Besprekingsverslag. Bespreking op : 30 september 2013 : Van 09:45 uur tot 12:00 uur In/te : Verslagdatum : 27 september 2013 B&W A B&W B

Transcriptie

1 Besprekingsverslag Bespreking op : 30 september 2013 Tijdsduur : Van 09:45 uur tot 12:00 uur In/te : Verslagdatum : 27 september 2013 Naam steller : D Nauta Doorkiesnummer : Sector/Afdeling : CS-CM Onderwerp : Klankbordgroep Flevokust Aanwezig Afwezig Kenmerk : V B & W datum: B&W A B&W B : dhr. v.d. Weerd en dhr. Van Geffen (BD-ondernrs.L'stad-Noord); dhr. Van Wageningen en dhr. Verwolf (Ondernrs. Rivierduingebied); dhr. Cassé en dhr. Nobel (bew.ver. Golfpark); dhr. N. Kok (bew.ver. Flevo Golf Resort); dhr. A. Roeten (OFGV); dhr. W. Wester (RWS); dhr. Groote, dhr. Bakker, dhr. Van Keulen en dhr. Nauta (Gemeente L stad); mw. Van Antwerpen (voorz. namens gemeente L stad) Toehoorders: dhr. F.Anemaet; dhr. L. Baaten : dhr. Hers (toehoorder); dhr. P. de Vries (Flevo Marina); dhr. W. Kok (bew.ver. Flevo Golf Resort); dhr. R. Wilms (prov. Flevoland) Welkom Mw. Van Antwerpen verwelkomt twee nieuwe gezichten: Dhr. N. Kok namens bewonersvereniging Flevo Golf Resort. Dhr. Wiebe Wester van Rijkswaterstaat (RWS); hij houdt zich bezig met vergunningen waterwegen, ontgrondingen, met alles wat buitendijks gebeurt (RWS is daarvoor bevoegd gezag) Verslag van 5 september jl. Dhr. Vd. Weerd geeft aan dat hij op persoonlijke titel deelneemt aan de klankbordgroep en dus niet de BD-boeren in Lelystad Noord vertegenwoordigt (de gestelde uitnodiging voor dit overleg wekt die suggestie). Dhr. Van Geffen geeft aan dat voor hem hetzelfde geldt. Dhr. Van Wageningen wil ruimte op de agenda voor info die vanuit Rivierduingebied is verzameld over normen en gevolgen voor de voedselkwaliteit/bedrijfsvoering. Mw. Van Antwerpen geeft aan dat dit bij de punten uit de actielijst aan de orde kan komen. Dhr. Anemaet - heeft geen goed gevoel bij de wijze van verslag leggen. Hij wil in het verslag opgenomen zien dat nader onderzoek naar normering, op basis van nulmeting, noodzakelijk is. Ook de gestelde vragen moeten goed opgenomen in het verslag. Mw. Van Antwerpen zegt dit toe. Actiepuntenlijst Dhr. N. Kok sluit zich aan bij verzoeken om aanwezigheid van gemeente op eventuele bewonersbijeenkomsten. Dhr. P. Cassé, wil in voorkomende gevallen dan graag samen optrekken en een infoavond combineren met bewoners van zowel Golfpark als Flevo Golf Resort. Paraaf Hoofd : Medeparaaf : Medeparaaf : Secretaris : MT SUGGESTIE: AKKOORD B I II III IV V VI BESPREKEN B I II III IV V VI

2 - pagina 2 - Mw. Van Antwerpen meldt als antwoord op de vraag Hoeveel vanuit het buitenland aangevoerd afval gaat -na verwerking- als bodemas weer terug naar het buitenland? : Dit hebben we voorgelegd aan het ministerie. Import komt vooral uit Duitsland. Afval wordt hier verbrand. Er gaat niks terug. Ook de bodemassen blijven hier. Dit bevreemdt dhr. Van Wageningen: het kan toch niet zo zijn dat we heel Nederland ophogen met buitenlandse bodemassen?? De conclusies uit de presentaties van prof. Haas en René Rietra zijn verwerkt in het verslag van 5 sept. Op verzoek vanuit de kbg zullen de conclusies nog eens als apart document naar de leden van de kbg worden verzonden. Nauta Presentatie Rin van Keulen, Ingenieursbureau gemeente Lelystad Dhr. Van Keulen geeft een technische uiteenzetting over de voorgenomen ophoging van Flevokust en de zetting/eigenschappen van grond. Alle materialen, bouwstoffen, hebben eigenschappen, zoals verschil naar vorm, korrelstructuur etc. Deze eigenschappen worden in technische zin vertaald naar een e- modulus, wat een graadmeter is voor berekeningen betreffende de draagkracht. Zand zelf kent ook verschillende verschijningsvormen, zand kent tevens niet 1 gradering. Bij het ophogen van een gebied wordt de constructie zodanig opgebouwd dat de stijfheid naar boven toeneemt, waarmede de draagkracht aan het oppervlak toeneemt. Het effect van ophogen is dat de druk in de ondergrond toeneemt. Drukverhoging initieert zetting. Zetting is het gevolg van een toename van de korrelspanning. De grond heeft van nature een korrel- en waterspanning. Als water uit een grondlaag wordt geperst, krijg je verdichting. Naarmate je meer ophoogt neemt de druk/spanning toe. De kunst is om dat gecontroleerd uit te voeren. Het liefst laag voor laag om een goede verdichting te verkrijgen. In Lelystad heeft de ondergrond al goede natuurlijke eigenschappen, opgebouwd uit verschillende lagen (o.a. pleistoceen zand, veen, klei). Bij het ophogen bereken je de toename van de druk zowel in horizontale- als verticale richting. Het ophogen van een gebied kan in een keer gaan plaatsvinden of in meerdere ophoogslagen. De kunst is zodanig te gaan ophogen dat de stabiliteit niet in gevaar komt. Naarmate je meer weet van de ondergrond (in dit gebied is er uitvoerig onderzoek gedaan), kun je gerichter de methode van ophogen vaststellen. Zetting is gerelateerd aan tijd. Op basis van de materiaaleigenschappen van de ondergrond kan hier overwogen worden het gebied in 2 of 3 slagen te gaan ophogen. De primaire zetting - 95 % - is binnen 100 dagen bereikt. Zetting is blijvend en niet omkeerbaar. De resterende zetting, klink, betreft hier 20 cm, welke gelijkmatig verloopt en binnen een periode van 30 jaar bereikt wordt. Bij zand maken we onderscheid naar natuurlijk en niet natuurlijk zand. Niet natuurlijk zand als ophoogmateriaal, waaronder bodemassen, zitten qua grondeigenschappen op het scheidingsvlak tussen klei en zand. Gebruik van bodemassen als ophoogmateriaal is civieltechnisch geen probleem; mits gelijkmatig aangebracht en verdicht. Conclusie is dat het ophogen met bodemassen geen civieltechnische veiligheidsrisico s kent. Dhr. Van Wageningen vraagt of de bodemassen, als er contact is met water, kunnen uitlogen, of dit water vervolgens onder de dijk doorkomt en terechtkomt in de kwelsloot die grenst aan het nabij gelegen landbouwgebied. Wordt water weggedrukt onder de dijk door naar Rivierduingebied? De boeren daar hebben veel te maken met

3 - pagina 3 - kwel. Neemt het kwelwater door de ophoging toe en neemt het mogelijk schadelijke stoffen mee? Dhr. Van Keulen antwoordt dat de ondergrondse stroming (meeste water komt vanaf Duitsland) gelijk blijft. Het grondwater zit in lagen van het pleistoceen zand. Dit ligt dieper dan de toe te voegen lagen bodemassen. Kwelwater neemt niet toe. De bestaande lagen en grondwaterstromen blijven intact. De lagen worden enkel samengedrukt waardoor de doorstroming eerder wordt gereduceerd. Het is een bewuste keuze te kiezen voor het ophogen op het bestaande maaiveld. Indien er eerst zou worden ontgraven dan is een eventueel risico op uitloging eerder aanwezig. Een reden om dat dus niet te doen. Dhr. Verwolf: is dit onderzocht door het Waterschap?Het gaat ook om de kwaliteit van het water. Dhr. Van Keulen: Waterschap is nauw betrokken bij project Flevokust. In de op te stellen MER wordt uitgebreid aandacht besteed aan mogelijke gevolgen voor de waterkwaliteit. Rond 7 oktober zijn de onderzoeken dienaangaande klaar. Mw. Van Antwerpen zegt toe na te gaan of de resultaten van de onderzoeken eerder dan de officiële terinzagelegging van de MER naar de leden van de klankbordgroep kan worden gestuurd. Dhr. N.Kok: Voldoet de MER aan Europese regelgeving.? Antw.: Ja. Nederland loopt zelfs wat betreft milieuregelgeving veelal voorop. Dhr. Van Wageningen- is ook onderzocht wat klei, zand en bodemassen doen? Zijn er