Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de GEMEENTERAAD

Transcriptie

1 Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de GEMEENTERAAD Zitting van 20 december Tegenwoordig: de H.H. De Vries Tom, schepen-voorzitter; Vermeiren Freddy, burgemeester; Van Der Velde Bart, Roofthooft Anja, Wandelaer Danny, schepenen; Troch Walter, schepen, voorzitter OCMW; Terreur Sofie, Gielis Frans, De Greef Marijke, De Leeuw Suzanne, De Pauw Anja, Herremans Sabine, Vermant Dirk, Coomans Glenn, Verhoeven Elisabeth, Daelemans Kamiel, Verschueren Cindy, Roofthooft Edward, raadsleden; Vermeiren Eric, gemeentesecretaris Verontschuldigd: Van Hove Bart, Brems Lisette, raadsleden Afwezig: Betreft: Gemeentelijk belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen aanslagjaar , invoering -- DE GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011 houdende de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen en houdende wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikelen 42, 3, 1 en 43, 2, 15 ; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op de gecoördineerde omzendbrief BB2011/01 van 10/06/2011 betreffende de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;

2 Gelet op de beslissing van de gemeenteraad, d.d. 1 februari 2011, houdende Reglement op de leegstand van gebouwen en woningen; Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden met als doelstelling het beschikbare patrimonium voor wonen in de gemeente Niel optimaal te benutten. Overwegende de financiële toestand van de gemeente, Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen d.d. 29 november 2011; BESLIST: met éénparigheid van stemmen (Daelemans Kamiel,, De Pauw Anja, Roofthooft Edward, De Leeuw Suzanne, Vermant Dirk, Terreur Sofie, De Greef Marijke, Verschueren Cindy, Gielis Frans, Herremans Sabine, Verhoeven Elisabeth, Coomans Glenn, Van der Velde Bart, Wandelaer Danny, Roofthooft Anja, Vermeiren Freddy, De Vries Tom): Artikel 1: 1. Er wordt voor een periode aanvang nemend op en eindigend op een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister zoals bepaald in de beslissing van de gemeenteraad d.d. 1 februari 2011 houdende Reglement op de leegstand van gebouwen en woningen (hierna genoemd het leegstandsregister) Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel van het decreet grond- en pandenbeleid en de beslissing van de gemeenteraad d.d. 1 februari 2011 houdende Reglement op de leegstand van gebouwen en woningen (hierna genoemd het reglement op de leegstand). De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het decreet zijn toepasselijk, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid. Leegstaande gebouwen zijn gebouwen als omschreven in artikel van het decreet grond- en pandenbeleid en artikel 3 van het reglement op de leegstand. Leegstaande woningen zijn woningen als omschreven in artikel van het decreet grond- en pandenbeleid en artikel 3 van het reglement op de leegstand. 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Art. 2.: 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde, met name de houder van de volle eigendom, het recht van opstal, erfpacht of het vruchtgebruik. 2. In geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

3 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar of de overdrager stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van 1, als belastingplichtige beschouwd. Art. 3.: 1. Deze jaarlijkse belasting wordt ingekohierd en bedraagt: ,00 EUR voor een leegstaande woning of gebouw - 250,00 EUR voor een leegstaande (studenten)kamer in de zin van artikel 2 van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers. 2. De belasting wordt vermeerderd met 100% per bijkomende termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning op het leegstandsregister staat, met een maximale vermeerdering van 400%. 3 Bij overdracht van het zakelijk recht of indien voor het vorige aanslagjaar een vrijstelling van de belasting werd verleend voor het belaste gebouw of woning, wordt het aantal bijkomende termijnen van 12 maanden zoals vermeld in 2, tot nul herleid. Art. 4.: 1. Een vrijstelling van belastingen wordt toegekend mits voldaan aan de voorwaarden tot het bekomen van één van de mogelijke vrijstellingen zoals bepaald in 3. Deze vrijstelling wordt schriftelijk, via aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs, met toevoeging van de nodige bewijsstukken aangevraagd. Hiertoe wordt verplicht gebruik gemaakt van het formulier Aanvraag voor vrijstelling van leegstandsbelasting zoals bijgevoegd in bijlage De toekenning van de vrijstelling impliceert vrijstelling van de belasting die zou verschuldigd zijn in het aanslagjaar of de aanslagjaren waarvoor vrijstelling werd verleend, tenzij expliciete afwijkingen bepaald in In afwijking van de vrijstellingen zoals vermeld in het decreet grond- en pandenbeleid kunnen enkel volgende vrijstellingen worden toegekend: 1 Vrijstelling voor verblijf in een instelling. De belastingplichtige die als natuurlijk persoon de laatste bewoner is van de leegstaande woning én die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling wordt vrijgesteld van belasting. Het bewijs hiervan wordt afgeleverd door de ouderenvoorziening of psychiatrische instelling. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximum twee opeenvolgende aanslagjaren en wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd. 2 Vrijstelling voor handelingsonbekwame. De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing wordt van belasting vrijgesteld. Het bewijs hiervan wordt geleverd door het voorleggen van de betreffende gerechtelijke uitspraak.

