ORIËNTEREND ONDERZOEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ORIËNTEREND ONDERZOEK"

Transcriptie

1 ORIËNTEREND ONDERZOEK VARIANTEN VASTE MEST VOORZIENING WEIDEVOGELRESERVAAT HOEKSMEER JPMA Rapportnummer: Opdrachtgever: Terreinbeherende organisaties in Fryslân en Groningen, p/a It Fryske Gea Postbus 3, 9244 ZN Beetsterzwaag Auteur: Ing. Bob Jonge Poerink Foto s: Ruurd Jelle van der Leij ( en auteur Zuurdijk, november 2009 Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Jonge Poerink Milieuadvies Disclaimer: de inhoud van dit document is met uiterste zorg samengesteld. Desondanks wordt de informatie in dit document echter aangeboden zonder enige garantie of waarborg ten aanzien van haar deugdelijkheid en geschiktheid voor een bepaald doel of anderszins. Jonge Poerink Milieuadvies sluit alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van dit document. JPMA - Hoofdweg VC Zuurdijk tel info@jpma.nl

2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING GEBIEDSBESCHRIJVING Algemeen Weidevogels BESCHRIJVING MELKVEEBEDRIJF PACHTER STOL Algemeen Organische mest VARIANTEN VASTE MEST VOORZIENING VARIANTEN VASTE MEST VOORZIENING Beschrijving varianten vaste mest voorziening Potstal voor melkkoeien en jongvee Potstal voor jongvee en droge koeien Sleuvenvloer of rubbermatten met mestschuif Mestscheiding Aanvoer vaste mest derden Samenvatting evaluatie Kostenschatting Investeringen Jaarlijkse kosten grondstoffen en loonwerk Samenvatting investeringen en jaarlijkse meerkosten Mengvormen met (beperkt) gebruik van drijfmest CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Brochure ruige mest voor weidevogels. Productie, kwaliteit en gebruik Artikel V-focus, juni 2006, Natuurstrooisel goed alternatief voor graanstro in potstal Artikel Veeteelt-vlees, januari 2006, Hellingstal kritisch bekeken Documentatie JOZ uitmestsystemen Artikel Boerderij rundveehouderij, Minder stro, minder werk en schonere koe Keydollar Separator, scheiding van dikke en dunne fractie in mest 1

3 1. INLEIDING Het weidevogelreservaat Hoeksmeer heeft in de afgelopen 5 jaar een opvallend goede ontwikkeling doorgemaakt. Sinds 2005 laten alle in het gebied aanwezige soorten weidevogels een duidelijke groei van het aantal broedparen zien. Natuurmonumenten heeft zich tot doel gesteld om het aantal broedparen van de grutto door te laten groeien van circa 15 paar tot circa 50 paar. Om dit doel te bereiken zijn een aantal beheersmaatregelen nodig, waaronder het stimuleren van het bodemleven door middel van het gebruik van vaste stalmest in plaats van drijfmest. Op dit moment wordt in de Hoeksmeer nog voornamelijk drijfmest toegepast. Vaste mest heeft in verhouding tot drijfmest een hoger gehalte organische stof en lagere gehalten ammoniak. Door deze eigenschappen heeft vaste stalmest een positief effect op het bodemleven (zie bijlage 1). Het bodemleven speelt een vitale rol als voedselbron voor weidevogels. Het pachtcontract van de voornaamste pachter in de Hoeksmeer, melkveehouder Gerhard Stol, zal eind 2009 aflopen. Dit is voor Natuurmonumenten aanleiding om onder andere de eisen met betrekking tot het gebruik van vaste stalmest in de Hoeksmeer aan te passen. De omschakeling van drijfmest naar vaste mest is een ingrijpende en kostbare verandering in de bedrijfsvoering van pachter Stol. Aangezien er meerdere mogelijke varianten zijn om een omschakeling van drijfmest naar vaste mest op verantwoorde wijze te realiseren, heeft Natuurmonumenten aan Jonge Poerink Milieuadvies gevraagd om de verschillende varianten op een rij te zetten en te evalueren. In verband met het verkennend karakter van dit rapport is nader onderzoek bij de uitwerking van specifieke gevallen noodzakelijk. Alle in deze rapportage genoemde kosten zijn globaal en indicatief bedoeld; er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit rapport is een korte beschrijving van het gebied en de daarin voorkomende weidevogels gegeven. Vervolgens is in hoofdstuk 3 het melkveebedrijf van pachter Stol en in het bijzonder de bemesting beschreven. In hoofdstuk 4 worden de verschillende mogelijke varianten besproken en geëvalueerd. Tenslotte zijn in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen opgenomen. 2

4 Oriënterend onderzoek vaste mest Hoeksmeer 2. JPMA Rapportnummer GEBIEDSBESCHRIJVING 2.1 Algemeen De Hoeksmeer ligt ten zuidwesten van Garrelsweer in de provincie Groningen. weergegeven in figuur 2.1. De ligging is Figuur 2.1. Luchtfoto Hoeksmeer; de rode pijl geeft de ligging van het bedrijf van Gerhard Stol aan. De Hoeksmeer bestaat voor het grootste deel uit soortenrijk weidevogelgrasland. Daarnaast is er een oude kreekloop en een ondiep meer met droogvallende oeverlanden binnen het gebied aanwezig. De Hoeksmeer heeft een oppervlakte van circa 130 hectare en is geheel in eigendom van Natuurmonumenten. Het beheer van het weidevogelgrasland is uitbesteed aan melkveehouder Stol, die geëngageerd bezig is met weidevogels. De bodem in het gebied bestaat uit klei op veen. Het waterpeil staat in het broedseizoen op circa 1,8 2,0m beneden NAP. Uit analyses van bodemmonsters die in 2005 door BLGG zijn genomen blijkt dat het organische stof gehalte met % aan de lage kant is. Ook de gemeten verhouding tussen organische stof en stikstof (C/N verhouding) was in de bodemmonsters laag. Verder bestaat de indruk dat de zode is verdicht. Dit zijn aanwijzingen dat de toevoer van organische stof in de Hoeksmeer onvoldoende is. Door het gebruik van vaste stalmest zou de toevoer van organische stof kunnen worden verbeterd. Daarmee zou het bodemleven kunnen worden gestimuleerd. Het bodemleven kan vervolgens weer voor een betere structuur van de bodem zorgen. 3

5 Figuur 2.2. Kaart van de Hoeksmeer. Het gele gebied is in eigendom bij Natuurmonumenten. Het zwart omrande gebied is als weidevogelreservaat verpacht aan Gerhard Stol. Figuur 2.3. Landschap Hoeksmeer 4

6 2.2 Weidevogels Hoeksmeer is een belangrijk weidevogelgebied dat de potentie heeft om bij een doelmatig beheer uit te groeien tot een zeer rijk weidevogelgebied. In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van het aantal broedparen dat in de jaren in het gebied is geteld (bron: Vereniging Natuurmonumenten). Tabel 2.1 Getelde aantal broedparen van weidevogels (BMP-methode) Vogelsoort Getelde aantal broedparen 2005* 2006* Grutto Kievit Tureluur Scholekster Kluut Gele kwikstaart Graspieper Veldleeuwerik Witte kwikstaart Bergeend Krakeend Kuifeend Slobeend Wintertaling Zomertaling *Aantallen exclusief de delen van Hoeksmeer die destijds nog in beheer waren bij Staatsbosbeheer 5

7 Ten opzichte van 2005 laten alle soorten weidevogels een duidelijke toename van het aantal broedparen zien. Opvallend is de groei van het aantal broedparen van de Grutto van 6 broedparen in 2005 (exclusief de delen van de Hoeksmeer die destijds in beheer waren bij Staatsbosbeheer) naar circa broedparen in de periode Binnen het cluster Appingedam Hoeksmeer is het grootste concentratie broedparen van de Grutto in de Hoeksmeer aanwezig. Voor dit cluster vormt de Hoeksmeer dan ook een relatief belangrijk kerngebied. Behalve als broedgebied voor weidevogels is Hoeksmeer van belang voor doortrekkende steltlopers en als overwinteringsgebied voor eenden en ganzen. Figuur 2.4. De Grutto is met circa broedparen vertegenwoordigd in Hoeksmeer; Natuurmonumenten heeft zich tot doel gesteld om dit aantal te laten toenemen tot circa 50 broedparen. Foto: Ruurd-Jelle van der Leij 6

8 3. BESCHRIJVING MELKVEEBEDRIJF PACHTER STOL 3.1 Algemeen Gerhard Stol is sinds 2003 pachter van weidevogelreservaat in de Hoeksmeer. Destijds is Stol nieuw op het bedrijf gekomen nadat het 5 jaar leeg had gestaan. De mogelijkheid tot pachten van de belendende natuurgrond was van groot belang bij de keuze om zich te vestigen bij de Hoeksmeer. Het huidige pachtcontract heeft een looptijd van 6 jaar en duurt tot 31 december Gerhard Stol is lid van Agrarische Natuurvereniging Meervogel. In tabel 3.1 is een overzicht gegeven van de gronden die in eigendom zijn en gepacht worden door Gerhard Stol. Tabel 3.1. Overzicht gronden in eigendom en pacht bij Gerhard Stol Omschrijving gronden Eigendom/pacht Aantal hectares Weidevogelgrasland Hoeksmeer Pacht van NM 64 Overig natuurterrein Hoeksmeer Pacht van NM (jaarcontract) 8 Grasland direct ten W. Hoeksmeer Eigendom 22 Grasland op >10 km afstand Hoeksmeer Eigendom 9 Het bedrijf van Stol is een melkveehouderij met ongeveer 100 melkkoeien. De huidige melkproductie ligt gemiddeld op 8000 kg melk/koe per jaar. In figuur 3.1 is een foto van het bedrijf van Stol weergegeven. Figuur 3.1. De melkveehouderij van Stol. 7

