat niet het geval dan krijgt hij/zij een onvoldoende en moet de opdracht opnieuw worden gemaakt en moet de presentatie worden gecompenseerd middels een extra opdracht. Een student is geslaagd voor de cursus als hij/zij voor alle opdrachten en de presentatie een voldoende heeft gehaald én als Recente Nederlandstalige letterkunde MLN221 Deeltentamen A (DTA) Deeltentamen B (DTB) Deeltentamen C (DTC) Schriftelijke toets Dossier weekopdrachten Presentatie 8 open kennisvragen en 3 toepassingsopdrachten Weekopdrachten bij de colleges Presentatie analyse van een literair werk Beoordeling: cijfer Beoordeling: voldoende/onvoldoende Beoordeling: voldoende/onvoldoende Grens: 5,5 voldoende voldoende Weging: 100% voorwaarde voorwaarde Periode: jaar 1, periode 3 en 4 Periode: jaar 1, periode 3 en 4 Periode: jaar 1, periode 3 en 4 Twee toetsmomenten per jaar Twee toetsmomenten per jaar Twee toetsmomenten per jaar hij/zij voor het schriftelijke tentamen het cijfer 5,5 of hoger heeft gehaald. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur Een selectie van primaire werken: Het precieze programma en de literatuurlijst worden begin 2017 bekend gemaakt, omdat deze cursus bij de keuze van een aantal te behandelen werken zo dicht mogelijk bij de actualiteit wil aansluiten. Secundaire literatuur: - Reader Recente Nederlandstalige Letterkunde. - Thomas Vaessens, De revanche van de roman. Vantilt. Nijmegen Bart Vervaeck, Het postmodernisme in de Nederlandse en Vlaamse roman. Vantilt, Nijmegen Aanbevolen literatuur n.v.t. 63

64 Algemene Informatie 1. Naam OWE en Code OWE ICT in de bovenbouw / ICT in upper secondary education MLN Opleiding / doelgroep Studenten deeltijd van de Master leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 3, semester 1 4. Studiepunten/ Studielast 2,5 ECT, 70 uur Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 12 uur (8x90 min.) 58 uur 70 uur 5. Ingangseisen Bij de interactieve colleges is een minimale deelname van 80% verplicht. Bij een kleiner percentage aanwezigheid kan de docent een aanvullende opdracht verstrekken, die met voldaan moet worden beoordeeld. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken Lesgeven in havo/vwo bovenbouw 7. Competenties SBL-2: Pedagogisch competent. SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. SBL-7: Competent in reflectie en ontwikkeling. Vakdomein 1: Vakdidactiek. Vakdomein 5: Wetenschappelijke grondslagen en ontwikkelingen. 8. Algemene omschrijving In deze OWE doen we gezamenlijk onderzoek naar manieren waarop je ICT kunt inzetten in het onderwijs. Belangrijk daarbij is dat je een koppeling leert maken met jouw visie op het vak en daarom gaan we verder dan alleen praktische toepassingen 64

65 (het HOE): we kijken vooral naar de redenen om digitale middelen toe te passen in het vak Nederlands (het WAAROM). Het is dus belangrijk dat je een eigen visie op het vak ontwikkelt en deze koppelt aan de ICT-middelen die je wilt ontwikkelen/gebruiken. Een voorbeeld: ICT-toepassingen maken het mogelijk om kennisclips op te nemen waarin we iemand een betoog zien en horen schrijven. Leerlingen kunnen deze clip thuis bekijken. Zo n toepassing kan zorgen voor een verbetering van het schrijven van betogen, omdat leerlingen een goed voorbeeld zien en horen. Zulk soort clips kunnen dus tot verbeteringen van het vak Nederlands leiden, omdat leerlingen beter leren schrijven dan voorheen. In de eerste helft van deze OWE lezen en bediscussiëren we theorieën over het hoe en waarom van ICT-toepassingen in de klas. Ook wisselen we met elkaar kennis uit die je al hebt. In de tweede helft van de OWE ontwikkel je een visie op ICT bij het vak Nederlands: je richt dan op het toepassen en verantwoorden van een eigen ICTmiddel in havo/vwo-bovenbouw. Je werkt aan een essay waarin je verantwoordt welke component van het vak je verbetert en hoe je dat doet. Je maakt tegelijkertijd duidelijk hoe deze verbetering samenhangt met jouw visie op het vak Nederlands. 9. Samenhang Deze OWE kent een sterke samenhang met vakdidactiek (VOP-1, VOP-2 en VOP-3): je leert reflecteren op het vak Nederlands en werkt aan een visie: wat vind je belangrijk aan het vak Nederlands en hoe zou ICT een rol kunnen spelen bij wat jij belangrijk vindt? Je legt in je essay zelf een relatie met één van de kennisdomeinen van het vak Nederlands: taalvaardigheid, taalkunde of letterkunde. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria Het essay dat je schrijft wordt beoordeeld met een cijfer. SBL-2, SBL-3 en SBL-7 worden getoetst. Het beoordelingsformulier vind je in de Studiewijzer. 11. Tentamens ICT in de bovenbouw MLN222 Deeltentamen Toetsvorm DTA Kennistoets Essay Aantal examinatoren Beoordeling Cijfer (1-10) 1 Voorlopige cesuur 55% 65

66 Minimaal resultaat 5,5 Weging 100% Periode afname en herkansing Toetsmomenten: tweemaal per studiejaar 12. Verplichte literatuur 13. Aanbevolen literatuur Voor deze OWE wordt een reader samengesteld en op Onderwijs Online geplaatst. n.v.t. Algemene Informatie 1. Naam OWE en code OWE Afstudeeronderzoek / Masterthesis MLN Opleiding / doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Leerjaar 3, semester 1, uitloop semester 2 4. Studiepunten/ Studielast 15 ECT; 420 klokuren 420 uur zelfstudie en verwerking op de werkplek. Individuele begeleiding door begeleider vanuit Kenniscentrum voor Kwaliteit van Leren en door vakdidactisch begeleider vanuit de opleiding. Begeleiding volgens het principe op maat en just-in-time. Regelmatige intervisiebijeenkomsten binnen de opleiding en gesprekken met de schoolbegeleider op de werkplek ondersteunen het proces (VOP- 3, MNEN217). Een facultatieve afstudeerkring geeft studenten de mogelijkheid om regelmatig bij elkaar te komen onder begeleiding van een docent. De bijeenkomsten hebben het karakter van peerfeedback en instructie op maat. 5. Ingangseisen Een voldoende beoordeling voor het onderzoek leerjaar 2 (VOP-2) is voorwaarde om te starten met onderzoek leerjaar 3 (Masterthesis) Doelen en werkvormen 6. (centrale) beroepstaak, Uitvoeren van vakdidactisch ontwerponderzoek (MLN217) 66

67 beroepstaken 7. competenties SBL-1 Interpersoonlijk competent SBL-2 Pedagogisch competent SBL-3 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent SBL-4 Organisatorisch competent SBL-5 Competent in samenwerken met collega s SBL-6 Competent in samenwerken met omgeving SBL-7 Competent in reflectie en ontwikkeling In de cursus komen de volgende elementen naar voren van de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands Vakdomein 1 Vakdidactiek Vakdomein 5: afhankelijk van de gekozen onderzoeksvraag: 2.5 Taalvaardigheidsonderzoek 3.5 Taalkundig onderzoek 4.5 Letterkundig onderzoek 8. Algemene omschrijving Studenten voeren een vakdidactisch ontwerponderzoek uit, nadat zij voor het vooronderzoek in studiejaar 2 een voldoende hebben behaald. Het ontwerponderzoek is gericht op de verbetering van de (eigen) onderwijspraktijk. Ondersteuning vindt plaats door intensieve begeleiding door twee deskundigen just-in-time en op verzoek en initiatief van de student. Daarnaast ondersteunen groeps-intervisiebijeenkomsten het proces. De student onderzoekt methodisch de praktijkrelevante onderzoeksvraag die verkend is in leerjaar 2 en komt tot een methodologisch verantwoord onderzoeksverslag, waarin de onderzoeksvraag beantwoord wordt. Centraal hierbij staat het praktijkprobleem/de praktijkvraag, waarmee de student een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het vak Nederlands binnen de eigen schoolcontext. Verantwoordelijkheid voor de voortgang van het proces (initiatieven tot begeleiding) ligt bij de student. 9. Samenhang met andere OWE s Ingangseisen voor deze OWE zijn de afgeronde OWE s VOP-1 en VOP-2. De OWE Academische Vaardigheden heeft belangrijke fundamenten gelegd voor het uitvoeren van dit onderzoek. Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de beoordelingsrubrics en - formulieren. De formulieren worden ter beschikking gesteld aan de student en zijn beschikbaar op Onderwijs 67

