OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK ARBEIDSONGE\:'ALLEN ( )*

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK ARBEIDSONGE\:'ALLEN (1976-1983)*"

Transcriptie

1 l~=-==---= OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK ARBEIDSONGE\:'ALLEN ( )* door Chris PERSYN Assistent K.U.Leuven Advocaat Dries SIMOENS Eerstaanwezend assistent K.U.Leuven Willy VAN EECK HOUTTE Assistent R.U.Gent Advocaat INHOUD Hoofdstuk I INLEIDENDE BEPALINGEN Afdeling 1 Toepassingsgebied 1. Ratione personae 1. Arbeidsovereenkomst - 2. Arbeidsovereenkomst: bewijs - 3. Leerovereenkomst - 4. Tewerkgestelde werklozen- 5. O.C.M.W.-raadsleden- 6. Overheidssector 2. Ratione temporis 7. Principe- 8. Onmiddellijke toepassing - 9. Nog niet definitief geregelde vergoeding Geen regel die aansprakelijkheid wijzigt 3. De Arbeidsongevallenwet raakt de openbare orde 11. Principe Bepalingen van openbare orde - gevolgen Afdeling 2 Begrip en bewijs 13. Inleiding 1. Bewijslevering 14. Algemeen. Twijfel- 15. Uitwendige oorzaak Draagwijdte vermoeden artikel Omvang van het tegenbewijs Verklaring van het slachtoffer. Bewijs door vermoedens Bewijs door getuigen- 20. Deskundigenonderzoek Deskundigenonderzoek - beroepsgeheim Autopsie 2. Be grip ongeval a. Letsel 23. Bestaan van letsel Plotseling letsel Materiele schade b. Plotselinge gebeurtenis 26. Algemeen- 27. Val- 28. Verdrinking- 29. Verkeersongeval na malaise -30. Malaisena verkeersongeval- 31. (*) Dit overzicht sluit aan op dat van de hand van wijlen Prof. Edith Leboucq (T.P.R., 1976, ). Het behandelt de rechtspraak gepubliceerd in de periode , ondermeer in het Iicht van de rechtsleer uit dezelfde periode. Wat de indeling betreft werd, om praktische redenen en om aansluiting te bereiken met het geciteerd vorig overzicht, zoveel mogelijk de structuur van de wet gevolgd. De auteurs bieden dit overzicht aan als een posthume hulde Edith Leboucq. 1039

2 Gewone werkomstandigheden- 32. Intoxicatie- 33. Hartaanval- principes Hartaanval - arbeidsongeval Hartaanval-geen arbeidsongeval- 36. Hersenbloeding Rugletsel - hernia- 38. Knieletsel- 39. Spierontsteking Huidontsteking Griep 3. Begrip arbeidsongeval 42. Principes Tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst- 44. Door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst Fout van het slachtoffer Ongeval tijdens de rustperiode Ongeval tijdens de periode van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst Werknemers in opdracht- 49. Zeelieden Ongeval tijdens het laatste trajekt- 51. Vervoer van werknemers 4. Be grip ongeval op de weg naar of van het werk 52. Principes- 53:-Verolijfplaals--=-5~~ Plaats waar gewerkt wordt- 55. Plaats waar gewerkt wordt- periode schorsing uitvoering arbeidsovereenkomst Normaal trajekt Fout van het slachtoffer- 58. Gelijkgestelde trajekten- 59. Omweg- 60. Omweg- casui:stiek- 61. Onderbreking- 62. Onderbreking - casui:stiek Hoofdstuk II DE SCHADELOOSSTELLING Afdeling 1 Dodelijk arbeidsongeval 63. Rechtstreeks voordeel halen uit het loon van de getroffene Adoptie. Echtscheiding Afdeling 2 Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 65. Beginselen. Wedertewerkstelling Berekening van het Ioonv r~chil- 61. V erplicht kimikter van de wettelijke procedure? Geen wedertewerkstelling wegens ziekte, werkloosheid, jaarlijkse vakantie, ontslag ~ 69. Arbeidsongeschiktheid na verstrijken van de arbeidsovereenkomst- 70. Wedertewerkstelling bij een andere werkgever Wedertewerkstelling bij algehele arbeidsongeschiktheid- 72. Weigering van chirurgische ingreep Afdeling 3 Blijvende arbeidsongeschikheid 73. Beginselen. Het Vanhoudenhovearrest Voorwaarden: economische waardevermindering. Band met Ioonverlies- 75. Evaluatiefactoren- 76. Rekening te houden met concrete reclasseringsmogelijkheden? Lage percentages van arbeidsongeschikheid Voorbeschiktheid. Opeenvolgende ongevallen- 79. Esthetische schade Afdeling 4 Geregelde hulp van een derde persoon 80. Evaluatie. Berekening van de jaarlijkse vergoeding Afdeling 5 Geneeskundige verzorging 81. Voorwaarden van tenlasteneming. Toepassing: esthetische schade Prothesen Afdeling 6 Basisloon 83. Algemeen. Elementen van het basisloon: wetswijziging en overgangsrecht 1. Berekeningselementen 84. Werkkledij- 85. Reiskosten- 86. Vakantiegeld- 87. Varia- 88. Indexering van de loongrens 1040

3 2. Hypothetisch loon en basisloon voor bepaalde categorieen 89. Hypothetisch loon- 90. Getroffene is gepensioneerd Getroffene is leer ling of minderjarige- 92. Forfaitair basisloon voor zeelieden Afdeling 7 Betaling 93. Intrest Uitbetaling van de rente in kapitaal. Afdeling 8 Burgerlijke aansprakelijkheid 1. Gevallen waarin een rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid mogelijk is 95. Algemeen Opzet Ongevallen op de weg naar en van het werk Problematiek van de gedetacheerde werknemers Afschaffing van het,optierecht" 2. Cumulatieverbod en subrogatie van de arbeidsongevallenverzekeraar 100. Cumulatieverbod: heeft enkel betrekking op,dezelfde schade" Cumulatieverbod: supplement in gemeen recht Subrogatie van de arbeidsongevallenverzekeraar Hoofdstuk III DE VERZEKERING Afdeling 1 Verzekeringsinstellingen 103. Verzekeringsplicht. Omvang Meerdere verzekeringsovereenkomsten. Getrouwheidsplicht Schorsing, verval en nietigheid Recht van terugvordering Aanvullende verzekering. Varia Afdeling 2 Fonds voor Arbeidsongevallen 108. Taak. Bijdrage Afdeling 3 Procedure 1. Aangifte van bet arbeidsongeval 109. Beginselen 2. Homologatie van de overeenkomst tussen partijen aangegaan 110. Beginselen. Nietigverklaring. Vergissingen 3. Kostenregeling 111. Beginselen Fonds voor Arbeidsongevallen Tergend en roekeloos geding Rechtsplegingsvergoeding 4. Verjaring 115. Beginselen Verjaringstermijn. Aanvang Stuiting en schorsing 5. Herziening 118. Herziening mogelijk op grond van economische veranderingen? Herzieningsgronden. Het,nieuwe feit" Herzieningsgronden. Varia 6. Bevoegdheid.en rechtspleging 121. Beginselen Samenhang Gewijsde Ambtshalve optreden O.M Gemeenverklaring Bevoegdheid Deskundigenonderzoek Medisch dossier Wijziging van eis Berusting Uitlegging of verbetering 7. Verwittiging stelling- Z.I.V Modaliteiten verzekeringsin- 1041

4 HOOFDSTUK l INLEIDENDE BEPALINGEN 1. Ratione personae AFDELING 1 TOEPASSINGSGEBIED 1. ARBEIDSOVEREENKOMST- De arbeidsongevallenwet verwijst voor wat haar toepassingsgebied betreft naar de algemene wetgeving inzake de drie stelsels van sociale zekerheid (werknemers, mijnwerkers en gelijkgestelden, zeelieden ter koopvaardij). De talrijke uitbreidingen ten spijt blijft bet bestaan van een arbeidsovereenkomst bet belangrijkste criterium inzake onderwerping aan deze stelsels. In de beschouwde periode werd bet bestaan van een arbeidsovereenkomst naar aanleiding van de toepassing van de Arbeidsongevallenwet opnieuw in een aantal gevallen in vraag gesteld. Het meest essentiele kenmerk van de arbeidsovereenkomst, bet ondergeschikt verband, ontbreekt wanneer een onderneming ieder jaar een overeenkomst afsluit met een zelfstandig vervoerondernemer, die gedurende twee en een halve maand ononderbroken voor haar groenten gaat vervoeren, zonder hierbij meer dan algemene richtlijnen te krijgen over de uitvoering van bet werk. Dat de onderneming bepaalt op welke uren gelost en geladen dient te worden, hoe vaak een traject moet gereden worden en dat de vervoersvergunning door haar werd aangevraagd, zijn slechts gegevens die wijzen op zeer algemene instructies, die niet onverenigbaar zijn met een aannemingsovereenkomst (Arbh. Bergen, 9 juli 1979, R.G.A.R., 1982, nr ). Het is onduidelijk wie eigenaar was van de vrachtwagen waarmee bet vervoer in casu gebeurde, hoewel bet waarschijnlijk overkomt dat de vervoerder in kwestie gebruik maakte van bet voertuig waarmee hij de overige maanden van bet jaar kolen en stookolie transporteerde. Een onderwerping aan de arbeidsongevallenwet via artikel3, 5 K.B. 28 november 1969 (zoals gewijzigd bij art.1 K.B. 15 juni 1970, B.S., 30 juni 1970) was dan ook niet mogelijk, temeer daar op deze uitbreiding geen beroep kan gedaan worden zodra de vervoerder eigenaar is van de trekker, ook wanneer de ondernemer deopleggerlevert (Cass., 21 december 1981, R. W., , 632). Vermits een arbeidsovereenkomst ook kan aangegaan worden met bet oog op de verrichting van een bepaalde taak op een bepaald ogenblik, wordt bet bestaan van een band van ondergeschiktheid niet weerlegd door de vaststelling dat de werknemer op een ander ogenblik de verrichting van een andere taak kan weigeren. Hoewel de werkgever in casu, een aannemer van landbouwwerken,,officieel" voor de R.S.Z. geen personeel in dienst had, bleek afdoende uit een geheel van feitelijke elementen dat bet slachtoffer tegen loon in ondergeschikt verband werkte. De hakselmachine waarmee hij voor een landbouwer gras afmaaide was immers eigendom van de 1042

5 ---=----=---= :::;-=-- -~--- -====-----=--=---=--=----=--==--==----_L - 1= =-- aannemer, deze laatste had een collectieve verzekeringspolis tegen arbeidsongevallen afgesloten waarin sprake was van lonen, en de uitgevoerde werken werden door hem gefaktureerd (Cass., 12 maart 1979, De Verz., 1980, 617). De kentering die Van Steenberge meent vast te stellen in de recente rechtspraak inzake het toepassingsgebied van de R.S.Z.-regeling, en waarbij de duidelijke en niet frauduleuze wil van de betrokken partijen het toepasselijk stelsel bepaalt, vindt ook een illustratie in de door ons behandelde materie (Van Steenberge, J.,,Toepassingsgebied en bijdrageregeling voor werknemers: de R.S.Z.-regeling", in: VanLangendonck, J. (ed.), Recente ontwikkelingen van de sociale zekerheid , Antwerpen, Kluwer, 1981, 10). Ben journaliste die reeds vijftien jaar lang als zelfstandige sociale bijdragen betaalde, wenste een verke~rsongeval als arbeidsongeval erkend te zien. Spijts het feit dat zij voor haar werk op doorlopende en forfaitaire wijze vergoed werd en zij zeer frequent werkte in de redactielokalen, werd het element ondergeschiktheid niet bewezen geacht, vermits zij destijds vrijwillig en zich ten voile bewust van de gevolgen geopteerd had voor het zelfstandigenstatuut, wat zij ook vijftien jaar lang consequent had volgehouden (Arbh. Brussel, 30 maart 1981, De Verz., 1981, 717). Daargelaten de vraag of de,keuze" van een bepaald statuut steeds even, vrij" kan gebeuren, wordt hier wellicht uit het oog verloren dat de regels inzake het toepassingsgebied van de Arbeidsongevallenwet (zoals trouwens ook deze van R.S.Z.-wet en K.B. nr. 38) aan de openbare orde raken, zodat de feitelijke uitoefening van de aktiviteit als criterium primeert op de wil van partijen. Om de band van ondergeschiktheid van een bediende ten opzichte van de N.V. waarvan hij tevens afgevaardigd beheerder is wettelijk te motiveren, moet de feitenrechter dan ook vaststellen dat de taken die de bediende in kwestie waarnam, verschilden van het dagelijks beheer van de vennootschap. Het feit dat de betrokkene alsnog als werknemer bij de R.S.Z. aangegeven werd volstaat niet om het bestaan van een band van ondergeschiktheid vast te stellen (Cass., 20 oktober 1976, De Verz., 1976, 763). Ben analoge motivering volstond nochtans voor het Arbeidshof te Brussel om de realiteit van de arbeidsovereenkomst van een afgevaardigd beheerdermanaging director bewezen te achten, hoewel ook vaag verwezen werd naar de,opdrachten die hij diende te vervullen" (Arbh. Brussel, 25 juni 1979, De Verz., 1979, 431). Het cassatieberoep dat in de laatstgenoemde zaak door de rechthebbenden werd ingesteld vocht echter (uiteraard) dit onderdee! van de motivering niet aan (Cass., 27 april1981, niet gepubliceerd doch vernoemd in Arr. Cass., , 977). De ondergeschiktheid van de werknemer heeft als keerzijde het gezag dat de werkgever over hem kan uitoefenen. Deze uitoefening moet niet persoonlijk gebeuren, zodat een werknemer die zich volledig ten dienste stelt van de aangestelden van een bouwondernemer die werken uitvoeren in het bedrijf waar hij normaal is tewerkgesteld, tijdelijk onder het uitsluitend 1043

6 gezag kan te staan komen van de bouwondernemer (Cass., 17 januari 1980, Arr. Cass., , 574). Zoals doorgaans stelde ook hier deze vraag, in verband met het ter beschikking stellen van werknemers, zich naar aanleiding van de verhaalsvordering van de verzekeraar op basis van artikel 47 van de Arbeidsongevallenwet. De overige rechtspraak m.b.t. deze problematiek wordt dan ook besproken in het hoofdstuk over de burgerlijke aansprakelijkheid (zie verder nr. 98). Naast de ondergeschiktheid dient voor de uitgevoerde arbeidsprestatie eveneens een loon bedongen te zijn, zodat de werknemer die tijdens een pauze vrijwillig en zonder toestemming van zijn werkgever een aannemer gaat helpen zonder dat een bezoldiging werd overeengekomen, niet werkt binnen het kader van een arbeidsovereenkomst, ook al zou er ondergeschiktheid bestaan (Cass., 18 februari 1976, Arr. Cass., 1976, 711; Pas., 1976, I, 679; R. G.A.R., 1976, nr. 9686). De Arbeidsongevallenwet is echter wel van toepassing wanneer een leerovereenkomst afgesloten werd, zelfs wanneer hierin geen loon werd bedongen (Arbh. Brussel, 24 november 1975, T.S.R., 1976, 37). Onder het vroegere stelsel konden de ascendenten slechts een rente genieten wanneer zij rechtstreeks voordeel trokken uit het loon van het slachtoffer, wat ook gold bij leerlingen (Cass., 19 juni 1959, R. W., , 279; J. T., 1959, 633; vgl. nu art. 20, tweede lid Arbeidsongevallenwet). 2. ARBEIDSOVEREENKOMST- BEWIJS - Vermits de bepalingen betreffende het toepassingsgebied van de Arbeidsongevallenwet de openbare orde raken, kan het bewijs van een arbeidsovereenkomst niet geput worden uit een bekentenis van een van de partijen. Bij gebrek aan materiele gegevens die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst volstaat het dus niet verklaringen van de werkgever en zijn verzekeraar in te roepen, die bovendien na verloop van tijd totaal gewijzigd werden (Arbh. Gent, 20 oktober 1977, R. W., , 474; zie tevens vorig overzicht, T.P.R., 1976, 1044). Het bewijzen van een arbeidsovereenkomst door getuigen vereist dat de getuigen afdoende op de hoogte kunnen zijn van de professionele verhouding tussen het slachtoffer en zijn vader, voor wie hij werk verricht. De sociale en fiscale documenten die de vader post factum liet opmaken om de toestand van zijn zoon te regulariseren zijn niet enkel onvoldoende om een reele dienstbetrekking te bewijzen, zij wijzen bovendien eerder in de richting van het vooraf niet bestaan van een arbeidsovereenkomst (Arbh. Antwerpen, 28 juli 1981, De Verz., 1982, 259). 3. LEEROVEREENKOMST - Voor de toepassing van de Arbeidsongevallenwet worden de leerjongens met werknemers gelijkgesteld, en de personen die hen tewerkstellen met werkgevers. Geen enkele wet omschrijft echter op algemene wijze wat een leerovereenkomst is, en vermits het essentiele verschil met een arbeidsovereenkomst ligt in het voorwerp ervan, namelijk 1044

7 de beroepsvorming van de leer ling, is het helemaal niet vereist dat de leerling ook arbeidsprestaties verricht in de gebruikelijke zin van het woord. De Arbeidsongevallenwet is bijgevolg ook van toepassing op de leerlingen van de school voor burgerlijke luchtvaart, opgericht door Sabena (Cass., 22 april1982, J. T. T., 1983, 383; Soc. Kron., 1982, 230 (samenvatting); Arbh. Brussel, 7 mei 1979 en Arbrb. Nijvel, 22 juni 1977, geciteerd door Van Laethem, J.,,Arbeidsongevallen", in: Van Langendonck, J. ( ed. ), Recente ontwikkelingen van de sociale zekerheid , Antwerpen, Kluwer, 1981, 375). Er is ook geen enkele reden om de leerovereenkomst te beperken tot de opleiding voor beroepen met een overwegend manu eel karakter, temeer daar de huidige reglementering inzake de voortdurende vorming van de middenstand (K.B. 4 oktober 1976, B.S., 11 november 1976) ook de opleiding voorbereidend op een intellectueel beroep omvat (Cass., 22 april 1982, J. T. T., 1983, 383; Soc. Kron., 1982, 230 (samenvatting)). A fortiori geldig is een leerovereenkomst die overeenkomstig het K.B. van 4 oktober 1976 werd gesloten en erkend, hoewel zij geen opleiding beoogde in een beroep met hoofdzakelijk manueel karakter (Arbh. Luik, 19 maart 1982, J. T. T., 1983, 60). 4. TEWERKGESTELDE WERKLOZEN - De door de overheid tewerkgeste[de werklozen worden naar de vigerende opvatting niet aangeworven krachtens een arbeidsovereenkomst, zodat zij in principe buiten het toepassingsgebied van de Arbeidsongevallenwet vallen. Artikel 169 van het R.V.A.-Besluit voorziet echter dat de tewerkgestelde werklozen ten laste van de R. V.A. dezelfde voordelen genieten als die welke toegekend worden aan de werknemers bij toepassing van de Arbeidsongevallenwet. Hiertoe heeft de R. V.A. een polis afgesloten bij een verzekeringsinstelling waarbij aan deze werklozen dezelfde voordelen gewaarborgd worden als degene voorzien in de Arbeidsongevallenwet (Van Laethem, J., o.c., 376). Vermits de tewerkgestelde werkloze die slachtoffer wordt van een arbeidsongeval zijn recht op vergoeding put uit artikel 169 van het R.V.A.-Besluit, dient hij zich ook voor de bijslagen en de sociale bijstand, die normaal aan het slachtoffer van een arbeidsongeval of de rechthebbenden worden verleend door het Fonds voor Arbeidsongevallen, tot de R.V.A. te wenden (Cass., 31 januari 1983, R. W., , 1074; Arbrb. Luik, 1 december 1980, Jur. Liege, , 98). Het feit dat artikel7 van de Besluitwet van 28 december 1944 de betaling van deze voordelen niet uitdrukkelijk vermeldt als behorend tot de taken van de R.V.A. staat zulks niet in de weg, vermits niets belet dat deze taken uitgebreid worden door een latere wettelijke bepaling, zoals in casu gebeurde door artikel169 van het R.V.A.-Besluit (Arbh. Antwerpen, 16 juni 1982, Soc. Kron., 1982, 333, bevestigd door Cass., 31 januari 1983, R. W., , 1074). De regeling van artikel 169 van het R. V.A.-Besluit wordt eveneens als argument aangehaald om de door de overheid tewerkgestelde werklozen 1045

8 buiten het vergoedingsstelsel van dew et van 6 juli 1967 ( cf. infra) te houden (Keereman, E.,,De regeling betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen in overheidsdienst", J. T. T., 1983, 307). Deze (kader)wet laat de Koning nochtans toe de door haar vastgestelde regeling toepasselijk te verklaren op de leden van het vast, stagedoend, tijdelijk of hulppersoneel van de overheid, zelfs als zijn zij onder arbeidsovereenkomst aangeworven. Vermits de tewerkgestelde werklozen noch krachtens statuut, noch krachtens arbeidsovereenkomst (cfr. supra) aangeworven worden, behoren zij niet tot het bedoelde overheidspersoneel. Helemaal anders is de regeling voor werklozen die vrijstelling van controle genieten omdat zij zich vrijwillig en gratis ter beschikking stellen van een openbare dienst, van een instelling van openbaar nut of (sinds M.B. 1 april 1983, B.S., 16 april 1983) van een door de Staat ingerichte, erkende of gesubsidieerde onderwijsinrichting, een cultureel centrum, jeugdtehuis of van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk (art. 76, 5 M.B. 4 juni 1963, B.S., 6 juni 1964). Het enige wat bij het werken met dergelijke vrijstelling verandert aan de situatie van de werkloze is dat hij zich niet meer dagelijks naar het stempellokaal hoeft te begeven, daar de feitelijke controle voor hem wordt uitgeoefend door het organisme waarvan hij zich ter beschikking stelt. Vermits ten minste een van de essentiele bestanddelen van de arbeidsovereenkomst - het loon - ontbreekt, is er geen verhouding werkgever-werknemer in de zin van de Arbeidsovereenkomstenwet (Pari. Vr. en Antw., Kamer, , 3 mei 1983, 2188 (Vr. nr. 44 Coppieters)). Er kan dan ook geen sprake zijn van het toepassen van de Arbeidsongevallenwet of de Wet van 3 juli 1967 op ongevallen waarvan deze werklozen het slachtoffer zijn, en ook de exclusief voor de door de overheid tewerkgestelde werklozen uitgewerkte regeling van art. 169 van het R.V.A.-Besluit komt voor hen niet in aanmerking. Het is dus niet denkbeeldig dat in extreme gevallen bepaalde personen hun gratis engagement moeten bekopen met ernstige en misschien levenslange fysieke en/ of financiele moeilijkheden (Pari. Vr. en Antw., Kamer, , 10 mei 1983, 2290 (Vr. nr. 96 Kelchtermans)). De Minister van Sociale Zaken acht het dan ook aangeraden dat de instellingen en v.z.w.'s die gebruik maken van de diensten van werklozen, vrijgesteld van stempelcontrole, een verzekering in gemeen recht zouden aangaan waarbij deze personen gelijke voordelen zouden gewaarborgd worden als deze van de Arbeidsongevallenwet (Pari. Vr. en Antw., Kamer, , 14 juni 1983, 2743 (Vr. nr. 154bis Dhoore); Pari. Vr. en Antw., Kamer, , 21 juni 1983, 2850 (Vr. nr. 59bis Coppieters)). 5. o.c.m.w.-raadsleden- Leden van de Raad voor maatschappelijk welzijn vervullen een collegiaal en electoraal ambt, en werken dus niet in ondergeschikt verband ten opzichte van het O.C.M.W. De Arbeidsongevallenwet is bijgevolg niet op hen toepasselijk en zij vallen evenmin onder het toepassingsgebied van dew et van 3 juli Bovendien zijn zij uitgesloten van de beschikkingen die de gemeentelijke overheid de mogelijkheid bieden 1046

9 c_~ _ I _ T een verzekeringscontract te onderschrijven voor individuele risico's ten gunste van sommige mandatarissen. Een omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken dd. 27 juli 1973 beperkt deze mogelijkheid immers tot de!eden van de bestendige deputaties, de voorzitters en I eden van de colleges van agglomeraties, de voorzitter van de twee commissies voor cultuur van de Brusselse agglomeratie, de burgemeesters en schepenen en de O.C.M.W. voorzitters (Par!. Vr. en Ant., Kamer, , 10 januari 1984, 950 (Vr. nr. 167 Delhaye)). 6. OVERHEIDSSECTOR- Hoewel dit overzicht principieel beperkt blijft tot de regeling betreffende deprive-sector wordt op sommige plaatsen ingegaan op rechtspraak over de Wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, arbeidswegongevallen en beroepsziekten in de overheidssector (B.S., 10 augustus 1967). Doorgaans betreft bet dan begrippen of mechanismen parallel met de Arbeidsongevallenwet. Wat bet uiteraard totaal verschillend toepassingsgebied betreft worden bier beknopt de meest markante gegevens uit de beschouwde periode samengevat. De kaderwet van 3 juli 1967 heeft de Koning belast om te bepalen op welke I eden van de overheidssector de bij deze Wet voorziene regeling van toepassing zal zijn, wat bij een viertal (herhaaldelijk gewijzigde) Koninklijke Besluiten is gebeurd (Keereman, E.,,De regeling betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen in overheidsdienst", J. T. T., 1982, 307). Enpolitieagent in dienst van een gemeente valt onder bet toepassingsgebied van de Wet van 3 juli 1967, en wei krachtens bet K.B. van 13 juli 1970 (B.S. 1 september 1970), dat de personeelsleden van provincies, gemeenten, verenigingen van gemeenten, O.C.M.W.'s en interkommunale diensten beoogt (Arbrb. Gent, 14 maart 1977, R.G.A.R., 1978, nr. 9875). Oak een brandweerman in dienst van een gemeente kan een beroep doen op de vergoedingen voorzien in de Wet van 3 juli 1967, oak al dateert bet arbeidsongeval dat hem overkwam van 23 maart Door bet omschrijven van deze vergoedingen als gegarandeerde minima was bet immers de bedoeling van de wetgever om de voordelen van de Wet van 3 juli binnen zekere (verjarings)termijnen - oak toe te kennen aan!eden van de openbare sector die onder haar toepassingsgebied vallen doch die omwille van de geruime tijd die sinds hun arbeidsongeval verstreken is nooit een vergoeding bekomen hebben evenwaardig aan deze minima (Arbrb. Charleroi, 18 januari 1978, T.S.R., 1978, 228). Een leraar aan een stedelijke loodgietersschool, die behoort tot de gesubsidieerde onderwijsinrichtingen waarop de Wet van 29 mei 1959 toepasselijk is en die bet voordeel van een weddetoelage ten laste van de Staat geniet, valt krachtens artikel1, 2 en artikel2, 3 van bet K.B. van 24 januari 1969 (B.S., 8 februari 1969) onder de regeling van de Wet van 3 juli Spijts bet feit dat zijn werkgever de stad is, dient hij de voorziene vergoedingen echter te vorderen van de Staat (Cass., 18 februari 1980, Arr. Cass., , 723 (samenvatting); J.T.T., 1981, 331). 1047

10 Oak het contractueel aangeworven personeelslid van een interkommunale geniet krachtens het K.B. van13 juli 1970 (B.S., 1 september 1970) van de vergoedingen voorzien in de Wet van 3 juli 1967 (cfr. De Clerck, D.,,Interkommunale maatschappij", ina.p.r., Brussel, Larcier, 1968,230, nr. 509). Aileen wanneer dergelijk organisme enkel contractuelen in dienst heeft is er geen onderwerping aan voornoemde wet (Arbrb. Charleroi, 1 april 1981, Rev. Reg. Dr., 1981, 242). Het burgerpersoneel van het ministerie van dejensie valt krachtens het K.B. van 24 januari 1969 (B.S., 8 februari 1969) onder het regime van de Wet van 3 juli Het cassatiemiddel dat wordt ingeroepen tegen een arrest dat in casu een rente toekent op basis van de Arbeidsongevallenwet is ontvankelijk vermits de regels inzake het toepassingsgebied van beide wetten de openbare orde raken, zodat dit middel voor het eerst voor het Hof van Cassatie kan ingeroepen worden. Anderzijds heeft de betrokkene hier oak belang bij het inroepen van dit middel gezien beide regelingen een verschillend basisloonconcept hebben (Cass., 15 maart 1982, T.S.R., 1982, 534). 2. Ratione temporis 7. PRINCIPE- Het overgangsrecht blijft een delicate materie die oak in de beschouwde periode tot moeilijkheden aanleiding gaf. Wat de principes oetrd"t is- de slelliilgm\me vaifhet Hof van Cassatie nochtans vrij eenvoudig en duidelijk. Wetsbepalingen die vergoedingsregels invoeren of wijzigen, zijn van open bare orde, en moeten onmiddellijk toegepast worden, oak op de vergoedingen die verschuldigd zijn wegens de gevolgen van een v66r de inwerkingtreding van de (nieuwe) Wet gebeurd ongeval die zich voordoen of die voortbestaan na de inwerkingtreding, tenzij de vergoeding op het ogenblik van die inwerkingtreding reeds definitief was vastgesteld (Cass., 21 oktober 1966,Arr. Cass., 1967, 246; Pas., 1967, I, 243; J.T., 1967, 57). Bepalingen die een regel van aansprakelijkheid wijzigen daarentegen, zijn slechts van toepassing op de ongevallen die zich voordoen na de inwerkingtreding van de (nieuwe) Wet (Roubier, P., Les conjlits de loi dans le temps, II, Parijs, Sirey, 1933, nr. 78). De vraag die bijgevolg dient gesteld te worden is of de Arbeidsongevallenwet - en de zich vooral op het einde van de beschouwde periode steeds frequenter opvolgende wijzigingen ervan - regels van aansprakelijkheid wijzigt, dan wei enkel innovaties invoert op het vlak van de vergoeding. Tijdens de vorige periode werd hierover een uitgebreide polemiek gevoerd (Henrard, M.,,La vie du droit. Amendes administratives et accidents du travail, deux lois sociales importantes en vigueur", J. T., 1972, 116; Waegenaere, M.,,Correspondance. De la loi nouvelle sur les accidents du travail", J. T., 1972, 258; Gilot, M.,,Correspondance. Application dans le temps de la nouvelle loi sur les accidents du travail", J. T., 1972, 394; Waegenaere, M.,,Correspondance", J.T., 1972, 394; Gilot, M.,,Correspondance. Des accidents du travail encore...", J. T., 1972, 454). 1048

11 De vraag is, zeker wat de Arbeidsongevallenwet in haar geheel betreft, niet eenduidig te beantwoorden. Benevens tal van vergoedingsregels bevatte de Arbeidsongevallenwet als belangrijkste wijziging de veralgemeende verzekeringsplicht, waarbij de vroeger bestaande aansprakelijkheid van de werkgever - die zelf schuldenaar was van de vergoedingen - opgeheven werd en de last van de vergoedingen voortaan op de verzekeringsinstelling werd gelegd (Van de Velden, A. en Schamp, H., Arbeidsongevallen, Antwerpen, Kluwer, 1981, 1). Van deze wijziging kan dan ook met zekerheid de onmiddellijke toepassing uitgesloten worden. Close maakt verder gewag van een,code de bonne pratique" die de verzekeraars in deze materie opstelden, en waarbij de onmiddellijke toepassing van de Arbeidsongevallenwet alleen wordt uitgesloten in die gevallen waarin een ongeval, overkomen v66r 1 januari 1972, volgens de Arbeidsongevallenwet als arbeidsongeval kan worden beschouwd, doch volgens de vroegere wetgeving niet (Close, R.,,Des conflits de Ioi dans le temps", in Les novelles, Droit social, Troclet, L., en Sojcher-Rousselle, M. (ed.), IV, Brussel, Larder, 1975, 663). Artikel 4 van het K.B. van 21 december 1971 betreffende de bijslagen en de sociale bijstand (B.S., 31 december 1971, en B.S., 7 januari 1972) verschaft in dit geval trouwens de getroffene of zijn nabestaanden aanspraak op een bijzondere bijslag. Heel wat delicater lijkt ons de vraag te beantwoorden in welke mate de aanvullingen die door de Wet van 22 juli 1981 (B.S. 15 augustus 1981) werden aangebracht aan artikel 8, 2 van de Arbeidsongevallenwet een regel van aansprakelijkheid wijzigen. Deze aanvullingen betreffen het uitdrukkelijk exemplatief maken van de in deze bepalingen vervatte gelijkgestelde trakjekten, en een nieuwe concrete gelijkstelling, en betreffen dus ongetwijfeld een regel van aansprakelijkheid. Of zij ook een echte wijziging meebrengen is echter een andere vraag. Wat het uitdrukkelijk als exemplatief bestempelen van de opsomming betreft, lijkt het hier om een innovatie te gaan (oude tekst was limitatief, o.m. volgens Van de Velden, A. en Schamp, H., o.c., 84; Mattelaer, J.,,La notion d'accident sur le chemin du travail", J. T. T., 1977, 136; Arbh. Gent, 2 juni 1977, R. W., , 2729; J. T. T., 1977, 326; R. G.A.R., 1979, nr ), hoewel ook de stelling kan verdedigd worden dat reeds de voorbereidende werken van de Arbeidsongevallenwet wezen in de richting van een exemplatieve opsomming (Close, R.,,Les accidents sur le chemin du travail" in Les Novelles. Droit Social, Troclet, L. en Sojcher-Rousselle, M., (ed.), IV, Brussel, Larder, 1975, 187, nr. A 334 in fine). De tweede aanvulling, de tiende gelijkstelling die aan de rij wordt toegevoegd, wijzigt o.i. eveneens een aansprakelijkheidsregel, en betekent letterlijk genomen zelfs een stap terug, vermits door de ontwikkeling van de cassatierechtspraak over de Arbeidsongevallenwet de beoogde situatie reeds gedekt werd, en wel als mogelijk arbeidsongeval sensu stricto (zie hierover nr. 48). Beide wijzigingen kunnen o.i. dan ook slechts toegepast worden op (arbeidsweg) ongevallen die zich nadeinwerkingtreding van de Wet (op 25 augustus 1981) hebben voorgedaan. 1049

12 Houden de nieuwe bepalingen tenslotte geen wijziging in van een regel van aansprakelijkheid, dan hoeft de rechter in burgerlijke zaken de wetsbepaling die hij toepast niet op te geven, tenzij partijen hem bij conclusie erom verzoeken (Cass., 20 maart 1980, Arr. Cass., , 905; Pas., 1980, I, 895, De Verz., 1981, 415). 8. ONMIDDELLIJKE TOEPASSING - Het principe van de onmiddellijke toepassing in geval van wijziging van een wetsbepaling tot vaststelling van de wijze van berekening van de vergoedingen die verschuldigd zijn ten gevolge van een arbeidsongeval, werd in de beschouwde periode herhaaldelijk bevestigd. Aanleiding daartoe was in verreweg de meeste gevallen de berekening van het basisloon, en meer bepaald de begrenzing van dit basisloon. Voor een arbeidsongeval dat de betrokkene overkwam op 21 december 1971 werd tot en met 31 december 1971 de vergoeding op basis van de bij K.B. van 28 september 1931 samengeordende Wetten toegepast, terwijl vanaf 1 januari 1972 de Arbeidsongevallenwet werd toegepast. Vermits het hier ging om de becijfering van de schadeloosstelling werden de nieuwe bepalingen terecht onmiddellijk, doch zonder retroactiviteit toegepast op de nog niet definitief geregelde gevolgen van een tevoren gebeurd arbeidsongeval (Arbh. Antwerpen, 12 november 1975, J. T. T., 1977, 125; zelfde toepassing in Arbh. Brussel, afdeling Bergen, 10 januari 1973, bevestigd door Cass., 19 december 1973, Pas., 1974, I, 429, beide geciteerd door Mallie, J.,,,De quelques arrets de la Cour du travail de Mons", T.S.R., 1978, 462). Op dezelfde grond vernietigde het Hof van Cassatie een arrest van het Arbeidshof te Gent dd. 27 september 1973 waarin ten aanzien van een op 3 december 1971 voorgevallen arbeidsongeval nog de oude grens ( fr.) was toegepast, hoewel de vergoeding nog niet definitief geregeld was (Cass., 11 februari 1976, Arr. Cass., 1976, 681; Pas., 1976, I, 649). Het effekt van dezelfde regel is bij de toepassing ervan op de berekening van het basisloon voor zeelieden echter omgekeerd. Krachtens artikel 79 Arbeidsongevallenwet wordt dit immers forfaitair door de Koning bepaald, doch deze bepaling doet geen afbreuk aan het in art. 34 Arbeidsongevallenwet vervatte beginsel dat het basisloon wordt bepaald op het ogenblik van het ongeval. Op een ongeval dat een zeeman overkwam op 27 september 1971 doch waarvan de vergoedingen niet v66r 1 januari 1972 definitief bepaald waren, is weliswaar de Arbeidsongevallenwet van toepassing, maar vermits art. 34 het basisloon bepaalt op het ogenblik van het ongeval is niet het K.B. van 28 december 1971 tot vaststelling van de bijzondere regelen inzake de toepassing van de Arbeidsongevallenwet op zeelieden toepasselijk, maar het K.B. van 6 april 1970 tot vaststelling van het gemiddeld jaarlijks loon van zeelieden ter koopvaardij (Cass., 24 december 1975, J. T. T., 1976, 225). 9. NOG NIET DEFINITIEF GEREGELDE VERGOEDING- De vergoeding is, 1050

13 -~-----o~~- I_ -=._~;_-~-c-o, ---~--=------o_-~-- althans wat het basisloon betreft, definitief geregeld wanneer v66r de inwerkingtreding van de nieuwe Wet de overeenkomst is gehomologeerd. Het feit dat de herzieningstermijn nog niet is verstreken of dat effektief een eis tot herziening wordt ingesteld doet bier geen afbreuk aan, vermits hierbij enkel de wijziging van de arbeidsongeschiktheid of het overlijden van het slachtoffer ter sprake komt zonder dat de andere elementen van de overeenkomst opnieuw in vraag gesteld kunnen worden (Cass., 25 juni 1975, J. T. T., 1976, 258, bevestigt Arbh. Lriik, 30 mei 1974, dat Arbrb. Hoei, 7 februari 1973 hervormde, beide geciteerd door Close, R.,,Des conflits de loi dans le temps", in Les Novelles. Droit Social, IV, Troclet, L. en Sojcher-Rousselle, M. (eds.), Brussel, 1975, 664 en 665). Het is echter niet omdat het slachtoffer v66r de inwerkingtreding van de nieuwe Wet kwam te overlijden, dat het te vergoeden gevolg van dit ogenblikkelijk feit zich niet zou uitstrekken na de inwerkingtreding van de nieuwe Wet. De Arbeidsongevallenwet voorziet immers ook vergoedingen voor andere rechthebbenden, die in casu niet v66r 1 januari 1972 definitief geregeld waren (Cass., 11 februari 1976, Arr. Cass., 1976, 681; Pas., 1976, I, 649). Zelfs indien de vergoeding reeds definitief geregeld was v66r de inwerkingtreding van de nieuwe Wet, kan het slachtoffer een beroep doen op de nieuwe Wet om te vragen dat ten hoogste een derde van de waarde van de hem toegekende rente als kapitaal wordt uitbetaald. In tegenstelling tot de vroegere regeling laat de Arbeidsongevallenwet immers toe dat de getroffene zulks op elk ogenblik vraagt, zelfs na de vestiging van het kapitaal, en deze nieuwe regel betreft slechts een betalingsmodaliteit van de vergoeding. De Arbeidsongevallenwet is dan ook van toepassing op de betalingen die gedaan worden na haar inwerkingtreding, ook al betreft het definitief vastgestelde vergoedingen voor een ongeval van voor 1 januari 1972 (Cass., 28 mei 1980, Arr. Cass., , 1198). 10. GEEN REGEL DIE AANSPRAKELIJKHEID WIJZIGT - Nieuwe bepalingen die een regel van aansprakelijkheid inhouden mogen niet toegepast worden op ongevallen van v66r hun inwerkingtreding. De bepalingen inzake het basisloon behoren daar duidelijk niet toe (Cass., 24 december 1975, J. T. T., 1976, 225). en de regeling vaq de betalingsmodaliteiten van de rente a fortiori niet (Cass., 28 mei 1980, Arr. Cass., , 1198). Moeilijker ligt de vraag bij de bepaling van art. 46, 1, 4 van de Arbeidsongevallenwet, waarin de immuniteit van de werkgever wordt vastgelegd. Het gaat bier weliswaar om een regel van aansprakelijkheid, doch de nieuwe tekst wijzigt het vroegere art. 19 niet, en is als interpretatfef te beschouwen. Ook deze regeling is bijgevolg onmiddellijk van toepassing (Kh. Brussel, 16 september 1975, B.R.H., 1977, 89, waar tevens wordt naar Kh. Brussel, 30 september 1975, R. W., , 1835). Impliciet oordeelde het Arbeidshof te Brussel dat art. 20, lid 2 van de Arbeidsongevallenwet geen nieuwe aansprakelijkheid invoerde door ook 1051

14 een rente te voorzien voor bloedverwanten in opgaande lijn, de broers en zusters van een door een dodelijk arbeidsongeval getroffen Ieerling die geen loon genoot. Vermits onder toepassing van de gecoordineerde wetten de vergoeding aan deze personen slechts toekwam wanneer de Ieerling effektief een loon genoot (wat het arrest erkent), lijkt deze beslissing ons niet overtuigend waar enkel wordt vastgesteld dat de nieuwe Wet van toepassing is vermits nog geen vergoeding definitief werd vastgesteld. W el wordt wat de feiten betreft vastgesteld dat het bestaan van een loon afdoende bewezen werd, zodat het uiteindelijke resultaat op zich niet kan betwist worden (Arbh. Brussel, 24 november 1975, T.S.R., 1976, 37). Wat ten slotte de regels die de omschrijving van de noodzakelijke elementen van de notie arbeidsongeval zelf wijzigen, moet de oude definitie worden toegepast voor de beoordeling van feiten die zich v66r de nieuwe wet hebben voorgedaan (Arbh. Bergen, 18 maart 1977, De Verz., 1977, 569; R.G.A.R., 1978, nr. 9884, waar in de samenvatting ten onrechte naar art. 7 Arbeidsongevallenwet verwezen wordt; Verz. Wer., 1979, 84 (vertaling)). De vraag of de nieuwe bepaling wei innovaties oplegt aan de rechtspraak moet echter telkens in concreto nagegaan worden, want waar bijvoorbeeld het tweede lid van artikel 7 Arbeidsongevallenwet geen nieuw vermoeden invoert bevat het eerste lid van genoemd artikel evenmin enige wijziging, zodat een onmiddellijk toepassing ervan niet onjuist is (Arbh. Antwerpen, 2 juli 1975, R. G.A.R., _197_l,_nr. 97:21). 3. De arbeidsongevallenwet raakt de openbare orde 11. PRINCIPE - Algemeen wordt aangenomen dat artikel 6 van de Arbeidsongevallenwet, dat benevens een specifiering van het beginsel uit artikel 4 van de R.S.Z.-wet bepaalt dat overeenkomsten strijdig met de Arbeidsongevallenwet met een nietigheid van rechtswege worden gesanctioneerd en dat bovendien (sinds de toevoeging van 3 door artikel1 Wet 7 juli 1978, B.S., 12 oktober 1978) de rechter oplegt ambtshalve over de rechten van de getroffene en zijn nabestaanden te waken, het openbare orde-karakter van de Arbeidsongevallenwet expliciteert. Nieuw was deze vaststelling in 1974 niet, en in de beschouwde periode, waarin tevens nog rechtspraak over de bij het K.B. van 28 september 1931 samengeordende wetten werd gepubliceerd, werd dit principe meermaals bevestigd. Slechts uitzonderlijk echter worden aile bepalingen van de Arbeidsongevallenwet van openbare orde genoemd (Kh. Brussel, 16 september 1975, B.R.H., 1977, 83). 12. BEPALINGEN VAN OPENBARE ORDE- GEVOLGEN- Meestal beperkt de rechtspraak zich ertoe vast te stellen dat bepaalde regels uit de Arbeidsongevallenwet de openbare orde raken. Dit is ontegensprekelijk het geval voor de bepalingen die het toepassingsgebied omschrijven. Gevolg hiervan is onder meer dat de toepasselijkheid van de Wet van 3 juli 1967 in plaats van de Arbeidsongevallenwet zelfs voor het eerst in graad van Cassatie kan 1052

15 ingeroepen worden (Cass., 15 maart 1982, T.S.R., 1982, 534). Bovendien kan het bestaan van de verschillende constitutieve bestanddelen van een arbeidsongeval niet geleverd worden door een bekentenis, gerechtelijk of buitengerechtelijk (Cass., 26 februari 1975, Arr. Cass., 1975, 729; Pas., 1975, I, 633; R. W., ,2339, J.T., 1975, 249; Arbh. Gent, 1 december 1977, De Verz., 1980, 327). De toepasselijkheid van de Arbeidsongevallenwet kan dan ook niet afgeleid worden uit de impliciete erkenning die zou voortvloeien uit de vrijwillige betaling door de verzekeraar gedurende een zekere tijd (Cass., 14 mei 1979, Arr. Cass., 1978~79, 1090; De Verz., 1980, 351; Arbh. Gent, 2 december 1982, J. T. T., 1983, 387). De verzekeraar behoudt zelfs bet recht de toepasselijkheid van de Arbeidsongevallenwet te betwisten wanneer hij verzuimde het Fonds voor Arbeidsongevallen (v66r de wijziging door art. 3 K.B. nr. 18 van 6 december 1978, B.S., 23 januari 1979, de arbeidsinspekteur) binnen de door artikel63 voorziene termijn van twee weken op de hoogte te brengen van zijn twijfel omtrent de toepasselijkheid van de Arbeidsongevallenwet of (sinds art. 3 K.B. nr. 18 van 6 december 1978) zijn weigering het ongeval ten laste te nemen (Cass., 31 oktober 1978, Arr. Cass., , 243; Pas., 1979, I, 261; R. W., , 2313; R.G.A.R., 1980, 10272). Ook de bepalingen betreffende bet basisloon raken de openbare orde (Arbh. Antwerpen, 12 november 1975, J. T. T., 1977, 125), evenals de bepaling die de samenvoeging van de gemeenrechtelijke en de forfaitaire vergoedingen verbiedt (Cass., 4 maart 1981, Arr. Cass., , 741) en de bepaling die de immuniteit van de werkgever vastlegt (Kh. Brussel, 16 september 1975, B.R.H., 1977, 83). Het gevolg hiervan is dat de rechter ambtshalve moet nagaan of deze bepalingen werden nageleefd (ibid.). AFDELING 2 BEGRIP EN BEWIJS 13. INLEIDING - De wetgever heeft het bij de redactie van de Arbeidsongevallenwet niet opportuun geacht een definitie van bet begrip arbeidsongeval in deze Wet vast te leggen. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden die hebben geleid tot de artikelen 7 en 9 van de Arbeidsongevallenwet ging nochtans een uitgesproken voorkeur uit naar de definitie die Duchatelet had voorgesteld (Pari. St., Senaat, , nr. 328, 10). Deze definitie omschrijft bet arbeidsongeval als,een plotselinge gebeurtenis die een lichamelijk letsel veroorzaakt en die voorvalt tijdens en door het feit van de arbeidsovereenkomst" (Duchatelet, L.,,La notion d'accident du travail", R.C.J.B., 1968, 310). Sommige auteurs voegden bier opnieuw de uitwendige oorzaak aan toe (Mertens, A.,,Vermoedens en het begrip arbeidsongeval", Verz. Wer., 1978, 513), daarbij soms nuancerend dat de aanwezigheid van dit vierde constitutief bestanddeel weliswaar vereist is, doch niet door de getroffene of zijn rechthebbenden moet bewezen worden (Van de Velden, A. en Schamp, H., Arbeidsongevallen prive-sector, Antwerpen, Klu- 1053

16 wer, 1981, 41 en 50). De kritiek op de toevoeging van dit vierde element, vroeger reeds geformuleerd door Duchatelet (art. cit.), L. Francois (,L'accident du travail ou les vicissitudes d'une definition juridique", J. T. T., 1972, 193) en P. Vandervorst (,Redefinir la notion d'accident du travail", R.G.A.R., 1972, nr. 8898), werd in de beschouwde periode hernomen door H. Bonheure-Fagnart (,Aspects actuels de la notion et du regime de la preuve des accidents du travail", R.G.A.R., 1977, nr. 9800). Het element uitwendige oorzaak wordt er terecht overbodig genoemd, vermits de plotselinge gebeurtenis veel duidelijker de grens met een (beroeps)ziekte aflijnt en de notie,door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst" in se de uitwendige factor omvat. De meest originele definitie werd geformuleerd door Rauws, die uitgaat van de scheiding van het professioneel risico in arbeidsongeval en beroepsziekte (die allesomvattend is, op de,blinde vlek" van de niet op de bij K.B. vastgelegde lijst van beroepsziekten voorkomende ziekten na). Met de bedenking dat het de bekommernis van de wetgever was de breedst mogelijke interpretatie toe te laten schrapt Rauws ook het element,plotselinge gebeurtenis" en komt tot,elke gezondheidsschade die het gevolg is van een risico waaraan de werknemer wegens zijn functie blootstaat en die geen beroepsziekte is, d.i. geen ziekte die het gevolg is van een langdurige blootstelling aan een reeel en gevaarlijk in het arbeidsmilieu aanwezig schadelijk agens" (Rauws, J.R.,,De behoeften aan een definitie van het wettelijk begrip arbeidsongeval anno 1971 ", R. W., , 2017, en in Sociaal Recht, Gent, R.U.G., 1976, 153, ten dele gevolgd in Arbh. Antwerpen, 25 mei 1977, R.G.A.R., 1979, nr ). Wat de bewijslast betreft bevat de arbeidsongevallenwet zelf wel duidelijke richtlijnen: het slachtoffer of zijn rechthebbenden dienen een letsel te bewijzen en een plotselinge gebeurtenis die zich voordeed tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Kan de betrokkene (of zijn rechthebbenden) het letsel en een plotselinge gebeurtenis aanwijzen, dan wordt het letsel tot bewijs van het tegendeel vermoed door een ongeval te zijn veroorzaakt (art. 9 Arbeidsongevallenwet, een van de belangrijke wijzigingen aan de vroegere regeling). Is het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, dan wordt het krachtens een tweede vermoeden iuris tantum geacht overkomen te zijn door het feit van de uitvoering van die overeenkomst (art. 7 Arbeidsongevallenwet, voorheen art. 1, lid 6 van de Samengeordende Wetten op de Arbeidsongevallen). Waar sommigen van oordeel zijn dat de Arbeidsongevallenwet een totale omkering van de bewijslast heeft ingevoerd (Archambeau, G.,,,Le renversement de la charge de la preuve en droit des accidents du travail", R.G.A.R., 1977, nr. 9725), zouden wij dan ook eerder spreken van een consequent doortrekken van de reeds voorheen partieel bestaande verlegging van de bewijslast van het slachtoffer naar de (potentiele) schuldenaar van de wettelijke vergoedingen. De verzekeraar die bepaalde feiten niet als arbeidsongeval wenst te vergoeden spijts het feit dat de getroffene (of zijn rechthebbenden) de drie genoemde elementen bewijst, kan dus slechts op twee manieren aan de 1054

17 ---~~~I-T--~-----_--=:: vergoedingsplicht ontkomen: ofwel door het vermoed oorzakelijk verband tussen letsel en plotselinge gebeurtenis te weerleggen, ofwel door aan te tonen dat het ongeval niet is overkomen door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De klassiek geworden indeling in deze materie volgend, behandelen wij eerst de notie ongeval, waarbij de rechtspraak betreffende het letsel en de plotselinge gebeurtenis besproken wordt. Vervolgens komen aan bod het arbeidsongeval sensu stricto, met het element,tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst" als kern, en het arbeidswegongeval, waarbij de omschrijving van de arbeidsweg naast de onderbreking en de omweg centraal staat. V66r dit alles komt echter die rechtspraak aan bod waarin de bewijsvoering op zich het hoofdprobleem uitmaakt. 1. Bewijsregeling 14. ALGEMEEN- TWIJFEL- Het slachtoffer of zijn rechthebbenden dienen dus drie elementen aan te brengen om aanspraak te kunnen maken op de vergoedingen voorzien in de Arbeidsongevallenwet, eenmaal is vastgesteld dat deze ratione personae zowel als ratione tempori (et locl) van toepassing kan zijn. Worden zowel het letsel als de plotselinge gebeurtenis tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst aangetoond, dan zorgen de twee genoemde vermoedens ervoor dat aileen nog een op twee plaatsen mogelijk tegenbewijs vanwege de verzekeraar de toepassing van de Arbeidsongevallenwet in de weg staan. Wat indien twijfel bestaat over een van de drie vereiste elementen? Ben handelsvertegenwoordiger die niet kan aantonen dat het verkeersongeval waarbij hij gewond werd zich voordeed bij het vervullen van de door zijn werkgever gegeven opdrachten, blijft in gebreke het bewijs te leveren dat hij zich bij het ongeval in de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bevond. De elementen die hij daartoe aanbracht bleken enerzijds niet door materh:!le elementen gestaafd te worden en anderzijds erg onwaarschijnlijk voor te komen (Arbh. Gent, 5 juni 1980, De Verz., 1981, 421). Evenmin overtuigend als bewijs van een plotselinge gebeurtenis die zich tijdens de arbeidsovereenkomst zou hebben voorgedaan is de verklaring van een werkneemster die het ongeval situeert op een andere dag en plaats dan in de aangifte die werd gedaan aan de verzekeraar door een gevolmachtigde van haar werkgever in samenwerking met de betrokken werkneemster zelf. De verklaring van het slachtoffer ten tijde van de aangifte kan immers geacht worden in tempore non suspecto afgelegd te zijn, wat niet kan gezegd worden van de versie die het slachtoffer aankleefde in de inleidende dagvaarding (Arbrb. Antwerpen, 25 juni 1981, De Verz., 1982, 251). Wanneer' het onduidelijk is om welke redenen het slachtoffer zich had begeven naar de plaats van het ongeval maar een van deze redenen erin kan bestaan dat hij poogde zich een oordeel te vormen van de hoeveelheid metaal die konden gerecupereerd worden uit een af te breken gebouw, dan speelt deze twijfel 1055

18 in het voordeel van het slachtoffer. De verzekeraar blijft immers volledig in gebreke het bewijs te leveren dat het ongeval niet is overkomen door het feit van de arbeidsovereenkomst (Arbrb. Charleroi, 29 januari 1975, J. T. T., 1976, 127). W anneer de doodsoorzaak bij het slachtoffer niet kan achterhaald worden, speelt het vermoeden van artikel 9 Arbeidsongevallenwet niet zonder dat de rechthebbenden een plotselinge gebeurtenis aantonen. De dood is immers niet met het ongeval te identificeren, maar is er het gevolg van (Arbh. Antwerpen, 24 december 1980, Limb. Rechtsl., 1981, 71). Ook het onwel worden op zich is geen plotselinge gebeurtenis, zodat de weduwe van een commercieel afgevaardigde die tijdens de gewone uitoefening van zijn dagtaak zonder specifiek aanwijsbare oorzaak onwel werd en kwam te overlijden, geen aanspraak kan maken op enige vergoeding inzake arbeidsongevallen (Arbrb. Brussel, 25 oktober 1982, R.G.A.R., 1983, nr ). V olstrekt overbodig concludeert het geciteerde vonnis dat de verzekeraar het,in de wet ingeschreven tegenbewijs" aanbrengt, vermits bij gebrek aan afdoende bewijzen omtrent een van de drie basisgegevens de wettelijke vermoedens niet werken en een tegenbewijs overbodig wordt. De twijfel omtrent de doodsoorzaak, die in de vroegere regeling de toepassing van de samengeordende wetten in de weg stond, dient krachtens de bewijsregeling van de Arbeidsongevallenwet weliswaar in het voordeel van het slachtoffer of de rechthebbende te spelen (Part. St.,-Senaat, 1970.:71, llr. 213, 49 en Archambeau, G.,,Le renversement de la charge de la preuve en droit des accidents du travail", R.G.A.R., 1977, nr. 9725), doch van dit voordeel kan slechts sprake zijn wanneer zowel het letsel als de plotselinge gebeurtenis tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst afdoende bewezen worden. 15. UITWENDIGE OORZAAK - Benevens deze drie elementen legt de Arbeidsongevallenwet de getroffene (of zijn rechthebbenden) echter geen verdere bewijslast op, zodat het vermoeden van artikel 9 het vroegere kriterium van de uitwendigheid overbodig maakt (Arbrb. Verviers, 17 november 1976, J.T. T., 1977, 107; De Verz., 1977, 23; Jur. Liege, , 101). Het behoud van die voorwaarde komt erop neer dat men de getroffene langs een omweg een bewijslast oplegt waarvan de wet hem precies heeft willen ontslaan (Lenaerts, H., Conclusie bij Cass., 28 mei 1979, R. W., , 1031). Het Cassatiearrest van 24 februari 1978 (R. W., , 1487), dat nog de (oude) definitie in herinnering brengt waarbij,de oorzaak of een van de oorzaken buiten het organisme van de getroffene" diende te liggen, kan terzake niet als een precedent in ware zin beschouwd worden. De vraag of de Arbeidsongevallenwet een wijziging van de (oude) jurisprudentiele definitie vergde had immers geen invloed op de oplossing die het Hof aan genoemde zaak heeft gegeven, omdat het ingeroepen middel feitelijke grondslag miste (Lenaerts, H., o.c., R. W., , 1029). De feitenrechter dient dan ook geen uitwendige oorzaak aan te wijzen van de 1056

19 val die hij als plotselinge gebeurtenis in aanmerking neemt (Cass., 28 mei 1979, Arr. Cass., , 1127; Pas., 1979, I, 1111; R. W., , 1036; Vandeursen, J.,,,Aanwijzing bij arbeidsongeval van het letsel en de plotselinge gebeurtenis, met oorzaak buiten het organisme", Verzekeringswereld, 1981, 134). De uitwendige oorzaak blijft na de inwerkingtreding van de Arbeidsongevallenwet bijgevolg slechts een rol spelen bij het tegenbewijs dat de verzekeraar kan leveren teneinde het vermoeden van artikel 9 te ontkrachten. 16. DRAAGWIJDTE VERMOEDEN ARTIKEL 9 - Het letsel hoeft zich niet plotseling te manifesteren, alleen de gebeurtenis die aanleiding geeft tot dit letsel moet plotseling zijn (zie verder, nr. 24) opdat het oorzakelijk verband tussen beide tot bewijs van het tegendeel vermoed wordt. Het vermoeden van artikel 9 Arbeidsongevallenwet kan bijgevolg ook ingeroepen worden om het oorzakelijk verband tussen een open beenfraktuur op 5 maart 1975 en het overlijden na een bezoek aan de kinesist ter gelegenheid van de revalidatie na het eerste ongeval op 4 november 1975 tot bewijs van het tegendeel als aangetoond te beschouwen. Het tegenbewijs kon hier evenwel geleverd worden aan de hand van het verslag van de autopsie, dat formeel aantoonde dat de plotse dood was veroorzaakt door een accuut hartinfarkt zonder enig verband met het arbeidsongeval van 5 maart 1975, noch met de daaropvolgende behandelingen (arbh. Gent, 21 februari 1980, T.S.R., 1980, 162). Ten onrechte eiste dezelfde kamer van het Arbeidshof te Gent dat het slachtoffer van een arbeidsongeval dd. 13 juni 1979 het bewijs leverde dat de operatie die hij na een herniabreuk onderging op 10 oktober 1979 genoodzaakt werd door het ongeval. Als letsel werd immers,de scherpe pijn in de rug" weerhouden, die naderhand een akute lumbago met ischias bleek te zijn. Ook een plotselinge gebeurtenis werd aangetoond, met name het opheffen van een zwaar blok bij het houtklieven, zodat het oorzakelijk verband met het letsel tot bewijs van het tegendeel vermoed werd te bestaan (Arbh. Gent, 2 december 1982, J. T. T., 1983, 387). Vermits het letsel niet plotseling hoeft te zijn, dient het vermoeden van artikel 9 Arbeidsongevallenwet ook toegepast te worden ten aanzien van de verdere evolutie van het letsel, dat door het Arbeidshof trouwens als,rugpijn" omschreven wordt, zodat o.i. -tot bewijs van het tegendeel- zowel de akute lumbago als de herniabreuk het (vermoed) gevolg zijn van de plotselinge gebeurtenis. Het is tenslotte niet omdat in casu volgens de verzekeraar de letsels op 25 september 1979 geconsolideerd waren dat een verdere verergering ook in realiteit onmogelijk was. Analoog met deze voor kritiek vatbare beslissing, doch nog explicieter, was de arbeidsrechtbank te Luik van oordeel dat het slachtoffer geen beroep kon doen op het vermoeden van artikel 9 om een letsel (hernia) dat zich acht maanden na het arbeidsongeval ten volle manifesteerde als gevolg van dit ongeval (hevige rugpijn na het opheffen van radiatoren) vermoed te zien. Genoemd wettelijk vermoeden had name- 1057

20 lijk reeds gediend om het bestaan van het arbeidsongeval te bewijzen, zodat het niet nogmaals zou kunnen ingeroepen worden om de band tussen het ongeval en de latere gevolgen tot bewijs van het tegendeel aan te tonen (Arbrb. Luik, 20 maart 1980, J. T. T., 1981, 340). De oorzakelijke band tussen het ongeval en de zelfmoord die er een laat gevolg van kan zijn, dient in deze visie dan ook krachtens de gemeenrechtelijke bewijsregels aangetoond worden (Arbrb. Luik, 26 juni 1980, J. T. T., 1981, 338). 17. OMVANG VAN HET TEGENBEWIJS- Het tegenbewijs mag niet verbonden worden met een voorwaarde van absolute zekerheid vermits die terzake niet bereikbaar is. Aan de kant van de verzekeraar zal dezelfde morele zekerheid volstaan als die welke voor het slachtoffer toereikend zal zijn wanneer hij de bewijslast draagt. De opdracht van een gerechtelijk deskundige die wordt aangesteld om de precieze doodsoorzaak van het slachtoffer nate gaan kan daartoe aangevuld worden met de vraag,,gebeurlijk de graad van zekerheid of waarschijnlijkheid aan te duiden waarmee de antwoorden gegeven worden" (Arbh. Antwerpen, 25 mei 1977, J.T.T., 1977, 348; R.G.A.R., 1979, nr ; Limb. Rechtsl., 1977, 144). Wanneer de deskundige dan besluit dat,,met grate graad van waarschijnlijkheid kan gezegd worden dat het overlijden van het slachtoffer na een hartinfarct in casu niet het gevolg is van zijn arbeidstaak of -omstandigheden", is het tegenbewijs afdoende geleverd (Arbrb. Hasselt, 12 september 1978, R.G.A.R., 1980, nr , in dezelfde zaak, zie ook Arbh. Antwerpen 12 april1978, J. T. T., 1979, 3; Limb. Rechtsl., 1978, 150), Archambeau is echter de mening toegedaan dat het tegenbewijs met volledige zekerheid moet geleverd worden vermits ingeval van twij fel de vergoedingen niet mogen geweigerd worden (Archambeau, G.,,Le renversement de la charge de la preuve en droit des accidents du travail", R.G.A.R., 1977, nr. 9725, die in voetnoten 17 tot en met 24 verwijst naar de voorbereidende werken van de Arbeidsongevallenwet en naar de rechtspraak van het Franse Hof van Cassatie; zie ook Arbh. Luik, 18 december 1980, Jur. Liege, 1981, 93, noot Simar, N.). Ons Hof van Cassatie kon zich tot hiertoe niet uitspreken over de voor het tegenbewijs vereiste zekerheid, vooreerst omdat het hier een feitelijke appreciatie betreft, terwijl in een zaak waar het principe werd aangevochten het Arbeidshof had geoordeeld dat de aangeduide plotselinge gebeurtenis niet afdoende bewezen was, zodat het ingeroepen middel bij gebrek aan belang niet ontvankelijk was (Cass., 9 april 1979, R.G.A.R., 1980, nr ). De loutere mogelijkheid dat het letsel niet door de aangetoonde plotselinge gebeurtenis werd veroorzaakt is echter duidelijk onvoldoende (Arbh. Luik, 16 maart 1982, J. T. T., 1982, 314; Arbrb. Verviers, 9 januari 1978, Jur. Liege, , 79). 18. VERKLARING VAN HET SLACHTOFFER - BEWIJS DOOR VERMOEDENS - Evenmin als een erkenning door de verzekeraar vormt de bekentenis van het slachtoffer op zich in deze materie die de openbare orde raakt een afdoend bewijsmiddel (cfr. supra). Tach is het voor de getroffene in 1058

Arbeidsongevallen Wijziging van de wet van 10 april 1971 Nota over de wetgeving

Arbeidsongevallen Wijziging van de wet van 10 april 1971 Nota over de wetgeving VL/NB Brussel, 17 februari 2014 Arbeidsongevallen Wijziging van de wet van 10 april 1971 Nota over de wetgeving Er is een nieuwe wettekst verschenen. Deze betreft: Wet van 21.12.13 houdende dringende diverse

Nadere informatie

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde 16 OKTOBER 2000 S.00.0101.N/1 Nr. S.00.0101.N.- SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde Natieslaan 1, eiseres tot cassatie

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1 OP WIE IS DE ARBEIDSONGEVALLENWET VAN TOEPASSING? 13 1. ALGEMEEN 13

INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1 OP WIE IS DE ARBEIDSONGEVALLENWET VAN TOEPASSING? 13 1. ALGEMEEN 13 INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1 OP WIE IS DE ARBEIDSONGEVALLENWET VAN TOEPASSING? 13 1. ALGEMEEN 13 2. WERKNEMERS DIE ONDER DE TOEPASSING VALLEN VAN DE WET VAN 27 JUNI 1969 OP DE MAATSCHAP- PELIJKE ZEKERHEID

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Rolnummer 2926 Arrest nr. 186/2004 van 16 november 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM.

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM. 8 oktober 2001 S.00.0074.F/1 Nr. S.00.0074.F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM. HET HOF, Gehoord het verslag van

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.547 ----------------------------- Zitting van dinsdag 31 januari 2006 -----------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.547 ----------------------------- Zitting van dinsdag 31 januari 2006 ----------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.547 ----------------------------- Zitting van dinsdag 31 januari 2006 ----------------------------------------------- Lijfrente arbeidsongevallen - Uitbreiding tot wettelijk samenwonenden

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsongevallen Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg steven.vandenbroeck@werk.belgie.be 5 juni 2018 1 Inhoud 1. Wetgeving 2. EHBO 3. Vergoeding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 MAART 2016 S.15.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0053.N STAD AARSCHOT, vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, met zetel te 3200 Aarschot, Ten Drossaarde

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

Begindatum Einddatum Vervaldag Duur 01/01 1 jaar

Begindatum Einddatum Vervaldag Duur 01/01 1 jaar Polis 30 504 345 Bijzondere Voorwaarden : Verzekeringsnemer : Doel van de polis Het verzekeren van de doelgroep-medewerkers (hierna verzekerde(n) genoemd) die een individuele overeenkomst hebben ondertekend

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 MEI 2011 C.09.0499.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0499.N RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING, openbare instelling, met zetel te 1150 Sint-Pieters-Woluwe, Tervurenlaan

Nadere informatie

I C. ARBEIDSONGEVALLEN

I C. ARBEIDSONGEVALLEN I C. ARBEIDSONGEVALLEN Het slachtoffer kan geen aanspraak maken op een volledige schadeloosstelling, maar is aangewezen op een voornamelijk forfaitair vergoedingssysteem. Dit impliceert dat slechts bepaalde

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67)

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) 1. Welk ongeval moet aangegeven worden? Elk feit overkomen tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst of op de arbeidsweg

Nadere informatie

--------------------------

-------------------------- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 107 VAN 28 MAART 2013 BETREFFENDE HET KLIKSYSTEEM VOOR HET BEHOUD VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING IN HET KADER VAN BEPAALDE STELSELS VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 VAN 28 JUNI 1973 BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN GEWAARBORGD MAANDLOON AAN

Nadere informatie

Rolnummer 2782. Arrest nr. 124/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T

Rolnummer 2782. Arrest nr. 124/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T Rolnummer 2782 Arrest nr. 124/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 20bis, 46, 2, tweede lid, 47, eerste lid, 59, 9, en 59quinquies van de arbeidsongevallenwet

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T Rolnummer 4880 Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 JUNI 2018 S.17.0080.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.17.0080.N AG INSURANCE nv, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 VAN 28 JUNI 1973 BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN GEWAARBORGD MAANDLOON AAN

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot

Nadere informatie

OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK ARBEIDSONGEVALLEN

OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK ARBEIDSONGEVALLEN OVERZICHT VAN RECHTSPRAAK ARBEIDSONGEVALLEN 1984-1989 door Chris PERSYN advocaat Ria JANVIER docent U.I.A. INHOUD Willy VAN EECKHOUTTE docent R.U.G. advocaat Hoofdstuk I INLEIDENDE BEP ALINGEN Afdeling

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. [De informatieplicht] HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Rolnummer 5056 Arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het

Nadere informatie

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving VL/NB Brussel, woensdag 23 april 2014 LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving Twee nieuwe KB's bepalen de toepassingsmodaliteiten van het concept 'licht ongeval' in de reglementering betreffende arbeidsongevallen,

Nadere informatie

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ?

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Inleiding 1. Nieuwe werkgevers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, voor de eerste zes werknemers die zij aanwerven

Nadere informatie

BERAADSLAGING NR 04/009 VAN 6 APRIL 2004 M.B.T

BERAADSLAGING NR 04/009 VAN 6 APRIL 2004 M.B.T SCSZ/04/49 BERAADSLAGING NR 04/009 VAN 6 APRIL 2004 M.B.T. DE UITWISSELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD TUSSEN HET FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN EN DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN MET HET OOG

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2018 C.17.0578.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0578.N 1. BALOISE BELGIUM nv, met zetel te 2600 Antwerpen (Berchem), Posthofbrug 16, 2. AG INSURANCE nv, met zetel te 1000 Brussel,

Nadere informatie

koninklijk besluit van 20 september 1998, wordt vervangen als volgt : «Artikel 1. De regeling ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de

koninklijk besluit van 20 september 1998, wordt vervangen als volgt : «Artikel 1. De regeling ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2008 S.06.0099.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.06.0099.F MUTUALITES SOCIALISTES DU BRABANT-WALLON, Mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2014 S.13.0113.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0113.F VIVIUM nv, Mr. van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. S. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hier vind je basisinformatie die van pas kan komen wanneer je slachtoffer geworden bent van een arbeidsongeval.

Hier vind je basisinformatie die van pas kan komen wanneer je slachtoffer geworden bent van een arbeidsongeval. Arbeidsongeval Hier vind je basisinformatie die van pas kan komen wanneer je slachtoffer geworden bent van een arbeidsongeval. We bespreken wat je moet doen als de algemene Arbeidsongevallenwet op jouw

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli A D V I E S Nr. 1.410 ------------------------------ Zitting van woensdag 10 juli 2002 ---------------------------------------------- Outplacement - Uitvoering van de wet van 5 september 2001 tot verbetering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2015 P.14.0357.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0357.N MARC VAN ZELE ebvba, met zetel te 9240 Zele, Dommekensstraat 17, beklaagde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 VAN 28 JUNI 1973 BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN GEWAARBORGD MAANDLOON AAN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2014 S.12.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0053.N M.S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

MEDEDELING Nr. 12 -------------------------------- Zitting van donderdag 28 maart 2013 -----------------------------------------------------

MEDEDELING Nr. 12 -------------------------------- Zitting van donderdag 28 maart 2013 ----------------------------------------------------- MEDEDELING Nr. 12 -------------------------------- Zitting van donderdag 28 maart 2013 ----------------------------------------------------- MEDEDELING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDS-

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld - Bedienden - Veranderlijk loon - Enkel en dubbel vakantiegeld - Berekening - Art. 39, K.B. 30 maart 1967 Datum 15 januari 1996 Copyright

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2008 C.06.0392.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0392.F ZELIA, naamloze vennootschap, Mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen V. M., Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

Aangifte van arbeidsongeval

Aangifte van arbeidsongeval Aangifte van arbeidsongeval Wet van 3 juli 1967 Uitgave 01/2002 Verzekeringsonderneming erkend onder het codenr. 0618 007/0236 04-04 Tel. (02)250 91 11 Fax (02)250 95 70 AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL Polisnummer

Nadere informatie

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47 B-1000 BRUSSEL Tel. (02) 239 12 11 Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2014 S.12.0077.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0077.F MASQUELIER nv, Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G.M., Mr. François T Kint, advocaat bij het

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. - De organisatienota HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 MAART 2011 S.09.0099.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0099.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. P. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN DE VIERDE VAKANTIEWEEK, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

Nadere informatie

2. Loontrekker of zelfstandige?

2. Loontrekker of zelfstandige? 2. Loontrekker of zelfstandige? Meer en meer kaderleden krijgen van hun onderneming een statuut als zelfstandige voorgesteld. De werkgever heeft belang bij de vele mogelijke voordelen (geen vooropzeg bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 APRIL 2008 S.07.0079.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0079.N KBC VERZEKERINGEN, naamloze vennootschap, met zetel te 3000 Leuven, Waaistraat 6, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2011 S.09.0105.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0105.F L. P., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen FRANSE GEMEENSCHAP, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST * * A.R.Nr. 2010/AB/1136 le blad. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 31 OKTOBER 2011.

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST * * A.R.Nr. 2010/AB/1136 le blad. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 31 OKTOBER 2011. ,,-~.,.,'}" /: 'i A.R.Nr. 2010/AB/1136 le blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST SDE KAMER. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 31 OKTOBER 2011. Arbeidsongeval Op tegenspraak Definitief + verzending naar de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 OKTOBER 2013 S.11.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.11.0122.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2013 C.12.0559.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0559.N D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

1.2 tussen te komen bij ongevallen overkomen aan de COV-leden volgens de voorwaarden bepaald in deze statuten (Speciale Kas).

1.2 tussen te komen bij ongevallen overkomen aan de COV-leden volgens de voorwaarden bepaald in deze statuten (Speciale Kas). STATUTEN OHBV I. Algemene bepalingen Artikel 1: Doel Binnen het Christelijk Onderwijzersverbond bestaat een mutuele kas. Deze kas draagt als titel "Onderlinge Hulp tegen Burgerlijke Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Rolnummer 2596. Arrest nr. 16/2004 van 29 januari 2004 A R R E S T

Rolnummer 2596. Arrest nr. 16/2004 van 29 januari 2004 A R R E S T Rolnummer 2596 Arrest nr. 16/2004 van 29 januari 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12, 46, 2, tweede lid, en 47, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april

Nadere informatie

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 5 NOVEMBER DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief + Verzending naar de Arbeidsrechtbank te Brussel

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 5 NOVEMBER DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief + Verzending naar de Arbeidsrechtbank te Brussel 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 5 NOVEMBER 2012. 5DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief + Verzending naar de Arbeidsrechtbank te Brussel In de zaak:

Nadere informatie

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 1e blad. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief in de zaak:

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN DE VIERDE VAKANTIEWEEK, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

Nadere informatie

Rolnummer 5567. Arrest nr. 173/2013 van 19 december 2013 A R R E S T

Rolnummer 5567. Arrest nr. 173/2013 van 19 december 2013 A R R E S T Rolnummer 5567 Arrest nr. 173/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 25, eerste lid, en 69, eerste en derde lid, van de arbeidsongevallenwet van

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief.

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief. 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI 2008. 5DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief In de zaak : De Gemeenschappelijke Kas MENSURA, met maatschappelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 OKTOBER 2009 S.08.0075.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.08.0075.N ZENITEL, naamloze vennootschap, met zetel te 1731 Zellik, Pontbeek 63, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu,

Nadere informatie

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1 Sociaal statuut van de zelfstandige Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1. Wie is een zelfstandige? Een zelfstandige is een persoon die in België een beroepsbezigheid

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Arbeidsrechtbank Brugge Onderwerp Handvest van de sociaal verzekerde. Beroepsziekten Datum 01 februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M12-5-0321 Beslissing van 9 januari 2014 De vijfde kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Nadere informatie

NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS

NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS e-doc NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS 2 De werkgever is verplicht eerst na te gaan of de werknemer binnen de onderneming nog aangepast of ander werk kan doen. 3

Nadere informatie

Rolnummer 2963. Arrest nr. 49/2005 van 1 maart 2005 A R R E S T

Rolnummer 2963. Arrest nr. 49/2005 van 1 maart 2005 A R R E S T Rolnummer 2963 Arrest nr. 49/2005 van 1 maart 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 174, 5, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 NOVEMBER 2009 S.09.0044.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0044.N FONDS TOT VERGOEDING VAN DE IN GEVAL VAN SLUITING VAN ONDERNEMINGEN ONTSLAGEN WERKNEMERS, met zetel te 1000 Brussel, Gasthuisstraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2015 S.13.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0066.F OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN GANSHOREN, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO) 5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 FEBRUARI 2011 S.10.0056.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0056.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/162 BERAADSLAGING NR. 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

15 januari 2001 S F/1

15 januari 2001 S F/1 15 januari 2001 S.99.0074.F/1 Nr. S.99.0074.F.- RIJKSDIENST VOOR MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPUS MARBLE BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Feitelijke scheiding. Vermoeden van toerekenbaarheid. Omkering Datum 22 december 2008 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Gewestelijke dienst. a) Naam en voornaam:...

Gewestelijke dienst. a) Naam en voornaam:... Gewestelijke dienst Ongevalsaangifte Artikel 36, 2 en 3 gecoördineerde wet van 4.7.94 Art. 24 K.B. van 3.7.96 Identificatie van de gerechtigde a) Naam en voornaam:... b) Inschrijvingsnummer bij de gewestelijke

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Vergoedingen wegens arbeidsongeval

Vergoedingen wegens arbeidsongeval Vergoedingen wegens arbeidsongeval FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding: arbeidsongevallenverzekering

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 DECEMBER 2013 S.12.0032.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0032.F RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKE- RING, Mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger (3 juli 2005, gewijzigd door de Wet houdende Diverse bepalingen van 27/12/2005) is aangepast. De nieuwe

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid SCSZG/18/127 BERAADSLAGING NR. 18/069 VAN 5 JUNI 2018 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR SIGEDIS AAN HET FEDERAAL

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2010 C.07.0434.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0434.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. R. H. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Rolnummer 5407. Arrest nr. 62/2013 van 8 mei 2013 A R R E S T

Rolnummer 5407. Arrest nr. 62/2013 van 8 mei 2013 A R R E S T Rolnummer 5407 Arrest nr. 62/2013 van 8 mei 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen,

Nadere informatie

De controverse rond de verhouding tussen de artikelen 126 en 134 van bet RV A-Besluit in bet Iicht van de verschillende interpretatiemethodes

De controverse rond de verhouding tussen de artikelen 126 en 134 van bet RV A-Besluit in bet Iicht van de verschillende interpretatiemethodes De controverse rond de verhouding tussen de artikelen 126 en 134 van bet RV A-Besluit in bet Iicht van de verschillende interpretatiemethodes David D'Hooghe In rechtspraak en rechtsleer is na het Cassatiearrest

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 FEBRUARI 2011 C.10.0147.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0147.N GENERALI BELGIUM nv, met zetel te 1050 Brussel, Louizalaan 149, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat

Nadere informatie

RECENTE EVOLUTIES IN DE ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING. door. Prof. J. VAN STEENBERGE U.I.Antwerpen

RECENTE EVOLUTIES IN DE ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING. door. Prof. J. VAN STEENBERGE U.I.Antwerpen l-k-_-_ RECENTE EVOLUTIES IN DE ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING door Prof. J. VAN STEENBERGE U.I.Antwerpen INLEIDING Het is de bedoeling van deze bijdrage een kart overzicht te geven van de belangrijkste

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 NOVEMBER 2018 C.17.0393.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0393.N 1. P&V VERZEKERINGEN cvba, met zetel te 1210 Sint-Joost-ten-Node, Koningsstraat 151-153, 2. AXA BELGIUM nv, met zetel te

Nadere informatie