9 In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de gemiddelde samenstelling van de veestapel op het melkveebedrijf van Gerhard Stol. Tabel 3.2. Samenstelling veestapel Gerhard Stol (gemiddeld) Graasdier/staldier Gemiddeld aantal Melkkoe 8000 kg/jaar 85 Melkkoe 8000 kg/jaar droog 15 Jongvee jonger dan 1 jaar 30 Jongvee ouder dan 1 jaar Organische mest De huidige drijfmestproductie die kan worden uitgereden, ligt rond de 3000 m3. Vaste mest is niet aanwezig, uitsluitend een kleine hoeveelheid afkomstig uit kalverhokken, gemengd met restanten kuilvoer en voerresten. Op de 9 hectare, die Stol op afstand van de Hoeksmeer bezit, wordt mest van naburige agrariërs aangevoerd. Het gaat hierbij om circa 600 m3 drijfmest. Op deze percelen vindt geen beweiding plaats. In tabel 3.3 is een overzicht gegeven van de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat uit dierlijke mest op het bedrijf van Stol. De 9 hectare die Stol op meer dan 10 km afstand van de Hoeksmeer bezit is in deze tabel niet meegenomen. Tabel 3.3. Plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat Stol Hoeksmeer jaar 2009 (De 9 hectare die in bezit is van Gerhard Stol, maar op afstand van de Hoeksmeer ligt, is niet meegerekend!) Type terrein Aantal hectares Gebruiksnorm dierlijke mest (in kg N/ha) Kg N totaal dierlijke mest Fosfaatgebruiksnorm (in kg fosfaat/ha) Kg fosfaat totaal Eigen grond * Natuurterrein (weidevogelreservaat) Natuurterrein (weidevogelreservaat jaarcontract 2009) Totaal (exclusief grond jaarcontract 2009) *Derogatieregeling van toepassing In tabel 3.4 is een overzicht gegeven van de standaard mestproductie per dier, zoals vermeld in de excretietabellen van het Ministerie van LNV. Het gaat hierbij om de jaarlijkse excretie van stikstof en fosfaat in kilogrammen en om de halfjaarlijkse (periode 1september tot 1 maart) productie van mest in kubieke meter. Deze waarden dienen als basis om de mestproductie op het bedrijf van Stol door te rekenen. 8

10 Tabel 3.4. Mestproductie conform excretietabellen Ministerie LNV Graasdier/Staldier Stalsysteem Excretie per dier per jaar Mestproductie per dier Kg stikstof Kg fosfaat van 1-9 tot 1-3 in m3 Melkkoe 8000 kg/jr Drijfmest ,9 13,1 (incl. droge koeien) Vaste mest ,9 6,6 Jongvee < 1 jaar Drijfmest 32,8 9,3 3,6 Vaste mest 28,0 9,3 1,8 Jongvee > 1 jaar Drijfmest 70,2 24,1 7,7 Vaste mest 60,0 24,1 3,8 In tabel 3.5 is op basis van de standaard excretietabellen van het Ministerie van LNV berekend wat voor de veestapel van Gerhard Stol de excretie van het huidige stalsysteem met drijfmest is. Tabel 3.5. Excretie stalsysteem drijfmest Melkkoe Melkkoe Jongvee Jongvee Totaal 8000 kg/jaar droog < 1 jaar >1 jaar Aantal Excretie per dier ,8 70,2 per jaar in kg stikstof Excretie gesommeerd per jaar in kg stikstof Excretie per dier 42,9 42,9 9,3 24,1 per jaar in kg fosfaat Excretie gesommeerd per jaar in kg fosfaat Drijfmestproductie 13,1 13,1 3,6 7,7 per dier van 1-9 tot 1-3 in m3 Drijfmestproductie gesommeerd van 1-9 tot 1-3 in m Uit tabel 3.5 blijkt dat op basis van de excretietabellen de halfjaarlijkse drijfmestproductie circa 1700 kubieke meter bedraagt. De jaarlijkse productie stikstof uit drijfmest bedraagt circa 15 ton. Voor fosfaat is de berekende productie uit drijfmest circa 5,5 ton. Aangezien de melkkoeien van Stol in de zomermaanden s nachts op stal staan is de totale jaarlijkse drijfmestproductie hoger. De werkelijke uitrijdbare productie van drijfmest komt op circa 3000 m3 (informatie Gerhard Stol en Harold de Raaij, de Heus Voeders B.V.). 9

11 In tabel 3.6 is op basis van de standaard excretietabellen van het Ministerie van LNV berekend wat voor de veestapel van Gerhard Stol de excretie van een stalsysteem met vaste mest zou zijn. Tabel 3.6. Excretie stalsysteem vaste mest Melkkoe Melkkoe Jongvee Jongvee Totaal 8000 kg/jaar droog < 1 jaar >1 jaar Aantal Excretie per dier per jaar in kg stikstof Excretie gesommeerd per jaar in kg stikstof Excretie per 42,9 42,9 9,3 24,1 dier per jaar in kg fosfaat Excretie gesommeerd per jaar in kg fosfaat Vaste 6,6 6,6 1,8 3,8 mestproductie per dier van 1-9 tot 1-3 in m3 Vaste mestproductie gesommeerd van 1-9 tot 1-3 in m Uit tabel 3.6 blijkt dat op basis van de excretietabellen de halfjaarlijkse productie van vaste mest in totaal circa 850 m3 bedraagt. Wanneer alleen jongvee en droge koeien in een vaste mest stalsysteem worden gehouden dan is de berekende halfjaarlijkse productie van vaste mest circa 300 m3. De jaarlijkse productie stikstof uit vaste mest bedraagt circa 13,5 ton. Voor fosfaat is de berekende productie uit vaste mest circa 5,5 ton. Plaatsingsruimte voor vaste mest in weidevogelreservaat Hoeksmeer De bemesting met vaste stalmest op de weidevogelpercelen in de Hoeksmeer zal binnen de plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat moeten plaatsvinden. In weidevogelreservaat mag maximaal 170 kg stikstof en 70 kg fosfaat uit dierlijke mest worden opgebracht. Dit is inclusief de bemesting uit beweiding. Op de volgende pagina is berekend hoeveel plaatsingsruimte er voor vaste runderstalmest over is na aftrek van de plaatsingsruimte die wordt gebruikt voor beweiding. 10

12 De theoretische plaatsingsruimte voor vaste stalmest in de 64 hectare weidevogelreservaat is als volgt berekend: Aantal hectares: 64 Gebruiksruimte voor fosfaat 64 x 70 = 4480 kg fosfaat Totale fosfaat productie Stol conform excretietabellen LNV 5414 kg/jaar Bij 180 dagen beweiding, gedurende 12 uur/dag : 0,5 x 0,5 x 5500kg = 1354 kg via beweiding Bij gelijkmatige beweiding over eigendom en pachtgrond: aandeel gebied natuurmonumenten 64/(22+64) x 1354 = 985 kg fosfaat Resterende gebruiksruimte voor fosfaat = 3495 kg fosfaat uit stalmest of drijfmest Hoeveelheid vaste mest 3495/5,3 (forfaitair P gehalte vaste mest) = 660 ton vaste mest Hoeveelheid drijfmest 3495/1,9 (forfaitair P gehalte drijfmest) = 1840 ton drijfmest Per hectare weidevogelreservaat is er nog plaatsingsruimte voor 660/64 = 10,3 ton vaste mest De dichtheid van vaste mest is circa 900 kg/m3. 10,3 ton is gelijk aan circa 11,5 m3 vaste mest/hectare Uit de bovenstaande berekening blijkt dat er in totaal over de 64 hectare ruimte is voor circa 650 ton of ruim 700 m3 vaste runderstalmest. Per hectare is er plaatsingsruimte voor ruim 10 ton vaste mest. 11