68 Online. 11. Tentamens Afstudeeronderzoek - MLN217 Toets cesuur weging frequentie Leerwerktaak: thesis % 2 * jaarlijks 12. Verplichte literatuur n.v.t. De thesis wordt beoordeeld aan de hand van het formulier Beoordeling onderzoek VOP-3, verzie en de bijbehorende rubric. 13. Aanbevolen literatuur n.v.t. Afhankelijk van gekozen vraagstelling / probleemstelling Algemene Informatie 1. Naam OWE en code OWE Verdiepend onderzoek letterkunde In-depth Research Literature MLN Opleiding / doelgroep Master leraar Nederlands eerste graad Duaal 3. Onderwijsperiode Lintrooster, instructie door docent letterkunde in leerjaar 1, semester 1 3. Beroepstaak / beroepstaken n.v.t. 4. (Beroeps)Producten Studenten doen research naar thematische verbanden tussen contemporaine en oudere literaire werken met inachtneming van de wetenschappelijke methode 4. Studiepunten / studielast 5 ec (140 sbu) (Zie onder voor details.). De OWE is flexibel en biedt de student gelegenheid tot keuze en planning. 5. Ingangseisen n.v.t. Doelen en werkvormen 6. (centrale) beroepstaak, beroepstaken n.v.t. 7. Competenties SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent. De domeinen uit de Kennisbasis hbo-masteropkeidingen: 68

69 Vakdomein 4: Letterkunde Subdomeinen 4.1 tot en met Algemene omschrijving Gedurende de driejarige opleiding dient de student drie keer grotendeels zelfstandig een onderzoek uit te voeren. De onderzoeken hebben betrekking op de stof die in de OWE s Oudere Letterkunde en Moderne Letterkunde in de semesters 1, 2, 3, 4 en 5 is behandeld. Voor elk onderzoek wordt in overleg met de docent een onderwerp gekozen en een vraagstelling geformuleerd aan de hand waarvan vijf literaire werken worden onderzocht. In totaal onderzoekt de student 15 boeken, waarvan minimaal 6 van vóór 1900 en minimaal 6 van na De eerste keer kiest de student uit een aantal door de docent gegeven vraagstellingen, de volgende twee keer formuleert de student zelf een vraagstelling die door de docent dient te worden goedgekeurd. Bij het uitvoeren van de onderzoeken dient gebruik te worden gemaakt van relevante secundaire literatuur. De cursus wordt aangeboden in een lintmodule, wat betekent dat de student zelf mag bepalen wanneer hij/zij de onderzoeken uitvoert. Aanbevolen wordt om elk studiejaar één onderzoek te doen. De student mag zelf de te onderzoeken literaire werken kiezen, maar dient zijn/haar keuze wel ter fiattering aan de docent voor te leggen. Het staat de student vrij om teksten te kiezen uit verschillende taalgebieden. Voorbeelden van onderwerpen zijn: - vertelperspectief in literaire werken van vóór en van na 1900; - een vergelijking van Van den Vos Reynaerde met vier adapties; - een vergelijking van een Nederlandse, Vlaamse en Franse naturalistische roman; - vergelijking van tragedies uit de zeventiende eeuw en de achttiende eeuw; - bespreking van hoofsheid aan de hand van enkele teksten (zoals Karel ende Elegast, Beatrijs en De Roman van Lancelot); - visie op het geloof in het werk van Gerard Walschap, Marnix Gijsen en Hugo Claus; - lichamelijkheid in de gedichten van Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Albert Bontridder; - maatschappelijke engagement in het werk van Charlotte Mutsaers, M. Februari en Arnon Grunberg. 9. Samenhang met andere OWE-en en ingangseisen met betrekking tot tentamens De lintcursus Verdiepend Onderzoek Letterkunde biedt een verdieping bij de overige letterkunde-owe s. De student verbreedt en verdiept zijn kennis van literatuur en cultuur door drie keer een onderzoek uit te voeren aansluitend bij de stof die bij Oudere Letterkunde, Literatuurwetenschap, Literatuuranalyse, Recente Literatuur en Moderne Letterkunde wordt behandeld. Tentaminering 69

70 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en beoordelingsrubrics en - formulieren. De formulieren worden ter beschikking gesteld aan de student en zijn beschikbaar op Onderwijs Online. 11. Tentamens Studenten schrijven drie keer een onderzoeksverslag, dat beoordeeld wordt met een cijfer (cesuur: 5,5). De lintmodule wordt succesvol afgesloten als drie keer een voldoende is gehaald. Het eindcijfer is het gemiddelde cijfer van de onderzoeksverslagen. Verdiepend onderzoek letterkunde MLN212 DTA Verslag 1 DTB Verslag 2 DTC Verslag 3 cijfer cijfer cijfer Grens: 5.5 Grens: 5.5 Grens: 5.5 Weging: 33.3% Weging: 33.3% Weging: 33.3% Periode: flex Periode: flex Periode: flex Toetsmomenten: verslag kan 2 maal worden aangeboden in overleg met de docent Toetsmomenten: verslag kan 2 maal worden aangeboden in overleg met de docent Toetsmomenten: verslag kan 2 maal worden aangeboden in overleg met de docent 12. Verplichte literatuur n.v.t. Het wordt sterk aanbevolen de onderzoeken te verdelen over de drie studiejaren. 13. Aanbevolen literatuur - A. Rigney & K. Brillenburg Wurth, Het leven van teksten. Amsterdam: Amsterdam University Press, (aan te schaffen) - F. van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300, Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, F. van Oostrom, Wereld in woorden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, H. Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, K. Porteman en M.B. Smits-Veldt, Een nieuw vaderland voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, I. Leemans & G.J. Johannes, Worm & Donder, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker,

71 - W. van den Berg en J.P. Couttenier, Alles is taal geworden: geschiedenis van de Nederlandse literatuur Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen: geschiedenis van de Nederlandse literatuur , Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, F. van Oostrom, Maerlants wereld, Amsterdam: Prometheus, R. van Stipriaan, Het volle leven: Nederlandse literatuur en cultuur ten tijde van de Republiek (circa ), Amsterdam: Prometheus, M. Schenkeveld-Van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur. Een geschiedenis, Groningen: Nijhoff, Bart Vervaeck, Het modernisme in de Nederlandse en Vlaamse roman, Brussel/Nijmegen: VUBpress en Uitgeverij Vantilt, M. Rutten en J. Weisgerber, Van Arm Vlaanderen tot De voorstad groeit , Antwerpen: Standaard Uitgeverij, Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, Nijmegen: Vantilt, Luc Herman en Bart Vervaeck, Vertelduivels, Brussel/Nijmegen: VUBpress en Uitgeverij Vantilt, B.F. van Vlierden, Van In t Wonderjaer tot De Verwondering. Een poëtica van de Vlaamse roman, Antwerpen: Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Ton Anbeek, Geschiedenis van de Literatuur in Nederland , Amsterdam: De Arbeiderspers, G.J. van Bork en N. Laan (red.), Van romantiek tot postmodernisme. Opvattingen over Nederlandse literatuur, Bussum: Uitgeverij Coutinho, H. van Gorp e.a., Lexicon van literaire werken, Deurne/Groningen: Wolters Plantyn/Wolters Noordhoff, W. Bronzwaer, Lessen in lyriek, Nijmegen: SUN, Algemene informatie 1. Naam OWE en code OWE Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering 3 MLN Opleiding/doelgroep Master Leraar Nederlands eerste graad Duaal 71

72 3. Onderwijsperiode Leerjaar 3, semester 1 4. Studiepunten/ Studielast Studiepunten: 5ect / 140 sbu Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid en stage Hoor/werkcolleges (6) Intervisie (4) Zelfstudie, portfolio, collegevoorbereiding Essay 20 Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Ingangseisen Niet van toepassing. Doelen en werkvormen 6. (centrale) Beroepstaak, beroepstaken De student: kan zijn persoonlijke en professionele identiteit beschrijven met behulp theoretische en persoonlijke onderwijsvisie; kan het verband aangeven tussen zijn persoonlijke en professionele identiteit door bewustwording van mentale modellen, patronen en blinde vlekken m.b.t. individuele en beroepsmatige ontwikkeling; is in staat zijn denken over persoonlijke en professionele groei te verbinden met het gedachtegoed van onderwijspedagogen en filosofen; is in staat adequaat kennis in te zetten naar eigen inzicht, omstandigheden en contexten te analyseren en te definiëren door aantoonbaar te beschikken over vermogens als: het terughouden van het oordeel, het uitstellen van een mening, het bewust worden van nieuwe kennis en deze te vertalen naar complexere persoonlijke onderwijs casuïstiek door confrontatie met biografische waarden, normen en drijfveren. 7. Competenties SBL-1 Interpersoonlijk competent SBL-2 Pedagogisch competent SBL-3 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent SBL-4 Organisatorisch competent 72

73 SBL-5 Competent in samenwerken met collega s SBL-6 Competent in samenwerken met omgeving SBL-7 Competent in reflectie en ontwikkeling In de cursus komen de volgende elementen naar voren van de Kennisbasis hbo-masteropleidingen Nederlands Vakdomein 1 Vakdidactiek Opvattingen over het schoolvak Nederlands Onderwijsdoelen en didactiek: toetsen en beoordelen 8. Algemene omschrijving De cursus biedt in 6 hoor- en werkcolleges een overzicht van onderwijspsychologische aspecten van het onderwijsvak. Dit deel van de cursus wordt afgesloten met schrijven van een essay. Daarnaast worden 4 intervisiecolleges georganiseerd waarin studenten door middel van peer-feedback reflecteren op het eigen onderzoek, hun onderwijspraktijk en die van medestudenten. De hoor-werk colleges verdiepen onderwijskundige thema s met inzichten uit recente onderwijsvisies. Met een kritische, filosofisch georiënteerde en onderzoekende benadering van kennis, inzichten en ervaringen uit de onderwijspraktijk worden onderwijspsychologische aspecten van het docentschap blootgelegd. Accenten in de intervisie colleges liggen op metacognitieve reflectie; contemplatie betreffende oordeelsvorming; persoonlijke waarden en vaardigheden; bewustwording van het eigen handelingsrepertoire; anders verantwoorden; brengen van moraliteit in het denken. De intervisiecolleges geven ruimte voor intensieve reflectie op het eigen onderzoek. De gespreksvoering heeft het karakter van een Ronde Tafel werkvorm inclusief oefeningen die de dialoog aanscherpen. Het gaat in deze om het delen van ervaringen, geven van feedback en het opzoeken van de (persoonlijke) ethiek ten aanzien van de stand van zaken van het onderzoek en het pedagogisch en vakdidactisch handelen daarbinnen. Aandachtsgebieden zijn onder meer het stilstaan bij mentale fixaties/modellen a.h.v. metaforen evenals het inzetten van de biografische component waardoor eigenaarschap en persoonlijke waarden ten aanzien van het onderzoek sterker kunnen worden beleefd in de dialoog. 9. Samenhang De cursus VOP-3 bouwt voort op VOP-1, VOP-2 en Academische Vaardigheden. Ook de vakdidactische aspecten van de overige vak-owe s zijn relevant voor het uit te voeren onderzoek. 73

74 Tentaminering 10. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria worden geconcretiseerd in de studiewijzer van de OWE en in de beoordelingsformulieren van leer(werk)taken. 11. Tentamens Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering 3 MLN216 Deeltentamen Tentamenvorm Aantal examinatoren Beoordeling Voorlopige cesuur Minimaal resultaat DTA: Schriftelijke opdracht Individueel: 1.schriftelijk essay 2.mondelinge presentatie 1 2 Voldaan / niet voldaan Conform formulier Voldaan DTB: Assessment Individueel gesprek a.d.h.v. portfolio Cijfer 1-10 Conform formulier Masterexamen / Beoordeling 5,5 + voldaan alle ontvankelijkheidseise n Weging 0% 100% Periode afname en herkansing Twee toetsmomenten per studiejaar Twee toetsmomenten per studiejaar Compensatie n.v.t. n.v.t. Studiematerialen 12. Verplichte literatuur Biesta, G. (2014). Goed onderwijs en de cultuur van het meten, Amsterdam, Boom; Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken, visible learninig for teachers, Rotterdam, Bazalt Educatieve Uitgaven Scharmer, O. (2012). Theorie U, leiding vanuit de toekomst die zich aandient, Zeist, Christofoor; 13. Aanbevolen literatuur Bohm, D. (2004) On Dialogue, Abingdon, Taylor & Amp; Francis Ltd. Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs, Culemborg, 74

75 uitgeverij Phronesse. Andere relevante artikelen worden gepubliceerd in de studiewijzer. 15. Studiebegeleiding 15.1 Algemene informatie over studiebegeleiding In het onderdeel professionalisering van de Masteropleiding (onderdeel van VOP 1, 2 en 3) worden studenten begeleid bij een resultaatgerichte studieloopbaan door de tutor van de opleiding en door de werkplekbegeleider van de eigen school. Het dragen van de verantwoordelijkheid door de student voor het eigen leerproces ten aanzien van het ontwikkelen van de zeven competenties op het niveau van de docentvho zoals beschreven door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en ander onderwijspersoneel is hierbij een essentieel leerdoel en uitgangspunt. Professionalisering vindt zowel plaats in groepen van studenten als individueel. Een groep studenten wordt begeleid door een of meerdere tutoren. Elke student wordt individueel begeleid door een tutor. Het programma van de professionalisering is nader uitgewerkt in de handleiding Professionele ontwikkeling op de werkplek voor de Master Leraar Nederlands Specifieke invulling studiebegeleiding Elke student krijgt bij de start van de opleiding een tutor toegewezen. De tutor helpt onder meer bij de inrichting van uw studie en de vragen en dilemma s die u tegenkomt. In de eerstegraadsopleiding gaat het om uw professionele ontwikkeling en om de verwerving van specifieke competenties als bovenbouwdocent havo/vwo. Tijdens de opleiding wordt u regelmatig beoordeeld. Sommige beoordelingen en vormen van feedback geven informatie over uw eigen ontwikkeling. U krijgt bijvoorbeeld feedback van uw docent en van medestudenten naar aanleiding van gemaakte opdrachten, of u krijgt een beoordeling van een coach of een collega op de werkplek. Deze feedback gebruikt u vanzelfsprekend om uw ontwikkeling te sturen en soms kunt u feedback (voorzien van handtekening en datum) toevoegen als bewijslast aan uw portfolio. Competentieverwerving is een continu proces waarin u wordt ondersteund en geadviseerd door de tutor en de docent VOP-1. In de aanvangsfase bepaalt u aan de hand van intervisie, swot-analyses, onderlinge schoolbezoeken en andere activiteiten waar u staat in uw ontwikkeling, wat prioriteit krijgt, hoe u planmatig verder werkt aan uw bekwaamheid. De voortgang van die ontwikkeling moet goed zichtbaar zijn, voor uzelf, voor de tutor en voor anderen. Dit krijgt zijn uitwerking in een concept werktheorie eerstegraads docent 75

76 (naamgeving traject nog concept), handelingen en reflecties. In het vervolg van de opleiding werkt u systematisch en gestructureerd aan het uitwerking van uw ontwikkelingsplannen, waarbij u deze ook steeds bijstelt. Zo bouwt u gaandeweg aan een portfolio waarin u uw ontwikkeling documenteert, verworven bekwaamheden, visie(ontwikkeling) en ontwikkelingsplannen voor de toekomst (aan-)toont. Aan het eind van de opleiding, tijdens het afsluitende examen, toont u mede aan de hand van dit portfolio uw bekwaamheid als bovenbouwdocent aan. In een criteriumgericht interview toot u aan op hoog niveau en theoretisch onderbouwd een gesprek kunt voeren over uw eigen ontwikkeling, uw lespraktijk, uw visie op het vak en het docentschap en de keuzes die u (samen met collega s) maakt in uw onderwijspraktijk. De vormgeving van het professionaliseringstraject, inclusief de rol van de schoolbegeleider op de werkplek, wordt geschetst in de gids Professionaliseirng op de werkplek Campusdecaan De campusdecaan functioneert traditioneel meer op afstand. Als de vragen en problemen van de student te ver van de directe studie en studieloopbaan komen, kan door de opleidingen worden doorverwezen naar de campusdecaan ( buiten het curriculum). Het kan gaan om onder meer problemen op het gebied van wet- en regelgeving, financiën of problemen in de psychische sfeer. Bij laatstbedoelde problemen wordt veelal doorverwezen naar een studentenpsycholoog. Het sturen van een is de snelste manier om een vraag te stellen aan een van de campusdecanen of om een afspraak met hen te maken. De campusdecanen en hun bereikbaarheid Campus Arnhem Liesbeth Diemel campusdecanaat.arnhem@han.nl (026) Ingrid van der Heijden campusdecanaat.arnhem@han.nl (026) Campus Nijmegen Ton van Amelsvoord campusdecanaat.nijmegen@han.nl (024) Zie voor meer informatie en de contactgegevens van de campusdecanen de volgende website: Studenten met een handicap of chronische ziekte Studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis hebben om meerdere redenen extra aandacht nodig. Vaak moeten zij zich extra inspannen voor hun studie, ligt hun studietempo lager en moeten zij een beroep doen op extra voorzieningen. Ook zijn op hen enkele speciale wettelijke regelingen van toepassing. Om hier optimaal gebruik van te maken is het van belang reeds op een vroeg tijdstip - voor aanvang van de studie - de opleiding van de handicap op de hoogte te stellen. Zie ook het algemeen deel van het studentenstatuut. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de campusdecaan of uw mastercoördinator. Zie hiervoor ook: Insite HAN Service Bedrijf Service Unit Onderwijs en Onderzoek producten en diensten campusdecanaat studeren met een handicap. 76

77 Voor studenten met een functiebeperking of chronische ziekte is studeren soms lastig. Vaak moeten er bij de hogeschool speciale faciliteiten zijn. Zulke handicaps zijn bijvoorbeeld doofheid of blindheid, maar ook rolstoelgebruik, epilepsie, dyslexie, diabetes of psychische problemen. De HAN houdt hier waar redelijk en haalbaar rekening mee door middel van verschillende voorzieningen. De directie van het betreffende instituut of de betreffende examencommissie beslist over toekenning daarvan. Voorzieningen Aanpassingen toegankelijkheid gebouwen Studiehulpmiddelen Tentamenfaciliteiten Mogelijke alternatieven in het studieprogramma Roosteraanpassingen Beperkte aanwezigheidsplicht Financiële voorzieningen bij studievertraging Uitzondering: persoonlijke verzorging Studenten met een functiebeperking die hulp nodig hebben bij persoonlijke (dagelijkse) verzorging moeten zelf zorg dragen voor deze ondersteuning. Regelen van de nodige voorzieningen vanwege een functiebeperking Als u een functiebeperking of chronische ziekte heeft en u wilt gebruik maken van speciale voorzieningen dan kunt u het beste contact opnemen met het campusdecanaat voor een intakegesprek. Bij voorkeur vindt zo n gesprek plaats voordat u begint met de opleiding; voor zover mogelijk is de studieloopbaanbegeleider van de betreffende opleiding hierbij aanwezig. In het gesprek wordt besproken welke begeleiding en welke voorzieningen gewenst zijn. Ook komen de mogelijke belemmeringen bij de studie en de toekomstige beroepsmogelijkheden aan bod. De campusdecaan geeft u informatie over de faciliteiten die HAN-breed zijn vastgesteld. Na het intakegesprek neemt de campusdecaan de wensen t.a.v. begeleiding, regelingen en voorzieningen op in een verslag en stuurt dit naar de studieloopbaanbegeleider van de betreffende opleiding. Na overleg (indien nodig) met examencommissie en programmaraad HMP kunnen de definitieve afspraken schriftelijk worden vastgelegd. U kunt zich aanmelden voor een intakegesprek via handicap@han.nl. Vermeld uw naam, de opleiding, studentnummer en uw functiebeperking. Rechten bij de HAN als er sprake is van dyslexie Als u een officiële dyslexieverklaring heeft, kunt u een beroep doen op speciale voorzieningen, zoals extra tijd bij tentamens, teksten met een groter lettertype en aangepaste toetsvormen. Mogelijke voorzieningen bij dyslexie Bij alle HAN-opleidingen komt u in aanmerking voor: - verlenging van tijd bij tentamens (25% van de tentamentijd); - tentamens met een groter lettertype. In sommige gevallen heeft u misschien verdergaande vormen van ondersteuning nodig. U heeft daar alleen recht op voor zover de aanpassingen geen onevenredige belasting vormen voor de opleiding en niet de inhoudelijke eisen van de opleiding aantasten. De examencommissie (of de directeur van het betrokken instituut of opleiding) beslist of dergelijke voorzieningen daadwerkelijk geboden kunnen 77

78 worden. Voorbeelden: - afleggen van een tentamen met open vragen op een computer met spellingcorrector; - afleggen tentamen in apart lokaal; - alternatieve toetsvormen: mondeling tentamen, take-home tentamen, tentamen met vragen op band; - aanpassen vraagvorm toets: multiple choice vragen vervangen door open vragen; - aangepaste tentamenopmaak; - accepteren spelfouten en/of grammaticale fouten als deze geen essentieel onderdeel zijn van de leerdoelen van het betreffende curriculumonderdeel; - aangepaste normering voor spelfouten en/of grammaticale fouten; - extra tijd bij het inleveren van opdrachten; - omzetting van het negatief bindend studieadvies in voorlopig positief advies op grond van bijzondere omstandigheden. Als u gewend bent bepaalde hulpmiddelen te gebruiken ter ondersteuning bij dyslexie (bijv. readingpen, daisy-speler, Kurzweil) kunt u bespreken of dat ook mogelijk is binnen uw opleiding. In principe bent u zelf verantwoordelijk voor de kosten van de aanschaf van dergelijke hulpmiddelen Vertrouwenspersonen De HAN is een organisatie waar we met respect met elkaar omgaan. Helaas kan het voorkomen dat u te maken krijgt met ongewenst gedrag. U kunt zich dan wenden tot één van de vertrouwenspersonen. Iedere melding wordt strikt vertrouwelijk behandeld. Slechts na uw toestemming onderneemt de vertrouwenspersoon eventuele verdere stappen. Meer informatie over de vertrouwenspersonen van de HAN vindt u op de volgende website: z_new&lang= 15.6 Klachtencommissie grensoverschrijdend gedrag Studenten of medewerkers die te maken hebben met ongelijke behandeling of met andere vormen van ongewenst gedrag kunnen een officiële klacht indienen bij de Klachtencommissie grensoverschrijdend gedrag. Heeft u zo n klacht ingediend dan kunt u er op rekenen dat deze strikt vertrouwelijk wordt behandeld. Is uw klacht gegrond, dan adviseert de klachtencommissie het college van bestuur over de te nemen maatregelen. De klachtencommissie grensoverschrijdend gedrag besluit dus niet zelf maar brengt alleen advies uit. Gedetailleerde informatie vindt u in de studentenstatuut van de HAN Ombudsman Met klachten over onbehoorlijke gedragingen of situaties binnen de HAN kun je terecht bij een onafhankelijke ombudsman. Zijn rol is bemiddelend; uitspraken van de ombudsman zijn juridisch niet bindend. De ombudsman is de heer Ton van Amelsvoord (tevens studentendecaan). E: Egbert.Hulshof@han.nl/ombudsman@han.nl T: / B: Bisschop Hamerhuis, kamer 006, Verlengde Groenestraat 75 in Nijmegen 78

79 15.8 HAN Voorlichtingscentrum Wanneer u voorlichtingsvragen heeft over de masteropleidingen, toelatingseisen, toelatingsexamens, selecties, voorlichtingsactiviteiten etc., kunt u terecht bij het HAN VoorlichtingsCentrum. Zij kunnen al uw vragen beantwoorden, of u in contact brengen met de juiste personen. Hieronder treft u de contactgegevens aan: HAN VoorlichtingsCentrum (HVC) Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur T (024) F (024) E info@han.nl 15.9 HAN ondernemersdesk De HAN heeft werkgevers en werknemers in de regio genoeg te bieden: denk aan stagiaires of afstudeerders, trainingen, cursussen en opleidingen, onderzoek- en samenwerkingsmogelijkheden en hulp bij innovatie. Om u te helpen de juiste weg te vinden, heeft de HAN een ondernemersdesk. U kunt bij de HAN ondernemersdesk terecht voor vragen over: Stages en afstudeeropdrachten Scholingsmogelijkheden Financiële voordelen Ervaringscertificaat (EVC) Onderzoek en innovatie HAN ondernemersdesk Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9: uur T (024) (optie 2) E info@han.nl HAN Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CvvO) Het centrum voor ondernemerschap is hét expertisecentrum van de HAN voor kenniscirculatie (valorisatie) en het bevorderen van ondernemendheid en ondernemerschap bij studenten, docenten, werknemers en (potentiële) ondernemers. Bij ons kunt u terecht voor onderwijs, docententrainingen, onderzoek, startersbegeleiding, conceptontwikkeling en het Certificaat Ondernemerschap Studentenvoorzieningen 79

80 Een overzicht van de belangrijkste studentenvoorzieningen van de HAN staat in het algemeen deel van het studentenstatuut. Zie ook de HAN website: De HAN werkt nauw samen met de Radboud Universiteit Nijmegen (RU). HAN-studenten kunnen gebruik maken van een aantal RUstudentenvoorzieningen. Voor nadere informatie over deze voorzieningen: surf naar Openingstijden gebouw HAN Masterprogramma s De lessen van de masteropleiding vinden plaats op de volgende locatie: Berg en Dalseweg 81, Nijmegen Het gebouw is dagelijks open van 8.00 tot uur (woensdag tot uur), met uitzondering van schoolvakanties. Er is beperkte parkeerruimte bij het gebouw, betaald parkeren is mogelijk op de straat. Met de NS en de stadsbus is het gebouw goed te bereiken Receptie Deze bevindt zich in de centrale hal. Hier worden bezoekers te woord gestaan en de telefooncentrale beheerd. Medewerkers en studenten kunnen bij de receptie terecht voor: het reserveren van vergader- en studieruimten, audiovisuele apparatuur en cateringvoorzieningen Let op: reserveringen van onderwijslokalen vinden plaats bij de roosteraar. aanvraag tijdelijke parkeerkaarten gevonden en verloren voorwerpen melden van technische storingen melden van gevaarlijke situaties in of rondom het gebouw (bv. gladheid) ziek- en betermeldingen 16.5 Voorzieningen in Arnhem en Nijmegen Studiecentra De HAN beschikt over 5 studiecentra, 2 in Arnhem en 3 in Nijmegen. Hier kunt u uitgebreid zoeken in papieren en digitale bronnen, of rustig werken aan een werkstuk of presentatie. De HAN studiecentra zijn meer dan mediatheken. U kunt er natuurlijk zoeken in boeken, tijdschriften, naslagwerken en afstudeeropdrachten. Daarnaast heeft u toegang tot dvd s, cd s, cd-roms, digitale informatiebronnen en streaming video. En met RSS blijft u altijd op de hoogte van het laatste nieuws binnen de studiecentra. Op de volgende locaties kan van een studiecentrum gebruik worden gemaakt: Studiecentrum Economie-Techniek-Informatica; Ruitenberglaan 31, Arnhem Studiecentrum Pabo Arnhem; Ruitenberglaan 27, Arnhem Studiecentrum GGM; Kapittelweg 33, Nijmegen Studiecentrum Educatie; Kapittelweg 35, Nijmegen Voor meer informatie, onder andere over de openingstijden en telefoonnummers, kunt u terecht op de website van de studiecentra: 80

81 Tevens kunt u via contact zoeken. Het adres is: studiecentra@han.nl International office Bij het international office kunt u terecht met vragen over studie of stage in het buitenland. Medewerkers van de international office begeleiden studenten die een stage of deel van de studie in het buitenland willen doen. Ook regelt de international office de aanmeldingen van buitenlandse medewerkers en kort verblijvende buitenlandse studenten. Sportfaciliteiten U kunt gebruik maken van de studentensport faciliteiten in Arnhem en Nijmegen. Maar u kunt zich ook aansluiten bij één van de vele sportverenigingen die Arnhem en Nijmegen rijk zijn. Sportbedrijf Arnhem ( Als u studeert aan de HAN kunt u bij het Sportbedrijf Arnhem sporten met een studentensportkaart. Voor 75 per jaar kunt u deelnemen aan diverse sporten zoals zaalvoetbal, aerobic, badminton, volleybal en nog veel meer. Universitair Sportcentrum ( Met de sportkaart van het Universitair Sportcentrum Nijmegen kunt u voor 84 een jaar lang 70 verschillende sporten beoefenen. De sporten worden aangeboden als cursussen, ticketuren, inloopuren en competities. Beginners en gevorderden kunnen terecht bij bijvoorbeeld sportklimmen, capoeira, squash, judo en fitness. Daarnaast is het mogelijk om te sporten in verenigingsverband of zelf accommodatie te reserveren op het USC. HAN SENECA ( HAN SENECA is een centrum voor sport, arbeid en gezondheid in Nijmegen. Hier kunt u individueel of onder begeleiding fitnessen en aan uw gezondheid werken. HAN-studenten betalen 210 per jaar. Bij HAN SENECA kunt u ook terecht voor: Fysiotherapie Dieetadvies Clinics ICT voorzieningen van de HAN Uw studie speelt zich voor een steeds groter deel online af: met uw HAN-account logt u in op uw en via de elektronische leeromgeving Onderwijs Online wisselt u informatie, opdrachten en resultaten uit met medestudenten en docenten. Zorg ervoor dat u een HAN-account in gebruik heeft bij de start van uw opleiding. Dan heeft u toegang tot alle digitale voorzieningen die hier staan genoemd. Op vindt u meer informatie over het aanmaken en gebruik van uw HAN-account. Digitale leeromgeving: Onderwijs Online Op de HAN en thuis kunt u inloggen op Onderwijs Online, de nieuwe elektronische leeromgeving (ELO) van de HAN. Hier kunt u discussiëren en overleggen met andere studenten, opdrachten inleveren en 81

82 opleidingsspecifieke informatie raadplegen. Docenten plaatsen er mededelingen of beschrijven opdrachten. De leeromgeving is gepersonaliseerd, zodat ook uw resultaten in Alluris direct zichtbaar zijn in Onderwijs Online. Zo staat u altijd in directe verbinding met de HAN. U kunt niet direct aan de slag met Onderwijs Online als u een HAN-account heeft, de docent moet u eerst toegang geven. Intranet Met Insite, het intranet op de HAN, blijft u altijd op de hoogte van het laatste nieuws rond uw opleiding. Mededelingen en advertenties kunt u kwijt op het prikbord. Daarnaast kunt u vanuit hier gemakkelijk navigeren naar alle ICT-voorzieningen, zoals en Onderwijs Online. Draadloos netwerk Op verschillende locaties heeft de HAN een draadloos netwerk. Bent u een HAN-student en hebt u een notebook? Dan kunt u gebruikmaken van dit netwerk. ICT helpdesk De HAN beschikt over een groot aantal lokale ICT-helpdesks waarbij u terecht kunt met ICT-problemen. Kijk voor een actueel overzicht van de voor u dichtstbijzijnde helpdesk op U kunt uw vraag ook per stellen aan: helpdesk.ict@han.nl. HAN-talencentrum Bij het HAN-talencentrum kunt u terecht voor al uw vertaalvragen en voor uiteenlopende cursussen, trainingen en workshops op het gebied van taalvaardigheid. Op de website kunt u alle informatie vinden over het gevarieerde aanbod van het HAN-talencentrum. Wij bieden cursussen Nederlands aan voor mensen met Nederlands als moedertaal, maar ook voor Duitstalige en anderstalige cursisten. Deel van het aanbod valt onder het ondersteuningsprogramma van de HAN, speciaal gericht op HAN-studenten die ondersteuning nodig hebben op het gebied van taal. Naast de cursussen verzorgt het HAN-talencentrum ook maatwerkopdrachten en vertaalopdrachten. Contactgegevens HAN-talencentrum: T (024) E talencentrum@han.nl I Het hogeschoolblad Sensor Sensor is het hogeschoolblad voor personeel en studenten van de HAN. De Sensor verschijnt 12 keer per jaar en is op iedere locatie verkrijgbaar, doorgaans in de centrale hal. Wanneer u zelf een leuk bericht heeft, kunt u de redactie van Sensor daarvan op de hoogte stellen Leermiddelen en ruimtelijke voorzieningen 82

83 Voor de uitvoering van het onderwijs zijn de noodzakelijke voorzieningen zoals een studielandschap, stilteruimtes en geschikte lokalen beschikbaar. Leslokalen voldoen aan de eisen die het onderwijs en de daarin gebruikte werkvormen met zich meebrengen. Naast de ruim ingerichte en goedverlichte grote lokalen met een goede akoestiek kunnen lokalen gereserveerd worden door studenten voor het werken in kleine groepen. Er is een apart PC-lokaal, zodat studenten tijdens de bijeenkomsten aan opdrachten kunnen werken of gebruik kunnen maken van online systemen. Van de student wordt verwacht dat deze over een computer en een adres beschikt. Communicatie en begeleiding vinden gedeeltelijk per plaats en via Onderwijs Online. Daarnaast kunnen studenten per opdrachten inleveren en aan groepsopdrachten werken. Studenten worden via Onderwijs Online op de hoogte gehouden van actuele ontwikkelingen en mededelingen. 83

84 Deel C Bijlagen Bijlage 1: Bekwaamheidseisen Docent Voorbereidend Hoger Onderwijs (vho) (eerstegraads) (2004) Bijlage 2: Jaarkalender Master Leraar Nederlands Bijlage 3: Tripartiete contract tussen school, instituut en student. 84

85 Bijlage 1 Bekwaamheidseisen Docent Voorbereidend Hoger Onderwijs (VHO) (eerstegraads) (2004) Competenties met bijbehorende kennis- en gedragsindicatoren1 De stichting Beroepskwaliteit Leraren heeft voor het docentenberoep in het voortgezet onderwijs zeven competenties opgesteld. Deze maken deel uit van de bij wet vastgestelde Beroepen in het Onderwijs (BIO), van kracht sinds 1 augustus De competenties zijn uitgewerkt in bekwaamheidseisen voor de docent VHO en indicatoren. Deze zijn ook te vinden op INTERPERSOONLIJK COMPETENT PEDAGOGISCH COMPETENT DIDACTISCH en VAKINHOUDELIJK COMPETENT Een interpersoonlijk competente leraar vho weet een vriendelijk, coöperatief en open leerklimaat tot stand te brengen dat de ontwikkeling van de leerlingen naar zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid bevordert en waarin sprake is van een goede balans tussen leiden en begeleiden, sturen en volgen en tussen stimuleren en corrigeren. Is zowel op praktisch als theoretisch niveau goed op de hoogte van communicatietheorieën, groepsdynamica en interculturele communicatie en vertaalt de implicaties daarvan voor het pedagogisch-didactisch handelen in adequaat docentengedrag. Biedt een helder pedagogischdidactisch en organisatorisch kader, waarbinnen de leerlingen waar nodig met zijn/haar ondersteuning hun eigen leer- en ontwikkelingsproces kunnen vormgeven. Maakt leerlingen medeverantwoordelijk voor een goed klassenklimaat en stimuleert initiatieven van leerlingen die daaraan bijdragen. Motiveert (verantwoordt) naar leerlingen zijn/haar omgaan (handelen) met cultureel heterogene groepen of individuele leerlingen, daarbij gebruik makend Een pedagogisch competente leraar vho biedt leerlingen in een veilige leer- en werkomgeving houvast, structuur en ondersteuning (bij door hen te maken keuzes), houdt rekening met de individuele kwaliteiten van de leerlingen en zorgt voor een respectvolle wijze van omgang met en het willen nemen van verantwoordelijkheid voor elkaar. Is vertrouwd met de sociaalemotionele en morele ontwikkelingen van adolescenten en jong volwassenen, met processen van identiteitsvorming en zingeving en hun culturele bepaaldheid en brengt de implicaties ervan op adequate wijze tot uitdrukking in zijn/haar pedagogisch-didactisch handelen. Is bekend met de problemen en belemmeringen die zich kunnen voordoen in de sociaalemotionele en morele ontwikkeling van adolescenten en jong volwassenen, herkent deze in zijn/haar onderwijspraktijk en gaat daarmee op een doeltreffende manier om door het opzetten en uitvoeren - eventueel samen met collega s - van een passend handelingsplan of door verwijzing naar begeleidingsinstanties. Creëert leeromgevingen waarin leerlingen initiatief kunnen tonen Een didactische en vakinhoudelijk competente leraar vho creëert krachtige leeromgevingen, die de individuele leerling in staat stellen een deep understanding van de onderscheiden kennis-, leer- of vakgebieden te verwerven en waarin ze hun (schoolse) leren in verband kunnen brengen met realistische en voor hen relevante toepassingen in de maatschappij, hun leefwereld, het toekomstig beroep of de vervolgstudie. Levert op basis van een aantoonbare, gedegen disciplinaire kennisbasis al dan niet in onderzoeksverband een originele bijdrage aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën *). Beheerst op praktisch en theoretisch niveau zijn/haar vakof leergebied en de betreffende vakdidactiek zodanig, dat hij/zij leerlingen kan brengen tot een deep understanding van het betreffende vak(gebied) en hen adequaat weet voor te bereiden op een vervolgstudie in het hoger onderwijs en hun toekomstige plaats in de samenleving *). Heeft grondige kennis van de wetenschappelijke achtergronden van de leerinhouden van zijn/haar schoolvak alsmede de methoden van kennisontwikkeling en toepassing daarbinnen en laat in samenhang daarmee leerlingen 85

86 van relevante theoretische en methodische inzichten terzake. Houdt in zijn/haar taalgebruik, omgangsvormen en manier van communiceren rekening met wat gebruikelijk is in de leefwereld van adolescenten en jong volwassenen. en gebruikt op systematisch wijze de input (inbreng) van leerlingen in zijn/haar onderwijsleerproces. Helpt leerlingen hun affiniteiten, ambities, sterke en zwakke kanten te ontdekken op basis waarvan ze keuzes kunnen maken met betrekking tot vervolgstudie en toekomstige beroepsloopbaan en draagt eraan bij dat ze passende adviezen krijgen die aansluiten bij hun ambities en capaciteiten. Maakt in woord en gedrag expliciet welke waarden en normen (beroepsopvatting) hij/zij hanteert in zijn didactische en pedagogische omgang (begeleiding) met leerlingen. kennismaken met en oefenen in diverse vormen van wetenschappelijk werken *). Levert vanuit de eigen vakdiscipline een bijdrage aan de afstemming met andere vakgebieden binnen één van de vier vo-profielen. Creëert zelfstandig of samen met collega s betekenisvolle onderwijsarrangementen voor zelfstandig leren, teamleren en onderzoek in de Tweede Fase waarbij de randvoorwaarden zodanig van aard zijn, dat leerlingen zelfstandig en op hun eigen niveau en wijze (leerstijl) en in eigen tempo hun leren vormgeven. Reflecteert samen met (de) leerling(en) op zijn (hun) leerproces en het bereikte resultaat. Verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van actuele en relevante theoretische en methodische inzichten. Beoordeelt softwareprogramma s op hun educatieve en didactische functionaliteit en past ICT in de verzorging van zijn/haar onderwijs effectief en efficiënt toe. *) M.h.o op het masterniveau worden de abituriënten geacht de in de indicatoren verwoorde kwalificaties (bekwaamheden) als zelfstandige beroepsbeoefenaar en/of als beginnend leidinggevende te bezitten. ORGANISATORISCH COMPETENT Een organisatorisch competente leraar vho zorgt voor een ordelijke en taakgerichte leeromgeving, waarin sprake is van heldere leer- en werkinstructies, zodat de leerlingen precies weten waar COMPETENT IN HET SAMENWERKEN MET COLLEGA S Een leraar vho die competent is in het samenwerken met zijn/haar collega s levert een bijdrage aan het goed functioneren van de schoolorganisatie door een constructieve samenwerking in COMPETENT IN SAMENWERKING MET DE OMGEVING Een leraar die competent is in de samenwerking met de omgeving zorgt voor een goede communicatie met ouders of verzorgers van de leerlingen en maakt op een zorgvuldige, verantwoordelijke en doeltreffende manier gebruik van het 86

87 ze aan toe zijn. Hanteert op een consequente wijze eenduidige, functionele en door de leerlingen gedragen procedures en afspraken. Is zich bewust van de organisatorische aspecten van de verschillende leeromgevingen binnen de school en weet daar op een adequate manier mee om te gaan. Improviseert in onverwachte situaties op een professionele manier en stelt daarbij duidelijke prioriteiten. Hanteert voor zijn/haar onderwijs een heldere tijds- en werkplanning en bewaakt deze samen met de leerlingen. Verantwoordt zijn/haar aanpak van klassenmanagement en de organisatie van zijn/haar onderwijs. allerlei vormen van collegiaal vak(sectie)- en schooloverleg. Draagt bij aan een effectief en efficiënt functionerende (school)-organisatie door te werken volgens in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen. Werkt samen met collega s in het voorbereiden, uitvoeren (teamteaching) en evalueren van onderwijs. Stelt teambelang boven eigenbelang, daarbij duidelijk aangevend wat hij/zij (niet) wil of kan. Hanteert een toegankelijke registratie en administratie van leerlingengegevens (onderwijsresultaten e.d.). Maakt gebruik van vormen van actie- of handelingsonderzoek ter verbetering van de eigen onderwijspraktijk dan wel om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school als organisatie. Hanteert instrumenten van intervisie en collegiale consultatie in teamverband. Levert als zelfstandige professional een aanwijsbare bijdrage aan de interne kwaliteitszorg van de school. Brengt besluiten, conclusies en standpunten, alsmede de daaraan ten grondslag liggende kennis en motieven duidelijk en ondubbelzinnig over op een publiek van deskundigen en nietdeskundigen. professionele netwerk van de school ten behoeve van de leerlingen. Is op de hoogte van de professionele infrastructuur waarvan zijn/haar school deel uitmaakt. Onderhoudt op een open en constructieve manier contacten met ouders, verzorgers en andere belanghebbenden ten dienste van een individuele leerling of de school als geheel. Zorgt ervoor dat waar nodig het binnen- en buitenschoolse leren alsmede de interne en externe begeleiding van de leerlingen goed op elkaar zijn afgestemd. Raadpleegt reeds aanwezige informatie, registreert nieuwe informatie en stelt anderen in de gelegenheid hiervan gebruik te maken. Beschikt over de attitude, die hem/haar in staat stelt in de praktijk te anticiperen op en aansluiting te zoeken bij maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen (vernieuwingen), die voor de doelgroep relevant zijn. Is bereid en in staat om zelfstandig resultaten van (didactisch) onderzoek op hun merites te beoordelen voor, te vertalen naar en toe te passen in zijn/haar eigen onderwijspraktijk. COMPETENT IN REFLECTIE en PROFESSIONELE ONTWIKKELING Een leraar vho die competent is in reflectie en professionele ontwikkeling denkt regelmatig na over zijn/haar beroepsopvatting en professionele bekwaamheid en werkt planmatig aan een verdere ontwikkeling 87

88 respectievelijk verbetering daarvan. Expliciteert vanuit welke professionele opvattingen hij/zij vorm en inhoud geeft aan het leraarschap (wat is daarin voor hem/haar het belangrijkste) en brengt die in verband met de onderwijskundige en/of levensbeschouwelijke identiteit van de school. Kijkt kritisch naar zijn/haar werk en gebruikt evaluatie, feedback en reflectie om zich verder te professionaliseren. Benut het uitvoeren van actie- of handelingsonderzoek om de eigen competenties verder te ontwikkelen. Stemt de eigen professionele ontwikkeling af op het personeels- en scholingsbeleid van zijn/haar school. Is reflectief en bezit een onderzoekende en innovatieve attitude ten aanzien van vraagstukken, tendensen en ontwikkelingen binnen het onderwijs in zijn algemeenheid en binnen de eigen schoolorganisatie in het bijzonder. Past kennis, inzichten en (probleemoplossende) vaardigheden toe in nieuwe (multidisciplinaire) contexten (situaties). Vormt zich op basis van onvolledige of beperkte informatie een oordeel, waarbij hij/zij rekening houdt met zijn/haar sociaal-maatschappelijke en morele verantwoordelijkheid bij het uiten daarvan c.q. bij het daaruit voortvloeiende handelen. Toont aan over leervaardigheden te beschikken die hem/haar in staat stellen verdere professionalisering zelfstandig (zelfgestuurd) en zelfverantwoordelijk ter hand te nemen. 88

89 Bijlage 2 Jaarkalender Master Leraar Nederlands weeknummer woensdag semester activiteit aug-16 opstart aug-16 introductie jaar 1 herkansingen sem sep college sep college sep college sep college okt college okt college okt college okt-15 herfstvakantie nov college nov collegevrij / tentamens nov college nov college nov college dec college dec college dec college dec-16 kerstvakantie 1 04-jan-17 kerstvakantie 2 11-jan college jan college jan toetsen semester feb toetsen semester feb Start semester 2 89

90 college feb college 2 (diplomauitreiking) 8 22-feb college feb-17 voorjaarsvakantie mrt college mrt college mrt college mrt college apr college apr Collegevrij / excursie / tentamens apr herkansingen semester apr-17 meivakantie mei College mei College mei college mei college mei college jun college jun college jun college jun toetsen semester jul toetsen semester 2 (diploma-uitreiking) jul-17 collegevrij jul-17 zomervakantie jul-17 zomervakantie aug-17 zomervakantie aug-17 zomervakantie aug-17 zomervakantie 90

91 34 23-aug-17 opstart aug-17 opstart sep-17 Introductie eerstejaars Herkansingen semester sep-17 Start studiejaar (diploma-uitreiking) 91

92 Bijlage 3 Tripartiete contract Onderwijs-Arbeidsovereenkomst TRIPARTIETE CONTRACT Master Leraar Nederlands (duaal) Ondergetekenden, Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, statutair gevestigd te Arnhem en kantoorhoudende te 6522 BC Nijmegen aan de Berg en Dalseweg 81, hierbij handelend ten behoeve van het instituut HAN Masterprogramma s (HMP) en hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door drs. Arjen Speekenbrink MSc, coördinator van de masteropleiding Leraar Nederlands, hierna te noemen HAN, en naam school:, gevestigd en kantoorhoudende te:, aan de:, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door:, hierna te noemen werkgever, 92

Studiegids. Studiejaar 2015-2016. Masteropleiding. Leraar Nederlands

Studiegids. Studiejaar 2015-2016. Masteropleiding. Leraar Nederlands Studiegids Studiejaar 2015-2016 Masteropleiding Leraar Nederlands september 2015 Disclaimer: Deze studiegids is met zorg samengesteld, doch voor de juistheid en volledigheid ervan kan niet 100 % worden

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2016-2017 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels - 2010-2011

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels - 2010-2011 Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Master leraar Algemene Economie Croho: 45275 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en Organisatie - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum

Nadere informatie

LERAAR ALGEMENE ECONOMIE

LERAAR ALGEMENE ECONOMIE Informatiegids Studiejaar 2014-2015 Voor de cohorten 2013 en 2014 HBO-Masteropleiding LERAAR ALGEMENE ECONOMIE Juli 2014 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Interfacultair Instituut HAN Masterprogramma s

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct Titel Onderwijseenheid (OWE) Code OWE Eigenaar OWE Communicatie voor juristen COJE 1 Opleiding HBO-Rechten 2 Doelgroep: variant(en) VT / DT / DU / EL mevrouw drs. D. van der Wagen E-learning Cluster A-cluster

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie - 2010-2011

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie - 2010-2011 Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie

Nadere informatie

LERAAR ALGEMENE ECONOMIE

LERAAR ALGEMENE ECONOMIE Informatiegids Studiejaar 2015-2016 HBO-Masteropleiding LERAAR ALGEMENE ECONOMIE Juli 2015 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Interfacultair Instituut HAN Masterprogramma s (HMP) Berg- en Dalseweg 81 6522

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2015-2016

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2015-2016 Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2015-2016 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen lerarenopleiding Onderwijs- en Examenregeling GMW Bijlage 1a De Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De Associate degree Human Resource Management (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Mensen zijn het belangrijkste

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT) Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova Middenmanagement (MMOT) Doelgroep Inhoud Docenten die belangstelling hebben voor een functie als team- of afdelingsleider. Oriëntatie op management is bedoeld

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits - 2012-2013

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits - 2012-2013 Leraar voorbereidend hoger onderwijs Duits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits - 2012-2013 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Duits -

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Associate degree Deeltijd

Associate degree Deeltijd Associate degree Deeltijd 2018-2019 Bloemsierkunst Vakmanschap, effectief communiceren en managen op hbo-niveau in de bloemsierkunst U bent werkzaam in de bloemenbranche, als zelfstandig ondernemer of

Nadere informatie

HOGESCHOOL WINDESHEIM

HOGESCHOOL WINDESHEIM HOGESCHOOL WINDESHEIM Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66809] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. M.Ed Leraar Algemene Economie (1 e graads)

Studiegids. Masteropleiding. M.Ed Leraar Algemene Economie (1 e graads) Studiegids 2016 2017 Masteropleiding M.Ed Leraar Algemene Economie (1 e graads) 0 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Interfacultair instituut HAN Masterprogramma s (HMP) Berg- en Dalseweg 81 6522 BC NIJMEGEN

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016 Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau

Nadere informatie

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL 160624 Stand van zaken afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL Inleiding: Vanaf november 2015 is een projectgroep van NHL- en werkveldcollega s bezig geweest met de kaders voor de afstudeerrichtingen

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s) Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders verworven competenties (EVC s) Studiejaar: 2017-2018 Voor studenten die: het tweede jaar van de Educatieve Master of de masteropleiding Educatie en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66804] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

Opbrengstgericht taalonderwijs

Opbrengstgericht taalonderwijs Opbrengstgericht taalonderwijs De leergang Opbrengstgericht taalonderwijs heeft tot doel leraren en intern begeleiders toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van lees-/taalonderwijs

Nadere informatie

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd Errata Studiegids Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd 2015-2016 Inhoudsopgave 1 Algemeen 3 2 Errata 4 2.1 Afstuderen (paragraaf 2.5.6)... 4 2.2 HU Onderwijsrooster (paragraaf 6.1)... 4 2.3

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 4 geclusterde lerarenopleidingen: Hbo-master Leraar Engels Hbo-master Leraar Nederlands Hbo-master Leraar Wiskunde Hbo-master Leraar Algemene Economie Beperkte opleidingsbeoordeling

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60628] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD 2017-2018 HVA.NL/MP CREATING TOMORROW MASTER PEDAGOGIEK ALS PEDAGOOG OF LERAAR HOUD JE VAN JE VAK. MAAR NA ENKELE JAREN WERKEN KAN ER EEN MOMENT KOMEN DAT JE

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Alle studenten die per 1 september 2016 willen starten

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar INSTITUUT THEO THIJSSEN Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar 2013-2014 1 Inhoud Inleiding... 3 Verantwoording... 4 Verantwoording Afstudeerfase in schema: Matrix competenties/dublin

Nadere informatie

Lerarenopleidingen Amsterdam. Volg een versneld programma

Lerarenopleidingen Amsterdam. Volg een versneld programma Lerarenopleidingen Amsterdam Volg een versneld programma Versie juni 2016 Pabo-afgestudeerden Je bent in het bezit van een pabogetuigschrift* > versneld studieprogramma van 2 tot 3 jaar afhankelijk van

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching 2016-2017 6-9-2016 Toevoeging artikel 2.5 afbouw programma s 1. De volgende programma s zijn in afbouw:

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool. EXAMENREGLEMENT Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool. Art 5.1 Toetsing binnen de opleiding 1. Een tentamen ter afsluiting van een onderwijseenheid bestaat

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [66056] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding American Studies Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud: Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud: 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding 3. Toetsing 4. Toelating 5. Studiebegeleiding 6. Overgangs- en slotbepalingen Paragraaf 1 Algemene bepalingen art.

Nadere informatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet

Nadere informatie

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN STUDIEWIJZER Opleiding tot leraar in de 2 de graad Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN ONDERWIJSKUNDE 1A PERIODE 2 2015-2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. De OWE-beschrijving... 3 2. Inleiding...

Nadere informatie

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s) Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders verworven competenties (EVC s) Studiejaar: 2018-2019 Voor studenten die de Educatieve Master of de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Onderwijs- en examenregeling 2003 van de Masteropleiding Computer Science Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Inhoud: 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

TU/e Lerarenopleiding. Chantal Brans - Coördinator lerarenopleiding Ruurd Taconis Opleidingsdirecteur

TU/e Lerarenopleiding. Chantal Brans - Coördinator lerarenopleiding Ruurd Taconis Opleidingsdirecteur TU/e Lerarenopleiding Chantal Brans - Coördinator lerarenopleiding Ruurd Taconis Opleidingsdirecteur Opbouw presentatie Filmpje Tweedegraads lerarenopleiding Uitstroomprofiel 1e graads lerarenopleiding

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master Leraar Algemene Economie CROHO: 45275 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Voltijd

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Voltijd Errata Studiegids Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Voltijd 2015-2016 Inhoudsopgave 1 Algemeen 3 2 Errata 4 2.1 Afstuderen (paragraaf 2.5.6)... 4 2.2 HU Onderwijsrooster (paragraaf 6.1)... 4 2.3

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit Educatie A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 3A De student is

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Bijlage: het programma 1 Bachelor-opleiding Sociologie 2016/2017 Artikel

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders. verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen

Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders. verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen Studiejaar: 2015-2016 Voor studenten die Het tweede jaar van de Educatieve Master of de masteropleiding

Nadere informatie

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden Onderwijs en Opvoeding MODULEHANDLEIDING Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden Fase Hoofdfase, jaar 2 Leerroute Voltijd en deeltijd Schrijver(s)/docenten Ilona de Milliano, Catherine van Beuningen,

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School Samenwerkingsovereenkomst ILO - School TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van (Post)Master-studenten met een stageplek) Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen

Nadere informatie

ZUYD HOGESCHOOL

ZUYD HOGESCHOOL ZUYD HOGESCHOOL 2018-2019 Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

mevrouw drs. D. van der Wagen Rechtsvinding van straf- en procesrecht Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

mevrouw drs. D. van der Wagen Rechtsvinding van straf- en procesrecht Beschrijving en doel van dit beroepsproduct Titel Onderwijseenheid (OWE) Code OWE Eigenaar OWE Juridisch argumenteren JDD 1 Opleiding HBO-Rechten 2 Doelgroep: variant(en) VT / DT / DU / EL mevrouw drs. D. van der Wagen E-learning Cluster C-, D-

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s) Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders verworven competenties (EVC s) Studiejaar: 2016-2017 Voor studenten die Het tweede jaar van de Educatieve Master of de masteropleiding Educatie en Communicatie

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie