De partijkeuring op papier

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De partijkeuring op papier"

Transcriptie

1

2 Inspectierapport Datum TeW/2008/ Een onderzoek naar rapportages van partijkeuringen grond en bagger

3

4 Inhoudsopgave Samenvatting 1 1. Inleiding Toezicht op Kwalibo Onderzoeksvraag, toetskader en afbakening Werkwijze van het inspectieonderzoek De partijkeuring toegelicht 7 2. Respons en bevindingen Vooronderzoek Monsternemingsplan Monsternemingsformulier Monsteropslag en -conservering Monstervoorbehandeling Analyse Bepaling uitlooggedrag met kolomproef Vaststelling gemiddelde meetwaarde per stof Toetsen aan eisen Bouwstoffenbesluit Verwijzingen naar normdocumenten Afwijkingen Conclusie partijkeuring Conclusies inspectieonderzoek Aanbevelingen aan betrokken partijen 23 Bijlage 1 Referentiedocumenten 24 Bijlage 2 Betrokken partijen 25 Bijlage 3 Standaard werkwijze 26

5

6 1 Samenvatting Door onvoldoende zekerheid over de juistheid van gegevens in rapportages van partijkeuringen grond en bagger blijft, ondanks vernieuwde regelgeving, het risico op onjuiste toepassing van grond en bagger in het waterbodembeheer aanwezig. Daarmee blijven ook de risico s voor de volksgezondheid, ecologie en het verspreiden van verontreinigingen bestaan. De ontgraving, bewerking en toepassing van partijen grond, bagger of bouwstoffen vindt vaak op verschillende locaties en met ruim tijdsverschil plaats. De aaneenschakeling van bodemactiviteiten bij grond en baggerstromen kan worden beschouwd als een keten waarbij verschillende actoren, bouwstoffenintermediairs en (semi-)overheden, betrokken zijn. De verscheidenheid en veelheid aan mogelijke overtredingen bij bodemactiviteiten is groot en de noodzakelijk geachte wet- en regelgeving is complex en omvangrijk. Om de kwaliteit van het bodembeheer te verbeteren en fraude tegen te gaan, stelt de Kwalibo regelgeving (kwaliteitsborging bodembeheer) kwaliteitseisen aan de uitvoering van bodemactiviteiten. Met duidelijkere en beter naleefbare regelgeving als uitgangspunt stelt de Kwalibo regelgeving eisen aan de kwaliteit en integriteit van personen, bedrijven en overheden die werken aan bodembeheer, zodat beslissingen op basis van betrouwbare bodemgegevens genomen kunnen worden. Vanaf 1 oktober 2006 is de van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (de Inspectie) belast met het toezicht op de uitvoering van de Kwalibo regelgeving. Om de kwaliteit van de uitvoering en integriteit van bouwstoffenintermediairs in beeld te brengen, heeft de Inspectie van november 2007 tot juli 2008 onderzoek uitgevoerd naar de juiste gebruikmaking van kwaliteitseisen uit het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo) en het Bouwstoffenbesluit. In het onderzoek zijn rapporten beoordeeld van partijkeuringen grond en bagger die bouwstoffenintermediairs tussen augustus 2005 en november 2007 hebben aangeleverd bij het bevoegd gezag. De onderzochte rapportages van partijkeuringen grond en bagger door bouwstoffenintermediairs, leveren onvoldoende bewijs van een normconforme uitvoering van de keuring. De kwaliteit van het materiaal wordt onvoldoende conform het Bouwstoffenbesluit en de Kwalibo regelgeving aangetoond. Door het onderzoek zijn aandachtspunten naar voren gekomen die kunnen bijdragen aan het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van partijkeuringen. De aandachtspunten voor bouwstoffenintermediairs, certificerende instellingen (CI s) en waterkwaliteitsbeheerders zijn: De correcte rapportage van vooronderzoek bij bodemonderzoek;

7 2 De opname in de rapportage van zowel het monsternemingsplan als het monsternemingsformulier met daarin alle vereiste gegevens met betrekking tot de uitvoering van de bemonstering; De correcte rapportage van opslag, conservering en transport van de monsters; De correcte rapportage van monstervoorbehandeling, -opwerking en analyse door zowel laboratorium als onderzoeksbureau, in het bijzonder bij partijkeuringen van niet schoon materiaal; De correcte rapportage van de argumentatie bij gemaakte keuzes en afwijkingen of bijzonderheden. Aan de beleidsafdelingen van de Ministeries van Verkeer en Waterstaat (VenW) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) wordt geadviseerd om: Interpretatieruimte te verminderen in wet- en regelgeving. Aan de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), het Centraal College van Deskundigen (CCvD), de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB) en het Nederlands Normalisatie Instituut wordt geadviseerd om; De overlap in normdocumenten te verwijderen en interpretatieruimte te verminderen; De hoeveelheid normdocumenten te verminderen. Het toezicht op de uitvoering van de Kwalibo regelgeving wordt door de Inspectie vormgegeven op basis van inspectieonderzoeken en signalen (van overtredingen in het werkveld) die worden gemeld bij het toezichtloket Bodem 1. De Inspectie waterbeheer bewaakt en bevordert op deze wijze de uitvoeringskwaliteit van het (water)bodembeheer in Nederland en bericht hierover in de openbaarheid. Voorliggend Kwalibo onderzoek wordt opgevolgd door een onderzoek naar de naleving van kwaliteitsvoorschriften door waterkwaliteitsbeheerders (als bevoegd gezag) en een inspectie van de milieukundige begeleiding bij waterbodemsaneringen. 1 Het toezichtloket Bodem is een gezamenlijk project van de VROM-Inspectie en de Inspectie Waterbeheer. Het digitale loket is bereikbaar via en

8 3 1. Inleiding Toezicht op Kwalibo In Nederland vindt veel grondverzet plaats. Grond, bagger en bouwstoffen kunnen niet vrij worden toegepast of hergebruikt, zonder dat de kwaliteit van het materiaal bekend is. De kwaliteit van de grond, bagger of bouwstoffen is namelijk bepalend voor de toepassings(on)mogelijkheden van het betreffende materiaal. De toepassing van (ernstig) verontreinigd bodemmateriaal kan risico s met zich mee brengen voor de volksgezondheid, ecologie en verspreiding van een verontreiniging. Bodem- en grondstromen zijn kwetsbaar voor fraude, omdat met regelovertreding veel geld verdiend kan worden. De ontgraving, bewerking en toepassing van partijen grond, bagger of bouwstoffen vindt vaak op verschillende locaties en met ruim tijdsverschil plaats. De verscheidenheid en veelheid aan mogelijke overtredingen bij bodemactiviteiten is groot en de noodzakelijk geachte wet- en regelgeving is complex en omvangrijk. Nieuw bodembeleid is ontwikkeld om versnippering en tegenstrijdigheid van bodemregelgeving en de ondeskundigheid bij opdrachtgevers, bouwstoffenintermediairs en bevoegde gezagen tegen te gaan. Bovendien wordt met de nieuwe regelgeving een verbetering van de handhaving en het beperken van financiële voordelen bij regelovertreding beoogd. Dit nieuwe Nederlandse bodembeleid is in eerste instantie tot uitdrukking gekomen met de inwerkingtreding van het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo: kwaliteitsborging in het bodembeheer) op 1 oktober In 2008 is Kwalibo opgenomen als hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Het Besluit bodemkwaliteit is als opvolger van het Bouwstoffenbesluit (Bsb, 1999) op 1 januari 2008 (deels) in werking getreden met als doelstelling het Nederlandse (water)bodembeheer te verbeteren. Kwalibo stelt eisen aan de kwaliteit en integriteit van personen, bedrijven en overheden die werken aan bodembeheer. Een belangrijk doel is om de kwaliteit van de uitvoering van bodemactiviteiten en integriteit van de uitvoerders te verbeteren, zodat beslissingen op basis van betrouwbare bodemgegevens worden genomen. Vanaf 1 oktober 2006 is de van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (de Inspectie) belast met het toezicht op de uitvoering van de Kwalibo regelgeving. Om de kwaliteit van de uitvoering en integriteit van bouwstoffenintermediairs in beeld te brengen, heeft de Inspectie van november 2007 tot juli 2008 onderzoek uitgevoerd naar de juiste gebruikmaking van kwaliteitseisen uit het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer en het Bouwstoffenbesluit. Met het inspectieonderzoek is inzicht verkregen in de naleving van de geldende wet- en regelgeving door bouwstoffenintermediairs. In

9 4 het onderzoek zijn rapporten beoordeeld van partijkeuringen grond en bagger die zijn voorgelegd aan waterkwaliteitsbeheerders als bevoegd gezag. Onderstaande figuur presenteert een kort overzicht van belangrijke actoren en hun rollen in het Kwalibo speelveld. Figuur 1. Belangrijke actoren en hun rol in het Kwalibo speelveld Toelichting De beleidsafdelingen van de Ministeries stellen de besluiten voor het (water)bodembeheer vast. Onder deze publieke besluiten hangen beoordelingsrichtlijnen, uitvoeringsprotocollen en (voor-)normdocumenten die

10 5 voornamelijk door private partijen in de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) worden opgesteld en vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD). De uitvoering van bodemactiviteiten moet conform besluit en de beoordelingsrichtlijnen met de daaronder hangende protocollen en normdocumenten (NEN of NVN) plaatsvinden. De Inspectie, waterkwaliteitsbeheerders en certificerende instellingen zien hier op toe. 1. De Inspectie beschouwt het hele systeem (toezicht op de waterkwaliteitsbeheerders, certificerende instellingen en erkenningssystematiek voor bouwstoffenintermediairs) op landelijk niveau. De Inspectie houdt geen direct toezicht in het veld op de uitvoering van bodemactiviteiten; 2. De waterkwaliteitsbeheerders zien direct toe op werkzaamheden die binnen hun domein plaatsvinden, als dat nodig is voor hun besluitvorming; 3. De certificerende instellingen zien toe op bouwstoffenintermediairs, zodat zij een intermediair voor een bepaalde activiteit kunnen certificeren. De certificerende instellingen verlenen het procescertificaat voor een bodemactiviteit, op basis van het werken volgens de geldende beoordelingsrichtlijn(en) en de bijbehorende protocollen (dit kunnen ook NEN of NVN normen zijn). 4. SenterNovem (Bodem+) erkent de door een Certificerende Instelling gecertificeerde persoon of instelling met instemming van de Inspectie. 1.1 Onderzoeksvraag, toetskader en afbakening Het onderzoek richt zich op rapporten van partijkeuringen grond en bagger die bouwstoffenintermediairs tussen augustus 2005 en november 2007 hebben aangeleverd bij een waterkwaliteitsbeheerder als bevoegd gezag. De onderzoeksvraag van dit inspectieonderzoek is als volgt: In hoeverre wordt aantoonbaar voldaan aan verplichtingen voortvloeiende uit het Bouwstoffenbesluit en de Kwalibo regelgeving door bouwstoffenintermediairs in rapportages van partijkeuringen grond en bagger ten behoeve van waterkwaliteitsbeheerders? Voor dit onderzoek is een toetskader opgesteld dat de gewenste situatie beschrijft voor het rapporteren van partijkeuringen grond en bagger. Het toetskader is gebaseerd op de vigerende wet- en regelgeving en privaat opgestelde richtlijnen, protocollen en andere normdocumenten (zie figuur 1). De belangrijkste uitgangspunten voor het toetskader zijn: 1. Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) 2. De Uitvoeringsregeling van het Bouwstoffenbesluit; bijlage F, hoofdstuk 1, het Gebruikersprotocol schone grond en bouwstoffen (het Gebruikersprotocol), met name de rapportage eisen uit Het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo)

11 6 4. Het VKB-protocol 1001 (Monsterneming grond voor partijkeuringen Bouwstoffenbesluit) en diverse NEN- en NVN-normen. Bij het opstellen van het toetskader zijn medewerkers van Rijkswaterstaat en waterschappen betrokken. Vanwege de omvang van het toetskader is het kader digitaal bijgevoegd op de cd-rom aan de binnenzijde van de kaft van dit rapport. Een volledig overzicht van de referentiedocumenten voor dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1. Afbakening Op basis van de onderzoeksvraag is het onderzoek tijdens de voorbereiding afgebakend tot: Partijkeuringen grond en bagger (schone en niet-schone, categorie 1, grond en bagger); en van partijkeuringen die na augustus 2005 zijn uitgevoerd; Partijkeuringen gebruikt door waterkwaliteitsbeheerders. 1.2 Werkwijze van het inspectieonderzoek De start van het onderzoek is per brief aangekondigd bij de betrokken waterkwaliteitsbeheerders, de certificerende instellingen en twee brancheorganisaties. Voor het onderzoek zijn zestien waterkwaliteitsbeheerders benaderd. Deze beheerders is gevraagd vijf rapporten van partijkeuringen grond ter beschikking te stellen. De beschikbaar gestelde rapporten zijn opgehaald bij de waterkwaliteitsbeheerders waarbij het onderzoek is toegelicht. De aankondiging bij de intermediairs is gedaan via de brancheorganisaties en een persbericht waarmee intermediairs die niet aangesloten zijn bij een brancheorganisatie op de hoogte zijn gesteld. De beoordeling van de rapporten is uitgevoerd door zes medewerkers van de Inspectie en twee medewerkers van de VROM-Inspectie op basis van het toetskader. Het inspectierapport is (in concept) voor feitelijk commentaar voorgelegd aan de beoordeelde intermediairs. Hierbij is per intermediair een oplegnotitie aangeboden met de individuele bevindingen die zijn gebruikt voor het totaalbeeld in het inspectierapport. Op basis van hun reacties is voorliggend rapport op enkele punten aangepast. Het definitieve rapport (voorliggend) is verzonden aan de beleidsdirectoraten van V&W en VROM, SenterNovem Bodem+, de Stichting Infrastructuur Kwaliteit Bodembeheer (SIKB), het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), de regionale en lokale waterkwaliteitsbeheerders, de certificerende instellingen, de Raad voor

12 7 Accreditatie (RvA), twee brancheorganisaties en de intermediairs waarvan rapporten zijn onderzocht (zie Bijlage 2). 1.3 De partijkeuring toegelicht Een partijkeuring van grond of bagger is een onderzoek om aan te tonen dat de kwaliteit van een (deel)partij grond of bagger voldoet aan de gestelde eisen en voorwaarden in het Bouwstoffenbesluit. Er zijn verschillende typen partijkeuringen op basis van bijvoorbeeld de verwachte kwaliteit, de ligging of de grootte van een partij grond of bagger. Onafhankelijk van het type keuring is er een aantal generieke stappen dat gevolgd moet worden om de partij te kunnen keuren. Voor de keuring van niet-schone (categorie 1 of licht verontreinigde) grond of bagger geldt dat er nog een aantal specifieke stappen moet worden genomen. Op hoofdlijnen is een partijkeuring als volgt gestructureerd: De keuring vangt aan met een vooronderzoek (dit is niet altijd verplicht), waarna de bemonstering van de partij wordt gepland en vastgelegd in een monsternemingsplan. Op basis van het monsternemingsplan wordt de bemonstering van de partij grond uitgevoerd, terwijl de karakteristieken van de daadwerkelijke monsterneming worden vastgelegd in een monsternemingsformulier. Bij de monsterneming is het mogelijk dat monsters moeten worden voorbehandeld in het veld, maar veelal gebeurt de monstervoorbehandeling op het laboratorium, waaraan de monsters worden geleverd. Hierbij is ook van belang dat de monsters tussen de monsterneming en de uiteindelijke analyse goed worden opgeslagen, geconserveerd en getransporteerd. Het laboratorium voert de gewenste analyse uit en rapporteert hierover aan de opdrachtverlenende intermediair. De intermediair gebruikt de analyse van het laboratorium om gemiddelde meetwaarden te bepalen (van de elementen in de monsters) en de analyse resultaten te toetsen aan de eisen die worden gesteld in het Bouwstoffenbesluit. Op basis van de toetsing kan het zijn dat één of meerdere stappen opnieuw doorlopen moeten worden of dat een vervolgonderzoek (bijvoorbeeld een uitloogproef) nodig is naar een specifiek element in de monsters. Op basis van de toetsing kan uiteindelijk een uitspraak worden gedaan over de kwaliteit van de partij. Het normconform uitvoeren en rapporteren van de bovengenoemde stappen inclusief de afwijkingen van voorgeschreven werkwijzen en de gehanteerde normen maken van het rapport van de partijkeuring een geldig bewijsmiddel voor de kwaliteit van de grond of bagger.

13 8 2. Respons en bevindingen Voor het onderzoek zijn waterkwaliteitsbeheerders verzocht om rapporten van partijkeuringen beschikbaar te stellen. Van de 16 benaderde waterkwaliteitsbeheerders hebben 14 gereageerd op het verzoek van de Inspectie door het aanleveren van één of meerdere rapporten. Eén, niet benaderde, waterkwaliteitsbeheerder heeft op eigen initiatief rapporten beschikbaar gesteld. In totaal zijn 75 rapporten aangeleverd door waterschappen en regionale diensten van Rijkswaterstaat. Van deze 75 rapporten vielen er 43 binnen de afbakening van het onderzoek. De paragrafen 2.1 tot en met 2.12 presenteren de belangrijkste bevindingen van het inspectieonderzoek op basis van de beoordeling van de 43 rapporten. De bevindingen worden per onderdeel van de partijkeuring geïllustreerd aan de hand van vier kopjes: Toetskader: Het toetskader weerspiegelt op hoofdniveau de gewenste situatie voor het betreffende onderdeel volgens het Gebruikersprotocol of het VKB-protocol 1001, eventueel aangevuld met andere normvoorschriften. Bevindingen De bevindingen worden visueel gepresenteerd in een tabel op basis van rapportage eisen uit het gedetailleerde toetskader op de bijgevoegde cd-rom. Een rij uit de tabel presenteert eerst de betreffende rapportage eis en vervolgens in groene blokjes welk deel van de rapporten wel voldoet en met rode blokjes welk deel niet voldoet aan deze eis. Indien een rij grijs gearceerde blokjes bevat, is de eis niet van toepassing op dat deel van de rapporten. Bijzonderheden De bijzonderheden vullen de bevindingen tekstueel aan; opmerkelijke bevindingen worden beschreven. Conclusie De conclusie beschrijft het oordeel over de bevindingen. Hoofdstuk 3 beschrijft de algemene conclusies over de resultaten van het inspectieonderzoek.

14 9 2.1 Vooronderzoek Toetskader Met het vooronderzoek wordt informatie verkregen over de herkomst van de partij en of er sprake is van een verdachte- of ernstig verontreinigde locatie en wat de verwachte (milieuhygiënische) kwaliteit van de partij is. Vooronderzoek is nodig om vast te stellen; Hoeveel grepen genomen moeten worden in relatie tot het doel van de keuring; Of de te bemonsteren partij(en) (in situ) redelijk homogeen van samenstelling is/zijn en of er in de bodem afwijkende lagen optreden; Of gehele/gedeeltelijke partijverplaatsing noodzakelijk is; Welke stoffen moeten worden geanalyseerd aanvullend op het basis stoffenpakket. Vooronderzoek is geen verplichting voortkomend uit het Gebruikersprotocol, maar een aanvullende eis uit de Beoordelingsrichtlijn 1000 met onderliggend VKB-protocol VKB-protocol 1001 stelt dat alleen voor depot keuringen tot 2000 ton vooronderzoek is aanbevolen. Voor overige typen keuringen is vooronderzoek verplicht, bij monsterneming conform het VKB-protocol Voor een partijkeuring die wordt gecombineerd met een verkennend onderzoek is een specifiek normdocument vooronderzoek (NVN 5725) van toepassing. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) een volledig en correct vooronderzoek Bijzonderheden In de rapporten ontbreekt vooral aantoonbare informatie over de afkomst (locatie) en de herkomst van een partij. HBB- en LDB-bestanden (historisch bodembestand en landsdekkend beeld) of bodemkwaliteitskaarten worden weinig gebruikt om vast te stellen of er sprake is van een verdachte locatie om zo een indicatie te krijgen van de te verwachten bodemkwaliteit. Indien een partijkeuring wordt gecombineerd met verkennend onderzoek is het vooronderzoek in slechts één van de acht rapporten uitgevoerd conform NVN Conclusie Het vooronderzoek is te beperkt beschreven in de meeste rapporten.

15 Monsternemingsplan Toetskader Met het opstellen van een monsternemingsplan worden de doelstelling van de monsterneming, de gemaakte keuzes en de gegevens over de partij vastgelegd. Volgens paragraaf vier van het Gebruikersprotocol moet het plan informatie bevatten over de locatie, doel van monsterneming en partijkenmerken zoals de aard, beschikbaarheid en grootte. Ook moet er volgens het Gebruikersprotocol ( 4.2) gebruik gemaakt worden van het formulier, zoals omschreven in NVN 7301, 7302 en 7303 (of het VKB-protocol 1001) en moeten afwijkingen en bijzonderheden worden geregistreerd. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) een apart monsternemingsplan de volledige voorgeschreven informatie de voorgenomen monsternemingsstrategie een beschrijving van verwachte bijzonderheden aan de partij Bijzonderheden De meeste rapporten bevatten een monsternemingsplan en de meeste plannen bevatten informatie over het doel van de monsterneming en de aard van de te keuren grond of bagger. De geplande partijgrootte(s) is(zijn) niet door alle intermediairs (volledig) beschreven. Conclusie De monsternemingsplannen zijn grotendeels volledig. Het ontbreken van gegevens kan ondervangen worden door beter gebruik te maken van de formats voor het monsternemingsplan uit de NVN 7301, 7302 en 7303 (of het VKB-protocol 1001), zoals voorgeschreven in het Gebruikersprotocol.

16 Monsternemingsformulier Toetskader Met het monsternemingsformulier wordt vastgelegd hoe de monsterneming is uitgevoerd. Het monsternemingsformulier bevat volgens paragraaf vier van het Gebruikersprotocol minimaal dezelfde informatie als het plan, aangevuld met gegevens en waarnemingen die tijdens uitvoering van de monsterneming worden gedaan. Vooral afwijkingen ten opzichte van het monsternemingsplan moeten worden geregistreerd en gemotiveerd in het monsternemingsformulier. De NVN 7301 en NVN 7302 (hoofdstuk 6) en het VKB-protocol 1001 (in paragraaf 6.2 en bijlage 5) stellen vergelijkbare eisen. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) een apart monsternemingsformulier de volledige voorgeschreven informatie de gehanteerde monsternemingsstrategie de uitvoerder én datering en ondertekening erkende monsternemer de geconstateerde bijzonderheden tijdens de bemonstering een beschrijving en argumentatie van afwijkingen t.o.v. monsternemingsplan Bijzonderheden Als het monsternemingsplan en monsternemingsformulier gecombineerd aan het rapport zijn bijgevoegd, kan niet aan de onderliggende eisen van het toetskader worden voldaan op basis van de rapportage eis onder c van paragraaf 14 van het Gebruikersprotocol. In het bijzonder zijn het doel van de monsterneming en de aard van het materiaal niet goed beschreven. De monsternemingsformulieren zijn verschillend per intermediair. Er wordt weinig tot geen gebruik gemaakt van de voorbeeldformulieren uit NVN 7301, 7302 en Afwijkingen met betrekking tot projectgegevens, partijgrootte, partijkwaliteit en de uitvoering van de monsterneming ten opzichte van het

17 12 monsternemingsplan zijn in het monsternemingsformulier onvoldoende beschreven, en daarnaast niet goed gemotiveerd. Conclusie De onderzochte monsternemingsformulieren bevatten onvoldoende gegevens om te kunnen concluderen dat de monsterneming goed is uitgevoerd.

18 Monsteropslag en -conservering Toetskader Een goede opslag en conservering van analysemonsters is noodzakelijk om chemische of bacteriologische afbraak en/of vervluchtiging van te analyseren stoffen te voorkomen. Het Gebruikersprotocol stelt in paragraaf vijf eisen aan deze opslag en conservering: De individuele grepen dienen elk luchtdicht te worden verpakt in een verpakkingsmateriaal dat geen licht doorlaat of in het donker opgeslagen. De grepen dienen voorafgaand aan de analyse gekoeld opgeslagen te worden bij 4 ± 2 C voor een periode van ten hoogste 7 dagen. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) monsteropslag, -conservering en naam laboratorium lucht- en lichtdichte verpakking van individuele grepen het transport en opslag van monsters bij 4 ± 2 C de periode tussen monsterneming en monstervoorbehandeling Bijzonderheden In het grootste deel van de rapporten is beschreven dat de grepen gemengd zijn opgeslagen in emmers, zoals voorgeschreven in het VKB-protocol Met deze beschrijving voldoet men wel aan de eisen uit het VKB-protocol 1001, maar niet aan de eisen van het Gebruikersprotocol, dat leidend is. Met de beschrijving van opslag in emmers kan niet worden aangetoond dat de grepen individueel, lucht- en lichtdicht zijn opgeslagen. Conclusie De beschrijving van de wijze van opslag en conservering van (deel)monsters levert onvoldoende bewijs dat (vluchtige) stoffen betrouwbaar geanalyseerd kunnen worden.

19 Monstervoorbehandeling Toetskader Om de te meten organische en anorganische stoffen juist en volledig te kunnen ontsluiten of te extraheren, is het noodzakelijk dat het monstermateriaal op de juiste manier wordt voorbehandeld. In paragraaf zes van het Gebruikersprotocol worden in de eerste plaats nadere eisen gesteld aan de opsplitsing van de monstervoorbehandeling op basis van de uit te voeren proef of bepaling, de te bepalen stof en soort bouwstof. Paragraaf 6.2 en 6.3 beschrijven respectievelijk de nadere aanwijzingen voor de monstervoorbehandeling met betrekking tot het bepalen van de samenstelling en het bepalen van het uitlooggedrag. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) de data van monstervoorbehandeling en -analyse naam van analyserend laboratorium de argumentatie van de uit te voeren proeven en te bepalen stoffen het onderscheid in voorbehandeling anorganisch en organische stoffen opsplitsen van monsters voor analyse (niet-)vluchtige, (an)organische stoffen Bijzonderheden De rapporten bevatten zeer beperkte en zeer globale informatie over de voorbehandeling van de monsters. Deze informatie zou terug te vinden moeten zijn op de analysecertificaten van de laboratoria. Deze certificaten geven echter veelal alleen de resultaten van de analyse weer. Uit de analysecertificaten, opgenomen in de beoordeelde rapporten, blijkt dat de laboratoria voorschrijven dat de certificaten in zijn geheel moeten worden opgenomen. De certificaten tonen de opsplitsing en wijze van monstervoorbehandeling onvoldoende aan. Conclusie De intermediair kan niet de juiste conclusies trekken over de monstervoorbehandeling, omdat de analysecertificaten van de laboratoria vaak onvoldoende gespecificeerd zijn.

20 Analyse Toetskader Voor de analyse van de te bepalen stoffen in de aangeboden monsters worden stoffen ontsloten door destructie of extractie. De analyses worden uitgevoerd met de daarvoor beschikbare analysemethoden en technieken. Voor de opwerking en analyse voor de bepaling van de samenstelling aan organische en anorganische stoffen schrijft het Gebruikersprotocol ( 8) voor (middels verwijzingen naar de hoofdstukken 2 en 3 van bijlage F van de Uitvoeringsregeling) welke vigerende NEN en NVN (of ontwerpen daarvan) voor de te bepalen stof gebruikt moeten worden. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) in duplo bepaling van droge stof- en lutum gehalte bepaling van organische stof gehalte voorschriften m.b.t opwerking en analyse voor bepalen samenstelling argumentatie waarom de geselecteerde stoffen zijn geanalyseerd het resultaat van de analyse in mg/kg Bijzonderheden De rapporten bevatten beperkte en globale informatie over de analyse van de monsters. Deze informatie zou terug te vinden moeten zijn op de analysecertificaten van de laboratoria. Deze certificaten geven echter veelal alleen de resultaten van de analyse weer. Veelal is gekozen voor een analyse van het basis stoffenpakket, in een enkel geval uitgebreid met een andere stof. Conclusie De intermediair kan niet de juiste conclusies trekken over de opwerking en analyse van de monsters, omdat de analysecertificaten van de laboratoria vaak onvoldoende gespecificeerd zijn; De resultaten van de analyses worden volledig in de analysecertificaten beschreven en overgenomen in de rapportages.

21 Bepaling uitlooggedrag met kolomproef Toetskader Een uitloogproef voor partijkeuringen grond vindt plaats door middel van een kolomproef (Gebruikersprotocol, paragraaf 7.5). Met een kolomproef wordt op basis van anorganische stoffen vastgesteld of de grond of bagger wordt ingedeeld in categorie 1 of 2. Categorie 2 grond of bagger mag niet worden toegepast in oppervlaktewater. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) de uitgevoerde uitloogproef of - proeven argumentatie waarom en welke stoffen geanalyseerd (emissiewaarden) de berekening van de emissiewaarden het resultaat van de analyses van de eluaten in µg/l de bepaling van de gemiddelde emissiewaarden Bijzonderheden De bepaling van het uitlooggedrag is voor een kleiner deel van de beoordeelde rapporten relevant. Het betreft daarbij rapporten die een partijkeuring niet-schone grond (categorie 1) beschrijven. Conclusie Indien voor een partijkeuring een kolomproef nodig was, blijkt uit het merendeel van de rapporten onvoldoende hoe de kolomproef is uitgevoerd.

22 Vaststelling gemiddelde meetwaarde per stof Toetskader Voor een partijkeuring grond of bagger worden twee of meerdere mengmonsters samengesteld en geanalyseerd op een vooraf bepaald stoffenpakket. Op basis van de resultaten van de analyses wordt per stof de gemiddelde meetwaarde bepaald conform paragraaf 11 van het Gebruikersprotocol. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) de vaststelling van de gemiddelde samenstellingswaarde per stof de bepaling van de verhouding (Y) tussen de meetwaarden per stof conclusies over uitgevoerde handelingen o.b.v. meetwaarden het resultaat van de samenstellingsanalyses in mg/kg Bijzonderheden Indien de spreiding (Y) niet voldoet aan de gestelde criteria betreft dit meestal slechts één of enkele van de te toetsen stoffen. Conclusie Het vaststellen van de gemiddelde meetwaarde per stof vindt in de meeste rapporten plaats volgens de criteria uit het Gebruikersprotocol.

23 Toetsen aan eisen Bouwstoffenbesluit Toetskader Voor het vaststellen van de kwaliteit van de grond is het nodig de gemiddelde meetwaarde van een geanalyseerde stof te toetsen aan de samenstellingswaarde en de tussenwaarde uit bijlage 1 en 2 van het Bouwstoffenbesluit. De voorgeschreven wijze van toetsing van de gemiddelde meetwaarde staat beschreven in paragraaf 13 van het Gebruikersprotocol. In het geval dat de kwaliteit van de grond als schoon wordt beoordeeld, moet er tevens voldaan zijn aan de volgende criteria voor de monsterneming: maximale partijgrootte van 2000 ton, 100 monstergrepen aselect verdeeld over twee mengmonsters en een analyse van ten minste het basis stoffenpakket. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) de toetsing aan de eisen van het Bsb per gemeten stof vaststellen van de kwaliteit grond o.b.v. juiste toetsingscriteria correcte toepassing zekerheidsfactoren (ZF) Bijzonderheden De correctie van de toetscriteria voor het lutum en organische stof gehalte vindt niet altijd aantoonbaar plaats. De herleidbaarheid van de resultaten voor het vaststellen van de kwaliteit van schone grond is beter dan voor niet-schone grond. Omdat in veel gevallen de toetsing plaatsvindt met behulp van software programma s, worden in enkele gevallen alleen de resultaten en niet de gehanteerde toetscriteria beschreven. Het is dan onduidelijk welke toetscriteria (bijvoorbeeld correcties) zijn gehanteerd. Conclusie Het toetsen aan de eisen uit het Bouwstoffenbesluit wordt niet altijd aantoonbaar met de juiste criteria uitgevoerd.

24 Verwijzingen naar normdocumenten Toetskader Om de werkwijze van de intermediair en het laboratorium te kunnen vaststellen is het noodzakelijk dat het rapport verwijzingen bevat naar de toegepaste protocollen, beoordelingsrichtlijnen en normen, zoals voorgeschreven in paragraaf 14 van het Gebruikersprotocol (onder de punten a en e). Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) verwijzing naar Gebruikersprotocol schone grond en bouwstoffen verwijzing naar relevante norm voor de wijze van monsterneming verwijzing naar onderliggende normen voor monsterneming verwijzing naar norm voor monsteropslag- en conservering verwijzing naar norm voor monstervoorbehandeling verwijzing naar norm voor opwerking en analyse van de monsters Bijzonderheden Voor de monsterneming van partijkeuringen wordt verwezen naar diverse protocollen, richtlijnen en normen. Voorbeelden zijn het accreditatieprogramma 04 (AP04-M), de NEN 5740, de BRL 1000 of meer gedetailleerd de VKB-protocollen 1001 en 2001 en de NVN 7301 en NVN Verwijzingen naar NVN-normen worden te beperkt opgenomen in de rapportages. NEN en NVN normen worden slecht gerefereerd en het lijkt aannemelijk dat de voorschriften uit deze normdocumenten ook slechter worden nageleefd dan de voorschriften uit de bekendere normdocumenten, zoals het VKBprotocol 1001 of het Gebruikersprotocol. De verwijzingen naar beoordelingsrichtlijnen, protocollen en normen zijn te beperkt en verspreid in de rapporten aanwezig. Conclusie De verrichte handelingen zijn niet altijd herleidbaar omdat de verwijzingen naar normdocumenten te beperkt en niet eenduidig zijn beschreven in de rapporten.

25 Afwijkingen Toetskader Om de beoordeling van het resultaat van de partijkeuring mogelijk te maken is het noodzakelijk de geconstateerde afwijkingen met motivatie op te nemen in het rapport. Het betreft daarbij vooral afwijkingen van het Gebruikersprotocol en de voorgeschreven richtlijnen en normen. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) geconstateerde afwijkingen Bijzonderheden Het beschrijven van afwijkingen van voorgeschreven werkwijzen gebeurt opvallend weinig. Conclusie Als afwijkingen zijn beschreven, zijn ze vaak onvoldoende inzichtelijk beredeneerd.

26 Conclusie partijkeuring Toetskader Hoewel het niet verplicht is om de conclusie van de partijkeuring los van de toetsing te formuleren, komt het de duidelijkheid van het rapport ten goede. Bevindingen Het rapporteren van: Resultaat (aantal rapporten) de kwaliteit van de grond in een conclusie Conclusie De meeste rapporten van een partijkeuring grond bevatten een aparte conclusie waarin de kwaliteit van de grond is gerapporteerd.

27 22 3. Conclusies inspectieonderzoek Door onvoldoende zekerheid over de juistheid van gegevens in rapportages van partijkeuringen grond en bagger blijft, ondanks vernieuwde regelgeving, het risico op onjuiste toepassing van grond en bagger in het waterbodembeheer aanwezig. Daarmee blijven ook de risico s voor de volksgezondheid, ecologie en het verspreiden van verontreinigingen bestaan. De argumenten die aan deze kernboodschap ten grondslag liggen, zijn als volgt: 1. Het vooronderzoek is te beperkt beschreven in de meeste rapporten; 2. De monsternemingsplannen zijn grotendeels volledig; 3. De onderzochte monsternemingsformulieren bevatten onvoldoende gegevens om te kunnen concluderen dat de monsterneming goed is uitgevoerd; 4. De beschrijving van de wijze van opslag en conservering van (deel)monsters levert onvoldoende bewijs dat (vluchtige) stoffen betrouwbaar geanalyseerd kunnen worden; 5. De intermediair kan niet de juiste conclusies trekken over de monstervoorbehandeling, omdat de analysecertificaten van de laboratoria vaak onvoldoende gespecificeerd zijn; 6. De intermediair kan niet de juiste conclusies trekken over de opwerking en analyse van de monsters, omdat de analysecertificaten van de laboratoria vaak onvoldoende gespecificeerd zijn. De resultaten van de analyses worden volledig in de analysecertificaten beschreven en overgenomen in de rapportages. 7. Indien voor een partijkeuring een kolomproef nodig was, blijkt uit het merendeel van de rapporten onvoldoende hoe de kolomproef is uitgevoerd; 8. Het vaststellen van de gemiddelde meetwaarde per stof vindt in de meeste rapporten plaats volgens de criteria uit het Gebruikersprotocol; 9. Het toetsen aan de eisen uit het Bouwstoffenbesluit wordt niet altijd aantoonbaar met de juiste criteria uitgevoerd; 10. De verrichte handelingen zijn niet altijd herleidbaar omdat de verwijzingen naar normdocumenten te beperkt en niet eenduidig zijn beschreven in de rapporten; 11. Als afwijkingen zijn beschreven, zijn ze vaak onvoldoende inzichtelijk beredeneerd. 12. De meeste rapporten van een partijkeuring grond bevatten een aparte conclusie waarin de kwaliteit van de grond is gerapporteerd. Conclusie: De onderzochte rapportages, van partijkeuringen grond en bagger door bouwstoffenintermediairs, leveren onvoldoende bewijs van een normconforme uitvoering van de keuring. De kwaliteit van het materiaal wordt onvoldoende conform het Bouwstoffenbesluit en de Kwalibo regelgeving aangetoond.

28 23 4. Aanbevelingen aan betrokken partijen Door het onderzoek zijn aandachtspunten naar voren gekomen die kunnen bijdragen aan het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van partijkeuringen. De aandachtspunten voor bouwstoffenintermediairs, certificerende instellingen en waterkwaliteitsbeheerders zijn: Meer aandacht schenken aan het belang van gedegen vooronderzoek bij bodemonderzoek; Het apart en volledig opnemen van het monsternemingsplan en -formulier en de vereiste gegevens met betrekking tot de uitvoering van de bemonstering in de rapportage; Het correct beschrijven van opslag, conservering en transport van de monsters; Het correct beschrijven van monstervoorbehandeling, -opwerking en analyse door zowel laboratorium als onderzoeksbureau, in het bijzonder bij partijkeuringen van niet schoon materiaal; Het correct rapporteren van de argumentatie bij gemaakte keuzes en afwijkingen of bijzonderheden. Aan de beleidsafdelingen van de Ministeries van Verkeer en Waterstaat (VenW) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) wordt geadviseerd om: Interpretatieruimte te verminderen in wet- en regelgeving. Aan de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), het Centraal College van Deskundigen (CCvD), de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB) en het Nederlands Normalisatie Instituut wordt geadviseerd om; De overlap in normdocumenten te verwijderen en interpretatieruimte te verminderen; De hoeveelheid normdocumenten te verminderen.

29 24 Bijlage 1 Referentiedocumenten Bsb, 1995: Bouwstoffenbesluit, 1995: Besluit van 23 november 1995, houdende regels met betrekking tot het op of in de bodem of in het oppervlaktewater gebruiken van bouwstoffen UR, 1995: Uitvoeringsregeling bouwstoffenbesluit: Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 23 november 1995 UR, 2004: Wijziging van de Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit: Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 19 oktober 2004, nr BWL/ Kwalibo, 2006: Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer van 14 juni 2006, houdende regels inzake de kwaliteit van werkzaamheden in bodembeheer en de integriteit van degenen die deze werkzaamheden uitvoeren Wbb, 1986: Wet bodembescherming, 1986: Wet van 3 juli 1986, houdende regelen inzake bescherming van de bodem. Wm, 1979: Wet milieubeheer, 1979: Wet van 13 juni 1979, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne. Wvo, 1969: Wet verontreiniging oppervlaktewater, 1969: Wet van 13 november 1969, houdende regelen omtrent verontreiniging van oppervlaktewateren. AP04-M, 2006: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Gouda: Accreditatieprogramma Bouwstoffenbesluit, onderdeel: monsterneming, versie 3 van 20 april 2006 BRL 1000, 2005: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Gouda: Beoordelingsrichtlijn voor de monsterneming voor partijkeuringen bouwstoffenbesluit, versie 7 van 3 maart VKB-protocol 1001, 2004: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Gouda: Monsterneming voor partijkeuringen bouwstoffenbesluit, versie 1 van 10 december NEN/NVN: Nederlands Normalisatie Instituut, Delft: Diverse NEN en NVN voorschriften (zie

30 25 Bijlage 2 Betrokken partijen Waterkwaliteitsbeheerders - Rijkswaterstaat IJsselmeergebied - Rijkswaterstaat Limburg - Rijkswaterstaat Noord-Holland - Rijkswaterstaat Oost-Nederland - Rijkswaterstaat Zeeland - Rijkswaterstaat Zuid-Holland - Wetterskip Fryslân - Waterschap Reest en Wieden - Hoogheemraadcshap Hollands Noorderkwartier - Hoogheemraadschap van Rijnland - Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht - Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden - Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard - Waterschap Hollandse Delta - Waterschap De Dommel Certificerende instellingen - Raad voor Accreditatie - KIWA N.V. - Intron Certificatie B.V. - Eerland Certification B.V. - LRQA - DNV - BMC Certificatie - IKOB-BKB Branche-organisaties - FeNeLab - ONRI

31 26 Bijlage 3 Standaard werkwijze Onderwerpenselectie (Inspectieprogramma) In het meerjarenplan van de zijn de onderwerpen genoemd die voor een inspectieonderzoek in aanmerking komen. Deze selectie komt tot stand op basis van een risicoanalyse: welke zijn de meest risicovolle processen bij de toepassing van natte wet- en regelgeving en beleid? De inspecteur-generaal geeft, door het meerjarenplan goed te keuren, opdracht voor de uitvoering van de verschillende inspectieonderzoeken. Taak De unit Inspectie/Handhaving van de heeft als taak periodiek de producten en werkprocessen van waterbeheerders te toetsen. De inspecties hebben betrekking op de toepassing van de waterwet- en regelgeving binnen de context van het beleid. Dit geldt voor alle natte wetten die onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat vallen. 1. Voorbereiding (onderzoeksvragen, afbakening en toetskader) Een projectteam van de unit Inspectie/Handhaving formuleert richtinggevende onderzoeksvragen, die de focus en afbakening van het onderzoek geven. Dit team stelt ook een toetskader op (de gewenste situatie: voortkomend uit weten regelgeving en landelijke en regionale kaders). Eventueel wordt het toetskader geverifieerd bij de onder toezicht staande, waarna het inspectieonderzoek schriftelijk wordt aangekondigd. 2. Uitvoering (bevindingen, analyses en conclusies) Na de formele start houdt het projectteam interviews en voert het zo nodig dossieronderzoek uit. Gespreksverslagen worden ter verificatie aan de geïnterviewden voorgelegd, waarna eventuele feitelijke onjuistheden worden bijgesteld. De onderzoeksresultaten legt het projectteam vast in bevindingen. Deze geven de feitelijk aangetroffen situatie weer. De eventuele verschillen tussen de gewenste (toetskader) en de aangetroffen situatie (bevinding) komen in de analyse naar voren. De conclusie beschrijft de mogelijke gevolgen van deze verschillen en geeft het risico weer dat daarmee samenhangt. 3. eren (wederhoor) De onderzoeksresultaten worden vastgelegd in een conceptrapport. De onder toezicht staande kan hierop reageren. Deze fase heet het wederhoor. Het gaat hier om het vermijden van feitelijke onjuistheden. Na verwerking van het wederhoor wordt het rapport definitief.

32 27 Colofon Uitgever, Datum Oktober 2008 Contactpersoon H. Paters Doorkiesnummer Uitvoerder, in samenwerking met VROM-Inspectie Opmaak R. Overduijn, A. Beemster en H. Paters Druk Multicopy, Lelystad Foto s BeeldbankVenW.nl, Rijkswaterstaat AxiPress

Eerste ervaringen met Kwalibo

Eerste ervaringen met Kwalibo Eerste ervaringen met Kwalibo Platform Toezicht Bodem 22 november 2007 Martin Keve VROM-Inspectie, Directie Bestuurszaken Opbouw presentatie Wie is waarvoor bevoegd? Taken Inspecties Eerste ervaringen

Nadere informatie

Rapport Partijkeuring grond (in-situ) Strijpweg te Tull en 't Waal

Rapport Partijkeuring grond (in-situ) Strijpweg te Tull en 't Waal Rapport Partijkeuring grond (in-situ) Strijpweg te Tull en 't Waal projectnummer 174488 revisie 00 25 augustus 2008 Opdrachtgever Gemeente Houten Postbus 30 3990 DA HOUTEN datum vrijgave beschrijving revisie

Nadere informatie

Samenwerking tussen toezichthouders in de bodemketen

Samenwerking tussen toezichthouders in de bodemketen Samenwerking tussen toezichthouders in de bodemketen Vanuit brede analyse en prioritering naar concrete inspecties in de bodemketen Francisco Leus Maarten Busstra Platform Toezicht Bodembeheer 11 november

Nadere informatie

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland Bijlage 5: Bewijsmiddelen 1.1 Bodemkwaliteitskaart 1.1.1 Algemeen Bij het opstellen van de Nota bodembeheer worden de op dat moment geldende (water)bodemkwaliteitskaarten en de in concept beschikbare nieuwe

Nadere informatie

Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER

Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER Van toepassing op : BRL SIKB 1000, versie 8.2 van 2 oktober 2014 Versie en datum vaststelling : versie 2, 10 maart 2016 Wijziging nummer: 1 Datum vaststelling

Nadere informatie

Samenvoegen van grond op eigen terrein. Voorlichting Cumela 30 november 2010 Eindhoven. 1 december 2010. Michiel Gadella

Samenvoegen van grond op eigen terrein. Voorlichting Cumela 30 november 2010 Eindhoven. 1 december 2010. Michiel Gadella Samenvoegen van grond op eigen terrein Voorlichting Cumela 30 november 2010 Eindhoven 1 december 2010 Michiel Gadella MENU Kwalibo achtergrond en doelstelling Erkenningsregeling wat betekent dat Werkzaamheid

Nadere informatie

Het belang van (goed) vooronderzoek

Het belang van (goed) vooronderzoek Het belang van (goed) vooronderzoek Waarom verankering in de regelgeving nodig is Informatiebijeenkomst 'NEN 5725 Vooronderzoek landbodem' Marcel Cassee Rijkswaterstaat Bodem+ 21 november 2017 Belang van

Nadere informatie

ILT Sectordag. Eigen Werken RWS. aandachtspunten NEN februari Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport

ILT Sectordag. Eigen Werken RWS. aandachtspunten NEN februari Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport ILT Sectordag Eigen Werken RWS aandachtspunten NEN 5720 16 februari 2016 Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport Kaders I -NEN5720 NEN5717 november 2009 (vooronderzoek) NEN5720 november

Nadere informatie

INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het CCvD Bodembeheer

INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het CCvD Bodembeheer - 1 - INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het CCvD Bodembeheer Van toepassing op : BRL SIKB 1000, versie 8 van 17 juni 2009 Versie : 3 datum vaststelling : 16 december 2010 Datum in werking treden :

Nadere informatie

29-5-2013. Inhoud presentatie. Immobilisaten. Taken BG s uit Bbk. Taken Bbk art 28

29-5-2013. Inhoud presentatie. Immobilisaten. Taken BG s uit Bbk. Taken Bbk art 28 Inhoud presentatie Immobilisaten Vast en (on)zeker Richard Welling OMWB Chris Schuurbiers ILT Taken van bevoegde gezagen bij productie en toepassing van immobilisaten Taken Bbk art 28 / memo NBr Eisen

Nadere informatie

Belangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2)

Belangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2) Belangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2) Versie 3.2 van BRL 9335 en de bijbehorende protocollen bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van versie 2.1. - Versie 2.1

Nadere informatie

Enkele type certificaten: Procescertificaat NL-BSB en KOMO certificaat Productcertificaat Systeemcertificaat Certificaat van vakbekwaamheid

Enkele type certificaten: Procescertificaat NL-BSB en KOMO certificaat Productcertificaat Systeemcertificaat Certificaat van vakbekwaamheid Enkele type certificaten: Procescertificaat NL-BSB en KOMO certificaat Productcertificaat Systeemcertificaat Certificaat van vakbekwaamheid CE-markering managementsysteemcertificaat Fabrikant eigen verklaring

Nadere informatie

Er gaat iets veranderen...wanneer u afval aanbiedt aan een stortplaats

Er gaat iets veranderen...wanneer u afval aanbiedt aan een stortplaats Er gaat iets veranderen...wanneer u afval aanbiedt aan een stortplaats Vanaf 16 juli 2009 gaat er wat veranderen voor de procedures rond de acceptatie van afvalstoffen op stortplaatsen. Op die datum treedt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 4.1 Niet samenvoegen Samenwerken met certificaathouder, onder de vlag van erkend intermediair 3

Inhoudsopgave. 4.1 Niet samenvoegen Samenwerken met certificaathouder, onder de vlag van erkend intermediair 3 Informatiebrochure Opslag, bewerking en levering grond op eigen terrein Een handreiking die toelicht hoe te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit Aanleiding Reeds op 1 januari

Nadere informatie

Grond of baggerspecie bevat vraag ja/nee 1 alleen sporadisch ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal of hout

Grond of baggerspecie bevat vraag ja/nee 1 alleen sporadisch ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal of hout Staatscourant 29-11-2018, Wijziging Rbk Rbk, art. 1.1 lid 2 is toegevoegd Grond of baggerspecie bevat vraag ja/nee 1 ten hoogste 20% bodemvreemd materiaal > 20% bvm? (bvm) in de vorm van steenachtig materiaal

Nadere informatie

Certificering: Workshop hoe werkt dat? Regionale Bodemdagen Ketenhandhaving 2010 door SIKB en CI (Kiwa-Intron-Eerland)

Certificering: Workshop hoe werkt dat? Regionale Bodemdagen Ketenhandhaving 2010 door SIKB en CI (Kiwa-Intron-Eerland) Certificering: Workshop hoe werkt dat? Regionale Bodemdagen Ketenhandhaving 2010 door SIKB en CI (Kiwa-Intron-Eerland) Inleiding Beleid overheid Wet: Bodemkwaliteit Toezicht CI's en bevoegd gezag Normen

Nadere informatie

In actie voor een adequaat niveau. Naam : Michiel Gadella AgentschapNL Bodem+

In actie voor een adequaat niveau. Naam : Michiel Gadella AgentschapNL Bodem+ In actie voor een adequaat niveau Naam : Michiel Gadella AgentschapNL Bodem+ Datum : 15 april, 20 april, 27 mei, 3 juni en 10 juni 2010 Inhoud presentatie Waarom is toezicht en handhaving van belang Wat

Nadere informatie

NOTITIE Opdrachtgevers vragen om kwaliteit

NOTITIE Opdrachtgevers vragen om kwaliteit NOTITIE Aan : Organisaties die werk uitbesteden in bodembeheer Van : Programmabureau SIKB Datum : 1 januari 2009 Kenmerk : SIKB-Cor_C_08_33373 versie 8 1. Kwaliteit, daar kunt u gewoon om vragen U wilt

Nadere informatie

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Memo Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Doel memo Bij een DAT (diepgaand administratief toezicht) onderzoek in 2017 is naar voren gekomen

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit GEMEENTE OLDEBROEK Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit 1.1 Algemeen Sinds 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht gegaan. Dit besluit geeft

Nadere informatie

Goed bezig blijven met bodemenergie

Goed bezig blijven met bodemenergie Goed bezig blijven met bodemenergie Verantwoord mechanisch boren Arthur de Groof Informatiemiddag Mechanisch boren Gouda, 18 juni 2010 Mechanisch boren onderdeel van groter werk, bijvoorbeeld: installatie

Nadere informatie

"Boren in dossiers" Bodemveldwerk BRL Datum 4 augustus 2011 Status Definitief

Boren in dossiers Bodemveldwerk BRL Datum 4 augustus 2011 Status Definitief "Boren in dossiers" Bodemveldwerk BRL 2000 Datum 4 augustus 2011 Status Definitief Colofon Dit rapport is een uitgave van: VROM-Inspectie Inspectie Verkeer en Waterstaat Deze publicatie is te downloaden

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek asbest Wissinkbrink & Veldmaat te Haaksbergen

Verkennend bodemonderzoek asbest Wissinkbrink & Veldmaat te Haaksbergen Drienerstate, P.C. Hooftlaan 56 7552 HG Hengelo Postbus 233 7550 AE Hengelo Telefoon 074 249 64 96 Fax 074 242 57 2 hengelo@tebodin.nl www.tebodin.com Opdrachtgever: gemeente Haaksbergen Project: & te

Nadere informatie

Programma uur: Ontvangst

Programma uur: Ontvangst Informatie-uitwisseling Besluit bodemkwaliteit December 2009 Hardenberg/Zwolle Programma 19.00 uur: Ontvangst 19.30 uur: Opening door de voorzitter 19.40 uur: Wat is het Besluit bodemkwaliteit? 20.00 uur:

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9311 d.d. 16-04-2008, Gerecycled grind voor toepassing op daken en gerecycled grind en gerecyclede steenslag voor toepassing in ongebonden lagen in civiele werken en

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Betreft: Advies over de concept-beleidsnota Grond grondig bekeken

Betreft: Advies over de concept-beleidsnota Grond grondig bekeken Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Postbus 30945 2500 GX Den Haag TCB S37(1998) Den Haag, 21 oktober 1998 Betreft: Advies over de concept-beleidsnota Grond grondig

Nadere informatie

Kwaliteit: zorg of zegen?

Kwaliteit: zorg of zegen? Kwaliteit: zorg of zegen? Toezicht en kwaliteitsborging bij het beheer van de waterbodem Themadag Baggernet op 30 januari 2008 In samenwerking met SIKB (Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer),

Nadere informatie

de bodemkwaliteitskaart delen Leidschenveen, kenmerk , 17 juli 2003, vast te stellen en bekend te maken.

de bodemkwaliteitskaart delen Leidschenveen, kenmerk , 17 juli 2003, vast te stellen en bekend te maken. RIS123701_10-JAN-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSB/2003.909 I HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op: artikel 5 van de Vrijstellingsregeling grondverzet; Besluit: de bodemkwaliteitskaart

Nadere informatie

Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond.

Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Onderzoeksrapport van validatie van conserveringstermijn van totaal en vrij cyanide in grond. Analytico Milieu B.V. November 2003 INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING... 3 2. INLEIDING.. 4 3. BESCHRIJVING PROEFOPZET.

Nadere informatie

Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming

Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming Documentcode: RvA-T021-NL Versie 3, 27-2-2015 Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van de RvA met betrekking tot een

Nadere informatie

FORUM STANDAARDISATIE Aanmelding SIKB0101

FORUM STANDAARDISATIE Aanmelding SIKB0101 -----Oorspronkelijk bericht----- Van: Survey [mailto:website.open.standaarden@.nl] Verzonden: maandag 6 december 2010 19:11 Aan: Logius Forumstandaardisatie CC: Joris Gresnigt Onderwerp: Formulier Open

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 1000 versie 9.0

Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 1000 versie 9.0 Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 1000 versie 9.0 Inhoud BRL SIKB 1000, van versie 8.2 naar versie 9.0... 2 Protocol 1001 van versie 2.1 (met wijzigingsblad) naar versie 4.0... 4 Protocol

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse

Nadere informatie

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit projectnr. 204156 revisie 02 augustus 2011 Opdrachtgever Gemeente Hof van Twente Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Postbus 54 7470 AB Goor datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring

Nadere informatie

INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembeheer

INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembeheer - 1 - INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembeheer Van toepassing op : AS SIKB 1000, versie 1.1 van 4 maart 2010 Versie en datum vaststelling : 2, 2 oktober 2012 Datum in

Nadere informatie

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl advies- en ingenieursbureau RPS Peter Moerman Peter Broers 11 april 2013, Den Bosch Kabels, Leidingen en Bodem Introductie Peter Moerman, Peter Broers en RPS Doel van de presentatie Globaal inzicht geven

Nadere informatie

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD BRL 1105 Wijzigingsblad 31-12-2014 BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD VOOR HET KOMO ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR CEMENTGEBONDEN HOUTSPAANPLAAT Vastgesteld door CvD Afbouw d.d. 3 oktober 2014 Aanvaard

Nadere informatie

waterschap roer en overmaas

waterschap roer en overmaas Rapport waterschap roer en overmaas WBL-leiding buffer Ankerkade Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Onderzoeksopzet... 3 2.1 Vooronderzoek conform

Nadere informatie

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft op 19 februari 2015 een waterbodemkwaliteitskaart (WBKK) vastgesteld. De WBKK van Delfland is een belangrijk

Nadere informatie

Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek.

Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek. Adviesbureau voo r Grond verb etering en Wate rhuishoud ing Weverstraat 116 6 862 DS Ooste rbee k Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek. Oosterbeek 19

Nadere informatie

Toelichting. Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement

Toelichting. Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement Toelichting Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement 25 juni 2012 pagina 1 van 7 1 Inleiding Waarom inspecties van bodembeschermende

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Locatienaam: Onder dit nummer zijn de onderzoeksrapporten opgeslagen bij de gemeente Eindhoven. Indien aanvullende informatie wordt opgevraagd bij de gemeente, dat dient dit nummer

Nadere informatie

sectorplan Ernstig verontreinigde grond

sectorplan Ernstig verontreinigde grond sectorplan Ernstig verontreinigde grond 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Ernstig verontreinigde grond 2. Belangrijkste bronnen Gemeenten en aannemers 3. Aanbod in 2000 (in Nederland)

Nadere informatie

Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen

Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen Het Ministerie van VROM heeft een eerste inventarisatie uitgevoerd van de regelgeving die op basis van het kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie

Nadere informatie

Vergelijking Actief Bodembeheer Limburg en Interim-richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Een notitie van de Beleidsgroep Bodembeheer Limburg

Vergelijking Actief Bodembeheer Limburg en Interim-richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Een notitie van de Beleidsgroep Bodembeheer Limburg Vergelijking Actief Bodembeheer Limburg en Interim-richtlijn bodemkwaliteitskaarten Een notitie van de Beleidsgroep Bodembeheer Limburg Projectcode : 2002/14768 nummer : BBLnot 2.3 Datum : 13 februari

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) NEa, 20-07-2012, versie 1.0 INTRODUCTIE In artikel 34 van de Monitoring en Rapportage Verordening (MRV) is beschreven

Nadere informatie

Wijzigingsblad vastgesteld door het CCvD Bodembeheer

Wijzigingsblad vastgesteld door het CCvD Bodembeheer - 1 - Wijzigingsblad vastgesteld door het CCvD Bodembeheer Van toepassing op : BRL SIKB 6000, versie 4.2 van 2 oktober 2014 Versie en datum vaststelling : versie 4, 10 maart 2016 Datum in werking treden

Nadere informatie

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd. Retouradres Postbus 2232 3500 GE UTRECHT BodemenergieNL Martin Bloemendaal Postbus 1072 3430 BB Nieuwegein Nederland Rijkswaterstaat Water, Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht UTRECHT Postbus 2232 3500 GE

Nadere informatie

Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit. 1. Algemene gegevens van de toepasser (eigenaar of opdrachtgever) Naam Straat Nummer Toevoeging

Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit. 1. Algemene gegevens van de toepasser (eigenaar of opdrachtgever) Naam Straat Nummer Toevoeging IBC-Bouwstof Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit Meldingsnummer: Hier hoeft u niets in te vullen, dit nummer wordt gegenereerd door het meldsysteem. 1. Algemene gegevens van de toepasser (eigenaar

Nadere informatie

Toezicht ILT Bodemenergie. Maarten Busstra (ILT)

Toezicht ILT Bodemenergie. Maarten Busstra (ILT) Toezicht ILT Bodemenergie Maarten Busstra (ILT) Programma 1. Rol, positie en werkwijze ILT 2. Inspecties in 2015 & 2016 bij bedrijven die zonder erkenning werken 3. Inspecties vanaf 2016 bij bedrijven

Nadere informatie

baggerspecie van 60% en meer wordt als reinigbare

baggerspecie van 60% en meer wordt als reinigbare November 2001 De Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) voor baggerspecie Vanaf 1 januari 2002 moet belasting worden betaald voor het storten van reinigbare baggerspecie* Dit staat in de Wet belastingen

Nadere informatie

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland Besluit Bodemkwaliteit Jos Reijerink, 25 en 26 juni 2012 Inhoud Besluit bodemkwaliteit Wanneer van toepassing Kaarten bodemfunctiekaart bodemkwaliteitskaart Regels bij toepassing generieke toepassing grootschalige

Nadere informatie

De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit

De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit Bodem+ Besluit bodemkwaliteit De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit FOTOGRAFIE: PLAATWERK De bodem is belangrijk. We leven en wonen er op, we drinken eruit, we eten ervan. Om bij het gebruik

Nadere informatie

Grond-op-hopen. Samenvoegen grond zonder erkenning. Datum 8 augustus 2011 Status Definitief

Grond-op-hopen. Samenvoegen grond zonder erkenning. Datum 8 augustus 2011 Status Definitief Grond-op-hopen Samenvoegen grond zonder erkenning Datum 8 augustus 2011 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Bodem en Afval nationaal Nieuwe Uitleg 1 Postbus 16191 2500 BD Den Haag

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Afwijken van Bbk Beoordelingsrichtlijnen

Afwijken van Bbk Beoordelingsrichtlijnen Afwijken van Bbk Beoordelingsrichtlijnen Definitieve versie d.d. 22 december 2009 (in januari 2010 gepubliceerd op site WEKA Bouw. www.weka-bouw.nl) Auteur: mr. A.M.C.C. (Annemiek) Tubbing, http://www.tubbingmilieuadvies.nl

Nadere informatie

13 december 2018 (betreft concept voor validatie, openbare reactieronde, RvA-evaluatie, HUF-toets)

13 december 2018 (betreft concept voor validatie, openbare reactieronde, RvA-evaluatie, HUF-toets) Wijzigingsblad Bij versie 9.0 van BRL SIKB 1000 Vastgesteld door: CCvD Bodembeheer : BRL SIKB 1000, Monsterneming voor partijkeuringen, versie 9.0, d.d. 1 februari 2018, inclusief de daarbij horende protocollen

Nadere informatie

VKB-protocol 6001 Plaats Tekst versie 2.1 Type: wijziging (W) of toevoeging (T) H 1, 3 e alinea, 1 e zin. Tekst versie 2.2

VKB-protocol 6001 Plaats Tekst versie 2.1 Type: wijziging (W) of toevoeging (T) H 1, 3 e alinea, 1 e zin. Tekst versie 2.2 Plaats ekst versie 2.1 ype: wijziging (W) of toevoeging () H 1, 3 e alinea, 1 e zin 2.1 Definities, Kritieke afwijking, 1 e bullet Het protocol bevat eisen voor de wijze waarop de milieukundige verificatie

Nadere informatie

BROCHURE. GRONDVERZET Gemeente HOUTEN. 1 september 2009 Gemeente Houten Afdeling VTH

BROCHURE. GRONDVERZET Gemeente HOUTEN. 1 september 2009 Gemeente Houten Afdeling VTH BROCHURE GRONDERZET Gemeente HOUTEN 1 september 2009 Gemeente Houten Afdeling TH 2 INLEIDING Wat is het Besluit bodemkwaliteit? Het Besluit bodemkwaliteit voorheen het Bouwstoffenbesluit - bevat regels

Nadere informatie

HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit

HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit Errata Velduitgave Bodem + 1 Schema 6: Verstrekken van gegevens aan een bestuursorgaan 1. Worden gegevens aan een bestuursorgaan verstrekt ter

Nadere informatie

Opleiding. BoMil. Bodem voor Milieutoezichthouders en opsporingsambtenaren. Vanaf juli 2007

Opleiding. BoMil. Bodem voor Milieutoezichthouders en opsporingsambtenaren. Vanaf juli 2007 Opleiding BoMil Bodem voor Milieutoezichthouders en opsporingsambtenaren Vanaf juli 2007 BoMil is een modulair ingedeeld opleidingsprogramma dat in nauwe samenwerking met het LOM en Bodem+ is opgezet.

Nadere informatie

Plangebied IJsseldelta-Zuid

Plangebied IJsseldelta-Zuid Plangebied IJsseldelta-Zuid Indicatieve toetsing grond aan het bouwstoffenbesluit en advies Besluit bodemkwaliteit Provincie Overijssel Maart 2008 Definitief Plangebied IJsseldelta-Zuid Indicatieve toetsing

Nadere informatie

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER PROVINCIE DRENTHE 9 juli 2010 074910580:0.1 B02032.000046.0100 INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Inleiding 3 1.2

Nadere informatie

Gemeente ř Bergen op Zoom

Gemeente ř Bergen op Zoom Gemeente ř Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummeren -naam : Nota Bodembeheer

Nadere informatie

Resultaten handhavingsactie Kwalibo bij bodemsaneringen het naleefgedrag van aannemers en milieukundig begeleiders

Resultaten handhavingsactie Kwalibo bij bodemsaneringen het naleefgedrag van aannemers en milieukundig begeleiders Resultaten handhavingsactie Kwalibo bij bodemsaneringen het naleefgedrag van aannemers en milieukundig begeleiders Datum 17 december 2008 Status Definitief Voorwoord Een van de aandachtsvelden van de

Nadere informatie

BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND

BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND 1 2 VOOR WIE IS DEZE BROCHURE? Deze brochure is bestemd voor aannemers, loonbedrijven, adviesbureaus en andere partijen die te maken hebben met grondverzet. Alle toepassingen

Nadere informatie

Introductie. Rik de Visser Manager Infrastructuur

Introductie. Rik de Visser Manager Infrastructuur Introductie Rik de Visser Manager Infrastructuur Stantec in Nederland 180 medewerkers 34 jaar milieu, veiligheid, infra Delft Arnhem Bodem: Sanering, monitoring, (voor)onderzoek VTH taken overheid Ca.

Nadere informatie

PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND

PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND HOE KOMEN DE MEETWAARDEN VAN ASBEST IN GROND TOT STAND EN HOE BETROUWBAAR ZIJN DEZE MEETWAARDEN? JAAP VAN DER BOM DIRECTEUR/SECRETARIS BRANCHEVERENIGING

Nadere informatie

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp Opdrachtgever : Bart Boon Barneveld BV Adres : Barnseweg 124 Postcode, plaats : 3771 RP Barneveld Contactpersoon : Dhr. H. van Grootheest Telefoonnummer

Nadere informatie

SIKB - protocol

SIKB - protocol Civieltechnische keuring Keuring voor het vaststellen van de civieltechnische kwaliteit van grond SIKB - protocol 9335-9 Dit protocol, versie 1.0, is op 16 april 2008 vastgesteld door het Centraal College

Nadere informatie

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018 ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken November 2018 Introductie > Sinds 2015 trekken waterschappen met elkaar op om te kijken hoe we samen de zorgplicht kunnen verbeteren

Nadere informatie

I I I. Gemeente Heerde.

I I I. Gemeente Heerde. I I I Gemeente Heerde www.heerde.n T&uvv Notitie Contactpersoon Mirjam Bakx - Leenheer Datum 3 september 2009 Kenmerk N002-4598036LNH-baw-V01 -NL Gebruik bodemkwaiiteitskaart bij grondverzet 1 Generiek

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5673 15 april 2010 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven

Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven 28 maart 2012 Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven Kenmerk MDMH: RC4-201209504 Kenmerk R001-1207269IAG-kmi-V01-NL Verantwoording Titel Verkennend

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Normdocument en wijzigingsbladen

1. Inleiding. 2. Normdocument en wijzigingsbladen Notitie : 1SVMS-SEC.02947.R Datum : december 2011 Voor : CCvD Slopen en overige betrokkenen BRL SVMS-007 Van : secretariaat Betreft : samenvattend jaarverslag periode 2010 Status : concept 1. Inleiding

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 1332 d.d. 2013-01-02. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen Na-Isolatie d.d. 01-07-2015.

Nadere informatie

Historisch bodemonderzoek conform NEN 5725

Historisch bodemonderzoek conform NEN 5725 Historisch bodemonderzoek conform NEN 5725 Locatie Erica te Oirschot Definitief Gemeente Oirschot Postbus 11 5688 ZG OIRSCHOT Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 21 juni 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

BRL 9500 Deel 03 2006-12-06

BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING voor het NL-EPBD -procescertificaat voor het

Nadere informatie

De Erfgoedwet en certificering

De Erfgoedwet en certificering De Erfgoedwet en certificering Archeologie in de Erfgoedwet Iepie Roorda Informatiemiddag Erfgoedwet 11 mei 2016 Inhoud presentatie Wat staat er in de Erfgoedwet over archeologie en wat is er anders? Inhoud

Nadere informatie

Essentiële eisen ILT-toezicht Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport

Essentiële eisen ILT-toezicht Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport Essentiële eisen ILT-toezicht Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport Versie 1.3 Vastgesteld 1 februari 2018 Pagina 1 van 100

Nadere informatie

SIKB - protocol

SIKB - protocol Civieltechnische keuring Keuring voor het vaststellen van de civieltechnische kwaliteit van grond Geotechnical qualification Geotechnical qualification of excavated soil 1 20 SIKB - protocol 933-9 2 30

Nadere informatie

Kwaliteit en naleven loont

Kwaliteit en naleven loont Kwaliteit en naleven loont Naar een optimale mix tussen private borging en publiek toezicht Essentiële eisen en het Bbk Michiel Gadella Bodem+ 14-11-2014 Jullie hebben een mooie dag uitgekozen om naar

Nadere informatie

Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse. Overzicht uit te voeren organoleptische bepalingen 2010. Januari 2010 Versie 1.

Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse. Overzicht uit te voeren organoleptische bepalingen 2010. Januari 2010 Versie 1. Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse Overzicht uit te voeren organoleptische bepalingen 2010 Januari 2010 Versie 1.4 Laboratoria voor Materialenonderzoek en Chemische analyse Overzicht

Nadere informatie

Eisen bodemonderzoek in het kader van een ontgronding Bij meldingen en vergunningaanvragen

Eisen bodemonderzoek in het kader van een ontgronding Bij meldingen en vergunningaanvragen Eisen bodemonderzoek in het kader van een ontgronding Bij meldingen en vergunningaanvragen Provincie Noord-Brabant Eisen die door de Provincie Noord-Brabant gesteld worden aan Inhoud bodemonderzoeken bij

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Leefomgeving Veelgestelde vragen over Grond en baggerspecie - Samenvoegen en partijdefinitie

Rijkswaterstaat Leefomgeving Veelgestelde vragen over Grond en baggerspecie - Samenvoegen en partijdefinitie Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Leefomgeving Veelgestelde vragen over Grond en baggerspecie - Samenvoegen en partijdefinitie 22 december 2016 Inhoudsopgave partijdefinitie

Nadere informatie

KOMO productcertificaat

KOMO productcertificaat KOMO productcertificaat Nummer: BG-121/20 Uitgegeven: 2018-06-11 Geldig tot: onbepaalde tijd Vervangt: BG-121/19 d.d. 2018-06-04 Recyclinggranulaat voor toepassing in verhardingslaag, zandbed, ophoging

Nadere informatie

VASTGESTELDE TEKST ZOALS DIE IN HET STAATBLAD ZAL WORDEN GEPLAATST

VASTGESTELDE TEKST ZOALS DIE IN HET STAATBLAD ZAL WORDEN GEPLAATST VASTGESTELDE TEKST ZOALS DIE IN HET STAATBLAD ZAL WORDEN GEPLAATST Besluit van houdende regels inzake de kwaliteit van werkzaamheden in het bodembeheer en de integriteit van degenen die deze werkzaamheden

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Toelichting op AS 6800 Controle en keuring tank(opslag)installaties en de vervanging van AP08 en de KC s door AS 6800

Toelichting op AS 6800 Controle en keuring tank(opslag)installaties en de vervanging van AP08 en de KC s door AS 6800 Toelichting op AS 6800 Controle en keuring tank(opslag)installaties en de vervanging van AP08 en de KC s 102 106 door AS 6800 1. Waarom de nieuwe inspectierichtlijn AS 6800? Inspectie van tanks en leidingen

Nadere informatie

Verbetering Besluit bodemkwaliteit

Verbetering Besluit bodemkwaliteit Verbetering Besluit bodemkwaliteit Vertrouwen in diensten en producten van de bodemsector, een gelijk speelveld voor overheden en ondernemers POKB bijeenkomst 21 maart 2013 Marcel Cassee RWS Leefomgeving/Bodem+

Nadere informatie

Praktijkervaring gemeentelijk handhaver Bbk en het HUM-Bbk. Gerard Kruse Milieu-inspecteur / Bodem

Praktijkervaring gemeentelijk handhaver Bbk en het HUM-Bbk. Gerard Kruse Milieu-inspecteur / Bodem Praktijkervaring gemeentelijk handhaver Bbk en het HUM-Bbk Gerard Kruse Milieu-inspecteur / Bodem Inhoud Praktijkervaring gemeentelijk handhaver Verschil Bsb en Bbk Overgangsbeleid Ervaringen Enschede

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK VERONTREINIGING MET MINERALE OLIE EN ZINK OP HET PERCEEL HOGEWEG / PAGENLAAN TE LIMMEN

PLAN VAN AANPAK VERONTREINIGING MET MINERALE OLIE EN ZINK OP HET PERCEEL HOGEWEG / PAGENLAAN TE LIMMEN PLAN VAN AANPAK VERONTREINIGING MET MINERALE OLIE EN ZINK OP HET PERCEEL HOGEWEG / PAGENLAAN TE LIMMEN In opdracht van: Naam : Gemeente Castricum Postadres : Postbus 3101 Postcode + plaats : 1900 BH Castricum

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9304 d.d. 13-11-2012, voor toepassing in GWW-werken. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen Grondstoffen en Milieu

Nadere informatie

ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG

ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG opdrachtgever dhr Ab van der Ham Grotewaard 41 4221 SL Noordeloos projectnummer 09-2199 versie: 1 datum: 19 november 2010 LINGE MILIEU BV BODEMONDERZOEK

Nadere informatie

Individuele partijen grond. Milieuhygiënische keuring van individuele partijen grond in het kader van het Besluit bodemkwaliteit

Individuele partijen grond. Milieuhygiënische keuring van individuele partijen grond in het kader van het Besluit bodemkwaliteit Milieuhygiënische keuring van individuele partijen grond in het kader van het Besluit bodemkwaliteit SIKB protocol 9335-1 Dit protocol is op 19-06-2014 vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen

Nadere informatie

Kwaliteitsborging in RWS projecten

Kwaliteitsborging in RWS projecten Kwaliteitsborging in RWS projecten door opdrachtgever Elmert de Boer & Wim van Grinsven 22 september 2011 Elke dag anders (publiekrechtelijk) Interimwet Bodemsanering (1983) Wet Bodembescherming (1987-1995)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 308 Besluit van 14 juni 2006, houdende regels inzake de kwaliteit van werkzaamheden in het bodembeheer en de integriteit van degenen die deze

Nadere informatie