13 4. VARIANTEN VASTE MEST VOORZIENING In dit hoofdstuk worden de mogelijke bronnen van vaste mest beschreven en geëvalueerd. 4.1 Beschrijving varianten vaste mest voorziening Als mogelijke bronnen van vaste mest kunnen in aanmerking komen: - Een potstal voor melkkoeien en jongvee - Een potstal voor jongvee en droge koeien - Dichte stalvloeren met mestschuif - Mestscheiding drijfmest - Aanvoer vaste mest van derden Potstal voor melkkoeien en jongvee Bij een volledige potstal, waarbij zowel melkkoeien als jongvee op stro worden gehouden, is er sprake van een berekende vaste mest productie van circa 850 m3 vaste mest. Deze hoeveelheid vaste mest overtreft zelfs de maximale voor het weidevogelreservaat benodigde hoeveelheid vaste mest van circa 700 m3. Indien de melkkoeien in de zomer s nachts op stal staan, dan zal er nog meer vaste mest worden geproduceerd. Het huidige stalsysteem van Gerhard Stol is niet zodanig dat dit op geschikte wijze is om te bouwen tot een potstalsysteem. Er zal een volledige nieuwbouw moeten plaatsvinden. Mogelijk dat alleen de bestaande kelders nog kunnen worden benut voor de opvang van gier. Een dergelijke nieuwbouw is kostbaar. Naast de stal zelf zijn een aantal andere voorzieningen nodig, zoals een ruime mestplaat, een overdekte opslag voor stro en een stroverdeler. Alhoewel er vanuit dierenwelzijn voordelen aan een potstalsysteem zijn verbonden, zijn er voor een moderne melkveehouderij ook nadelen aan verbonden: - Het melkvee is in een potstal vaak meer besmeurd met mest, waardoor de hygiëne tijdens het melken slechter wordt; - In een potstal is er een grotere kans dat de koeien op elkaars spenen trappen, met als gevolg verwondingen en ontstekingen; - Er zijn hoge kosten aan het gebruik van (gehakseld) stro verbonden. Er moet rijkelijk stro worden gebruikt om vervuiling van melkkoeien te voorkomen. Dagelijks heeft een melkkoe circa 10 kg stro nodig als strooisel. Droge koeien en jongvee hebben circa 5 kg stro per dag nodig. Ruw geschat zal jaarlijks bij een volledig potstalsysteem in geval van het bedrijf van Stol circa 200 ton stro worden verbruikt. Jongvee en droge koeien kunnen eventueel op natuurmaaisel worden gehouden. Behalve de jaarlijkse kosten van stroverbruik, moet rekening worden gehouden met jaarlijkse kosten voor het uitmesten van de potstal en het uitrijden van de vaste mest over het weidevogelreservaat Potstal voor jongvee en droge koeien Een potstal uitsluitend voor jongvee en droge koeien zal op basis van de excretietabellen bij een halfjaarlijkse bezetting circa 300 m3 vaste mest opleveren. Dit is bijna de helft van de hoeveelheid vaste mest die nodig is voor de 64 hectare weidevogelreservaat. Bij een jaarrond bezetting is dit een productie van circa 600 m3 vaste mest. Een jaarrond bezetting is echter niet wenselijk omdat dit ten koste gaat van de beweiding van weidevogelreservaat en dierenwelzijn. Potstallen voor jongvee en droge koeien zijn de laatste jaren duidelijk in opkomst. Er is sprake van een verhoging van het dierenwelzijn, terwijl er geen onaanvaardbare hygiëneproblemen aan verbonden zijn. 12

14 Bij Gerhard Stol zou een speciale stal voor jongvee en droge koeien nieuw moeten worden gebouwd. De huidige stal biedt onvoldoende ruimte om een potstal voor jongvee en droge koeien in te richten. Een dergelijke stal zou in de vorm van een hellingstal kunnen worden uitgevoerd, waarbij de stalvloer lichthellend is en de vloeibare fractie uit de mest afstroomt naar een mestput. Het verbruik van stro is in een hellingstal beperkter (zie bijlage 3). Indien het mogelijk is om deze nieuwbouw aan te laten sluiten op de bestaande stal dan kunnen kosten worden bespaard op voorzieningen voor de opvang van deze vloeibare fractie. De vloeibare fractie zou dan namelijk kunnen worden afgevoerd naar de bestaande drijfmestkelder. Naast de potstal zelf zijn er investeringen noodzakelijk in de vorm van een (overdekte) mestplaat, een opslag voor stro en een stroverdeler (zie bijlage 5). Behalve deze investeringen zijn er jaarlijkse kosten voor het uitmesten van de potstal en het uitrijden van de vaste mest over het weidevogelreservaat. Het verbruik van stro wordt geschat op circa 50 ton per jaar bij een halfjaarlijkse bezetting. Deze kostenpost kan mogelijk worden beperkt door het gebruik van natuurmaaisel. Droog natuurmaaisel van riet en de wat grovere grassoorten kan als vervanger van stro worden gebruikt. Dit levert de terreinbeherende instantie een besparing op van de stortkosten van het natuurmaaisel en de agrariër kan beschikken over goedkoop strooisel. Mogelijk dat een dergelijke aanvoer van natuurstrooisel in de omgeving van de Hoeksmeer te organiseren is. Het verbruik van natuurmaaisel ligt ongeveer 40% hoger dan bij stro. Dit betekent dat er circa 70 ton droog hooi van natuurmaaisel nodig is. Bij een productie van circa 5 ton d.s. per hectare zou het natuurmaaisel van ongeveer 15 hectare nodig zijn. Het natuurmaaisel dient net als stro voldoende gehakseld of geklepeld te worden om goed te kunnen worden verdeeld. In bijlage 2 is aanvullende informatie over natuurstrooisel opgenomen Sleuvenvloer of rubbermatten met mestschuif De huidige roostervloer in de ligboxenstal van Gerhard Stol zou zodanig kunnen worden aangepast dat de vastere delen niet meer door de roostervloer zakken. Deze vastere delen kunnen vervolgens door middel van een mestschuif mechanisch worden verwijderd en opgeslagen in een mestopslag. Voor het aanpassen van de roostervloer kunnen de huidige roosters worden vervangen door een dichte betonnen vloer met sleuven, of kunnen speciale rubber matten op de huidige roosters worden gelegd. Nadeel van de betonnen vloeren is dat deze glad kunnen worden, waardoor koeien vaker uitglijden en zichzelf verwonden. Dit is bij de rubber matten in veel mindere mate het geval. Voor ieder looppad waar mest wordt afgeschoven zal een mestschuif moeten worden geïnstalleerd. In bijlage 4 is aanvullende documentatie over de genoemde stalsystemen opgenomen. Bij voldoende draagkracht van de vloer is het eventueel mogelijk om de mest door middel van een mestschuif aan de trekker te verwijderen. Volgens Gerhard Stol is de draagkracht van de huidige roosters hiervoor echter onvoldoende. Om een vaste mest met voldoende organische stof en structuur te krijgen is het noodzakelijk om stro of natuurmaaisel door de verzamelde mest te mengen. Dit zou kunnen worden gedaan door regelmatig stro toe te voegen op de mesthoop. Dit komt ook de compostering en rijping van de mest ten goede. Uitgaande van een beweidingsseizoen van een half jaar zou op deze wijze ruw geschat circa 500 m3 vaste mest per jaar kunnen worden geproduceerd. Dit is ongeveer gelijk aan de hoeveelheid vaste mest die nodig is voor de 64 hectare weidevogelreservaat. Het stroverbruik ligt dan ruw geschat op circa 50 ton per jaar. Naast de aanpassing van de stalvloer en de mestschuiven zijn er investeringen noodzakelijk in de vorm van een (overdekte) mestplaat, een opslag voor stro en een uitmestsysteem om de mest op de 13

15 mestplaat te stapelen. Behalve deze investeringen zijn er jaarlijkse kosten voor het met een breedstrooier uitrijden van de vaste mest over het weidevogelreservaat Mestscheiding Bij mestscheiding wordt drijfmest gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie. De dikke fractie van runderdrijfmest lijkt qua samenstelling geschikt voor toepassing als vaste mest in weidevogelreservaten. In feite is de dikke fractie vergelijkbaar met ruige runderstalmest, met dat verschil dat er geen stro is toegevoegd. Overwogen zou kunnen worden om tijdens de compostering van de dikke fractie maaisel of stro toe te voegen om het organische stofgehalte extra te verhogen. Er zijn nog geen praktische experimenten naar de effecten van gecomposteerde dikke fractie van runderdrijfmest op het bodemleven uitgevoerd, maar gelet op het hoge organische stof gehalte en het relatief lage ammoniakgehalte is het aannemelijk dat de dikke fractie het bodemleven extra stimuleert. De dunne fractie heeft een relatief hoog stikstofgehalte en een relatief laag fosfaatgehalte. Deze dunne fractie kan uitstekend op percelen buiten de weidevogelreservaten worden toegepast, waarbij het als vervanger van kunstmest kan dienst doen. Het grote voordeel van mestscheiding is dat deze methode met de eigen mest kan worden toegepast, waardoor er geen kans op besmetting door mest van derden zal plaatsvinden. Daarnaast gaat mestscheiding ook niet ten koste van plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat, zoals dit bij aanvoer van mest van derden wel het geval is. Jaarlijks wordt circa 3000 ton uitrijdbare drijfmest op het bedrijf van Stol geproduceerd. Niet al deze mest komt in aanmerking voor mestscheiding omdat een deel van deze mest is bestemd voor die percelen die in eigendom zijn bij. Daarom wordt er van uitgegaan dat circa 2000 ton voor mestscheiding beschikbaar zal zijn. Bij een scheidingsrendement van 20-25%, is de geschatte opbrengst van de dikke fractie circa 400 tot 500 ton. Door stro of natuurmaaisel toe te voegen kan de opbrengst nog worden verhoogd en de structuur en het organische stofgehalte worden verbeterd. Om vergelijkbare eigenschappen als van ruige stalmest te krijgen is naar verwachting een periode van rijping en omzetten van het dikke fractie/stro mengsel noodzakelijk. Op dit moment bevindt mestscheiding zich deels nog in een experimenteel stadium. Het rendement van scheiding verschilt sterk per bedrijf. Dit wordt veroorzaakt door verschillen in de voederstructuur en verdunning van de drijfmest in de mestkelder ten gevolge van lekwater en grondwater. Daarnaast vertonen de concentraties van stikstof en fosfaat ook duidelijke verschillen. Hoe dit op het bedrijf van Stol zal zijn is op voorhand moeilijk te voorspellen. Daarom is het noodzakelijk om eerst op kleine schaal een proef met mestscheiding op het bedrijf van Stol uit te voeren, voordat er voor mestscheiding als methode gekozen wordt. Hierbij zal speciale aandacht moeten worden besteed aan het gehalte fosfaat in de dikke fractie. Als de fosfaatgehalten erg hoog liggen in de dikke fractie dan is de hoeveelheid dikke fractie die er per hectare mag worden opgebracht slechts beperkt. Daarnaast bestaat het risico van een overbemesting met fosfaat wat weer kan leiden tot verruiging met pitrus. Door de fosfaatbindende eigenschappen van de bovengrond in de Hoeksmeer zijn de effecten van overbemesting met fosfaat naar verwachting beperkt. Een aandachtspunt is verder de mogelijke ophoping van kalium ten gevolge van mestscheiding. Hoge kaliumbemesting verhoogt namelijk het risico op kopziekte bij rundvee. Daarnaast moet er buiten het weidevogelreservaat voldoende plaatsingsruimte beschikbaar zijn voor de dunne fractie. Hierbij kan worden gedacht aan: - Een deel van de dunne fractie zou specifiek kunnen worden gebruikt (als kunstmestvervanger) op de gronden van Stol buiten de 64 hectare weidevogelreservaat; 14

