HET SUC6-NUMMER SUCCESFACTOREN MULTICULTURELE MAGAZINES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET SUC6-NUMMER SUCCESFACTOREN MULTICULTURELE MAGAZINES"

Transcriptie

1

2 HET SUC6-NUMMER SUCCESFACTOREN MULTICULTURELE MAGAZINES Cilla Smits, Den Haag (2010) 2

3 Beste lezer, Bij de keuze van het onderwerp voor mijn afstudeeropdracht heeft mijn achtergrond en mijn praktijkopdracht bij een multicultureel magazine een grote rol gespeeld. Opgroeien in een multicultureel gezin en een nog kleurrijkere familie maakte het leven tussen én met verschillende culturen voor mij heel vanzelfsprekend. Het beste meepakken van verschillende werelden, een verrijking! Pas later merk je dat cultuur meer inhoudt dan gezellige bezoekjes aan de Pasar Malam of de ene dag aardappelen en de volgende dag rijst. Je manier van denken, normen en waarden, je gedrag en je kader worden gevormd door je opvoeding en omgeving en die zijn cultuurbepaald. Door mijn omgeving is multiculturaliteit vanzelfsprekend, je perspectieven worden er breder door, je leert ervan en je respecteert elkaar, maar toch is er altijd die herkenning als je geconfronteerd wordt met de vertrouwde kaders van de culturen waarbinnen je zelf bent opgegroeid en dat voelt als thuis. HET SUC6-NUMMER Succesfactoren multiculturele magazines Hogeschool Inholland Den Haag Deeltijd Communicatie Cilla Smits ( ) Afstudeerbegeleiding Dorien van Duijl Fotografie Noiseinthehood.com Foto s Eunelda Cairo Anoeska Kandhai Vanessa Mertodikromo Manodj Mithoe Een multicultureel magazine kan ook dergelijke gevoelens oproepen bij haar lezers. Een multicultureel blad betekent voor de trouwe lezers veel meer dan alleen een informatiebron of een vorm van ontspanning. Lezers vinden herkenning en acceptatie in hun blad, iets wat zij vaak missen in hun omgeving. Dit product wat bepaalde emoties oproept, koos ik als onderwerp voor mijn scriptie. Ik ging op zoek naar het geheim van de smid en heb getracht een interessant document op te stellen dat als leidraad kan dienen voor (potentiële) bladenmakers bij het maken van een succesvol multicultureel magazine. Ik heb met veel interesse aan deze scriptie gewerkt en sluit hiermee tevens een periode af waarin ik niet alleen veel heb geleerd op professioneel gebied, maar ook over mezelf. Het was vallen en opstaan, kiezen op elkaar en stug doorgaan. Zonder mijn thuis had ik deze periode nooit succesvol af kunnen ronden en ook op hen heeft het een grote impact gehad. Ik wil daarom Carmen, Lee en Esther uit de grond van mijn hart bedanken voor hun steun, hun luisterend oor, af en toe een schouder, de motiverende woorden die zij soms zelfs tot in den treuren hebben moeten herhalen en voor het feit dat zij mijn afwezigheid al die jaren hebben getolereerd. Ook wil ik mijn collega s Manodj, Eunelda, Vanessa en Anoeska bedanken voor hun steun en hun (visuele) bijdrage aan deze scriptie, Jickey Traxel voor haar flexibiliteit, steun en de mogelijkheden die zij mij heeft geboden om (bij Pleasure Magazine) af te studeren. Ook mocht ik Jickey en Marjolein van Asdonck van Moesson onderwerpen aan een interview, wat een waardevolle bijdrage heeft geleverd aan dit onderzoek. Daarvoor beiden hartelijk dank! Veel leesplezier! 3

4 SAMENVATTING. In Nederland worden er duizenden tijdschriften gepubliceerd met ieder hun eigen functie(s). Bladen verzorgen achtergrondinformatie, zijn een platform voor meningsvorming of bieden amusement en entertainment. Elk blad wordt gemaakt voor een bepaalde groep met specifieke kenmerken. Vormgeving, aanspreekvorm, onderwerpkeuzes, interviews, mode, interieur bij alles wordt rekening gehouden met de doelgroep. Ook bij multiculturele bladen is de Unique Selling Point het doelgroepdenken en het daarbij horende segmenteren. De redactie van een multicultureel magazine weet waar de (potentiële) lezer woont, hoeveel deze te besteden heeft, hoe de vrije tijd wordt benut, wat de lezer eet, denkt en voelt... Kortom de redacteur kent haar doelgroep door en door. Multiculturele bladen richten zich op één of meerdere multiculturele groepen die in Nederland woonachtig zijn. Ruim 3 miljoen personen behoren tot deze groep en de prognose luidt dat dit aantal de komende decennia alleen nog maar zal groeien. Deze groep heeft bepaalde behoeftes waar op dit moment nog onvoldoende in wordt voorzien door de Nederlandse reguliere media. Multiculturele bladen spelen hierop in. Enkele multiculturele bladen hebben inmiddels hun naam weten te vestigen en genieten hoge populariteit onder hun doelgroep. Helaas worden er ook regelmatig bladen opgeheven, hebben enkele titels al een tijdje geen nieuwe editie uitgebracht of verplaatsen of beperken uitgevers hun activiteiten naar/tot het internet. De multiculturele bladenmarkt is dus aan veel veranderingen onderhevig. Dit heeft te maken met het feit dat de meeste multiculturele bladenmakers met zeer beperkte budgetten moeten werken, tekort hebben aan menskracht en tegen verschillende andere problemen aan lopen waardoor hun voortbestaan voortdurend onder druk komt te staan. Anderzijds hebben slechts een beperkt aantal uitgeverijen de afgelopen jaren de multiculturele bladenmarkt betreden. Het aanbod wordt kleiner terwijl de (potentiële) markt groeit. Een markt waar dus nog volop kansen liggen. Om deze kansen te benutten en het succes te vergroten, dient een multiculturele uitgever verschillende elementen op elkaar aan te sluiten. Naast het vaststellen van de beoogde lezersgroep is het noodzakelijk dat de bladenmaker zich continu bewust is van de behoeften en wensen van deze groep en weet haar magazine hierop aan te sluiten. Het overbrengen van een bepaald gevoel en identificatie met de inhoud bereikt de uitgever door middel van de mix van vormgeving, inhoud, stijl en uitstraling. Hiernaast zorgt de uitgever ervoor dat het magazine continu zichtbaar is en verkrijgbaar voor de doelgroep. De uitgever speelt in op (technische) ontwikkelingen en trends en is zich bewust van eventuele knelpunten. Wanneer dit alles samen op elkaar aansluit en de uitgever een consistent gevoel oproept bij haar lezers, weet de gepassioneerde bladenmaker haar lezers aan zich te binden en zijn de eerste stappen naar succes gezet. 4

5 INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD 3 SAMENVATTING 4 INLEIDING 8 1. DE MULTICULTURELE DOELGROEP ACHTERGRONDGEGEVENS Omvang doelgroep Generaties Leeftijdsopbouw Concentratie Huishoudensamenstelling Opleidingsniveau Arbeidsparticipatie Besteedbaar inkomen Religie BESTEDING EN ORDENING VAN TIJD Huishoudens en zorg voor kinderen Sociale contacten in de vrije tijd Cultuurdeelname Sport en uitgaan Mobiliteit van allochtonen MEDIAGEBRUIK LEESGEDRAG LEZERSBEHOEFTEN TRENDS BEVINDINGEN HET MAGAZINE BEGRIPSOMSCHRIJVING MAGAZINE LEZERS & ADVERTEERDERS LEZER-BLADBINDING FUNCTIE DE KRACHT VAN HET TIJDSCHRIFT MARKT TRENDS Technologische ontwikkelingen Individualisering en special interest Het tijdschrift als merk BEVINDINGEN MULTICULTURELE MAGAZINES AANBOD MULTICULTURELE MAGAZINES MULTICULTURELE BLADEN UITGELICHT Moesson Pleasure Magazine Quick Scan diverse bladen KNELPUNTEN MULTICULTURELE BLADEN BEVINDINGEN 43 5