4 Deze vrijstelling geldt voor een niet verlengbare periode van één aanslagjaar. 3 Vrijstelling voor nieuwe zakelijk gerechtigde. De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning wordt vrijgesteld van belasting. Deze vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar na de datum van het verlijden van de notariële akte van overdracht van het zakelijke recht. Deze vrijstelling geldt echter niet bij overdracht aan vennootschappen of natuurlijke personen waarin de vroegere of nieuwe houder van het zakelijk recht participeert, rechtsreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap. 4 Vrijstelling voor renovatiewerken. De belastingplichtige die onder de voorwaarden zoals hieronder bepaald renovatiewerken uitvoert, wordt vrijgesteld van belasting. Om te bepalen of de aanvrager renovatiewerken uitvoert, wordt verwezen naar de definitie van renovatie zoals bepaald in het decreet van 15 juli 1997 houdende Vlaamse Wooncode: de uitvoering van structurele ingrepen die vooral betrekking hebben op de stabiliteit, de bouwfysica of de veiligheid, aan een woning of gebouw dat bestemd is om te worden bewoond; 1. Er wordt in een periode van 10 jaar aan de belastingplichtige een vrijstelling gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw; Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw te worden aangevraagd met bijvoeging van de nodige stavingsstukken zoals voorzien in de punten 2 en 3, met een maximum periode van 5 opeenvolgende aanslagjaren. 2. De geplande renovatiewerken en het structurele karakter van deze werken dienen aangetoond te worden aan de hand een volledig ingevulde renovatienota welke een overzicht van de geplande werken bevat.hiertoe wordt verplicht gebruik gemaakt van het formulier Renovatienota zoals bijgevoegd in bijlage 2 3. De vrijstelling wordt enkel verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief werden uitgevoerd in het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd en er een zekere vooruitgang van de werken kan worden aangetoond. De per aanslagjaar uitgevoerde werken kunnen enkel worden bewezen aan de hand van enkele foto s en facturen ten belope van minimum EUR. Deze facturen moeten gedateerd zijn in de periode van het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd. De toekenning van de vrijstelling kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie. Indien uit de stand van zaken zoals weergegeven in de renovatienota of uit het verslag van het plaatsbezoek blijkt dat de werken niet of niet voldoende werden uitgevoerd, wordt de toekenning van de vrijstelling wegens renovatiewerken geweigerd. Indien het plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd, wordt de toekenning van de vrijstelling eveneens geweigerd. 4. Indien de renovatiewerken vergunningsplichtig zijn, kan voorafgaand aan de vrijstelling voor renovatiewerken een vrijstelling worden gevraagd wegens het indienen van een aanvraag van stedenbouwkundige vergunning. Deze vrijstelling wordt enkel verleend indien de desbetreffende stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd en geldt vanaf het moment van aanvraag van de goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning voor een periode van maximum één aanslagjaar. Deze vrijstelling kan slechts éénmalig bekomen worden gedurende een periode van 10 jaar. 5 Vrijstelling wegens een aanvraag tot inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van het belast goed.

5 De belastingplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien zes maanden voor het verschuldigd worden van de belasting een aanvraag tot inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van het belast goed werd ingediend. Deze vrijstelling wordt enkel verleend indien de aanvraag aanleiding geeft tot een tot een effectieve inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van het belast goed. De termijn van zes maanden gaat in vanaf de dag na indiening van de aanvraag tot inschrijving. 6 Vrijstelling wegens vernieling of beschadiging door een plotse ramp. De belastingsplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien de woning en/of het gebouw ernstig vernield of beschadigd is ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor een periode van maximum 3 opeenvolgende aanslagjaren vanaf de datum van de ramp. Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de belastingplichtige en waardoor de schade zo groot is dat het normaal gebruik onmogelijk is, bv. brand, ontploffing, verzakking, overstroming, storm,. 7 Vrijstelling wegens verzegeling of expertise. De belastingplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien de woning en/of het gebouw onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling kan worden aangevraagd bij de aanvang van de onmogelijkheid tot effectief gebruik en geldt tot één aanslagjaar na het einde van die onmogelijkheid. 8 Vrijstelling inzake renovatieovereenkomst in het kader van de Vlaamse Wooncode. De belastingplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien de woning en/of het gebouw voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18 2 van de Vlaamse Wooncode. Deze vrijstelling geldt permanent voor de duur van de overeenkomst. 9 Vrijstelling inzake sociaal beheersrecht in het kader van de Vlaamse Wooncode. De belastingplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien de woning en/of het gebouw voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW, autonoom gemeentebedrijf of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Deze vrijstelling geldt permanent voor de hele periode van beheersrecht. 10 Vrijstelling bij verhuur aan een erkend sociaal verhuurkantoor. De belastingplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien de woning wordt verhuurd aan een erkend sociaal verhuurkantoor waarbij de datum van ondertekening van het huurcontract valt vóór de houder van het zakelijk recht belastingplichtig wordt. De vrijstelling geldt de ganse periode dat het pand ter beschikking is van het sociale verhuurkantoor en dit tot aan het einde van de overeenkomst met het sociale verhuurkantoor. 11 Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen binnen een onteigeningsplan De belastingplichtige wordt van belasting vrijgesteld indien de woning en/of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. Deze vrijstelling geldt permanent vanaf de de inwerkingtreding van de onteigeningsbeslissing 12 Vrijstelling voor gebouwen met handelsfunctie die op het gelijkvloers een economische activiteit uitoefenen en waar geen afzonderlijke toegang voorzien is. Er wordt een vrijstelling verleend aan de belastingplichtige van gebouwen die op het gelijkvloers een economische activiteit uitoefenen en die niet beschikken over een afzonderlijke toegang. Een afzonderlijke toegang is een toegang die leidt naar één of meer woningen boven hetzelfde gebouw,

6 waarbij de woningen onafhankelijk van het gebouw op het gelijkvloers kunnen betreden worden via een afzonderlijke deur en vaste trap. De vrijstelling geldt permanent zolang de toestand ongewijzigd blijft. 13 Vrijstelling voor sociale huisvestingmaatschappij, het OCMW, de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf. Er wordt een permanente vrijstelling verleend aan de sociale huisvestingsmaatschappij, het OCMW, de gemeente, een intergemeentelijke vereniging en het autonoom gemeentebedrijf Argilla. 14 Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen erkend als monument De belastingplichtig wordt van belasting vrijgesteld indien een attest wordt voorgelegd van de cel Erfgoed waaruit blijkt dat ofwel een restauratiepremie werd aangevraagd voor de renovatie van een woning en/of gebouw dat beschermd is als monument krachtens het decreet tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten ofwel waaruit blijkt dat er een haalbaarheidsonderzoek loopt voor een renovatieproject en dit vanaf het eerste aanslagjaar dat de belasting zou verschuldigd zijn. De vrijstelling geldt tot de goedkeuring van de premie of het renovatieproject. Aansluitend kan de belastingplichtige, indien van toepassing, vrijstelling 4 aanvragen. Art. 6.: De in het verleden toegestane schorsingen door Wonen Vlaanderen worden omgezet in een vrijstelling voor de termijn zoals voorzien door Wonen Vlaanderen. Cc: SRT/NOT/ag FIN/BEL TD (2) FD/Wonen Vlaanderen Provincie (3) Cipal (gr 34 mhe) Namens de gemeenteraad: De gemeentesecretaris, w.g. Eric VERMEIREN. De voorzitter, w.g. Tom DE VRIES. Voor eensluidend uittreksel: De gemeentesecretaris, De voorzitter, Eric VERMEIREN. Tom DE VRIES.