Welstandsnota Haren groningen augustus 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welstandsnota Haren groningen augustus 2003"

Transcriptie

1 Welstandsnota Haren groningen augustus 2003

2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 1.1 Inleiding Doel en uitgangspunten welstandsnota Leeswijzer 4 2. RUIMTELIJKE KWALITEITSBELEID IN HAREN 2.1 Welstandszorg Monumentenzorg Ruimtelijk beleid Aansluiting tussen welstandsnota en andere 6 beleidsdocumenten 3. WIJZIGING WONINGWET 3.1 Algemeen De welstandsnota 7 5. WELSTANDSCRITERIA 5.1 Algemene criteria Loketcriteria Objectgerichte criteria Gebiedsgerichte criteria Beschrijving per gebied 21 BIJLAGE 1: Begrippenkader BIJLAGE 2: Gebiedsgerichte matrix BIJLAGE 3: Loketcriteria BIJLAGE 4: Objectgerichte criteria BIJLAGE 5: Beeldkwaliteitplan Tuindorp BIJLAGE 6: Beeldkwaliteitplan Hoornsedijk BIJLAGE 7: Register van straatnamen BIJLAGE 8: Adressenlijst monumenten 4. ORGANISATIE WELSTANDSBELEID IN HAREN 4.1 De welstandscommissie Het welstandsadvies Excessenregeling 14

3 2

4 1. INLEIDING 1.1 Inleiding In deze nota wordt het welstandsbeleid van de gemeente Haren uiteengezet. Het begrip welstand duidt op het wel staan van bouwwerken in hun omgeving. Iedereen heeft wel een opvatting over zijn eigen woon- of werkomgeving en de invloed van nieuwe of veranderende bebouwing in die situatie. Het welstandsbeleid is geformuleerd vanuit de overtuiging dat de lokale overheid het publieke belang van een aantrekkelijke gebouwde omgeving dient te behartigen. De overheid grijpt met het welstandstoezicht in in de individuele vrijheid van burgers en ondernemers omdat de verschijningsvorm van een bouwwerk geen zaak is van het individu alleen. Een bouwwerk maakt immers deel uit van de publieke ruimte, een voorbijganger wordt er mee geconfronteerd of hij wil of niet. Een aantrekkelijke, goed verzorgde omgeving verhoogt de belevingswaarde en de economische waarde van het onroerende goed en versterkt het vestigingsklimaat. De welstandszorg moet hieraan in alle openheid een bijdrage leveren. In 1962 werd de verplichting voor gemeenten om een welstandscommissie te benoemen opgenomen in de Woningwet. Volgens artikel 12 van de Woningwet is de welstandsbeoordeling gericht op het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk. Daarbij wordt het bouwwerk niet alleen op zich, maar ook in relatie met zijn omgeving beoordeeld. Iedere bouwaanvraag moet door de welstandscommissie getoetst worden op redelijke eisen van welstand. De betekenis van dit begrip was tot nu toe niet éénduidig: de indruk werd soms gewekt dat de welstandscommissie per bouwaanvraag inhoud aan het begrip zou geven. Andere punten van kritiek op het welstandstoezicht hadden betrekking op de vermeende willekeur bij de beoordeling van bouwplannen en het feit dat welstandscommissies in veel gevallen niet openbaar vergaderen. Dit heeft er toe geleid dat burgers onvoldoende weten waar zij aan toe zijn. Naar aanleiding van deze constateringen werd gepleit voor meer maatschappelijk draagvlak en meer politieke betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor het welstandstoezicht en meer rechtszekerheid in het welstandsproces. Deze punten vormen de belangrijkste doelstellingen van de wijziging van de Woningwet. De wetswijziging is op 1 januari 2003 in werking getreden. De wijziging van de Woningwet heeft onder meer tot gevolg dat welstandseisen voortaan alleen mogen worden gesteld op basis van een document, dat juridisch, procedureel en inhoudelijk voldoet aan de eisen die daaraan volgens de gewijzigde wet worden gesteld. Deze wijziging is voor de gemeente Haren aanleiding geweest om een welstandsnota op te stellen die aan de nieuwe eisen voldoet. De welstandsnota heeft de status van beleidsregels zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Van beleidsregels kan alleen in bijzondere gevallen worden afgeweken. Op grond van de wijziging van de Woningwet zullen de gemeentelijke welstandscriteria niet meer in de bouwverordening, maar in een welstandsnota moeten worden vastgelegd. Naar aanleiding van de wetswijziging dient daarom ook de bouwverordening te worden aangepast. 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota Het doel van de welstandsnota is om een bijdrage te leveren aan het behouden en, daar waar nodig, het versterken van de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Haren. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen. 3

5 In de welstandsnota dienen de redelijke eisen van welstand in concrete criteria te worden vertaald. Het welstandsbeleid moet uit te leggen zijn en de uitvoering er van moet openbaar en controleerbaar zijn. Kort gezegd dient de welstandsnota inhoudelijke (gebieds)kennis te koppelen aan juridisch houdbare en inzichtelijke welstandscriteria. De criteria in deze welstandsnota vormen een vangnet en dienen er toe bouwplannen die het aanzien niet waard zijn uit de gemeente Haren te weren. Goede opdrachtgevers gebruiken ze echter als opstapje naar betere plannen en om een discussie te voeren over de schoonheid van het gebouw in zijn context. Belangrijk is dat de nota met name voor burgers leesbaar en begrijpelijk is. Omdat de welstandsnota een weigeringsgrond vormt voor het verlenen van een bouwvergunning is het tevens van groot belang dat maatschappelijk draagvlak voor het welstandsbeleid wordt verkregen. De welstandsnota dient tot slot deel uit te maken van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de gemeente Haren. Afstemming is daarom gewenst op de bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen. van de gemeente en de werkwijze van de welstandscommissie beschreven. Daarna volgt in hoofdstuk 3 een uiteenzetting van de wijzigingen in de Woningwet waarna in hoofdstuk 4 de (nieuwe) verantwoordelijkheden van de gemeente bij respectievelijk de vaststelling en de uitvoering van het welstandsbeleid worden beschreven. Ook de inhoud van het welstandsadvies en de werkwijze van de welstandscommissie komen in dit hoofdstuk aan de orde. Hoofdstuk 5 geeft de criteria die burgemeester en wethouders en de welstandscommissie gebruiken bij het welstandsoordeel. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen algemene welstandscriteria en gebiedsgerichte welstandscriteria De nota wordt afgesloten met acht bijlagen: een begrippenlijst, de matrices gebiedsgerichte criteria, de loketcriteria, een beschrijving van de objectgerichte criteria, het beeldkwaliteitplan Tuindorp, het beeldkwaliteitplan Hoornsedijk, een register met straatnamen met een verwijzing naar de betreffende welstandsgebieden en de vigerende bestemmingsplannen en tot slot een adressenlijst van de gemeentelijke en rijksmonumenten in de gemeente Haren. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie ten aanzien van het de ruimtelijke kwaliteitsbeleid 4

6 2. RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID IN HAREN 2.1 Welstandszorg in de oude situatie De gemeente Haren voert al sinds lange tijd een actief welstandsbeleid. Zo schreef burgemeester Mr. H.J.H. Nauta in een bijlage van het dagblad De Standaard over het eerste uitbreidingsplan van Haren in 1939: Haren ontwikkelt zich de laatste jaren tot de meest ideale tuinstad van het noorden van ons land. In Haren woont ge buiten en woont ge mooi. Een goed doordacht uitbreidingsplan zorgt voor een stelselmatige bebouwing in ruim aangelegde villawijken aan goede wegen met veel wisselend groen. Een streng gehanteerde welstandsbepaling zorgt zo niet voor voortreffelijk bouwen, dan toch voor het weren van slechte bouw. Geen vermenging van stad en land, die elders al zo veel bedorven heeft. De gemeente Haren maakt voor de advisering inzake de welstandszorg sinds jaar en dag gebruik van een externe provinciaal werkende commissie, vroeger de Provinciale Groningse Schoonheidscommissie. De huidige welstandscommissie is ondergebracht bij Libau, de organisatie die in de provincie Groningen alle gemeenten adviseert over welstands- en monumentenzaken. De commissie baseert haar adviezen zoveel mogelijk op geformuleerd beleid, zoals dit is aangegeven in structuurplannen, bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen. Daarnaast geeft de bouwverordening algemene welstandscriteria. Bij de beoordeling van een bouwplan op redelijke eisen van welstand gaat het om het uiterlijk en de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf als in relatie met de omgeving als de te verwachten ontwikkeling van die omgeving. Hierbij is de aanvaardbaarheid van het bouwwerk aan de orde in relatie tot de karakteristiek van de reeds aanwezige bebouwing, de openbare ruimte en de stedenbouwkundige context. Daarbij speelt de massa, materiaal, maat, schaal, detaillering en kleurstelling een rol, mede in verband met de samenhang in het bouwwerk zelf. De vergadering van de commissie van onafhankelijke deskundigen wordt eens per veertien dagen gehouden in Pakhuis Libau, Hoge der A 5 te Groningen. Een vaste rayonarchitect voert voor de gemeente Haren het secretariaat. De rayonarchitect is het aanspreekpunt voor de welstandscommissie en bezoekt tenminste eens per veertien dagen de gemeente. De vaste bezoekdag geldt ook als spreekuur voor betrokkenen. Daarnaast worden de ingekomen plannen met de afdeling Bouwen Woningtoezicht doorgenomen, wordt de nodige achtergrondinformatie aan de commissie verschaft en wordt vaak ter plekke de situatie in 5 ogenschouw genomen en gefotografeerd. De commissie brengt over de bouwplannen een schriftelijk welstandsadvies uit. Kleine bouwplannen hoeven niet aan de welstandscommissie te worden voorgelegd indien zij voldoen aan de criteria uit de Nota Loketcriteria gemeente Haren. Met de loketcriteria uit de nota kan gemeentelijk bouwen woningtoezicht een aanvraag direct (aan het loket) beoordelen op redelijke eisen van welstand zodat de bouwaanvragen sneller worden afgehandeld. 2.2 Monumentenzorg De gemeente Haren voert een actief monumentenbeleid. Eind 2002 is de gemeentelijke monumentenlijst vastgesteld waarbij 86 objecten de status van gemeentelijk monument hebben gekregen. Voor een groot deel van het gebied langs de Rijksstraatweg is bij het rijk een verzoek tot aanwijzing tot gebied met bijzondere (stedenbouwkundige) waarde in de zin van de Monumentenwet ingediend. De gemeente noemt dit gebied Beschermd gezicht Rijksstraatweg. De definitieve aanwijzing tot beschermd gezicht zal naar verwachting in 2003 plaatsvinden. Haren telt 80 rijksmonumenten waarvan het merendeel

7 binnen het beschermd gezicht ligt. Alle rijksmonumenten zijn bouwtechnisch in kaart gebracht en gekwantificeerd op hun onderhoudsgevoeligheid. Haren heeft sinds 1991 een gemeentelijke monumentenverordening waarin de formele zaken in het verlengde van de Monumentenwet zijn vastgelegd. Voor de advisering maakt de gemeente gebruik van de monumentencommissie van Libau. Dit is een commissie die met de nodige specifieke deskundigen is geïntegreerd in de bovengenoemde welstandscommissie. Ook hier is de rayonarchitect het vaste aanspreekpunt. Daarnaast levert Libau ondermeer via het Libau Steunpunt facilitaire diensten aan de gemeente. Zo is de uitvoering van de werkzaamheden om te komen tot een gemeentelijke monumentenlijst aan Libau uitbesteed. 2.3 Ruimtelijk beleid Ruimtelijke beleidsplannen De globale ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Haren is vastgelegd in de Regiovisie Groningen-Assen 2030 en de vertaling daarvan in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (2000). Uitwerking van de Regiovisie voor wat betreft de woningbouw vindt momenteel plaats in het Woonplan gemeente Haren. Hierin wordt de gemeentelijke visie op de kwantiteit en kwaliteit van het wonen in de gemeente Haren in de komende 10 jaren aangegeven. Annex hiermee loopt ook de ontwikkeling van een Landschaps Ontwikkelings Plan. Meer gedetailleerd is de ruimtelijke ontwikkeling vastgelegd in de circa 65 bestemmingplannen die momenteel in de gemeente vigeren. Een groot deel daarvan is ouder dan 10 jaar. De plannen kennen hun eigen manier van regelen waardoor voor ruimtelijk vergelijkbare gebieden verschillende regels gelden. In 2000 is begonnen met het actualiseren van de vigerende bestemmingsplannen waarbij gestreefd wordt naar standaardisatie van proces en inhoud. De inhaalslag heeft vooralsnog betrekking op het dorp Haren waar de circa 50 vigerende plannen vervangen worden door 5 nieuwe bestemmingsplannen. Het maken van stedenbouwkundige plannen wordt hoofdzakelijk uitbesteed. Bij het opstellen van deze plannen wordt welstand (achteraf) om advies gevraagd. De afdeling Bouw- en Woningtoezicht werkt samen met een vaste externe stedenbouwkundige waarmee regulier vooroverleg over bouwplannen wordt gevoerd. Openbare ruimte en landschap Voor wat betreft het de inrichting en het beheer van het openbare groen in de gemeente is het beleid vastgelegd in de Groenstructuurvisie gemeente Haren (1990) en het hieruit 6 voortvloeiende Groenbeheerplan. Ten aanzien van de overige openbare ruimte is er geen sprake van expliciet kwaliteitsbeleid. De gemeentelijke diensten dragen zorg voor de inrichtingsplannen, de uitvoering en het beheer. Ten aanzien van het plaatsen van reclameborden voert de gemeente beleid op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Hierin is vastgelegd wanneer voor (licht)reclame een vergunning is vereist van burgemeester en wethouders. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt tot slot ook door de welstandscommissie bewaakt doordat in de welstandsbeoordeling van ingrepen ook cultuurhistorische aspecten nadrukkelijk een rol spelen. 2.4 Aansluiting tussen welstandsnota en andere beleidsdocumenten Uit het voorgaande blijkt dat de gemeente Haren haar beleid ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit en met verschillende instrumenten en vanuit verschillende invalshoeken voert. Het is van groot belang zorg te dragen voor een goede aansluiting tussen de verschillende instrumenten. Van elk instrument moet duidelijk zijn wat de reikwijdte is en hoe het verweven is met andere beleidsinstrumenten. In het kader van deze welstandsnota is vooral de relatie tussen bestemmingsplan en

8 welstandscriteria van belang. Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken. Het welstandsbeleid is, gelet op de jurisprudentie, ondergeschikt aan de voorschriften van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bepaalt met andere woorden de ruimte van het welstandsadvies. Bij strijdigheid tussen welstandscriteria en bestemmingsplanvoorschriften gaan de voorschriften uit het bestemmingsplan voor. Datgene wat door het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt kan dus niet door welstandscriteria worden tegengehouden. De architectonische vormgeving van bouwwerken zal in de toekomst - als gevolg van de wijziging van de Woningwet - niet meer in bestemmingsplannen worden geregeld. De betreffende welstandscriteria vindt men dan in de welstandsnota. In de welstandsnota kan wel worden verwezen naar welstandscriteria die zijn opgenomen in andere beleidsdocumenten, bijvoorbeeld een beeldkwaliteitplan. Een dergelijke verwijzing betekent dat het betreffende document geacht wordt deel uit te maken van de welstandsnota. Uiteraard gelden voor deze documenten dezelfde inhoudelijke en procedurele eisen als voor de welstandsnota. 7

9 3. GEWIJZIGDE WONINGWET 3.1 algemeen Volgens de gewijzigde Woningwet is een toetsing van bouwwerken aan redelijke eisen van welstand nog slechts mogelijk indien die eisen nader zijn geconcretiseerd in een door de gemeenteraad vast te stellen welstandsnota. Volgens de Memorie van Toelichting moeten de criteria in de welstandsnota zo concreet mogelijk zijn en zoveel mogelijk toegespitst op concrete gebieden. Vóór de vaststelling van de welstandsnota dient gelegenheid te worden geboden tot inspraak conform de gemeentelijke inspraakverordening. Er geldt voor de welstandsnota een overgangstermijn van 18 maanden. De gewijzigde Woningwet kent een nieuwe categorie-indeling in bouwwerken. De oorspronkelijke driedeling in vergunningplichtige, meldingsplichtige en vergunningsvrije bouwwerken is vervangen door een tweedeling van vergunningplichtige en vergunningvrije bouwwerken. Binnen de vergunningplichtige bouwwerken wordt onderscheid gemaakt in regulier vergunningplichtige en licht vergunningplichtige bouwwerken. De opsomming van de vergunningvrije en lichtvergunningplichtige bouwwerken is - in verband met de omvang en gedetailleerdheid - niet in de wet zelf maar in een Algemene maatregel van Bestuur (AMvB) opgenomen. Voor de lichtvergunningsplichtige bouwwerken worden loketcriteria vastgesteld. Dit zijn dermate concrete welstandscriteria dat een aspirant-bouwer zelf kan zien of zijn bouwplan voldoet aan die criteria, en indien dat het geval is, dat de vergunning niet om redenen van welstand mag worden geweigerd. De loketcriteria gelden voor veranderingen en aanpassingen van en bij bestaande bouwwerken zoals dakkapellen en dakramen, bijgebouwtjes en gevelwijzigingen. De loketcriteria die in deze welstandsnota zijn geformuleerd, vervangen grotendeels de criteria uit de Nota loketcriteria gemeente Haren [zie paragraaf 2.1]. 3.2 De welstandsnota De nieuwe Woningwet geeft meer verantwoordelijkheid aan het gemeentebestuur. Zo is de gemeenteraad verantwoordelijk voor het opstellen en vastleggen van de welstandstoetsingskaders en krijgen burgemeester en wethouders de bevoegdheid om in bepaalde gevallen af te wijken van het advies van de welstandscommissie. 8 Vaststelling door de gemeenteraad De gemeentelijke welstandsnota wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Vanaf het moment van vaststelling zal de welstandsbeoordeling van nieuwe bouwplannen gebaseerd zijn op de criteria zoals die in de welstandsnota zijn neergelegd. Na de vaststelling van de welstandsnota zal de werking er van door de gemeenteraad worden geëvalueerd. Jaarlijks brengen burgemeester en wethouders hiertoe een verslag uit over de wijze waarop zij uitvoering hebben gegeven aan het welstandstoezicht. In dit verslag komen aan de orde: - de wijze waarop burgemeester en wethouders zijn omgegaan met de welstandsadviezen; - welke aanvragen voor licht vergunnningsplichtige bouwwerken niet zijn voorgelegd aan de welstandscommissie en op welke wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan de welstandscriteria; - in welke gevallen zij zijn overgegaan tot aanschrijving (en bestuursdwang) op grond van ernstige strijdigheid met redelijke eisen van welstand. Naar aanleiding van de evaluatie kan de gemeenteraad besluiten dat aanpassing van de welstandsnota noodzakelijk is.

10 Uitvoering door burgemeester en wethouders De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het afgeven van de bouwvergunning ligt in de gewijzigde Woningwet - net als voorheen - bij burgemeester en wethouders. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel dat tot stand komt aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen criteria. In vele gevallen speelt het advies van de onafhankelijke en deskundige welstandscommissie daarbij een belangrijke rol. Bij elke reguliere bouwvergunningaanvraag dienen burgemeester en wethouders advies in te winnen bij de welstandscommissie. Als de reguliere bouwvergunning op verzoek van de aanvrager wordt gefaseerd vindt de welstandsbeoordeling plaats in de eerste fase. Als het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand krijgt de indiener de gelegenheid om het plan verder uit te werken, waarna in de tweede fase geen toetsing meer op welstandsgronden plaatsvindt. Als de tweede fase een ingrijpende wijziging van het plan inhoudt kan de planindiener door burgemeester en wethouders worden verzocht om de gewijzigde aanvraag (weer) voor de eerste fase in te dienen die opnieuw op welstand wordt getoetst. Voor wat betreft de bouwvergunningaanvragen die onder de lichte vergunningprocedure vallen vragen burgemeester en wethouders geen advies aan de welstandscommissie als voor het bouwplan de loketcriteria van toepassing zijn en het bouwplan daar zonder meer aan voldoet. De ambtenaar van bouw- en woningtoezicht is voor die gevallen door burgemeester en wethouders gemandateerd om een positief advies uit te brengen Burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de welstandscommissie. In een aantal uitzonderlijke gevallen kunnen zij afwijken van dit advies: 1. op inhoudelijke gronden omdat zij van oordeel zijn dat de commissie de criteria niet juist heeft geïnterpreteerd of niet de juiste criteria heeft toegepast of omdat zij op inhoudelijke gronden tot een ander oordeel komen dan de commissie. In dit geval legt zij de bouwaanvraag voor een second opinion voor aan de speciale beroepscommissie van Libau of vraagt zij dit aan een andere welstandscommissie. 2. Artikel 44 lid 1d van de Woningwet geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid een bouwvergunning te verlenen aan een bouwplan dat strijdig is met redelijke eisen van welstand op grond van andere zwaarwegende redenen van bijvoorbeeld economische of maatschappelijke aard Tot slot kan op advies van de welstandcommissie in de zogenaamde hardheidsclausule worden afgeweken van de welstandscriteria. Hiervan kan sprake zijn indien bouwplannen weliswaar niet voldoen aan de gebiedsgerichte criteria, maar wel aan de algemene criteria en indien de architectonische en ruimtelijke kwaliteiten niettemin in bijzondere mate bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving. Afwijkingen van het welstandsadvies worden in de beslissing op de bouwvergunningaanvraag gemotiveerd en ter kennis gebracht aan de welstandscommissie. Bezwaren Binnen zes weken na het besluit van burgemeester en wethouders omtrent de bouwvergunningaanvraag kunnen belanghebbenden bezwaar aantekenen tegen deze beslissing. In de bezwaarschriftenprocedure heroverwegen burgemeester en wethouders het besluit na advies te hebben ingewonnen van de Commissie Bezwaar- en Beroepsschriften. Belanghebbenden worden in dat geval uitgenodigd om tijdens een hoorzitting hun standpunten nader toe te lichten. Binnen tien weken nemen burgemeester en wethouders daarna een beslissing op het bezwaar.

11 Belanghebbenden die het met de heroverweging niet eens zijn kunnen hiertegen in beroep gaan. Wanneer de initiatiefnemers of derde belanghebbenden bezwaren hebben tegen het welstandsoordeel dient men zich tot burgemeester en wethouders te richten. Zij moeten immers oordelen over de welstandsaspecten. Dat burgemeester en wethouders in het algemeen de adviezen van de welstandscommissie volgt, doet niet af aan zijn specifieke eigen verantwoordelijkheid in deze. Uiteraard kunnen burgemeester en wethouders de eigen of een derde welstandscommissie om een second opinion vragen. Lopende de procedure kunnen de initiatiefnemers de welstandscommissie om een toelichting vragen of overleg voeren. Hoor en wederhoor kan leiden tot een bijstelling van het welstandsadvies. Welstandscommissie De belangrijkste wettelijke taak van de welstandscommissie is het uitbrengen van advies aan burgemeester en wethouders ten aanzien van de vraag of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk - waarvoor een aanvraag om een bouwvergunning is ingediend - in strijd is met redelijke eisen van welstand. Als tweede wettelijke taak dient jaarlijks een verslag opgesteld te worden van de werkzaamheden van de commissie als bedoeld in art 12b lid 3 van de Woningwet. De commissie kan daarbij onder meer aanbevelingen doen ter bijstelling van de welstandsnota ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit. Excessenregeling Ook bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning nodig is moeten aan minimale welstandseisen voldoen. Dit geldt onder andere voor reclame uitingen. Volgens artikel 19 van de Woningwet kunnen burgemeester en wethouders repressief optreden door de eigenaar van een bouwwerk dat in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand aan te schrijven om die strijdigheid op te heffen. De criteria hiervoor moeten in de welstandsnota zijn opgenomen. De excessenregeling is niet bedoeld om de plaatsing van vergunningsvrije bouwwerken tegen te gaan. 10

12 11

13 4. WELSTANDSZORG IN DE GEMEENTE HAREN In het voorgaande hoofdstuk zijn de belangrijkste veranderingen in de Woningwet beschreven. Als gevolg van de wetswijziging ondergaat het welstandstoezicht in de gemeente Haren een verandering. In dit hoofdstuk wordt de nieuwe organisatie en werkwijze van de welstandszorg uiteengezet. Deze is in april 2003 vastgesteld door de raad en in de bouwverordening opgenomen. 4.1 De welstandscommissie Taakomschrijving Naast de in de wet genoemde taken heeft de welstandscommissie in Haren tevens de volgende taken: - het onder regie van de gemeente voeren van (voor)overleg met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen; - het uitbrengen van adviezen over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde ruimtelijke plannen en andere relevante beleidsstukken; - stimuleren en bijdragen in de ontwikkeling en vormgeving van het welstandsbeleid; - het voeren van regelmatig overleg met het gemeentebestuur en betrokken ambtelijke afdelingen; - het bevorderen van de openbaarheid van de welstandszorg en het voorzien in voorlichting daarover ten behoeve van kennis en maatschappelijk draagvlak; - het gevraagd en ongevraagd signaleren van stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente. Samenstelling De welstandscommissie is een onafhankelijke commissie conform artikel 1 lid 1r van de Woningwet. Op grond van het bestaande contract tussen de gemeente Haren en Libau draagt de gemeente Haren de activiteiten met betrekking tot de welstandsadvisering in het kader van de Woningwet op aan de stichting Libau. De welstandscommissie voor de gemeente Haren bestaat uit vijf stemgerechtigde commissieleden, te weten: een voorzitter, twee architect leden, een stedenbouwkundig lid en de secretaris, zijnde de rayonarchitect van Libau voor de gemeente Haren. De commissieleden worden benoemd voor een periode van drie jaar met een mogelijke verlenging van eenzelfde termijn. Zij maken deel uit van een grotere groep van commissieleden die op basis van een roulatieschema afwisselend in de commissie 12 optreden. Een rooster van aftreden zorgt ervoor dat continuïteit is gewaarborgd. Indien in een commissievergadering een plan aan de orde komt, dat door een van de leden is ontwikkeld, maakt dit lid voor dat plan geen deel uit van de commissie. Van de leden van de welstandscommissie wordt verwacht dat zij geïnteresseerd zijn in ruimtelijke kwaliteit, communicatief zijn ingesteld en in staat zijn om hun welstandsoordeel adequaat te kunnen verwoorden. Zij moeten over bouwplannen kunnen communiceren en oordelen zonder te vervallen in architectuurkritiek of preoccupaties ten aanzien van stijlen en trends. De architecten en stedenbouwkundigen in de commissie dienen kennis te hebben van de geschiedenis van de bouwkunst en de hedendaagse ontwikkelingen daarvan. Naast primaire eisen van verstandig vakmanschap is sprake van een inkleuring op diverse aspecten van het breder vakgebied, zoals stedenbouwkunde, architectuur, cultuurhistorie, landschapsarchitectuur en monumentenzorg. De voorzitter is in eerste instantie verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en de algemene kwaliteit van de oordeelsvorming. Daarnaast is bestuurlijke ervaring, inzicht in lokale besluitvormingsprocessen alsmede kennis van

14 de ontwikkelingen op het terrein van de welstandszorg in de provincie Groningen van belang. Het secretariaat van de commissie wordt vervuld door de betreffende rayonarchitect van Libau. Deze zorgt ervoor dat de commissie openbaar kan vergaderen aan de hand van een agenda en op grond van voldoende planinformatie, kent de locaties waarin geadviseerd moet worden en zorgt voor voldoende beeldinformatie. Daarnaast onderhoudt de rayonarchitect een functioneel netwerk binnen de gemeente op grond waarvan adequate achtergrond informatie kan worden verstrekt en draagt zorg voor de vertaling van de bevindingen van de commissie naar de betrokkenen in de vorm van een schriftelijk advies en eventuele mondelinge toelichting. Hij of zij is het eerste aanspreekpunt van de commissie en zorgt als geheugen van de commissie voor een consistente advisering en uitvoering van het welstandsbeleid. Tot slot bereidt de rayonarchitect de inhoud en de uitvoering van het jaarverslag voor. Mandaat De rayonarchitect is lid van de commissie en is gemandateerd om zelfstandig bepaalde categorieën van bouwaanvragen af te handelen. Het gaat daarbij om: - zaken waarvan de mening van de commissie bekend verondersteld mag worden op grond van advisering in eerdere vergelijkbare gevallen; - bouwaanvragen die door de commissie zijn behandeld en waar eventuele vervolgplannen vallen binnen de door de commissie aangegeven kaders. Als gemandateerde commissieleden vormen de rayonarchitecten twee aan twee een zogenaamde kleine commissie. Deze kleine commissie behandelt alle adviesaanvragen die niet ter plaatse zijn afgehandeld door middel van een positief advies. Negatieve adviezen dienen door meer dan één persoon te worden gesteund. De kleine commissie heeft als taak om: - adviesaanvragen te selecteren die aan de grote welstandscommissie van externe deskundigen worden voorgelegd; - adviesaanvragen te beoordelen waarvan de mening van de commissie op grond van eerdere ervaringen bekend verondersteld kan worden; - adviesaanvragen te beoordelen die mede in het kader van de gebiedsgerichte welstandscriteria geen discussie oproepen; - vervolgplannen te beoordelen die eerder door de commissie zijn behandeld; 13 - vooroverleg te voeren met de aanvrager (bij bijzondere plannen); - door behandeling van adviesaanvragen kennis te nemen van de welstandsadvisering in andere rayons, opdat voorzover er geen sprake is van specifiek uitgesproken ander beleid, de welstandsadvisering in de verschillende gemeenten niet nodeloos van elkaar zullen verschillen 4.2 Het welstandsadvies Inhoud en strekking Conform artikel 12 van de woningwet wordt in het welstandsadvies door de commissie uitgesproken of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zowel op zichzelf als in relatie met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand. De commissie baseert zich daarbij op de criteria zoals deze zijn opgenomen in deze welstandsnota. Het welstandsadvies wordt altijd schriftelijk uitgebracht in begrijpelijke taal. Zowel een positief als negatief advies is voorzien van een leesbare en deugdelijke motivatie. Het advies vormt de basis van elk overleg met betrokkenen. Uit oogpunt van rechtszekerheid van de betrokkenen kunnen in een vervolgstadium geen nieuwe opmerkingen meer

15 worden ingebracht, die in een eerder stadium al onderkend hadden kunnen worden, tenzij wijzigingen in het bouwplan daartoe aanleiding geven. Het advies spreekt zich uit over de welstandsaspecten van het ingediende bouwplan, daarbij kunnen dus geen andere argumenten worden aangevoerd dan die welke de welstand raken. In een welstandsadvies moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen bezwaren die ondervangen dienen te worden of suggesties die de kwaliteit van het plan ten goede kunnen komen. Naar aanleiding van een bepaalde bouwaanvraag kunnen adviezen ook meer algemene beleidszaken betreffen. In adviezen zal echter steeds de bouwaanvraag als uitgangspunt worden genomen. Persoonlijke voorkeuren van commissieleden alsook opmerkingen die de persoon van de aanvrager of de ontwerper raken horen in een welstandsadvies niet thuis. Het welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben: - een bouwwerk is niet strijdig met redelijke eisen van welstand; er kunnen vrijblijvende suggesties gedaan worden die de ruimtelijke kwaliteit van het bouwwerk ten goede kunnen komen; - een bouwwerk is strijdig met redelijke eisen van welstand tenzij de expliciet aangegeven bezwaren worden ondervangen. In het advies wordt aangegeven of de commissie de gekozen aanpassing nog wil beoordelen of dat deze door de afdeling Bouw- en Woningtoezicht kan worden afgehandeld; - een bouwwerk is strijdig met redelijke eisen van welstand en behoeft een ingrijpende wijziging in uitwerking of uitgangspunten om aan redelijke eisen van welstand te kunnen voldoen; - binnen de wettelijke beslistermijnen kan de welstandscommissie het welstandsadvies aanhouden indien meer informatie of een toelichting van de ontwerper wenselijk is of om de ontwerper de gelegenheid te geven zijn plan aan te passen. Gezien de korte afhandelingtermijn van lichtvergunningplichtige plannen zal het in de praktijk nauwelijks mogelijk zijn deze plannen aan te houden. Alle adviezen worden opgesteld door de rayonarchitecten. Hoewel er naar gestreefd wordt om de adviezen voor iedereen duidelijk en begrijpbaar te formuleren bestaat er altijd ruimte om een nadere toelichting over een advies te verkrijgen of om over het advies te overleggen. In principe vindt een dergelijk overleg plaats tijdens het bezoek van de rayonarchitect aan de gemeente Haren. 14 Betrokkenen kunnen ook de openbare vergaderingen van de kleine en de grote welstandscommissie bezoeken. Werkwijze De rayonarchitect van Libau bezoekt de gemeente zo mogelijk iedere week op een vaste dag en neemt met de afdeling Bouw- en woningtoezicht binnengekomen bouwinitiatieven en aanvragen door. De betreffende locaties worden ter plaatste verkend en zonodig gedocumenteerd in beelden. Er worden achtergronden met betrekking tot de adviesaanvragen ingewonnen, eventueel door middel van overleg met de initiatiefnemers. Het rayonbezoek fungeert tevens als spreekuur. De rayonarchitect is gemandateerd om een deel van de adviesaanvragen ter plaatse af te handelen (zie ook mandaat). Plannen die passen binnen geformuleerde loketcriteria kunnen direct door een gemandateerde ambtenaar van de afdeling Bouw- en woningtoezicht worden afgedaan. De adviesaanvragen die niet ter gemeente zijn afgehandeld worden meegenomen naar het bureau van Libau. Daar worden de plannen in de openbare kleine of grote commissie behandeld. De agenda s voor de grote commissievergaderingen worden naar de gemeente g d en op de website van Libau gezet. De gemeente maakt de agenda van het rayonbezoek bekend in het Harener Weekblad en op de gemeentelijke website.

16 De vergaderingen van de commissie voor de gemeente Haren vinden eens per veertien dagen plaats en worden gebruikelijk gehouden in Pakhuis Libau, Hoge der A 5 te Groningen Openbaarheid De vergaderingen van de welstandscommissie zijn openbaar, tenzij er zwaarwegende redenen zijn dit niet te doen (art. 10, Wet Openbaarheid Bestuur). Zowel de beraadslagingen als de besluitvorming en de schriftelijke adviezen zijn openbaar. Betrokkenen kunnen ter vergadering inspreken of een toelichting op hun plannen geven. Zij dienen daartoe een afspraak te maken met het secretariaat van de commissie. Belangstellenden hebben vrij toegang tot de publieke tribune. Vooroverleg De gemeente Haren biedt initiatiefnemers de mogelijkheid om in een vroeg stadium over hun plannen te overleggen, ook inzake de welstandsaspecten. Dergelijk vooroverleg over voorlopige plannen is altijd mogelijk en volgt voor de welstandsadvisering dezelfde route als de adviesaanvragen waarvoor formeel een bouwvergunning is aangevraagd. Dit overleg is niet openbaar. Elk vooroverleg wordt vastgelegd in een schriftelijk advies of schriftelijk verslag van het overleg. Supervisie De gemeente kan voor de ontwikkeling van een bepaald gebied een supervisor aanstellen, die als taak kan krijgen de ruimtelijke kwaliteit te stimuleren en initiatiefnemers in een vroeg stadium te informeren en te begeleiden. De supervisor treedt niet in de plaats van de welstandscommissie. Het is daarom van belang dat er een goede afstemming bestaat tussen beide en dat deze in voorkomende gevallen vooraf schriftelijk wordt vastgelegd. 4.3 Excessenregeling Deze nota geeft de regels voor het welstandstoezicht in de gemeente Haren. De gemeente zal zich inspannen om deze regels ook daadwerkelijk na te leven. Bij de handhaving van het gemeentelijk beleid ligt de prioriteit bij het opsporen van illegale bouwactiviteiten en het bouwen in afwijking van de vergunning (inclusief welstandstoets). Ook bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning hoeft te worden aangevraagd moeten aan minimale welstandseisen voldoen. Indien het uiterlijk van een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van het betreffende bouwwerk verzoeken om binnen een door hen te bepalen termijn die strijdigheid op te heffen. Een 15 bouwwerk is in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand indien sprake is van excessen. Hiervan is sprake indien flagrante strijdigheid bestaat met de in deze welstandsnota opgenomen criteria. Van excessen kan bijvoorbeeld sprake zijn bij te opdringerige reclame-uitingen, toepassing van felle of contrasterende kleuren en/of armoedig materiaalgebruik. Bij het repressieve welstandstoezicht ligt - conform het gemeentelijke handhavingsbeleid - een hoge prioriteit bij het voorkomen van excessen in de kwetsbare gebieden: het Beschermd gezicht Rijksstraatweg, Noordlaren en het Buitengebied.

17 5. WELSTANDSCRITERIA In dit hoofdstuk worden de welstandscriteria genoemd die worden gebruikt voor de kleine en middelgrote bouwplannen die zich voegen binnen de bestaande ruimtelijke structuur van Haren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen algemene en gebiedsgerichte criteria. De algemene criteria liggen ten grondslag aan elke planbeoordeling omdat ze het uitgangspunt vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte welstandscriteria. Voor lichtvergunningsplichtige bouwwerken gelden sneltoets/loketcriteria. Welstandscriteria bij [her]ontwikkelingsprojecten De welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Dergelijke welstandcriteria kunnen immers niet worden opgesteld zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt. Voorheen was het gebruikelijk de eisen voor de stedenbouwkundige en architectonische vorm en structuur in een beeldkwaliteitplan te benoemen. Bij grootschalige ontwikkelingsprojecten, zoals de nieuwe invulling van het tussengebied [tussen Haren en de stad Groningen], zullen voortaan bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding nieuwe welstandscriteria vastgesteld worden in de vorm van een aanvulling van de welstandsnota. Voor dergelijke aanvullingen geldt dat de inspraak wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakregeling bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding. Na afronding van de ontwikkelingsfase worden voor de betreffende gebieden reguliere welstandscriteria opgesteld die gericht zijn op het beheer van het gebied. Bij minder grootschalige inbreidingsprojecten, zoals de toekomstige herontwikkeling van het kassencomplex Van der Mei in het dorp Haren zal voortaan bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding tevens - in overleg met de welstandscommissie - bekeken worden of voor de betreffende ontwikkeling nieuwe welstandscriteria vastgesteld moeten worden door de gemeenteraad, of kan worden volstaan met de reeds opgenomen criteria. 5.1 Algemene criteria Kwaliteitskader In bijzondere situaties wanneer de gebiedsgerichte welstandscriteria ontoereikend zijn, kan het nodig zijn expliciet terug te grijpen op meer algemene welstandscriteria. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een 16 bouwplan is aangepast aan de gebiedsgerichte welstandscriteria, maar het bouwwerk zelf zo onder de maat blijft dat het zijn omgeving negatief zal beïnvloeden. Ook wanneer een bouwplan afwijkt van de bestaande of toekomstige omgeving maar door bijzondere schoonheid wèl een kwalitatieve toevoeging aan zijn omgeving vormt, kan worden teruggegrepen op algemene welstandscriteria. De welstandscommissie kan burgemeester en wethouders in zo n geval gemotiveerd adviseren van de hardheidsclausule gebruik te maken en af te wijken van de gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria. In de praktijk betekent dit dat het betreffende plan alleen op grond van de algemene welstandscriteria wordt beoordeeld en dat de bijzondere schoonheid van het plan met deze criteria overtuigend kan worden aangetoond. Het niveau van redelijke eisen van welstand ligt dan uiteraard hoog, het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aan de zeggingskracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een bouwwerk zich sterker van zijn omgeving onderscheidt. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden gebruikt. Hoewel het welstandtoezicht is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm,

18 kan de vorm van het bouwwerk niet los worden gedacht van de eisen vanuit het gebruik en de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om een doelmatige constructie te maken. Gebruik en constructie staan aan de wieg van iedere vorm. Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de constructie. De verschijningsvorm is méér is dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen hebben zoals de omgeving en de associatieve betekenis van de vorm in de sociaal-culturele context. Maar als de vorm in tegenspraak is met het gebruik en de constructie dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit. Relatie tussen bouwwerk en omgeving Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is. Het bestaansrecht van een gebouw ligt niet in het eigen functioneren alleen, maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in zijn stedelijke of landschappelijke omgeving. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en de te verwachten ontwikkeling daarvan. Over de wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeuren kunnen de gebiedsgerichte welstandscriteria duidelijkheid verschaffen. Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels, net zoals een taal zijn eigen grammaticale regels heeft om zinnen en teksten te maken. Die regels zijn geen wetten en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze worden verhaspeld of ongeïnspireerd gebruikt, wordt een tekst verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd. Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen krijgen zij een zelfstandige betekenis en roepen zij, los van gebruik en constructie, bepaalde associaties op. Pilasters in classicistische gevels verwijzen naar zuilenstructuren van tempels, transparante gevels van glas en metaal roepen associaties op met techniek en vooruitgang. In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig was of naar wat in de 17 toekomst wordt verwacht. De kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijze waarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het kader van de actuele culturele ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit. Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het verleden, maar bij nieuwof verbouw in een bestaande (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijk moet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. Een ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden. Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te begrijpen als beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwe bouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toekomst. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteld is dat er structuur wordt aangebracht in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw. Symmetrie,

19 ritme, herkenbare maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde waarnemer mogelijk de grote hoeveelheid visuele informatie die de gebouwde omgeving geeft, te reduceren tot een bevattelijk beeld. Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijsgeven. Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid en complexiteit als complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit in de architectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouwkundige eisen en het programma van eisen voor het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk aanwezig in een evenwichtige en spanningsvolle relatie. Schaal en maatverhoudingen Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of de betekenis van de betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien alsof ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar wáárom de maatverhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, valt nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen een sterke samenhang en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast kunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben. De afmetingen en verhoudingen van gevelelementen vormen tezamen de compositie van het gevelvlak. Hellende daken vormen een belangrijk element in de totale compositie. Als toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, een aanbouw of een zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofdmassa en/of vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet alleen van het object zelf maar ook van de omgeving waarin het is geplaatst. Materiaal, textuur, kleur en licht Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van een 18 onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren teveel los staan van het ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben maar slechts worden gekozen op grond van decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het afbreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gebruik van ma- terialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard en de ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg staat. 5.2 Loketcriteria (sneltoets) Voor licht vergunningplichtige bouwwerken en bouwwerken die wel in de titel genoemd zijn maar niet vergunningsvrij zijn zijn een aantal sneltoets- of loketcriteria opgenomen. Het betreft relatief ondergeschikte bouwwerken die middels heldere omschrijvingen geduid kunnen worden en die door een gemandateerd ambtenaar kunnen worden afgehandeld. Bij een aantal items is aangegeven dat deze zich niet lenen voor een sneltoets. Dit kan zijn omdat bijvoorbeeld voor een monument de aard van het object en de verplichte procedures zich niet lenen voor omschrijvingen vooraf. Ook kan het zijn dat door de complexe problematiek en de gevolgen voor het aangezicht een sneltoets niet aan de orde kan zijn. De items die wel geschikt zijn, zijn in bijlage 3 opgenomen. De loketcriteria zijn een aanvulling op de