16 - Een deel zou kunnen worden gebruikt in het weidevogelreservaat na de eerste snede. Dit gaat echter wel ten koste van de, toch al beperkte, plaatsingsruimte voor vaste stalmest in het reservaat; - afvoer naar derden. Er zijn verschillende typen mestscheiders, variërend in prijs van tot circa De goedkoopste modellen zijn, op basis van de huidige ervaringen, voldoende geschikt voor het scheiden van mest ten behoeve van de bemesting van weidevogelreservaat. Het scheidingsrendement hoeft voor de vaste mest ten behoeve van weidevogelreservaat namelijk niet heel hoog te zijn. In bijlage 6 is documentatie over de Keydollar tri rod mestscheider opgenomen. Er is naast de mestscheider, een investering nodig in de vorm van een overdekte mestplaat waar de dikke fractie kan worden opgeslagen. Omdat de huidige mestkelder in vijf compartimenten is verdeeld kan de dunne fractie gescheiden worden teruggepompt in een van tevoren leeggepompt compartiment of worden opgeslagen in de 700 m3 mestsilo die nu al op het bedrijf van Stol aanwezig is. Als mestscheiding jaarlijks herhaald wordt toegepast, dan kan dit een vergunningplichtige activiteit zijn. In sommige gemeenten volstaat een melding aan het bevoegd gezag Aanvoer vaste mest derden Ruige runderstalmest zou kunnen worden aangevoerd van derden. Dit gaat echter wel ten koste van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest van Stol. Mocht daardoor de plaatsingsruimte van Gerhard Stol worden overschreden dan zal Stol drijfmest van zijn bedrijf moeten afvoeren. Aanvoer van vaste mest en gelijktijdige afvoer van drijfmest is dermate kostbaar dat dit eigenlijk geen optie is. Daarnaast zijn deze mesttransporten milieubelastend en niet duurzaam. In de mestboekhouding van Gerhard Stol is, op basis van forfaitaire (standaard) waarden van mest, nog ruimte voor 1426 kilogram fosfaat uit dierlijke mest. Deze ruimte zou kunnen worden opgevuld met de aanvoer van vaste mest van derden zonder dat ook nog eens drijfmest hoeft te worden afgevoerd. Dit zou een hoeveelheid vaste mest van circa 270 ton kunnen opleveren. Dit is ongeveer de helft van de hoeveelheid vaste mest die nodig is voor de 64 hectare weidevogelreservaat. Indien de 8 hectare weidevogelreservaat die in 2009 onder een jaarcontract viel wordt meegerekend dan kan zelfs circa 380 ton vaste mest worden aangevoerd. Voor de aanvoer van vaste mest van derden zijn geen extra investeringen noodzakelijk. Wel zijn er jaarlijks terugkerende kosten voor de aanvoer en het uitrijden van de vaste mest. Een nadeel van de aanvoer van vaste mest van derden is dat er insleep van vreemde mest zal plaatsvinden. Dit zou besmetting met Paratuberculose en Salmonellose kunnen veroorzaken. Daarnaast is er kans op ongewenste verspreiding van onkruidzaden. Een ander nadeel van aanvoer van vaste mest is dat het aanbod van ruige stalmest van rundvee vaak beperkt is. Eventueel kan paardenmest (van paarden die op stro worden gehouden!) als alternatief nemen. Voordeel van paardenmest is, naast de betere beschikbaarheid, dat er geen kans is op Paratuberculose en minder kans op Salmonellose. Nadeel van paardenmest is dat het vaak hogere gehalten ontwormingsmiddelen bevat dan ruige stalmest van rundvee. Dit kan een negatief effect op het bodemleven hebben Samenvatting evaluatie In tabel 4.1. zijn de verschillende varianten voor de verbetering van de vastemestvoorziening in de Hoeksmeer samengevat, wat betreft de geschatte opbrengst van vaste mest en het geschatte stroverbruik. 15

17 Tabel 4.1. Samenvatting opbrengst vaste mest en stroverbruik bij de verschillende varianten Bron van vaste mest Geschatte opbrengst vaste mest in m3 Geschat verbruik stro in ton Potstal voor melkkoeien en jongvee (gedurende een half jaar per jaar in gebruik) Potstal voor jongvee en droge koeien (gedurende een half jaar per jaar in gebruik) Mestschuif (in deel van) huidige stal Ruwe schatting: 500 Ruwe schatting : 50 Mestscheiding circa 50 (Uitgaande van 2000 ton drijfmest en % opbrengst dikke fractie) Aanvoer van vaste mest derden (opvullen plaatsingsruimte voor fosfaat) In tabel 4.2 zijn de belangrijkste voor- en nadelen van de verschillende varianten van vaste mest voorziening samengevat. Tabel 4.2 Voor- en nadelen van de verschillende varianten van vaste mest voorziening Bron van vaste mest Voordelen Nadelen Potstal voor melkkoeien en - grote hoeveelheid stalmest - volledige nieuwbouw jongvee (gedurende een half - verbetering dierenwelzijn - vervuiling van melkvee jaar per jaar in gebruik) - grotere kans op spenentrappen - hoog stroverbruik - kans op boterzuur Potstal voor jongvee en droge koeien (gedurende een half jaar per jaar in gebruik) Mestschuif (in deel van) huidige stal - geen hygiëneproblemen zoals bij potstal melkvee - aansluiting op bestaande stalsysteem mogelijk - beperkt stroverbruik - gebruik natuurmaaisel i.p.v. stro mogelijk - geen hygiëneproblemen zoals bij potstal melkvee - aanpassing van huidige stalsysteem mogelijk - beperkt stroverbruik - gebruik natuurmaaisel i.p.v. stro mogelijk Mestscheiding - eigen mest - geen aanpassing van stalsysteem noodzakelijk - beperkt stroverbruik - gebruik natuurmaaisel i.p.v. stro mogelijk Aanvoer van vaste mest derden (opvullen plaatsingsruimte voor fosfaat) - geen investeringen noodzakelijk - neemt extra plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat in - voor droge koeien: kans op spenentrappen - kans op uitglijden op sleuvenvloer (beton) - nog in experimentele fase - risico overbemesting met fosfaat - kopziekte door overbemesting kalium - kans op insleep ziektekiemen/ onkruid - beperkt aanbod - geen controle over kwaliteit vaste mest 16

18 Voor alle genoemde varianten geldt dat dit alleen binnen de kaders van de milieu- en mestwetgeving kan plaatsvinden. Dit kan betekenen dat een deel van de genoemde alternatieven bij de verdere uitwerking vergunningstechnische problemen opleveren. Dergelijke aspecten zijn expliciet niet binnen deze evaluatie meegenomen, aangezien dit in overleg met de vergunningverlener zal moeten plaatsvinden. 4.2 Kostenschatting Investeringen In tabel 4.3 is een schatting van de investeringskosten gemaakt voor de verschillende varianten. Deze schatting is uitsluitend indicatief bedoeld om een ordegrootte van de te verwachten investeringen aan te geven. De uiteindelijke kosten zullen in sterke mate worden bepaald door de wijze van uitvoering en de prijzen in de bouw op het moment van aanbesteding. In de afgelopen jaren zijn de bouwkosten zeer sterk gestegen, maar ten gevolge van de recessie is er juist de laatste tijd een daling van de bouwkosten te zien geweest. In de kostenschatting zijn kosten voor sloopwerkzaamheden, afvoer van puin, grondwerkzaamheden en eventuele aansluitingen op bestaande bebouwing niet meegenomen. Tabel 4.3. Schatting kosten investeringen. Alle bedragen afgerond in en exclusief BTW, indicatief bedoeld. Kosten voor sloopwerkzaamheden, afvoer van puin, grondwerkzaamheden en eventuele aansluitingen op bestaande bebouwing zijn niet meegenomen. Kostenpost Eenheidsprijs in (indicatief) Potstal Koeien en jongvee Varianten van vaste mest voorziening Potstal Dichte vloer Mestscheiding Droge en koeien en mestschuif jongvee 17 Aanvoer Mest derden Bouw potstal 250/m Vlak zonder (1) kelder Bouw potstal 350/m hellingvloer (1) Dichte stalvloer 100/m (Betonnen Sleuvenvloer of Rubbermat (1) Uitmestsysteem (2) - - Opslag stro 200/ton Kapschuur (1) Strohakselaar 7000/stuk (3) Stroverdeler 20000/stuk (3) Mestplaat 170/m (incl. overkapping) (1) Mestscheider (4) Totaal (afgerond) (1) bron Stalontwerp Allcad V.O.F., Abbega (2) bron JOZ b.v., Westwoud (3) bron fouragehandel Tjoelker, Leek (4) bron Bos Benelux bv

19 Jaarlijkse kosten grondstoffen en loonwerk In tabel 4.4 is een schatting van de jaarlijkse kosten van grondstoffen en loonwerk gemaakt voor de verschillende varianten. Tevens zijn de te verwachten besparingen op strooisel in de ligboxen en het uitrijden van drijfmest aangegeven. Deze schatting is uitsluitend indicatief bedoeld om een ordegrootte van de te verwachten kosten aan te geven. Tabel 4.4. Schatting van de belangrijkste jaarlijkse kosten en besparingen voor grondstoffen en loonwerk. Alle bedragen afgerond in en indicatief bedoeld Kostenpost/ besparingspost Eenheidsprijs In Potstal Koeien en jongvee Varianten van vaste mest voorziening Potstal Dichte vloer Mestscheiding Droge en koeien en mestschuif jongvee Aanvoer mest derden Stro 100/ton* Uitmesten stal 2/m Stroomverbruik - - p.m. p.m. - Mestschuif / mestscheider Kosten mengen 4/m en omzetten (indien stro/vaste mest nodig) Aanvoer 10-15/m3** Vaste mest Uitrijden 5/m stalmest met breedstrooier Besparing op 2/m uitrijden drijfmest Besparing op strooisel in ligbox Totaal (afgerond) Totaal (afgerond) bij gebruik natuurmaaisel * bron Fouragehandel Tjoelker, Leek (de prijs van stro kan sterk variëren; prijs gebaseerd op tarwestro niveau september 2009) ** bron Mesttransportbedrijf Salomons B.V. Mariënberg 18

20 4.2.3 Samenvatting investeringen en jaarlijkse meerkosten In tabel 4.5 zijn de geschatte investeringskosten en geschatte jaarlijkse meerkosten voor grondstoffen en loonwerk samengevat. Tabel 4.5. Overzicht van de geschatte opbrengst vaste mest, de geschatte investeringskosten en de geschatte jaarlijkse kosten van de verschillende varianten van vastemestvoorziening (alle kosten indicatief bedoeld). Bron van vaste mest Potstal voor melkkoeien en jongvee (gedurende een half jaar per jaar in gebruik) Potstal voor jongvee en droge koeien (gedurende een half jaar per jaar in gebruik) Dichte vloer en mestschuif (in deel van) huidige stal Mestscheiding (Uitgaande van circa 2000 ton drijfmest en % opbrengst dikke fractie) Aanvoer van vaste mest derden (opvullen plaatsingsruimte voor fosfaat) Geschatte opbrengst vaste mest in m3 Geschatte investeringskosten in Geschatte jaarlijkse meerkosten grondstoffen en loonwerk in (stro als strooisel) Geschatte jaarlijkse meerkosten grondstoffen en loonwerk in (natuurmaaisel als strooisel) Ruwe schatting: Mengvormen met (beperkt) gebruik van drijfmest De overstap van drijfmest naar vaste stalmest is voor het bodemleven het meest optimaal. Financieel en bedrijfstechnisch gezien is een volledige overstap naar vaste stalmest mogelijk niet haalbaar. Daarom wordt kort ingegaan op de mogelijkheden om de bemestingssituatie voor weidevogels te verbeteren zonder drijfmest geheel uit te bannen. Er moet dan worden gedacht aan mengvormen waarbij deels nog met drijfmest wordt gewerkt, deels met vaste stalmest en deels met onbemeste randen. Beperkt gebruik van drijfmest op een deel van het oppervlak van de Hoeksmeer. Als vuistregel kan hierbij een maximum van 20 % (circa 13 ha) van het oppervlak van de Hoeksmeer worden gehanteerd. Eventueel kan een roulatie plaatsvinden,waarbij percelen eens in de 4-5 jaar wel met drijfmest worden bemest. Het is wel van belang dat dergelijke bemesting niet gelijk te intensief zal plaatsvinden. Hoe hoger de drijfmestgift des te sterker de eventuele negatieve effecten van drijfmest op het bodemleven kunnen zijn. 19

21 Het inrichten van verschraalde randen waar niet of zeer beperkt wordt bemest. Randen die niet worden bemest kunnen van groot belang zijn voor opgroeiende kuikens. Het voedselaanbod voor kuikens is in dergelijke randen groter, onder andere door de aanwezigheid van bloeiende kruiden. Er zijn elders al goede resultaten geboekt met de aanleg van randen. Zo heeft bijvoorbeeld melkveehouder Hessel Agema uit Kollumerpomp uitstekende resultaten hiermee bereikt (zie Als vuistregel kan bij de aanleg van randen een percentage van circa 10 % van het totaal oppervlak van het weidevogelreservaat worden aangehouden. In de Hoeksmeer zou dan ongeveer 6 hectare aan randen als zodanig kunnen worden ingericht. Bij een breedte van circa 5 m betekent dit dat er maar liefst 12 kilometer aan randen zou kunnen worden gerealiseerd. Al met al gaat dit niet ten koste van de plaatsingsruimte van Stol. Wel is er sprake van een verminderde grasopbrengst en extra moeite om de randen na vertrek van de weidevogels alsnog te maaien. Uitgaande van 10 % schrale randen en de eerder genoemde 20 % drijfmest kan de benodigde hoeveelheid stalmest daarmee met 30 % worden beperkt in vergelijking met een totale overstap naar drijfmest. Hiermee komt de totale behoefte aan vaste mest op circa 450 m3 in plaats van 700 m3. Variatie type mest over het jaar Verder is nog variatie in de tijd mogelijk, waarbij in het vroege voorjaar wordt volstaan met gemiddeld circa 5 m3 vaste mest per hectare, wat na de eerste snede wordt aangevuld met circa 10 ton drijfmest of dunne fractie. Bij een dergelijk bemestingsregime is circa 300 m3 vaste stalmest per jaar nodig. Aangezien dit bemestingsregime niet helemaal optimaal is, zou ter compensatie het onbemeste randenbeheer op circa 10% van het gebied kunnen worden ingesteld. De verdeling van vaste mest, drijfmest en onbemeste randen zou zorgvuldig moeten plaatsvinden. Vaste mest en onbemeste randen kunnen het beste worden gecombineerd met kuikenland. Het gebruik van vaste mest geeft namelijk een minder snelle groei van het gras dan wanneer dezelfde hoeveelheid stikstof in de vorm van drijfmest zou worden opgebracht. Een overmatige lengte van het gras maakt grasland minder geschikt als kuikenland. 20

22 5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Uit het oriënterend onderzoek naar de varianten van vaste mest voorziening voor het weidevogelreservaat Hoeksmeer kan het volgende worden geconcludeerd: In het weidevogelreservaat van de Hoeksmeer is plaatsingsruimte voor ruim 10 ton vaste mest per hectare. Uitgaande van de 64 hectare weidevogelreservaat is totaal circa 650 ton vaste mest nodig. Als mogelijke bronnen van vaste mest komen in aanmerking: o Een potstal voor melkkoeien en jongvee o Een potstal voor jongvee en droge koeien o Dichte stalvloeren met mestschuif o Mestscheiding drijfmest o Aanvoer vaste mest van derden Voor bovengenoemde varianten zijn de voor- en nadelen, praktische mogelijkheden, investeringskosten en jaarlijkse kosten van grondstoffen en loonwerk op een rij gezet. Het inrichten van een potstal voor de gehele veestapel levert een zeer grote hoeveelheid (circa 850 m3) ruige stalmest op. De investeringen voor een dergelijke stal zijn echter zeer hoog (schatting ). Een groot nadeel van een dergelijk stalsysteem zijn problemen door onvoldoende hygiëne van de melkkoeien. Om de hygiëneproblemen te beperken is het noodzakelijk om veel strooisel te gebruiken. Ook hieraan zijn hoge kosten verbonden. De variant potstal voor melkkoeien en jongvee moet al met al als minder geschikt worden geclassificeerd. Een potstal voor alleen het jongvee en de droogstaande koeien levert circa 300 m3 ruige stalmest op. De geschatte investeringen voor nieuwbouw en inrichting van een dergelijk staltype bedragen circa De jaarlijkse meerkosten voor grondstoffen en loonwerk zijn relatief laag (Circa 6000 bij gebruik stro of circa 1000 bij gebruik natuurmaaisel als strooisel). Behalve een iets grotere kans op verwondingen door spenentrappen zijn er weinig nadelen verbonden aan een dergelijk stalsysteem, terwijl het mestproduct volledig aan de eisen voor weidevogelbeheer voldoet. Wanneer de bestaande stallen worden voorzien van dichte stalvloeren met mestschuif kan ruw geschat circa 500 m3 vaste mest worden geproduceerd. De investeringen voor aanpassing van de stal en opslag van mest en stro worden geschat op circa De jaarlijkse meerkosten voor grondstoffen en loonwerk zijn relatief laag (Circa 6500 bij gebruik stro of circa 1500 bij gebruik natuurmaaisel als strooisel). Behalve een iets grotere kans op verwondingen door uitglijden zijn er weinig nadelen verbonden aan een dergelijk stalsysteem. Wanneer voldoende stro of natuurmaaisel wordt toegevoegd, kan het mestproduct aan de eisen voor weidevogelbeheer voldoen. Eventueel kan een dergelijk systeem worden beperkt tot een deel van de stal. Mestscheiding is een relatief nieuwe techniek die volop in ontwikkeling is. Drijfmest wordt bij deze techniek gescheiden in een dunne en een dikke fractie. De dikke fractie kan als vaste mest worden toegepast. Mestscheiding op het bedrijf van pachter Stol zou ongeveer 400 tot 500 m3 dikke fractie op kunnen leveren. De geschatte investeringskosten zijn relatief laag en bedragen circa De jaarlijkse meerkosten voor grondstoffen en loonwerk bedragen circa 7500 bij gebruik van stro of circa 1500 bij gebruik van natuurmaaisel. Binnen het 21

23 weidevogelbeheer is weinig ervaring met mestscheiding en het gebruik van de dikke fractie als alternatief voor ruige stalmest. Een groot voordeel van mestscheiding is dat er geen ingrijpende veranderingen in het stalsysteem hoeven plaats te vinden en dat er geen sprake is van insleep van bedrijfsvreemde mest. De opbrengst en de gehalten stikstof en fosfaat in de dikke fractie kunnen per veehouder en scheidingssysteem sterk wisselen. Omdat de dikke fractie soms veel fosfaat bevat bestaat er het risico op overbemesting met fosfaat of beperkte toepassingsmogelijkheden van de dikke fractie in weidevogelreservaat. Bij aanvoer van vaste mest van derden kan, gelet op de huidige plaatsingsruimte bij pachter Gerhard Stol, circa 270 m3 worden aangevoerd. Wanneer de 8 hectare die in 2009 via een jaarcontract aan Stol is verhuurd wordt meegerekend, kan zelfs circa 380 m3 vaste mest worden aangevoerd. Aanvoer van vaste mest vergt geen hoge investeringen. Uitgaande van de aanvoer van 270 m3 op jaarbasis zijn de jaarlijkse kosten echter wel hoog, namelijk circa Grote nadelen van de aanvoer van vaste mest van derden zijn de kans op insleep van ziekten (Salmonellose en Paratuberculose), het gebrek aan kwaliteitscontrole en het beperkte marktaanbod van ruige stalmest. Het gebruik van natuurmaaisel in plaats van stro kan de jaarlijkse kosten voor grondstoffen aanzienlijk verlagen. Stro is veelal de hoogste kostenpost. Het gebruik van natuurmaaisel is daarom het overwegen waard. Financieel en bedrijfstechnisch gezien is een volledige overstap naar vaste stalmest misschien niet haalbaar. Door het gebruik van mengvormen van bemesting is mogelijk een voor weidevogelbeheer goed acceptabele tussenweg te vinden. Er moet dan worden gedacht aan mengvormen waarbij deels nog met (lage giften) drijfmest wordt gewerkt, deels met vaste stalmest en deels met onbemeste randen. AANBEVELINGEN Alvorens wordt gekozen voor een investering in een bepaalde variant of een combinatie van varianten is het noodzakelijk om deze variant(en) eerst technisch gedetailleerder uit te werken. Er zijn meerdere combinaties van zowel bronnen van vaste mest als bemestingsregimes mogelijk. Het is aan te bevelen de verschillende combinaties in kaart te brengen en gebiedsspecifiek uit te werken. Omdat het gebruik van natuurmaaisel aanzienlijk kostenbesparingen kan opleveren zou moeten worden onderzocht waar de dichtstbijzijnde locaties met voldoende natuurmaaisel liggen. Wanneer wordt gekozen voor mestscheiding dan is het noodzakelijk om eerst een proef op te starten om de geschiktheid van de drijfmest van pachter Stol te onderzoeken. Aandachtspunten zijn daarnaast het type mestscheider, het mixen van de mest, de opslag van dunne en dikke fractie, de chemische analyses en de eventuele bewerking van de dikke fractie. 22

PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN

PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN A&W-rapport 1109 PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN SAMENVATTING E.B. Oosterveld Altenburg & Wymenga ECOLOGISCH ONDERZOEK BV Veenwouden 2008 In samenwerking met

Nadere informatie

Kansen voor mestscheiding

Kansen voor mestscheiding Kansen voor mestscheiding Studiemiddag Inagro 29 maart 2012 Gerjan Hilhorst Livestock Research De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen

Nadere informatie

VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN

VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN Eerste aanzet tot een handleiding voor terreinbeheerders, opgesteld in het kader van het weidevogelproject Fryslân - Groningen VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN

Nadere informatie

Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box

Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box Stro is een perfect materiaal als strooisel voor in de ligboxen van onze koeien. Het is zacht en droog voor het melkvee, het zorgt voor een toename

Nadere informatie

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8

Nadere informatie

Uitslag KringloopWijzer

Uitslag KringloopWijzer Uitslag KringloopWijzer Bedrijfspecifieke excretie melkvee Bedrijfs-kringloopscore Jaaropgave : 2014 Omschrijving : plomp 2014 feb15 Naam veehouder : Plomp Agro Vof Straat + huisnummer : Geerkade 10 Postcode

Nadere informatie

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Presentatie Ing. Jaap Uenk MAB LTO Noord afdeling De Liemers, 3 november 2010 Inhoud presentatie Ontwikkeling mestsituatie in Nederland Ontwikkeling

Nadere informatie

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000

Nadere informatie

Uitslag Excretiewijzer

Uitslag Excretiewijzer Uitslag Excretiewijzer Bedrijfspecifieke excretie van melkvee Bedrijfspecifieke emissie ammoniak Bedrijfspecifieke gebruiksnormen fosfaat Jaaropgave : 2011 Omschrijving : Voorbeeld 2010 Naam veehouder

Nadere informatie

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha) Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland

Nadere informatie

PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010

PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 In opdracht van: RAPPORTAGE PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 JPMA Rapportnummer: 20100501 Opdrachtgever:

Nadere informatie

Rapportage Toekomstvisie bedrijf

Rapportage Toekomstvisie bedrijf Rapportage Toekomstvisie bedrijf Dhr. G. Evers Groeneveld 5 3744 ML Baarn D L V R u n d v e e A d v i e s BV W W W. D L V. N L Noord President Kennedylaan 35a Postbus 354 8440 AJ Heerenveen Tel. 0513 65

Nadere informatie

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV. Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze

Nadere informatie

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels

Nadere informatie

Mestscheiding Annelies Gorissen

Mestscheiding Annelies Gorissen Mestscheiding Annelies Gorissen 16/05/2017, Kinrooi Dunne fractie Rijk aan N & K Drijfmest Rijk aan N, P en K Mestscheider Dikke fractie Rijk aan P Waarom scheiden? Beperken mestafvoer: concentreren van

Nadere informatie

Bijlage: Aanpassingen stal voor afvoer verse mest

Bijlage: Aanpassingen stal voor afvoer verse mest Bijlage: Aanpassingen stal voor afvoer verse mest 1 Opslag dagverse mest bij rundveeligboxstal Dagverse mest heeft de hoogste biogaspotentie. Bij vergisting is zodoende het advies om met name dagverse

Nadere informatie

Afvoer mest ter compensatie van aanvoer graan en stro

Afvoer mest ter compensatie van aanvoer graan en stro Afvoer mest ter compensatie van aanvoer graan en stro notitie voor Boeren voor Natuur, polder van Biesland Marleen Plomp, augustus 2011 1 Inleiding Boeren voor Natuur is gebaseerd op het principe van nul-aanvoer,

Nadere informatie

Resultaten KringloopWijzers 2016

Resultaten KringloopWijzers 2016 Resultaten KringloopWijzers 2016 7 september 2017 Gerjan Hilhorst WLR - De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu EU beleid: beperken verliezen uit landbouw Streven:

Nadere informatie

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H.

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H. BIBLIOTHEEK IJS~tl Mi: :l,.;(:,loehs...... W E R K D O C U M E N T INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR 1980 door H. van Elburg 198127 Abw

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw Gerjan Hilhorst WUR De Marke Kringlooplandbouw Kringlooplandbouw begint met het verminderen van de verliezen => sluiten van de kringloop => minder aanvoer

Nadere informatie

Koeien & Kansen Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. De resultaten vindt u op: www.koeienenkansen.nl Koeien & Kansen

Nadere informatie

Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge

Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge Veldhoven, 18 Mei 2004 Ing. W.J.Buiter ZLTO-Advies Inleiding Vanwege de vraag naar organische stof uit biologische varkensmest voor de

Nadere informatie

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f Datum: maart 2017 Van: mr. drs. D. Harmsen Aan: dhr. G.J. Klont (gemeente Achtkarspelen) CC: dhr. B. van Dellen

Nadere informatie

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan?

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan? Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan? Via project Langs de Linge is er op donderdag 8 december een demonstratie rondom mestscheiding gehouden. Deze demonstratie vond plaats op het melkveebedrijf

Nadere informatie

Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom

Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau Edze Westra Msc. 8-2-2018 Stroe/Wekerom Aanleiding Mestwet Verwachtingen Wettelijke maatregelen Mestscheiding Wat is mestscheiden? Producten Voorbeeld resultaten Mestafzet

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

Van Gangbaar naar Biologisch. Drijfveren en uitdagingen van een omschakelingsproces

Van Gangbaar naar Biologisch. Drijfveren en uitdagingen van een omschakelingsproces Van Gangbaar naar Biologisch Drijfveren en uitdagingen van een omschakelingsproces Even voorstellen Boerderij De Bonte Parels Rutger en Christianne Hennipman Thijs (4) en Tobias (2) Boerderij De Bonte

Nadere informatie

KringloopWijzer. Johan Temmink

KringloopWijzer. Johan Temmink KringloopWijzer Johan Temmink 1 Juli 2013: Sectorplan koersvast richting 2020 Melkveehouderij: Zuivelplan (NZO, LTO) Technische invulling binnen milieurandvoorwaarden KringloopWijzer centraal Film KringloopWijzer

Nadere informatie

Handleiding voor invullen excretiewijzer (BEX, BEA)

Handleiding voor invullen excretiewijzer (BEX, BEA) Handleiding voor invullen excretiewijzer (BEX, BEA) De excretiewijzer berekent de bedrijfsspecifieke excretie van stikstof en fosfaat via de mest (BEX). Daarnaast kan dit programma ook de bedrijfsspecifieke

Nadere informatie

Handleiding invullen van KringloopWijzer in de Centrale Database

Handleiding invullen van KringloopWijzer in de Centrale Database Handleiding invullen van KringloopWijzer in de Centrale Database Inhoud Inloggen op Mijn KringloopWijzer... 3 Invullen van de KringloopWijzer... 4 Bedrijf... 5 Klimaat... 6 Dier... 7 Veestapel... 7 Graasdieren...

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 16 februari 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie met alle

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

Protocol Centrale Database Kringloopwijzer

Protocol Centrale Database Kringloopwijzer Protocol Centrale Database Kringloopwijzer December 2016 Dit protocol is bedoeld om de kringloopwijzer in te vullen in de Centrale Database. Voor het invullen van de stand alone versie van de kringloopwijzer

Nadere informatie

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel Gerjan Hilhorst (WLR De Marke) In het project Vruchtbare Kringloop Overijssel hebben 220 bedrijven in 2014 een gemiddeld bodemoverschot van

Nadere informatie

Handleiding invullen van Kringloopwijzer in de Centrale Database

Handleiding invullen van Kringloopwijzer in de Centrale Database Handleiding invullen van Kringloopwijzer in de Centrale Database Inhoud 1. Inloggen op Mijn Kringloopwijzer... 3 1.1 Machtigingen... 3 2. Invullen van de Kringloopwijzer... 4 3. Bedrijf... 5 4. Klimaat...

Nadere informatie

Satellietbedrijf Mts. Kievit

Satellietbedrijf Mts. Kievit Satellietbedrijf Mts. Kievit Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam: Mts Kievit Adres: Bongveenweg 4 9496 TE Bunne Bedrijf Kievit Het bedrijf melkt ongeveer 140 koeien en houdt 100 stuks jongvee.

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij

Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij Carin Rougoor en Frits van der Schans CLM Onderzoek en Advies Achtergrond Begin juli 2014 heeft staatssecretaris Dijksma het voorstel voor de

Nadere informatie

Vruchtbare Kringloop Overijssel

Vruchtbare Kringloop Overijssel Vruchtbare Kringloop Overijssel Resultaten KringloopWijzers Gerjan Hilhorst (WUR De Marke) Inhoud Resultaten vee Gewasopbrengsten en bemesting Bodemoverschot Vergelijking Vruchtbare Kringloop Overijssel

Nadere informatie

Samen werken aan groei. Emissiearme systemen voor de melkveehouderij

Samen werken aan groei. Emissiearme systemen voor de melkveehouderij Samen werken aan groei Emissiearme systemen voor de melkveehouderij 2018 01 24 Samen werken aan groei A 1.1 5,7 kg NH 3 Grupstal met drijfmest, emitterend mestoppervlak van grup en kelder max. 1,2 m² per

Nadere informatie

Compleet weiden Combi weiden Compact weiden. WeideKompas

Compleet weiden Combi weiden Compact weiden. WeideKompas WeideKompas Compleet weiden Compact weiden Kompas WeideKompas Beweiden is een keuze die u als veehouder zelf maakt. Wilt u starten met beweiden of wilt u meer rendement uit weidegang halen? WeideKompas

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE PROJECT VASTE MEST VOORZIENING WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRYSLÂN EN GRONINGEN

EINDRAPPORTAGE PROJECT VASTE MEST VOORZIENING WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRYSLÂN EN GRONINGEN EINDRAPPORTAGE PROJECT VASTE MEST VOORZIENING WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRYSLÂN EN GRONINGEN In opdracht van: EINDRAPPORTAGE PROJECT VASTE MEST VOORZIENING WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRYSLÂN EN GRONINGEN Opgesteld

Nadere informatie

De kern ligt bij plasdras

De kern ligt bij plasdras 7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras

Nadere informatie

Samen werken aan groei. Emissiearme systemen voor de melkveehouderij

Samen werken aan groei. Emissiearme systemen voor de melkveehouderij Samen werken aan groei Emissiearme systemen voor de melkveehouderij 20170413 Samen werken aan groei A 1.1 5,7 kg NH 3 Grupstal met drijfmest, emitterend mestoppervlak van grup en kelder max. 1,2 m² per

Nadere informatie

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren Inhoud Waarom werken aan organische stof? Maatregelen organische stof Hoe we dat proberen vorm te geven onder de Nederlandse

Nadere informatie

Hoe kunt u meedoen? Help

Hoe kunt u meedoen? Help Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen

Nadere informatie

Ervaringen met voederbieten

Ervaringen met voederbieten 172 e themadag NVWV t Beste bouwplan Ervaringen met voederbieten Erik Smale Groot Steinfort Introductie Tuesday 18 October 2016 Dare to Dairy Environment & Biodiversity Iets over mijzelf Groot Steinfort

Nadere informatie

Water, Land & Dijken. Ruige mest voor weidevogels. Productie, gebruik en kwaliteit

Water, Land & Dijken. Ruige mest voor weidevogels. Productie, gebruik en kwaliteit Water, Land & Dijken 1 Ruige mest voor weidevogels Productie, gebruik en kwaliteit 7339_ruige mest.indd 1 8/26/08 9:15:12 AM Bemesting is essentieel voor goed weidevogelbeheer. Ruige of strorijke mest

Nadere informatie

Mineralenmanagement en economie. Jaap Gielen Specialist melkveehouderij

Mineralenmanagement en economie. Jaap Gielen Specialist melkveehouderij Mineralenmanagement en economie Jaap Gielen Specialist melkveehouderij Mineralenmanagement en economie Als maatregelen goed zijn voor het sluiten van de kringloop, zijn ze dan ook goed voor het vullen

Nadere informatie

Grondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau

Grondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau Grondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau Huib Silvis en Martien Voskuilen De grondgebondenheid van de Nederlandse melkveehouderij is een belangrijk vraagstuk geworden door de afschaffing

Nadere informatie

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten

Nadere informatie

Grondgebondenheid = Eiwit van eigen land

Grondgebondenheid = Eiwit van eigen land Grondgebondenheid = Eiwit van eigen land Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Gerjan Hilhorst WUR De Marke Inhoud Resultaten (waar staan we?) Vergelijking laag en hoog scorende bedrijven Resultaten

Nadere informatie

Fosfaatklasse. Grondmonster

Fosfaatklasse. Grondmonster Bijlage 1: Bedrijf & percelen 1.1. BEDRIJFSGEGEVENS Bedrijfsgegevens Opteren voor derogatie Derogatie toegestaan Biologisch Ja Ja Nee 1.2. PERCELEN Perceelsnummer & naam Opp. (ha) Topoperceel Grondsoort

Nadere informatie

Samenvatting. Inkomensverlies per ha grasland

Samenvatting. Inkomensverlies per ha grasland Samenvatting 1 De veenweidegebieden ondervinden verschillende problemen, zoals bodemdaling, een verminderde kwaliteit van het oppervlaktewater en een aanzienlijke bijdrage aan de CO 2 -emissie. Een verlaagd

Nadere informatie

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen

Nadere informatie

Mineralenmanagement en economie

Mineralenmanagement en economie Mineralenmanagement en economie Mineralenmanagement en economie Economische impact mestbeleid wordt groter (10 jaar gebruiksnormen) Verlagen derogatie op zand Aanscherpen gebruiksnormen Interen op bodemreserves

Nadere informatie

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu Gegevens aanvrager Naam aanvrager (rechtspersoon) Adres Postcode en woonplaats H.F.C. Kuijpers Vinkenweg 8 Gegevens locatie Naam inrichting gegevens

Nadere informatie

Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009

Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 CONCEPT juli Opdrachtgevers: ANV De Amstel Landschap Noord-Holland Uitvoering: NatuurBeleven bv René Reekers Ton Rewijk Mark Kuiper e.a. Van der Goes en Groot

Nadere informatie

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster Adviseur: Bedrijfsnaam: UBN: Datum: BLk Format Bedrijfsnatuurplan versie 1.0, dd. 10.04.2019 Pagina 1 van 7 1. Meting ALGEMENE INFORMATIE Bedrijf gelegen

Nadere informatie

Review excretieforfaits melkvee en jongvee - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Review excretieforfaits melkvee en jongvee - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Review excretieforfaits melkvee en jongvee - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet 28 Augustus 2014 L. Šebek, WUR LR, P. Bikker, WUR LR en C. van Bruggen, CBS 1. Aanleiding Een van de taken van de Commissie

Nadere informatie

Strategieën voor graslandbemesting

Strategieën voor graslandbemesting Strategieën voor graslandbemesting Auteurs An Schellekens Joos Latré In samenwerking met Luc Van Dijck 7/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Effecten van soort van

Nadere informatie

Minder mestafvoer door mestscheiding?

Minder mestafvoer door mestscheiding? Minder mestafvoer door mestscheiding? Koeien & Kansen-stappenplan voor bepaling van voordelen voor het individuele melkveebedrijf September 2009 Rapport nr. 54 Rapport Plant Research International nr.

Nadere informatie

Paardengras versus koeiengras

Paardengras versus koeiengras Paardengras versus koeiengras Stichting De Paardenkamp Soest 6 december 2016 Mark Jan Vink Waarom dit onderwerp? Omdat in de dagelijkse praktijk blijkt dat veel paarden worden gehouden op koeiengras Dat

Nadere informatie

Handleiding Centrale Database Kringloopwijzer. Januari 2017

Handleiding Centrale Database Kringloopwijzer. Januari 2017 Handleiding Centrale Database Kringloopwijzer Januari 2017 1 Deze handleiding is bedoeld om de KringloopWijzer in te vullen in de Centrale Database. Inhoudsopgave 1. Inloggen... 3 1.1 Machtigingen... 4

Nadere informatie

Protocol Centrale Database Kringloopwijzer BEP-Pilot

Protocol Centrale Database Kringloopwijzer BEP-Pilot Protocol Centrale Database Kringloopwijzer BEP-Pilot Januari 2017 1 Dit protocol is bedoeld om de kringloopwijzer in te vullen in de Centrale Database. Inhoudsopgave 1 Inloggen... 3 1.1 Machtigingen...

Nadere informatie

NRS Mineraal. Managementproducten - NRS Mineraal. Beslissen van kalf tot koe

NRS Mineraal. Managementproducten - NRS Mineraal. Beslissen van kalf tot koe NRS Mineraal Met ingang van 2006 is in Nederland een nieuwe mestwetgeving ingevoerd die is afgestemd op de Europese normen. Het gebruik van stikstof (N) en fosfaat (P2O5) moet verminderen en er komt meer

Nadere informatie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen

Nadere informatie

Vergroting agrarisch bouwperceel Akkermansweg 2 te Gaanderen

Vergroting agrarisch bouwperceel Akkermansweg 2 te Gaanderen Vergroting agrarisch bouwperceel Akkermansweg 2 te Gaanderen Het gaat hier om het vergroten van het bouwvlak met de bestemming Agrarisch. Gebleken is dat een uitbreiding van de melkrundveehouderij bedrijfseconomisch

Nadere informatie

Mestverwerking in De Peel

Mestverwerking in De Peel Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?

Nadere informatie

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water 2019 13 Botanisch waardevol grasland Categorie Water Tot in de vijftiger jaren waren veel graslanden rijk aan (bloeiende) kruiden en grassen.

Nadere informatie

Beton 15-20. 20 Detricon. 25 Detricon. 43 Anders Beton PAS R-1-7 1. 45 Agro Air Concepts, Ten Hoeve Projecten BV 45 CBgroep BVBA

Beton 15-20. 20 Detricon. 25 Detricon. 43 Anders Beton PAS R-1-7 1. 45 Agro Air Concepts, Ten Hoeve Projecten BV 45 CBgroep BVBA Diersoort Diercategorie Code Naam maatregel Reductie (%) Indiener RUNDVEE R-1 Melk- en kalfkoeien PAS R-1.1 Beweiden in groep 5-27 ouder dan 2 jaar PAS R-1.2 Loopvloer reinigen met mestschuif of mestrobot

Nadere informatie

Modelberekening ECOFERM

Modelberekening ECOFERM Modelberekening ECOFERM Een financiële en ecologische vergelijking 10 maart 2016, Chris de Visser Inhoud Werkwijze en methode Resultaten Rantsoen kalveren Mest- en mestverwerking Eendenkroos Broeikasgasemissies

Nadere informatie

3 november 2011 Ben Rooyackers

3 november 2011 Ben Rooyackers 3 november 2011 Ben Rooyackers Mestac, mestproducenten coöp. Afzet drijfmest (300.000 ton/jaar) Vooraf gemaakte afspraken Faciliteert mestverwerking; Begeleiding, stimulering gebruik nieuwe generatie meststoffen

Nadere informatie

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Notitie Meedoen aan de pilot? U overweegt mee te doen aan de pilot evenwichtsbemsting fosfaat (BEP pilot). Maak zelf de afweging of het in uw situatie zinvol is. Hieronder

Nadere informatie

Grondgebonden melkveehouderij

Grondgebonden melkveehouderij Duurzame landbouw Gezond voedsel - Vitaal platteland Grondgebonden melkveehouderij Frits van der Schans Eric Hees Carin Rougoor Nadere informatie: 06 5380 5381 / fvanderschans@clm.nl Vragen mbt grondgebondenheid

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en wetgeving

Mest, mestverwerking en wetgeving Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

Systeemdocument AgriMoDEM mestraffinage

Systeemdocument AgriMoDEM mestraffinage vestiging Drachten behorende bij onderbouwing Knarweg 14, Lelystad. Op het gebied van schoon en zuinig produceren, heeft de agrarische sector nog een aantal belangrijke doelstellingen te behalen. Belangrijkste

Nadere informatie

Samen werken aan weidevogelbeheer

Samen werken aan weidevogelbeheer Samen werken aan weidevogelbeheer Sleutels tot succes Samen werken aan weidevogelbeheer Sleutels tot succes Landelijk gaan de weidevogels nog steeds achteruit. Maar er zijn plaatsen in Nederland waar het

Nadere informatie

Inhoud Workshop, duur ~ 30 min Frank: - De link tussen met de kringloop en de bodem - Zelf sturen en zelf beredeneren Niek: - Ervaringen vanuit de praktijk Discussie Centraal: meer uit minder! Kringloop(wijzer)

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

Groeimogelijkheden verkend bij AMvB grondgebonden melkveehouderij

Groeimogelijkheden verkend bij AMvB grondgebonden melkveehouderij Groeimogelijkheden verkend bij AMvB grondgebonden melkveehouderij Eventuele Aart Evers Michel de Haan subtitel Op 29 maart heeft staatsecretaris Sharon Dijksma voorstellen voor de Algemene Maatregel van

Nadere informatie

De KringloopWijzer & bodem

De KringloopWijzer & bodem De KringloopWijzer & bodem Arnold Froklage Agrifirm Exlan 16-7-2015 Zwolle Agenda Achtergrond mestbeleid De KringloopWijzer Resultaten Vruchtbare Kringloop Achterhoek Vragen test Produceren binnen milieurandvoorwaarden

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders Nick van Eekeren Programma bodem, grasland en ecosysteemdiensten Productie Waterregulatie: kwantiteit en kwaliteit Klimaat: mitigatie en adaptatie

Nadere informatie

Forfaitaire waarden met betrekking tot de veestapel in relatie tot de KringloopWijzer

Forfaitaire waarden met betrekking tot de veestapel in relatie tot de KringloopWijzer Forfaitaire waarden met betrekking tot de veestapel in relatie tot de KringloopWijzer Frans Aarts & Léon Šebek Forfaitaire waarden met betrekking tot de veestapel in relatie tot de KringloopWijzer Frans

Nadere informatie

Emissiearme systemen voor de melkveehouderij

Emissiearme systemen voor de melkveehouderij Emissiearme systemen voor de melkveehouderij 2015 09 03 A 1.1 5,7 kg NH 3 Grupstal met drijfmest, emitterend mestoppervlak van grup en kelder max. 1,2 m² per koe. Voorlopige emissiefactor: 10,2 kg NH 3

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit

Nadere informatie

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Mesdag Zuivelfonds NLTO Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland Pakket 1 Grasland met rustperiode Het in acht nemen van een rustperiode op grasland is vooral voor weidevogels van belang. Ze biedt rust aan broedende vogels door de kans op verstoring van de legsels te

Nadere informatie

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Opbrengstproeven De Marke en Den Eelder 2015 en 2016 Meting NH 3 emissie De Marke

Nadere informatie

Handleiding invullen van KringloopWijzer in de Centrale Database

Handleiding invullen van KringloopWijzer in de Centrale Database Handleiding invullen van KringloopWijzer in de Centrale Database Inhoud Inloggen op Mijn KringloopWijzer... 3 Invullen van de KringloopWijzer... 4 Bedrijf... 5 Klimaat... 6 Elektriciteit... 8 Aardgas...

Nadere informatie

De waarde van mest; bijdrage van mestmanagement aan betere bedrijfsvoering

De waarde van mest; bijdrage van mestmanagement aan betere bedrijfsvoering De waarde van mest; bijdrage van mestmanagement aan betere bedrijfsvoering Koos Verloop Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten.

Nadere informatie

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei?

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei? Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei? VKNN Bert Philipsen, zomer 2017 De KringloopWijzer Beoordeling van kengetallen II De KLW en Weidegang projecten: Wat is een goed KringloopWijzer

Nadere informatie

KLW KLW. Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari Ruwvoerproductie en economie!

KLW KLW. Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari Ruwvoerproductie en economie! Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk!? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari 2017 Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Ruwvoerproductie en economie! KLW Actualiteit: Managementinstrument

Nadere informatie

MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN. Een praktische samenvatting van de regelgeving. voor terreinbeheerders en pachters

MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN. Een praktische samenvatting van de regelgeving. voor terreinbeheerders en pachters MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN Een praktische samenvatting van de regelgeving voor terreinbeheerders en pachters In opdracht van: MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN Een praktische samenvatting

Nadere informatie

Protocol invullen Kringloopwijzer Stand-alone versie. December 2016

Protocol invullen Kringloopwijzer Stand-alone versie. December 2016 Protocol invullen Kringloopwijzer Stand-alone versie December 2016 Dit protocol is bedoeld om de kringloopwijzer in te vullen in de stand-alone versie van de Kringloopwijzer. Voor het invullen van de Kringloopwijzer

Nadere informatie