ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 24 JUNI 2010

Transcriptie

1 GEMEENTE GRIMBERGEN Aanwezig ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 24 JUNI 2010 Eddy Willems, burgemeester-voorzitter; Chris Selleslagh, Marleen Mertens, Odiel Schelfhout, Jaak Cauwenberghs, William De Boeck, Patrick Vertongen, Louis De Smedt, schepenen; Marc Van Godtsenhoven, Jean Dewit, Bart Laeremans, Tom Mensalt, Patrick Mensalt, Marc Hamelrijckx, Alena Van den Bussche, Paul Hermans, Steven Dupont, Jeannine Thielemans, Trui Olbrechts, Kirsten Hoefs, Karlijne Van Bree, Kevin Vleminckx, Johan Declerck, Luk Raekelboom, Yves Verberck, Mari Casado, Carine Buyle, Luc Van Lint, Anne Deman, Vincent Fontaine, Jean-Pierre Van Campenhout, raadsleden; Hans Habils, gemeentesecretaris. Behandelde punten Openbare zitting 1. Kennisneming van de aanvaarding van het ontslag van Eddy Willems uit het mandaat van burgemeester van de gemeente Grimbergen en van de benoeming en beëdiging van Marleen Mertens als zijn opvolgster - Kennisneming van het ontslag van Eddy Willems als voorzitter van de gemeenteraad 2. Aanstelling van een nieuwe voorzitter van de gemeenteraad ten gevolge van het ontslag van Eddy Willems 3. Aanstelling van een schepen ter vervanging van Marleen Mertens 4. Basisonderwijs - Kleuterafdeling Instaplestijden in de gemeentelijke basisschool te Humbeek vanaf de eerste schooldag na Hemelvaartsdag 5. Basisonderwijs - Kleuterafdeling Instaplestijden in de gemeentelijke basisschool te Borgt vanaf de eerste schooldag na Hemelvaartsdag 6. Academie voor Muziek, Woord en Dans - Uitbreiding van het aanbod van initiatiecursussen tot blaasinstrumenten - Aanpassing van de bedragen van het inschrijvingsgeld - Vaststelling van een gecoördineerd organiek reglement 7. Aanpassing van het retributiereglement inzake de verhuring van instrumenten door de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans zoals vastgesteld voor de dienstjaren Administratief toezicht op de gemeentelijke vzw's. Vzw Heemschut - Rekening Goedkeuring 9. Administratief toezicht op de gemeentelijke vzw's. Vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen - Rekening Goedkeuring 10. Kredietaanpassing met nummer 14 voor het dienstjaar kennisneming 11. Wijziging van het huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de markten. 12. Herinrichting aan de Kelkebeek in het stroomgebied van de Maalbeek door Provincie Vlaams-Brabant (dienst waterlopen) en wegenis en rioleringswerken Humbeeksesteenweg - Aanpassing waterleidingen 13. Woonbeleid Regio Noord: Gemeentelijk Reglement leegstand en leegstandsheffing 14. Woonbeleid Regio Noord: Gemeentelijk Reglement sociaal wonen 15. Woonbeleid Regio Noord: Toewijzingsreglement sociale huurwoningen 16. Aanvullend reglement op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer inzake het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap

2 17. Lokale politie: Openstelling van vacatures operationeel kader te begeven bij mobiliteit Besloten zitting 18. Lokale politie: Calog-personeel: aanwerving van één contractuele betrekking onthaalbediende Niv. D (4/5 regeling) in het kader van herverdeling van de arbeid in de openbare sector 19. Lokale politie: categoriebepaling van de zone - vastlegging van de mandaatvergoeding van de korpschef, de secretaris en de bijzonder rekenplichtige Besluiten De voorzitter opent de vergadering. OPENBARE ZITTING Bij loting wordt raadslid Jeannine Thielemans aangeduid om de stemmingen aan te vangen Besluiten 1e zaak: Kennisneming van de aanvaarding van het ontslag van Eddy Willems uit het mandaat van burgemeester van de gemeente Grimbergen en van de benoeming en beëdiging van Marleen Mertens als zijn opvolgster - Kennisneming van het ontslag van Eddy Willems als voorzitter van de gemeenteraad Gelet op het feit dat Eddy Willems per brief van 27 april 2010 zijn ontslag als burgemeester indiende bij de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand; Gelet op artikel 62 van het gemeentedecreet dat bepaalt dat een ontslagnemende burgemeester zijn mandaat blijft uitoefenen tot hij als burgemeester vervangen is, behoudens in het geval van een onverenigbaarheid; Overwegend dat er in voorliggend geval geen sprake is van een onverenigbaarheid en dat Eddy Willems bovendien zelf heeft aangegeven dat hij het mandaat zou blijven uitoefenen tot de beëdiging van een nieuwe burgemeester; Gelet op het feit dat op 27 april 2010, aansluitend bij het ontslag van Eddy Willems, een akte werd ingediend waarmee Marleen Mertens wordt voorgedragen als nieuwe burgemeester; Gelet op het feit dat deze akte, zoals wordt voorgeschreven door artikel 59, 1, van het gemeentedecreet, ondertekend is door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden, alsook door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat-burgemeester verkozen zijn; Gelet op het feit dat de akte waarmee Marleen Mertens wordt voorgedragen als kandidaat-burgemeester derhalve op 27 april 2010, overeenkomstig het bepaalde in artikel 59, 1, van het gemeentedecreet, aangetekend en met de nodige bijlagen, voor verder gevolg werd verzonden naar de provinciegouverneur; Gelet op het besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand d.d. 14 juni 2010 waarmee het ontslag van Eddy Willems uit het mandaat van burgemeester aanvaard wordt om in te gaan op het moment van zijn vervanging; Gelet op het besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand d.d. 14 juni 2010 waarmee Marleen Mertens benoemd wordt tot burgemeester van de gemeente Grimbergen; Gelet op het feit dat Marleen Mertens overeenkomstig artikel 60, 2, van het gemeentedecreet op 23 juni 2010 de voorgeschreven eed "ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen" heeft afgelegd in handen van de provinciegouverneur, zoals blijkt uit het proces-verbaal terzake;

3 Gezien Marleen Mertens met deze eedaflegging effectief het mandaat van burgemeester van de gemeente Grimbergen heeft opgenomen en er hierdoor derhalve gelijktijdig effectief ontslag werd verleend aan Eddy Willems; Gelet op de brief van 16 juni 2010 waarin Eddy Willems bevestigt dat hij het mandaat van voorzitter van de gemeenteraad neerlegt onmiddellijk na de kennisneming door de gemeenteraad van zijn vervanging als burgemeester; BESLIST: Akte te nemen van de aanvaarding van het ontslag van Eddy Willems uit het mandaat van burgemeester van de gemeente Grimbergen bij besluit van 14 juni 2010 de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand. Akte te nemen van de benoeming Marleen Mertens tot burgemeester van de gemeente Grimbergen bij besluit van 14 juni 2010 de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand. Art. 3. Akte te nemen van het feit dat Marleen Mertens op 23 juni 2010, ingevolge het afleggen van de voorgeschreven eed in handen van de provinciegouverneur, het mandaat van burgemeester van de gemeente Grimbergen effectief heeft opgenomen en dat hierdoor het mandaat van Eddy Willems als burgemeester effectief beëindigd werd. Art. 4. Akte te nemen van het feit dat Eddy Willems onmiddellijk na deze kennisneming door de gemeenteraad van zijn vervanging als burgemeester van de gemeente Grimbergen zijn mandaat als voorzitter van de gemeenteraad neerlegt. Ingevolge het ontslag van Eddy Willems als voorzitter van de gemeenteraad neemt Jaak Cauwenberghs als gemeenteraadslid met de grootste anciënniteit het voorzitterschap van de vergadering waar. 2e zaak: Aanstelling van een nieuwe voorzitter van de gemeenteraad ten gevolge van het ontslag van Eddy Willems Gelet op het feit dat de gemeenteraad in de zitting van heden kennis nam van het ontslag van Eddy Willems als voorzitter van de gemeenteraad; Gelet op het feit dat Eddy Willems in een schrijven van 16 juni 2010 bevestigde dat dit ontslag ingaat na de kennisneming door de gemeenteraad van zijn vervanging als burgemeester; Overwegend dat de gemeenteraad in de zitting van heden, net voorafgaand aan onderhavig agendapunt, kennis heeft genomen van de vervanging van Eddy Willems als burgemeester door Marleen Mertens; Gelet op de ontvankelijke akte van voordracht waarbij mevrouw Marleen Mertens voorgedragen wordt als voorzitter van de gemeenteraad; Overwegende dat, overeenkomstig art. 8, 3, van het Gemeentedecreet, de vermelde akte van voordracht ontvankelijk is, daar ze ondertekend is door een meerderheid van de gemeenteraadsleden en tevens door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst werden verkozen als Marleen Mertens; Overwegende dat dienvolgens, overeenkomstig art.8, 2, van het Gemeentedecreet, Marleen Mertens als voorzitter van de gemeenteraad verkozen kan worden verklaard; BESLIST Mevrouw Marleen Mertens wordt verkozen verklaard als voorzitter van de gemeenteraad.

4 Overeenkomstig artikel 8, 1, van het Gemeentedecreet, zal binnen de twintig dagen een afschrift van deze beslissing worden verzonden naar de toezichthoudende overheid. Marleen Mertens neemt als nieuwe voorzitter het voorzitterschap van de vergadering over van Jaak Cauwenberghs. 3e zaak: Aanstelling van een schepen ter vervanging van Marleen Mertens Gelet op het feit dat Marleen Mertens op 23 juni 2010 ingevolge haar eedaflegging handen van de provinciegouverneur het mandaat van burgemeester van de gemeente Grimbergen heeft opgenomen; Gelet op het feit dat er hierdoor, ingevolge de onverenigbaarheid van de mandaten van burgemeester en schepen, op 23 juni 2010 een einde is gekomen aan haar mandaat als tweede schepen van de gemeente Grimbergen; Overwegende dat in casu overgegaan dient te worden tot de verkiezing van een nieuwe schepen; Gelet op de ontvankelijke voordrachtsakte waarbij Eddy Willems wordt voorgedragen als kandidaat-schepen; Gelet op het gunstig resultaat van het onderzoek van de geloofsbrieven van Eddy Willems, waaruit blijkt dat hij zich niet bevindt in één der gevallen van onverenigbaarheid en voldoet aan de voorwaarden inzake verkiesbaarheid; Overwegende dat Eddy Willems dienvolgens, overeenkomstig art.50, 1, van het Gemeentedecreet, als schepen verkozen kan worden verklaard; Overwegende dat, overeenkomstig art. 46, 1, van het Gemeentedecreet, Eddy Willems de volgende eed als nieuwe schepen aflegt in handen van de burgemeester: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."; Gelet op art. 45, 4, van het Gemeentedecreet betreffende de bepaling van de rangvolgorde van de aangestelde schepenen; BESLIST De heer Eddy Willems, geboren te Grimbergen op 6/01/1950 en wonende Warandestraat 29 te 1851 Grimbergen, als schepen verkozen te verklaren en akte te nemen van zijn eedaflegging in deze hoedanigheid. De heer Eddy Willems als "zevende schepen" aan te stellen met ingang van 24/06/2010. Art. 3. De rangorde van de aangestelde schepenen vanaf 24/06/2010 als volgt vast te stellen: 1. 1e schepen: Christiaan Selleslagh 2. 2e schepen: Odiel Schelfhout 3. 3e schepen: Jacques Cauwenberghs 4. 4e schepen: William De Boeck 5. 5e schepen: Patrick Vertongen 6. 6e schepen: Louis De Smedt 7. 7e schepen: Eddy Willems Art. 4. Een afschrift van het proces-verbaal van de eedaflegging, overeenkomstig art. 46, 1, van het Gemeentedecreet, binnen twintig dagen te verzenden naar de toezichthoudende overheid.

5 4e zaak: Basisonderwijs Kleuterafdeling Instaplestijden in de gemeentelijke basisschool te Humbeek vanaf de eerste schooldag na Hemelvaartsdag Overwegend dat vanaf de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden kinderen toegelaten kunnen worden tot het kleuteronderwijs; Gelet op het feit dat ze de effectieve intrede in de school echter enkel kunnen maken op de instapdata vastgelegd in artikel 12 van het decreet basisonderwijs van ; Gelet op het feit dat de lestijden in het kleuteronderwijs, in toepassing van artikel 141, 2, van bovenvermeld decreet, op de instapdata herberekend kunnen worden; Overwegend dat het schoolhoofd van onze gemeentelijke basisschool van Humbeek na de eerste schooldag van februari, na de krokusvakantie en na de paasvakantie reeds gebruik maakte van dit systeem en hier opnieuw gebruik van maakte na Hemelvaartsdag; Gelet op het feit dat het college van burgemeester en schepenen zich in de zitting van principieel akkoord verklaarde met de bijkomende aanwending vanaf van 6 gesubsidieerde instaplestijden (5 klaslestijden en 1 lestijd bewegingsopvoeding); Overwegend dat de betrokken school, ingevolge de inrichting van bijkomende gesubsidieerde instaplestijden op , de resterende 4 lestijden ten laste van het bestuur inlevert; Gelet op het protocol dat aangaande deze aangelegenheid werd afgesloten in de schoot van het Gewoon Bijzonder Onderhandelings- en Hoog Overlegcomité van het Gemeenteen OCMW-personeel en in het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelings- en Hoog Overlegcomité voor het Gesubsidieerd Onderwijs; BESLIST: met eenparigheid van stemmen De aanwending van de volgende bijkomende gesubsidieerde lestijden in de gemeentelijke basisschool Humbeek wordt goedgekeurd met ingang van : 5 klaslestijden; 1 lestijd bewegingsopvoeding. Er wordt kennis genomen van het feit dat de gemeentelijke basisschool Humbeek op de resterende 4 lestijden ten laste van het bestuur terug inlevert. 5e zaak: Basisonderwijs Kleuterafdeling Instaplestijden in de gemeentelijke basisschool te Borgt vanaf de eerste schooldag na Hemelvaartsdag Overwegend dat vanaf de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden kinderen toegelaten kunnen worden tot het kleuteronderwijs; Gelet op het feit dat ze de effectieve intrede in de school echter enkel kunnen maken op de instapdata vastgelegd in artikel 12 van het decreet basisonderwijs van ; Gelet op het feit dat de lestijden in het kleuteronderwijs, in toepassing van artikel 141, 2, van bovenvermeld decreet, op de instapdata herberekend kunnen worden; Overwegend dat het schoolhoofd van onze gemeentelijke basisschool van Borgt na de herfstvakantie en na de paasvakantie gebruik maakte van dit systeem en hier opnieuw gebruik van maakte na Hemelvaartsdag; Gelet op het feit dat het college van burgemeester en schepenen zich in de zitting van principieel akkoord verklaarde met de bijkomende aanwending vanaf van 7 gesubsidieerde instaplestijden (6 klaslestijden en 1 lestijd bewegingsopvoeding);

6 Gelet op de protocollen die aangaande deze aangelegenheid werden afgesloten in de schoot van het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelings- en Hoog Overlegcomité voor het Gesubsidieerd Onderwijs; BESLIST: met eenparigheid van stemmen Enig artikel. De aanwending van de volgende bijkomende gesubsidieerde lestijden in de gemeentelijke basisschool Borgt wordt goedgekeurd met ingang van : 5 klaslestijden 1 lestijd bewegingsopvoeding. 6e zaak: Academie voor Muziek, Woord en Dans - Uitbreiding van het aanbod van initiatiecursussen tot blaasinstrumenten - Aanpassing van de bedragen van het inschrijvingsgeld - Vaststelling van een gecoördineerd organiek reglement Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2003, zoals laatst gewijzigd op 1 juni 2006, betreffende het inrichten aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van initiatiecursussen voor kleuters en kinderen uit de eerste graad van het lager onderwijs; Overwegend dat met toepassing van bovenvermeld besluit sedert het schooljaar , met succes, initiatiecursussen worden gegeven voor de instrumenten viool, cello en piano aan kinderen van vijf tot acht jaar; Gelet op het feit dat kinderen voor deze cursussen kunnen worden ingeschreven per reeks van 10 lessen en dat per schooljaar voor ieder instrument drie reeksen van 10 lessen worden ingericht; Gelet op het feit dat het aantal in te richten lesuren per instrument bepaald wordt door het aantal ingeschreven leerlingen te delen door 3, waarbij per instrument maximaal 1 lesuur voor een groepje van 2 kinderen mag worden ingericht; Gelet op het feit dat deze initiatiecursussen niet door de Vlaamse overheid worden gesubsidieerd en derhalve volledig ten laste van het gemeentelijk budget vallen; Gelet op het feit dat, om bovenvermelde reden, het inschrijvingsgeld voor kinderen die in onze gemeente wonen berekend werd met het oog op de dekking van 60% van de loonkost van de lesgever en voor kinderen die niet in onze gemeente wonen berekend werd met het oog op de dekking van de volledige loonkost van de lesgever; Gelet op het feit dat de aldus oorspronkelijk berekende bedragen van respectievelijk 62 en 105 euro per reeks van 10 lessen sedert 2003 niet aan de index werden aangepast en dat een dergelijke aanpassing, na afronding, deze bedragen zou brengen op respectievelijk 75 en 125 euro; Overwegend dat op basis van de huidige bedragen de kost die voor de organisatie van deze initiatiecursussen ten laste blijft van de gemeente geschat kan worden op ca euro per schooljaar voor een 70-tal leerlingen; Gelet op het feit dat thans een groeiende behoefte wordt vastgesteld aan initiatiecursussen voor blaasinstrumenten zodat het aangewezen is om ook hiervoor een pedagogisch verantwoord aanbod te ontwikkelen; Gelet op het feit dat het voor de ontwikkeling van dit aanbod pedagogisch verantwoord is om onderscheid te maken tussen de volgende instrumenten of instrumentengroepen: dwarsfluit; klarinet; saxofoon; trompetachtige instrumenten (kindertrompet, bugel, hoorn, ); Overwegend dat het aangewezen is om het onderricht voor deze instrumenten pas aan te vatten vanaf de leeftijd van 6 jaar; Overwegend dat het aangewezen is om bij de opstart van deze initiatiecursussen voor blaasinstrumenten het totaal aantal leerlingen te beperken tot maximaal 24 en om de

7 cursussen voor een specifiek instrument pas in te richten wanneer er hiervoor minimaal 3 inschrijvingen zijn; Overwegend dat hierdoor de maximale bijkomende kost voor het inrichten van deze cursussen geraamd kan worden op ca euro; Gelet op het feit dat de bovenvermelde beperking enkel kan worden gerealiseerd met toepassing van een voorrangsregeling en dat wordt voorgesteld om de voorrangsorde te bepalen op basis van de datum en het uur waarop in het secretariaat van de Gemeentelijke Academie het verschuldigde inschrijvingsgeld betaald wordt; Gelet op het feit dat het aangewezen is om, rekening houdend met het bovenstaande, een nieuw gecoördineerd organiek reglement vast te stellen betreffende de initiatiecursussen die aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans inrichten; Gelet op het protocol dat betreffende deze aangelegenheid is afgesloten in het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelings- en Hoog Overlegcomité voor het Gesubsidieerd Onderwijs; BESLIST: met eenparigheid van stemmen Het gecoördineerd reglement betreffende de organisatie aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van initiatiecursussen wordt als volgt vastgesteld: Organiek reglement betreffende de initiatiecursussen instrument aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans 1. Aan de gemeentelijke Academie voor Muziek Woord en Dans worden ten laste van het gemeentelijk budget initiatiecursussen ingericht voor de volgende snaarinstrumenten: viool; cello; piano. Voor deze instrumenten kunnen kinderen worden ingeschreven vanaf de leeftijd van 5 jaar tot wanneer zij hetzij de leeftijd van 9 jaar bereikt hebben, hetzij drie volledige schooljaren ingeschreven zijn geweest in het lager onderwijs en derhalve als regelmatige leerling in het gesubsidieerd deeltijds kunstonderwijs toegelaten kunnen worden tot de instrumentklas. De inschrijving voor het laatste jaar initiatie is enkel mogelijk wanneer tevens ingeschreven wordt als regelmatige leerling in het gesubsidieerd deeltijds kunstonderwijs. 2. Aan de gemeentelijke Academie voor Muziek Woord en Dans worden ten laste van het gemeentelijk budget initiatiecursussen ingericht voor de volgende blaasinstrumenten: dwarsfluit; klarinet; saxofoon; trompetachtigen (kindertrompet, bugel, hoorn, ). Voor deze instrumenten kunnen kinderen worden ingeschreven vanaf de leeftijd van 6 jaar tot wanneer zij hetzij de leeftijd van 9 jaar bereikt hebben, hetzij drie volledige schooljaren ingeschreven zijn geweest in het lager onderwijs en derhalve als regelmatige leerling in het gesubsidieerd deeltijds kunstonderwijs toegelaten kunnen worden tot de instrumentklas. De inschrijving voor het laatste jaar initiatie is enkel mogelijk wanneer tevens ingeschreven wordt als regelmatige leerling in het gesubsidieerd deeltijds kunstonderwijs. 1. Het aantal leerlingen dat tot de in artikel 1 bedoelde initiatiecursussen kan worden toegelaten is in principe onbeperkt. Terzake worden de grenzen bepaald door de beschikbaarheid van infrastructuur en leerkrachten. Het inrichten van initiatiecursussen kan nooit leiden tot een uitbreiding van het aantal lokalen beschikbaar voor de werking van de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans. 2. Per schooljaar worden er voor ieder instrument opeenvolgend drie reeksen van 10 lessen van telkens 1 uur ingericht. Voor elke lessenreeks dient afzonderlijk te worden ingeschreven. De lessen

8 worden gegeven volgens de methodiek van het groepsgericht individueel onderwijs, waarbij in principe telkens drie kinderen aan bod komen. Het aantal aanwendbare leraarsuren wordt hiertoe per instrument berekend door het aantal voor dit instrument ingeschrevenen kinderen te delen door drie. De cijfers na de komma worden afgerond volgens de gebruikelijke afrondingsregels. Per instrument kan er maximaal één lesuur voor een groepje van twee leerlingen worden georganiseerd. Art. 3. Voor het geven van initiatiecursussen wordt in een eerste instantie beroep gedaan op leerkrachten die reeds werkzaam zijn in de academie en die ervaring hebben met de werkvorm in kwestie. Zij oefenen de functie van leraar of lerares initiatie in bijambt uit. Per gepresteerd uur ontvangen zij voor deze bijkomende prestatie 1/900 van de jaarwedde op trap 0 van weddeschaal 301 die toepasselijk is voor leerkrachten lagere graad aan de academie. Art Het inschrijvingsgeld voor deelname aan de initiatiecursussen wordt per reeks van 10 lessen vastgesteld op: 75 euro voor kinderen die in de Grimbergen wonen; 125 euro voor kinderen die buiten de gemeente Grimbergen wonen. 2. Voor kinderen die in de gemeente wonen en die voldoen aan de bepalingen van artikel 100quater, 1 tot en met 6 van hoofdstuk Vbis ( inschrijvingsgeld ) van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van betreffende het onderwijs-ii wordt het inschrijvingsgeld voor deelname aan de initiatiecursussen wordt per reeks van 10 lessen vastgesteld op 37 euro De gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2003, zoals gewijzigd door de gemeenteraadsbeslissingen van 23 oktober 2003, 18 december 2003 en 1 juni 2006, wordt opgeheven. Onderhavig besluit treedt onmiddellijk inwerking met uitzondering van: artikel 1, 2, waarvan de bepalingen in werking treden op 1 januari 2011; artikel 4, 1, waarvan de bepalingen in werking treden op 1 januari Art. 3. Bij wijze van overgangsmaatregel: wordt het aantal inschrijvingen voor de blaasinstrumenten beperkt tot 24 op basis van een inschrijvingsregister waarin leerlingen worden opgenomen gerangschikt volgens de datum en het uur waarop in het secretariaat van de Gemeentelijke Academie het verschuldigde inschrijvingsgeld wordt betaald; zullen de cursussen voor een specifiek instrument slechts ingericht worden wanneer er hiervoor minimaal 3 inschrijvingen zijn. Deze overgangsmaatregelen kunnen ten vroegste vanaf 1 september 2012 opgeheven worden, na een evaluatie van de werking gedurende de periode van januari 2011 tot maart e zaak: Aanpassing van het retributiereglement inzake de verhuring van instrumenten door de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans zoals vastgesteld voor de dienstjaren Gelet op het retributiereglement dat door de gemeenteraad in de zitting van 20 december 2007 voor de dienstjaren werd vastgesteld inzake de verhuring van instrumenten door de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans; Overwegend dat regelmatige financierbare leerlingen van de academie op basis van dit reglement in principe voor een maximale duur van 4 jaar een door de gemeente aangekocht muziekinstrument kunnen huren tegen een bedrag van 30 euro per jaar, mits een waarborg wordt gestort van 50 euro; Gelet op de beslissing van heden om vanaf 1 januari 2011 initiatiecursussen te organiseren voor dwarsfluit, klarinet, saxofoon en trompetachtige instrumenten;

9 Overwegend dat de aankoopprijs van deze instrumenten ligt tussen 325 en 450 euro en dat het derhalve de toegankelijkheid van deze initiatiecursussen ten goede zou komen indien de academie ook deze instrumenten zou kunnen verhuren aan leerlingen; Gezien hiertoe een aantal bepalingen dienen te worden toegevoegd aan het desbetreffend retributiereglement; Overwegend dat hierbij inzonderheid rekening moet gehouden worden met het feit dat leerlingen voor de initiatiecursussen inschrijven per reeks van 10 lessen, waarbij er per schooljaar drie lessenreeksen worden ingericht; Overwegend dat hierbij tevens rekening moet gehouden worden met het feit dat de leerlingen die deelnemen aan de initiatiecursussen per definitie geen regelmatige financierbare leerlingen zijn; BESLIST: met eenparigheid van stemmen De tekst van artikel 1 van de gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2007 houdende vaststelling van het retributiereglement inzake de verhuring van instrumenten door de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans voor de dienstjaren wordt vervangen door wat volgt: Voor de dienstjaren 2008 tot 2013 wordt de retributie inzake de verhuring van instrumenten door de gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans aan regelmatige financierbare leerlingen vastgesteld op 30,00 euro. De retributie is verschuldigd door de gebruiker verschuldigd per gehuurd instrument en per academiejaar en is contant te betalen. De tekst van artikel 2 van de gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2007 houdende vaststelling van het retributiereglement inzake de verhuring van instrumenten door de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans voor de dienstjaren wordt vervangen door wat volgt: Voor de dienstjaren 2011 tot 2013 wordt de retributie inzake de verhuring van instrumenten door de gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans aan leerlingen van de initiatiecursussen vastgesteld op 10,00 euro. De retributie is verschuldigd door de gebruiker per gehuurd instrument en per inschrijving voor een reeks van 10 lessen en is contant te betalen. Art. 3. Artikel 3 van de gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2007 houdende vaststelling van het retributiereglement inzake de verhuring van instrumenten door de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans voor de dienstjaren wordt aangevuld met een tweede alinea waarvan de tekst luidt als volgt: Elke leerling die ingeschreven is voor een initiatiecursus kan gebruik maken van het huursysteem, voor zover de gevraagde instrumenten in stock aanwezig zijn. Art. 4. Deze beslissing wordt aan het administratief toezicht van de hogere overheid onderworpen. Na verloop van de vijfde dag van de bekendmaking door middel van de aanplakking, overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet, is zij toepasselijk. 8e zaak: Administratief toezicht op de gemeentelijke vzw's. Vzw Heemschut - Rekening Goedkeuring. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de overheidsuitgaven, voornamelijk wat de toelagen aan de door de gemeenten gesubsidieerde rechtspersonen betreft;

10 Gelet op de omzendbrief BA 93/03 van 21 april 1993 van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden inzake de vereisten omtrent openbaarheid en inzagerecht bij de uitoefening van gemeentelijke en provinciale belangen in samenwerking met private rechtspersonen aangaande toelagen; Gelet dat de rekeningen van de vzw Heemschut jaarlijks onderworpen moeten worden aan de goedkeuring van de gemeenteraad; Gelet op de rekening 2009 van de vzw Heemschut, goedgekeurd door haar Algemene Vergadering op 4 mei 2010; Gelet op één overschreden krediet van 767,97 binnen de groep van de uitgaven waarvoor geen budgetwijziging werd goedgekeurd door de gemeenteraad; Overwegende dit volgens de principes van het begrotingsrecht niet is toegelaten; Gelet op de bijgevoegde toelichting ter verantwoording van deze overschrijding waarin wordt gemeld dat de vzw Heemschut haar laatste budgetwijziging 2009 reeds had opgemaakt en verzonden naar de gemeente toen ze nog in het bezit werd gesteld van een factuur van de VMW voor waterverbruik 2009; Gelet echter dat bij de verwerping van deze uitgave de vzw Heemschut deze opnieuw zou inschrijven in het budget 2010 hetgeen voor de gemeente uiteindelijk financieel op het zelfde resultaat zou neerkomen (aanzuivering via de gemeentelijke dotatie); Overwegende dat het college hierdoor de verwerping van deze uitgave niet adviseert; Gelet dat de gemeentelijke toelage 2009 op ,00 (museum: ,00; camping: ,00) werd vastgesteld; Overwegende dat het batig resultaat van deze rekening ,54 bedraagt; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. stemmen voor: M. Mertens, O. Schelfhout, J. Cauwenberghs, P. Vertongen, E. Willems, T. Mensalt, P. Mensalt, P. Hermans, T. Olbrechts, K. Hoefs, C. Selleslagh, W. De Boeck, L. De Smedt, K. Vleminckx, L. Van Lint, J.P. Van Campenhout, M. Van Godtsenhoven, A. Van den Bussche, J. Thielemans, J. Declerck, B. Laeremans, S. Dupont, K. Van Bree, L. Raekelboom, Y. Verberck, M. Gomez Casado, C. Buyle onthouden zich: A. Deman, V. Fontaine BESLIST: met 27 stemmen voor bij 2 onthoudingen Enig artikel. De rekening 2009 van de vzw Heemschut wordt goedgekeurd met een batig resultaat van ,54. 9e zaak: Administratief toezicht op de gemeentelijke vzw's. Vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen - Rekening Goedkeuring. Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de overheidsuitgaven, voornamelijk wat de toelagen aan de door de gemeenten gesubsidieerde rechtspersonen betreft; Gelet op de omzendbrief BA 93/03 van 21 april 1993 van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden inzake de vereisten omtrent openbaarheid en inzagerecht bij de uitoefening van gemeentelijke en provinciale belangen in samenwerking met private rechtspersonen aangaande toelagen; Gelet dat de rekeningen van de vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen jaarlijks onderworpen moeten worden aan de goedkeuring van de gemeenteraad; Gelet dat de rekening 2009 van deze vereniging werd goedgekeurd door haar Algemene Vergadering op 29 maart 2010; Gelet dat de gemeentelijke toelage 2009 op ,00 werd vastgesteld;

11 Overwegende dat het batig resultaat van deze rekening ,73 bedraagt; Gelet op het begeleidend financieel verslag van het accountantskantoor, belast met deze opdracht door de vzw cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. stemmen voor: M. Mertens, O. Schelfhout, J. Cauwenberghs, P. Vertongen, E. Willems, T. Mensalt, P. Mensalt, P. Hermans, T. Olbrechts, K. Hoefs, C. Selleslagh, W. De Boeck, L. De Smedt, K. Vleminckx, L. Van Lint, J.P. Van Campenhout, M. Van Godtsenhoven, A. Van den Bussche, J. Thielemans, J. Declerck, B. Laeremans, S. Dupont, K. Van Bree, L. Raekelboom, Y. Verberck, M. Gomez Casado, C. Buyle onthouden zich: A. Deman, V. Fontaine BESLIST: met 27 stemmen voor bij 2 onthoudingen Enig artikel. De rekening 2009 van de vzw Cultuurcentrum Strombeek/Grimbergen wordt goedgekeurd met een batig resultaat van ,73. 10e zaak: Kredietaanpassing met nummer 14 voor het dienstjaar kennisneming. Gelet op artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 betreffende de inwerkingtreding van het decreet van 23 januari 2009 tot wijziging van het gemeentedecreet, de uitvoering en inwerkingtreding van diverse bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en de wijziging van diverse bepalingen betreffende personeel, financiën en organisatie van de gemeente; Gelet op artikel 16bis van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, zoals ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009, waarin bepaald wordt dat een interne kredietaanpassing van de gewone dienst een kredietaanpassing is aan de uitgaven- of ontvangstenkredieten van de gewone dienst waarbij het totaal van deze uitgaven- of ontvangstenkredieten met dezelfde eerste twee cijfers van de functionele code als vermeld in artikel 1, 5, niet wijzigt; Gelet op artikel 155 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 23 januari 2009, dat de interne kredietaanpassingen regelt en aan het college rechtstreeks de bevoegdheid geeft om te beslissen over interne kredietaanpassingen van de gewone dienst, mits hiervan naderhand kennis wordt gegeven aan de gemeenteraad; Gelet op artikel 87, 4, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 23 januari 2009, dat stipuleert dat de gemeentesecretaris in overleg met het managementteam zorgt voor het opstellen van het voorontwerp van de verklarende nota van een interne kredietaanpassing; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2009 waarbij de voorwaarden werden vastgesteld waaronder het college van burgemeester en schepenen interne kredietaanpassingen kan goedkeuren van het investeringsbudget, voor zover het gecumuleerd krediet dat aan een artikel wordt toegevoegd de grens van ,00 euro (exclusief btw) niet overstijgt; Gelet dat sommige kredieten op artikels van het exploitatie- en investeringsbudget 2010 dienen gewijzigd te worden; Gelet op het feit dat het college in de zitting van 7 juni 2010 de interne kredietaanpassing met nummer 14 heeft goedgekeurd; BESLIST: Enig artikel. Onderstaande interne kredietaanpassing wordt ter kennisneming aangenomen:

12 Budgetartikel Krediet Verhoging Verlaging I.K / , ,00 766/ , , / , , / ,00 370, e zaak: Wijziging van het huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de markten Gelet op artikel 42 3 van het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005 en bij wet van 20 juli 2006, meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10; Gelet op het K.B. van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, meer bepaald de artikelen 23 tot en met 44; Gelet op het algemeen politiereglement van 23 februari 2006, meer bepaald de artikelen 248 tot en met 264; Gelet op het Huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de markten goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 september Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen, geformuleerd na overleg met de marktcommissie op 1 februari 2010 en 4 mei 2010 om een aantal wijzigingen aan te brengen aan dit reglement; BESLIST: met eenparigheid van stemmen De tekst van artikel 1, 4, van het huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de wordt vervangen door wat volgt: Op iedere zondagvoormiddag van 8 uur tot 13 uur wordt door het gemeentebestuur een openbare markt voor de verkoop van voedingswaren, bloemen en planten, huisdierartikelen, huishoudartikelen, lederwaren georganiseerd op volgende twee openbare domeinen : ter hoogte van het Kerkplein te 1850 Grimbergen met in totaal 16 vaste standplaatsen + 1 losse standplaats van max. 3m. breed en max. 6m. lang; op het Sint-Amandsplein te 1853 Grimbergen met in totaal 8 vaste standplaatsen + 1 losse standplaats van max. 3m. breed en max. 6m. lang. Bij de vaststelling van het aantal plaatsen wordt rekening gehouden met de verhoudingen opgenomen in artikel 3. De tekst van artikel 1, 6, van het huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de wordt vervangen door wat volgt: Teneinde variatie in het aanbod te behouden kunnen er per soort van product niet meer dan 2 standplaatsen worden toegekend. Enkel volgende soorten producten mogen op de markt te koop worden aangeboden: planten en bloemen; vis, schaal- en schelpdieren; kip aan t spit; wild en gevogelte; vlees en charcuterie; kaas- en zuivelproducten; snoepgoed en suikerwaren;

13 Art. 3. brood- en banketwaren; groenten en fruit; huisdierartikelen; huishoudartikelen; lederwaren. De tekst van artikel 16, 2, van het huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de markten wordt vervangen door wat volgt: De markthandelaar met vaste standplaats mag de standplaats innemen ten vroegste anderhalf uur voor de aanvang van de opening van de markt. De verkoop mag slechts starten vanaf het openingsuur. Art. 4. De tekst van artikel 16, 16, van het huishoudelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein buiten de markten wordt vervangen door wat volgt: De markthandelaar die elektriciteit nodig heeft, kan aansluiten aan de gemeentelijke verdeelkast. Hij moet wel steeds een positief keuringsverslag kunnen voorleggen. Het maximum beschikbaar vermogen bedraagt 16 Amp. monofasig. De vergoeding voor aansluiting en verbruik is inbegrepen in de indirecte belasting op het gebruik van de openbare ruimte. Het naleven van de regels van de afname van de elektriciteit aan de verdeelkasten kan ten allen tijde gecontroleerd worden door een aangestelde van de dienst Werken in Eigen Beheer en een afgevaardigde van de politie. Art. 5. Deze wijzigingen treden in werking vanaf 1 juli e zaak: Herinrichtingswerken aan de Kelkebeek in het stroomgebied van de Maalbeek door Provincie Vlaams-Brabant (dienst waterlopen) en wegenis en rioleringswerken Humbeeksesteenweg - Aanpassing waterleidingen. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op de werkzaamheden in het kader van de herinrichtingswerken aan de Kelkebeek in het stroomgebied van de Maalbeek door Provincie Vlaams-Brabant (dienst waterlopen) en wegenis en rioleringswerken Humbeeksesteenweg ; Gelet op het feit dat de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening ons een ontwerp overmaakt ten bedrage van ,00 voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan

14 haar waterleidingen in het kader van de herinrichtingswerken aan de Kelkebeek in het stroomgebied van de Maalbeek door Provincie Vlaams-Brabant (dienst waterlopen) en wegenis en rioleringswerken Humbeeksesteenweg; Gelet op het feit dat momenteel de autonome investeringskredieten van de gemeente ,21 bedraagt, hetgeen ontoereikend is om de werken volledig te financieren; Overwegende dat het saldo, zijnde 1.578,67 dient gefinancieerd te worden onder artikel 874/124-06; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLIST: met eenparigheid van stemmen Akkoord te gaan met het ontwerp van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan haar waterleidingen in het kader van de herinrichtingswerken aan de Kelkebeek in het stroomgebied van de Maalbeek door Provincie Vlaams-Brabant (dienst waterlopen) en wegenis en rioleringswerken Humbeeksesteenweg. De kosten voor deze werken ten bedrage van ,00 moeten gedeeltelijk geboekt worden op autonome investeringskredieten van de gemeente ten bedrage van ,21 en het saldo zijnde 1.578,67 dient gefinancierd te worden onder artikel 874/ Raadslid Jean Dewit vervoegt de vergadering 13e zaak: Woonbeleid Regio Noord: gemeentelijk reglement leegstand en leegstandsheffing Gelet op het decreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de verschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamer, hierna Kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en panden beleid, hierna Decreet Grond- en Pandenbeleid genoemd; Gelet op artikel van het Decreet Grond- en Pandenbeleid dat uitdrukkelijk stelt dat de gemeenteraden gemachtigd zijn tot het heffen van een leegstandsheffing met het oog op de het voorkomen en bestrijden van leegstand van gebouwen en woningen op hun grondgebied; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Overwegend dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; stemmen voor: M. Mertens, O. Schelfhout, J. Cauwenberghs, P. Vertongen, E. Willems, T. Mensalt, P. Mensalt, P. Hermans, T. Olbrechts, K. Hoefs, C. Selleslagh, W. De Boeck, L. De Smedt, K. Vleminckx, L. Van Lint, J.P. Van Campenhout, M. Van Godtsenhoven, A. Van den Bussche, J. Thielemans, J. Declerck, B. Laeremans, S. Dupont, K. Van Bree, L. Raekelboom, Y. Verberck, M. Gomez Casado, C. Buyle onthouden zich: A. Deman, V. Fontaine

15 stemmen tegen: J. Dewit BESLIST: met 27 stemmen voor en 1 stem tegen bij 2 onthoudingen HOOFDSTUK 1 Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1. De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het Decreet Grond- en Pandenbeleid zijn van toepassing, evenals de andere definities uit artikel 1.2,van voornoemd decreet; 2. Leegstaande gebouwen zijn gebouwen als omschreven in artikel van het Decreet Grond- en Pandenbeleid; 3. Leegstaande woningen zijn woningen als omschreven in artikel van het Decreet Grond- en Pandenbeleid; 4. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvestiging van een gezin of een alleenstaande; 5. Zakelijk gerechtigde: de persoon die houder is van een van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom: HOOFDSTUK het recht van opstal of van erfpacht: het vruchtgebruik: Gemeentelijk leegstandsregister De gemeente is vanaf 01/01/2010 verplicht een register van leegstaande gebouwen en woningen bij te houden, hierna het leegstandsregister genoemd. Dit leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van artikel tot van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. Art. 3. De opmaak en het beheer van het leegstandsregister kan, gelet artikel van het Decreet Grond- en Pandenbeleid betreffende opmaak en de opbouw van het leegstandsregister, worden overgedragen aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband. Art. 4. Gelet op de zitting van het schepencollege van 19/04/2010 waarin de bevoegdheid voor de opmaak en de opbouw van het leegstandsregister van gebouwen en woningen en de bevoegdheid tot onderzoek, controle en vaststelling van leegstand werd overgedragen aan de interlokale vereniging "Woonbeleid Regio Noord" Art. 5. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden. De leegstand van een gebouw of woning wordt beoordeeld aan de hand van het voorkomen van meerdere van de volgende objectieve indicaties: het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister of een aangifte als tweede verblijf; de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang; het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als "te huur" of "te koop"; het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen; een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand;

16 de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992; oneigenlijke gevelafwerkingen zoals dichtgemetselde of dichtgetimmerde gevelopeningen; verwaarloosd buitenschrijnwerk zoals verweerde ramen- en deuren, afbladderende verf, glasbreuk, ; verwaarloosde gevels zoals ontbrekende stenen, uitvallend voegwerk, verweerde bepleistering, ; verwaarloosd dak zoals het verzakken, losliggen of plaatselijk ontbreken van dakbedekking, het niet waterdicht zijn de dakbedekking, het ontbreken van regenafvoer, ; verwaarloosde buitenruimte door opschietende en niet onderhouden beplanting, geen tekenen van betreding, kruidgroei, ; het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning; getuigenissen; indruk van niet bewoning door vb: het permanent gesloten zijn van gordijnen of rolluiken. het gebouw of de woning waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd en een effectieve aanvang met de werken werd genomen overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening. Als uit de feitelijke indicaties niet onmiddellijk vastgesteld kan worden dat de leegstand al minimaal twaalf opeenvolgende maanden aanhoudt, wordt een tweede controle gevoerd. Art. 6. De zakelijk gerechtigde wordt in kennis gesteld van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister op de wijze bepaald in artikel van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. Art. 7. De zakelijk gerechtigde kan beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister, binnen de termijn en op de wijze zoals bepaald in artikel van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. Het beroep wordt behandeld zoals omschreven in artikel tot Art. 8. Een schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister gebeurt volgens de modaliteiten bepaald in art van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. HOOFDSTUK 3 Art. 9. Gemeentelijke leegstandsheffing op gebouwen en woningen Er wordt voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister geschrapt is overeenkomstig artikel van het decreet Grond- en Pandenbeleid, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag. Gebouwen en woningen die op het moment van vaststelling van dit reglement reeds opgenomen zijn in een gemeentelijk leegstandsregister of in het leegstandsregister van Vlaanderen zijn de belasting onmiddellijk verschuldigd. Voor deze gebouwen en woningen vervalt de anciënniteit. Art. 10.

17 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaand gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het betrokken aanslagjaar verschuldigd wordt. Ingeval er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Bij verkoop van het onroerend goed, zal het verlijden van de notariële akte bepalend zijn om te bekijken wie er op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt, belastingplichtig is. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. HOOFDSTUK 4 Art. 11. Aanslagvoet De heffing op een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Art. 12. De gemeentelijke leegstandsheffing bedraagt: voor een volledig gebouw of woonhuis; 250 voor een individuele kamer 500 voor elke overige woongelegenheid; Volgens deze bepaling, zijn volgende begrippen van toepassing: a. een eengezinswoning = een woonhuis b. een appartement = een (overige) woongelegenheid c. een volledig appartementsgebouw = een woonhuis Bij een leegstaand woonhuis bestaande uit meerdere woongelegenheden wordt het bedrag van het leegstaand woonhuis verhoogd met het bedrag per woongelegenheid in dit leegstaand woonhuis. De belasting wordt vermeerderd met 250 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat vervalt bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning. HOOFDTUK 5 Art. 13. Vrijstellingen Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: De belastingplichtige die nieuwe houder is van het zakelijk recht van het gebouw of de woning. De vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Openbare besturen (gemeente, OCMW, Sociale huisvestingsmaatschappijen, Sociale verhuurkantoren, Inter Lokale Verenigingen) waarvan het werkingsgebied zich onder meer op het grondgebied van de Gemeente Grimbergen bevindt. Art. 14. Van leegstandsheffing zijn vrijgesteld: Het gebouw of de woning waarvan een zakelijk gerechtigde in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Het verblijf of de opname worden geattesteerd en gedateerd