20 gebiedsgerichte criteria. Strijdigheid tussen beiden leidt tot voorrang voor de gebiedscriteria. 5.3 Objectgerichte criteria Voor enkele veel voorkomende gebouwtypes zijn criteria voor de verbouw opgenomen. Het voordeel hierbij is dat initiatiefnemers hiervan vooraf kennis kunnen nemen, waardoor bezwaren achteraf niet gemaakt hoeven worden. Het betreft hier veel voorkomende boerderijtypen, te weten het Oldambtster type en het Gorechter type, waar in de tijd een aantal geschikte verbouwschema s zijn ontwikkeld. De hieruit samengestelde criteria zijn opgenomen in bijlage Gebiedsgerichte criteria Voor het maken van een gebiedsindeling die als ondergrond voor een doeltreffend welstandsbeleid kan fungeren is het van belang te komen tot een typering van de landschappelijke gegevenheden met de aanwezige structuurlijnen en de hiermee in verband staande concentraties van bebouwing en cultuurhistorische waarden. Immers de bebouwing vormt vaak een verband met voornoemde zaken. Een ander aspect is de leeftijd van de bebouwing omdat hieraan veel kenmerkende eigenschappen zijn te herkennen. Een derde aspect is het te verwachten aantal initiatieven en de impact ervan op de omgeving, waardoor een apart gebied kan worden benoemd. Het grondgebied van de gemeente Haren bevindt zich direct aansluitend aan de stad Groningen en strekt zich uit tot aan de provinciegrens met Drente in het zuiden. In het oosten wordt de grens gevormd door de polders en de loop van de Hunze, incl. een deel van het Zuidlaardermeer, in het westen is er een dergelijke begrenzing door het Drentse A gebied en het Paterswoldsemeer. Dit houdt in dat het hoger gelegen bewoonde gebied een centrale strook betreft die van noord naar zuid over de gemeente loopt. Deze strook wordt doorsneden met de verbindingswegen vanaf de stad naar het zuiden zoals de Rijksstraatweg, Zuidlaarderweg en de Zuidveld/Lageweg, alsmede de spoorlijn naar Zwolle en het Noordwillemskanaal. Ook de minder belangrijke vertakkingen lopen meest noord-zuid, zodat dit de overwegende structuur vastlegt. In de laaggelegen open gebieden aan de oost en westzijde is weinig of niet gebouwd. In het licht van de tijdstypering gezien valt er over de bebouwing als geheel op te merken dat in grote lijnen de ontwikkelingen duidelijk herkenbaar zijn. De dorpen zijn van oudsher een combinatie van wegdorp en esdorp. Dit is 19 aan het wegverloop nog te herkennen en aan de aard van de verbindingen met het omringende landschap. In principe hebben zij nog steeds een oude kern met schillen van meer recente bebouwing, zij het dat het dorp Haren veel meer uitgebouwd is dan de andere dorpen. De oude wegen zijn algemeen nog goed door oudere bebouwing herkenbaar. Over de naoorlogse bebouwing is op te merken dat deze door de aantallen woningen en het seriematige karakter ervan afwijkt van de vooroorlogse en zich buurtgewijs heeft ontwikkeld met per decennium accentverschuivingen. Hoewel voor de open landschappen in oost en west geen bebouwing is voorzien zijn deze in de gebiedsindeling toch benoemd. In het tussengebied tussen Haren en Groningen wordt in de komende jaren nieuwe bebouwing gepland. Momenteel wordt in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan LOP [onder andere] een visie op de context en structuur van het landschap in dit gebied opgesteld die als onderlegger dient van de verdere ontwikkeling. Te zijner tijd zullen voor het gebied - in combinatie met een stedenbouwkundig plan nieuwe gebiedscriteria worden opgesteld. Over het grondgebied van de gemeente verspreid, maar vooral langs de oude wegen en in de dorpscentra bevinden zich rijks- en gemeentelijke monumenten. Ook is er een in de nabije toekomst aan te wijzen beschermd

21 gezicht (delen van de Rijksstraatweg). Deze en andere belangrijke te beschermen objecten en gebieden zijn mede van invloed geweest bij de gebiedsindeling en de beleidskeuzes hierbinnen. Daarnaast zijn er bijzondere gebieden die vanwege bijvoorbeeld hun ontstaansgeschiedenis of cultuurhistorische waarde aanleiding geven voor bijzondere aandacht. Naast een verdergaande cultuurhistorische analyse dan in het bestek van deze nota mogelijk is, komen deze gebieden ook in aanmerking voor een nadere uitwerking in het kader van het van rijkswege voorgestane Belvedere beleid. Dit beleid koerst kort gezegd op behoud door ontwikkeling. In een later stadium zal voor de daarvoor relevante gebieden als het Paterswoldsemeer, Tuindorp, het gebied tussen Onnen en Noordlaren, het tussengebied, Essen en de vooroorlogse villawijken een nadere uitwerking kunnen komen. Voor het raadplegen van de welstandscriteria gelden zowel de uitgebreide gebiedsschema s (die samen met de uitleg van de systematiek en het begrippenkader zijn toegevoegd als bijlage bij deze nota) als de direct achter het omschreven beleid volgende gebiedscriteria. Deze laatste zijn een samenvatting van het schema. In de gebiedsschema s staat concreet per deelaspect welke keuze is gemaakt voor het te hanteren welstandsbeleid. De foto s die bij gebiedscriteria zijn toegevoegd kunnen dienen als illustratie van de beschrijving en ook als referentie voor goede oplossingen van bouwinitiatieven. De volgende beleidsregiems zijn te onderscheiden. Handhaven - hierbij gaat het om de intentie om het bestaande ruimtelijk beeld als zodanig zoveel mogelijk als te handhaven en als uitgangspunt te hanteren voor verdere ontwikkelingen. Dit beleid geldt voor de gebieden Respecteren bij dit beleid staat het zorgvuldig omgaan met bestaande waarden voorop. Deze hoeven niet altijd letterlijk in stand te blijven, maar dienen met respect te worden geïnterpreteerd bij nieuwe ontwikkelingen. Dit beleid geldt voor de gebieden Incidenteel wijzigen hier krijgt het continue transformatieproces de ruimte, waarbij de bestaande situatie weliswaar als leidraad wordt genomen, maar gaandeweg vervangen wordt door nieuwe oplossingen en nieuwe beelden. Dit beleid geldt voor de gebieden 2-11 [bestaand] Planmatig wijzigen dit beleid is gericht op verandering. Het gaat hier om een bewuste verandering van het ruimtelijk beeld en de ruimtelijke kwaliteit. Bij transformatie van een gebiedsonderdeel b.v. voor de aanleg van een nieuwe woonwijk worden tegelijk met het maken van een stedenbouwkundig plan gebiedscriteria geformuleerd die voor de bouwkundige plannen van toepassing zijn. Dit beleid geldt voor gebied 11 [gedeeltelijk] en 18.

22 21

23 5.5 Beschrijving per gebied 1 Felland Zuidveld Lageweg Zuidlaarderweg tot Appelbergen 2 Onnen dorp 3 Noordlaren 4 Diverse wegen in het buitengebied 5 Rijksstraatweg buiten de bebouwde kom van Haren 6 Rijksstraatweg binnen de bebouwde kom van Haren 7 Rijksstraatweg ter plaatse van Glimmen 8 Centrum van Haren 9 Villabuurt Haren 10 Oude wegen in Haren zonder planmatige aanleg 11 Wijken uit de 2 de helft van de vorige eeuw 12 Tuindorp Haren 13 Essen 14 Meerweg ter plaatse van het meer 15 Recreatiewoningen langs het Paterswoldsemeer 16 Bedrijventerreinen 17 Onbebouwd buitengebied 18 Bijzonder woningbouwproject de Mikkelhorst 22

24 GEBIED 1 FELLAND ZUIDVELD LAGEWEG ZUIDLAARDERWEG TOT APPELBERGEN Analyse Algemeen- Dit deel van het gemeentelijk grondgebied is gekarakteriseerd door een vrij open landschap op de grens van de Hondsrug en de polders van de Hunze en het Zuidlaardermeer. De structuur wordt gevormd door noord-zuid lopende verbindingswegen tussen de verschillende dorpen, waaraan de bebouwing is gelegen in een min of meer open lintbebouwing. Plaatselijk is er sprake van parallelle zandwegen waaraan zich incidenteel nog bebouwing bevindt. De bebouwing bestaat voor het overgrote deel uit kleine en middelgrote boerderijen die deels nog hun functie hebben maar die voor een steeds groter deel zijn omgebouwd tot woonhuis. Het gebied straalt een gaaf landelijk karakter uit waarbij de bebouwing voor een belangrijk deel van rond 1900 stamt. De dynamiek voor zover aanwezig bestaat voornamelijk hierin dat incidenteel oude boerderijen of keuterijtjes worden vervangen door nieuwbouw Ruimte - De wegen slingeren enigszins en kennen ook enig hoogteverschil. Zeer in het oog springend is de oude karakteristieke boombeplanting, plaatselijk aangevuld met hagen, die de weg tot een groene tunnel maakt van waaruit het omliggende landschap en de bebouwing maar zeer ten dele kan worden waargenomen.. Plaatsing- De bebouwing is meest globaal in een rooilijn geplaatst op enige afstand tot de weg. T.o.v. elkaar is de bebouwing overwegend solitair met de nok haaks op de weg geplaatst in een groepering van een hoofdgebouw met erachter een of meer zichtbare bijgebouwen. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak- Voor de bebouwing geldt dat deze grotendeels uit oudere boerderijen en keuterijen bestaat van een eenvoudige opzet, een traditionele typering en een uitgesproken sobere uitstraling. De gevels zijn in rode steen met een rood of zwart dak en zichtbaar achter de woning/boerderij bevinden zich meestal groen houten of metalen schuren. In dit gebied is er een aanzienlijk aantal rijksmonumenten aanwezig. Waardering De betreffende wegen vormen een boeiende ruimtelijke structuur in het landschap. Bebouwing, landschap, wegen en begroeiing zijn met elkaar verbonden tot een nog afleesbaar cultureel interessant gegeven. In dit verband is er op alle onderdelen sprake van een hoge waardering. 23

25 Beleidsintenties Hier geldt een beleid van handhaven en respecteren van de bestaande karakteristieken in de bebouwing en van de eenheid van de gebouwen tot een geheel met het landschappelijke gegeven. Bij ver- en nieuwbouwplannen ligt de nadruk op de samenhang van de bebouwing. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - nieuwe woningen in de rooilijn plaatsen - bijgebouwen staan achter de woning. Hoofdvorm - eenvoudige rechthoekige hoofdvorm, achter verbredend, conform boerderijtype met voorhuis - aanbouwen ondergeschikt - een laag met forse kap - bijgebouwen met kap - hoofdvorm huis en schuur haaks op de wegrichting. Aanzichten - voorgevel op de weg gericht - gemetselde gevels - verticale indeling, - dakrand- en gootdetails fijnschalig geprofileerd in hout - dakkapellen zijn ondergeschikt in de dakverhouding. Opmaak - woning gevels in roodbruine steen - schuren in donker groen hout of gelijkwaardig in profielplaat - kleur en materiaal qua helderheid in middentoon 24

26 GEBIED 2 ONNEN DORP Analyse Algemeen- Onnen presenteert zich primair als een verdicht wegdorp met rondom enkele uitwaaierende wegen met lossere bebouwing. De dorpsweg is een verdicht gedeelte van de lintbebouwing tussen Haren en Zuidlaren. Hier bevinden zich grotendeels woonhuizen, terwijl langs de dorpsrand zich een aantal deels voormalige boerderijen bevinden. De aansluiting op gebied 1 vindt plaats waar de bebouwing langs de Dorpsweg opener wordt. Qua leeftijd stamt de bebouwing van rond 1900 tot heden. Het groen is meest als natuurlijk groen aanwezig langs de dorpsranden in de vorm van weilandjes en moestuinen en houtwallen langs de paden en wegen. In het centrale deel langs de Dorpsweg zet zich de boombeplanting van de doorgaande weg ( 1 ) voort, zij het dat deze hier minder domineert. Ruimte- Het dorp wordt nadrukkelijk gedomineerd door de Dorpsweg en in iets mindere mate door de overgangen naar het landschap. In dit verband kunnen worden genoemd de eveneens noord-zuid lopende Mottenbrink aan de westzijde en de Koelandsdrift aan de oostzijde als deels onverharde wegen. Onnen zijn dwars op de Dorpstraat enkele straten met rijenbouw en dubbele woningen gerealiseerd tussen 1970 en heden. Plaatsing- Het wegprofiel van de Dorpsweg is evenals de aangrenzende stukken in het buitengebied vrij ruim en de bebouwing is overwegend in de rooilijn geplaatst. In het centrale deel staat de bebouwing vrij dicht op elkaar. Voor de wegen langs de randen geldt dat hier het groen het profiel bepaalt, terwijl er in een opener bebouwings structuur minder van rooilijnen sprake is en juist de doorkijkjes naar de es in het westen en het open weidse land van de Onner polder beeldbepalend zijn. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak- De bebouwing is overwegend 1 laag met kap met onderling nogal wat verschil in grootte. De gebouwen hebben in het algemeen een simpele grondvorm en bezitten in aanzien meest erg weinig gevelplastiek. De aanwezige grote boerderijen langs de Dorpsweg hebben een rijkere gevelopzet met decoraties. De keuterijtjes aan de oostzijde zien er zeer sober uit, evenals veel woonhuizen. Overigens zijn er in de 30er jaren woningen met aardige details gebouwd, en zijn er ook recent gebouwde panden met zijvleugels en erkers. De bebouwing, ook van recentere datum, is consequent steenachtig van aard en kenmerkt zich door roodachtige kleuren. Waardering 25 De waardering voor het dorp in ruimtelijke zin is positief met name voor de slingerende Dorpsstraat en voor de randen die een gave en boeiende groenstructuur bezitten met open weilandjes en houtwallen. De ruimtelijke structuur als geheel verdient dus waardering, terwijl dit voor de bebouwing zelf met uitzondering voor de boerderijen en de 30ger jaren woningen niet het geval is.

27 Beleidsintenties Hier geldt een beleid van respecteren en vooral van incidenteel wijzigen door het toevoegen van aansprekende bebouwing op strategische plekken in het dorp Hierdoor kan de waardevolle structuur meer herkenbaar gemaakt worden. Met name langs de dorpsranden blijft het beeld van boerderijtjes met hun open erf situaties beeldbepalend. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - in de rooilijn, langs de dorpsranden gevarieerde plaatsing Hoofdvorm - een laag met forse kap - langs de dorpsrand rechthoekig met verbreding naar achteren, conform boerderijtype met voorhuis Aanzichten - gemetselde gevels met verticale indeling - per woning individuele uitstraling - fijnschalig geprofileerde dakrand- en gootdetails Opmaak - gevels in rode of bruine steen - in het zicht komende schuren in donker groen hout of gelijkwaardig - kleur en materiaal qua helderheid in een middentoon 26

28 GEBIED 3 NOORDLAREN Analyse Algemeen - Noordlaren ligt in het verlengde van, en is ingesloten door twee noord zuid lopende verbindingswegen en heeft nog veel kenmerken van een esdorp. Tussen de twee bebouwde- wegen loopt één belangrijke dwarsstraat. Naar de es in het westen en naar de polder in het oosten toe waaieren diverse wegen uit naar het landschap. Het dorp bestond oorspronkelijk uit vrij dicht opeen staande boerderijen met open erven in wisselende richting t.o.v. elkaar. Na 1900 is het dorp verdicht met vrijstaande en dubbele woonhuizen, zijn er boerderijen afgebroken en hebben veel boerderijen hun oorspronkelijke functie verloren. Ook zijn er aan de noord en zuidzijde in de periode enkele straatjes met nieuwbouw toegevoegd. Ondanks de ontwikkelingen zijn er nog een aanzienlijk aantal nu deels monumentale- boerderijen met hun bijgebouwen overgebleven die het dorp als geheel samen met de oude kerk, een molen met bijgebouwen en veel oude bomen karakteristiek maken. Als bijzonderheid geldt dat op veel punten doorkijkjes aanwezig zijn naar het lager gelegen Zuidlaardermeer en naar open kampjes en begroeide erven in het dorp zelf. Ruimte- De oorspronkelijke structuur van smalle straten en open ruimten alsmede bijzondere plekken rond de kerk, de haven en de molen zijn dominerend in het aanzien, terwijl de nieuwbouwstukken minder opvallen. Plaatsing- Langs de doorgaande wegen en de nieuwe straatjes is de bebouwing met een marge in de rooilijn geplaatst, terwijl midden in het dorp sprake is van een diffuus geheel van los geplaatste -boerderij- bebouwing. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak- De oorspronkelijke bebouwing is sober van uitstraling maar kent een afwisseling aan oorspronkelijke types. De schaal van de hoofdvorm verschilt maar is deels fors door de grote aangebouwde schuren. Deels bezit de oude bebouwing fraaie detailleringen en er komt nog een aantal rietgedekte kappen voor. De materialisatie is in rode steen met en groen hout voor de schuren. Waardering Deze is er voor de fraaie skyline, de open bebouwingsstructuur met open erven en bomen en het zeer gevarieerde areaal aan bouwstijlen. 27

29 Beleidsintenties Hier geldt een beleid van handhaven van de rijke gevarieerdheid in bebouwing en van de samenhang tussen bebouwing, open erven en groen binnen en buiten de oude kom. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - nieuwbouw alleen op de plek van af te breken gebouwen - schuren in het zicht komend Hoofdvorm - een laag met forse kap - schakeling met zijvleugels en andere aangebouwde elementen - schuren met forse kap. Aanzichten - gemetselde gevels - verticale gevel compositie - gevarieerde indelingen - gevarieerde fijnschalige detaillering. Opmaak - woninggevels in rode of bruine steen - schuren in donker groen hout of gelijkwaardig. - kleur en materiaal qua helderheid in een middentoon 28

30 GEBIED 4 DIVERSE WEGEN IN HET BUITENGEBIED Analyse Algemeen- Het betreft hier landwegen in een half open landschap van een bijzondere kwaliteit, bebouwd met verspreide woonhuizen en keuterijen, gebouwd rond Er is ook hier een sterke betrokkenheid van landschap en bebouwing op elkaar. Enkele parkachtig ingeplante landhuizen grotendeels uit de 20 ste eeuw vormen een contrast met de overheersende sobere bebouwing. In dit gebied zijn de half/open landschappen in het midden en aan de west zijde van de gemeente betrokken. Hier is geen bouw activiteit voorzien. Voor de Hoornsedijk is een beeldkwaliteitplan gemaakt dat in bijlage 6 is opgenomen. Ruimte- Ook in deze categorie speelt de begroeiing een belangrijke rol in de beleving, soms ook -beperkte -hoogte verschillen, waardoor de bebouwing in de ruimtevorm meestal een bescheiden plaats inneemt. Plaatsing- Kenmerkend is dat de bebouwing in wisselende positie t.o.v. elkaar, in een gevarieerde afstand tot de weg staat, waarbij de tussenafstand vaak aanzienlijk is. De bijgebouwen zijn in het algemeen zichtbaar vanaf de weg achter de hoofdmassa en bezitten eveneens een wisselende richting. Hoofdvorm/ aanzicht/ opmaak- De bebouwing is van het type 1 laag met kap en is overwegend kleinschalig. Soberheid bepaalt eveneens de grondvorm en de eenvoudige plastiek. De landhuizen hebben door hoogte en zijvleugels een andere hoofdvorm, detaillering en kleurstelling. Het globale kleurbeeld voor het gehele gebied is rode gevels met grijs dak in een middentoon met veelal donker gekleurde schuren. Waardering Waardering is er in het gebied voor de mate van ondergeschiktheid van bebouwing aan het landschap, alsmede de plekvorming middels begroeiing. Op zichzelf is de bebouwing in strikt architectonische zin niet bijzonder maar ze past vanwege de aan boerderijen ontleende vormentaal en het zeer eenvoudige karakter ervan wel goed in het geheel. 29

31 Beleidsintenties Hier geldt een beleid van respecteren en incidenteel wijzigen van de bebouwing met behoud van het - t.o.v. het landschap- bescheiden en ondergeschikte karakter ervan en het handhaven van de groene plekvorming in het landschap. Bij de landhuizen is er sprake van een bijzondere kwaliteit in alle opzichten, en worden het autonome karakter van bebouwing en begroeiing als bijzondere plek in het landschap gehandhaafd Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - gevarieerde positie in het landschap - bijgebouwen in het zicht komend - op ruime (ingeplante ) terreinen landhuizen Hoofdvorm - een laag met forse kap - rechthoekige grondvorm met verbreding naar achteren conform boerderijtype - landhuizen met geschakelde grondvorm - bijgebouwen met forse kap Aanzichten - gevels in hout of metselwerk - verticale gevel indeling - fijnschalige details voor goten en daklijsten. Opmaak - gevels gevarieerd in kleur - kleur en materiaal qua helderheid in een middentoon 30

32 31

33 GEBIED 5 RIJKSSTRAATWEG BUITEN DE BEBOUWDE KOM. Analyse Algemeen- De Rijksstraatweg is de verbindingsroute van oudsher tussen de stad en Drenthe ( en de rest van het land). Zij vormt uit haar dominante aard de verbindingsschakel door de gehele gemeente. Over de Hondsrug gelegen was het de beste verbinding in het aan weerszijden lager gelegen land. Plaatselijk tegen de grens met Groningen bestaan bijzonder fraaie doorzichten waar het hoogteverschil goed zichtbaar is. Het profiel van de weg is over vrijwel de gehele lengte beplant met soms oude bomen die zijn opgenomen in een grasstrook waarlangs fietspaden en voetpaden zijn gelegen. De doorgaande verkeersfunctie is grotendeels overgenomen door de naastgelegen snelweg A28. Op vele plaatsen bevinden zich rijksmonumenten en karakteristieke panden langs de weg, zowel van voor 1850 als van erna. Aan de zuidzijde richting Drenthe zijn meer boerderijen overgebleven, terwijl meer naar het noorden naar de stad soms zeer royale villa s en landhuizen alsmede royale dubbele woningen het beeld bepalen. Vooral de villa s zijn vaak in fraaie parkachtige tuinen gelegen. Ruimte - Het voor de welstand te hanteren gebied is een slingerende lineaire strook van weg met boombeplanting in grasstroken waarlangs aan 2 zijden zich fiets en ruime wandelpaden bevinden. Hieraan is op ruime afstand tot de weg in het groen de bebouwing gelegen. Plaatsing- De bebouwing is onderling en t.o.v. de weg sterk wisselend in positie en staat behoorlijk los van elkaar. Een bijzondere gegevenheid is de aanwezigheid van enige reeksen kleine panden, die in contrast met het algemene beeld juist pal op de weg zijn gesitueerd. Hoofdvorm/ aanzichten/ opmaak- De bouwvormen verschillen vrij sterk, maar zijn in het algemeen in 1 of 2 bouwlagen met kap en bezitten vaak een complexere schakeling met hoofd- en zijvleugels. De hoofdgebouwen staan meest prominent op het terrein geplaatst en hebben vaak naar meerdere zijden een interessant gezicht.. Een bijzonderheid is voorts de hoge verdiepingshoogte bij veel panden die het veelal rijzige karakter van de bebouwing nog extra versterkt. In de aanzichten blijkt een veelheid van bouwstijlen in gevarieerde composities met rijke versieringen. Veel huizen op grote terreinen bezitten open gevels met veel serres en erkers. De kleuren worden bepaald door gevarieerd lichte kleuren bij consequent toegepaste steenachtige materialen. 32 Het deel van de Rijksstraatweg tot aan het Huis te Glimmen is in het kader van MSP aangewezen als beschermd gezicht. De procedure om dit te effectueren loopt nog. Waardering Algemeen geldt de Rijksstraatweg als een zeer gewaardeerd gebied vanwege de combinatie van landschappelijke kwaliteiten en zeer afwisselende fraaie en monumentale bouwwerken in parkachtige tuinen.

34 Beleidsintenties Hier geldt een beleid van vooral handhaven van het bijzondere ensemble van ruimte, prominente bebouwing en landschap, terwijl afzonderlijke elementen, voor zover niet beschermd onder voorwaarde van variatie en architectonische kwaliteit, vrij veranderd kunnen worden. Eigentijdse vormgeving en een zekere mate van contrast tussen de gebouwen behoort tot de mogelijkheden. Voor reclame/attentieborden geldt een terughoudend beleid. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - prominente plaatsing van het hoofdgebouw - zelfstandige positie van bouwmassa - bijgebouwen uit beeld geplaatst of in de stijl van het hoofdgebouw - per gebiedje een overeenkomstige plaatsing Hoofdvorm - een of twee forse lagen met kap of vergelijkbaar volume - gevarieerde compositie van hoofd- en zijvleugels - minimaal enige aangebouwde onderdelen als serres of erkers Aanzichten - gevels in steenachtige materialen - afwisselende composities en bouwstijlen - bij het geheel van de architectuur aansluitende fijnschalige detaillering. Opmaak - gevels gevarieerd in lichte en donkere 33 kleuren - kleur/materiaal qua helderheid in lichte

35 tonen - attentieborden ingepast in het totaalbeeld 34

36 GEBIED 6 RIJKSSTRAATWEG BINNEN DE BEBOUWDE KOM VAN HAREN, UITGEZONDERD HET CENTRUM Analyse Algemeen - Ook in dit gedeelte overheerst het doorgaande karakter van de brede weg en het fraaie ingeplante profiel met oude bomen. Hier is echter minder villa-achtige bebouwing maar staan meer enkele en dubbele woonhuizen, wel met vaak aardige groene voorerven. Er zijn geen doorzichten naar het landschap omdat aan weerszijden de bebouwing van Haren aansluit. De datering is nu vanaf ca. 1900, toen er een forensen ontwikkeling inzette. Ruimte- Het wegprofiel oogt hier minder royaal door de aanwezigheid van minder ruim geplaatste en lagere woningen, terwijl door de parkeerdruk de groene bermen deels tot parkeerstrook zijn verworden. Plaatsing- De plaatsing van de bebouwing is hier eveneens wisselend maar ook b.v. voor de reeksen kleine panden dicht aan de weg, per cluster overeenkomstig. De afstand tot de weg is overwegend ruim, en qua tussenmaten is hier sprake van een tamelijk gesloten verband tussen de bebouwing Hoofdvorm/ aanzichten/ Opmaak - De hoofdvorm bestaat vrij algemeen uit 1 of 2 lagen met kap voor enkele en soms royale dubbele woningen, terwijl er onderling per cluster bezien duidelijk verschil is in omvang. Omdat in deze strook minder landhuizen en villa s zijn gelegen zijn de bouwmassa s hier in het algemeen eenvoudiger, overigens met op veel plaatsen in het gevelbeeld wel aardige plastische elementen. Qua aanzichten is er een veelheid van bouwstijlen met gevarieerde composities, veel serres en erkers met rijke details. De kleurstelling is gevarieerd met soms stucwerk en witte kleuren. De gevels zijn steenachtig van aard. Ook voor dit deel van de Rijksstraatweg loopt een procedure tot aanwijzing tot beschermd gezicht. Waardering De waardering voor dit gebied is hoog, vanwege de markante eenheid tussen weg profiel en bebouwing, en omdat het een ondeelbare eenheid vormt met het geheel van de Rijksstraatweg. 35

37 Beleidsintenties Als beleid geldt hier naast handhaven van de eenheid van ruimte, groen en beeldbepalende bebouwing het incidenteel wijzigen van bebouwing op voorwaarde van gevarieerdheid en hoge kwaliteit. De per cluster overeenkomstige en prominente plaatsing van de bebouwing pal aan de weg- blijft gehandhaafd. Bijgebouwen worden uit het beeld geweerd. - gevels gevarieerd in lichte en donkere kleuren - kleur en materiaal qua helderheid in lichte tonen - attentieborden worden ingepast in het totaalbeeld Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - prominente plaatsing van het hoofdgebouw - zelfstandige positie van de bouwmassa - bijgebouwen uit beeld geplaatst of in stijl met het hoofdgebouw - per gebiedje overeenkomstige plaatsing Hoofdvorm - een of twee forse lagen met kap of vergelijkbaar volume - gevarieerde compositie van hoofd- en zijvleugels - minimaal enige aangebouwde onderdelen als serres of erkers Aanzichten - gevels in steenachtige materialen - afwisselende composities en bouwstijlen - bij het geheel van de architectuur aansluitende fijnschalige detaillering. Opmaak 36

38 GEBIED 7 RIJKSSTRAATWEG TPV GLIMMEN Analyse Algemeen- Ook ter plaatse van Glimmen vormt de Rijksstraatweg een continu geheel met de rest ervan in de gemeente. Verschillen worden gevormd door de aanwezigheid van wat meer boerderijen en eenvoudige bebouwing van na Deze herinnert eraan dat Glimmen langer een agrarisch karakter heeft gehouden, overeenkomstig de omliggende gebieden. Overigens zijn er hier ook wel buitenhuizen verrezen voor forensen, zij het in wat mindere mate dan in het dorp Haren en de stadsrand. De naoorlogse uitbreiding heeft de zichtlijnen naar het omringende landschap doen verdwijnen. In dit gebied zijn nog enkele karakteristieke en monumentale boerderijen bewaard gebleven. Een bijzonderheid vormt het Quintusbos waarin het huis te Glimmen is gelegen met aan het begin van de oprijlaan een hiermee in verband staand monumentaal woonhuis. Ruimte- Omdat de weg hier grenst aan enige boscomplexen is het beeld hier plaatselijk extra groen door hoge oude bomen die weer achter de wegbeplanting zijn gelegen. Hierdoor oogt het profiel meer begrensd in contrast met de weidse stukken tussen Haren en Glimmen en tussen Glimmen en de Punt. Plaatsing- De plaatsing van de bebouwing is in het algemeen nogal wisselend, terwijl ook hier zich enige clusters bestaan uit kleine woonhuizen zich in tegenspraak tot het algemene beeld zich pal langs de weg bevinden. Het onderlinge verband van de bebouwing is, zij het minder dan in gebied 6, tamelijk gesloten, waarbij hier nogal wat huizen qua richting haaks op de weg zijn geplaatst. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak- Het bebouwingstype is hier overwegend 1 laag met kap met qua omvang veel verschillen. De verscheidenheid aan bouwstijlen is gezichtsbepalend. Waardering De waardering is vooral voor het karakteristieke brede en groene profiel met de variatie en de bijzondere plaatsing van de bebouwing. 37

39 Beleidsintenties Als beleid geldt handhaven van de eenheid van ruimte groen en bebouwing, naast incidenteel wijzigen van de bebouwing op voorwaarde van gevarieerdheid en ruimtelijke en architectonische kwaliteit. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - prominente plaatsing van het hoofdgebouw - zelfstandige positie van bouwmassa - bijgebouwen uit beeld geplaatst - per gebiedje overeenkomstige plaatsing Hoofdvorm - een of twee forse lagen met kap of vergelijkbaar volume - gevarieerde compositie van hoofd- en zijvleugels Aanzichten - gevels in steenachtige materialen - afwisselende composities en bouwstijlen - bij het geheel van de architectuur aansluitende fijnschalige detaillering. Opmaak - gevels gevarieerd in kleur - kleur en materiaal qua helderheid in midden tonen - attentieborden ingepast in het totaalbeeld 38

40 GEBIED 8 CENTRUM VAN HAREN Analyse Algemeen- Het dorpscentrum van Haren is gelegen op het kruispunt van de oude wegen naar de omgeving. Het bestaat uit een menging van winkels met bovenwoningen en bijzondere -openbare- gebouwen die grotendeels uit de periode heden stammen. Oude gebouwen die ook van bepalende invloed zijn op het beeld zijn de middeleeuwse kerk, een kerk uit het begin van de 20 e eeuw, enige schoolgebouwen uit de jaren 30, een korenmolen en enkele bijzondere open en groene ruimtes. Veel oude gebouwen en ook bijzondere open ruimten zijn in de loop van de tijd opgeofferd aan nogal wat zakelijk overkomende gebouwen van na de oorlog. Deze bezitten een veel grotere schaal dan de dorpsbebouwing uit het begin van de 20 e eeuw en de bebouwing van de jaren 30. Om het winkelcentrum te moderniseren zijn er nieuwe winkel-woonblokken toegevoegd op het voormalige parkeergebied tussen de kerk en het gemeentehuis in de vorm van een voetgangersstraatje. Aan de westzijde van de Rijksstraatweg is een vervolgontwikkeling voorzien aansluitend bij de wat grootschaliger bebouwing in deze hoek van het centrum. Ruimte- Het centrum is gekenmerkt door gesloten straatwanden in 2 en 3 lagen, die aan de randen overgaan in vrijstaande woonbebouwing. Kenmerkend zijn met name aan de oostzijde de fraaie meest dubbele 30ger jaren woonhuizen die het begin vormen van het omliggende villapark Haren. ( gebied 9) De hoofdstructuur van de kom is het slingerende verloop van de Rijksstraatweg, de twee bijzondere plekken daaraan gelegen van de kerk en het gemeentehuis, en de ter plaatse aftakkende oude wegen, de Meerweg en de Kerkstraat. Plaatsing- De bebouwing van de kom is in een gesloten verband, in de rooilijn direct op de straat gesitueerd. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak- De bebouwing kenmerkt zich door aaneengeregen blokken in meer lagen van een aanzienlijk verschil in omvang. Gevelplastiek in de voorgevels is in de wat oudere blokken wel ruim aanwezig, in de nieuwere van de jaren niet. Overheersend in het beeld van de kom is de winkeluitstraling met reclames. Waardering Deze betreft in ruimtelijke zin vooral de gegroeide structuur van wegen, groene ruimten van raadhuisplein en kerkplein met de aanwezige oude bebouwingsfragmenten alsmede voor de schaal en de karakteristiek van de 30ger jarenbebouwing zoals de woon - 39 winkel blokken op de kop van de Meerweg en de Kerkstraat.

41 Beleidsvoornemen Binnen het handhaven van de gegroeide structuur geldt er incidenteel en planmatig wijzigen op onderdelen om het totaalbeeld en detailleringen op een meer genuanceerde en verfijnde schaal te brengen (conform de bouwblokken langs de Kerkstraat en de kop van de Meerweg ). Contrasten in de expressie van de bebouwing behoren voorzover niet direct in de nabijheid van monumenten tot de mogelijkheden, vooral waar deze erop gericht is het zakelijke en saaie karakter van de naoorlogse bebouwing te verlevendigen. - kleur en materiaal qua helderheid in een middentoon - reclames domineren de gevel niet Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - bebouwing in de rooilijn Hoofdvorm - een tot twee en een halve forse bouwlaag met kap of vergelijkbaar - beperkte maatsprongen in de gevelwand Aanzichten - gevelritmiek gebaseerd op losse panden van 5-10m. breed - gevarieerde gevelcomposities en stijlvormen - uitgebouwde elementen als balkons steken max. 1m. uit de rooilijn - luifels steken max. 2m. uit de rooilijn Opmaak - gevels in metselwerk of stucwerk - gevarieerde kleurstelling 40

42 GEBIED 9 VILLABUURT HAREN Analyse Algemeen-De lanen in het dorp Haren vormen net als de straten in de kom en de wegen in het buitengebied een met elkaar vergroeide netwerk structuur. Zij zijn deels een aanpassing van de oude zandpaden en deels nieuwe tussen verbindingen uit ca. 1930, die zich kenmerken door een uitgesproken breed bebouwingsprofiel met hierin plantsoenen integraal opgenomen, en een bebouwing met royale vrijstaande en dubbele villa-achtige huizen. Het betreft een gebied dat aansluit bij de oostzijde van de dorpskom en overigens een minder aaneengesloten schil om het centrum vormt. Er zijn grote tussengebieden, die pas veel later een invulling kregen. Ruimte / Plaatsing Deze categorie betreft een typisch slingerend wegprofiel met aan beide zijden een grasstrook met bomen en voetpaden. De bebouwing is ruim in het groen geplaatst in een open verband t.o.v. elkaar, in de rooilijn geplaatst met grote voortuinen. Kenmerkend zijn de vele beukenhagen die tuinen begrenzen en die soms ook op gemeentegrond doorlopen in de plantsoenstroken.. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak De bebouwing wordt gevormd door royale meest dubbele woonhuizen in 1 a 2 bouwlagen met hoge kap, die in aanzicht doen denken aan varianten op Engelse landhuizen. De plastiek is complex met in alle gevallen erkers of balkons per woning en royale overstekken onder het dak. De kleurstelling is ingetogen door de varianten van rode of bruine steen. Waardering. Het gebied kent een zeer hoge waardering op aspecten van stedenbouwkundige en bouwkundige aard alsook op mee ontworpen groenelementen. 41

43 Beleidsvoornemen Het gebied wordt gehandhaafd en zo mogelijk hersteld op zowel ruimtelijke aanleg als op inrichtingsdetails. De bebouwing blijft in principe zo veel mogelijk gehandhaafd. Bij vernieuwing dient het bestaande beeld gerespecteerd te worden. Deze ingrepen kunnen, op eigentijdse wijze gebeuren. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - bebouwing in de rooilijn - ondergeschikte plaatsing van bijgebouwen. Hoofdvorm - een tot twee forse bouwlagen met royale kap - per pand individuele toevoegingen in de vorm van zijvleugels, erkers, balkons e.d. Aanzichten - gevarieerde gevelcompositie - materialisering in metselwerk - plastische gevelbehandeling van voor - en zijgevel - fijnschalige detaillering die de hoofdvorm ondersteunt. Opmaak - de kleurstelling is gebaseerd donkere kleuren rood en bruin - kleur en materiaal qua helderheid in een donkere toon 42

44 GEBIED 10 OUDE WEGEN IN HAREN ZONDER PLANMATIGE AANLEG Analyse Dit gebied wijkt in zoverre af van het gebied 9 villabuurt Haren - dat hier geen planmatige aanleg heeft plaatsgevonden qua groenstructuur en enscenering van bebouwing en groen. Hier is meer sprake van een natuurlijke verdichting van de oude wegen, waar zowel oude boerderijtjes als 30gerjaren woningen en naoorlogse bebouwing elkaar afwisselen. Deze lanen zijn in directe aansluiting op gebied 9 aanwezig, vooral aan de oost en de zuidzijde ervan. Naast woonbebouwing bevinden zich hier ook kleinschalige bedrijven, die zich soms uitstrekken naar de achtergelegen grote binnenterreinen. Ruimte / Plaatsing In dit gebied is geen sprake van een planmatige aanleg m.b.t. afstemming van ruimte, groenaanleg en bebouwing. Opvallend is hier de groter variatie in tussenmaat in de bebouwing en de wisselende afstand tot de weg. Hoofdvorm/ aanzichten/ Opmaak - Qua bebouwing is er vanwege de grote tijdsperiode waarin gebouwd werd, veel variatie in hoogte, schaal en bouwstijl herkenbaarheid van het wegprofiel, alsmede de rijk gevarieerde bebouwing. Waardering Deze is er voor het structurerende karakter van de lange lijnen in de dorpsbebouwing en de 43

45 Beleidsvoornemen Hier geldt een beleid van handhaven van de ruimtevorm en respecteren van de elementen daarin, alsmede van incidenteel wijzigen van de afzonderlijke bebouwingsonderdelen. Qua materialisering geldt een respecteren van het bestaande. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - gevarieerde plaatsing Hoofdvorm - een of twee bouwlagen met kap - bijgebouwen uit beeld geplaatst of in stijl met de hoofdvorm Aanzichten - gevarieerde gevelcompositie - fijnschalige detaillering die de hoofdvorm ondersteunt. Opmaak - materialisering in metselwerk - roodachtige keuren en wit - tinten in middentoon 44

46 GEBIED 11 WIJKEN UIT DE 2 de HELFT VAN DE VORIGE EEUW Analyse Na de oorlog is er een ontwikkeling op gang gekomen om grote aantallen huishoudens - ook minder welgestelden - te huisvesten, waarvoor buurten met een eigen verkaveling ontwikkeld werden. In eerste instantie betrof dit kleine buurten in een krappe verkaveling met gecombineerd gestapelde woningen, bedoeld voor sociale huisvesting. ( Torenlaan e.o., Vossenlaan e.o., Berkenlaan, De Middelhorst, Remmingaweg e.o., Blekenweg ) Later in de jaren betrof dit meer ruime en deels ook luxe woningen als rijen of dubbele woning in een ruime verkaveling met openbaar groen. ( Molenbuurt, Beatrixlaan e.o., Anjerlaan e.o. ) In de jaren 80 zijn er buurten gebouwd zowel aan de west zijde als - in Oosterhaar - aan de oostzijde van Haren, met rijen, dubbele en vrijstaande woningen deels aan woonerven in een mix van huur, vrije sector en sociale koop. ( Wederikweg e.o., Vossebulten, Stationsbuurt, Maarwold ) Na de jaren 80 is dit proces doorgezet in Oosterhaar, waarbij het woonerf principe weer is verlaten ten gunste van doorgaande straten, deels in een meer traditioneel Harens profiel. Hier is gevarieerder gebouwd met veel qua bouwwijze vaak standaardmatige - enkele en dubbele woningen. Deze worden afgewisseld met geregisseerde projecten, onder architectuur ontworpen, voor sociale bouw en bijzondere huisvesting. In Glimmen ligt de nadruk op luxe vrijstaande woningen. In Glimmen oost - tussen de Rijksstraatweg en het spoor -zijn enkele straten tussen oude lanen ingevoegd, met een gemengde bebouwing van rijenbouw dubbele en vrijstaande woningen in grote tuinen. Met name t.p.v. de lanen bevinden zich oude houtwallen die een bijzonder karakter aan het straatbeeld geven. In Glimmen west zijn geen nieuwe straten toegevoegd, maar zijn incidenteel nieuwe vrijstaande woningen ten dele op zeer ruime terreinen - toegevoegd. Ruimte De buurten uit de 2 de helft van de vorige eeuw in Haren en Glimmen bevinden zich in principe los van de oude gegroeide doorgaande wegstructuur. Weliswaar is er soms sprake van zeer kleine tussenmaten, toch zijn deze buurten onzichtbaar vanaf de doorgaande straten van de kom, de lanen en de wegen in het landschap. Een ander kenmerk is het ontbreken van typisch Harense karakteristieken. Mede door het standaardmatige van de verkaveling en de bouwwijze, hebben deze buurten meer gemeen met gelijksoortige buurten elders in Nederland dan met de Harense situatie. Wel zijn er duidelijke verschillen in straatverloop en de planmatige opbouw per buurt. In het algemeen geldt dat er 45 met name na 1980 relatief ruim verkaveld is, wat zich uit in zeer veel openbaar en prive groen. Plaatsing De bebouwing is in rooilijnen langs de straat of hof geplaatst, waarbij een per project verschillende mate van openheid in ruimtelijk beeld bestaat. De meeste openheid is er in de stroken aan de randen van de wijken en langs de ontsluitingen. Hoofdvorm/ Aanzichten/ Opmaak De bebouwing bestaat uit per project of bouwstroom overeenkomstig herhaalde typen in 1 of 2 lagen met of zonder kap. De gevels geven eveneens een beeld van herhaling en de materialisering is grotendeels steenachtig. In de nieuwere buurten en met name aan de randen en ontsluitingswegen is er meer variatie in aanzichten en zijn er incidenteel ook woningen in hout uitgevoerd.

47 Waardering Deze is er voor de plaatselijk ruime verkaveling en de aanwezigheid van veel openbaar groen soms oude houtwallen - in de buurt. Voor de bebouwing is de waardering grotendeels neutraal, en positief voor als vrijstaand en dubbele woning verkavelde straten alsmede voor onder architectuur gebouwde projecten en oude bebouwingselementen ( boerderijtjes ). 46

48 Beleidsintenties Er geldt een beleid van handhaven van het groene karakter van de woonbuurten en van respecteren van de per project overeenkomstige karakteristieken. Vooral ligt de nadruk op incidentele en planmatige veranderbaarheid van delen van de bebouwing. In deze buurten kan veel worden afgedaan met loketcriteria, vooral indien bij verbouw wordt voortgebouwd op de bestaande kenmerken. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - bestaande zonering van hoofd - bijgebouw en groen handhaven Hoofdvorm - bestaande geleding van hoofdgebouw en bijgebouw respecteren - wijzigingen minimaal op ( rij of dubbel )blok niveau ontwikkelen - bijgebouwen langs de openbare weg in de stijl van het hoofdgebouw Aanzichten - wijzigingen minimaal op blok niveau afstemmen Opmaak - materialisering en detaillering op blok niveau gelijk houden 47

49 GEBIED 12 TUINDORP HAREN Analyse Tuindorp is een vooroorlogse planmatige uitbreiding ter huisvesting van spoorweg personeel en deels op en aan bestaande wegen gerealiseerd. De verkaveling is een combinatie van bestaande gegevenheden en planmatige nieuwe elementen als verbindingsstraatjes, een school plein en groenstrookjes. De bebouwing van dubbele en rijenwoningen vormen een afgestemd geheel met het stratenverloop. Als bijlage bij deze nota is het beeldkwaliteitplan voor Tuindorp toegevoegd. Waardering Het gebied wordt als geheel gewaardeerd vanwege de bijzondere stedenbouwkundige en bouwkundige kwaliteiten, de detaillering alsmede de redelijke staat van onderhoud. 48

50 Beleidsintenties Er geldt een beleid van handhaven en respecteren van het bestaande ensemble van verkaveling, bebouwing en groen. Voorts van handhaven van de verschillende onderdelen als kapvormen, detailleringen en bijgebouwen alsmede van de bestaande kleurstelling. Het uitgangspunt bij individuele vernieuwingsplannen ligt bij een verbouw in stijl. Zie verder beeldkwaliteitplan in bijlage. - voor de gevels dezelfde rood genuanceerde steen aangehouden als van de bestaande bouw - topgevels in een horizontaal betimmerde uitvoering - dakpannen in een matrood ogende uitvoering Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - de bebouwing staat in de rooilijn - losse bijgebouwen staan op het achterterrein. Hoofdvorm - een laag met forse kap - losse bijgebouwen worden van een forse kap voorzien afgedekt met pannen. Aanzichten - gevels in metselwerk in rood bruin genuanceerde steen - per pand individuele accenten in de vorm van erkers, aangekapte berging e.d. - de eindgevels krijgen/behouden een bijzonder karakter middels een architectonische behandeling - dakkapellen blijven duidelijk los van de dak beëindiging Opmaak 49

51 GEBIED 13 ESSEN Analyse Aan de noordrand van de gemeente grenzend aan Groningen bevindt zich het gehucht Essen. Dit buurtje is van oorsprong een oude kloosterplaats, met een oude wegstructuur waaraan enige landelijke bebouwing is gelegen. Het betreft een aantal boerderijen die deels als woonboerderij of bedrijf in gebruik zijn en een aantal enkele en dubbele woonhuizen. Ruimte/Plaatsing De bebouwing is nogal wisselend geplaatst, op enige afstand tot de weg, met bijgebouwen in beeld, in een open verband. Bijzonder is de elzenbegroeiing langs de wegen, die aan het geheel een besloten karakter verleent. Hoofdvorm/Aanzichten/Opmaak De bebouwing betreft eenvoudige traditionele vormen die qua grootte nogal uiteenlopen, maar die wel consequent van lage goten is voorzien. Afgezien van enkele schuren is de bebouwing steenachtig van aard en qua toon in middenkleuren gehouden. Waardering Voor Essen is er voor alle onderdelen waardering, met uitzondering van de gevelaanzichten, die neutraal gewaardeerd worden. 50

52 Beleidsintenties Er geldt een beleid van handhaven en respecteren van de kenmerkende structuur en de plaatsing van de bebouwing alsmede van het groen. Voor de aanzichten is er een beleid van veranderbaarheid en voor de materialen en kleuren van respecteren. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - de bebouwing is t.o.v. het geheel wisselend geplaatst. - bijgebouwen achter het hoofd volume Hoofdvorm - zowel het hoofdgebouw als het bijgebouw in een laag met forse kap - rechthoekige grondvorm naar achteren verbredend, conform boerderijmodel Aanzichten - verticale gevel verhouding. - t.o.v. het geheel geldt per pand een individuele uitstraling - de detaillering is fijnschalig en sluit in architectonische zin aan bij de hoofdopzet. Opmaak - de materialisering is steenachtig voor de hoofdmassa en hout voor de schuren - de kleurstelling is gevarieerd voor de hoofdbouw en donker voor de bijgebouwen - kleur en materiaal qua helderheid van een middentoon 51

53 GEBIED 14 MEERWEG T.P.V. HET MEER Analyse De Meerweg is verbindingsweg die een rol heeft gespeeld in de vervening van het Paterwoldsemeer gebied. Aan deze periode herinnert nog het woonblokje verveners woningen halverwege de weg. Van later datum zijn de gebouwen die dateren uit het begin van de 20 e eeuw en die verbonden zijn met de recreatieve functies. Meer naar het dorp Haren zijn in die tijd ook vooral vrijstaande woningen gebouwd voor forenzen. Deze staan duidelijk minder solitair dan de bebouwing in het westelijk deel. In het Beeldkwaliteitplan Hoornsedijk wordt het historisch culturele aspect verder beschreven.. Ruimte/plaatsing De weg heeft zeker nog een verbindingsfunctie voor de regio en biedt ontsluiting voor de aan het meer gelegen recreatie voorzieningen. Ruimtelijk is er een directe relatie met het meer en is er een fraaie afwisseling tussen bebouwing, groen en het landschap. De bebouwing is qua aanzien divers en bevindt zich op wisselende afstand van elkaar met veel doorkijkjes naar omliggende groenstroken en het meer. Langs de weg bevinden zich meerdere monumenten en karakteristieke panden. Hoofdvorm/Aanzichten/Opmaak De bebouwing is in hoofdvorm en aanzichten uiteenlopend en deels complex van opbouw. Ook de kleuren en materialen volgen dit afwisselende principe. Waardering Met uitzondering van enkele zeer eenvoudige en zelfs kale gebouwen is de waardering voor dit gebied in de rijke afwisseling aan natuurlijke en bebouwde elementen in breedste zin zeer hoog. 52

54 Beleidsintenties Hier is een beleid van respecteren van de totaliteit van gevarieerde en specifiek gesitueerde bebouwing en groen, en van vrij veranderen van onderdelen onder voorwaarde van variatie en architectonische kwaliteit Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - solitaire bebouwing - prominente plaatsing van het hoofdgebouw - zelfstandige positie op het terrein Hoofdvorm - een of twee bouwlagen met kap of gelijkwaardig - schakeling met zijvleugels en/of aangebouwde elementen als erkers - bijgebouwen in stijl met het hoofdgebouw Aanzichten - de bebouwing heeft per pand een individuele uitstraling - de detaillering is gevarieerd en fijnschalig en sluit in architectonische zin aan bij de hoofdopzet. Opmaak - materialisering in steenachtige materialen en hout - gevarieerde kleurstelling - kleur en materiaal qua helderheid in een middentoon 53

55 GEBIED 15 RECREATIEWONINGEN LANGS HET PATERSWOLDSEMEER Analyse Rondom het meer bevinden zich op veel plaatsen clusters recreatiewoningen en caravans, die vaak vanaf de wegen niet zichtbaar zijn. Vanaf het water is dit laatste veel meer het geval. Echter ook vanaf het water zijn de veelal eenvoudige vaak houten huisjes bepaald niet opvallend. Aan de west zijde van het meer bestaan een aantal parken met huisjes die zijn ontsloten vanaf zeer lang doorlopende paden op schiereilanden in het water. Aan de oostzijde van het meer ontsloten vanaf de Hoornsedijk bevindt zich het complex de Mannewiek met seriematig gebouwde identieke huisjes. Ruimte/Plaatsing/Hoofdvorm/Aanzichten/Opma ak In grote lijnen gaat het om dicht opeen staande houten bebouwing in één laag met schuin dak dat haaks op het meer gericht is. Incidenteel gaat het om grotere huizen, die door architecten zijn ontworpen, en die veel meer uitstraling bezitten. Deze laatste categorie zal naar verwachting toenemen. Waardering Door de beperkte zichtbaarheid en de eenvoudige uitstraling is de waardering in principe neutraal. 54

56 Beleidsintenties Voor deze categorie geldt een beleidsvoornemen van respecteren van de bestaande schaal en vrij veranderen, al dan niet planmatig, van de afzonderlijke bebouwing Voor complexmatig gebouwde gebieden zijn in enkele gevallen specifieke afspraken over de plaatsing en de hoofdvorm. Er wordt naar gestreefd te komen tot een accentuering van bepaalde plekken door een meer bijzondere en expressieve vormgeving. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - gevarieerde plaatsing Hoofdvorm - een laag met kap of gelijkwaardig - gerichtheid op het water. Aanzichten - individuele uitstraling Opmaak - gevels in hout of in steen - variatie in kleur - kleur en materiaal qua helderheid in middentoon 55

57 GEBIED 16 BEDRIJVENTERREINEN Analyse Gelet op het kenmerkende verleden van de gemeente en de landschappelijke gegevens zijn er relatief weinig bedrijventerreinen. Wel is er een initiatief geweest om de gegroeide bedrijven in woongebieden te verplaatsen naar een aan te leggen gebied bij de NS - werkplaats tussen Onnen en Haren. Voorts is er langs het Noord-Willems kanaal enige vanuit de scheepvaart voortkomende bedrijvigheid die geleidelijk is vervangen door dienstverlenende bedrijven. Ruimte/Plaatsing/Hoofdvorm/Aanzichten/Opma ak Beide bedrijventerreinen zijn grotendeels zichtbaar vanaf de omliggende wegen. Dit heeft geleid tot een zorgvuldige en soms hoogwaardige bebouwing. Waardering Vanwege de kwaliteit van de bebouwing is er geen sprake van storende effecten ervan naar de omgeving. 56

58 Beleidsintenties Bij vernieuwing of uitbreiding van de bebouwing op de terreinen geldt een beleid van vrij veranderen. Voor zichtlocaties dient de vormgeving een representatief karakter te hebben. Reclame dient in de vormgeving geïntegreerd te worden. Welstandscriteria ( zie bijlage gebiedscriteria ) Plaatsing - bebouwing in de rooilijn geplaatst - opslag op een afgeschermd gedeelte van het terrein. Hoofdvorm - neutrale hoofdvorm - gebouwtypen per gebied overeenkomstig Aanzichten - representatieve gevels naar de weg(en) gericht - entree en kantoor in de representatieve gevel - bij een los kantoor of woning is de schakeling genuanceerd Opmaak - geen grote witte kleurvlakken - reclame is geïntegreerd in de gevels zonder te overheersen. 57

59 GEBIED 17 ONBEBOUWD BUITENGEBIED Analyse Deze bevinden zich aan de oost en west zijde van de gemeente en zijn grotendeels laag gelegen weilanden met incidenteel een huis of een bijzonder gebouw. Aan de zuid west zijde liggende hogere bosgebieden van Noordlaren. Waardering Juist het ontbreken van bebouwing en de weidsheid alsmede de gaafheid ervan wordt gewaardeerd. 58

60 Beleidsintenties Gelet op het ontbreken van dynamiek in deze gebieden is er geen beleid voor bouwwerken. Bij bijzondere initiatieven gelden de algemene welstandscriteria. 59

61 GEBIED 18 BIJZONDER WONINGBOUWPROJECT DE MIKKELHORST Analyse In de wijk Oosterhaar is sinds 2000 een bijzonder woningbouwproject in ontwikkeling, waarbij bewoners hun woning individueel en onder architectuur laten ontwikkelen. Dit gebeurt met een maximum aan vrijheid per plan. Op basis van de ontwikkelde schets- en bouwplannen is het stedenbouwkundig beeld bepaald. Dit wordt gekenmerkt door de wisselende positie van de woningen ten opzichte van de straat. Door de markante erfscheidingen wordt onderlinge samenhang nagestreefd. Een andere bijzonderheid van het project is dat er moet worden voldaan aan hoge eisen van duurzaamheid op diverse aspecten. Ruimte/Plaatsing/Hoofdvorm/Aanzichten/Opma ak Het bijzondere woningbouwproject bevindt zich op de rand van de woonwijk Oosterhaar tegen het open landschap van de Oosterpolder. De strook woningen vormt een overgang van stad naar landschap, zowel qua bebouwing als qua inrichting van de erven. Door de aanleg van de uniforme erfscheidingen, aan de wegzijde strak en aan de landschapszijde rafelig, wordt de overgang van de stad naar het landschap geaccentueerd. De plaatsing van de woningen verspringt per kavel, van voor op de kavel, in het midden, of meer op de achterzijde van de kavel. Qua hoofdvorm en architectuur kan sterk worden gevarieerd onder voorwaarde van hoge ruimtelijke kwaliteit. De materiaal en kleurstelling kan ook variëren, waarbij als voorwaarde geldt dat deze moeten aansluiten op de natuurlijke kleuren in het landschap. Opvallende lichte kleuren worden geweerd. Waardering Het project zal gewaardeerd worden vanwege de bijzondere ruimtelijke verscheidenheid. De overgang naar het landschap en het experimentele karakter, warbij een rafelige opstelling van de bebouwing een hoofdkenmerk is. 60

62 Beleidsvoornemen De bebouwing zal in de toekomst z n bijzondere karakter en ruimtelijke kwaliteit op de grens tussen stad en land moeten behouden en dit verder kunnen uitbouwen. In het bestemmingsplan Oosterhaar is dit een specifieke bestemming. Welstandscriteria Plaatsing - hoofdgebouwen binnen de verspringende bebouwingsvlakken Hoofdvorm - plan speciaal op architectuur op de locatie ontworpen - 1,2 of 3 lagen met of zonder kap - losse gebouwen in stijl met de woning - losse gebouwen met lage goot, laag dak of plat dak Aanzichten - inspelend op de langgerekte smalle vorm van de kavels Opmaak - op basis van natuurlijke kleuren en materialen - kleur helderheid in minimaal middentonen 61

63 BIJLAGE 1 : BEGRIPPENKADER Opzet gebiedsgerichte matrixformulieren

64 BEGRIPPENKADER De matrix is opgebouwd uit een aantal zo te noemen beeldcomponenten. Deze zijn onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën, te weten: 1. ruimte; dit betreft de functionele en ruimtelijke context van een gebied; 2. plaatsing, dit betreft de situering van de gebouwen op hun locatie; 3. hoofdvorm; dit betreft de massa-, of volumewerking van de gebouwen 4. aanzichten, dit betreft de hoofdlijnen van de architectuur; 5. opmaak: dit betreft het materiaal- en kleurgebruik, de details en de ornamentiek. Elke hoofdcategorie is onderverdeeld in een aantal beeldcomponenten. In de meeste situaties valt er over elk beeldcomponent wel één of meer karakteristieken te duiden. In Soms is een item voor een bepaalde situatie irrelevant en is dan niet van toepassing. Het is ook goed denkbaar dat er zich meer of andere beeldcomponenten aandienen. In incidentele gevallen kunnen deze altijd onder opmerkingen behandeld worden, maar als sprake is van een vaker voorkomend item kan de matrix natuurlijk ook worden aangepast of aangevuld. De items in de matrix zijn weliswaar de resultante van geteste vooronderstellingen, maar ze zijn niet heilig en kunnen dus worden vervangen en uitgewisseld. r u i m t e Hier zijn onder meer de volgende beeldcomponenten van belang. locatie type Hier gaat het om de aard van de situatie en de karakteristiek van het omgevingsbeeld op grotere schaal. Voorbeelden: open landschap, woonwijk uit bepaalde periode, dorpstype (wierdedorp, dijkdorp, wegdorp en dergelijke). Voor algemene typeringen van historische nederzettingskarakteristieken ligt het voor de hand zich te baseren op de provinciale nota Dorpen in Groningen. object type Dit betreft een karakterisering van de bebouwing in het betreffende gebied naar vorm en functie. Voorbeelden : boerderijen, villa s, bedrijfsbebouwing, woonhuizen enzovoorts. beeldtypering Hier gaat het om een typering van de samenhang tussen bebouwing en ruimte. Voorbeelden: laanbebouwing, dorpsbebouwing, tuindorp, planmatige uitbreiding, recreatiebouw en dergelijke. tijdsperiode Betreft globaal de periode waarin de betreffende situatie tot stand is gekomen. Voorbeelden: rond 1900, 19e eeuw, jaren 20 en 30, enzovoorts. p l a a t s i n g relatieve positie Hierbij gaat het om de onderlinge positie van de bebouwing ten opzichte van de (denkbeeldige) rooilijn. Voorbeelden: in de rooilijn, enigszins verspringend, (sterk) wisselend, gestaffeld, onbepaald enzovoorts. afstand tot de weg Hier wordt een indicatie gegeven van de afstand van de bebouwing tot de openbare weg. Voorbeelden: direct op de weg (indicatie minder dan 2 meter), enige afstand tot de weg (indicatie 2 tot 10 meter), ruimte afstand tot de weg (indicatie 10 tot 20 meter), grote afstand tot de weg (indicatie meer dan 20 meter). relatief verband Dit betreft de onderlinge tussen afstanden van de gebouwen en de mate waarin de ruimte tussen de gebouwen tot een open of gesloten karakter leidt. Voorbeelden: gesloten bebouwing tamelijk gesloten bebouwing, open bebouwing, solitaire bebouwing. groepering op het erf Hier gaat het om de groepering van gebouwen op het erf in hun onderling verband. Voorbeelden: hoofdgebouw prominent, bijgebouwen zichtbaar, clustering, ruime setting, enzovoorts. richting van de bouwvorm Dit betreft de hoofdrichting van de bebouwing ten opzichte van de weg. Voorbeelden: langs, dwars, schuin, indifferent en dergelijke. h o o f d v o r m contour Bij contour is het profiel van de bouwmassa in het geding. Dit wordt aangegeven in de karakteristieke duiding van de hoogte in relatie met het profiel. Voorbeelden: één bouwlaag met kap, twee bouwlagen plat en dergelijke. relatieve omvang Dit betreft de grootte van de gebouwen in hun onderlinge relatie.

65 Voorbeelden: onderling overeenkomstig, enig onderling verschil, onderling verschil, veel onderling verschil en dergelijke. geleding van de bouwmassa Hier gaat het om de indicatie hoe de bouwmassa van het gebouw is samengesteld; is er bijvoorbeeld sprake van één afleesbaar volume of bestaat het gebouw uit twee of meer afzonderlijk te benoemen bouwmassa s. Voorbeelden: enkelvoudig, samengesteld. plastiek Dit betreft de kenmerkende plastische vormbehandeling van de gebouwen; is er sprake van een strakke vorm of heeft het gebouw uitbouwen of insnoeringen en dergelijke. Voorbeelden: sober, minder sober, gemiddeld, complex, zeer complex en dergelijke. a a n z i c h t e n stijl Dit betreft een aanduiding van de bouwstijl van de bebouwing in globale zin. Voorbeelden: traditioneel, afgeleid traditioneel, jaren 20/30, modern en dergelijke. compositie Hier gaat het om de architectonische geleding van de gevels, zoals deze bijvoorbeeld zichtbaar is in de vorm van de gevelopeningen en kozijnen. Voorbeelden: horizontaal, verticaal, wisselend, indifferent en dergelijke. transparantie gevels Dit betreft de mate van openheid van de op de openbare ruimte gerichte gevels. Voorbeelden: open, enigszins open, gesloten en dergelijke. o p m a a k kleur Dit betreft de hoofdkleur van de gevels en daken van de bebouwing. Voorbeelden: rood, groen met zwart en dergelijke. kleurtoon Dit betreft de overwegende toonzetting in het kleurgebruik van de bebouwing; het gaat daarbij om gradaties van helderheid in het materiaal- en kleurgebruik. Voorbeelden: lichte kleurtoon, middentoon, donkere kleurtoon en dergelijke. materiaal Dit betreft de aard van de beeldbepalende materialen van met name gevels en daken van de bebouwing. Voorbeelden: steenachtig, hout, rieten daken en dergelijke. detail en ornament Dit betreft de kenmerkende detaillering en versiering van de bebouwing, die bijdraagt aan de expressie. Voorbeelden: geen tot bescheiden, eenvoudig, gemiddeld, enigszins rijk, rijk en dergelijke. s a m e n v a t t i n g m a t r i x Elk beeldcomponent is in de matrix nader gespecificeerd. De kolom beschrijving biedt ruimte voor een korte duiding in telegramstijl van de belangrijkste kenmerken. Er is uiteraard altijd ruimte voor bemerkingen die niet onder een bepaalde component kunnen worden geschikt. Bovendien kan in de beredeneerde beschrijving van een meer uitgebreide behandeling sprake zijn. gradatie In de kolom gradatie wordt aangegeven in welke mate de beeldcomponent zich in het gebied voordoet. In een bepaald buitengebied komen bijvoorbeeld in hoofdzaak boerderijen voor, maar ook wel woonhuizen. In de beschrijving onder objecttype wordt bijvoorbeeld boerderijen aangegeven, waarna in de gradatiekolom kan worden geduid in welke mate de beschrijving van toepassing is. De boerderijen kunnen het beeld in het gebied bijvoorbeeld zodanig bepalen dat sprake is van een beeldbepalende gradatie. Wanneer ook andere bebouwing, zoals hier burgerwoningen een rol spelen, dan kan men ook voor de gradatie overwegend kiezen. Als er sprake is van een zeker evenwicht in het ruimtelijk beeld, maar niettemin de boerderijen als de belangrijkste beelddragers worden gezien ligt de gradatie gevarieerd voor de hand. Indien beide typen van bebouwing in min of meer gelijke mate bepalend zijn voor het ruimtelijk beeld is het meer aangewezen om in de beschrijving te kiezen voor boerderijen en woonhuizen. Uitgangspunt is dus niet primair de exacte verhouding in de mate waarin de verschillende elementen voorkomen, maar veeleer hoe deze zich in de waarneming van de beleidsmakers voordoen. Ook hier biedt de beredeneerde beschrijving uiteraard alle ruimte om mogelijke omissies in de matrix te benoemen. waardering Onder waardering wordt voor elk beschreven beeldcomponent de waardering aangegeven van het betreffende aspect in de gebiedseigen context. Wanneer een gebied wordt bepaald door vrijstaande bebouwing op ruime erven, dan zullen deze componenten voor dit gebied altijd positief gewaardeerd worden omdat zijn intrinsiek zijn voor het gebied. Daarnaast speelt een waardering van verschillende beeldcomponenten, die stoelt op ervaring en kennis van de opstellers van het gemeentelijk welstandsbeleid. Het is van belang dat deze waardering niet alleen door deskundigen maar ook door burgers en bestuurders wordt gedragen. Tenslotte is een waardering ook afhankelijk van de visie die er voor een bepaald gebied bestaat. De waardering voor verschillende aspecten van ruimtelijke kwaliteit kan afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de uitstraling die een gemeente met een bepaald gebied voorstaat. Een gemeente die zichzelf als een groene parel profileert, zal veel belang hechten aan het (openbaar)

66 groen in de gemeente. Kale erven en boomloze straten zullen in het gegevenvoorbeeld dan negatief scoren. In de waarderingskolom bestaat de waardering uit drie smaken: positief, neutraal, negatief. beleid In deze kolom wordt voor de betreffende beeldcomponenten het beleid geduid, maar er is in veel gevallen natuurlijk ook sprake van beleid in meer algemene of specifieke zin, zoals dat in andere beleidsstukken van de gemeente is uitgesproken. Op basis van lokale politieke discussie zal het welstandsbeleid voor de verschillende gebieden moeten worden vastgesteld. In de matrix zijn hiervoor vier smaken aangegeven: 1. handhaven Hierbij gaat het om de intentie om heet bestaande ruimtelijk beeld als zodanig zoveel mogelijk als te handhaven en als uitgangspunt te hanteren voor verdere ontwikkeling. (Dit beleid zal in ieder geval voor beschermde gezichten van toepassing zijn.) 2. respecteren Bij dit beleid staat het zorgvuldig omgaan met bestaande waarden voorop. Deze hoeven niet altijd letterlijk in stand te blijven, maar dienen met respect te worden geïnterpreteerd bij nieuwe ontwikkelingen. De bestaande situatie geldt als bepalend voor verdere ontwikkelingen. 3.incidenteel wijzigen Hier krijgt het continue transformatieproces de ruimte, waarbij de bestaande situatie weliswaar als leidraad wordt genomen, maar gaandeweg vervangen wordt door nieuwe oplossingen en nieuwe beelden. Veranderen is hier niet een beleidsdoel op zichzelf, maar het beleid gaat uit van de veranderbaarheid van het gebied. 4. planmatig wijzigen Dit beleid is gericht op verandering. Het gaat hier om een bewuste verandering van het ruimtelijk beeld en de ruimtelijke kwaliteit. Dit kan van toepassing zijn voor de verandering van een weidegebied in een woonwijk, maar geldt in het algemeen voor herstructureringsgebieden.

67

68

69

70

71

72

73

74

75

76

77

78 BIJLAGE 3 : LOKETCRITERIA BETREFFENDE LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN Puntsgewijs overzicht van de rubrieken LIBAU

79 LOKETCRITERIA BETREFFENDE LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN Geldt voor projectmatige woonbebouwing en/of de bebouwde kom. Bij strijdigheid met gebiedscriteria gaan deze laatste voor. De plannen voldoen aan het bestemmingsplan. Dakkapel op voor dakvlak, plat afgedekt Voldoet aan eisen van welstand indien: -conform eerder goedgekeurde kapellen bij soortgelijke bouwwerken -per woning niet meer dan 1 dakkapel per dakvlak -maximale breedte 1m. -maximale hoogte 1m. -rondom minimaal 1m. dakpannen overblijvend, ook ten opzichte van hoekkepers -plaatsing op maximaal 1m. uit onderzijde dakvlak -zijwanden gesloten, donker gekleurd Dakkapel zij en-, achter dakvlak, aangesleept dakje. Voldoet aan eisen van welstand indien: -conform eerder goedgekeurde kapellen bij soortgelijke bouwwerken -dakhelling hoofddak minimaal 45gr. -niet meer dan 0,5 dakvlak beslaand. -maximale kozijnhoogte 1m. -rondom min.0,5m. dakpannen overblijvend, ook ten opzichte van bouwmuur. -bij zijgevel dakvlak 3m. afstand uit voorzijde dakvlak. -plaatsing op max. 1m. uit onderzijde dakvlak -zijwanden recht, gesloten, donker gekleurd -gootboei max. 0,2m breed. Open overkapping op het achtererf of zij erf Voldoet aan eisen van welstand indien: -conform eerder goedgekeurde overkapping bij soortgelijke bouwwerken -minimaal 3m uit voorgevel -1m. uit erfgrens -oppervlak maximaal 50m2 -oppervlak niet meer dan 50% van oorspronkelijk zij/achtererf -gelijk of lager dan goothoogte hoofdgebouw met maximum van 3,00m.hoog -vlak dak -hoogte boeiboord max. 0,20m. -kleur conform hoofdgebouw Uitbouw naast of achter de woning, plat afgedekt Voldoet aan eisen van welstand indien: -conform eerder goedgekeurde overkapping bij soortgelijke bouwwerken -gelijk aan of lager dan oorspronkelijke goothoogte hoofdgebouw met een maximum van 3,25m. hoog -maximaal 3,50m. diep, haaks op de oorspronkelijke gevel -maximaal 5m. diep, haaks op de gevel indien 3m. of meer uit de erfgrens -niet breder dan de woning, of indien naast de woning, 3m. achter de rooilijn -rechthoekig van vorm -indien op zijerf gericht aan de openbare kant, 2m. diep haaks op de oorspronkelijke gevel -in steen of hout conform kleuren woning -detaillering zonder boei of met boeirand van max. 0,20m. breedte -gevel geleding conform bestaande gevels Bijgebouw naast of achter de woning, tot 30m2, plat afgedekt (minimaal 1m. van perceelsgrens) -geen criteria vanwege vergunningsvrij bouwen Bijgebouw naast of achter woning, schuin afgedekt voldoet aan eisen van welstand indien: -conform eerder goedgekeurde bijgebouwen -minimaal 3m. achter de rooilijn. -max. 0,5 van het zij- of achtererf bebouwd -oppervlak maximaal 50m2-1m. uit erfscheiding

80 -goothoogte maximaal 2.5m. nok maximaal. 5m. hoog - -dakhelling 30-50gr. -in hout of steen conform kleuren woning -dakbedekking pannen, golfplaat of gelijkwaardig in donkere kleur -strakke uitvoering -niet uitstekend voor de rooilijn van aangrenzende woningen achter. Zonnecollectoren en dakramen Rolluiken Voldoen aan eisen van welstand indien: -overeenkomstig eerdere installaties aan de gevel -passend binnen de gevel opening -kleur aangepast aan die van de woning Reclame aan de voorgevel of op voorerf voldoet aan eisen van welstand indien: -1naamsbord per pand -maximaal 0,5m2 -niet van binnenuit verlicht -loodrecht op of vlak met de gevel aangebracht -niet aangebracht op bouwlagen met woonbestemming -op voorerf maximaal 1,5m. hoog Gevelwijziging aan de openbare zijde voldoet aan eisen van welstand indien: -maximum grootte van 1m2. Erfscheidingen voldoen aan eisen van welstand indien -aan de voorzijde maximaal 1m. hoog -achter de achtergevel maximaal 2m. hoog -grenzend aan openbaar gebied: uitgevoerd in steen conform de woning of hout in een transparante constructie -maximaal 80% gesloten Geen criteria vanwege de ruime mogelijkheden vergunningsvrij te bouwen Schotel-antennes Voldoen aan eisen van welstand indien -achter de voorgevellijn -maximaal. diameter 2m. inclusief voet maximaal 3m. hoog -kleur donker of indien lichte achtergrond kleur licht Afvalcontainers zie bijgebouwen Nutsgebouwen voldoen aan eisen van welstand indien: -geplaatst op bedrijventereinen en/of in groenstroken met opgaand groen -plat afgedekte hoofdvorm zonder dakrand of met boei tot 0,25m. breed -met schuin dak van gr. en lijst tot 0,20m. breed -materiaal in baksteen en gedekte kleuren Kleine veranderingen zie gevelwijzigingen Speeltoestellen tot een hoogte van 5m. voldoen aan eisen van welstand indien: -in groenstroken met meer dan 10m. tussenmaat rondom -deugdelijke uitvoering en strakke detaillering in afgewerkte materialen Tuin meubilair voldoet aan eisen van welstand indien: -op voorerven niet hoger dan 1m. -op achtererven niet hoger dan 2.25m. -deugdelijke uitvoering en strakke detaillering in afgewerkte materialen.

81 BIJLAGE 4 : OBJECTGERICHTE CRITERIA Algemene welstandscriteria betreffende de verbouw van het oldambster en gorecht boerderijtype in Haren LIBAU

82 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA BETREFFENDE DE VERBOUW VAN HET OLDAMBSTER BOERDERIJTYPE IN HAREN Analyse Het Oldamsterxboerderijtype wordt gekenmerkt door een gestrekte hoofdvorm waarin woonhuis en schuur onder een doorgaande nok in een volume zijn gekoppeld. Hierbij verspringen de zijgevels middels een of meerdere krimpen van hoogte. De schuur of deel is meestal aan de achtergevel bereikbaar met schuurdeuren., maar soms ook aan de zijgevel of zelfs aan de voorgevel. Dit boerderijtype komt in de gemeente Haren in een relatief bescheiden maar toch opvallend aantal voor, met name aan de doorgaande wegen zoals de weg van Haren naar Noordlaren. Qua positie is zij altijd haaks op de weg geplaatst, waarbij een frontgevel naar de weg is gericht. Deze gevel voorzien van woonkamerramen en vaak een voordeur is meestal eenvoudig gedecoreerd met enig lijstwerk bij een eventueel dakschild en/of de voordeur en mogelijk enige versiering rond de kozijnen De ingang kan ook aan de zijgevel zijn geplaatst, terwijl zich aan deze zijde eveneens een daklijst kan bevinden, meestal als voortzetting van die aan de voorgevel. Aan de zijgevel van het schuurgedeelte (naar de achterkant ) kan een bijschuur zijn geschakeld. De bijschuur is gekenmerkt als een verkleinde versie van de boerderijschuur. De materiaalkeuze bestaat uit een rode of bruine steen voor de gevels en een rode of zwarte dakpan op het voorhuis met eveneens rode of ongeglazuurde zwarte dakpannen of riet op het schuurgedeelte. Waardering Zuidlaarderweg Noordlaren Er geldt voor deze boerderijen een beleid van handhaven en respecteren. Indien er sprake is van beëindiging van de agrarische functie wordt gestreefd naar behoud van de bouwvorm. Dit kan tot gevolg hebben dat soms ingrijpend moet worden verbouwd omdat het grote volume vaak niet de juiste grootte heeft voor een enkele woning. Daarom worden soms ook meerdere woningen in een boerderij gepland, wat veel vindingrijkheid zal vragen om het bestaande karakter niet te verminken. Toch heeft hergebruik de voorkeur boven sloop en nieuwbouw. De bouwvorm komt vooral in Groningen voor en wordt hierom gezien als een uiting van streekeigen bouwen. Juist de relatief grote schaal van het type en de statige sobere - strenge frontgevel kan worden gezien als een gebiedseigen kwaliteit. Ook past de grote hoogte en de gestrekte vorm goed in een gebied als Groningen en Haren met een open karakter en een lineaire verkaveling Lageweg Noordlaren Rijksstraatweg Glimmen Beleid

83 Welstandscriteria Ruimte Bij verbouw dient zoveel mogelijk te worden uitgegaan van een blijvend open erf karakter in die zin dat doorzicht in stand blijft rondom het gebouw en geen ingebouwd effect ontstaat. Plaatsing Nieuwe bijgebouwen worden aan de achterzijde geplaatst Hoofdvorm De bestaande hoofdvorm wordt zo min mogelijk aangetast door aanbouwen en toevoegingen Indien aanbouwen en toevoegingen niet te vermijden zijn worden deze zo veel mogelijk in stijl gehouden bijvoorbeeld in de vorm van een aangebouwde - bijschuur De bestaande functionele hoofdvorm van het voorliggend woongedeelte met schoorsteen, krimpen in de zijmuur en achtergelegen schuurgedeelte met achtergevelschild blijft in ieder geval gehandhaafd. Rijksstraatweg Glimmen Aanzichten De traditionele architectuur van de boerderij is de referentie bij plannen, waarbij veranderingen niet een zodanige invloed mogen hebben dat de oorspronkelijke karakteristieken teloor gaan. Het toevoegen van nieuwe afwijkende gevelopeningen wordt met name in de voorgevel zo veel mogelijk vermeden Dakkapellen worden in principe vermeden, wat gelet op de grote plattegrondmaten van de bouwvorm heel goed zou moeten kunnen. Voor lichttoetreding kan gedacht worden aan het maken van een uitsnede in het dak d.m.v. het inbrengen van een glasdak Het toevoegen van grote aantallen dakramen wordt vermeden Opmaak De hiërarchie in detaillering tussen een rijk voor/woongedeelte met lijstgoten en een sober schuurgedeelte met van oudsher - eenvoudige details en materialen blijft gehandhaafd. De rode of bruine gevelsteen blijft bij vernieuwing uitgangspunt en wordt plaatselijk hersteld inclusief een bijpassende smalle voeg. Dakpannen kunnen vervangen worden door dakpanplaat in een zwarte of grijze kleur. Op het schuurgedeelte is toepassing van zwarte golfplaat mogelijk. Een goede mogelijkheid is de toepassing van geglazuurde pannen op het voor/woongedeelte en golfplaat dakpanplaat of weer riet op het schuurgedeelte. Bestaande schuurdeuren kunnen vervangen worden door eigentijdse glaspuien. Bestaande kozijnen worden indien echt noodzakelijk plaatselijk vervangen door bijpassende houten kozijnen LIBAU Goudswaard Rijksstraatweg Glimmen Foto 4 Lageweg Noordlaren

84 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA IA BETREFFENDE HET GORECHTSE BOERDERIJTYPE IN HAREN Analyse Het Gorechtse boerderijtype is een variant op het kleine keuterij type van de zandgronden in het aangrenzende Drenthe, het Westerkwartier en Westerwolde. De schaal ervan is een geheel andere dan die van het Oldambtstertype. Hoewel de grootte kan varieren zijn de maten in principe beperkt tot z n 15-20m. lang en 8-10m. breed. Kenmerkend zijn de rechthoekige grondvorm met de verbreding naar achteren en de verspringing in de nok tussen het voorgelegen woongedeelte en het achtergelegen schuurgedeelte. Op de overgang bevindt zich aan de voorgevel zijde de grote schuurdeur met daarboven een houten schotwerk als afwerking tussen het lage dak voor en het hoge dak achter. De hoofdvorm heeft aan de achterzijde een volledig dakschild, terwijl deze aan de voorzijde al dan niet een wolfseind heeft met schoorsteen. De deur voor het woongedeelte zit meestal in de zijgevel gericht naar de schuurdeur. Haaks op het woongedeelte bevindt zich buiten het stookhok, terwijl achter bijschuren en/of een kapschuur aanwezig kunnen zijn. Lageweg Boerlandspad 69 Noordlaren 3 Onnen De detailleringen zijn opvallend eenvoudig. Van oudsher waren er geen goten of alleen aan het woongedeelte. Op het voorhuis zitten rode of zwarte dakpannen, op het schuurdeel riet met een onderrand van rode dakpannen. In het geval van een wolfseind kan dit zijn voorzien van eenvoudig lijstwerk op de goot. De gevels zijn van rode groninger steen, eventueel later deels gepleisterd. Beleid Er geldt voor dit woningtype een beleid van respecteren en handhaven. In veel gevallen is de oorspronkelijke agrarische functie verloren gegaan en veranderd in een geheel woonfunctie. De maten van dit boerderijtype zijn op zich geeigend voor de functie als woonboerderij, hoewel de maten soms aan de kleine kant zijn. Ook de belichting en de hoogte in het schuurgedeelte is veelal een handicap voor een eigentijdse bewoning. Toch moet het beleid er op gericht zijn de hoofdvorm te handhaven zonder verlenging of ophoging van het schuurgedeelte. Ook dakkapellen zouden indien mogelijk vermeden moeten worden, in ieder geval indien sprake is van een monument. Voor uitbreiding kan het best gekozen Boerlaan 18 Glimmen Waardering De bouwvorm is heel herkenbaar voor de regio en heeft voor Haren nog enkele detail kenmerken, zoals de wijze van detailleren van het schot. De armelijke wijze van bouwen geeft de geschiedenis op de zandgronden weer en harmonieert soms op verrassende wijze met het ( es ) landschap. Binnen een veranderende context van een woonbuurt komen deze elementen weliswaar minder tot z n recht, maar toch, vooral als er enige grond omheen open is gebleven geeft het een met enige lindebomen en een haag extra -meer-waarde aan het straatbeeld. Zuidveld 15 Onnen worden voor een toevoeging van een extra bouwmassa in de vorm van een achter gelegen bijschuur, door middel van een transparant- tussenlid verbonden met het hoofdgebouw. Een kleine dakkapel met een kapje kan op het voorhuis nog wel ingepast worden. In geval van een rietdak kan een opgewipt gedeelte gemaakt worden voor extra licht.

85 Voor extra lichtinval lenen zich uiteraard de schuurdeuren het best. Een moderne glaspui geeft soms een mooi contrast met het oude gebouw, vooral als de oude schuurdeuren gehandhaafd blijven als luiken. Dakramen zijn eveneens een logische toevoeging, hoewel een zorgvuldige plaatsing om geen onrustige dakverhouding te krijgen aangewezen is. Beter is om 2 of 4 dakramen aaneen te plaatsen dan deze te verspreiden over heel het dak. Om lage gevelramen in het schuurgedeelte meer hoogte te geven kan gedacht worden aan een kozijn dat doorgaat in het dak. Deze ingreep heeft meer aansluiting met de boerderij dan de oplossing ramen middels dakkapellen te verbinden tot verticale elementen. Lutsborgsweg 73 Glimmen Zijvleugels en andere aanbouwsels passen niet bij dit sobere boerderijtype. Bij wijziging van het dak is handhaving van vooral het achterschild en de schoorsteen aangewezen. Voor de bedekking komen pannen en riet het eerst in aanmerking. Indien geen sprake is van een monument komen ook dakpanplaten in aanmerking. Zuidlaarderweg 49 Noordlaren Het toevoegen van extra ramen kan het best in stijl gebeuren. Indien dit niet kan is een eigentijdse ingreep de beste optie, waarbij een duidelijk contrast zichtbaar maakt dat de ingreep van recente datum is. Uiteraard wordt er voldoende tussenruimte naar de bestaande ramen aangehouden. Voor de detailleringen geldt dat een eenvoudige goot, vooral voor het schuurgedeelte aangewezen is. Eventuele versieringen kunnen worden aangebracht op het uilebord aan de nok van het schuurgedeelte. In principe blijft de oorspronkelijke steen gehandhaafd. Isolatie komt aan de binnenzijde van de gevel. Het pleisteren van de gevels doet veel van de uitstraling verloren aan. Nieuw voegwerk kan ook een afdoende oplossing zijn voor doorwatering, eventueel aangevuld met impregneren. Hoe mooi een boerderijtje ook wordt opgeknapt en/of behouden, zonder ruimte eromheen komt het niet tot z n recht. Dit erf vraagt ook een speciale inrichting. Kenmerkende onderdelen zijn :hagen rondom het erf en soms tussen delen ervan, een grasveld of bleek, een boomgaardje en last but not least een moestuin. In dit geheel staat het stookhok op een strategische plek bereikbaar vanuit de keuken. Welstandcriteria ruimte/plaatsing - Temidden van een voldoende ruim erf met karakteristieke indeling en inplanting Hoofdvorm - Duidelijk verschil tussen prominente voorzijde met schoorsteen en aflopend schuurdak achter Aanbouwen middels los schuur - volume verbonden door transparant tussenlid Aanzichten / detailleringen Oorspronkelijke kozijnvormen aanhouden Ingrepen middels neutrale eigentijdse vormen met voldoende tussenmaat naar bestaand Dakkapellen vermijden Dakramen zoveel mogelijk koppelen Voorgedeelte met enige terughoudende versiering als uitmetselingen en lijstwerk. Achter met zinken goot en sobere dakbedekking Vertikale betimmering met latten voor het schot rondom de baanderdeur Donkere steenkleur en wit- groen schilderwerk LIBAU Goudswaard

86 BIJLAGE 5 : BEELDKALITEITPLAN TUINDORP Tuindorp, criteria voor nieuwbouw LIBAU

87 BESTAANDE STEDEBOUWKUNDIGE UNDIGE EN ARCHITECTONISCHE KWALITEITEN IN TUINDORP HAREN Beknopte omschrijving De stedenbouwkundige kwaliteiten betreffen met name de ensemblewaarde van stedenbouw en architectuur in combinatie met een bijzonder stratenverloop. De aanleg uit de 30er jaren is bebouwd in een voor deze tijd specifieke stijl en detaillering. Deze is op zichzelf ook waardevol, zij het landelijk gezien niet echt zeldzaam. Het stratenverloop gaat uit van fraai gebogen lijnen, die uitkomen op voor wijkniveau bepalende knooppunten. De knooppunten zijn door de aanleg van kleine plantsoenstroken gedefinieerd met als accent een apart (dubbel) woningtype. Bij de onderlinge aansluiting van 2 straten op elkaar (Mezenlaan- Middenpad en Zwanebloemweg-Tuindorpweg) is er een accentuering in de architectuur doordat het bouwblok is voorzien van een topgevel. Voorts vormen specifieke vormgegeven eindgevels op de straathoeken een extra dimensie. Deze vallen des te meer op omdat overigens de architectuur zeer rustig is gehouden. Langs de straten zijn blokken in een laag met kap gelegen die in het midden vaak voorzien zijn van een topgevel om de lengte optisch te verkorten. Op deze wijze ontstaat een aansluiting op de dubbele woningen die in de straatkrommingen en op de straathoeken zijn gesitueerd. Bijzondere aandacht hebben destijds de bergingen gekregen. Zowel in plaatsing als in vormgeving sluiten deze op bijzondere wijze aan op de woningen en vormen deze een wezenlijk onderdeel van het bebouwingsbeeld. Bij verbouwplannen in tuindorp geldt als criterium in de planbeoordeling dat zo veel mogelijk moet worden uitgegaan van de bestaande kwaliteiten. Dit houdt in dat dakkapellen, apellen, serres en andere aanbouwen, alsmede bijgebouwen in stijl moeten worden gebouwd. Foto1 buurt-knooppunt Foto 3 bijgebouwen op open erven Langs de Waterhuizerweg aan de noordzijde ligt een als monument geselecteerd schoolgebouw, dat qua architectuur mooi harmonieert met de woningen. In het betreffende bouwblok zijn behalve een bijpassende vrijstaande woning en een ouder boerderijtje ook een 4-tal nieuwe dubbele woningen opgenomen, die op een eigentijdse wijze geënt zijn op de oorspronkelijke 30er jaren bouwstijl. In de 60er jaren zijn aansluitend op de oudere Foto2 bochtig straatverloop Foto 4 topgevel t.o.dwarsstraat woningen slecht passende rijenwoningen gebouwd, die op zich ook verouderd zijn. Deze bouwblokken zijn nu aan vervanging toe en worden op termijn door nieuwbouw vervangen. Hieronder zijn een aantal randvoorwaarden geformuleerd die bij de planvorming als leidraad kunnen dienen.

88 accent gegeven kan worden. Foto overgang van lage naar minder passende hogere bouwblokken. Foto 6 5 Indien er sprake is van rijen-bouw kan d.m.v. architectonische toevoegingen verwezen worden naar de schaal van dubbele woningen. 6 Bijgebouwen moeten extra aandacht krijgen, net als in het bestaande tuindorp, vanwege de open verkaveling die doorkijkjes naar achteren toelaat. 7 In kleurstelling, materiaalkeuze en detailleringen dient op welke wijze dan ook een harmonie nagestreefd te worden met de bestaande 30er jaren bebouwing Foto 7 nieuwe bijgebouwen in stijl. Foto 8 nieuwe bijpassende dubbele woningen. Richtlijnen puntsgewijs t.b.v. vervangende nieuwbouw in Tuindorp Haren. 1 Op stedenbouwkundig niveau wordt voorgesteld uit te gaan van een voldoende ruime verkaveling met aandacht voor voor- en zijtuinen. 2 Parkeren kan plaats vinden naast of achter de woning op eigen erf of op uit het zicht van de woning gelegen openbare parkeerplekken. ( i.v.m. het naar de straat gerichte wonen ) 3 Voor de bouwmassa wordt uitgegaan van een laag met kap voor de woningen; bij hogere onderdelen in de bouwmassa moet voldoende aandacht worden gegeven aan de overgang van hoog naar laag. 4 Bijzondere aandacht wordt op straatniveau gevraagd voor de hoeken, waarbij in architectuur en positie van de woning een Kaart1 30er jaren blokken incl. school

89 BIJLAGE 6 : BEELDKWALITEITPLAN HOORNSEDIJK Kader voor beleid en advisering m.b.t. de beeldkwaliteit van de bebouwing aan de Hoornsedijk LIBAU

90 HISTORISCHE ONTWIKKELING Om een inzicht te krijgen in de betekenis van de aanwezige ruimtelijke structuren en de daarvan afgeleide bebouwingselementen is enige informatie over het ontstaan en de opbouw van het landschap en de nederzettingen noodzakelijk. Voor deze informatie is onder meer gebruik gemaakt van "Het Paterswoldse meer, ontstaan en ontwikkeling" van Drs. A.H. van Slageren, en van de gemeentebeschrijving "Haren" die in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project voor de provincie Groningen is geschreven. Landschap Geologische geschiedenis De Hondsrug is een 250 à jaar geleden door landijs gevormde zandrug.het veengebied is kunnen ontstaan door de schurende werking van het smeltwater. Het gedeelte wat nu het Paterswoldse Meer is, was tot circa 1740 een dompig veenmoeras met de naam het Neerwold. Wold is de oude naam voor de lage gronden van het Gorecht, de landstreek ten oosten en zuiden van de stad Groningen. Vanuit het zuidelijk en hoger gelegen Drents Plateau stroomde water naar dit lage gebied toe. Door het opdringen van de zee omstreeks de negende/tiende eeuw na Chr. slibde het noordelijk kleigebied hoger op. De bovenlaag van het veen is daardoor enigszins kleiig of zandig. De afvoer van de Drentse A, die via het Reitdiepsysteem in open verbinding stond met de Lauwerszee, werd door het opslibben steeds verder geblokkeerd. Het Neerwold werd een natuurlijke boezem, en kletsnat gebied dat als een soort niemandsland de provincie Groningen van Drenthe scheidde. In 1740 is begonnen met de vervening van het gebied Neerwold. Uit de kadasterkaart van 1828 blijkt dat het Paterswoldse Meer al rond 1830 z'n uiteindelijke vorm heeft gekregen. Bewoningsgeschiedenis Uit opgravingen is gebleken dat het gebied Neerwold tot in de Middeleeuwen bewoond is geweest. In het veen heeft men verscheidene hoogten aangetroffen, die van boven kleiachtig zijn en daarom voor de verveners een obstakel vormden. Deze zijn vanwege hun ligging op het veen ook wel veenterpen genoemd. Een deel van deze veenterpen zijn nog waarneembaar in de vorm van eilandjes. Stedenbouwkundige ontwikkeling Het belangrijkste middel van bestaan en reden voor bewoning van het gebied Neerwold was de vervening. In 1740 werd bij de heren van Stad en Ommelanden het voorstel ingediend enige huizen te bouwen aan het Hoornsediep voor de huisvesting van Friezen uit de omgeving Oostermeer en Rottevalle. Men wilde deze laten overkomen voor de winning van turf ten westen van de Hoornsedijk omdat deze veel meer ervaring hierin hadden en bij hen tegen 1740 de grondstof begon op te raken. De gunstige omstandigheden die werden geschapen waren van invloed op de trek uit Friesland. In 1753 werd al gesproken van een nieuwe kolonie over het Hoornse diep. De meeste arbeiders woonden aan de Hoornse Dijk, in het begin waarschijnlijk in hutten. Rond 1850 ligt er een slinger van huisjes, voor het grootste deel bewoond door veenarbeiders en veenbazen, maar ook door vissers scheepsmakers en landbouwers. In 1837 wordt er een schooltje gesticht, speciaal voor de kinderen van de dijkbewoners. Aan de Groene- of Paterswoldsche dijk, langs de pas in 1907 aangelegde Meerweg bevonden zich slechts enkele arbeiderswoningen. Halverwege de negentiende eeuw stagneert de turfwinning, al gaat ze op kleine schaal nog wel door tot de jaren twintig van deze eeuw. De reden hiervan was dat naar het noorden toe het veen te veel was verontreinigd met klei, wat de vervening ernstig belemmerde, en de inkomsten hieruit deed dalen. Nadien werden hier niet meer zoveel woningen gebouwd. Rond de eeuwwisseling werd een nieuwe bestemming

91 gegeven aan het Paterswoldse Meer, namelijk die van de recreatie en het toerisme. Over de dijk die Eelde en Paterswolde met Haren verbond liep oorspronkelijk alleen een voetpad. De aanleg van de verharde Meerweg zou niet alleen het isolement van de gemeente Eelde opheffen, maar ook nieuwe bronnen van welvaart aanboren door "meerder vertier". Aanvankelijk waren het de hogere klassen die zich een plekje verworven aan het meer. Zo liet grootindustrieel Jan Evert Scholten in 1908 een theehuis bouwen, de recent gerestaureerde en prachtig gesitueerde paalkoepel. Vanaf 1900 komt in Haren ook de watersport recreatie op. In 1911 wordt de zeilvereniging "De twee provinciën opgericht en een jaar later de "Vereeniging Watersport Paterswolde", dat in 1917 een clubhuis krijgt aan de Meerweg. In 1921 wordt een deel van het meer als zwembad ingericht. Daarnaast komen de botenverhuurbedrijven en de horeca op. Onder andere het inmiddels verdwenen hotel-restaurant "de twee Provincieën" wordt met zijn speeltuin een grote trekpleister voor dagrecreanten. In de jaren dertig wordt het hotel uitgebreid met een opvallend paviljoen met vuurtoren aan het meer. Aan de overzijde van de Meerweg bevindt zich het café Friescheveen dat zich meer richt op de gelijknamige veenplas ten zuiden van de Meerweg. In de dertiger jaren verrezen in het oostelijke deel van de Meerweg renteniers- en middenstandswoningen van het type vrijstaand of twee-onder-één-kap. De bebouwing van het westelijk gedeelte bestaat voornamelijk uit forse horecagelegenheden afgewisseld met enkele burgerwoningen. Het water speelt in dit deel van de Meerweg een grote rol in het beeld, door de ruime situering van de bebouwing en de vele doorzichten op het meer. De haventjes met de botenhuizen strekken zich op enkele plaatsen uit tot aan de weg. Het Paterswoldse meer verloor in de vijftiger jaren z'n aantrekkingskracht als recreatiegebied. In 1963 kreeg de Grontmij opdracht van de gemeenten Haren, Groningen en Eelde een hoofdzakenplan op te stellen. Conclusie hieruit was dat de opnamecapaciteit volstrekt onvoldoende was, en dat voorkeur zou moeten worden gegeven aan dagrecreatie boven verblijfsrecreatie. Tussen 1971 en 1973 werd de speel- en spartelvijver de Hoornse plas aangelegd, gevolgd door het Hoornse Meer. In 1981 werden de laatste stukken grond die het Hoornse Meer nog van het Paterswoldse Meer scheidden afgegraven. De plannen om de verblijfsrecreatie terug te dringen en te beheersen door de oevers vrij te maken van caravans en zomerhuisjes bracht een golf van protest op gang onder de verblijfsrecreanten. De hoog oplopende kosten van de verplaatsing resulteerden erin dat slechts een klein gedeelte van de zomerverblijven werd verplaatst. Zo mag het vlak achter de bebouwing van de Hoornsedijk gelegen groepje huisjes De Mannewiek blijven bestaan. De aanwezigheid van woonschepen in een afgesneden tracé van het Noord-Willemskanaal was volgens het Meerschap in verband met de werkzaamheden en het "uitstralingseffect" van de schepen ongewenst. Na felle protesten is van verplaatsing afgezien. De oostoever van het nieuwe meergedeelte was volgens de de laatste plannen bestemd als uitloopgebied voor de stad. Het zou van noord naar zuid moeten overgaan van een intensieve naar een matig extensieve zône en een natuurlijk en landelijk karakter moeten krijgen. Dit sloot mooi aan bij de reeds bestaande omgeving in zuidelijke richting. De kronkelige loop van het Hoornse diep met daarlangs enkele boerderijen en vervenerswoningen, het sluisje en de Helpermolen bepalen daar het landschapsbeeld BEELDOPBOUW EN BEELDONTWIKKELING Inleiding Op grond van historische, stedenbouwkundige en beeldkenmerken is het plangebied te onderscheiden in deelgebieden. Deze gebieden worden afzonderlijk beschreven in twee delen: * de "beeldopbouw" waarin het stedelijk weefsel en de

92 ruimtelijke opbouw centraal staat. Dit gedeelte bevat ook een waardering van de hoofdkarakteristieken en de relaties tussen bebouwing en ruimte. * de "beeldontwikkeling" waarin het met name gaat om de mogelijke of gewenste ontwikkelingen in het betreffende gebied. In het beeldkwaliteitplan is het onderscheid tussen bebouwde en onbebouwde gebieden essentieel. Onder de eerste worden gebouwen plus de erbij behorende erven verstaan. Alle overblijvende ruimte is onbebouwd gebied. In dit hoofdstuk gaat het over beide soorten gebieden. In de volgende hoofdstukken gaat het alleen over bebouwde gebieden, die weer zijn samengesteld uit zogenaamde thema's. Van elk deelgebied wordt hier aangegeven welke thema's er voorkomen en welke daarvan specifiek zijn voor het gebied. Hoornsedijk beeldopbouw Het kronkelende diepje en het er langs gelegen dijkje vormen een markante scheiding tussen het weidegebied langs het Paterswoldse meer en het gebied langs het Noord-Willemskanaal. Het open weidegebied aan de westzijde met grote wisselende doorzichten op het meer en de overwegend gesloten bossages aan de oostzijde kenmerken het landschap ter plaatse. Dit beeld is voor het gehele plangebied consistent en vormt tevens een belangrijke kwaliteit ervan. Aan de landzijde is, in kleine clusters bijeen, kleinschalige bebouwing onder aan het talud van de dijk gelegen. De afwisseling van deze bebouwde gebiedjes met de relatief grote open stukken ertussen is een bijzonder kenmerk van dit gebied. De bebouwing bestaat overwegend uit eenvoudige (arbeiders)woningen en een enkele boerderij. Elke cluster heeft een eigen ruimtelijke figuratie, die geënt is op de specifieke ligging langs de dijk. De kleinschalige als het ware op de achtererven gestrooide bijgebouwen spelen mede een rol in het beeld. Belangrijk is voorts de ingetogenheid van de bebouwing, als gevolg van onder meer de toegepaste materialen en kleuren. Dit wordt nog versterkt door de eenheid tussen bebouwing en begroeiing. De erven aan met name de voorzijde zijn eenvoudig ingericht en nauwelijks afgeschermd. Boomgaarden lopen soms door tot aan de voorzijde. In deze setting zijn de bebouwde gebieden nauw verweven het gebied als geheel. Deze samenhang wordt hoog gewaardeerd. Ten aanzien van de bebouwing vinden met name de algemene karakteristieke kenmerken aardering. Aan het Paterswoldse meer bevinden zich enkele groepen recreatiewoningen, die geen directe relatie met de Hoornse dijk hebben. Vanaf de dijk zijn ze wel duidelijk zichtbaar. Dit is niet het geval met de bebouwing voor de padvinderij aan de oostzijde van het diepje. Deze gaat geheel schuil in de bossages en speelt derhalve geen rol in de beleving van het totale gebied. Beeldontwikkeling Het authentieke cultuurlandschap is ter plaatse nog duidelijk herkenbaar en voegt een belangrijke differentiatie toe aan de verschillende sferen rond het meer. Handhaving van deze karakteristiek, alsmede van de specifieke samenhang tussen bebouwing en landschap is hoofddoelstelling van beleid. Feitelijk betekent dit ondermeer, dat in dit gebied geen nieuwe bouwlocaties, ook niet in de recreatieve sfeer kunnen worden vrijgegeven. Het verdient aanbeveling om de bestaande concentratie van vakantiehuisjes van een grotere landschappelijke inplanting te voorzien. De bebouwing als zodanig heeft niet een zodanige kwaliteit dat behoud ervan nagestreefd hoeft te worden. Wel zullen in geval van vervanging de bestaande karakteristieken een belangrijk uitgangspunt vormen. Eenzelfde beleid geldt ook voor de bijgebouwen. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de erfinrichting. Het in het landschap doorlopende ruimtelijke effect, waarbij privé en openbaar gebied op subtiele wijze in elkaar overgaan speelt daarin een belangrijke rol. Opzichtige tuininrichting, alsmede sterk scheidende kunstmatige elementen als schuttingen e.d. passen niet in dit beleid.

4 Algemene welstandscriteria

4 Algemene welstandscriteria 74 4 Algemene welstandscriteria 4.1. Toelichting In dit hoofdstuk worden de algemene welstandscriteria genoemd, die bij iedere welstandsbeoordeling worden gehanteerd. Deze criteria zijn gebaseerd op de

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden criteria genoemd die niet gebiedsspecifiek zijn maar in de gehele gemeente gelden. Het gaat om meer algemene criteria

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 1.3 Leeswijzer

1. INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 1.3 Leeswijzer INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 1.3 Leeswijzer 2. RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID APPINGEDAM 2.1 Welstandszorg in de oude situatie 2.2 Monumentenzorg 2.3 Ruimtelijk

Nadere informatie

ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA

ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA 4 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA De algemene welstandscriteria die in deze paragraaf worden genoemd richten zich op de zeggingskracht en het vakmanschap van het architectonisch ontwerp en zijn terug te voeren

Nadere informatie

3 Reglement van orde van de welstandscommissie

3 Reglement van orde van de welstandscommissie 3 Reglement van orde van de welstandscommissie Artikel 3.1 Aanwijzing van de commissie De welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Schoolstraat 1, Postbus 38, 9780 AA Bedum Internet: www.bedum.nl - Tel 050-3018911

Schoolstraat 1, Postbus 38, 9780 AA Bedum Internet: www.bedum.nl - Tel 050-3018911 1. INLEIDING 1.1 Inleiding 2 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 3 1.3 Leeswijzer 3 2. RUIMTELIJKE KWALITEITSBELEID IN BEDUM 2.1 Welstandszorg 4 2.2 Monumentenzorg 5 2.3 Ruimtelijk beleid 5 2.4 Aansluiting

Nadere informatie

Bijlage 4. Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties (vervallen)

Bijlage 4. Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties (vervallen) Bijlage 1. Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning Artikel 1 De bij de aanvraag om bouwvergunning behorende bescheiden als bedoeld in artikel 2.1.3 van de bouwverordening Artikel 2 De bij de aanvraag

Nadere informatie

1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie

1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Reglement op de welstandscommissie in Oldebroek 1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie 1.1 Benoemingsprocedure 1.2 Samenstelling

Nadere informatie

Bijlage 9 Reglement van orde welstand

Bijlage 9 Reglement van orde welstand Bijlage 9 Reglement van orde welstand [In de praktijk blijken er grote verschillen in werkwijze tussen de (provinciale) welstandsorganisaties, waardoor het vrijwel onmogelijk is om een universeel toepasbare

Nadere informatie

Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik

Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik 1 Inhoudsopgave van het Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit 1. Benoeming en samenstelling van de commissie

Nadere informatie

concept concept concept concept concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1

concept concept concept concept concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1 concept concept concept concept concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1 W E L S T A N D S N O T A GEMEENTE DELFZIJL Delfzijl/ Assen, 4 oktober 2004 Projectnr. 055.00.01.15.00 Welstandsnota

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1 DEEL C - PROCEDURE . Inhoudsopgave pagina DEEL C - PROCEDURE 1 9. WELSTANDSPROCEDURE 1 9.1 De status van de welstandsnota 1 9.2 Organisatie van welstand 1 9.3 De welstandsprocedure 1 9.4 Nieuwe bouwprojecten

Nadere informatie

Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie

Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie 1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie 1.1 Benoemingsprocedure De gemeenteraad wijst op voordracht van het college de vereniging

Nadere informatie

Reglement van orde van de welstandscommissie

Reglement van orde van de welstandscommissie Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie 1 Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie 1.1 Benoemingsprocedure 1.2 Samenstelling welstandscommissie 2. Taakomschrijving 2.1 Taakomschrijving

Nadere informatie

Reglement van orde van de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

Reglement van orde van de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Reglement op de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit in Mook en Middelaar 1. Benoeming en samenstelling

Nadere informatie

Welstandsnota Vlagtwedde gebieden en criteria

Welstandsnota Vlagtwedde gebieden en criteria Welstandsnota Vlagtwedde gebieden en criteria Welstandsnota Vlagtwedde g e b i e d e n e n c r i t e r i a DATUM 19 MEI 2008 inhoudsopgave Vaststelling (7) 1. Inleiding (9) 1.1. Inleiding 1.2. Leeswijzer

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2010

Jaarverslag Welstandstoezicht 2010 Jaarverslag Welstandstoezicht 2010 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen December

Nadere informatie

behoort bij besluit van de raad van de gemeente Bronckhorst van 23 september 2010, nr. 100923/16

behoort bij besluit van de raad van de gemeente Bronckhorst van 23 september 2010, nr. 100923/16 Bouwvergunning - bijlagen Bijlagen 1 tot en met 6, bijlage 8 en bijlagen 10 tot en met 12 (vervallen) Bijlage 7 Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen Bijlage

Nadere informatie

Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1. concept

Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1. concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1 concept 2 BESCHRIJVING PER GEBIED Welstandsnota Ten Boer W E L S T A N D S N O T A GEMEENTE DELFZIJL Delfzijl/ Assen, 4 oktober 2004 Projectnr. 055.00.01.15.00

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding en achtergronden

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding en achtergronden 1 Inleiding Op 29 juni 2004 is de welstandsnota Amersfoort door de gemeenteraad vastgesteld. Nu drie jaar later is er een nieuw bestuur dat deregulering hoog op de agenda heeft staan. Daarnaast zijn er

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet Jaarverslag Welstandstoezicht 2014 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen Juni 2015

Nadere informatie

Welstandsjaarverslag 2006

Welstandsjaarverslag 2006 Welstandsjaarverslag 2006 Burgemeester en wethouders van Beemster 13 november 2007. 1. Doelstelling en wettelijk kader Sinds 1 januari 2003 bepaalt de Woningwet, in artikel 12c, dat burgemeester en wethouders

Nadere informatie

U heeft ons verzocht inzichtelijk te willen maken wat de kosten zullen zijn, indien Libau de welstandsadvisering voor uw gemeente verzorgt.

U heeft ons verzocht inzichtelijk te willen maken wat de kosten zullen zijn, indien Libau de welstandsadvisering voor uw gemeente verzorgt. Gemeente Emmen t.a.v. dhr. J.H. Laarman Postbus 30.0001 7800 RA EMMEN hoge der a 5 9712 ac groningen telefoon (050) 312 65 45 fax (050) 312 33 62 email: info@libau.nl groningen 5 april 2013 onderwerp uitvoering

Nadere informatie

3 Woningwet en Welstand

3 Woningwet en Welstand Schema welstandstoets 3-1 HOOFDSTUK 3 WONINGWET EN WELSTAND 3.1 Inleiding De Woningwet kent per 1 januari 2003 drie categorieën bouwwerken: - bouwvergunningvrij - licht-bouwvergunningplichtig - regulier

Nadere informatie

Nota van B&W. Inleiding

Nota van B&W. Inleiding gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Jaarverslag welstandsverantwoording 201 0 Portefeuillehouder J.J. Nobel Collegevergadering 10 mei 2011 Inlichtingen mw. mr. J.M. Metselaar (023-567 3528)

Nadere informatie

Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 11 mei 2004 Agendapunt : 22. Aan de Raad. Made, 20 april welstandsnota

Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 11 mei 2004 Agendapunt : 22. Aan de Raad. Made, 20 april welstandsnota Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 11 mei 2004 Agendapunt : 22 Aan de Raad Made, 20 april 2004 Onderwerp Voorstel Financiële gevolgen welstandsnota vaststellen welstandsnota n.v.t. Toelichting

Nadere informatie

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016 22-03-2017 Jaarverslag Burgemeester en Wethouders Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Ir. D. Danckaert Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Bijlage 9 Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit Toelichting

Bijlage 9 Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit Toelichting Bijlage 9 Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit In de praktijk blijken er grote verschillen in werkwijze tussen de (provinciale) welstandsorganisaties, waardoor het vrijwel onmogelijk

Nadere informatie

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen Wijzigingen hoofdstuk 2. Inleiding: - Bouwvergunning wijzigen in: omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen. - In de praktijk zal de welstandsnota waarschijnlijk nauwelijks

Nadere informatie

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009 2 februari 2010 Jaarverslag Burgemeester en Wethouders Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Ir. D. Danckaert Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Bijlage als bedoeld in de artikelen en 3.1

Bijlage als bedoeld in de artikelen en 3.1 BIJLAGEN BIJ DE BOUWVERGUNNING GEMEENTE GELDERMALSEN 2010 Behorende bij het besluit van gemeenteraad van 28-9-2010, nr. 15 Bijlage als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1 Bijlage 1 Gegevens en bescheiden

Nadere informatie

VOORWOORD EN INLEIDING

VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD EN INLEIDING Inhoudsopgave pagina VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Het doel en de reikwijdte van deze welstandsnota 1 1.3 Leeswijzer 2 Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

Bijlage 9 Bouwverordening. Reglement Integrale Kwaliteits Commissie. Gemeente Gennep. Inhoudsopgave

Bijlage 9 Bouwverordening. Reglement Integrale Kwaliteits Commissie. Gemeente Gennep. Inhoudsopgave Bijlage 9 Bouwverordening Reglement Integrale Kwaliteits Commissie Gemeente Gennep Inhoudsopgave 1. Benoeming en samenstelling van de IKC 1.1 Begripsbepaling 1.2 Benoemingsprocedure 1.3 Samenstelling IKC

Nadere informatie

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK)

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK) Memo Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK) Inleiding In het kader van nieuw welstandsbeleid is onderzocht welke mogelijkheden

Nadere informatie

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17 Onderwerp Vergadering van Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013 Portefeuillehouder Nummer L. Franken 17 Contact en vragen via Technischevragen@hollandskroon.nl Voorstel Een keuze te maken

Nadere informatie

Aanvullingen Welstandsnota

Aanvullingen Welstandsnota Aanvullingen Welstandsnota INHOUD 1.3 B & W VOEREN HET WELSTANDSTOEZICHT UIT... 3 1.8 HANDHAVING... 6 2 1.3 B & W VOEREN HET WELSTANDSTOEZICHT UIT De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de afgifte van

Nadere informatie

Artikel 9.1 advisering door de Artikel 9.1 De advisering door de welstands- en welstands- en monumentencommissie monumentencommissie (OUD) (NIEUW)

Artikel 9.1 advisering door de Artikel 9.1 De advisering door de welstands- en welstands- en monumentencommissie monumentencommissie (OUD) (NIEUW) Artikel 9.1 De advisering door de welstands- en monumentencommissie (OUD) 1. De advisering over redelijke eisen van welstand en de advisering in het kader van de Monumentenwet is opgedragen aan de adviescommissie

Nadere informatie

De r d e w i j z i g i n g

De r d e w i j z i g i n g De r d e w i j z i g i n g Welstandsnota gemeente Montferland derde wijziging Welstandsnota gemeente Montferland 26 november 2015 gemeente Montferland Correspondentieadres: Postbus 47 6940 BA Didam T 0316-291

Nadere informatie

Krimpen aan den IJssel

Krimpen aan den IJssel leeswijzer vaststelling handhaving deel A algemene bepalingen procedures advies welstandsnota Krimpen aan den IJssel bezwaren welstandsniveau s juli 2004 beoordelingsaspecten Welstandsnota Gemeente Krimpen

Nadere informatie

VERORDENING COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT EN ERFGOED GOOISE MEREN 2016

VERORDENING COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT EN ERFGOED GOOISE MEREN 2016 VERORDENING COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT EN ERFGOED GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van 4 januari 2016, nr. RV16.007 gelet op artikel 84 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Welstandsnota. Gemeente Gilze en Rijen. SCHOUT rv&b

Welstandsnota. Gemeente Gilze en Rijen. SCHOUT rv&b Welstandsnota Gemeente Gilze en Rijen 1 SCHOUT rv&b 2 Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt de nieuwe Welstandsnota van de gemeente Gilze en Rijen. Het woord nieuwe is eigenlijk niet terecht, want er is geen

Nadere informatie

Reglement van orde op de welstandscommissie voor de gemeente Beemster

Reglement van orde op de welstandscommissie voor de gemeente Beemster Reglement van orde op de welstandscommissie voor de gemeente Beemster Inleiding In dit Reglement van orde op welstandscommissie van de gemeente Beemster worden de instelling van de welstandscommissie voor

Nadere informatie

Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen

Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen Inleiding Conform de Woningwet ligt voor u het jaarverslag Welstand 2013 van de Gemeente Schinnen. Teneinde het welstandstoezicht binnen de gemeente inzichtelijk

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Neerijnen. Nr. 30174 9 april 2015 Wijziging bouwverordening Neerijnen De raad van de gemeente Neerijnen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Nota Welstandsbeleid Woudrichem

Nota Welstandsbeleid Woudrichem Nota Welstandsbeleid Woudrichem Nota welstandsbeleid Woudrichem 1 Voorwoord In de nieuwe Woningwet is onderkend dat welstandszorg als middel tot sturing van de ruimtelijke kwaliteit onontbeerlijk is. Tegelijkertijd

Nadere informatie

Welstandsnota Roosendaal

Welstandsnota Roosendaal Welstandsnota Roosendaal Deel A: Algemene beleidsregels projectnr. 1907-170726 revisie 05 september 2008 Opdrachtgever Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL Datum vrijgave Beschrijving revisie 05 goedkeuring

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit: Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Nota van B&W Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Dhr. H. Wals Telefoon 5113989 E-mail: walsh@haarlem.nl VVH Reg.nr. S&O/2008/88493 Te kopiëren: bijlage A

Nadere informatie

Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2005.

Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2005. Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2005. INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Artikel 1 Hoofdstuk 2 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8

Nadere informatie

Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (als bedoeld in de artikelen en 3.1)

Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (als bedoeld in de artikelen en 3.1) BIJLAGEN Bijlage 1: Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1) De bij de aanvraag om

Nadere informatie

BIJLAGE 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Heiloo

BIJLAGE 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Heiloo BIJLAGE 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Heiloo Inhoud 1. Advisering door de welstandscommissie 2. Samenstelling van de welstandscommissie 3. Benoeming en zittingsduur 4. Jaarlijkse verantwoording

Nadere informatie

Concept 1 N O T A W E L S T A N D S B E L E I D M A A S S L U I S

Concept 1 N O T A W E L S T A N D S B E L E I D M A A S S L U I S Concept 1 N O T A W E L S T A N D S B E L E I D M A A S S L U I S 2 0 0 4 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1.1 VOORWOORD 1.2 VOORGESCHIEDENIS 1.3 DOEL EN UITGANGSPUNTEN 1.4 LEESWIJZER 2 WELSTANDSZORG 2.1 ALGEMEEN

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE 1 Inleiding Op de Welstandsnota is de gemeentelijke inspraakverordening van toepassing. De nota lag met ingang van donderdag 15 september 2011 tot en met woensdag 26

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2004/167

Raadsvoorstel 2004/167 Raadsvoorstel 2004/167 Onderwerp Portefeuillehouder drs. M.J. Bezuijen Commissie Ruimte en Economie/Wonen en Werken d.d. 17 mei 2004 Datum 27 april 2004 Raadsvergadering 27 mei 2004 Samenvatting Voor de

Nadere informatie

VOORWOORD EN INLEIDING

VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD EN INLEIDING Inhoudsopgave pagina VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD 1. INLEIDING 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Het doel en de reikwijdte van deze welstandsnota 7 1.3 Leeswijzer 8 Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

Welstandsnota Katwijk 2012

Welstandsnota Katwijk 2012 Welstandsnota Katwijk 2012 1. Algemeen 1. Algemeen 2. Dorpskernen 3. Boulevard 4. Duinvilla s 5. Stempelwijken 6. Stratenwijken 7. Dorpse wijken 8. Woonerfwijken 9. Lintbebouwing 10. Modern 11. Woonhoven

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Monumentenwet 1988 en Erfgoedverordening 2010; besluit:

gelet op het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Monumentenwet 1988 en Erfgoedverordening 2010; besluit: Reg.nr. INT-11-00884 Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal; Gemeente Oldenzaal gelet op het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Monumentenwet 1988 en Erfgoedverordening

Nadere informatie

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013 B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013 Voorwoord Naast een zelfstandig jaarverslag van de onafhankelijke welstandscommissie verlangt de Woningwet (Ww) ook van het College van B&W om eenmaal per jaar aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning

Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning BIJLAGEN Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning Bijlage als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1 Artikel 1 De bij de aanvraag om bouwvergunning behorende bescheiden als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999 Stein 22 oktober 2002 Gemeenteblad Afdeling A 2002, no. 97 Agendapunt 9a Bijlagen 1 Aan De Raad Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999 Inleiding Zoals wellicht bekend

Nadere informatie

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014 B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014 Voorwoord Naast een zelfstandig jaarverslag van de onafhankelijke welstandscommissie verlangt de Woningwet (Ww) ook van het College van B&W om eenmaal per jaar aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Vergunningverlening & Handhaving Postbus 1. Postbus AA BERKEL EN RODENRIJS

Vergunningverlening & Handhaving Postbus 1. Postbus AA BERKEL EN RODENRIJS *U14.13024* *U14.13024* De leden van de gemeenteraad Postbus 1 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS Afdeling Vergunningverlening & Handhaving Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Datum 23 september 2014 Ons kenmerk

Nadere informatie

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013"

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de Welstandsnota Helmond 2013 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Helmond Nr. 126803 21 juli 2017 1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013" De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN 16 februari 2004 Inhoud presentatie Inleiding Opbouw van de welstandsnota Beoordelingskader 2 voorbeelduitwerkingen Procedure Inleiding Aanleiding welstandsnota Welstandsnota

Nadere informatie

Raadsbesluit tot aanpassing bijlage 9 van de Bouwverordening 2004, gemeente Lingewaard

Raadsbesluit tot aanpassing bijlage 9 van de Bouwverordening 2004, gemeente Lingewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lingewaard Nr. 26426 5 februari 2019 Raadsbesluit tot aanpassing bijlage 9 van de Bouwverordening 2004, gemeente Lingewaard De raad van de gemeente Lingewaard;

Nadere informatie

REGLEMENT voor de welstandscommissie

REGLEMENT voor de welstandscommissie REGLEMENT voor de welstandscommissie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

W e l s t a n d s n o t a

W e l s t a n d s n o t a W e l s t a n d s n o t a gemeente Rozendaal Gelders Genootschap / Amer Adviseurs in opdracht van de gemeente Rozendaal Februari 2004 1 2 GELDERS GENOOTSCHAP Welstandsnota Rozendaal 1. Welstandsnota 5

Nadere informatie

Bijlage 1b. Reglement van orde van de stadsbouwmeester

Bijlage 1b. Reglement van orde van de stadsbouwmeester Bijlage 1b Reglement van orde van de stadsbouwmeester Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a.vooroverlegaanvraag: een informele aanvraag over de planologische haalbaarheid

Nadere informatie

Reglement van orde op de welstandscommissie van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Reglement van orde op de welstandscommissie van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Reglement van orde op de welstandscommissie van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Inleiding In dit Reglement van orde op de welstandscommissie van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude worden

Nadere informatie

Reglement van orde van de welstandscommissie. Inhoud

Reglement van orde van de welstandscommissie. Inhoud Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Inhoud 1. Begripsbepalingen 2. Onafhankelijkheid 3. Samenstelling en benoeming van de commissie 3.1 Samenstelling 3.2 Benoeming en zittingsduur 4.

Nadere informatie

Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon JAARVERSLAG. Gemeente Brielle

Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon JAARVERSLAG. Gemeente Brielle Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon JAARVERSLAG Gemeente Brielle 2 JAARVERSLAG 2013 DORP, STAD & LAND INHOUD Voorwoord Verslag van de Welstands-

Nadere informatie

Paragraaf 2 Samenstelling en Taken van de Welstands- en Monumentencommissie

Paragraaf 2 Samenstelling en Taken van de Welstands- en Monumentencommissie TOELICHTING op hoofdstuk 9 betreffende Welstand Dordrecht Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 9.1.1 Omschrijft de in hoofdstuk 9 gehanteerde begrippen. Artikel 9.1.2 Alle aanvragen om een bouw- of

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN 2.2 Welstandsniveaus Aan elk gebied in de gemeente Bernheze is een welstandsniveau toegekend. De basis voor het welstandsniveau is gelegen

Nadere informatie

WIJZIGEN BOUWVERORDENING GEMEENTE OMMEN. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015;

WIJZIGEN BOUWVERORDENING GEMEENTE OMMEN. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 40792 26 mei 2015 WIJZIGEN BOUWVERORDENING GEMEENTE OMMEN De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

W e l s t a n d s n o t a

W e l s t a n d s n o t a W e l s t a n d s n o t a Gemeente Rijnwaarden Gelders Genootschap in opdracht van de gemeente Rijnwaarden Met medewerking van: Adviesbureau Cuijpers Mei 2004 (1.1-11/05/2004) Colofon In opdracht van Burgemeester

Nadere informatie

Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Welstandscommissie) in de gemeente Beemster

Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Welstandscommissie) in de gemeente Beemster Bijlage 9 Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Welstandscommissie) in de gemeente Beemster Inhoud 1. Advisering door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit

Nadere informatie

1 Inleiding. Aanleiding. 1.1 Aanleiding

1 Inleiding. Aanleiding. 1.1 Aanleiding 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Per januari 2003 is de gewijzigde Woningwet in werking getreden. In de Woningwet is vastgelegd dat bouwaanvragen getoetst moeten worden aan redelijke eisen van welstand. Gemeenten

Nadere informatie

DORP STAD LAND. Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

DORP STAD LAND. Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon DORP STAD LAND Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 JAARVERSLAG 2013 DORP, STAD & LAND INHOUD Voorwoord Verslag van de Commissie Ruimtelijke

Nadere informatie

Welstandsnota Brummen. Aldus vastgesteld op 29 oktober 2009 bij raadsbesluit met kenmerk RV /MB

Welstandsnota Brummen. Aldus vastgesteld op 29 oktober 2009 bij raadsbesluit met kenmerk RV /MB Welstandsnota Brummen Aldus vastgesteld op 29 oktober 2009 bij raadsbesluit met kenmerk RV09.0036/MB Welstandsnota gemeente Brummen In opdracht van de gemeente Brummen uitgevoerd door het Gelders Genootschap

Nadere informatie

Reglement van Orde Welstandscommissie Uitgeest

Reglement van Orde Welstandscommissie Uitgeest Reglement van Orde Welstandscommissie Uitgeest Reglement van Orde Welstandscommissie Uitgeest 1. Taakomschrijving Artikel 1.1 Onafhankelijkheid 1. De welstandscommissie Uitgeest (verder te noemen de commissie

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen

Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen No. De raad van de gemeente Westerwolde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 29 januari 2019, no. Z/19/082347/D-232684, afdeling Ruimte; besluit: vast te stellen de navolgende Bouwverordening

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA UDEN 2013 GEMEENTE UDEN

WELSTANDSNOTA UDEN 2013 GEMEENTE UDEN WELSTANDSNOTA UDEN 2013 GEMEENTE UDEN Gemeente Uden Welstandsnota Uden Uden oktober 2013 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 1 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Aanleiding voor de ontwikkeling van welstandsbeleid

Nadere informatie

dat vervolgens bij notariële akte van 24 april 1998 is opgericht de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit Limburg;

dat vervolgens bij notariële akte van 24 april 1998 is opgericht de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit Limburg; 2002, no. 70 De Raad der gemeente Stein; gezien het voorstel inzake het instellen van een commissie ruimtelijke kwaliteit voor het district en de gemeente, alsmede het vaststellen van voorschriften omtrent

Nadere informatie

Bouwverordening 2007 Hoofdstuk 9 Welstand Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie

Bouwverordening 2007 Hoofdstuk 9 Welstand Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Bouwverordening 2007 Hoofdstuk 9 Welstand Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie N.B. Voor de aangehaalde artikelen van de woningwet wordt verwezen naar die wet, bereikbaar via de link

Nadere informatie

Reglement Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit. gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

Reglement Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit. gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 14 november 2017; CVDR Officiële uitgave van Texel. Nr. CVDR480715_1 3 juli 2018 Reglement Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit De raad van de gemeente Texel: gelezen het advies van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Bijlage bij de Bouwverordening, hoofdstuk 9 Welstand

Bijlage bij de Bouwverordening, hoofdstuk 9 Welstand Bijlage bij de Bouwverordening, hoofdstuk 9 Welstand Reglement van Orde Welstands- en monumentencommissie in de gemeente Leiden (WML) Reglement van Orde Welstands- en monumentencommissie in de gemeente

Nadere informatie

VOORWOORD. Namens het college van burgemeester en wethouders, Jacob Ouderkerken (wethouder)

VOORWOORD. Namens het college van burgemeester en wethouders, Jacob Ouderkerken (wethouder) VOORWOORD Namens het college van burgemeester en wethouders bied ik hierbij met plezier de nieuwe editie aan van de welstandsnota Prachtig dorp in het groen. De aanpassingen komen voort uit aanscherpingen

Nadere informatie

Jaarverslag Commissie Stedelijk Schoon Gemeente Velsen

Jaarverslag Commissie Stedelijk Schoon Gemeente Velsen Jaarverslag 2010 Commissie Stedelijk Schoon Gemeente Velsen Inhoudsopgave 1 Voorwoord... 3 2 De commissie Stedelijk Schoon... 4 2.1 Commissie Stedelijk Schoon... 4 2.2 Samenstelling en benoeming... 4 2.3

Nadere informatie

Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013.

Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Raadhuisplein 1 T 045-575 33 99 6367 ED Voerendaal F 045-575 11 95 Postbus 23000 E info@voerendaal.nl 6367 ZG Voerendaal W voerendaal.nl \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 28 maart 2013 Nummer: 2013/5/ Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Bijlage 9 Bouwverordening

Bijlage 9 Bouwverordening Bijlage 9 Bouwverordening Reglement Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Gemeente Harderwijk Inhoudsopgave 1. Benoeming en samenstelling van de CRK 1.1 Begripsbepaling 1.2 Benoemingsprocedure 1.3 Ontslag 1.4

Nadere informatie

Adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit. Reglement. gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015;

Adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit. Reglement. gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015; CVDR Officiële uitgave van Texel. Nr. CVDR393832_1 3 juli 2018 Adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit. Reglement De raad van de gemeente Texel: gelezen het advies van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Welstand op maat gemeente Schijndel COLOFON

Welstand op maat gemeente Schijndel COLOFON Welstand op maat gemeente Schijndel 2012 COLOFON De welstandsnota van de gemeente Schijndel is opgesteld in opdracht van het gemeentebestuur. De volgende mensen zijn actief geweest bij het opstellen van

Nadere informatie

Partiële herziening Welstandsnota gemeente Oud-Beijerland. Maart 2014

Partiële herziening Welstandsnota gemeente Oud-Beijerland. Maart 2014 Partiële herziening Welstandsnota gemeente Oud-Beijerland Maart 2014 Herziening vastgesteld Februari 2015 Voorwoord Voor u ligt de herziene welstandsnota van de gemeente Oud-Beijerland. De basis van deze

Nadere informatie

Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding

Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding In de nota van uitgangspunten Westzoom te Lunteren (februari 2011) zijn op structuurniveau de randvoorwaarden geformuleerd

Nadere informatie

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 1 OPSTELLER VOORSTEL: D. Wielstra-Veenstra AFDELING: Publiekszaken PORTEFEUILLEHOUDER: A. v/d Ploeg Agendapunt: No. /'12 Dokkum, ONDERWERP: Wijziging bouwverordening

Nadere informatie

Bezwaar en beroep bij welstandsadvisering

Bezwaar en beroep bij welstandsadvisering Bezwaar en beroep bij welstandsadvisering Uitgave: Federatie Welstand, Tussen de Bogen 18, 1013 JB Amsterdam. Vierde, herziene druk, Amsterdam, 2010. 2 Bezwaar en beroep bij welstandsadvisering. Elke bouwaanvraag

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN ALGEMEEN DEEL Ontwerp 17-03-2004 Welstandsnota gemeente Heusden 1 Algemeen deel Welstandsnota gemeente Heusden Welstandsnota gemeente Heusden 2 Inleiding De voorliggende

Nadere informatie

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen. Omgevingsvergunning Zaaknummer 485964 1. Inleiding Op 28 mei 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel Sandtlaan 6

Nadere informatie

Bouwvergunning Gebruik van dit document hoofdstuk op links op de website OLS

Bouwvergunning Gebruik van dit document hoofdstuk op links op de website OLS Bouwvergunning Gebruik van dit document In dit document worden praktische handreikingen gegeven om met de bouwvergunning kwalitatief goede landschapsontwikkeling te bevorderen. In de tekst staan verwijzingen

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : Ag nr. : Datum :20-12-07 Onderwerp Bouwregelgeving: wijziging welstandsnota naar aanleiding van de evaluatie hiervan en de bijbehorende wijziging van de bouwverordening (wijziging 12A) Status besluitvormend

Nadere informatie