verschillen? Mw. Van Antwerpen: Flevokust wordt opgehoogd met stoffen die zijn toegestaan en geschikt voor toepassing. Dhr. Van Keulen: De bodemopbouw kent verschillende lagen. Iedere laag kent zijn eigen afstroming. De ophoging zit daarboven. Het kwelwater stroomt via de dieper gelegen bestaande lagen; niet door de ophoging met bodemassen. Een beperkte hoeveelheid (regen)water sijpelt door de ophoging en komt dus in aanraking met de voorziene aan te brengen bodemassen. Dhr. Van Wageningen- het lijkt alsof dit door de gemeente wordt gebagatelliseerd. Dhr. Van Keulen: Geenszins. Het gaat hier om de feitelijke uitleg van de te volgen methode van ophoging: niet eerst ontgraven dus; bestaande grondlagen intact laten. Dhr. Verwolf - is niet gerustgesteld. Er wordt toch water uitgespoeld in de kwelsloot dat in contact is geweest met bodemassen. Water gaat onder de A6 door. Is dit water nu wel of niet schoon? Mw. Van Antwerpen: In milieuwet- en regelgeving is alles op papier goed geregeld. In de praktijk moeten we via monitoring en protocolafspraken de zaken met elkaar goed regelen en volgen. Dhr. V,d. Weerd: hebben bodemassen waterafstotende eigenschappen of absorberend? Aanvullende vraag van dhr. N.Kok: wat is moleculaire structuur. Neemt ene laag minder of makkelijk schadelijke stoffen op? Welke grondsoort laat het meeste door of neemt het meeste op? Dhr. Van Keulen: De korrelstructuur zit op grensvlak zand en klei. Bodemassen krijgen in contact met water een beperkte stijfheid. De opnamewaarde ligt zodanig laag dat het materiaal beperkt gaat binden. De waarde ligt overigens significant lager dan bij bijvoorbeeld puingranulaat, dat ook als ophoogmateriaal mag worden gebruikt. Belangrijk om te weten: er wordt niet simpel gestort, maar er wordt opgehoogd in lagen. Door materiaalmonsters te nemen kan vooraf berekend worden hoe het materiaal zich gaat gedragen. Op basis van de resultaten kan gekozen worden voor een laagsgewijze opbouw. Het gebied hoeft niet in 1x te worden opgehoogd. Het verticaal ophogen in lagen, de sandwichconstructie, kan tevens plaatsvinden in horizontale richting door te compartimenteren. Door te kiezen voor natuurlijke materialen op de verticale en horizontale scheidingsvlakken is monitoren op eventueel vrijkomende stoffen goed mogelijk. Presentatie dhr. Van Wageningen over normeringen voedselkwaliteit Dhr. Van Wageningen doet verslag van zijn speurtocht naar normeringen waaraan landbouwproducten, bij aanleg en ingebruikneming van Flevokust kunnen worden getoetst. Hij meldt dat dit een lastig en moeizaam verhaal is. Niemand kan of wil wat kwijt. Hij heeft contact gehad met Ned. Zuivelorganisatie, en met de Voedsel en Groote

4 - pagina 4 - Warenautoriteit ( VWA) en RIVM. Hij is verwezen naar een website over normeringen. Specifieker onderzoek kan pas plaatsvinden bij een opdracht. Hij denkt dat er een specifieke case moet komen over reilen en zeilen Flevokust met een nulwaarde-meting en controlefunctie. Verder wijst hij op een milieuakkefietje in Harlingen. Ook daar is BRC actief. Dat is opvallend. Is er een relatie met de plannen voor Flevokust? Hij wil zaken vooraf goed regelen, en niet achteraf: pas in actie komen als er wat aan de hand blijkt te zijn. Hij vraagt aan de gemeente om bij de juiste instanties op het goede niveau kennis te halen en te delen. Hij noemt naast eerder genoemde instituten o.a. Rekilt, onderdeel van Wageningen Universiteit. De gevoerde gesprekken met deskundigen bij genoemde instanties gaven hem een verontrustend gevoel. Er is nog weinig tastbaar en feitelijk. Mw. Van Antwerpen: voordat je kunt gaan meten, moet je weten wat je wilt weten. Het is belangrijk te weten op welke normen je metingen kunt laten doen. In vervolgtraject moet we dit meenemen in het op te stellen protocol. Presentatie Hans de Groote: Op weg naar een protocol (presentatie bijgevoegd bij verslag) Dhr. Groote meldt dat er nog geen conceptprotocol is, maar schetst in zijn presentatie de weg om tot zo n protocol te komen. Hij benadrukt dat samenwerking daarbij noodzakelijk is, zodat blijvende en gezonde bedrijfsvoering voor de agrarisch ondernemers in de omgeving mogelijk is. In plaats van de oorspronkelijke plannen is er nu geen sprake meer van opslag van een voorraad nog onverwerkte bodemassen. Te maken afspraken gaan nu over transport en verwerking van geschoonde bodemassen. Productie van schone bodemassen gaat nu naar verwachting in Rotterdam plaatsvinden. Hij meldt dat in keuringsbladen nauwkeurig omschreven staat waaraan stoffen moeten voldoen. Dat gebeurt door een onafhankelijk keuringsinstituut. Desondanks zijn er nog steeds vragen die we hier in een apart werkgroepje beantwoord moeten krijgen. Transport van bodemassen is ook in wet- en regelgeving geregeld. Diegene die ophoogt moet logboek bijhouden. Een melding volstaat. Per transport moet ophooglocatie van de aangevoerde partij bodemassen worden aangeven. Deze moet traceerbaar zijn, zodat bij controle achteraf zonodig maatregelen kunnen worden genomen. Er zijn nog allerlei vragen te stellen. Op papier is alles te regelen, maar bij de uitvoering in de praktijk zijn er nog vragen, zoals overigens ook bij de huidige gang van zaken als het gaat om stoffen die onder IBC-normen worden getransporteerd en opgeslagen. Hoe weten we zeker dat alles volgens de regels gaat? 100 procent zekerheid is niet geven, maar dat geldt nergens. Dhr. N. Kok- De keuze kan op grond daarvan worden gemaakt om geen risico s te lopen en Flevolust af te blazen. Antw.: Dat klopt. De keus is aan het gemeentebestuur om project al dan niet door te laten gaan. Dhr. Groote : het gaat om maatregelen/afspraken (vast te leggen in een protocol) om zorgen zoveel mogelijk weg te nemen. En als zich toch bij controle/monitoring iets onreglementairs voordoet, dan kun je vroegtijdig ingrijpen, omdat je aan de voorkant hebt geregeld en weet wat je dan moet doen: er kan direct worden ingegrepen. Uiteindelijk gaat het om de uitvoering. Dhr. Cassé-: Wat te doen bij schade en bijbehorende uitkering; dit moet vooraf goed geregeld zijn. Dhr. Groote: hiervoor geldt: de veroorzaker betaalt. Dhr.Van Wageningen geeft aan dat het uitgangspunt van de gemeente zou moeten zijn dat alleen zaken worden gedaan met mensen die verzekerd zijn. Hij geeft nogmaals aan dat de naam BRC hem dwarszit. Waarom risico lopen met dit bedrijf? Dhr. Cassé - BRC heeft geen goede naam. Bij HVC staat proefopstelling om

5 - pagina 5 - bodemassen te verwerken. Waarom als gemeente niet bij HVC gaan kijken en onderzoeken of zij een mogelijke partner zijn? Mw. Van Antwerpen wijst erop dat er afspraken zijn (voorlopig koopcontract) met BRC en dat de rol van BRC al meerdere keren aan de orde is geweest. De gemeente kan geen bedrijven uitsluiten die niet van rechtswege verboden zijn. Belangrijk is de eigen rol in relatie tot de milieuweten regelgeving, het op te stellen aanvullend protocol en het regelen en toezien op goede handhaving en monitoring. Dhr. Verwolf: BRC is toch een bedrijf dat regels overtreedt. Mw. Van Antwerpen: Gemeente gaat alleen met betrouwbare bedrijven zaken doen, met bedrijven die zich aan de regels houden. Het is een vrije markt. Zolang bedrijf zich aan de regels houdt, is er niks aan de hand. Zij adviseert niet alleen te oordelen op basis van wat in media gepubliceerd wordt. Dhr. N. Kok- zet ook vraagtekens bij de veronderstelde op te leveren werkgelegenheid. Dhr. Cassé- ook in raad is eerder om second opinion gevraagd. Van alle kanten worden vraagtekens gezet, maar we blijven maar doorhobbelen. Mw. Van Antwerpen refereert aan eerdere in de klankbordgroep gevoerde discussies hierover. In de klankbordgroep is en wordt informatie gegeven en gedeeld, maar een besluit is aan de gemeenteraad. Dhr. N. Kok - vraagt hoe zeker het is dat transport van bodemassen over water gaat plaatsvinden. Dhr. Groote antwoordt dat het afhangt van de markt. Dit zal vooral financiële afweging zijn. Transport over water is normaliter goedkoper. Dhr. N.Kok brengt geluidhinder in als punt van aandacht. Mw. Van Antwerpen geeft aan dat dit wordt meegenomen en onderzocht in de MER. Dhr. Kok heeft vraagtekens bij het feit dat de A6 met zijn verkeerslawaai als een soort wal wordt gezien waar al het andere omgevingsgeluid niet bovenuit komt en dus niet meetelt. Tevens vindt hij dat de bewoners geen gelijkwaardige partner in het overleg zijn vanwege de grote kennisachterstand. Dhr. Nobel vindt dat door toename van vrachtverkeer meer geluidhinder te verwachten is. Dhr. Kok wenst aantekening dat berekeningen voor prognoses op basis van aannames nog geen feiten zijn. Mw. Van Antwerpen geeft aan dat in Nederland een land is waar ongelooflijk veel geregeld is. Zwakke schakel is de menselijke uitvoering. Heeft de Omgevingsdienst wel de capaciteit en de kwaliteiten om de gevraagde handhaving en controle te leveren? Daar moeten we het in dit overleg over hebben en samen tot afspraken komen. Dhr. Van Wageningen - stipuleert dat het bij zakendoen om vertrouwen gaat. Hoe meer onzekerheden er zijn, hoe minder vertrouwen er is. BRC is wat hem betreft zo n onzekere factor waardoor goedkoop, duurkoop kan worden. Dhr. Groote - vindt het werken op basis van vertrouwen een goed uitgangspunt. In dit overleg gaat het om toepassing van geschoonde bodemassen en om dat goed te regelen met elkaar. Daarvoor vraagt hij of mensen vanuit de klankbordgroep bereid zijn om zitting te nemen in een werkgroep. Met als doel tot goede werkafspraken over processen inzake handhaving en controle te komen, samen met de gemeente en de Omgevingsdienst. Aanmeldingen kunnen worden gedaan bij Dick Nauta (d.nauta@lelystad.nl) of bij Hans de Groote jgc.de.groote@lelystad.nl). Dhr. Kok wil eerst terugkoppeling met zijn achterban. Zitting nemen lijkt alsof het werk gewoon doorgaat en suggereert daarmee instemming met het traject? Dhr. Groote: - Nee, deelname verplicht tot niets. Dhr. Van Wageningen denkt dat deelname een te groot tijdsbeslag legt en ten koste gaat van de eigen agrarische activiteiten. Hij denkt aan de inzet van professionele specialisten die namens de beroepsgroep kan spreken. Komt hier nog op terug. Afspraak is dat alle deelnemers zich beraden en uiterlijk eind oktober aangeven of en zo ja wie zitting wil nemen in de werkgroep. Deelnemers Klankbordgroep

6 - pagina 6 - Bedrijvenlijst Mw. Van Antwerpen - verwijst naar het memo dat is opgesteld en bij de agenda was gevoegd. Vraagt naar reacties vanuit de klankbordgroep. Dhr. Van Wageningen geeft aan dat geur hinderlijk kan zijn; al voldoen bedrijven vooraf kennelijk aan de regelgeving; in de praktijk is er wel sprake van stank. Hij geeft voorbeelden van bestaande bedrijven die je nu soms ook al ruikt: Van der Lee, Mc.Cain, Orgaworld. Dhr. Bakker geeft aan dat er regelgeving is en dat bij overtreding kan worden opgetreden Dhr. Van Wageningen Maar hoe regel je dat dan vooraf? Je kunt niet zeggen, dit bedrijf wel, dit bedrijf niet. Want hoe beoordeel je dat? Dhr. Bakker - te vestigen bedrijven die grote hindercontour (geur, stof, geluid, gevaar) met zich brengen, zullen tevoren maatregelen moeten nemen c.q. opgelegd krijgen, om de contour terug te brengen tot binnen de normen. Dhr. Nobel- Betekent dat, dat je niets meer mag ruiken buiten de 400 meter-grens? Mw. Van Antwerpen we baseren ons op de gemiddelde afstand bij heersende windrichting. Dhr. Roeten - gaat na hoe handhaving nu geregeld is. Dhr. Cassé- wil bij twijfel niet inhalen. Waarom niet alleen categorie 3-bedrijven toestaan?. Mw. Van Antwerpen Uitgangspunt is het realiseren van een haven. En havenactiviteiten zitten meestal in categorie 5. Om e.e.a. goed te regelen moet verankering plaatsvinden in het vast te stellen bestemmingsplan. Dat is het juridische instrument daarvoor. Dhr. V.d Weerd- mist nog steeds visie: welke kant wil gemeente op? Alles is zo n beetje mogelijk. Hij past ervoor op basis van de voorliggende lijst uitspraken te doen. Mw. Van Antwerpen - de visie is: bedrijven kunnen zich vestigen mits havengebonden of havengerelateerd. Dhr. Van Wageningen - vindt dat onduidelijk. Als voorbeeld: Veevoer komt over water. Wie heeft haven nodig? Dhr,. Groote stelt voor om op lijst aan te geven wat als havengebonden en havengerelateerde activiteit wordt beschouwd en wat niet. Dhr. Van Wageningen - zou wel eens bezoek willen brengen aan haventerrein om indruk te krijgen. Rondvraag Dhr. Verwolf- wat is de stand van zaken van zoektocht naar een exploitant van de haven? Mw. Van Antwerpen onderzoek verkeert in eindfase. Er zijn gesprekken met partijen die lading willen vervoeren. Eind oktober wordt resultaat aan de raad gepresenteerd. Dhr. Groote - bij bedrijven is er belangstelling voor vervoer over water. We komen in theorie op behoorlijk aantal mogelijk via Flevokust te vervoeren containers. Daarin proberen we zoveel mogelijk zekerheid te krijgen, al weet je dat pas bij het zetten van een handtekening. Ook zijn er gesprekken met potentiële terminalexploitanten. Dhr. Cassé- vissen wij niet in dezelfde vijver als Havenbedrijf Amsterdam heeft gedaan met de tender? Dhr. Groote wij richten ons op potentiële nieuwe ladingstromen, de tender was op bestaande stromen gericht. Nu onderzoeken we het aanboren van nieuwe. In het kielzog van het lopende onderzoek, merken we interesse om bij realisering van Flevokust - ook bestaande ladingstromen via Lelystad te gaan vervoeren. Dhr. Verwolf - komen prijzen dan niet onder druk te staan? Concurrentie met Kampen? Dhr. Groote geeft aan dat de markt inderdaad in beweging is. Dhr. Nobel- hoeveel miljoen ton bodemassen is er eigenlijk beschikbaar voor ophoging van Flevokust? Roeten Groote

7 - pagina 7 - Mw. Van Antwerpen Dat is niet exact vastgelegd, maar gelet op de green deal die hierover met het Rijk is vastgelegd gaat het om een substantiële hoeveelheid. De productie en markt van bodemassen, heeft absolute omvang. Significant deel moet schoongemaakt zijn. Ophoging gaat over lange periode. Daadwerkelijke omvang is kwestie van marktvraag. Dhr. Cassé - hoe snel kan werkgroep van start? Dhr. Groote - Wij wachten de reactie op deelneming van leden kbg in de werkgroep af. Ondertussen werken wij wel verder aan het verzamelen van informatie. Tussentijds zullen wij de kbg blijven informeren. Eind oktober zou de werkgroep geformeerd moeten zijn. Dhr. Cassé doet suggestie om bij HVC te kijken naar het proces van het schoonmaken van bodemassen. Antw.: kan worden bekeken binnen de te formeren werkgroep. Dhr. Vd. Weerd- heeft opmerking over gemaakte 3D beelden : vraagt zich af of met deskundig oog gekeken naar de juiste verhoudingen is gekeken.? Dhr. Groote De op foto s ingetekende beelden geven de juiste verhoudingen weer. Het resultaat laat zien wat op basis van het bestemmingsplan - maximaal kan en wat waarschijnlijk de werkelijkheid zal zijn. Volgende vergadering Wordt vastgesteld op donderdag 10 oktober, s ochtends. Uitnodiging volgt