Welstandsnota Littenseradiel Actualisatie 2014 (herijkt in 2016 voor deelgebied 6)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welstandsnota Littenseradiel Actualisatie 2014 (herijkt in 2016 voor deelgebied 6)"

Transcriptie

1 Welstandsnota Littenseradiel Actualisatie 0 (herijkt in 0 voor deelgebied )

2

3 Projectnummer Vastgesteld 0 november 0 Op november 0 herijkt voor deelgebied

4

5 VOORWOORD Voor u ligt de herziene welstandsnota van de gemeente Littenseradiel. Welstand betekent je goed voelen of welbevinden. Dit toepassend op onze leefomgeving wil zeggen dat we genoegen willen beleven aan die omgeving. Dit houdt ook in dat we daar de verantwoordelijkheid voor moeten nemen. Om dat concreet te maken is best moeilijk, want hoe bepaal je wat aan onze bebouwde omgeving als mooi wordt ervaren. Een omgeving die mede wordt bepaald door de som van de bebouwde delen. In de afgelopen jaren zijn alle bouwplannen aan welstandseisen getoetst. Dat ging goed, maar we denken wel dat het wat vrijer kan. Daarom wordt in deze welstandsnota meer ruimte geboden voor welstandsvrije gebieden en hebben we de focus meer verlegd naar de zichtbaarheid vanaf de openbare weg. Daarnaast blijft het van belang dat plannenmakers kennis nemen van de inhoud van dit document en zich voldoende realiseren dat goede vormgeving belangrijk is voor de kwaliteit van ieders eigen omgeving én voor de gemeente als geheel. We willen immers graag genoegen beleven aan onze leefomgeving.

6

7 INHOUD INLEIDING. Waarvoor dient de Welstandsnota?. Hoe verhoudt deze nota zich tot ander beleid?. Wanneer is welstandstoetsing noodzakelijk?. Hoe vindt de welstandstoetsing plaats?. Welke criteria zijn in de nota opgenomen?. Wanneer wordt de excessenregeling toegepast?. Hoe is deze nota opgebouwd? Er zijn criteria opgesteld voor de volgende gebieden: 0 Dorpskernen (beschermd) 0 Dorpskernen 0 0 Lintbebouwing 0 Bebouwing rond 0 Nieuwbouw 0 Bedrijventerrein 0 Bijzonder openbaar groengebied 0 0 Landelijk gebied WELSTANDSCRITERIA VOOR KLEINE BOUWPLANNEN. Wanneer worden deze criteria toegepast?. Hoe zijn de criteria opgebouwd?. Hoe vindt de welstandstoetsing plaats? Er zijn criteria opgesteld voor de volgende bouwplannen: KB Ruimtelijk ondergeschikte bouwwerken, aangebouwd KB Ruimtelijk ondergeschikte bouwwerken, vrijstaand KB Dakkapellen aan de voorkant KB Kozijn- en gevelwijzigingen 0 KB Erfafscheidingen KB Walbeschoeiingen KB Zonnecollectoren en zonnepanelen GEBIEDSGERICHTE WELSTANDSCRITERIA. Welke criteria zijn van toepassing?. Hoe worden de criteria toegepast?. Hoe vindt de welstandstoetsing plaats? OBJECTGERICHTE CRITERIA. Welke criteria zijn van toepassing?. Hoe worden de criteria toegepast?. Hoe vindt de welstandstoetsing plaats? Er zijn criteria opgesteld voor de volgende objecten: OT Historische boerderijen OT Karakteristieke/MIP-panden 0 OT Bijzondere stalvormen bij boerderijen OT Vergistingsinstallaties en vergelijkbare bouwwerken OT Paardenbakken, paddocks, longeercirkels en trainingsmolens OT Reclame op bedrijventerreinen 0 OT Reclame buiten bedrijventerreinen OT (Schotel)antennes/GSM Masten

8 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA. Waarom algemene welstandscriteria?. Algemene welstandscriteria EXCESSENREGELING. Wat is de excessenregeling?. Wat zijn excessen? BIJLAGEN Bijlage - Begrippenlijst Bijlage - MIP-lijst Bijlage - Welstandsbeleidskaart

9 INLEIDING. WAARVOOR DIENT DE WELSTANDSNOTA? Het welstandsbeleid van Littenseradiel is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid het belang van een aantrekkelijke bebouwde omgeving dient te behartigen. De gevels van gebouwen en andere bouwwerken vormen samen met de openbare ruimte de dagelijkse leefomgeving van de mensen in Littenseradiel. Dat betekent dat de verschijningsvorm van een bouwwerk geen zaak is van de eigenaar alleen; elke voorbijganger wordt ermee geconfronteerd, of hij nu wil of niet. Een aantrekkelijke, goed verzorgde omgeving verhoogt bovendien de waarde van het onroerend goed en versterkt het vestigingsklimaat. Het doel van het welstandstoezicht is om, in alle openheid, een bijdrage te leveren aan de belevingswaarde van de gemeente Littenseradiel. Uitgangspunt daarbij is dat met het opstellen van welstandsbeleid de gemeente een helder, controleerbaar en klantgericht welstandstoezicht levert. Burgers, ondernemers en ontwerpers worden in een vroeg stadium geïnformeerd over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen.. HOE VERHOUDT DEZE NOTA ZICH TOT ANDER BELEID? Welstandsbeleid is eigenlijk de finishing touch van het ruimtelijk beleid: het ligt in het verlengde van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke beleidsstukken. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken. Bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan geeft, kunnen niet door welstandscriteria (of een beeldkwaliteitsplan) worden tenietgedaan. De architectonische vormgeving wordt exclusief door de welstandsnota geregeld. Het welstandsadvies kan zich richten op de gekozen invulling binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. In een situatie waarin een bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan, kan toch een negatief welstandsadvies worden gegeven als de gekozen architectonische oplossing te sterk afbreuk doet aan de ruimtelijke beleving van het betreffende gebied. Uiteraard moet in zo n geval de welstandsnota daartoe de argumentatie leveren. Welstandsnota Voor nieuw te ontwikkelen gebieden of gebieden die ingrijpend worden veranderd, zijn of worden specifieke welstandscriteria opgesteld. Deze hebben hetzelfde doel als de welstandsnota en vormen ook een toetsingskader voor welstand. Wanneer een (her)ontwikkeling is gerealiseerd, vervallen de specifieke welstandscriteria en wordt de welstandsnota het toetsingskader. De gemeente bepaalt het moment waarop dit plaatsvindt. De specifieke welstandscriteria maken vanaf het moment van vaststelling door de gemeenteraad, tot het moment dat deze komt te vervallen, onderdeel uit van de welstandsnota. Beschermde stads- en dorpsgezichten en monumenten De gemeente beschikt over een monumentenverordening op grond waarvan ze haar wettelijke taken kan uitvoeren. De gemeente heeft van rijkswege beschermde dorpsgezichten, namelijk Easterein, Húns, Lytsewierrum, Mantgum, Rien en Weidum. In de gemeente Littenseradiel staan Rijksmonumenten (peildatum 0-0-0, informatie RCE). Op grond van de bouwverordening is de adviserende taak van de gemeentelijke monumentencommissie ondergebracht bij de monumentencommissie van Hûs en Hiem. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op oktober 00 zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden.

10 Met deze wet heeft de wetgever de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen vergroot. De Wabo en het Bor geven aan welke bouwplannen (en welke andere activiteiten) vergunning-plichtig zijn en vormen daarmee de basis voor de welstandstoetsing (zie paragraaf.). Alleen vergunningplichtige bouwwerken kunnen vooraf op welstand worden getoetst.. WANNEER IS WELSTANDSTOETSING NOODZAKELIJK? De noodzaak van welstandstoetsing is afhankelijk van het type bouwwerk. Vergunningvrije bouwwerken (artikel, bijlage II van het Bor) De eerste categorie bouwplannen zijn de kleinschalige ingrepen in het achtererfgebied. In alle gevallen zijn er op grond van het Bor voorwaarden aan verbonden, met name over de omvang! Het bestemmingsplan vormt voor deze categorie bouwwerken geen toetsingskader. Dergelijke bouwplannen worden niet getoetst aan welstandscriteria, maar is het gebouw een exces, dan kan de gemeente wel ingrijpen. Vergunningvrije bouwwerken onder voorwaarden (artikel, bijlage II van het Bor) Onder deze categorie vallen de bouwplannen die vergunningvrij zijn als ze voldoen aan de voorwaarden uit artikel, bijlage II van het Bor en passen binnen de regels van het geldende bestemmingsplan (of andere planologische regeling Dergelijke bouwplannen worden niet getoetst aan welstandscriteria, maar is het gebouw een exces, dan kan de gemeente wel ingrijpen. Vergunningplichtige bouwwerken Is het plan niet vergunningvrij, dan is er sprake van een regulier bouwplan en moet er een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk worden aangevraagd. Dergelijke plannen worden door de gemeente aan verschillende beleidsdocumenten en wet- en regelgeving getoetst, waaronder het bestemmingsplan (zie paragraaf.). Een vergunningplichtig bouwplan wordt vooraf op welstand getoetst, tenzij er sprake is van een welstandsvrij regime.. HOE VINDT DE WELSTANDSTOETSING PLAATS? Van een aantal typen veel voorkomende kleine bouwplannen (hoofdstuk ) vindt de welstandstoets ambtelijk plaats. Voor alle andere bouwplannen hebben Burgemeester en wethouders de advisering opgedragen aan de welstandscommissie van Hûs en Hiem. Dit betekent dat een onafhankelijke commissie de bouwplannen beoordeelt aan de hand van de redelijke eisen van welstand. De in deze nota geformuleerde welstandscriteria vormen daarvoor het toetsingskader. De welstandscommissie vergadert openbaar. Bij de bespreking van een bouwplan zijn de betrokkenen in de gelegenheid hun standpunt naar voren te brengen. Nadat de standpunten over het bouwplan zijn geïnventariseerd en toegelicht stelt de welstandscommissie het advies vast. De welstandscommissie komt niet altijd tijdens de vergadering tot een advies. Het kan voorkomen dat de commissie het noodzakelijk acht om eerst ter plaatse te gaan kijken, alvorens een advies wordt uitgebracht. Ook kan het voorkomen dat de meningen binnen de commissie zijn verdeeld. In dat geval wordt het plan beoordeeld door een uitgebreide welstandscommissie. De vergaderingen van deze commissie vinden in Leeuwarden plaats. Ook deze bijeenkomsten zijn openbaar.. WELKE CRITERIA ZIJN IN DE NOTA OPGENOMEN? De welstandsnota maakt onderscheid in vier soorten criteria. Criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen Deze criteria zijn opgesteld voor enkele typen veel voorkomende kleine bouwplannen. Deze criteria zijn zo concreet mogelijk geformuleerd en zijn voor het gehele gemeentelijke grondgebied gelijk (zie hoofdstuk ). De beoordeling wordt door de gemeente zelf gedaan op grond van de zogenaamde KAN-bepaling. Met de KAN-bepaling is de verplichting opgeheven om de welstandsadvisering door een onafhankelijke en deskundige commissie uit te laten brengen. De advisering mag ook ambtelijk worden afgedaan. De gemeente Littenseradiel maakt hiervan gebruik voor enkele typen veel voorkomende kleine bouwplannen.

11 De kern van de werkwijze is de gedachte dat de ambtelijke welstandstoetsing van kleine bouwplannen mogelijk is wanneer daarvoor meetbare criteria zijn vastgesteld. Gebiedscriteria voor reguliere bouwplannen De gebiedscriteria (zie hoofdstuk ) gelden voor alle reguliere bouwplannen en zijn verschillend per gebied. Het hele gemeentelijke grondgebied is ingedeeld in welstandsgebieden. Een welstandsgebied vertoont samenhang in de verschijningsvorm van de bebouwing, in de stedenbouwkundige opzet of in het type landschap. De gebiedscriteria dagen de planindieners uit zich bij het ontwerpen te laten inspireren door de beschreven kenmerken van de omgeving. Objectgerichte criteria voor specifieke bouwwerken De objectgerichte criteria gelden voor de bouwwerken die beeldbepalend of karakteristiek zijn en/of voorkomen in de gemeente Littenseradiel. Deze criteria zijn aanvullend op de gebiedsgerichte criteria (zie hoofdstuk ). Hardheidsclausule Het kan voorkomen dat de criteria in de hoofdstukken t/m ontoereikend of te beperkend zijn. Het kan gebeuren dat een plan wel voldoet aan redelijke eisen van welstand, maar niet aan de beschreven criteria. De welstandscommissie kan dan gebruik maken van de zogenaamde hardheidsclausule. In dat geval motiveert zij op basis van algemene criteria (hoofdstuk ) dat een plan voldoet en uitstijgt boven de vastgestelde criteria. Daarmee kan een bouwplan geheel op zichzelf, op het eigen architectonische vakmanschap worden beoordeeld. De algemene welstandscriteria kunnen niet te pas en te onpas worden gebruikt. Ze zijn voor de onverwachte, experimentele of opvallende bouwwerken met een overtuigende vormgeving die een positieve bijdrage levert aan de omgeving.. WANNEER WORDT DE EXCESSENREGELING TOEGEPAST? Achteraf kunnen gebouwen die in extreme mate afwijken van de normale gang van zaken (excessen) worden onderworpen aan een beoordeling. Het moet dan gaan om bouwwerken waarvan de negatieve invloed op de omgeving breed wordt gedragen. In het kader van de aanpak van bijvoorbeeld vervallen panden gaat het niet om een actief handelen, maar om een nalaten. Het pand wordt niet onderhouden en/of verwaarloosd. Ook hierdoor kan afbreuk worden gedaan aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. De excessenregeling (hoofdstuk ) voorziet dan achteraf in het ongedaan maken of herstellen van de schadelijke gevolgen van het betreffende bouwwerk. Burgemeester en wethouders kunnen de eigenaar aanschrijven en het bouwwerk laten verwijderen of aanpassen. Om te voorkomen dat men achteraf wordt geconfronteerd met de excessenregeling, kan de eigenaar van het te bouwen vergunningvrije bouwwerk toch laten toetsen door welstand, de vrijwillige welstandstoets.. HOE IS DEZE NOTA OPGEBOUWD? De nota bestaat uit zes hoofdstukken. In de navolgende hoofdstukken wordt het welstandsbeleid van de gemeente vertaald naar criteria. Hoofdstuk bevat de criteria voor een aantal typen veel voorkomende kleine bouwplannen. In hoofdstuk komen per welstandsgebied de gebiedscriteria aan bod. Vervolgens wordt in hoofdstuk ingegaan op de objectgerichte criteria. Hoofdstuk geeft de algemene criteria. In het laatste hoofdstuk is de excessenregeling opgenomen. De nota bevat drie bijlagen.

12

13 WELSTANDSCRITERIA VOOR KLEINE BOUWPLANNEN. WANNEER WORDEN DEZE CRITERIA TOEGEPAST? De gemeente heeft voor de onderstaande zeven typen veel voorkomende kleine bouwplannen heldere en meetbare eisen opgesteld. KB Ruimtelijk ondergeschikte bouwwerken, aangebouwd KB Ruimtelijk ondergeschikte bouwwerken, vrijstaand KB Dakkapellen aan de voorkant KB Kozijn- en gevelwijzigingen KB Erfafscheidingen KB Walbeschoeiingen KB Zonnecollectoren en zonnepanelen Bij een vergunningvrij bouwwerk vindt (vooraf) geen welstandstoetsing plaats. Een vergunningvrij bouwwerk mag niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Dat betekent dat als de gemeente van mening is dat er sprake is van een extreem afwijkend gebouw, er kan worden opgetreden op grond van de excessenregeling (zie hoofdstuk ). De gemeente kan dan op grond van de Woningwet de eigenaar verplichten het bouwwerk aan te passen of te slopen. Om dit soort situaties te voorkomen, is het verstandig om als initiatiefnemer van een vergunningvrij bouwplan de criteria voor kleine bouwplannen vooraf te raadplegen. Voldoet uw bouwwerk daaraan, dan zal er geen sprake zijn van een exces.. HOE ZIJN DE CRITERIA OPGEBOUWD? De eisen zijn dusdanig concreet, dat er geen misverstand over kan bestaan hoe er moet worden gebouwd om aan deze welstandseisen te voldoen. De criteria kunnen niet of nauwelijks individueel geïnterpreteerd worden en zijn daarmee niet voor discussie vatbaar.. HOE VINDT DE WELSTANDSTOETSING PLAATS? De welstandstoetsing van de veel voorkomende kleine bouwplannen wordt op grond van de KAN-bepaling in principe ambtelijk afgehandeld. In de volgende situatie zal een plan echter aan de Welstandscommissie voorgelegd worden: - Bij twijfel over de toepasselijkheid van de criteria of in bijzondere situaties. - Indien de toetsing niet leidt tot een positief advies. - Indien de aanvrager daarom verzoekt. - In geval van bezwaar, beroep of verzoek om heroverweging. - In geval van een beschermd stads- of dorpsgezicht, een beschermd monument en/of een beeldbepalend/karakteristiek pand. NB. De hier genoemde criteria gelden niet voor monumenten en situaties in beschermde dorpsgezichten en/of karakteristieke/mip-panden.

14 KB RUIMTELIJK ONDERGESCHIKTE BOUWWERKEN, AANGEBOUWD Toelichting Een aangebouwd, ruimtelijk ondergeschikt bouwwerk is in het algemeen niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Voldoet een aangebouwd, ruimtelijk ondergeschikt bouwwerk niet aan onderstaande criteria of is er sprake van een bijzondere situatie of gerede twijfel aan de toepasselijkheid van de criteria, dan wordt de vergunningsaanvraag voor advies aan de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit voorgelegd. In geval van een beschermd monument of een beschermd dorpsgezicht zal de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit altijd om advies worden gevraagd. Dit geldt ook voor karakteristieke/mippanden. Standaardplan - Het plan komt in plaatsing en vormgeving, overeen met een eerder vergund plan in een vergelijkbare situatie, aangevraagd na juli 00. Algemeen - In maat, schaal en verschijningsvorm ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Plaatsing - Niet in het voorerfgebied. - Afstand tot voorgevellijn (AtV, zie afbeelding), volgens het -principe: - Indien bijbehorend bijgebouw (B) minder dan meter breed is, minimaal gelijk aan breedte - Indien bijbehorend bijgebouw (B) meer dan meter breed is, minimaal meter. Vorm - Vormt een eenheid met mogelijk bestaande bijbehorende bijgebouwen. - Overwegend rechthoekige plattegrond. - Plat dak of een van het hoofdgebouw afgeleide kapvorm. Maatvoering - Goothoogte/hoogte plat dak: - Maximaal 0, m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw én maximaal gelijk aan goot/dakrand hoofdgebouw, indien daaraan grenzend. - Voor zover geen hoeksituatie, mag de diepte ten opzichte van de achtergevel van het hoofdgebouw maximaal meter zijn, voor zover gelegen binnen een afstand van meter van de zijdelingse erfgrens. - Totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken maximaal 00% van oppervlakte hoofdgebouw. Materiaal- en kleurgebruik - De naar de openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijde: - Steen: gelijk aan hoofdgebouw. - Hout of gelijkwaardig: naturel vergrijzend of gedekte, donkere kleur. - Het naar het voorerf gekeerde gevelvlak dient een gevelopening te bevatten met een oppervlakte van minimaal 0% van het totale gevelvlak. De gevelopening kan bestaan uit een raam, toegangsdeur of garagedeur.

15 KB RUIMTELIJK ONDERGESCHIKTE BOUWWERKEN, VRIJSTAAND Toelichting Een vrijstaand, ruimtelijk ondergeschikt bouwwerk is in het algemeen niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Voldoet een vrijstaand, ruimtelijk ondergeschikt bouwwerk niet aan onderstaande criteria of is er sprake van een bijzondere situatie of gerede twijfel aan de toepasselijkheid van de criteria, dan wordt de vergunningsaanvraag voor advies aan de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit voorgelegd. In geval van een beschermd monument of een beschermd dorpsgezicht zal de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit altijd om advies worden gevraagd. Dit geldt ook voor karakteristieke/mippanden. Standaardplan - Het plan komt in plaatsing en vormgeving, overeen met een eerder vergund plan in een vergelijkbare situatie, aangevraagd na juli 00. Algemeen - In maat, schaal en verschijningsvorm ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Plaatsing - Niet in het voorerfgebied. - Afstand tot voorgevellijn (AtV, zie afbeelding), volgens het principe. Indien de afstand van de zijgevel van het hoofdgebouw tot de buitenste contour van het bijgebouw of overkapping (AtZ) minder dan meter bedraagt, minimaal gelijk aan deze maat, anders minimaal meter. Vorm - Vormt een eenheid met mogelijk bestaande bijbehorende bouwwerken. - Overwegend rechthoekige plattegrond. Maatvoering - Goothoogte/hoogte plat dak: - Maximaal 0, meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, en: - Maximaal gelijk aan de goot/dakrand hoofdgebouw indien daaraan grenzend. - Totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken maximaal 00% van oppervlakte hoofdgebouw. Materiaal- en kleurgebruik - Het naar het voorerf gekeerde gevelvlak: - Steen: gelijk aan hoofdgebouw. - Hout of gelijkwaardig naturel of gedekte, donkere kleur. - Het naar het voorerf gekeerde gevelvlak dient een gevelopening te bevatten met een oppervlakte van min. 0% van het totale gevelvlak. De gevelopening kan bestaan uit een raam, toegangsdeur of garagedeur.

16 KB DAKKAPELLEN AAN DE VOORKANT Op voordakvlak of naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak Toelichting Een dakkapel aan een voorkant is in het algemeen niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Voldoet een dakkapel aan een voorkant niet aan onderstaande criteria of is er sprake van een bijzondere situatie of gerede twijfel aan de toepasselijkheid van de criteria, dan wordt de vergunningsaanvraag voor advies aan de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit voorgelegd. In geval van een beschermd monument of een beschermd dorpsgezicht zal de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit altijd om advies worden gevraagd. Dit geldt ook voor karakteristieke/mip-panden. Voor dakkapellen op boerderijen wordt verwezen naar de objectgerichte criteria (zie OT Boerderijen). Standaardplan - Het plan komt in plaatsing en vormgeving, overeen met een eerder vergund plan in een vergelijkbare situatie, aangevraagd na juli 00. Algemeen - De dakkapel is een ondergeschikte toevoeging aan het hoofdgebouw. - Geen dakkapel op bijbehorende bouwwerken. - Geen dakkapel in dakvlak met dakhelling minder dan 0 (afbeelding ). - Bij een zadeldak met wolfseind (afbeelding ), geen dakkapel in een wolfeind toegestaan. - Geen dakkapel hoog in het dakvlak toepassen; dus niet in of nabij de nok van een lessenaarsdak, een zadeldak op een vliering (afbeelding ) of een asymmetrische kap (afbeelding ). - Twee dakkapellen boven elkaar zijn niet toegestaan (afbeelding en ). - Bij een mansardedak is een dakkapel alleen toegestaan in het onderste deel van het dakvlak (afbeelding ). Plaatsing - Maximaal dakkapel per woning per dakvlak. - Bij meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok regelmatige rangschikking op horizontale lijn. - Bij vrijstaande woning en rijenwoning in het midden van het dakvlak, tenzij afwijkend standaardplan. - Bij twee-onder-een-kapwoning: symmetrisch t.o.v. de gezamenlijke bouwmuur. - Minimaal meter dakvlak boven en ter weerszijden van de dakkapel, ook ten opzichte van hoek- en kilkepers en woningscheidende bouwmuren. - Verticale afstand van dakvoet tot onderzijde dakkapel 0, tot, meter. Vorm - Plat afgedekt. - Bij een mansardekap is een schuin afgedekte dakkapel ook mogelijk. - In beide gevallen dient de bovenaansluiting met het dakvlak op de knik van het dakvlak plaats te vinden (afbeelding ). Maatvoering - Hoogte van voet dakkapel tot bovenzijde boeiboord/daktrim maximaal 0% van de verticale hoogte van het dakvlak, met een maximum van, meter. Bij meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok, gelijke hoogte en breedte. - Breedte maximaal 0% van de breedte van het dakvlak met een maximum van meter, gemeten tussen eindgevels of midden woningscheidende bouwmuren. Bij hoekkepers, zoals deze voorkomen bij een schild-, tent- of piramidedak (afbeelding ), meten aan bovenzijde van de dakkapel. Bij kilkepers meten aan de onderzijde van de dakkapel.

17 Materiaal- en kleurgebruik - Afgestemd op hoofdgebouw. - Onder glasvlak(ken) geen dichte panelen of borstwering. - Detaillering binnen eenzelfde rij of bouwblok identiek.

18 KB KOZIJN- EN GEVELWIJZIGINGEN In de voorgevel of in de aan het openbaar toegankelijk gebied grenzende zijgevel Toelichting Van een kozijn- en gevelwijziging is sprake wanneer een kozijn, venster, raam, deur of gevelpaneel wordt verplaatst of er iets aan de vorm, de afmeting, de indeling of het materiaal wordt veranderd. Voor deze categorie kan ook onder voorwaarden welstandsvrij worden gebouwd. Voldoet u niet aan alle aspecten aan de welstandsvrije voorwaarden, dan is een kozijn- en gevelwijziging in het algemeen niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Voldoet een kozijn- en gevelwijziging aan de voorgevel niet aan onderstaande criteria of is er sprake van een bijzondere situatie of gerede twijfel aan de toepasselijkheid van de criteria, dan wordt de vergunningsaanvraag voor advies aan de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit voorgelegd. In geval van een beschermd monument of een beschermd dorpsgezicht zal de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit altijd om advies worden gevraagd. Dit geldt ook voor karakteristieke/mip-panden. Standaardplan - Het plan komt in plaatsing, vormgeving en indeling overeen met een eerder vergund plan in een zelfde soort situatie, aangevraagd na juli 00. Plaatsing - Afgestemd op de bestaande verhoudingen in de (aansluitende) gevel(s). Vorm - Afgestemd op de bestaande verhoudingen in de (aansluitende) gevel(s). - De bestaande (horizontale of verticale) gevelgeleding blijft gehandhaafd. - Bij vervanging van een (garage)deur door een pui: geen gemetselde borstwering. - Bij wijziging van de indeling van raamkozijnen: gelijke kozijnen gelijktijdig wijzigen. Maatvoering - Afgestemd op de bestaande verhoudingen in de (aansluitende) gevel(s). - Profielmaten gelijk aan bestaande kozijnonderdelen. - Oorspronkelijke maatvoering kozijn en ramen behouden. - Nieuwe gevelopeningen in de zijgevel mogelijk voor een kozijn van maximaal m². Materiaal- en kleurgebruik - Afgestemd op (aansluitende) gevel en bestaande gevelopeningen. - Bij vervanging van houten kozijnen door kunststof kozijnen het oorspronkelijke profiel toepassen. - Geen opvallend en/of contrasterend kleurgebruik (uitgangspunt is traditioneel kleurgebruik). 0

19 KB ERFAFSCHEIDINGEN Grenzend aan openbaar toegankelijk gebied Toelichting Een erf- of perceelsafscheiding kan een tuinmuur of schutting zijn van beton of hout, maar ook een vlechtscherm of een andere kant-en-klare erfafscheiding zijn bouwwerken die vergunningplichtig kunnen zijn. Echter in veel gevallen zal de erfafscheiding vergunningsvrij mogen worden geplaatst. De meeste bestemmingsplannen maken andere schuttingen, dan wettelijk vergunningsvrij niet mogelijk. Maatvoering - Afgestemd op een aansluitende erfafscheiding. - Hoogte maximaal meter als de erfafscheiding wordt geplaatst op het voorerf. - Hoogte maximaal meter als de erfafscheiding wordt geplaatst op het achtererf. Standaardplan - Het plan komt in vormgeving, indeling, materiaal en kleur overeen met een eerder vergund plan op het aansluitend perceel, aangevraagd na juli 00. Plaatsing - Afgestemd op een aansluitende erfafscheiding. - Geplaatst op de erfgrens. - In één lijn. Vorm - Afgestemd op een aansluitende erfafscheiding. - Meeontworpen met de gevels van het hoofdgebouw (of eventuele bijgebouwde bouwwerken) heeft de voorkeur. - Volledig te begroeien gazen, roosters, houten delen of hekwerken. - Metalen/houten stijlen met (begroeid) open gaaswerk. - Gemetselde penanten in combinatie met houten delen of metalen roosters. Materiaal- en kleurgebruik - Afgestemd op de woning en de omgeving. - Hout, naturel vergrijzend of baksteen. - Metselwerk overeenkomstig het hoofdgebouw (of eventuele bijgebouwde bouwwerken). - Stijlen, palen en houten delen geschilderd in donkere kleuren (groen of bruin). - Geïmpregneerde houten delen/schuttingen zijn toegestaan indien deze (binnen een jaar) een groene uitstraling krijgen door begroeiing met beplanting. - Geen beton, kunststof, golfplaten, damwandprofielplaten, rietmatten of vlechtschermen. - Geen felle en/of contrasterende kleuren. Metselwerk i.c.m. gaaswerk en begroeiing. Begroeide houten delen.

20 KB WALBESCHOEIINGEN Toelichting Een walbeschoeiing is een loodrechte wand van hout of steen, bedoeld om een afscheiding te vormen tussen grond en water. Plaatsing - Maximaal 0 cm boven het aansluitend normaal waterpeil. Vorm - Afgestemd op de eventueel aansluitende walbeschoeiing. Maatvoering - Afgestemd op de eventueel aansluitende walbeschoeiing. Materiaal- en kleurgebruik - Hout, baksteen of kunststof elementen met het verschijningsvorm van hout. - Donkere kleurtint en/of structuur en kleur van blank/behandeld hout.

21 KB ZONNECOLLECTOREN EN ZONNEPANELEN Informatieve criteria Toelichting Zonnecollectoren en zonnepanelen mogen in veel gevallen vergunningsvrij worden aangebracht. De onderstaande criteria voor zonnecollectoren en zonnepanelen zijn informatief en opgesteld om een goede plaatsing te stimuleren. Plaatsing - Schuin dak: - De zonnecollectoren en/of zonnepanelenmoeten in of direct op het dakvlak plaatsen. - De hellingshoek van de zonnecollectoren en/of zonnepanelen is hetzelfde als die van het dakvlak waarop het staat. - De zonnecollectoren en/of zonnepanelen zijn op minimaal meter afstand van de nok, dakrand, goot, dakramen en/of dakkapellen aangebracht. - De zonnecollectoren en zonnepanelen regelmatig ordenen op een lijn en/of in de vorm van een rechthoek of een vierkant. - De zonnecollectoren en zonnepanelen niet rondom een dakraam of dakkapel aanbrengen. - De plaatsing van de zonnecollectoren en zonnepanelen vertoont samenhang met dakramen, dakkapellen, schoorstenen, afvoerkanalen, antennes etc. - Plat dak: - De zonnecollectoren of zonnepanelen zijn ten minste net zo ver verwijderd van de dakrand als de zonnecollectoren of zonnepanelen hoog zijn. Is het hoogste punt van de zonnecollector bijvoorbeeld 0 cm, dan moet de afstand tot de dakrand(en) ook minimaal 0 cm zijn. Vorm - Afgestemd op de context van het gebied. - Herhaling van uniforme exemplaren. Materiaal- en kleurgebruik - Afgestemd op de context van het gebied.

22

23 GEBIEDSGERICHTE WELSTANDSCRITERIA. WELKE CRITERIA ZIJN VAN TOEPASSING? De gebiedsgerichte welstandscriteria worden toegepast op basis van het gebiedstype waarin een aanvraag is gesitueerd. Op grond van de ruimtelijke ontwikkeling en veldwaarnemingen is een indeling gemaakt naar ruimtelijk en functioneel samenhangende gebiedsdelen. In Littenseradiel zijn de onderstaande typen welstandsgebieden onderscheiden (zie welstandsbeleidskaart in bijlage ). 0 Dorpskernen (beschermd) 0 Dorpskernen (bijzonder welstandsgebied) 0 Lintbebouwing (bijzonder welstandsgebied) 0 Bebouwing rond (bijzonder welstandsgebied) 0 Nieuwbouw (welstandsvrij tenzij nog een BKP geldt) 0 Bedrijventerrein (regulier welstandsgebied) 0 Bijzonder openbaar groengebied (regulier welstandsgebied) 0 Landelijk gebied (regulier welstandsgebied). HOE WORDEN DE CRITERIA TOEGEPAST? Voor elk type gebied is een beoordelingskader opgesteld, waarin steeds de volgende onderdelen aan de orde komen: - Een korte beschrijving van het gebiedstype. - Een samenvatting van het beleid, de aanvullende beleidsinstrumenten die de gemeente inzet, de te verwachten en/of gewenste ontwikkelingen en de waardering voor het gebied. - De voor het gebied geldende welstandsambitie. - De welstandscriteria. De kenmerkende aspecten van de bebouwing zijn als criteria omschreven, onderverdeeld naar plaatsing, hoofdvorm, aanzichten en opmaak. Plaatsing gaat over de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de weg en hoofdvorm betreft de massaopbouw en de vormgeving van de bouwmassa s. Aanzichten gaat over de indeling van de gevels en opmaak gaat over de detaillering en het kleur- en materiaalgebruik. Per gebied is een algemene beleidsintentie aangegeven. Deze intentie vloeit voort uit het ambitieniveau voor het betreffende gebied. Vervolgens is per criterium aangegeven of het criterium of kenmerk gehandhaafd dient te blijven of dat het gerespecteerd dient te worden of dat het incidenteel veranderbaar is. Handhaven betekent het behouden van hetgeen als kenmerk van een gebied is aangeduid. Andere ontwikkelingen ten aanzien van dat criterium/kenmerk worden niet mogelijk geacht. Respecteren daarentegen biedt meer ruimte voor veranderingen, omdat de criteria gerespecteerd dienen te worden, zonder daarmee nieuwe ontwikkelingen direct op slot te zetten. Respecteren betekent wel dat de hoofdkarakteristiek van een gebied gehandhaafd dient te blijven. Incidenteel veranderbaar betekent dat wijzigingen best mogelijk zijn. Op het criteriumniveau betekent dit dat het criterium niet heilig is, maar dat het een leidraad biedt voor nieuwe ontwikkelingen, terwijl een andere richting ook (incidenteel) goed mogelijk wordt geacht.

24 . HOE VINDT DE WELSTANDSTOETSING PLAATS? De bouwplannen worden altijd aan de welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling de criteria interpreteert in het licht van het concrete bouwplan. Niet elk plan wordt even zwaar getoetst door de Welstandscommissie. De zwaarte van de toetsing is afhankelijk van de welstandsambitie. Het vaststellen van de welstandsambitie is dan ook een cruciaal element van het welstandsbeleid. De kwaliteit van de gebieden, het gevoerde ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de verwachtte ontwikkelingen zijn bepalend. De hierna volgende vier welstandsambities zijn mogelijk: - Door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht. Deze aangewezen gezichten worden van algemeen belang geacht wegens de schoonheid, de onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel de wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde. - Bijzonder welstandsgebied. Het gaat hier om de gebieden waar extra aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit wenselijk wordt geacht en de gemeente naast het welstandstoezicht ook aanvullende beleidsinstrumenten inzet (of dit in de nabije toekomst zal doen). - Regulier welstandsgebied. Deze gebieden kunnen afwijkingen van de bestaande ruimtelijke structuur en ingrepen in de architectuur van de gebouwen zonder al te veel problemen verdragen. - Welstandsvrij gebied. In deze gebieden wordt het welstandstoezicht niet van toepassing verklaard. Wanneer sprake is van (her)ontwikkeling, vormt het beeldkwaliteitsplan het toetsingskader in de ontwikkelfase. De toetsing vindt plaats door de Welstandscommissie. De welstandsnota vormt het toetsingskader vanaf het moment dat een ontwikkeling deels of geheel is gerealiseerd.

25

26 0 BESCHERMD DORPSGEZICHT (RBG) Gebiedsbeschrijving De kernen waar het hier om gaat zijn de beschermde dorpsgezichten van Easterein, Húns, Lytsewierrum, Mantgum, Rien en Weidum. In de ruimtelijke structuur zijn er tussen de dorpen enkele verschillen. Het zijn vrijwel van oorsprong alle terpdorpen. Kenmerkend voor Mantgum is de Frijplaats, een grote groene open ruimte grenzend aan de kerk. De oude kernen van Weidum en Húns zijn gesitueerd rondom een groene ruimte. Deze wordt tegenwoordig gebruikt als kaatsveld. Rien en Easterein zijn kruisdorpen van water en weg. Vooral Rien heeft lintbebouwing, welke parallel is gelegen langs de Frjentsjerterfeart. Rien heeft een lintvormige bebouwingsstructuur, terwijl Easterein en Lytsewierrum bebouwing heeft die rondom de kerk gesitueerd is. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande situatie. Het gebied is in structuur nog grotendeels gaaf en kent een aantal karakteristieke historische bebouwingskenmerken. Binnen de gebieden worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht. Welstandsambitie Aansluiting is gezocht op de status van beschermd dorpsgezicht. Het accent ligt daarbij op het handhaven en respecteren van de bestaande kwaliteiten. Veranderingen en vernieuwingen dienen derhalve zorgvuldig te worden ingepast. De bebouwing is in de kern van Easterein, Weidum, Húns en Rien vrij gesloten. De bebouwing van Mantgum en Lytsewierrum is vrij los van opzet, waarbij Mantgum enkele grote panden kent op grote kavels. Hoewel de ruimtelijke structuur van de dorpen onderling anders van opzet is, is het bebouwingsbeeld voor de kernen vrijwel gelijk. Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door een overwegend traditioneel ambachtelijke architectuur uit de e eeuw van overwegend één bouwlaag met kap. De detaillering van de woningen is erg zorgvuldig en over het algemeen vrij sober. Enkele woningen, vooral in Mantgum, kennen een rijkere detaillering. De woningen zijn vrijstaand en staan met de voorgevel in een historisch gegroeide rooilijn en zijn met de voorgevel georiënteerd op de weg.

27 0 BESCHERMD DORPSGEZICHT (RBG) Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Hoofdgebouwen staan overwegend in de historisch gegroeide rooilijn. Overwegend vrijstaande bebouwing; gesloten tot halfgesloten. Gebouwen staan haaks op of evenwijdig aan de weg; De bouwwerken zijn met de representatieve voorgevel georiënteerd op de openbare weg; Bijzondere functies (zoals de situering van de kerken) nemen een opvallende en dominante plaats in. Bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. Traditionele bebouwing in ruime opzet. Hoofdvorm Overwegend één bouwlaag met duidelijke kap; bijzondere functies kunnen hiervan afwijken. Over het algemeen een symmetrische hoofdopzet. De massaopbouw is overwegend enkelvoudig en kent individuele uitstraling. De gebouwen zijn kantig opgezet en refereren aan of reageren op de ambachtelijke traditionele architectuur. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Lintbebouwing langs vaart. Aanzichten Er is sprake van duidelijke gerichtheid op de publieke ruimte. Duidelijk evenwicht tussen verticaal gerichte gevelopeningen en horizontale accenten (zoals plint, gevelopbouw, daklijsten e.d.). Traditionele hoofdopzet. Differentiatie in detaillering per bouwwerk gerelateerd aan de historische ontwikkeling. Opmaak Gevels hebben een stenig karakter; daken zijn voorzien van (gebakken) pannen; bij verbouw dient een zorgvuldige afstemming op het bestaande plaats te vinden. Traditionele kleurstellingen overheersen (afgestemd op bestaande). Middentoon. Aandacht voor onderlinge verschillen in ambachtelijk traditionele details; de detaillering van gevelopeningen en/of daklijsten zijn sterk vormgegeven. Bebouwing aan groene ruimte. Diversen Bij erfinrichting streven naar respecteren van de dorpse sfeer. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

28 0 DORPSKERNEN Gebiedsbeschrijving Bijna alle dorpskernen van dit deelgebied zijn van oorsprong terpdorpen. Veel van de terpen zijn afgegraven en als zodanig niet meer in het landschap herkenbaar. Alleen de plaats wordt nog gemarkeerd door de dorpskerk en de omliggende woonbebouwing. De ruimtelijke structuur bestaat voornamelijk uit een centraal gelegen kerk met het kerkhof, het lijkepad, de kerkgracht en de daaromheen gesitueerde kleinschalige ambachtelijke traditionele bebouwing. In de kernen is de bebouwing halfgesloten tot gesloten. Een belangrijk en grootschalig element in de plattegrond van Wommels was de Sminiastate met tuinen aan de oostzijde van het dorp. Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door een overwegend traditioneel ambachtelijke architectuur uit de e eeuw. Incidenteel komen er in de kernen nieuwere bebouwing voor met andere bouwstijlen of kenmerken van bouwstijlen. De bebouwing is hoofdzakelijk één bouwlaag met kap. De detaillering van de gebouwen is sober, maar wel zorgvuldig. Dit komt onder andere tot uitdrukking in daklijsten, en gootklossen en accenten in het metselwerk. Het kleur- en materiaalgebruik is traditioneel. Soms, zoals bij een aantal winkels, is sprake van een afwijkende vormgeving en kleurgebruik. Naast de woonbebouwing zijn er in de kernen ook kleinschalige bedrijfsgebouwen te vinden. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande situatie. Voor veel kernen is de historisch gegroeide ruimtelijke structuur nog grotendeels gaaf en kent een aantal karakteristieke historische bebouwingskenmerken. Welstandsambitie Vanwege de aanwezige karakteristieken is dit gebied aangemerkt als een bijzonder welstandsgebied. De inzet is hier in hoofdzaak gericht op het handhaven en respecteren van de bestaande kwaliteiten. 0

29 0 DORPSKERNEN Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Hoofdgebouwen staan overwegend in historisch gegroeide rooilijn. gesloten tot half open, incidenteel open structuur. Gebouwen staan haaks op of evenwijdig aan de weg; De bouwwerken zijn met de representatieve voorgevel georiënteerd op de openbare weg; Bijzondere functies zoals de kerken nemen een opvallende en dominante plaats in. Bijgebouwen liggen achter of naast het hoofdgebouw. Gesloten bebouwing gericht op publieke ruimte. Hoofdvorm Een bouwlaag met duidelijke kap; bijzondere functies kunnen hiervan afwijken. Over het algemeen een symmetrische hoofdopzet. De massa-opbouw is overwegend enkelvoudig tot samengesteld en kent individuele uitstraling. De gebouwen zijn kantig opgezet en refereren aan of reageren op de ambachtelijke traditionele architectuur. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Aanzichten Er is sprake van duidelijke gerichtheid op de publieke ruimte. Duidelijk evenwicht tussen verticaal gerichte gevelopeningen en horizontale accenten (zoals plint, gevelopbouw, daklijsten e.d.). Traditionele hoofdopzet. Opmaak Gevels hebben een stenig karakter; daken zijn voorzien van (gebakken) pannen; bij verbouw dient een zorgvuldige afstemming op het bestaande plaats te vinden. Kleinschalige traditionele bebouwing. Traditionele kleurstellingen overheersen (afgestemd op bestaande). Middentoon. Aandacht voor onderlinge verschillen in ambachtelijk traditionele details; de detaillering van gevelopeningen en/of daklijsten zijn sterk vormgegeven. Diversen Bij erfinrichting streven naar respecteren van de dorpse sfeer. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

30 0 LINTBEBOUWING Gebiedsbeschrijving De groeiende betekenis van de infrastructurele patronen (vaarten en wegen) leidde in veel dorpen tot een geleidelijk aanwas van gebouwen. Deze ontwikkeling was goed merkbaar in de tweede helft van de e eeuw en aan het begin van de 0e eeuw. De gebouwen zijn overwegend sterk gerelateerd aan het beloop van de vaarten en wegen. Opvallend is dat de bebouwingsdichtheid nabij het dorpscentrum veelal hoog is en naar de randen toe afneemt. Dit gegeven maakt het in sommige situaties ook lastig om een harde scheidingslijn aan te brengen tussen dorpskern en dorpslint. De bebouwingsstructuur wordt in hoofdlijnen bepaald door kleinschalige woonhuizen van één tot twee bouwlagen met kap. Langs sommige linten zijn ook bedrijven en voorzieningen opgenomen. Het bebouwingsbeeld is afwisselend. Dominant is het beeld van relatief eenvoudige woningen in een ambachtelijk traditionele stijl uit de e en 0 e eeuw. Daarnaast zijn op diverse plaatsen woningen van rond 0 gerealiseerd en komen incidenteel woningen uit de naoorlogse periode voor. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande situatie. De gebieden zijn in structuur nog grotendeels gaaf. Voor de gebieden worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht. Wel mag verwacht worden dat de woningen op onderdelen aangepast en/of verbouwd zullen worden. Welstandsambitie Vanwege de aanwezige kwaliteiten is dit gebied aangemerkt als een bijzonder welstandsgebied. De inzet is hier in hoofdzaak gericht op het handhaven en respecteren van de bestaande kwaliteiten. Veranderingen en vernieuwingen dienen derhalve zorgvuldig te worden ingepast.

31 0 LINTBEBOUWING Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Hoofdgebouwen staan overwegend in de historisch gegroeide rooilijn. Gesloten tot halfopen, incidenteel open (Jellum). Gebouwen staan haaks op of evenwijdig aan de weg; De bouwwerken zijn met de representatieve voorgevel georiënteerd op de openbare weg. Bijgebouwen liggen achter of naast het hoofdgebouw. Hoofdvorm Kleinschalige traditionele bebouwing aan vaart. Eén tot twee bouwlagen met duidelijke kap; bijzondere functies kunnen hiervan afwijken. Over het algemeen een symmetrische hoofdopzet. De massaopbouw is overwegend enkelvoudig tot samengesteld. De gebouwen zijn kantig opgezet en refereren aan of reageren op de ambachtelijke traditionele architectuur. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Aanzichten Jellum; afwisseling door opengesloten bebouwingsbeeld. Er is sprake van duidelijke gerichtheid op de publieke ruimte. Evenwicht tussen verticaal gerichte gevelopeningen en horizontale accenten (zoals plint, gevelopbouw, daklijsten e.d.). Overwegend traditionele hoofdopzet. Opmaak Gevels hebben een stenig karakter; daken zijn voorzien van (gebakken) pannen, incidenteel rieten daken; bij verbouw dient een zorgvuldige afstemming op het bestaande plaats te vinden. Traditionele kleurstellingen overheersen. Middentoon. Aandacht voor onderlinge verschillen in ambachtelijke traditionele details; de detaillering van gevelopeningen en/of daklijsten zijn sterk vormgegeven. Winsum; incidenteel nieuwe invullingen in lintstructuur. Diversen Bij erfinrichting streven naar respecteren van de dorpse sfeer. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

32 0 BEBOUWING ROND Gebiedsbeschrijving In de dorpen is aan het eind van de e eeuw en begin van de 0e eeuw een min of meer planmatige uitbreiding tot stand gekomen die niet direct gekoppeld werd aan het infrastructurele patroon. Geleidelijk verschuift het accent naar een sterkere planmatige bouw zoals blijkt uit de naoorlogse bebouwing aan de Pier Winsemiusleane in Winsum. Deze straat kenmerkt zich door zijn karakter als planmatige woonstraat. De bebouwing in enkele en dubbele woningen domineert. Per cluster is hoofdzakelijk gebouwd in één en twee lagen met kap en is er sprake van een sterk repeterende bouw. Samenvattend wordt het bebouwingsbeeld hoofdzakelijk bepaald door seriematige woonbebouwing met een overwegend kleinschalig karakter. Vorm- en materiaalgebruik is veelal per cluster verwant en heeft accenten in siermetselwerk in de baksteenarchitectuur. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is grotendeels gericht op het beheer van de bestaande situatie. Het gebied is nog grotendeels gaaf en kent in de naoorlogse bouw aanwezige kwaliteiten. Welstandsambitie Vanwege de aanwezige waarden in de vooroorlogse bebouwing is dit gebied aangemerkt als een bijzonder welstandsgebied waarbij vooral het respecteren van de onderlinge samenhang centraal staat.

33 0 BEBOUWING ROND Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Hoofdgebouwen staan overwegend in de rooilijn. Eenduidige straatwanden door halfgesloten. De bouwwerken zijn met de representatieve voorgevel georiënteerd op de openbare weg en liggen haaks op of evenwijdig aan de weg. Bijgebouwen liggen achter het hoofdgebouw. Hoofdvorm Naoorlogse bebouwing Winsum. Overwegend een bouwlaag met kap; jongere invullingen kunnen afwijken (bijvoorbeeld bouwlagen met kap). Over het algemeen een symmetrische hoofdopzet. De massa-opbouw is overwegend enkelvoudig met kleine onderlinge verschillen. De gebouwen zijn kantig opgezet en refereren aan of reageren op de ambachtelijke traditionele architectuur. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Aanzichten Er is sprake van duidelijke gerichtheid op de publieke ruimte. Gevelcomposities zijn evenwichtig maar hoeven niet altijd symmetrisch te worden uitgevoerd. Traditionele hoofdopzet. Opmaak Gevels hebben een stenig karakter; daken zijn voorzien van (gebakken) pannen; bij verbouw dient een zorgvuldige afstemming op bestaande plaats te vinden. Traditionele kleurstellingen overheersen (afgestemd op bestaande). Middentoon. Aandacht voor onderlinge verschillen in ambachtelijk traditionele details; de detaillering van gevelopeningen en/of daklijsten zijn sterk vormgegeven. Diversen Bij erfinrichting streven naar respecteren van de dorpse sfeer. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

34 0 NIEUWBOUW, GEMENGD Gebiedsbeschrijving Binnen de diverse dorpen zijn op één of enkele locaties uitbreidingswijken gerealiseerd die volgens een planmatige opzet tot stand zijn gekomen. Deze ontwikkeling begon in de naoorlogse jaren. De hier bedoelde gebieden laten veelal een mix zien van seriematige en individuele bebouwing. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling In het gebied worden voor de bestaande woningen geen opvallende ontwikkelingen verwacht. Voor enkele deelgebieden geldt echter dat ze nog in ontwikkeling zijn. Indien voor deze ontwikkelingsgebieden een beeldkwaliteitsplan is vastgesteld, blijft deze van kracht als welstandskader voor kavels die beschikbaar zijn én waarvoor nog geen vergunde hoofdbebouwing is gerealiseerd. In het geval van karakteristieke/mip-panden gelden objectgerichte criteria. Welstandsambitie Het gebied is aangemerkt als welstandsvrij gebied. Voor een kavel in een ontwikkelingsgebied geldt, dat na realisatie van een vergund hoofdgebouw, de welstandscriteria uit het beeldkwaliteitsplan als toetsingskader vervallen en het welstandsvrije regime van toepassing wordt. In het geval van karakteristieke/mip-panden geldt de welstandsambitie bijzonder'. Welstandsvrij betekent dat hier de excessenregeling (zie hoofdstuk ) niet van toepassing is. Bij de initiatiefnemer ligt de verantwoordelijkheid voor een passende vormgeving. Welstandscriteria Voor ontwikkelingsgebieden zijn beeldkwaliteitsplannen vastgesteld. Deze beeldkwaliteitsplannen bevatten (door de Raad) vastgestelde welstandscriteria. Deze criteria blijven van kracht voor kavels die beschikbaar zijn én waarvoor nog geen vergunde hoofdbebouwing is gerealiseerd. Het gaat hierbij om de volgende criteria:. Welstandscriteria 0-B, Nieuwbouw, gemengd, Baard-Baerdersleat.. Welstandscriteria Boazum oan e Feart, Groene erven.. Welstandscriteria 0-A, Nieuwbouw, gemengd, Easterein Boomgaard e fase.. Welstandscriteria Beeldkwaliteitsplan Easterlittens - Boalserter feart.. Welstandscriteria Bestemmingsplan Itens, woonuitbreiding.. Welstandscriteria Beeldkwaliteitsplan Inbreiding Winsum.. Welstandscriteria Nieuwbouw, gemengd, Wiuwert - Uitbreiding.. Welstandscriteria Beeldkwaliteitsplan, Wommels noordoost. In het geval van karakteristieke/mip panden zijn de objectgerichte criteria zoals genoemd in OT Karakterstieke/MIP-panden van kracht.

35

36 0 BEDRIJVENTERREINEN Gebiedsbeschrijving Aanvankelijk was de bedrijvigheid binnen de dorpse bebouwing opgenomen. Het betrof overwegend kleinschalige en traditionele bedrijven. In de naoorlogse periode was er sprake van schaalvergroting en groeide de behoefte aan ruimte. Bovendien speelden milieuaspecten een rol. Als gevolg van deze ontwikkelingen werd aan de randen van dorpen bedrijfslocaties gerealiseerd. Bij de grotere dorpen is er sprake van een duidelijk bedrijventerrein, zoals in Wommels, Winsum, Easterein. Meestal betreft het relatief eenvoudige loodsen met een forse omvang en opvallend lichte kleuren. Sommige functies hebben een opvallende uitstraling. Bij enkele bedrijven liggen de representatieve functies aan de voorzijde. De rest van de dorpen heeft niet echt een duidelijk bedrijventerrein. Hier komen wel enkele kleinschalige bedrijven voor. Voor de met * aangegeven locatie op de kaart van Wommels heeft de raad op november 0 het volgende besluit genomen: - de Welstandsnota 0 te herzien ten behoeve van de beeldkwaliteitseisen bestemmingsplan 'Wommels IIsbaan 0'; - te bepalen dat hoofdstuk.. van het bestemmingsplan 'Wommels - IIsbaan 0' geldt als het welstandskader voor gebied 0 (bedrijventerreinen) in de Welstandsnota 0. Voornamelijk het bedrijventerrein van Wommels heeft een duidelijk representatief karakter verkregen. Dat blijkt onder meer uit een uitgesproken architectuur waarbij de representatieve functies zoals kantoor-en ontvangstruimten en de dienstwoningen, voor de bedrijfsloodsen geplaatst zijn. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling De gebieden tonen geen opvallende waarden. Het beleid is gericht op het beheer van de bestaande situatie. Gestreefd wordt naar verbetering van de landschappelijke inpassing. Binnen de gebieden worden geen opvallende ontwikkelingen verwacht ten aanzien van de bebouwing. Welstandsambitie Vanwege de aanwezige waarden is dit gebied aangemerkt als een regulier welstandsgebied waarbij vooral het respecteren van de onderlinge samenhang centraal staat.

37 0 BEDRIJVENTERREINEN Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Streven naar representatieve bedrijfsfuncties aan de weg; langs belangrijke ontsluitingswegen is dit een vereiste. Streven naar opslag van goederen en materieel aan de achterzijde. Hoofdvorm Bedrijfsbebouwing met gebruik van moderne materialen en kleurstelling; Winsum. Bij grote bouwvolumes zorgen voor geleding van massa-opbouw. Enkelvoudige tot samengestelde bouwmassa s voor dienstwoningen en of representatieve bedrijfsruimten; de bedrijfsloods is relatief eenvoudig. De gebouwen zijn kantig opgezet. Aanzichten Representatieve uitstraling vooral aan de voorzijde. Naar de straatzijde is sprake van een duidelijke geleding (bijvoorbeeld d.m.v. gevelopeningen en/of materiaaltoepassingen). Herkenbare en zorgvuldige vormgeving. Opmaak Easterein; bedrijfsbebouwing langs historisch lint. Moderne materialen zijn mogelijk, maar wel in onderlinge samenhang. Glanzende materialen zijn niet toegestaan. Moderne kleurstellingen kunnen. Het streven is om een opvallend kleurgebruik te voorkomen; in ieder geval op de overgang naar het buitengebied. Detaillering eenvoudig en bij de representatieve onderdelen eenvoudig tot sterk. Diversen Streven naar representatieve erfinrichting met parkeren geïntegreerd. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Eenvoudige detaillering. NB voor de Iisbaan 0 te Wommels gelden aparte criteria zoals opgenomen in het bestemmingsplan Wommels- Iisbaan 0 Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

38 0 BIJZONDER OPENBAAR GROENGEBIED Gebiedsbeschrijving De recreatiegebieden in de dorpen bestaan voornamelijk uit sportvelden en kaatsvelden. Deze terreinen, samen met de begraafplaatsen, zijn in de dorpskern en/of aan de rand van het dorp gelegen. De recreatiegebieden zijn planmatig van opzet. Het bebouwingsbeeld in deze gebieden bestaat voornamelijk uit kleinschalige paviljoenachtige bebouwing met één of twee bouwlagen al dan niet met kap. De bebouwing heeft een representatieve en alzijdige uitstraling. De detaillering is overwegend sober en eenvoudig. De bebouwing op de begraafplaatsen heeft een vergelijkbare uitstraling. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is grotendeels gericht op het beheer en de verdere ontwikkeling van de bestaande situatie. Welstandsambitie Vanwege de aanwezige kwaliteiten is dit gebied aangemerkt als een regulier welstandsgebied waarbij vooral het respecteren van de onderlinge samenhang centraal staat. 0

39 0 BIJZONDER OPENBAAR GROENGEBIED Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Vrijstaand in relatie met dorpse bebouwing. Bijgebouwen zijn ondergeschikt. Hoofdvorm Overheersend: één bouwlaag al of niet met kap; bijzondere gebouwen vormen uitzondering. De hoofdvorm is vrij. De massaopbouw is enkelvoudig tot samengesteld. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Aanzichten Er is sprake van gerichtheid op de openbare/recreatieve ruimte en/of op het water. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij voorkeur in een afgeleide architectuur. Differentiatie in detaillering per bouwwerk. Opmaak Gevels hebben een houten en/of stenig karakter. De kleurstelling is overwegend traditioneel tot modern gerelateerd aan de directe omgeving. Gevels kennen een moderne materiaaltoepassing. Diversen Aandacht voor inpassing in stedenbouwkundige structuur en/of groen. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

40 0 LANDELIJK GEBIED Gebiedsbeschrijving Het ontstaan van de landschappelijke ontwikkeling van het buitengebied van Littenseradiel heeft vooral te maken met zee-invloeden in vroegere tijden. De karakteristieke Slachtedyken refereren hiernaar. Deze verzameling dijken, welke lopen van Easterwierrum tot Oosterbierum hadden oorspronkelijk voor verschillende polders en landstreken een beschermende functie. In het buitengebied komen vanzelfsprekend veel boerderijen voor. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de boerderijbebouwing een sterk beeldbepalende invloed heeft in het open landschap van Littenseradiel. Voor de boerderijen zijn objectgerichte criteria geformuleerd. Voor de beschrijving van deze boerderijen en de daarbij behorende welstandcriteria wordt naar de objectgerichte criteria verwezen. Naast de authentieke boerderijen is er door de agrarische bedrijfsontwikkeling de laatste decennia op het boerenerf nieuwe bebouwing gerealiseerd die ten dienste staat van het veehouderijbedrijf. De nieuwe bebouwing is veelal op het achtererf geplaatst. In het buitengebied liggen diverse burgerwoningen. Sommige daarvan zijn al decennia oud maar op een aantal plekken is vrij recent een nieuw huis gebouwd. Het bebouwingsbeeld wordt overwegend bepaald door een traditioneel ambachtelijke architectuur uit de e en 0e eeuw. Gedurende de tweede helft van de vorige eeuw zijn daar diverse jongere invullingen voor in de plaats gekomen en/of bijgekomen. Deze ontwikkelingen gaan nog steeds door en vormen een lichte bedreiging voor het traditioneel ambachtelijke bebouwingsbeeld. Tenslotte dient vermeld te worden dat zich in het buitengebied diverse kunstwerken voordoen in de vorm van bruggen, sluizen, gemalen, windturbines en enkele oude (Amerikaanse) windmolens. Ook voor deze objecten geldt dat deze in belangrijke mate het ruimtelijk beeld kunnen beïnvloeden. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is grotendeels gericht op beheer en versterking van de bestaande situatie. Het bebouwingsbeeld is in hoofdlijnen nog redelijk gaaf. Wel is merkbaar dat nieuwe invullingen het traditionele bebouwingsbeeld negatief beïnvloeden. Vernieuwingen dienen daarom goed en zorgvuldig te worden ingepast. Ingrijpende ontwikkelingen worden niet direct verwacht, maar zullen in de komende decennia nog veel verbouwingen en aanpassingen uitgevoerd worden. Verwacht mag worden dat het aantal agrarische bedrijven zal afnemen waardoor functiewijzigingen en bijkomende verbouwingen zich zullen aandienen. Tegelijkertijd mag verwacht worden dat de blijvende agrarische ondernemingen zullen blijven investeren in hun bedrijf. Welstandsambitie Het gebied is aangemerkt als een regulier welstandsgebied. Voor de boerderijen zijn objectgerichte criteria opgesteld (zie paragraaf.). Het accent in deze criteria is gericht op het handhaven en respecteren van de bestaande kwaliteiten. In het geval van nieuwvestiging, functieverandering en/of schaalvergroting dient rekening gehouden te worden met het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied.

41 0 LANDELIJK GEBIED Foto s Gebiedskenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Hoofdgebouwen staan overwegend in het historisch gegroeide patroon. Vrijstaand en bij (agrarische) bedrijven geconcentreerde bebouwing op het erf. De bouwwerken zijn met de representatieve voorgevel georiënteerd op de openbare weg. Bijzondere functies nemen een opvallende en dominante plaats in. Bebouwing respecteert aanwezige waardevolle beplantingspatronen. Stelp met gave hoofdvorm. Hoofdvorm In principe één bouwlaag met duidelijke kap; bijzondere functies kunnen hiervan afwijken. Over het algemeen een symmetrische hoofdopzet. De massaopbouw is overwegend enkelvoudig tot samengesteld. De gebouwen zijn kantig opgezet en refereren aan of reageren op de ambachtelijke traditionele architectuur. Agrarische bedrijfsgebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Hoofdgebouwen kennen overwegend een gerichtheid naar de publieke ruimte. Kop-hals-romp. Aanzichten Duidelijk evenwicht tussen verticaal gerichte gevelopeningen en horizontale accenten (zoals plint, gevelopbouw, daklijsten e.d.). Traditionele hoofdopzet; bijgebouwen kunnen hiervan afwijken. Nieuwe invullingen kunnen modern, maar zijn ingetogen. Windmolen. Opmaak Hoofdgebouw: gevels hebben een stenig karakter; daken zijn voorzien van (gebakken) pannen en/of riet; bij verbouw dient een zorgvuldige afstemming op bestaande plaats te vinden. Voor agrarische bijgebouwen zijn andere, niet glanzende materialen mogelijk. Traditionele kleurstellingen overheersen (afgestemd op bestaande). Middentoon. Bij bestaande bebouwing: aandacht voor ambachtelijk traditionele details. Nieuwbouw kent een zorgvuldige detaillering van gevelopeningen en/of daklijsten; bij agrarische bijgebouwen blijft dit sober. Diversen Streven naar respecteren en handhaven van erfbeplantingen. Nieuwe bedrijfsgebouwen vragen om een goede landschappelijke inpassing en een verlichtingsplan waarbij uitstraling naar het landelijk gebied wordt beperkt tot het minimum. Opslag van goederen bij voorkeur uit het zicht. Sleufsilo s, mestzakken en mestbassins inpassen met een met gras begroeide aarden wal/talud en/of een beplantingssingel (streekeigen beplanting). Voedersilo s en melktanks clusteren en niet direct in het zicht van de openbare weg plaatsen. Voedersilo s en melktanks liggen achter de achtergevelrooilijn van het oorspronkelijke hoofdgebouw (bestaande boerderij/hoofdwoning). Voedersilo s inpassen middels streekeigen erfbeplantingen en/of uitvoeren in gedekte tinten en een matte afwerking passend in het omringende landschap. Melktanks inpassen middels streekeigen erfbeplantingen en/of ombouwen met een wand in gedekte tinten en een matte afwerking passend in het omringende landschap. Voor reclame-uitingen zie objectgerichte criteria OT, hoofdstuk. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar

42

43 OBJECTGERICHTE CRITERIA. WELKE CRITERIA ZIJN VAN TOEPASSING? In dit hoofdstuk worden de objectgerichte welstandscriteria genoemd voor bouwwerken die zo specifiek zijn dat ze, ongeacht het gebied waarin ze worden geplaatst, eigen welstandscriteria vergen. De opzet van deze objectgerichte criteria is vergelijkbaar met de gebiedsgerichte criteria. Ook hierbij gaat het steeds om relatieve welstandscriteria. De criteria zijn aanvullend op de gebiedsgerichte criteria. In Littenseradiel zijn de onderstaande acht objectentypen onderscheiden waarvoor extra aandacht is gewenst. - De welstandscriteria. De kenmerkende aspecten van de bebouwing zijn als criteria omschreven, onderverdeeld naar plaatsing, hoofdvorm, aanzichten en opmaak. Plaatsing gaat over de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de weg. Hoofdvorm betreft de massa opbouw en de vormgeving van de bouwmassa s. Aanzichten gaat over de indeling van de gevels en opmaak gaat over de detaillering en het kleur- en materiaalgebruik. OT OT OT OT OT OT OT OT Historische boerderijen (bijzonder) Karakteristieke/MIP-panden (bijzonder) Bijzondere stalvormen bij boerderijen (regulier) Vergistingsinstallaties en vergelijkbare bouwwerken (regulier) Paardenbakken, paddocks, longeercirkels en trainingsmolens (regulier). Reclame op bedrijventerreinen (regulier) Reclame buiten bedrijventerreinen (afhankelijk van gebiedstype) (Schotel)antennes/GSM Masten (regulier) Per object is een algemene beleidsintentie aangegeven. Deze intentie vloeit voort uit het ambitieniveau voor het betreffende object. Vervolgens is per criterium aangegeven of het criterium of kenmerk gehandhaafd dient te blijven of dat het gerespecteerd dient te worden of dat het incidenteel veranderbaar is. Handhaven betekent het behouden van hetgeen als kenmerk van een object is aangeduid. Andere ontwikkelingen ten aanzien van dat criterium/kenmerk worden niet mogelijk geacht.. HOE WORDEN DE CRITERIA TOEGEPAST? Voor elk object is een beoordelingskader opgesteld, waarin steeds de volgende onderdelen aan de orde komen: - Een korte beschrijving van het objecttype. - Een samenvatting van het beleid, de aanvullende beleidsinstrumenten die de gemeente inzet, de te verwachten en/of gewenste ontwikkelingen en de waardering voor het object. - De voor het object geldende welstandsambitie. Respecteren daarentegen biedt meer ruimte voor veranderingen, omdat de criteria gerespecteerd dienen te worden, zonder daarmee nieuwe ontwikkelingen direct op slot te zetten. Respecteren betekent wel dat de hoofdkarakteristiek van een object gehandhaafd dient te blijven. Incidenteel veranderbaar betekent dat wijzigingen best mogelijk zijn. Op het criteriumniveau betekent dit dat het criterium niet heilig is, maar dat het een leidraad biedt voor nieuwe ontwikkelingen, terwijl een andere richting ook (incidenteel) goed mogelijk wordt geacht.

44 . HOE VINDT DE WELSTANDSTOETSING PLAATS? De bouwplannen worden altijd aan de welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling de criteria interpreteert in het licht van het concrete bouwplan. Niet elk plan wordt even zwaar getoetst door de Welstandscommissie. De zwaarte van de toetsing is afhankelijk van de welstandsambitie. Het vaststellen van de welstandsambitie is dan ook een cruciaal element van het welstandsbeleid. De kwaliteit van een object, het gevoerde ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de verwachtte ontwikkelingen zijn hiervoor bepalend. De hierna volgende vier welstandsambities zijn mogelijk: - Beschermd. De aangewezen beschermde monumenten zijn erkend als bouwwerken van groot algemeen belang en genieten een wettelijke bescherming. De welstandsbeoordeling is gericht op het op hoog kwaliteitsniveau handhaven, herstellen en versterken van de historische karakteristieken van de gevel en de samenhang van het monument met zijn omgeving. - Bijzonder. De bijzondere welstandsobjecten vragen een specifieke welstandsbeoordeling omdat ze karakteristiek zijn voor het gebied en in hoge mate mede bepalend voor het aanzien van de gemeente. Het welstandstoezicht wordt gericht op het voorkomen van aantasting van de karakteristieken en het versterken van de bestaande en/of gewenste kwaliteit. Het kwaliteitsniveau van ingrepen aan deze bouwwerken moet hoog zijn. - Regulier. Reguliere welstandsobjecten vragen een specifieke welstandsbeoordeling omdat ze een eigen verschijningsvorm hebben en niet geheel te vatten zijn in de gebiedsgerichte beoordelingskaders. De welstandscriteria zijn gericht op de basiskwaliteiten van deze bouwwerken. - Welstandsvrij. Voor deze objecten wordt welstandstoezicht niet van toepassing verklaard.

45

46 OT BOERDERIJEN Objectbeschrijving Verspreid over het gemeentelijk grondgebied komen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, diverse historische boerderijen voor. Dat is niet verwonderlijk gezien het feit dat de agrarische functie vanouds dominant is in Littenseradiel. Boerderijen zijn in sterke mate bepalend voor het ruimtelijk aanzien van de gemeente. Welstandsambitie De boerderijen komen vanwege hun bijzondere betekenis voor de gemeente Littenseradiel in aanmerking voor extra aandacht bij de planbeoordeling. De algemene lijn is gericht op het handhaven van de bestaande kwaliteiten. Bij nieuwe boerderijbouw ligt het accent op zorgvuldige inpassing in het landschap. Tegelijkertijd is het merkbaar dat de boerderijbebouwing steeds meer onder druk komt te staan. Zo blijkt dat de boerderijen die nog agrarisch in gebruik zijn, niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd; nieuwe bedrijfsgebouwen worden bijgeplaatst en het oude bedrijfspand heeft dan vaak een ondergeschikte functie. Sommige boerderijen raken daardoor geleidelijk aan in verval. Daarnaast blijkt dat veel agrarische bedrijven zijn beëindigd. Deze panden lopen eveneens risico tot verval tenzij een gepaste herbestemming wordt gevonden. In het geval van nieuwvestiging, functieverandering en/of schaalvergroting dient rekening gehouden te worden met het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied. In Littenseradiel komen overwegend veel stelp- en kop-hals-romp boerderijen voor. Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door een overwegend traditioneel ambachtelijke architectuur uit de e en begin 0 ste eeuw. Op enkele plekken zijn ook oudere boerderijen aanwezig. Door een set van aparte criteria te formuleren voor de boerderijen wordt getracht om eigenaren van boerderijen te helpen om respectvol met het gebouw om te gaan. Tevens kan hierin inspiratie worden gevonden voor passende nieuwbouw. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op beheer en versterking van de bestaande situatie. Het bebouwingsbeeld is cultuurhistorisch waardevol en in hoofdlijnen nog redelijk gaaf. Ingrijpende ontwikkelingen worden niet direct verwacht, maar wel zullen in de komende decennia nog veel verbouwingen en aanpassingen uitgevoerd worden. Verwacht mag worden dat het aantal agrarische bedrijven zal afnemen waardoor functiewijzigingen en bijkomende verbouwingen zich zullen aandienen.

47 0T BOERDERIJEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Plaatsing Hoofdgebouwen staan overwegend in het historisch gegroeide patroon. Solitair woon-/ werkgebied binnen samenhangende functionele clusters. Woongedeelte aan de zijde van de openbare (water-)weg; bedrijfsdeel naar het bijbehorende land gericht. Richting (doorgaans) loodrecht op de openbare (water-)weg, evenwijdig met verkavelingsstructuur. Kop-hals-romp. Hoofdvorm Kop-hals-romp: kop met steil zadeldak en hoge goot, hals en romp lage goot; romp met hoog en steil schilddak opgebouwd uit samenstel van enkelvoudige bouwmassa s vanuit rechthoekige symmetrische grondvormen. Stelpboerderij: woonhuis met hogere gevel(s) en goot, overige lage gootlijnen hoogopgaand schilddak enkelvoudige bouwmassa vanuit een rechthoekig grondplan. Nieuwe boerderij: woning rijzig ten opzichte van bedrijfsgebouwen, dakhelling > opgebouwd uit (samenstel van) enkelvoudige bouwmassa s vanuit rechthoekige symmetrische grondvormen. Aan- en uitbouwen alsmede bijgebouwen zijn ondergeschikt of kennen een bijzondere vormgeving. Stelp met gave hoofdvorm. Aanzichten Het voorhuis kent een representatieve uitstraling naar de tuin. Historische boerderijen tonen duidelijk evenwicht tussen verticaal gerichte gevelopeningen en horizontale accenten (zoals plint, gevelopbouw, daklijsten e.d.). Hoofdgebouw met traditionele gevelpositie; nieuwbouw toont evenwichtige gevelcompositie. Dakkapellen beperken zich tot het oorspronkelijke woongedeelte. Bij ombouw van de schuur tot woonruimte/woning streven naar een eenduidige en heldere architectonische ingreep in het dak(vlak). Opmaak Historische boerderij: gevels hebben een stenig karakter. Daken zijn voorzien van (gebakken) pannen en/of riet. Niet glanzend, kleuren en materialen volgens monster. Andere materialen zijn mogelijk, mits dit eenzelfde kleur en tint en profilering uitstraalt als bij gebakken pannen. Nieuwe boerderijen: woonhuis in baksteen; bedrijfsgedeelte baksteen, hout, geprofileerde beplating, daken met gebakken pannen en geprofileerde beplating. De materialen hebben een matte, niet glanzende afwerking/uitstraling. Kleur gevels historische boerderijen: rood en/of geel. Daken zwart/ donker getint/ rood (op bedrijfsgedeelte een goedkopere kleur). Traditionele kleurstellingen overheersen (afgestemd op bestaande); bij nieuwbouw gedekte tinten. Uitstraling van toegepaste materialen en detaillering neemt af van voorzijde naar achterzijde. Diversen Aandacht voor inrichting en beplanting van het erf. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

48 OT KARAKTERISTIEKE/MIP-PANDEN Objectbeschrijving Binnen de gemeente liggen diverse monumenten die op grond van de Monumentenwet zijn beschermd en daarmee extra aandacht krijgen zodra er sprake is van een bouwplan. Naast deze beschermde monumenten beschikt de gemeente ook over veel panden die karakteristiek zijn voor de cultuurhistorische ontwikkeling van het gemeentelijk grondgebied. Deze panden zijn geïnventariseerd en in de meeste gevallen voorzien van de aanduiding karakteristiek in het bestemmingsplan. Nog niet alle bestemmingsplannen bevatten deze aanduiding. Het is de bedoeling om daar wel in te voorzien. De gemeente zal daarvoor gebruik maken van de gegevens uit het Monumenten Inventarisatie Project (heeft plaatsgevonden in ). Vooruitlopend daarop komen panden op de MIP-lijst (zie bijlage ) eveneens in aanmerking voor extra aandacht bij de bouwplan-beoordeling. Welstandsambitie Voor een karakteristiek/mip-pand geldt een bijzonder ambitieniveau. Het welstandstoezicht wordt gericht op het voorkomen van aantasting van de karakteristieken en het versterken van de bestaande en/of gewenste kwaliteit. Het kwaliteitsniveau van ingrepen aan deze bouwwerken moet hoog zijn. Als algemene regel geldt dat panden die in een bestemmingsplan zijn aangeduid als karakteristiek en/of opgenomen zijn in de MIP-lijst in aanmerking komen voor extra aandacht als het gaat om de welstandsbeoordeling. Deze objecten zijn immers karakteristiek voor het gebied en in hoge mate mede bepalend voor het aanzien van de gemeente. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het welstandstoezicht wordt gericht op het voorkomen van aantasting van de karakteristieken en het versterken van de bestaande en/of gewenste kwaliteit. Het kwaliteitsniveau van ingrepen aan deze bouwwerken moet hoog zijn. Dit beleid is geldend voor de panden die in een bestemmingsplan zijn aangeduid als karakteristiek. Voor een karakteristiek/mip-pand geldt dat het object van belang is voor de cultuurhistorische ontwikkeling vanwege de kenmerkende vormgeving. Bij deze panden zal de aandacht uit gaan naar zowel de kenmerken van de hoofdvorm als ook naar de wijze van detaillering. Bij ontwikkelingen wordt zoveel mogelijk afstemming nagestreefd op deze aspecten. 0

49 OT KARAKTERISTIEKE/MIP-PANDEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Plaatsing De bebouwing is beeldbepalend op het erf. Wijzigingen en/of nieuwe toevoegingen zijn ondergeschikt qua situering en uitstraling. Nieuwe bijgebouwen (schuren e.d.) op het oorspronkelijke erf en indien verruiming nodig is, dan met respect voor de bestaande kenmerken van het erf en de omliggende verkavelingsstructuur. Hoofdvorm Bestaande hoofdvorm is uitgangspunt. Wijzigingen alleen zorgvuldig ontworpen en afgestemd of reagerend op bestaande kenmerken. Met name bij een boerderij blijft het onderscheid tussen bedrijfs- en woongedeelte gerespecteerd. Aanzicht Plaats, afmetingen en verhoudingen van raam- en deuropeningen worden zorgvuldig afgestemd op het bestaande. Daarbij mag ook gekozen worden voor een zorgvuldig ontworpen contrast. Opmaak Bij toevoeging of wijzigingen aan karakteristieke gebouwen is het kleur- en materiaalgebruik gelijk of zorgvuldig afgestemd op het bestaande. Een zorgvuldig gekozen contrast is mogelijk. In beginsel gelden gedekte kleuren en niet-reflecterende materialen. Diversen Verstorende bebouwing indien mogelijk verwijderen. De inrichting van erven en/of tuinen is meest gebaseerd op inheemse beplantingssoorten. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

50 OT BIJZONDERE STALVORMEN BIJ BOERDERIJEN Objectbeschrijving In de agrarische sector komen bijzondere stalvormen, zoals serre-, de boog- en zaagtandstallen steeds vaker voor. De gebiedsgerichte criteria voor het buitengebied en de objectcriteria voor boerderijen bieden geen passende welstandscriteria voor deze bouwwerken. Daarom zijn objectgerichte criteria opgesteld voor de serre- en de boogstal. Serrestallen bij boerderijen De serrestal wordt gekenmerkt door gevels die bestaan uit een lage keerwand met daarboven een windbreekgaas of een ventilatiegordijn. Meerdere dakvormen (boog, zaagtand) komen voor. De dakbedekking bestaat vaak uit één of twee lagen kunststof folie. Boogstallen bij boerderijen De boogstal wordt gekenmerkt door een kolomloze boogvormige overspanning van tot maximaal 0 meter breed en een hoogte van tot maximaal meter. De boogstal is opgebouwd uit een onderbouw en een bovenbouw. De dakconstructie is ook toe te passen op een conventionele onderbouw. De bovenbouw is opgebouwd uit stalen vakwerkliggers, bekleed met windbreekgaas en/of waterdicht foliemateriaal. Zaagtandstallen bij boerderijen De zaagtandstal roept door de kapvorm associaties op met industriële gebouwen. De zaagtandstal is eenvoudig uit te breiden en heeft een detaillering en materiaalgebruik dat overeenkomt met traditionele stallen. De goothoogte is ongeveer, meter en de nokhoogte is ongeveer meter, ongeacht de omvang van de stal. Beleid, waardebepaling en ontwikkelingen Boerderijen zijn vanwege hun afmetingen en verschijningsvorm sterk bepalend voor het ruimtelijke beeld van het buitengebied. In principe heeft de gemeente de voorkeur voor een traditionele stalvorm. Als dit niet kan, dan zijn alternatieven denkbaar. De intrede van de serre-, boog- en zaagtandstal en de tunnel- en schuurkas maakt deel uit van de ontwikkeling van schaalvergroting en uitbreiding van boerenbedrijven. Alternatieve stalvormen zijn alleen onder de volgende voorwaarden mogelijk: - Alleen toegestaan ten behoeve van volwaardige agrarische veehouderijbedrijven (agrarisch bouwperceel > ha). Niet-agrarische functies in een alternatieve stalvorm zijn niet toegestaan. - Een evenwichtige afstemming van de nieuwe gebouwen op de bestaande gebouwen. - Een goede inpassing op het erf. - Een goede inpassing in het landschap. - Een goed verlichtingsplan. Voor het buitengebied van Littenseradiel is een beeldkwaliteitsplan opgesteld voor nieuwe ontwikkelingen. Dit beeldkwaliteitsplan geeft welstandscriteria voor specifieke objecten en gebouwen, waaronder stallen en loodsen. Deze criteria zijn verwerkt in de onderstaande tabel. Waar nodig zijn deze criteria aangevuld. Daarnaast geeft het beeldkwaliteitsplan criteria voor beeldkwaliteit op landschapsniveau en op erfniveau. Deze criteria zijn per landschapstype verschillend. Voor deze criteria wordt dan ook verwezen naar het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied. Ambitie voor welstand De nieuwe stalvormen hebben door de afwijkende vorm en de vaak grote afmetingen een grote invloed op het landschap. De criteria voor deze bijzondere stalvormen zijn afhankelijk van de mate waarin de nieuwe stalvormen op het bestaande erf ingepast kunnen worden. Indien inpassing op het bestaande erf, door een afwijkende bouwvorm of forse maatvoering niet mogelijk is, dient de nieuwe stal een zelfstandige plaatsing te krijgen op een eigen erf. Voor deze stalvormen geldt een regulier ambitieniveau.

51 OT BIJZONDERE STALVORMEN BIJ BOERDERIJEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene gebiedsintentie: Hh Re Iv Plaatsing Vasthouden aan de bestaande ruimtelijke hiërarchie op het erf. Nieuwbouw dient in principe ingepast te worden binnen het bestaande bebouwingspatroon. Op het bestaande erf, achter het bestaande hoofdgebouw (woning). Nieuwbouw mag niet tegen in vorm afwijkende gebouwen aangebouwd worden. De nieuwbouw kent dan een zelfstandige en vrijstaande Een bijzondere stalvorm in plaatsing, waarbij geen concurrentie met de bestaande bebouwing plaatsvindt. principe als (vervangend) Een rommelig erf met allerlei bouwvormen moet voorkomen worden. Het uitgangspunt is dat een bijzondere stalvorm dient als (vervangend) hoofdelement op een bestaand hoofdelement op een bestaand erf. erf realiseren. Indien de nieuwbouw niet als nieuw hoofdelement op het bestaande erf gerealiseerd kan worden, dient de nieuwbouw zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande bebouwing en is inpassing op het bestaande erf uitgangspunt. Indien de nieuwbouw niet als nieuw hoofdelement op het bestaande erf gerealiseerd kan worden en inpassing op het bestaande erf ook niet mogelijk is (vanwege de grootte, grote bouwmassa of sterk afwijkende bouwvorm), dient het erf vergroot te worden en dient de nieuwbouw een zelfstandige en vrije plaatsing (achter) op het vergrote erf te krijgen. Bij vergroten van het erf een zo compact mogelijk erf nastreven met overwegend een rechthoekige vorm. De exacte vorm en grootte afstemmen op de karakteristieken van het landschap. De nieuwbouw maakt onderdeel uit van een compact, samenhangend bebouwingscluster. De hoofdrichting van de bebouwing volgt in principe de verkavelingsrichting of de richting van de bestaande boerderij; (de hoofdrichting voor een serrestal in de richting van de langste zijde en die van een boogstal haaks op de boog). Nieuwbouw inpassen binnen het bestaande bebouwingspatroon.. Voorbeeld van een boogstal. Hoofdvorm Nieuwbouw bij voorkeur niet als een toegevoegd element op het erf, maar als nieuw hoofdelement. De gebouwen vormen zowel op zichzelf als met de bestaande bebouwing, een compact en samenhangend geheel. Overwegend enkelvoudige bebouwingsmassa s (en bouwlaag met een duidelijke hoofdvorm) toepassen. Nieuwe bebouwing is bij voorkeur rechthoekig en eenvoudig van vorm. De nokrichting relateren aan de bestaande bebouwing. Rechthoekige plattegrond met een duidelijke lange en korte zijde. Grootte en volume van de nieuwe stal of loods sluit aan bij de maat en schaal van het erf. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

52 OT BIJZONDERE STALVORMEN BIJ BOERDERIJEN (VERVOLG) Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Aanzicht Hoofdgebouwen hebben een naar de straat gekeerde representatieve zijde. De gevelindeling van de representatieve gevels is afgestemd op de bestaande bebouwing. Nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits ze respect tonen voor de bestaande en omliggende kwaliteiten. Voorbeeld van een serrestal. Opmaak Het kleurgebruik is conform de criteria voor het gebiedstype waarin de nieuwbouw gerealiseerd wordt. Terughoudend kleurgebruik, zowel in aantal als expressie. Maximaal kleuren toepassen. Geen lichtgekleurde, felgekleurde of glanzende materialen. Eventueel toe te passen folies en windbreekgaas in kleur afstemmen op het overige materiaalgebruik. Windbreekgaas en stalgordijnen in een donkere tint toepassen. Bij toepassing van transparante materialen dient uitstraling van licht op de omgeving voorkomen te worden. Voorbeeld van zaagtandstal. Diversen Er moet sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing en landschappelijke terreininrichting. Zie Beeldkwaliteitsplan Buitengebied. Bij de toepassing van beplanting, streekeigen erfbeplanting toepassen. Een gedetailleerd (erf)inrichtingsplan is vereist. Lichtuitstraling naar het landelijk gebied wordt beperkt tot het minimum. Een verlichtingsplan is vereist. Voorbeeld van een tunnelkas. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

53

54 OT (MEST)VERGISTINSINSTALLATIES EN VERGELIJKBARE BOUWWERKEN Objectbeschrijving Vergistingsinstallaties maken deel uit van de schaalvergroting en uitbreiding van nevenactiviteiten van agrarische bedrijven. Deze relatief omvangrijke installaties hebben een eigen verschijningsvorm. Welstandsambitie Voor deze objecten geldt een regulier welstandsregime. De meest voorkomende installaties bestaan doorgaans uit twee silo s (vergister en navergister) en een aantal secundaire elementen. Installaties kunnen echter ook bestaan uit een groter aantal kleinere maar hogere silo s. De vergister is een betonnen silo met veelal een diameter van à meter en een hoogte boven maaiveld van circa meter. Deze silo is geïsoleerd; de buitenkant is bekleed met groene stalen beplating in verticale damwandprofiel. Het dak is een kunststof, gasdicht membraan dat door de druk een bolle vorm aanneemt. De navergister is een grotere silo met een diameter van tot meter en een hoogte boven maaiveld van eveneens circa meter. De betonnen silo is niet geïsoleerd en vaak niet bekleed, zodat de wanden een witte of lichtgrijze kleur hebben. Het dak is een gespannen kap van PVC en heeft een afgeplatte kegelvorm. Van de secundaire elementen is de gasmotor de belangrijkste. Deze motor zet het biogas om in energie en is doorgaans ondergebracht in een zeecontainer. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Voor het buitengebied van Littenseradiel is een beeldkwaliteitsplan opgesteld voor nieuwe ontwikkelingen. Dit beeldkwaliteitsplan geeft welstandscriteria voor specifieke objecten en gebouwen, waaronder (mest)vergistingsinstallaties. Deze criteria zijn verwerkt in de welstandsnota. Waar nodig zijn deze criteria aangevuld. Daarnaast geeft het beeldkwaliteitsplan criteria voor beeldkwaliteit op landschapsniveau en op erfniveau. Deze criteria zijn per landschapstype verschillend. Voor deze criteria wordt verwezen naar het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied.

55 OT (MEST)VERGISTINGSINSTALLATIES EN VERGELIJKBARE BOUWWERKEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Plaatsing Plaatsing op het erf, zoveel mogelijk uit het zicht vanaf de openbare weg. Vasthouden aan de bestaande ruimtelijke hiërarchie op het erf. De inpassing van de vergistingsinstallatie of daarmee vergelijkbare bouwwerken mag niet tot verrommeling van het erf leiden. Elementen dienen indien mogelijk geclusterd te worden. De elementen van de vergistingsinstallatie vormen zowel op zichzelf als met de bestaande (bedrijfs-)bebouwing, een compacte en samenhangende compositie (silo s e.d. clusteren). Passend kleurgebruik. Hoofdvorm De bouwhoogte is maximaal 0 meter en bij voorkeur lager dan de hoogte van het hoofdgebouw. Grootte en volume mestvergister sluit aan bij de maat en schaal van het erf en de omgeving. Naarmate de vergister groter is, is een groter erf rondom wenselijk. Beperkt aantal primaire elementen ( à ). Dit om een te groot serie-effect en versnippering te vermijden. De elementen van de mestvergistingsinstallatie vormen zowel op zichzelf als met de bestaande (bedrijfs-) bebouwing, een compacte, samenhangende en evenwichtige compositie. Compacte en samenhangende plaatsing (in samenhang met bestaande bebouwing). Opmaak De vergistingsinstallatie als geheel (wanden, kappen, etc.) in of maximaal gedekte kleurtinten uitvoeren. Middengroen, donkergroen, zwart, antraciet en donkergrijs zijn passende kleuren. De kleur van de vergistingsinstallatie dient afgestemd te zijn op de bestaande bedrijfsbebouwing. Geen hoogglanzende materialen of afwerking toepassen. Inpassing op (achterzijde) erf. Diversen Er moet sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing en landschappelijke terreininrichting. Zie Beeldkwaliteitsplan Buitengebied. Een gedetailleerd (erf)inrichtingsplan is vereist. Streekeigen erfbeplanting toepassen. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

56 OT PAARDENBAKKEN, PADDOCKS, LONGEERCIRKELS EN TRAININGSMOLENS Objectbeschrijving Paardenbakken, paddocks, longeercirkels en trainingsmolens nemen in aantal toe en hebben daardoor (mede door hun verschijningsvorm) een steeds nadrukkelijkere impact op de ruimtelijke kwaliteit. Ze liggen verspreid in het buitengebied, maar worden ook in of nabij dorpen gerealiseerd. Paardenbakken kenmerken zich door een rechthoekige trainingsbodem van maximaal 00 m² met daaromheen een omheining. Paddocks zijn doorgaans eveneens rechthoekig en omheind en worden gebruikt voor het buiten stallen van paarden wanneer er geen wei aanwezig is of de wei (met name in de herfst en winter) onbegaanbaar is. Longeercirkels en trainingsmolens zijn rond, met een diameter van tot 0 meter. Ook deze trainingsfaciliteiten zijn omheind en hebben een trainingsbodem. Een trainingsbodem is doorgaans opgebouwd uit diverse zandlagen, maar kan ook worden bedekt met kunststof materialen of houtvezels. De omheiningen variëren van aarden wallen met begroeiing tot palen met linten of vangrails tot hekwerken van hout of kunststof. Om ook in de avonduren te kunnen trainen worden de trainingsfaciliteiten vaak omringd door lichtmasten aan één of meerdere zijden. Daarnaast geeft het beeldkwaliteitsplan criteria voor beeldkwaliteit op landschapsniveau en op erfniveau. Deze criteria zijn per landschapstype verschillend. Voor deze criteria wordt verwezen naar het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied. Welstandsambitie Voor deze objecten geldt een regulier welstandsregime. Paardenbakken, paddocks, longeercirkels en trainingsmolens zijn op grond van de Woningwet vergunningplichtig wanneer ze door een omheining worden begrensd. Bovendien is ook de verlichting vergunningplichtig. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Voor het buitengebied van Littenseradiel is een beeldkwaliteitsplan opgesteld voor nieuwe ontwikkelingen. Dit beeldkwaliteitsplan geeft welstandscriteria voor specifieke objecten en gebouwen, waaronder paardenbakken. Deze criteria zijn verwerkt in de welstandsnota. Waar nodig zijn deze criteria aangevuld.

57 OT PAARDENBAKKEN, PADDOCKS, LONGEERCIRKELS EN TRAININGSMOLENS Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Plaatsing Plaatsing op het erf, zoveel mogelijk uit het zicht vanaf de openbare weg. De paardenbak (paddock, longeercirkel of trainingsmolen) is in principe op het bestaande erf en binnen de erfbeplanting gesitueerd. Indien de paardenbak (paddock, longeercirkel of trainingsmolen) niet op het erf en niet binnen erfbeplanting kan worden gesitueerd, de paardenbak achter het bestaande erf situeren. De paardenbak (paddock, longeercirkel of trainingsmolen) is altijd achter (het verlengde van) de voorgevel van de (bedrijfs)woning gesitueerd. Elementen dienen indien mogelijk geclusterd te worden. Paardenbak op het erf, binnen erfbeplanting, achter de woning. Hoofdvorm Afrastering rechthoekig en direct de rijbaan omsluitend; in geval van longeercirkels en trainingsmolens is de afrastering rond. Maximaal tot lichtmasten toepassen. De lichtmasten neerwaarts gericht. Aanzichten Afrastering is transparant; bij voorkeur palen om de drie meter en maximaal dwarsliggers. Transparante omheining in donkere kleurstelling. Opmaak Materiaal: afrastering van hout. Kunststof dwarsliggers zijn mogelijk evenals lint of koord indien strak gespannen. Reflecterende materialen zijn niet toegestaan. Kleur: afrastering en lichtmasten in donkere kleurstelling in afstemming op de direct omringende landschappelijke elementen. Middengroen, donkergroen, zwart, antraciet en donkergrijs zijn passende kleuren. Felle, of opvallende kleuren zijn niet gewenst. Lichtmasten mogen branden tussen :00 en :00 uur. Diversen Zie Beeldkwaliteitsplan Buitengebied. Een gedetailleerd (erf)inrichtingsplan is vereist. Streekeigen erfbeplanting toepassen. Indien de paardenbak (paddock, longeercirkel of trainingsmolen) niet op het erf en niet binnen erfbeplanting kan worden gesitueerd, geen of lage verlichtingsarmaturen toepassen in een gedekte kleur. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

58 OT RECLAME OP BEDRIJVENTERREINEN Van toepassing op welstandsgebied 0 Objectbeschrijving Reclames vormen vaak beeldbepalende element in de openbare ruimte. In gebieden met commerciële functies zoals bedrijventerreinen zijn reclames op zijn plaats en kunnen ze de visuele aantrekkingskracht van de omgeving verhogen. Hier is echter wel een kritische grens aan verbonden. De hierna geformuleerde criteria zijn er op gericht om veelvoorkomende reclameuitingen snel te kunnen beoordelen en eventueel af te handelen. Plannen die niet voldoen aan deze criteria, of indien er sprake is van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan alsnog aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de boordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Beleid, waardebepaling en ontwikkelingen Bedrijventerreinen worden in de meeste gevallen gekenmerkt door een grote verscheidenheid in bouwvormen, kleuren en materialen. Om te voorkomen dat het beeld te onrustig wordt, is het reclamebeleid voor deze gebieden gericht op een terughoudende toepassing van reclame-uitingen. De terughoudendheid richt zich op het aantal en de expressie van de reclame-uitingen. (Licht)reclame en aangelichte reclame kunnen een negatief effect hebben op de omgeving. Een sterke (licht)uitstraling op de directe omgeving van bedrijventerreinen dient te worden voorkomen. In gebieden grenzend aan het buitengebied is een zorgvuldige en terughoudende omgang met licht uitgangspunt. Welstandsambitie Het welstandsregime waaronder deze criteria worden toegepast is afhankelijk van het gebiedstype waarin de reclame-uiting wordt toegepast (zie hoofdstuk ). 0

59 OT RECLAME OP BEDRIJVENTERREINEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Algemeen De reclame-uiting heeft een directe relatie met het product of de dienst. Een (op het erf gesitueerde) reclame-uiting past qua plaatsing, vorm, grootte, kleur- en materiaalgebruik en/of detaillering bij de architectuur van het hoofdgebouw, daarbij rekening houdend met een eventuele huisstijl van de onderneming. Reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare ruimte of het landschap ernstig belemmeren, zijn niet toegestaan. Bij een pand waarin meerdere bedrijven zijn gevestigd, zijn de reclame-uitingen in plaatsing, vorm en maatvoering op elkaar afgestemd. Bij een bedrijf dat in meerdere aaneengesloten panden is gevestigd, zijn de reclame-uitingen in plaatsing, vorm en kleur en maatvoering op elkaar afgestemd. Aantal Per bedrijf zijn twee reclame-uitingen op de gevel toegestaan. Bij een pand waarin meerdere bedrijven zijn gevestigd, is per bedrijf één reclame-uiting op de gevel toegestaan. Een bedrijf dat in meerdere aaneengesloten panden is gevestigd, mag per pand één reclame-uiting op de gevel toepassen. Maximaal drie vlaggen en één vrijstaand bord/vrijstaande zuil per bedrijf of bedrijfsverzamelgebouw. Bij een bedrijfsverzamelgebouw zijn de reclame-uitingen per bedrijf samengebracht op één vrijstaand bord of zuil. Plaatsing Plaatsing loodrecht op of evenwijdig aan de gevel. Geen reclames boven het hoogste punt van het gebouw. Geen reclame op de (bedrijfs)woning. Een vrijstaande reclame-uiting staat op een logische plaats nabij de entree van het erf of op een parkeerplaats. Vorm en kleur Reclame op of aan de gevel in vorm, detaillering en kleurgebruik afstemmen op de oorspronkelijke gevel. Reclames in de vorm van losse letters en tekens op de gevel hebben de voorkeur. Lichtreclame en aangelichte reclame zijn toegestaan. Bewegende reclame (geen mechanisch bewegende delen), daglicht reflecterende reclame, lichtcouranten, lichtreclame met veranderlijk of intermitterend (knipperend) licht en lichtprikkabels zijn niet toegestaan. Lichtreclame en verlichting van aangelichte reclame mag branden van 0.00 uur tot.00 uur. Sterke lichtuitstraling op gebieden buiten de bedrijventerreinen, is niet toegestaan. Vanuit het buitengebied mogen lichtreclames en aangelichte reclames niet waarneembaar/zichtbaar zijn. Op gevels grenzend aan de randen van bedrijventerreinen zijn geen lichtreclames toegestaan. Gericht aanlichten is toegestaan. (Licht)reclame is geen belemmering voor de verkeersdeelnemers en heeft geen nadelige invloed op de verkeersveiligheid. Een felle lichtkleur en/of een sterke lichtuitstraling zijn niet toegestaan. De lichtuitstraling mag niet als onevenredig storend worden aangemerkt. De voorkeur gaat uit naar energiezuinige verlichting. Maatvoering Reclame op of aan de gevel in maatvoering afstemmen op de maatvoering en/of ritmiek van de oorspronkelijke gevel. Reclame op de gevel is maximaal 0% van de gevellengte met een maximum van,0 meter. De hoogte is in verhouding met het gebouw, met een maximum van 0, meter. De reclame-uiting mag maximaal 0, meter dik zijn. Reclame haaks op de gevel mag maximaal 0, meter uitsteken en is maximaal 0, meter hoog. De kopse kant is maximaal 0, meter breed. Een zuil of vrijstaand bord is maximaal,0 meter breed en maximaal, meter hoog. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

60 0T RECLAME BUITEN BEDRIJVENTERREINEN Alle welstandsgebied met uitzondering van 0 Objectbeschrijving Reclames op borden, lichtreclames en spandoeken of vlaggen vormen een belangrijk en beeldbepalend element van de openbare ruimte. In gebieden met commerciële functies zijn reclames op zijn plaats en verhogen ze de visuele aantrekkingskracht van de omgeving, hoewel daar een kritische grens aan verbonden is. In andere gebieden zijn (bepaalde) reclame-uitingen ongewenst. De hierna geformuleerde criteria zijn er op gericht om veelvoorkomende reclameuitingen snel te kunnen beoordelen en eventueel af te handelen. Plannen die niet voldoen aan deze criteria, of indien er sprake is van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan alsnog aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de boordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Welstandsambitie Het welstandsregime waaronder deze criteria worden toegepast is afhankelijk van het gebiedstype waarin de reclame-uiting wordt toegepast (zie hoofdstuk ). Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie. Beleid, waardebepaling en ontwikkelingen Een reclame-uiting moet in principe een rechtstreeks verband hebben met de activiteiten die op een perceel plaatsvinden. Bovendien mag een reclame-uiting geen hinder of gevaar veroorzaken voor de directe omgeving. De opvatting voor het reclame is dat een ingetogen presentatie die in overeenstemming is met wat de specifieke winkel of specifiek bedrijf te bieden heeft, in overeenstemming is met de architectuur van de gevel en in overeenstemming is met de omgeving, meer kwaliteit biedt, zowel voor de onderneming zelf als voor de omgeving. De gemeente respecteert huiskleuren, hoewel ingetogen kleuren de voorkeur genieten. Een uitzondering hierop zijn rolluiken, zonwering, terrasschotten, luifels, parasols en meubilair.

61 OT RECLAME BUITEN BEDRIJVENTERREINEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Algemeen De reclame-uiting heeft een directe relatie met het product of de dienst. Een (op het erf gesitueerde) reclame-uiting past qua plaatsing, vorm, grootte, kleur- en materiaalgebruik en/of detaillering bij de architectuur van het hoofdgebouw, daarbij rekening houdend met een eventuele huisstijl van de onderneming. Reclame-uitingen in principe integreren in de architectuur. Een reclame-uiting is een ondergeschikt element van het gebouw. Reclame is in maatvoering en uitstraling afgestemd op de dominante functie in de omgeving. In een woongebied is reclame zeer ondergeschikt in het beeld. In een winkel-/centrumgebied mag de reclame meer beeldbepalend zijn. Reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare ruimte of het landschap ernstig belemmeren, zijn niet toegestaan. Bij een pand waarin meerdere bedrijven zijn gevestigd, zijn de reclame-uitingen in plaatsing, vorm en maatvoering op elkaar afgestemd. Bij een bedrijf dat in meerdere aaneengesloten panden is gevestigd, zijn de reclame-uitingen in plaatsing, vorm en kleur en maatvoering op elkaar afgestemd. Aantal Per bedrijf maximaal één vlag, één vrijstaande reclame-uiting en één aan de gevel. Bij een beroep aan huis is alleen één vrijstaand bord toegestaan. Bij een pand waarin meerdere bedrijven zijn gevestigd, is per bedrijf één reclame-uiting op de gevel toegestaan. Een bedrijf dat in meerdere aaneengesloten panden is gevestigd, mag per pand één reclame-uiting op de gevel toepassen. Bij een bedrijfsverzamelgebouw zijn de reclame-uitingen per bedrijf samengebracht op één vrijstaand bord of zuil. Plaatsing Plaatsing loodrecht op of evenwijdig aan de gevel. Geen reclame op een (bedrijfs)woning, appartement of woonlaag. De vrije doorgang/onderkant reclame-uiting aan de gevel is minimaal 00 mm. Geen reclames boven het hoogste punt van het gebouw. Een reclame-uiting dient minimaal 0, meter onder een kozijn van een woonlaag op de verdieping geplaatst te worden. Een vlag en/of vrijstaande reclame-uiting staat op een logische plaats nabij de entree van het erf of op een parkeerplaats. Vorm en kleur Niet toegestaan zijn: (mechanisch) bewegende delen, knipperende reclame, lichtcouranten, lichtobjecten, lichtreclame, lichtbakken, daglichtreflecterende reclame, aangelichte gevels. Reclame op of aan de gevel in vorm, detaillering en kleurgebruik afstemmen op de oorspronkelijke gevel. Losse en/of geschilderde letters en tekens op de gevel hebben de voorkeur. Alleen losse en/of geschilderde letters en tekens en borden haaks op de gevel mogen worden aangelicht, mits dit geen nadelige invloed op de verkeersveiligheid heeft. Kleuren afstemmen op de omgeving. Voorkeur voor traditionele kleuren zoals standgroen, standblauw, bordeaux en gebroken wit. De voorkeur gaat uit naar natuurlijke materialen zoals hout, metaal en glas. Maatvoering Reclame op of aan de gevel in maatvoering afstemmen op de maatvoering en/of ritmiek van de oorspronkelijke gevel. Reclame op de gevel is maximaal 0% van de gevelbreedte met een maximum van,0 meter. De hoogte is in verhouding met het gebouw, met een maximum van 0, meter. De reclame-uiting mag maximaal 0, meter dik zijn. Reclame haaks op de gevel mag maximaal 0, meter uitsteken en is maximaal 0, meter hoog. De kopse kant is maximaal 0, meter breed. Een vrijstaand bord heeft een maximaal oppervlak van 0,0 m, heeft geen langere zijde dan,00 meter en is niet hoger dan,00 meter. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

62 OT (SCHOTEL)ANTENNES/GSM MASTEN Objectbeschrijving Het gaat hier om antennes die van wezenlijk belang zijn voor het kunnen zenden en/of ontvangen van radio-, televisie- en andere communicatiesignalen. Onder spriet- of staafantennemast worden niet begrepen calamiteitensirenes en antenneinstallaties ten behoeve van mobiele telefonie. Antennes kenmerken zich door een zeer eigen technische vormgeving die vooral aan de voorzijde storend kan zijn voor het straatbeeld. De gemeente streeft dan ook naar plaatsing van antennes achter het hoofdgebouw, in ieder geval onzichtbaar vanaf de weg of openbaar groen. Antennes kunnen vrijstaand worden geplaatst of op/aan een bouwwerk worden aangebracht. De antenne dient altijd ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw of het erf waarop deze geplaatst wordt en in ieder geval niet de boventoon te voeren. Ook dient een antenne een ondergeschikt element te blijven ten opzichte van de omringende bebouwing. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid volgt allereerst het Besluit omgevingsrecht (Bor). Aanvullend speelt het volgende: in gebieden waar de woonfunctie dominant is en in het landelijk gebied, dient voorkomen dat een (schotel)antenne in negatieve zin het beeld verstoord door een te grote maatvoering, een willekeurige plaatsing of een sterk technische uitstraling. Welstandsambitie Voor (schotel)antennes geldt een regulier ambitieniveau. Met name de hoogte, de bouwkundige uitwerking en detaillering van antennes mogen geen zwaar stempel op de omgeving drukken. Een zorgvuldige plaatsbepaling kan een goed middel zijn om deze voorzieningen in te passen in de omgeving. Het heeft de voorkeur een antenne achter het hoofdgebouw en in ieder geval achter de voorgevellijn te plaatsen. Als losse toevoeging kan een antenne storend werken op het uiterlijk van een gebouw. Daarnaast is de maatvoering en een zorgvuldige kleurkeuze van belang. NB. Een antenne dient in uitgeschoven toestand beoordeeld te worden.

63 OT (SCHOTEL)ANTENNES/GSM MASTEN Foto s Kenmerken en criteria Algemene intentie: Hh Re Iv Plaatsing Een antennemast bij een woning is aan de achtergevel geplaatst, of is op het achtererf gesitueerd. De antenne staat maximaal meter achter de achtergevel van het hoofdgebouw. Bij gestapelde woningbouw op het platte dak, of op of aan een balkon geplaatst binnen de contour van het balkon. Maximaal één (schotel)antenne aan, op of bij een hoofdgebouw. Maatvoering schotelantenne conform Bor. Plaatsing (schotel)antenne achter de voorgevelrooilijn conform Bor. Hoofdvorm De antennemast/schotelantenne wordt zo onzichtbaar mogelijk vormgegeven. Antennemast en bijbehorende voorzieningen worden als één geheel vormgegeven. De antenne en de mast zijn buisvormig. Vakwerkconstructie zijn niet toegestaan. De toepassing van tuien is niet toegestaan. Horizontale vertakkingen/elementen zijn niet toegestaan. De fundering valt zo onopvallend mogelijk in het maaiveld weg. De bevestiging aan de gevel is eenvoudig vormgegeven. Maatvoering Maatvoering beperken tot een functioneel minimum. De hoogte van een spriet- of staafantenne bij plaatsing op het erf is maximaal gelijk aan de nokhoogte van de woning. Een schotelantenne heeft een maximale diameter van meter en een maximale hoogte van meter (inclusief drager). Een antenne heeft een maximale hoogte van meter, gemeten vanaf het snijpunt met het dak/gemeten vanaf de voet (inclusief de antennedrager/mast). Maatvoering antenne aan de gevel conform Bor. Bij vrije plaatsing tot max de hoogte van het hoofdgebouw. Opmaak De antennemast uitvoeren in een onopvallende kleurstelling. Uitvoeren in lichte tot donkere grijstint. Helderheid aanpassen aan de omgeving; gelijke kleurtoon als het achtergrondmateriaal waardoor deze zo weinig mogelijk opvalt. Geen hoogglanzende materialen toepassen. Beleidsintentie: Hh - Handhaven/herstel en restauratie. Re - Respecteren en interpreteren. Iv - Incidenteel veranderbaar.

LINTBEBOUWING (sterke samenhang)

LINTBEBOUWING (sterke samenhang) 5 LINTBEBOUWING (sterke samenhang) Gebiedsbeschrijving In de na-oorlogse periode is op nieuwe plaatsen en in het verlengde van bestaande linten, nieuwe lintbebouwing gerealiseerd. Doordat deze linten in

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

Omschrijving en uitgangspunten

Omschrijving en uitgangspunten 2.5 Dakkapellen Omschrijving en uitgangspunten Een dakkapel dient een bescheiden uitbouw in de kap te zijn, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbare oppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria 2 Loketcriteria Zoals in deel A van de bijlage van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de Woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen, waarin criteria zijn

Nadere informatie

criteria 2 dakkapellen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 2 dakkapellen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 2 dakkapellen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 2 - dakkapellen dorp stad & land Inleiding Deze notitie is een

Nadere informatie

Actualisatie Welstandsnota (Digitale versie = verkorte versie ten opzichte van analoge versie)

Actualisatie Welstandsnota (Digitale versie = verkorte versie ten opzichte van analoge versie) Actualisatie Welstandsnota (Digitale versie = verkorte versie ten opzichte van analoge versie) Welstandscriteria gebied 1 t/m 16 (als voorbeeld in deze versie alleen gebied 6) Pagina s met de definitieve

Nadere informatie

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND SNELTOETS- CRITERIA DAKKAPELLEN DEEL 4. VERSNELLING: DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAKKAPELLEN 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDINGEN ROND DAKTERRASSEN 3. DAKRAMEN EN ANDERE

Nadere informatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 4, Vorchten 1. Beschrijving bestaande situatie der tijden zijn aanbouwen gerealiseerd, soms opvallend qua massa maar zodanig rekening houdend met de locatie en zichten dat zij geen afbreuk doen

Nadere informatie

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA 2014 Deel III: Ambtelijke

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 4. ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Plek voor ideeën e Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Beeldkwaliteitsplan Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Sneltoetscriteria. Voor veel voorkomende kleine bouwwerken Onderdeel van de welstandsnota van de gemeente Súdwest-Fryslân

Sneltoetscriteria. Voor veel voorkomende kleine bouwwerken Onderdeel van de welstandsnota van de gemeente Súdwest-Fryslân Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwwerken Onderdeel van de welstandsnota van de gemeente Súdwest-Fryslân Vastgesteld door de gemeenteraad 10 september 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding...3

Nadere informatie

Als aan deze criteria wordt voldaan, behoeft het bouwplan niet meer te worden voorgelegd aan de welstandscommissie.

Als aan deze criteria wordt voldaan, behoeft het bouwplan niet meer te worden voorgelegd aan de welstandscommissie. welstand voor lichte bouwvergunning Algemeen In de Woningwet is de bepaling opgenomen dat het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving

Nadere informatie

Wanneer een bouwplan niet aan de loketcriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de

Wanneer een bouwplan niet aan de loketcriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de Welstandsnota gemeente 8 Loketcriteria Dit hoofdstuk behandelt gestandaardiseerde welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen. Deze criteria dienen als basis voor het gemeentelijk welstandsbeleid

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai. 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 232.30.05.35.00 1 juli 2013 Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai 1 juli 2013 232.30.05.35.00 Inhoudsopgave

Nadere informatie

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove

3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3. Stuwwallandschap van het land van Vollenhove 3.4. Sint Jansklooster Gebiedsbeschrijving Structuur Aan de oostelijke rand van de stuwwal is de lintbebouwing van Sint Jansklooster uitgegroeid tot een

Nadere informatie

4 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Woudenberg Deel B Hoofdstuk 4 Loketcriteria 17

4 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Woudenberg Deel B Hoofdstuk 4 Loketcriteria 17 4 Loketcriteria Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen waarin criteria zijn opgenomen die worden

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAK- KAPELLEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen worden afgehandeld

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria ideeën- en voorbeeldenboek

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria ideeën- en voorbeeldenboek WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria ideeën- en voorbeeldenboek Roden/Assen Plannummer: 160.00.01.15.00 Vastgesteld: 18 december 2008 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria

Nadere informatie

2.4 CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN

2.4 CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN 2.4 CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN In artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht staat dat Burgemeester en Wethouders een aanvraag om vergunning moeten toetsen aan redelijke

Nadere informatie

2 KLEINE BOUWPLANNEN CRITERIA

2 KLEINE BOUWPLANNEN CRITERIA 2 KLEINE BOUWPLANNEN CRITERIA 2.1 Inleiding Waarom criteria voor kleine bouwplannen De gemeente Smallingerland heeft voor veel voorkomende kleine bouwplannen, waarvoor een vergunning nodig is heldere en

Nadere informatie

VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN

VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN 1. DAKKAPELLEN Datum: 25 februari 2004 In werking getreden: 22 april 2004 Inleiding: Een dakkapel is een uitspringend dakvenster, aangebracht op het

Nadere informatie

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF SNELTOETSCRITERIA BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF De afstand tot de voorgevel moet ongeveer 3m zijn. Indien het zij- en/of achtererf grenst aan de weg of een openbaar pad dan dient de afstand

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp 't Pierik fase 2 Govert Flinckstraat 31 - postbus 1158-8001 BD Zwolle 038-4216800 13 november 2008 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp t Pierik fase 2 1. Inleiding 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

criteria 5 bijbehorende bouwwerken Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 5 bijbehorende bouwwerken Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 5 bijbehorende bouwwerken 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 5 - bijbehorende bouwwerken dorp stad & land Inleiding

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Ter Idzard - Woningbouwlocatie Hamersweg

Beeldkwaliteitsplan Ter Idzard - Woningbouwlocatie Hamersweg Beeldkwaliteitsplan Ter Idzard - Woningbouwlocatie Hamersweg Beeldkwaliteitsplan Ter Idzard - Woningbouwlocatie Hamersweg Projectnummer 267.28.05.01.00.01 23 oktober 2014 Inhoud 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Sneltoetscriteria 2008

Sneltoetscriteria 2008 Aan- en uitbouwen Sneltoetscriteria 2008 Omschrijving en uitgangspunten Een aan- of uitbouw is een grondgebonden toevoeging van één bouwlaag aan een gevel van een gebouw. Voor wat betreft rooilijnen en

Nadere informatie

7 Objectgerichte criteria

7 Objectgerichte criteria HOOFDSTUK 7 OBJECTGERICHTE TOETSINGSCRITERIA Inleiding 7.1 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen Het werken met gestandaardiseerde toetsingscriteria (sneltoetscriteria) voor kleinere

Nadere informatie

Bijlage bij Welstandsnota Diemen 2012, GR 07-06-2012, besluit nr.12-32 CONSEQUENTIES

Bijlage bij Welstandsnota Diemen 2012, GR 07-06-2012, besluit nr.12-32 CONSEQUENTIES CONSEQUENTIES Onderstaand zijn per thema het huidige beleid, het nieuwe beleid en de voordelen en nadelen worden weergegeven wat de consequenties zijn voor de aanpassing van het beleid. Hiermee kunt u

Nadere informatie

Bijlage bij RV 2003/11. De hieronder opgenomen richtlijnen zijn het kader voor de welstandstoetsing van aan- of uitbouwen.

Bijlage bij RV 2003/11. De hieronder opgenomen richtlijnen zijn het kader voor de welstandstoetsing van aan- of uitbouwen. 11 AAN- OF UITBOUWEN (op zij- of achtererf) BIJLAGE bij RV 11 Welstandsoverweging Het bestemmingsplan geeft slechts de plaats en de afmetingen aan van de bijgebouwen die mogen worden gebouwd. Ook het uiterlijk

Nadere informatie

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL P l e k v o o r i d e e ë n Beeldkwaliteitsplan LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL RENBAANSTRAAT TE NOORDWOLDE 267.00.02.06.00 18 november 2015 2 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 05 1.2 Stedenbouwkundig

Nadere informatie

5 WELSTANDSCRITERIA. 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a

5 WELSTANDSCRITERIA. 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a 5 WELSTANDSCRITERIA 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen

Nadere informatie

Landschappelijk Wonen Mussel

Landschappelijk Wonen Mussel gemeente Stadskanaal Landschappelijk Wonen Mussel Verkoopbrochure maart 2014 - kaveltekening en prijzen - bestemmingsplan - beeldkwaliteitsplan Leeswijzer Op bladzijde 3 en 4 vindt u de verkaveling en

Nadere informatie

criteria 3 erfafscheidingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 3 erfafscheidingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 3 erfafscheidingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 3 - erfafscheidingen dorp stad & land Inleiding Deze notitie

Nadere informatie

INHOUD. 1. Inleiding 5. 5. Monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten 57. 6. Algemene welstandscriteria 59

INHOUD. 1. Inleiding 5. 5. Monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten 57. 6. Algemene welstandscriteria 59 INHOUD 1. Inleiding 5 1.1 Waarvoor dient de welstandsnota? 5 1.2 Hoe verhoudt deze nota zich tot ander beleid? 5 1.3 Wanneer is welstandstoetsing noodzakelijk? 5 1.4 Hoe vindt de welstandstoetsing plaats?

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen REGULIERE AANVRAGEN OMGEVINGSVERGUNNING 1. WABO/2015/80 Rabobank Bouwadres Lange Zelke

Nadere informatie

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM Dakkapel Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM ja nee U kunt direct gaan bouwen. De bouw moet veilig (bijv. stevige constructie) en gezond

Nadere informatie

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving

4. Zeekleilandschap Zeekleilandschap. Gebiedsbeschrijving 4. Zeekleilandschap 4.1. Zeekleilandschap Gebiedsbeschrijving Structuur Het zeekleilandschap is een vlak en open weidegebied, met percelen van wisselende grootte. De erfbeplanting bestaat voornamelijk

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.5. Steenwijkerwold Gebiedsbeschrijving Structuur Steenwijkerwold is centraal gelegen op de stuwwal en is ontstaan als gevolg van het samengroeien van de

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen

Nadere informatie

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 colofon SAB Arnhem B.V. Contactpersoon: Arjan van der Laan bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:

Nadere informatie

Gebied 12 Elst Centrum

Gebied 12 Elst Centrum Gebied 12 Elst Centrum het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 12 Elst centrum 131 Gebiedsbeschrijving Structuur Het centrum van Elst wordt gevormd door de licht gekromde

Nadere informatie

Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005. 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35

Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005. 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35 Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005 1 Loketcriteria - aan- en bijgebouwen - dakkappellen 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35 3

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase juni 2009

Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase juni 2009 Plek voor ideeën Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase 275.11.02.31.00.00 11 juni 2009 Beeldkwaliteitsplan Baflo Oosterhuisen, 2e fase 275.11.02.31.00.00 11 juni 2009 Inhoud 1.0 Aanleiding

Nadere informatie

Voorbeeld sneltoetscriteria

Voorbeeld sneltoetscriteria Welstandsnota gemeente Dordrecht Voorbeeld sneltoetscriteria (algemeen en aan- en uitbouwen) 2. Sneltoetscriteria 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden Sneltoetscriteria gegeven voor, aan- en uitbouwen,

Nadere informatie

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 1 - kozijn- en gevelwijzigingen dorp stad & land

Nadere informatie

Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht

Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht Aanleiding Amendement Ruimte voor zonne-energie Op 7 juni 2018 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen over Ruimte voor

Nadere informatie

Criteria van gevallen waarbij wordt afgezien van preventief welstandstoezicht. Bijlage bij de Welstandsnota 2013

Criteria van gevallen waarbij wordt afgezien van preventief welstandstoezicht. Bijlage bij de Welstandsnota 2013 Criteria van gevallen waarbij wordt afgezien van preventief welstandstoezicht Bijlage bij de Welstandsnota 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Regels 4 Artikel 1 Algemene regels 4 1.1 Begrippen 4 1.2 Wijze van

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. k4-1. Ontwerpwelstandsparagraaf kleine plannen

DAKKAPELLEN. k4-1. Ontwerpwelstandsparagraaf kleine plannen DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Voor dakkapellen worden

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken 5.4.8. Deelgebied Naoorlogse woonwijken Algemene kenmerken Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie2016

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie2016 5.4.2. Deelgebied Polder Mastenbroek Algemene kenmerken Polder Mastenbroek is aangewezen als cultuurhistorisch waardevol gebied in de nota Belvedère. Het betreft een hartvormige polder tussen IJssel en

Nadere informatie

7 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken

7 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken 7 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken 225 7.1 Toelichting Ten behoeve van de toetsing van de kleinere bouwplannen (1) zijn zogenaamde sneltoetscriteria geformuleerd. Het gaat hier

Nadere informatie

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese

1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1. Stuwwallandschap tussen Oldemarkt en De Eese 1.3. Eesveen en IJsselham Gebiedsbeschrijving Structuur Parallel aan het beekdal van de Steenwijker Aa en aan de oostelijke rand van de noordelijke stuwwal

Nadere informatie

- 346 - Hoofdstuk 9 Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwplannen

- 346 - Hoofdstuk 9 Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwplannen - 346 - Hoofdstuk 9 Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwplannen 9. Sneltoetscriteria 9.1. Toepassing In veruit de meeste gevallen komen mensen via de bouwvergunningsaanvraag of in het voortraject

Nadere informatie

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17

Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013. Portefeuillehouder L. Franken 17 Onderwerp Vergadering van Scenario's welstandsbeleid Hollands Kroon 25 april 2013 Portefeuillehouder Nummer L. Franken 17 Contact en vragen via Technischevragen@hollandskroon.nl Voorstel Een keuze te maken

Nadere informatie

Adviezen Welstandscommissie Wijdemeren. Waarvan herhalingen: 1 Gemandateerd: 1 Grote commissie: 6

Adviezen Welstandscommissie Wijdemeren. Waarvan herhalingen: 1 Gemandateerd: 1 Grote commissie: 6 commissies voor ruimtelijke kwaliteit 1 Omgevingsvergunning (verbouwing) Aantal voorgaande behandelingen: 1 130008 Bouwadres Oud-Loosdrechtsedijk 156 te Loosdrecht gemand. Soort bouwwerk Individuele woning

Nadere informatie

Dakkapellen. (op alle bestaande gebouwen)

Dakkapellen. (op alle bestaande gebouwen) Dakkapellen (op alle bestaande gebouwen) Omschrijving en uitgangspunten Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten.

Nadere informatie

Welstand. of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem?

Welstand. of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem? Welstand of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem? Huidige beleid gehele grondgebied welstandsplichtig alle type bouwwerken welstandsplichtig iedere aanvraag voorleggen aan welstandscommissie Huidige

Nadere informatie

B E E L D K WA L I T E I T P L A N H A R I N X M A L A N D S N E E K N O O R D E L I J K VA N FA F S E 1 E

B E E L D K WA L I T E I T P L A N H A R I N X M A L A N D S N E E K N O O R D E L I J K VA N FA F S E 1 E BEELDKWALITEITPL AN N N E R K A PROJECT Beeldkwaliteitplan Harinxmaland Sneek, noordelijk van fase 1E projectnummer: 20161026.2 OPDR ACHTGEVER Gemeente Súdwest-Fryslân OPS TELLER Rho adviseurs voor leefruimte

Nadere informatie

Welstandsnota Gemeente het Bildt 2015

Welstandsnota Gemeente het Bildt 2015 Welstandsnota Gemeente het Bildt 2015 Gemeente het Bildt Bezoekadres: Van Harenstraat 47 9076 BT St.-Annaparochie Postadres: Postbus 34 9076 ZN St.-Annaparochie Telefoon : 0518-409234. Fax : 0518-409250.

Nadere informatie

Welstandsambitie Gezien de aard van de ontwikkeling en de zichtbaarheid van de locatie is dit gebied aangemerkt als een bijzonder welstandsgebied.

Welstandsambitie Gezien de aard van de ontwikkeling en de zichtbaarheid van de locatie is dit gebied aangemerkt als een bijzonder welstandsgebied. Het voormalige bedrijfspand is verreweg het grootste pand op dit bedrijventerrein. Het perceel heeft de oppervlakte van bijna 1,5 hectare, en is maar liefst voor de helft bebouwd. Met deze omvang vormt

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden Inhoudsopgave - Inleiding - Doelstelling o Proces o Bestemmingsplan - Het plan o Beschrijving o Ambitie o Beeld o Gevelopbouw o Detaillering o Materialisering

Nadere informatie

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010 De Tuinen II Beeldkwaliteitsplan 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Beeldkwaliteitsplan De Tuinen II 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Inhoud 1.0 Doel en status 07 2.0 Karakterschets van het gebied 09 3.0 Beeldkwaliteitscriteria

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Oude kern Genemuiden

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Oude kern Genemuiden 5.4.5. Deelgebied Oude kern Genemuiden Algemene kenmerken Het centrum van Genemuiden wordt gekenmerkt door vier gebiedjes met ieder hun eigen karakteristieken. Te onderscheiden vallen: 1. Havenplein, Westerkaai,

Nadere informatie

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten Welstandsnota 2004 4 e Aanvulling Gemeente Dronten Inleiding In dit beleidsdocument is een nieuw gebied beschreven, bestaande uit drie deelgebieden, dat een aanvulling vormt op de Welstandsnota van de

Nadere informatie

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 7 - schotel-, spriet- en staafantennes

Nadere informatie

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving 9.1.A Het Hessingterrein Gebiedsbeschrijving Ruimtelijke structuur Het Hessingterrein is gelegen aan de Utrechtseweg, die De Bilt en Zeist verbindt met Utrecht. Kenmerkend voor de omgeving van deze gebiedsontsluitingsweg

Nadere informatie

8. Haarstraat. 9. Nijverdalseweg. 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg

8. Haarstraat. 9. Nijverdalseweg. 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg 8. Haarstraat 9. Nijverdalseweg De Esstraat vormt de oude verbinding tussen de kern van Rijssen naar de oude Esgronden. Nabij de aansluiting van de Tabaksgaarden

Nadere informatie

Welstandsnota. Algemene criteria voor kleine, veel voorkomende bouwwerken

Welstandsnota. Algemene criteria voor kleine, veel voorkomende bouwwerken Welstandsnota Algemene criteria voor kleine, veel voorkomende bouwwerken Croonen Adviseurs b.v. strategie, ordening & vorm COLOFON Projectnummer: Word bestand: BOE01-HEL00010-03A WSN01-HEL00010-02B Datum:

Nadere informatie

Rapport. 2^1 kapwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden

Rapport. 2^1 kapwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden Rapport 2^1 kapwoning voorbeeld-document bouwmogelijkheden 1 INHOUDSOPGAVE 3 Bestemmingsplan 1996 2 4 Toelichting bestemmingsplan 5 Vergunningsvrij bouwen 7 Bouwmogelijkheden 9 Welstandsbeleid 10 Overzichtstabel

Nadere informatie

LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN

LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN 3. BIJGEBOUWEN Datum: 19 december 2003 In werking getreden: 22 april 2004 Inleiding: Bijgebouwen zoals schuurtjes, garages, dierenverblijven, tuinhuisjes

Nadere informatie

Kozijn- of gevelwijziging

Kozijn- of gevelwijziging Kozijn- of gevelwijziging (aan bestaande woningen of woongebouwen of aan bijgebouwen bij bestaande woningen of woongebouwen) Omschrijving en uitgangspunten Van een kozijn- of gevelwijziging is sprake bij

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK

DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk

Nadere informatie

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt

Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt 8-7-14 Beeldkwaliteitplan Ruimte voor Ruimte woning Helvoirtsestraat Helvoirt 2 juli 2014 1 Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB BREDA telefoon: 076-5225262 fax: 076-5213812 internet: email:

Nadere informatie

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011)

WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) WELSTANDSBELEID VOOR GEBIED VAN DE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID (vaststelling raadsvergadering d.d. 25 januari 2011) Op 27 november 2008 heeft de gemeenteraad specifiek welstandsbeleid vastgesteld voor

Nadere informatie

Adviezen Welstandscommissie Wijdemeren. Waarvan herhalingen: 2 Gemandateerd: 3 Grote commissie: 1

Adviezen Welstandscommissie Wijdemeren. Waarvan herhalingen: 2 Gemandateerd: 3 Grote commissie: 1 1 Omgevingsvergunning (nieuwbouw) Aantal voorgaande behandelingen: 3 110139 Bouwadres Rading 146 Loosdrecht Soort bouwwerk Winkel Omschrijving supermarkt Aanvrager Walmarkt vastgoed B.V. M.A. Slager Welstandsnota

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 6. KOZIJN- EN GEVEL- WIJZIGINGEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

deel C Welstandsnota Baarle-Nassau sneltoetscriteria februari 2004 1

deel C Welstandsnota Baarle-Nassau sneltoetscriteria februari 2004 1 deel C sneltoetscriteria Welstandsnota Baarle-Nassau februari 2004 1 Voorwoord Voorliggende notitie biedt de gemeente gestandaardiseerde welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen, als

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Sneltoetscriteria

Hoofdstuk 6 Sneltoetscriteria Hoofdstuk 6 Sneltoetscriteria HOOFDSTUK 6 Sneltoetscriteria Sneltoetscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen Algemeen In dit hoofdstuk worden sneltoetscriteria gegeven voor ondermeer aanen uitbouwen,

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Team stedenbouw Ontwerp29112017 1 Inleiding Het bestaande complex van Heerenhage in wijk De Greiden in Heerenveen zal volledig herontwikkeld worden. De bestaande

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

AANVULLING WELSTANDSNOTA

AANVULLING WELSTANDSNOTA AANVULLING WELSTANDSNOTA ONTWIKKELINGSGEBIEDEN Noardburgum (inbreidingslocaties) - Ontwikkelingsgebied 1: Ten westen van Veldmansweg 47, blz. 2-4; - Ontwikkelingsgebied 2: Ten westen van Veldmansweg 35,

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTEN HELDEN EN MEIJEL SNELTOETSCRITERIA

WELSTANDSNOTA GEMEENTEN HELDEN EN MEIJEL SNELTOETSCRITERIA WELSTANDSNOTA GEMEENTEN HELDEN EN MEIJEL SNELTOETSCRITERIA Welstandsnota Gemeenten Helden en Meijel Sneltoetscriteria Vastgesteld: 20 februari 2006 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toepassingen

Nadere informatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie GELDERS GENOOTSCHAP Welstandsnota Heerde Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied komen zeven bruggen over het Apeldoorns Kanaal aan de orde. Bruggen

Nadere informatie

Zonnecollectoren en zonnepanelen bij monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten

Zonnecollectoren en zonnepanelen bij monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten Zonnecollectoren en zonnepanelen bij monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten Algemene uitgangspunten Groene energie Groene energie en ruimtelijke kwaliteit Het opwekken van groene energie

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Cromstrijen

Welstandsnota gemeente Cromstrijen Welstandsnota gemeente Cromstrijen 130 6. Objectgerichte welstandscriteria 6.1 Toelichting In deze paragraaf worden de objectgerichte welstandscriteria genoemd voor bouwwerken die zo specifiek zijn dat

Nadere informatie

ENKHUIZEN, BINNENSTAD EN ZONNECOLLECTOREN. Vereniging Oud Enkhuizen en Stichting Stadsherstel februari 2017

ENKHUIZEN, BINNENSTAD EN ZONNECOLLECTOREN. Vereniging Oud Enkhuizen en Stichting Stadsherstel februari 2017 1 ENKHUIZEN, BINNENSTAD EN ZONNECOLLECTOREN Vereniging Oud Enkhuizen en Stichting Stadsherstel februari 2017 Inhoud 1. inleiding 2. beschermd stadsgezicht 3. de Welstandsnota van Enkhuizen 4. geplaatste

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Deventer welstands - en reclamebeleid - 10 mei Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei

Welstandsnota gemeente Deventer welstands - en reclamebeleid - 10 mei Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei Welstandsnota gemeente Deventer welstands - en reclamebeleid - 10 mei 2011 Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei 2011 1 2 Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei 2011 de gemeente telt twee keer zoveel

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTE DEVENTER welstands - en reclamebeleid - 1 oktober 2014. Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei 2011 1

WELSTANDSNOTA GEMEENTE DEVENTER welstands - en reclamebeleid - 1 oktober 2014. Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei 2011 1 WELSTANDSNOTA GEMEENTE DEVENTER welstands - en reclamebeleid - 1 oktober 2014 Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei 2011 1 2 Welstandsnota gemeente Deventer - 10 mei 2011 de gemeente telt twee keer

Nadere informatie

Visbuurt, Sluisdijkbuurt en Boatex. Versie 1: 15 maart 2011 Versie 2: 04 april 2011 Versie 3: 12 april 2011

Visbuurt, Sluisdijkbuurt en Boatex. Versie 1: 15 maart 2011 Versie 2: 04 april 2011 Versie 3: 12 april 2011 Notitie Dakterrassen: Stadshart, Van Galenbuurt, Visbuurt, Sluisdijkbuurt en Boatex Versie 1: 15 maart 2011 Versie 2: 04 april 2011 Versie 3: 12 april 2011 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Aanleiding...

Nadere informatie

ACTUALISATIE DIEPENHEIM NOORD 2

ACTUALISATIE DIEPENHEIM NOORD 2 ACTUALISATIE DIEPENHEIM NOORD 2 2015 Inleiding Dit beeldkwaliteitsplan is een herziening van het beeldkwaliteitsplan voor Diepenheim Noord 2 uit 2008. De huidige inzichten op het gebied van ruimtelijke

Nadere informatie

Gemeente Littenseradiel

Gemeente Littenseradiel WELSTANDSNOTA Onderdeel: sneltoetscriteria Gemeente Littenseradiel 30 januari 2007 Inhoudsopgave welstandscriteria voor kleine bouwplannen...1 aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen algemeen...2

Nadere informatie

Notitie Ontwerp Notitie Beeldkwaliteitsparagraaf Gasteren Bosakkers 3 e fase

Notitie Ontwerp Notitie Beeldkwaliteitsparagraaf Gasteren Bosakkers 3 e fase Notitie Ontwerp Notitie Beeldkwaliteitsparagraaf Gasteren Bosakkers 3 e fase 1 Ontwerp Notitie Beeldkwaliteitsparagraaf Gasteren Bosakkers 3 e fase Inleiding De Werkgroep Bosakkers Gasteren heeft in samenwerking

Nadere informatie

Uitvoeringsbeleid voor dakkapellen en dakopbouwen Rijssen-Holten 2017

Uitvoeringsbeleid voor dakkapellen en dakopbouwen Rijssen-Holten 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rijssen-Holten Nr. 149321 28 augustus 2017 Uitvoeringsbeleid voor dakkapellen en dakopbouwen Rijssen-Holten 2017 Gelezen het bestuursvoorstel van 2 mei 2017

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1 DEEL C - PROCEDURE . Inhoudsopgave pagina DEEL C - PROCEDURE 1 9. WELSTANDSPROCEDURE 1 9.1 De status van de welstandsnota 1 9.2 Organisatie van welstand 1 9.3 De welstandsprocedure 1 9.4 Nieuwe bouwprojecten

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker Lunteren mei 0 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 N Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 Inhoud Inleiding Stedenbouwkundige uitgangspunten Gebouwen

Nadere informatie

Loketcriteria welstandsnota gemeente De Ronde Venen, december 2012

Loketcriteria welstandsnota gemeente De Ronde Venen, december 2012 Loketcriteria welstandsnota gemeente De Ronde Venen, december 2012 Inhoud : Pagina : Aan- en uitbouwen 2 Bijgebouw of overkapping 3 Dakkapellen 4 Gevelwijzigingen 5 Erf- of perceelsafscheiding 6 Reclame

Nadere informatie

AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen

AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen AI13168 beeldkwaliteitsplan erve Wink te ansen 26 januari 2015 2 inhoud Inhoudsopgave Luchtfoto plangebied Inleiding Beelden bestaande situatie Nieuwe situatie, positie en kapvorm bebouwing Impressie bouwplan

Nadere informatie

Welstandsnota Dongeradeel

Welstandsnota Dongeradeel Welstandsnota Dongeradeel Welstandsnota Dongeradeel Vastgesteld door de raad van de gemeente Dongeradeel op 16 januari 2014 Opgesteld door: 3 4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Waarvoor dient de welstandsnota?

Nadere informatie