6 4. DE SUCCESFACTOREN VAN EEN MULTICULTUREEL MAGAZINE SUCCESFACTOREN VAN NUL- TOT SUCCESNUMMER CONCLUSIE AANBEVELINGEN 54 LITERATUUR 56 BIJLAGEN INTERVIEW MARJOLEIN VAN ASDONCK (MOESSON) INTERVIEW JICKEY TRAXEL (PLEASURE MAGAZINE) 63 6

7 7

8 INLEIDING. Bij het Handboek Nederlandse Pers stonden er in tijdschrifttitels geregistreerd. Uit deze cijfers blijkt dat het tijdschriftenaanbod in Nederland enorm is. Nederland is een tijdschriftenland. De Nederlander staat in de top vijf van Europese landen waarvan de bevolking vaker dan 1 keer per week een tijdschrift leest. (Huysmans, 2004) Van de ruim tijdschrifttitels zijn publieksbladen. (Carat, 2009) Publiekstijdschriften zijn gericht op een brede lezerskring van vrouwen, mannen, kinderen, gezinnen of jongeren, hebben een informatief en/of een entertainend karakter en worden commercieel geëxploiteerd. Voor iedereen is er wel een blad die tegemoet komt aan zijn of haar wensen. Voor bijna elke hobby is een special-interest magazine te verkrijgen, bijna elke leefstijl en leeftijdscategorie heeft een passend tijdschrift. Uitgevers van publiekstijdschriften spelen graag in op trends en behoeften die in de markt worden gesignaleerd. Door zich te richten op speciale lezersgroepen of specifieke bezigheden, soms met minieme verschillen, worden steeds weer nieuwe bladen gelanceerd. Bovenstaande gegevens leiden tot de veronderstelling dat ook voor multiculturele doelgroepen in Nederland een ruim aanbod voor handen is. Nederland kent toch zo n 200 nationaliteiten en er wonen ruim 3 miljoen mensen die zelf niet in Nederland zijn geboren of 1 of 2 ouders heeft die niet in Nederland is/zijn geboren. Uit een inventarisatie (door Marleen de Witte, Universiteit van Amsterdam, 2007) blijkt echter dat er op dat moment slechts 94 vormen van minderhedenprintmedia bestonden. Ook een bezoekje aan een willekeurig verkooppunt van dagbladen en tijdschriften geeft de indruk dat het aanbod voor deze markt, in verhouding tot het totale aanbod, beperkt is. Uit diverse onderzoeken blijkt echter wel dat deze bladen gericht op specifieke herkomstdoelgroepen populair zijn en dat er nog steeds behoefte is aan media toegespitst op hun wensen. Zo bleek uit het onderzoek van MCA Communicatie (april 2005) uitgevoerd onder 978 Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen van 15 jaar en ouder dat de bekendheid en het bereik van bladen, specifiek voor hen, sterk toeneemt. Zo genieten bladen als Mzine, Ekin en Pleasure Magazine een bekendheid en bereik van 50 tot zelfs 95% binnen hun doelgroep. Uit een ander onderzoek uit 2000 van het Bedrijfsfonds voor de Pers blijkt dat de door hun ondervraagde allochtonen behoefte hebben aan meer informatie toegespitst op hun eigen kring, zij zich te weinig kunnen herkennen in de huidige Nederlandse media en dat vooral de oudere allochtonen behoefte hebben aan media in de eigen taal doordat zij de Nederlandse taal nog niet voldoende beheersen. Uit deze resultaten zou kunnen worden afgeleid dat er wel degelijk een vraag is naar etnisch multiculturele tijdschriften. Daarentegen wijst vooronderzoek echter uit dat, ondanks de vraag en behoefte, het aanbod erg beperkt is. Naar het schijnt hebben veel multiculturele uitgeverijen moeite het hoofd boven water te houden of verdwijnen zelfs geruisloos van het veld. Slechts een handjevol bladen weet zich met succes (blijvend) te vestigen in deze turbulente multiculturele bladenmarkt. Hierin ligt de uitdaging voor het volgende onderzoek. Een vraag tegenover een beperkt aanbod staat gelijk aan kansen. Kansen om bestaande doelgroepen te vergroten of nieuwe producten te ontwikkelen. In dit onderzoek ga ik op zoek naar het geheim van de smid. Waarom krijgen sommige bladenmakers geen voet aan de grond terwijl andere multiculturele uitgevers al decennia lang elke maand weer met succes een editie uitbrengen? Zou er een succesformule bestaan voor het uitbrengen van een multicultureel magazine? Een formule die (potentiële) multiculturele bladenmakers als leidraad kunnen hanteren om hun (mogelijke) doelgroep effectief te bereiken met een product wat nauw aansluit op hun behoeften. 8

9 DOEL ONDERZOEK Het doel van dit onderzoek is om dé succesfactoren vast te stellen van een tijdschrift gericht op 1 of meerdere etnische minderheden woonachtig in Nederland. Het onderzoek is gericht op (potentiële) uitgevers die zich op deze groep lezers (willen) richten. AFBAKENING Gekozen is dit onderzoek op twee punten af te bakenen. In plaats voor printmedia in het geheel, is gekozen voor het medium tijdschrift (print). Dit door het unieke karakter van tijdschriften. Een tijdschrift heeft namelijk een duidelijke doelgroep en alles waar een tijdschrift zich tot beperkt, is afgestemd op deze groep. Het leesgedrag en verwachtingspatronen van de lezer bepalen de content van het magazine. Een tijdschrift is dus nadrukkelijk gericht op de doelgroep en houdt zich bezig met de lezer als individu. De tweede afbakening heeft te maken met de lezersgroep. Uit diverse inventarisaties lijkt het aanbod tijdschriften gericht op etnische minderheidsgroepen gering te zijn ten opzichte van het totale aanbod van tijdschriften in Nederland. Het verkrijgen van inzicht in kenmerken van deze groepen, interesses, wensen en behoeften kan een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een tijdschrift gericht op etnische minderheden dat nauw aansluit op hun wensen. ONDERZOEKSVRAAG Met dit theoretische kader zal getracht worden meer inzicht te verkrijgen in de multiculturele bladenmarkt en doelgroepen om zo factoren vast te kunnen stellen die bij kunnen dragen aan het slagen van een multicultureel magazine. Ten behoeve hiervan zal ik mij verdiepen in de multiculturele lezer van tijdschriften en de tijdschriftenmarkt, met als centrale vraag: Wat zijn de succesfactoren van een Nederlands multicultureel magazine en hoe kunnen deze worden ingezet om de multiculturele doelgroep in Nederland te bereiken? Door middel van literatuurstudie, ervaringen in de praktijk en kennis opgedaan tijdens mijn studie Communicatie tracht ik een antwoord te verkrijgen op de bovengenoemde vraagstelling. Het verkrijgen van dit antwoord is alleen mogelijk nadat enkele deelvragen worden beantwoord. Deze deelvragen ontstaan door filtering van de hoofdvraag. Belangrijke aspecten waaruit de hoofdvraag is opgebouwd, zijn: Succesfactoren, de multiculturele lezer en het magazine. Hieruit ontstaan de volgende deelvragen: 1. Wie is de multiculturele lezer? Aan welke onderwerpen hebben multiculturele lezers behoefte? Hoe wensen zij aangesproken te worden? Wat zien zij graag? 2. Wat is een magazine? Wat zijn de algemene kenmerken van een magazine? 3. Hoe ziet de huidige multiculturele tijdschriftenmarkt eruit? OPZET ONDERZOEK EN METHODEN De hoofdstukindeling van dit rapport loopt parallel aan de onderzoeksvragen die in bovenstaande paragraaf zijn geformuleerd. De antwoorden die kunnen worden geformuleerd op basis van een grondige literatuurstudie en de interviews met 2 hoofdredacteuren van multiculturele bladen vormen het uitgangspunt voor beantwoording van de hoofdvraag, die in het inleidende hoofdstuk samen met de deelvragen is vastgesteld. Ten behoeve van het beantwoorden van de centrale vraag zal eerst inzicht moeten worden verkregen in de lezer. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in hoofdstuk 1. In hoofdstuk 2 zal het begrip magazine worden omschreven en zal onderzocht worden wat de algemene kenmerken zijn van een magazine. Nadat deze twee hoofdstukken zijn afgerond, is het tijd voor een summier praktijkonderzoek. In hoofdstuk 3 zal het aanbod aan multiculturele magazines worden geïnventariseerd en worden enkele bladen onder de loep genomen. Om een succesvol magazine te publiceren zal men zich tevens bewust moeten zijn van mogelijke knelpunten, dit wordt ook in hoofdstuk 3 aan de orde gesteld. Uiteindelijk zal in hoofdstuk 4 aan de hand van de constateringen uit voorgaande hoofdstukken vastgesteld worden wat mogelijke succesfactoren kunnen zijn van een multicultureel magazine. 9

10 Hoe deze toegepast kunnen worden om de doelgroepen bereiken, is te lezen in de Aanbevelingen. DEFINITIES Geprobeerd is de vraagstelling zo nauwkeurig mogelijk te formuleren, zodat er over de interpretatie van de vraag en de daarin genoemde begrippen geen discussie kan bestaan. Twee begrippen behoeven, naar mijn mening, een korte toelichting. Het begrip tijdschrift (blad waarvan met vaste tussenpozen afleveringen verschijnen), magazine (opiniërend tijdschrift) en blad (tijdschrift) komen wat de definiëring betreft niet geheel overeen maar worden in het dagelijkse gebruik wel als synoniem voor elkaar gebruikt. In dit onderzoek wordt ervoor gekozen om dit ook te doen. Het begrip minderheden heeft in dit onderzoek betrekking op personen in Nederland die zelf niet in Nederland zijn geboren of 1 of 2 ouders heeft die niet in Nederland zijn geboren. In dit onderzoek zullen zij ook worden aangeduid als multicultureel (omdat zij omgeven worden door twee culturen, namelijk de Nederlandse dominante cultuur en de cultuur uit het land van herkomst of land van herkomst ouder(s). De term allochtonen zal tevens worden gebruikt in dit onderzoek. De definitie van deze term komt overeen met de voor dit onderzoek vastgestelde definitie voor minderheden en is een algemeen gebruikte term. Persoonlijk hebben de termen minderheden en allochtonen niet de voorkeur door de negatieve lading die het heeft onder de onderzochte doelgroep(en). MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE Tijdschriften met een sausje, Media voor allochtone Nederlanders bestrijken breed terrein (NRC, 1 maart 2007), Minder allochtone lezers voor Sp!ts en Metro (Algemeen Dagblad, 3 september 2007), Te weinig etnische diversiteit in media (Algemeen Dagblad, 17 maart 2008), Multiculturele media komen en gaan (NRC, 16 april 2008), Kleur van journalist niet van belang, wel zijn state of mind (Wereldjournalisten.nl, 30 oktober 2009). Krantenartikelen, publicaties en onderzoeken getuigen al jaren van de langlopende discussie over hoe de media zich beweegt in onze multiculturele samenleving. Door een afspiegeling te zijn van én aandacht te hebben voor de diversiteit in onze samenleving kunnen media een positieve bijdrage leveren aan de pluriformiteit van het medialandschap, één van de voorwaarden van een goed functionerend medialandschap. Mogelijkheden en middelen die hieraan kunnen bijdragen moeten onderzocht, uitgewerkt en uitgeprobeerd worden. Een succesvol multicultureel magazine is een medium wat een positieve bijdrage kan leveren aan de pluriformiteit van het medialandschap. 10

11 11

12 H1 DE MULTICULTURELE DOELGROEP. Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk inzicht te verkrijgen in de diverse gerelateerde begrippen. Dit hoofdstuk behandelt de multiculturele doelgroep. De identiteit van deze groep wordt vastgesteld. Wie zijn zij? Een vraag die in dit hoofdstuk zal worden beantwoord. 1.1 Achtergrondgegevens Omvang doelgroep Nederland telt ruim 16,5 miljoen inwoners, 1,7 miljoen personen daarvan zijn zelf niet in Nederland geboren en 1,6 miljoen mensen hebben minstens 1 ouder die in een ander land dan Nederland is geboren. In totaal zijn dit 3,3 miljoen mensen (CBS, 2010). Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt bij tellingen onderscheid tussen westerse en nietwesterse allochtonen. Tot westerse allochtonen worden personen gerekend die zelf afkomstig zijn uit landen/werelddelen als Europa (exclusief Turkije), Noord Amerika, Oceanië, Indonesië of Japan of 1 of twee ouder(s) heeft die hun herkomst hebben in deze landen. Ruim 1,5 miljoen mensen in Nederland behoren tot deze categorie. Niet-westerse allochtonen zijn afkomstig (of 1 of beide ouders) uit Afrikaanse landen, Latijns Amerika, Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Volgens de statistieken van het CBS telt de Nederlandse bevolking ruim 1,8 miljoen niet-westerse allochtonen. De grootste groepen niet-westerse allochtonen zijn Turken, Marokkanen en Surinamers ( Marokkanen, Surinamers en Turken). De groep Antillianen/Arubanen is het kleinst, met De grootste westerse groep allochtonen zijn Indonesiërs met personen Generaties Allochtonen kunnen onderverdeeld worden in generaties. Eerste generatie allochtonen zijn zelf niet in Nederland geboren. De tweede generatie heeft minstens één ouder die in het buitenland is geboren. Inmiddels is er ook een derde generatie, dit zijn personen met minstens één grootouder die niet in Nederland is geboren. Over het totaal is bij de niet-westerse groep de eerste generatie het grootst, bij de westerse allochtonen is de tweede generatie groter. Bij Marokkanen, Indonesiërs en Europeanen is de tweede generatie groter dan de eerste generatie Leeftijdsopbouw Niet-westerse allochtonen zijn gemiddeld jonger dan autochtonen, terwijl westerse allochtonen juist ouder zijn. In 2009 is gemeten dat ruim één op de drie niet-westerse allochtonen jonger is dan 20 jaar, tegen minder dan één op zes westerse allochtonen, Van de autochtonen is bijna een kwart jonger dan 20 jaar. De gemiddelde leeftijd van de Nederlandse bevolking was in ,9 jaar. Eén op 27 niet-westerse allochtonen is 65 jaar of ouder en vormen niet-westerse 65 plussers nog geen 3 procent van alle 65 plussers. De tweede generatie is gemiddeld dus nog erg jong. 12

13 Niet-westerse allochtonen naar geslacht, leeftijd en generatie Westerse allochtonen naar geslacht, leeftijd en generatie Bron: CBS Concentratie Het grootste gedeelte van de allochtonen woont in de Randstad en zijn dus in mindere mate gelijk verspreid over Nederland. Binnen de Randstad woont de allochtone populatie geconcentreerd in de vier grote steden. In deze steden bestaat 30% van de bevolking uit nietwesterse allochtonen. Binnen de grote steden wonen de allochtonen weer geconcentreerd in bepaalde wijken. (Eldering, 2006) Aandeel allochtonen per provincie, 1 januari

14 Aandeel niet-westerse allochtonen in de vier grote steden en Almere, 1 januari Huishoudensamenstelling Zowel bij westerse en niet-westerse allochtonen is het aantal thuiswonende kinderen groot, dit hangt vooral samen met de jonge leeftijdsopbouw van de groep. Tegen 27% van de autochtone bevolkingsgroep is het aandeel thuiswonende kinderen bij westerse allochtonen 20% en bij nietwesterse allochtonen zelfs 38%. Ruim de helft (50%) van de westerse allochtonen woont samen met of zonder kind, bij nietwesterse allochtonen is dat 35%. Vooral onder Antilliaanse en Surinaamse vrouwen komt alleenstaand ouderschap veel voor. Het aantal alleenstaanden is bij zowel westerse als nietwesterse allochtonen gelijk (15%) tegenover 20% van de autochtone bevolking Opleidingsniveau Hoewel het opleidingsniveau van niet-westerse allochtonen in de afgelopen jaren flink is toegenomen (hoe jonger, hoe beter opgeleid) is het niveau gemiddeld lager dan dat van de autochtone bevolking. De Turkse en Marokkaanse allochtonen zijn gemiddeld het laagst opgeleid. Turken en Marokkanen hebben minder vaak dan Antillianen en Surinamers een vervolgopleiding afgerond; relatief ook veel minder vaak op het niveau van het hoger onderwijs. Antilliaanse mannen hebben iets vaker dan de Antilliaanse vrouwen een opleidingsniveau op het hoogste niveau. Maar het verschil tussen Surinaamse en Antilliaanse mannen en vrouwen is vrijwel nihil wat betreft het onderwijsniveau. Zij hebben net als autochtonen relatief het vaakst een opleidingsniveau op havo/vwo/mbo-niveau. 14

15 Opleidingsniveau van de bevolking van jaar, Arbeidsparticipatie Bij de autochtone bevolking ligt de netto arbeidsparticipatie bij de 68%, bij westerse allochtonen is dat 64% en bij de niet-westerse allochtonen 50%. Surinaamse en Antilliaanse mannen hebben het vaakst betaald werk en Marokkaanse mannen het minst namelijk 57%. Dit percentage is hetzelfde voor de vrouwen. Alleen werken hier de Turkse vrouwen het minst Besteedbaar inkomen In 2005 bedroeg het gemiddelde inkomen van de autochtone bevolking bijna op jaarbasis. Het gaat hier om het totale huishoudeninkomen dat, gecorrigeerd voor de samenstelling van het huishouden, is toegekend aan elk lid van het huishouden. Het inkomen van westerse allochtonen was vergelijkbaar met dat van autochtonen. Niet-westerse allochtonen moesten echter met een aanzienlijk lager inkomen rondkomen: zij hadden per jaar gemiddeld minder te besteden dan de autochtone groep. 15

16 Ontwikkeling van het gemiddelde inkomen (in prijzen van 2005) De inkomenspositie van tweede generatie allochtonen is rooskleuriger dan die van de eerste generatie. De tweede generatie heeft een hoger inkomen en is vaker economisch zelfstandig. Dit geldt zowel voor allochtonen van westerse als van niet-westerse herkomst Religie Een derde deel van de autochtone bevolking geeft aan zich tot een religie te rekenen, en hangen vrijwel allemaal het christelijke geloof aan. Dat maakt allochtonen aanzienlijk religieuzer. Bijna 100% van de Turken en Marokkanen rekenen zich tot een religie, een overgrote meerderheid hiervan is islamitisch. Het twee derde deel van de Antillianen dat aangeeft gelovig te zijn, is vrijwel geheel christelijk. Bij het twee derde deel van de Surinamers dat gelooft, zijn het hindoeïsme en het christendom de geloofsrichtingen die het sterkst vertegenwoordigd zijn. (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2008) 1.2 BESTEDING EN ORDENING VAN TIJD Huishoudens en zorg voor kinderen Net zoals bij autochtone gezinnen is het bij de allochtone groepen nog steeds de vrouw die de meeste tijd besteedt aan het huishouden en aan de zorg voor het gezin. Echter bij Turken en Marokkanen is het verschil tussen man en vrouw groter dan bij Antillianen en Surinamers. Turkse en Marokkaanse vrouwen besteden meer tijd aan het huishouden, wat nog sterker geldt voor Turkse en Marokkaanse vrouwen van de eerste generatie. Dit heeft voor een deel te maken met de traditionele opvattingen en de vaak grote gezinnen. Allochtone vrouwen van de tweede generatie, over het algemeen hoger opgeleid en modernere opvattingen, verschillen weinig van elkaar en van autochtone vrouwen in hun tijdsbesteding aan het huishouden. Wat betreft hun bijdrage aan het huishouden ontlopen de verschillende groepen mannen elkaar nauwelijks, zij doen relatief weinig. Ook in de zorg besteden vrouwen hieraan meer tijd dan de mannen. (Sociaal en Cultureel Planbureau 2008: 56-57) 16

17 1.2.2 Sociale contacten in de vrije tijd Turken en Marokkanen gaan het innigst om met leden van de eigen groep. Daarbij zijn Turken nog iets sterker gericht op de eigen groep dan Marokkanen. De voorkeur voor huiselijke contacten in de eigen familiekring en de eigen etnische kring van Marokkanen en vooral van de Turken is sterk geconcentreerd onder ouderen van de eerste generatie, maar geldt ook zeker voor de helft van de tweede generatie. In de huiselijke sfeer hebben Turken en Marokkanen meer contact met hun partner en overige gezins/familieleden dan Surinamers en Antillianen. Surinamers en Antillianen hebben in de vrije tijd zowel thuis als buitenshuis de meeste interetnische contacten. Autochtonen ontvangen het minste bezoek en onderhouden de minste interetnische vrijetijdscontacten, zowel thuis als buitenshuis. Deze selectiviteit aan contacten weerspiegelt zich ook in de partnerkeuze. Een ruime meerderheid van de Marokkanen en Turken trouwt met iemand uit de eigen groep en Surinamers en Antillianen hebben vaker een autochtone partner. Voor alle vier allochtone groepen geldt dat bij een hogere opleiding, het aantal contacten buiten de eigen afkomstgroep hoger is Cultuurdeelname De gecanoniseerde cultuurdeelname is het hoogst onder autochtonen. Bij Turken en Marokkanen is dit het laagst en Surinamers en Antillianen nemen een middenpositie in. Het bereik van feesten met optredens is het laagst onder de autochtonen. Bij de allochtonen staan dit soort feesten meer dan de andere vormen van cultuurconsumptie in het teken van de eigen cultuur. Turken voelen zich meer dan andere allochtonen tot hun eigen cultuurproducten aangetrokken, alhoewel dit bij de twee generatie wel minder is dan bij de eerste generatie. Deze sterke voorkeur voor eigen cultuuruitingen en -producten houdt verband met het feit dat die groep uit een sterk ontwikkelde cultuurindustrie kan putten. (Sociaal Cultureel Planbureau, 2008) Ook Couwenbergh & Couwenbergh (2003) en Van Iperen (2003) onderzochten of er een verschil is tussen de cultuurdeelname van allochtone en autochtone jongeren en concluderen tevens dat de cultuurparticipatie bij allochtone jongeren lager is dan bij autochtone jongeren. Van Iperen meldt wel dat dit afhankelijk is van de achtergrond van de allochtone jongeren, want wanneer allochtone en autochtone jongeren dezelfde sociaal-culturele achtergrond hebben, blijkt er geen verschil te zijn. Het is echter zo dat allochtone jongeren in mindere mate dezelfde achtergrondkenmerken hebben. Allochtone jongeren zijn gemiddeld lager opgeleid dan autochtone jongeren, hun ouders hebben vaker een lagere opleiding genoten dan ouders van autochtonen en allochtone ouders zijn in mindere mate cultureel actief dan autochtone ouders (als het gaat om aanbod uit het reguliere circuit). Het feit dat allochtone jongeren voor wat betreft deze drie kenmerken een achterstand hebben, betekent in de praktijk dat allochtone jongeren gemiddeld genomen minder cultureel actief zijn. (Cultuurnetwerk, 2006) Sport en uitgaan In vergelijking met autochtonen bezoeken allochtonen in mindere mate horecagelegenheden. Bij de tweede generaties ligt het horecabezoek gelijk aan dat van de autochtonen. Allochtonen bezoeken frequenter parken voor een picknick of barbecue dan autochtonen, dat geldt ook voor de tweede generatie. Ruim 33% van de Turken en de Marokkanen bezoekt koffie/theehuizen, ongeacht de leeftijd of generatie. 17

18 Het beoefenen van een sport, het hebben van een lidmaatschap van een sportvereniging en het verrichten van vrijwilligerswerk voor een sportvereniging ligt het laagst bij Turken en Marokkanen en dan in het bijzonder bij vrouwen en ouderen. Bij Surinamers en Antillianen ligt dit ook lager dan bij autochtonen. Sportdeelname is bij de tweede generaties wel hoger dan bij de eerste generatie en ook niet altijd lager dan onder de autochtonen. (Sociaal en Cultureel Planbureau 2008: ) Mobiliteit van allochtonen Allochtonen maken vaker dan autochtonen gebruik van het openbaar vervoer (met name Marokkanen, Surinamers en Antillianen), terwijl autochtonen juist vaker de auto en fiets gebruiken. Het fietsgebruik onder de allochtone groepen is zeer gering. Sociale en ruimtelijke kenmerken beïnvloeden het autogebruik, dit geld echter niet voor Turken zij zijn bij gelijke sociale en ruimtelijke kenmerken juist vaker onderweg per auto dan autochtonen. Autochtonen zijn meer onderweg en leggen in dezelfde tijd meer kilometers af. (Sociaal en Cultureel Planbureau 2008: ) 1.3 MEDIAGEBRUIK Het gebruik van media verschilt enorm bij de eerste en tweede generatie allochtonen. De tweede generatie lijkt in het mediagebruik veel meer op de autochtone bevolking dan die van de eerste generatie. Voor een groot deel, en dan vooral bij printmedia, hangt dit samen met de beheersing van de Nederlandse taal en dan vooral bij een groot deel van de Turken en Marokkanen. Het gebruik van gedrukte media van de tweede generatie gaat gelijk op met dat van autochtonen. De eerste generatie kijkt graag naar de Publieke Omroep. Bij de tweede generatie is dat minder. Surinamers en Antillianen lijken in hun media- en internetgebruik erg op autochtonen. Bij Marokkanen zijn de verschillen tussen de eerste en tweede generatie het grootst. De eerste generatie maakt veel gebruik van tv-zenders uit het land van herkomst terwijl het mediagebruik van de tweede generatie meer overeenkomt met dat van autochtonen. Turken, inclusief de tweede generatie, nemen een uitzonderlijke positie in aangaande het gebruik van media. Zij lezen veel dagbladen uit het land van herkomst en kijken vaak naar Turkse zenders. Door de beperkte toegang tot internet en het geringe computerbezit hebben zowel Turken als Marokkanen een achterstand in het internetgebruik ten opzichte van autochtone Nederlanders. (Sociaal en Cultureel Planbureau 2008: 145) 1.4 LEESGEDRAG Naar het leesgedrag van allochtonen is slechts beperkt onderzoek gedaan en wat beschikbaar is, zijn voornamelijk onderzoeksresultaten over het leesgedrag van Surinamers, Antillianen, Turken en Marokkanen. Het meest recente onderzoek is dat van MCA Communicatie. Het communicatieen onderzoeksbureau MCA Communicatie voert eens in de zoveel jaar (recentelijk 2005) het onderzoek Marktverkenningen Allochtonen uit. Ten behoeve van deze marktverkenning onder ruim 900 Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen wordt onderzoek verricht naar de bekendheid en het bereik van bladen die zich richten op allochtone lezersgroepen. Alhoewel er sinds die tijd de nodige wijzigingen hebben plaatsgevonden in het multiculturele bladenaanbod, enkele bladen zijn nu niet meer (in printvorm) verkrijgbaar, is het interessant om de resultaten nader te bekijken omdat zij een indicatie kunnen geven van de mate waarin de bladen in een behoefte voorzien. Het bereik van een blad is hierbij het belangrijkst omdat dit aangeeft hoeveel procent van bepaalde lezersgroepen een bepaald blad wel eens gelezen heeft. Uit het rapport van MCA uit 2005 blijkt dat SEN een redelijke bekendheid scoort onder Marokkanen en vooral Turken. Dit blad bestaat inmiddels niet meer nadat Sanoma Uitgevers in juni 2006 besloot de uitgifte stop te zetten ten gevolge van te lage oplage/verkoopcijfers. Het Marokkaanse jongerenblad Mzine is veruit het populairste blad in de Marokkaanse gemeenschap (bekendheid 49%, bereik 38%). Bijna twee op de vijf Marokkanen geeft aan Mzine meestal of soms te lezen. Dit is een verdubbeling ten opzichte van de resultaten uit het MCA-onderzoek uit Opvallend is dat het magazine van Royal Air Maroc, alleen verkrijgbaar in hun vliegtuigen, ook redelijke bekendheid geniet onder de Marokkanen. 18

19 Bekendheid en bereik van gedrukte media voor Marokkanen in Nederland, april 2005 Bron: MCA Communicatie/MVA april 2005 Bij Turken blijft Ekin de populairste uitgave (bekendheid 55%, bereik 45%). Dit tijdschrift en alle andere Turkse bladen worden beduidend beter gelezen door de Turkse gemeenschap (vergeleken met de resultaten uit het MCA-onderzoek uit 2003). Bekendheid en bereik van gedrukte media voor Turken in Nederland, april 2005 Bron: MCA Communicatie/MVA april 2005 Bij Surinamers en Antillianen scoort Pleasure Magazine hoog wat betreft de bekendheid en het bereik (bekendheid resp %, bereik resp %). Bekendheid en bereik van gedrukte media voor Surinamers in Nederland, maart 2005 Bron: MCA Communicatie/MVA april

20 Bekendheid en bereik van gedrukte media voor Antillianen in Nederland, april 2005 Bron: MCA Communicatie/MVA april 2005 Uit het onderzoek blijkt dat multiculturele bladen gericht op meerdere herkomstgroepen slechts in beperkte mate worden gelezen. Opmerkelijk is dat Pleasure Magazine niet is opgenomen bij deze uitvraag. Dit is namelijk ook een magazine gericht op meerdere groepen. Bekendheid en bereik van multiculturele bladen onder Marokkanen, Turken, Surinamers, Antillianen en Nederlanders, april 2005 Bron: MCA Communicatie/MVA april 2005 Alhoewel een groot deel van de bladen op dit moment niet meer verkrijgbaar is in printvorm, geven de resultaten een goed beeld van de bekendheid en het bereik van multiculturele bladen. De aanname kan gedaan worden dat er bij de lezersgroepen een behoefte bestaat naar dit soort bladen. Omdat ook aangegeven wordt dat het bereik van bepaalde bladen ten opzichte van eerdere resultaten uit voorgaande onderzoeken van MCA gestegen is, kan voorzichtig geconcludeerd worden dat ook de behoefte toeneemt. 1.5 LEZERSBEHOEFTE In 1999 is door het Bedrijfsfonds voor de Pers onderzoek gedaan naar de mediabeleving van allochtonen in Nederland. De resultaten uit dit onderzoek geven inzicht in de behoeften van allochtonen op het gebied van de informatievoorziening door het Nederlandse medialandschap. Interviews met respondenten met verschillende etnische achtergronden (Marokko, Turkije, Suriname en de Antillen/Aruba) en uit verschillende leeftijdscategorieën brachten enkele behoeften aan het licht. Alhoewel het onderzoek is gericht op het gehele Nederlandse medialandschap, kunnen de conclusies relevant zijn voor dit onderzoek. Er wordt immers vastgesteld welke wensen allochtone groepen hebben ten aanzien van de Nederlandse media en welke onderwerpen hun interesse hebben. Multiculturele magazines kunnen inspringen op deze behoeften waaraan, zo blijkt uit het onderzoek, nog steeds onvoldoende tegemoet wordt gekomen door de reguliere Nederlandse media. 20

21 Uit de interviews uitgevoerd door het Bedrijfsfonds blijkt dat bij de allochtone jongeren de interessegebieden met elkaar overeenkomen. Allochtone jongeren (15-20jr) zijn zeer geïnteresseerd in onderwerpen als sport, sensationeel nieuws (misdaad, aardbevingen), nieuws uit eigen buurt, nieuws over de eigen etnische groep of over het moederland, muziek en het weer. Bij de jonge volwassen (20-40jr) zijn de volgende overeenkomende interessegebieden te constateren: informatie/nieuws herkomstland en sport. Turken, Marokkanen en Antillianen/Arubanen zijn geïnteresseerd in de Nederlandse politiek en de Marokkanen ook in internationale politiek. Turken, Marokkanen en Surinamers ontvangen graag meer informatie over onderwijs en willen Marokkanen en Surinamers ook meer weten over de opvoeding van kinderen. Marokkanen en Antillianen/Arubanen interesseren zich voor lokaal nieuws en Antillianen zijn hiernaast ook graag op de hoogte van overig binnenlands nieuws. Oudere allochtone volwassenen (40-60jr) delen hun behoefte aan informatie uit het herkomstland. Informatie over sport wordt door Marokkanen, Turken en Antillianen/Arubanen zeer op prijs gesteld. De Nederlandse politiek wordt door Marokkanen, Surinamers en Turken als interessant ervaren. Marokkanen, Surinamers en Antillianen worden daarnaast ook graag op de hoogte gehouden van lokaal nieuws. Religie valt bij Turken en Surinamers binnen het interessegebied. Turken en Antillianen/Arubanen worden graag voorzien van shownieuws en Antillianen/Arubanen interesseren zich daarnaast ook voor informatie over misdaad. Door de respondenten wordt aangestipt dat het in de reguliere media ontbreekt aan informatie uit het land van herkomst en nieuwsberichten over thema s die betrekking hebben op jongeren en op cultuur en onderwerpen zoals muziek en sport uit het herkomstland nauwelijks worden behandeld. Thema s met betrekking tot onderwijs komen naar hun mening ook onvoldoende aan de orde. Tevens merken enkele Arubaanse jongeren, tijdens het onderzoek, op dat informatie over de Antillen/Aruba meestal betrekking heeft op ontwikkelingen op Curaçao en bijna nooit betrekking heeft op Aruba. Andere punten die naar voren komen in het onderzoek van het Bedrijfsfonds is dat allochtonen zich graag willen herkennen in media. Ten tijde van het onderzoek was het algemene oordeel dat de algemene media geen terechte afspiegeling is van de Nederlandse multiculturele samenleving. Ook de eenzijdigheid in de media wordt als storend ervaren. De berichtgeving over hun etnische groep is namelijk vrijwel altijd negatief en is er te weinig aandacht voor positieve ontwikkelingen. Ook zien allochtone mediagebruikers graag meer allochtone journalisten op redacties, dit zorgt volgens hen voor andere perspectieven en zien zij graag meer allochtonen als deskundigen in de media, los van etnische thema s. 1.7 TRENDS In 2009 publiceerde het CBS de allochtonenprognose waarin staat vermeld dat over 40 jaar (2050) het aantal allochtonen in Nederland bijna 5 miljoen zal bedragen (tegen een prognose voor de totale Nederlandse bevolking van 17,3 miljoen). Dat is een groei van 1,5 miljoen allochtonen ten opzichte van De grootste groei vindt plaats bij het aandeel nietwesterse allochtonen. In 2009 waren dit nog 1,8 miljoen maar in 2050 zal het aantal 3 miljoen bedragen, wat neer komt op een groei van 10,8% (2009) naar 17,2%. Het aandeel van de nietwesterse allochtonen in het totaal van de geboorten daalt echter, nu is één op de zes pasgeborenen een (tweede generatie) niet-westerse allochtoon maar in 2020 zal dit teruglopen tot een op acht. Vooral onder de Turken en Marokkanen zal het aantal geboorten snel dalen. 21

22 Aantal autochtonen en allochtonen Bron: CBS De samenstelling van de allochtonenpopulatie is de laatste jaren veranderd en dit zal in de toekomst ook doorzetten. Deze wijzigingen in samenstelling worden onder andere veroorzaakt door de verschillen in generaties. Nu bestaat de groep allochtonen nog voornamelijk uit immigranten maar het aandeel in Nederland geboren tweede generatie allochtonen wordt steeds groter. Aandeel eerste en tweede generatie allochtonen Bron: CBS In de toekomst zal de allochtone bevolkingsgroep even sterk vergrijsd zijn zoals nu bij de autochtone bevolking het geval is. Op dit moment is slecht 1 op de 27 niet-westerse allochtoon 22

23 65 jaar of ouder, wat neerkomt op een kleine 3% van alle 65-plussers, maar dit zal de komende decennia in rap tempo veranderen. In 2020 zal 6,5 procent van de niet-westerse allochtonen 65 jaar of ouder zijn, en in 2050 zelfs 17,5 procent. De ontgroening van de bevolking de afname van het aandeel jongeren die in eerdere decennia plaatsvond onder autochtonen, zal zich in de komende decennia ook onder niet-westerse allochtonen voltrekken. Onder autochtonen en westerse allochtonen zal het aandeel jongeren maar weinig veranderen. Niet-westerse allochtonen naar geslacht, leeftijd en generatie Westerse allochtonen naar geslacht, leeftijd en generatie Bron: CBS 1.6 BEVINDINGEN Unique Selling Point van magazines is het doelgroepdenken en het daarbij horende segmenteren. Belangrijk is dus om eerst diepgaand onderzoek te verrichten naar de doelgroep. De redactie van een magazine weet waar de (potentiële) lezer woont, hoeveel deze te besteden heeft, hoe de vrije tijd wordt benut, wat de lezer eet, denkt en voelt... Kortom de redacteur kent haar doelgroep door en door. Ditzelfde geldt voor de redactie van een multicultureel magazine. De lezersgroep wordt afgebakend door middel van uitvoerig onderzoek. Er zijn diverse gegevens beschikbaar over de etnische minderheden in Nederland. Echter zijn de meeste onderzoeken voornamelijk gericht op Surinamers, Turken, Marokkanen en Antillianen/Arubanen. De site van het Centraal Bureau voor de Statistiek biedt wel veel informatie over de verschillende etnische minderheidsgroepen in Nederland en deze informatie biedt een goed uitgaanspunt voor verder diepgaand onderzoek. Naar schatting behoren 3,3 miljoen mensen van de bevolking in Nederland tot de groep inwoners die niet in Nederland is geboren of die 1 of 2 ouder(s) heeft die niet in Nederland is/zijn geboren. Dit percentage groeit nog steeds en zal in 2050 gestegen zijn tot 5 miljoen mensen (tegen een prognose voor de totale Nederlandse bevolking van 17,3 miljoen). Deze allochtone populatie is zeer divers wat betreft etniciteit en culturele achtergronden. Ook tussen de leden van de herkomstgroepen zelf zijn er enkele demografische verschillen waar te nemen, dit heeft voornamelijk te maken met de verschillende generaties. De eerste generatie, die zelf niet in Nederland is geboren, verschilt in enkele opzichten van de tweede of derde generatie. Deze laatste generaties zijn zelf in Nederland geboren maar leven temidden van de Nederlandse cultuur en de cultuur van hun (groot)ouder(s). Hoewel de meerderheid momenteel nog bestaat uit eerste generatie immigranten, neemt het aantal tweede generatie allochtonen snel toe. 23

24 De diversiteit wat betreft de achtergronden van verschillende etnische groepen is o.a. waar te nemen door de demografische verschillen. Zo zijn er verschillen te constateren in de opbouw van de huishoudensamenstellingen, opleidingsniveau, arbeidsparticipatie, het besteedbare inkomen etc. Maar ook zijn er verschillen in de besteding en ordening van tijd. Opvallend is echter dat de tweede generaties uit de diverse etnische groepen vaak weinig verschillen met autochtone leeftijdsgenoten. De allochtonen vormen een jonge populatie waarvan bijna 40% jonger is dan 20 jaar en wonen voornamelijk in de vier grote steden en in de provincies Noord- en Zuid Holland. Uit de resultaten van de verschillende onderzoeken die in dit hoofdstuk aan de orde zijn gekomen, blijkt dat de verschillen in mediagebruik tussen autochtonen en etnische minderheden klein zijn. De meeste allochtonen lezen Nederlandse kranten, kijken naar Nederlandse zenders en maken gebruik van het internet. Maar ze doen dit minder dan autochtonen. Met uitzondering van Surinamers en Antillianen die hierin veel op autochtonen lijken. Het mediagebruik van de Turken wijkt het meest af van dat van autochtonen, doordat zij sterk op dagbladen en zenders uit het land van herkomst georiënteerd zijn. Ook al zijn de verschillen klein tussen het mediagebruik van allochtonen en autochtonen, uit onderzoek is gebleken dat allochtonen zich nauwelijks herkennen in de huidige Nederlandse media en hun behoefte aan informatie en achtergronden over hun eigen kring en het moederland wordt slechts ten dele vervuld. Multiculturele bladen vullen deze gaten op in het Nederlandse medialandschap. De behoefte aan en interesse in deze multiculturele bladen blijkt o.a. uit de hoge bekendheid en bereik van bijvoorbeeld het Marokkaanse jongerenblad Mzine (bekendheid 49%, bereik 38%), het Turkse Ekin (bekendheid 55%, bereik 45%) en Pleasure Magazine. Bij Surinamers en Antillianen scoort Pleasure Magazine hoog wat betreft de bekendheid en het bereik (bekendheid resp %, bereik resp %). MCA concludeerde tevens, na vergelijking van de resultaten uit het onderzoek uit 2005 met die van 2003, dat de bekendheid en het bereik alleen maar is toegenomen. Uit dit hoofdstuk kan voorzichtig geconcludeerd worden dat het verschil in mediagebruik van allochtonen in vergelijking met dat van de autochtonen niet heel groot is. Wel is er een behoefte aan informatie uit het land van herkomst waar op dit moment nog onvoldoende in wordt voorzien door de Nederlandse reguliere media. De populariteit van multiculturele magazines is daarom hoog en groeit nog steeds. De groei van de etnische groepen en de bestaande behoeften bieden veel mogelijkheden voor (potentiële) uitgevers van multiculturele magazines de komende decennia. 24

25 25

26 H2 HET MAGAZINE. Nu er meer inzicht is verkregen in de multiculturele lezer, wordt in het volgende hoofdstuk het magazine onder de loep genomen en wordt antwoord gegeven op de deelvraag: Wat is een magazine?. 2.1 BEGRIPSOMSCHRIJVING MAGAZINE Een tijdschrift of magazine kan in het algemeen gedefinieerd worden als een gedrukt medium wat minstens 4 keer per jaar en maximaal 52 keer per jaar verschijnt. Niet alleen door de frequentie onderscheidt een tijdschrift zich van bijvoorbeeld een dagblad, maar waar een krant zich richt op het verwerken van een continue stroom aan nieuws, beperkt een tijdschrift zich tot een selectie van deze actualiteiten, kiest een invalshoek en belicht achtergronden en details van enkele onderwerpen. De onderwerpkeuze en invalshoek zijn altijd geënt op de specifieke verlangens van de lezer. De informatie van een tijdschrift heeft op deze manier een langere levensduur dan de content van een dagblad die na 24 uur verouderd is en wordt dus ook vaker bewaard of als naslagwerk gebruikt. Een andere eigenschap waarmee een tijdschrift zich onderscheidt van een dagblad is het visuele aspect. Een krant probeert op een efficiënte wijze zoveel mogelijk nieuwsberichten te publiceren in het medium. Een tijdschrift besteedt echter meer zorg aan het visuele. De cover trekt de lezer, koppen, foto s en tussenkoppen verleiden de lezer om het magazine te lezen. Artikelen zijn producties van fotografen, schrijvers en vormgevers die allen een gelijkwaardige rol vervullen bij het totstandkomen van een tijdschriftproductie. Tekst, beeld en vormgeving vormen een samenhangend geheel. Meest belangrijke kenmerk van een tijdschrift is dat alles waar het tijdschrift zich toe beperkt, is afgestemd op de doelgroep. Tijdschriften hebben een duidelijke doelgroep. Hierin kan onderscheid worden gemaakt in leeftijd, geslacht of specifieke interesses bijvoorbeeld op het gebied van politiek. De redactie van een tijdschrift heeft d.m.v. regelmatig onderzoek een duidelijk beeld van de interesses van de lezersgroep. Het leesgedrag en verwachtingspatronen van de lezer bepalen de content van het magazine. Het vervullen van specifieke verlangens van de lezer zorgt vaak voor een sterke binding van de lezer met het blad. Een tijdschrift is dus nadrukkelijk gericht op de doelgroep en houdt zich bezig met de lezer als individu. Bladformule De bladformule zegt meer over een tijdschrift dan de begripsomschrijving. De bladformule is namelijk de beschrijving van een aantal basiskenmerken van het tijdschrift. Tijdschriften worden vanuit vaste formules gemaakt om een speciale doelgroep te bedienen. Onderdelen van een bladformule zijn: de doelstelling, de doelgroep, de boodschap, verhouding onderwerpen, verhouding journalistieke vormen, het coverbeleid, verhouding beeld/tekst, responselementen en advertenties. Een tijdschrift heeft altijd een bepaald doel voor ogen zoals het informeren of entertainen van haar lezers. Deze lezers worden zo duidelijk mogelijk omschreven in de bladformule. Wat is de leeftijd, het geslacht, welke taal spreken zij, welk werk doen zij etc? Ook de boodschap is vastgesteld. Vanuit deze doelstelling en boodschap kunnen voor elk blad onderwerpen vastgesteld worden die in elke editie weer in een bepaalde verhouding tot elkaar aan de orde moeten komen. Zo wordt elk nummer gelijkwaardig aan het ander. De inhoudelijke onderwerpen worden verdeeld over een vastliggende mix van journalistieke genres. Dat kan door vast te stellen dat een bepaalde inhoud altijd een bepaalde vorm heeft. Het coverbeleid van een magazine is ook van levensbelang. Bij een betaald tijdschrift zorgt een cover voor verkoop en bij gratis bladen zorgt het ervoor dat de potentiële lezer het blad pakt, openslaat en leest. Om tegen te gaan dat er te veel tekst in een tijdschrift staat (we leven 26

27 namelijk in een beeldcultuur!) is het noodzakelijk om de verhouding tekst/beeld op te nemen in de formule. Om feeling te houden met de lezers is het belangrijk om responselementen in het blad in te bouwen. Voorbeelden hiervan zijn prijsvragen, aanbiedingen etc. De bladformule zorgt er dus voor dat het magazine altijd dezelfde uitstraling en soort inhoud heeft, die tegemoet komt aan de doelstellingen van de uitgever. Redactieformule Naast de bladformule is er de redactieformule, dit is de concretisering van de bladformule. Het geeft specifiek aan welke onderwerpen, welke rubrieken en thema s aan bod komen. Ook geeft het inzicht in de gewenste toon en schrijfstijl, en de lengte van artikelen. Ook de verhouding advertenties-artikelen is hierin opgenomen. Grafische formule De grafische formule bepaalt het karakter van het tijdschrift. Formaat en omvang van het magazine maar ook de verhoudingen tussen tekst en beeld zijn hierin opgenomen. In de grafische formule is ook informatie opgenomen over de lay-out, lettertypes, papiersoort en het kleurgebruik. 2.2 LEZERS & ADVERTEERDERS Uitgevers van publieksbladen zijn voor hun inkomsten afhankelijk van twee partijen namelijk lezers en adverteerders. De lezers zijn de afnemers en zorgen bij betaalde bladen ook nog eens voor inkomsten en de betaalde commerciële uitingen van adverteerders in een magazine leveren een bijdrage aan de omzet van de uitgever. Een groot gespecialiseerd bereik is aantrekkelijk voor marketingafdelingen. Tevens zorgen deze advertentie-inkomsten er ook voor dat de verkoopprijs van het blad laag blijft of gratis kan worden aangeboden. Een tijdschrift is een mediumtype wat zeer segmentgericht is en een hoge betrokkenheid creëert bij lezers. Deze punten zijn voor adverteerders van groot belang. Voor hen is het namelijk belangrijk om te weten wie welk tijdschrift leest. Tijdschriften selecteren op hun beurt weer welke adverteerders zij wel en niet in hun magazine willen hebben. De uitgever betreedt hier dus een dubbele markt, adverteerders moeten aangetrokken worden maar lezers mogen niet verjaagd worden. Bladen met een kieskeurige lezersgroep zullen geen advertenties plaatsen die tegen de overtuigingen van het blad/lezers ingaan (vaak vastgelegd in de redactieformule). Voor magazines met een kleine oplage is dit moeilijker omdat het weigeren van adverteerders hun bestaan in gevaar kan brengen. De balans advertentie/redactie mag niet verstoord worden. Wanneer er teveel advertenties in een magazine staan dan kan dat, hoe goedkoop het blad ook, voor irritatie zorgen met als gevolg dat dat ten koste gaat van het aantal lezers. 2.3 LEZER-BLADBINDING Het begrip lezer-bladbinding kan worden gedefinieerd als de gehechtheid van een persoon aan een blad. Hein Brinkhoff (1996) omschrijft de kern van het begrip lezer-bladbinding als de terechte verwachting van de lezer dat het blad de behoefte van het moment bevredigt. Er is een concreet onderscheid te maken tussen bindingen namelijk de instrumentele binding, expressieve binding, de emotionele binding of een combinatie daarvan. Bij instrumentele binding staat vooral het onderwerp centraal. De lezer is geïnteresseerd in het onderwerp en daarom wordt het blad aangeschaft. Deze interesse kan leiden tot een vaste relatie, bijvoorbeeld in de vorm van een abonnement of herhalingsaankopen, maar kan ook momentgebonden zijn. Wanneer lezers zich verbonden voelen met een magazine kan expressieve binding ontstaan doordat het gaat over hun referentiegroep. Het blad behandelt alles wat betrekking heeft op de groep waar de lezer graag bij wil horen. Deze bladen worden gelezen omdat het interessant op de leestafel staat. Dit zijn bladen die weinig abonnees kennen maar vooral los worden verkocht. 27

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

De vrouwelijke Nieuwe Nederlander en haar tijdschriften

De vrouwelijke Nieuwe Nederlander en haar tijdschriften Sanoma Mediaparade / 02-04-2009 / P.1 / 7-4-2009 / P.1 De vrouwelijke Nieuwe Nederlander en haar tijdschriften Presentatie Hoofddorp 2 april 2009 Ahmed Ait Moha Henriët

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6 Samenvattende conclusies

HOOFDSTUK 6 Samenvattende conclusies 6 pagina 97 HOOFDSTUK 6 Samenvattende conclusies 6.1 Nieuws 6.1.1 Content: Zijn jongeren in nieuws geïnteresseerd? 6.1.2 Waarde: Is nieuws volgen belangrijk? 6.1.3 Oordeel: Hoe beoordelen jongeren nieuws?

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht

Nadere informatie

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007 Fact sheet nummer 2 maart 2007 Autochtonen in Amsterdam De samenstelling van de Amsterdamse bevolking is de laatste jaren sterk veranderd. Het percentage autochtonen neemt af; het percentage allochtonen

Nadere informatie

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen Mila van Huis 1) en Petra Visser 2) Regionale verschillen in vruchtbaarheid worden vooral bepaald door regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtone vrouwen. Grote verschillen komen voor. Er

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Prognose van de bevolking naar herkomst,

Prognose van de bevolking naar herkomst, Prognose van de bevolking naar herkomst, 6 Lenny Stoeldraijer en Joop Garssen In 6 zal Nederland ruim 7,7 miljoen inwoners tellen,, miljoen meer dan op dit moment. De samenstelling van de bevolking zal

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

PEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose 2005 2025 voor provincies

PEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose 2005 2025 voor provincies PEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose 225 voor provincies Andries de Jong 1) In 26 hebben het Ruimtelijk Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het eerst

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

De demografische levensloop van jonge Turken en Marokkanen

De demografische levensloop van jonge Turken en Marokkanen Marjolijn Distelbrink 1) en Arie de Graaf 2) Maar weinig Turkse en Marokkaanse jongeren hebben concrete emigratieplannen. Driekwart van de jonge, en twee derde van de jonge, is niet van plan om voorgoed

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen Artikelen Allochtonenprognose 28 2: naar miljoen allochtonen Joop Garssen en Coen van Duin Volgens de nieuwe allochtonenprognose zal Nederland in 2 bijna, miljoen allochtonen tellen, 1,8 miljoen meer dan

Nadere informatie

IP72 Brabants Dagblad. Analyse

IP72 Brabants Dagblad. Analyse IP72 Brabants Dagblad Analyse 01 Organisatie Bij Brabants Dagblad BV werken ongeveer 400 personen, waarvan bijna de helft bij de redactie, 100 bij advertentie-exploitatie, 70 bij oplage en 30 bij overige

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland Amsterdam, 24-11-2014 Boeddhisten in Nederland een inventarisatie Er zijn twee vragen die boeddhisten in Nederland al jaren bezig houden: 1. Wat is een boeddhist 2. Hoeveel boeddhisten zijn er in Nederland

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Nederlanders en hun gedrukte kranten uitkomsten van NOM Print Monitor 2010-II 2011-I

Nederlanders en hun gedrukte kranten uitkomsten van NOM Print Monitor 2010-II 2011-I Nederlanders en hun gedrukte kranten uitkomsten van NOM Print Monitor 2010-II 2011-I De papieren krant zorgt voor een onverminderd sterk bereik: In 2011 lezen dagelijks 9,1 miljoen Nederlanders van 13

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Migranten in de Nederlandse Antillen (2)

Migranten in de Nederlandse Antillen (2) Migranten in de Nederlandse Antillen (2) Sabrina Dinmohamed In dit artikel is de positie van de totale groep migranten ten aanzien van de gebieden onderwijs, arbeid en inkomen vergeleken met dat van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2004

De Amsterdamse Burgermonitor 2004 De Amsterdamse Burgermonitor 2004 Fact Sheet nummer 2 juli 2005 Amsterdammers en hun mediagebruik Het medialandschap verandert in hoog tempo. Traditionele media als kranten en actualiteitenrubrieken op

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen Meer of Minder Heden Verschillen tussen, en trends in, de verhouding allochtone en autochtone klanten van de dienst SOZAWE Alfons Klein Rouweler Ard Jan Leeferink Louis Polstra Uitgevoerd in opdracht van

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1 Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1 Sabrina Dinmohamed In dit artikel wordt aandacht besteed aan de demografische kenmerken van de migrantenbevolking van de Nederlandse Antillen. De sociaal-economische

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2005 Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Het inwonertal van Amsterdam is in 2004 met ruim 4.000 personen tot 742.951

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Migrantenouderen in cijfers

Migrantenouderen in cijfers Migrantenouderen in cijfers Roelof Schellingerhout 1. Aantallen en demografie 2. Prognose 3. Inkomenspositie 4. Gezondheid en welzijn Aantallen en demografie Aantal (migranten) ouderen, 1 januari 2017

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-083 17 december 2010 9.30 uur Tempo vergrijzing loopt op Komende 5 jaar half miljoen 65-plussers erbij Babyboomers leven jaren langer dan vooroorlogse

Nadere informatie

Bewegen en overgewicht in Purmerend

Bewegen en overgewicht in Purmerend Bewegen en overgewicht in Purmerend In opdracht van: Spurd, Marianne Hagenbeuk Uitgevoerd door: Monique van Diest Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend mei 2009 Verkrijgbaar

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling Marjolijn Distelbrink 1) en Suzanne Loozen 2) Jonge Turkse en Marokkaanse vrouwen blijken moderne opvattingen te hebben over de combinatie van werk en de zorg voor jonge, niet schoolgaande, kinderen. Zij

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

Achter de geraniums? Presentatie Motivaction tijdens debat 10 april: Hier is mijn moeder, regelt u het verder? 10-04-2012 1

Achter de geraniums? Presentatie Motivaction tijdens debat 10 april: Hier is mijn moeder, regelt u het verder? 10-04-2012 1 Achter de geraniums? Presentatie Motivaction tijdens debat 10 april: Hier is mijn moeder, regelt u het verder? 10-04-2012 1 Hier is mijn moeder. Regelen jullie het verder? Onderzoek naar verwachtingen

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Vormgevers in Nederland (verdieping) Uitkomsten en toelichting

Vormgevers in Nederland (verdieping) Uitkomsten en toelichting Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek in Nederland (verdieping) Uitkomsten en toelichting Daniëlle ter Haar en Frank van der Linden juni 2007 Inleiding In februari 2007 heeft

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie 7 Maatschappelijke participatie Amsterdammers kunnen op vele manieren maatschappelijk actief zijn. Zij kunnen actief zijn in een vereniging door daar bijvoorbeeld een cursus te volgen, zij kunnen zich

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie