IREB Examen. Requirements Engineering Foundation Level. Proefexamen. Geslaagd Gezakt Totaal aantal punten

Transcriptie

1 IREB Examen Requirements Engineering Foundation Level Proefexamen Vragenlijst: Set_Public_NL_2.0 Syllabus: Versie 2.2 Geslaagd Gezakt Totaal aantal punten IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 1 van 31

2 Uitleg van het proefexamen: Dit proefexamen dient als voorbeeld voor een echt IREB Requirements Engineering Foundation Level examen. Tijdens de voorbereiding kan het worden gebruikt om het afleggen van een examen te oefenen. Als u een examen zo realistisch mogelijk wilt oefenen, druk dan dit proefexamen af en beantwoord de vragen binnen 75 minuten zonder gebruik te maken van het boek, studiemateriaal, de syllabus of ander materiaal. Zorg dat u tijdens het proefexamen niet wordt gestoord. Meer informatie vindt u in het document Certified Professional for Requirements Engineering (CPRE) Foundation Level Examination Guideline op Om te slagen voor het examen moet u tenminste 70.00% van het totaal aantal punten behalen. Dit komt neer op 50,4 of meer van de maximaal te behalen 72 punten. Evaluatie van de resultaten: In het document Antwoorden van het proefexamen vindt u de juiste antwoorden. Om het aantal behaalde punten te bepalen, volgt u de regels voor de puntentelling zoals beschreven in het document Certified Professional for Requirements Engineering (CPRE) Foundation Level Examination Guideline (zie Gebruiksvoorwaarden: Dankwoord: Dit proefexamen en/of delen ervan mogen alleen kosteloos en in ongewijzigde vorm worden verspreid en gebruikt in opleidingen mits IREB e.v. expliciet wordt vermeld als bron en als eigenaar van het copyright. IREB bedankt degenen die de vertaling naar het Nederlands hebben verzorgd: Ed van Akkeren, Jan Jaap Cannegieter, Hans van Loenhoud, Piet de Roo, Stefan Staal, Michiel van der Voort, Johan Zandhuis en Sven van der Zee. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 2 van 31

3 1. Introductie en basisbegrippen 1. Welke van de volgende beweringen over kwaliteitsrequirements zijn juist en welke onjuist? K0111 Juist Onjuist A) Kwaliteitsrequirements hebben betrekking op het proces van software ontwikkeling en niet op het product zelf. B) Kwaliteitsrequirements kunnen de functionele requirements aanvullen. C) Kwaliteitsrequirements worden geëliciteerd na de functionele requirements. D) Kwaliteitsrequirements kunnen worden geconcretiseerd met behulp van aanvullende functionele requirements. 2. Welke van de volgende activiteiten is geen hoofdactiviteit van een requirementsanalist? (1 antwoord) A0120 A) Eliciteren van requirements. B) Formaliseren van requirements. C) Documenteren van requirements. D) Valideren van requirements. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 3 van 31

4 3. Een klant stelt onder andere de volgende eisen aan de leverancier van een informatiesysteem: A. De leverancier moet wijzigingsverzoeken binnen vijf dagen afhandelen. B. Het testrapport van de integratietest moet ter inzage liggen, het testrapport van de systeemtest moet worden opgeleverd. C. Het systeem moet te allen tijde 100 transacties per seconde kunnen verwerken. D. Het tool Subversion moet worden gebruikt voor het configuratiebeheer. E. Bij normale belasting mag de responsetijd in 90 procent van de gevallen niet meer bedragen dan 2 seconden. Welke twee eisen hebben betrekking op het te leveren informatiesysteem zelf? (2 antwoorden) P0113 A) Eis A. B) Eis B. C) Eis C. D) Eis D. E) Eis E. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 4 van 31

5 2. Systeem en systeemcontext 4. Welke twee van de volgende manieren van documenteren zijn het meest geschikt voor het beschrijven van de systeemcontext? (2 antwoorden) P0201 A) Tekstuele beschrijving in natuurlijke taal. B) Gegevensstroomdiagram. C) Toestandsdiagram. D) Lijst van belanghebbenden. E) Use case diagram. 5. Welke aspecten moet u al dan niet beschouwen bij het definiëren van de systeem- en de contextgrens? K0202 Beschouwen Niet beschouwen A) Het systeem. B) De systeemcontext. C) De irrelevante omgeving. D) De interfaces tussen systeem en systeemcontext. 6. Wat volgt uit de definitie van de systeemgrens? (1 antwoord) A0201 A) De betreffende softwarecomponenten. B) De benodigde dialogen tussen de applicaties. C) De interfaces tussen het systeem en zijn omgeving. D) De verwerkingscapaciteit van het systeem. E) De kosten van het project. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 5 van 31

6 7. Tijdens het uitwerken van de requirements voor een online database komt u erachter dat de regels voor de bescherming van persoonsgegevens hierop niet van toepassing zijn omdat deze gegevens geanonimiseerd worden verwerkt. Voor welk onderdeel van de systeembeschrijving heeft dit consequenties? (1 antwoord) A0207 A) De systeemgrens. B) De contextgrens. C) De interfaces van het systeem. D) De grijze zone van de systeemgrens. 8. Welke van onderstaande beweringen zijn hoogstwaarschijnlijk het gevolg van een incorrecte uitwerking van de systeemcontext tijdens requirements engineering? (2 antwoorden) P0214 A) Onvolledige en onjuiste requirements. B) Toename van klanttevredenheid. C) Kostenreductie door focus op het minimaal noodzakelijke. D) Systeemfalen tijdens gebruik in onvoorziene situaties. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 6 van 31

7 3. Requirements eliciteren 9. Welke twee van de volgende beweringen geeft het beste de relatie weer tussen een requirementsanalist en een belanghebbende in de rol van een tester? (2 antwoorden) P0309 A) De requirementsanalist levert informatie voor het werk van de belanghebbende. B) De resultaten van de requirementsanalist worden beheerd door de belanghebbende. C) De belanghebbende draagt bij aan de kwaliteitsborging van het werk van de requirementsanalist. D) De belanghebbende houdt toezicht op het werk van de requirementsanalist. E) Er is geen verband tussen het werk van de requirementsanalist en de belanghebbende in deze rol. 10. Het Kano model beschrijft dat dissatisfiers (basisfactoren) lastig zijn te eliciteren. Wat is de beste techniek voor het eliciteren van dissatisfiers? (1 antwoord) A0312 A) Interview. B) Vragenlijst. C) Veldobservatie. D) Een vereenvoudigd (low-fidelity) prototype. E) Brainstormen. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 7 van 31

8 11. Met welke twee aspecten moet over het algemeen rekening gehouden worden bij de keuze van geschikte elicitatietechnieken voor een datamanagement softwaresysteem? (2 antwoorden) P0313 A) De beschikbaarheid van de belanghebbenden. B) De leeftijd van de belanghebbenden. C) De mijlpalen en budget van het project. D) De gebruikte tools. E) Het bedrijfsdomein waarin het systeem wordt toegepast. 12. Wat zijn de twee belangrijkste voordelen van het gebruik van vragenlijsten voor het eliciteren van requirements? (2 antwoorden) P0314 A) Een groot aantal deelnemers is mogelijk. B) Er kunnen statistisch relevante uitspraken over de requirements worden gedaan. C) Met vragenlijsten kan het inzicht van de deelnemers worden gevalideerd. D) Vragenlijsten geven inzicht in de delighters (enthousiasmerende factoren). E) Vragenlijsten geven inzicht in de dissatisfiers (basisfactoren). IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 8 van 31

9 13. U moet requirements eliciteren voor verkoopsoftware die wereldwijd wordt gebruikt. In de eerste elicitatieronde van de requirements moeten de deelnemers uit alle 30 filialen worden betrokken. Het projectmanagement heeft besloten dat voor de documentatie van de initiële requirements een wiki-systeem wordt gebruikt. Welke van de volgende beweringen is waarschijnlijk juist? (1 antwoord) A0315 Opmerking: Een wiki-systeem is een web-gebaseerd systeem waarmee verschillende mensen gezamenlijk aan een document kunnen werken. De betreffende versies zijn toegankelijk voor alle betrokkenen. Een bekend voorbeeld van een wiki-systeem is de online encyclopedie Wikipedia. A) De aanpak is zinloos omdat een wiki-systeem geen requirementsmanagementtool is. B) De aanpak is zinloos omdat de initiële requirements door middel van interviews met een requirementsanalist moeten worden geeliciteerd. C) De aanpak is zinvol omdat alle betrokkenen gezamenlijk de eerste requirements kunnen vastleggen en becommentariëren. D) De aanpak is zinvol omdat wiki-systemen een historie bijhouden (van de gemaakte wijzigingen). IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 9 van 31

10 14. U werkt als requirementsanalist aan een project. Het project is gericht op een onderwerp waarvoor een aantal jaren geleden al een project is uitgevoerd. Tijdens dat eerdere project zijn requirements gedocumenteerd. Dit is op een kwalitatief hoogwaardige wijze gedaan. U besluit om grote delen van deze requirements te hergebruiken. De requirements zijn volgens het Kano-model geclassificeerd. Welke uitspraken zijn juist en welke zijn onjuist? K0323 Juist Onjuist A) Doorgaans dienen de WOW-factoren opnieuw te worden bepaald. B) De huidige prestatiefactoren zijn per definitie volledig afgedekt door de toenmalige WOW-factoren. C) De toenmalige prestatiefactoren zijn deels overgegaan in de huidige basisfactoren. D) De toenmalige prestatie- en basisfactoren moeten worden gevalideerd op compleetheid aan de hand van de marktontwikkelingen. 15. Welke van de volgende uitspraken over elicitatietechnieken zijn juist en welke zijn onjuist? K0324 Juist Onjuist A) Interviewen is een uitvraagtechniek. B) Veranderen van invalshoek is een observatietechniek. C) Systeemarcheologie is een observatietechniek. D) Werkstage is een creatieve techniek. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 10 van 31

11 4. Requirementsdocumentatie 16. U wilt een requirementsdocument ontwerpen dat bijzonder geschikt is voor de mensen die in de volgende fasen van het ontwikkelingsproces werken. Kies uit de volgende zinnen de twee juiste combinaties van rol en eigenschappen van requirements. (2 antwoorden) P0416 A) Voor de testers moeten de requirements realiseerbaar zijn. B) Voor de ontwikkelaars moeten de requirements makkelijk kunnen worden aangepast. C) Voor alle betrokkenen moeten de requirements consistent zijn. D) Voor de projectmanager moeten de requirements geprioriteerd zijn. E) Voor de beheerafdeling moeten de requirements geprioriteerd kunnen worden. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 11 van 31

12 17. Een bedrijf (hierna genoemd de klant) wil het offerteproces met een informatiesysteem ondersteunen. Het management geeft een service provider de opdracht om een dergelijk systeem te specificeren en te ontwikkelen of te kopen. Als requirementsanalist van deze service provider bent u voor dit project verantwoordelijk. Tijdens de eerste gesprekken met verschillende vertegenwoordigers van de klant stelt u, onder andere, het volgende vast: U begrijpt deels de terminologie van de klant niet. Het is duidelijk dat de vertegenwoordigers van de klant zelf geen consistente terminologie gebruiken. Uw belangrijkste contactpersoon bij de klant beschreef zijn ideeën door u de verwachte interacties tussen medewerkers en informatiesysteem te schetsen in de vorm van verschillende stromen van acties van de gebruiker en reacties van het systeem. Welke twee van de volgende benaderingen zijn in dit geval bijzonder geschikt voor het eliciteren en documenteren van de requirements? (2 antwoorden) P0417 A) Het creëren van een klasse-model. B) Het opstellen van een begrippenlijst. C) Het eliciteren en documenteren van de kwaliteitsrequirements. D) Het opstellen van een use case diagram en de use cases daarvan beschrijven. E) Het toepassen van rollenspellen. F) Het maken en testen van prototypen. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 12 van 31

13 18. Welke van de volgende uitspraken over de keuze van de notatiewijze voor het documenteren van de functionele requirements zijn van belang en welke niet van belang? K0418 Van belang Niet van belang A) Belanghebbenden moeten de notatiewijze kunnen lezen. B) UML diagrammen moeten worden toegepast in projecten waarin objectgeoriënteerd wordt ontwikkeld. C) Afhankelijk van het type requirement wordt een notatiewijze gebruikt die een optimale communicatie verzekert. D) Een grafische notatiewijze, zoals UML, is eenvoudiger te begrijpen. 19. Eenduidigheid en consistentie behoren tot de kwaliteitscriteria voor requirementsdocumenten. Welke van de volgende uitspraken zijn juist en welke zijn onjuist? K0423 Juist Onjuist A) Requirementsdocumenten zijn alleen eenduidig als ook iedere individuele requirement eenduidig is. B) Een requirementsdocument kan inconsistent zijn, ondanks dat iedere individuele requirement in het document op zich consistent is. C) Tot eenduidigheid behoort, dat iedere requirement uniek identificeerbaar is. D) Tot eenduidigheid behoort, dat alleen vaktermen uit de begrippenlijst worden gehanteerd. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 13 van 31

14 5. Documenteren van requirements met behulp van natuurlijke taal 20. Zinsjablonen kunnen worden toegepast voor het documenteren in natuurlijke taal. U wilt zo'n zinsjabloon in uw project introduceren en uw projectmanager van de voordelen overtuigen. Welke twee argumenten kunt u het beste in deze discussie gebruiken? (2 antwoorden) P0510 A) Een minimale kwaliteit van de requirements wordt al bereikt vanaf de eerste vastlegging. B) De requirements die overeenkomstig de zinsjabloon zijn geformuleerd bevatten geen taalkundige transformatie-effecten. C) Leren hoe je de requirements volgens een zinsjabloon specificeert vergt niet veel tijd. D) Het gebruik van een zinsjabloon levert in principe een grotere informatiedichtheid. E) Een requirement dat volgens een zinsjabloon is beschreven voldoet aan alle kwaliteitscriteria voor requirements. 21. Gegeven is het volgende requirement: "Het systeem Alpha moeten alle data sets in alle submenu's weergeven." Welke overtreding van de regels voor het documenteren in natuurlijke taal leidt tot het ernstigste probleem? (1 antwoord) A0508 A) Het requirement is geschreven in passieve vorm. B) Kwantoren (onbepaalde telwoorden) zijn gebruikt. C) De contractuele verplichting van het requirement is niet gedefinieerd. D) De tijdsafhankelijkheid van de verplichting van het requirement is niet gespecificeerd. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 14 van 31

15 22. Welke van de volgende uitspraken over zinsjablonen zijn juist en welke onjuist? K0520 Juist Onjuist A) Zinsjablonen leveren de blauwdruk voor de syntactische structuur van een individueel requirement. B) Zinsjablonen helpen om onvolledige formulering van requirements in natuurlijke taal te vermijden. C) Requirements die met behulp van zinsjablonen zijn geformuleerd, zijn in principe van hogere kwaliteit dan vrij geformuleerde requirements. D) De auteurs van een requirementsspecificatie moeten allemaal hetzelfde zinsjabloon toepassen. 23. Voor het wagenparkbeheer van een koeriersdienst moet een systeem worden ontwikkeld, dat periodiek de positie van een voertuig aan de centrale doorgeeft. Hiervoor is het volgende requirement vastgelegd: Het systeem moet in bedrijf zijn zolang de contactsleutel in het slot zit. A0521 Waarmee kan de kwaliteit van dit requirement het best worden verbeterd? (1 antwoord) A) Aanvulling met een toestandsdiagram. B) Toepassing van een zinsjabloon. C) Aanvulling met een contextdiagram. D) Verwijzing naar een begrippenlijst. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 15 van 31

16 24. Bekijk het volgende zinsjabloon voor het formuleren van requirements in natuurlijke taal. K0523 MUST - When? Under what circumstances? SHOULD THE SYSTEM BE ABLE TO <Object & Additional object details> Process word WILL Geef van de volgende uitspraken aan of ze juist of onjuist zijn. Juist Onjuist A) Dit sjabloon is geschikt voor het formuleren van zelfstandige systeemactiviteiten. B) Dit sjabloon is geschikt voor het formuleren van gebruikersinteractie. C) Dit sjabloon is geschikt voor het formuleren van interfacerequirements. D) Dit sjabloon is geschikt voor het formuleren van logische en tijdgebonden condities. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 16 van 31

17 6. Model-gebaseerde documentatie van requirements 25. Om jonge acteurs en regisseurs te ondersteunen, wordt een concours voor korte films gehouden. De beste drie films zullen een prijs krijgen. De ingezonden films mogen maximaal 20 minuten duren en moeten voldoen aan de randvoorwaarden, die zijn weergegeven in het volgende diagram. K0619 naam Acteur speelt in Film geregisseerd door titel 0..* naam Regisseur Komen de volgende beweringen overeen met bovenstaand diagram? Komt overeen Komt niet overeen A) Drie regisseurs kunnen samen een film regisseren. B) Een film met maar één acteur mag worden ingezonden. C) Een regisseur kan twee ingezonden films regisseren. D) Een acteur kan in een willekeurig aantal films meespelen. E) In een film moeten tien acteurs meespelen. 26. Wat wordt niet weergegeven in een use case diagram? (1 antwoord) A0620 A) De processtappen van een applicatie. B) De actoren van een applicatie. C) De use cases van een applicatie. D) De grens tussen een applicatie en haar omgeving. E) De functionaliteit van een applicatie. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 17 van 31

18 27. Het volgende toestandsdiagram geeft het gedrag weer van een online winkelsysteem. Dit systeem biedt klanten de mogelijkheid om door de catalogus met beschikbare producten te bladeren en deze te kopen. K0621 Gereed catalogus getoond Catalogus weergav e koop geannuleerd kopen geselecteerd Bestellen Klaar Voor Bestellen invoeren adres Leveringsdetails Inv oeren leveringsdetails gekozen bestelling bevestigd Betaalgegevens Verstrekken betaald Bestelling Bev estigen Komen de volgende beweringen overeen met bovenstaand schema? Komt overeen Komt niet overeen A) Een directe overgang van de toestand Leveringsdetails Invoeren naar de toestand Catalogusweergave is mogelijk. B) Een directe overgang van de toestand Catalogusweergave naar de toestand Bestelling Bevestigen is mogelijk. C) De gebeurtenis kopen geselecteerd moet optreden om in de toestand Bestellen te komen. D) Om de toestand Bestellen te verlaten, moet de gebeurtenis koop geannuleerd optreden. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 18 van 31

19 28. Het volgende activiteitendiagram geeft het uitvoeren van een meting weer. K0643 Geheugen initialiseren Meetinrichting initialiseren Netwerkverbinding initialiseren Certificaten laden Aanmelden op de server Meetgegev ens bepalen Meetgegevens verwerken en verzenden Gegevensoverdracht controleren Meetgegevens opnieuw verzenden [niet OK] [OK] Meetinrichting deactiv eren Komen de volgende beweringen overeen met bovenstaand diagram? IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 19 van 31

20 Komt overeen Komt niet overeen A) Meetinrichting initialiseren moet gebeuren vóór Aanmelden op de server. B) Aanmelden op de server gebeurt zodra Certificaten laden klaar is. C) Netwerkverbinding initialiseren en Certificaten laden moeten tegelijk klaar zijn. D) Gegevensoverdracht controleren komt altijd direct vóór Meetinrichting deactiveren. 29. Welke twee substantiële voordelen hebben grafische modellen (bijvoorbeeld use case diagrammen of toestandsdiagrammen) in requirements engineering ten opzichte van op tekst in natuurlijke taal gebaseerde specificaties? (2 antwoorden) P0623 A) Een model dat de werkelijkheid representeert, heeft een hoge informatiedichtheid en kan daardoor sneller worden begrepen. B) Modellen maken een volledige beschrijving van het beoogde systeem mogelijk. C) Modellen kunnen beter worden gecontroleerd dan natuurlijke taal, omdat ze zijn gebaseerd op een formele syntax en semantiek. D) Modellen worden gemaakt met tools die van een repository gebruik maken. Daardoor kun je requirements met modellen beter beheren. E) Met de juiste tools kan broncode worden gegenereerd vanuit modellen. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 20 van 31

21 30. Bepaal voor elke bewering over het onderstaande activiteitendiagram of deze juist is of niet. K0624 Start navigatie Bestemming invoeren GPS-coördinaten bepalen Keuze voor dynamische routeberekening opvragen [files vermijden] [files niet vermijden] Verkeersinformatie raadplegen Route berekenen Route weergeven Juist Onjuist A) Een route kan worden berekend zonder het raadplegen van verkeersinformatie. B) Een route kan worden berekend na het raadplegen van verkeersinformatie. C) Het systeem kan vragen om de keuze voor dynamische routeberekening aan te geven, zonder eerst de GPS-coördinaten te moeten bepalen. D) De volgorde van Bestemming invoeren en GPS-coördinaten bepalen is willekeurig. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 21 van 31

22 31. Conceptuele modellen moeten aan bepaalde beginselen voldoen. Welke van de volgende beweringen zijn van toepassing op de termen syntax en semantiek? K0625 Van toepassing Niet van toepassing A) De semantiek is het uitgangspunt voor de interpretatie van conceptuele modellen volgens een formele modelleertaal. B) De syntax bepaalt welke modelelementen van een modelleertaal kunnen worden gebruikt. C) De syntax bepaalt de geldige combinaties van taalconstructies van een modelleertaal. D) De semantiek bepaalt het gebruiksdoel van een modelleertaal. 32. U bent de requirements voor een managementsysteem voor universiteiten aan het modelleren. De stappen voor het inschrijven (toelaten) van een nieuwe student bij een universiteit moeten worden gedocumenteerd met behulp van modellen. Welke twee van de volgende diagrammen zijn daarvoor het meest geschikt? (2 antwoorden) P0626 A) Gegevensstroomdiagram. B) Laus-Ohl diagram. C) Activiteitendiagram. D) Klassediagram. E) Use case diagram. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 22 van 31

23 33. Een systeem kan worden beschreven vanuit verschillende perspectieven. Wat wordt beschreven vanuit het functionele perspectief? (1 antwoord) A0627 A) De portabiliteit van het systeem. B) De reactie van het systeem op interne gebeurtenissen. C) De statisch-structurele gebruiks- en afhankelijkheidsrelaties. D) De structuur van invoer- en uitvoergegevens. E) De transformatie van invoergegevens naar uitvoergegevens. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 23 van 31

24 34. In uw bedrijf werd onlangs een nieuwe medewerkster ingehuurd. Zij moet als requirementsanalist worden ingezet en interne ontwikkelprojecten in de analysefase begeleiden. Omdat in uw bedrijf analyseresultaten worden getoond als UML-modellen en uw nieuwe medewerkster deze notatie nog niet volledig beheerst, bent u gevraagd om haar als adviseur en coach te begeleiden. Op basis van beschikbare Use Case diagrammen legt u uw nieuwe medewerkster de grondbeginselen voor UML Use Case diagrammen uit. Welke stellingen met betrekking tot de onderstaande grafiek zijn juist en welke onjuist? K0639 Systeem Actor 1 Use Case 1 «include» Use Case 3 «extend» Actor 2 Use Case 2 Juist Onjuist A) Use Case 2 wordt alleen door Use Case 1 geactiveerd. B) Use Case 1 kan door Actor 1 worden geactiveerd. C) Use Case 3 kan worden doorlopen zonder door Use Case 1 te worden geactiveerd. D) Tijdens het doorlopen van Use Case 1 wordt Use Case 3 aangeroepen. E) Use Case 1 wordt altijd geactiveerd bij het doorlopen van Use Case 2. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 24 van 31

25 7. Requirementsvalidatie en onderhandeling 35. Een requirementsdocument wordt gecontroleerd aan de hand van bepaalde kwaliteitscriteria om het als goede basis voor verdere ontwikkelactiviteiten te laten dienen. Welke twee kwaliteitscriteria uit de onderstaande lijst behoren tot het kwaliteitsaspect inhoud? (2 antwoorden) P0715 A) Compleetheid. B) Begrijpelijkheid. C) Eenduidigheid. D) Consistentie. E) Omvang. 36. Aan welke van de volgende beginselen dient te worden voldaan in een inspectie en aan welke niet? K0719 Voldoen Niet voldoen A) Het strikt nakomen van het vooraf bepaalde inspectieproces. B) Een strikte scheiding van de rollen van de moderator en de voorlezer. C) De individuele voorbereiding van de deelnemers. D) Het scheiden van het identificeren en het oplossen van bevindingen. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 25 van 31

26 37. Een bedrijf produceert onderdelen voor de auto-industrie. Het management heeft besloten om de productencatalogus van het bedrijf online beschikbaar te stellen en de mogelijkheid te creëren om direct via het web orders te plaatsen. Deze mogelijkheid is expliciet gevraagd door één van de belangrijkste klanten. Het bedrijf is gestart met het bijbehorende ontwikkelproject. De requirementsspecificatie is inmiddels af. De projectmanager wil de specificaties laten checken aan de hand van een walkthrough. Als reviewers kiest ze vier medewerkers van de testafdeling die niet betrokken zijn geweest is het opstellen van deze specificatie. Bepaal ten aanzien van de volgende beslissingen van de projectmanager of deze in deze omstandigheden passend zijn of niet. K0717 Passend Niet passend A) De timing die de projectmanager heeft gekozen voor de walkthrough. B) Het toepassen van de walkthrough als reviewmethode. C) Het plannen van een walkthrough van het prototype van de user interface uit de haalbaarheidsstudie, ná deze walkthrough van het requirementsdocument. D) De beslissing van de projectmanager om in deze situatie geen vertegenwoordigers van de belangrijkste klant te betrekken. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 26 van 31

27 38. Voor een internationaal te gebruiken navigatiesysteem verlangt een belanghebbende dat er alleen een vrouwelijke stem mag worden toegepast voor de instructies. Een andere belanghebbende vindt dit discriminerend en eist dat er ook een mannelijke stem wordt gebruikt. Welke van de volgende typen beschrijft dit conflict het beste? (1 antwoord) A0720 A) Relatieconflict. B) Belangenconflict. C) Structuurconflict. D) Waardenconflict. 39. In uw project wordt een nieuw remsysteem ontwikkeld voor hogesnelheidstreinen, Het resultaat van de ontwikkeling is dan ook een veiligheidskritisch onderdeel van het voertuig, dat aan talrijke kwaliteitseisen moet voldoen. Welke validatietechniek ligt het meest voor de hand in deze situatie? (1 antwoord) A) Lezen vanuit een specifiek perspectief. A0721 B) Prototype. C) Walkthrough. D) Inspectie. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 27 van 31

28 8. Requirementsmanagement 40. Welke van de volgende beweringen over views op requirements zijn juist en welke onjuist? K0819 Juist Onjuist A) Om een bepaald perspectief te onderzoeken hoeft niet het hele document te worden gelezen. B) Om het reviewproces te ondersteunen worden de requirements die bij elkaar horen gegroepeerd. C) Requirements waarvoor bepaalde belanghebbenden geen leesrechten hebben kunnen onzichtbaar worden gemaakt. D) Via views kan worden geborgd dat meerdere personen gelijktijdig aan een specificatie kunnen werken. 41. De traceerbaarheid van requirements heeft verschillende doelen. Geef aan welke bewering onjuist is. (1 antwoord) A0820 A) Traceerbaarheid vergemakkelijkt de impactanalyse. B) Traceerbaarheid maakt het mogelijk om de implementatie te verifiëren. C) Traceerbaarheid ondersteunt de export uit een requirementstool. D) Traceerbaarheid helpt bij het vinden van de bron van een requirement. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 28 van 31

29 42. Aanvullende informatie over requirements wordt beheerd met behulp van attributen. Een voorbeeld van aanvullende informatie is een uniek identificatienummer. Welke van de volgende beweringen over het doel van unieke identificatienummers is juist en welke onjuist? Een uniek identificatienummer helpt bij K0821 Juist Onjuist A) het schatten van de omvang van een specificatie in zijn geheel. B) het leggen van een eenduidige basis voor communicatie. C) het realiseren van verwijzingen naar andere requirements. D) het realiseren van traceerbaarheid met andere ontwikkel(tussen)producten. 43. Hoeveel versies van requirements zijn in een correcte requirementsconfiguratie opgenomen? (1 antwoord) A) Eén versie per geselecteerd requirement. A0833 B) Eén versie van ieder beschreven requirement. C) De nieuwste versie per geselecteerd requirement. D) De nieuwste versie van ieder beschreven requirement. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 29 van 31

30 44. U hebt een requirements baseline opgesteld en aan het ontwikkeltraject opgeleverd. De belanghebbenden hebben intussen wijzigingsverzoeken bij u ingediend. Welke van de volgende antwoorden passen bij een correct wijzigingsbeheer van requirements? (2 antwoorden) P0838 A) Wijzigingen met betrekking tot requirements die onderdeel uitmaken van de baseline worden doorgevoerd door middel van het creëren van nieuwe versies binnen deze requirements baseline. B) Voordat requirements aan de hand van wijzigingsverzoeken worden aangepast, dient eerst de impact van de wijzigingen te worden bepaald. C) Correctieve en adaptieve requirementswijzigingen kunnen op zijn vroegst worden gerealiseerd bij de oplevering van de volgende requirementsconfiguratie aan het ontwikkeltraject. D) Tijdkritische wijzigingsverzoeken worden niet geanalyseerd noch begroot, maar direct ter realisatie opgeleverd. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 30 van 31

31 9. Toolondersteuning 45. Als requirementsanalist van een bedrijf bent u verantwoordelijk voor het kiezen van een tool voor requirementsmanagement. Welke van de volgende beweringen zijn in deze context juist en welke onjuist? K0910 Juist Onjuist A) Het tool moet de (tussen)producten ondersteunen die nodig zijn voor het in dit bedrijf toegepaste requirements engineering-proces. B) De keuze van een tool moet worden overgelaten aan de gebruikers van het tool. C) De keuze van een tool wordt voor een belangrijk deel bepaald door de flexibiliteit van de definieerbare attributen. D) De keuze van een tool wordt ook beïnvloed door de andere tools (bijvoorbeeld configuratiemanagement) waarmee het tool moet kunnen samenwerken. 46. Wat is geen kenmerkende eigenschap van requirementsmanagement tools? (1 antwoord) A0922 A) Logische relaties tussen gegevens beheren. B) Testgevallen afleiden uit requirements. C) Documenten genereren vanuit de gegevens. D) Verschillende views op requirements ondersteunen. E) Informatie organiseren, bijvoorbeeld door het toekennen van attributen of het opstellen van een hiërarchie. IREB_CPRE_FL_ExamQuestionnaire_Set_Public_NL_V2 0.docx Blad 31 van 31