Herindelingsscan Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel Bestuurlijke Organisatie en Toezicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Herindelingsscan Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel Bestuurlijke Organisatie en Toezicht"

Transcriptie

1 Herindelingsscan Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel Bestuurlijke Organisatie en Toezicht

2 Herindelingsscan Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel Bestuurlijke Organisatie en Toezicht Datum: 11 juni 214 Auteur: Provincie Noord-Brabant, Afdeling IBT

3 2/ juni 214

4 Inhoud Leeswijzer 5 Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 7 1. Inleiding Aanleiding tot de herindelingsscan Doel van de herindelingsscan Werkwijze Structuurkenmerken van de bestaande gemeenten en de nieuw te vormen gemeente Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Inleiding Herindeling en de algemene uitkering Personeelsomvang Frictiekosten en tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling Het financiële belang van de nieuwe gemeente Overige financiële aandachtspunten bij herindeling 3 3. De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Inleiding Begroting en meerjarenraming Begrotingspositie in historisch perspectief Begroting 214 en meerjarenraming Jaarrekeningen (Verplichte) paragrafen uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud Kapitaalgoederen Grondbeleid Verbonden partijen Overige paragrafen Financieel Beleid De eigen inkomsten vergeleken Inleiding De financiële verhoudingswet en belastingcapaciteit Belastingen/overige heffingen Conclusies en aanbevelingen 14 Bijlagen 15 Bijlage 1: Structuurkenmerken van de bestaande gemeenten en de nieuwe gemeente 15 Bijlage 2: Financiële aandachtspunten bij gemeentelijke herindeling 17 Bijlage 3: Algemene actuele ontwikkelingen 19 Bijlage 4: Grondexploitatie gemeente Schijndel 111 Bijlage 5: Grondexploitatie gemeente Sint-Oedenrode 114 Bijlage 6: Grondexploitatie gemeente Veghel juni 214 3/138

5 Bijlage 7: Onderhoud kapitaalgoederen gemeente Schijndel 122 Bijlage 8: Onderhoud kapitaalgoederen gemeente Sint-Oedenrode 124 Bijlage 9: Onderhoud kapitaalgoederengemeente Veghel 125 Bijlage 1: Voorzieningen gemeente Schijndel 127 Bijlage 11: Voorzieningen gemeente Sint-Oedenrode 129 Bijlage 12: Voorzieningen gemeente Veghel 131 Bijlage 14: Omschrijving frictiekosten 136 Bijlage 15: Kernen 213 (bron: CBS) 137 4/ juni 214

6 Leeswijzer Algemeen De herindelingsscan verschaft de bij de herindeling betrokken gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel inzicht in de eigen financiële situatie en in die van de herindelingspartners. Tevens geeft de scan een financiële doorkijk naar de nieuw te vormen gemeente. Er is gebruik gemaakt van een landelijk model, waarin het ministerie van BZK relevante informatie verwerkt. Daarnaast heeft de provincie Noord-Brabant gegevens verzameld in het kader van het reguliere toezicht op gemeenten. Waar nodig heeft de provincie bij de drie gemeenten aanvullende informatie opgevraagd. De begroting 214 en de meerjarenraming 215 tot en met 217 zijn de brondocumenten voor deze herindelingsscan. Indien hiervan wordt afgeweken wordt dit vermeld (bijvoorbeeld wanneer gegevens van de jaarrekeningen 211 tot en met 213 worden gebruikt). De voorliggende herindelingsscan heeft als centrale probleemstelling: Geef een beeld van de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente (door onderzoek naar de financiële positie van de huidige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel) en verschaf inzicht in de belangrijkste financiële effecten van de herindeling. Om hier antwoord op te geven zijn de volgende vijf onderzoeksvragen geformuleerd. Wat zijn de belangrijkste financiële gevolgen van de gemeentelijke herindeling? Wat zijn onze belangrijkste conclusies ten aanzien van de begrotingspositie van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit gebeurt aan de hand van de begroting en de meerjarenraming, maar er wordt ook teruggekeken naar de resultaten van de jaarrekeningen van 211 en 212, alsmede op die van de conceptjaarrekeningen 213. De conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn onze belangrijkste conclusies ten aanzien van de totale financiële positie van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit wordt bezien in relatie tot de risico s die op de gemeenten afkomen. Ook deze conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van het financiële beleid van de drie afzonderlijke gemeenten? Ook deze conclusies leiden tot een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de verschillen tussen de huidige gemeenten onderling en de nieuw te vormen gemeente bij de belastingen en heffingen? Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen De scan begint met een bestuurlijke samenvatting waarin de conclusies over de vijf onderzoeksvragen zijn samengevat. Verder worden er aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente en voor de huidige gemeenten gegeven. De conclusies en aanbevelingen zijn het belangrijkste onderdeel van de herindelingsscan. Deze vindt u in dit deel van het rapport terug. In de vervolghoofdstukken worden de onderzoeksvragen verder uitgediept, waarbij veel detailinformatie aan de orde komt. Hiermee worden de conclusies en aanbevelingen verder onderbouwd. 11 juni 214 Leeswijzer 5/138

7 Hoofdstuk 1: Inleiding De aanleiding, het doel en de werkwijze komen in dit hoofdstuk aan de orde. Hoofdstuk 2: Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Hier wordt ingegaan op de directe (financiële) gevolgen van de gemeentelijke herindeling: de daling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds; de frictiekosten en de tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling; de (fictieve) personeelsomvang van de nieuwe gemeente; het toezicht op grond van de Wet arhi; en overige financiële aandachtspunten, met name ten aanzien van de noodzakelijke harmonisaties. Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten In dit hoofdstuk wordt ingezoomd op de begrotingspositie, de totale financiële positie en het financiële beleid. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn onder meer: de weerstandscapaciteit, de risico s, het grondbeleid, het onderhoud van de kapitaalgoederen en de uitkomsten van de jaarrekeningen. Hoofdstuk 4: De eigen inkomsten vergeleken In dit hoofdstuk komen de eigen inkomsten van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel aan de orde. De herindelingsscan bevat ook 15 bijlagen waarin de gegevens van de herindelingsscan worden toegelicht. Bijlage 1: Structuurkenmerken van de bestaande gemeenten en de nieuwe gemeente. Bijlage 2: Handreiking waarin een aantal belangrijke financiële aandachtspunten is opgenomen waar de gemeenten bij een gemeentelijke herindeling rekening mee dienen te houden. Bijlage 3: Algemene actuele ontwikkelingen. Bijlagen 4 tot en met 6: informatie ten aanzien van de gemeentelijke grondexploitatie van de drie huidige gemeenten. Bijlagen 7 tot en met 9: De stand van zaken m.b.t. de beheerplannen onderhoud kapitaalgoederen Bijlagen 1 tot en met 12: Informatie die door de gemeenten is aangereikt m.b.t. de gemeentelijke voorzieningen in de diverse kernen. Bijlage 13: PPS constructies Veghel Bijlage 14: Frictiekosten Bijlage 15: Kernen 6/ juni 214 Leeswijzer

8 Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen Inleiding Deze herindelingsscan verschaft de bij de herindeling betrokken gemeenten Schijndel, Sint- Oedenrode en Veghel inzicht in de eigen financiële situatie en die van de herindelingspartners. Dit gebeurt voornamelijk op basis van gegevens die de provincie heeft verzameld in het kader van het reguliere financiële toezicht. Voorts biedt de herindelingsscan een overzicht van de belangrijkste financiële effecten die zich specifiek voordoen als gevolg van de herindeling. De conclusies en aanbevelingen kunnen ook input zijn voor overleg tussen de gemeenten en de provincie in het kader van het begrotingstoezicht. Belangrijkste bevindingen De voorliggende herindelingsscan heeft als centrale probleemstelling: Geef een beeld van de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente (door onderzoek naar de financiële positie van de huidige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel) en verschaf inzicht in de belangrijkste financiële effecten van de herindeling. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is de centrale probleemstelling opgedeeld in vijf onderzoeksvragen: Wat zijn de belangrijkste financiële gevolgen van de gemeentelijke herindeling? Daling algemene uitkering uit het gemeentefonds Na de herindeling zal de algemene uitkering van de heringedeelde gemeenten op basis van de gegevens structureel circa lager zijn dan de optelsom van de algemene uitkeringen van de huidige gemeenten. De daling van de algemene uitkering kan in belangrijke mate worden verklaard doordat bij de nieuw te vormen gemeente het vaste bedrag straks slechts éénmaal wordt ontvangen, terwijl nu de drie herindelingspartners dit bedrag nog afzonderlijk ontvangen. Ontwikkelingen aan de lastenkant Tegenover de daling van de algemene uitkering staat echter dat de hiermee corresponderende lasten ook afnemen. Dit als gevolg van de afname van het aantal gemeenten. Het betreft hier onder meer besparingen op bestuurskosten (raad, college, griffie, rekenkamer, gemeentesecretaris, enzovoorts), die na een herindeling immers minder gemaakt zullen worden. Personeelsomvang De praktijk leert dat ook op het terrein van het personeel zich belangrijke ontwikkelingen kunnen voordoen. Aan de ene kant biedt een herindeling de gelegenheid kosten- en schaalvoordelen te realiseren door uitvoeringsprocessen efficiënter in te richten en door de gemeentelijke organisatie goed te laten aansluiten op de omvang van de nieuwe gemeente. Aan de andere kant doen er zich ook lastenstijgingen voor die te maken hebben met de (kansen tot) kwalitatieve ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. Zo komen er soms nieuwe taken op de gemeente af, worden de herindelingspartners gedurende het herindelingsproces veelal ambitieuzer of moeten functieniveaus worden opgeschaald. 11 juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 7/138

9 Frictiekosten Frictiekosten zijn lasten als gevolg van de herindeling die het karakter hebben van tijdelijke extra lasten die zonder herindeling niet of nauwelijks zouden zijn voorgekomen. Tevens zijn er kosten als gevolg van de herindeling die tot het normale patroon van een gemeente horen, maar die nu in tijd naar voren worden gehaald en/of waarbij het waarschijnlijk is dat er sprake is van kapitaalvernietiging (van nog niet afgeschreven kapitaalgoederen). Deze kosten kunnen (gedeeltelijk) ook als frictiekosten worden bestempeld. Tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling De tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling is bedoeld om de nieuwe gemeente in de frictiekosten tegemoet te komen. Deze tijdelijke maatstaf zou op basis van de huidige gegevens uitkomen op een bedrag van circa 12 miljoen ( 153 per inwoner van de nieuwe gemeente). Preventief toezicht op grond van de Wet arhi Een gemeente waarvan de raad een herindelingsontwerp heeft vastgesteld komt onder preventief toezicht van de provincie te staan op grond van artikel 21 van de Wet Algemene regels herindeling (afgekort: de Wet arhi). Preventief toezicht houdt in dat in elk geval de begroting en begrotingswijzigingen goedkeuring behoeven, maar daarnaast kunnen Gedeputeerde Staten nog een aantal andere besluiten met een financiële strekking hiervoor aanwijzen. De financiële besluiten van de herindelingspartners moeten vooraf ter goedkeuring aan de provincie worden voorgelegd. Harmonisaties Het financiële beleid van de herindelingspartners is op onderdelen verschillend. Tegen de tijd dat de nieuw te vormen gemeente van start gaat zullen de huidige gemeenten dus de nodige stappen moeten hebben gezet om hun financiële beleid te harmoniseren. Deze harmonisatie bevordert de vergelijkbaarheid van de huidige gemeenten en het verschaft ook een beter zicht op de toekomstige financiële positie van de nieuwe gemeente. Tevens vergemakkelijkt het de opstelling van de eerste begroting van de nieuwe gemeente. Een praktische aanpak voor de harmonisatie van het financiële beleid is de vergelijking van de financiële verordeningen van de herindelingspartners en van de daaruit voortvloeiende beleidsnota s. Naast de harmonisatie van het financiële beleidsterrein zijn ook de volgende harmonisaties vermeldenswaard: Harmonisatie van het beheer en onderhoud: dit betreft het onderhoud van kapitaalgoederen (wegen, gebouwen, riolering, openbaar groen etc.), maar ook andere beheersmatige aspecten zoals archieven, personeelsadministratie, bestemmingsplannen. Harmonisatie van gemeentelijke beleidsterreinen: in de voorbereidingsfase van het herindelingsproces wordt via een projectorganisatie op alle gemeentelijke beleidsterreinen de herindeling voorbereid. Daarbij valt te denken aan zaken zoals: verordeningen, reglementen, beleids- en beheerplannen. Harmonisatie van de verbonden partijen: gemeentelijke herindeling kan immers resulteren in uittreding uit gemeenschappelijke regelingen of andere samenwerkingsverbanden waaraan de herindelingspartners deelnemen. Een beleid gericht op het beperken van de uittredingskosten kan lasten besparend werken. 8/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

10 Aanbevelingen voor de huidige gemeenten en de nieuw te vormen gemeente Gebruik de herindeling om gericht te kijken waar efficiencyvoordelen te realiseren zijn, bijvoorbeeld via herstructurering van taken en functies. Stem met elkaar af welke kosten tot de frictiekosten worden gerekend en hanteer hiervoor dezelfde uitgangspunten. Stel een raming op van de frictiekosten en stem dit onderling af. Wijs (per gemeente) een budgetverantwoordelijke aan. Het verdient aanbeveling dat de gemeenten tijdig (dus in elk geval vóór het moment van vaststelling van het herindelingsontwerp door de raden) afspraken met de provincie maken over de wijze waarop de (financiële) besluiten van de fusiepartners worden getoetst aan het (financiële) belang van de nieuwe gemeente. De besluitvormingsprocedures binnen de gemeenten kunnen hierop worden afgestemd door af te spreken dat de gemeenteraden kennis nemen van elkaars raadsagenda s en door duidelijke procedureafspraken te maken. Als een raadsbesluit ter goedkeuring aan de provincie wordt ingezonden moet duidelijk zijn dat de raden van de herindelingspartners hier kennis van hebben genomen en hiermee ook instemmen. Bezwaren van herindelingspartners tegen elkaars besluiten worden door de provincie nadrukkelijk meegewogen bij de beoordeling van die besluiten. Het verdient sterke aanbeveling dat de nieuwe coalitieakkoorden van de drie gemeenten naast elkaar worden gelegd en dat hierover onderlinge afspraken tussen de gemeentebesturen worden gemaakt. Beoordeel aan de hand van de onderlinge afspraken ook of de grote projecten bij de fusiepartners doorgang moeten vinden. De eerste begroting van iedere gemeente afzonderlijk die onder het preventieve toezicht valt (in dit geval waarschijnlijk de begroting 215) kan daar het juiste moment voor zijn. Inventariseer eventuele achterstanden op het terrein van beheer en onderhoud, zodat voor de nieuwe gemeente zoveel mogelijk op orde is. Het betreft hier beleidsterreinen zoals kapitaalgoederen, archieven, bestemmingsplannen en administraties. Voorbereiding van de harmonisatie van belastingverordeningen voorafgaand aan de herindeling is sterk aan te bevelen. Harmonisatie van de OZB-tarieven tussen nu en de herindelingsdatum is echter niet noodzakelijk. Als tussenoplossing kan ervoor worden gekozen om de OZB-tarieven geleidelijk naar elkaar toe te laten groeien. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van de begrotingspositie van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit gebeurt aan de hand van de begroting en de meerjarenraming, maar er wordt ook teruggekeken naar de resultaten van de jaarrekeningen 211 en 212, alsmede op die van de conceptjaarrekeningen 213. De conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. De drie afzonderlijke gemeenten hebben ieder een reëel en structureel sluitende begroting 214. Op grond hiervan zijn ze alle drie voor het begrotingsjaar 214 onder de repressieve toezichtvorm geplaatst. Dit houdt in dat de begrotingen 214 voor kennisgeving zijn aangenomen. Ook in de begrotingsjaren 212 en 213 gold voor deze drie gemeenten de repressieve toezichtvorm. De gehanteerde uitgangspunten voor de begroting 214 zijn bij deze gemeenten voldoende reëel. 11 juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 9/138

11 De belangrijkste conclusies ten aanzien van de drie afzonderlijke gemeenten: Conclusies voor Schijndel: De opgenomen bezuinigingen zijn voldoende onderbouwd. Het wegenbeheerplan dient echter nog te worden geactualiseerd. De meerjarenraming vertoont oplopende structurele tekorten (op basis van de meicirculaire 213). Het realiteitsgehalte van deze meerjarenraming neemt geleidelijk af, omdat men ervan uitgaat dat de budgetten en verstrekte subsidies in de komende jaren op het huidige niveau zullen blijven, hetgeen een risico in zich herbergt. De inkomsten uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden namelijk wél op basis van lopende prijzen geraamd. Aanbevelingen voor Schijndel: Wij adviseren om in 214 een nieuw geactualiseerd wegenbeheerplan door de raad te laten vaststellen; de financiële consequenties van het gekozen onderhoudsniveau dienen te worden vertaald in de begroting 215 en meerjarenraming Wij adviseren om in de meerjarenraming om bij de berekening van de budgetten dezelfde uitgangspunten te hanteren als voor de berekening van de algemene uitkering (constante dan wel lopende prijzen). Conclusies voor Sint-Oedenrode: De meerjarenraming heeft oplopende structurele tekorten in de meerjarenraming Dit is verklaarbaar, aangezien deze gemeente de negatieve gevolgen van de septembercirculaire 213 reeds heeft meegerekend in de meerjarenraming. Ter dekking van deze tekorten zijn taakstellende bezuinigingen aangekondigd die ten tijde van de vaststelling van de begroting nog onvoldoende concreet waren gemaakt. Hiervoor zullen dus nog concrete dekkingsmaatregelen moeten worden genomen. Aanbevelingen voor Sint-Oedenrode: Wij adviseren om in de begroting 215 een concrete onderbouwing van alle taakstellingen op te nemen. Aan de hand daarvan kan worden beoordeeld in hoeverre deze taakstellingen tot een structureel sluitende (meerjaren)begroting leiden. Wij adviseren de gemeente om in de begroting 215 het incidentele voordeel van de onderuitputting kapitaallasten op de staat van incidentele baten en lasten op te nemen. Conclusies voor Veghel: Veghel heeft forse ombuigingsmaatregelen opgenomen die goed zijn onderbouwd. De meerjarenraming van Veghel vertoont jaarlijks structurele overschotten (op basis van de meicirculaire 213). Aanbevelingen voor Veghel: Wij adviseren de gemeente om in de begroting 215 en volgende jaren het incidentele voordeel van de onderuitputting kapitaallasten van nieuw beleid op de staat van incidentele baten en lasten op te nemen. 1/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

12 Aanbevelingen voor de drie huidige gemeenten: Decentralisaties sociaal domein: wij adviseren om de financiële gevolgen van de drie decentralisaties in het sociaal domein in de begroting 215 (en volgende jaren) tenminste te ramen volgens de uitgangspunten van de meicirculaire 214 dan wel de septembercirculaire 214. Investeringsplannen : vooruitlopend op de komende herindeling adviseren wij de drie huidige gemeenten om de investeringsplannen vanaf 215 in onderling overleg af te stemmen en vast te stellen. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente: Wij adviseren om alle uitgangspunten voor de begroting en meerjarenraming van de nieuw te vormen gemeente te harmoniseren. Wij denken daarbij onder meer aan: Rentebeleid en te hanteren rentepercentages Investerings- en afschrijvingsbeleid Ombuigingen en bezuinigingen Lonen en prijzen (percentages) Systematiek voor de berekening van de algemene uitkering Belastingen Kostentoerekening. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van de totale financiële positie van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit wordt bezien in relatie tot de risico s die op de gemeenten afkomen. Ook deze conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing De drie afzonderlijke gemeenten hanteren een methodiek van risicomanagement en de risico s zijn systematisch in beeld gebracht en gekwantificeerd. Elke gemeente hanteert echter een eigen methode om de weerstandscapaciteit te berekenen; niet elke gemeente maakt onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit wordt in alle drie de gemeenten afgezet tegen de risico s. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio. Conclusies voor Schijndel: Deze gemeente trekt zelf de conclusie dat de weerstandscapaciteit voldoende is om de risico s af te dekken. De toezichthouder kan zich in deze conclusie vinden voor wat het begrotingsjaar 214 betreft. Omdat de gemeente geen meerjarige berekening van het weerstandsvermogen heeft verstrekt, kan echter voor de meerjarenraming geen conclusie worden getrokken. Aanbeveling voor Schijndel: Wij adviseren om een meerjarig inzicht te verstrekken ten aanzien van de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. Conclusies voor Sint-Oedenrode: Deze gemeente constateert dat het weerstandsvermogen voor het jaar 214 ruim voldoende is om de risico s af te dekken. De toezichthouder kan deze conclusie onderschrijven voor het begrotingsjaar 214, maar voor de meerjarenraming ontbreekt het inzicht om die conclusie te kunnen trekken. 11 juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 11/138

13 Aanbeveling voor Sint-Oedenrode: Wij adviseren om een meerjarig inzicht te verstrekken ten aanzien van de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. Conclusies voor Veghel: Zowel het incidentele als het structurele weerstandsvermogen liggen in 214 ruim boven de door de raad vastgestelde norm. Uit het meerjarige overzicht blijkt dat men de risico s van de transities in het sociale domein dermate hoog inschat dat het weerstandsvermogen in de komende jaren sterk af zal nemen en nog maar nog net aan de vastgestelde norm zal blijven voldoen. Aanbeveling voor Veghel: De gemeente Veghel heeft in 213 een verbeterslag doorgevoerd in de paragraaf weerstandsvermogen, mede aan de hand van de aanbevelingen van een rapport van de lokale rekenkamer. Voor deze gemeente blijft het voornaamste aandachtspunt dat de risico s in de grondexploitatie nauwlettend worden gemonitord en dat de omvang van het weerstandsvermogen hierop afgestemd blijft. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente: Stel een paragraaf weerstandsvermogen op waarin de risico s worden gekwantificeerd en geïnventariseerd worden en in relatie gebracht met de benodigde weerstandscapaciteit. Stel hierbij criteria vast voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Maak onderscheid tussen incidentele en structurele risico s, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen. Hierbij merken we op dat de harmonisatie van het financieel beleid een forse impact kan hebben op de totale omvang van de risico s. Wij adviseren om dit nadrukkelijk mee te nemen in de fusiebesprekingen. Confronteer de werkelijk beschikbare weerstandscapaciteit met de benodigde weerstandscapaciteit en bereken zodoende het weerstandsvermogen. Geef de uitkomst van deze confrontatie weer in een ratio. Formuleer criteria voor de minimaal noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen. Presenteer tevens een meerjarig overzicht van de ontwikkeling in het weerstandsvermogen Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen De kapitaalgoederen die hier aan de orde komen zijn: wegen, riolering, gebouwen, groen en openbare verlichting. Conclusies voor Schijndel: Schijndel beschikt niet over een actueel wegenbeheerplan; naar verwachting zal in juli 214 het rapport meerjarenplanning wegenbeheer ter vaststelling aan de raad worden aangeboden en de financiële consequenties in de meerjarenbegroting worden meegenomen. Schijndel beschikt over een actueel Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan 211 t/m 215. Voor de periode 213 t/m 215 heeft de gemeente Schijndel de keuze gemaakt om het jaarlijks budget voor de bovenbouw te halveren tot 25.. Dit heeft tot gevolg dat rioolvervangingen moeten worden doorgeschoven naar latere jaren. In de loop van 214 komt de gemeente met een gericht plan van aanpak waarin de risico s in beeld worden gebracht. Wel is in 213 reeds het vervangingsprogramma voor de komende jaren bepaald. Voor het onderhoud gebouwen beschikt Schijndel over actuele meerjarenonderhoudsplannen en de financiële gevolgen zijn in de (meerjaren)begroting opgenomen. 12/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

14 De beheerplannen openbaar groen zijn actueel en zijn financieel vertaald in de meerjarenbegroting. Schijndel heeft een actueel beleidsplan openbare verlichting en dit is financieel vertaald in de begroting. Aanbevelingen voor Schijndel: Laat de raad in 214 de meerjarenplanning wegbeheer vaststellen en vertaal de financiële gevolgen in een structureel sluitende meerjarenbegroting. Stel een gericht plan van aanpak op waarin de risico s (als gevolg van de verlaging van het budget bovenbouw) in beeld worden gebracht. Indien nodig: implementeer dit ook financieel in het VGRP en ook in de begroting. Conclusies voor Sint-Oedenrode: Sint-Oedenrode heeft een actueel beheerplan wegen met een looptijd van vijf jaar ( ), waarvan de dekking via de voorziening onderhoud wegen loopt. Sint-Oedenrode beschikt over een actueel Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan 212 t/m 216. Voor het onderhoud gebouwen beschikt Sint-Oedenrode over actuele meerjarenonderhoudsplannen en de financiële gevolgen zijn in de (meerjaren)begroting opgenomen. De beheerplannen openbaar groen zijn actueel en zijn financieel vertaald in de meerjarenbegroting. Sint-Oedenrode zal in het tweede kwartaal van 214 het beleidsplan openbare verlichting actualiseren (ook financieel). Aanbevelingen voor Sint-Oedenrode: Neem de financiële vertaling van het in 214 te actualiseren beleidsplan openbare verlichting op in de begroting 215 en meerjarenraming Conclusies voor Veghel: Veghel heeft een actueel beheerplan wegen met een looptijd van vijf jaar ( ). Veghel beschikt over een actueel Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan 21 t/m 215. De gemeente Veghel heeft een meerjarig onderhoudsprogramma vastgoed (MJOP) voor vastgesteld. Veghel geeft aan dat de financiële consequenties van de vastgestelde onderhoudsplannen niet volledig in de begroting zijn vertaald. Er is een tekort in de voorziening groot onderhoud; via ombuigingen zal structurele dekking voor dit tekort van de voorziening groot onderhoud in de algemene middelen gevonden worden (uiterlijk in 216). Tevens geeft men aan dat er sprake is van achterstallig onderhoud bij met name vastgoedobjecten die worden afgestoten. De beheerplannen openbaar groen zijn actueel en zijn financieel vertaald in de meerjarenbegroting. Veghel heeft de beschikking over een beleidsplan openbare verlichting en gaat in 214 een nieuw beleidsplan opstellen. Aanbevelingen voor Veghel: Stel uiterlijk in 216 een nieuw beheerplan voor wegen vast; vertaal de financiële gevolgen in een structureel sluitende meerjarenbegroting. Breng het onderhoudsbudget in de begroting in overeenstemming met het vastgestelde kwaliteitsniveau van het onderhoud. Voor vastgoed waarvoor nog geen besluit is genomen om deze af te stoten dient het achterstallige onderhoud te worden weggewerkt. Voor vastgoed waarvoor wél een besluit tot afstoting is genomen mag het achterstallige onderhoud niet leiden tot waardevermindering van het object. Neem de financiële vertaling van het in 214 te actualiseren beleidsplan openbare verlichting op in de begroting 215 en de meerjarenbegroting juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 13/138

15 Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente: Formuleer gezamenlijk beleid ten aanzien van onderhoud kapitaalgoederen en neem de gewenste kwaliteitsniveaus voor de diverse kapitaalgoederen daarin op. Maak voor wat betreft de wegen gebruik van de landelijk erkende en veel gebruikte CROW-systematiek. Ook de uit het beleidskader/beheerplan voortvloeiende financiële gevolgen en de koppeling met de in de begroting opgenomen budgetten verdienen een plek in deze paragraaf. Zie er op toe dat de financiële vertaalslag correct plaats vindt. Geef expliciet aan of er sprake is van achterstallig onderhoud en kwantificeer dit. Als er geen sprake is van achterstallig onderhoud, vermeld dit dan ook expliciet. Actualiseer de onderhoudsplannen tenminste elke vier jaar. Paragraaf grondbeleid Conclusies voor Schijndel: In de gemeente Schijndel is sprake van relatief beperkte activiteiten in het kader van de grond-exploitatie. De gemeente heeft 6 complexen in exploitatie (boekwaarde primo 214 6,9 miljoen) en 1 complex niet in exploitatie genomen (NIEGG; boekwaarde primo ). Voor verliesgevende complexen zijn (nagenoeg) adequate voorzieningen getroffen. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is 5,4 miljoen (eindwaardebasis); het verwachte jaar van afsluiting van de zes complexen in exploitatie varieert van 215 t/m 22. Voor elk complex binnen de grondexploitatie is op basis van scenario s een calculatorische risicoanalyse opgesteld. Daarbij is zowel het realiteitsgehalte als de omvang van de verliezen aangegeven. Een onafhankelijk deskundige heeft geconcludeerd dat de risico s in de grondexploitatie beperkt en beheersbaar zijn. De reserve grondexploitatie ligt primo 214 iets onder de norm van de gemeente. Meerjarig worden vanaf 216, afhankelijk van het herstel van de economie in de komende jaren, aanzienlijke stortingen (op basis van tussentijdse winstnemingen) in de algemene reserve grondexploitatie voorzien. Schijndel blijft binnen de regionale afspraken voor woningbouw en bedrijventerreinen. Aanbevelingen voor Schijndel: Actualiseer zo nodig de onderbouwing van de norm van de algemene reserve grondexploitatie. Als niet aan de norm wordt voldaan: tref reële maatregelen om de algemene reserve grondexploitatie weer op het noodzakelijke peil te brengen. Conclusies voor Sint-Oedenrode: De gemeente heeft 5 complexen in exploitatie (boekwaarde primo ) en 7 complexen niet in exploitatie (boekwaarde primo ). Voor de verlieslijdende complexen zijn verliesvoorzieningen gevormd. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is Het verwachte jaar van afsluiting van de vijf complexen varieert van 214 tot en met 223. Op grond van een basisscenario is een doorberekening gemaakt van alle complexen en als dit zou uitkomen is de algemene reserve grondexploitatie groot genoeg om in de periode alle risico s in de grondexploitatie op te vangen. Daarnaast heeft men nog 2 minder gunstige scenario s doorgerekend die een zwaardere wissel trekken op de reservepositie; ook in die gevallen blijft de algemene reserve in de komende 1 jaren groot genoeg om de verliezen mee te dekken. De gemeente is zich er echter wel van bewust dat de economische situatie vooralsnog veel risico s met zich meebrengt en dat de gemeentelijke grondexploitatie nauwlettend moet worden gemonitord. Wij onderschrijven deze visie. 14/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

16 Het is de bedoeling dat NIEGG s binnen de nabije toekomst in exploitatie worden gebracht. In het algemeen wordt met nabije toekomst een periode van maximaal 1 jaar aangehouden. Ten aanzien van de NIEGG s zijn wij van mening dat er niet geheel voldaan is aan dit criterium. Sint-Oedenrode blijft binnen de regionale afspraken voor woningbouw en bedrijventerreinen. Aanbevelingen voor Sint-Oedenrode: Besteed de nodige aandacht aan de monitoring en actualisatie van de prognoses in de grondexploitatie. Zorg ervoor dat de NIEGG s volledig voldoen aan het criterium zoals dat is opgenomen als stellige uitspraak in de Notitie grondexploitatie van het BBV. Dit houdt in: Voor het activeren van kosten bij NIEGG s moet er een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze binnen de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet gebaseerd zijn op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan de ambitie en planperiode. Conclusies voor Veghel: De gemeente Veghel heeft een relatief omvangrijke grondexploitatie, hetgeen zich o.a. laat verklaren door de (bovenmatig) grote regionale functie voor economie en werkgelegenheid (als gevolg van de aanwezigheid van grote nationale en internationale bedrijven), alsmede voor woningbouw en voorzieningen op het terrein van onderwijs en cultuur. De prominente regionale functie vraagt van de gemeente dat men tijdig en voortdurend inspeelt op vragen uit de markt. De gemeente heeft dit mede vorm gegeven met een proactief grondbeleid, wat heeft geresulteerd in de opvallend hoge boekwaarde (zeker als deze wordt afgezet tegen het inwonertal van Veghel), maar tegelijkertijd draagt dit zelfde beleid de nodige risico s met zich mee in tijden van economische stagnatie (zoals de afgelopen jaren het geval was toen de grondverkopen stagneerden en de boekwaarde verder toenam). De gemeente heeft 16 complexen in exploitatie (boekwaarde primo 214: 123,2 miljoen) en 6 complexen niet in exploitatie (boekwaarde primo 214: 54,3 miljoen). Voor de verliesgevende complexen zijn adequate verliesvoorzieningen gevormd. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is 23,6 miljoen. In 212 heeft Deloitte Real Estate Advisory op verzoek van de gemeente onderzoek gedaan naar de risico s (en hun gevolgen) binnen de grondexploitatie. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Deloitte op 15 mei 212 het rapport Financiële kaderstelling bij grondbeleid uitgebracht. Dit rapport is in de gemeenteraad besproken. In het rapport van Deloitte Financiële kaderstelling bij grondbeleid staan 3 scenario s vermeld met verschillende financiële effecten. De bedragen van de te vormen bestemmingsreserve bij de verschillende scenario s zijn 27 miljoen, 4,4 miljoen en 57 miljoen. De gemeente heeft gekozen voor het middelste scenario en heeft een bestemmingsreserve van 4,4 miljoen gevormd. De gemeente heeft alle aanbevelingen uit het rapport overgenomen. Dit betekent onder meer dat men de uitgangspunten in de grondexploitatie heeft aangepast aan de adviezen van Deloitte. De gemeente is van mening dat de aanwezige reserves ten behoeve van de grondexploitatie voldoende zijn om de risico s binnen de grondexploitatie af te dekken. Op grond van de verstrekte informatie kan de provinciale toezichthouder deze mening onderschrijven. 11 juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 15/138

17 De planningshorizon van de in exploitatie genomen complexen Veghels Buiten (einddatum 242) en Korstenhof (24) is erg lang. Hierdoor is het moeilijk om een realistische inschatting van het verloop van de projecten te maken. De gemeente Veghel blijft binnen de regionale afspraken voor woningbouw en bedrijventerreinen (die een horizon van 1 jaar hebben). Op grond van alle beschikbare informatie is de provincie van mening dat de grondexploitatie in control is. De gemeente heeft nog voldoende financiële slagkracht om een verlaging van de grondprijzen op te kunnen vangen. Aanbevelingen voor Veghel: Actualiseer de Nota Grondbeleid, deel 1 (Beleidskader). Besteed de nodige aandacht aan de monitoring en actualisatie van de prognoses in de grond-exploitatie. Wij adviseren u om de planningshorizon van de complexen in exploitatie met een lange looptijd nog eens kritisch te bezien. Conclusies voor de drie huidige gemeenten De gemeente Veghel heeft in vergelijking met zowel de gemeente Schijndel als de gemeente Sint- Oedenrode een omvangrijke grondexploitatie. De boekwaarde (BIE + NIEGG) van de gemeente Veghel per inwoner ligt sterk boven het gemiddelde van de provincie Noord-Brabant (op basis van de jaarrekening 212). Behalve risico s brengt dit ook kansen met zich mee als de economie weer aantrekt. Aanbevelingen voor de huidige gemeenten: Monitor en actualiseer tijdig de grondexploitatie en neem tijdig maatregelen. Volg nauwlet-tend de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en de woningmarkt. Het ambitieniveau van de gemeente en de financiële mogelijkheden goed afstemmen op mogelijke toekomstige negatieve ontwikkelingen binnen de grondexploitatie. Een verandering van de gehanteerde parameters (met name de grondprijzen) binnen de grondexploitatie kan grote financiële consequenties voor de gemeente hebben. Geadviseerd wordt om tijdig maatregelen te treffen om de gevolgen hiervan op te kunnen vangen. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente: Formuleer gezamenlijk beleid en een gezamenlijk instrumentarium ten aanzien van de grondexploitatie. Bij het instrumentarium wordt onder meer gedacht aan het rekenmodel, werkprocessen en het prijzenboek. Tevens wordt geadviseerd om twee maal per jaar actuele kostprijscalculaties voor alle complexen vast te stellen. 16/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

18 Paragraaf verbonden partijen Aanbevelingen voor de drie huidige gemeenten: Geef een actueel cijfermatig inzicht in de verbonden partijen (resultaten, risico s, vermogenspositie, financieel belang en dergelijke). Besteed tevens de nodige aandacht aan onderliggende risico s die verbonden partijen met zich meebrengen. Hierbij dient ook te worden gekeken of de taken van de nieuw te vormen gemeente zullen worden ondergebracht in een (nieuwe of bestaande) verbonden partij dan wel in eigen beheer zullen worden verricht. Hierin zullen de huidige gemeenten vóór de datum van herindeling keuzes moeten maken. Herindeling kan resulteren in de uittreding uit (of intreding in) gemeenschappelijke regelingen of andere samenwerkingsverbanden waarin herindelingspartners deelnemen. Bepaal daarom vóór de herindeling aan de hand van de overzichten verbonden partijen bij welke gemeenschappelijke regelingen of andere organisaties uittreding dan wel intreding noodzakelijk is. Treed hiermee tijdig in overleg om de hoogte van de uittredingslasten te bepalen. Besteed daarbij ook aandacht aan lasten beperkende maatregelen. Overige paragrafen Aanbevelingen voor de drie huidige gemeenten: Financiering: Besteed bij de risico s de nodige aandacht aan de garantstellingen. Hoeveel bedraagt het totaal van de garantstellingen in elk van de drie gemeenten en waar zitten de verschillen in de wijze waarop men de omvang van dit risico berekent? Bedrijfsvoering: In het kader van de mogelijke herindeling dienen de gewenste organisatiestructuur, formatieomvang en bijbehorende personeelsbudgetten in beeld te worden gebracht en in het herindelingsproces te worden betrokken. In het kader van de mogelijke herindeling verdient het sterke aanbeveling dat de drie gemeenten reeds nu gezamenlijk optrekken bij het implementeren van de drie grote decentralisatie-operaties; deze zullen immers ook gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Doorberekening apparaatskosten: Wij adviseren de huidige gemeenten om in de begroting 215 (en volgende jaren) te vermelden hoeveel apparaatskosten worden toegerekend aan de grondexploitatie en investeringen. Ombuigingen: Inventariseer de (toekomstige) bezuinigingstaakstellingen en plaats deze in het perspectief van integraal beleid. Monitor de voortgang van de realisatie van de ingezette bezuinigingen en geef deze een plaats in de planning en control cyclus van de drie huidige gemeenten (en impliciet dus ook in die van de toekomstige nieuw te vormen gemeente). Het verdient aanbeveling om voor alle drie de gemeenten in een aparte begrotingsparagraaf een volledig inzicht in de ombuigingstaakstellingen te verstrekken. 11 juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 17/138

19 Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van het financiële beleid van de drie afzonderlijke gemeenten? Ook deze conclusies leiden tot een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wij hebben onze bevindingen gebaseerd op de beschikbare relevante beleidsnota s en andere onderliggende stukken die als basis voor het gemeentelijke beleid dienen. Daarbij gaat het primair om de verordeningen ex artikel 212 en 213 Gemeentewet en de beleidsnota s ten aanzien van risicomanagement, grondbeleid, treasury, waarderings- en afschrijvingsbeleid, reserves en voorzieningen. Conclusies voor Schijndel In het algemeen kunnen de kaders van het financiële beleid als actueel worden gekenschetst. Bij deze gemeente valt op dat het beleid met betrekking tot weerstandsvermogen en grondbeleid niet in beleidsnota s is vastgelegd, maar in de begrotingsparagraaf. Daarnaast kent de gemeente uitvoeringsregels met betrekking tot treasury, activering en afschrijving; de gemeente heeft geen vigerende beleidsnota inzake reserves en voorzieningen. Afschrijving geschiedt in principe op lineaire basis, met uitzondering van de EBC-schoolgebouwen: deze worden annuïtair afgeschreven. Aanbevelingen voor Schijndel Wij adviseren om het beleid inzake reserves en voorzieningen vast te leggen in een nota reserves en voorzieningen. Tevens adviseren wij om het beleid inzake risicomanagement en weerstandsvermogen vast te leggen in een aparte beleidsnota. De nadere uitvoeringsregels inzake treasury en afschrijven dateren van 27. Het verdient derhalve aanbeveling om deze uitvoeringsregels te actualiseren en (vooruitlopend op de herindeling en de harmonisatie van het financiële beleid) nu reeds voor de EBC-scholen te kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethodiek. Voor deze scholen is dan de huidige boekwaarde het uitgangspunt en kan voor de resterende levensduur de lineaire methode worden gehanteerd. Het grondbeleid is opgenomen in de begrotingsparagraaf grondbeleid. Wij adviseren om het beleid op te nemen in een grondnota. Conclusies voor Sint-Oedenrode In het algemeen kunnen de kaders van het financiële beleid als actueel worden gekenschetst. De gemeente beschikt echter wel over enkele beleidsnota s die niet allemaal meer even actueel zijn: nota grondbeleid en verordening ex artikel 212 Gemeentewet. Verder valt op dat Sint-Oedenrode over de gehele linie de annuïtaire afschrijvingsmethode hanteert. De gemeente zoekt naar wegen om over te stappen op de lineaire methode. Aanbevelingen voor Sint-Oedenrode Actualiseer de verordening 212 (artikel 7, lid 3) en synchroniseer dit met de rentenota 28 (inzake de rentetoerekening in de begroting). Besteed extra aandacht aan een adequate liquiditeitsplanning en een rentebeleid. Stel, gezien de ontwikkelingen in de grondexploitatie, een actuele nota grondbeleid vast. 18/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

20 Het verdient aanbeveling om (vooruitlopend op de herindeling en de harmonisatie van het financiële beleid) nu reeds te kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethodiek. In de praktijk betekent dit dat voor nieuwe investeringen vanaf het begin kan worden gekozen voor de lineaire afschrijvingsmethode. Voor de huidige activa is dan de huidige boekwaarde het uitgangspunt en kan voor de resterende levensduur de lineaire methode worden gehanteerd. Dit zou uiteraard ook aanleiding zijn voor een aanpassing van de verordening ex artikel 212 Gemeentewet en de nota Waardering en Afschrijving op dit punt. Conclusies voor Veghel De raad heeft op 31 mei 211 de aangepaste Financiële verordening gemeente Veghel ex artikel 212 gemeentewet vastgesteld. Hierin is onder meer opgenomen dat het financieel beleid in een aantal beleidsnota s moet worden vastgesteld. Ten aanzien van weerstandsvermogen en risicomanagement werkt de gemeente sinds de begroting 213 met een systeem van risicomanagement. De gemeente heeft geen aparte nota voor weerstandsvermogen en risicomanagement. De laatst vastgestelde Nota activeren, waarderen en afschrijven dateert van 27 en is dus niet meer actueel. Bij raadsbesluit van 3 juni 29 is de Nota Reserves en Voorzieningen 29 vastgesteld. De Nota Grondbeleid, dee1 (Beleidskader) dateert van 26 en is dus ook niet meer actueel. Aanbevelingen Veghel Actualiseer de nota Activeren, waarderen en afschrijven. Actualiseer de Nota Grondbeleid, deel 1 (Beleidskader). Wij adviseren een aparte nota voor weerstandsvermogen en risicomanagement op te stellen. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeenten Harmoniseer in de periode tot aan de herindeling het financiële beleid. Dit bevordert de onderlinge vergelijkbaarheid van de herindelingspartners en vergemakkelijkt de opstelling van zowel de eerste begroting als de beginbalans van de nieuwe gemeente. Deze harmonisatie is onder meer van belang bij de activeringsmethoden, de afschrijving, het grondbeleid, het beleid inzake weerstandsvermogen en risicomanagement, het beleid inzake reserves en voorzieningen en het treasurybeleid. Uiteraard dient u daarbij op de meest actuele wet- en regelgeving aan te sluiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wijzigingen in het BBV, de Wet HOF, schatkistbankieren etcetera. Een praktische aanpak voor de harmonisatie van het financiële beleid is vergelijken van de verordeningen ex artikel 212 Gemeentewet van de herindelingspartners evenals van de daaruit voortvloeiende beleidsnota s. Wij adviseren hierbij om voorafgaande aan de herindeling eensluidende verordeningen 212 en 213 van de Gemeentewet vast te stellen zodat na de herindeling de hernieuwde vaststelling nog slechts een formele kwestie zal zijn. De financiële gevolgen die kunnen optreden door het uniformeren van het financiële beleid en het harmoniseren van de verordeningen moeten inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting verwerkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de harmonisatie van het afschrijvingsbeleid en het rentebeleid. Wat zijn de verschillen tussen de huidige gemeenten onderling en de nieuw te vormen gemeente bij de belastingen en heffingen? 11 juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 19/138

21 Conclusies voor de huidige drie gemeenten Als gekeken wordt naar het totaal belastingpakket per inwoner (uitgedrukt in euro s), dan blijkt dat er voor de onderdelen die van belang zijn voor het belastingpakket (OZB, riool- en afvalstoffenheffing) verschillen bestaan. Significante verschillen tussen de gemeenten zijn aanwezig bij de rioolheffing. Schijndel en Veghel hanteren voor de rioolheffing ook een bijdrage van de eigenaren van onroerend goed. De onroerende zaak belasting per inwoner is in Veghel hoger. Hier betaalt het bedrijfsleven een groter aandeel in de totale opbrengsten. Aanbeveling voor de nieuw te vormen gemeente Bereid de harmonisatie van de belastingverordeningen voorafgaand aan de herindeling voor en formuleer gezamenlijk beleid ten aanzien van de lokale heffingen welke wel of niet gehandhaafd blijven. Analyseer welke verschillen er ten grondslag liggen aan het verschil in tarieven tussen de herindelingspartners. Algemene Conclusie met betrekking tot de levensvatbaarheid van de nieuwe gemeente Na beantwoording van de vijf onderzoeksvragen kan een algemene conclusie over de financiële levensvatbaarheid van de nieuw te vormen gemeente worden getrokken. Op basis van de door deze herindelingsscan verkregen inzichten en de thans beschikbare informatie stellen wij vast dat er sprake is van een financieel gezonde basis voor de nieuw te vormen gemeente die zal ontstaan uit de samenvoeging van de huidige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. 2/ juni 214 Leeswijzer Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

22 1. Inleiding In deze inleiding schetsen wij de procedurele gang van zaken rond de herindelingsscan naar de voorgenomen herindeling van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. In paragraaf 1.1 gaan wij in op de aanleiding voor deze herindelingsscan. Het doel van deze herindelingsscan staat in paragraaf 1.2. Paragraaf 1.3 gaat in op de werkwijze van de herindelingsscan. Paragraaf 1.4 tenslotte besteedt aandacht aan de structuurkenmerken van de bestaande gemeenten en de nieuw te vormen gemeente. 1.1 Aanleiding tot de herindelingsscan De gemeenteraden van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel hebben op 19 december 213 besloten om gezamenlijk een bestuurlijk fusietraject in te gaan. De drie gemeenteraden hebben een plan van aanpak voor het herindelingstraject vastgesteld. Volgens het tijdpad zal de nieuwe gemeente uiterlijk op 1 januari 218 het levenslicht zien; al naar gelang het procesverloop kan de nieuwe gemeente reeds op 1 januari 217 een feit zijn. In het kader van dit plan van aanpak streven de gemeenten er naar om reeds in het najaar van 214 een herindelingsontwerp gereed te hebben. Daarom hebben zij (bij brief van 5 februari 214) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verzocht om een herindelingsscan op te stellen. Deze herindelingsscan heeft tot doel om inzicht te verschaffen in de financiële positie van de huidige gemeenten en in die van de nieuw te vormen gemeente. Daarnaast geeft de herindelingsscan ook inzicht in de belangrijkste financiële effecten van de herindeling. Dit heeft geresulteerd in de schriftelijke toezegging van Gedeputeerde Staten (de dato 18 februari 214) dat de provincie de herindelingsscan zou uitvoeren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is aangeleverd. 1.2 Doel van de herindelingsscan De voorliggende herindelingsscan heeft als centrale probleemstelling: Geef een beeld van de financiële positie van de nieuw te vormen gemeente (door onderzoek naar de financiële positie van de huidige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel) en verschaf inzicht in de belangrijkste financiële effecten van de herindeling. De inhoud van het rapport is de verantwoordelijkheid van de provincie Noord-Brabant. Afgesproken is dat de volgende door de gemeenten aangegeven accenten een standaardonderdeel vormen van deze herindelingsscan: Grondexploitatie Harmonisatie van financieel beleid Verbonden partijen Gemeentelijk voorzieningenniveau. De herindelingsscan bevat voor de huidige gemeenten een aantal conclusies en aanbevelingen. Deze conclusies en aanbevelingen zouden ook gegolden hebben in het geval dat er geen sprake zou zijn geweest van een fusieproces. Daarnaast hebben wij voor de nieuw te vormen gemeente een aantal aanbevelingen. Uiteraard is het aan de huidige gemeenten om in de aanloopperiode van de vorming van de nieuwe gemeente invulling te geven aan deze aanbevelingen. Deze aanbevelingen dienen geïntegreerd te worden in het fusieproces en dragen zo bij aan de vorming van een levensvatbare nieuwe gemeente. 11 juni 214 Inleiding Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 21/138

23 Wellicht ten overvloede wordt hier nog opgemerkt dat de herindelingsscan geen pasklare oplossing oplevert voor eventuele knelpunten die worden geconstateerd. De herindelingsscan maakt enkel eventuele knelpunten inzichtelijk. De gemeenten kunnen er vervolgens gericht mee aan de slag om ze tot een oplossing te brengen. 1.3 Werkwijze De herindelingsscan verschaft de bij de herindeling betrokken gemeenten en anderen inzicht in de eigen financiële situatie en die van de herindelingspartners. Dit gebeurt voornamelijk op basis van gegevens die de provincie heeft verzameld in het kader van haar reguliere toezicht. Voorts biedt de herindelingsscan een overzicht van de belangrijkste financiële effecten die zich specifiek voordoen als gevolg van de herindeling. Deze analyses zijn te vatten in volgende vijf onderzoeksvragen. Wat zijn de belangrijkste financiële gevolgen van de gemeentelijke herindeling? Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van de begrotingspositie van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit gebeurt aan de hand van de begroting 214 en de meerjarenraming , maar er wordt ook teruggekeken naar de resultaten van de jaarrekeningen van 211 en 212, alsmede op die van de conceptjaarrekeningen 213. De conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van de totale financiële positie (inclusief de grondexploitatie) van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit wordt bezien in relatie tot de risico s die op de gemeenten afkomen. Ook deze conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van het financiële beleid van de drie afzonderlijke gemeenten? Ook deze conclusies leiden tot een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de verschillen tussen de drie gemeenten onderling en de nieuw te vormen gemeente bij de belastingen en heffingen? Eén van de uitgangspunten bij de werkwijze van de herindelingsscan is dat de gemeenten bereid zijn de noodzakelijke informatie aan de provincie aan te leveren. Het concept van het eindrapport is ambtelijk aan de gemeenten voorgelegd voor een zo goed mogelijke controle op eventuele feitelijke onjuistheden en onduidelijkheden. Ook is de gemeenten ambtelijk verzocht om zo mogelijk een verklaring te geven voor opmerkelijke constateringen. Per gemeente hebben de volgende personen daarvoor als aanspreekpunt gediend: Gemeente Schijndel; dhr. S. Mordang (financieel beleidsmedewerker) Gemeente Sint-Oedenrode; mevr. K. Jansen (teamleider financiën) Gemeente Veghel; dhr. M. Lingsma (teamleider financiën). De uitkomsten van de herindelingsscan worden verder besproken in de intergemeentelijke Stuurgroep Herindeling van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. 1.4 Structuurkenmerken van de bestaande gemeenten en de nieuw te vormen gemeente De structuurkenmerken van gemeenten worden weerspiegeld in een aantal verdeelmaatstaven. Belangrijke verdeelmaatstaven zijn o.a.: aantal inwoners, woonruimten, omgevingsadressendichtheid, aantal jongeren < 2 jaar, klantenpotentieel lokaal en huishoudens met een laag inkomen. De structuurkenmerken zijn van belang omdat zij sterk bepalend zijn voor de toedeling van de 22/ juni 214 Inleiding Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

24 middelen van het gemeentefonds. In bijlage 1 zijn de belangrijkste structuurkenmerken van de drie herindelingspartners en de nieuw te vormen gemeente opgenomen. Op basis van de gegevens in bijlage 1 constateren wij onder meer de volgende opvallende verschillen tussen de drie herindelingspartners. Schijndel Deze gemeente heeft de laagste gemiddelde WOZ-waarde (woningen en niet-woningen samen) van de drie herindelingspartners. Schijndel heeft relatief de meeste bewoners met uitkeringen en/ of lage inkomens. Tevens heeft deze gemeente procentueel de minste jongeren (< 2 jaar). Qua klantenpotentieel en bebouwingsstructuur vertoont Schijndel meer overeenkomsten met Veghel dan met Sint-Oedenrode. Sint-Oedenrode Deze gemeente heeft de hoogste gemiddelde WOZ-waarde per woning en een relatief sterke sociale structuur. Sint-Oedenrode is de procentueel meest vergrijsde gemeente van de herindelingspartners. De gemeente heeft de kleinste centrumfunctie en er zijn geen voorzieningen voor speciaal en voortgezet onderwijs. Veghel Deze gemeente heeft een relatief hoog percentage niet-woningen in de totale WOZ-waarde, vergeleken met de twee herindelingspartners. Veghel heeft van de drie herindelingspartners relatief de meeste jongeren en scoort op de verdeelmaatstaf minderheden hoger dan de twee herindelingspartners. 11 juni 214 Inleiding Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 23/138

25 24/ juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

26 2. Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk willen we de volgende vraag beantwoorden: Wat zijn de belangrijkste financiële gevolgen van de gemeentelijke herindeling? Het beantwoorden daarvan biedt de herindelingspartners de kans om tijdens het herindelingsproces desgewenst gericht te sturen op de financiële effecten die in deze herindelingsscan naar de nieuw te vormen gemeente worden geconstateerd. Zo kan het (nieuwe) beleid van de nieuwe gemeente beter worden bepaald en wordt inzicht gekregen in de bouwstenen van de op te stellen begroting van de nieuwe gemeente. Dit biedt tevens de uitdaging om de aandienende kansen en mogelijkheden voor de nieuwe gemeente te verzilveren. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de effecten van een herindeling op de algemene uitkering van het gemeentefonds. Ook de verschillen tussen de huidige gemeenten onderling en de nieuw te vormen gemeente bij de personeelsomvang komen aan bod. Evenals de frictiekosten en de inkomsten uit de (tijdelijke) verdeelmaatstaf herindeling die hier tegenover staan. Het hoofdstuk bevat ook enkele aanbevelingen. 2.2 Herindeling en de algemene uitkering Verschil algemene uitkering vóór en na herindeling Om de structurele algemene uitkering van een herindelingsgemeente te kunnen berekenen moeten de eenheden van de verdeelmaatstaven worden bepaald. Dit gebeurt veelal door optelling van de maatstaven van de herindelingspartners. Maar in een aantal gevallen is het de uitkomst van een formule of een herberekening door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Via deze (her)berekende eenheden is de algemene uitkering voor de nieuw te vormen gemeente becijferd. Tabel Mutatie Algemene uitkering Algemene uitkering voor en na de fusie (gegevens 214) Bedrag in Algemene uitkering Schijndel Algemene uitkering Sint-Oedenrode Algemene uitkering Veghel Algemene uitkering voor fusie Algemene uitkering na fusie Mutatie algemene uitkering door fusie Daling uitgedrukt in een bedrag per inwoner -14 Daling uitgedrukt in een percentage van het totaal -1,67% Uit tabel blijkt dat de algemene uitkering van de nieuw te vormen gemeente lager is dan de optelsom van de algemene uitkeringen van de herindelingspartners. 11 juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 25/138

27 Specificatie mutatie algemene uitkering door fusie (gegevens 214) Aantal kernen groter dan 5 adressen Algemene bijstandswet schaalnadeel Algemene bijstandswet schaalvoordeel Lokaal klantenpotentieel Regionaal klantenpotentieel 7.61 Omgevingsadressendichtheid Oeverlengte*bodemfactor gemeente*oeverdichtheid 1.17 Vast bedrag Mutatie algemene uitkering door fusie Tabel Specificatie mutaties algemene uitkering bij de nieuw te vormen gemeente Bedrag in Uit tabel komt naar voren dat de daling van de algemene uitkering in belangrijke mate kan worden verklaard doordat bij de nieuw te vormen gemeente het vaste bedrag straks maar éénmaal wordt ontvangen, terwijl nu de drie herindelingspartners dit bedrag nog afzonderlijk hebben. De nieuw te vormen gemeente Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel krijgt dus te maken met een daling van de algemene uitkering van dit vaste bedrag ( ). Naast de daling van het vaste bedrag betreft het nadelige verschil vooral de verdeelmaatstaven voor de schaalfactoren bijstand ( ). Een klein voordelig verschil doet zich voor op de verdeelmaatstaven lokaal en regionaal klantenpotentieel ( ). Nu in beeld is gebracht hoe de algemene uitkering zich als gevolg van de herin-deling ontwikkelt, dringt zich de vraag op welke lasten er op kortere of langere termijn (vanzelf) zullen of (bewust) kunnen dalen om baten en lasten in evenwicht te houden. Allereerst zal een relatie gelegd kunnen worden tussen de terreinen waarop zich de daling van de algemene uitkering voordoet. De belangrijkste factor is de daling van het vaste bedrag. De hiermee corresponderende lasten blijken als gevolg van de afname van het aantal gemeenten weg te vallen. Het betreft hier onder meer lasten als gevolg van besparingen op bestuurskosten (raad, college, griffie, rekenkamer, gemeentesecretaris, enzovoorts), die na een herindeling immers minder gemaakt zullen worden. Als gevolg van wachtgeldverplichtingen kan de besparing mogelijk wat vertraagd worden gerealiseerd. 2.3 Personeelsomvang De praktijk leert dat ook op het terrein van het personeel zich belangrijke ontwikkelingen kunnen voordoen. Aan de ene kant biedt een herindeling de gelegenheid kosten- en schaalvoordelen te realiseren door uitvoeringsprocessen efficiënter in te richten en door de gemeentelijke organisatie goed te laten aansluiten op de omvang van de nieuwe gemeente. Aan de andere kant doen er zich ook lastenstijgingen voor die te maken hebben met de (kansen tot) kwalitatieve ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. Zo komen er soms nieuwe taken op de gemeente af, worden de herindelingspartners gedurende het herindelingsproces veelal ambitieuzer of moet het functieniveau van het personeel worden opgeschaald. Een vergelijking met bestaande en vergelijkbare gemeentelijke organisaties kan in dit kader behulpzaam zijn bij het inschatten van de formatieomvang van de nieuwe gemeente en de bijbehorende loonsom. De nieuw te vormen gemeente kan het beste vergeleken worden met gemeenten uit dezelfde groottegroep. Het ministerie van BZK heeft in dit kader gegevens (per ) aangedragen die de resultaten van de personeelsomvang weergeven, zie tabel De uitkomsten zijn 26/ juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

28 gebaseerd op de gegevens van alle Nederlandse gemeenten. De nieuw te vormen gemeente valt in de selectieklasse inwoners. Tevens is de nieuwe gemeente vergeleken met een selectiegroep van gemeenten met soortgelijke sociale structuur en centrumfunctie. Formatieplaatsen nieuwe gemeente ten opzichte van Bedrag in gemiddelde selectiegroepen (gegevens per ABP per ) Nieuwe gemeente Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel 6,9 Grootte groep inwoners 8, Gemeenten met soortgelijke structuur 6,6 Tabel Vergelijking formatieplaatsen nieuwe gemeente ten opzichte van gemiddelde selectiegroepen De onderlinge vergelijkbaarheid van de personeelsformatie van de drie herindelingspartners is minder zinvol, mede vanwege keuzes die in het verleden zijn gemaakt (bijvoorbeeld de mate waarin gekozen is voor regiegemeentelijke taken). Verschillen doen zich voor op het al dan niet uitbesteden van taken, zoals bijvoorbeeld Sociale Zaken en Belastingen. Ook het al dan niet in eigen beheer hebben van gemeentelijke voorzieningen (bijvoorbeeld zwembad, gemeentewerf etc.) maken onderlinge vergelijkbaarheid op basis van personeelsomvang niet mogelijk. Dit komt er veelal op neer dat men appels met peren vergelijkt. Tot aan de herindeling zullen ook het natuurlijk personeelsverloop en de wijze van invulling van invloed zijn op de personeelsomvang. Conclusie voor de huidige gemeenten Een herindeling biedt de gelegenheid om lastenbesparingen te realiseren. De personele formatie biedt uiteraard geen totaalbeeld: zoals gezegd is in deze gegevens geen rekening gehouden met verschillen in uitbesteding en taken, de inzet van personeel van derden en met de nog te realiseren effecten van de lopende (en toekomstige) efficiencyoperaties. Het is ook geenszins zo dat er een ideale personele omvang voor een gemiddelde gemeente te berekenen zou zijn. De vergelijking met de groepsgemiddelden is dus slechts een feitelijke constatering en geen waardeoordeel. Wanneer de gemeenten een preciezer beeld wensen zal nader onderzoek verricht dienen te worden. Op basis van de ons beschikbare gegevens, kan niet aangegeven worden of de loonsom van de nieuw te vormen gemeente een besparing kan opleveren ten opzichte van de huidige drie gemeenten. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente Gebruik de herindeling om gericht te kijken waar efficiencyvoordelen te realiseren zijn, via bijvoorbeeld herstructurering van functies/taken en verbeteren van automatisering. Koersen op het realiseren van efficiencyvoordelen via bijvoorbeeld het plan van aanpak, is belangrijk om de herindeling kwalitatief en financieel te laten slagen. De ervaring leert dat deze besparingen pas op termijn worden gerealiseerd en dat bovendien onvoldoende sturing hierop tot lastenstijging kan leiden, zeker als de nieuwe gemeente de ambitie heeft bestaand beleid te intensiveren dan wel nieuwe zaken op gang wil brengen. 11 juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 27/138

29 2.4 Frictiekosten en tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling Frictiekosten Frictiekosten zijn lasten als gevolg van de herindeling die het karakter hebben van tijdelijke extra lasten die zonder herindeling niet of nauwelijks zouden zijn voorgekomen. Tevens zijn er kosten als gevolg van de herindeling die tot het normale patroon van een gemeente horen, maar die nu in tijd naar voren worden gehaald en/of waarbij het waarschijnlijk is dat er sprake is van kapitaalvernietiging (van nog niet afgeschreven kapitaalgoederen). Deze kosten kunnen (gedeeltelijk) ook als frictiekosten worden bestempeld. Volgens de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) behoren frictiekosten voorafgaand aan de herindeling verantwoord te worden ten laste van de exploitatie van de herindelingspartners. Frictiekosten die na de herindeling worden gemaakt, komen ten laste van de nieuwe gemeente. Het is daarom goed om een raming op te stellen van de frictiekosten en een budgetverantwoordelijke daarvoor aan te wijzen, zowel voor de periode voorafgaand aan de herindeling als daarna. Tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling De tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling in het gemeentefonds voorziet in een tegemoetkoming voor de voornoemde frictiekosten. Deze vergoeding wordt ook wel herindelingsbijdrage of frictiekostenvergoeding genoemd. Om financiële belemmeringen voor gemeentelijke herindeling te verzachten heeft het kabinet in 213 besloten om de herindelingsbijdrage voor gemeenten met 25% te verruimen en te vervroegen. Hiermee wordt getracht ook tegemoet te komen aan de kosten die de gemeenten voorafgaand aan de herindeling maken. Voor de duidelijkheid: de tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling is een vast bedrag dat in elk geval wordt uitgekeerd ongeacht de daadwerkelijke omvang van de frictiekosten. Het is dus financieel aantrekkelijk voor de nieuwe gemeente om de frictiekosten zo laag mogelijk te houden. Zie voor een nadere omschrijving van de frictiekosten bijlage 14. De herindelingsbijdrage wordt uitgekeerd over een periode van 5 jaar: de extra uitkering van 25% in het jaar voorafgaand aan de herindeling wordt evenredig aan de betrokken gemeenten uitgekeerd (tot uitdrukking komend in het herindelingsadvies) en het restantbedrag in de vier jaren daaropvolgend aan de nieuwe gemeente. De wijze van berekening van de herindelingsbijdrage is opgenomen in de toelichting op de berekening van de uitkering uit gemeentefonds. Betrokken gemeenten worden door het ministerie van BZK geïnformeerd over de hoogte van de bijdrage en de manier waarop deze wordt uitgekeerd. Bij de beoordeling van de tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling formuleerde de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) in 23 de volgende uitgangspunten die aangeven waarvoor deze maatstaf is bedoeld: Bij samenvoeging van gemeenten daalt de algemene uitkering tot het niveau van al bestaande gemeenten van gelijke grootte. De daling maakt daarom geen onderdeel uit van de lasten die verbonden zijn aan herindeling. Nieuwe lasten die gerelateerd zijn aan de grootte van de nieuwe gemeente (bijvoorbeeld als gevolg van hogere salarisschalen) worden niet aan de herindeling toegerekend. De voorbereiding en de implementatie van de nieuwe organisatie hebben noodzakelijke, incidentele lasten tot gevolg. Deze zogenaamde frictiekosten worden gerekend tot de lasten van herindeling. Het gaat hier om lasten die zonder herindeling niet gemaakt zouden zijn en die per definitie extra en tijdelijk zijn. 28/ juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

30 De nieuw te vormen gemeente komt door de herindeling die wordt beoogd per 1 januari 217 in aanmerking voor de tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling. Om een indicatie te geven is de omvang van deze maatstaf op basis van het aantal inwoners per 1 januari 214 berekend. In tabel staat aangegeven wat dat voor de nieuw te vormen gemeente bij een herindeling zou opleveren. Het bedrag zal volgens het % (totaal 125% ) betaalschema in de achtereenvolgende jaren tot uitkering komen. De opbrengst van deze tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling wordt vooral bepaald door het aantal gemeenten dat wordt heringedeeld en het aantal inwoners dat daarbij betrokken is. De tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling zou op basis van de inwonersgegevens 214 uitkomen op afgerond 12,3 miljoen. Tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling Absoluut Bedrag per bedrag in inwoner in Schijndel, Sint-Oedenrode, Veghel Tabel Berekening tijdelijke verdeelmaatstaf herindeling bij herindeling Aanbeveling voor de huidige gemeenten Stem met elkaar af welke kosten tot de frictiekosten worden gerekend en hanteer hiervoor dezelfde uitgangspunten. Stel een raming op van de frictiekosten en stem dit onderling af. Wijs (per gemeente) een budgetverantwoordelijke aan. 2.5 Het financiële belang van de nieuwe gemeente Een gemeente waarvan de raad een herindelingsontwerp heeft vastgesteld komt onder preventief toezicht van de provincie te staan op grond van artikel 21 van de Wet Algemene regels herindeling (de Wet arhi). Preventief toezicht houdt in dat in elk geval de begroting en begrotingswijzigingen goedkeuring behoeven, maar daarnaast kunnen Gedeputeerde Staten nog een aantal andere besluiten met een financiële strekking hiervoor aanwijzen. De financiële besluiten van de herindelingspartners moeten vooraf ter goedkeuring aan de provincie worden voorgelegd. Welke besluiten dit precies betreft, wordt kenbaar gemaakt in een brief van de provincie aan de gemeenten (doorgaans nadat hierover al overleg tussen provincie en gemeente heeft plaatsgevonden). Dit bijzondere toezichtinstrumentarium is in het leven geroepen omdat het financieel toezicht in de Gemeentewet in principe repressief is en de wetgever het risico van potverteren niet uitsluitend aan een systeem van repressief toezicht wil overlaten. Daarom is in de Wet arhi deze bijzondere vorm van preventief toezicht geïntroduceerd. Hierbij gelden de volgende algemene regels: Dit bijzonder toezichtregime kan alleen worden toegepast voor gemeenten die blijkens een herindelingsontwerp, een herindelingsadvies of een voorstel van wet in aanmerking komen om te worden opgeheven; Het bijzondere regime geldt alleen voor besluiten die Gedeputeerde Staten aanwijzen; Gedeputeerde Staten wijzen alleen besluiten aan die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven, verhoging van bestaande uitgaven, verlaging van bestaande inkomsten of vermindering van vermogen. Met andere woorden: besluiten die invloed kunnen hebben op de financiële positie van de huidige en/of de nieuw te vormen gemeente(n). Goedkeuring aan de besluiten kan worden onthouden indien een besluit van een op te heffen gemeente naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in strijd is met het financiële belang van de nieuw te vormen gemeente. 11 juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 29/138

31 De provincie kan met de besturen van de drie genoemde gemeenten afspraken maken over de wijze waarop het herindelingstoezicht in praktische zin wordt ingevuld. De provincie toetst of de financiële besluiten niet strijdig zijn met het financiële belang van de nieuwe gemeente. Nadat de gemeenteraden het herindelingsontwerp hebben vastgesteld (bijvoorbeeld in het najaar van 214) zal de provincie besluiten om de voornoemde vorm van preventief toezicht in te stellen. Deze bijzondere vorm van preventief toezicht ( herindelingstoezicht ) zal ingaan vanaf het moment dat de provincie dit besluit heeft genomen. Aanbevelingen voor de huidige gemeenten Het verdient aanbeveling dat de gemeenten tijdig (dus in elk geval vóór het moment van vaststelling van het herindelingsontwerp door de raden) afspraken met de provincie maken over de wijze waarop de (financiële) besluiten van de fusiepartners zullen worden getoetst aan het (financiële) belang van de nieuwe gemeente. De besluitvormingsprocedures binnen de gemeenten kunnen hierop worden afgestemd door af te spreken dat de gemeenteraden kennis nemen van elkaars raadsagenda s en door duidelijke procedureafspraken te maken. Als een raadsbesluit ter goedkeuring aan de provincie wordt ingezonden moet duidelijk zijn dat de raden van de herindelingspartners hier kennis van hebben genomen en hiermee ook instemmen. Bezwaren van herindelingspartners tegen elkaars besluiten worden door de provincie nadrukkelijk meegewogen bij de beoordeling van die besluiten. Het verdient sterke aanbeveling dat de nieuwe coalitieakkoorden van de drie gemeenten naast elkaar worden gelegd en dat hierover onderlinge afspraken tussen de gemeentebesturen worden gemaakt. Beoordeel aan de hand van de onderlinge afspraken ook of de grote, lopende of toekomstige projecten bij de fusiepartners doorgang moeten vinden. De eerste begroting van iedere gemeente afzonderlijk die onder het preventief toezicht valt (in dit geval waarschijnlijk de begroting 215) kan daar het juiste moment voor zijn. 2.6 Overige financiële aandachtspunten bij herindeling De herindeling is pas definitief als de desbetreffende herindelingswet door de Tweede en de Eerste Kamer is aangenomen. Wel blijkt in de praktijk dat na de afronding van de ontwerpfase van het arhi-proces door de provincie in samenspraak met de gemeenten, de voorbereidingsfase van het herindelingsproces concreet ingevuld gaat worden. Een aantal publicaties kan de gemeenten, die bij een herindeling betrokken zijn, daarbij tot hulp dienen. Allereerst de in 25 herziene handleiding Gemeentelijke herindeling van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de handreiking financieel toezicht bij herindeling van de provincie Noord-Brabant (maart 29). Daarnaast heeft het ministerie van BZK in 28 een brochure Handvatten voor gemeentelijke herindeling samengesteld op basis van een verkenning onder acht gefuseerde gemeenten. In maart 214 heeft het ministerie van BZK ook het Handboek gemeentelijke herindeling gepubliceerd: hierin wordt het proces van gemeentelijke herindeling beschreven en worden handvatten voor de uitvoering daarvan gegeven. Aan de hand van deze publicaties en diverse rapporten over financiële effecten van herindeling bij individuele gemeenten worden hierna en in bijlage 2 diverse financiële aandachtspunten genoemd die tijdens het herindelingsproces van belang zijn. 3/ juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

32 Harmonisatie financieel beleid In hoofdstuk 3 van deze herindelingsscan wordt een beeld geschetst van de financiële positie van de herindelingspartners en de nieuwe gemeente. Op onderdelen verschilt het financiële beleid van de herindelingspartners. Wij adviseren daarom om zo mogelijk in de resterende tijd tot aan een eventuele herindeling het financiële beleid van de herindelingspartners te harmoniseren, waardoor in de komende periode de vergelijkbaarheid wordt bevorderd. Dit verbetert ook het zicht op de toekomstige financiële positie van de nieuwe gemeente. De harmonisatie vergemakkelijkt straks de consolidatie van de eindbalans van de oude gemeenten tot de beginbalans van de nieuwe gemeente. Tevens vergemakkelijkt het de opstelling van de eerste begroting van de nieuwe gemeente. Belangrijke terreinen waarop harmonisatie in meer uniformiteit moet resulteren zijn: Inventarisatie van de risico s en bepaling van de normen voor de weerstandscapaciteit Omvang en inzet van de reserves in de exploitatie Beleid inzake waardering, activering en afschrijving van activa Nieuw beleid in casu de voortzetting van de projecten van de huidige gemeenten en de verwerking van de financiële gevolgen hiervan in de meerjarenraming Het grondbeleid. Een praktische aanpak voor de harmonisatie van het financiële beleid is het vergelijken van de verordeningen op grond van artikel 212 van de Gemeentewet van de herindelingspartners en van de daaruit voortvloeiende beleidsnota s. Voor verdere details over de harmonisatie en integratie van het financiële beleid en beheer wordt verwezen naar de genoemde handreikingen. In bijlage 2 benoemen wij een aantal belangrijke aandachtspunten. Overige harmonisaties Naast de harmonisatie van het financiële beleidsterrein en de financiële gevolgen daarvan, zijn de volgende harmonisaties ook vermeldenswaard. Beheer en onderhoud Het is van belang dat beheer en onderhoud bij de herindelingspartners goed op orde is. Inventariseer daarom achterstanden niet alleen bij het onderhoud van de kapitaalgoederen, maar ook bij de archieven, personeelsadministratie, bestemmingsplannen etc. De ervaring leert namelijk dat het wegwerken van achterstallig onderhoud bij de gemeentelijke kapitaalgoederen of het inlopen van een archiefachterstand gepaard kan gaan met omvangrijke investeringen. Verder zorgt actueel inzicht in administraties ervoor dat geen onbekende risico s worden gelopen. Voorbereiding van onderhoudsplannen voor de kapitaalgoederen van de nieuwe gemeente is gezien het financiële belang ook sterk aan te bevelen. Aan de actuele situatie van het onderhoud van de kapitaalgoederen bij de herindelingspartners wordt aandacht besteed in hoofdstuk 3. Harmonisatie gemeentelijke beleidsterreinen In de voorbereidingsfase van het herindelingsproces wordt via een projectorganisatie op alle gemeentelijke beleidsterreinen de herindeling voorbereid. Waar nodig kan het Handboek gemeentelijke herindeling van het Ministerie van BZK hierbij een goede leidraad vormen. In werkgroepen zal na inventarisatie en afstemming via concrete acties de nieuwe gemeente vorm krijgen. Daarbij valt te denken aan zaken zoals: het voorbereiden van verordeningen, reglementen, beleids- en beheerplannen etc. De financiële gevolgen daarvan vinden hun weerslag in de begroting. Omdat de nieuwe raad pas kort voor het moment van herindeling wordt gekozen zal de eerste begroting van de nieuwe gemeente veelal weinig nieuw beleid bevatten. Vandaar dat de ramingen van de 11 juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 31/138

33 nieuwe gemeente vaak een optelling van de ramingen van de herindelingspartners zijn. Daar waar zich wél nieuwe ontwikkelingen voordoen, is het belangrijk om een reële inschatting te maken van de financiële gevolgen. Gemeenschappelijke regelingen Herindeling kan resulteren in de uittreding uit gemeenschappelijke regelingen of andere samenwerkingsverbanden waaraan de herindelingspartners deelnemen. De Wet Algemene regels herindeling (arhi) geeft voor gemeenschappelijke regelingen voorschriften. Binnen zes maanden (verlenging van deze termijn van orde is mogelijk) dienen de deelnemers aan de regeling daartoe een voorziening te hebben getroffen. Ga daarom voorafgaand aan de herindeling aan de hand van het overzicht verbonden partijen na welke organisaties het hier betreft en treed daarmee in overleg om de hoogte van de uittredingslasten te bepalen. Uitgangspunt hierbij is dat de overblijvende gemeenten in het samenwerkingsverband geen financieel nadeel van de uittreding mogen ondervinden en dat de schade, die rechtstreeks het gevolg is van de uittreding, voor rekening van de uittredende partij komt. Van het samenwerkingsverband en de overblijvende deelnemers mag echter worden verlangd dat zij tijdig adequate maatregelen nemen om de financiële gevolgen van de uittreding te beperken en op te vangen. De uittredende herindelingspartners kunnen daarbij denken aan het bepalen van een goed moment van uittreding, het overnemen van boventallig personeel of het op contractbasis afnemen van de uren aan overcapaciteit. Een beleid gericht op het beperken van de uittredingskosten kan hierbij lastenbesparend werken. Aanbevelingen voor de huidige gemeenten Harmoniseer in de periode tot aan de herindeling het (financiële) beleid. Dit bevordert de onderlinge vergelijkbaarheid van de herindelingspartners en vergemakkelijkt de opstelling van zowel de eerste begroting als de beginbalans van de nieuwe gemeente. Inventariseer eventuele achterstanden op het terrein van beheer en onderhoud, zodat voor de nieuwe gemeente zoveel mogelijk op orde is. Het betreft hier beleidsterreinen zoals kapitaalgoederen, archieven, bestemmingsplannen en administraties. Bepaal vóór de herindeling aan de hand van het overzicht verbonden partijen bij welke gemeenschappelijke regelingen of andere organisaties uittreding noodzakelijk is. Treed hiermee tijdig in overleg om de hoogte van de uittredingslasten te bepalen en besteed ook aandacht aan maatregelen om deze lasten te beperken. Voorbereiding van de harmonisatie van belastingverordeningen voorafgaand aan de herindeling is sterk aan te bevelen. Harmonisatie van de OZB-tarieven tussen nu en de herindelingsdatum is echter niet noodzakelijk. Als tussenoplossing kan ervoor worden gekozen om de OZB-tarieven geleidelijk naar elkaar toe te laten groeien. 32/ juni 214 Financiële effecten bij gemeentelijke herindeling Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

34 3. De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de volgende drie vragen: Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van de begrotingspositie van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit gebeurt aan de hand van de begroting 214 en de meerjarenraming , maar er wordt ook teruggekeken naar de resultaten van de jaarrekeningen 211 en 212, alsmede op die van de conceptjaarrekeningen 213. De conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van de totale financiële positie (inclusief de grondexploitatie) van de drie afzonderlijke gemeenten? Dit wordt bezien in relatie tot de risico s die op de gemeenten afkomen. Ook deze conclusies resulteren in een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Wat zijn de belangrijkste conclusies ten aanzien van het financiële beleid van de drie afzonderlijke gemeenten? Ook deze conclusies leiden tot een aantal aanbevelingen voor de drie afzonderlijke gemeenten, maar ook voor de nieuw te vormen gemeente. Om deze vragen te kunnen beantwoorden wordt aandacht besteed aan de volgende onderdelen: de begroting en meerjarenraming (paragraaf 3.2), de jaarrekeningen (paragraaf 3.3), onderwerpen uit de verplichte paragrafen (paragraaf 3.4) en het financiële beleid (paragraaf 3.5). Het onderzoek voor deze herindelingsscan is uitgevoerd in de periode maart-mei 214 op basis van cijfermateriaal dat in die periode beschikbaar was. Concreet betekent dit dat gebruik is gemaakt van de begroting 214, inclusief de meerjarenramingen en de jaarrekeningen 211 tot en met 213. Ook zijn voorjaarsnota s, begrotingswijzigingen, grondnota s en andere relevante documenten hierbij betrokken voor zover dit nodig was om een beter beeld van de totale financiële positie te krijgen. Voor zover meer recente informatie beschikbaar was, is deze ook in de beeldvorming betrokken. 3.2 Begroting en meerjarenraming De begrotingsposities van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel worden beoordeeld aan de hand van zowel het verleden, het heden als de toekomst. In de eerste plaats wordt (kort) ingegaan op de begrotingspositie in historisch perspectief, waarbij wordt teruggeblikt op de begrotingssituatie van de afgelopen twee jaren (in casu 212 en 213). In de tweede plaats wordt beoordeeld of de huidige begroting 214 structureel en reëel in evenwicht is. Indien dat niet het geval is wordt getoetst of de laatste jaarschijf van de meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht is. Dit houdt in dat de structurele lasten worden gedekt door structurele baten én dat er sprake is van reële lasten en baten. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 33/138

35 3.2.1 Begrotingspositie in historisch perspectief Schijndel Begroting 212 De begroting was ingediend met positieve saldi voor de jaren 212, 214 en 215 en een negatief saldo voor het jaar 213. De begroting 212 was naar het oordeel van de provincie uiteindelijk na enkele (neerwaartse) bijstellingen (onderuitputting kapitaallasten, rentetoerekening aan de grondexploitatie en verkoop plantsoenen) niet structureel sluitend. Het laatste jaar van de meerjarenraming (215) was wel structureel sluitend. Op grond hiervan kwam Schijndel in aanmerking voor de repressieve toezichtvorm. In de begrotingsbrief heeft de provincie verder opmerkingen gemaakt over het realiteitsgehalte van de (meerjaren)ramingen, onderhoud van wegen en weerstandsvermogen. Begroting 213 De begroting was ingediend met negatieve saldi voor de jaren 213 en 215 en positieve saldi voor de jaren 214 en 216. Het saldo van de begroting 213, was óók na het oordeel van de provincie, en inclusief een neerwaartse bijstelling op het saldo (onderuitputting kapitaallasten) niet structureel sluitend. Het laatste jaar van de meerjarenraming (216) was wel structureel sluitend. Ook dit jaar gold het repressieve toezicht. In de begrotingsbrief heeft de provincie verder, net als in 212 overigens, opmerkingen gemaakt over het realiteitsgehalte van de meerjarenramingen en het onderhoud van wegen. Sint-Oedenrode Begroting 212 De begroting 212 was gepresenteerd met een batig saldo. Op basis van ons beleidskader Zichtbaar Toezicht hebben wij op dit saldo een aantal neerwaartse bijstellingen toegepast. Dit leidde ertoe dat de begroting 212 (naar het oordeel van de toezichthouder) een tekort vertoonde, waardoor het nodig was om ook de meerjarenraming bij de bepaling van de vorm van toezicht te betrekken. Uit de toets van de meerjarenraming bleek vervolgens dat deze een tekort vertoonde in de jaarschijf 213, maar dat in de jaren 214 en 215 wel sprake was van een structureel sluitend meerjarenperspectief. Op grond hiervan kwam de gemeente in aanmerking voor de repressieve toezichtvorm. De belangrijkste opmerkingen in de begrotingsbrief betroffen de volgende onderwerpen: de geraamde onderuitputting van kapitaallasten van nieuwe investeringen in het jaar van de ingebruikname; het ramen van een budgetverlaging op het onderhoud van de openbare ruimte zonder dat het onderhavige beheerplan hierop was aangepast; het realiteitsgehalte van de meerjarenramingen; het baseren van de stortingen in de reserves en voorzieningen ten behoeve van het onderhoud van riolering en gebouwen op verouderde uitgangspunten. Begroting 213 De begroting 213 was ingediend met een batig saldo (inclusief een ombuigingspakket, een memorie van aanvulling en een amendement). Bij het onderzoek dat de provincie hierop uitvoerde bleek echter dat de begroting 213 niet reëel en structureel sluitend was. De neerwaartse bijstellingen die de provincie op het saldo uitvoerde betroffen o.m. de volgende aspecten: ombuigingen op het onderhoud van kapitaalgoederen die niet voldoende concreet en realistisch waren; een gedeeltelijk incidentele dekking van de investering t.b.v. sporthal De Streepen. Na deze neerwaartse bijstellingen resteerde een reëel tekort voor het jaar 213. Hierdoor was het nodig om ook de meerjarenraming bij de bepaling van de vorm van toezicht te betrekken. De meerjarenraming 34/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

36 vertoonde (inclusief de neerwaartse bijstellingen) structureel batige saldi in alle jaarschijven. Op grond hiervan kwam de gemeente ook voor 213 in aanmerking voor de repressieve toezichtvorm. In de begrotingsbrief zijn opmerkingen opgenomen ten aanzien van de volgende onderwerpen: de onderuitputting van kapitaallasten van nieuwe investeringen in het jaar van ingebruikname; de deels incidentele dekking van de kapitaallasten van sporthal De Streepen; de onvolledige vertaling van de financiële consequenties van de meerjarige onderhoudsplannen van kapitaalgoederen in de begroting; de berekening van het weerstandsvermogen; en de verwachte negatieve stand van de voorziening huisvesting onderwijs per ultimo 213. Veghel Begroting 212 De begroting was ingediend met positieve saldi voor de jaren 212 t/m 215. De begroting 212 was naar het oordeel van de provincie uiteindelijk na enkele (neerwaartse) bijstellingen (onderuitputting kapitaallasten, hoge rentetoerekening aan de grondexploitatie en nog niet vastgestelde bezuiniging onderhoud gebouwen) structureel sluitend. Omdat de begroting 212 structureel en reëel in evenwicht was kwam de gemeente Veghel voor het begrotingsjaar 212 in aanmerking voor het normaal geldend repressief toezicht. De meerjarenraming was ook structureel sluitend. De bevindingen naar aanleiding van het onderzoek betroffen de volgende onderwerpen: geen actueel beheerplan gebouwen; een te hoog rentepercentage dat aan de grondexploitatie werd toegerekend (6%); de stagnerende grondexploitatie; en het nog niet gekwantificeerde weerstandsvermogen. Begroting 213 De begroting 213 was ingediend met negatieve saldi voor het jaren 213 en 214. De saldi voor de jaren 215 en 216 waren echter positief. Het begrotingsjaar had een structureel tekort. Bij het begrotingsonderzoek heeft de toezichthouder aandacht besteed aan de risico s binnen de grondexploitatie en de door de gemeente getroffen maatregelen. De toezichthouder heeft geen bijstellingen van de begrotingssaldi doorgevoerd. Omdat de begroting 213 een tekort vertoonde, was het nodig was om ook de meerjarenraming bij de bepaling van de vorm van toezicht te betrekken. Uit de beoordeling van de meerjarenraming bleek vervolgens dat deze een tekort vertoonde in de jaarschijf 214, maar dat in de jaren 215 en 216 wel sprake was van een structureel sluitend meerjarenperspectief. Op grond hiervan kwam de gemeente in aanmerking voor de repressieve toezichtvorm. In de begrotingsbrief heeft de provincie haar waardering uitgesproken voor het voortvarend oppakken van het kwantificeren van risico s, het toerekenen van een marktconforme rente aan de grondexploitatie en het financieringstekort en het vaststellen van een actueel onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen. Verder vroeg de provincie in deze brief aandacht voor de risico s in de grondexploitatie, het vaststellen van een norm voor het weerstandsvermogen, structurele dekking onderhoud gebouwen en het meerjarig maken van de lijst van incidentele baten en lasten Begroting 214 en meerjarenraming De kern van de beoordeling van de begrotingspositie in deze herindelingsscan ligt in de beoordeling van de door de gemeenten vastgestelde begrotingen 214 en de meerjarenramingen juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 35/138

37 Beoordeeld wordt of de huidige begroting 214 of het laatste jaar (217) van de meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht zijn. Dat wil zeggen, zijn de structurele lasten gedekt door structurele baten en is er sprake van reële baten en lasten. In de tabellen en en is voor iedere gemeente op basis van de begroting 214 en de meerjarenraming 215 tot en met 217 het gepresenteerde (ingediende) begrotingssaldo weergegeven, rekening houdend met incidentele baten en lasten en eventuele overige correcties leidend tot het structurele saldo ( inclusief nieuw beleid) naar het oordeel van de provincie. Schijndel Begroting 214 Gemeente Schijndel (bedragen in afgerond op 1., ) Saldo ingediende begroting na bestemming Eénmalige lasten Eénmalige baten Saldo begroting na bestemming Positieve bijstelling (door toezichthouder uitgevoerd) Negatieve bijstelling -65. (door toezichthouder uitgevoerd) Structureel saldo na bijstelling Tabel Begrotingssaldi 214 t/m 217 De gemeente presenteert een sluitende begroting 214 met een batig saldo van 665. (dit is het begrotingssaldo na uitzuivering van de incidentele baten en lasten). Samen met de begroting is één begrotingswijziging vastgesteld. Dit betreft het beschikbaar stellen van de kredieten voor het jaar 214 zoals opgenomen in het investeringsplan. Deze begrotingswijziging heeft geen invloed op het begrotingssaldo. Er is één ombuigingstaakstelling die heeft geleid tot een negatieve bijstelling van het begrotingssaldo 214 met 65.. Dit betreft een bezuiniging door aanpassing van de uitgangspunten met betrekking tot het onderhoud van gebouwen. Deze besparing moet echter nog verwerkt in de actualisatie van de MeerjarenOnderhoudsPlanning (MOP) in 214 en is dus nog niet vertaald in een door de raad vastgesteld onderhoudsplan. Het structurele saldo 214 na deze bijstelling is 6.. De ingediende meerjarenraming 215 t/m 217 vertoont jaarlijks (structurele) tekorten. De provincie (toezichthouder) heeft wederom (net als voorgaande jaren) in de brief bij de begroting 214 een opmerking opgenomen waarin wordt aangegeven om de keuzes over het beheer van kapitaalgoederen op een dusdanig tijdstip te nemen waardoor deze nog verwerkt kunnen worden in de begroting 215. In de brief staat: ( ) Wij verwachten echter dat u voor de vaststelling van de begroting 215 een nieuw wegenbeheerplan vaststelt en de financiële consequenties hiervan vertaalt in de begroting 215. Wanneer u dit nalaat dan stellen we de begrotingssaldi bij met het verschil tussen de onderhoudsbudgetten op basis van het laatst vastgestelde plan en de in de begroting opgenomen onderhoudsbudgetten. Dit kan ertoe leiden dat wij van oordeel zijn dat de vastge- 36/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

38 stelde (meerjaren-)begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en u daarmee niet aan de uitgangspunten voldoet om voor de gebruikelijke vorm van repressief toezicht in aanmerking te komen ( ). In het kader van deze scan is de gemeente gevraagd naar de stand van zaken. De gemeente heeft geantwoord dat ze opdracht heeft gegeven om een meerjarenonderhoudsplan wegen (MJP Wegen) op te stellen. In de loop van april worden de weginspecties uitgevoerd waarna de gegevens verwerkt worden. Het MJP Wegen zal in juli 214 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden en de financiële consequenties zullen in de begroting worden verwerkt. Voor de beoordeling van het realiteitsgehalte van de begroting 214 nemen we ook de door de gemeente in de begroting 214 gehanteerde uitgangspunten in overweging: De loon- en prijsstijgingen in het begrotingsjaar zijn reëel geraamd. Voor de prijsontwikkeling van budgetten en subsidies (lastenkant) is, in het kader van de bezuinigingen, meerjarig de nullijn gehanteerd met uitzondering van contracten (= constante prijzen). Jaarlijks wordt bekeken of het nog kan en worden budgetten indien nodig aangepast. Verder houdt de gemeente in de meerjarenbegroting aan de batenkant bij de algemene uitkering rekening met de meicirculaire 213 op basis van lopende prijzen (= inclusief jaarlijkse loon- en prijsontwikkeling). Door voorgaande systematiek neemt het realiteitsgehalte van de meerjarenraming af. Omdat de risico s in de meerjarenraming hierdoor toenemen, zou de gemeente de gehanteerde loon- en prijsontwikkeling van de baten- en lastenkant meer met elkaar in overeenstemming moeten brengen. In de meerjarenraming is bij de berekening van de algemene uitkering overigens rekening gehouden met een extra korting van Hierbij is uitgegaan van Rijksbezuinigingen van 4,3 miljard. De gemeente gaat uit van een (incidentele) opbrengstverhoging OZB in 214 van 8,95%. De gemeente raamt de kapitaallasten van de investeringen vanaf het eerste jaar na ingebruikname van het actief. Door het hanteren van deze methodiek is sprake van onderuitputting. De gemeente neemt de onderuitputting op als incidentele bate op de staat van incidentele baten en lasten. De kosten voor de drie decentralisaties zijn budgettair neutraal geraamd. De gemeente heeft ombuigingen opgenomen. De ombuigingen lopen op van 527. in 214 naar in 217. Gezien de onderbouwing kunnen deze ombuigingen als reëel worden gekenschetst. De renteomslag wordt voor het begrotingsjaar gerekend, meerjarig wordt dit percentage in de raming verwerkt. De gemeente rekent over een deel van de activa een vooraf berekende rente van 5,41%. Over een ander deel van de activa wordt een vast renteomslagpercentage van 5,25% gerekend. Omdat een vast renteomslagpercentage wordt gehanteerd, ontstaat een financieringsresultaat. Het saldo van de renteomslag wordt verrekend met de gewone dienst. Het toegerekende rentepercentage aan de grondexploitatie in 214 (4%) is acceptabel. Voor reserves wordt een percentage gehanteerd van 4,5%. Voor de kasgeldlimiet wordt een percentage van 3% gehanteerd. Aan de grondexploitatie wordt in aan apparaatskosten toegerekend. In het meerjarenperspectief is dit 18.1 (215) respectievelijk (216) en (217). Aan investeringen wordt in aan apparaatskosten toegerekend. In het meerjarenperspectief is dit (215) respectievelijk (216) en (217). 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 37/138

39 De gemeente Schijndel investeert in de periode ,7 mln. Het grootste gedeelte bestaat uit vervangingsinvesteringen (76%). De belangrijkste investeringen en andere nieuwe activiteiten in de meerjarenbegroting zijn op het gebied van riolering ( 6,6 miljoen), herinrichting en reconstructie wegen ( 4,2 miljoen) en uitvoering waterplan ( 1 miljoen). Conclusies met betrekking tot de huidige gemeente Schijndel: De begroting 214 is ingediend met een structureel batig begrotingssaldo van Er is één ombuigingstaakstelling die heeft geleid tot een negatieve bijstelling (door de toezichthouder) van het begrotingssaldo 214 met 65.. Het structurele saldo 214 na deze bijstelling is 6.. Op grond hiervan kwam Schijndel in aanmerking voor de repressieve toezichtsvorm. De meerjarenraming 215 t/m 217 vertoont jaarlijks structurele tekorten. De door de gemeente gehanteerde uitgangspunten voor de begroting 214 kunnen in het algemeen als voldoende reëel worden gekenschetst. Omdat de gemeente voor de prijsontwikkeling van budgetten en subsidies (met uitzondering van contracten) meerjarig de nullijn hanteert (= constante prijzen), en aan de batenkant bij de algemene uitkering met lopende prijzen (= inclusief jaarlijkse loon- en prijsontwikkeling) rekening houdt, neemt het realiteitsgehalte van de meerjarenraming echter af. Naar de mening van de toezichthouder loopt de gemeente hier een risico en geadviseerd wordt deze systematiek te heroverwegen. De opgenomen bezuinigingen zijn voldoende onderbouwd. De gemeente heeft geen actueel wegenbeheerplan. Een nieuw geactualiseerd wegenbeheerplan zal in juli 214 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden en de (eventuele) financiële consequenties zullen in de begroting worden verwerkt. De gemeente Schijndel investeert in de periode ,7 miljoen, met name op het gebied van riolering ( 6,6 miljoen), herinrichting en reconstructie wegen ( 4,2 miljoen) en uitvoering waterplan ( 1 miljoen). Aanbevelingen voor de huidige gemeente Schijndel: Wij adviseren om in 214 een nieuw geactualiseerd wegenbeheerplan door de raad te laten vaststellen; de financiële consequenties van het gekozen onderhoudsniveau dienen te worden vertaald in de begroting 215 en meerjarenraming Wij adviseren om in de meerjarenraming om bij de berekening van de budgetten dezelfde uitgangspunten te hanteren als voor de berekening van de algemene uitkering (constante dan wel lopende prijzen). 38/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

40 Sint-Oedenrode Begroting 214 Gemeente Sint-Oedenrode (bedragen in afgerond op 1., ) Saldo ingediende begroting na bestemming Eénmalige lasten Eénmalige baten Saldo begroting na bestemming Positieve bijstelling (door toezichthouder uitgevoerd) Negatieve bijstelling (door toezichthouder uitgevoerd) Structureel saldo na bijstelling Tabel Begrotingssaldi 214 t/m 217 De begroting 214 is ingediend inclusief de Memorie van Aanvulling en een negatieve bijstelling als gevolg van het zogenaamde Herfstakkoord. De begroting is reëel en structureel sluitend ingdiend, inclusief aanvullende ombuigingen. Bij het onderzoek van de begroting 214 werd geconstateerd dat de gemeente tegemoet was gekomen aan een deel van de opmerkingen uit onze brief van 28 februari 213. Er resteerden nog twee posten die tot een neerwaartse bijstelling leidden: de deels incidentele dekking van de kapitaallasten van sporthal De Streepen ( 12.) en de niet volledige raming van de kapitaallasten van het nieuwe beleid in het investeringsjaar ( 5.). In het bovenstaande overzicht zijn deze bedragen negatief bijgesteld op het begrotingssaldo, maar ook na deze neerwaartse bijstellingen blijft de begroting 214 reëel sluitend. De meerjarenraming Met de vaststelling van de Memorie van Aanvulling (tegelijk met de begroting) zijn ook de gevolgen van de septembercirculaire meegerekend. Het gevolg is dat voor alle jaarschijven tekorten ontstaan. Daarom is tegelijkertijd een aantal taakstellingen opgenomen waarmee men de meerjarenbegroting (uiterlijk in 217) weer sluitend wil krijgen. De opgenomen taakstellingen zijn echter nog onvoldoende concreet, waardoor de meerjarenraming op dit moment nog niet als structureel sluitend kan worden aangemerkt. De gemeente heeft toegezegd dat deze taakstellingen wel zullen worden geconcretiseerd. Dit zal een belangrijk aandachtspunt zijn bij de toetsing van de begroting 215. Uitgangspunten begroting en meerjarenramingen De loon- en prijsstijgingen zijn voldoende reëel geraamd:,9% prijsindexering cumulatief op de direct beïnvloedbare kosten en opbrengsten. Voor de OZB gaat men uit van 1,65% cumulatieve stijging en voor de loonkosten wordt de nullijn aangehouden. De algemene uitkering is gebaseerd op lopende prijzen. Dit is een acceptabele wijze van ramen. De kapitaallasten van nieuwe investeringen worden pas vanaf het eerste jaar ná ingebruikname van het actief geraamd. Door deze methodiek wordt de begroting in het jaar van ingebruikname incidenteel batig beïnvloed: dit voordeel zou als incidenteel voordeel op de staat van incidentele baten en lasten moeten worden opgenomen. Dit is in de begroting 214 echter niet gebeurd, waardoor 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 39/138

41 wij voor dit bedrag een negatieve bijstelling op het structurele saldo hebben opgenomen. (Wij adviseren de gemeente om in de begroting 215 dit incidentele voordeel op de staat van incidentele baten en lasten op te nemen). De kosten voor de drie decentralisaties zijn budgettair neutraal geraamd. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt ingegaan op de risico s met betrekking tot de decentralisaties. Het rentebeleid is vastgelegd in de rentenota 28. Sindsdien gaat men niet meer uit van een gemiddelde rekenrente, maar van de werkelijke rente die aan de afgesloten geldleningen is gekoppeld. Met die rentenota is ook de toerekening van de rente over de eigen financieringsmiddelen gewijzigd, omdat alleen de werkelijke rente wordt begroot en geboekt. De rekenrente in 214 bedraagt 4%, zowel voor nieuwe investeringen als voor grondexploitaties. Deze rekenrente is bepaald op basis van het gemiddelde van de vaste geldleningen met een looptijd van 25 jaar. De begroting 214 bevat incidentele baten van (waaronder geraamde winstnemingen grondexploitatie van 1.41.) en incidentele lasten (waaronder een geraamde storting in de algemene reserve grondexploitatie van 1.44.). De gemeente heeft ook een meerjarig overzicht van de incidentele baten en lasten verstrekt. De toegerekende apparaatskosten aan investeringen bedragen en aan grondexploitatie In de kadernota 214 is een aantal nieuwe investeringen voorgesteld voor de periode Voor 214 heeft de grootste investering betrekking op de renovatie van school Padua ( 468.). In totaal zal in de periode voor circa worden geïnvesteerd, waarvan verreweg het grootste deel ( ) betrekking heeft op de riolering en 68. op de openbare verlichting. De gemeente hanteert de methodiek zoals die in de nota Waarderen en Afschrijven (211) is vastgelegd: in het jaar van ingebruikname van een investering worden nog geen kapitaallasten geraamd. In totaal bedraagt het pakket aan geraamde ombuigingen in de begroting 214. Deze ombuigingen omvatten o.a. de beperking van de bijdrage aan de bibliotheek ( 63.), vermindering van personele lasten ( 5.) en ombuiging op de veiligheidsregio/brandweer ( 42.). 4/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

42 Conclusies met betrekking tot de huidige gemeente Sint-Oedenrode: De gemeente Sint-Oedenrode heeft de begroting sluitend ingediend met een saldo van 195. batig. De provinciale toezichthouder is van oordeel dat in de begroting enige incidentele inkomstenposten zijn opgenomen ter dekking van structurele lasten en heeft op grond hiervan twee neerwaartse bijstellingen toegepast van in totaal Maar ook dan resteert nog een reëel en structureel sluitende begroting 214. Op grond hiervan blijft voor Sint-Oedenrode ook voor het begrotingsjaar 214 de repressieve toezichtvorm van toepassing. De meerjarenraming daarentegen vertoont vooralsnog structurele tekorten in alle jaarschijven. Dit is verklaarbaar, aangezien men de negatieve gevolgen van de septembercirculaire 213 reeds heeft meegerekend in de meerjarenraming. De gemeente heeft taakstellende bezuinigingen aangekondigd waarmee men de meerjarenraming structureel sluitend wil maken, maar vooralsnog zijn deze taakstellingen niet voldoende concreet gemaakt. De provinciale toezichthouder zal aan de hand van de vastgestelde begroting 215 beoordelen of de taakstellingen dan voldoende concreet zijn benoemd en ingevuld. De gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van lonen en prijzen zijn voldoende reëel. In de periode wordt in totaal voor geïnvesteerd (voornamelijk in riolering en openbare verlichting). Aanbevelingen voor de huidige gemeente Sint-Oedenrode: Wij adviseren om in de begroting 215 een concrete onderbouwing van alle taakstellingen op te nemen. Aan de hand daarvan kan worden beoordeeld in hoeverre deze taakstellingen tot een structureel sluitende (meerjaren)begroting leiden. Wij adviseren de gemeente om in de begroting 215 het incidentele voordeel van de onderuitputting kapitaallasten op de staat van incidentele baten en lasten op te nemen. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 41/138

43 Veghel Begroting 214 Gemeente Sint-Oedenrode (bedragen in afgerond op 1., ) Saldo ingediende begroting na bestemming Eénmalige lasten Eénmalige baten Saldo begroting na bestemming Positieve bijstelling (door toezichthouder uitgevoerd) Negatieve bijstelling (door toezichthouder uitgevoerd) Structureel saldo na bijstelling Tabel Begrotingssaldi 214 t/m 217 De begroting is ingediend met positieve saldi voor de jaren 214, 215, 216 en 217. Omdat de gemeente bij het presenteren van de begroting de positieve saldo in de algemene reserve vrij besteedbaar stort zijn de saldi voor alle jaren. Na verwerking van de éénmalige lasten en baten resteren voor alle jaren positieve structurele saldi van respectievelijk: 425.; 19.; 17.; en 99.. De begroting 214 en de bijbehorende meerjarenramingen zijn beperkt onderzocht. Dit beperkte onderzoek gaf de provincie geen aanleiding om de begroting uitgebreider te onderzoeken. Omdat de begroting 214 structureel en reëel in evenwicht is komt de gemeente Veghel voor het begrotingsjaar 214 in aanmerking voor het normaal geldend repressief toezicht. Dit werd aan raad van Veghel medegedeeld in de brief van 16 december 213. De gemeente heeft een brief zonder opmerkingen ontvangen. In de begroting is rekening gehouden met Rijksbezuinigingen van 6 miljard. Uitgangspunten begroting en meerjarenramingen De loon- en prijsstijgingen zijn voldoende reëel geraamd: 1,75% prijsindexering cumulatief op de direct beïnvloedbare kosten en opbrengsten. Voor de OZB gaat men uit van 3% voor woningen en 2% voor niet-woningen; meerjarig voor beide %. Voor de loonkosten wordt de nullijn aangehouden. Met houdt wel rekening met hogere werkgeverslasten van 2,25%. De algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 213 (constante prijzen). Dit is een acceptabele wijze van ramen. Vanaf 211 is de gemeente overgestapt naar een andere systematiek met betrekking tot de kapitaallasten. Vanaf 211 worden namelijk voor de nieuwe investeringen de kapitaallasten geraamd in het jaar ná gereedkomen van de investering. De nieuwe systematiek heeft als consequentie dat in het jaar van ingebruikname van de investering (het jaar dat de investering voor de eerste keer wordt geraamd) dus een incidenteel voordeel in de begroting wordt gerealiseerd. Dit geldt dus ook voor toekomstig nieuw beleid. 42/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

44 De kosten voor de drie decentralisaties zijn budgettair neutraal geraamd. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt ingegaan op de risico s met betrekking tot de decentralisaties. De gemeente Veghel werkt met een renteomslag methode. Voor de berekening van de totale rente-kosten worden de betaalde rente over aangetrokken langlopende geldleningen, de interne rente over de reserves en voorzieningen en de netto betaalde of ontvangen rente over het liquiditeitstekort of liquiditeitsoverschot bij elkaar opgeteld. De rekenrente, welke wordt doorbelast aan de gemeentelijke grondcomplexen, is bij de vaststelling van de uitgangspunten voor de begroting vastgesteld op 3,75% per jaar. Met deze rentelast zal bij de eerstvolgende herziening van de grondexploitaties rekening worden gehouden. In de ontwikkeling van de rente is een dalende trend waarneembaar. Voor het jaar 213 werd nog uitgegaan van een rente van 4%. Vanuit de provincie wordt kritisch gekeken naar de hoogte van de rente welke wordt doorberekend aan de grondexploitaties. Gezien de historisch lage rente acht de provincie een rentepercentage van maximaal 4% aanvaardbaar. Door de neerwaartse aanpassing van de rente wordt onder dit maximum gebleven. De begroting 214 bevat incidentele baten van 29. en 715. incidentele lasten. Er zijn geen tussentijdse winstnemingen grondexploitatie. De doorberekening van apparaatskosten aan grondexploitatie en investeringen bedraagt ruim 1,4 miljoen. Op termijn lopen de investeringen terug, waardoor minder apparaatskosten kunnen worden doorberekend; hierdoor kan de exploitatie onder druk komen te staan. Het meerjarig investeringsplan voorziet in nieuwe investeringen in een tweetal scholen (Maria Ter Heide en Vijfmaster), investeringen in de theaterfunctie aan de Noordkade, in de aansluiting van de N279 op de ruit Brainport Oost en de Zuidelijke ontsluitingsweg Erp. Voor 214 heeft de grootste investering betrekking op de vervangende nieuwbouw van de Maria ter Heideschool ( ). De gemeente Veghel investeert in de periode ,1 miljoen, waarvan 215. vervangingsinvesteringen zijn. Van het investeringsbedrag wordt 2,8 miljoen door de algemene reserve gedekt. De gemeente hanteert de methodiek zoals die in de nota waarderen activeren en afschrijven 27 is vastgelegd: in het jaar van ingebruikname worden geen kapitaallasten geraamd. De kapitaallasten van nieuwe investeringen worden in het eerste jaar na ingebruikname van het actief geraamd. De economische crisis heeft er toe geleid dat de bezuinigingsopdracht in 214 meer dan verdubbeld is van 3, tot 6,8 miljoen (cumulatief). De totale bezuinigingen komen daarmee voor 214 uit op 6,8 miljoen, oplopend tot 9 miljoen in juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 43/138

45 Conclusies met betrekking tot de huidige gemeente Veghel: De begroting 214 is structureel sluitend ingediend met een saldo van. Omdat de begroting 214 structureel en reëel in evenwicht is komt de gemeente Veghel voor het begrotingsjaar 214 in aanmerking voor het normaal geldend repressief toezicht. De meerjarenraming 215 t/m 217 vertoont jaarlijks structurele overschotten. Zowel in de begroting als in de meerjarenramingen heeft de toezichthouder geen bijstellingen doorgevoerd. De gemeente heeft forse ombuigingen in de begroting opgenomen die goed onderbouwd zijn. De ombuigingen zijn reeds grotendeels gerealiseerd. De gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van lonen en prijzen zijn voldoende reëel. Vanaf 211 is de gemeente overgestapt naar een andere systematiek met betrekking tot de kapitaallasten. Vanaf 211 worden namelijk voor de nieuwe investeringen de kapitaallasten geraamd in het jaar ná gereedkomen van de investering. De nieuwe systematiek heeft als consequentie dat in het jaar van ingebruikname van de investering (het jaar dat de investering voor de eerste keer wordt geraamd) dus een incidenteel voordeel in de begroting wordt gerealiseerd. Dit geldt dus ook voor toekomstig nieuw beleid. De kosten voor de drie decentralisaties zijn budgettair neutraal geraamd. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt uitgebreid ingegaan op de risico s met betrekking tot de decentralisaties. De gemeente Veghel investeert 5,1 miljoen in de periode Aanbeveling voor de huidige gemeente Veghel: Wij adviseren de gemeente om in de begroting 215 (en volgende jaren) het incidentele voordeel van de onderuitputting kapitaallasten van nieuw beleid op de staat van incidentele baten en lasten op te nemen. De gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel Aan de hand van het begrotingsonderzoek 214 hebben wij een aantal conclusies getrokken die betrekking hebben op alle drie gemeenten. De drie huidige gemeenten zijn alle drie onder de repressieve toezichtvorm gebleven voor het jaar 214. Alle drie hebben namelijk reëel en structureel sluitende begrotingen 214. Op de specifieke opmerkingen ten aanzien van de drie huidige gemeenten zijn wij hiervoor al ingegaan. Er zijn echter wel enige aanbevelingen die voor alle drie gemeenten gelden. Aanbevelingen voor de drie huidige gemeenten: Decentralisaties sociaal domein Wij adviseren om de financiële gevolgen van de drie decentralisaties in het sociaal domein in de begroting 215 (en volgende jaren) tenminste te ramen volgens de uitgangspunten van de meicirculaire 214 dan wel de septembercirculaire 214. Investeringsplannen Vooruitlopend op de komende herindeling adviseren wij de drie huidige gemeenten om de investeringsplannen vanaf 215 in onderling overleg vast te stellen. 44/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

46 Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente Wij adviseren om alle uitgangspunten voor de begroting en meerjarenraming van de nieuw te vormen gemeente te harmoniseren. Wij denken daarbij onder meer aan: Rentebeleid en te hanteren rentepercentages Investerings- en afschrijvingsbeleid Ombuigingen en bezuinigingen Lonen en prijzen (percentages) Systematiek voor de berekening van de algemene uitkering Belastingen Kostentoerekening 3.3 Jaarrekeningen Voor een goed inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie van een gemeente is het rekeningresultaat van belang. Bij de beoordeling van het resultaat is het belangrijk om over een verschillenanalyse te beschikken, waarbij onderscheid wordt gemaakt in het structurele en het incidentele resultaat. Een goede analyse van de uitkomst van de jaarrekening is van groot belang voor de controlerende en de kaderstellende taak van de raad. In deze paragraaf wordt daarom een globaal beeld gegeven van de werkelijke ontwikkeling van de financiële positie van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel in de afgelopen jaren. Daarbij wordt ingegaan op de resultaten van de jaarrekeningen van 211 en 212, alsmede op die van de conceptjaarrekeningen 213. Toelichting bij de jaarrekeningen van Schijndel Jaarrekening 211 De jaarrekening 211 heeft een batig saldo (na bestemming) van 627. en is opgebouwd uit een positief resultaat algemene dienst van 57. en een (per saldo) positief resultaat grondexploitatie van Het jaarresultaat 211 is voordeliger dan het verwachte resultaat van de begroting ( 78. negatief). Van het batige saldo is 119. ten gunste van de algemene reserve grondexploitatie gebracht en 57. ten gunste van de algemene reserve vrij besteedbaar. Ontdaan van (de door de gemeente aangegeven) incidentele baten en lasten bedraagt het structurele jaarrekeningresultaat 211 (bij benadering) nagenoeg positief. De opgenomen taakstellingen ( 1.79.) zijn voor 97% gerealiseerd. De jaarrekening is door de accountant (Deloitte) voorzien van een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. Jaarrekening 212 De jaarrekening 212 heeft een batig saldo (na bestemming) van en is opgebouwd uit een positief resultaat algemene dienst van en een (per saldo) positief resultaat grondexploitatie van Het jaarrekeningresultaat 212 is voordeliger dan het verwachte resultaat van de begroting ( 68. positief). Het grootste deel van het batige saldo ( ) is ten gunste van de algemene reserve vrij besteedbaar gebracht. Ontdaan van de (door de gemeente aangegeven) incidentele baten en lasten bedraagt het structurele jaarrekeningresultaat 212 (bij benadering) 3. nadelig. De opgenomen taakstellingen zijn voor een groot deel (89%) gerealiseerd. De jaarrekening is door de accountant (Deloitte) voorzien van een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 45/138

47 Jaarrekening 213 (concept) Bij de totstandkoming van deze herindelingsscan is de conceptjaarrekening 213 gehanteerd alsmede het bijbehorende verslag van bevindingen van de accountant. De definitief door de raad nog vast te stellen jaarrekening 213 valt buiten de beoordeling van deze scan; ten tijde van de totstandkoming van deze herindelingsscan moet deze immers nog door de raad worden vastgesteld. De conceptjaarrekening 213 heeft een batig saldo (na bestemming) van (afgerond) 579. en is opgebouwd uit een positief resultaat algemene dienst van 38. en een positief resultaat grondexploitatie van 271. (winstneming complex Rietbeemd). De accountant heeft een goedkeurende controleverklaring verstrekt voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. De jaarrekening staat ter vaststelling geagendeerd voor 5 juni 214. Enkele opmerkingen van de accountant uit het verslag van bevindingen voor wat betreft het weerstandsvermogen en bouwgrondexploitatie zijn: Op basis van de analyse uit de paragraaf Weerstandsvermogen blijkt dat het huidige niveau van de weerstandscapaciteit toereikend is; Het eigen vermogen is afgenomen ten opzichte van 212 (van 37% tot 34% van het balanstotaal). De solvabiliteit is licht gedaald. De hoogte van de algemene reserve grondexploitaties is 1 miljoen lager dan de norm die de gemeente hanteert (berekend op basis van een provinciale richtlijn bedraagt dit 2,3 miljoen). In 213 is onder meer 6. onttrokken uit deze reserve in relatie tot verliesvoorzieningen Hulzebraak en centrumplan. De accountant adviseert in deze om de hoogte van de algemene reserve grondexploitaties gelijk te stellen aan de norm (richtlijn) mede gezien de risico s binnen de grondexploitatie in het huidige economische klimaat; De accountant vraagt aandacht voor het monitoren van de geprognosticeerde afzet van complex Hulzebraak 3e fase en voor de periodieke actualisatie van de exploitatieopzet. Hiermee borgt de gemeente dat ze tijdig inzichtelijk heeft welke risico s aanwezig zijn in dit complex en of de verliesvoorziening toereikend is. Toelichting bij de jaarrekeningen van Sint-Oedenrode Jaarrekening 211 De jaarrekening 211 werd gepresenteerd met een tekort van circa 134. (na bestemming). Op grond van de aanvullende informatie van de gemeente bedraagt het structurele saldo over 211 circa 1. negatief. De accountant (Ernst & Young) heeft een goedkeurende verklaring verstrekt voor zowel rechtmatigheid als getrouwheid. Tevens adviseerde hij de gemeente om de risico s van de grondexploitatie een prominentere plaats in de paragraaf weerstandsvermogen te geven. De gemeente heeft hieraan gevolg gegeven. Jaarrekening 212 De jaarrekening 212 vertoonde een batig saldo van 262. (na bestemming). In de rekening is ook een staat van incidentele baten en lasten opgenomen. Het rekeningsaldo is grotendeels van incidentele aard. De accountant (Ernst & Young) heeft een goedkeurende verklaring verstrekt voor rechtmatigheid en getrouwheid. Daarnaast is ook een rapport van bevindingen uitgebracht dat ook een aantal adviezen (met name t.a.v. de grondexploitatie) bevat. 46/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

48 Jaarrekening 213 (concept) Bij de totstandkoming van deze herindelingsscan is de conceptjaarrekening 213 gehanteerd alsmede het bijbehorende verslag van bevindingen. De definitief door de raad nog vast te stellen jaarrekening 213 valt buiten de beoordeling van deze scan; ten tijde van de totstandkoming van deze herindelingsscan moet deze immers nog door de raad worden vastgesteld. De conceptjaarrekening heeft een nadelig saldo (na bestemming) van 1.. Dit wordt mede veroorzaakt door enige incidentele nadelen. De accountant (Ernst & Young) heeft een goedkeurende controleverklaring verstrekt voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. Enkele opmerkingen van de accountant uit het verslag van bevindingen worden hier kort vermeld: De financiële positie van Sint-Oedenrode is gezond, maar is wel in 213 licht verslechterd ten opzichte van vorige jaren; dit blijkt uit de afname van de reserves, waardoor de gemeente qua solvabiliteit onder het landelijk gemiddelde ligt. De accountant beveelt dan ook aan om in de komende jaren sterk te sturen op de financiën, mede gezien de nieuwe taken die op de gemeente afkomen. De afgelopen jaren heeft Sint-Oedenrode gewerkt aan het doorontwikkelen van het risicomanagement; dit is nu vastgelegd in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen. Structureel is nu geregeld dat bij de begroting en jaarrekening wordt gerapporteerd over de ontwikkelingen in de benoemde risico s en hoe deze zich verhouden tot de weerstandscapaciteit. De aanwezige weerstandscapaciteit is ruim voldoende om de risico s af te dekken. De weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 213: circa 6,4 miljoen. Ten opzichte van vorig jaar zijn de risico s overigens wel toegenomen (van 3 miljoen ultimo 212 tot 3,8 miljoen ultimo 213). De top 3 risico s zijn: Risico s op afwaardering bouwgrondexploitaties en van de NIEGG worden nu op 1,1 miljoen geschat; Risico s met betrekking tot harmonisatie afschrijvingsbeleid (hogere afschrijvingslasten) worden geschat op,5 miljoen. Risico s met betrekking tot de decentralisaties jeugdzorg en AWBZ worden geschat op,4 miljoen. Toelichting bij de jaarrekeningen van Veghel Jaarrekening 211 De jaarrekening 211 heeft een batig saldo (na bestemming) van Ontdaan van (de door de gemeente aangegeven) incidentele baten en lasten bedraagt het structurele jaarrekeningresultaat 211 (bij benadering) 219. positief. Van het batige saldo wordt 148. als budgetoverheveling bestemd en wordt het restant van ten gunste van de algemene reserve gebracht. Verder heeft de raad ingestemd met het vormen van een bestemmingsreserve van 4,4 miljoen en hiervoor het geblokkeerde deel van de algemene reserve aan te wenden. De jaarrekening is door de accountant (Baker Tilly Berk) voorzien van een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. Daarnaast is ook een verslag van bevindingen uitgebracht waarin onder meer wordt aangegeven dat de benodigde weerstandscapaciteit niet berekend kan worden omdat men een inschatting van de risico s mist. Indien er geen risico s in kaart worden gebracht en een inschatting wordt gemaakt van de financiële impact en de kans dat risico s zich voor gaan doen, kan de benodigde weerstandscapaciteit niet worden berekend. Het is dan ook niet mogelijk om een conclusie te trekken of het weerstandsvermogen voldoende is voor de risico s die de gemeente loopt. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 47/138

49 Jaarrekening 212 De jaarrekening 212 heeft een batig saldo (na bestemming) van Ontdaan van de (door de gemeente aangegeven) incidentele baten en lasten bedraagt het structurele jaarrekeningresultaat 212 (bij benadering) 4. voordelig. De opgenomen taakstellingen zijn voor een groot deel (87%) gerealiseerd. Het restant is bij de 2e Berap afgeraamd. De accountant merkt op dat er sprake is van een fors afnemende financiële positie die mede door het aanwenden van reserves in 212 wordt veroorzaakt. De totale weerstandscapaciteit is afgenomen tot 5,3 miljoen (in 211: 85,9 miljoen). De toezichthouder concludeert dat de gemeente Veghel voorlopig nog voldoende reserves heeft ondanks een forse daling door de getroffen maatregelen in de grondexploitatie. De toezichthouder constateert dat de gemeente een omvangrijke grondexploitatie heeft. De gemeente heeft echter adequate maatregelen getroffen op basis van het door Deloitte uitgebrachte rapport Financiële kaderstelling bij het grondbedrijf. Eén van de maatregelen is het hanteren van realistischer uitgangspunten. De jaarrekening is door de accountant (Baker Tilly Berk) voorzien van een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. A. Jaarrekening 213 (concept) Bij de totstandkoming van deze herindelingsscan is de conceptjaarrekening 213 gehanteerd alsmede het bijbehorende verslag van bevindingen. De definitief door de raad nog vast te stellen jaarrekening 213 valt buiten de beoordeling van deze scan; ten tijde van de totstandkoming van deze herindelingsscan moet deze immers nog door de raad worden vastgesteld. De conceptjaarrekening 213 heeft een batig saldo (na bestemming) van Ontdaan van de (door de gemeente aangegeven) incidentele baten en lasten bedraagt het structurele jaarrekeningresultaat voordelig. De accountant (Baker Tilly Berk) heeft een goedkeurende controleverklaring verstrekt voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. Daarnaast heeft de accountant ook een verslag van bevindingen uitgebracht. Met betrekking tot de grondexploitatie merkt de accountant in dit verslag het volgende op: Per saldo wordt gerekend met een totale weerstandscapaciteit van 35,6 miljoen. In de paragraaf grondexploitatie wordt uitgelegd dat op basis van de zogenaamde IFLO norm deze omvang toereikend is. Voor alle projecten heeft de gemeente een gedegen risico inschatting gemaakt. Hierdoor is het financiële risico inzichtelijk gemaakt per project. In de jaarrekening is een totaalrisico opgenomen van 82,8 miljoen. Deze risico s kunnen ten dele opgevangen worden vanuit de post onvoorzien per project als ook van de positieve eindwaarden die er voor een aantal projecten zijn. Van het restrisico heeft de gemeente het standpunt ingenomen om 5% in een reserve op te nemen om zo een buffer binnen het eigen vermogen aan te houden. Wij achten het reëel om niet 1% in het eigen vermogen als buffer aan te houden omdat normaliter niet alle risico s zich voordoen en dus het werkelijke risico lager zal zijn dan de optelsom van de afzonderlijke risico s. Het totaal van risico s op projecten die niet binnen het betreffende project kunnen worden opgevangen betreft 56,2 miljoen. Hiervoor is nu een reserve winst op grondverkopen opgenomen van 22,7 miljoen en is sprake van een reserve risico s ad 13 miljoen. Daarnaast is nog sprake van ruim 11 miljoen aan verwachte positieve eindwaarde waardoor het (op basis van de huidige inschatting van de risico s) 48/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

50 lijkt dat er voldoende weerstandsvermogen is om dit op te vangen. Het risico en dus de onzekerheid in de jaarrekening rondom de waardering van de projecten is naar onze mening in voldoende mate toegelicht waardoor er geen sprake is van een onzekerheid ten aanzien van de jaarrekening zelf. De accountant heeft tevens een analyse van de bouwgronden in exploitatie verricht. Per 31 december 213 zijn de kostprijscalculaties geactualiseerd door de gemeente. De uitgangspunten voor deze actualisatie zijn door de accountant beoordeeld. Naar de mening van de accountant liggen de gehanteerde uitgangspunten met betrekking tot de rentepercentages, kosten- en opbrengststijging in lijn met andere gemeenten. De accountant is met betrekking tot de twee grootste projecten De Kempkens en Veghels Buiten van mening dat de waardering van deze projecten voldoende onderbouwd is. Gezien de lange doorlooptijd van beide projecten is het echter moeilijk om een goede inschatting van het verloop van de projecten te maken. 3.4 (Verplichte) paragrafen uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde zoals die beschreven worden in het door het BBV voorgeschreven verplichte paragrafen. Artikel 9 van het BBV bepaalt namelijk dat in de beleidsbegroting paragrafen worden opgenomen, waarin de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot beheersmatige aspecten en lokale heffingen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld in een overzicht, waardoor de raad voldoende inzicht krijgt. De paragrafen geven een dwarsdoorsnee van de begroting. De onderwerpen die het betreft zijn: lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. Vrijwel alle onderwerpen spelen in alle gemeenten. Met de genoemde onderwerpen is telkens een financieel belang gemoeid. De paragrafen geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en op de lange termijn. In deze paragraaf komen de onderwerpen weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, grondbeleid, verbonden partijen, bedrijfsvoering en treasury. De gemeente Schijndel heeft naast de zeven verplichte paragrafen nog twee paragrafen opgenomen in de begroting 214: Paragraaf vertrouwen in burgers en Paragraaf dienstverlening. Deze blijven verder buiten beschouwing. De gemeente Sint-Oedenrode heeft naast de zeven verplichte paragrafen nog drie paragrafen in de begroting 214 opgenomen: Algemene uitkering en exploitatieresultaat, Dienstverlening en Ombuigingen. De inhoud van de paragraaf Algemene uitkering en exploitatieresultaat is aan de orde gekomen bij de bespreking van de begrotingspositie 214. De paragraaf Dienstverlening laten wij verder buiten beschouwing omdat er geen financiële aspecten aan de orde komen. Verderop (onder 3.4.5) wordt echter wel ingegaan op de inhoud van de paragraaf Ombuigingen. De gemeente Veghel heeft geen extra paragrafen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de risico s die resteren na de beheersmaatregelen en de weerstandscapaciteit die de gemeente heeft om niet begrote kosten die eventueel voortvloeien uit de risico s op te vangen. Het weerstandsvermogen geeft dus antwoord op de vraag in hoeverre 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 49/138

51 een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico s op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van het beleid op het huidige niveau. Het doel van het geven van inzicht in weerstandsvermogen voorkomt dat iedere tegenvaller leidt tot ombuigingen. Om een scherp inzicht in het weerstandsvermogen te houden is goed risicomanagement essentieel. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote tegenvallers te dekken, zonder dat deze invloed heeft op de voortzetting van de taken op het huidige niveau. De weerstandscapaciteit is te onderscheiden in een incidenteel en een structureel deel. Onder de incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte éénmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voorzetting van taken op het geldende niveau. De middelen die dat vermogen kunnen bepalen zijn: De algemene reserves en de reserves waaraan de raad een bestemming heeft gegeven die kan worden gewijzigd; De in de begroting opgenomen ramingen voor onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven; Het incidentele rekeningsaldo dat nog niet aan de algemene reserve is toegevoegd; De stille reserves, voor zover deze op korte termijn materieel te maken zijn. Onder de structurele weerstandscapaciteit wordt verstaan het vermogen om onverwachte tegenvallers structureel in de begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van bestaande taken. De middelen die dat vermogen kunnen bepalen zijn: De onbenutte belastingcapaciteit; De in de begroting opgenomen ramingen voor structurele onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven; Het structurele rekeningsaldo voor zover nog niet in de begroting verwerkt. Bij de vergelijking van de beschikbare weerstandscapaciteit tussen de gemeenten is het belangrijk om het volgende te beseffen. De raad beslist welke onderdelen tot de weerstandscapaciteit worden gerekend en voor welk bedrag. De raad bepaalt tevens hoe hoog de norm is die wordt vastgesteld. Het gevolg van deze beleidsvrijheid is dat de ratio s weerstandsvermogen tussen de gemeenten dus niet zonder meer onderling vergelijkbaar zijn. Schijndel Het algemeen beleidskader risicomanagement is ten opzichte van de begroting 213 ongewijzigd. De gemeente werkt al enkele jaren met een systeem van risicomanagement. Voor de berekening van de weerstandscapaciteit wordt gebruik gemaakt van twee componenten (waarbij de gemeente niet de begrippen incidentele en structurele weerstandscapaciteit als zodanig benoemt): 1. Eigen vermogen (algemene reserves en bestemmingsreserves). 2. Onbenutte belastingcapaciteit. Een derde door de gemeente benoemde component, bezuinigingsmogelijkheden, wordt door de gemeente (voorlopig) niet meegenomen als onderdeel van de weerstandscapaciteit. Inzet van dit onderdeel wordt steeds moeilijker door de financiële situatie waarin de gemeenten verkeren. De gemeente Schijndel raamde primo 214 een algemene reserve te hebben van Hiervan is vrij besteedbaar. Het totaal van de bestemmingsreserves wordt primo 214 geraamd op Hiervan moeten worden uitgezonderd de bestemmingsreserve volkshuisvesting ( ) en de reserve voor specifieke dekking van kapitaallasten met een economisch nut ( ). Er resteert dan een bedrag van In dit kader kan ook nog de alge- 5/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

52 mene reserve niet vrij beschikbaar worden ingezet die als weerstandsvermogen (ad ) is opgenomen. Indien het noodzakelijk is dat deze reserve ingezet wordt, geeft dit een gat in de begroting van het renteverlies. Op stille reserves wordt niet ingegaan in de paragraaf. De totale weerstandscapaciteit is en is als volgt opgebouwd: algemene reserves vrij besteedbaar algemene reserve niet vrij besteedbaar p.m. onvoorziene uitgaven bestemmingsreserves De gemeente neemt voorlopig de onbenutte belastingcapaciteit niet mee in de weerstandscapaciteit; op basis van het gehanteerde percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 214 van,1651 kan de onbenutte belastingcapaciteit ongeveer berekend worden op 1,1 miljoen, zo heeft de gemeente berekend. Deze bestaat bij de gemeente alleen uit OZB omdat de tarieven van de afvalstoffenheffing en rioolrecht 1% kostendekkend zijn. Het totaaloverzicht van de risico s is opgenomen in een bijlagenboek bij de begroting 214 (de zogenaamde Staat van risico-inventarisatie. De gemeente heeft alle geïnventariseerde risico s gekwantificeerd. Op basis van de ingevulde risico s met de daarbij behorende kans en financiële omvang zijn de belangrijkste risico s (financieel) volgens de gemeente: decentralisatie van taken jeugdzorg; verkoopopbrengsten onroerend goed; financieel nadeel WMO; decentralisatie van taken AWBZ; hogere uitkeringskosten (WWB) en bezuinigingen rijk. Op basis van de berekening (risico s) bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit Bij deze berekening is (alleen) rekening gehouden met de beperkte en de grote risico s; de geringe risico s zijn buiten beschouwing gebleven. De beschikbare weerstandscapaciteit is primo De ratio (beschikbare weerstandscapaciteit/benodigde weerstandscapaciteit) is 1,86. De gemeente gaat er van uit dat de norm tussen 1,5 en 2, als voldoende wordt beschouwd en concludeert dat de weerstandscapaciteit van de gemeente Schijndel voldoende is. Op basis van de door de gemeente gepresenteerde gegevens kan de provincie zich in deze conclusie vinden. Conclusies voor de huidige gemeente Schijndel: De gemeente Schijndel werkt al enkele jaren met een systeem van risicomanagement. De gemeente heeft een totale beschikbare weerstandscapaciteit (primo 214) berekend van Er wordt hierbij géén onderscheid gemaakt (als zodanig benoemd) tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Op eventuele stille reserves wordt in de paragraaf niet ingegaan. De risico s zijn systematisch in beeld gebracht en gekwantificeerd. Op basis van de berekening (risico s) bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit Bij deze berekening is (alleen) rekening gehouden met de beperkte en de grote risico s; de geringe risico s zijn buiten beschouwing gebleven. De ratio (beschikbare weerstandscapaciteit/benodigde weerstandscapaciteit) voor het begrotingsjaar 214 is 1,86. De gemeente gaat ervan uit dat een norm tussen de 1,5 en 2 als voldoende wordt beschouwd en trekt zelf de conclusie dat de weerstandscapaciteit van de gemeente Schijndel voldoende is. Op basis van de door de gemeente gepresenteerde gegevens kan de provincie (toezichthouder) zich in deze conclusie vinden (voor wat het begrotingsjaar 214 betreft). Omdat de gemeente geen meerjarig overzicht van weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen heeft verstrekt, kan hierover geen conclusie worden getrokken. Aanbeveling voor de huidige gemeente Schijndel: Wij adviseren om een meerjarig inzicht te verstrekken ten aanzien van de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 51/138

53 Sint-Oedenrode Het beleidskader voor het weerstandsvermogen en risico s is vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement 213. Deze nota is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 september 213. In deze nota zijn ook de kaders, methodiek en richtlijnen vastgelegd met betrekking tot weerstandsvermogen en risicomanagement. De gemeente maakt onderscheid tussen de incidentele en de structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit betreft de buffers in het eigen vermogen die beschikbaar zijn om onverwachte tegenvallers te kunnen dekken, zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande beleid en de uitvoering van taken. De algemene reserve per begin 214 bevat in totaal Deze bestaat echter uit drie verschillende onderdelen: algemene reserve bufferfunctie ( ), de algemene reserve vrij beschikbaar ( ) en de algemene reserve grondexploitatie ( 1 miljoen). Dit is dus de totaal beschikbare incidentele weerstandscapaciteit. Hiertegenover staat de noodzakelijke weerstandscapaciteit. Om deze te berekenen hanteert men een methodiek voor risicomanagement. Er is een inventarisatie van de risico s gemaakt waarbij zowel is gekeken naar de omvang van de risico s als naar de kans dat een risico zich zal voordoen. Daarmee is een risicomatrix opgesteld, waaruit blijkt welke risico s de hoogste prioriteit hebben. Van de 49 benoemde risico s blijken 6 tot de hoogste risicocategorie (rood) te behoren. Volgens deze systematiek komt de benodigde weerstandscapaciteit uit op 4,3 miljoen. In de voorbereiding van de begroting 214 zijn de risico s geactualiseerd en geïnventariseerd: uit deze extra actualisatieronde zijn de 15 belangrijkste risico s naar voren gekomen. De meeste genoemde risico s zijn van meer algemene aard, dat wil zeggen dat de meeste gemeenten er mee te maken hebben. De grote decentralisaties worden als risico benoemd, evenals de grondexploitatie, de algemene uitkering en de ombuigingen. Het belangrijkste (en meest specifieke) risico voor Sint-Oedenrode is de uniformering van het financieel beleid in het geval van gemeentelijke herindeling. Sint-Oedenrode hanteert namelijk de (afwijkende) annuïtaire afschrijvingsmethode, in tegenstelling tot de twee beoogde herindelingspartners Veghel en Schijndel (die de gangbare lineaire methode gebruiken). Het ligt voor de hand dat de nieuwe gemeente zal kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethode. Het doel van de herindelingsscan is echter om in beeld te brengen hoe de nieuwe gemeente ervoor staat als de herindeling al een feit zou zijn. Hierbij komt de vraag aan de orde hoe men omgaat met de afschrijving van de activa die tot nu toe volgens de annuïtaire methode zijn afgeschreven. Voor de hand liggend is dat men uitgaat van de boekwaarde die nu op de balans staat en dat men deze boekwaarde over de resterende levensduur verder afschrijft volgens de lineaire methode (hetgeen budgettaire consequenties heeft). De keuze zal mede afhangen van de afspraken die de drie fusiegemeenten hieromtrent maken en die ten nauwste samenhangen met de harmonisatie van het financiële beleid (zie paragraaf 3.5) die een bespreekpunt zal zijn in het bestuurlijke besluitvormingstraject. Daarnaast berekent deze gemeente de structurele weerstandscapaciteit : de buffer die in de exploitatie beschikbaar is om de niet-begrote kosten te kunnen afdekken zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande beleid en de uitvoering van taken. Sint-Oedenrode telt de volgende elementen 52/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

54 mee in de structurele weerstandscapaciteit: onbenutte belastingcapaciteit, resultaat na bestemming en onvoorzien: in totaal Bij beoordeling van deze ratio merken wij echter het volgende op. Het resultaat na bestemming ( 272.) is berekend op basis van de primitieve begroting. Zoals gezegd is de werkelijke structurele begrotingsruimte lager (de begroting is naar onze mening krap sluitend). Dit gedeelte van het structurele weerstandsvermogen is dus niet structureel beschikbaar. Dus resteren de onbenutte belastingcapaciteit ( 54.) en post voor onvoorziene uitgaven ( 4.). Het is een goede zaak dat men een onderscheid aanbrengt tussen de incidentele en de structurele weerstandscapaciteit, aangezien op deze manier in beeld kan worden gebracht hoe weerbaar men is om structurele tegenvallers (bijvoorbeeld een lagere algemene uitkering of niet te realiseren structurele ombuigingen) te kunnen opvangen. Dit zou echter nog meer betekenis krijgen als dit inzicht ook meerjarig werd verstrekt. Conclusies voor de huidige gemeente Sint-Oedenrode: De gemeente Sint-Oedenrode hanteert een methodiek voor risicomanagement en heeft daarmee een inventarisatie van de risico s (inclusief de grondexploitatie) gemaakt: de totale risico s worden berekend op 4,3 miljoen. Dit omvat zowel risico s met een incidenteel als met een structureel karakter. Hiertegenover staat de beschikbare weerstandscapaciteit, waarbij men wél onderscheid maakt tussen de incidentele en de structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit wordt volgens een voorzichtige methode berekend: alleen het vrij aanwendbare deel van de algemene reserves wordt meegeteld. De bestemmingsreserves zijn wel in beeld gebracht, maar worden niet meegeteld bij de weerstandscapaciteit. Er wordt niet ingegaan op eventuele stille reserves. Daarnaast is er nog structurele weerstandscapaciteit aanwezig in de begroting (in de vorm van onbenutte belastingcapaciteit, onvoorziene uitgaven en begrotingsruimte). De ratio tussen de totale weerstandscapaciteit en de totale risico s bedraagt volgens deze berekening 1,52. De gemeente hanteert een minimum norm van 1,, waaraan dus wordt voldaan. De gemeente constateert dat het weerstandsvermogen voor het begrotingsjaar 214 ruim voldoende is om de risico s af te dekken. Wij kunnen dat oordeel onderschrijven, maar hebben wel de volgende aanbevelingen en opmerkingen. Aanbeveling voor de huidige gemeente Sint-Oedenrode: Wij adviseren om een meerjarig inzicht te verstrekken ten aanzien van de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. Veghel De rekenkamer van de gemeente Veghel heeft in 213 een onderzoek laten doen naar de interne financiële positie van de gemeente (stresstest). Dit onderzoek is uitgevoerd door Conquaestor. In dit rapport wordt een aantal aanbevelingen gedaan ter verbetering van de paragraaf weerstandsvermogen. De gemeente heeft deze aanbevelingen volledig overgenomen. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 53/138

55 Structureel weerstandsvermogen Het structureel weerstandsvermogen is ruim voldoende en ligt boven de door de raad vastgestelde minimumnorm (1,). De benodigde weerstandscapaciteit is Hier staat een beschikbare weerstandscapaciteit van tegenover. De ratio structureel weerstandsvermogen is 3,67. Hiermee valt de ratio in de bandbreedte uitstekend (> 2,) De normen ten aanzien van deze ratio zijn ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de universiteit Twente. Prognose structurele weerstandsvermogen bij ongewijzigd risicoprofiel en ongewijzigde investeringswensen = beschikbare/benodigde weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen 3,67 1,1,99,96 Ratio weerstandsvermogen excl. transities 3,67 1,73 1,8 2,5 Tabel meerjarige prognose structureel weerstandsvermogen De daling van de ratio weerstandsvermogen (van 3,67 in 214 tot,96 in 217) wordt veroorzaakt door een aanzienlijke stijging van de risico s. Als gevolg van de stijging van deze risico s neemt de benodigde weerstandscapaciteit toe. De beschikbare weerstandscapaciteit blijft meerjarig constant. Het risicobedrag stijgt vooral in 215 aanzienlijk ( ). In 216 en 217 is de stijging van het risicobedrag niet substantieel. De forse stijging in 215 wordt voor 73% ( ) veroorzaakt door hogere risicobedragen voor de WMO en voor 14% ( 25.) door de transitie jeugdzorg. Als onderdeel van de landelijke hervormingen van de langdurige zorg wordt een nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) voorbereid. Deze nieuwe WMO moet ingaan op 1 januari 215. De opdracht aan gemeenten voor de bestaande taken wordt anders geformuleerd en gemeenten krijgen nieuwe taken. Zowel op de nieuwe als op de bestaande taken wordt ingrijpend bezuinigd. Met betrekking tot de WMO gaat Veghel voor 215 uit van een risicobedrag van 3, miljoen en een kans van 5%. Met ingang van 216 vervalt het overgangsrecht en schat de gemeente bij gelijkblij-vend risicobedrag een aflopende kans naar 3% in. Om het grote effect van de transities op de hoogte van de ratio weerstandsvermogen te laten zien hebben wij in bovenstaande tabel tevens de ratio weerstandsvermogen exclusief transities vermeld. Incidenteel weerstandsvermogen Het incidentele weerstandsvermogen is ruim voldoende en ligt boven de door de raad vastgestelde minimumnorm (1,). De benodigde weerstandscapaciteit is 21,2 miljoen. Hier staat een beschikbare weerstandscapaciteit van 3, miljoen tegenover. De ratio weerstandsvermogen is 1,41. Hiermee valt de ratio in de bandbreedte ruim voldoende (1,4 < x < 2,) Als de algemene reserve wordt aangewend voor het realiseren van strategische doelen, zal de ratio gaan dalen. Dan zouden zowel de structurele als de incidentele ratio kunnen dalen onder de minimumnorm van 1, indien de gerealiseerde winsten uit de grondexploitatie daarin niet worden betrokken. Naar het zich laat aanzien zal dat het geval zijn in 217 bij een ongewijzigd risicoprofiel en ongewijzigde investeringswensen. Tevens daalt de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit door onttrekkingen aan de algemene reserve ten behoeve van het grondbedrijf. Deze onttrekkingen zijn in 215, 216 en 217 respectievelijk 5,5 miljoen; 6,5 miljoen en 7,5 miljoen. 54/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

56 De gemeente heeft een vrij voorzichtige berekeningsmethode van de omvang van de weerstandscapaciteit. Men gaat uit van de som van de vrije algemene reserve ( 22,8 miljoen), de geblokkeerde algemene reserve ( 6,6 miljoen), een beperkt deel van de bestemmingsreserve ( 2,6 miljoen) en rentebijschrijving over de reserves (,9 miljoen). Op dit bedrag worden de investeringen die ten laste van de algemene reserve komen ( 2,9 miljoen) in mindering gebracht. Er wordt niet ingegaan op eventuele stille reserves. Het belangrijkste incidentele risico is de grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid wordt beschreven wat het benodigde weerstandsvermogen bedraagt, uitgaande van de realisatie van de plannen. Voor dit zogenaamde bedrijfsrisico heeft de gemeente de reserve grondexploitatie ingesteld. De omvang van deze reserve is 12,9 miljoen. In de paragraaf weerstandsvermogen schat de gemeente een ander risico in, dat niet afgedekt wordt door de reserve grondexploitatie. Dit betreft het risico indien er geen bouwproductie meer geleverd wordt. De gemeente schat dit risico op 3% van de netto boekwaarde van 162,2 miljoen. Dit risico is afgedekt binnen het incidenteel weerstandsvermogen. De gemeente Veghel heeft 25 gemeentelijke grondcomplexen, met een verwachte boekwaarde van de gronden van 177 miljoen per 31 december 213. Voor de tekorten op de plannen zijn adequate voorzieningen aanwezig. Prognose structurele weerstandsvermogen bij ongewijzigd risicoprofiel en ongewijzigde investeringswensen = beschikbare/benodigde weerstandscapaciteit Ratio exclusief toekomstige winsten 1,42 1,38 1,62,93 grondexploitatie Ratio inclusief toekomstige winsten grondexploitatie 1,42 1,41 1,82 1,22 Tabel meerjarige prognose incidentele weerstandsvermogen Opvallend is de aanzienlijke daling (met,69) van de ratio in 217. Dit is met name het gevolg van de voorgenomen investeringen in 217. Zonder de onttrekking aan de reserves voor deze investeringen zou de ratio 1,94 in plaats van,93 zijn. De gemeente geeft aan dat het aan de nieuwe coalitie is om keuzes te maken ten aanzien van het terugbrengen van het risicoprofiel door beheermaatregelen, het bedrag aan investeringen te verlagen, het herbestemmen van reserves zodat deze gaan meetellen in het weerstandsvermogen of geblokkeerde reserves vrij te maken. In dat laatste geval zal de rente opbrengst die daardoor wordt misgelopen in de exploitatie moeten worden gecompenseerd door extra bezuinigingen en/of belastingverhoging. Het investeringsprogramma staat overigens los van het al dan niet realiseren van winsten in de grondexploitatie. De gemeente berekent de hoogte van de incidentele beschikbare weerstandscapaciteit als de som van de algemene reserves inclusief rentebijschrijving ( 3,3 miljoen) en een klein deel ( 2,6 miljoen) van de bestemmingsreserves minus het bedrag welke reeds is bestemd voor investeringen (2,9 miljoen). De incidentele weerstandscapaciteit is in totaal 3, miljoen. Er wordt geen melding gemaakt van stille reserves. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 55/138

57 Conclusies voor de huidige gemeente Veghel De gemeente Veghel hanteert een methodiek voor risicomanagement en heeft daarmee een inventarisatie van de risico s (inclusief de grondexploitatie) gemaakt: de incidentele risico s worden berekend op 21,2 miljoen. Het beschikbare incidentele weerstandsvermogen bedraagt 3 miljoen. De incidentele weerstandscapaciteit wordt volgens een vrij voorzichtige methode berekend: de gemeente telt alleen de algemene reserves en een vrij beperkt deel van de bestemmingsreserves mee. Eventuele stille reserves worden niet meegenomen. Zowel het incidentele als het structurele weerstandsvermogen liggen in 214 ruim boven de door de raad vastgestelde norm. Als de algemene reserve wordt aangewend voor het realiseren van strategische doelen, zullen de ratio s gaan dalen. Dan zouden zowel de structurele als de incidentele ratio kunnen dalen onder de norm van 1, indien de gerealiseerde winsten uit de grondexploitatie daarin niet worden betrokken. Naar het zich laat aanzien zal dat het geval zijn in 217 bij een ongewijzigd risicoprofiel en ongewijzigde investeringswensen. De nieuwe coalitie heeft echter nog diverse keuzemogelijkheden om te bewerkstelligen dat ook in 217 aan de norm wordt voldaan. Aanbevelingen voor de huidige gemeente Veghel: De gemeente Veghel heeft in 213 een verbeterslag doorgevoerd in de paragraaf weerstandsvermogen, mede aan de hand van de aanbevelingen van een rapport van de lokale rekenkamer. Voor deze gemeente blijft het voornaamste aandachtspunt dat de risico s in de grondexploitatie nauwlettend worden gemonitord en dat de omvang van het weerstandsvermogen hierop afgestemd blijft. 56/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

58 Conclusies voor de huidige gemeenten gezamenlijk: De drie gemeenten hebben allemaal beleid omtrent weerstandsvermogen en risicomanagement. Voor 214 hebben ze voldoende weerstandsvermogen, maar voor de meerjarenraming is het beeld minder duidelijk. Schijndel en Sint-Oedenrode presenteren namelijk geen meerjarig overzicht van het weerstandsvermogen. Veghel presenteert dit meerjarige overzicht wèl en daaruit blijkt dat het weerstandsvermogen in de loop van de meerjarenraming afneemt. Schijndel maakt geen onderscheid tussen incidenteel en structureel weerstandsvermogen (de twee andere gemeenten doen dit wèl). De drie gemeenten hebben verschillende methoden voor de berekening van de weerstandscapaciteit. Sint-Oedenrode rekent slechts (het vrij aanwendbare deel van) de algemene reserve mee bij de incidentele weerstandscapaciteit, terwijl Schijndel en Veghel ook een deel van de bestemmingsreserves meetellen. Geen van de drie gemeenten houdt rekening met mogelijke stille reserves. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente Stel een paragraaf weerstandsvermogen op waarin de risico s worden gekwantificeerd en geïnventariseerd en in relatie worden gebracht met de benodigde weerstandscapaciteit. Stel hierbij criteria vast voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Maak onderscheid tussen incidentele en structurele risico s, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen. Hierbij merken we op dat de harmonisatie van het financieel beleid een forse impact kan hebben op de totale omvang van de risico s. Wij adviseren om dit nadrukkelijk mee te nemen in de fusiebesprekingen. Confronteer de werkelijk beschikbare weerstandscapaciteit met de benodigde weerstandscapaciteit en bereken zodoende het weerstandsvermogen. Geef de uitkomst van deze confrontatie weer in een ratio. Formuleer criteria voor de minimaal noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen. Presenteer tevens een meerjarig overzicht van de ontwikkeling in het weerstandsvermogen Onderhoud Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen van een gemeente zijn duurzame goederen (productiemiddelen) die gebruikt worden om diensten te leveren en voorzieningen te verstrekken aan haar burgers. Voorbeelden van belangrijke kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water groen en gebouwen. Na de verkrijging van de kapitaalgoederen is het zaak deze zo goed mogelijk te beheren, ofwel in stand te houden. Te meer omdat met kapitaalgoederen forse bedragen gemoeid zijn, ze maken immers een substantieel deel uit van de begroting. Een goed beheer is noodzakelijk om achterstallig onderhoud en mogelijke kapitaalvernietiging te voorkomen. Voor hulp bij het vaststellen van het beleid voor het beheren van de wegen maken veel gemeenten gebruik van het CROW (het nationale kenniscentrum voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte). Het CROW heeft vijf onderhoudsniveaus (van A+ tot D, waarbij D het laagste niveau is) beschreven. Daarbij is ook bepaald dat op basis van niveau C er geen sprake is van achterstallig onderhoud en kapitaalvernietiging. Maar ook voor het hebben van een goed beeld van de financiële positie van de gemeente, is het noodzakelijk inzicht te hebben in de kapitaalgoederen. De verplichte paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft hiervoor een dwarsdoorsnede van de begroting. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 57/138

59 Een kapitaalgoed kan op verschillende manieren worden beheerd. Het is de verantwoordelijkheid van de raad om vanuit haar kaderstellende en controlerende taak hier invulling aan te geven. Het is dan ook aan de raad deze keuzes te maken en de bijbehorende kaders te stellen. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen dient actueel inzicht te geven in de vastgestelde beleidskaders. De kaderstellende rol van de raad kan worden ingevuld door middel van het eens in de vier jaar actualiseren van onderhoudsplannen. Het belangrijkste is dat in de paragraaf een verwijzing naar de kaders is opgenomen met een korte samenvatting. Ook dient duidelijk te zijn of het gekozen ambitieniveau gevolgd wordt, of de bijbehorende middelen zijn opgenomen en of al dan niet sprake is van achterstallig onderhoud. Wanneer sprake is van achterstallig onderhoud dient aangegeven te worden welke maatregelen zijn/worden getroffen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de bijlagen 7 tot en met 9. Wegen Schijndel In de raad van 12 december 22 is het onderhoudsniveau voor wegbeheer en het daarbij behorende budget vastgesteld. Er is toen besloten om het gemiddelde onderhoudsniveau van wegen in vijf jaar te verlagen naar 2,3. De schaal loopt van 1 tot 5 van hoog naar laag niveau van kwaliteit van onderhoud. In het kader van bezuinigingen op kwaliteit is het onderhoudsniveau in 25 verder bijgesteld naar het lagere onderhoudsniveau 2,5. In 21 is besloten de komende jaren nog slechts een beperkt budget voor wegbeheer beschikbaar te stellen. Door de verder verslechterde financiële situatie heeft de gemeente in 211 besloten, gezien het nog relatief positieve beeld van de openbare ruimte tot en met 214 alleen nog budget beschikbaar te stellen voor uiterst noodzakelijke ingrepen, het zogenaamde klein onderhoud. Dit betekent dat de gemeente accepteert dat de kwaliteit van de wegen als onderdeel van de openbare ruimte zal teruglopen. Alleen in de gevallen dat groot onderhoud niet uitgesteld kan worden (asfaltwegen zoals Structuurweg) omdat er anders kapitaalvernietiging ontstaat wordt hiervoor een voorstel voorgelegd en worden kosten apart geraamd. Er is geen voorziening wegenonderhoud. Voorheen werd wegenonderhoud ruim geraamd. Het kwaliteitsniveau was een ruime voldoende. De raad heeft besloten dat het niveau iets mag worden verlaagd en heeft het onderhoudsbudget hierop reeds aangepast. Dit moet echter nog vertaald worden in een nieuw plan. Eind 214 pakt de gemeente de discussie over de openbare ruimte opnieuw op en wordt de brede strategische discussie te voeren over nut, noodzaak, en wenselijkheid van de kwaliteit in de openbare ruimte in het dan aanwezige financiële perspectief, afgewogen. De commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) adviseert om tenminste éénmaal in de vier jaar een nieuw plan vast te stellen. De gemeente wijkt sterk af van deze termijn. In 28 is weliswaar een wegenbeheerplan opgesteld, maar deze is echter niet door de raad vastgesteld. Met dit plan wordt wel feitelijk gewerkt. Omdat de discussie over de openbare ruimte pas eind 214 weer zou worden opgepakt, zou ook de begroting 215 niet gebaseerd zijn op een actueel wegenbeheerplan. De provincie (toezichthouder) heeft wederom (net als voorgaande jaren) in de brief bij de begroting 214 een opmerking opgenomen waarin wordt aangegeven om de keuzes over het beheer van kapitaalgoederen op een dusdanig tijdstip te nemen waardoor deze nog verwerkt kunnen worden in de begroting 215. In de brief staat: ( ) Wij verwachten echter dat u voor de vaststelling van de begroting 215 een nieuw wegenbeheerplan vaststelt en de financiële consequenties hiervan vertaalt in de begroting 215. Wanneer u dit nalaat dan stellen we de begrotingssaldi bij met het verschil tussen de onderhoudsbudgetten op basis van het laatst vastgestelde plan en de in de begroting opgenomen onderhoudsbudgetten. Dit kan ertoe leiden dat wij van oordeel zijn 58/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

60 dat de vastgestelde (meerjaren-)begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en u daarmee niet aan de uitgangspunten voldoet om voor de gebruikelijke vorm van repressief toezicht in aanmerking komen ( ). In het kader van deze scan is de gemeente gevraagd naar de stand van zaken. De gemeente heeft geantwoord dat ze opdracht heeft gegeven om een meerjarenonderhoudsplan wegen (MJP Wegen) op te stellen. Er is sprake van enig achterstallig onderhoud omdat niet alle (genoemde) maatregelen zijn uitgevoerd. Dit heeft te maken met vertraging in de uitvoering van de werken. Inmiddels heeft de nieuwe weginspectie plaatsgevonden. Eind april/begin mei verwacht de gemeente het concept binnen te hebben. Op 1 juli zal het rapport meerjarenplanning wegbeheer ter vaststelling aan de raad worden aangeboden en de financiële consequenties zullen in de begroting worden verwerkt. Sint-Oedenrode In november 213 is een nieuw beheerplan wegen voor de periode opgesteld, waarvan de dekking via de voorziening onderhoud wegen loopt. Inmiddels is een meerjarig overzicht van het verloop van de voorziening onderhoud wegen gepresenteerd. De voorziening blijft positief in de komende jaren. Het beheerplan voor bruggen is begin 212 geactualiseerd voor de periode In 216 wordt voor zowel bruggen als wegen een nieuw beheerplan opgesteld voor de periode 217 en daarop volgende jaren. Veghel In 212 is een nieuw Beheerplan Wegen vastgesteld met een looptijd van 5 jaar (t/m 216). Uitvoering vindt plaats op basis van een jaarlijks op te stellen operationeel plan. Het definitieve uitvoeringsplan wordt sterk beïnvloed door actueel verkregen inspectieresultaten, die éénmaal in de twee jaar worden verkregen (laatste in 211). Daarnaast wordt het operationeel plan afgestemd met andere voorgenomen civiele werken en openbare werken. Jaarlijks worden de voorgenomen maatregelen ten uitvoer gebracht. In 213 is het wegenonderhoud opnieuw aanbesteed door middel van raamcontracten voor een periode van 2 jaar met een mogelijke verlenging van 2 keer 1 jaar. Het asfaltonderhoud is samen met de gemeente Sint-Oedenrode, Schijndel en Uden aanbesteed. De kosten voor het onderhouden van het wegennet lopen via een daartoe ingestelde voorziening. Aanvulling van de voorziening vindt plaats door jaarlijkse stortingen vanuit de algemene middelen. De hoogte van de stortingen worden afgestemd op in beginsel een planperiode van 5 jaar. Bij een doorkijk over de komende 5 jaar (t/m 217) en bij gelijkblijvend beleid, blijkt het gemiddeld jaarlijks benodigde onderhoudsbudget nagenoeg gelijk te zijn aan de jaarlijkse storting in de voorzie-ning. In 217 zijn er meer onderhoudsgelden nodig, wat ook in het beheerplan wegen is opgenomen. In 217 wordt het beheerplan wegen geactualiseerd. Het saldo van de onderhoudsvoorziening bedraagt primo januari en daalt naar 26. ultimo 217. De gemeente geeft aan dat de financiële consequenties van het vastgestelde beheerplan in de begroting zijn vertaald. Tevens geeft men aan dat geen sprake is van achterstallig onderhoud. De gemeente hanteert haar eigen methodiek om het kwaliteitsniveau van het wegenonderhoud te bewaken. Op een schaal van 1 tot 1 zit men op een kleine juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 59/138

61 Conclusies ten aanzien van het onderhoud wegen van de drie huidige gemeenten: Schijndel beschikt niet over een actueel wegenbeheerplan; naar verwachting zal in juli 214 het rapport meerjarenplanning wegbeheer ter vaststelling aan de raad worden aangeboden en de financiële consequenties zullen in de meerjarenbegroting worden meegenomen. Sint-Oedenrode en Veghel hebben actuele beheerplannen wegen vastgesteld. Het beheerplan van Sint-Oedenrode heeft een looptijd van 5 jaar ( ). Het beheerplan van Veghel heeft een looptijd van 5 jaar (212 tot en met 216). Geen van de drie gemeenten heeft achterstallig onderhoud op wegen gerapporteerd. De drie gemeenten hanteren verschillende methodieken voor het vaststellen van het beleid voor het beheren van de wegen. Aanbevelingen ten aanzien van het onderhoud wegen van de drie huidige gemeenten: Schijndel: laat de raad in 214 de meerjarenplanning wegbeheer vaststellen en vertaal de financiële gevolgen in een structureel sluitende meerjarenbegroting. Veghel: stel uiterlijk in 216 een nieuw beheerplan voor wegen vast; vertaal de financiële gevolgen in een structureel sluitende meerjarenbegroting. Riolering Schijndel Op 16 december 21 is het Verbreed gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp) 211 t/m 215 vast-gesteld. In het kader van de noodzakelijke bezuinigingen zijn gemeenten de laatste jaren steeds meer aan het zoeken naar mogelijkheden om de investeringen op het gebied van riolering te temporiseren. Zeker ook omdat vaak bij vervanging van de riolering ook bovenbouw (weg) vernieuwd moet worden. Voor 213 t/m 215 was reeds de keuze gemaakt het budget voor de bovenbouw te halveren tot 25.. Dit heeft tot gevolg dat rioolvervangingen moeten worden doorgeschoven naar latere jaren. Om de risico s te kunnen handelen is afgesproken de oudste riolen vaker te gaan inspecteren en op basis daarvan een scherper vervangingsmoment te bepalen met afweging van risico s (assetmanagement). Voor de periode wordt eveneens uitgegaan van een verlaging voor het budget bovenbouw tot 25. per jaar. In de loop van 214 komt de gemeente met een gericht plan van aanpak waarin de risico s in beeld worden gebracht. Wel is in 213 reeds het vervangingsprogramma voor de komende jaren bepaald. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Het plan is volledig vertaald in de begroting. Sint-Oedenrode Het vgrp is in juni 212 vastgesteld, met een looptijd van In het plan staan naast zaken over riolering ook maatregelen opgenomen over het totale watersysteem. Dit strekt zich uit van bermsloten, vijvers en beken tot grondwater. Naast maatregelen tegen verdroging zijn ook maatregelen ter beperking van vervuiling van open water en dergelijke opgenomen. De totale kosten voor de benodigde maatregelen staan in het plan vermeld; de inkomsten uit subsidies en die uit het verbrede rioolrecht staan hiertegenover. Voor de kosten van groot onderhoud is een voorziening gevormd die de komende jaren ruimschoots voldoende blijft (ruim 1,3 miljoen per , aflopend tot 718. per ). 6/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

62 Veghel Op 4 februari 21 is het vgrp vastgesteld. Dit plan wordt in 214 geactualiseerd. Het saldo van de voorziening bedraagt primo ,5 miljoen en daalt licht naar 24,5 miljoen ultimo 217. Conclusies ten aanzien van riolering van de huidige gemeenten: Alle drie de gemeenten beschikken over actuele vgrp s. De financiële consequenties zijn in de begrotingen vertaald en de gemeenten rapporteren dat er geen sprake is van achterstallig onderhoud op de riolering. Voor de periode 213 tot en met 215 heeft de gemeente Schijndel de keuze gemaakt om het jaarlijks budget voor de bovenbouw te halveren tot 25.. Dit heeft tot gevolg dat rioolvervangingen moeten worden doorgeschoven naar latere jaren. In de loop van 214 komt de gemeente met een gericht plan van aanpak waarin de risico s in beeld worden gebracht. Wel is in 213 reeds het vervangingsprogramma voor de komende jaren bepaald. Aanbeveling ten aanzien van de riolering van de huidige gemeenten: Schijndel: stel een gericht plan van aanpak op waarin de risico s (als gevolg van de verlaging van het budget bovenbouw) in beeld worden gebracht. Indien nodig: implementeer dit ook financieel in het vgrp en ook in de begroting. Gebouwen Schijndel Het geactualiseerde meerjarig onderhoudsplan gebouwen is in september 21 door het college vastgesteld om de jaarlijkse storting en de hoogte van de voorziening te bepalen. Hierin is tevens de bezuinigingstaakstelling (structurele verlaging van 3. van de storting in het onderhoudsfonds) verwerkt door bezuinigingen in de uitvoering en door een kwaliteitskeuze te maken. In 28 is besloten renovaties van gebouwen niet meer in het MOP (onderhoudsfonds) op te nemen. Investeringen voor dergelijke renovaties worden vervolgens in de reguliere meerjarenbegroting opgenomen. Mede hierdoor is de storting in het onderhoudsfonds met ingang van 213 verlaagd. In 21 is de gewenste onderhoudskwaliteit voor alle gebouwen vastgesteld op niveau 3 volgens de NEN Dit is een redelijk niveau. Voor gebouwen met een beperkte handhaving wordt een lager niveau toegestaan zonder dat het (veilig) gebruik in gevaar komt. De jaarlijkse storting wordt bepaald door de begrote onderhoudsuitgaven over de komende 1 jaar te delen door 1. Opgemerkt wordt dat hierbij geen rekening is gehouden met indexering. De voorziening mag op het einde van het jaar nooit negatief zijn. Het plan wordt om de drie jaar geactualiseerd. Bij de volgende actualisatie in 214 worden het onderhoudsniveau, de indexering, het onderhouds-fonds en de noodzakelijke stortingen opnieuw bezien. Het gebouwenbeheerplan is ingevoerd per De kosten van onderhoud worden rechtstreeks op de voorziening geboekt. Alleen de storting vindt via de exploitatie plaats. Het onderhoud schoolgebouwen zit in het MOP van de gemeente Schijndel. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud met betrekking tot onderhoud gebouwen. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 61/138

63 Sint-Oedenrode De gemeente heeft een aantal gebouwen in eigendom en voor al deze gebouwen is een onderhoudsplanning aanwezig. De onderhoudsplannen bestrijken een periode van 1 jaar en worden tweejaarlijks geactualiseerd. De meest recente bestuurlijk vastgestelde actualisatie dateert van 212. In 212 is een nieuwe meerjarenonderhoudsplanning opgesteld. De onttrekkingen en stortingen in de voorziening groot onderhoud gebouwen zijn hierop gebaseerd. Veghel Het college heeft een meerjarig onderhoudsprogramma vastgoed (MJOP) voor vastgesteld. Het MJOP betreft het bouwkundig en technisch beheer en onderhoud aan gebouwen en bruggen in eigendom van de gemeente Veghel. De meerjarenbegroting voorziet in een incidentele oplossing door een éénmalige extra storting van 2,3 miljoen ten laste van de algemene reserve, gebaseerd op een extrapolatie van de onttrekkingen aan de onderhoudsvoorziening in voorgaande jaren. De opbrengsten uit de verkoop van vastgoed vloeien derhalve terug naar de algemene reserve. Vastgoed is volgend op en faciliterend (in de vorm van passende voorzieningen voor huisvesting) naar wat de gemeente als beleid wenst. Beleidsmatig is dit vastgelegd in een aantal beleidsvisies: Kadernota Vastgoed, Sportnota, Accommodatiebeleid en Onderwijsnota. De paragraaf betreft het bouwkundig en technisch beheer en onderhoud aan gebouwen en bruggen in eigendom van de gemeente Veghel. Het huidige beleid voor bouwkundig en technisch onderhoud is gebaseerd op de systematiek van NL-SFB normering, een landelijk erkende normering voor bouwkundig en technisch onderhoud. Het beleid voor onderhoud is gericht op de bouwkundige en technische instandhouding van de oorspronkelijke functionaliteit van het object gedurende de reële levensduur (circa 4 jaar). Door het meerjarenonderhoudsplan op 2 jaar te zetten, wordt invulling gegeven aan het raadsbesluit van juni 212. Daarnaast is binnen de vastgoedportefeuille een driedeling gemaakt in: Objecten welke de komende jaren tot de vastgoedportefeuille blijven behoren; Objecten welke in 213 conform besluitvorming afgestoten gaan worden; Objecten welke in 213 mogelijk afgestoten gaan worden (nog geen besluit genomen). Hierdoor wordt een verlaging op het tekort in de onderhoudsvoorziening gerealiseerd. Dit is een eerste stap om in het jaar 216, via ombuigingen structurele dekking voor de voorziening groot onderhoud in de algemene middelen gevonden te hebben. De omvang van de onderhoudsvoorziening is primo Per ultimo 217 bedraagt de omvang 27.. De gemeente geeft met betrekking tot de gebouwen aan dat de financiële consequenties van de vastgestelde beheerplannen niet volledig in de begroting zijn vertaald. Tevens geeft men aan dat er sprake is van achterstallig onderhoud bij met name objecten die worden afgestoten. 62/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

64 Conclusies ten aanzien van onderhoud gebouwen van de drie huidige gemeenten: Schijndel en Sint-Oedenrode beschikken over actuele meerjarenonderhoudsplannen en de financiële gevolgen zijn in de (meerjaren)begroting opgenomen. De gemeenten rapporteren geen achterstallig onderhoud. De gemeente Veghel heeft een meerjarig onderhoudsprogramma vastgoed (MJOP) voor vastgesteld. Veghel geeft aan dat de financiële consequenties van de vastgestelde onderhoudsplannen niet volledig in de begroting zijn vertaald. Er is een tekort in de voorziening groot onderhoud; via ombuigingen zal structurele dekking voor dit tekort van de voorziening groot onderhoud in de algemene middelen gevonden worden (uiterlijk in 216). Tevens geeft men aan dat er sprake is van achterstallig onderhoud bij met name vastgoedobjecten die worden afgestoten. Aanbevelingen ten aanzien van onderhoud gebouwen: Veghel: Breng het onderhoudsbudget in de begroting in overeenstemming met het vastgestelde kwaliteitsniveau van het onderhoud. Voor vastgoed waarvoor nog geen besluit is genomen om deze af te stoten dient het achterstallige onderhoud te worden weggewerkt. Voor vastgoed waarvoor wél een besluit tot afstoting is genomen mag het achterstallige onderhoud niet leiden tot waardevermindering van het object. Openbaar groen Schijndel Het geactualiseerde onderhoudsplan groen is in de raadsvergadering in maart 212 vastgesteld voor een periode van 1 jaar. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Sint-Oedenrode Het beheer is opgenomen in een digitaal groenbeheerprogramma. Voor de kosten van grootschaliger vervanging van groenvoorzieningen is geen voorziening gevormd. Kosten van beperkte renovaties komen ten laste van de begroting. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Veghel Het groenbeheerplan is in 212 geactualiseerd. De gemeente geeft aan dat de financiële consequenties van de vastgestelde beheerplannen in de begroting zijn vertaald. Ook wordt een aantal bezuinigingen geïmplementeerd met ingang van 213 middels het groenbeheerplan. Tevens geeft men aan dat geen sprake is van achterstallig onderhoud. Conclusies ten aanzien openbaar groen van de drie huidige gemeenten: De beheerplannen openbaar groen zijn actueel en zijn financieel vertaald in de meerjarenbegroting. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Er zijn geen specifieke aanbevelingen ten aanzien van het openbaar groen. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 63/138

65 Openbare verlichting Schijndel In 213 is het beleidsplan Openbare Verlichting geactualiseerd. Bij het jaarlijkse uitvoeringsprogramma zal het geactualiseerde beleid worden meegenomen. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Het plan is volledig vertaald in de begroting. Het betreft zowel het onderhoud als ook de (vervangings-) investeringen. Sint-Oedenrode Het beleidsplan Openbare Verlichting zal in het tweede kwartaal van 214 worden geactualiseerd. Daarbij zal de hoogte van de storting in de voorziening openbare verlichting opnieuw bekeken en is een voorstel gedaan om dit bij te stellen. De voorziening is vooralsnog toereikend. Veghel De Beleidsnota Openbare Verlichting is in november 29 door de raad vastgesteld. Op basis van dit zijn jaarlijkse budgetten opgenomen in het beleidsplan. Voor 213 t/m 215 is bestuurlijk besloten om voorlopig geen uitvoering te geven aan het herverlichtingsplan. Het vervangen van de verouderde openbare verlichtingsinstallaties loopt hierdoor een achterstand op. De oorspronkelijk vastgestelde realisatietermijn van 18 jaar zal niet gehaald worden. Mogelijk zullen hierdoor de kosten van het reguliere onderhoud aan de installaties gaan oplopen. Voor de onderhoudskosten van het openbare verlichtingsnet bestaat geen voorziening. Kostendekking vindt rechtstreeks plaats uit de algemene middelen. De gemeente geeft aan dat de financiële consequenties van de vastgestelde beheerplannen in de begroting zijn vertaald. De gemeente heeft hierbij echter de volgende opmerking. De bezuinigingsopgave volgens het College Werk Programma voor de jaren 213 t/m 215 was per jaar, nu is dit. Het beleidsplan wordt in 214 herzien. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Conclusies ten aanzien van de openbare verlichting van de drie huidige gemeenten: Schijndel heeft een actueel beleidsplan openbare verlichting en dit is financieel vertaald in de begroting. Sint-Oedenrode zal in het tweede kwartaal van 214 het beleidsplan openbare verlichting actualiseren (ook financieel). Veghel heeft de beschikking over een beleidsplan openbare verlichting en dit is financieel vertaald in de begroting. Voor 213 t/m 215 is bestuurlijk besloten om voorlopig geen uitvoering te geven aan het herverlichtingsplan. Mogelijk zullen hierdoor de kosten van het reguliere onderhoud aan de installaties gaan oplopen. De gemeente is voornemens om in 214 een nieuw beleidsplan openbare verlichting op te stellen. Geen van de drie gemeenten heeft achterstallig onderhoud op de openbare verlichting. Aanbevelingen ten aanzien van de openbare verlichting: Sint-Oedenrode: Neem de financiële vertaling van het in 214 te actualiseren beleidsplan openbare verlichting op in de begroting 215 en de meerjarenraming Veghel: Neem de financiële vertaling van het in 214 te actualiseren beleidsplan openbare verlichting op in de begroting 215 en de meerjarenraming / juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

66 Aanbevelingen ten aanzien van het onderhoud kapitaalgoederen voor de nieuw te vormen gemeente: Formuleer gezamenlijk beleid ten aanzien van onderhoud kapitaalgoederen en neem de gewenste kwaliteitsniveaus voor de diverse kapitaalgoederen daarin op. Maak voor wat betreft de wegen gebruik van de landelijk erkende en veel gebruikte CROW-systematiek. Ook de uit het beleidskader/beheerplan voortvloeiende financiële gevolgen en de koppeling met de in de begroting opgenomen budgetten verdienen een plek in deze paragraaf. Zie er op toe dat de financiële vertaalslag correct plaats vindt. Geef expliciet aan of er sprake is van achterstallig onderhoud en kwantificeer dit. Als er geen sprake is van achterstallig onderhoud, vermeld dit dan ook expliciet. Actualiseer de onderhoudsplannen tenminste elke vier jaar Grondbeleid Transparantie van het grondbeleid is voor een gemeente om twee redenen van belang. In de eerste plaats vanwege het financiële belang en de risico s en de kansen. Deze risico s en kansen zijn van invloed op de financiële positie en de vermogenspositie. In de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma s. Immers via grondbeleid kan een nadere invulling aan de uitvoering van bepaalde beleidsvoornemens worden gegeven. Er zijn verschillende vormen van grondbeleid mogelijk. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen actief en passief (faciliterend) grondbeleid. De gemeente voert actief grondbeleid wanneer ze zelf (alle) gronden aankoopt of in bezit heeft, deze gronden zelf bouwrijp maakt en vervolgens verkoopt aan derden. Voordeel van actief grondbeleid is dat de gemeente beter de regiefunctie kan vervullen en dat alle winsten ten gunste van de gemeente komen. De gemeente kan zelf sturen en beheersen. Het nadeel is echter dat alle risico s voor rekening van de gemeente komen. Bij passief grondbeleid wordt door een gemeente geen grond aangekocht. De gemeente probeert haar doelen te bereiken door het geven van heldere kaders via bestemmingsplannen en overleg met marktpartijen. Het voordeel van deze manier is dat de gemeente veel minder risico s loopt. Die liggen immers voor een deel bij de marktpartijen. In de praktijk is vaak sprake van een combinatie van actief en passief grondbeleid. Naast actief grondbeleid en faciliterend grondbeleid zijn verschillende mengvormen van publiek-private samenwerking (PPS) inzetbaar tussen gemeenten en private ontwikkelaars. Hierbij kan worden gedacht aan het PPS-concessiemodel; het PPS-coalitiemodel (bouwclaim) en het PPS-alliantiemodel (joint venture). PPS is te omschrijven als een juridisch gestructureerde samenwerking tussen één of meer publieke partijen en één of meer private partijen op het terrein van de grondexploitatie. Hierbij werken alle partijen vanuit hun eigen doelstellingen aan een gezamenlijk project. Risico s, kosten en opbrengsten zijn volgens de gekozen PPS-mengvorm verdeeld over de partijen. PPS is in de kern een instrument van actief grondbeleid, maar het markeert de overgang naar faciliterend grondbeleid. De gemeente is initiërend (dus actief) in het proces, maar tevens faciliterend in relatie tot de private partner. Indien de gemeente over grondposities beschikt, kan PPS worden ingezet met het oog op de verlegging van de risico s. Indien de gemeente niet over grondposities beschikt, kan PPS worden ingezet om alsnog invloed op de ontwikkeling te verkrijgen. In dat laatste geval zal met name de aanleg van openbare voorzieningen als breekijzer fungeren. Schijndel In de gemeente Schijndel is sprake van relatief beperkte activiteiten in het kader van de grondexploitatie. Primo 214 is de boekwaarde van gronden in gemeentebezit circa 9,5 miljoen. Dit is onderverdeeld in twee groepen: Bouwgrond in exploitatie (ruim 6,9 miljoen) en Niet in exploitatie genomen gronden (ruim 2,5 miljoen). 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 65/138

67 Bouwgrond in exploitatie (BIE) (Primo 214; bedragen in 1.,-) Nr. Complex Kern Einddatum Boekwaarde Voorziening Exploitatie resultaat D L O Q R X Rietbeemd Kern (Centrum Huizebraak 3e fase Duin III Zuid 1e fase Duin III Zuid 2e fase Duin III - Noord Schijndel Schijndel Schijndel Schijndel Schijndel Schijndel Totaal Tabel Bouwgrond in exploitatie gemeente Schijndel Bron: begroting 214 De gemeente heeft 6 complexen in exploitatie met een boekwaarde primo 214 van 6,9 miljoen; grootste complex qua boekwaarde is Hulzenbraak 3e fase voor 6,8 miljoen. Het verwachte jaar van afsluiting van de 6 complexen in exploitatie varieert van 215 t/m 22. Overigens wordt fase 1 in Hulzebraak herontwikkeld. Voor de herontwikkeling worden aan-vullende afspraken gemaakt op de koop-/realisatieovereenkomst de dato 13 september 21. Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) (Primo 214; bedragen in 1.,-) Nr. Complex Kern Einddatum Boekwaarde Voorziening Exploitatie resultaat Y Vlagheide 3+ Schijndel Totaal 928 Tabel Niet in exploitatie genomen gronden gemeente Schijndel Bron: begroting 214 Er is één niet in exploitatie genomen complex (Vlagheide 3+) met een boekwaarde van De voorziening Verwachte verliezen op complexen bedraagt per primo (eindwaardebasis) en is onder meer gevormd voor complex L (Kern: Centrum) voor 7.. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is 5,4 miljoen (eindwaardebasis). Er is één verliesgevend complex waarvoor een (nagenoeg) adequate voorziening is getroffen. Bij het opstellen van de begroting 214 is ervan uitgegaan dat het complex in 215 kan worden afgesloten met een tekort van Hiervoor zal in 214 ( 5.) en 215 ( ) een totaalbedrag van worden onttrokken uit de algemene reserve ten gunste van de voorziening. Vooralsnog gaat de gemeente er van uit dat in 214 een tussentijdse winstneming uit complex Rietbeemd ( 65.) kan worden toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. Voor de periode 216 t/m 218 is aan tussentijdse winstneming voor de complexen geraamd. Alle winstnemingen worden toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. De gemeente heeft géén PPS constructies en loopt op dat gebied derhalve geen risico s. De gemeente Schijndel opteert alleen dan voor een actief grondbeleid: Wanneer blijkt dat beleidsdoelen niet op basis van de visie van overheidsparticipatie kunnen worden gerealiseerd; Wanneer uit een risicoanalyse blijkt dat de financiële of afzetrisico s gewaarborgd zijn; Indien voor zowel gemeente als private partijen zodanig grote belangen zijn vertegenwoordigd in een plan waardoor partijen een grote afhankelijkheid hebben zal een mogelijke mengvorm worden gekozen tussen actief en passief grondbeleid. 66/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

68 Risico s grondexploitatie: Voor elk complex binnen de grondexploitatie is op basis van scena-rio s een calculatorische risicoanalyse opgesteld. Daarbij is zowel het realiteitsgehalte als de om-vang van de verliezen aangegeven. Door een onafhankelijke deskundige (DHV) is in 213 geconcludeerd dat de risico s in de grondexploitatie beperkt en beheersbaar zijn. Schijndel hanteert de oude handreiking van de provincie voor de berekening van de norm voor de reserve grondexploitatie. De richtlijn voor de aan te houden reserve wordt bepaald op het voortschrijdend gemiddelde van de werkelijke verkoopopbrengsten van de afgelopen vijf jaren en de te verwachten verkopen in de komende vijf jaren met een ondergrens van,45 miljoen en een bovengrens van 11,34 miljoen. De reserve grondexploitatie (primo ) ligt iets onder de norm ( ) van de gemeente. De algemene reserve grondexploitatie ligt in ook primo 215 en primo 216 onder de norm, namelijk de omvang is dan 2,75 miljoen respectievelijk 1,955 miljoen. Meerjarig worden vanaf 216 aanzienlijke stortingen in de algemene reserve Grondexploitatie voorzien. Deze (tussentijdse) winstnemingen van diverse complexen zijn vanaf 216 meerjarig opgenomen. Een en ander is wel afhankelijk van een herstel van de economie in de komende jaren en daarmee een voorspoedige uitgifte van de gronden voor woningbouw en van de gronden voor de bedrijventerreinen. In 213 en 214 vinden enkele onttrekkingen plaats uit de algemene reserve grondexploitatie. Meerjarig zien we vanaf 216 aanzienlijke stortingen in de algemene reserve grondexploitatie. Deze (tussentijdse) winstnemingen van diverse complexen zijn vanaf 216 meerjarig opgenomen. Eén en ander is wel afhankelijk van een herstel van de economie in de komende jaren en daarmee een voorspoedige uitgifte van de gronden voor woningbouw en van gronden voor de bedrijventerreinen. Overigens komt de rente van een deel van de reserve grondexploitatie ( 6.) jaarlijks ten gunste van de algemene dienst (structureel). Hierbij wordt rekening gehouden met een percentage van 5,5%; dus 33. jaarlijks ten gunste van de algemene dienst. Al met al is de grondexploitatie van de gemeente in control. De begroting gaat uit van het woningbouwprogramma dat is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Wonen 213. Daarin waren in totaal 723 woningen opgenomen, dit valt ruim binnen de prognose van de provincie die uitging van 995 extra woningen voor Schijndel voor de periode In de begroting was ook al aangekondigd dat op basis van de in 213 vastgestelde Woonvisie, het in 213 uitgevoerde onderzoek naar Wonen, Welzijn en Zorg en de nieuwe prestatie-afspraken met Huis & Erf (in februari 214 vastgesteld) er een herijking van het woningbouwpro-gramma zou komen. Op basis van deze herijking en aandacht voor te herontwikkelen locaties (als leegstaand of leegkomend vastgoed) gaat de gemeente de komende jaren wel bijsturen op basis van nieuwe prioriteiten. Ruimte-voor-ruimte-woningen werden niet in het woningbouwprogramma meegenomen (was conform de lijn van de provincie). Gezien de invloed op de woningmarkt gaat de gemeente Schijndel dat in het vervolg wel doen. Afzetprognose gronden Oplevering woningbouw (in aantal woningen) Afzet industrie (in ha),9583 1,4619 1,4619 1,4619 Tabel afzetprognose gronden gemeente Schijndel 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 67/138

69 Conclusies voor de huidige gemeente Schijndel In de gemeente Schijndel is sprake van relatief beperkte activiteiten in het kader van de grondexploitatie. De gemeente heeft 6 complexen in exploitatie (boekwaarde primo 214 6,9 miljoen) en 1 complex niet in exploitatie genomen (NIEGG; boekwaarde primo ). Voor verliesgevende complexen zijn (nagenoeg) adequate voorzieningen getroffen. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is 5,4 miljoen (eindwaardebasis); het verwachte jaar van afsluiting van de zes complexen in exploitatie varieert van 215 t/m 22. Voor elk complex binnen de grondexploitatie is op basis van scenario s een calculatorische risicoanalyse opgesteld. Daarbij is zowel het realiteitsgehalte als de omvang van de verliezen aangegeven. Een onafhankelijk deskundige heeft geconcludeerd dat de risico s in de grondexploitatie beperkt en beheersbaar zijn. De reserve grondexploitatie ligt primo 214 iets onder de norm van de gemeente. Meerjarig worden vanaf 216, afhankelijk van het herstel van de economie in de komende jaren, aanzienlijke stortingen (op basis van tussentijdse winstnemingen) in de algemene reserve grondexploitatie voorzien. Schijndel blijft binnen de regionale afspraken voor woningbouw en bedrijventerreinen. Aanbevelingen voor de huidige gemeente Schijndel Actualiseer zo nodig de onderbouwing van de norm van de algemene reserve grondexploitatie. Als niet aan de norm wordt voldaan: tref maatregelen om de algemene reserve grondexploitatie weer op het noodzakelijke peil te brengen. Sint-Oedenrode Bij de jaarrekening 212 heeft de gemeente Sint-Oedenrode geconstateerd dat voorzichtigheid is geboden op het terrein van de grondexploitatie. De accountant heeft geadviseerd om de raad expliciet een besluit te laten nemen over de niet in exploitatie genomen gronden (een reëel en stellig voornemen, ingevolge het BBV). In de paragraaf grondbeleid van de begroting 214 wordt dit advies door de gemeente overgenomen en van toepassing verklaard op 7 complexen die nog in ontwikkeling zijn. De totale boekwaarde van deze complexen zonder exploitatieopzet in de begroting 214 is: / juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

70 Onderhanden werken Bouwgrond in exploitatie (BIE) (Ultimo 212) Complex Kern Einddatum Nog te verkopen Aantal woningen Heikant, bedrijventerrein Heikant, Lange Steeg Oost Elzenpad Den Ekker KinderbosNoord ha bedrijfsgrond Sint- Oedenrode Sint- Oedenrode Boskant Olland Sint- Oedenrode Boekwaarde in Voorziening in Exploitatie resultaat in Totaal Tabel Bouwgrond in exploitatie gemeente Sint-Oedenrode Bron: begroting 214 Er zijn 5 complexen in exploitatie met een voorlopig geprognosticeerd resultaat van De prognoses zijn echter indicatief en moeten met voorzichtigheid worden beschouwd. Voor het enige verlieslijdende complex (Kinderbos Noord) is een adequate voorziening gevormd. Grondexploitaties worden twee keer per jaar doorgerekend en herzien. Gedurende het jaar hebben zij voortdurend de aandacht. Maandelijks vindt er overleg plaats op bestuurlijk ambtelijk niveau waarbij ontwikkelingen met betrekking tot de plannen worden besproken. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 69/138

71 Gronden zonder exploitatieopzet Sluitappel Noord Dijksteegje Pijnhorst Noord Woonlocatie Bakkerpad Noord Woonlocatie strook A5 De Locht Boskant Kremselen ha bedrijfsgrond Sint- Oedenrode Sint- Oedenrode Sint- Oedenrode Nijnsel Nijnsel Olland Boskant n.n.b. n.n.b Bouwgrond in exploitatie (BIE) (Ultimo 212) Complex Kern Einddatum Nog te verkopen Aantal woningen Boekwaarde in Voorziening in Exploitatie resultaat in n.n.b. n.n.b. n.n.b Totaal Tabel Niet in exploitatie genomen gronden gemeente Sint-Oedenrode Bron: begroting 214 In de paragraaf wordt een opsomming gegeven van de plannen die in ontwikkeling zijn: dit zijn plannen waarvoor al kosten zijn of nog worden gemaakt. De boekwaarde van deze gronden is en vooralsnog zijn de prognoses dat er per saldo verlies op zal worden geleden ( ). Hiervoor zijn al voorzieningen gevormd. Inmiddels heeft de raad besloten om de grondprijzen (tijdelijk) te verlagen. Als gevolg van dit besluit zijn in de conceptjaarrekening 213 de calculaties geactualiseerd. Dit heeft tot een aanvullende verlies-voorziening geleid: deze is inmiddels uitgebreid tot De algemene reserve grondexploitatie bedroeg 1 miljoen per ultimo 212 en de voorziening grond exploitatie bevatte In de conceptjaarrekening 213 bedraagt de algemene reserve grondexploitatie nog steeds 1 miljoen en zijn de voorzieningen opgelopen tot Er zijn een paar toekomstscenario s doorgerekend om te beoordelen hoe de grondexploitatie zich in de komende jaren zal ontwikkelen. Uitgangspunt is een basisscenario waarin is gerekend met de grondprijzen die de raad in december 212 heeft vastgesteld. Op grond van het basisscenario zal de reserve grondexploitatie groot genoeg blijven om de risico s in de periode tot 23 op te vangen. De gemeente heeft echter nog twee andere scenario s doorgerekend: een scenario met 3 jaar vertraging in de gronduitgifte en een scenario met 1% extra grondprijsverlaging. In die gevallen vallen de verliezen veel hoger uit en zijn er onvoldoende reserves voorhanden om de risico s te kunnen opvangen. De algemene reserve grondexploitatie zou dan negatief kunnen worden vanaf het jaar / juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

72 Conclusies ten aanzien van de huidige gemeente Sint-Oedenrode: De gemeente heeft 5 complexen in exploitatie (boekwaarde primo ) en 7 complexen niet in exploitatie (boekwaarde primo ). Voor de verlieslijdende complexen zijn verliesvoorzieningen gevormd. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is Het verwachte jaar van afsluiting van de vijf complexen varieert van 214 tot en met 223. Op grond van een basisscenario is een doorberekening gemaakt van alle complexen en als dit zou uitkomen is de algemene reserve grondexploitatie groot genoeg om in de periode ) alle risico s in de grondexploitatie op te vangen. De gemeente is zich er echter wel van bewust dat de economische situatie vooralsnog veel risico s met zich meebrengt en dat de gemeentelijke grondexploitatie nauwlettend moet worden gemonitord. Wij onderschrijven deze visie. Het is de bedoeling dat NIEGG s binnen de nabije toekomst in exploitatie worden gebracht. In het algemeen wordt met nabije toekomst een periode van maximaal 1 jaar aangehouden. Ten aanzien van de NIEGG s zijn wij van mening dat er niet geheel voldaan is aan dit criterium. Sint-Oedenrode blijft binnen de regionale afspraken voor woningbouw en bedrijventerreinen. Aanbeveling voor de huidige gemeente Sint-Oedenrode: Besteed de nodige aandacht aan de monitoring en actualisatie van de prognoses in de grondexploitatie. Zorg ervoor dat de NIEGG s volledig voldoen aan het criterium zoals dat is opgenomen als stellige uitspraak in de Notitie grondexploitatie van het BBV. Dit houdt in: Voor het activeren van kosten bij NIEGG s moet er een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze binnen de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet gebaseerd zijn op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan de ambitie en planperiode. Veghel De gemeente Veghel heeft een relatief omvangrijke grondexploitatie: dit blijkt als de boekwaarde wordt afgezet tegen het aantal inwoners. Deze opvallend hoge boekwaarde is vooral te verklaren door de bovenmatig grote functie die Veghel vervult voor de economie en de werkgelegenheid in de regio (o.a. als gevolg van de aanwezigheid van grote nationale en internationale bedrijven, alsmede voor woningbouw en door de aanwezigheid van voorzieningen op de terreinen van onderwijs en cultuur). Deze prominente regionale functie vraagt van de gemeente dat men tijdig en voortdurend inspeelt op vragen uit de markt; dit heeft men vorm gegeven middels een actief grondbeleid en het creëren van een grote grondpositie. Dit beleid heeft er toe bijgedragen dat Veghel in een kansrijke positie verkeert om in te spelen op de kansen en nieuwe ontwikkelingen in tijden van economische opgang, maar tegelijkertijd draagt dit zelfde beleid de nodige risico s met zich mee in tijden van economische stagnatie (zoals de afgelopen jaren het geval was toen de grondverkopen stagneerden en de boekwaarde verder toenam). Hier staat echter tegenover dat Veghel wel beschikt over voldoende reserves om de nu bekende risico s op te kunnen vangen. De gemeente heeft bovendien diverse stappen gezet om op deze risico s in te spelen. De boekwaarde van de grondexploitatie is primo ,9 miljoen. Momenteel (begroting 214) beschikt de gemeente over 22 grondcomplexen. Hiervan zijn 16 complexen in exploitatie en 6 complexen niet in exploitatie. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 71/138

73 Binnen de afgelopen bestuursperiode heeft de crisis de bouwsector hard geraakt. Ook de gemeente Veghel wordt binnen haar grondexploitaties hard geraakt door de crisis. Zo is naar aanleiding van het op 28 juni 212 genomen raadsbesluit een aantal grondcomplexen afgesloten en is de afzetverwachting naar beneden bijgesteld. De financiële gevolgen hiervan zijn verwerkt in de jaarrekening 212. In 213 zijn de individuele grondcomplexen met de status Bouwgrond In Exploitatie (BIE) vastgesteld. In de begroting 214 gaat de gemeente uit van de vastgestelde exploitaties met peildatum 1 januari 213 met de wijzigingen en aangepaste prognoses welke in de eerste helft van 213 waarneembaar zijn. De gemeente baseert het grondbeleid op de Nota Grondbeleid deel I die sinds 26 van kracht is. Hierin staan de algemene uitgangspunten en doelstellingen voor het grondbeleid alsmede de kaders voor de uitvoering van het grondbeleid. In de jaarrekening 212 staat onder het kopje grondbeleid vermeld dat deze Nota Grondbeleid zal worden herzien om aansluiting te krijgen bij de Wro en nog vast te stellen Structuur Visie. De gemeente heeft inmiddels op 12 december 213 de Nota Grond-beleid deel II vastgesteld. Er is echter nog geen nieuwe Nota Grondbeleid deel I vastgesteld. In 212 heeft Deloitte Real Estate Advisory op verzoek van de gemeente onderzoek gedaan naar de risico s (en hun gevolgen) binnen de grondexploitatie. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Deloitte op 15 mei 212 het rapport Financiële kaderstelling bij grondbeleid uitgebracht. Dit rapport is in de gemeenteraad besproken. In het rapport van Deloitte Financiële kaderstelling bij grondbeleid staan 3 scenario s vermeld met verschillende financiële effecten. De bedragen van de te vormen bestemmingsreserve bij de verschillende scenario s zijn 27 miljoen, 4,4 miljoen en 57 miljoen. De gemeente heeft gekozen voor het middelste scenario en heeft een bestemmingsreserve van 4,4 miljoen gevormd. De gemeente heeft alle aanbevelingen uit het rapport overgenomen. Dit betekent onder meer dat men de uitgangspunten in de grondexploitatie heeft aangepast aan de adviezen van Deloitte. In 212 heeft de gemeente een aantal besluiten genomen die haar impact hebben op de ge-meentelijke grondexploitaties. Het vaststellen van het woningbouwprogramma heeft tot aan-passingen geleid van een aantal (beleidsmatige) kaders voor het grondbedrijf en geresulteerd in een aantal maatregelen. Onder meer is besloten dat in de tijden van economische onzekerheid geen tussentijdse winst-nemingen uit het grondbedrijf zullen plaatsvinden. De afdrachten aan de gemeentelijke reserves zijn niet langer gekoppeld aan de te realiseren grondverkopen. Deze (nog te realiseren) middelen blijven vooralsnog binnen de betreffende grondcomplexen beschikbaar tot nader onderzoek uitwijst dat met zekerheid een complex met winst kan worden afgesloten. Bij het afsluiten van een grondcomplex zal het resultaat van het complex worden verrekend met de reserve winst grondbedrijf. Pas nadat deze reserve voldoende omvang heeft zal een eventueel overschot naar de algemene reserve overstromen. In 212 heeft een herijking van het woningbouwprogramma plaatsgevonden. Ook is de woningbouwproductie gekoppeld aan de provinciale prognoses. Hierbij is de productie binnen de gemeentelijke grondcomplexen over een groter aantal jaren verdeeld. Dit heeft er toe geleid dat de einddatum van een aantal complexen is verschoven. Voor de komende jaren is een lagere productie ingerekend. 72/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

74 Op grond van koppeling aan de provinciale prognoses mag de gemeente 215 woningen bouwen tot het jaar 222. De afspraken met de provincie bestrijken een periode van 1 jaar. Op dit moment zijn de bestemmingsplannen voor 9 woningen gereed. Afzetprognose gronden Oplevering woningbouw (in aantal woningen) Afzet industrie (in ha) 17,6 1,2 9,8 8,9 14,2 Tabel Afzetprognose gronden gemeente Veghel Bron: begroting 214 De gemeente hanteert voor het jaar 214 een tijdelijke korting van 25% op de grondprijs voor woningbouwkavels voor alle gemeentelijke grondcomplexen. Voorwaarde is dat deze kavels financieel in 214 worden afgewikkeld om de verkoop van woningbouwkavels te stimuleren. Na 214 zal deze korting komen te vervallen en wordt weer rekening gehouden met de huidige grondprijs en vastgestelde grondprijsontwikkeling. Conform de huidige prognoses kan het gemis aan inkomsten deels worden opgevangen door het positieve resultaat van deze grondcomplexen. Anderzijds is door de verlaging van de rekenrente naar 3,75% ruimte in het resultaat van de verliesgevende complexen ontstaan, waardoor geen aanvullende voorzieningen behoeven te worden getroffen. Voor de begroting 214 wordt gekeken naar bezuinigingsmogelijkheden binnen de gemeentelijke grondcomplexen. Hierbij valt te denken aan de volgende zaken: het aanpassen van het afwerkingsniveau; het behalen van aanbestedingsvoordelen; en de beperking van de procedurele kosten. Ook zal er naar gestreefd worden om pas uitgaven te doen op het moment dat ook zicht is op de te verwachten inkomsten. Hiermee wordt voorkomen dat investeringen onnodig tot een verhoging van de boekwaarde zorgen met als gevolg een rentenadeel. Ook wordt hierdoor optimale flexibiliteit verkregen om tot eventuele aanpassingen in de planvorm te komen, zonder dat reeds gedane investeringen ongedaan moeten worden gemaakt. In juni 212 heeft de raad besloten bij de bepaling van de vereiste weerstandscapaciteit van het grondbedrijf uit te gaan van de IFLO-norm (Inspectie Financiën Lagere Overheden). 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 73/138

75 t Ven Scheifelaar II Veghels Buiten PWA Sportpark Rembrandtboulevard Hoogstraat D Eerdse Erven Rudebroeck Edith Stein Steenoven Mariahof Bolst Korstenhof Keldonkse Morgen D n Dubbelen Doornhoek Veghel Veghel Veghel Veghel Veghel Veghel Eerde Zijtaart Zijtaart Mariaheide Mariaheide Erp Boerdonk Keldonk Veghel Veghel Bouwgrond in exploitatie (BIE) (primo 213; bedragen in 1.,- Nr. Complex Kern Einddatum Boekwaarde Voorziening Balanswaarde Exploitatie resultaat Totaal Tabel Bouwgrond in exploitatie gemeente Veghel Bron: begroting 214 en jaarrekening 212 Op basis van bovenstaande tabel kan het volgende worden geconcludeerd: De boekwaarde van de in exploitatie genomen gronden is primo ,2 miljoen. Na aftrek van een voorziening voor de verliesgevende complexen van 3,775 miljoen bedraagt de balanswaarde 119,4 miljoen. Veghels Buiten (52,2% van de totale boekwaarde) is qua boekwaarde veruit het belangrijkste complex. Op basis van de verwachte winstgevendheid (uitgedrukt in netto contante waarde) zijn de complexen Doornhoek, D n Dubbelen en Scheifelaar II de belangrijkste complexen. De gemeente verwacht een winst op de grondexploitatie (inclusief de verliesgevende complexen) van 23,6 miljoen (netto contante waarde). Aangezien reeds voorzieningen zijn getroffen voor de verliesgevende complexen bedraagt de verwachte winst zonder de verlies-gevende complexen 26,9 miljoen. Er zijn 4 verliesgevende complexen (negatieve NCW). Hiervoor zijn adequate voorzieningen getroffen. Het valt op dat de gemeente 2 complexen (Veghels Buiten en Korstenhof) heeft met een erg lange planningshorizon (respectievelijk tot 242 en tot 24). Veghels Buiten is in dat kader vanwege de omvangrijke boekwaarde het meest relevant. Wij stellen hierbij de vraag of een realistisch beeld kan worden verkregen van de te verwachten resultaten van een project met een dergelijk lange planningshorizon. In artikel 16 lid c van het BBV staat vermeld dat de paragraaf grondbeleid ten minste een actuele prognose bevat van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie. Wij vragen ons af of in dit geval aan dit artikel voldaan kan worden. 74/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

76 Veghels Buiten Omdat dit complex qua boekwaarde en aantal te bouwen woningen veruit het belangrijkste is wordt hier verder op ingegaan. Sinds 25 wordt door de gemeente Veghel gewerkt aan de plannen voor Veghels Buiten. Het gaat daarbij om de realisatie van een uniek groen woongebied, aan de zuidoostkant van de kern Veghel. Verspreid over het plangebied, met een totale omvang van ruim 28 hectare, worden gefaseerd in de tijd in totaal ruim 1.7 nieuwe woningen gebouwd. Deze woningen worden gegroepeerd in kleine clusters of buurtschappen, waarbij elk buurtschap een eigen gezicht en sfeer krijgt. Een sfeer die past bij het Brabantse platteland. Bij de start van het project Veghels Buiten (25) is een Plan van Aanpak voor het project opgesteld. Achtereenvolgens zijn in de loop der jaren, diverse producten afgerond. De laatste hiervan zijn de vaststelling van het bestemmingsplan Oude Ontginning begin 211 en de vaststelling van het bestemmingsplan Erpseweg Zuid in 212. Bouwgrond in exploitatie (BIE) (Primo 214; bedragen in 1.,-) Nr. Complex Kern Startdatum Boekwaarde Voorziening Balanswaarde 6 Veghel Veghel Dorsveld Spoorlaan- Parallelweg Zuid Zijtaart-Zuid Steenoven II De Kempkens Zijtaart Marieheide Veghel Erp Exploitatie resultaat Molenakker II Totaal Tabel Niet in exploitatie genomen gronden gemeente Veghel Bron: begroting 214 en jaarrekening 212 De boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gronden is primo ,3 miljoen. Na aftrek van een voorziening voor een verliesgevende complex van 187. bedraagt de balanswaarde 54,1 miljoen. Uit bovenstaande tabel kan het volgende worden geconcludeerd: De Kempkens (86,3% van de totale boekwaarde) is qua boekwaarde veruit het belangrijkste complex. Op basis van netto contante waarde zijn de complexen Zijtaart-Zuid en Steenoven II de belangrijkste complexen. De Kempkens: Omdat dit complex qua boekwaarde en qua te verkopen hectares grond het belang-rijkste is wordt hier nader op ingegaan. De gemeente is voornemens om in het gebied, plaatselijk bekend als De Kempkens, een nieuw bedrijventerrein - het Foodpark Veghel - te ontwikkelen. Met het thans voorliggende bestemmings- en exploitatieplan wordt de ontwikkeling van de eerste fase mogelijk gemaakt. De uitgifte fase 1 start naar verwachting in het eerste kwartaal van 214. Fase 1 omvat circa 24 hectare netto uitgeefbaar. Naar verwachting zal het zeventig hectare tellende park in tien jaar worden gerealiseerd. Op 13 februari 214 heeft de raad het bestemmingsplan bedrijven-terrein Foodpark gewijzigd vastgesteld. Tevens is het exploitatieplan bedrijventerrein Foodpark gewijzigd vastgesteld. De gemeente heeft binnen de grondexploitatie een aantal publiek private samenwerkingsverbanden (PPS). Voor nadere informatie wordt verwezen naar paragraaf verbonden partijen. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 75/138

77 Reserves grondexploitatie en voorziening grondexploitatie De gemeente heeft twee reserves ten behoeve van de grondexploitatie met een gezamenlijke omvang van 33,5 miljoen (stand primo 213). Het gaat om de reserve winst op grond verkopen en de reserve risico s grondexploitatie. De totaal vereiste weerstandscapaciteit (IFLO norm) is 31 miljoen. De gemeente is van mening dat de aanwezige reserves ten behoeve van de grondexploitatie voldoende zijn om de risico s binnen de grondexploitatie af te dekken. Op grond van de verstrekte informatie kan de provinciale toezichthouder deze mening onderschrijven. De voorziening grondexploitatie bedraagt ultimo Conclusies voor de huidige gemeente Veghel: De gemeente Veghel heeft een relatief omvangrijke grondexploitatie, hetgeen zich o.a. laat verklaren door de (bovenmatig) grote regionale functie voor economie en werkgelegenheid (als gevolg van de aanwezigheid van grote nationale en internationale bedrijven), alsmede voor woningbouw en voorzieningen op het terrein van onderwijs en cultuur. De prominente regionale functie vraagt van de gemeente dat men tijdig en voortdurend inspeelt op vragen uit de markt. De gemeente heeft dit mede vorm gegeven met een proactief grondbeleid, wat heeft geresulteerd in de opvallend hoge boekwaarde (zeker als deze wordt afgezet tegen het inwonertal van Veghel), maar tegelijkertijd draagt dit zelfde beleid de nodige risico s met zich mee in tijden van economische stagnatie (zoals de afgelopen jaren het geval was toen de grondverkopen stagneerden en de boekwaarde verder toenam). De gemeente heeft 16 complexen in exploitatie (boekwaarde primo 213: ) en 6 complexen niet in exploitatie (boekwaarde primo 213: ). Voor de verliesgevende complexen zijn adequate verliesvoorzieningen gevormd. De prognose voor de te verwachten resultaten van de bouwgronden in exploitatie is In 212 heeft Deloitte Real Estate Advisory op verzoek van de gemeente onderzoek gedaan naar de risico s (en hun gevolgen) binnen de grondexploitatie. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Deloitte op 15 mei 212 het rapport Financiële kaderstelling bij grondbeleid uitgebracht. Dit rapport is in de gemeenteraad besproken. In het rapport staan 3 scenario s vermeld met verschillende financiële effecten. De bedragen van de te vormen bestemmingsreserve bij de verschillende scenario s zijn 27 miljoen, 4,4 miljoen en 57 miljoen. De gemeente heeft gekozen voor het middelste scenario en heeft een bestemmingsreserve van 4,4 miljoen gevormd. De gemeente heeft alle aanbevelingen uit het rapport overgenomen. Dit betekent onder meer dat men de uitgangspunten in de grondexploitatie heeft aangepast aan de adviezen van Deloitte. De gemeente is van mening dat de aanwezige reserves ten behoeve van de grondexploitatie voldoende zijn om de risico s binnen de grondexploitatie af te dekken. Op grond van de verstrekte informatie kan de provinciale toezichthouder deze mening onderschrijven. 76/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

78 De planningshorizon van de in exploitatie genomen complexen Veghels Buiten (einddatum 242) en Korstenhof (24) is erg lang. Hierdoor is het moeilijk om een goede inschatting van het verloop van de projecten te maken. De gemeente Veghel blijft binnen de regionale afspraken voor woningbouw en bedrijventerreinen (die een horizon van 1 jaar hebben). Op grond van alle beschikbare informatie is de provincie van mening dat de grondexploitatie in control is. De gemeente heeft nog voldoende financiële slagkracht om een verlaging van de grondprijzen op te kunnen vangen. Aanbevelingen voor de huidige gemeente Veghel: Actualiseer de Nota Grondbeleid, deel 1 (Beleidskader). Besteed de nodige aandacht aan de monitoring en actualisatie van de prognoses in de grondexploitatie. Wij adviseren u om de planningshorizon van de complexen in exploitatie met een lange looptijd nog eens kritisch te bezien. Aanbevelingen ten aanzien van de grondexploitatie voor de huidige gemeenten Monitor en actualiseer tijdig de grondexploitatie en neem tijdig maatregelen. Volg nauwlettend de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en de woningmarkt. Het ambitieniveau van de gemeente en de financiële mogelijkheden goed afstemmen op mogelijke toekomstige negatieve ontwikkelingen binnen de grondexploitatie. Een verandering van de gehanteerde parameters (met name de grondprijzen) binnen de grondexploitatie kan grote financiële consequenties voor de gemeente hebben. Geadviseerd wordt om tijdig maatregelen te treffen om de gevolgen hiervan op te kunnen vangen. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeente Formuleer gezamenlijk beleid en een gezamenlijk instrumentarium ten aanzien van de grondexploitatie. Bij het instrumentarium wordt onder meer gedacht aan het rekenmodel, werkprocessen en het prijzenboek. Tevens wordt geadviseerd om twee maal per jaar actuele kostprijscalculaties voor alle complexen vast te stellen. Landelijk onderzoek grondexploitatie In opdracht van de VNG, het Rijk, het IPO en het Vakberaad Gemeentefinanciën heeft Deloitte Real Estate Advisory op basis van de jaarrekening 212 de grondexploitatiegegevens van alle Nederlandse gemeenten in beeld gebracht. De rapportage geeft een landelijk beeld van de gang van zaken bij de grondbedrijven, gebaseerd op de gegevens uit de jaarrekeningen van alle gemeenten en de resultaten van een enquête waarop door 38 gemeenten is gereageerd (waaronder 66 gemeenten in Noord-Brabant). Uit het onderzoek naar de financiële effecten van de crisis bij de gemeentelijke grondbedrijven over 212 blijkt dat gemeenten zijn voortgegaan op de eerder ingeslagen weg van afboeken en verliezen nemen. Voor de totale uitkomsten van dit onderzoek verwijzen wij naar het rapport Financiële situatie bij grondbedrijven 213 van Deloitte. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 77/138

79 Hieronder besteden wij aandacht aan een paar interessante gegevens die uit het rapport naar voren kwamen met betrekking tot de boekwaarde van de grondexploitatie. Uit het onderzoek blijkt dat: De boekwaarde van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel bedraagt respectievelijk 35, 328 en per inwoner. De gemiddelde boekwaarde per inwoner in Brabant is 87. De boekwaarde van de bouwgrond in exploitatie bedraagt voor Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel respectievelijk 271, 185 en per inwoner. De gemiddelde boekwaarde per inwoner in Brabant is 621. De boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gronden bedraagt voor Schijndel, Sint- Oedenrode en Veghel respectievelijk 79, 143 en per inwoner. De gemiddelde boekwaarde per inwoner in Brabant is 249. Uit onderstaande tabel blijkt dat de boekwaarde van de grondexploitatie per inwoner in Veghel aanzienlijk hoger is dan in Schijndel en Sint-Oedenrode. Zoals eerder vermeld is dit verschil voor een groot deel te verklaren uit de bovenmatig grote rol die Veghel speelt binnen de regionale economie, woningbouw en voorzieningen. Grondexploitatie boekwaarde per inwoner (ultimo 212: bedragen in ) Gemiddeld Veghel Schijndel Sint- Nieuwe in Brabant Oedenrode gemeente Bouwgrond in exploitatie Bouwgrond niet in exploitatie Totaal Tabel Boekwaarde grondexploitatie per inwoner voor de gemeenten Veghel, Schijndel, Sint- Oedenrode, Brabant gemiddeld en de nieuw te vormen gemeente. Bron: Deloitte m.b.t. cijfers Gemiddeld in Brabant, Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode; Provincie m.b.t. cijfers nieuwe gemeente Conclusies grondexploitatie voor de 3 huidige gemeenten De gemeente Veghel heeft in vergelijking met zowel de gemeente Schijndel als de gemeente Sint- Oedenrode een omvangrijke grondexploitatie. De gemeente Veghel heeft de hoogste boekwaarde (BIE + NIEGG) per inwoner van de provincie Noord-Brabant (op basis van de jaarrekening 212). Dit brengt naast de nodige risico s ook kansen met zich mee als de economie weer aantrekt. 78/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

80 3.4.4 Verbonden partijen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake als de gemeente geen verhaal heeft als de partij failliet gaat (niet mogelijk bij een gemeenschappelijke regeling) of als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld als de partij tekorten heeft of haar verplichtingen niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake als een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt. Verbonden partijen verdienen aandacht om drie redenen. In de eerste plaats omdat een verbonden partij doelen van de gemeente moet realiseren en het risico bestaat dat bepaalde doelen niet gerealiseerd worden. Ten tweede omdat een verbonden partij financiële risico s voor de gemeente met zich meebrengt. Ten derde omdat er bestuurlijk-organisatorische risico s zijn. Dit uit zich vooral doordat de gemeente minder informatie en mogelijkheden kan hebben om bij te sturen, omdat een de verbonden partij op afstand staat van de gemeente. Bovendien is er sprake van dubbele rollen. De gemeente is zowel bestuurder/eigenaar van de verbonden partij, als haar opdrachtgever/klant. Gemeenschappelijke regelingen per gemeente Gemeenschappelijke regelingen Veghel Schijndel Sint- Oedenrode Regionale Ambulancevoorziening Brabant-Midden-West Noord Veiligheidsregio Brabant-Noord GGD Hart voor Brabant Regionale Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) Brabants Historisch Informatiecentrum Gemeenschappelijk meldcentrum Brabant-Noord Werkvoorzieningschap De Dommel (WSD) Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) Ple1n Openbaar basisonderwijs (OSG) Kleinschalig Collectief Vervoer Stadsgewest s-hertogenbosch (opgeheven) Tabel Gemeenschappelijke regelingen per gemeente Ple1n is geen gemeenschappelijke regeling. Om de verschillen tussen de gemeenten inzichtelijk te maken is ervoor gekozen deze toch te vermelden. De belangrijkste conclusies uit de bovenstaande tabel zijn: De drie gemeenten nemen in de volgende 6 gemeenschappelijke regelingen gezamenlijk deel: Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord; Veiligheidsregio Brabant- Noord; GGD Hart voor Brabant; Regionale Omgevingsdienst Brabant-Noord; het Brabants Historisch Informatiecentrum en het gemeenschappelijk meldcentrum Brabant-Noord. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 79/138

81 De sociale werkvoorziening is op 2 verschillende manieren georganiseerd: Schijndel en Sint- Oedenrode nemen deel in de WSD. Veghel neemt deel in Werkvoorzieningschap Noordoost- Brabant (feitelijk de IBN groep). De belastinginning is op 3 verschillende manieren georganiseerd: Veghel neemt deel in de BSOB; Sint-Oedenrode neemt deel in Ple1n en Schijndel int de belastingen zelf. De sociale dienst is op 2 verschillende manieren georganiseerd: Veghel en Schijndel nemen deel in Optimisd en Sint-Oedenrode heeft dit in eigen beheer georganiseerd. Overige verbonden partijen per gemeente PPS constructies en overige rechtspersonen Naast de voornoemde verbonden partijen nemen de gemeenten nog deel aan één of meerdere stichtingen, NV s, BV s, CV s en PPS-constructies. In onderstaande tabel is hiervan een overzicht opgenomen. Overige verbonden partijen Veghel Schijndel Sint- Oedenrode Publiek Private Samenwerkingsovereenkomsten Samenwerkingspartner Klok ontwikkeling, Witte projecten, van Grunsven Proper Stok Woningen BV, Rotterdam; Heijmans Vastgoed Realisatie BV, Best HPS Jansen de Jong Plancoördinatie BV; Bouwfonds BV Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en Ontwikkelingsmaatschappij B.V. Hendriks Coppelmans Bouwgroep B.V. Gebr. van Wanrooij B.V., Geffen Gebr. v/d Ven Beheermaatschappij B.V. Alphons Coolen Ontwikkeling B.V. Borchdijk projectontwikkeling B.V. V.O.F. Doprsveld Van de Ven, Provincie Noord-Brabant Stichting Brabant Zorg NV s N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Brabant Water N.V. N.V. Monumentenfonds Brabant BV s en CV s Gemeente Veghel B.V. Scheifelaar II Beheer B.V. Scheifelaar II C.V. Sociaal Cultureel Centrum Spectrum B.V. Stichtingen Stichting Beheer en Exploitatie Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf i.o. Bureau Inkoop en aanbestedingein Zuidoost-Brabant (BIZOB) Stichting Openbaar Onderwijs Groep (OOG) Tabel Overige verbonden partijen per gemeente 8/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

82 Uit bovenstaande tabel blijkt dat zowel Schijndel als Sint-Oedenrode niet deelnemen in PPS constructies. Daarentegen neemt de gemeente Veghel deel in 12 PPS constructies. Verder blijkt dat alle drie de gemeenten deelnemen in NV Bank Nederlandse Gemeenten en Brabant Water N.V. Alleen de gemeente Veghel neemt deel in N.V. Monumentenfonds Brabant. Voor meer informatie over de PPS constructies van Veghel wordt verwezen naar bijlage 13. Schijndel De lijst met verbonden partijen bestaat, zo is opgenomen in de paragraaf, uit enkele private samenwerkingsverbanden/deelnemingen en een aantal gemeenschappelijke regelingen. Per verbonden partij is opgenomen wat het nagestreefde doel is en wat de kosten voor de gemeenten zijn. Sint-Oedenrode De paragraaf verbonden partijen bevat een overzicht van de 9 gemeenschappelijke regelingen waar Sint-Oedenrode aan deelneemt. Daarnaast neemt de gemeente nog deel aan twee NV s. Per verbonden partij wordt aangegeven hoe groot het financieel belang is en welke risico s de gemeente loopt. Tevens neemt Sint-Oedenrode deel aan de regionale Ple1n samenwerking met Haaren en Sint- Michielsgestel: hierin zijn de werkeenheden I&A, Belastingen en P&O gevormd. De werkeenheid Belastingen is gehuisvest in Sint-Oedenrode, de werkeenheid I&A in Sint-Michielsgestel en de werkeenheid P&O in Haaren. De samenwerking gebeurt op basis van een centrumgemeente constructie. Veghel De paragraaf verbonden partijen bevat een overzicht van de 11 gemeenschappelijke regelingen waar Veghel in deelneemt. Verder neemt de gemeente nog deel in 7 private verbonden partijen. Per verbonden partij worden de volgende aspecten aangegeven: omvang financieel belang, het eigen vermogen, het vreemd vermogen, het resultaat en welke risico s de gemeente loopt. Aanbevelingen voor de drie gemeenten ten aanzien van de verbonden partijen: Geef een actueel cijfermatig inzicht in de verbonden partijen (resultaten, risico s, vermogenspositie, financieel belang en dergelijke). Besteed tevens de nodige aandacht aan onderliggende risico s die verbonden partijen met zich meebrengen. Hierbij dient ook te worden gekeken of de taken van de nieuw te vormen gemeente zullen worden ondergebracht in een (nieuwe of bestaande) verbonden partij dan wel in eigen beheer zullen worden verricht. Hierin zullen de huidige gemeenten vóór de datum van herindeling keuzes moeten maken. Herindeling kan resulteren in de uittreding uit (of intreding in) gemeenschappelijke regelingen of andere samenwerkingsverbanden waarin herindelingspartners deelnemen. Bepaal daarom vóór de herindeling aan de hand van de overzichten verbonden partijen bij welke gemeenschappelijke regelingen of andere organisaties uittreding dan wel intreding noodzakelijk is. Treed hiermee tijdig in overleg om de hoogte van de uittredingslasten te bepalen. Besteed daarbij ook aandacht aan lastenbeperkende maatregelen juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 81/138

83 3.4.6 Overige paragrafen Schijndel Treasury en financiering In de paragraaf is een berekening van de kasgeldlimiet opgenomen. Deze limiet wordt (op begrotingsbasis) overschreden. Het vierde kwartaal 213 en het eerste kwartaal heeft de gemeente ruimte over op de kasgeldlimiet. De verwachting is dat vanaf het tweede kwartaal 214 de kasgeldlimiet wordt overschreden. In het 4e kwartaal van 213 is een aantal langlopende leningen afgesloten. Eveneens is een berekening van de renterisiconorm opgenomen voor de jaren 214 t/m 217. Deze norm wordt naar verwachting niet overschreden. Tevens is in de paragraaf een overzicht opgenomen Kredietrisico s bij uitzettingen op verstrekte gelden. Het overzicht geeft inzicht in de samenstelling, de zekerheid in verband met het risico, de grootte en de rentegevoeligheid van de uitgezette gelden c.q. verstrekte geldleningen. Er worden geen gelden uitgezet bij instellingen die niet zijn toegestaan volgens de financiële verordeningen. De totale omvang van de restantschuld per ultimo 213 is 3,9 miljoen; per ultimo 214 3,5 miljoen. Grootste post betreft Overige toegestane instellingen (per ultimo 213 en 214 circa 6% van de restantschuld). In deze paragraaf (en ook niet in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing) is geen aandacht besteed aan verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen. Begin 214 ging het hier om een boekwaarde van circa 64,6 miljoen; de grootste boekwaarde betreft Huis en Erf via WSW van 6,7 miljoen (bron: conceptjaarrekening 213). In 213 is voor een bedrag van daadwerkelijk betaald uit hoofde van aanspraken op verleende borg- en garantstellingen. Bedrijfsvoering De regionale samenwerking heeft uiteraard ook gevolgen voor de bedrijfsvoering. De keuze van de gemeenteraad om voorbereidingen te treffen om te komen tot een fusie met de gemeente Sint-Oedenrode en uit te zien naar een geschikte derde partner is daarbij leidend (zo schrijft de gemeente in deze paragraaf). De regionale samenwerking op het sociale domein zal met name ingegeven worden door wettelijke bepalingen rondom de transities. Met name de Participatiewet vraagt om samenwerking op het niveau van Noordoost Brabant (arbeidsmarktregio). De gemeente Schijndel wil de reeds in gang gezette samenwerking op dit terrein voortzetten en verder vorm geven naar gelang de inhoud dit vraagt. De formatiegrens van de gemeente is door de gemeenteraad bij besluit van 9 november 26 bevroren op 156,9 fte. Bij gemeenteraadsbesluit van 12 juni 28 is de formatiegrens bijgesteld naar 157,58 fte. Bij de vaststelling van de begroting 21 is in de maatregelen om de begroting meerjarig sluitend te maken een formatievermindering van 1% opgenomen, wat neerkomt op een formatie van 142 fte. Per 1 januari 214 is de formatie 141,5 fte. De gemeente verwacht dat de komende jaren met de taakstellingen die in deze begroting zijn opgenomen de formatie nog verder zal worden teruggebracht. 82/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

84 Sint-Oedenrode Financiering Het treasurystatuut is vastgesteld op 13 december 211. Daarin zijn de algemene doelstellingen van het financieringsbeleid opgenomen. Het treasurystatuut voldoet aan de eisen van wet Fido (financiering decentrale overheden). In het kader van het opstellen van de begroting 214 is een inschatting gemaakt van het financieringssaldo. Volgens het gepresenteerde overzicht blijft Sint-Oedenrode binnen de norm van de kasgeldlimiet (de limiet voor het aantrekken van kort geld). Op basis hiervan wordt rekening gehouden met het aantrekken van langlopende geldleningen van 1 miljoen per jaar. In de meerjarenraming zijn de bijbehorende rentelasten opgenomen. Per had men een bedrag van 7,4 miljoen aan leningen met zekerheid uitstaan en geen leningen zonder zekerheid. Daarnaast loopt men risico inzake garant-stellingen voor woningbouwverenigingen, sportverenigingen en zorgcentra. Per gaat het om een boekwaarde van 1,2 miljoen garantstellingen aan sportverenigingen en zorgcentra. Voor woningbouwverenigingen dient een onderscheid te worden gemaakt tussen twee soorten garantstellingen: met achtervang van WSW (circa 24 miljoen) en zonder achtervang (circa 7,2 miljoen). Er zijn geen aanwijzingen dat deze gemeente onverantwoorde risico s loopt t.a.v. het financierings-beleid. Bedrijfsvoering Per 1 september 29 is de organisatiestructuur aangepast en per 1 mei 211 en 1 januari 212 doorontwikkeld. De belangrijkste wijziging betreft het invoeren van teamleiders, zodat de afstand tussen leidinggevende en medewerker wordt verkleind. Ook de samenwerking in PLE1N op de taakvelden I&A, Belastingen en P&O heeft tot wijzigingen in de organisatiestructuur geleid. Het motto van het Rooise organisatiemodel is samen slimmer met minder. Ook in 214 gaat de doorontwikkeling verder. Een grote uitdaging ligt in de uitwerking van de bestuurlijke fusie met Schijndel en Veghel. Daarnaast zal men ook moeten inspelen op de grote decentralisatieoperaties; het is essentieel dat de drie gemeenten hier nu reeds gezamenlijk in optrekken. Ombuigingen Deze nieuwe (niet verplichte) paragraaf is opgenomen in zowel de jaarrekening als de begroting. De paragraaf heeft meerdere functies. Ten eerste wordt hier een opsomming gegeven van de nieuwe bezuinigingen met een structurele doorwerking. De gemeente heeft in juni 213 besloten om in principe 3. structureel per jaar te bezuinigen. Omdat de raad iets te kiezen moet hebben, worden bezuinigingsmogelijkheden ten bedrage van 5. aan de raad voorgelegd. Het totale nieuwe ombuigingspakket voor 214 bevat 277. aan structurele maatregelen. Een tweede belangrijke functie van deze paragraaf is dat hier in de komende jaren terug zal worden gekeken naar de stand van zaken rondom de lopende ombuigingen. In het kader van de monitoring zal over de voortgang van de ombuigingen worden gerapporteerd bij de Berap s. Ten derde wordt bijzondere aandacht besteed aan de ombuigingen bij de gemeenschappelijke regelingen. Op verzoek van de andere gemeenten uit de regio heeft de centrumgemeente Oss een aantal uitgangspunten geformuleerd waardoor de raden en colleges beter in staat zijn de ramingen van de gemeenschappelijke regelingen te beoordelen. Deze uitgangspunten worden in de paragraaf genoemd. Tevens hebben de gemeenten in de regio besloten om de kortingen op de algemene uitkering conform het principe van samen de trap-op trap-af wederom door te voeren bij de gemeenschappelijke regelingen. Ten opzichte van de begroting 214 wordt de volgende (niet-cu- 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 83/138

85 mulatieve) fasering voor-gesteld: 2% in 215, 5% in 216 en 7% in 217. Centrumgemeente Oss constateert dat een eerdere ombuiging van 1% op de gemeentelijke bijdrage is gerealiseerd in de periode Ten vierde wordt aandacht besteed aan communicatie en participatie in het ombuigingsproces. Sint- Oedenrode wil ook de fusiepartners betrekken bij het ombuigingstraject; dit is een goed uitgangspunt voor het verdere fusietraject, aangezien de ombuigingen ook moeten worden bezien in het licht van het belang van de nieuw te vormen gemeente. Ook de noodzakelijke communicatie van de bezuinigingen naar de burgers, verenigingen en instellingen zal de nodige aandacht krijgen. Wij zijn van mening dat deze paragraaf een waardevolle bijdrage geeft aan een evenwichtige uitvoering van het ombuigingsproces en dat hiermee ook recht wordt gedaan aan de afstemming met de fusiepartners. Veghel Financiering Het totaal aan verstrekte garantstellingen aan derden bedraagt primo ,7 miljoen. Ultimo 214 is dit 17,3 miljoen. Deze garantstellingen hebben voor het grootste deel ( 96,4 miljoen dit is 89,9%) betrekking op Stichting Woonbelang. Tevens is er nog een garantstelling van 8 miljoen (7,5%) voor de PPS constructie Scheifelaar II CV. In deze constructie neemt de gemeente voor 49,75% deel. De overige garantstellingen zijn 2,7% van het totaal. Met betrekking tot de garantstellingen aan Stichting Woonbelang kan het volgende worden opgemerkt. Bij problemen wordt eerst gekeken of het binnen de corporatie kan worden opgelost, dan wordt het vermogen van de Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) aangesproken, en tenslotte staan Rijk en gemeenten garant. De gemeente heeft dus een achtervanggarantie. De gemeente neemt deze risico s van de garantstellingen mee in de berekening van de benodigde incidentele weerstandscapaciteit. De gemeente geeft aan terughoudend om te gaan met verzoeken tot garantstelling. In de afgelopen jaren zijn slechts enkele nieuwe garanties verstrekt. Bedrijfsvoering Het college streeft ernaar om zelfsturing een gedegen positie te geven binnen de gemeente Veghel, onder andere met het oog op de mogelijke opschaling van de gemeente. Daarnaast zet Veghel ook in op een steeds verbeterende dienstverlening voor diezelfde inwoners, bedrijven en andere organisaties. Over de aandachtsgebieden/speerpunten voor 214 schrijft de gemeente het volgende. In 214 zal (evenals in 213) strak op personeelslasten worden gestuurd. De in 212 afgesproken vacaturestop loopt in 214 onverminderd door. Dit in combinatie met positieve aandacht voor mobiliteit en ontwikkeling van medewerkers draagt eraan bij dat de personeelslasten beheersbaar blijven. Als gevolg van de eerder ingevoerde vacaturestop kan in 214 de formatie worden verlaagd naar 257,5 FTE (269,1 minus 11,6 overgegaan naar ODBN). Eventuele verdere verlaging van de formatie zal in de loop van 214 moeten worden onderzocht. Het ziekteverzuim ligt voor het tweede jaar op rij onder het landelijk gemiddelde. In 214 streeft men naar voortzetting van deze lijn. In 214 ligt de focus op het bevorderen van mobiliteit van de medewerkers. Het breder kunnen inzetten van medewerkers maakt de organisatie beter in staat om ontwikkelingen te kunnen opvangen. 84/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

86 Aanbevelingen voor de drie huidige gemeenten Treasury: Besteed bij de risico s de nodige aandacht aan de garantstellingen. Hoeveel bedraagt het totaal van de garantstellingen in elk van de drie gemeenten en waar zitten de verschillen in de wijze waarop men de omvang van dit risico berekent? Bedrijfsvoering: In het kader van de mogelijke herindeling dienen de gewenste organisatiestructuur, formatieomvang en bijbehorende personeelsbudgetten in beeld te worden gebracht en in het herindelingsproces te worden betrokken. In het kader van de mogelijke herindeling verdient het sterke aanbeveling dat de drie gemeenten reeds nu gezamenlijk optrekken bij het implementeren van de drie grote decentralisatieoperaties; deze zullen immers ook gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Doorberekening apparaatskosten: Wij adviseren de huidige gemeenten om in de begroting 215 (en volgende jaren) te vermelden hoeveel apparaatskosten worden toegerekend aan de grondexploitatie en investeringen. Ombuigingen: Inventariseer de (toekomstige) bezuinigingstaakstellingen en plaats deze in het perspectief van integraal beleid. Monitor de voortgang van de realisatie van de ingezette bezuinigingen en geef deze een plaats in de planning en control cyclus van de drie huidige gemeenten (en impliciet dus ook in die van de toekomstige nieuw te vormen gemeente). Het verdient aanbeveling om voor alle drie de gemeenten in een aparte begrotingsparagraaf een volledig inzicht in de ombuigingstaakstellingen te verstrekken. 3.5 Financieel Beleid Bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente neemt de begroting de centrale plaats in. De beslissing over de toezichtvorm hangt direct samen met de vraag of de gemeente daadwerkelijk over een structureel en reëel sluitende (meerjaren)begroting beschikt. Dit houdt in dat het beleid van een gemeente dient te resulteren in een begroting waarin de structurele uitgaven gedekt worden door de structurele inkomsten. Het begrotingsbeleid kan niet los gezien worden van de andere elementen van het financiële beleid. Hierbij valt te denken aan het beleid op de onderdelen zoals deze dienen te worden beschouwd in een aantal van de verplichte paragrafen op grond van het BBV (lokale heffingen, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid) en overigens ook nog het activerings- en afschrijvingsbeleid. Samenhangend beleid op deze terreinen vormt een randvoorwaarde voor een gezonde financiële positie. Het beleid op de afzonderlijke terreinen dient onderbouwd en bestuurlijk vastgesteld te zijn. In dit hoofdstuk wordt (kort) ingegaan op een aantal beleidsnota s en de verplichte verordeningen ex artikel 212 en artikel 213 Gemeentewet. Het onderzoek is op hoofdlijnen geschied. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 85/138

87 Schijndel: Financieel beleid Verordening ex artikel 212 Gemeentewet Op grond van de Gemeentewet, artikel 212, dient de gemeenteraad onder meer een verordening vast te stellen voor de inrichting van het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie. Op 14 juni 27 heeft de raad in haar vergadering (punt 13) de verordening vastgesteld. De verordening wordt aangehaald onder de naam Financiële verordening gemeente Schijndel 27. In het raadsvoorstel van 14 juni 27 (punt 13) is onder meer het volgende opgenomen: De gemeente acht het van belang dat rechtmatigheid wordt benaderd als proces van kwaliteitsverbetering en niet uitsluitend als project ter verwerving van een accountantsverklaring. In dit kader is het laatst vastgestelde normenkader nog eens bekeken. Uit dit onderzoek blijkt dat een aantal verordeningen en beleidsnota s niet meer relevant of sterk verouderd is. Deze verordeningen en beleidsnota s worden ingetrokken en maken geen onderdeel meer uit van het normenkader. Onder meer de volgende verordeningen zijn ingetrokken (met toelichting uit het raadsvoorstel): Kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement. De noodzaak van een kadernota weerstandsvermogen vervalt in de nieuwe financiële verordening. De paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en jaarverslag biedt voldoende mogelijkheden om beleid en verantwoording in op te nemen. Waardoor de controlerende taak van de raad gewaarborgd blijft. Nota reserves en voorzieningen. De noodzaak van een kadernota reserves en voorzieningen vervalt in de nieuwe financiële verordening. De paragraaf bedrijfsvoering in de begroting en jaarverslag biedt voldoende mogelijkheden om beleid en verantwoording in op te nemen. Waardoor de controlerende taak van de raad gewaarborgd blijft. Nota treasury 23. De noodzaak van een kadernota treasury vervalt in de nieuwe financiële verordening. In de nieuwe financiële verordening zijn nog wel de hoofdbeleidslijnen opgenomen. De paragraaf treasury en financiering in de begroting en jaarverslag biedt voldoende mogelijkheden om beleid en verantwoording in op te nemen. Waardoor de controlerende taak van de raad gewaarborgd blijft. Nota waardering activa en afschrijvingsbeleid. De noodzaak van een kadernota waardering activa en afschrijvingsbeleid vervalt in de nieuwe financiële verordening. In de nieuwe financiële verordening zijn nog wel de hoofbeleidslijnen opgenomen. Voorts kunnen in de paragraaf bedrijfsvoering nadere beleidslijnen worden opgenomen. Nota Grondbeleid. De huidige nota Grondbeleid is niet meer actueel en komt niet overeen met de praktijk. Ook is met het inwerkingtreden van de nieuwe financiële verordening de noodzaak tot een nota Grondbeleid komen te vervallen. Wel bestaat de behoefte aan strategische afspraken met de raad over het gemeentelijk grondbeleid. Hierover zal in een later stadium een voorstel worden gedaan. De aanvankelijke financiële verordening is in 23 vastgesteld. Deze verordening was gebaseerd op de modelverordening van de VNG. De verordening die op 14 juni 27 is vastgesteld, is een sterk vereenvoudigde versie met daarin toch de noodzakelijke beleidsregels waarop controle moet worden toegepast. In de loop van 28 bleek dat sommige financiële ondernemingen waarbij decentrale overheden gelden hadden uitgezet, niet (meer) volledig aan hun verplichtingen konden voldoen. (Mede) naar aanleiding hiervan is de nationale regelgeving omtrent treasury aangepast en is de wet FIDO gewij- 86/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

88 zigd. Daarom is Artikel 9 van de Financiële verordening gemeente Schijndel 27 op 27 januari 211 aangepast en vastgesteld door de gemeenteraad middels de 1e wijziging van de Financiële verordening gemeente Schijndel 27. Weerstandsvermogen en risicomanagement In de paragraaf weerstandsvermogen wordt kort ingegaan op het beleid inzake risicomanagement. Het algemeen beleidskader risicomanagement is ten opzichte van de begroting 213 ongewijzigd. De gemeente werkt al enkele jaren met een systeem van risicomanagement. Er wordt gebruik gemaakt van een eigen Excel programma waarin de risico s zijn gekwantificeerd. In de begroting 214 wordt nergens verwezen naar een (actuele, vigerende) beleidsnota Weerstandsvermogen en risicomanagement. Reserves en voorzieningen In bijlage 4 ( Reserves ) van de begroting 214 is een overzicht van de reserves opgenomen. Per reserve is de stand per vermeld en is een korte toelichting opgenomen. In de begroting 214 wordt nergens verwezen naar een (actuele, vigerende) beleidsnota Reserves en Voorzieningen, ook niet in de paragraaf bedrijfsvoering. Desgevraagd zegt de gemeente dat er geen beleidsnota is (en ook geen beleidsregels) met betrekking tot reserves en voorzieningen. Nadere regels uitvoering treasury In juni 27 heeft de raad onder andere de Nota Treasury 23 ingetrokken. In de nieuwe financiële verordening (van juni 27) is in artikel 9 ingegaan op de Financieringsfunctie. Mede gelet op artikel 9 van de Financiële verordening gemeente Schijndel 27 en artikel 8 lid 3 van de wet Fido, heeft het college van B&W op 9 oktober 27 besloten om nadere regels uitvoering treasury vast te stellen. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als Uitvoeringskosten treasury 27. Aanvullende nadere uitvoeringsregels afschrijvingsbeleid voorvloeiend uit financiële verordening 27 In juni 27 heeft de gemeenteraad onder andere de nota waardering activa en afschrijvingsbeleid ingetrokken. In de nieuwe financiële verordening (van juni 27) is in artikel 7 volstaan met opname van enkele beleidsuitgangspunten waar het college zich aan moet houden. Ter aanvulling op de beleidsregels zoals opgenomen in artikel 7 van de verordening ( Waardering & afschrijving vaste activa ) zijn nadere uitvoeringsregels vastgesteld om uniformering van activa te bewerkstelligen. Het college stelt volgens lid 4 van artikel 7 ook een afschrijvingstabel vast. Deze afschrijvingstabel is in een aparte bijlage bijgevoegd (bij de nadere uitvoeringsregels zoals in 27 door het college van B&W is besloten). Per actief is opgenomen of het maatschappelijk nut dan wel economisch nut betreft. De in deze tabel opgenomen afschrijvingstermijnen blijken acceptabel. Vanaf de begroting 27 is ervoor gekozen om de afschrijving te beginnen in het jaar nadat de investering is gerealiseerd of respectievelijk in gebruik is genomen. De raad heeft gekozen voor de methode van de lineaire afschrijving. Slechts bij die investeringen, waarbij een directe relatie kan worden gelegd met een opbrengst voor de gemeente en de hierbij te hanteren tarieven, wordt voorgesteld de annuïteiten methode te hanteren. In afwijking van de lineaire methode is door de raad bij de vaststelling van de begroting het standpunt inge- 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 87/138

89 nomen om ook de annuïteiten afschrijving van EBC-schoolgebouwen toe te staan. Dit gelet op de directe relatie met de stroom van onderwijshuisvesting inkomsten van het rijk. Dit wordt voortgezet voor toekomstige EBC-schoolgebouwen. EBC staat voor Educatieve Basis Centra. Hierin zijn scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen ondergebracht in hetzelfde gebouw. De gemeente hanteert nog steeds de annuïtaire afschrijving voor deze schoolgebouwen. De huidige omvang van de boekwaarden per 1 januari 214 die annuïtair worden afgeschreven is: EBC Noord: EBC Centrum: (Grootste investering is lineair) EBC De Regenboog: EBC Oost: De komende 1 jaar staat er voor deze scholen een paar grote uitgaven (voor onderhoud) gepland. De scholen zijn nagenoeg nieuw en/of onlangs gerenoveerd. In het meerjarig onderhoudsprogramma staat voor EBC Oost in 215 een bedrag gepland van 3. voor onderhoud aan de daken. Voor 221 staat voor EBC Centrum eveneens dakonderhoud gepland voor een bedrag van Voor groot onderhoud bij een sub locatie van EBC Centrum wordt geraamd 177. in 215. Dit bedrag is reeds in 212 beschikbaar gesteld en dus al in de begroting verwerkt. Aan de gemeente is gevraagd in kaart te brengen wat financiële consequenties (exploitatie en vermogen) zijn m.b.t. de EBC-scholen als wordt overgeschakeld naar lineair afschrijven). Na controle bleken er meerdere activa die annuïtair worden afgeschreven volgens de staat van activa. Van al deze activa is de omzetting berekend van annuïtair naar lineair waarbij de boekwaarde per 1 januari 214 als uitgangspunt is genomen en de rente hetzelfde is gebleven. Het nadeel voor de exploitatie loopt in de tijd af. In de laatste jaarschijf van de meerjarenbegroting (217) bedraagt dit door de gemeente berekende nadeel 46.. Grondbeleid De kaders voor het Grondbeleid in Schijndel in de periode waren geformuleerd in de Grondbeleidsnota uit 23. In september 27 is deze Grondbeleidsnota ingetrokken. In november 27 heeft de gemeente het eindrapport onderzoek grondbeleid Onderzoek naar het grondbeleid en de grondexploitaties van de gemeente Schijndel uitgebracht. De Rekenkamercommissie van de gemeente Schijndel heeft hier onderzoek naar gedaan. Het onderzoek werd uitgevoerd door RIGO Research en Advies bv. Uit het onderzoek volgden een aantal bevindingen en aanbevelingen met betrekking tot het grondbeleid in Schijndel. Ter vervanging van de Grondbeleidsnota 23, is het grondbeleid van de gemeente Schijndel (voortaan) opgenomen in de Paragraaf Grondbeleid, zoals deze is opgenomen in het boekwerk van de begroting 214. Hierbij is rekening gehouden met de bevindingen en aanbevelingen uit voorgenoemd onderzoek. De paragraaf grondbeleid wordt aldus gebruikt om het beleidsmatige kader vast te stellen. Verordening ex artikel 213 Gemeentewet Op grond van de Gemeentewet, artikel 213, dient de gemeenteraad onder meer een verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst. De meest recente verordening (aangehaald als Controleverordening gemeente Schijndel ) dateert van 9 oktober 23. In de raad van 9 november 24 is de verordening op enkele punten gewijzigd. 88/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

90 Jaarlijks stelt de gemeente op het einde van het Het normen- en toetsingskader voor de rechtmatigheidscontrole vast, zodat de wijzigingen van het betreffende jaar erin zijn opgenomen. Het meest recente is door de raad vastgesteld op 19 december 213. Tevens is toen het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 213 van de gemeente Schijndel vastgesteld. Conclusies voor de huidige gemeente Schijndel: Op grond van de Gemeentewet (artikel 212) dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen voor de inrichting van het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie. Op 14 juni 27 heeft de raad de verordening vastgesteld: Financiële verordening gemeente Schijndel 27. In 27 zijn tevens een aantal verordeningen en beleidsnota s ingetrokken: Kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement, Nota reserves en voorzieningen, Nota Treasury 23, Nota waardering activa- en afschrijvingsbeleid en de Nota Grondbeleid 23. In de paragraaf Weerstandsvermogen zèlf wordt (sindsdien) ingegaan op het beleid inzake weerstandsvermogen en risicomanagement, dus niet in een aparte beleidsnota. De gemeente heeft geen vigerende beleidsnota met betrekking tot reserves en voorzieningen. Mede naar aanleiding van wijzigingen in de wet Fido en nationale regelgeving omtrent treasury, is artikel 9 van de Financiële verordening gemeente Schijndel 27 op 27 januari 211 aangepast en vastgesteld door de gemeenteraad middels de 1e wijziging van de Financiële verordening gemeente Schijndel 27. Daarnaast heeft de gemeente besloten in 27 om nadere regels uitvoering treasury vast te stellen; deze nadere regels worden aangehaald als Uitvoeringskosten treasury 27. Ter aanvulling op de beleidsregels zoals opgenomen in artikel 7 van de Financiële verordening gemeente Schijndel 27 ( Waardering & afschrijving vaste activa ) zijn nadere uitvoeringsregels vastgesteld om uniformering van activa te bewerkstelligen. Het college stelt volgens lid 4 van artikel 7 ook een afschrijvingstabel vast. Deze afschrijvingstabel is in een aparte bijlage bijgevoegd (bij de nadere uitvoeringsregels zoals in 27 door het college van B&W is besloten). De in deze tabel opgenomen afschrijvingstermijnen zijn acceptabel. Ter vervanging van de Grondbeleidsnota 23 is het grondbeleid van de gemeente Schijndel (voortaan) opgenomen in de Paragraaf Grondbeleid, zoals deze is opgenomen in het boekwerk van de begroting. De Paragraaf Grondbeleid wordt aldus gebruikt om het beleidsmatige kader vast te stellen. Jaarlijks stelt de gemeente op het einde van het Het normen- en toetsingskader voor de rechtmatigheid controle vast, zodat de wijzigingen van het betreffende jaar erin zijn opgenomen. Het meest recente is door de raad vastgesteld op 19 december 213. Tevens is toen het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 213 van de gemeente Schijndel vastgesteld. In feite wordt hiermee uitvoering gegeven aan artikel 213 ex Gemeentewet. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 89/138

91 Afschrijvingen op investeringen beginnen in het jaar nadat de investering is gerealiseerd of respectievelijk in gebruik is genomen. Afschrijven geschiedt in principe op lineaire basis. Uitzondering vormen de afschrijvingen met betrekking tot EBC-schoolgebouwen: deze worden annuïtair afgeschreven. In het algemeen kunnen de kaders van het financiële beleid van de gemeente Schijndel als actueel worden gekenschetst. Aanbevelingen voor de huidige gemeente Schijndel: Wij adviseren om het beleid inzake reserves en voorzieningen vast te leggen in een nota reserves en voorzieningen. Tevens adviseren wij om het beleid inzake risicomanagement en weerstandsvermogen vast te leggen in een aparte beleidsnota. De nadere uitvoeringsregels inzake treasury en afschrijven dateren van 27. Het verdient derhalve aanbeveling om deze uitvoeringsregels te actualiseren en (vooruitlopend op de herindeling en de harmonisatie van het financiële beleid) nu reeds voor de EBC-scholen te kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethodiek. Voor deze scholen is dan de huidige boekwaarde het uitgangspunt en kan voor de resterende levensduur de lineaire methode worden gehanteerd. Het grondbeleid is opgenomen in de begrotingsparagraaf grondbeleid. Wij adviseren om het beleid op te nemen in een grondnota. Sint-Oedenrode: Financieel beleid Verordening ex artikel 212 Deze verordening is op 24 april 28 vastgesteld. Hierin worden de uitgangspunten voor het financieel beleid alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van Sint-Oedenrode vastgelegd. Ten aanzien van de afschrijvingsmethodiek wordt in deze verordening (artikel 6, lid 1a) vastgelegd dat de annuïtaire methode geldt voor de materiële vaste activa met economisch nut. In artikel 7, lid 3 wordt vermeld dat de omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald op basis van het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij de begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen. Daarentegen wordt in de paragraaf financiering van de begroting 214 expliciet vermeld dat alleen de werkelijke rente wordt begroot en geboekt (op basis van de rentenota 28). Er wordt dus niet meer uitgegaan van een rekenrente. De verordening 212 had op dit punt dus al moeten worden herzien, maar tot op heden is dat niet gebeurd. Wij adviseren om deze aanpassing op te nemen in de nieuwe verordening die de gemeente dit jaar zal vaststellen. Rentenota 28 Er bestaan grote verschillen tussen gemeenten in de wijze waarop zij de rente in de begroting toerekenen. Sint-Oedenrode heeft in 28 het rentebeleid ter discussie gesteld in een rentenota die aan de raad werd aangeboden. Tot dan toe hanteerde men een meer klassiek systeem van rentetoerekening (inclusief de bespaarde rente waarmee reserves waardevast werden gemaakt); in de rentenota 28 werd een uitgebreid en inzichtelijk beeld geschetst van deze methodiek, met de voor- en nadelen. Met de vaststelling van de nieuwe rentenota werd gekozen voor een nieuwe methodiek 9/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

92 waarbij alleen de werkelijke rentekosten in de begroting werden opgenomen. In deze nieuwe methodiek (die dus vanaf de begroting 28 wordt toegepast) berekent men eerst de rentekosten over de aangetrokken geldleningen en brengt daar alle eventuele renteopbrengsten op in mindering. Het directe gevolg was dat de reserves niet meer waardevast waren (door rentetoerekening). Nota Reserves en Voorzieningen 211 In deze beleidsnota heeft een herschikking van de reserves plaatsgevonden. Dit hield onder meer in dat alle bestaande algemene reserves werden opgeheven en dat er gekozen werd voor 3 nieuwe algemene reserves: een algemene reserve met bufferfunctie, een vastgelegde algemene reserve en een vrij beschikbare algemene reserve. De vastgelegde algemene reserve neemt een bijzondere plaats in: feitelijk is dit een dekkingsreserve waaraan jaarlijks een bedrag van 39. voor de afkoopsom A5 wordt onttrokken. Dit vloeit voort uit een raadsbesluit uit 27, toen besloten werd om de toen bestaande reserve afkoopsom A5 ter grootte van 936. in te trekken en toe te voegen aan de algemene reserve. Voorwaarde voor deze overheveling was dat gedurende de periode jaarlijks een bedrag van 39. aan de Algemene Reserve wordt onttrokken en toegevoegd wordt aan de posten voor wegenonderhoud in de exploitatie. Dit deel van de algemene reserve wordt daarom ook (terecht) niet meegerekend bij de berekening van de weerstandscapaciteit. De twee overige algemene reserves (de vrij beschikbare algemene reserve en de algemene reserve met bufferfunctie) horen daarentegen wél bij de incidentele weerstandscapaciteit, omdat er geen specifieke bestemming aan is gegeven en omdat ze dus vrij aanwendbaar zijn. Naast de drie genoemde algemene reserves is er nog een algemene reserve grondexploitatie die ook wordt meegeteld bij de berekening van de weerstandscapaciteit, maar dan meer in het bijzonder voor het afdekken van de risico s in de grondexploitatie. Het rente-egalisatiefonds is met deze nota reserves en voorzieningen 211 opgeheven. Het fonds had zijn functie verloren door de invoering van de nieuwe rentesystematiek in 28, maar was zekerheidshalve nog tot 21 aangehouden. Vanaf de begroting 211 bestaat het rente-egalisatiefonds dus niet meer. Nota Waardering en Afschrijving 211 In 211 is een aantal aanpassingen op de beleidsnota Waardering en Afschrijving (daterend van 26) aangebracht. De belangrijkste veranderingen zijn: Bij het dekken van kapitaallasten uit reserves moet een afzonderlijke bestemmingsreserve worden ingesteld. Dit is ook meegenomen in de nota reserves en voorzieningen. Voorlopig houdt men vast aan de annuïtaire afschrijvingsmethode, maar de intentie is duidelijk uitgesproken dat men zal overstappen op de lineaire afschrijvingsmethode. De annuïtaire methode blijft gehandhaafd voor investeringen met betrekking tot afval en riolering, accommodaties met huurtarieven en investeringen, waarbij gewerkt zal gaan worden met een onderhoudsvoorziening. In de aanloop naar de volgende nota Waardering en Afschrijving (214/215) zou opnieuw beoordeeld worden of men zal overstappen op de lineaire methode. Maar vanwege het fusieproces zal dit bij de harmonisatie van het financieel beleid worden meegenomen. Van alle activa is de omzetting berekend van annuïtair naar lineair waarbij de boekwaarde per 1 januari 214 als uitgangspunt is genomen en de rente hetzelfde is gebleven. Het nadeel voor de exploitatie loopt in de tijd af. In de laatste jaarschijf van de meerjarenbegroting (217) bedraagt dit door de gemeente berekende nadeel juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 91/138

93 De uitgangspunten van deze notitie (inzake waardering en activering van activa) passen binnen het raamwerk van het BBV. Waar deze gemeente zich echter onderscheidt is ten aanzien van de afschrijvingsmethodiek. Bij de annuïtaire methode vormen de afschrijving en de rente over het geïnvesteerde vermogen samen gedurende de looptijd een jaarlijks vast bedrag. Het bezwaar van deze methode is de relatief lage afschrijving in de eerste jaren, terwijl de waardedaling van vaste activa zich veeleer in de beginjaren voordoet. Dit kan leiden tot een te hoge balanswaardering van de activa. In de praktijk kan dit bijvoorbeeld betekenen dat bij eventuele verkoop van een actief de verkoopprijs lager kan uitvallen dan de balanswaarde. In het geval van een gemeentelijke herindeling is het belangrijk om hiermee rekening te houden bij de beoordeling van de balans van Sint-Oedenrode. De nieuwe gemeente zal gedurende de resterende levensduur van de oude activa van Sint-Oedenrode relatief hoge kapitaallasten in de begroting houden indien men deze afschrijvingsmethodiek niet omzet naar de lineaire methode. Ten tijde van de opstelling van deze nota Waardering en Afschrijving werd berekend dat toepassing van de lineaire methode een nadeel van 5,3 miljoen zou opleveren. Dit was de reden dat de gemeente besloot om de stelselwijziging toen niet door te voeren. Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 213 De invoering van risicomanagement maakt deel uit van het collegeprogramma Samen Rooien. De gemeente Sint-Oedenrode wil op gestructureerde wijze risico s beheersen en (voorzover wenselijk of onvermijdelijk) risico s bewust nemen. Het doel van de Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 213 is om duurzaam een bewust gekozen niveau van weerstandsvermogen te borgen met behulp van risicomanagement. In de nota worden de beleidskaders voor risicomanagement en weerstandsvermogen in beeld gebracht. De gemeente maakt gebruik van integraal risicomanagement, dat men definieert als volgt: een systematisch en cyclisch proces van identificeren, beoordelen en kwantificeren van risico s, het bepalen en uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico s beheersbaar houdt en het evalueren en rapporteren over de verschillende stappen in het proces. Om dit te kunnen waarborgen moet men stelselmatig en consequent dezelfde stappen in dezelfde volgorde doorlopen. Dit zijn achtereenvolgens: identificeren, prioriteren, kwantificeren en beheersen. Nadat de risico s zijn benoemd, wordt een kansberekening gemaakt en vervolgens wordt het risico gekwantificeerd. Daarbij is het van essentieel belang om helder te krijgen wat de oorzaak van elk risico is. Zo wordt het mogelijk om de juiste beheersmaatregelen hierop af te stemmen. Als dit proces correct wordt doorlopen en bijgehouden ontstaat een geactualiseerd risicoprofiel van de gemeente. Weerstandscapaciteit Bij de beoordeling van het weerstandsvermogen in de begroting 214 zagen wij al dat Sint- Oedenrode alleen de algemene reserves meetelde bij de bepaling van het incidentele weerstandsvermogen. In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement stelt men echter dat in principe ook de stille reserves, het resultaat na bestemming en 5% van het verwacht positief saldo van de grondexploitatie tot het incidentele weerstandsvermogen worden gerekend. Men geeft hierbij de volgende toelichting: De stille reserves zijn bijvoorbeeld gebouwen, inventaris, groenstroken, aandelen et cetera (voor zover de marktwaarde hoger is dan de boekwaarde op de balans). Bij de gemeente Sint- Oedenrode zijn stille reserves echter veelal in gebruik voor de gemeentelijke bedrijfsvoering en/of 92/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

94 ze vervullen een maatschappelijke functie; en ook als dit niet het geval is kunnen ze niet korte termijn te gelde worden gemaakt (wat wel een voorwaarde is om meegeteld te worden bij de incidentele weerstandscapaciteit). Om die reden heeft men ervoor gekozen om de stille reserves vooralsnog buiten beschouwing te laten bij de berekening van de incidentele weerstandscapaciteit. Het saldo van de grondexploitaties die volgens planning worden afgesloten in de periode van de meerjarenbegroting wordt meegenomen bij de berekening van de weerstandscapaciteit. Vanwege het risico dat realisatie en planning niet exact samenvallen neemt men 5% van het verwacht positief resultaat mee in de berekening van de weerstandscapaciteit. Het resultaat na bestemming heeft effect op de omvang van de algemene reserve en weegt op die manier mee bij de berekening van de incidentele weerstandscapaciteit: bij een begroot batig saldo neemt de algemene reserve immers toe en bij een begroot nadelig saldo neemt hij af. Vermeldenswaard is ook dat in deze nota expliciet wordt vermeld dat bestemmingsreserves niet worden meegeteld bij de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Deze potentiële financiële ruimte is dus ingebouwd in de begroting en bestaat uit drie onderdelen: onbenutte belastingcapaciteit, de post voor onvoorziene uitgaven en het resultaat na bestemming. Men geeft hierbij de volgende toelichting: De onbenutte belastingcapaciteit is het bedrag waarmee de belastingen nog maximaal kunnen toenemen volgens de normen van een artikel-12 aanvraag. In de meicirculaire wordt jaarlijks aangegeven hoe groot deze norm is, uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. De gemeente plaatst hierbij echter zelf al de volgende kanttekening: hoewel er theoretisch ruimte is om de tarieven OZB te verhogen is het ondenkbaar dat dit van de ene op de andere dag ook zal gebeuren. Hierbij spelen politieke overwegingen een rol. De post voor onvoorziene uitgaven is een reëel beschikbare post binnen de begroting. Overigens is deze post eigenlijk bedoeld voor het opvangen van incidentele tegenvallers binnen de begroting; hoewel het uiteraard mogelijk is om de beschikbare 4. aan te wenden voor het dekken van structurele lasten impliceert dit wel dat daarmee de begrotingsruimte voor het opvangen van incidentele tegenvallers tegelijkertijd kleiner wordt. Voor zover een batig begrotingssaldo een werkelijk structureel karakter heeft, mag dit ook worden meegenomen bij de berekening van de structurele weerstandscapaciteit. In dat geval is het uiteraard wel nodig dat de gemeente een goede onderbouwing van het structurele saldo presenteert. Grondnota Het grondbeleid gebaseerd op de nota Grondbeleid 21. In de paragraaf grondbeleid wordt geen aandacht besteed aan het actualiseren van deze beleidsnota. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 93/138

95 Verordening ex artikel 213 Gemeentewet De verordening 213 is vastgesteld in de raadsvergadering van 3 oktober 23 en wordt aangeduid als de Controleverordening gemeente Sint-Oedenrode. Deze verordening is sindsdien niet meer aangepast. Het normenkader 213 is door de raad vastgesteld op 28 november 213. Het toetsingskader 213 is door het college van B&W vastgesteld op 22 oktober 213 en heeft voor de raad ter inzage gelegen. Het controleprotocol voor de accountantscontrole is vastgesteld op 26 januari 212 en heeft betrekking op de jaarrekeningen 211, 212 en 213. Conclusies voor de huidige gemeente Sint-Oedenrode: In het algemeen kunnen de kaders van het financiële beleid van Sint-Oedenrode als actueel worden gekenschetst. De gemeente beschikt echter wel over enkele beleidsnota s die niet allemaal meer even actueel zijn: nota grondbeleid, verordening ex artikel 212 Gemeentewet en de nota Waardering en Afschrijving. Verder valt op dat Sint-Oedenrode over de gehele linie de annuïtaire afschrijvingsmethode hanteert. De gemeente zoekt naar wegen om over te stappen op de lineaire methode. Aanbevelingen voor de huidige gemeente Sint-Oedenrode: Actualiseer de verordening 212 (artikel 7, lid 3) en synchroniseer dit met de rentenota 28 (inzake de rentetoerekening in de begroting). Besteed extra aandacht aan een adequate liquiditeitsplanning en een rentebeleid. Stel, gezien de ontwikkelingen in de grondexploitatie, een actuele nota grondbeleid vast. Actualiseer de nota Waardering en Afschrijving. Het verdient aanbeveling om (vooruitlopend op de herindeling en de harmonisatie van het financiële beleid) nu reeds te kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethodiek. In de praktijk betekent dit dat voor nieuwe investeringen vanaf het begin kan worden gekozen voor de lineaire afschrijvingsmethode. Voor de huidige activa is dan de huidige boekwaarde het uitgangspunt en kan voor de resterende levensduur de lineaire methode worden gehanteerd. Dit zou uiteraard ook aanleiding zijn voor een aanpassing van de verordening ex artikel 212 Gemeentewet op dit punt. Veghel: Financieel beleid Verordening ex artikel 212 Gemeentewet De aanvankelijke financiële verordening was op 11 oktober 27 vastgesteld. In de loop van 28 bleek dat sommige financiële ondernemingen waarbij decentrale overheden gelden hadden uitgezet, niet (meer) volledig aan hun verplichtingen konden voldoen. (Mede) naar aanleiding hiervan is de nationale regelgeving omtrent treasury aangepast en is de wet Fido gewijzigd. Daarom heeft de raad op 31 mei 211 de aangepaste Financiële verordening gemeente Veghel vastgesteld onder gelijktijdige intrekking van de oude Financiële verordening die in 27 was vastgesteld. In de nieuwe verordening is onder meer geregeld dat de volgende beleidsnota s ten aanzien van het financieel beleid door de raad moeten worden vastgesteld. Nota met technische uitgangspunten voor het opstellen van de volgende begroting Nota Activeren, waarderen en afschrijven Nota Reserves en voorzieningen Besluit financieringsfunctie (dit is hetzelfde als het Treasurystatuut) 94/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

96 Weerstandsvermogen en risicomanagement In de paragraaf weerstandsvermogen wordt kort ingegaan op het beleid inzake risicomanagement. De rekenkamer van de gemeente Veghel heeft in 213 een onderzoek laten doen naar de interne financiële positie van de gemeente (stresstest). In dit rapport wordt de conclusie getrokken dat de gemeente Veghel financieel gezond is. Daarnaast wordt een aantal aanbevelingen gedaan ter verbetering van de paragraaf weerstandsvermogen. Het betreft de volgende aanbevelingen: Een overzicht met een meerjarig beeld van de weerstandsratio. Daarmee ontstaat een afwegingskader waarbinnen het aanwenden van de algemene reserve voor strategische doelen wordt gekoppeld aan het evenredig terugbrengen van de paragraaf weerstandsvermogen. Veghel heeft hieraan gevolg gegeven door in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting 214 voor de periode een beeld van de ontwikkeling van de weerstandsratio te schetsen. Het kwantificeren van risico s vanuit verschillende optieken met speciale aandacht voor het grondbedrijf. In de begroting 214 heeft Veghel hieraan gevolg gegeven door het opnemen van een uitgebreide risico-inventarisatie in de paragraaf weerstandsvermogen. Het koppelen van beheersmaatregelen aan risico s om daarmee de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt te verkleinen en/of het financiële gevolg te verminderen. In de begroting 214 zijn bij de risico s beheersmaatregelen opgenomen. Het onderverdelen van risico s naar incidenteel en structureel. Structureel betekent in dit geval een periode van 2 à 3 jaar voordat de inzet van beleidsombuigingen het nadelig financieel effect hebben weggenomen. Deze indeling is in de begroting 214 ook daadwerkelijk gemaakt. Het bepalen van de hoogte van de norm voor de benodigde weerstandscapaciteit. In de begroting wordt uitgegaan van een norm van 1, (daarmee is de weerstandscapaciteit dus net voldoende om de risico s op te vangen). De raad is bij de vaststelling van de begroting 214 akkoord gegaan met deze norm. De gemeente werkt sinds de begroting 213 met een systeem van risicomanagement. De gemeente maakt onderscheid in structurele en incidentele risico s. De risico s zijn gekwantificeerd. Er zijn aparte normen voor het structurele en het incidentele weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is meerjarig in beeld gebracht en blijft net voldoen aan de norm van 1,. De gemeente heeft geen aparte nota voor risicomanagement en weerstandsvermogen. Reserves en voorzieningen In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheer(sing) is een samenvattend overzicht van de reserves en voorzieningen opgenomen. Per reserve is de stand per vermeld. Alleen met betrekking tot de algemene reserves is een korte toelichting opgenomen. Bij raadsbesluit van 3 juni 29 is de Nota Reserves en Voorzieningen 29 vastgesteld. In deze nota zijn de uitgangspunten met betrekking tot de vorming en besteding van reserves en voorzieningen opgenomen, alsmede de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheer(sing) verwijst de gemeente naar deze nota. Treasury In februari 21 heeft de raad het Treasurystatuut vastgesteld. In het Treasurystatuut zijn de beleidsmatige kaders van de gemeente Veghel aangegeven. De Wet Fido bevat voor de gemeente Veghel de minimumeisen waaraan voldaan moet worden. In een aantal gevallen hanteert de gemeente Veghel strengere richtlijnen dan de Wet Fido voorschrijft waardoor de risico s nog verder beperkt worden. In de paragraaf financiering van de begroting 214 verwijst de gemeente naar het Treasurystatuut. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 95/138

97 Nota activeren, waarderen en afschrijven In de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is in artikel 9 bepaald dat het college eenmaal in de 4 jaar een Nota activeren, waarderen en afschrijven aan de Raad aanbiedt. Dit is nodig omdat de onderwerpen van activeren, waarderen en afschrijven een centrale rol spelen in het stelsel van baten en lasten. De wijze van toepassen van deze begrippen is van cruciaal belang voor het beoordelen van de financiële positie. De laatst vastgestelde nota dateert uit 27. De raad stelt volgens lid 1 van artikel 7 ook een afschrijvingstabel vast. Deze afschrijvingstabel is in een aparte bijlage bijgevoegd. De in deze tabel opgenomen afschrijvingstermijnen zijn acceptabel. Als uitgangspunt voor de afschrijvingsmethodiek heeft de raad gekozen voor de methode van de lineaire afschrijving. Hiervan kan worden afgeweken indien dit voor een tariefbepaling (bijvoorbeeld rioolrechten) noodzakelijk is dan wel dat er tegenover de constante kapitaallasten een gelijkblijvende en kostendekkende inkomstenstroom komt te staan. In de praktijk hanteert de gemeente annuïtaire afschrijving bij de volgende categorieën: bedrijfswagens, aanhangers en hulpwerktuigen; automatisering en riolering. Grondbeleid De nota Grondbeleid is in Veghel vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 26. De nota bevat de kaders waarbinnen de gemeente Veghel haar beleid op dat terrein voert, alsmede de uitgangspunten en doelstellingen bij dat beleid. De nota Grondbeleid bestaat uit twee delen: Deel 1, beleidskader, bevat algemene informatie over de hedendaagse grondmarkt. Deze nota is niet meer geactualiseerd sinds 26. De geactualiseerde versie van Deel II, uitwerkingsnota Nota Grondbeleid is in december 213 door de raad vastgesteld. Verordening ex artikel 213 Gemeentewet Op grond van de Gemeentewet, artikel 213, dient de gemeenteraad onder meer een verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie te hebben. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst. De meest recente verordening (aangehaald als Controleverordening gemeente Veghel ex artikel 213 ) dateert van 11 oktober 27. In de raad van 7 juli 211 is de verordening op enkele punten gewijzigd. Jaarlijks stelt de gemeente op het einde van het jaar Het normenkader voor de rechtmatigheid controle vast, zodat wijzigingen van het betreffende jaar erin zijn opgenomen. Het meest recente is door de raad vastgesteld op 12 december 213. Het toetsingskader is verwerkt in controlebladen bij de verschillende processen. Het controleprotocol voor de accountantscontrole (interim en jaarrekening 213) van de gemeente Veghel is ondertekend door de Algemeen Secretaris. 96/ juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

98 Conclusies voor de huidige gemeente Veghel De raad heeft op 31 mei 211 de aangepaste Financiële verordening gemeente Veghel ex artikel 212 gemeentewet vastgesteld. Hierin is onder meer opgenomen dat het financieel beleid in een aantal beleidsnota s moet worden vastgesteld. Ten aanzien van weerstandsvermogen en risicomanagement werkt de gemeente sinds de begroting 213 met een systeem van risicomanagement. De gemeente heeft geen aparte nota voor weerstandsvermogen en risicomanagement. De laatst vastgestelde Nota activeren, waarderen en afschrijven dateert van 27 en is dus niet meer actueel. Bij raadsbesluit van 3 juni 29 is de Nota Reserves en Voorzieningen 29 vastgesteld. De Nota Grondbeleid, deel1 (Beleidskader) dateert van 26 en is dus ook niet meer actueel. Aanbevelingen voor de huidige gemeente Veghel Actualiseer de nota Activeren, waarderen en afschrijven. Actualiseer de Nota Grondbeleid, deel 1 (Beleidskader). Wij adviseren een aparte nota voor weerstandsvermogen en risicomanagement op te stellen. Aanbevelingen voor de nieuw te vormen gemeenten: Harmoniseer in de periode tot aan de herindeling het financiële beleid. Dit bevordert de onderlinge vergelijkbaarheid van de herindelingspartners en vergemakkelijkt de opstelling van zowel de eerste begroting als de beginbalans van de nieuwe gemeente. Deze harmonisatie is onder meer van belang bij de activeringsmethoden, de afschrijving, het grondbeleid, het beleid inzake weerstandsvermogen en risicomanagement, het beleid inzake reserves en voorzieningen en het treasurybeleid. Uiteraard dient u daarbij op de meest actuele wet- en regelgeving aan te sluiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wijzigingen in het BBV, de Wet HOF, schatkistbankieren etcetera. Een praktische aanpak voor de harmonisatie van het financiële beleid is het vergelijken van de verordeningen ex artikel 212 Gemeentewet van de herindelingspartners evenals van de daaruit voortvloeiende beleidsnota s. Wij adviseren hierbij om voorafgaande aan de herindeling eensluidende verordeningen 212 en 213 van de Gemeentewet vast te stellen zodat na de herindeling de hernieuwde vaststelling nog slechts een formele kwestie zal zijn. De financiële gevolgen die kunnen optreden door het uniformeren van het financiële beleid en het harmoniseren van de verordeningen moeten inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting verwerkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de harmonisatie van het afschrijvingsbeleid en het rentebeleid. 11 juni 214 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeenten Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 97/138

99 98/ juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

100 4. De eigen inkomsten vergeleken 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk willen we de volgende vraag beantwoorden: Wat zijn de verschillen tussen de huidige gemeenten onderling en de nieuw te vormen gemeente bij de belastingen/heffingen? Daarbij besteden wij aandacht aan de eigen heffingen, de Financiële-verhoudingswet en de belasting-capaciteit. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste eigen inkomstenbronnen van de gemeenten en van de woonlasten. 4.2 De financiële verhoudingswet en belastingcapaciteit De Financiële verhoudingswet 1997 heeft als doel de algemene uitkering uit het gemeentefonds zo goed mogelijk te verdelen over de gemeenten, rekening houdend met kostenverschillen en verschillen in belastingcapaciteit. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. Om die reden is als onderdeel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds een zogenaamde inkomstenmaatstaf ingevoerd. In het gemeentefonds wordt rekening gehouden met de belastingcapaciteit. Hiervoor worden jaarlijks tarieven vastgesteld, de zogenaamde rekentarieven. De tarieven zijn in het verleden vastgesteld op het gemiddelde tarief op dat moment van alle gemeenten. Verschillen in feitelijke tarieven tussen gemeenten spelen in de verdeling van het gemeentefonds geen rol. Voor het jaar 214 bedraagt het rekentarief in procenten voor eigenaren van woningen,185%, voor gebruikers van niet-woningen,1153% en voor eigenaren van niet-woningen,143%. Jaarlijks worden deze tarieven aangepast vanwege de jaarlijkse herwaardering van de WOZ-waarde. Het effect van deze zogenaamde inkomstenmaatstaf is dat gemeenten op gelijke wijze naar vermogen uit de eigen belastingcapaciteit bijdragen aan het voorzieningenniveau. Gemeenten met een relatief hoge OZB-capaciteit, door of veel dure woningen en/of veel (dure) bedrijfsgebouwen, ontvangen daardoor een lagere uitkering uit het gemeentefonds. Het effect hiervan is dat een gemeente met gemiddeld dure woningen vanuit het perspectief van de burger hoge woonlasten heeft, maar dit wil niet zeggen dat de gemeente er per saldo na de verevening op basis van de belastingcapaciteit (veel) aan overhoudt. Pas als een gemeente globaal gezien hogere percentages hanteert dan de rekentarieven houdt die gemeente er aan over. Afhankelijk van de hoogte van de overige eigen inkomsten kan die gemeente zich hogere lasten permitteren dan waarmee het gemeentefonds rekening houdt. Als een gemeente percentages hanteert die lager zijn dan de percentages die bij het gemeentefonds worden gehanteerd dan kost iedere (extra) woning en/of niet-woning de gemeente geld. Zij wordt gekort op de algemene uitkering conform de rekenpercentages die bij het gemeentefonds worden gehanteerd, terwijl de gemeente inkomsten OZB ontvangt lager dan deze rekenpercentages. Als nu de rekenpercentages van de WOZ-waarden zowel woningen als niet-woningen worden afgezet tegen de in 214 gehanteerde percentages bij de nieuw te vormen gemeente Schijndel-St. Oedenrode-Veghel, dan blijkt dat zowel bij de woningen (woonruimten) ( ) als bij de niet-woningen ( ) meer baten worden gegenereerd dan wanneer de gemeentefondsper- 11 juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 99/138

101 centages waren gehanteerd. Uitgaand van de veronderstelling dat de OZB-opbrengst gelijk blijft betekent dit dat de nieuw te vormen gemeente per saldo meer opbrengsten genereert dan het gemeentefonds veronderstelt. Zie voor de bron van deze gegevens tabel woningen nietwoningen totaal Waarde onroerende zaken OZB opbrengst Opbrengst bij rekentarieven gemeentefonds Meer - /minderopbrengst t.o.v. gemeentefonds Normtarief 214 OZB voor toelating,1651 artikel 12 (mei circ. 213) Totaal artikel 12 OZB capaciteit gemeentefonds Opbrengst OZB volgens begroting Minderopbrengst t.o.v. artikel 12 norm Waarde op basis van begroting 214 Tabel Nieuwe gemeente Ten opzichte van de artikel 12-norm voor het redelijk peil van de eigen inkomsten blijkt dat de nieuw te vormen gemeente nog ruimte heeft. Per inwoner komt dit voor de nieuw te vormen gemeente neer op 55 lastenstijging om het niveau van een artikel 12-gemeente te bereiken. Dit wordt ook wel de onbenutte belastingcapaciteit genoemd. OZB-tarieven bij herindeling De Wet algemene regels herindeling (arhi) geeft op dat gebied in de artikelen 28 tot en met 3 voorschriften. Wat betekent dit in de praktijk voor de belastingtarieven? Wij gaan er hierbij van uit dat de nieuwe gemeente een gelijkblijvend ambitieniveau als vertrekpunt heeft. Op basis daarvan is een besluit om de totale OZB-opbrengst van de nieuwe gemeente gelijk te houden, aangevuld met een eventuele prijsindexatie, aannemelijk en in de praktijk veel voorkomend. De volgende stap is dan de bepaling van het uniforme percentage van de WOZ-waarde in de nieuwe gemeente. 1/ juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

102 Schijndel Sint Veghel -Oedenrode Waarde woningen (x 1.) waarde niet-woningen (x 1.) Totale waarde (x 1.) Waarde verhouding woonruimte / niet-woningen 82,93% 84,8% 72,28% Aantal inwoners Totale waarde woningen per inwoner Totale waarde niet-woningen per inwoner Totale waarde per inwoner OZB tarief woningen eigenaar (% WOZ waarde),1115%,1261%,1155% OZB tarief niet-woningen gebruiker en eigenaar,29%,319%,3268% (%WOZ waarde) Gemiddeld OZB tarief woningen en niet-woningen (%WOZ waarde),146%,1537%,1672% Tabel Waarde op basis van uitdraai algemene uitkering april Belastingen/overige heffingen Voor wat betreft de belastingen/heffingen kunnen naast de drie heffingen (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) uit het belastingpakket, die de gemeentelijke (woon) lastendruk bepalen, ook andere heffingen worden genoemd. Overige heffingen Bij de opbrengst in tabel is geen rekening gehouden met eventuele bijdragen uit de tariefegalisatiereserves of andere mogelijke inkomsten. Het gaat uitsluitend om de opbrengsten uit de belastingen/heffingen. Die opbrengsten worden uitgedrukt in een bedrag per inwoner. 11 juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 11/138

103 Schijndel Sint- Oedenrode Veghel Overige heffingen bedrag per inwoner Secretarieleges 17,67 2,1 18,71 Hondenbelasting 5,54, 3,32 Leges omgevingsvergunning 18,38 29,57 18,71 Precariorecht,88,,83 Reclamebelasting 4, 3,1 2,9 Marktgelden 1,17,83,49 Forensenbelasting,,, Toeristenbelasting, 3,84 5,34 Begrafenisrechten,, 2,81 Scheepvaartrechten,, 4, Parkeerbelasting,, 13,2 Totaal overige heffingen 47,64 57,26 7,13 Tabel Opgemerkt wordt dat de bedragen in bovenstaande tabel per inwoner zijn. De aanslagen zijn echter niet per inwoner. De gegevens zijn gebaseerd op de begrotingsopbrengsten 214. Een onderlinge vergelijking van de tarieven is bij deze scan niet uitgevoerd. Bij het subtotaal van de overige heffingen heeft Veghel met 7,13 de meeste inkomsten per inwoner in vergelijking met Schijndel 47,64 en Sint-Oedenrode 57,26. De verschillen doen zich voor bij de inkomsten toeristenbelasting, deze wordt in Schijndel niet geheven. De gemeente Sint- Oedenrode heeft een hogere opbrengst voor omgevingsvergunningen ten opzichte van de andere gemeenten. De overige verschillen betreffen begrafenisrechten, scheepvaartrechten en parkeerbelasting die alleen in Veghel worden geheven. Daarnaast hebben Schijndel en Veghel hondenbelasting en Sint-Oedenrode niet. Uit de tabel volgt dat de gemeenten een aantal heffingen hebben die niet in een andere gemeente worden geheven. Belastingpakket in bedrag per inwoner Schijndel Sint- Oedenrode Veghel Afvalstoffenheffing 8,29 8,41 84,67 Rioolheffing 85,5 68,38 1,82 Onroerende zaakbelasting 181,3 214,19 231,14 Totaal belastingpakket 346,64 362,98 416,63 Tabel Totaal belastingpakket 12/ juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

104 Uit tabel blijkt dat er voor de onderdelen die van belang zijn voor het belastingpakket (OZB, riool- en afvalstoffenheffing) verschillen bestaan. Significante verschillen tussen de gemeenten zijn aanwezig bij de rioolheffing. Schijndel en Veghel hanteren voor de rioolheffing ook een bijdrage van de eigenaren van onroerend goed. Er mag echter niet meer doorberekend worden dan een kostendekkend tarief. De onroerende zaak belasting per inwoner is in Veghel hoger. Hier betaalt het bedrijfsleven een groter aandeel in de totale opbrengsten. Meerjarige lastendruk per inwoner Lastendruk 214 Lastendruk 215 Lastendruk 216 Schijndel Sint- Veghel Schijndel Sint- Veghel Schijndel Sint- Veghel Oedenrodrode Oeden- Oedenrode Onroerende zaakbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing Meerjarige lastendruk per inwoner Totaal belastingpakket Lastendruk 217 Lastendruk 218 Schijndel Sint- Veghel Schijndel Sint- Veghel Oedenrode Oedenrode Onroerende zaakbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing Totaal belastingpakket Tabel In tabel is de meerjarige belastingdruk per inwoner aangegeven voor de drie gemeenten. Hierbij is vanaf 215 rekening gehouden met de geraamde opbrengststijgingen zoals die in de meerjarenbegrotingen zijn opgenomen. Dit betekent: 11 juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 13/138

105 Schijndel: Stijging OZB met 3% (inclusief inflatie), voor riool conform het vastgestelde vgrp 215 en 216 met 6% en 217 en 218 met 5%. Voor de afvalstoffenheffing fluctueert de bijdrage omdat de eerste jaren extra uit de egalisatiereserve wordt gehaald. Sint-Oedenrode: Stijging OZB met 1,65%. Voor riool conform het vastgestelde vgrp++ (215 %, %, 217 4% en 218 3%). De bijdrage voor de inwoner stijgt niet evenredig omdat lasten ook worden gedekt door de egalisatiereserve rioolrechten. De afvalstoffenheffing is nagenoeg gelijk in de gemeentebegroting gehouden, stijging van minder dan 1%. Veghel: De opbrengsten van OZB worden meerjarig constant gehouden en staat daarom op % (inclusief inflatie). De rioolheffing stijgt jaarlijks met 5% conform het rioolplan. De afvalstoffenheffing is meerjarig op % omdat in de reserve voldoende middelen aanwezig zijn. 4.4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies voor de drie huidige gemeenten Kijken we naar de huidige gemeenten dan blijkt dat elke afzonderlijke gemeente hogere OZBtarieven voor woningeigenaren hanteert dan de rekentarieven van het gemeentefonds. Dit geldt ook voor de niet-woningen voor eigenaren-gebruikers. Dit betekent dat elke gemeente al meer geld genereert dan zij daarvoor gekort wordt in de algemene uitkering. Door de bestuurlijke fusie zullen de verschillen in de belastingtarieven tussen de herindelingspartners geharmoniseerd moeten worden. Aanbeveling voor de nieuw te vormen gemeente Bereid de harmonisatie van de belastingverordeningen voorafgaand aan de herindeling voor en formuleer gezamenlijk beleid ten aanzien van de lokale heffingen welke wel of niet gehandhaafd blijven. Analyseer welke verschillen er ten grondslag liggen aan het verschil in tarieven tussen de herindelingspartners. 14/ juni 214 De eigen inkomsten vergeleken Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

106 Bijlagen Bijlage 1: Structuurkenmerken van de bestaande gemeenten en de nieuwe gemeente Structuur kenmerken Schijndel Sint- Veghel S-S-V Oedenrode Aantal inwoners Onroerende zaak belastingen Waarde woningen (x 1 mln) Waarde niet woningen (x 1 mln) Waarde totaal (x 1 mln) Aandeel woningen in waarde totaal 82,94% 81,62% 72,29% 77,43% Waarde totaal per inwoner (x 1) Volumina sociale structuur Huishoudens met lage inkomen Bijstandsontvangers Uitkeringsontvangers Minderheden Volumina sociale structuur per 1. Huishoudens met lage inkomen Bijstandsontvangers Uitkeringsontvangers Minderheden Volumina bevolkingsopbouw Inwoners < 2 jaar Inwoners > 64 jaar Inwoners jaar Volumina bevolkingsopbouw per 1. Inwoners < 2 jaar Inwoners > 64 jaar Inwoners jaar Volumina centrumfunctie Lokaal klantenpotentieel Regionaal klantenpotentieel Volumina centrumfunctie per 1. Lokaal klantenpotentieel Regionaal klantenpotentieel Volumina bebouwingsstructuur Oppervlakte land Oppervlakte bebouwde kom Oppervlakte niet-kom Oppervlakte bebouwd totaal Woonruimten Historische kern < 4 hectare Historische kern > 4 < 65 hectare Historische kern > 65 hectare Historisch water 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 15/138

107 Structuur kenmerken Schijndel Sint- Veghel S-S-V Oedenrode Bewoonde oorden Omgevingsadressendichtheid Historische woningen in historische kernen Kernen > 5 adressen Bedrijfsvestingen Nieuwbouwwoningen Volumina bebouwingsstructuur per 1. Oppervlakte land Oppervlakte bebouwde kom Oppervlakte niet-kom Oppervlakte bebouwd totaal Woonruimten Historische kern < 4 hectare Historische kern > 4 < 65 hectare Historische kern > 65 hectare Historisch water Bebouwde oorden Omgevingsadressendichtheid Historische woningen in historische kernen 1 Kernen > 5 adressen Bedrijfsvestingen Nieuwbouwwoningen 2 2 Volumina leerlingen Leerlingen speciaal onderwijs Leerlingen voortgezet onderwijs Extra groei jongeren Extra groei leerlingen voortgezet onderwijs Volumina leerlingen per 1. Leerlingen speciaal onderwijs Leerlingen voortgezet onderwijs Extra groei jongeren Extra groei leerlingen voortgezet onderwijs / juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

108 Bijlage 2: Financiële aandachtspunten bij gemeentelijke herindeling 1. Stel voor het eerste jaar van de nieuwe gemeente een begroting op die is gebaseerd op aanvaard beleid. Neem voor het nieuwe beleid eventueel een stelpost op. 2. Stel een meerjarenraming op, gebaseerd op aanvaard beleid. 3. De paragrafen waarin de raad de beleidskaders aangeeft zullen in het eerste jaar noodgedwongen op hoofdlijnen zijn gebaseerd op de paragrafen van de oude gemeenten. Met name de beleidskaders voor het onderhoud van kapitaalgoederen kunnen grote budgettaire gevolgen hebben. Start daarom alvast met het opstellen van beheerplannen voor alle kapitaalgoederen (of laat dat doen) voor de nieuwe gemeente. Hanteer diverse scenario s. De nieuwe raad kan dan de beleidskaders vaststellen. 4. Inventariseer of de beheerplannen van kapitaalgoederen volledig zijn verwerkt in de begroting en meerjarenraming. 5. Inventariseer het eventuele achterstallige onderhoud van de kapitaalgoederen en ga na of het eventuele inlopen hiervan volledig in de begroting en meerjarenraming is verwerkt. 6. De frictiekosten van herindeling mogen niet worden geactiveerd en komen ten laste van de exploitatie. 7. Bij de voorbereiding van de balanspositie van de nieuwe gemeente dienen tenminste de volgende onderdelen een rol te spelen: waarderingsgrondslagen, activerings- en passiveringsmethoden, afschrijvingen, boekwaarden en investeringen, aandelen, deelnemingen en de verhouding reserves gedeeld door de boekwaarden. Streef ernaar dit in de jaarrekening van het voorlaatste jaar voor herindeling geharmoniseerd te hebben. 8. Maak inzichtelijk hoe exploitatieresultaten van de drie gemeenten meerjarig worden beïnvloed door onttrekkingen aan dan wel stortingen in reserves en voorzieningen. 9. Inventariseer in hoeverre plannen voor nieuw beleid zijn verwerkt in de meerjarenramingen van de drie gemeenten. Denk daarbij vooral aan grotere investeringsprojecten die nog niet uitgevoerd worden. 1. Inventariseer specifieke risico s in de drie gemeenten en bezie in hoeverre voor deze risico s al een voorziening is getroffen. 11. Besteed extra aandacht aan de decentralisaties in het sociale domein en inventariseer waardoor de huidige verschillen tussen de risico-inschattingen van de drie gemeenten worden verklaard. 12. Inventariseer hoe het komt dat de afvalstoffenheffingen/reinigingsrechten in de drie gemeenten verschillen en bepaal beleidskeuzes en ambitieniveaus ten aanzien van de toekomstige wijze van afvalinzameling, inclusief de gevolgen daarvan voor de tariefstelling. 13. Loop door de begroting en inventariseer het hierin opgesloten beleid. Inventariseer de verschillen tussen de gemeenten met betrekking tot zaken zoals: de kostentoerekening en de kostenverdeelstaat; de rentesystematiek en de rentetoerekening aan reserves; het beleid met betrekking tot het BTW compensatiefonds; de doorberekening van apparaatskosten aan kapitaalwerken en grondexploitatie; het beleid inzake reserves en voorzieningen; het activerings- en afschrijvingsbeleid. Maak hierin keuzes met het oog op de noodzakelijke harmonisatie. 14. Het is belangrijk dat de harmonisatie van het financiële beleid is afgerond vóór de herindeling een feit is, zodat de nieuwe raad de uitgangspunten en kaders kan vastleggen in de nieuwe verordeningen en beleidsnota s. 15. Zorg ervoor dat de gemeenten schoon over gaan en dat de jaarrekeningen en begrotingen van de huidige gemeenten zijn opgesteld volgens de eisen die het BBV daaraan stelt. 16. Zorg dat de financiële administratie ruim voor de herindeling op orde is, zodat de nieuwe gemeente niet met onbekende financiële risico s te maken krijgt. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 17/138

109 17. Houd rekening met de voorschriften die de Wet Algemene regels herindeling (arhi) geeft voor de gemeentelijke belastingen (artikelen 28, 29 en 3). 18. Harmoniseer de belastingverordeningen al zoveel mogelijk in de jaren vóór de herindeling. 19. De Wet arhi bepaalt dat de overgang van personeel onderwerp van overleg is met de vakcentrales (artikel 79). 2. Het wachtgeld van de voormalige wethouders dient door de nieuwe gemeente betaald te worden. De wachtgeldverplichtingen voor burgemeesters komen niet voor rekening van de gemeente. 21. De Wet arhi bevat bepalingen over de positie van de gemeentesecretaris, griffier, comptabele, kassier, ambtenaar van de burgerlijke stand, overige ambtenaren en onderwijzend personeel. 22. Beoordeel of en op welke wijze een vacaturestop noodzakelijk is en op welke wijze bij noodzakelijke vacatures vervulling intern, intergemeentelijk, regionaal of anderszins tijdelijk kan worden ingevuld om inhuur van externen zoveel mogelijk te beperken. 23. Zoek naar methoden waardoor wachtgeld of andere regelingen zo beperkt mogelijk toegepast hoeven te worden. 24. Gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend gemeenten deelnemen die tot één nieuwe gemeente worden samengevoegd komen te vervallen op de datum van herindeling. De overige gemeenschappelijke regelingen blijven voorlopig van kracht. Wel dienen binnen zes maanden de uit de gewijzigde indeling voortvloeiende voorzieningen te worden getroffen, zoals een financiële regeling in verband met de uit- of toetreding van gemeenten. 25. Voeg de B&W-vergaderingen snel samen, zodat de colleges op de hoogte zijn van elkaars besluiten. 26. Let op knelpunten in de bezetting tot aan de datum van herindeling. Kijk of er al onderlinge personeelsuitwisseling mogelijk is. 27. Werk vanaf het begin zoveel mogelijk samen; denk daarbij o.a. aan een gezamenlijke aanpak van de rechtmatigheidscontrole en de rekenkamer(functie). 28. Automatisering: indien de herindelingspartners verschillende pakketten gebruiken dient vóór de herindeling een afweging en keuze tussen de diverse pakketten te worden gemaakt. 29. Neem onderling elkaars stukken uit de budgetcyclus door. 3. Zorg ervoor dat de archieven bijgewerkt zijn en aan de eisen van de wettelijke regelgeving voldoen. 18/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

110 Bijlage 3: Algemene actuele ontwikkelingen Algemene actuele ontwikkelingen Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader Kwestie van evenwicht! Op 22 april 214 is het nieuwe gemeenschappelijk toezichtkader (GTK) Kwestie van evenwicht! vastgesteld. Hierin is vastgelegd hoe Gedeputeerde Staten invulling geven aan het financieel toezicht. Dit nieuwe GTK geldt met ingang van het begrotingsjaar 215. Het vorige GTK dateerde van 28. Sinds die tijd zijn de Gemeentewet en het BBV aangepast, onder andere vanwege het nieuw toezicht criterium structureel en reëel begrotingsevenwicht. In het nieuwe GTK zijn deze wijzigingen doorgevoerd. Via de link komt u op onze webpagina financieel toezicht en vindt u een nadere toelichting op het nieuwe GTK. Wijziging Wet arhi Het ministerie van BZK bereidt een wijziging van de Wet arhi voor. In de huidige Wet arhi zijn bepalingen opgenomen wat betreft samenvoeging en grenscorrectie. De kans is groot dat ook de mogelijkheid van toevoeging opgenomen wordt in de Wet arhi. Van toevoeging is sprake wanneer er een zodanig verschil in inwoneraantal tussen de betrokken gemeenten bestaat, dat de ontvangende gemeente niet opgeheven wordt. In de (wetgevings)praktijk spreekt men van toevoeging als het aantal inwoners van de ontvangende gemeente met maximaal 1% toeneemt. Bij het opnemen van de mogelijkheid van toevoeging dient er in de Wet arhi duidelijkheid verstrekt te worden over de rechtsgevolgen, waaronder het financieel toezicht. Wanneer is er sprake van preventief toezicht? Welke gemeente(n) komt onder preventief toezicht? Hoe is het preventief toezicht geregeld in het eerste begrotingsjaar nadat de herindeling een feit is? Naast het financieel toezicht zijn er ook nog andere rechtsgevolgen die voortvloeien uit een herindeling. Zo zal er bij de wijziging van de Wet arhi ook aandacht geschonken worden aan de rechtspositie van personeel, inclusief burgemeester, griffier en secretaris en zal er aandacht geschonken worden aan de overgang van rechten en verplichtingen. Mogelijk worden er ook nog algemene wijzigingen doorgevoerd in de Wet arhi die ook van toepassing zijn op deze herindeling. Verbonden partijen Op 1 juli 213 is de gewijzigde Gemeentewet en de daaruit voortvloeiende wijzigingen van het BBV in werking getreden. De gewijzigde Gemeentewet en BBV zijn voor het eerst van toepassing op de begroting en jaarstukken van 214. In de wijziging van het BBV zijn onder meer in artikel 15 de regels voor de paragraaf verbonden partijen aangepast. Zo dient onder andere aangegeven te worden welk belang de gemeente in de verbonden partij heeft. Dit belang dient dan ook nog met enkele cijfers toegelicht te worden. Die wijziging van artikel 15 resulteerde echter in onduidelijkheid en zo ontstond de behoefte tot verheldering. Bij de eerstvolgende wijziging van het BBV zal deze gewenste verheldering gegeven worden. In de decembercirculaire gemeentefonds 213 is al aangegeven op welke onderdelen artikel 15 van het BBV aangepast zal worden. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 19/138

111 Onderzoek naar vernieuwing van het BBV In opdracht van de VNG heeft een commissie (onder leiding van Staf Depla, wethouder gemeente Eindhoven) geadviseerd over een vernieuwing van het BBV. De belangrijkste aanleiding voor het instellen van de commissie was de wens om de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken. Daarnaast is er behoefte aan een betere onderlinge financiële vergelijkbaarheid van gemeenten. De commissie heeft op 16 mei 214 haar rapport uitgebracht. De belangrijkste adviezen zijn: Handhaaf de vrije programma-indeling en maak een vaste indeling van de productenraming en schrijf deze productenraming voor in het BBV. Bepaal een basispakket van indicatoren die alle gemeenten in de begroting gebruiken. Indien nodig worden aanvullende indicatoren ontwikkeld. Schrijf diverse kengetallen, die betrekking hebben op de financiële positie, als basispakket voor in het BBV. Doe onderzoek naar een effectief en efficiënt systeem van controle op de jaarrekening door de accountant. Financieel toezicht moet qua beslissingen en onderbouwing uniform en transparant zijn. De kennis en informatie van de toezichthouders dient ook gebruikt te kunnen worden door ge-meenten. De algemene overhead wordt in het programma overhead en kostentoerekening opgenomen. Nieuwe investeringen van maatschappelijk nut (in de openbare ruimte), bijvoorbeeld wegen, worden vanaf 216 verplicht geactiveerd. Geadviseerd wordt dat het Ministerie van BZK aangeeft welke investeringen meegenomen mogen worden bij grondexploitaties. Vooral ten aanzien van riolering is duidelijkheid gewenst. Een landelijke systematiek van rentetoerekening komt de vergelijkbaarheid en transparantie ten goede. Deze bevindingen/adviezen zullen leiden tot aanpassing van het BBV. Bij die aanpassing(en) zal aangegeven worden met ingang van welk begrotingsjaar het gewijzigde BBV in werking zal treden. Decentralisaties Rijkstaken Als gevolg van de drie decentralisaties binnen het sociale domein komen er per 1 januari 215 grote verantwoordelijkheden en budgetten naar de gemeenten over. Deze middelen zullen via een speciaal sociaal deelfonds aan de gemeenten worden uitgekeerd. Gemeenten zijn verplicht deze gelden binnen het sociale domein te besteden. Bij onderbesteding kan een onderzoek naar de prestaties worden ingesteld en in het uiterste geval kan het leiden tot een opschorting van de uitkering uit het sociaal deelfonds. Deze wet geldt in principe voor drie jaar. Daarna worden de middelen overgeheveld naar het gemeentefonds. Het eerste jaar ontvangen de gemeenten hun historisch aandeel, de daaropvolgende jaren zal worden gewerkt met een objectief verdeelmodel. Naar verwachting zal in de komende meicirculaire de budgetverdeling bekend worden gemaakt. De gemeenten zullen de taken echter uit moeten voeren met minder geld dan waarvoor het Rijk ze op dit moment uitvoert. 11/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

112 Bijlage 4: Grondexploitatie gemeente Schijndel Bouwgrond in exploitatie Bouwgrond in exploitatie (ultimo 213; bedragen in 1., ) Nr. Comlpex Kern Einddatum Boekwaarde Voorziening Exploitatieresultaat D Rietbeemd Schijndel L Kern (centrum) Schijndel O Hulzebraak 3e fase Schijndel Q Duin III Zuid 1e fase Schijndel R Duin III Zuid 2e fase Schijndel X Duin III Noord Schijndel Totaal Bron: jaarrekening 213 Rietbeemd en omgeving (975 m 2 ) Boekwaarde per Verwacht batig resultaat bij afsluiting per Het complex Rietbeemd is een inbreidingslocatie in de nabijheid van het centrum. In 21 is ontwikkeling van en bouw van 2 patiowoningen gegund aan Janssen de Jong. In 213 zijn er 6 bouwkavels verkocht ( in kavels), zodat er nog 5 kavels te verkopen resteren. 2 daarvan zullen naar verwachting nog voor de zomer 214 worden verkocht. De resterende drie zullen naar verwachting dit jaar of volgend jaar worden verkocht. In 213 is er een tussentijdse winst genomen van 27., welke gestort zal worden in de Algemene Reserve Grondexploitatie. Bij het vaststellen van de jaarrekening is de exploitatieopzet geactualiseerd en zal dit plan per worden afgesloten worden met een positief saldo van , welk bedrag gestort zal worden in de algemene reserve Grondexploitatie. Centrum (4.564 m 2 ) De boekwaarde bedraagt 577 Verwacht negatief resultaat bij afsluiting per Dit complex betreft een omvangrijke samenhangende herontwikkeling van diverse locaties in het centrumgebied van Schijndel. Het centrumplan zoals destijds voorgenomen is inmiddels nagenoeg afgerond, er zijn geen ontwikkelingsactiviteiten meer. In het complex wordt alleen nog de laatste afwikkeling van het complex gedaan opdat het in 214 of 215 kan worden afgesloten. Op 12 februari 1998 is het bestemmingsplan Centrum vastgesteld. In de raadsvergadering van 8 februari 21 is het uitvoeringsplan evenals het dekkingsplan van het centrum goedgekeurd. Bij het opstellen van de jaarrekening 29 is het Centrumplan geactualiseerd. Hieruit blijkt dat er een aanzienlijk tekort ontstaat bij afsluiting van het plan. In 29 heeft de aanbesteding plaatsgevonden van het glazen gebouw op de markt. In overeenstemming met de richtlijnen is er voor het te voorziene tekort op dit plan een voorziening gevormd vanuit de algemene reserve grondexploitatie. Bij het vaststellen van de jaarrekening 213 is de exploitatieopzet geactualiseerd en blijkt er een tekort te ontstaan bij afsluiting van 235.,. Hiervoor is de voorziening aangevuld vanuit de algemene reserve Grondexploitatie tot het bedrag van het begrote tekort. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 111/138

113 Hulzebraak 3e fase (72.14 m 2 ) De boekwaarde per bedraagt Verwacht nadelig resultaat bij afsluiting per De ontwikkeling van de locatie Hulzebraak is qua kostenomvang het grootste en meest risicovolle project in de grondexploitatie van Schijndel. De achtergrond daarbij is dat gestart is met een historische boekwaarde vanwege de verplaatsing van een sportcomplex. In 21 leek op basis van de gunning van de ontwikkeling en bouw van de woningen aan de firma Jansen de Jong een winstgevende uitkomst mogelijk. De crisis maakte dat de voorgenomen ontwikkeling minder snel gaat dan verwacht. In totaal zijn er t/m kavels verkocht. De exploitatie opzet is eind 213/begin 214 geactualiseerd. Op basis van deze exploitatieopzet (variant 3b) is er op eindwaarde per een tekort van 45.,, hiervoor is in 213 een voorziening gevormd. De inschatting van de verwachte verkopen is voor meerdere jaren, hierdoor is er sprake van een schattingsonzekerheid omdat er op dit moment nog een onzekerheid bestaat over de te realiseren verkopen in de toekomst. Bij tegenvallende verkopen zal dit een risico opleveren voor de Grondexploitatie, omdat er jaarlijks rente zal worden bijgeschreven op de boekwaarde. Daarom is het noodzakelijk om jaarlijks een actuele exploitatieopzet te maken om duidelijkheid te krijgen in het financiële risico voor de gemeente. Tegenover deze zorgen staat dat Janssen de Jong er toch in slaagt om een constante bouwstroom te realiseren en partijen te interesseren voor afname. Duin III Zuid 1e fase ( m 2 ) De boekwaarde bedraagt Verwacht batig resultaat bij afsluiting per Op deze locatie betreft het een ontwikkeling van circa 15 bedrijfskavels langs het Duits Lijntje. De gemeente heeft op dit moment, behalve op de zichtlocatie Nieuwe Eerdsebaan, geen traditionele bedrijfskavels meer uit te geven. Om verdere gronden uit te geven moet overeenstemming worden bereikt met de grondeigenaar Van Swaay. Onderhandelingen lopen hierover. De verwachting is dat dit in 214 zal leiden tot een akkoord waardoor er weer kavels uit te geven zijn. Bij de vaststelling van de jaarrekening 212 is de exploitatie opzet geactualiseerd en is de exploitatieduur verlengd tot In overeenstemming met de richtlijnen beschreven in de paragraaf Grondbeleid zal jaarlijks worden bezien of tussentijdse winstneming mogelijk is. Deze winst zou dan ook in overeenstemming met de paragraaf gestort dienen te worden in de Algemene Reserve Grondexploitatie. Duin III Zuid 2e fase ( m 2 ) De boekwaarde per bedraagt Verwacht batig resultaat bij afsluiting per In 212 is het laatste perceel voor dit plan aangekocht. Alle gronden in het gebied zijn verkocht, al moeten de juridische leveringen op onderdelen nog plaatsvinden. In 213 is dit complex opgenomen onder de complexen onderhanden werken. In 214 zal gestart worden met het bouwrijp maken. Bij het opstellen van de jaarrekening 213 is de exploitatieopzet van dit plan geactualiseerd. Het complex zal in overeenstemming met exploitatieopzet per afgesloten kunnen worden met een voordelig saldo van , welke ten gunste van de algemene reserve grondexploitatie komt. Inmiddels is de verwachting dat deze afsluiting nog veel eerder kan plaatsvinden. 112/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

114 Duin III Noord (27.97 m 2 ) De boekwaarde bedraagt Verwacht batig resultaat bij afsluiting per Het betreft circa 1 kavels van 5. meter op de zichtlocatie langs de Nieuwe Eerdsebaan. In 213 zijn er geen kavels verkocht. Gezien de economische recessie verloopt de uitgifte aan bedrijventerreinen niet zo voorspoedig als verwacht. Bij de vaststelling van de jaarrekening 213 is de exploitatieopzet geactualiseerd en is de uitgifte van de resterende bedrijventerrein bijgesteld. Indien mogelijk zal er tussentijds winst worden genomen ten gunste van de algemene reserve grondexploitatie. Niet in exploitatie genomen gronden Y Vlagheide 3+ Schijndel Totaal 3.18 Bouwgrond in exploitatie (ultimo 213; bedragen in 1., ) Nr. Complex Kern Einddatum Boekwaarde Voorziening Exploitatieresultaat Bron: jaarrekening 213 Vlagheide Gebied 3+ ( m 2 ) De boekwaarde per bedraagt De totale oppervlakte van de voormalige MOP complexen die zijn aangekocht van de Domeinen en ten laste van het plan komen bedraagt ha. Deze gronden zullen worden ingebracht in het te ontwikkelen plan Vlagheide. In de vastgestelde exploitatieopzet van dit plan is rekening gehouden met de inbrengwaarde van deze gronden. Het plan zal in als onderhanden werken worden opgenomen. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 113/138

115 Bijlage 5: Grondexploitatie gemeente Sint-Oedenrode Algemeen De gemeente Sint-Oedenrode actualiseert haar grondexploitaties 2 keer per jaar. Zowel bij het opstel-len van de jaarrekening als bij de begroting vindt dit plaats. De gebruikelijke indeling in niet in ex-ploitatie genomen ofwel plannen in ontwikkeling en In exploitatie genomen ofwel onderhanden werken is van toepassing. Onderstaande tabel geeft een totaalopsomming weer van zowel de plannen in ontwikkeling (IO) als de onderhanden werken (OHW). Deze tabel is gebaseerd op de situatie per en sluit aan bij de programmarekening 213 van de gemeente Sint Oedenrode. Bouwgrond in exploitatie (BIE) (ultimo 213) Complex Kern Einddatum Boekwaarde in 1. Heikant bedrijventerrein Sluitappel Noord Elzenpad Den Ekker Kinderbos Noord Sint- Oedenrode Sint- Oedenrode Boskant Olland Sint- Oedenrode te verkopen kavels Gerealiseerde verkoop Nog te realiseren Voorziening in Exploitatie resultaat in Totaal Bron: jaarrekening 213 Heikant bedrijventerrein de Kampen Er is medio 29 een koopovereenkomst gesloten, waarvan de levering uiterlijk augustus 211 zou hebben moeten plaatsvinden. Dat is echter niet geschied. Er spelen nog juridische zaken. Facturering is dan ook nog niet afgerond. Onderhandelingen verlopen moeizaam. In 21 is tussentijds resultaat genomen. Op basis van de huidige aannames wordt verwacht het complex in 214 met een voordelig resultaat 526. af te sluiten. Sluitappel-Noord Het plangebied Sluitappel-Noord omvat ruim 2,5 ha uitgeefbare gronden, uitgifte periode (afhankelijk van de verwervingen en procedures) Niet alle gronden zijn al verworven. Wij streven ernaar het bestemmingsplan in 214 in procedure te brengen. Zo nodig (ingeval niet alle gronden zijn verworven) zal hierbij ook een exploitatieplan moeten worden opgesteld. Op basis van Op basis van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een voordelig saldo verwacht van / juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

116 Elzenpad De gronden zijn aangekocht en het bestemmingsplan is vastgesteld. Alle kosten zijn opgenomen in de exploitatieberekening van het bestemmingsplan. De boekwaarde per 31 december 213 bedraagt In 213 is grond verkocht aan Wovesto en aan een tweetal particulieren. Op basis van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt verwacht dit complex in 223 met een nadelig saldo van 568. af te sluiten. Voor 213 wordt een voorziening van 465. gevormd. Den Ekker De laatste bouwgrond is verkocht. Transport zal in 214 plaatsvinden. Dat betekent dat het complex eind van het jaar 214 kan worden afgesloten met een voordelig resultaat van 87.. Kinderbos Noord (Koningsvaren/Zwembadweg) Transport van de grond naar Wovesto voor het bijzondere woonproject heeft in 212 plaatsgevonden. Wovesto heeft het project in de verkoop. Dat wil echter niet vlotten. Afgesproken is dat in de loop van 214 gekeken wordt naar een alternatief. Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van Bij de jaarrekening 212 is een voorziening gevormd ter hoogte van 45.. Voor 213 wordt een aanvullende voorziening van 77. gevormd. Bouwgrond in exploitatie (BIE) (ultimo 213) Complex Kern Einddatum Boekwaarde in 1. Dijksteegje Pijnhorst Noord Woonlocatie Bakkerpad Noord Woonlocatie Strook A-5 De Locht Boskant Kremselen Sint- Oedenrode Sint- Oedenrode Nijnsel Nijnsel Olland Boskant te verkopen kavels 2 6 Gerealiseerde verkoop 2 6 Nog te realiseren Voorziening in Exploitatie resultaat in Totaal Bron: jaarrekening juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 115/138

117 De onderstaande beschrijvingen per complex zijn conform de paragraaf G van de jaarrekening 213. Dijksteegje De totale kosten, bestaande uit aankoop en advieskosten bedragen per Het betreft hier de verwerving van m². Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van 6.. Bij de jaarrekening 212 is een voorziening gevormd ter hoogte van Voor 213 wordt een aanvullende voorziening van 193. gevormd. Plan Pijnhorst Noord De totale gemaakte kosten ( 3.) dienen gedekt te worden door de uitgifte van een kavel. Het bouwperceel is opgenomen in het bestemmingsplan Sint-Oedenrode Noord. Dit plan is in werking zodat uitgifte kan plaatsvinden. Daarover vinden gesprekken plaats. Woonlocatie Bakkerpad Noord (WGK) Nijnsel De boekwaarde per 31 december 213 bedraagt 53.. De kosten zouden te zijner tijd via de grondexploitatie moeten kunnen worden doorberekend. De gemeente heeft hier 897m 2 in bezit. Woonlocatie strook A-5 Betreft potentiële toekomstig bouwlocatie. Gronden die we al in eigendom hebben, zijn van Rijkswaterstaat verkregen. Daarnaast is één ander perceel aangekocht. De totale oppervlakte bedraagt circa 2.m 2. Per is 434. geïnvesteerd. Voor dit gehele bedrag is een verliesvoorziening gevormd. Locatie De Locht De totale kosten tot en met 213 bedragen Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van Bij de jaarrekening 212 is een voorziening gevormd ter hoogte van Voor 213 wordt een aanvullende voorziening van 119. gevormd. Boskant Kremselen Twee aankopen binnen het gebied hebben inmiddels plaatsgevonden. Alle kosten zullen worden opgenomen in de exploitatieberekening van het toekomstige bestemmingsplan. De boekwaarde per 31 december 213 bedraagt Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van Bij de jaarrekening 212 is een voorziening gevormd ter hoogte van 15.. Voor 213 wordt een aanvullende voorziening van 92. gevormd. 116/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

118 Bijlage 6: Grondexploitatie gemeente Veghel Bouwgrond in exploitatie gemeente Veghel Bouwgrond in exploitatie (BIE) (Ultimo 213; bedragen in 1.,-) Nr Complex Kern Einddatum Nog te verkopen Boekwaarde Aantal ha woningen bedrijfsgrond t Ven Scheifelaar II Veghels Buiten Rembrandtboulevard Dorsveld D Eerdse Erven Rudebroeck Edith Stein Mariahof Bolst Korstenhof Keldonkse Morgen D n Dubbelen Doornhoek Veghel Veghel Veghel Veghel Veghel Eerden Zijtaart Zijtaart Marieheide Erp Boerdonk Keldonk Veghel Veghel Voorziening Exploitatie resultaat Verspreide panden 9 Totaal Bron: concept jaarrekening 213 Toelichting: Onder andere bij Scheifelaar II en Dorsveld neemt de gemeente deel in een PPS constructie. Vandaar dat in de tabel nog te verkopen woningen wordt vermeld. Zie voor nadere informatie de beschrijving bij deze complexen. t Ven Grondexploitatiecomplex t Ven is een ontwikkeling die reeds vele jaren loopt. Inmiddels is deze gebiedsontwikkeling in de vijfde en laatste fase aanbeland. In de financiële verslaglegging zijn derhalve ook de resultaten zichtbaar van de totale ontwikkeling. Zo is de voorgaande jaren reeds tussentijds winst genomen. Ook zijn er afdrachten verricht aan de gemeentelijke reserves. Binnen de gemeentelijke grondexploitatie dienen slechts nog de particuliere bouwkavels verkocht te worden. Daarnaast heeft de ontwikkelcombinatie VOF t Ven nog gronden in eigendom die bebouwd zullen worden. Scheifelaar II Het plangebied Scheifelaar II is een gebiedsontwikkeling die door een samenwerkingsverband tussen de gemeente Veghel en Bouwbedrijf Van de Ven gerealiseerd wordt. Hiervoor is in 27 een samenwerkingsovereenkomst en is de Scheifelaar II CV/BV opgericht. Inmiddels is in 211 voor het gebied een onherroepelijk bestemmingsplan vastgesteld. Binnen deze CV/BV vinden de civiele 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 117/138

119 werkzaamheden en de gronduitgiften voor de resterende 9 bouwkavels plaats. Het uiteindelijke resultaat van de CV/BV en de interne begeleiding wordt verantwoord binnen het grondcomplex Veghel - Scheifelaar II. Veghels Buiten Sinds 25 wordt door de gemeente Veghel gewerkt aan de plannen voor Veghels Buiten. Het gaat daarbij om de realisatie van een uniek groen woongebied, aan de zuidoostkant van de kern Veghel. Verspreid over het plangebied, met een totale omvang van ruim 28 hectare, worden gefaseerd in de tijd in totaal ruim 1.7 nieuwe woningen gebouwd. Deze woningen worden gegroepeerd in kleine clusters of buurtschappen, waarbij elk buurtschap een eigen gezicht en sfeer krijgt. Een sfeer die past bij het Brabantse platteland. Bij de start van het project Veghels Buiten (25) is een Plan van Aanpak voor het project opgesteld. Achtereenvolgens zijn in de loop der jaren, diverse producten afgerond. De laatste hiervan zijn de vaststelling van het bestemmingsplan Oude Ontginning begin 211 en de vast-stelling van het bestemmingsplan Erpseweg Zuid in 212. Rembrandtboulevard In 25 is met Heijmans Proper Stok een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de herontwikkeling van de locatie Sluistraat-Rembrandtboulevard. In deze samenwerkingsovereenkomst zijn af-spraken gemaakt over de uitvoering van civiele werkzaamheden, programma en een financieringsarrangement met betrekking tot de te leveren grond door de gemeente aan Heijmans Proper Stok. Sindsdien zijn de gronden door de gemeente verworven, is een 2e financieringsarrangement gesloten en heeft de ontwikkeling van het deelgebied aan de Sluisstraat, genaamd de Borders, plaatsgevonden. Voor het resterende gebied is een concept plan ontwikkeld. Sinds 21 zijn partijen in gesprek om te bezien op welke wijze het plangebied uiteindelijk gerealiseerd kan gaan worden. Binnen het grondcomplex Rembrandtboulevard zit eveneens opgenomen de ontwikkeling van het plan Campanula. Voor dit deelgebied is in 26 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Van Wanrooij-Van Schijndel ontwikkelingsmaatschappij B.V.. Voor dit deelgebied is de ruimtelijke procedure inmiddels afgerond en kan tot ontwikkeling worden overgegaan. Echter is gebleken dat het voorziene woning-bouwprogramma momenteel niet afzetbaar is, waardoor de ontwikkeling nog niet is gerealiseerd. Het grondcomplex is al meerdere jaren actief. Dorsveld In het collegewerkprogramma uitvoeren woningbouwprogramma is het project Dorsveld opgenomen. Het betreffen de voormalige industriegronden welke omgezet zullen worden naar deels woningbouw en industrie. De ontwikkellocatie is opgenomen in de:- Structuurvisie Uden/ Veghel (21);- Ontwikkelingsvisie Veghel (24);- Masterplan Veghel Centrum (29). Het betreft een ontwikkeling op gronden van een particulier waarmee de gemeente in 26 een raamovereenkomst heeft gesloten. In 211 is op grond van de raamovereenkomst een deelplanovereenkomst met VOF Dorsveld gesloten om tot ontwikkeling van Dorsveld over te gaan. In 212 is voor deze ontwikkeling een nieuw grondcomplex geopend. Binnen de grondexploitatie vindt de begeleiding van het bestemmingsplan en de afwikkeling aan de reserve bovenwijks plaats. De feitelijke gebiedsontwik-keling en verkoop van de 111 woningen vindt plaats voor rekening en risico van de VOF Dorsveld. D Eerdse Erven De ontwikkeling van het plangebied D Eerdse Erven te Eerde was oorspronkelijk een initiatief van Boxma Vastgoed Ontwikkeling. Deze partij had gronden verworven binnen het plangebied en in 28 is een koop- /realisatieovereenkomst gesloten, zodat de gebiedsontwikkeling gestart kon 118/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

120 worden. In 21 heeft Boxma zijn positie doorverkocht aan Borchdijk Projectontwikkeling B.V.. Het bestemmingsplan is in 211 onherroepelijk geworden. De gronden zijn door de ontwikkelaar bouwrijp gemaakt. Het plangebied biedt ruimte aan zowel gemeentelijke bouwkavels als projectmatige bouw en particulieren bouwkavels op eigen grond. Rudebroeck Het plangebied kent meerdere fases waarvan de eerste dateert uit Het bestemmingsplan voor het laatste deel van plangebied Rudebroeck waar de plantontwikkeling momenteel in is beland is in 25 vastgesteld. Binnen grondcomplex Rudebroeck wordt verslaglegging gedaan van de totale ontwikkeling Rudebroeck. Het grootste deel van de ontwikkeling heeft reeds plaatsgevonden. Zo is het totale gebied reeds ontwikkeld met uitzondering van de laatste woonstraat. In het verleden is reeds voor,7 miljoen aan tussentijdse winstnemingen gerealiseerd en zijn de afdrachten aan de gemeentelijke reserves in de post overige kosten opgenomen. Edith Stein De voormalige locatie van de Edith Stein school is vrijgekomen door een verhuizing naar het klooster. Samen met de dorpsraad is in de periode tot een stedenbouwkundige opzet gekomen om op de beschikbare gronden woningbouw mogelijk te maken. Hierbij is een verdere samenwerking met de dorpsraad gevonden in de vorm dat zij zullen zorg dragen voor de inrichting van het nieuwe plein. In 211 is het bestemmingsplan Kom Zijtaart, herziening dorpskern vastgesteld waardoor woning-bouw mogelijk is gemaakt. In ditzelfde jaar zijn de eerste 1 kavels geleverd aan Area. Ook zijn een aantal particuliere kavels in de tuin van het klooster verkocht. Mariaheide - Mariahof In mei 27 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de ontwikkelaar Alphons Coolen Projectontwikkeling B.V. te Tilburg voor de ontwikkeling en realisatie van het woningbouwproject Mariahof te Mariaheide. Nadat in 21 het bestemmingsplan is vastgesteld en de projectmatige woningen moeilijk afzetbaar bleken is in 211 een nadere samenwerkingsovereenkomst gesloten met de ontwikkelaar voor de afkoop van de bouwclaim ten behoeve van CPO. Erp - Bolst Binnen grondcomplex de Bolst is in 25 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Janssen de Jong Grondbank B.V. en Rabo Vastgoed B.V.. Door fusie zijn de contractpartijen inmiddels Bouwfonds en Janssen de Jong geworden. De gronden zijn vanuit deze combinatie verkocht aan de gemeente die voor eigen rekening en risico de grondexploitatie draait. In deze samenwerkingsovereenkomst is eveneens een bouwclaim overeengekomen. Na een voorbereidingsperiode is in 27 het eerste bestemmingsplan vastgesteld. Voor een deel van de gronden is geen goedkeuring door de provincie verkregen. Na onherroepelijk worden zijn in 28 de eerste bouwkavels verkocht en woningen gerealiseerd. Naast de woningen is binnen het plangebied ook een school gerealiseerd. Boerdonk - Korstenhof In 27 is een overeenkomst gesloten met grondeigenaar Kanters en ontwikkelaar Hendriks Coppelmans voor de realisatie van 112 woningen binnen het plangebied zoals aangewezen in de structuur-visie. De gronden zijn inmiddels geleverd. In de huidige grondexploitatie opzet wordt nog rekening gehouden met de inkomsten uit 79 woningen. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 119/138

121 Keldonk Keldonkse Morgen Binnen grondcomplex Keldonkse Morgen wordt de totale financiële afwikkeling verantwoord van de gebiedsontwikkeling Keldonkse Morgen. De grondexploitatie loopt derhalve al vanaf Inmiddels is deze ontwikkeling in de derde en laatste fase beland. Het bestemmingsplan voor deze fase is reeds in 26 onherroepelijk geworden en inmiddels vervangen door het bestemmingsplan voor Keldonk in september 211. Na vaststelling is het gros van de gronden bouw- en woonrijp gemaakt en zijn de overwegende particulieren bouwkavels verkocht. Ook is in de afgelopen jaren tussentijdse winstneming genomen van in totaal circa,8 miljoen. Ook is in dit complex een bijdrage aan de diverse reserves afgedragen van circa,4 miljoen. Veghel D n Dubbelen Grondexploitatie D n Dubbelen is reeds een langlopende grondcomplex bestaande uit meerdere fasen. Inmiddels is de laatste fase aanbeland en resteert nog de verkoop van de laatste kavels gelegen aan de A-5. Het bestemmingsplan voor deze gronden dateert uit 27. Binnen het grondcomplex zijn reeds een groot aantal gronden verkocht. Van deze verkochte kavels is reeds voor circa 9,7 miljoen aan tussentijdse winstneming genomen. Ook hebben afdrachten in de gemeentelijke reserves plaatsgevonden. Veghel - Doornhoek In 22 is het bestemmingsplan voor bedrijventerrein Doornhoek onherroepelijk geworden. Sindsdien is er reeds een groot aantal gronden uitgegeven. Het openbare gebied is woonrijp gemaakt. De afgelopen jaren is reeds aan circa 6,5 miljoen aan winstneming genomen. Niet in exploitatie genomen gronden gemeente Veghel Niet in exploitatie genoemen gronden (NIEGG) (Ultimo 213; bedragen in 1.,-) Nr Complex Kern Einddatum Nog te verkopen Boekwaarde Voorziening Exploitatie resultaat Aantal woningen ha bedrijfsgrond Spoortlaan- Parallelweg Zuid Zijtaart-Zuid Steenoven II Veghel Zijtaart Mariaheide De Kempkens Molenakker II Veghel Erp , Totaal Bron: concept jaarrekening 213 Spoorlaan - Parallelweg Zuid Het grondcomplex Spoorlaan - Parallelweg Zuid is geopend nadat de gemeente de opstallen in eigendom heeft verkregen in het kader van de toenmalige scholencaroussel. De gronden zijn ondergebracht binnen de algemene dienst en zouden na sloop van een deel van de opstallen worden ingezet als ontwikkellocatie. Een groot gedeelte van de opstallen is inmiddels gesloopt en slechts de historische opstal-len aan de Spoorlaan zijn behouden. Deze opstallen zijn verkocht aan een ontwikkelaar en de achtergelegen gronden toegevoegd aan de algemene dienst. 12/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

122 Zijtaart-Zuid In 26 is overeenstemming bereikt over de aankoop van de gronden gelegen aan de zuidzijde van Zijtaart om te voorzien in de toekomstige woningbouw behoefte. Inmiddels zijn deze gronden ook geleverd en is de gemeente eigenaar van het plangebied. Mariaheide - Steenoven II De locatie Steenoven II is opgenomen in de structuurvisie van Mariaheide als toekomstige locatie om te voorzien in de woningbouwbehoefte voor Mariaheide. Naar aanleiding hiervan is in 27 de eerste grond binnen het plangebied verworven. Een 2e transactie heeft in 211 plaatsgevonden. Door deze transactie heeft de gemeente voldoende gronden in eigendom om tot 227 woningbouw in Mariaheide mogelijk te maken. Veghel De Kempkens In 27 is de Wet voorkeursrecht gemeente gevestigd op de gronden welke deel uit maken van de gebiedsontwikkeling bedrijventerrein De Kempkens. De Kempkens zou een traditioneel bedrijven-terrein dienen te worden met een bovenregionale functie. Inmiddels is voor fase I een bestemmingsplan in procedure gebracht met een bijbehorend exploitatieplan. In deze grondexploitatie wordt met gelijke parameter voor de kosten- en opbrengsten stijging gerekend. Ook het uitgiftetempo is in overeenstemming met het exploitatieplan. Voor fase II is uitgegaan van het ruimtelijk plan zoals in het be-stemmingsplan van fase I is opgenomen. Erp Molenakker II In 27 is de Wet voorkeursrecht gemeenten gevestigde op de agrarische gronden gelegen aan de zuidzijde van bedrijventerrein Molenakker te Erp. Met de grondeigenaar is overeenstemming bereikt over de aankoop van de grond. Nadien is duidelijk geworden dat de zuidelijke rondweg Erp mogelijk over het plangebied zou komen te liggen. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 121/138

123 Bijlage 7: Onderhoud kapitaalgoederen gemeente Schijndel Soort plan Achterstallig onderhoud Wegenonderhoud Datum plan Vastgesteld door raad Volledig begroting vertaald Toelichting 28 Nee Nee Ja In de raad van 12 december 22 is het onderhoudsniveau voor wegbeheer en het daarbij behorende budget vastgesteld. Er is toen besloten om het gemiddelde onderhoudsniveau van e wegen in vijf jaar te verlagen naar 2,3. De schaal loopt van 1 tot 5 van hoog naar laag niveau van kwaliteit van onderhoud> in kader van de bezuinigingen op kwaliteit is het onderhoudsniveau in 25 verder bij gesteld naar 2,5. De provincie heeft aangegeven de financiële consequenties van de uitgevoerde weginspecties verwerkt te willen zien in de begroting. In het voorjaar 214 worden de wegen opnieuw geïnspecteerd De meerjarige onderhoudskosten zullen vanaf 215 in de begroting worden verwerkt. Riolering 21 Ja Ja Nee met het vaststellen van een Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (VGRP) wordt de rioleringszorg, het hemelwaterbeleid en het grondwaterbeleid bekrachtigd. Het VGRP bevat de ontwikkeling van de rioolheffing voor de komende vijf jaar en de daarbij behorende grondslagen. In de verordening verbrede rioolheffing is het kostenverhaal opgenomen. In 213 is de keus gemaakt om de kosten van de bovenbouw die gekoppeld is aan de rioolvervangingen kunnen te halveren. Dit heeft tot gevolg dat er minder gecombineerde rioolvervangingen kunnen plaatsvinden. Afgesproken is dat we de rioolvervangingen zo ver mogelijk uitstellen. Vanaf 214 gaan we de oudste riolen strakker monitoren om het juiste vervangingsmoment beter te kunnen bepalen. 122/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

124 Soort plan Gemeentelijke gebouwen Achterstallig onderhoud Schoolgebouwen Datum plan Vastgesteld door raad Volledig begroting vertaald Toelichting 21 Nee Ja Nee Het college heeft op 28 september 21 een actualisatie van het meerjarig onderhoudsplan vastgesteld voor de periode om de jaarlijkse storting en de hoogte van de voorziening te bepalen. Hierin is tevens de bezuinigingstaakstelling (structurele verlaging van 3. van de storting in het onderhoudsfonds) verwerkt door bezuinigingen in de uitvoering en door een kwaliteitskeuze te maken. De onderhoudskwaliteit van alle gebouwen wordt hierdoor gelijkgesteld op niveau 3 volgens NEN Dit is een redelijk niveau. Voor de gebouwen met een beperkte handhaving is een lager niveau toegestaan zonder dat het (veilig) gebruik in gevaar komt. 21 Nee Ja Nee Zit in het MOP van de gemeente Schijndel 212 Ja Nee Nee 2 Ja Ja Nee In 212 is er een evaluatie gewest en volledig uitgevoerd 23 Mee Nee Ja Er zijn enkele deelprojecten uit het plan uitgevoerd 21 Ja Ja Ja Een aantal hondentoiletten hebben achterstallig onderhoud Groen Groenbeleidsplan Speelruimteplan Bomenbeleidsplan Hondenuitlaatbeleid Openbare verlichting 213 Ja Ja Nee Sportvelden Plan niet aanwezig Water 28 Ja Ja Nee (maakt onderdeel uit van het VGRP) Bruggen Plan niet aanwezig Baggeren 23 Ja Ja Nee Begraafplaatsen Plan niet aanwezig. Automatisering Gemeentelijk 212 Ja Nee Nee verkeer en vervoerplan Fietsparkeerplan 25 Ja Ja Nee 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 123/138

125 Bijlage 8: Onderhoud kapitaalgoederen gemeente Sint-Oedenrode Soort plan Datum plan Vastgesteld door raad Volledig begroting vertaald Achterstallig onderhoud Toelichting Wegenonderhoud okt-13 nov-13 ja nee Riolering jun Ja Nee 213 Gemeentelijke gebouwen Ja Nee In de meerjarenonderhoudsplanning zijn zogenoemde stopjaren ingevoerd. Een stopjaar betreft het jaar waarin het gebouw in de begroting is afgeschreven. Vanaf het stopjaar wordt geen onderhoud gecalculeerd. Schoolgebouwen IHP nov- 11 Ja Renovatie BS A v Padua-school; ( ). Hiervoor is reeds een krediet beschikbaar gesteld. Per 1 jan 215 gaat het buitenonderhoud over naar de schoolbesturen. Er wordt geen bruidschat meegegeven. Groen nvt Openbare verlichting Ja Nee In 214 wordt een nieuw beleidsplan opgesteld Sportvelden Water nvt Bruggen 212 mrt-12 Ja Nee Baggeren nvt Begraafplaatsen nvt Automatisering nvt 124/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

126 Bijlage 9: Onderhoud kapitaalgoederengemeente Veghel Soort plan Datum plan Vast-gesteld door raad Volledig begroting vertaald Achterstallig onderhoud Toelichting Automatisering nvt nvt ja nee Geen specifiek plan, maar een meerjaren WI overzicht (zie pag 189 programmabegroting 214 Schoolgebouwen Gemeentlijke gebouwen Actueel Collegebesluit dd Nee Ja. mn. objecten welke afgestoten worden Zaaknr Bruggen Nee Nee Nee Nee Meerdere malen aangegeven dat vanuit bouwkundig onderhoud alleen calamiteiten onderhoud aan bruggen wordt verricht, geen preventief onderhoud. Water 214 nvt Ja Nee Waterbeheerplan is in de maak. Wordt voorjaar 214 afgerond en vastgesteld. Sportvelden Openbare verlichting Baggeren Riolering Begraafplaatsen jun-13 nvt Ja Nee We hebben geen beheerplan sportparken, wel een 3 jaarlijks uitgebreid onderhoudsadvies van ISA Sport ikv de Kwaliteitszorg Grassportvelden, dit jaar krijgen we een nieuw advies. Momenteel loopt er een privatiseringstraject: info Ellen v.d. Boogaart jul-9 B&W , Raad daarna Nee, ter kennisname voorgelegd aan DMO Ja/nee *1 Ja *1 Bezuinigingsopgave volgens College Werk Programma voor jaren 213 t/m 215 Was per jaar, nu. Beleidsplan wordt in 214 herzien Ja Nee 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 125/138

127 Soort plan Datum plan Wegenonderhoud Groen Bosbeheerplan Speelvoorzieningen jun-12 Vast-gesteld door raad Nee, mandaat aan college B&W Nee, mandaat aan college B&W Volledig begroting vertaald Achterstallig onderhoud Toelichting Ja Nee Zie zaaknummer ( Ja Nee Zie zaaknummer Groenbeheerplan nvt Ja Nee Zie zaaknummer bosbeheerplan Nee, Ja Nee Zie zaaknummer collegebesluit op / juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

128 Bijlage 1: Voorzieningen gemeente Schijndel Schijndel Overdekte sportvoorzieningen Wijbosch Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad handboogschieten Openlucht sportvoorzieningen Sportpark Molenheide/Leemweg voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld trainingsveld Overige: visvijver petanquebanen wielerbaan fietscrossbaan paardensport Zuideinderpark voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld trainingsveld overige Sportcomplex Smaldonk tennisbaan (waarvan 1 kunstgras) 1 kunstgrasveld + 1 grasveld binnen- en 32 buitenbanen 1 (tevens schaats, skeeler en ijsbaan) 1 1 paardensportterrein / 1 manege 5 grasvelden en 1 kunstgrasveld kunstgrasvelden en 1 grasveld 2 1 gemeenschappelijk grasveld 12 Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad handboogschieten Openlucht sportvoorzieningen Sportpark Wijbosch voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld trainingsveld kunstgras en 1 grasveld 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 127/138

129 Schijndel Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerreinen gemeenschapshuizen/ culturele voorziening basisschool camping peuterspeelzalen grote en 2 minicampings 4 Wijbosch Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerreinen gemeenschapshuizen basisschool camping peuterspeelzalen 1 dependance 1 minicamping 1 128/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

130 Bijlage 11: Voorzieningen gemeente Sint-Oedenrode Sint-Oedenrode Overdekte sportvoorzieningen Nijnsel Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld (kunstgras) tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad ruitersport golfbaan Overige voorzieningen bibliotheek jongerencentrum/ scouting speel-o-theek cultureel centrum basisschool Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad Overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad handboogschieten Overige voorzieningen bibliotheek: uitgiftepunt t.b.v. leerlingen evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 129/138

131 Olland Overdekte sportvoorzieningen Boskant Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen bibliotheek: uitgiftepunt t.b.v. leerlingen evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool MFA Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad Overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen bibliotheek: uitgiftepunt t.b.v. leerlingen evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool voormalig gemeentehuis / juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

132 Bijlage 12: Voorzieningen gemeente Veghel Boerdonk Overdekte sportvoorzieningen Eerde Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool bij basisschool 2 wedstrijdvelden, 2 trainingsvelden Hazepot 1 Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad Overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad handboogschieten Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool de Brink particulier 1 (1) De brink 1 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 131/138

133 Erp Overdekte sportvoorzieningen Keldonk Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad fietscross Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool voormalig gemeentehuis Ter Aa 1 wedstrijdveld, 2 wedstrijd/trainingsvelden waarvan 1 kunstgras en 1 trainingsveld 8 1 kunstgrasveld en 2 natuurgrasvelden 1 1 Ter Aa 2 1 Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad Overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool bij basisschool 2 wedstrijdvelden, 1 trainingsveld t Span 1 132/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

134 Mariaheide Overdekte sportvoorzieningen Veghel Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool basisschool 3 wedstrijdenvelden, 1 trainingsveld aanwezig 2 (1 = combi met voetbalveld D n Brak 1 Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad Overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen Bibliotheek Evenmententerreinen Gemeenschapshuizen e-oplaadpunt Basisschool School voor speciaal basisonderwijs School voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs School voor Voortgezet Onderwijs School voor Middelbaar Beroepsonderwijs School voor Hoger Beroepsonderwijs (2 x kunstgras, 5x grasspeelveld, 2x trainingsveld) geprivatiseerd geprivatiseerd juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 133/138

135 Zijtaart Overdekte sportvoorzieningen Sporthal Sportzaal gymzaal zwembad overige Openlucht sportvoorzieningen voetbalveld hockeyveld tennisbaan korfbalveld handbalveld zwembad Overige voorzieningen bibliotheek evenemententerrein gemeenschapshuizen e-oplaadpunt basisschool bij klooster 3 wedstrijdvelden, 1 trainingsveld particulier Klooster 1 134/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

136 Bijlage 13: Nadere toelichting risico s PPS en dekking gemeente Veghel Overige verbonden partijen gemeente Veghel (m.u.v. de NV s) Publiek Private Swmenwerkingsovereenkomsten Samenwerkingspartner Gebied Veghel Opgave Soort Risico s Dekking Klokontwikkeling, Witte projecten, Van Grunsven Bundershoek Woningbouw Concessie Woonrijp en plankosten Proper Stok Woningen B.V., Rotterdam; Heijmans Vastgoed Realisatie B.V., Best HPS Sluisstraat/Rembrandtboulevard, Veghel Woningbouw Concessie Woonrijp en grondafname Bankgarantie Grondexploitatie en concerngarantie Janssen de Jong Plancoördinatie B.V.; Bouwfonds B.V. Bolst, Erp Woningbouw Bouwclaim Grondafname Grondexploitatie Van Wanrooij-Van Schijndel Bouw- en Ontwikkelingsmaatschappij B.V. De Campanula Veghel Woningbouw Concessie Grondafname + reserveafdracht Grondexploitatie + concerngarantie Hendrik Koppelmans Bouwgroep B.V. Kosterhof, Boerdonk Woningbouw Bouwclaim Grondafname Grondexploitatie Gebr. van Wanrooij B.V., Geffen Veghels Buiten, Veghel Woningbouw Bouwclaim Grondafname Grondexploitatie Gebr. v/d Van Beheermaatschappij B.V. Veghels Buiten, Veghel Woningbouw Bouwclaim Grondafname Grondexploitatie Alphons Coolen Ontwikkeling B.V. Mariahof, Mariaheide Woningbouw Concessie - Grondexploitatie Borchdijk projectontwikkeling B.V. Kapelstraat/Zandvliet, Eerde Woningbouw Concessie Woonrijp, planschade V.O.F. Dorsveld Dorshout, Veghel Woningbouw Concessie Woonrijp, afdracht reserve, planschade Van de Ven, Provincie Noord-Brabant Ontwikkeling Noordkade Cultuur en leisure Concessie?? Stichting Brabant Zorg Voormalige ziekenhuisterrein Bernhove BV s en CV s Woningbouw Concessie Woonrijp, anterieure bijdrage Gemeente Veghel B.V. Alliantie Grotere daling grondprijs dan 3% tov de gemeente prijs en na 215 geen kavels verkocht. Scheifelaar II Beheer B.V. Woningbouw Alliantie Scheifelaar II C.V. Woningbouw Alliantie Stichtingen Stichting Beheer en Exploitatie Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf i.o. Het accommoderen en faciliteren van het personeel en de organisatie van het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf zodat deze kunnen zorgen voor een sluitende aanpak van criminaliteit en overlast en de aanpak van de achterliggende problemen bij betrokkenen. Samenwerkingsverband met De gemeenten Oss, Bernheze, Lith, Maasdonk, Uden, Veghel, Sint Anthonis, Grave, Landerd, Cuijk, Boxmeer, Mill en Sint-Hubert en Boekel. Grondexploitatie, bankgarantie en concerngaratie Grondexploitatie, concerngarantie Concerngarantie Binnen de grondexploitatie Nihil Exploitatie 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 135/138

137 Bijlage 14: Omschrijving frictiekosten Het is aan te bevelen voor de beoordeling van de frictiekosten te werken met de volgende driedeling: 1. (Nagenoeg) geheel behorend tot de frictiekosten zijn lasten als gevolg van de herindeling die het karakter hebben van tijdelijke extra lasten die zonder herindeling niet of nauwelijks zouden zijn voorgekomen. Te denken valt aan extra kosten van voorbereiding herindeling, organisatieonder zoek, integratie beheerplannen, afstemming beleidsvelden, voorlichting, wachtgelders, boventalligen, garantiesalarissen, woon-werkverkeer, functiewaardering, extra opleidingen, verhuizing en tijdelijke voorzieningen voor huisvesting in afwachting van definitieve huisvesting. Als door de inzet van eigen personeel de reguliere werkzaamheden noodzakelijkerwijs door inhuur van derden dan wel door overwerkuren van eigen personeel gecompenseerd moest worden, dan horen deze lasten ook te worden meegenomen als (nagenoeg) geheel behorend tot de frictiekosten. 2. In niet onbelangrijke mate behorend tot de frictiekosten zijn lasten als gevolg van de herindeling die tot het normale patroon van een gemeente horen, maar die nu in tijd naar voren worden gehaald en/of waarbij het waarschijnlijk is dat er sprake is van kapitaalvernietiging (van nog niet afgeschreven kapitaalgoederen). Te denken valt aan lasten als automatisering, versneld afsluiten archief, komborden, plattegronden, promotieborden, ontwikkelen huisstijl en dergelijke. Ook de tijdelijke extra lasten voor werving en selectie van nieuw personeel vallen onder deze categorie. 3. (Nagenoeg) niet behorend tot de frictiekosten zijn lasten als gevolg van de herindeling die behoren tot de nieuwe schaalgrootte van de gemeente dan wel gekenmerkt worden door een grote mate van beleidsvrijheid. Immers, vergelijkbare gemeenten hebben deze lasten ook (en de gemeente had ook de vrijheid om de lasten niet te nemen). Te denken valt aan een stijging van personeelslasten vanwege opschaling van personeel en/of personeelsuitbreiding, kantinekosten, daling van de algemene uitkering, hogere subsidies, hogere onderhoudsniveaus, aanpassen afschrijvingsmethodieken en dergelijke. Ook de voorbereiding van de herindeling door eigen personeel en de wegvallende werkuren vanwege periodieke voorlichting aan het eigen apparaat worden niet meegenomen als frictiekosten, althans in zoverre dit niet leidde tot inhuur van derden. Immers, er zijn dan geen extra lasten geweest. De structurele lasten van nieuwe huisvesting (gemeentehuis en gemeentewerf) worden eveneens beoordeeld als (nagenoeg) niet behorend tot de frictiekosten. Immers, het zijn geen tijdelijke lasten. Volgens de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) behoren frictiekosten voorafgaand aan de herindeling verantwoord te worden ten laste van de begroting van de herindelingspartners. 136/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

138 Bijlage 15: Kernen 213 (bron: CBS) Een kern is in de definitie van het CBS een kernvierkant (met een bepaalde oppervlakte) waarbinnen minimaal 25 adressen moeten liggen. De definitie van het CBS en van de maatstaf kernen hoeft dus niet overeen te komen met wat als een (dorps)kern wordt ervaren. 11 juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 137/138

139 138/ juni 214 Bijlagen Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen

140

Richtlijnen van de commissie BBV

Richtlijnen van de commissie BBV Richtlijnen van de commissie BBV Stellige uitspraken gelden met ingang van begrotingsjaar T+1, het jaar nadat de uitspraak is gepubliceerd. 1. Notitie Software, mei 2007 1.1 Software (als afzonderlijk

Nadere informatie

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA 2019-2022 BIJLAGE BIJ DE KADERNOTA 2019-2022 1 Inhoudsopgave COALITIEAKKOORD... 3 MAARTCIRCULAIRE EN MEICIRCULAIRE 2018... 4 INTERNE REKENRENTE... 4 LOON-/PRIJSBIJSTELLING...

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provincie Flevoland (FL) t.a.v. de Provinciale Staten Postbus 55 8200 AB LELYSTAD DGBK/Bestuur, Democratie

Nadere informatie

B ' Provincie Noord-Brabont. De raad van de gemeente Bergen op Zoom Postbus AA BERGEN OP ZOOM. Begroting Geachte raadsleden,

B ' Provincie Noord-Brabont. De raad van de gemeente Bergen op Zoom Postbus AA BERGEN OP ZOOM. Begroting Geachte raadsleden, ' Provincie Noord-Brabont B17-007508 Brabantiaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch De raad van de gemeente Bergen op Zoom Postbus 35 4600 AA BERGEN OP ZOOM Telefoon 1073) 681 28 12 Fax (073) 614

Nadere informatie

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard 11 DECEMBER 2014 De raad van de gemeente MOLENWAARD Postbus 5 2970 AA BLESKENSGRAAF Gemeente Molenwaard N OW N Gedeputeerde Staten Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Contact A. van den Berg

Nadere informatie

Financieel toezicht in Gelderland

Financieel toezicht in Gelderland Financieel toezicht in Gelderland Wat houdt financieel toezicht in? en Hoe staat uw gemeente ervoor? Gemeente Neerijnen 14 mei 2014 Gerrit Scholten - Provincie Gelderland Even voorstellen Gerrit Scholten

Nadere informatie

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg Cluster FIN Behandeld J.G.G.M. Janssen Ons kenmerk Telefoon +31 43 389 72 38 Uw kenmerk Maastricht 20 maart 2018 Bijlage(n) Verzonden Onderwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

Raming algemene uitkering gemeentefonds is te optimistisch. De raad van de gemeente Meierijstad Postbus DA VEGHEL

Raming algemene uitkering gemeentefonds is te optimistisch. De raad van de gemeente Meierijstad Postbus DA VEGHEL De raad van de gemeente Meierijstad Postbus 10001 5460 DA VEGHEL Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 680 76 80 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Nota risicomanagement 2014

Nota risicomanagement 2014 Nota risicomanagement 2014 Opgesteld door: Afdeling concerncontrol D.d.: Februari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Wettelijk kader en doelstellingen... 6 2.1 BBV... 6 2.2 Doelstellingen... 6 3 Risicomanagement...

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties .-f i -V*-*. " -re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten DGBK Programnna Krachtig Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 'Uil Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Datum 20 december 2013 Betreft financieel

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE Gedeputeerde Staten Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Contact J. van Kranenburg T 070-441 80 85 j.van.kranenburg@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

INFORMATIEFORMULIER TEN BEHOEVE VAN BEGROTINGSBEOORDELING. Begroting 2010 GEMEENTE

INFORMATIEFORMULIER TEN BEHOEVE VAN BEGROTINGSBEOORDELING. Begroting 2010 GEMEENTE INFORMATIEFORMULIER TEN BEHOEVE VAN BEGROTINGSBEOORDELING Begroting 2010 GEMEENTE 0 ALGEMEEN Gaarne alle informatievragen invullen of doorhalen wat niet van toepassing is. Een volledig ingevuld formulier

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Turfmark 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.

Nadere informatie

Presentatie rapport financiële scan Hoeksche Waard. Mijnsheerenland, 12 mei 2016

Presentatie rapport financiële scan Hoeksche Waard. Mijnsheerenland, 12 mei 2016 Presentatie rapport financiële scan Hoeksche Waard Mijnsheerenland, 12 mei 2016 Even voorstellen : Dirk Jans Externe, bureau Frontin PAUW BV 56 jaar, Veenendaal 23 jaar gemeentelijk ambtenaar 15 jaar consultant,

Nadere informatie

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013. RAADSVOORSTEL Besluitvormend Aan de Raad Instemmen met reactie provincie op programmabegroting 2013. Agenda nr.6 1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Nr. 155 21 februari 2018 Financiële verordening Veiligheidsregio Midden- en

Nadere informatie

Herindelingsscan Aalburg, Werkendam, Woudrichem Bestuurlijke Organisatie en Toezicht

Herindelingsscan Aalburg, Werkendam, Woudrichem Bestuurlijke Organisatie en Toezicht Herindelingsscan Aalburg, Werkendam, Woudrichem Bestuurlijke Organisatie en Toezicht Auteur Provincie Noord-Brabant Datum mei 2016 concept Inhoud 1 Bestuurlijke samenvatting 4 2 Inleiding 8 2.1 Doel van

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma.

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma. Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp Programma : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties : Financiën Voorstelnummer : 18.32 Info bij afdelingshoofd : J.W.A. van der Heijden

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Inleiding In de fusieraad van 30 juni 2014 is gesproken over een consolidatie van de drie begrotingen en om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

Herindelingsscan Aalburg, Werkendam, Woudrichem Bestuurlijke Organisatie en Toezicht

Herindelingsscan Aalburg, Werkendam, Woudrichem Bestuurlijke Organisatie en Toezicht Herindelingsscan Aalburg, Werkendam, Woudrichem Bestuurlijke Organisatie en Toezicht Auteur Provincie Noord-Brabant Datum augustus 2016 definitief Inhoud 1 Bestuurlijke samenvatting 4 2 Inleiding 8 2.1

Nadere informatie

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties C2.ľ3b bö Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Ingekomen -6 DEC 2016 Provincie Nnnrd-Brabanţ 4120019 DIV.STAN

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld.

provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld. INGEKOîvîEf\! Gemeente Nederweer provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus 2728 6030 AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld. E-mail Telefoon Ons kenmerk 2016/99503 Uw kenmerk

Nadere informatie

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie Financieel perspectief Financiële positie Financiële uitgangspositie De ambities die we voor de komende periode hebben zijn op dit moment groter dan de financiële mogelijkheden die daarvoor beschikbaar

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.

Nadere informatie

BEGROTINGSCIRCULAIRE 2019

BEGROTINGSCIRCULAIRE 2019 BEGROTINGSCIRCULAIRE 2019 Inhoud 1. Inleiding... 3 Inzenden van uw begroting per post of digitaal... 3 Vragen over deze circulaire... 3 2. Twee vormen van toezicht... 3 Repressief toezicht... 4 Preventief

Nadere informatie

Herindelingsscan Landerd en Uden Interbestuurlijk Toezicht

Herindelingsscan Landerd en Uden Interbestuurlijk Toezicht Interbestuurlijk Toezicht Auteur Provincie Noord-Brabant Datum Juni 2019 Inhoud 1 Bestuurlijke samenvatting 4 2 Inleiding 9 2.1 Doel van de herindelingsscan 9 2.2 Onderzoeksvragen 9 2.3 Uitgangspunten

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

BEGROTINGSCIRCULAIRE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

BEGROTINGSCIRCULAIRE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN Inhoud BEGROTINGSCIRCULAIRE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN Inleiding...2 1. Proces Financieel toezicht in aanloop naar uw begroting 2018...3 2. Wij bepalen de vorm van toezicht...4 We houden repressief

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Jaarrekening 2013 Gemeente Bunnik Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Agenda Controle van de jaarrekening De voorschriften voor de jaarrekening Jaarrekeningcontrole 2013 Controle van de jaarrekening

Nadere informatie

P R O V 1 N su È F R VS l! Ä N. Doe. nr.: Class, nr. * Ingek.: AfdelirrT. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken. voor kenn isg. aangenomen/tel.

P R O V 1 N su È F R VS l! Ä N. Doe. nr.: Class, nr. * Ingek.: AfdelirrT. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken. voor kenn isg. aangenomen/tel. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Gedeputeerde Staten van Fryslan Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN Datum 18 december 2014 Betreft Begroting

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Nummer : R2017.037 Onderwerp : Vaststellen perspectiefnota 2017 Bladel Casteren Hapert Hoogeloon Netersel

Nadere informatie

Van deze gelegenheid maken wij gebruik het volgende op te merken:

Van deze gelegenheid maken wij gebruik het volgende op te merken: Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem De Raad van de gemeente Hattem Postbus 93 8050 AB HATTEM telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026)

Nadere informatie

Inzicht verkrijgen kost tijd, geen inzicht hebben kost kapitalen

Inzicht verkrijgen kost tijd, geen inzicht hebben kost kapitalen Inzicht verkrijgen kost tijd, geen inzicht hebben kost kapitalen 1 1. Korte introductie 2. Inkomsten van de gemeente 3. Uitgaven van de gemeente 4. instrument begroting 5. Begrotingscyclus 6. Controle

Nadere informatie

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen. JAARREKENING 2014 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Leeswijzer 2 Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 4

Inhoudsopgave. Leeswijzer 2 Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 4 Inhoudsopgave Leeswijzer 2 Bestuurlijke samenvatting, conclusies en aanbevelingen 4 1. Inleiding 10 1.1 Aanleiding tot de herindelingscan 10 1.2 Doel van de herindelingscan 10 1.3 Werkwijze 11 2. Financiële

Nadere informatie

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting 1. Algemene reserve (gelabeld deel) Het gelabelde deel van de algemene reserve neemt toe van 3.3 miljoen naar 5,2

Nadere informatie

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 368891 Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5 Onderwerp: Beleidsbegroting 2013-2016 Verantwoordelijk portefeuillehouder: Drs. F.P. Fakkers SAMENVATTING Vanuit

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Nieuw begrotingsresultaat

Nieuw begrotingsresultaat Portefeuille: A. van Amerongen Dronten, 22 september 2015 Financiële ontwikkeling begroting 2016-2019 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: Deze toelichting op de financiële resultaten vast

Nadere informatie

Toetsingsaspecten. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) 1 april

Toetsingsaspecten. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) 1 april Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) telefoonnummer

Nadere informatie

Gelet op het rapport van de inspecteur van de Directie Bestuur, Democratie en Financiën van 2 februari 2015;

Gelet op het rapport van de inspecteur van de Directie Bestuur, Democratie en Financiën van 2 februari 2015; DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, Directie Bestuur, Democratie en Financiën, mede namens de Staatssecretaris van Financiën,

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen 2014 Gemeente Zundert

Nota Reserves en Voorzieningen 2014 Gemeente Zundert Nota Reserves en Voorzieningen 2014 Gemeente Zundert Intern document 2014/10084 behorende bij B&W nota 2014/10024 Colofon Uitgave Mei 2014 Gemeente Zundert Markt 1 4881 CN Zundert Postbus 10.001 4880 CA

Nadere informatie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Dobbeplas; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond Nummer : 11-12.2011 Onderwerp : Wijziging artikel 10, lid 2 van de Financiële verordening gemeente Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond Korte inhoud : Actualisatie nota activabeleid gemeente

Nadere informatie

2 O MAART Aan de leden en burgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Beste leden en burgerleden van de gemeenteraad,

2 O MAART Aan de leden en burgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Beste leden en burgerleden van de gemeenteraad, Geme ~ I ~ ~ Bergen op Zoom Aan de leden en burgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 Uw kenmerk U19-004407 Uw brief Beh. door R. Bogers

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Aan de raden van de Noord-Hollandse gemeenten. Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon mw. W.J.C. de Wit-Scholten AD/KAB/IBT Telefoonnummer 023 514 4618

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

1 4 JUL Kopie aan: 9

1 4 JUL Kopie aan: 9 PROVINCIE FLEVOLAND Gemeente Lelystad Ingekomen Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD 1 4 JUL 2014 Kopie aan: 9 Postbus 55 8200 AB Lelystad Telefoon

Nadere informatie

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel ~,,~ Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 40523] Onderwerp Instemmen met het doonoeren van een stelselwijziging voor de verantwoording- en dekkingswijze van investeringen met maatschappelijk

Nadere informatie

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Wijzigingen artikelsgewijs financiële 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Algemeen Bij de opstelling van de financiële, zoals deze ter besluitvorming voorligt in de raad van 14 februari 2017, is het uitgangspunt

Nadere informatie

Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen

Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen Artikel 1 Definities Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Fido, het besluit

Nadere informatie

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Datum: 18 mei 2012 Afdeling: Bestuur, team ontwikkeling Afdelingshoofd:

Nadere informatie

Nota algemene reserve B en O en weerstandsvermogen grond- en vastgoedexploitaties versie

Nota algemene reserve B en O en weerstandsvermogen grond- en vastgoedexploitaties versie Nota algemene reserve B en O en weerstandsvermogen grond- en vastgoedexploitaties versie 26.01.2015 Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Inleiding 1.1. Aanleiding nota 3 1.2.

Nadere informatie

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Brief financieel toezicht 2017 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Kern mededeling: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Beleidslijnen reserves en voorzieningen... 4 2.1 Definities en regelgeving... 4 2.2 Toerekening van rente... 5 3. Huidige standen

Nadere informatie

Brief Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2015 over financieel toezicht: vorm en bevindingen 2016

Brief Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2015 over financieel toezicht: vorm en bevindingen 2016 Griffier van de Staten Geleidebrief informatief gja Provincie /ÿzeeland Naam voorstel 15018308 Brief Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van over financieel toezicht: vorm en bevindingen

Nadere informatie

Toezicht gemeentefinanciën Aandachtspunten (meerjaren)begroting

Toezicht gemeentefinanciën Aandachtspunten (meerjaren)begroting Toezicht gemeentefinanciën Aandachtspunten (meerjaren)begroting 2019-2022 Afdeling Bestuurszaken Provincie Fryslân Versie: 11-04-2018 Aandachtspunten (meerjaren)begroting 2019-2022 Pagina 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen JAARREKENING 2012 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort

Nadere informatie

g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx

g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx Versie 18-09-2014 Openbare Werken Beleidsplan wegen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 2 2 Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen...

Nadere informatie

Gemeente. Beoordeling begroting Samenvattend overzicht kengetallen. Maak keuze. Begroting. Maak keuze Meerjarenbegroting

Gemeente. Beoordeling begroting Samenvattend overzicht kengetallen. Maak keuze. Begroting. Maak keuze Meerjarenbegroting Behandelend ambtenaar Begroting 2014 is Meerjarenbegroting 2015-2017 is Datum vaststelling begroting 2014 Datum ontvangst begroting 2014 Maatstaven Aantal inwoners per 1-1-2014 Aantal woonruimten per 1-1-2014

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen.

De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen. januari 2012 Notitie incidentele en structurele baten en lasten Algemeen De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen.

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Verordening 212 Het algemeen bestuur van de ISD Bollenstreek besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Gedeputeerde Staten Aan de raden van de se gemeenten. Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN Uw contactpersoon mw. W.J.C. de Wit-Scholten AD/KAB/IBT Telefoonnummer

Nadere informatie

Notitie Rentebeleid 2007

Notitie Rentebeleid 2007 Notitie Rentebeleid 2007 Inhoudsopgave Inleiding 3 De positie van de nota rentebeleid 3 De werking van het marktconform percentage 3 Totaalfinanciering versus project- of objectfinanciering 4 Rentetoerekening

Nadere informatie

Begrotingscirculaire gemeenschappelijke regelingen

Begrotingscirculaire gemeenschappelijke regelingen Begrotingscirculaire 2019-2022 gemeenschappelijke regelingen Maart 2018 2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 1. Vormen van toezicht... 7 1.1 Repressief toezicht... 7 1.2 Preventief toezicht... 7 2. Toetsingsaspecten...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting Perspectiefnota 2016 Inhoudsopgave blz. I Inleiding 3 II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3 III Kaders begroting 2016 4 Bijlagen: begrotingscirculaire 2016-2019 provincie Groningen

Nadere informatie

Financiële begroting 2016

Financiële begroting 2016 Financiële begroting 2016 113 114 Voor een overzicht van de baten en lasten per programma wordt verwezen naar het overzicht opgenomen onder Begroting van Baten en Lasten in het begin van deze begroting.

Nadere informatie

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Gemeente Bussum Vaststellen Perspectiefnota 2015 Brinklaan 35 Postbus 6000 1400 HA Bussum Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5 Kadernota 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding.... 5 2 Financieel perspectief 2015-2018... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2 Algemene uitgangspunten voor de begroting.... 6 2.3 Meerjarig perspectief, bestaand beleid....

Nadere informatie

BIEO Begroting in één oogopslag

BIEO Begroting in één oogopslag BIEO 2017 Begroting in één oogopslag INLEIDING Voor u ligt de begroting in één oogopslag (BIEO) 2017 van de gemeente Wierden. Naast het begrotingsjaar 2017 wordt er aandacht geschonken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.15.0625 B.15.0625 Landgraaf, 1 april 2015 ONDERWERP: Zienswijze ontwerp begroting 2016 BsGW Raadsvoorstelnummer: 24 PROGRAMMA

Nadere informatie

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

Hoe financieel gezond is uw gemeente? Hoe financieel gezond is uw gemeente? drs. R.M.J.(Rein-Aart) van Vugt RA A.(Arie)Elsenaar RE RA 1 Hoe financieel gezond is uw gemeente? In dit artikel geven de auteurs op hoofdlijnen aan welke indicatoren

Nadere informatie

ii nun ni'ii ii i uni ii ini

ii nun ni'ii ii i uni ii ini ii nun ni'ii ii i uni ii ini B17-009885 Gemeente įfí Bergen op Zoom Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Aan Mw. Drs. E. Breebaart, afdelingshoofd Interbestuurlijk Toezicht Brabantlaan 1 Postbus 90151

Nadere informatie

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z.05833 / INT.06437 Wegbeheer 2015-2019 SMART Aanleiding De Provincie heeft in haar verdiepingsonderzoek (juni 2013) vastgesteld dat op basis van de weginspectie

Nadere informatie

Financieel onderzoek 2017 herindeling gemeenten Heerlen en Landgraaf. Provincie Limburg, januari 2017

Financieel onderzoek 2017 herindeling gemeenten Heerlen en Landgraaf. Provincie Limburg, januari 2017 Financieel onderzoek 2017 herindeling gemeenten Heerlen en Landgraaf Provincie Limburg, januari 2017 Financieel onderzoek herindeling gemeenten Heerlen en Landgraaf 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1.

Nadere informatie

III /04/2014

III /04/2014 Provincie Noord-Brabant III 10.1419815 30/04/2014 Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl Aan de raden van de gemeenten en besturen

Nadere informatie

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen) Behandelend ambtenaar gemeente Begroting 2015 is Meerjarenbegroting 2016-2018 is Datum vaststelling begroting 2015 Datum ontvangst begroting 2015 Maatstaven Aantal inwoners per 1-1-2015 Aantal woonruimten

Nadere informatie

begrotingsrichtlijnen toetsingsaspecten

begrotingsrichtlijnen toetsingsaspecten begrotingsrichtlijnen en toetsingsaspecten Aandachtspunten voor: Het opstellen van de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020-2022 Bijlage bij brief d.d. 22 februari 2018 nr. 81C98FF7 gericht aan de

Nadere informatie

Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli 2012 17 juli 2012 1 5 vertrouwelijke bijlages

Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli 2012 17 juli 2012 1 5 vertrouwelijke bijlages Raadsvoorstel Agendapunt: 16 Onderwerp risicomanagement grondexploitaties Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli 2012 17 juli 2012 1 5 vertrouwelijke bijlages Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 Raadsstuk Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders vast o.a. in de vorm van gemeentelijke verordeningen. De financiële beheersverordening

Nadere informatie

Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie

Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie 30 mei 2018 Concerncontrol Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aanbevelingen RKC 3 2 1. Inleiding De Rekenkamercommissie (RKC) heeft naar aanleiding

Nadere informatie

(pagina 3) (pagina 6)

(pagina 3) (pagina 6) JAARREKENING 2014 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Notitie weerstandsvermogen gemeente Ten Boer

Notitie weerstandsvermogen gemeente Ten Boer Notitie weerstandsvermogen gemeente Ten Boer 1. Inleiding In 2008 heeft Aniek Geerts, student Master of Business Administration met begeleiding vanuit de Rijksuniversiteit Groningen door de heer B.J.W.Pennink

Nadere informatie

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN Gemeente Nieuwkoop Afdeling Bedrijfsvoering April 2017 1 Inhoud 1. BEGRIPPEN EN KADERS... 4 ARTIKEL 1.1 RESERVES... 4 ARTIKEL 1.2 VOORZIENINGEN... 4 ARTIKEL 1.3 RENTE...

Nadere informatie

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751 Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 07/03/2014 14ink03751 ^ iiii ~ provincie Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem De Raad van de gemeente Oude

Nadere informatie

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 18/12/2014 14ink18939

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 18/12/2014 14ink18939 Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 18/12/2014 provincie 14ink18939 De Raad van de gemeente Oude IJsselstreek Postbus 42 7080 AA GENDRINGEN Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem telefoonnummer

Nadere informatie

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen Financiële verordening gemeente Achtkarspelen De raad van de gemeente Achtkarspelen; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van @; gelet op artikel 212 van de gemeentewet en

Nadere informatie

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard 11 DECEMBER 2014 provincie HOLLAND ZUID De raad van de gemeente MOLENWAARD Postbus 5 2970 AA BLESKENSGRAAF Gemeente Molenwaard N OW N Gedeputeerde Staten Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten

Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eijsden-Margraten. Nr. 180003 20 december 2016 Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten 1 Inleiding De nota reserves en voorzieningen dient conform

Nadere informatie