Welstandsnota Vlagtwedde gebieden en criteria

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welstandsnota Vlagtwedde gebieden en criteria"

Transcriptie

1 Welstandsnota Vlagtwedde gebieden en criteria

2

3 Welstandsnota Vlagtwedde g e b i e d e n e n c r i t e r i a DATUM 19 MEI 2008

4

5 inhoudsopgave Vaststelling (7) 1. Inleiding (9) 1.1. Inleiding 1.2. Leeswijzer 2. Bestaand ruimtelijk kwaliteitsbeeld (10) 2.1. Welstandsbeleid 2.2. Monumentenbeleid 2.3. Relatie tussen de welstandsnota en de verschillende beleidsdocumenten 3. De woningwet (11) 3.1. Algemeen 4. Welstandszorg in de gemeente Vlagtwedde (13) 4.1. Proces en gedragslijn 4.2. Aanwijzing van de commissie 4.3. Jaarlijkse verantwoording 4.4. Termijn van advisering 4.5. Vooroverleg 4.6. Openbaar vergaderen 4.7. Procedure 4.8. Mandaat 4.9. Het welstandsadvies Uitvoering door het college van burgemeester en wethouders Excessenregeling Handhaven 5. Welstandscriteria (17) 5.1. Algemene criteria 5.2. Gebiedsgerichte criteria 5.3. Objectgerichte criteria 6. Beschrijving per gebied (21) 7. Beschrijving per object (47) Bijlagen (53)

6

7 vaststelling Artikel A: Beleidsregels Artikel B: Overgangsbepalingen De raad van de gemeente Vlagtwedde, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. Gelet op artikel 9.1 van de gemeentelijke bouwverordening en gelet op artikel 12a, eerste lid van de Woningwet, Besluiten: De voorliggende welstandsnota vast te stellen. Op een aanvraag om bouwvergunning, ontheffing of toestemming anderszins, die is ingediend voor het tijdstip waarop deze beleidsregels van kracht worden en waarop op genoemd tijdstip nog niet beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals deze luidden voor de vaststelling van de onderhavige beleidsregels, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de onderhavige beleidsregels worden toegepast. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, d.d.

8

9 1. inleiding 1.1 Inleiding De gemeente Vlagtwedde heeft op grond van de Woningwet 2003 besloten een welstandsnota te laten vervaardigen, deze is in 2004 vastgesteld. Na enkele jaren te hebben gewerkt met deze nota zijn nieuwe inzichten ontstaan. Bovendien bestond de wens de nota te vereenvoudigen en grotere lijnen te gebruiken. Daarbij waren duidelijkere loketcriteria nodig. Dit was de aanleiding voor de voorliggende herziening van de welstandsnota van Deze herziene nota bevat het welstandsbeleid voor de gemeente. Een welstandsnota is een verschijnsel dat voortkomt uit de Woningwet. Welstand Wat is nu welstand? Het begrip is letterlijk het wel staan van bouwwerken in hun omgeving. Vanaf 1962 werd het gemeenten verplicht om een welstandscommissie in het leven te roepen. Volgens artikel 12 van de Woningwet is de welstandsbeoordeling gericht op het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk. Het bouwwerk wordt niet alleen beoordeeld op de kenmerken van het object, maar ook in relatie tot de omgeving. Dit wordt gedaan vanuit de overtuiging dat de bebouwing passend moet zijn in haar omgeving en voor een belangrijk deel het beeld van de publieke ruimte bepaalt. Iedere bouwaanvraag in Nederland wordt dus getoetst op redelijke eisen van welstand door welstandscommissies. De gemeente Vlagtwedde heeft de welstandscommissie ondergebracht bij de provinciale organisatie Libau. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de huidige situatie ten aanzien van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de gemeente en de werkwijze van de welstandscommissie beschreven. Daarna volgt in hoofdstuk 3 een uiteenzetting van de wijzigingen in de Woningwet, waarna in hoofdstuk 4 de verantwoordelijkheden van de gemeente bij respectievelijk de vaststelling en uitvoering van het welstandsbeleid worden beschreven. Ook komt de inhoud van het welstandsadvies en de werkwijze van de welstandscommissie in dit hoofdstuk aan de orde. Hoofdstuk 5 bevat zowel de algemene welstandscriteria alsook de gebiedsgerichte welstandscriteria en vormt als zodanig het deel van de nota dat zal worden gebruikt voor het toetsen van bouwplannen. Op basis van dit hoofdstuk wordt door de welstandscommissie advies uitgebracht en door het college van burgemeester en wethouders een oordeel gegeven over welstand. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de beschrijving van de verschillende welstandsgebieden in de gemeente. Daarbij zijn ook de criteria te vinden. Hoofdstuk 7 geeft uiteindelijk de beschrijving bij verschillende objecten, met de daarbij horende criteria. Gemeente Vlagtwedde Deze herziening van de welstandsnota maakt op een heldere en klantvriendelijke manier de welstandseisen duidelijk. Het is voor alle partijen vooraf duidelijk aan welke criteria een bouwwerk moet voldoen. Bouwplannen die niet voldoen aan de redelijke eisen van welstand worden dan ook geweigerd. Het doel van de (herziene) welstandsnota is een bijdrage te leveren aan het behoud en daar waar nodig de versterking van de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Vlagtwedde. De nota maakt deel uit van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid en wordt daarom worden afgestemd op de bestemmingsplannen.

10 2. bestaand ruimtelijk kwaliteitsbeeld 2.1 Welstandsbeleid De gemeente Vlagtwedde maakt voor de advisering op het gebied van de welstandszorg al vele jaren gebruik van de diensten van de welstands- en monumentenzorg Libau. De organisatie adviseert de gemeenten in de provincie Groningen over welstands- en monumentenzaken. De adviezen van Libau worden gebaseerd op de gemeentelijke welstandsnota, de bestemmingsplannen, structuurvisies en beeldkwaliteitplannen. Daarnaast zijn in de gemeentelijke Bouwverordening algemene welstandscriteria vastgelegd. De beoordeling van bouwplannen op redelijke eisen van welstand hebben betrekking op het uiterlijk en de plaatsing van het bouwwerk. Het gaat hierbij niet alleen om het gebouw zelf, maar ook om de relatie tot de omgeving en eventueel te verwachten ontwikkelingen in deze omgeving. De aanvaardbaarheid van het bouwwerk wordt bepaald door de reeds aanwezige bebouwing, de openbare ruimte en de stedenbouwkundige context. Massa, materiaal, schaal, detaillering en kleurstelling spelen hierbij een rol. Vergadering commissie tot op heden De welstandscommissie vergadert eens per veertien dagen in het voormalig pakhuis Libau in Groningen. Een vaste rayonarchitect voert voor de gemeente Vlagtwedde het secretariaat. De rayonarchitect is het aanspreekpunt voor de welstandscommissie en bezoekt in principe eens per veertien dagen de gemeente. De vaste bezoekdag geldt ook als spreekuur voor de betrokkenen bij een bouwplan. Daarnaast worden de ingekomen bouwplannen besproken met de afdeling VROM van de gemeente Vlagtwedde. Daarbij geven de ambtenaren de benodigde (achtergrond)informatie aan de rayonarchitect en wordt de situatie vaak ter plekke bekeken en gefotografeerd. VROM. Bouwaanvragen voor kleine bouwplannen kunnen zo sneller worden afgehandeld. Kleine welstandscommissie De beoordeling van kleine plannen kan sneller worden afgehandeld door het instellen van een kleine welstandscommissie. Een dergelijke commissie levert voordelen op voor alle partijen. Zo werkt het drempelverlagend voor de aanvrager, omdat er gemakkelijker en directer contact is tussen de aanvrager en de adviseur/commissie. Tijdens deze contactmomenten bestaat de mogelijkheid van een dialoog, waardoor een plan kan ontstaan wat voor beide partijen aanvaardbaar is. Daarbij kan de adviseur/commissie ook veel directer adviseren over een bouwplan. Hierdoor wordt het voor de aanvrager duidelijker hoe er naar het plan wordt gekeken en op welke wijze het plan wordt getoetst. Door een hogere frequentie van vergaderen en de directere en kortere lijnen naar de adviseur/commissie, levert een kleine welstandscommissie tijdwinst op voor de aanvrager. De gemeente onderzoekt samen met Libau of en op welke wijze en onder welke voorwaarden vorm gegeven kan worden aan een plaatselijke kleine welstandscommissie. 2.2 Monumentenbeleid In 1988 is de nieuwe Monumentenwet in werking getreden, in 2007 is deze vervangen door de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz). Met de inwerkingtreding van de wet werd de decentralisatie van de monumentenzorg verder vorm gegeven. Voorwaarde voor een decentrale uitvoering van het monumentenbeleid is het in het leven roepen van een monumentenverordening. In een dergelijke verordening dient minimaal het instellen van een monumentencommissie geregeld te zijn. Provinciaal Groningse Welstandszorg aangewezen als monumentencommissie. De gemeente Vlagtwedde telt 53 objecten die in het kader van de Monumentenwet 1988 zijn opgenomen in het rijksregister van beschermde monumenten. De gemeente Vlagtwedde kent geen gemeentelijk monumentenregister. Dit register is opgenomen in de bijlagen bij deze nota. 2.3 Relatie tussen de welstandsnota en de verschillende beleidsdocumenten Uit het voorgaande blijkt dat de gemeente Vlagtwedde met verschillende beleidsinstrumenten werkt, die het ruimtelijk beleid vormgeven. Het is van groot belang de verschillende instrumenten op elkaar te laten aansluiten. Van elk document moet duidelijk zijn wat de reikwijdte is en hoe het is verweven met de andere documenten. De welstandsnota kent in het geheel van ruimtelijke plannen vooral een relatie met het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan regelt de functie en het ruimtebeslag van de bouwwerken; de welstandsnota bepaalt het uiterlijk, de vormgeving. Gelet op de jurisprudentie is welstandsbeleid ondergeschikt aan het bestemmingsplan. De ruimte die het bestemmingsplan biedt, kan dus niet worden beperkt in een welstandsnota. De architectonische vormgeving van bouwwerken is met de wijziging van de Woningwet niet langer het domein van het bestemmingsplan. Dit is het terrein van de welstandsnota, ofwel beeldkwaliteitplannen. In de welstandsnota wordt naar relevante beeldkwaliteitplannen verwezen, wat betekent dat deze deel uitmaken van de nota. De welstandscommissie brengt vervolgens een schriftelijk advies over de bouwplannen uit. Deze worden direct bij de aanvraag getoetst op basis van de zogenaamde loketcriteria door de afdeling In zijn vergadering van 11 april 1994, onder no. 3NI, heeft de raad van de gemeente Vlagtwedde vastgesteld de Monumentenverordening Vlagtwedde In deze verordening is de Provinciale Groningse Monumentencommissie van de Stichting

11 3. de woningwet 3.1 Algemeen Volgens de Woningwet (1 januari 2003) is een toetsing van bouwwerken aan redelijke eisen van welstand nog slechts mogelijk indien die eisen nader zijn geconcretiseerd in een door de gemeenteraad vast te stellen welstandsnota. De criteria in de welstandsnota moeten zo concreet mogelijk zijn en zoveel mogelijk toegespitst zijn op concrete gebieden. Vóór de vaststelling van de welstandsnota dient gelegenheid te worden geboden tot inspraak conform de gemeentelijke Inspraakverordening. De Woningwet kent een tweedeling van vergunningplichtige en vergunningsvrije bouwwerken. Binnen de vergunningplichtige bouwwerken wordt onderscheid gemaakt in regulier vergunningplichtige en licht vergunningplichtige bouwwerken. De opsomming van de vergunningsvrije en licht vergunningplichtige bouwwerken is - in verband met de omvang en gedetailleerdheid - niet in de wet zelf maar in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) opgenomen. De welstandsnota De Woningwet geeft meer de verantwoordelijkheid aan het gemeentebestuur. Zo is de gemeenteraad verantwoordelijk voor het opstellen en vastleggen van de welstandstoetsingskaders en heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om in bepaalde gevallen af te wijken van het advies van de welstandscommissie. Vaststelling door de gemeenteraad De gemeentelijke welstandsnota wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Vanaf het moment van vaststelling is de welstandsbeoordeling van nieuwe bouwplannen gebaseerd op de criteria zoals die in deze welstandsnota zijn neergelegd. Na de vaststelling van de welstandsnota is de werking ervan door de gemeenteraad geëvalueerd. Jaarlijks brengt het college van burgemeester en wethouders hiertoe een verslag uit over de wijze waarop zij uitvoering hebben gegeven aan het welstandstoezicht. In dit verslag komen aan de orde: de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders zijn omgegaan met de welstandsadviezen; in welke gevallen zij zijn overgegaan tot aanschrijving (en bestuursdwang) op grond van ernstige strijdigheid met redelijke eisen van welstand. Naar aanleiding van de evaluatie kan de gemeenteraad besluiten dat aanpassing van de welstandsnota noodzakelijk is. Uitvoering door het college van burgemeester en wethouders De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het afgeven van de bouwvergunning ligt in de Woningwet bij het college van burgemeester en wethouders. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel dat tot stand komt aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen criteria. In vele gevallen speelt het advies van de de welstandscommissie daarbij een belangrijke rol. Bij elke reguliere en lichte bouwvergunningaanvraag dient het college van burgemeester en wethouders advies in te winnen bij de welstandscommissie. Als de reguliere bouwvergunning op verzoek van de aanvrager wordt gefaseerd, vindt de welstandsbeoordeling plaats in de eerste fase. Als het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand krijgt de indiener de gelegenheid om het plan verder uit te werken, waarna in de tweede fase geen toetsing op welstandsgronden meer plaatsvindt. Als de tweede fase een ingrijpende wijziging van het plan inhoudt, kan de planindiener door het college van burgemeester en wethouders worden verzocht om een gewijzigde aanvraag (weer) voor de eerste fase in te dienen die opnieuw op welstand wordt getoetst. Het college van burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de welstandscommissie. In een aantal uitzonderlijke gevallen kunnen zij afwijken van dit advies: op inhoudelijke gronden, omdat zij van oordeel zijn dat de commissie de criteria niet juist heeft geïnterpreteerd of niet de juiste criteria heeft toegepast of omdat zij op inhoudelijke gronden tot een ander oordeel komen dan de commissie. In dit geval legt zij de bouwaanvraag voor een second opinion voor aan de beroepscommissie van Libau of vraagt zij dit aan een andere welstandscommissie. op advies van de welstandcommissie (hardheidsclausule). Hiervan kan sprake zijn indien bouwplannen weliswaar niet voldoen aan de gebiedsgerichte criteria, maar wel aan de algemene criteria en indien de architectonische en ruimtelijke kwaliteiten niettemin in bijzondere mate bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving. Tot slot geeft artikel 44 lid 1d van de Woningwet het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid een bouwvergunning te verlenen aan een bouwplan dat strijdig is met redelijke eisen van welstand op grond van andere zwaarwegende redenen van bijvoorbeeld economische of maatschappelijke aard. Afwijkingen van het welstandsadvies worden in de beslissing op de bouwvergunningaanvraag gemotiveerd en ter kennis gebracht aan de welstandscommissie. Bezwaren Binnen zes weken na het besluit van het college van burgemeester en wethouders op de bouwvergunningaanvraag kunnen belanghebbenden bezwaar aantekenen tegen deze beslissing. In de bezwaarschriftenprocedure heroverweegt het college van burgemeester en wethouders het besluit na advies te hebben ingewonnen van de commissie Bezwaar- en Beroepschriften. Belanghebbenden worden in dat geval uitgenodigd om tijdens een hoorzitting hun standpunten nader toe te lichten. Binnen 10 weken neemt het college van burgemeester en wethouders daarna een beslissing op het bezwaar. Belanghebbenden die het met de heroverweging niet eens zijn, kunnen hiertegen in beroep gaan. Wanneer de initiatiefnemers of derde belanghebbenden bezwaren hebben tegen het welstandsoordeel dient men zich tot het college van burgemeester en wethouders te richten. Zij immers oordelen

12 over de welstandsaspecten. Dat het college van burgemeester en wethouders in het algemeen de adviezen van de welstandscommissie volgt, doet niet af aan hun specifieke eigen verantwoordelijkheid in deze. Uiteraard kan het college van burgemeester en wethouders de eigen of een derde welstandscommissie om een second opinion vragen. Lopende de procedure kunnen de initiatiefnemers de welstandscommissie om een toelichting vragen of overleg voeren. Hoor en wederhoor kan leiden tot een bijstelling van het welstandsadvies. Welstandscommissie De belangrijkste wettelijke taak van de welstandscommissie is het uitbrengen van advies aan het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van de vraag of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk - waarvoor een aanvraag om een bouwvergunning is ingediend - in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Als tweede wettelijke taak dient jaarlijks een verslag te worden opgesteld van de werkzaamheden van de commissie als bedoeld in artikel 12b lid 3 van de Woningwet. De commissie kan daarbij onder meer aanbevelingen doen ter bijstelling van de welstandsnota ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit.

13 4. welstandszorg in de gemeente vlagtwedde In het voorgaande hoofdstuk zijn de belangrijkste aspecten uit de Woningwet beschreven. In dit hoofdstuk worden de organisatie en werkwijze van de welstandszorg uiteengezet. 4.1 Proces en gedragslijn De welstandsnota bevat de welstandscriteria waaraan bouwplannen worden getoetst. Het is dus voor een aanvrager van een bouwvergunning van te voren duidelijk aan welke criteria moet zijn voldaan om een positief welstandsadvies te kunnen krijgen. Tegelijk moet worden onderstreept dat deze criteria niet het karakter van voorschriften hebben. Er is altijd sprake van interpretatie bij de vraag of in voldoende mate aan de criteria is voldaan. De criteria kunnen bovendien in geen geval los gezien worden van de eveneens in de welstandsnota opgenomen beschrijvingen, waarderingen en beleidsintenties. De welstandscriteria zijn zoals gezegd geen voorschriften, maar een hulpmiddel om te komen tot bouwplannen die aan redelijke eisen van welstand voldoen; bouwwerken die goed passen op de plaats waar ze zijn gebouwd. Bij de ontwikkeling van een bouwplan heeft de aanvrager van een bouwvergunning: de verplichting om het bouwwerk zo vorm te geven dat daadwerkelijk aan redelijke eisen van welstand wordt voldaan; en recht op welstandszorg. Aan de verplichting kan de aanvrager inhoud geven door voor het ontwerp van zijn/haar gebouw een deskundige ontwerper in te schakelen, en daarbij goed kennis te nemen van de welstandscriteria die van toepassing zijn. Aan het recht op welstandszorg wordt door de gemeente inhoud gegeven door het inschakelen van de onafhankelijke welstandscommissie en de welstandsadviseur (rayonarchitect) Proces van welstandszorg In sommige gevallen kan het gewenst zijn dat de aanvrager eerst een voorlopig ontwerp voorlegt. Er vindt dan een eerste welstandstoets plaats waarbij door de welstandsadviseur, en bij een omvangrijk of erg belangrijk plan wellicht door de gehele welstandscommissie, beargumenteerd tips en aanwijzingen kunnen worden gegeven. Ook een gesprek is in deze fase mogelijk en vaak wenselijk. Van belang is dat een dialoog ontstaat waarbij zowel het belang van welstand als het belang van de aanvrager wordt betrokken. Een belangrijk moment is wanneer een bouwplan bij de gemeente is ingediend met een aanvraag voor een bouwvergunning. Er komt in deze fase een officieel welstandsadvies, gericht aan het gemeentebestuur. In een aantal gevallen kan het advies meteen positief zijn. Er is voldaan aan redelijke eisen van welstand. In veel gevallen echter wordt er in het welstandsadvies op gewezen dat een positief advies nog niet direct kan worden gegeven, omdat verbeteringen op het gebied van de vormgeving mogelijk zijn en dat het de moeite waard is om hieraan extra aandacht te besteden. In deze fase is er daadwerkelijk sprake van welstandszorg, waarbij er één of, indien nodig, meer keren contact kan zijn tussen de aanvrager eventueel samen met zijn/haar architect, en de welstandsadviseur. Gezamenlijk wordt gestreefd naar het in de gegeven omstandigheden best denkbare bouwplan, waarbij ook heel zorgvuldig de belangen en de mogelijkheden van de aanvrager in beeld zijn. In vrijwel alle gevallen leidt dit proces van welstandszorg tot een verbeterd bouwplan waar een positief welstandsadvies op kan worden gegeven. In de praktijk wordt dit proces van welstandszorg door de aanvragers ook als een positieve bijdrage ervaren omdat zij zelf gebaat zijn bij een zo goed mogelijk plan. In een beperkt aantal gevallen moet het welstandsadvies meteen duidelijk negatief zijn, namelijk wanneer zonneklaar op essentiële punten niet aan de welstandscriteria is voldaan. Dit komt niet vaak voor maar ook in die gevallen volgt een proces van welstandszorg waarbij door de welstandsadviseur in samenspraak met de aanvrager wordt nagegaan in welke richting de oplossing moet worden gezocht. Veelal leidt ook dit proces van welstandszorg dan uiteindelijk toe een welstandshalve aanvaardbaar bouwplan. Gedragslijn karakteristieke panden In de welstandsnota zijn geen aparte criteria opgenomen voor bijzondere objecten zoals karakteristieke panden. Karakteristieke panden komen in veel deelgebieden voor en daarvoor gelden dan de welstandscriteria die voor dat deelgebied zijn geformuleerd. Grote boerderijen zijn vaak karakteristiek. Uitgangspunt in de welstandsnota is het behoud van de waardevolle bebouwingskarakteristiek. Dit vraagt echter wel in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij een nieuwe functie voor een grote boerderij, om een soepele houding. Hiertoe is de volgende gedragslijn ontwikkeld die bij bouwplannen met betrekking tot karakteristieke panden bij de welstandsbeoordeling zal worden gevolgd. 1.uitgangspunt is het behoud van de karakteristiek. 2.bij functieverandering (dit geldt vooral voor monumentale boerderijen) is een soepele houding gerechtvaardigd, gericht op behoud van de hoofdvorm en kenmerkende karakteristiek zoals materiaal en kleur, maar met ruimte voor aanpassing aan de nieuwe functie en modernisering. 3.bij onafwendbaar verlies het hanteren van meer algemene criteria, met ruimte voor nieuwe bouwvormen die evenzeer passend kunnen zijn in de betreffende omgeving. Dus in een dergelijk geval geen noodzaak van kopiëren van het oude. 4.2 Aanwijzing van de commissie De welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan het college van burgemeester en wethouders advies uitbrengt inzake de welstand conform de Woningwet Mede op grond van haar contract met Libau wijst de gemeente de Stichting Libau, welstands- en monumentenzorg Groningen, kortweg Libau, aan als de organisatie onder wiens verantwoordelijkheid de welstandscommissie van de gemeente functioneert. 4.3 Jaarlijkse verantwoording De commissie De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin tenminste aan de orde komt: op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota; de werkwijze van de commissie; op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen; de aard van de beoordeelde plannen; de bijzondere projecten. De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het

14 algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder. Het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad jaarlijks een verslag voor waarin zij uiteenzetten: op welke wijze zij zijn omgegaan met de adviezen van de commissie; in welke categorieën van gevallen zij tot aanschrijving op grond van art. 19 WW zijn overgegaan en daarbij de keuze hebben gelaten tussen het ofwel uitvoeren van de aanschrijving, ofwel het slopen van het bouwwerk of de standplaats en of zij bij of na de aanschrijving zijn overgegaan tot toepassing van bestuursdwang op grond van art. 26 WW. 4.4 Termijn van advisering De commissie dan wel een gemandateerd lid is bij de beoordeling van lichte, reguliere of gefaseerde bouwaanvragen gebonden aan de in de bouwverordening genoemde termijnen voor het uitbrengen van een advies; Binnen de in de bouwverordening genoemde termijnen voor het uitbrengen van advies kan de welstandscommissie dan wel een gemandateerd lid het advies aanhouden indien meer informatie of een toelichting van de ontwerper wenselijk is. 4.5 Vooroverleg Voorafgaande aan de indiening van een bouwaanvraag kan vooroverleg plaatsvinden met de welstandscommissie of een door haar gemandateerd lid over de interpretatie van de welstandscriteria met betrekking tot het bouwinitiatief; Het vooroverleg hoeft niet in de openbare vergadering plaats te vinden; Van het vooroverleg wordt een schriftelijk verslag dan wel een advies opgesteld dat in het betreffende dossier wordt opgenomen; De commissie draagt zorg voor een consistente beoordeling in de verschillende fasen van de planontwikkeling. 4.6 Openbaar vergaderen Openbaarheid De behandeling van bouwaanvragen door de commissie dan wel door de haar gemandateerde leden is openbaar tenzij de gemeente op grond van het gestelde in de Wet openbaarheid van bestuur gronden aanwezig acht om de behandeling besloten te doen plaatsvinden Agenda De behandeling van de bouwplannen wordt op de voor de gemeente gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Libau bericht zo spoedig mogelijk, uiterlijk de eerste dag van de week die volgt op het reguliere rayonbezoek, aan de gemeente welke plannen wanneer en waar en op welke wijze worden behandeld. De plannen worden in principe in Pakhuis Libau te Groningen behandeld door de zogenaamde grote of kleine commissie. Deze informatie is tevens terug te vinden op de website van Libau, Spreekrecht Tijdens de vergadering van de commissie wordt de mogelijkheid geboden om plannen toe te lichten door belanghebbenden als opdrachtgevers, ontwerpers en gemeentelijke vertegenwoordigers. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd, die in principe beperkt is. De commissieleden krijgen de mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de sprekers. Na beantwoording daarvan wordt de toelichtende fase afgesloten en begint de beraadslaging van de commissie waarna het advies wordt geformuleerd. 4.7 procedure VROM Inname van bouwplannen geschiedt door VROM. Daar worden aanvragen geselecteerd op voorlopig, licht-vergunningplichtig, vergunningplichtig, of monumenten. Ten behoeve van de behandeling inzake welstand- en monumentenzorg wordt nagegaan of de aanvraag van de nodige gegevens en bescheiden is voorzien, conform AMvB Indieningvereisten aanvraag bouwvergunning. De rayonarchitect van Libau bezoekt de gemeente tenminste eens per veertien dagen. Hij neemt met een vertegenwoordiger van VROM de ingekomen bouwplannen van de afgelopen periode door en handelt de plannen waarvoor hij gemandateerd is af met een positief advies. Er worden achtergronden ingewonnen met betrekking tot de adviesaanvragen eventueel door middel van overleg met de initiatiefnemers. Tijdens deze bijeenkomsten op een vast tijdstip en op een vaste plaats kunnen belanghebbenden hun plannen toelichten, overleggen over reeds behandelde bouwplannen en informatie krijgen over de interpretatie van de welstandscriteria voor een bepaalde locatie of bouwwerk. Het rayonbezoek fungeert kortom tevens als spreekuur. De rayonarchitect Het kan voorkomen dat een bouwplan ter plaatse niet positief geadviseerd kan worden en ook na oriëntatie ter plaatse niet tot een positief advies kan worden besloten, of dat de afhandeling van de aanvraag buiten zijn mandaat valt. In dergelijke gevallen kan het plan worden beoordeeld in de kleine commissie. Ten behoeve van de behandeling in de commissie bezoekt de rayonarchitect de betreffende locatie ten behoeve van nadere informatie. Hij maakt foto s van het object, de locatie en de omgeving ten behoeve van behandeling in de commissie en spreekt in voorkomende gevallen met de direct betrokkenen over het hoe en waarom van de aanvraag. Kleine commissie Zoals reeds eerder vermeld onderzoekt de gemeente, samen met Libau, of en op welke wijze en onder welke voorwaarden vorm gegeven kan worden aan een plaatselijke kleine welstandscommissie. Grote commissie De grote commissie van externe deskundigen vergadert in de regel eens per veertien dagen, zoveel mogelijk gekoppeld aan de week waarin de gemeenten worden bezocht.

15 Rooster en publicatie Libau hanteert in principe een veertiendaagse cyclus waarbij in de eerste week alle gemeenten bezocht worden en in de tweede week de plannen worden afgehandeld. Indien de gemeente na het bezoek van de rayonarchitect ten gemeentehuize en op haar website de in de respectievelijke commissies te behandelen plannen bekend maakt,. kan de planafhandeling in de eerste cyclus van veertien dagen plaatsvinden. Indien een en ander in de geëigende media wordt aangekondigd vindt afhandeling aan het eind van de tweede veertiendaagse cyclus plaats. 4.8 Mandaat Mandaat namens de welstandscommissie De commissie kan de advisering over een aanvraag om advies mandateren aan één of meer daartoe aangewezen leden. Bouwplannen waarvan volgens deze leden het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld worden door de aangewezen leden geadviseerd; Licht-vergunningplichtige, andere bescheiden bouwwerken en herhalingsplannen kunnen door het gemandateerde lid tevens rayonarchitect ter plaatse afgehandeld; In elk geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de commissie; Eén gemandateerd lid kan over reguliere bouwvergunningaanvragen zelfstandig alleen positief adviseren. Negatieve adviezen steunen altijd op het oordeel van tenminste twee gemandateerde leden; De behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar. 4.9 Het welstandsadvies 1. Inhoud Conform artikel 12, lid 1 van de Woningwet 2003 wordt in het welstandsadvies door de commissie uitgesproken of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zowel op zichzelf als in relatie met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand. De commissie baseert zich daarbij op de criteria zoals deze zijn opgenomen in de welstandsnota. Het advies spreekt zich uit over de welstandsaspecten van het ingediende bouwplan, daarbij kunnen dus geen andere argumenten worden aangevoerd dan die welke de welstand raken. In een welstandsadvies moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen bezwaren die ondervangen dienen te worden of suggesties die de kwaliteit van het plan ten goede kunnen komen. Naar aanleiding van een bepaalde bouwaanvraag kunnen adviezen ook meer algemene beleidszaken betreffen. In adviezen zal echter steeds de bouwaanvraag als uitgangspunt worden genomen. Persoonlijke voorkeuren van commissieleden alsook opmerkingen die de persoon van de aanvrager of de ontwerper raken horen in een welstandsadvies niet thuis. 2. Het schriftelijk advies Het welstandsadvies wordt altijd schriftelijk uitgebracht in begrijpelijke taal. Een negatief advies is altijd voorzien van een leesbare en deugdelijke motivatie. Wanneer een positief advies aanvankelijk niet expliciet gemotiveerd is, kan daarin bijvoorbeeld op verzoek van het college van burgemeester en wethouders in een later stadium worden voorzien. Een positief advies is altijd schriftelijk gemotiveerd indien er sprake is van afwijking van de criteria uit de nota. De commissie geeft dan aan waarom er in dit bijzondere geval reden is om van de criteria af te wijken. Het advies vormt de basis van elk overleg met betrokkenen. Uit oogpunt van rechtszekerheid van de betrokkenen kunnen in een vervolgstadium geen nieuwe opmerkingen meer worden ingebracht, die in een eerder stadium al onderkend hadden kunnen worden, tenzij wijzigingen in het bouwplan daartoe aanleiding geven. Het advies kent de volgende opzet, waarbij niet alle elementen in elk advies aan de orde hoeven komen. in voorkomende gevallen: kort overzicht of verwijzingen naar eerdere fasen en adviezen in de procedure; in voorkomende gevallen: beknopt verslag van de inbreng van de planindieners; korte kenschets van de omgeving en de aard van de bouwactiviteit in dat verband -verwijzing naar de bij de beoordeling toegepaste welstandscriteria; het feitelijke advies waarbij achtereenvolgens de situatie, de hoofdvorm, de architectonische uitwerking en de detaillering en kleuren en materialen aan de orde kunnen komen; in voorkomende gevallen: vrijblijvende suggesties die de ruimtelijke kwaliteit van het bouwwerk ten goede kunnen komen. 3. Uitkomst van het advies Het welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben: a Voldoet De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand; er kunnen vrijblijvende suggesties worden gedaan die de ruimtelijke kwaliteit van het bouwwerk ten goede kunnen komen. b Voldoet mits De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria op een aantal punten in strijd is met redelijke eisen van welstand, tenzij de geformuleerde bezwaren worden ondervangen. In het advies wordt aangegeven of de commissie de gekozen aanpassingen nog wil beoordelen of dit door VROM kan worden afgedaan. c Voldoet niet De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het plan behoeft een ingrijpende wijziging in uitwerking of uitgangspunten om aan redelijke eisen van welstand te kunnen voldoen.

16

17 d Aanhouden De commissie kan het advies aanhouden wanneer zij meer informatie of toelichting noodzakelijk acht om tot een adequate beoordeling te kunnen komen. Een en ander in overleg met VROM in verband met de beschikbare termijnen. e Toelichting op het advies De planindieners kunnen te allen tijde verzoeken om een toelichting op het advies. In eerste instantie is het gemeentelijk spreekuur tijdens het rayonbezoek daartoe het meest aangewezen. Wanneer dit naar het oordeel van de initiatiefnemers niet volstaat kan men uiteraard ook bij de commissie terecht. f Second opinion Alvorens bij derden een second opinion in te winnen bieden het college van burgemeester en wethouders eerst de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies, waarbij wordt aangegeven op welke punten naar de mening van het college van burgemeester en wethouders de houdbaarheid van het advies mogelijk in het geding is. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd, wordt dit ter kennis gebracht van de commissie. Bij een second opinion wordt de adviesaanvraag voorgelegd aan een elders in Nederland functionerende welstandscommissie. De gemeente neemt daartoe contact op met de Federatie Welstand Uitvoering door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders heeft een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel, zoals dat tot stand komt aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen welstandscriteria. 1. het college van burgemeester en wethouders volgen in principe het advies van de welstandscommissie; zij kunnen van dit advies afwijken, A. op inhoudelijke gronden, omdat zij van mening zijn dat de commissie niet juist heeft geïnterpreteerd of niet de juiste criteria heeft toegepast of omdat zij op inhoudelijke gronden tot een ander oordeel komen dan de commissie. In dat geval volgt zij de procedure als beschreven onder second opinion. B. om zwaarwegende andere redenen, omdat het plan weliswaar strijdig wordt geacht met redelijke eisen van welstand, maar dat op grond van artikel 44 lid d van de Woningwet 2003 het college van burgemeester en wethouders bouwvergunning verlenen op grond van andere zwaarwegende redenen van bijvoorbeeld economische of maatschappelijke aard. 2. het college van burgemeester en wethouders kunnen ook afwijken van de welstandscriteria, hiervan kan sprake zijn indien bouwplannen niet voldoen aan de in de nota genoemde gebiedsgerichte of objectgerichte criteria, maar wel aan de algemene criteria en indien de architectonische en ruimtelijke kwaliteiten niettemin in bijzondere mate bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving. De afwijking geschiedt op grond van een daartoe strekkend gemotiveerd advies van de welstandscommissie Excessenregeling Deze nota geeft de regels voor het welstandstoezicht in de gemeente Vlagtwedde. De gemeente spant zich in om deze regels ook daadwerkelijk na te leven. In het gemeentelijk handhavingsbeleid ligt de nadruk op het voorkomen van het bouwen zonder of in afwijking van de verleende vergunning. Een bouwwerk is in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand indien sprake is van excessen. Hiervan is sprake indien flagrante strijdigheid bestaat met de in deze welstandsnota opgenomen criteria. Van excessen kan bijvoorbeeld sprake zijn bij te opdringerige reclame-uitingen, toepassing van felle of contrasterende kleuren en/of armoedig materiaalgebruik. Bij het repressieve welstandstoezicht ligt - conform het gemeentelijke handhavingsbeleid - een hoge prioriteit bij het voorkomen van excessen in de kwetsbare gebieden zoals het buitengebied Handhaven Het beleid wat betreft de handhaving is vastgelegd in de Handhavingsnota van de gemeente Vlagtwedde.

18 5. welstandscriteria In dit hoofdstuk worden de welstandscriteria genoemd die worden gebruikt voor de kleine en middelgrote bouwplannen die zich voegen binnen de bestaande ruimtelijke structuur van Vlagtwedde. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen algemene en gebiedsgerichte criteria. De algemene criteria liggen ten grondslag aan elke planbeoordeling, omdat ze het uitgangspunt vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte welstandscriteria. De welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Dergelijke welstandcriteria kunnen immers niet worden opgesteld zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt. Voorheen was het gebruikelijk de eisen voor de stedenbouwkundige en architectonische vorm en structuur in een beeldkwaliteitplan te benoemen. In de wetgeving is het beeldkwaliteitplan vervallen en wordt het gezien als onderdeel van het welstandsbeleid van de welstandsnota. Bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding wordt - in overleg met de welstandscommissie - bekeken of voor de projectontwikkeling nieuwe welstandscriteria moeten worden vastgesteld. Voor dergelijke aanvullingen geldt dat de inspraak wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakregeling bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding. Na afronding van de ontwikkelingsfase worden voor reguliere welstandscriteria opgesteld die zijn gericht op het beheer van het gebied. 5.1 Algemene criteria Kwaliteitskader In bijzondere situaties, wanneer de gebiedsgerichte en de objectgerichte welstandscriteria ontoereikend zijn, kan het nodig zijn expliciet terug te grijpen op meer algemene welstandscriteria. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een bouwplan is aangepast aan de gebiedsgerichte welstandscriteria, maar het bouwwerk zelf zo onder de maat blijft dat het zijn omgeving negatief beïnvloedt. Ook wanneer een bouwplan afwijkt van de bestaande of toekomstige omgeving, maar door bijzondere schoonheid wèl een kwalitatieve toevoeging aan zijn omgeving vormt, kan worden teruggegrepen op algemene welstandscriteria. De welstandscommissie kan het college van burgemeester en wethouders in zo n geval gemotiveerd adviseren van de hardheidsclausule gebruik te maken en af te wijken van de gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria. In de praktijk betekent dit dat het betreffende plan alleen op grond van de algemene welstandscriteria wordt beoordeeld en dat de bijzondere schoonheid van het plan met deze criteria overtuigend kan worden aangetoond. Het niveau van redelijke eisen van welstand ligt dan uiteraard hoog, Het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aan de zeggingskracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een bouwwerk zich sterker van zijn omgeving onderscheidt. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden gebruikt. Hoewel het welstandtoezicht is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm, kan de vorm van het bouwwerk niet los worden gedacht van de eisen vanuit het gebruik en de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om een doelmatige constructie te maken. Gebruik en constructie staan aan de wieg van iedere vorm. Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de constructie. De verschijningsvorm is méér dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen hebben, zoals de omgeving en de associatieve betekenis van de vorm in de sociaal-culturele context. Maar als de vorm in tegenspraak is met het gebruik en de constructie dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit. Relatie tussen bouwwerk en omgeving Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is. Het bestaansrecht van een gebouw ligt niet in het eigen functioneren alleen, maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in zijn stedelijke of landschappelijke omgeving. Cultuurhistorisch gezien komen rieten daken bijvoorbeeld op het grondgebied van de gemeente Vlagtwedde niet voor. Ook van een gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat, is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving en de te verwachten ontwikkeling daarvan. Over de wijze waarop dat bij voorkeur moet gebeuren, kunnen de gebiedsgerichte welstandscriteria duidelijkheid verschaffen. Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels. Een bouwwerk wordt verwarrend of saai als de regels van de architectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd. Als vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen, krijgen zij een zelfstandige betekenis en roepen zij, los van gebruik en constructie, bepaalde associaties op. In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig was of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijze waarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het kader van de actuele culturele ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het verleden, maar bij nieuw- of verbouw in een bestaande (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijk moet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. Een ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden.

19 Associatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te begrijpen als beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwe bouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toekomst. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteld, is dat er structuur wordt aangebracht in het beeld. Een heldere structuur biedt houvast voor de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw. Symetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en materialen maken het voor de gemiddelde waarnemer mogelijk de grote hoeveelheid visuele informatie die de gebouwde omgeving geeft, te reduceren tot een bevattelijk beeld. Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijsgeven. Er mag best een beheerst beroep op de creativiteit van de voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid en complexiteit als complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit in de architectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouwkundige eisen en het programma van eisen voor het bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk aanwezig in een evenwichtige en spanningsvolle relatie. Schaal en maatverhoudingen Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of de betekenis van de betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun eigen grenzen geleed zijn, maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien alsof ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken. De waarnemer ervaart bewust of onbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar waarom de maatverhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, valt nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingen een sterke samenhang en hiërarchie vertonen. Mits bewust toegepast, kunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben. De afmetingen en verhoudingen van gevelelementen vormen tezamen de compositie van het gevelvlak. Hellende daken vormen een belangrijk element in de totale compositie. Als toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, een aanbouw of een zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofdmassa en/of vlakverdeling, verstoren zij het beeld; niet alleen van het object zelf maar ook van de omgeving waarin het is geplaatst. Materiaal, textuur, kleur en licht Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren teveel losstaan van het ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben, maar slechts worden gekozen op grond van decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het afbreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gebruik van materialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard en ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg staat. 5.2 Gebiedsgerichte criteria Voor de gemeente was in de welstandsnota een gebiedsindeling voorgesteld. Na deze enkele jaren te hebben gehanteerd, heeft de gemeente geconstateerd dat de indeling vereenvoudigd kon worden. Bij de nieuwe indeling is rekening gehouden met de ruimtelijke structuren en verbanden in de verschillende gebieden. Dit heeft geresulteerd in de indeling zoals die in deze (herziene) welstandsnota te zien is (hoofdstuk 6). Voor het raadplegen van de welstandscriteria gelden zowel de uitgebreide gebiedsschema s (de uitleg van de systematiek en het begrippenkader zijn toegevoegd als bijlage) als de direct achter het omschreven beleid volgende gebiedscriteria als samenvatting van het schema. In de gebiedsschema s staat concreet per deelaspect welke keuze is gemaakt voor het te hanteren welstandsbeleid. Handhaven - hierbij gaat het om de intentie om het bestaande ruimtelijk beeld als zodanig zoveel mogelijk te handhaven en als uitgangspunt te hanteren voor verdere ontwikkelingen. Respecteren bij dit beleid staat het zorgvuldig omgaan met bestaande waarden voorop. Deze hoeven niet altijd letterlijk in stand te blijven, maar dienen met respect te worden geïnterpreteerd bij nieuwe ontwikkelingen. Incidenteel wijzigen hier krijgt het continue transformatieproces de ruimte, waarbij de bestaande situatie weliswaar als leidraad wordt genomen, maar gaandeweg wordt vervangen door nieuwe oplossingen en nieuwe beelden. Planmatig wijzigen dit beleid is gericht op verandering. Het gaat hier om een bewuste verandering van het ruimtelijk beeld en de ruimtelijke kwaliteit. In verband met het verdelen van de gebieden in grotere eenheden zijn er geen gebieden die geheel in deze categorie vallen. Bij transformatie van een gebiedsonderdeel bijvoorbeeld voor de aanleg van een nieuwe woonwijk worden tegelijk met het maken van een stedenbouwkundig plan gebiedscriteria geformuleerd (beeldkwaliteitplan) die voor de bouwkundige plannen van toepassing zijn.

20 5.3 Objectgerichte criteria Kunstobjecten en herinneringsmonumenten. Voor kunstobjecten en herinneringsmonumenten die in de openbare ruimte worden geplaatst is het gebruikelijk dat deze worden begeleid door een commissie waar o.a. deskundigheid op het gebied van kunst en ruimtelijke vormgeving in is vertegenwoordigd. Ook kan het voorkomen dat een kunstwerk of een herinneringsmonument aan de gemeenschap wordt geschonken door b.v. een vereniging of een stichting. Het is niet zinvol in beide gevallen alsnog een welstandsadvies in te winnen. Er dient te worden voorkomen dat de ene commissie de andere overruled. Daarom zijn in deze nota voor kunstobjecten en herinneringsmonumenten in de openbare ruimte geen specifieke toetsingscriteria opgenomen.

21

22 6. beschrijving per gebied Buitengebied (23) 1. Historisch landschap 2. Ontginningsgebied 3. Veenkoloniaal lint 4. Bedrijventerrein buitengebied 5. Recreatieterreinen 6. Parc Emslandermeer 7. Burgemeester Beinsdorp 8. Avebedorp 9. Kleine kernen 10. Penitentiaire inrichting / COA Kernen (35) 11. Gemengde bebouwing Ter Apel 12. Dorpskernen 13. Historische lintvormige uitbreidingen 14. Planmatig ontwikkelde woongebieden 15. Recreatief groen 16. Agodorp 17. Bedrijventerreinen 18. Klooster en omgeving 19. Beschermd stadsgezicht De vesting Bourtange Herstructurerings- en ontwikkelingsgebieden (46)

23

24 buitengebied

25

26 1. historisch landschap Analyse gebied Algemeen Dit gebied wordt gevormd door het historische stroomdallandschap, het stroomgebied van de Ruiten Aa. Het is een noord-zuid gerichte relatief smalle zone bestaande uit een aaneenschakeling van hogere esgronden afgewisseld met lagere gebieden. De bebouwing in dit gebied is ontstaan in een periode vanaf het eind van de 18de eeuw. In eerste instantie in kleine clusters gegroepeerd, later (vanaf circa 1900) in meer uitgestrekte bebouwingslinten tussen de oudere nederzettingen. Zowel de clusters als de linten bestonden aanvankelijk uit agrarische bebouwing. Later in de 20ste eeuw zijn ze verder ingevuld met gewone woonhuizen. Ruimte De bebouwing in de clusters is in groepjes gesitueerd en niet nadrukkelijk op de huidige verbindingsweg gericht. De clusters hebben een gesloten structuur. De bebouwing in de tussenliggende linten is op de weg georiënteerd. De linten hebben een meer open structuur door de onregelmatige afstanden tussen de verschillende bebouwde erven. De linten worden wisselend ondersteund door boombeplanting of een houtwal. In de rest van dit gebied is meer variatie in beplantingsvormen aanwezig. Per erf is veelal sprake van een samenhangende groepering van bebouwing waarbij het hoofdgebouw dominant is. De nokoriëntatie en de afstand van de bebouwing tot de weg is wisselend. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De bebouwing bestaat overwegend uit panden met een omvang van één bouwlaag met een zadeldak. Incidenteel is bij woonhuizen sprake van twee bouwlagen met een kap. De hoofdvorm bestaat voornamelijk uit een enkelvormige bouwmassa met een sobere plasticiteit in een traditionele bouwstijl en een beelddominante kap. De gesloten baksteenarchitectuur kent een verticale geleding, bescheiden detaillering en over het algemeen weinig ornament. De dakbedekkingen bestaan overwegend uit dakpannen, verschillende kleuren en materialen zijn hierin mogelijk Waardering De waarde van dit gebied wordt bepaald door de ontwikkelingsgeschiedenis ervan en, in verband daarmee, door de verbondenheid tussen de bebouwing en het historische stroomdallandschap van de Ruiten Aa. Beleidsintenties Zowel landschappelijk, stedenbouwkundig, als architectonisch wordt ingezet op het behoud van de bestaande waarden. Voor de bebouwing betekent dit een beleid van respecteren; wijzigingen zijn incidenteel mogelijk. Eventuele inbreidingen en vervangende nieuwbouw dienen een bijdrage te leveren aan de afleesbare ontwikkelingsgeschiedenis. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; compacte clustering op erf, aansluitend bij bestaande thematische opzet ter plaatse; hoofdgebouw/ representatieve deel; hoofdgebouw is dominant Hoofdvorm lineaire hoofdvorm; eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met een kap; vakbekwame compositie Aanzichten voorgevel representatief; terughoudende vormgeving; baksteenarchitectuur met een verticale geleding; bijgebouwen met kleine gevelopening Opmaak terughoudende vormgeving; rood(bruin) gekleurde baksteen; voor de gevels van bijgebouwen ook donker gekleurd hout of plaat mogelijk; kleur pannen voor het dak aanpassen bij die van de aanwezige bebouwing (in de omgeving); eenvoudige detaillering; geen opvallende ornamentering.

27 2. ontginningsgebied Analyse gebied Algemeen Het ontginningsgebied, waaronder in deze welstandsnota zowel de veld- als de veenontginningen wordt verstaan, komt zowel ten westen als ten oosten van het stroomdallandschap van de Ruiten Aa voor. Het is te karakteriseren als een open landschap waarin vanaf het begin van de 20e eeuw solitaire boerderijen en landarbeiderswoningen zijn gebouwd. Tussen de verschillende kernen van de gemeente zijn, buiten het stroomdallandschap van de Ruiten Aa, langs wegen in de jaren 20 en 30 ook bebouwingslinten ontstaan. Deze zijn karakteristiek voor het veenontginningslandschap. Bijzondere (veen)ontginningsgebieden zijn het Hebrecht en het Rhederveld. Deze gebieden onderscheiden zich van de overige ontginningsgebieden door de planmatige en sterk rationele opzet. Er is sprake van een eenduidige maatvoering voor de boerderijkavels die door de aanwezigheid van ontginningskanalen zichtbaar zijn. De erven in dit welstandsgebied zijn clustergewijs bebouwd, al of niet voorzien van (erf)beplanting, maar altijd goed herkenbaar in het vlakke agrarische land. Opvallend is dat niet altijd het hoofdgebouw beelddominant is. Soms overheersen de bijgebouwen het oorspronkelijke hoofdgebouw. Ruimte In het ontginningsgebied staat de bebouwing voornamelijk op royale percelen op ruime afstand van elkaar. De bebouwing bestaat uit zowel vrijstaande woonhuizen als agrarische bebouwing. De bebouwingsstructuur wordt plaatselijk ondersteund door (boom)beplanting. In het Hebrecht en het Rhederveld concentreert de bebouwing zich langs de wegen. De erven liggen op regelmatige afstanden van elkaar. In het Hebrecht is telkens één boerderij aan een ontginningskanaal gekoppeld, terwijl in het Rhederveld telkens twee boerderijen bij elkaar staan, aan elke zijde van het kanaal één. Er is langs de wegen sprake van een sterke lineaire open structuur. Met uitzondering van de solitaire agrarische bedrijven, staat de meeste bebouwing in een denkbeeldige rooilijn, op een gelijke afstand van de weg. De afstand tussen de bebouwing onderling verschilt echter. De bebouwing staat voornamelijk met het woongedeelte naar de weg gekeerd. Over het algemeen staat de (hoofd)bebouwing met de nok haaks op de wegas gesitueerd. Per kavel is de bebouwing in clusters gegroepeerd. Bij het Hebrecht en Rhederveld is sprake van een krachtige rooilijn waarin de hoofdgebouwen met de nok haaks op de wegas zijn gesitueerd. De bebouwing is op een gelijkmatige afstand van elkaar gesitueerd. De oorspronkelijke bijgebouwen, met dezelfde nokoriëntatie als de hoofdgebouwen, staan allemaal op identieke wijze achter deze hoofdgebouwen. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak Het overwegende beeld wordt bepaald door een enkelvoudige bebouwing. Hoewel de grootte sterk varieert wordt het bouwvolume bijna altijd gevormd door één bouwlaag met een beelddominante kap. Er is sprake van geringe plasticiteit en een traditionele gesloten baksteenarchitectuur, met een overwegend verticale gevelgeleding zonder aangezette detaillering. De kleur van de baksteen varieert, incidenteel komt een niet oorspronkelijke wit geschilderde gevel voor. Voor de daken van de hoofdgebouwen zijn voornamelijk pannen toegepast. De schuren en andere bijgebouwen zijn daarnaast ook in moderne materialen zoals profielplaat voor de gevels en golfplaat voor de daken uitgevoerd. Waardering De waarde van het gebied wordt bepaald door de ruimtelijke en functionele relatie tussen landschap en bebouwing. Dit beeld is in de meeste gevallen zeer sterk, wat leidt tot een sterk samenhangend beeld. Beleidsintenties Het respecteren van de landschappelijke en stedenbouwkundige aspecten staat voorop. Er zijn echter mogelijkheden voor het incidenteel wijzigen van de bestaande bebouwing. Eventuele nieuwbouw moet gebaseerd zijn op de bestaande hoofdvorm en plaatsing. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; compacte clustering op erf, aansluitend bij bestaande thematische opzet ter plaatse; hoofdgebouw/ representatieve deel hoofdgebouw is dominant Hoofdvorm bij vervanging: hoofdvorm baseren op bestaand; lineaire hoofdvorm; omvang hoofdgebouw dominant t.o.v. bijgebouw; vakbekwame compositie. Aanzichten sobere vormgeving; baksteenarchitectuur met een verticale geleding; bijgebouwen in baksteen, hout en/of profielplaat; bescheiden detaillering. Opmaak bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; incidenteel, met name ten zuiden van Ter Apel, rieten bedekking geen bezwaar; terughoudende vormgeving; rode baksteen in middentoon; verschillende kleuren pannen voor het dak; gevels bijgebouwen van baksteen of donker gekleurd hout of profielplaat; daken bijgebouwen rood of antracietkleurig; licht gekleurd schilderwerk.

28 3. veenkoloniaal lint Analyse gebied Algemeen Het veenkoloniale lint bevindt zich in het zuiden en het zuidwesten van de gemeente. Hier heeft zich vanaf ongeveer 1900 een gemengde bebouwing (boerderijen, woningen, winkels en bedrijfsbebouwing) ontwikkeld langs het Stadskanaal, Ter Apelkanaal en het Ter Apel Compascuumkanaal. Beginnend bij de overgangen en de sluizen is in de loop der tijd aan weerszijden van het doorgaande water het bebouwingsbeeld steeds verder verdicht waardoor er een groot contrast is ontstaan tussen de begrensde ruimte langs het water en de zeer open ruimte die zich achter de bebouwing bevindt. Tussen de bebouwing is het open landschap wel steeds goed zichtbaar. Uitzondering op dit beeld vormen het gebied tussen Ter Apel en Burgemeester Beinsdorp waar sprake is van een eenzijdige bebouwing en het verstedelijkte lint van Ter Apel dat in deze nota tot de kern van het dorp wordt gerekend. Behalve een grote verscheidenheid aan bebouwingsfuncties is ook de architectonische kwaliteit nogal uiteenlopend. Hoewel de bebouwing over het algemeen sober van karakter is, komen ook opvallende voorbeelden van bouwkunst uit de jaren 30 van de vorige eeuw voor. Aan de Westerstraat in Ter Apel bevindt zich een rijtje vrijstaande en dubbele woningen die als een vroeg voorbeeld van sociale woningbouw moet worden gezien. Ruimte De afstand tussen de bebouwing varieert. De bebouwing staat veelal op diepe percelen die vooral wanneer er sprake is van een verdichting door een concentratie van woonhuizen verhoudingsgewijs nogal smal zijn (breedte halve heem = 10 m). Erfbeplanting komt aan de voorzijde alleen bij sommige boerderijen en grote woonhuizen voor die t.o.v. het overheersende beeld wat naar achteren zijn gerooid. De bebouwing staat overwegend op een vrij geringe afstand tot de weg. Er is sprake van een enigszins verspringend rooilijnverloop. De bebouwing is voornamelijk met de nok haaks op de weg gesitueerd. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De hoofdbouwmassa is sterk gevarieerd zowel wat betreft de grootte als de bouwhoogte die varieert van een tot twee bouwlagen met kap. Er is over het algemeen sprake van een enkelvoudige bouwmassa met weinig plasticiteit. Het beeld laat een gesloten baksteen architectuur zien met een verticale gevelgeleding en een sobere detaillering. De gevels zijn voornamelijk opgetrokken met een rode baksteen. Incidenteel komen witte gestucte gevels voor. De daken zijn overwegend gedekt met een blauw-zwarte en rode (gebakken) pan. Waardering De waarde van dit gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de nederzettingstypologie die onlosmakelijk verbonden is met de ontwikkelingsgeschiedenis van de veenkoloniën. Hoewel de bebouwing onderling sterk varieert, is er toch samen met de structurerende werking van het kanaal en de evenwijdig daaraan lopende wegen sprake van een waardevolle ruimtelijke samenhang. Beleidsintenties Er zal ruimte zijn voor het wijzigen van de aanwezige bebouwing hoewel in incidentele gevallen (bijvoorbeeld bij beeldbepalende voorbeelden van een bepaalde bouwperiode) de mogelijkheden beperkt zullen zijn. Er zal vooral op het behoud van de stedenbouwkundige structuur worden ingezet. Voor de bebouwing betekent dit een zorgvuldige afweging van de afstand tot de weg en een consequente houding ten aanzien van de noklijn die haaks op de wegas is georiënteerd. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren. Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met een kap; sobere plastiek; naast bebouwing uit de jaren 30 van de vorige eeuw samengestelde hoofdvorm mogelijk evenals meer plasticiteit; vakbekwame compositie. Aanzichten gesloten baksteenarchitectuur met een verticale gevelgeleding; naast de bebouwing uit de jaren 30 van de vorige eeuw ook horizontale gevelelementen. Opmaak baksteen in rode middentoon; rode of blauw/grijs tot antracietkleurige pannen voor het dak; de bebouwing uit de jaren 30 van de vorige eeuw ook paars rood; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan.

29 4. bedrijventerrein buitengebied Analyse gebied Algemeen In het zuidwestelijk deel van het gemeentelijk grondgebied bevindt zich een tweetal bedrijventerreinen in het buitengebied. Het nabij Jipsingboermussel gelegen bedrijventerrein wordt grotendeels in beslag genomen door het aardappelmeelconcern AVEBE, Ten Kate en Vlapro. Het meer zuidelijk gelegen gebied, het voormalige NAVOcomplex, wordt thans ingevuld door Sindorf. Beide gebieden manifesteren zich in landschappelijk/stedenbouwkundig opzicht als autonome bebouwde gebieden. Vooral het complex van AVEBE is van een enorme omvang. Ruimte Grootschalige concentratie van bebouwing die als een groot eiland in de ruimte van het ontginningslandschap is gelegen. De bebouwing is gesitueerd langs een intern ontsluitingscircuit. Bij het nieuwe industrieterrein is gedeeltelijk sprake van een intern ontsluitingscircuit. Daarnaast is het ook gedeeltelijk gericht op de A. G. Wildervanckweg. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak Typische industriële bebouwing zowel wat betreft hoofdvorm als de aanzichten van de gevels. De omvang van de verschillende gebouwen varieert sterk. Welstandscriteria bebouwing in de rooilijn plaatsen; opslagterrein wordt afgeschermd. Hoofdvorm eenduidige krachtige hoofdvorm; vakbekwame compositie. Aanzichten functionele uitstraling; ( representatieve) kantoorgedeeltes op de ontsluiting georiënteerd Opmaak naturel, eerlijk materiaalgebruik. Waardering Sterke eigentijdse industrievormgeving. De waarde van dit gebied schuilt daarnaast in de verbeelding van de economische betekenis van de aardappelteelt in het veenkoloniale gebied. Beleidsintenties Zeker voor wat betreft het AVEBE-complex zal ook met betrekking tot de uiterlijke verschijningsvorm het bestemmingsplan maatgevend zijn. In het uitbreidingsplan is een zichtzone opgenomen waarin de bebouwing aan een hogere architectonische kwaliteit moet voldoen.

30 5. recreatieterreinen Analyse gebied Algemeen De recreatieterreinen die onder dit welstandsgebied vallen zijn aangelegd vanaf de jaren 60 en kenmerken zich door een parkachtige aanleg waarin recreatieverblijven van bescheiden omvang zijn gesitueerd. Het gaat hierbij om de volgende terreinen: De Papaver te Sellingerbeetse, camping Iemborg in Jipsingboertange, natuurcamping aan de Borgerweg in Sellingen, bungalowpark Zeven Meren te Jipsingbourtange, De Borkhoorn, De Bronzen eik en Zonnegloren te Sellingen en Plathuis te Bourtange. Van een directe confrontatie met het open landschap is veelal geen sprak omdat de terreinen zijn opgenomen in een bosachtige omgeving. Nabij de toegang tot deze terreinen bevindt zich veelal een centrum of entreegebouw van beperkte omvang. Ruimte De situering van de recreatiewoningen is meestal kleinschalig van karakter. Soms vormt de bebouwing plekken die recreatief kunnen worden gebruikt. Daarnaast komen ook meer lineaire structuren voor waarin de woningen op regelmatige afstanden langs een ontsluitingsweggetje zijn gesitueerd. Bijna altijd is er beschutting van opgaand groen. De onderlinge afstand tussen de bebouwing varieert. Per erf bestaat de bebouwing merendeels uit een hoofdgebouw met een al of niet aangebouwd bijgebouw. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De enkelvoudige bouwmassa is opgebouwd uit één bouwlaag met een plat- of lichthellend dak en bezit weinig plasticiteit. Er is weinig onderling verschil in de omvang van de bouwmassa. Er is sprake van een traditionele bouwstijl. De gevels met een horizontale geleding zijn opgebouwd uit schijven metselwerk, in een middentoon rood, met houten puien. De detaillering is sober. Waardering De waarde wordt bepaald door het kleinschalige karakter van de recreatieterreinen en de ingedekte positie van bebouwing ten opzichte van het open landschap. Beleidsintenties Er zal ruimte zijn voor het wijzigen van de aanwezige bebouwing. Er zal vooral op worden toegezien dat er onderlinge samenhang bestaat en dat het bebouwd oppervlak beperkt blijft. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; eventuele bijgebouwtjes dichtbij en achter het hoofdgebouw situeren. Hoofdvorm eenvoudige plat afgedekte hoofdvorm, danwel een flauwe dakhelling maximaal 30 0 ; vakbekwame compositie. Aanzichten metselwerkvlakken met puien; baksteenarchitectuur met een horizontale geleding Opmaak rode baksteen in een middentoon; antracietkleurige plaatmaterialen of bitumen daken; doelmatige detaillering; grote vlakken in gedekte kleuren; gevels van bijgebouwen en schuren in donker hout of metselwerk; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan.

31 6. parc emslandermeer Analyse gebied Algemeen Parc Emslandermeer is een park met recreatiewoningen. Vanaf de jaren 90 van de vorig eeuw is men met de ontwikkeling ervan begonnen. Het park omvat recreatiewoningen en bijbehorende voorzieningen zoals een restaurant, diverse sportaccommodaties en een overdekt zwembad. Tevens is een golfbaan aanwezig. De recreatiewoningen zijn aan een stelsel van ontsluitingsweggetjes gesitueerd. Ruimte In een open bebouwingsstructuur staan de recreatiewoningen op een vrij geringe afstand tot de weg. Planmatig karakter. De voorzieningen zijn nabij de haven gesitueerd. De afstand tot de weg is vrij gering. Samenhang per cluster ook door gelijkmatige onderlinge afstanden. Hoofdgebouwen zijn dominant t.o.v. de bijgebouwen. Per cluster van recreatiewoningen nokoriëntatie vrijwel gelijk, tussen de clusters wisselend. Beleidsintenties De beleidsintentie is gericht op het behoud van de ruimtelijke karakteristiek van het park. Wel zullen incidentele wijzigingen mogelijk moeten zijn. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren; hoofdgebouw dominant t.o.v. bijgebouwen. Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met een kap; weinig plasticiteit; vakbekwame compositie. Aanzichten anticiperen op de verschillende gevelcomposities; eenvoudige detaillering; geen ornament. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De woonbebouwing bestaat voornamelijk uit enkelvoudige bouwmassa s in één laag met kap opgebouwd uit baksteen met wisselende gevelcomposities variërend van gesloten baksteenarchitectuur tot meer een open gevelarchitectuur bestaande uit schijven met puien. In alle gevallen is sprake van een eenvoudige detaillering zonder noemenswaardig ornament. De kleur van de baksteen en pannen is per cluster wisselend. Opmaak baksteen gevels met kozijnen en/of puien; gevelkleur en pannen zijn per cluster wisselend; middentonen; losse bijgebouwen niet toegestaan. Waardering De waarde van dit gebied wordt bepaald door het samenhangende beeld. De projectmatige aanleg met geclusterde woningtypen in een parkachtige aanleg leidt tot een informeel totaalbeeld dat past bij het recreatieve doel.

32 7. burgemeester beinsdorp Analyse gebied Algemeen Burgemeester Beinsdorp is een ruim opgezette woonwijk waarvan de bebouwing bestaande uit dubbele en vrijstaande huizen stamt uit een periode die zich uitstrekt vanaf de jaren 20 en 30 tot aan de jaren van de vorige eeuw. Hoewel geen tuindorp in de ware zin heeft het onmiskenbaar de karaktertrekken ervan. Een deel van de bebouwing, met name de Sluisstraat en omgeving, is gerealiseerd tussen 40 en 45 in een vroege vorm van systeembouw waarin het binnenspouwblad uit halmplank (geperst stro) is opgebouwd. Ruimte Er is sprake van een ruime (planmatige) stedenbouwkundige opzet waarbij de woningen duidelijk op het royale openbare gebied zijn gericht. Het tuindorpachtige karakter uit zich o.a. in de schuin geplaatste bebouwing op een aantal hoeksituaties. De open bebouwingstructuur staat op enige afstand tot de weg. Het rooilijnenverloop is enigszins verspringend en de nokoriëntatie wisselend. De positie van de hoofdgebouwen is dominant t.o.v. de bijgebouwen. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De traditioneel opgezette bebouwing bestaat uit een bouwlaag met een flauwe kap aan de Sluisstraat en met een steilere kap in het overige deel. De hoofdgebouwen zijn dominant t.o.v. de bijgebouwen. De gesloten baksteenarchitectuur kent weinig ornament en is sober gedetailleerd. In de Sluisstraat zijn in de loop der tijd veel lichte tinten aangebracht. Voor het overige is een baksteen van een middentoon toegepast. De daken bestaan voornamelijk uit rode pannen. Architectuur en stedenbouw sluiten op elkaar aan. Daarnaast echter staat het beeld met name ter plaatse van de Sluisstraat onder druk. Beleidsintenties Het beleid is vooral gericht op het handhaven van de ruimtelijke structuur. Aspecten als rooilijnenverloop en de open bebouwingsstructuur spelen hierin een belangrijke rol. De bebouwing kan incidenteel worden gewijzigd waarbij er aandacht dient te bestaan voor het onderlinge verband waardoor de samenhang in het bebouwingsbeeld gehandhaafd blijft. Welstandscriteria positie, (nok)oriëntatie en rooilijnenverloop handhaven. hoofdgebouwen dominant t.o.v. bijgebouwen. Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met een kap; onderling verband tussen de bebouwing; sobere plasticiteit; vakbekwame compositie. Aanzichten gesloten baksteenarchitectuur met een verticale geleding. Opmaak rode baksteen in een middentoon; uitsluitend rode pannen; eenvoudige detaillering; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan. Waardering De waarde van dit gebied wordt bepaald door de stedenbouwbouwkundige opzet in samenhang met de architectuur.

33 8. avebedorp Analyse gebied Algemeen Hoewel voor een deel gelegen aan of beter in het veenkoloniale lint is AVEBE-dorp is een typisch planmatig opgezet fabrieksdorp. Wat betreft de ruimtelijke verschijningsvorm wordt de splitsing in twee parallel gelegen delen ook ondersteund door de bebouwing die uit verschillende periodes stamt; de kanaalzijde is ontwikkeld in de jaren 30, het erachter gelegen gebied stamt uit eind van de jaren 60 van de vorige eeuw. Ruimte In een tamelijk gesloten bebouwingsstructuur staan langs een lineair stratenpatroon dubbele woningen en rijenwoningen. Ook komen enkele vrijstaande woningen voor. De woningen zijn op enige afstand van de weg in een duidelijke rooilijn gesitueerd. De hoofdgebouwen zijn overal dominant. De nokoriëntatie is aan het kanaal wisselend. Wel valt hier de eenduidigheid op van het compacte rijtje twee onder één kap woningen. Aan de achterzijde is de nokoriëntatie evenwijdig aan de wegas. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak Er is overwegend sprake van enkelvoudige, sobere bouwmassa s in een rode baksteen van een middentoon. Aan de kanaalzijde blijft de omvang de bebouwing beperkt tot één bouwlaag met kap, aan de achterzijde komt voornamelijk twee lagen met een kap voor. De hoofdgebouwen zijn dominant t.o.v. de bijgebouwen en kennen aan de kanaalzijde een verticale geleding in een gesloten baksteenarchitectuur. Aan de achterzijde is de gevelcompositie wisselend. Nergens komt een noemenswaardige ornamentering voor. Beleidsintenties Ten aanzien van de bebouwing is het beleid voornamelijk gericht op het incidenteel kunnen wijzigen van het bestaande. Wel zal er op worden ingezet deze veranderingen per blok of ensemble te laten plaatsvinden. De stedenbouwkundige aspecten zoals het rooilijnenverloop dienen te worden gehandhaafd. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren; hoofdgebouw dominant t.o.v. bijgebouwen. Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met een kap; vakbekwame compositie. Aanzichten baksteenarchitectuur met een verticale geleding, aan de achterzijde ook horizontaal. Opmaak rode baksteen in middentoon; uitsluitend rode- of donkere pannen voor het dak; sobere detaillering; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan. Waardering Dit gebied ontleent zijn waarde aan een aantal stedenbouwkundige aspecten en het consequente materiaalgebruik.

34 9. kleine kernen Analyse gebied Algemeen Dit welstandsgebied omvat de kleine kernen Harpel, Jipsingboertange, Sellingerbeetse en De Maten. Deze kernen liggen verspreid in de gemeente Vlagtwedde en zijn vanaf het eind van de 19de en begin van de 20ste eeuw ontstaan vanuit reeds aanwezige lintbebouwingen. Harpel bestaat uit een clustering van woningen met een schooltje op een driesprong. Het ligt in het veldontginningsgebied ten zuidwesten van Vlagtwedde. De ontwikkelingsgeschiedenis van Harpel begint rond Jipsingboertange is te karakteriseren als een nederzetting van woonhuizen met een dubbellintstructuur met aan beide linten voornamelijk een eenzijdige bebouwing. De eerste nieuwbouwperiode omvat een periode van na de Tweede Wereldoorlog tot aan de jaren 60. De latere toevoegingen stammen uit de jaren 80 van de vorige eeuw. De context van de twee linten is zeer verschillend. Langs de Jipsingboertangerweg kan het min of meer worden beschouwd als verdichting van een historische lint. Het zuidelijk daarvan gelegen deel vormt een geheel eigen wereld. Sellingerbeetse is een nederzetting die ten westen van Sellingen is gesitueerd rond de kruising van twee ontginningslinten. Behalve woonhuizen is een kerkgebouw in de lintvormige bebouwing opgenomen. De ontwikkeling begon rond 1910 wanneer de ontginningen in volle gang zijn. De eerste bebouwing bestond uit een schoolgebouw. Het huidige beeld wordt ook bepaald door bebouwing uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Aan de noord- en oostzijde van het dorp zijn recentelijk een aantal vrijstaande woningen gerealiseerd. De Maten bestaat van oorsprong uit een (agrarische) lintbebouwing die zich vanaf ongeveer 1910 heeft ontwikkeld. Een concentratie van bebouwing doet zich voor ter plaatse van de Zanddijk die haaks op het hoofdlint staat. Naast boerderijen, wordt de bebouwing gevormd door woningen en een enkele landarbeiderswoning. De bijgebouwen zijn in het ruimtelijk beeld overwegend ondergeschikt aan de hoofdgebouwen. Ruimte Bij Harpel, Sellingerbeetse en De Maten is sprake van een open lineaire bebouwingsstructuur. Door de vele en ruime doorzichten is er veel relatie met het omliggend landschap. De bebouwing is aan beide zijden van de wegen gesitueerd. De lineaire structuur wordt veelal ondersteund door boombeplanting. De onderlinge afstand tussen de bebouwing is wisselend. In Jipsingboertange laat de eerste bouwperiode een vrij gesloten lintvormige bebouwingsstructuur zien terwijl de latere periode een meer open structuur kent, waarvan de onderlinge afstand wisselend is. De bebouwing staat voornamelijk aan één zijde van de weg gesitueerd. In Harpel, Sellingerbeetse en De Maten staat de bebouwing op onregelmatige afstand van elkaar. Ook is er geen sprake van een strakke rooilijn; de afstand tot de weg is zeer wisselend. De oudere bebouwing van Jipsingboertange staat in een strakke rooilijn met de nok evenwijdig aan de wegas, de latere bebouwing vanaf de jaren 80 daarentegen kenmerkt zich door een wisselende afstand tot de weg. Voor alle kernen geldt dat de nokrichting wisselend, maar veelal haaks op de weg, is en het hoofdgebouw dominant is ten opzichte van de bijgebouwen. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De bebouwing kent zowel een enkelvoudige (oudere bebouwing) als een samengestelde (jongere bebouwing) hoofdvorm. De bebouwing verschilt behoorlijk in omvang, toch is er veel vormverwantschap. De bouwmassa s bestaan voornamelijk uit één bouwlaag met een kap. Er is sprake van zowel een gesloten baksteenarchitectuur als een open gevelstructuur, met een wisselende gevelgeleding. De kleuren van de gevels variëren. Voor de daken worden zowel rode als donkere pannen toegepast. Waardering Het gebied ontleent zijn waarde voornamelijk aan het ruimtelijk beeld en de ontwikkelingsgeschiedenis van de dorpen. Beleidsintenties Het beleid is erop gericht incidentele wijzigingen aan bebouwing mogelijk te maken. De bestaande structuurkenmerken moeten echter gehandhaafd blijven. Een goede inpassing van (ver)nieuwbouw in de bestaande situatie is van wezenlijk belang. Welstandscriteria positie aansluiten bij thematische opzet omgeving, meest in de rooilijn; nokrichting aansluiten bij thematische opzet omgeving, meest haaks op de weg; hoofdgebouw is dominant op kavel; respecteren van open bebouwingsstructuur van de jongere bebouwing; Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met een kap; ondergeschikte zijvleugel mogelijk; vakbekwame compositie. Aanzichten enige versiering in de vorm van plastiek en ornament mogelijk; baksteenarchitectuur met een variërende gevelgeleding; bijgebouwen ook in hout of een profielplaat. Opmaak aansluiten bij thematisch opzet omgeving, meest gedekte tinten; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan.

35 10. penitentiaire inrichting / coa Analyse gebied Algemeen Naast het bedrijventerrein ter hoogte van Ter Apel in het zuidwestelijk deel van de gemeente ligt een gebied waar het COA en een penitentiaire inrichting zijn gesitueerd. Deze functies onderscheiden zich duidelijk van de naast- gelegen bedrijven. Niet alleen door de uiterlijke verschijning van de bebouwing, maar ook door de zeer beperkte toegankelijkheid van het gebied. Ruimte De locatie is duidelijk omkaderd door een hekwerk. Ook onder invloed van een poortgebouwtje isoleert dit gebied zich in sterke mate van de omgeving. De bebouwing is in een sterke ordening langs een intern ontsluitingssysteem gesitueerd. Er is daardoor sprake van en sterke ruimtelijke eenheid. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De bouwvolumes hebben overwegend een krachtige kubische hoofdvorm. Het materiaalgebruik is per complex eenduidig en bestaat uit baksteen en moderne materialen. Tot op het detailniveau heeft het geheel een functionele uitstraling. duidelijke rooilijnen. Hoofdvorm niet samengestelde, krachtig vormgegeven kubische hoofdvorm; weinig plasticiteit; vakbekwame compositie. Aanzichten functionele uitstraling; doelmatige detaillering; geen ornament. Opmaak eenduidig materiaalgebruik per complex; baksteen, metaal, moderne materialen of beton voor de gevels. Waardering De waarde van dit gebied wordt bepaald door zowel de zorgvuldige overgang tussen terrein en omliggend landschap ondanks het besloten karakter ervan als door de architectonische kwaliteit. Beleidsintenties Het beleid is er op gericht om uitbreidingen of veranderingen de huidige kwaliteiten te handhaven. Welstandscriteria positie van de hoofdvorm wordt bepaald door de functionele organisatie;

36 kernen

37

38 11. gemengde bebouwing ter apel Analyse gebied Algemeen Ter Apel is in de 19e eeuw langs de noordzijde van het Ter Apelkanaal ontstaan, dit uit zich in een verstedelijkt veenkoloniaal lint. De verstedelijking is herkenbaar in ruimtelijke zin (bebouwingsdichtheid) en in functionele zin (aanwezigheid winkels en horeca ed.). Het lint is voornamelijk in de jaren 30 verder uitgebreid, niet alleen meer langs het kanaal, maar ook langs de wegen die het dorp met de ommelanden verbond. De bebouwing daarin heeft een minder stedelijk karakter. Ter Apel is in de loop van de 20ste eeuw langzaam ingevuld en verdicht. De overgebleven open en groen ingerichte gebieden zijn ingevuld met gemengde bebouwingsvormen en verschillende functies. Ruimte In het oudere deel van het gebied wordt het ruimtelijk beeld gevormd door een sterke lineaire bebouwingsstructuur. De krachtige lineaire structuur wordt benadrukt doordat nagenoeg alle bebouwing in één rooilijn is geplaatst. De bebouwing bestaat uit zowel aaneengeschakelde als vrijstaande panden van verschillende hoogte. De afstand van de bebouwing op de weg is kort, de bebouwing staat veelal direct aan het openbaar gebied. In de nieuwere gebieden is meer sprake van een open bebouwingsstructuur waarin de bebouwing op onregelmatige afstanden t.o.v. elkaar en de weg staat. Wel kan van een zekere ordening van de bebouwing worden gesproken, maar de tussenliggende ruimtes blijven zeer royaal. In het oudere deel staat de bebouwing op relatief korte afstand van de weg. Er is over het algemeen sprake van een redelijk eenduidige rooilijn. De overheersende nokoriëntatie is haaks op de weg. De hoofdgebouwen zijn dominant t.o.v. de bijgebouwen op het erf gesitueerd. De jongste bebouwing kent een ontworpen rooilijnenverloop. Door de positionering ten opzichte van elkaar is er een onderling verband tussen de bouwvolumes.. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De omvang van de bebouwing is divers, zowel wat betreft de hoogte als het bebouwd oppervlak. De veelal uit baksteen opgetrokken bebouwing kent zowel gesloten als transparante gevels die een verticale of horizontale geleding kennen. Er is geen overwegend materiaalgebruik te onderscheiden. In de jongere bebouwing komen naast baksteen meer moderne materialen als beton en staal voor. Ook het kleurgebruik is divers. In aansluiting op de verschillende bouwperiodes waaruit de bebouwing stamt is ook de detaillering niet eenduidig. Over het algemeen is deze als sober en doelmatig te kwalificeren, maar bij een enkel pand is duidelijk sprake van een opvallende aandacht voor het detail. Deze variatie heeft zijn oorsprong in de periode waarin de bebouwing gerealiseerd is. Waardering Dit gebied ontleent zijn waarde aan de afleesbaarheid van de ontwikkelingsgeschiedenis langs een bepaalde tijdsperiode. Andere belangrijke waarden zijn de grote diversiteit in bebouwing en de potentie voor mogelijke ontwikkelingen in het gebied. Beleidsintenties De handhaving van de oudere bebouwing wordt gestimuleerd, terwijl bij nieuwe invullingen vooral op een eigentijdse aanpak wordt ingezet met als doel het ruimtelijk en functioneel beeld te versterken. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren; hoofdgebouwen dominant t.o.v. bijgebouwen. Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm; aandacht voor parcellering (te grote breedtes in één vorm gegoten dienen te worden voorkomen); plasticiteit is mogelijk; vakbekwame compositie. Aanzichten baksteenarchitectuur of open gevelstructuur met een variërende gevelgeleding; architectonische (vorm)relatie in het gevelbeeld tussen de begane grond en de verdiepingen. Opmaak baksteen in diverse kleuren; bij het ontwerp passende detaillering; uitsluitend rode of donkere dakbedekking (pannen); profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan.

39 12. dorpskernen Analyse gebied Algemeen De dorpen Vlagtwedde en Sellingen zijn in het stroomdallandschap van de Ruiten Aa ontstaan uit lintvormige bebouwing. In eerste instantie bestond de bebouwing voornamelijk uit agrarische gebouwen, in de loop der tijd is het verdicht met woningen, kleine neringen en later winkels en horeca. Het resultaat is een gevarieerd bebouwingsbeeld, waar de bebouwingsdichtheid wisselt en de rooilijn af en toe teruggelegd is, bijvoorbeeld bij representatieve bebouwing. Aan de randen van de kernen gaan deze gebieden over in de linten uit de welstandsgebieden 1 (wonen in historisch landschap) en 2 (wonen in ontginningsgebied). Ruimte Hoewel de tussenliggende ruimte varieert is er overwegend sprake van een relatief dicht op elkaar staande individuele bebouwing die slechts op enkele plaatsen doorzicht biedt op achterliggende gebieden. Grote bouwvolumes staan veelal ruimer op de kavel. De afstand tot de weg is wisselend. Oudere en representatieve bebouwing staat verder van de weg dan de nieuwere woonbebouwing. Het beeld wordt op deze locaties mede bepaald door opgaande beplanting. De meeste bebouwing is in een denkbeeldige rooilijn gesitueerd die het verloop van de weg volgt. Dan is er ook veelal sprake van een nokoriëntatie die zich haaks op de wegas bevindt. Bij de bebouwing die wat vrijer is gesitueerd ten opzichte van de weg en vaak ook verder terugligt komen wisselende nokoriëntaties voor. De hoofdgebouwen zijn in bijna alle situaties dominant t.o.v. de bijgebouwen. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De overwegend enkelvoudige bouwvolumes zijn over het algemeen opgebouwd uit één bouwlaag met een kap. Voor het merendeel is er sprake van een traditionele gesloten baksteenarchitectuur met een verticale geleding. Bij een aantal winkels en representatieve gebouwen (bijvoorbeeld het gemeentehuis te Sellingen) is sprake van een meervoudig bouwvolume, met een open gevel en wisselende gevelgeleding. Over het algemeen overheerst een rode baksteen in een middentoon voor de gevels en zowel rode als antracietkleurige dakpannen voor de dakbedekking. Waardering Het rustige straatbeeld en de afleesbaarheid van de ontwikkelingsgeschiedenis bepalen de waarde in dit gebied. Een aantal plekken met oudere bebouwing zorgt voor een afwisselend beeld. Beleidsintenties Het beleid met betrekking tot de architectonische en stedenbouwkundige aspecten is op respecteren gericht. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren; hoofdgebouwen dominant t.o.v. bijgebouwen. Hoofdvorm eenvoudige niet samengestelde hoofdvorm overwegend met kap; sobere plasticiteit; vakbekwame compositie. Aanzichten gesloten baksteenarchitectuur met een variërende gevelgeleding; voor winkels en representatieve bebouwing is een meer open gevel mogelijk. Opmaak eenvoudige detaillering; rode gevelsteen in een middentoon, incidenteel afwijkende kleurstelling mogelijk; uitsluitend rode of antracietkleurige pannen voor het dak afgestemd op belendingen; weinig ornament door versierend metselwerk; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan.

40 13. historisch lintvormige uitbreidingen Analyse gebied Algemeen Bij Ter Apel zijn vanaf 1900 langs reeds aanwezige wegen en kanalen de eerste vooroorlogse uitbreiding ontstaan. De linten bestaan uit een gemengde bebouwing (boerderijen, woningen, winkels en bedrijfsbebouwing). Tussen de bebouwing is het open landschap in de meeste gevallen zichtbaar. Behalve een grote verscheidenheid aan bebouwingsfuncties is ook de architectonische kwaliteit nogal uiteenlopend. Hoewel de bebouwing over het algemeen sober van karakter is, komen ook opvallende voorbeelden van bouwkunst uit de jaren 30 van de vorige eeuw voor. Ruimte De bebouwing wordt gevormd door een lintvormige bebouwingsstructuur. De afstand tussen de bebouwing varieert, waardoor de openheid en het zicht op het achterliggende gebied varieert. De bebouwing staat veelal op diepe percelen die vooral wanneer er sprake is van een verdichting door een concentratie van woonhuizen verhoudingsgewijs nogal smal zijn. Invullingen met woningen uit de naoorlogse periode komen voor. Het profiel van het openbare gebied maakt een ruime indruk door bermen en de redelijke afstand van de van weg tot aan de voorgevels. Erfbeplanting komt aan de voorzijde alleen bij sommige boerderijen en grote woonhuizen voor die ten opzichte van het overheersende beeld wat naar achteren zijn gerooid. De meeste bebouwing staat voornamelijk op een regelmatige afstand van de weg in een denkbeeldige rooilijn gesitueerd. Bij een gering deel is sprake van een verspringende rooilijn. De nokrichting is overwegend haaks op de wegas. De hoofdgebouwen zijn dominant t.o.v. de bijgebouwen op het erf gesitueerd. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De hoofdbouwmassa is sterk gevarieerd zowel wat betreft de grootte als de bouwhoogte die varieert van een tot twee bouwlagen met kap. Er is over het algemeen sprake van een enkelvoudige bouwmassa met weinig plasticiteit. De bebouwing is vormgegeven in een baksteenarchitectuur met een verticale dan wel een wisselende geleding. Meestal is er sprake van een rode baksteen, maar bij bebouwing uit de jaren 30 van de vorige eeuw komt ook paarsrode en roodbruine baksteen voor. In combinatie met plasticiteit komt ornamentering in de vorm van bijzondere metselverbanden voor. Waardering Dit gebied ontleent zijn waarde aan de afleesbaarheid van de ontwikkelingsgeschiedenis langs een bepaalde tijdsperiode. Hoewel de bebouwing onderling sterk varieert, is er toch samen met de structurerende werking van het kanaal en de evenwijdig daaraan lopende wegen sprake van een waardevolle ruimtelijke samenhang. Een enkele keer is er sprake van een bovengemiddelde representant van de bouwperiode uit de jaren 30. Beleidsintenties Er wordt vooral op het behoud van de stedenbouwkundige structuur ingezet. Voor de bebouwing betekent dit een zorgvuldige afweging van de afstand tot de weg en een consequente houding ten aanzien van de noklijn die haaks op de wegas is georiënteerd. Daarbij is ruimte voor het wijzigen van de aanwezige bebouwing hoewel in incidentele gevallen (bijvoorbeeld bij beeldbepalende voorbeelden van een bepaalde bouwperiode) de mogelijkheden beperkt zijn. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren; hoofdgebouwen dominant t.o.v. bijgebouwen. Hoofdvorm enkelvoudige en samengestelde hoofdvorm met zadeldak voorzien van overstekken; plasticiteit in de hoofdvorm ter plaatse van entrees; vakbekwame compositie. Aanzichten gesloten baksteenarchitectuur met een variërende gevelgeleding. Opmaak baksteen voor de gevels in een rode tot paarsrode en roodbruine kleur; rode of blauw/grijs tot antracietkleurige pannen voor het dak; ornament door versierend metselwerk; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker; donker gekleurde daken van bijgebouwen toegestaan.

41 14. planmatig ontwikkelde woongebieden Analyse gebied Algemeen Kort na de Tweede Wereldoorlog was er een grote vraag naar woningen. Om aan deze vraag te kunnen voldoen werden in de eerste wederopbouwperiode van de jaren 50 de eerste grotere woningbouwprojecten tot stand gebracht. In de gemeente Vlagtwedde treffen we deze woningen aan in Ter Apel, Vlagtwedde, Sellingen, Bourtange en hier en daar in het buitengebied. Vanaf het begin van de jaren 60 kwam de grote bouwstroom in Nederland op gang. Vooral in de steden leidde dit tot grootschalige uitbreidingen die waren opgebouwd uit zich repeterende orthogonale patronen (stempelplannen), gebaseerd op een sterk geïndustrialiseerde bouwmethode. Ook in Ter Apel en Vlagtwedde treffen we voorbeelden van deze periode aan. In de loop van de jaren 70 ontstond er, onder druk van maatschappelijke veranderingen, vanuit de vakwereld de roep een andere koers te varen. Begrippen als herbergzaamheid en herkenbaarheid en verkeersveiligheid leidde tot de introductie van het woonerf. Voorbeelden hiervan zijn op kleine schaal te vinden in Ter Apel en Sellingen. Deze plannen, waarin van een duidelijke ruimtelijke hiërarchie sprake was leidden uiteindelijk tot de minder gestructureerde plannen die in de loop der jaren 80 tot begin jaren 90 werden gerealiseerd. Echte voorbeelden van deze periode komen in de gemeente niet voor. Vanaf het begin van de jaren 90 werden in alle kernen van Vlagtwedde vrijstaande en halfvrijstaande woningen gerealiseerd. Ruimte Eind jaren 60 en begin jaren 70 is er sprake van wandvormende bebouwing langs veelal ruim opgezette profielen. Soms is er sprake van centrale groengebieden met daarin voorzieningen, zoals in Ter Apel ( t Heem). Daarna verandert het ruimtelijk beeld sterk door bouwprogramma s die uit kleine eenheden als vrijstaande en half vrijstaande woningen bestaan en een veel vrijer gevormd patroon van openbare ruimtes. In de meest recente uitbreidingen komt verhoudingsgewijs steeds minder openbaar gebied voor. De bebouwing staat merendeels strak in de rooilijn met in de jaren 60 en 70 de nok evenwijdig aan de wegas. Het rooilijnenverloop en de nokoriëntatie is per woningbouwproject herkenbaar. In de loop der tijd bij de realisatie van meer vrijstaande woningen wordt het beeld gevarieerder. Vooral vanaf de jaren 90 komen wisselende rooilijnen voor. Ook de nokoriëntatie wisselt hoewel haaks op de weg dominant is. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De bebouwing kent een sterke eenheid per project. In de jaren 60, 70 en deels 80 bestaat de bebouwing veelal uit enkelvoudige volumes in twee bouwlagen voorzien van een zadeldak. Vanaf eind jaren 80 is één bouwlaag met een kap de meest voorkomende bouwmassa. In deze periode vindt een omslag plaats van enkelvoudige naar samengestelde bouwmassa s. Er is over het algemeen in alle bouwperiodes gebouwd in een traditionele stijl waarin baksteen variërend van rood (tot midden jaren 70), geel (jaren 80) tot lichte kleuren in het laatste decennium van de vorige eeuw het belangrijkste gevelmateriaal was. Waardering Dit gebied representeert een aantal te onderscheiden stedenbouwkundige ontwikkelingen in het naoorlogse bouwen. Hieraan ontleent het gebied zijn waarde. Beleidsintenties Het beleid is het respecteren van de ruime opzet van de wijken, de schaal, de architectonische en stedenbouwkundige karakteristieken. Het incidenteel wijzigen van woningen is over het algemeen geen probleem. In bepaalde gevallen zal planmatig wijzigen het beleid zijn zoals bij herstructureringen. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande; bij invullingen rooilijnenverloop van de belendingen respecteren; aansluiten bij bestaande thematische opzet ter plaatse; hoofdgebouw dominant t.o.v. bijgebouwen; Hoofdvorm eenvoudige, niet samengesteld hoofdvorm met kap; bij rijen en dubbele woningen dienen ingrijpende wijzigingen, zoals dakopbouwen, bloksgewijs te worden aangepakt; vakbekwame compositie. Aanzichten bij rijen en dubbele woningen dienen gevelwijzigingen te worden afgestemd op het beeld van het totale blok; gesloten baksteenarchitectuur met een variërende gevelgeleding; bijgebouwen ook in hout en profielplaat; bijgebouwen grenzend aan het openbaar gebied in de stijl van het hoofdgebouw. Opmaak kleur- en materiaalgebruik aansluiten bij het beeld van het totale blok en de straat; profielplaat voor gevels van bijgebouwen en schuren donker.

42 15. recreatief groen Analyse gebied Algemeen Dit welstandsgebied komt alleen in Ter Apel voor en bestaat uit het gebied rondom het zwembad Moekes Gat, het aan de noordoost kant gelegen Sportpark, t Heem en de groenzone aan weerszijden van de Nulweg. Alle drie de gebieden hebben een sterk recreatief karakter. Van de weinige bebouwing die er voorkomt valt door zijn omvang vooral de manege op. Ruimte De genoemde gebieden kenmerken zich door hun groene karakter met incidentele bebouwing daarin gesitueerd. Anders dan bijvoorbeeld in de woonbuurten (bebouwing vormt ruimte) is hier sprake van grote ruimtes waarin bebouwing staat. Met uitzondering van de manege moet men er vanuit de omliggende gebieden echt naartoe gaan om de bebouwing goed te kunnen waarnemen. Er is sprake van een losse situering die meer op de gegevenheden ter plekke zijn gebaseerd dan dat er voor een groter gebied een ruimtelijke aanpak bestaat. recreatieve aspecten zullen daar waar mogelijk kunnen worden versterkt. Bij eventuele nieuwbouw dient de bebouwing duidelijk op de locatie en afleesbaar vanuit zijn functie te worden ontworpen. Welstandscriteria bij vervanging positie en (nok)oriëntatie bij voorkeur baseren op bestaande. Hoofdvorm eenvoudige, niet samengestelde hoofdvorm met of zonder kap; vakbekwame compositie. Aanzichten bij de functie passende architectonische uitdrukking. Opmaak geen lichte tinten als hoofdkleur voor de grote (gevel)vlakken; moderne materialen toegestaan. Hoofdvorm/aanzichten/opmaak De bouwmassa s zijn overwegend bescheiden van omvang met uitzondering van de manege. De meeste bebouwing heeft een uitstraling die bij de betreffende functie past; zwembadgebouwtjes, manege, sportgebouwtjes en een scoutinggebouw. De materialen zijn overwegend traditioneel zoals baksteen en hout met uitzondering van de manege die is uitgevoerd in damwandprofiel. Waardering De waarde wordt bepaald door het functionele karakter van de groenvoorzieningen als groene recreatieve sportomgeving. De diverse losse bebouwingselementen met veelal een openbaar karakter ondersteunen de waardering. Beleidsintenties Het beleid is er op gericht de bestaande openheid te handhaven. De

4 Algemene welstandscriteria

4 Algemene welstandscriteria 74 4 Algemene welstandscriteria 4.1. Toelichting In dit hoofdstuk worden de algemene welstandscriteria genoemd, die bij iedere welstandsbeoordeling worden gehanteerd. Deze criteria zijn gebaseerd op de

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria

Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria Hoofdstuk 6. Algemene en object gerichte criteria 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden criteria genoemd die niet gebiedsspecifiek zijn maar in de gehele gemeente gelden. Het gaat om meer algemene criteria

Nadere informatie

ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA

ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA 4 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA De algemene welstandscriteria die in deze paragraaf worden genoemd richten zich op de zeggingskracht en het vakmanschap van het architectonisch ontwerp en zijn terug te voeren

Nadere informatie

3 Reglement van orde van de welstandscommissie

3 Reglement van orde van de welstandscommissie 3 Reglement van orde van de welstandscommissie Artikel 3.1 Aanwijzing van de commissie De welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Bijlage 4. Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties (vervallen)

Bijlage 4. Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties (vervallen) Bijlage 1. Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning Artikel 1 De bij de aanvraag om bouwvergunning behorende bescheiden als bedoeld in artikel 2.1.3 van de bouwverordening Artikel 2 De bij de aanvraag

Nadere informatie

Bijlage 9 Reglement van orde welstand

Bijlage 9 Reglement van orde welstand Bijlage 9 Reglement van orde welstand [In de praktijk blijken er grote verschillen in werkwijze tussen de (provinciale) welstandsorganisaties, waardoor het vrijwel onmogelijk is om een universeel toepasbare

Nadere informatie

concept concept concept concept concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1

concept concept concept concept concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1 concept concept concept concept concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1 W E L S T A N D S N O T A GEMEENTE DELFZIJL Delfzijl/ Assen, 4 oktober 2004 Projectnr. 055.00.01.15.00 Welstandsnota

Nadere informatie

1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie

1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Reglement op de welstandscommissie in Oldebroek 1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie 1.1 Benoemingsprocedure 1.2 Samenstelling

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1 DEEL C - PROCEDURE . Inhoudsopgave pagina DEEL C - PROCEDURE 1 9. WELSTANDSPROCEDURE 1 9.1 De status van de welstandsnota 1 9.2 Organisatie van welstand 1 9.3 De welstandsprocedure 1 9.4 Nieuwe bouwprojecten

Nadere informatie

Reglement van orde van de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

Reglement van orde van de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Reglement op de welstandscommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit in Mook en Middelaar 1. Benoeming en samenstelling

Nadere informatie

U heeft ons verzocht inzichtelijk te willen maken wat de kosten zullen zijn, indien Libau de welstandsadvisering voor uw gemeente verzorgt.

U heeft ons verzocht inzichtelijk te willen maken wat de kosten zullen zijn, indien Libau de welstandsadvisering voor uw gemeente verzorgt. Gemeente Emmen t.a.v. dhr. J.H. Laarman Postbus 30.0001 7800 RA EMMEN hoge der a 5 9712 ac groningen telefoon (050) 312 65 45 fax (050) 312 33 62 email: info@libau.nl groningen 5 april 2013 onderwerp uitvoering

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 1.3 Leeswijzer

1. INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 1.3 Leeswijzer INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 1.3 Leeswijzer 2. RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID APPINGEDAM 2.1 Welstandszorg in de oude situatie 2.2 Monumentenzorg 2.3 Ruimtelijk

Nadere informatie

Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1. concept

Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1. concept Welstandsnota Ten Boer BESCHRIJVING PER GEBIED 1 concept 2 BESCHRIJVING PER GEBIED Welstandsnota Ten Boer W E L S T A N D S N O T A GEMEENTE DELFZIJL Delfzijl/ Assen, 4 oktober 2004 Projectnr. 055.00.01.15.00

Nadere informatie

behoort bij besluit van de raad van de gemeente Bronckhorst van 23 september 2010, nr. 100923/16

behoort bij besluit van de raad van de gemeente Bronckhorst van 23 september 2010, nr. 100923/16 Bouwvergunning - bijlagen Bijlagen 1 tot en met 6, bijlage 8 en bijlagen 10 tot en met 12 (vervallen) Bijlage 7 Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen Bijlage

Nadere informatie

Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik

Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Bunnik 1 Inhoudsopgave van het Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit 1. Benoeming en samenstelling van de commissie

Nadere informatie

Schoolstraat 1, Postbus 38, 9780 AA Bedum Internet: www.bedum.nl - Tel 050-3018911

Schoolstraat 1, Postbus 38, 9780 AA Bedum Internet: www.bedum.nl - Tel 050-3018911 1. INLEIDING 1.1 Inleiding 2 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 3 1.3 Leeswijzer 3 2. RUIMTELIJKE KWALITEITSBELEID IN BEDUM 2.1 Welstandszorg 4 2.2 Monumentenzorg 5 2.3 Ruimtelijk beleid 5 2.4 Aansluiting

Nadere informatie

Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie

Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie 1. Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie 1.1 Benoemingsprocedure De gemeenteraad wijst op voordracht van het college de vereniging

Nadere informatie

Reglement van orde van de welstandscommissie

Reglement van orde van de welstandscommissie Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie 1 Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie 1.1 Benoemingsprocedure 1.2 Samenstelling welstandscommissie 2. Taakomschrijving 2.1 Taakomschrijving

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2010

Jaarverslag Welstandstoezicht 2010 Jaarverslag Welstandstoezicht 2010 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen December

Nadere informatie

Welstandsjaarverslag 2006

Welstandsjaarverslag 2006 Welstandsjaarverslag 2006 Burgemeester en wethouders van Beemster 13 november 2007. 1. Doelstelling en wettelijk kader Sinds 1 januari 2003 bepaalt de Woningwet, in artikel 12c, dat burgemeester en wethouders

Nadere informatie

VERORDENING COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT EN ERFGOED GOOISE MEREN 2016

VERORDENING COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT EN ERFGOED GOOISE MEREN 2016 VERORDENING COMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT EN ERFGOED GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van 4 januari 2016, nr. RV16.007 gelet op artikel 84 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016 22-03-2017 Jaarverslag Burgemeester en Wethouders Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2016 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Ir. D. Danckaert Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Bijlage 9 Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit Toelichting

Bijlage 9 Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit Toelichting Bijlage 9 Reglement van orde van de commissie ruimtelijke kwaliteit In de praktijk blijken er grote verschillen in werkwijze tussen de (provinciale) welstandsorganisaties, waardoor het vrijwel onmogelijk

Nadere informatie

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet

Jaarverslag Welstandstoezicht 2014. : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet Jaarverslag Welstandstoezicht 2014 Opgesteld door In kader van Aangeboden aan : het college van burgemeester en wethouders van Velsen : artikel 12 c van de Woningwet : Gemeenteraad van Velsen Juni 2015

Nadere informatie

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009

Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009 2 februari 2010 Jaarverslag Burgemeester en Wethouders Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Ir. D. Danckaert Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding en achtergronden

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding en achtergronden 1 Inleiding Op 29 juni 2004 is de welstandsnota Amersfoort door de gemeenteraad vastgesteld. Nu drie jaar later is er een nieuw bestuur dat deregulering hoog op de agenda heeft staan. Daarnaast zijn er

Nadere informatie

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen Wijzigingen hoofdstuk 2. Inleiding: - Bouwvergunning wijzigen in: omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen. - In de praktijk zal de welstandsnota waarschijnlijk nauwelijks

Nadere informatie

Aanvullingen Welstandsnota

Aanvullingen Welstandsnota Aanvullingen Welstandsnota INHOUD 1.3 B & W VOEREN HET WELSTANDSTOEZICHT UIT... 3 1.8 HANDHAVING... 6 2 1.3 B & W VOEREN HET WELSTANDSTOEZICHT UIT De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de afgifte van

Nadere informatie

VOORWOORD EN INLEIDING

VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD EN INLEIDING Inhoudsopgave pagina VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Het doel en de reikwijdte van deze welstandsnota 1 1.3 Leeswijzer 2 Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

Welstandsnota Haren groningen augustus 2003

Welstandsnota Haren groningen augustus 2003 Welstandsnota Haren groningen augustus 2003 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 1.1 Inleiding 3 1.2 Doel en uitgangspunten welstandsnota 3 1.3 Leeswijzer 4 2. RUIMTELIJKE KWALITEITSBELEID IN HAREN 2.1 Welstandszorg

Nadere informatie

3 Woningwet en Welstand

3 Woningwet en Welstand Schema welstandstoets 3-1 HOOFDSTUK 3 WONINGWET EN WELSTAND 3.1 Inleiding De Woningwet kent per 1 januari 2003 drie categorieën bouwwerken: - bouwvergunningvrij - licht-bouwvergunningplichtig - regulier

Nadere informatie

Nota van B&W. Inleiding

Nota van B&W. Inleiding gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Jaarverslag welstandsverantwoording 201 0 Portefeuillehouder J.J. Nobel Collegevergadering 10 mei 2011 Inlichtingen mw. mr. J.M. Metselaar (023-567 3528)

Nadere informatie

Bijlage 9 Bouwverordening. Reglement Integrale Kwaliteits Commissie. Gemeente Gennep. Inhoudsopgave

Bijlage 9 Bouwverordening. Reglement Integrale Kwaliteits Commissie. Gemeente Gennep. Inhoudsopgave Bijlage 9 Bouwverordening Reglement Integrale Kwaliteits Commissie Gemeente Gennep Inhoudsopgave 1. Benoeming en samenstelling van de IKC 1.1 Begripsbepaling 1.2 Benoemingsprocedure 1.3 Samenstelling IKC

Nadere informatie

De r d e w i j z i g i n g

De r d e w i j z i g i n g De r d e w i j z i g i n g Welstandsnota gemeente Montferland derde wijziging Welstandsnota gemeente Montferland 26 november 2015 gemeente Montferland Correspondentieadres: Postbus 47 6940 BA Didam T 0316-291

Nadere informatie

Bijlage als bedoeld in de artikelen en 3.1

Bijlage als bedoeld in de artikelen en 3.1 BIJLAGEN BIJ DE BOUWVERGUNNING GEMEENTE GELDERMALSEN 2010 Behorende bij het besluit van gemeenteraad van 28-9-2010, nr. 15 Bijlage als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1 Bijlage 1 Gegevens en bescheiden

Nadere informatie

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK)

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK) Memo Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK) Inleiding In het kader van nieuw welstandsbeleid is onderzocht welke mogelijkheden

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Neerijnen. Nr. 30174 9 april 2015 Wijziging bouwverordening Neerijnen De raad van de gemeente Neerijnen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014 B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2014 Voorwoord Naast een zelfstandig jaarverslag van de onafhankelijke welstandscommissie verlangt de Woningwet (Ww) ook van het College van B&W om eenmaal per jaar aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Reglement van orde op de welstandscommissie voor de gemeente Beemster

Reglement van orde op de welstandscommissie voor de gemeente Beemster Reglement van orde op de welstandscommissie voor de gemeente Beemster Inleiding In dit Reglement van orde op welstandscommissie van de gemeente Beemster worden de instelling van de welstandscommissie voor

Nadere informatie

Welstandsnota Katwijk 2012

Welstandsnota Katwijk 2012 Welstandsnota Katwijk 2012 1. Algemeen 1. Algemeen 2. Dorpskernen 3. Boulevard 4. Duinvilla s 5. Stempelwijken 6. Stratenwijken 7. Dorpse wijken 8. Woonerfwijken 9. Lintbebouwing 10. Modern 11. Woonhoven

Nadere informatie

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013

B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013 B&W VERSLAG WELSTANDSBELEID 2013 Voorwoord Naast een zelfstandig jaarverslag van de onafhankelijke welstandscommissie verlangt de Woningwet (Ww) ook van het College van B&W om eenmaal per jaar aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (als bedoeld in de artikelen en 3.1)

Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (als bedoeld in de artikelen en 3.1) BIJLAGEN Bijlage 1: Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1) De bij de aanvraag om

Nadere informatie

Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen

Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen Jaarverslag Welstand 2013 Gemeente Schinnen Inleiding Conform de Woningwet ligt voor u het jaarverslag Welstand 2013 van de Gemeente Schinnen. Teneinde het welstandstoezicht binnen de gemeente inzichtelijk

Nadere informatie

Artikel 9.1 advisering door de Artikel 9.1 De advisering door de welstands- en welstands- en monumentencommissie monumentencommissie (OUD) (NIEUW)

Artikel 9.1 advisering door de Artikel 9.1 De advisering door de welstands- en welstands- en monumentencommissie monumentencommissie (OUD) (NIEUW) Artikel 9.1 De advisering door de welstands- en monumentencommissie (OUD) 1. De advisering over redelijke eisen van welstand en de advisering in het kader van de Monumentenwet is opgedragen aan de adviescommissie

Nadere informatie

Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 11 mei 2004 Agendapunt : 22. Aan de Raad. Made, 20 april welstandsnota

Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 11 mei 2004 Agendapunt : 22. Aan de Raad. Made, 20 april welstandsnota Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 11 mei 2004 Agendapunt : 22 Aan de Raad Made, 20 april 2004 Onderwerp Voorstel Financiële gevolgen welstandsnota vaststellen welstandsnota n.v.t. Toelichting

Nadere informatie

Welstandsnota. Gemeente Gilze en Rijen. SCHOUT rv&b

Welstandsnota. Gemeente Gilze en Rijen. SCHOUT rv&b Welstandsnota Gemeente Gilze en Rijen 1 SCHOUT rv&b 2 Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt de nieuwe Welstandsnota van de gemeente Gilze en Rijen. Het woord nieuwe is eigenlijk niet terecht, want er is geen

Nadere informatie

Nota Welstandsbeleid Woudrichem

Nota Welstandsbeleid Woudrichem Nota Welstandsbeleid Woudrichem Nota welstandsbeleid Woudrichem 1 Voorwoord In de nieuwe Woningwet is onderkend dat welstandszorg als middel tot sturing van de ruimtelijke kwaliteit onontbeerlijk is. Tegelijkertijd

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit: Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Nota van B&W Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Dhr. H. Wals Telefoon 5113989 E-mail: walsh@haarlem.nl VVH Reg.nr. S&O/2008/88493 Te kopiëren: bijlage A

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE 1 Inleiding Op de Welstandsnota is de gemeentelijke inspraakverordening van toepassing. De nota lag met ingang van donderdag 15 september 2011 tot en met woensdag 26

Nadere informatie

Bijlage 1b. Reglement van orde van de stadsbouwmeester

Bijlage 1b. Reglement van orde van de stadsbouwmeester Bijlage 1b Reglement van orde van de stadsbouwmeester Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a.vooroverlegaanvraag: een informele aanvraag over de planologische haalbaarheid

Nadere informatie

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17 Onderwerp Vergadering van Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013 Portefeuillehouder Nummer L. Franken 17 Contact en vragen via Technischevragen@hollandskroon.nl Voorstel Een keuze te maken

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Welstandsbeleid 1 11 maart WIII

RAADSVOORSTEL. Welstandsbeleid 1 11 maart WIII RAADSVOORSTEL Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering de dato: Agendanummer: p.h.: Welstandsbeleid 1 11 maart 2014 14.03.10 WIII de raad van de gemeente Asten Samenvatting Op 24 april 2012 is het huidige welstandsbeleid

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure

Inhoud presentatie. Inleiding. Opbouw van de welstandsnota. Beoordelingskader. 2 voorbeelduitwerkingen. Procedure WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN 16 februari 2004 Inhoud presentatie Inleiding Opbouw van de welstandsnota Beoordelingskader 2 voorbeelduitwerkingen Procedure Inleiding Aanleiding welstandsnota Welstandsnota

Nadere informatie

Krimpen aan den IJssel

Krimpen aan den IJssel leeswijzer vaststelling handhaving deel A algemene bepalingen procedures advies welstandsnota Krimpen aan den IJssel bezwaren welstandsniveau s juli 2004 beoordelingsaspecten Welstandsnota Gemeente Krimpen

Nadere informatie

Bouwverordening 2007 Hoofdstuk 9 Welstand Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie

Bouwverordening 2007 Hoofdstuk 9 Welstand Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Bouwverordening 2007 Hoofdstuk 9 Welstand Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie N.B. Voor de aangehaalde artikelen van de woningwet wordt verwezen naar die wet, bereikbaar via de link

Nadere informatie

Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004

Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004 Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004 Inleiding Op 1 januari 2003 is de Woningwet 2002 in werking getreden. In deze wet wordt een structureel andere

Nadere informatie

BIJLAGE 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Heiloo

BIJLAGE 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Heiloo BIJLAGE 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Heiloo Inhoud 1. Advisering door de welstandscommissie 2. Samenstelling van de welstandscommissie 3. Benoeming en zittingsduur 4. Jaarlijkse verantwoording

Nadere informatie

Raadsbesluit tot aanpassing bijlage 9 van de Bouwverordening 2004, gemeente Lingewaard

Raadsbesluit tot aanpassing bijlage 9 van de Bouwverordening 2004, gemeente Lingewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lingewaard Nr. 26426 5 februari 2019 Raadsbesluit tot aanpassing bijlage 9 van de Bouwverordening 2004, gemeente Lingewaard De raad van de gemeente Lingewaard;

Nadere informatie

REGLEMENT voor de welstandscommissie

REGLEMENT voor de welstandscommissie REGLEMENT voor de welstandscommissie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Reglement van orde op de welstandscommissie van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Reglement van orde op de welstandscommissie van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Reglement van orde op de welstandscommissie van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Inleiding In dit Reglement van orde op de welstandscommissie van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen

Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen No. De raad van de gemeente Westerwolde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 29 januari 2019, no. Z/19/082347/D-232684, afdeling Ruimte; besluit: vast te stellen de navolgende Bouwverordening

Nadere informatie

Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning

Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning BIJLAGEN Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning Bijlage als bedoeld in de artikelen 2.1.1 en 3.1 Artikel 1 De bij de aanvraag om bouwvergunning behorende bescheiden als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2004/167

Raadsvoorstel 2004/167 Raadsvoorstel 2004/167 Onderwerp Portefeuillehouder drs. M.J. Bezuijen Commissie Ruimte en Economie/Wonen en Werken d.d. 17 mei 2004 Datum 27 april 2004 Raadsvergadering 27 mei 2004 Samenvatting Voor de

Nadere informatie

hûs en hiem welstandsadvisering en monumentenzorg JAARVERSLAG 2017 LOKALE ADVIESCOMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT > WESTSTELLINGWERF

hûs en hiem welstandsadvisering en monumentenzorg JAARVERSLAG 2017 LOKALE ADVIESCOMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT > WESTSTELLINGWERF welstandsadvisering en monumentenzorg JAARVERSLAG 2017 LOKALE ADVIESCOMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT > WESTSTELLINGWERF VOORWOORD Met dit jaarverslag van de Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Nadere informatie

WIJZIGEN BOUWVERORDENING GEMEENTE OMMEN. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015;

WIJZIGEN BOUWVERORDENING GEMEENTE OMMEN. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 40792 26 mei 2015 WIJZIGEN BOUWVERORDENING GEMEENTE OMMEN De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

dat vervolgens bij notariële akte van 24 april 1998 is opgericht de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit Limburg;

dat vervolgens bij notariële akte van 24 april 1998 is opgericht de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit Limburg; 2002, no. 70 De Raad der gemeente Stein; gezien het voorstel inzake het instellen van een commissie ruimtelijke kwaliteit voor het district en de gemeente, alsmede het vaststellen van voorschriften omtrent

Nadere informatie

Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2005.

Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2005. Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2005. INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Artikel 1 Hoofdstuk 2 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8

Nadere informatie

VOORWOORD EN INLEIDING

VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD EN INLEIDING Inhoudsopgave pagina VOORWOORD EN INLEIDING VOORWOORD 1. INLEIDING 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Het doel en de reikwijdte van deze welstandsnota 7 1.3 Leeswijzer 8 Inhoudsopgave Voorwoord

Nadere informatie

Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013.

Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. Raadhuisplein 1 T 045-575 33 99 6367 ED Voerendaal F 045-575 11 95 Postbus 23000 E info@voerendaal.nl 6367 ZG Voerendaal W voerendaal.nl \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 28 maart 2013 Nummer: 2013/5/ Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 3 juni 2009 ALDUS BESLOTEN 11 JUNI 2009. Actualisering welstandsbeleid

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 3 juni 2009 ALDUS BESLOTEN 11 JUNI 2009. Actualisering welstandsbeleid Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 11 JUNI 2009 Doetinchem, 3 juni 2009 Actualisering welstandsbeleid Voorstel: Als kader voor de actualisering van het welstandsbeleid vaststellen: 1. Er moet één

Nadere informatie

hûs en hiem welstandsadvisering en monumentenzorg JAARVERSLAG 2018 LOKALE ADVIESCOMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT > WESTSTELLINGWERF

hûs en hiem welstandsadvisering en monumentenzorg JAARVERSLAG 2018 LOKALE ADVIESCOMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT > WESTSTELLINGWERF welstandsadvisering en monumentenzorg JAARVERSLAG 2018 LOKALE ADVIESCOMMISSIE RUIMTELIJKE KWALITEIT > WESTSTELLINGWERF VOORWOORD Met dit jaarverslag van de Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE BERNHEZE ALGEMEEN DEEL BEBOUWINGSTYPEN 2.2 Welstandsniveaus Aan elk gebied in de gemeente Bernheze is een welstandsniveau toegekend. De basis voor het welstandsniveau is gelegen

Nadere informatie

W e l s t a n d s n o t a

W e l s t a n d s n o t a W e l s t a n d s n o t a gemeente Rozendaal Gelders Genootschap / Amer Adviseurs in opdracht van de gemeente Rozendaal Februari 2004 1 2 GELDERS GENOOTSCHAP Welstandsnota Rozendaal 1. Welstandsnota 5

Nadere informatie

Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam 2013

Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam 2013 Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam 2013 Artikel 1 Advisering 1. Er is een Commissie voor Welstand en Monumenten, verder te noemen de commissie. 2. De commissie heeft tot

Nadere informatie

Agendanummer: Collegevergadering d.d Portefeuillehouder: H. Wierikx Registratienummer:

Agendanummer: Collegevergadering d.d Portefeuillehouder: H. Wierikx Registratienummer: RAADSVOORSTEL 4i (3e meent Halderberge Raadsvergadering d.d. 24-5-2017 Agendanummer: Collegevergadering d.d. 4-4-2017 Portefeuillehouder: H. Wierikx Registratienummer: 357682 Voorstel 1. De 'Welstandsnota

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013"

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de Welstandsnota Helmond 2013 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Helmond Nr. 126803 21 juli 2017 1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013" De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel

Nadere informatie

Jaarverslag. Welstandscommissie. Gemeente Emmen. over

Jaarverslag. Welstandscommissie. Gemeente Emmen. over Jaarverslag Welstandscommissie Gemeente Emmen over 2013 Voorwoord Dit jaarverslag van de Welstandscommissie over 2013 is tevens het laatste jaarverslag van de huidige commissie. Per 1 januari 2014 is de

Nadere informatie

Welstandsnota Brummen. Aldus vastgesteld op 29 oktober 2009 bij raadsbesluit met kenmerk RV /MB

Welstandsnota Brummen. Aldus vastgesteld op 29 oktober 2009 bij raadsbesluit met kenmerk RV /MB Welstandsnota Brummen Aldus vastgesteld op 29 oktober 2009 bij raadsbesluit met kenmerk RV09.0036/MB Welstandsnota gemeente Brummen In opdracht van de gemeente Brummen uitgevoerd door het Gelders Genootschap

Nadere informatie

Welstandsnota Roosendaal

Welstandsnota Roosendaal Welstandsnota Roosendaal Deel A: Algemene beleidsregels projectnr. 1907-170726 revisie 05 september 2008 Opdrachtgever Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL Datum vrijgave Beschrijving revisie 05 goedkeuring

Nadere informatie

JAARVERSLAG WELSTAND GEMEENTE NEDERWEERT

JAARVERSLAG WELSTAND GEMEENTE NEDERWEERT JAARVERSLAG WELSTAND GEMEENTE NEDERWEERT 2015-2016 Welstandsvrij bouwen in Nederweert INHOUDSOPGAVE Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------ 01 - Voorwoord

Nadere informatie

Concept 1 N O T A W E L S T A N D S B E L E I D M A A S S L U I S

Concept 1 N O T A W E L S T A N D S B E L E I D M A A S S L U I S Concept 1 N O T A W E L S T A N D S B E L E I D M A A S S L U I S 2 0 0 4 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1.1 VOORWOORD 1.2 VOORGESCHIEDENIS 1.3 DOEL EN UITGANGSPUNTEN 1.4 LEESWIJZER 2 WELSTANDSZORG 2.1 ALGEMEEN

Nadere informatie

Memo dakkapellen - welstand

Memo dakkapellen - welstand Memo dakkapellen - welstand Datum: 9 september 2014 Afdeling: Ruimte Probleemstelling Het plan bestaat om in 2015 de huidige welstandsnota te vervangen door een sterk vereenvoudigde versie. De vergunningenpraktijk

Nadere informatie

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999 Stein 22 oktober 2002 Gemeenteblad Afdeling A 2002, no. 97 Agendapunt 9a Bijlagen 1 Aan De Raad Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999 Inleiding Zoals wellicht bekend

Nadere informatie

Reglement van orde van de welstandscommissie. Inhoud

Reglement van orde van de welstandscommissie. Inhoud Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie Inhoud 1. Begripsbepalingen 2. Onafhankelijkheid 3. Samenstelling en benoeming van de commissie 3.1 Samenstelling 3.2 Benoeming en zittingsduur 4.

Nadere informatie

W e l s t a n d s n o t a

W e l s t a n d s n o t a W e l s t a n d s n o t a Gemeente Rijnwaarden Gelders Genootschap in opdracht van de gemeente Rijnwaarden Met medewerking van: Adviesbureau Cuijpers Mei 2004 (1.1-11/05/2004) Colofon In opdracht van Burgemeester

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN

WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN WELSTANDSNOTA GEMEENTE HEUSDEN ALGEMEEN DEEL Ontwerp 17-03-2004 Welstandsnota gemeente Heusden 1 Algemeen deel Welstandsnota gemeente Heusden Welstandsnota gemeente Heusden 2 Inleiding De voorliggende

Nadere informatie

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 1 OPSTELLER VOORSTEL: D. Wielstra-Veenstra AFDELING: Publiekszaken PORTEFEUILLEHOUDER: A. v/d Ploeg Agendapunt: No. /'12 Dokkum, ONDERWERP: Wijziging bouwverordening

Nadere informatie

Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit

Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit Van 10 december 2015 tot en met 13 januari 2016 heeft het ontwerp van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit ter inzage gelegen. Gedurende voornoemde periode zijn in totaal

Nadere informatie

Welstand op maat gemeente Schijndel COLOFON

Welstand op maat gemeente Schijndel COLOFON Welstand op maat gemeente Schijndel 2012 COLOFON De welstandsnota van de gemeente Schijndel is opgesteld in opdracht van het gemeentebestuur. De volgende mensen zijn actief geweest bij het opstellen van

Nadere informatie

Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Welstandscommissie) in de gemeente Beemster

Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Welstandscommissie) in de gemeente Beemster Bijlage 9 Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Welstandscommissie) in de gemeente Beemster Inhoud 1. Advisering door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit

Nadere informatie

Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding

Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding Notitie Algemene richtlijnen ruimtelijke kwaliteit Westzoom Lunteren: 1. Inleiding In de nota van uitgangspunten Westzoom te Lunteren (februari 2011) zijn op structuurniveau de randvoorwaarden geformuleerd

Nadere informatie

Paragraaf 2 Samenstelling en Taken van de Welstands- en Monumentencommissie

Paragraaf 2 Samenstelling en Taken van de Welstands- en Monumentencommissie TOELICHTING op hoofdstuk 9 betreffende Welstand Dordrecht Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 9.1.1 Omschrijft de in hoofdstuk 9 gehanteerde begrippen. Artikel 9.1.2 Alle aanvragen om een bouw- of

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING voor: Plaatsen schutting activiteiten: bouwen van een bouwwerk gebruik in strijd met het bestemmingsplan verleend aan: De heer A.A. van der Griend locatie: Aurorastraat 6, 9635

Nadere informatie

Bijlage bij de Bouwverordening, hoofdstuk 9 Welstand

Bijlage bij de Bouwverordening, hoofdstuk 9 Welstand Bijlage bij de Bouwverordening, hoofdstuk 9 Welstand Reglement van Orde Welstands- en monumentencommissie in de gemeente Leiden (WML) Reglement van Orde Welstands- en monumentencommissie in de gemeente

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 4. ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

1 Inleiding. Aanleiding. 1.1 Aanleiding

1 Inleiding. Aanleiding. 1.1 Aanleiding 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Per januari 2003 is de gewijzigde Woningwet in werking getreden. In de Woningwet is vastgelegd dat bouwaanvragen getoetst moeten worden aan redelijke eisen van welstand. Gemeenten

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie